NOSTER Gesprekken gevoerd met prof.dr. M. Sarot, directeur NOSTER en dr. Ch. Van der Leest, opleidingscoordinator NOSTER Organisatie NOSTER staat voor Nederlandse Onderzoekschool voor Studies in de Theologie en Religiewetenschappen. NOSTER is een landelijke onderzoekschool, waarin verschillende universiteiten – ook buitenlandse- participeren. De penvoerder – de universiteit die de facilitaire mogelijkheden creeert en de onkostenvergoedingen betaalt , waardoor het voor NOSTER mogelijk wordt te bestaan – is de Universiteit Utrecht. De participerende instellingen betalen contributie per deelnemende academicus. Dit zijn professoren, hoogleraren, universitair docenten en promovendi op het gebied van Theologie en Religiewetenschappen. Ieder aspirant lid moet zich aanmelden bij het bestuur, waar al het voorgedragen onderzoeksvoorstel op haar merites wordt bekeken. NOSTER heeft een drieledige taak: Het onderwijs op het gebied van Theologie en Religiewetenschappen stimuleren Het onderzoek op het gebied van Theologie en Religiewetenschappen stimuleren en bewaken Het bieden van een platformfunctie voor Theologie en Religiewetenschappers Noster organiseert diverse cursussen, congressen, lezingen, studiereizen voor haar leden, maar ook voor geinteresseerden. Zij brengen een eigen wetenschappelijke serie uit, genaamd STAR. (Studies in Theology and Religion). Daarnaast verlenen zij subsidie aan wetenschappers om onderzoek te verrichten. Innovatiecultuur Met de komst van een nieuwe directeur (prof.dr. M. Sarot) heeft NOSTER wat interne en organisatorische veranderingen doorgemaakt. Dhr. Sarot bemerkte nl. dat het aantal studenten dat zich specialiseert binnen Theologie en Religiewetenschappen drastisch afneemt. Ofwel, studenten haken af, schrijven zich niet in voor de studie of willen zich na hun studie Religiewetenschappen niet verder specialiseren. “Religiewetenschappen leefde niet, terwijl het een hot item was in de media” (aldus dr. Ch. Van Leest). Naar aanleiding van het feit dat de Onderzoekschool ook de visitatiecommissie op bezoek kreeg in 2006, gingen een aantal zaken binnen NOSTER drastisch op de schop. NOSTER als organisatie werd gereorganiseerd, vooral het onderwijsgedeelte. Dit reorganisatieproces is te omschrijven als een dynamisch innovatieproces. Het betrof vooral een top-down proces: strategische stappen en plannen werden door het Bestuur besloten, maar de betrokkenen werden wel naar hun behoeften gevraagd. De opleidingscoordinator heeft vooral als spil in het web gefungeerd bij het op een lijn krijgen van verschillende bestuursleden en het warm smeden van de strategische plannen. Ze kreeg te maken met een aanzienlijke
taakverbreding (en verantwoordelijkheid) ten opzichte van het onderwijs. Ook de secretaresse kreeg een taakverbreding. Waar NOSTER voorheen ingedeeld was in verschillende specialistische sectoren op het gebied van Theologie met aan het hoofd van elke sector een afgevaardigde, verdween deze sectorenindeling. Dit had als gevolg dat theologie als geheel zichtbaarder en transparanter werd, de algemene deler meer ging leven onder NOSTER-leden, zonder het verlies van specialistische kennis. Er was geen eenduidige communicatie van NOSTER met de buitenwereld: Er werden twee logo’s gehanteerd (drukwerk en web) en informatie op de website was vaak verouderd. Bovendien werd het op een niet aantrekkelijke, onoverzichtelijke, nauwelijks vormgegeven manier gepresenteerd. De beleving bij de oude website was: Ik moet hier even naartoe omdat het relevant kan zijn, maar ik wil hier zo snel mogelijk weer weg. NOSTER biedt nu haar eigen aanvullende specialistische cursussen en studiereizen aan, met – als je als student deze cursussen met goed gevolg hebt doorlopen – een NOSTER-certificaat. Hiermee probeert NOSTER echte kwaliteit binnen Theologie te garanderen, zoals een NIP-certificaat dat voor psychologen doet. Dit was een redelijk risicovolle stap, helemaal binnen de georganiseerde en gestructureerde wetenschappelijke wereld. Cursussen aanbieden onder eigen naam zou immers kunnen betekenen dat je kritiek hebt op het curriculum van aangesloten universiteiten. Van deze universiteiten is NOSTER echter wel financieel afhankelijk. Ook was het een arbeidsintensieve en financieel veeleisende stap. Niet alle cursussen bleken dan ook aan te slaan, momenteel is NOSTER bezig met dit verder vorm te geven. De studiereizen zijn wel een groot succes gebleken, inmiddels is een reis naar Rome en Athene ondernomen. De jaarlijkse congresbijeenkomst voor onderzoekers en studenten kregen sociaal maatschappelijker thema’s dan voorheen (zoals The influence of the multi-religious (society) on research on religion”). Ook de invulling werd anders: niet alleen lezingen van emeriti en vooraanstaande onderzoekers rond het thema, maar ook workshops (presenteren, verdedigen e.d.), debatteren en een afsluitende film, rond de thematiek werden opgenomen als programma-onderdelen.
Experience voor consumenten/gebruikers Voor NOSTER heb ik een nieuwe huisstijl ontworpen, met daarbij een op CMS-gebaseerde website. Gezien de secretaresse en de opleidingscoordinator geen HTML-kennis hebben, is dit een zeer welkome en betekenisvolle toevoeging aan het produkt dat ik heb geleverd. “Wow, ik kan dit gewoon”, was een van de citaten die ik de secretaresse hoorde roepen toen ze met het produkt werkte. Voorheen had ik haar vaak aan de lijn, omdat ze niet wist hoe ze een plaatje of zelfs ook maar een link online moest zetten, of de “tekst deed gek” en ze werd er onzeker van. De huisstijl past, zowel als de website past binnen de innovatieve veranderingen die NOSTER als organisatie heeft doorstaan: een moderner jasje, maar wel serieus, wetenschappelijk, waarbij haar ambities in de wereldbol met daarin een representatie van een netwerk wordt weergegeven. De indeling op de website laat duidelijker zien wat NOSTER is: Als homepage krijg je meteen een lijst met activiteiten op het gebied van Theologie en Religiewetenschappen. Ze organiseert dus activiteiten op dit gebied. Verder in de lijst staat training (de cursussen) en research (onderzoeken). Noster is dus een groep onderzoekers, maar ook een instelling waarbij cursussen gevolgd kunnen worden. NOSTER heeft een nieuwe URL op mijn advies aangevraagd : www. Noster.org , waarmee ze onafhankelijker of meer los zijn komen te staan van de penvoerder (Universiteit Utrecht) en dus NOSTER als gezamenlijke organisatie van verschillende universiteiten zichtbaarder is. De logo’s van de deelnemende universiteiten zijn dan ook direct zichtbaar op de homepage. In het secundaire menu vind je de organisatorische structuur van NOSTER goed terug: themagroepen en themabijeenkomsten voor specialistische vakkennis, netwerkgroepen zijn groepen die vooral bestaan uit door NOSTER-gesubsidieerde onderzoeken, uitgevoerd door senioren en helemaal onderaan vind je de organisatorische gremia: de vakspecialisten, die vergaderen over de inhoud van het onderwijs, het bestuur, die vergadert over de te bevaren koers en de instellingsraad, die bewaakt het bestuur en financieel beleid en bestaat uit alle decanen van deelnemende instellingen. Deze laatste drie staan onderaan, zijn het minst zichtbaar voor de deelnemende studenten en onderzoekers. Zij ontwerpen de betekenisvolle ervaring die NOSTER uitdraagt, maar maken geendeel uit van die ervaring. In het reorganisatieproces vind ik dat het innovatieproces goed is doorlopen. De directeur heeft goed naar de wensen van de afnemers geluisterd en radicale veranderingen (zeker in de wereld van de wetenschap) in werking durven stellen. Het onderwijs-aanbod zoals dat nu is, is aanvullend specialistisch onderzoek, relevant voor promovendi. Het certificaat als kwaltietismerk vind ik een erg goed initiatief: het maakt NOSTER tastbaar. Het maakt je inspanningen die je voor NOSTER hebt gedaan tastbaar en geld voor de student als een beloning voor deze inspanningen. Het kwalitatief oogmerk dat beoogd wordt, dient echter nog nader te worden ingevuld en zal moeten groeien, maar een certificaat draagt wel bij aan de betekenisvolle beleving: Het is immers altijd leuk om beloond te worden, zeker met certificaten! NOSTER is goed bezig van betekenis te zijn voor vooral promovendi in spe en doet dit vooral op inhoudelijk vlak. Kwa innovativiteit en inzet van Web 2.0 in dit geheel kan veel meer worden gedaan: Twitter, Rss, fora, maar hierin is NOSTER terughoudend:
a. Het is een arbeidsintensief (en kostenintensief?) traject – het zou extra (redactioneel)werk op kunnen leveren. b. Men heeft te weinig kennis van Web 2.0 en de mogelijkheden daarvan c. Men betwijfelt de behoefte hieraan onder studenten en wetenschappers: Noster had ooit een gastenboek, waar niet of nauwelijks gebruik van werd gemaakt. Toch denk ik dat vooral fora of blogrolls (en de stimulatie daarvan door NOSTER) een zeer goede inhoudelijke specialistische bijdrage kunnen leveren aan de congressen , cursussen en bijeenkomsten die NOSTER nu organiseert. a. b. c. d.
Het maakt de platformfunctie en activiteiten van NOSTER nog duidelijker zichtbaar Het stimuleert onderling debat Het zorgt voor nog meer laagdrempeligheid en transparantie van NOSTER als organisatie Het laat zien dat ook Theologie weet om te gaan met moderne Web 2.0 gereedschappen
En draagt dus zo bij aan het uitdragen van een betekenisvolle ervaring, die NOSTER als platformfunctie heeft. Het Innovatie Procesmodel & NOSTER Tot slot leg ik het innovatie procesmodel even op de hierboven beschreven reorganistatie, die binnen NOSTER heeft plaatsgehad. Identify the opportunity – Deze kans heeft NOSTER met de komst van prof.dr. M. Sarot als directeur en de toendertijd op handen zijnde visitatie uitstekend aangegrepen. Dhr. Sarot zag niet alleen de noodzaak van innovatie in, door terugloop in studententallen, maar wilde ook zelf NOSTER meer “body” geven. De directeur had hart voor zijn zaak. Frame the business idea – Ook deze fase is zeer gestructureerd verlopen. Alle voors en tegens van plannen zijn onder de loep genomen, met verschillende gremia besproken, totdat er een goed innovatieplan lag. Shape the experience concept – Hierin was vooral de directeur visionair. Hij kwam met het idee een betekenisvolle ervaring te willen uitdragen en deze heeft momenteel vormgekregen in een certificaat, maar ook inhoudelijk: in studiereizen, cursussen en maatschappelijk relevante thema’s voor congressen en bijeenkomsten. Refine the experience – Dit gebeurt nu nog, door inhoudelijke keuzes te maken over studiereizen en cursussen. Ook wordt nog bijgeschaafd aan formulieren en de manier van inschrijven voor congressen e.d. Wat mij betreft mag hier Web 2.0 refining aan toegevoegd worden. Dit is binnen NOSTER onontgonnen terrein. Expressing the experience – Concactmomenten vinden nu vooral plaats bij congressen (veelal door NOSTER georganiseerd). Het enige andere contactmiddel is de website. Het belang voor NOSTER van een goedwerkende website is daarom van een niet te onderschatten belang.
De website is flink onder handen genomen en dat was noodzakelijk. Er moeten echter nog wel wat punten op de i gezet worden (bijv. op het gebied van formulieren en het zelf aanmaken van formulieren). Bovendien kan NOSTER haar betekenisvolle ervaring verder uitdiepen door Web 2.0 op een effectieve manier in te zetten. Dit gebeurt momenteel niet. Conclusie NOSTER heeft zich de afgelopen jaren vooral inhoudelijk geinnoveerd. Dit is over grote lijnen succesvol geimplementeerd en heeft zijn vruchten afgedragen. Tastbare resultaten van dit innovatieproces zijn: Een vernieuwde website, Een gebruiksvriendelijke CMS-systeem Eenduidige communicatie via een nieuw logo nieuwe huisstijlkleuren een certificaat NOSTER is continue, op inhoudelijk vlak bezig zijn product nader vorm te geven. Dit is een zeer verdienstelijke eigenschap van NOSTER als organisatie. NOSTER onderschat echter de invloed van Web 2.0 en de mogelijkheden daarvan binnen haar eigen organisatie. Web 2.0 wordt als niet wetenschappelijk gezien en iets wat er toch al is. NOSTER’s innovatieproces concentreert zich daarom vooral op inhoudelijk vlak, hetgeen logisch is voor een wetenschappelijke instelling. Maar het betreft hier een onderzoekschool die graag een platformfunctie zou willen uitdragen. Mijn advies zou daarom toch zijn te onderzoeken hoe Web 2.0 middelen kunnen worden ingezet om een effectieve en functionele bijdrage te kunnen leveren aan de betekenisvolle ervaring (nl. platformfunctie, inhoudelijk wetenschappelijk onderwijs en onderzoek en debat stimuleren) die NOSTER haar leden heeft te bieden.
Marieke Agterbos D4, Communicatie en Multimediadesign