Borsten op Zondag Toen onze Geurt, zelfstandig journalist in de buurtschap Henxel, die bewuste zondagochtend beneden kwam na een nacht waarin hij volgens zijn eega weer heel wat bomen had omgezaagd, werd hij meteen geconfronteerd met een ferm duo melkchocoladekleurige borsten. Ze werden vanuit de hoek waar het televisietoestel stond opgesteld prominent naar voren gebracht en vulden bij wijze van spreken de gehele woonkamer. Het kon ook gewoon zijn dat de blik van onze Geurt als het ware in het beeld gezogen werd. Feit was in elk geval dat de afstand tussen hem en de formidabele boezem zeker een meter of vijf, zes bedroeg, maar dat het beeld een enorme aantrekkingskracht op onze Geurt had. De van nature wat nors ogende geboren Groninger met een onhandig groot postuur smeerde aan de bar tussen de keuken en de woonkamer zijn boterham met pindakaas en loerde onderwijl half clandestien over de schouders van zijn eega naar de weelderige overdaad aan vrouwelijkheid die één van de commerciële televisiezenders op dit vroege tijdstip, en dan nog wel op een zondag wat toch de familiedag bij uitstek was, de vaderlandse huiskamers in bonjourde. De camera zoemde vol in op de twee donkere borsten van niet kinderachtige afmetingen. De eigenaresse van de bepaald goddelijke vruchten, een fraaie twintiger van Antilliaanse komaf, deed haar verhaal, maar terwijl onze Geurt met bovengemiddelde belangstelling stiekem spiekte naar de close-ups van de eveneens bovengemiddelde borstpartij, keek de eigenaresse van het fraai geboetseerde
gevelwerk er toch wat moeilijk bij. Voor zover onze Geurt het gesprek op de televisie kon verstaan, maakte hij op dat dame die aan de borsten vast zat niet bijster gelukkig was met hetgeen waarmee de schepper haar had bedeeld. Onze Geurt daarentegen kwam al kauwende tot een eigen, hieraan geheel tegengestelde opinie. Hij meende te mogen oordelen dat het bovenlijf van de dame in kwestie getuigde van bijzondere esthetische waarden. Om het maar eens poëtisch te zeggen; onze Geurt zag veel schoonheid qua vorm en kleur, waarbij hij in het bijzonder de loftrompet zou willen steken over de diepe donkere tepelhoven, een duisternis waar je simpel in kon verdwalen. Ja, onze Geurt zou politiek wel erg correct zijn geweest als hij had beweerd dat hij dit stevige en fraai gevormde boezempaar zomaar over zijn kant kon laten gaan. Hij was echter veel minder politiek correct dan hij zichzelf bij tijd en wijle wel wilde doen geloven. Eerlijk gezegd kon hij zijn ogen nooit afhouden van zo’n stukje vrouwelijk natuurschoon. Onze Geurt zou het zelfs nog sterker kunnen stellen: het beeld van een welgevulde boezem had op hem doorgaans de uitwerking van een welkome verkwikking in deze stressvolle hedendaagse samenleving. Bovendien lag de expertise van onze Geurt als professionele publicist op het vlak van voedsel, meer in het bijzonder fast food. Was het niet zo dat de boezem van de andere sekse belangrijk basisvoedsel bevatte voor het pasgeboren kind. Borsten? Iedereen was er bij wijze van spreken mee groot geworden. Je kon melkvoeding met een beetje goede wil wel de oudste vorm van fast food noemen. Zo bekeken was de interesse van onze Geurt dus niet slechts privaat genot maar evengoed gewoon een blijk van professionele belangstelling. Trouwens, welk kwaad stak er nou helemaal achter dat je bewondering had voor de schoonheid der schepping? Ach, en weerstand bieden aan je
diepste instincten, dat was toch voor geen enkel mens een sinecure? Kon hij, onze Geurt, het per slot van rekening helpen dat hij behept was met een bijzondere voorkeur voor cupmaten die de eerste paar letters van het alfabet te boven gingen? Nee, je kon er met de beste wil van de wereld geen kwaad in zien en dat stak er dus ook niet achter. Bij gebrek aan een bovenmatige belangstelling voor zeldzame postzegels, munten uit exotische landen en suikerzakjes, had onze Geurt graag een verzameling boezems aangelegd, ware het niet dat zijn gevoel voor goede smaak hem belemmerde om zich vol verve aan zo’n liefhebberij over te geven. Eerlijk gezegd kon hij zich bovendien niet voorstellen dat zijn eega boven een slaapkamertje vrij zou willen maken waar hij zich met passie en gedrevenheid kon wijden aan een dergelijke hobby. Ach, het zou wel een beetje een zielige vertoning zijn als zo’n man van middelbare leeftijd als hij, onze Geurt, zich helemaal zou verliezen in een rondborstige collectie. Eerlijk gezegd voelde hij ook altijd enig medelijden met leeftijdgenoten die in het weekeinde volledig in beslag werden genomen door het met een vergrootglas bestuderen van de kartelrandjes van postzegels. Nee, toch maar niet zo’n verzameling, onze Geurt had wel wat beters te doen. Wel moest onze Geurt zichzelf in dit verband een ontboezeming doen. ’s Avonds laat, als eega al naar bed was en hij in een biertje happend nog wat langs de televisiekanalen zapte, bleef hij steevast even hangen bij de reclameboodschappen waarin wagonladingen aan vrouwenvlees werden aangeprezen als betrof het aanbiedingen voor voorverpakte cheeseburgers of maandverband met vleugeltjes. Had onze Geurt voor de Sociaal-Democratische Partij die hij aanhing over dit onderwerp een betoog moeten houden, dan zou hij zich moreel gedwongen voelen dergelijke spotjes in de nachtelijke uren te verwerpen met kwalificaties
als “vulgair, vrouwvijandig en smakeloze exploitatie van de andere sekse”. Je kon eigenlijk niet anders…. Per slot van rekening voelde een beetje eigentijdse man er weinig voor één van de ongeremde feministische golven over zich heen te krijgen. Toch was de naakte werkelijkheid een andere dan de politiek correcte... In dit soort ethische kwesties, want daartoe mocht je discussies over lustobjectiviteit toch wel rekenen, worstelde bij onze Geurt het verstand steevast met zijn gevoel, voor zover althans de onstuimige mannelijke instincten met gevoel te maken hadden. Het verstand vertelde hem dat de vercommercialisering van billen, borsten en alles wat daar nog tussen zat een onsmakelijke uitwas was van onze westerse consumptiemaatschappij, de wegwerpsamenleving, maar zijn intuïtie gaf onze Geurt met grote frequentie heel andere signalen. Om kort te gaan, onze Geurt kon zonder terughoudendheid erg genieten van de aanblik van, laten we het maar zonder omhaal van woorden zeggen, grote blote tieten, zelfs op een zondagochtend dat hij nog nauwelijks de slaap uit zijn ogen had gewreven. Over dit dwingende fenomeen had hij wel eens gesproken met de cultuursocioloog Carl Rohde toen hij voor mannenblad Penthouse een artikel schreef over een kwart eeuw bloot en seks op de Nederlandse televisie. Geurt kon zichzelf de Pet van de Maand op de cover van het blad nog helder voor de geest halen. Kon je nagaan welke impact de naakte vrouwelijke werkelijkheid op mannen had! Het covermodel was ene Joanne McVay uit Liverpool, een blondine. Ze stond zodanig voorover gebogen dat haar borsten bijna driedimensionaal uit het blad leken te spatten. O ja, Joanne was geboren in 1967. Onze Geurt herinnerde zich zelfs dit nog, omdat het jaartal zo naadloos aansloot bij het jubileum dat de aanleiding was voor zijn redactionele bijdrage. 1967 was namelijk hetzelfde jaar dat in
Nederland kunstenares Phil Bloom topless op de vaderlandse publieke televisie verscheen. Een wereldprimeur van jewelste die zelfs de kolommen van menige Amerikaanse krant haalde, maar welbeschouwd was het een volkomen onschuldige gebeurtenis. De camera stond opgesteld in een gezellige vaderlandse huiskamer. Phil Bloom zat in een leunstoel en las Het Vrije Volk in het lichtschijnsel van een oud-Hollandse schemerlamp met kwastjes. Na korte tijd liet Phil Bloom het dagblad, dat overigens al lang niet meer bestond, zakken en gunde ze de ganse televisiekijkende natie een blik op haar borsten. Ach, wat had het eigenlijk allemaal voorgesteld als je het nu in retrospectief bekeek? Als je nu op een willekeurig Nederlands gezinsstrand liep op een fraaie zomerdag zag je tien keer meer voorbijkomen. Maar destijds stak een storm van verontwaardiging op en werden over de kwestie zelfs vragen in de Tweede Kamer gesteld. Enfin, onze Geurt had de woorden die hij voor het artikel had opgetekend uit de mond van Rohde altijd onthouden. Over bloot op de televisie zei de cultuursocioloog “Als je nog even over de zenders aan het zappen bent en je ziet ineens twee borsten, dan krijg je een krachtige, primaire en abjectieve reactie.” Goed getroffen, dacht onze Geurt. Hij had zelf niet beter onder woorden kunnen brengen wat hem overmande als hij een topless dame of een laag uitgesneden decolleté door zijn blikveld zag banjeren, maar Geurt had er dan ook niet voor gestudeerd om voor de vuist weg dergelijke welgemikte analyses te geven. Een krachtige primaire abjectieve reactie… ja dat was het! Mooi gezegd van Rohde. Onze Geurt moest trouwens erkennen dat het woord ‘abjectief’ hem destijds niet bepaald vertrouwd in de oren had geklonken. ‘Abject’ kende hij wel, want dat betekende ‘verwerpelijk, laag en verachtelijk’. Het bijvoeglijk naamwoord was officieel echter
‘abjecte’ en niet ‘abjectieve’. Onze Geurt vermoedde dat Rohde met ‘abjectief’ had gedoeld op het feit dat de borstimpuls bij de mannelijke kijker diens lagere instincten aansprak. Enfin, Carl Rohde had ervoor doorgeleerd en de wetenschapper zou dus ongetwijfeld weten waarover hij het had. Je zegt per slot van rekening ook niet zomaar iets tegen een gezaghebbend tjdschrift als Penthouse. Hoe het ook zij, een krachtige, primaire en abjectieve reactie - daar kon je als gezonde Nederlandse man toch met geen mogelijkheid iets tegenin brengen? Elk verweer was bij voorbaat zonder meer kansloos, er restte je niets anders dan complete overgave aan de natuurlijke driften. Zo bekeken, was onze Geurt feitelijk dus eerder het slachtoffer van de omstandigheden, in dit geval op deze bewuste zondagochtend althans, want hij had zelf immers de borsten niet opgezocht, integendeel, ze waren gewoon spontaan op hem af gekomen. Enfin, het waagstuk van VPRO’s programma Hoepla! met de blote borsten van Phil Bloom beheerste destijds in 1967 dagenlang het nieuws. Premier Piet de Jong gaf zelfs officieel commentaar. Onze toenmalige minister-president zei: “De regering vond de uitzending weliswaar getuigen van slechte smaak, maar achtte de goede zeden niet dermate in gevaar dat op de VPRO sancties zouden moeten worden toegepast.” Tegenwoordig voelde geen enkel lid van een kabinet van welke kleur dan ook zich nog geroepen zijn mening ten beste te geven bij een stukje bloot op de beeldbuis. Niemand keek immers meer op of om van een tepel meer of minder op televisie. Dus kon het zomaar gebeuren dat je als eerzaam burger op een zondagochtend nietsvermoedend en compleet onvoorbereid deelgenoot werd van de achteloze onthulling van
een monumentale gevel. De camera zoemde nu opnieuw in. Geurts eega keek achterom net op het moment dat de vorstelijke borsten helemaal close in beeld waren. Je kon de melkkliertjes bij wijze van spreken tellen. Onze Geurt veinsde nadrukkelijk aandacht voor zijn laatst hap brood met pindakaas. “Heb je eigenlijk nog last gehad?” vroeg zijn eega poeslief. Haar vraag bracht onze Geurt even van zijn à propos. Hij zat met zijn hoofd nog helemaal bij de Antilliaanse boezem, die bij hem andermaal een krachtige, primaire en abjectieve reactie teweeg bracht. Geurt had even een moment nodig om te begrijpen waarop zijn eega met haar vraag doelde. Last gehad? Verrek, ja, de sterilisatie van vrijdag... Was hij al glad vergeten. Hij voelde er eigenlijk helemaal niks meer van. Dus zei onze Geurt: “Och, gaat wel, het trekt wat vervelend… Maar ik denk wel dat ik het vandaag nog een beetje rustig aandoe.” Met deze mededeling gaf onze Geurt de overduidelijke boodschap af dat er van hem vandaag niet al te veel lichamelijke activiteit mocht worden verwacht. Hij had een broertje dood aan doelloos zondags gewandel door troosteloos lege winkelstraten dan wel in parken waar loslopende honden van natuurconsumenten je besprongen, besnuffelden en je kwijl op je zondagse kleding bezorgden. Hoewel zijn eega ook niet bepaald een sportief ingesteld type was, wilde ze nog wel eens een geestdodende kuierrondje voorstellen op de dag des heren. Per slot van rekening heette een halfuurtje bewegen per dag goed te zijn voor de moderne mens. Eega woog Geurts mededeling op zijn waarde. “Mmm,” zei ze, “het valt dus wel mee allemaal als ik dat zo hoor.” Ze draaide zich weer richting televisie, zodat ze nog net kon waarnemen hoe een arts in een privékliniek met een stift een curieus mozaïek maakte op de cup van de frisse Antilliaanse schone met het kennelijke doel om er eens flink het mes in te zetten.
Onze Geurt kende het format van het zondagse televisieprogramma beter dan hem lief was. Spoedig zouden de prachtige borsten één voor één veranderen in een afschrikwekkende smurrie van bloederig vlees en hompen grijsbruin vet, her en der gescheiden door tangen, knijpers en andere attributen. Als het even tegenzat zou dit nog gebeuren voordat het eerstvolgende reclameblok de ether werd in geslingerd, dat ongetwijfeld commercials zou bevatten met de aanprijzingen van een periodieke Total Body Scan en vanzelfsprekend ook een spotje waarin hoog werd opgegeven over de kwaliteit van de privékliniek in kwestie. Het was dus kortom voor onze Geurt de hoogste tijd geworden om zich in de keuken amechtig bezig te houden met het zetten van koffie dan wel het met de hand draaien van een ambachtelijk rokertje, zodat hij visueel niet of nauwelijks behoefde mee te genieten van professionele praktijken die in een doorsnee slagerij niet zouden misstaan. Wat dit betrof, was hij erg blij dat hem afgelopen vrijdag, toen hij zelf dus onder het mes moest, door een groot wit laken elk uitzicht was ontnomen op de operatieve ingreep. “Een fluitje van een cent,” hadden vrienden gezegd die zich voor hem hadden laten helpen. Deze vertrouwelijkheid hadden ze gedeeld met onze Geurt nadat allen eerst het nodige geestrijke vocht tot zich hadden genomen. Net als onze Geurt zelf, hebben mannen immers doorgaans wat glijmiddelen om de tongen los te maken. Enfin, gesterkt door de positieve ervaringen van zijn vrienden had onze Geurt zich weinige dagen later, na de nodige moed te hebben verzameld, op een goede maandag gemeld in het streekziekenhuis in zijn dorp, waar hij zich vervoegd had
bij de afdeling vasectomie voor het maken van een afspraak. “We doen het altijd op vrijdag,” had de assistente gezegd. Onwillekeurig had onze Geurt een blik geworpen op haar handen. Ze was een nagelkluiver. “Vrijdag, o ja vrijdag,” had hij gezegd. “Ja, vlak voor het weekeinde hè,” zei de nagelkluifster, “zodat u een dagje extra heeft om te herstellen voor het geval u er toch wat last van krijgt. Dat u gewoon maandag zonder problemen weer naar het werk kan, zeg maar. Komende vrijdagmiddag dan maar om tien over vier?” Onze Geurt antwoordde manmoedig “Ja, da’s prima, uitstekend zelfs.” De assistente overhandigde hem wat paperassen en twee gifgroene wegwerp scheermesjes. “Daar staat nog wat informatie in en die mesjes zijn voor het wegscheren van het schaamhaar,” wees ze onze Geurt op een aspect waaraan hij totaal niet had gedacht. Onze Geurt knikte desondanks instemmend en begrijpend. Hij had zelfs nog de tegenwoordigheid van geest gehad om de assistente te vragen of hij na de ingreep gewoon met zijn eigen auto naar huis kon rijden. Met een lachend gezicht had die snedig haar meerdere geciteerd: “Natuurlijk, als u tenminste geen trapauto heeft, zegt dokter Bruins altijd.” Vrijdag was het dus gebeurd, afgelopen vrijdag. Hoewel Geurts oudste zoon, geboren tijdens zijn eerste samenwoning, geneeskunde studeerde, hield Geurt zich bij voorkeur verre van medische informatie, ongeacht de wijze waarop die tot hem werd gebracht. Desondanks raadpleegde onze Geurt op Wikipedia die maandag op zijn kantoor toch even de informatie over sterilisatie. De internetencyclopedie meldde kort maar krachtig “Bij de man door het dichtbij de teelballen onderbreken van de beide zaadleiders, de doorgang voor zaadcellen. Dit heet vasectomie. De vasectomie is een relatief kleine ingreep die poliklinisch met lokale verdoving kan plaatsvinden. De wond/het litteken in de
balzak kan enkele dagen gevoelig zijn en dan is het klaar.” Vooral de laatste zinsnede ‘en dan is het klaar’ deed onze Geurt vermoeden dat de informatie was toegevoegd door een vrouw. Alsof het niets was dat je je mannelijke vruchtbaarheid zomaar te grabbel gooide voor de eerste de beste chirurg in een regionaal ziekenhuis, die zich nog bij liet staan door een notoire nagelkluifster ook! Enfin, hij had er zich toe verplicht zijn zaadleiders te laten tweeëndelen en dus zat Geurt vier dagen na het maken van de afspraak in de wachtkamer van dokter Bruins in het streekhospitaal. Zo nonchalant en ontspannen mogelijk groette hij vijf andere seksegenoten die vandaag kennelijk net als hij hun zaad voor de eeuwigheid lieten verworden tot zielloos vocht. Hoewel ze monter terug groetten, was onze Geurt niet helemaal gerust op een goede afloop en op z’n zachtst gezegd toch ietwat gespannen. Hij voelde in ijltempo transpiratievocht in zijn oksels opwellen. Oncontroleerbare gutsen en golven transpiratievocht die hem wel eens vaker op ongemakkelijke momenten overvielen wist onze Geurt deze keer echter te bedwingen. Zo stoïcijns mogelijk gaf hij bij de balie van dokter Bruins zijn ponskaart af en de secretaresse beduidde hem dat hij kon gaan zitten in de hiervoor bestemde kuipstoeltjes. Dokter Bruins zou hem wel komen halen. Onze Geurt pakte het bovenste tijdschrift van de stapel periodieken van de lage tafel naast zijn kuipstoeltje en nam het een en ander tot zich over de belangen van beleggers en aandelen die steeds maar stegen, een onderwerp dat hem normaliter maar zeer matig boeide en waarvan ook nu de volle essentie maar uiterst fragmentarisch tot hem doordrong. Dokter Bruins gunde hem trouwens maar weinig tijd om zich oprecht te verdiepen in deze materie, want zijn naam werd angstaanjagend snel omgeroepen. Enfin, nadat een laken over hem was gelegd, Geurt een paar
nauwelijks waarneembare prikjes had gehad en twee keer een venijnig soort trekken in zijn lies had gevoeld, was het allemaal klaar geweest. Geurts biervrienden hadden gelijk gehad; hoewel hij van de spanning ten langen leste toch behoorlijk was gaan transpireren, viel de geestelijk niet te onderschatten ingreep hem alleszins mee. Het meest gênant vond hij eigenlijk nog het ritueel dat zich ontvouwde nadat hij zich net had neergevleid op de behandelingstafel. Om te beginnen oordeelde de verpleegkundige, de nagelkluivende assistente, dat het scheren wel iets grondiger had gekund. Als om haar oordeel kracht bij te zetten, ging ze nog met een paar flinke scheerhalen over zijn verschrompelde balzak. Vervolgens kwam ze aanzetten met een brede rol tape, die deed denken aan de rollen plakband waarmee doorgaans verhuisdozen voor verzending werden klaargemaakt. De assistente met de afgekloven nagels knipte er behendig een stuk af en trok vervolgens weinig geraffineerd aan het tuitje van Geurts pielemannetje. Eerlijk is eerlijk; er mankeerde niets aan het gereedschap van onze Geurt, maar bij de afwezigheid van enige opwinding van betekenis had het ding nog het meeste weg van een tamelijk futloos en nutteloos ventiel. De verpleegkundige diende dus het velletje flink uit te rekken om te doen wat de procedures kennelijk voorschreven, namelijk de penis onder de navel aan de buik vastplakken. “Ik plak hem even af, zodat hij de dokter niet in de weg zit,” lichtte ze toe. Onze Geurt vond het maar een aanmatigende situatie. Natuurlijk, hij begreep dat het voor dokter Bruins en zijn nagelkluivende rechterhand gewoon werk was, niets meer en minder dan een vaste vrijdagse routine, getuige ook de royaal met mannen van Geurts leeftijd gevulde wachtkamer. Maar voor hem, onze Geurt, de patiënt, was dit een eenmalige gebeurtenis die vanzelfsprekend de nodige psychische implicaties met zich
meebracht of met zich mee kon brengen. Onze Geurt vond buitendien de gesprekken tussen dokter Bruins en zijn assistente over en weer, en dus over hem in zijn benaderde positie heen, van weinig respect getuigen. Kennelijk was de nagelkluifster net van vakantie teruggekeerd. “En nog dezelfde dag hadden we een barbecue bij onze buren, we hadden niet eens tijd om de koffers uit te pakken,” vertelde ze omstandig. “Jammer genoeg hadden ze eigenlijk alleen maar vlees. Ik ben niet zo van de braadworsten. Heb jij wel eens van die grote garnalen gebarbecued? Dat is werkelijk verrukkelijk, kan ik je echt aanraden.” Nee, vanuit zijn horizontale situatie bekeken vond onze Geurt verhalen over garnalen en braadworsten bij een gelegenheid als deze weinig kies. Ze getuigden niet bepaald van een groot empatisch vermogen. Mocht onze Geurt al ooit serieus een penisvergroting hebben overwogen, dan kon dokter Bruins hem definitief schrappen uit zijn potentiële klantenkring, dat stond voor hem als een paal boven water. Enfin, Geurt had zich, vond hij zelf, al met al kranig geweerd. Hem kon voortaan tijdens momenten van innige gemeenschap niets meer gebeuren, zijn taak als verwekker zat erop. De reportage over borstverkleining van de fraaie Antilliaanse was inmiddels zo ver gevorderd dat het resultaat van de ingreep op deze vroege zondagochtend aan gans het volk kon worden getoond. “Dit waren de borsten van Anika vóór de ingreep,” sprak de commentaarstem plastisch ter begeleiding van een beeldvullende foto met het origineel. “En zo zien ze er nu uit,” hoorde onze Geurt hem zeggen bij plaatje 2. Geurt vond het eerlijk gezegd maar niks, en dan had hij het in dit geval nog niet eens over de wel erg
bescheiden maatvoering van de buste. Nee, geenszins zelfs. Zijn bezwaren waren vooral van artistieke, esthetische en morele aard. Je moest de natuur zijn gang laten gaan, zo doceerde onze Geurt met graagte op verjaardagen en partijen. Wonnen de basale elementen het immers ten langen leste niet altijd van menselijk ingrijpen? Zo was het, volgens de doctrine van onze Geurt, en de Antilliaanse borsten gaven hem maar weer eens voor de volle honderd procent gelijk. Waar de twee ledematen die samen de boezem vormden vóór de operatie keurig in gelid hingen volgens de onwrikbare wetten van de zwaartekracht, wezen ze nu spiedend naar de hemel als een duo vijandige spionageschotels. De royale mokkabruine tepelhoven waren gedegradeerd tot roestige stuivers uit het guldentijdperk. De tepels zelf waren geen schim meer van de van nature aanwezige pronte knoppen, omdat de borstenslager ze klaarblijkelijk in al zijn medische wijsheid voor het grootste deel had weggesaneerd. De tepels zaten naar de mening van Geurt Goorling daarenboven ook nog eens veel te hoog. Hij wilde net zijn deskundige oordeel kenbaar voor de enige toehoorder in de echtelijke huiskamer, toen zijn eega zelf al het woord nam. “Ik vind het erg mooi, jij niet? En hoor je wat ze zegt? Het gevoel in haar borsten is gewoon gebleven. Ik dacht altijd dat het gevoel helemaal verdween bij zo’n operatie. Dat was voor mij altijd een belangrijke reden om het absoluut niet te laten doen. Misschien dat ik dat dan toch ook nog wel een keer wil,” sprak eega op een toon alsof ze zichzelf moed insprak. Onze Geurt deed alsof hij opkeek uit een diepzinnige overpeinzing en zei “O, de televisie bedoel je. Ja, ik keek niet echt, maar wat ik zo in de gauwigheid even zag, is inderdaad een staaltje van uitmuntend vakwerk. Ik begrijp zo’n vrouw wel. Als jij ook last hebt van je grote borsten, moet je je vooral laten helpen. Het zijn per
slot van rekening jouw eigen borsten,” sprak onze Geurt, die net de laatste hap van zijn boterham met pindakaas had genomen. Toen hij het lege bordje op het aanrecht zette, meende hij een pijnscheut in de buurt van zijn scrotum te voelen. - Ubel Zuiderveld