Gezet van Nuijenhage e diti e m
Weer: 3 X 11 Confetie wolke
Hoe wordt je een Sjweëgelsöpper?
33
u bile u j ar
Fictiefe pries 11,-cent www.sjweegelsoppers.info
jo
Geboren in de vroedvrouwenschool te Heerlen en opgegroeid in Waubach had ik eigenlijk een groot deel van mijn jeugdige leven niets op met Nieuwenhagen, niet omdat het daar niet leuk was, want tegenwoordig staat de wereld op je handy, maar vroeger was dat toch anders. Pas in mijn pubertijd begon Nieuwenhagen te lonken, omdat je daar natuurlijk het vertier kon vinden in de discotheken aan het Sunplein. Vreemd genoeg zijn beide discotheken inmiddels verleden tijd, maar is mijn binding met Nieuwenhagen alleen maar toegenomen. Dat komt natuurlijk ook door mijn echtgenote Lian, een Quaedflieg telg en een echt Sjweëgelsöpperke. Tijdens en na onze studie hebben wij enige tijd in Sittard en Helmond gewoond, maar die heimat lonkte en dat werd bij toeval Nieuwenhagen, als toeval bestaat!! Plotseling woonden wij midden in het Sjweëgelsöpper Riek en aangezien wij beiden carnavalisten in hart en nieren zijn, was de link al snel gemaakt. Echter in het begin was ik nog niet betrokken bij het carnaval in Nieuwenhagen, maar wel in Waubach. Tijdens een proclamatie heb ik mijn digitale spiegelreflex-camera meegenomen en daarmee was de hobby als carnavalsfotograaf geboren. Binnen één seizoen, was ik bij veel carnavalsverenigingen een graag geziene gast, met name vanwege de foto’s die ook nog steeds, na al die jaren, op mijn eigen website www.carnavalsfotograaf.nl te bekijken zijn.
oud prins Rogér III in voetsporen van zijn vader
Bij de Sjweëgelsöppers was ik al snel hoffotograaf en werd mij herhaaldelijk, door de toenmalige voorzitter Jos Geraets, gevraagd of ik niet als lid tot de vereniging wilde toetreden. Het eerste jaar was ik steunend lid en het jaar daarna was ik lid van de elvenraad. Niet geheel toevallig was dit het jaar waarin Jos tot Stadsprins werd uitgeroepen en mijn echtgenote werd geproclameerd tot Prinses Lian I bij zustervereniging C.V. De Spinneköpkes. In de tussentijd trad ik toe tot het bestuur in de functie van secretaris en werd ik tijdens het seizoen van mijn echtgenote ook nog eens geproclameerd tot Prins Roger II van onze vereniging. Het was voor zover bekend in Limburg een unicum door gelijktijdig in één gezin Prins en Prinses te zijn van twee verschillende verenigingen. Mijn schoonvader Jo Quaedflieg is oud-voorzitter, een oud-prins en inmiddels ere-lid van de vereniging. Zo zie je maar, de binding met de Sjweëgelsöppers zit diep binnen onze familie. Zo nu en dan ben ik nog steeds actief als carnavalsfotograaf, wanneer de verplichtingen dit toelaten. Als afgevaardigde van onze vereniging ben ik twee jaar geleden toegetreden tot het bestuur van de Stuurgroep Carnavalsorganisaties Landgraaf, waar ik met name de belangen van de aangesloten verenigingen mag behartigen en wij pogen de Landgraafse carnaval verder te verbinden. Naast deze taken maak ik als bestuurslid deel uit van de prinsencommissie om nieuwe prinsen te werven voor onze vereniging en stel ik sinds drie jaar met onze huidige voorzitter het artiestenprogramma samen voor de gala-avond en de herrensitzung.
Een nieuwe uitdaging, vanaf seizoen 2015, is hij de nieuwe president van de carnaval veriniging.
Dit jaar vieren wij ons 33-jarig jubileum met een groep mensen die inmiddels allemaal in hart en nieren een Sjweëgelsöpper zijn geworden en spreek ik de wens uit dat deze mooie tijd nog lang mag voortduren. Roger Huntjens Secretaris van de vereniging.
Vastelaoves datums in de toekomst
5 7 26 11 3 23 14 27 19 11
februari februari februari februari maart februari februari februari februari februari
2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023 2024
Gezet van Nuijenhage
Gezet van Nuijenhage Jubileumprins René 1 samen met zijn vrouw (princes Helena) Sinds 2010 ben ik betrokken geraakt bij de carnavalsvereniging. Toen onze zoon werd uitgeroepen als jeugdprins Randy 1. We hebben hier met volle teugen van genoten, niet alleen wij maar onze zoon genoot hier ook van. Het carnaval zit ons wel degelijk in het bloed want mijn vader is prins geweest op de Heerlerbaan. Hierop volgde ook een achterneef die stadsprins ( Balt Baadjou ) is geweest bij de sjweëgelsöppers in 1988. Toen kwam de vraag of ik prins wilde worden, daarop heb ik ja gezegd, want als Brabander zijnde kunnen wij er ook wel wat van. Samen hebben wij besloten om dit in 2015 te doen als jubileumprins. Nu is het dan zover, op 3 januari 2015 werd ik uitgeroepen, in sfeercafé de Belvauer. Naast mijn zijde mijn lieve vrouw Helena die tevens mijn prinses is. Als zij dit niet had mee georganiseerd was het denkelijk helemaal fout gegaan, dus wij hebben van te voren al heel veel gelachen en de grootste lol gehad. We hopen in ieder geval een prachtig en een geweldig seizoen te krijgen, met de vereniging en carnavalisten. Veel kan ik hier niet over zeggen want ik moet tenslotte mijn seizoen als prins is nog in volle gang Jubileumprins René 1.
e Stadsprins Maurice 1 (2005). samen met zijn vrouw (princes Corina) Adjudant Theo Haan. Onze eigen zoon als Streetdanser mocht het gehele seizoen voor ons dansen, ook onze dansmariekes waren van de partij. Een bewogen en zwaar jaar een jaar waar je wordt geleefd. Er waren mooie moment die ik als Stadsprins en samen met mijn vereniging heb mogen beleven. Een paar mooie momenten even weer ophalen. Zoals de eerste opening van het seizoen op de 11de van de 11de. Dit evenement is jammer genoeg nooit meer van de grond gekomen na dit seizoen. Nog een mooi moment was op de vrijdag voor carnaval waar de Blauwe schuit op bezoekt komt in het gemeentehuis een jaren lange traditie die zeer zeker in stand moet worden gehouden. Hier mocht de kapitein en zijn bemanning van de Blauwe schuit een houten stuurwiel ontvangen voor op de schuit. Diverse en leuke spontane reactie heb ik hierop gehad. Zelf de krant melde zich bij ons.Tevens verrasten we als CV de Sjweëgelsöppers de Burgemeester waar we het eerste plaatsnaamboord aanboden, met de plaatsnaam in dialect. (Neuenhage) Ook hiermee haalden we de krant. 2 jaar na data kwamen de eerste borden op de grens van de gemeentes in dialect, wij werden uitgenodigd om de samen met de diverse instantie het plaatselijk bord te onthullen. Duitsland was ook een leuke ervaring, we bezochten daar KG,Nȁrrische Flammen Gilde Aachen. Donderdag voor de carnaval komen onze koetsche grussjes op bezoek, ook dit is een traditie die niet weg te denken is uit de carnaval in Landgraaf. Een prachtig gezicht als de koets de hoofdstraat af komt, en de dames worden ontvangen door de vereniging. Natuurlijk op gun durp zijn we overal geweest, proclamaties, kindermiddagen de plaatselijke verenigingen en bejaardentehuizen werden allemaal bezocht. Een van de hoogte punten was onze eigen proclamatie in venitiaanse stijl velen zullen zich dit nog wel herinneren. Daar naast volgende onze Herrenzitzung, kindermiddag en receptie. Ook deze waren weer zo als vanouds. Als klapper op het gehele seizoen krijg je een geweldige landgraafoptocht aangeboden van het optocht comité. Een prachtige wagen langs de kant van de weg waar de optocht langs komt. Zoals gezegd een paar hoogte punten uit mijn seizoen 2005.Een aanrader voor eenieder die eens Stadsprins wil worden in Landgraaf.Als laatste wil ik iedereen een geweldig carnavals seizoen wensen in het 33ste jubileumjaar van, CV Ieëre Road de Sjweëgelsöppers. Alaaf,Alaaf,Alaaf. Jullie stadsprins Maurice 1 seizoen 2004/2005.
e D’r 1 sjtadsprins va Landgraaf oet Neuenhaage Het was een hele eer, maar het was ook pionieren geblazen! De Ieëreroad had immers besloten om vanaf 1982 als ‘carnavalsverein’ onder voorzitterschap van Hein Haan door het leven te gaan! Dat betekende heel wat meer werk en organisatie dan voorheen; daar waren de heren (en ondersteunende)dames niet vies van, want zij waren gepokt en gemazeld in het bedrijfsleven, ‘d’r middesjtand va Neuenhaage’ zo gezegd. In september belde Pierre Mosmuller me op met, na een aantal omwegen, te komen tot ‘de vraag der vragen’: ´Wils du Prins waede?? Want wij hebben eens gekeken en jij lijkt ons dé kandidaat om als e eerste Prins en ook nog eens de 1 Nieuwenhaagse Stadsprins van Landgraaf te fungeren’. Mijn verenigingsachtergrond (van mei-jongens, toneel, politiek) en werk ( Brand bier) cq de redelijke bekendheid vanwege het feit dat mijn ouders jarenlang een slagerij voerden aan de Hoogstraat, waren zo’n beetje alle redenen waarom men aan mij gedacht had. Dan kun je toch niet ´nee´ zeggen! Natuurlijk ben je zeer vereerd, en om geproclameerd te worden aan het eind van de destijds ‘wereldberoemde Galazitting’ in de met 600 mensen gevulde sporthal in de Bende, dat is natuurlijk een droomstart! Zij het dat ik vóór die proclamatie nog tot 22.30 uur op de buhne stond bij Kiekes Wead, waar ik een rol te vervullen had. En niemand mocht iets weten…. Het werd een onvergetelijk seizoen! De receptie, de Herrenzietzung, de steun van zoveel vrienden en bekende, de bezoeken aan de vele carnavalsactiviteiten tot in Kelmis (B) toe, de onderlinge gezelligheid binnen de vereniging, de carnavalsdagen zelf én natuurlijk de optocht door Nieuwenhagen: het was bitterkoud en de wagen, een groot vat waar ik -met mijn hoogtevrees op een plintenladder- liefst 5 meter boven het wegdek stond, moest op het laatste moment voorzien worden van een naamplaat. Laat die nou net de uitlaat van de wagen afdekken , waardoor het vat onder mij zich vulde met uitlaatgassen, die vervolgens via mijn neus het luchtruim kozen… Dat je dat volhoudt van de Oude Heide tot op het Sunplein lijkt een wonder, maar de enorme belangstelling langs de route deed zowel de stank als de hoogtevrees vergeten! En omdat het voor ’t eerst was, moest ook een inschatting gemaakt worden hoeveel snoep etc er nodig was voor de optocht; de volgende jaren zal die snoepvoorraad ruim minder zijn geweest, want Pierre Mosmuller, Alex Hanssen (die beiden adjudant waren) en ik hebben ons pijn aan de armengestrooid om alles op te krijgen! Dat verenigingen (o.a. d’r prins is kiekes wead) en familie e ( d’r 1 waan van d’r prins, zijnde een kinderwagen) in die optocht meetrokken maakte het compleet en daarmee een onvergetelijk mooi gebeuren… Wiel Muijrers
Stadsprins Balth 1. (1989) Het is een geweldige ervaring om stadsprins te zijn. In de tijd tussen Nieuwjaar en Vasteloavend leer je heel veel mensen kennen. De leden van de Raad van elf, andere verenigingen, gezagsdragers, enz. Je ontmoet hen, gaat met hen op stap en maakt samen plezier. Vooral het contact met mijn adjudant en de president is me bijgebleven. Tijdens de regeringsperiode hoort de adjudant de prins voortdurend ter zijde te staan. Hij let er op dat de prins geen al te gekke dingen doet. In mijn geval bleek de adjudant allergisch voor rode wijn. Daardoor moest hij tijdens het prinsenbal voortdurend naar het toilet. Adjudant zijn, is echter een eervolle functie. Hij weigerde daarom zijn taken af te staan aan een vervanger. Zo kwam het dat stadsprins Balth 1 de hele avond bij de ingang van de toiletten verbleef. Bij de sleuteloverdracht in 1989 was door contacten van de gemeente de radiozender RTL aanwezig. Hugo Egon Balder deed de interviews met de burgemeester en mij. Dat was heel leuk en gezellig. Toen vroeg hij, wat je eigenlijk moet kunnen om stadsprins te zijn. Daar stond ik met mijn mond vol tanden.Selfies waren nog niet in en je ging jezelf toch niet staan ophemelen. De toenmalige president nam het snel over en vertelde uitgebreid over de kwaliteiten van een prins.
Gezet van Nuijenhage
De naam Sjweëgelsöpper is afkomstig uit het verleden, Omdat gedurende de winter het werken op het veld stil lag, hield men zich bezig met het vervaardigen van lucifers (sjweëgele) Het dopen van de houtjes in de zwavel (söppen) verklaard het tweede gedeelte van de naam. dank aan Tiny & Jos Collaris Voor de zwart-wit foto’s
“Woordje van een voormalig voorzitter en erelid” Terugblik van 25 jaar carnaval Carnaval, wat is carnaval, kun je het leren? Nee, het zit gewoon in je genen. Ik weet nog goed toen ik in 1988 aan mijn vader, die toen lid was van de c.v., vroeg, “wat moet ik doen om prins te worden?, bij wie moet je zijn? ”Och jong, da mos ste bei d’r Hein Haan zieë. Deë geet doa uever. Da mos ste dem mar ins belle”. Een paar weken later, op de Meibal in de Harmoniezaal, kwam ik Hein tegen op de trap en vroeg hem hoe ik prins kon worden. Dat is dan bij deze geregeld zei hij. Ik kom nog wel even langs. En jawel hoor. Een droom ging in vervulling. Op carnavalszondag werd ik 44 jaar dus gekker kon niet, en daar stond ik dan Prins Jo 1e. Ik had een prachtig seizoen. Er werd zelfs een clublied gemaakt door mijn broer May voor het L.C.M.K genaamd: “Doe bis mie Sjweëgelsöpperke”. En dan de optocht. Ik was vanaf mijn 10e jaar elk jaar met de optocht meegegaan echter toen ik aan de beurt was werd die letterlijk afgeblazen vanwege de storm. Jammer. Het jaar erna, toen Frans Essers prins was hadden we ook geen optocht vanwege de golfoorlog. Toen ik aftrad werd me gevraagd om voorzitter te worden. Ik was toen de jongste van de club. Ik vroeg wat dat inhield en kreeg weinig info. Als je wat wilt weten vraag je me maar zei Hein. “Je moet het gewoon doen zoals je zelf denkt dat het goed is, dan komt alles goed” waren z’n woorden. Daar ben je dan vet mee. Na wat interne aanpassingen, waar de oudere leden niet zo blij mee waren dat realiseerde ik me achteraf, zijn we begonnen met te zorgen voor verjonging binnen de groep. Er werd gezocht bij ex-jeugdprinsen etc. Het resultaat was uiteindelijk dat er een groep jongeren kwam, die zelfs een eigen commissie vormden met als opdracht het organiseren van de kindercarnavalsmiddag. Ze namen zelfs een eigen naam aan en wel “het VDT (Vasteloavend Dink Team). Het was een mooie groep hetgeen de vruchten afwierp waarvoor het bedoeld was. Dit evenement wordt trouwens nog steeds verzorgd door onze juniorleden. De vereniging bloeide weer op hetgeen resulteerde dat we een eigen standbeeld van D’r Sjweëgelsöpper hebben gekregen. De ontmoetingsplek voor de opening van het carnavalsseizoen door de gezamenlijke carnavalsverenigingen. Het standbeeld is nu, na een paar jaar, zelfs voorzien van grondverlichting zodat het ’s avonds verlicht is, waarvoor onze dank bij de gemeente. Na 17 jaar voorzitterschap heb ik het overgedragen aan Jos Geraets. Toen hij vroeg wat het inhield zei ik: “Je moet het gewoon doen zoals jezelf denkt dat het goed is”. Ik kan me nu ook voorstellen hoe de leden zich gevoeld hebben toen ik het overnam, maar iedereen doet het op z’n eigen manier. Je moet met de tijd meegaan. Prima. De vereniging benoemde me “lid van verdienste” waar ik trots op ben. Inmiddels is het voorzitterschap overgenomen door Hubert Schunken. Veel succes !! Dat het wel goed zit binnen de club blijkt uit het feit dat voormalig jeugdprins Roger Konsten nu zelfs grote prins is met zijn zoontje Jasper als jeugdprins. Is dat niet heerlijk? Hij gaat na z’n aftreden verder in de voetsporen van z’n vader als president. Nu, na 25 jaar, heb afscheid genomen als actief lid. Er zijn jongeren genoeg en het is mooi geweest. Ik kijk terug op een mooie periode en ben zelfs benoemd tot “erelid”. Ik zal de vereniging een warm hart blijven toedragen. À propo: Het bewijs dat het in de genen zit dat mijn dochter prinses werd bij de Spinneköpkes”” en mijn schoonzoon prins bij de “Sjweëgelsöppers” . Zo zie maar weer het bloed kruipt ….. Ik wens jullie een fijn jubileumjaar, nog veel carnavalsplezier en ga door met het bewaren van dat mooie stukje cultuur tot in lengte van jaren . Alaaf en groet, Jo Quaedflieg.
Inne jongesdreum deëe oetkump….. In d’r Januar va 1984 kroog ich va de mam ee jeugdprinsepäkske te ziëe. ‘Wat mot doä mit?’ vroag ich nog. Toen zach ze mich dat ik d’r neue Jeugdprins va C.V. Ieëre Road De Sjweëgelsöppers zou weëde. Dat koos ich toe nit geleuve, wat vong ich dat sjiek. En sjiek woar ‘t, dat seizoen. Saame mit ieëst d’r John Gubbels als groëte Prins, en toen d’r Heinz Bloemen, han ich eë geweldig joar gehat als twieëde Jeugdprins van C.V. Ieëre Road De Sjweëgelsöppers. Vanaaf dat begin han ich ummer geroape, ooit weëed ich noch ins groëte Prins. Lang zoög ’t d’r noa oet dat dit nit mieë zou gebuëre. Tot op inne oavend van de Hootkuule, in d’r Harmoniezaal. Ich koam in gesjprek mit d’r Jos Geraets, en deë zach mich: ’T is nit de vroäg of ze Prins weëdst, maar wanniëe ze Prins weëdst’. Ee paar mont laater telefoon, of ich ins koos koame proate, bei d’r Jos heem. Toen bleek dat ze vuur dit joar noch op zeük woare noa inne Prins, en of ich zin hou… Ing vroag die ze nit noch ing kieër hant motte sjtelle, saame mit mieng vrouw ’t Heidi in volle oavertuiging JOA gezagd teëge dizze vroag. Toen bleek dat ozze zoon Jasper och Jeugdprins moch weëde, woar ’t gans compleet. Deë dreum deë ich han gehat, is miëe dan oetgekoame. ’t Begoos al mit inne geweldige proclamatie oavend in d’r Belvauer. Sjun dat ozze vrung (die egelik vuür ee anger fes bei os heem woare), hei och bei kooste zië. Toen geweldige oavende gehat, de Galasitzung, ing sjun Receptie met ing fantastisch Prinsebal, de Herrensitzung en Kingermiddag. Maar noch sjunner, de kontakte mit alle angere Vereins, Prinsen, Prinsessen, Ponk… In eë woad GEWELDIG! D’r Jasper en ich hant saame ing geweldige tiëd gehad, dank aa gikkerinne deë dat mit os mit viert, of mit geviert hat! Ich wil uch dan och nog mië motte mitgeëve, zoë hant vier ’t och beleeft. Loate vier danse, laache, springe, Loate vier sjoenkele en zinge Loat os Vasteloavend viëre mit de groëte luuj en och de klinge Want ’t groëte geluk zit ‘m in die ganse klinge dinge! Alaaf! Oud Prins Rogér III en Oud Jeugdprins Jasper I