Toelichting op wijzigingen in statuten In de hieronder genoemde artikelen zijn belangrijke wijzigingen doorgevoerd. De doorgestreepte onderdelen zijn komen te vervallen en de in rood weergegeven onderdelen zijn toegevoegd. Huidige statuten Artikel 3
Artikel 3
Artikel 3
Artikel 4
Artikel 5
Voorgestelde wijziging(en) Nieuw lid 2: het Bestuur stelt de doelstellingen en beleidsuitgangspunten van de Stichting vast. Het Bestuur, het Verantwoordingsorgaan en de visitatiecommissie gebruiken deze doelstellingen en beleidsuitgangspunten bij de toetsing van de opdrachtaanvaarding door de Stichting van de overeengekomen pensioenregelingen en bij de besluitvorming, de verantwoording, de advisering, en het toezicht binnen de Stichting. Gewijzigd lid 3, nu lid 4: de stichting werkt volgens een door het Bestuur vastgestelde actuariële en bedrijfstechnische nota. In de actuariële en bedrijfstechnische nota wordt de basis voor het verzekeringstechnische en financiële beleid en de organisatie van de Stichting beschreven. De regels op grond van de Wet, waaronder de bepalingen met betrekking tot de vaststelling van toereikende technische voorzieningen, het “Besluit financieel toetsingskader pensioenfondsen”, dan wel het besluit of documenten dat daarvoor op enig moment in de plaats treedt en de ter zake door de Toezichthouder op te stellen regels zullen bij de opstelling van de actuariële en bedrijfstechnische nota in acht worden genomen. De actuariële en bedrijfstechnische nota alsmede wijzigingen daarvan worden door het Bestuur onverwijld aan de Toezichthouder overlegd. De Stichting betrekt de Code pensioenfondsen bij haar werkzaamheden. Gewijzigd lid 4, nu lid 5: … voor deze derde van toepassing zullen worden verklaard, tenzij deze derde zich zelf reeds aan en voor wat betreft tekst en inhoud vergelijkbare Gedragscode heeft gecommitteerd.
Toelichting Als gevolg van een wijziging van de Pensioenwet, artikel 102a is lid toegevoegd aan de statuten. Over de doelstelling is eerder gesproken binnen het Bestuur. Daar is besloten uit te gaan van de statutaire doelstelling (artikel 3, lid 1) aangevuld met het vastgestelde bedrijfsmodel van het Pensioenfonds.
Wanneer het genoemde besluit financieel toetsingskader wordt vervangen door een ander besluit, hoeven door deze wijziging de statuten niet op dat punt aangepast te worden. De Code pensioenfondsen neemt de rol over van de eerdere Principes goed pensioenfondsbestuur. Die principes waren eerder niet opgenomen bij dit artikel maar bij artikel 15. De verwijzing komt beter tot zijn recht bij artikel 3.
Bij uitbesteding van werkzaamheden dienen partijen waaraan wordt uitbesteed zich akkoord te verklaren met de gedragscode van de Stichting. Veel van dergelijke partijen kennen zelf ook gedragscodes. Deze toevoeging maakt het mogelijk dat vergelijkbare gedragscodes op niveau van de gedragscode van de Stichting geaccepteerd worden. Nieuw sub d van lid 2: overdrachtswaarden van bij de Stichting opge- Aangezien ook overdrachtswaarden vanuit andere uitvoerders als inkombouwde pensioenrechten. sten zijn gedefinieerd, zijn uitgaande overdrachtswaarden als uitgaven gedefinieerd. Nieuw lid 1: de Stichting heeft een paritair Bestuur, als bedoeld in artikel Dit betreft de keuze van het Bestuur uit de beschikbare bestuursmodellen: 99 van de Wet paritair samengesteld. De wet is de Pensioenwet.
Artikel 5
Artikel 5
Artikel 5
Artikel 5
Gewijzigd lid 1, nu lid 2: het Bestuur van de Stichting is het Bestuur van de Stichting in de zin van Boek 2, Burgerlijk Wetboek. Het Bestuur bestaat uit zes Bestuursleden. Drie Twee Bestuursleden worden benoemd door op bindende voordracht van de Raad van Bestuur twee als vertegenwoordigers van de Werkgever. Twee Eén Bestuursleden Bestuurslid wordt door en uit de (Gewezen) Deelnemers gekozen als vertegenwoordiger van de Deelnemers uit de Deelnemers en één Bestuurslid wordt door en uit de Pensioengerechtigden gekozen als vertegenwoordiger van de Pensioengerechtigden. Twee externe bestuursleden (als bedoeld in artikel 100, lid 6, van de Wet) worden benoemd door het Bestuur. Het Bestuur benoemt de door de Raad van Bestuur voor benoeming voorgedragen Bestuursleden. Het Bestuur benoemt de door de Deelnemers, casu quo Pensioengerechtigden, gekozen Bestuursleden. Indien het Bestuur een door de Raad van Bestuur voor benoeming voorgedragen Bestuurslid afwijst, wordt de Raad van Bestuur verzocht een nieuwe kandidaat voor te dragen. Indien het Bestuur een gekozen kandidaat Bestuurslid voor benoeming afwijst, worden onder de geleding die het betreft nieuwe verkiezingen gehouden. Het Bestuur wijst een voor benoeming voorgedragen Bestuurslid, casu quo, gekozen Bestuurslid, uitsluitend voor benoeming af, indien hij niet voldoet aan de door het Bestuur voor de functie opgestelde profielschets, onverminderd het bepaalde in lid 4. Het Bestuur heeft tot taak de Stichting te besturen. Gewijzigd lid 2, nu lid 3: het Bestuur heeft een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter. De Raad van Bestuur wijst uit de door hem voor benoeming voorgedragen Bestuursleden een voorzitter aan, waartoe de zittende voorzitter een voorstel kan doen. De plaatsvervangend voorzitter wordt door het Bestuur uit zijn midden gekozen. Gewijzigd lid 3, nu lid 4: het Bestuur brengt elke voorgenomen benoeming of herbenoeming van bestuursleden of eventuele andere personen die het (dagelijks) beleid bepalen of mede bepalen vooraf ter kennis van de Toezichthouder. Hij of zij verkrijgt de krachtens deze statuten en de Wet bij de functie behorende rechten en verplichtingen op het moment dat het Bestuur heeft vastgesteld dat niet gebleken is dat de Toezichthouder niet met de voorgenomen (her)benoeming instemt en hem als zodanig heeft benoemd. Hierbij geldt dat voor het vaststellen van de deskundigheid geschiktheid en betrouwbaarheid van de Bestuursleden ... Gewijzigd lid 4, nu lid 5: het Bestuur heeft een deskundigheidsplan geschiktheidsplan dat voldoet aan de eisen die bij of krachtens de Wet worden gesteld.
In dit gewijzigde lid wordt een aantal zaken geregeld: de omvang van het Bestuur, de samenstelling en het toevoegen van twee externe bestuurders aan het Bestuur. Dit betreft alleen de invulling van het gekozen bestuursmodel. Het Bestuur zelf benoemt alle bestuurders: intern en extern. Als het Bestuur onverhoopt een kandidaat zou afwijzen, moet een nieuwe kandidaat worden gevraagd als het een kandidaat lid namens de onderneming is of moeten nieuwe verkiezingen worden gehouden als het een kandidaat bestuurder vanuit de deelnemers of pensioengerechtigden betreft. De enige grond voor het afwijzen van een kandidaat is dat hij of zij niet voldoet aan de door het Bestuur opgestelde profielschets voor de beoogde functie. Het Bestuur heeft dergelijke schetsen inmiddels vastgesteld.
Aangezien het Bestuur alle bestuurders benoemd (zie artikel 5, nieuw lid 2), geldt dit ook voor leden namens de onderneming. De zittende voorzitter van het Bestuur van de Stichting mag een voorstel doen. Dit sluit aan bij de functie die de voorzitter heeft in het Bestuur. Deze toevoeging kent eveneens als achtergrond dat het Bestuur bestuurders benoemt. In dit geval na de verplichte toetsing bij De Nederlandsche Bank. Waar eerder sprake was van toetsing op deskundigheid en betrouwbaarheid, wordt nu breder en anders getoetst, namelijk op geschiktheid van kandidaat-bestuurders. Derhalve is de term deskundigheid vervangen door 'geschiktheid'.
De basis voor de toetsing van kandidaten is of zij passen als persoon en bij zittende bestuurders. Om dat vast te stellen, werkt het Pensioenfonds straks met een geschiktheidsplan. Eerder was dit een deskundigheidsplan. Het verschil zit hem bijvoorbeeld in de toevoeging van competenties/vaardigheden.
Artikel 5
Artikel 5
Gewijzigd lid 6, nu lid 7: de door de Raad van Bestuur voor benoeming voorgedragen Bestuursleden hebben zitting voor maximaal vier jaar. Zij kunnen te allen tijde door de Raad van Bestuur tussentijds aan het Bestuur voor ontslag worden ontslagen voorgedragen. Gewijzigd lid 7, nu lid 8: de het door de Deelnemers gekozen Bestuursleden Bestuurslid hebben heeft zitting voor maximaal vier jaar.
Artikel 5
Geschrapt lid 9, vervangen door lid 10: elke twee jaar treden drie bestuursleden af volgens een door het Bestuur op te maken rooster. Het aftredend bestuurslid is herbenoembaar, respectievelijk herkiesbaar. De maximale zittingsduur bedraagt acht jaren. Het Bestuur stelt een rooster van aftreden op. Een aftredend Bestuurslid is eenmaal herbenoembaar.
Artikel 5
Gewijzigd lid 10, nu lid 11, sub d: door vrijwillig periodiek aftreden van het Bestuurslid
Artikel 5
Gewijzigd lid 10, nu lid 11, sub f: indien het door de Deelnemers gekozen Bestuurslid een Bestuurslid betreft dat ten tijde van zijn benoeming Deelnemer was: indien betrokkene ophoudt Deelnemer te zijn. Gewijzigd lid 10, nu lid 11, sub h: indien het een door de Raad van Bestuur voor benoeming voorgedragen Bestuurslid betreft: door ontslag door het Bestuur op voordracht van de Raad van Bestuur. Toegevoegd lid 10, nu lid 11: een Bestuurslid mag vrijwillig aftreden, indien het Bestuur daarmee instemt.
Artikel 5
Artikel 5
Zoals elders toegelicht, vloeit deze aanpassing voort uit het feit dat het Bestuur alle bestuurders benoemt. Het is ook het Bestuur dat een bestuurder namens de onderneming ontslaat. Het is niet meer de onderneming die rechtstreeks een dergelijke bestuurder kan ontslaan. Vanaf 1 juli 2014 is de samenstelling van het Bestuur gewijzigd. In plaats van twee bestuurders, zal er één bestuurder zijn gekozen door (en uit) de Deelnemers. Voor deze wijziging traden nieuwe bestuurders in het bestaande mandaat van hun voorganger. Dat kan inhouden dat een goedgekeurde en benoemde bestuurder na een zittingstermijn van een aantal maanden (van de maximale vier jaar) weer opnieuw benoemd moest worden door de onderneming of verkiezingen moesten worden georganiseerd. Het Bestuur heeft daarom gekozen voor een systeem waarbij iedere nieuwe bestuurder aanvangt met zijn eigen zittingstermijn van vier jaar. Hij treedt daarmee niet meer in het mandaat van zijn of haar voorganger. De maximale zittingstermijn is ongewijzigd: maximaal twee termijnen van vier jaar. Aftreden is periodiek aan de orde, gezien het rooster. Daarom is dit woord toegevoegd. De term vrijwillig is geschrapt en daarvoor in de plaats komt de laatste volzin van dit lid, sub h. Dit betreft een verduidelijking van de voorgaande tekst van dit lid.
Ook dit betreft een aanpassing als gevolg van het feit dat het Bestuur bestuurders benoemt en ontslaat. Hiermee wordt bereikt dat het vrijwillig aftreden van een bestuurder expliciet besproken en akkoord bevonden moet worden door de overige bestuurders.
Artikel 5
Gewijzigd lid 11, nu lid 12, sub a: het desbetreffende Bestuurslid naar Deze toevoeging verduidelijkt dat het, het Bestuur is dat een oordeel heeft het oordeel van het Bestuur niet naar behoren functioneert. over het niet naar behoren functioneren.
Artikel 5
Gewijzigd lid 13, nu lid 14: een schorsing waartoe kan worden besloten met algemene stemmen in een vergadering waarin tenminste vier alle Bestuursleden, behoudens het desbetreffende lid, aanwezig zijn … in een vergadering waarin alle Bestuursleden, behoudens eventueel het desbetreffende lid aanwezig zijn. Gewijzigd lid 14, nu lid 15: in een vacature wordt binnen drie maanden na het ontstaan daarvan voorzien. Een periodiek aftredend Bestuurslid blijft in functie tot zijn opvolger is benoemd.
Artikel 5
Dit lid is gewijzigd omdat de samenstelling van het Bestuur wijzigt. Ongewijzigd kan bijvoorbeeld een situatie ontstaan dat de interne bestuurders, zonder de stem van een externe bestuurder de andere externe bestuurder zondermeer schorsen. Na de wijziging zijn het alle vijf de (overige) bestuurders die gezamenlijk moeten besluiten tot een schorsing. Met deze wijziging wordt de continuïteit van het Bestuur verbeterd, terwijl een nieuwe kandidaat wordt gezocht en getoetst.
Artikel 5
Artikel 5
Artikel 5
Artikel 5
Artikel 5
Artikel 6
Artikel 6
Artikel 6
Artikel 7
Geschrapt lid 16, toegevoegd lid 17: tot bestuurslid kunnen niet worden benoemd: a. personen die deel uitmaken van het Bestuur van een ander pensioenfonds of personen die werkzaam zijn bij een ander pensioenfonds, een levensverzekeringsmaatschappij, een beleggingsmaatschappij, of een concurrent van de Vennootschap of een van de Groepsondernemingen, tenzij de overige leden van het Bestuur unaniem verklaard hebben tegen de benoeming geen bezwaar te hebben. Deze overige bestuursleden kunnen bij unaniem besluit deze verklaring intrekken. B 17. Tot Bestuurslid kunnen niet worden benoemd personen die gelijktijdig lid zijn van het Verantwoordingsorgaan en personen die verbonden zijn aan het Pensioenbureau. Gewijzigd lid 18, nu lid 19: het Bestuur stelt een procedure vast voor een periodieke evaluatie van het functioneren van het Bestuur als geheel en van de individuele Bestuursleden en draagt zorg voor de uitvoering daarvan. Geschrapt lid 19: de bestuursleden genieten geen bezoldiging. Reis- of andere kosten, in het belang van de Stichting gemaakt, kunnen na goedkeuring door het Bestuur ten laste komen van de Stichting. Toegevoegd lid 20: het Bestuur stelt de bezoldiging van de Bestuursleden vast met inachtneming van de regels voor beheerst beloningsbeleid. Gewijzigd lid 11, nu lid 23: bij het vervullen van hun taak richten het Bestuur, de Bestuursleden en de personen …
Deze bepaling is geschrapt vanwege het feit dat in het nieuwe model sprake is van een tweetal externe bestuurders, waarvan de kans aanwezig is dat zij als bestuurder betrokken zijn bij een of meer andere pensioenfondsen of bijvoorbeeld een levensverzekeringsmaatschappij. Door het schrappen van de voorgaande tekst, is het eerdere lid b, artikel geworden. Dat nieuwe artikel kent dezelfde strekking als voorheen: met de toevoeging van de term ‘gelijktijdig’ is het artikel verduidelijkt. Een persoon kan niet gelijktijdig bestuurder en lid van het Verantwoordingsorgaan zijn of verbonden zijn aan het pensioenbureau.
Gewijzigd lid 1: in geval van een vacature van een Bestuurslid dat voor benoeming is voorgedragen door de Raad van Bestuur, stelt het Bestuur de Raad van Bestuur daarvan schriftelijk in kennis. Zolang de Raad van Bestuur geen Bestuurslid voor benoeming heeft benoemd voorgedragen, blijft de vacature bestaan. Geschrapt lid 2: een bestuurslid dat in een tussentijdse vacature is benoemd, treedt in elk geval af na het verstrijken van de maximale zittingsduur van het bestuurslid in wiens plaats hij is getreden. Gewijzigd lid 3, nu lid 2: benoeming of herbenoeming van bestuursleden door de Raad van Bestuur voor benoeming voorgedragen Bestuursleden wordt schriftelijk door het Bestuur ter kennis van de Deelnemers gebracht. Gewijzigd lid 1: Kiesgerechtigd en verkiesbaar zijn uitsluitend Deelnemers die een dienstverband met de vennootschap dan wel met een Groepsonderneming hebben. Verkiesbaar zijn Deelnemers, alsmede Gewezen Deelnemers, niet zijnde Pensioengerechtigden.
Zie de eerdere toelichting inzake de rol van het Bestuur bij de benoeming van alle bestuurders, ook die namens de onderneming.
Dit betreft een verduidelijking: het Bestuur stelt niet alleen een procedure voor (zelf)evaluatie vast, maar voert die evaluatie ook uit.
De statutaire bepaling rondom het beloningsbeleid is geformuleerd in het nieuwe lid 20 van artikel 5. Zie de bovenstaande opmerking.
Dit betreft een verduidelijking dat het Bestuur als college en bestuurders als functionarissen van dat college zich richten op evenwichtige vertegenwoordiging.
Buiten het feit dat de benoeming door het Bestuur plaatsvindt, is ook geen sprake meer van het treden in het mandaat van een voorganger. Daarom is dit gehele lid geschrapt. Zie de bovenstaande twee toelichtingen.
De bestuurder die de werknemers vertegenwoordigt, dient actief deelnemer te zijn. Een gewezen deelnemer wordt daar niet aan gelijk gesteld.
Artikel 7
Artikel 8
Artikel 9
Artikel 10
Geschrapt lid 9: een bestuurslid dat in een tussentijdse vacature door de Deelnemers wordt gekozen, treedt in elk geval af volgens het door het Bestuur opgemaakte rooster dat betrekking heeft op het bestuurslid in wiens plaats hij is getreden. Geschrapt lid 8: een bestuurslid dat in een tussentijdse vacature door de Pensioengerechtigden wordt gekozen, treedt in elk geval af volgens het door het Bestuur opgemaakte rooster dat betrekking heeft op het bestuurslid in wiens plaats hij is getreden. Toegevoegd lid 4: het Bestuur kan volmacht verlenen aan één of meer Bestuursleden om de Stichting binnen de grenzen van die volmacht te vertegenwoordigen. Toegevoegd aan lid 2: bestuursleden kunnen de voorzitter verzoeken een onderwerp op de agenda te plaatsen, ingeval dit verzoek door meer dan twee Bestuursleden is gedaan, is de voorzitter verplicht dit te doen.
Bestuurders treden niet meer in het mandaat van hun voorganger. Daarom is dit lid geschrapt.
Bestuurders treden niet meer in het mandaat van hun voorganger. Daarom is dit lid geschrapt.
Dit betreft een procedurele verduidelijking: het Bestuur kan (op expliciet aanwijzen door het Bestuur) volmacht verlenen aan bestuursleden om de Stichting te vertegenwoordigen. Deze toevoeging maakt duidelijk dat de voorzitter (die de agenda statutair vaststelt) verplicht is een onderwerp op de agenda te plaatsen wanneer minimaal drie bestuurders dat verzoek doen. Onverplicht staat het de voorzitter vrij onderwerpen te agenderen wanneer ook minder dan drie bestuurder daartoe een verzoek indienen. Statuten van pensioenfondsen bevatten bepalingen over wanneer een rechtsgeldig besluit kan worden genomen. Hiertoe is een minimum aantal bestuurders nodig en is het ook nog noodzakelijk dat de verschillende partijen binnen het Bestuur vertegenwoordigd zijn. Hiertoe strekt dit lid van artikel 10. Met dit artikel wordt ook geborgd dat externe bestuurders altijd minimaal twee van de interne bestuurders meekrijgen voor een besluit en dat die twee verdeeld zijn over de vertegenwoordiger van de onderneming en van de deelnemers of pensioengerechtigden. Het Bestuur heeft niet gekozen voor een weging van de stemmen van interne en externe bestuurders: allen hebben zij één stem.
Artikel 10
Gewijzigd lid 5: geldige besluiten kunnen slechts worden genomen indien tenminste de helft van de leden benoemd vier Bestuursleden aanwezig of vertegenwoordigd zijn, waaronder één de helft van de leden benoemd door de Raad van Bestuur voor benoeming voorgedragen Bestuurslid en tenminste de helft één van de leden Bestuursleden gekozen door de Deelnemers en dan wel de Pensioengerechtigden van het Bestuur aanwezig of vertegenwoordigd is.
Artikel 10
Gewijzigd lid 6: ieder Bestuurslid kan een ander Bestuurslid schriftelijk machtigen hem ter vergadering te vertegenwoordigen en voor hem één stem uit te brengen. Ter vergadering brengen brengt de aanwezige/gemachtigde door de Raad van ieder Bestuurslid benoemde leden evenveel stemmen uit als de gezamenlijke aanwezige/gemachtigde door de Deelnemers en Pensioengerechtigden gekozen vertegenwoordigers en andersom één stem uit. Toegevoegd lid 7: een telefonische vergadering kan, indien er sprake is Dit lid is toegevoegd om de zaken te regelen rondom een telefonische van spoedeisendheid of een noodsituatie, in afwijking van het hiervoor vergadering die het gevolg is van een spoedeisende situatie of een noodin dit artikel bepaalde, worden bijeengeroepen door de voorzitter, of bij situatie. zijn afwezigheid de plaatsvervangend voorzitter. De voorzitter, dan wel de plaatsvervangend voorzitter, bepaalt of er sprake is van spoedeisendheid of een noodsituatie. De oproeping, met vermelding van het eventueel te nemen besluit, geschiedt per e-mail, daarnaast wordt getracht door diegene die de vergadering bijeenroept de Bestuursleden telefonisch te benaderen. De termijn van bijeenroepen bedraagt ten minste vierentwintig uur. In de telefonische vergadering dienen ten minste vier Bestuursleden aanwezig of vertegenwoordigd te zijn, waaronder de voorzitter, of bij zijn aanwezigheid, de plaatsvervangend voorzitter. Het genomen besluit wordt de eerstvolgende werkdag na de vergadering en in de eerstvolgende reguliere bestuursvergadering ge-
Artikel 10
Artikel 12
Artikel 15
Artikel 15 Artikel 15
Artikel 15
Artikel 15
Artikel 15 Artikel 15
Artikel 15
rapporteerd. Gewijzigd: het Bestuur kan commissies instellen die het Bestuur bijstaan bij de voorbereiding van Bestuursbesluiten of de uitvoering daarvan. De taken, bevoegdheden en samenstelling van iedere commissie worden door het Bestuur zonodig schriftelijk vastgelegd. Het Bestuur benoemt een voorzitter van iedere commissie. Gewijzigd lid 2: het Bestuur legt verantwoording af aan het Verantwoordingsorgaan over het beleid en de wijze waarop het is uitgevoerd. en over de naleving van de principes voor goed pensioenfondsbestuur.
Toevoegingen aan lid 2: het Verantwoordingsorgaan heeft de bevoegdheid … of het Verantwoordingsorgaan aan de orde stelt. Toegevoegd nieuw lid 3: het Bestuur stelt – gehoord het Verantwoordingsorgaan – een Reglement Verantwoordingsorgaan vast met daarin de rechten en bevoegdheden van het Verantwoordingsorgaan (waaronder begrepen, maar niet beperkt tot, de verplichtingen van het Bestuur rond het vragen van advies van en het verstrekken van informatie aan het Verantwoordingsorgaan) … Daarnaast is het Verantwoordingsorgaan bevoegd een reglement vast te stellen met betrekking tot onder meer inrichting van de verkiezingen voor de leden van het Verantwoordingsorgaan. Toegevoegd nieuw lid 4: het Verantwoordingsorgaan heeft het recht advies uit te brengen over die aangelegenheden, waarvan de Wet dat voorschrijft Gewijzigd lid 3, nu lid 5: het Verantwoordingsorgaan bestaat uit zes acht leden …
Met deze wijziging wordt bereikt dat elke bestuurscommissie zijn taken, bevoegdheden en samenstelling vastlegt en dat het Bestuur een voorzitter benoemt van iedere bestuurscommissie.
Deze principes zijn vervangen door de Code Pensioenfondsen. De principes die in die Code staan hebben betrekking op het doel en de werkwijze waarop de Stichting werkt. Vandaar dat de verwijzing naar de Code Pensioenfondsen geplaatst is bij artikel 3, nieuw lid 4. Dat artikel betreft het doel en de werkwijze van de Stichting. Dit betreft het vastleggen van de taakstelling van het Verantwoordingsorgaan. In plaats van de rechten en plichten, organisatie en werkwijze op te nemen in de statuten, wordt verwezen naar een reglement van het Verantwoordingsorgaan. Dat reglement moet opgesteld zijn binnen wettelijke regels en binnen de kaders van de statuten van het Pensioenfonds.
De reikwijdte van het recht op advies van het Verantwoordingsorgaan sluit aan bij de wet. Het Verantwoordingsorgaan krijgt een geleding vanuit de gewezen deelnemers (premievrije deelnemers of slapers genoemd). Dat worden twee leden. Vandaar dat het aantal leden toeneemt van zes naar acht. Op basis van zes leden bij de drie huidige geledingen, bestaat de geleding vanuit gewezen deelnemers straks ook uit twee vertegenwoordigers. Dit betreft een verduidelijking van de eerdere tekst. Ondanks een vacature kan (en moet) het Verantwoordingsorgaan wel kunnen blijven functioneren.
Toegevoegd aan lid 3, nu lid 5, sub d: twee vertegenwoordigers van de Gewezen Deelnemers. Gewijzigd lid 4, nu lid 6: indien één van de in het derde lid 5 genoemde geledingen geen vertegenwoordiger voor niet in staat is in vacatures voor vertegenwoordigers van het Verantwoordingsorgaan kan aandragen te voorzien, zal deze geleding niet worden vertegenwoordigd in het Verantwoordingsorgaan. Op het tijdstip dat de betreffende geleding wel kan voorzien in een één of twee vacatures voor het Verantwoordingsorgaan, zal deze geleding zitting nemen vertegenwoordigd zijn in het Verantwoordingsorgaan. Gedurende het bestaan van een vacature blijft het Verantwoordingsorgaan wettig samengesteld en behoudt het zijn volledige bevoegdheden. Toegevoegd aan lid 5, nu lid 7, sub a: vertegenwoordigers van de Hiermee is de procedure inzake leden namens de werkgever gelijk aan Werkgever: te benoemen door de Raad van Bestuur: het Bestuur is die bij leden vanuit de deelnemers en pensioengerechtigden. bevoegd kandidaten voor te dragen.
Artikel 15
Artikel 15
Artikel 15
Artikel 15
Artikel 15
Artikel 15
Artikel 15
Gewijzigd lid 5, nu lid 7, sub b: vertegenwoordigers van de Deelnemers: te kiezen benoemen door het Bestuur na te zijn gekozen door en uit de Deelnemers; het Bestuur is bevoegd Deelnemers kandidaat te stellen; Gewijzigd lid 5, nu lid 8, sub c: vertegenwoordigers van de Pensioengerechtigden: te kiezen benoemen door het Bestuur na te zijn gekozen door en uit de Pensioengerechtigden; het Bestuur is bevoegd Pensioengerechtigden kandidaat te stellen. Toegevoegd lid 5, nu lid 7, sub d: vertegenwoordigers van de Gewezen Deelnemers: te benoemen door het Bestuur na te zijn gekozen door en uit de Gewezen Deelnemers; het Bestuur is bevoegd Gewezen Deelnemers kandidaat te stellen. Gewijzigd lid 6 en lid 7, nu lid 8: leden van het Bestuur van de Stichting en personen die verbonden zijn aan het Pensioenbureau kunnen geen lid zijn Ieder van de leden van ieder van de leden als bedoeld in het derde lid van dit artikel heeft een zittingstermijn van vier jaar. Aftredende leden zijn terstond eenmaal herkiesbaar of herbenoembaar. tot een maximum van drie zittingstermijnen. Een en ander met dien verstande, dat het lid in zijn functie blijft totdat zijn opvolger is benoemd, dan wel hijzelf is herbenoemd.
Dit maakt duidelijker dat dergelijke leden door en uit de categorie (actieve) deelnemers worden gekozen en dat het Bestuur die leden vervolgens benoemt als lid van het Verantwoordingsorgaan. Zie de bovenstaande uitleg.
Dit deel is toegevoegd vanwege de nieuwe geleding van Gewezen Deelnemers in het nieuwe Verantwoordingsorgaan. De mogelijkheid van kandidaatstelling door het Bestuur is in lijn met de overige drie geledingen.
Het uitsluiten van de samenloop van bestuurder zijn of verbonden zijn aan het pensioenbureau en gelijktijdig ook lid zijn van het Verantwoordingsorgaan zal geregeld worden in het reglement van het Verantwoordingsorgaan. De systematiek van zittingstermijn van het Bestuur en Verantwoordingsorgaan is gelijk getrokken: een maximale zittingsduur van acht jaar. Ook hier geldt dat ieder nieuw lid aanvangt met zijn eigen zittingstermijn van vier jaar. Hij treedt daarmee niet meer in het mandaat van zijn of haar voorganger. De laatste volzin is verwijderd: die situatie is nu geregeld in lid 14 (nieuw) van dit artikel. Toegevoegd lid 8, nu lid 9, sub d: een onder lid 7, sub d van dit artikel Dit deel is toegevoegd omdat een nieuwe geleding aan het Verantwoorgekozen lid kan tussentijds van zijn functie worden ontheven op eigen dingsorgaan is toegevoegd: gewezen deelnemers. De procedure en tekst verzoek of door een besluit van de meerderheid van de Gewezen Deel- volgt die van de eerder benoemde drie andere geledingen. nemers. Gewijzigd lid 9, nu lid 10: voorts eindigt het lidmaatschap door: De redenen voor beëindiging van het lidmaatschap zijn zo veel mogelijk in a. het verstrijken van de zittingsduur bij faillissement of aanvraag van overeenstemming gebracht met die van bestuurders. Dat geldt ook voor surséance van betaling van het lid; de laatste volzin: hiermee wordt bereikt dat het vrijwillig aftreden van een b. in het bedanken door geval dat het betreffende lid onder curatele lid expliciet besproken en akkoord bevonden moet worden door de overiwordt gesteld, dan wel zijn goederen onder bewind worden gesteld; ge leden. c. door beëindiging van het dienstverband bij de Werkgever ingeval van een vertegenwoordiger van de Deelnemers d. door overlijden van het aanvaarden van een andere functie binnen de Stichting lid; e. overlijden door periodiek aftreden van het lid; f. indien het lid wordt ontslagen wegens disfunctioneren zoals hierna in dit lid bedoeld. Een lid van het Verantwoordingsorgaan mag vrijwillig aftreden, indien het Verantwoordingsorgaan daarmee instemt. Toegevoegd nieuw lid 11: een lid van het Verantwoordingsorgaan wordt Hiermee sluit de tekst met de tekst inzake het Bestuur. geschorst of ontslagen wegens disfunctioneren, indien: a. het desbetreffende lid niet naar behoren functioneert; b. het desbetreffende lid frequent en zonder opgaaf van geldige reden afwezig is op de vergaderingen van het Verantwoordingsorgaan; c. zich naar het oordeel van het Verantwoordingsorgaan een onverenigbaarheid van hoedanigheden voordoet en het desbetreffende lid na
Artikel 15
Artikel 15
Artikel 15
Artikel 15
Artikel 16
Artikel 16
daartoe te zijn gemaand, hierin geen verandering heeft gebracht; en d. het aanvaarden van een andere functie binnen voorts in alle gevallen wegens gedragingen waardoor de goede naam of de belangen van de Stichting worden geschaad. Een lid dat geschorst is, kan de aan zijn functie verbonden rechten en bevoegdheden niet uitoefenen. Toegevoegd lid 12: het lid van het Verantwoordingsorgaan over wiens schorsing of ontslag wordt beraadslaagd, moet in de desbetreffende vergadering de gelegenheid worden geboden om te worden gehoord en heeft het recht zich te verdedigen of te verantwoorden. Toegevoegd lid 13: een schorsing – waartoe kan worden besloten met algemene stemmen in een vergadering waarin tenminste alle leden van het Verantwoordingsorgaan, behoudens het desbetreffende lid, aanwezig zijn, waarbij de stem van het desbetreffende lid buiten beschouwing blijft – die niet binnen drie maanden door een besluit tot verlenging van de schorsing of ontslag wordt gevolgd, eindigt door het verloop van die termijn. Een besluit tot ontslag dient te worden genomen met algemene stemmen met dien verstande dat de stem van het lid van het Verantwoordingsorgaan dat het betreft hierbij buiten beschouwing wordt gelaten en dat het besluit wordt genomen in een vergadering waarin alle leden van het Verantwoordingsorgaan, behoudens het desbetreffende lid, aanwezig zijn. Gewijzigd lid 10, nu lid 14: in een tussentijdse vacature wordt binnen drie maanden voorzien op de wijze als waarop het lid, wiens plaats is opengevallen, benoemd of gekozen is. Het nieuw benoemde respectievelijk gekozen lid treedt af op het tijdsstip, waarop zijn voorganger oorspronkelijk Een periodiek aftredend lid blijft in functie tot zijn opvolger het rooster van aftreden zou zijn afgetreden is benoemd. Gewijzigd lid 11, nu lid 15: Bepalingen omtrent Het Bestuur stelt de bezoldiging van de leden van het Verantwoordingsorgaan zijn uitgewerkt in het “Reglement Verantwoordingsorgaan” vast met inachtneming van de regels voor beheerst beloningsbeleid. Gewijzigd lid 1: de Stichting heeft intern toezicht ingesteld door middel van een visitatiecommissie. In het kader van het intern toezicht beziet beoordeelt de visitatiecommissie jaarlijks het functioneren van (het Bestuur van) de Stichting kritisch. Toegevoegd lid 4: het Bestuur stelt de bezoldiging van de leden van de visitatiecommissie vast met inachtneming van de regels voor beheerst beloningsbeleid.
Zie de bovenstaande opmerking.
Zie de bovenstaande opmerking.
Zie de bovenstaande opmerking.
Deze tekst sluit aan bij de tekst inzake Bestuur en beloningsbeleid.
Deze wijziging strekt voornamelijk tot het vastleggen van de praktijk dat de visitatiecommissie jaarlijks een visitatie uitvoert. Enige kwalificatie van die visitatie hoeft niet in de statuten te staan. Vandaar het schrappen van de overbodige term ‘kritisch’. Deze tekst sluit aan bij de tekst inzake Bestuur, Verantwoordingsorgaan en beloningsbeleid.