Burgemeester en Wethouders Postadres Postbus 16200, 3500 CE Utrecht Telefoon 030 - 286 10 00 Fax 030 - 286 12 24 www.utrecht.nl www
Aan de leden van de Commissie Stad en Ruimte
Behandeld door door Doorkiesnummer E-mail Bijlage(n)
E.J.L. van der Waard 030 – 286 47 60
[email protected] Ontwerp-Uitvoeringprogramma 'Gezonde Lucht voor Utrecht', met bijlagen
Datum Ons kenmerk Onderwerp
26 februari 2013 13.004245 Gezonde lucht voor Utrecht: Uitvoeringsprogramma 2013-2015
Verzonden Verzonden Bij antwoord datum, kenmerk en onderwerp vermelden
Geachte dames en heren, Naar aanleiding van het Rekenkamerrapport ‘Geen vuiltje aan lucht’ (waarin geconcludeerd is dat het niet zeker is dat in 2015 aan de gestelde grenswaarden wordt voldaan) hebben wij aan de gemeenteraad toegezegd aanvullende luchtkwaliteitmaatregelen te formuleren, om eventuele tegenvallers op tijd op te vangen. In juni 2012 hebben wij een aanvullend maatregelenpakket voorgesteld, in het najaar van 2012 hebben wij de bewoners van de stad, de wijkraden en vele (belangen)organisaties hierover geraadpleegd. De resultaten van de raadpleging zijn meegenomen in het nu voorliggende ontwerp-Uitvoeringsprogramma luchtkwaliteit, dat wij hebben vrijgegeven voor inspraak. In ons collegeprogramma hebben wij uitgesproken ons in te willen zetten voor een aantrekkelijke en bereikbare stad, waarbij de gezondheid van de inwoners van de stad een belangrijk uitgangspunt is. Schone lucht en gezonde mobiliteit spelen hierbij een belangrijke rol. De Europese normen voor luchtkwaliteit zien wij als minimumnormen. Wij zetten de lijn voort die ingezet is met de luchtmaatregelen in het Actieplan Luchtkwaliteit 2009 (ALU), dat is opgesteld met het doel de luchtkwaliteit te verbeteren, knelpunten op te lossen en gewenste ontwikkelingen mogelijk te maken, zodat Utrecht een vitale stad blijft. Dit ligt ook in lijn met ons Ambitiedocument Utrecht Aantrekkelijk en Bereikbaar, waarin wij aangeven hoe wij duurzame invulling geven aan de mobiliteit in de stad. De afgelopen jaren is hard gewerkt aan het verbeteren van de luchtkwaliteit in Nederland en Utrecht. Om dit te bereiken is ingezet op een omslag naar meer reizen met het openbaar vervoer en de fiets, om het reizen met de auto te verminderen. Daarom wordt geïnvesteerd in het openbaar vervoer, de fiets en in P+R’s, om automobilisten een aantrekkelijk alternatief te bieden en een deel van het autoverkeer op te vangen aan de randen van de stad. De touringcarterminal op het Jaarbeursplein is verplaatst naar de rand van de stad. Grote vervuilers zijn aangepakt met de inrichting van een milieuzone voor vrachtverkeer en er is een convenant afgesloten met vervoerders met als doel het vrachtverkeer op de Pijper-, Haydn- en Lessinglaan te verminderen. Bedrijven en gemeente investeren in mobiliteitsmanagement en gedragsverandering, om een omslag naar alternatieve vervoerswijzen en thuis- en telewerken te stimuleren (Utrecht Bereikbaarpas, project File mijden). Ook wordt geïnvesteerd in schone vormen van mobiliteit, met name elektrisch, voor personen- en goederenvervoer. De gemeentelijke organisatie vervult hierbij een voorbeeldfunctie (afvalboot binnenstad, elektrische auto’s en scooters). Er zijn verkeerskundige maatregelen in uitvoering om doorgaand verkeer door de binnenstad te ontmoedigen (zoals dosering en ontwikkeling shared space op de Catharijnesingel en de knip Paardenveld). Ook is door zowel de provincie als het BRU een groot deel van de bussen die door de stad rijden verschoond naar Euro V/EEV.
Burgemeester Burgemeester en Wethouders
Datum 26 februari 2013 Ons kenmerk 13.004245
De komende jaren nemen de concentraties naar verwachting verder af. Echter, in Utrecht zien we dat nog niet op alle locaties terug. Zo blijkt uit de monitorrapportages 2011 en 2012 dat het aantal (bijna) knelpuntlocaties is toegenomen. Dat komt enerzijds door landelijke tegenvallers en anderzijds door een verfijning van de invoergegevens over bussen. Ook de resultaten van een eerste jaar metingen bevestigen de noodzaak tot het treffen van aanvullende maatregelen (zie bijlagen). Dit (kosten)effectieve maatregelenpakket kan worden gefinancierd uit het lopende programma luchtkwaliteit, omdat een deel van de maatregelen in het lopende programma niet tijdig uitvoerbaar is, of niet het gewenste effect heeft. De voorgestelde maatregelen kunnen snel worden uitgevoerd. De financiële effecten worden meegenomen bij de Voorjaarsnota 2013. Met vaststelling van het Uitvoeringsprogramma luchtkwaliteit 'Gezonde Lucht voor Utrecht' door de gemeenteraad (na de inspraak) wordt het vigerende Actieplan Luchtkwaliteit 2009 geamendeerd voor wat betreft de maatregelen uit het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). Het ontwerp-Uitvoeringsprogramma 'Gezonde Lucht voor Utrecht' bevat daarom een totaaloverzicht1 van het NSL maatregelenpakket uit het ALU, waarbij wordt aangegeven welke maatregelen ongewijzigd worden uitgevoerd, welke maatregelen gewijzigd worden of uitgesteld, en welke maatregelen worden toegevoegd. De uitgangspunten uit het Ambitiedocument Utrecht Aantrekkelijk en Bereikbaar zijn kaderstellend voor zowel het aanvullende pakket als voor de wijzigingen in het bestaande pakket.
Raadpleging Op 27 juni 2012 is het aanvullend pakket vrijgegeven voor consultatie en is een groot aantal partijen geraadpleegd (waaronder de wijkraden). Ook zijn vele reacties ontvangen van burgers. Luchtkwaliteit is ook onderdeel geweest van het bewonerspanel dat maandelijks door de afdeling Bestuursinformatie wordt geraadpleegd. Over het algemeen zijn reacties positief, hoewel er ook kanttekeningen zijn geplaatst. Zowel uit de ontvangen reacties als uit de bewonersenquête blijkt draagvlak in de stad voor het aanvullend pakket luchtkwaliteitmaatregelen. Uit de raadpleging blijkt dat veel mensen het van belang vinden dat de luchtkwaliteit wordt verbeterd; zij verwachten dat de voorgestelde aanvullende maatregelen daaraan een grote bijdrage kunnen leveren. Uit de enquête blijkt dat 50% het eens of zeer eens is met de invoering van de milieuzone personenvoertuigen, 14% staat hier neutraal tegenover. Voor de andere voorgestelde maatregelen is eveneens steun. Voor het ontwerp-Uitvoeringsprogramma zijn het effect op de luchtkwaliteit, kosteneffectiviteit en uitvoerbaarheid voor 2015 belangrijke uitgangspunten. Alle tijdens de raadpleging voorgestelde alternatieve maatregelen zijn hieraan getoetst. Op basis van deze uitgangspunten blijken deze maatregelen óf al onderdeel van het huidige voorgenomen maatregelenpakket óf ze zijn afgevallen op basis van een of enkele van deze criteria. Kort wordt ingegaan op vaker voorkomende reacties. Mensen maken zich zorgen over eigen voertuig, zoals de aangepaste voertuigen en oldtimers die straks de milieuzone niet meer in mogen. In het maatregelenpakket is daar rekening mee gehouden, door mensen subsidie te bieden om hun voertuig te vervangen. Er wordt ook rekening gehouden met bijzondere gevallen, zoals echte oldtimers en aangepaste voertuigen voor gehandicapten, door een ontheffing te verlenen.
Bijlage 2 in het ontwerp-Uitvoeringsprogramma: Mutatietabel (NSL-maatregelen naar Uitvoeringsprogramma Gezonde Lucht).
1
2/5
Burgemeester Burgemeester en Wethouders
Datum 26 februari 2013 Ons kenmerk 13.004245
Ook wordt gevraagd of de milieuzone uitgebreid kan worden, zowel qua gebied als naar andere gemotoriseerde voertuigen. Hier is in eerste instantie niet voor gekozen, omdat de risicolocaties zich bevinden in het huidige milieuzonegebied en de effectiviteit op deze locaties door uitbreiding niet zal toenemen. De haalbaarheid en de kosteneffectiviteit zullen door een uitbreiding daarentegen afnemen. Uitbreiding naar andere voertuigen maakt de invoering aanzienlijk complexer. Echter, inspraakreacties en nadere afspraken met andere overheden zullen de definitieve omvang en invulling van de milieuzone personenvoertuigen bepalen. Daarnaast werd verzocht om het aanpakken van brommers/scooters en open haarden/barbecues. Brommers en scooters worden in het huidige Actieplan Schoon Vervoer aangepakt, door ondernemers die veel gebruik maken van dit vervoersmiddel subsidie te verschaffen om de overstap te kunnen maken naar elektrische scooters en brommers. Ervaring uit andere steden, waar de vervanging van particuliere scooters is gestimuleerd, leert dat dit weinig tot geen effect oplevert. Open haarden en barbecues hebben een zeer lokaal effect. Interessant is dat mensen zich bewust worden van het effect. Echter, gemeentelijke maatregelen hierop zijn weinig effectief, mede omdat handhaving hierop onmogelijk is. Ondernemers reageerden over het algemeen neutraal op de voorstellen. Zij hebben behoefte aan inzicht in de economische effecten. Veel organisaties vragen om inzicht in de effecten van de aanvullende maatregelen op de gezondheid. Daarom is in dit ontwerp-Uitvoeringsprogramma ook in beeld gebracht wat de verwachte economische effecten zijn en de effecten op fijnstof (dat tevens inzicht geeft in de reductie van de gezondheidschadelijke delen zoals roet). In de bijlage 'Reacties raadpleging' wordt ingegaan op de reacties en op de wijze waarop deze al dan niet zijn overgenomen in het ontwerp-Uitvoeringsprogramma luchtkwaliteit.
Gezondheid Luchtverontreiniging is van invloed op de gezondheid van alle Utrechters. Anders dan bij andere zaken waarvan bekend is dat ze slecht zijn voor de gezondheid, zoals roken, alcohol drinken, weinig bewegen en te veel eten is luchtverontreiniging iets waar de mens vaak niet voor kan kiezen. Het maatregelenpakket is erop gericht de luchtkwaliteit te verbeteren en daarmee ook de gezondheid van de bewoners van de stad. De maatregelen dragen bij aan de reductie van stikstofdioxide en fijnstof, maar ook aan reductie van de voor de gezondheid schadelijke kleinere deeltjes: ultrafijnstof en elementaire koolstoffen (roet). De GG&GD is nauw betrokken geweest bij het opstellen van het ontwerp-Uitvoeringsprogramma. Als belangrijke punten zijn meegenomen: maatregelen moeten niet alleen gericht zijn op reductie van stikstofdioxide, maar ook bijdragen aan fijnstofreductie en gezondheid. Dit is meegenomen, en het instellen van milieuzones en stimuleringsregelingen past goed in deze lijn. De GG&GD ziet milieuzones als een maatregel die niet alleen voor het halen van de Europese grenswaarden, maar ook voor de gezondheid (van zowel de bewoners van de zone als van de bewoners van de rest voor de stad) veelbelovend is. Daarbij wordt opgemerkt dat de effectiviteit voor een groot deel afhangt van handhaving van de milieuzone. Daarnaast vindt de GG&GD het heel belangrijk dat voor de toekomstige stads- en streekbussen strenge emissie eisen gaan gelden voor wat betreft roet en ultrafijnstof.
Europese grenswaarden Op 1 januari 2015 moet worden voldaan aan de Europese grenswaarden. Het huidige maatregelenpakket is hiervoor niet voldoende, blijkt uit de landelijke monitor 2012: er zijn aanvullende maatregelen nodig. Deze maatregelen moeten (kosten)effectief zijn en snel uitvoerbaar, omdat er onvoldoende tijd is voor infrastructurele aanpassingen. Uit onderzoek blijkt dat generieke bron- en volumegerichte maatregelen aan deze voorwaarden voldoen: zij hebben, stadsbreed, een positief effect op de concentraties. Omdat het verkeer verantwoordelijk is voor bijna driekwart van de uitstoot van stikstofoxiden in de provincie Utrecht, en bovendien uit onderzoek van TNO blijkt dat het Utrechtse 3/5
Burgemeester Burgemeester en Wethouders
Datum 26 februari 2013 Ons kenmerk 13.004245
verkeer vervuilender is dan het landelijke gemiddelde, zijn de aanvullende maatregelen vooral gericht op vermindering van de uitstoot van verkeer. Hierbij doen wij een beroep op alle mobilisten in Utrecht, zowel bewoners, bezoekers als werknemers. Voor zowel de inwoners als voor het bedrijfsleven komen subsidies om vervuilende voertuigen te vervangen door schonere, om vervolgens bepaalde vervuilende voertuigen te gaan verbieden in het centrum van de stad. Daarnaast worden afspraken gemaakt met werkgevers om het woon-werkverkeer te reduceren. Er wordt aangesloten bij de landelijke lijn van subsidiëring voor schonere voertuigen. Dat stemmen we af met o.a. Amsterdam en Rotterdam. Het totale (indicatieve) effect van de maatregelen op stikstofdioxide bedraagt – zonder de maatregel schone bussen- gemiddeld 2 microgram/m3, met een maximaal effect van 4,5 microgram/m3 in het milieuzonegebied (op locaties waar veel bussen rijden). Tot medio 2014 is het NSL de toetsgrond voor ruimtelijke projecten voor luchtkwaliteit. Omdat in 2015 aan de grenswaarden moet zijn voldaan verdwijnt deze toetsgrond en worden projecten weer getoetst aan de grenswaarden zoals opgenomen in de Europese richtlijnen. Bij blijvende knelpunten kan de toetsing van bouwplannen in, bijvoorbeeld, de binnenstad opnieuw tot een bouwstop leiden. In de Europese richtlijn is een boeteclausule opgenomen als landen niet tijdig aan de grenswaarden voldoen. In landelijke regelgeving is opgenomen dat dergelijke boetes doorbelast kunnen worden naar de overtredende andere overheden.
BronBron- en volumemaatregelen volumemaatregelen Deze maatregelen betreffen een mix van stimuleringsregelingen (‘wortel’) en milieuzones (‘stok’), waarbij wij aansluiten bij landelijke stimuleringsregelingen en ervaringen uit andere steden (zoals Amsterdam en de Duitse steden). Met deze maatregelen richten wij ons op alle doelgroepen die in de stad Utrecht rijden. De kosten voor de vervanging van voertuigen worden met behulp van de stimuleringsregelingen zoveel mogelijk opgevangen. De berekende effecten zijn gebaseerd op pakketten die op elkaar ingrijpen en elkaar versterken. Als de pakketten slechts gedeeltelijk worden uitgevoerd leidt dit tot een verlaging van de (kosten)effectiviteit. Als eerste gemeente in Nederland willen wij (naast de reeds bestaande milieuzone voor vrachtverkeer) een milieuzone voor personen- en bestelvoertuigen invoeren, mede omdat uit de door TNO uitgevoerde wagenparkscan blijkt dat het wagenpark dat in onze gemeente rijdt (zowel personen- als bestelverkeer) vervuilender is dan het landelijk gemiddelde. Dit zou op sommige verkeersintensieve locaties een rol kunnen spelen bij verschillen tussen berekende en gemeten waarden. Naast deze bronmaatregelen willen wij extra inzetten op mobiliteitsmanagement (aansluitend bij convenant U15/Rij 2 op 5) en bouwlogistiek (het efficiënt vervoeren van bouwmaterialen richting het Stationsgebied), om zo het aantal voertuigbewegingen in de stad te laten afnemen. Met het generieke maatregelenpakket (bron- en volumemaatregelen) worden de grenswaarden gehaald. Echter, de marge is beperkt. Extra reductie wordt gerealiseerd door het verkeer van buiten de stad naar binnen doseren, aan de rand van stad. Dosering aan de randen van de stad leidt tot een volumereductie en zal een positief effect hebben op de luchtkwaliteit. Effecten van deze maatregelen zijn niet in het ontwerp-uitvoeringsprogramma meegenomen. De GG&GD verwacht eveneens dat volumereductie een groot effect op de gezondheid heeft. De wijze van dosering aan de rand van de stad vindt in overleg met de regiopartners plaats. Nader onderzoek heeft uitgewezen dat locatiespecifieke verkeerskundige maatregelen ín de stad veel minder effect hebben en veelal leiden tot een waterbedeffect, waardoor dergelijke maatregelen onvoldoende effectief zullen zijn (zie het RHDHV/TNO-rapport in de bijlagen). Ook de GG&GD verwacht weinig gezondheidswinst van dit soort maatregelen.
4/5
Burgemeester Burgemeester en Wethouders
Datum 26 februari 2013 Ons kenmerk 13.004245
Inspraak Wij willen de stad graag om reactie vragen op ons voorstel voor aanvullende luchtkwaliteitmaatregelen en starten daarom een inspraakprocedure. Dit is gebruikelijk bij belangrijke beleidsvoornemens, zoals dit aanvullende pakket. Belanghebbende inwoners, bedrijven en andere organisaties krijgen hiermee de gelegenheid hun mening kenbaar te maken. De inspraakprocedure start op 27 februari 2013, na publicatie van ons besluit op de gemeentelijke website (en vervolgens in de lokale bladen) en loopt tot 10 april 2013. De maatregelen uit het huidige pakket luchtkwaliteitmaatregelen die in uitvoering zijn of volgens planning nog in uitvoering komen vóór 2015, staan in de inspraak niet ter discussie. In het ontwerpUitvoeringsprogramma is duidelijk opgenomen welke maatregelen dit betreft.
Vervolg Na de inspraakperiode wordt het ontwerp-Uitvoeringsprogramma luchtkwaliteit 2013-2015 ter besluitvorming voorgelegd aan de gemeenteraad. Na de vaststelling van het maatregelenpakket worden de effecten opgenomen in de landelijke Monitor en worden de wijzigingen in het NSLprogramma gemeld aan de Rijksoverheid.
Hoogachtend, Burgemeester en wethouders van Utrecht, De secretaris,
De burgemeester,
5/5