Geriatrie
Dementie Uitleg over het ziektebeeld, de symptomen en de gevolgen voor de patiënt en zijn omgeving
Inhoudsopgave
Pagina
Dementie
1
Klinische geriatrie
1
Vormen en oorzaken van dementie
2
De werking van het geheugen en de wijze waarop informatie wordt onthouden
3
Symptomen van dementie
4
Omgaan met een dementerende oudere
8
Informatiebronnen
11
Contactgegevens klinische geriatrie
12
Dementie “Met de ouderdom komen de gebreken, zowel lichamelijk als geestelijk”. Juist dit laatste, de langzaam voortschrijdende geestelijke aftakeling, vormt misschien wel het grootste schrikbeeld voor de ouder wordende mens. Dementie kan omschreven worden als het achteruit gaan van het geestelijk functioneren op een dusdanige wijze dat er belemmeringen ontstaan in het dagelijks functioneren. Het meest in het oog springende verschijnsel hierbij is vergeetachtigheid. Vooral het vergeten van dingen en zaken die kort tevoren gebeurd of gezegd zijn. Het is bekend dat verschillende oorzaken en ziekten tot verschijnselen van dementie kunnen leiden. Iedereen die verschijnselen van dementie vertoont, dient door een arts te worden onderzocht. Het is van groot belang dat dit in een vroeg stadium gebeurt.
Klinische geriatrie In het ziekenhuis bestaat de mogelijkheid voor onderzoek en eventuele behandeling van en begeleiding bij dementie en alle gevolgen daarvan voor de patiënt, zijn familie en zijn omgeving. Het specialisme klinische geriatrie staat voor: “de ziekteleer van de oudere mens”. Diagnostiek, behandeling en begeleiding kunnen zowel op de verpleegafdelingen in het ziekenhuis, op de afdeling geriatrie (GAAZ) als op de polikliniek geriatrie plaatsvinden. De klinisch geriaters zijn: mw. van Engen, mw. Kruyt en mw. Wijma. Op de GAAZ (Geriatrische Afdeling Algemeen Ziekenhuis) ligt de nadruk op het behandelen van mensen van 65 jaar en ouder. Hoe u contact op kunt nemen met eerder genoemde functionarissen, de polikliniek en de GAAZ, staat achter in deze patiëntenfolder vermeld.
1
Vormen en oorzaken van dementie In ons land lijden er naar schatting zo’n 250.000 mensen aan een lichte tot ernstige vorm van dementie. Er wordt geschat dat: 5 tot 10% van de 65-plussers en 15 tot 20% van de 80-plussers lijdt aan een bepaalde vorm van dementie. Door de “vergrijzing” van de bevolking is het aantal personen met dementie de laatste jaren fors gestegen. In de Westerse wereld staat dementie in de top 5 van de belangrijkste doodsoorzaken. Het wordt dan ook “de ziekte van de eeuw” genoemd. Er zijn verschillende vormen van dementie: De meest voorkomende is de ziekte van Alzheimer. Naar schatting heeft ongeveer 55% van alle mensen met dementie deze vorm. Bij de ziekte van Alzheimer staat een geleidelijke achteruitgang van het geheugen op de voorgrond. In 15 % van de gevallen is er sprake van vasculaire dementie. Er zijn meerdere vormen van vasculaire dementie. Eén hiervan is multi-infarct dementie (MID). Zoals de naam al aangeeft wordt dementie hier veroorzaakt door kleine infarcten in de hersenen, die op diverse plaatsen zorgen voor zuurstofgebrek, waardoor hersenweefsel afsterft. In ongeveer 15% van de gevallen gaat het om een combinatie van twee of meer aandoeningen die tot dementie lijden. De combinatie van de ziekte van Alzheimer en vasculaire dementie komt veel voor. Daarnaast bestaat er nog een lange rij van aandoeningen, die verantwoordelijk is voor de resterende 15%. De ziekte van Parkinson, de ziekte van Pick, de ziekte van Binswanger, Lewy Body dementie en de ziekte van Huntington zijn een aantal van deze aandoeningen. Ook aids kan in de eindfase lijden tot dementie. 2
Dementie is een syndroom. Dat wil zeggen: een groep van symptomen of klachten die in combinatie voorkomt. De kern van de ziekte is steeds geheugenverval wat leidt tot stoornissen in het dagelijks functioneren. Om duidelijk te maken wat dementie is, is het van belang om inzicht te hebben in de werking van ons geheugen en hoe informatie wordt onthouden.
De werking van het geheugen en de wijze waarop informatie wordt onthouden De mens heeft globaal gesproken twee soorten geheugens: een korte- en een lange termijn geheugen. Alles wat men op een bepaald tijdstip hoort, ziet, ruikt, proeft of voelt (de vijf zintuigen) komt eerst binnen in het korte termijn geheugen. De binnengekomen informatie wordt hier hooguit twintig à dertig seconden bewaard. Binnen deze tijd wordt een selectie gemaakt. Belangrijke informatie krijgt onze aandacht, de rest gooien we weg. Om iets langer te onthouden, moet de informatie overgebracht worden naar het lange termijn geheugen: het “feitelijke” geheugen. In tegenstelling tot het korte termijn geheugen biedt het lange termijn geheugen ruimte aan oneindig veel informatie. Eenmaal opgeslagen blijft deze informatie voor het leven lang bewaard.
Lange termijn geheugen Korte termijn geheugen
20 a 30 seconden Inprenting Levenslang
3
Het transport van het korte naar het lange termijn geheugen noemen we inprenten. Deze inprenting gaat niet vanzelf, het vraagt inspanning. Of we iets onthouden is afhankelijk van de aandacht die we hebben. De mate van deze aandacht wordt bepaald door: emoties (traumatische ervaring), het herhalen van informatie (leren voor een tentamen), een voorstelling maken van de informatie (een beeld vormen, visualiseren), associaties (verbinden aan iets bekends) , het ordenen van informatie (leren van rijtjes), een betekenis toekennen aan de informatie en humor. Bovenstaande uitleg over het geheugen maakt duidelijk dat onthouden geen automatisch verlopend proces is. Je moet er moeite voor doen, ook al ben je je hier tijdens het inprenten niet altijd van bewust.
Symptomen van dementie Nu duidelijk is hoe ons geheugen werkt, is het gemakkelijker om de symptomen die behoren bij dementie, te plaatsen. 1. Gestoorde inprenting Als iemand door dementie getroffen wordt, is hij niet meer in staat informatie van het korte- naar het lange termijn geheugen te transporteren. De inprenting is gestoord. Hij/zij herinnert zich daarom niet meer wat hij/zij langer dan een halve minuut geleden heeft ervaren.
Lange termijn geheugen Korte termijn geheugen
20 a 30 seconden gestoorde inprenting Levenslang
4
Er vanuit gaande dat informatie maar een halve minuut bewaard blijft, verklaart dat veel symptomen die horen bij een beginnende dementie. Het lezen van een krant wordt zo moeilijk: halverwege een artikel is men kwijt waar het ook al weer over ging. De weg vinden in een onbekende stad gaat nauwelijks, omdat herkenningspunten niet onthouden worden. Ook de tijdsoriëntatie is gestoord. Logisch, want de tijd staat niet stil en om te weten hoe laat het is moet je meerdere keren op een klok kijken en deze informatie inprenten. Wat veel voorkomt is dat steeds dezelfde vraag wordt gesteld. Het lukt niet meer om te onthouden of men deze vraag al heeft gesteld, laat staan dat de dementerende nog weet wat de vraag van de ander was. Kort samengevat zijn de directe gevolgen van de gestoorde inprenting: Desoriëntatie in tijd, plaats en persoon. Afspraken vergeten. Steeds dezelfde vragen stellen en verhalen vertellen. Snel de draad kwijtraken. Geen vragen kunnen beantwoorden over recente gebeurtenissen. Spullen kwijtraken. Naast directe gevolgen zijn er ook bijkomende (indirecte) gevolgen. Vooral in de beginfase zijn dementerende mensen zich ervan bewust dat ze fouten maken en tot minder in staat zijn dan vroeger. Ze merken dat ze vooral aan het nieuwe en onbekende niet meer het hoofd kunnen bieden. Contacten met niet vertrouwde mensen en omgeving worden vermeden. Om maar geen fouten te maken, ondernemen ze minder dan vroeger en maken ze een meer passievere indruk. Fouten worden weggestopt en verborgen en moeilijke vragen worden ontweken. Een veel voorkomende reactie op beginnende dementie is somberheid. Als je continu geconfronteerd wordt met je fouten en misstappen slaat de twijfel aan jezelf toe. “Ik deug nergens voor en kan niks meer”. 5
Veel voorkomende indirecte gevolgen zijn: Contacten vermijden, zich terugtrekken. Verlies van initiatief. Façade opbouwen: liegen, (slim) ontwijken van antwoorden. Ontkennen vergeetachtigheid. Afhankelijke, soms zelfs claimende houding. Agressiviteit, depressiviteit en/of achterdocht. Lichamelijke onrust (ijsberen). Onzekerheid en frustratie over eigen functioneren. 2. Het oprollend geheugen Naast een gestoorde inprenting raakt ook het geheugen zelf gestoord. De informatie die voor een langere tijd opgeslagen wordt in het lange termijn geheugen, rolt als het ware op. Het geheugen wordt wel eens vergeleken met een groot aantal dagboeken die we altijd bij ons dragen. Elke dag levert een nieuw dagboek op. Het geheugen bestaat dus eigenlijk uit een grote bibliotheek met boekenplanken. Als een persoon lijdt aan dementie en dus een gestoorde inprenting heeft, lukt het hem niet meer om deze dagboeken te schrijven; ze blijven leeg. Als de dementie voortschrijdt, blijven niet alleen de dagboeken leeg maar vervaagt ook de informatie uit de dagboeken die nog wel geschreven konden worden. Het lange termijn geheugen brokkelt af en wel van achter naar voren. De bibliotheek wordt als het ware overvallen door boekenwormen die de dagboeken met alle herinneringen opeten.
6
1.
Het geheugen van een niet-dement iemand van 77 jaar: alle boekenplanken met de dagboeken waarin de herinneringen van het hele leven zijn vastgelegd, staan nog overeind. Jaren
77
70
60
50
40
30
20
10
3
0
2.
Het geheugen van een 77-jarige dementerende: de herinneringen van de laatste 17 jaar zijn weg. De boekenplanken vallen om, eerst de laatste, dan de voorlaatste, enz. Jaren 77
70
60
50
40
30
20
10
3
0
Dit afbrokkelen verloopt volgens een bepaald proces. Dagboeken met ingewikkelde informatie worden sneller opgeslokt. Hierbij valt te denken aan rekenen, boekhouden, koffie zetten en auto rijden. Wat ingewikkeld is verschilt van persoon tot persoon. Dagboeken die veel worden opgeslagen en geraadpleegd (herhaling), blijven langer beschikbaar. Het is net alsof de boekenwormen bang zijn hieraan te beginnen, omdat ze dan vaak worden gestoord. Ook dagboeken waarin gebeurtenissen staan die veel indruk gemaakt hebben, blijven langer gespaard. Hierbij valt te denken aan traumatische ervaringen (oorlog, de dood van een kleinkind). De gevolgen die optreden door de verdwijnende dagboeken zijn, kort samengevat, de volgende: Instrumenteel technische vaardigheden verliezen, zoals koffie zetten, stofzuigen, auto rijden. Verlies van geheugen voor gebeurtenissen uit voorgaande levensfases. Verlies van sociale vaardigheden en van fatsoensnormen (decorumverlies). Woordvindingsproblemen, verkleining van de woordenschat en verlies van spraak (afasie). Desoriëntatie voor bekende personen: kinderen en partner niet meer herkennen. Verlies van het vermogen tot zelfzorg: aankleden, wassen, toiletgang. 7
Persoonlijkheidsverandering. Achteruitgang in intellectueel functioneren.
De bovenstaande symptomen en gevolgen veranderen het leven van de getroffene compleet. Wat doet de dementie met de persoon zelf? Hoe beleeft de persoon de ziekte? En hoe reageert zijn omgeving op het veranderende gedrag?
Omgaan met een dementerende oudere Leven met en zorgen voor een dementerende is vaak niet gemakkelijk. Het gedrag dat de dementerende vertoont, is voor de omgeving vaak raadselachtig. Een aantal voorbeelden hierbij zijn: voortdurend dezelfde vragen stellen en zich niets meer herinneren van recente gebeurtenissen maar wel alles weten over het verre verleden; naar huis willen terwijl men thuis is; alles vergeten maar zelden klagen over vergeetachtigheid. Wat de naaste omgeving het meest verwart, is dat het gedrag de vroegere voorspelbaarheid mist. Een aantal tips en adviezen kunnen helpen de omgang met een dementerende persoon te vergemakkelijken: 1. Toon respect Praat niet over iemand waar de persoon zelf bij is en neem niet alles meteen over, maar alleen dat wat echt noodzakelijk is. 2. Probeer confrontaties met falen te voorkomen Test niet steeds of iemand het antwoord weet, zoals bijvoorbeeld een vraag als: “Welke dag is het vandaag?”. Vertel iets waarop de ander kan reageren, zoals: “Het is woensdag vandaag, uw dochter komt vanmiddag op bezoek”. Als er iets fout gaat maak er dan geen punt van, maar zeg dat iedereen wel eens een foutje maakt. Het is prettiger voor de dementerende te horen wat hij/zij moet en kan doen, dan te horen wat niet mag.
8
3.
4.
5.
6.
Leer de grenzen kennen van de dementerende, maak gebruik van de mogelijkheden en bied hulp die nodig is bij de taken die hij/zij niet meer uit kan voeren Laat de persoon dat wat hij/zij nog kan, ook zelf doen, ook al gaat het niet zo snel of precies als je zou willen. Maak vooral gebruik van de mogelijkheden van de dementerende oudere en probeer hem/haar zo min mogelijk te confronteren met zijn onmogelijkheden en beperkingen. Probeer niet iets nieuws te leren en laat de omgeving en de gewoonten van iemand zo lang mogelijk hetzelfde Als het leervermogen van de oudere met dementie is afgenomen of geheel is verdwenen, is het bijna niet mogelijk om hem/haar iets nieuws aan te leren. Stem alles zoveel mogelijk af op zijn/haar gewoonten. Bij een opname in het ziekenhuis is alles vreemd, anders en nieuw. Dit kan een onveilig gevoel oproepen. Foto’s en/of dierbare spullen van de dementerende kunnen zorg dragen voor enig houvast. Ook regelmatig bezoek van vertrouwde personen (ook buiten het bezoekuur om) kan het gevoel van onveiligheid wegnemen. Overleg of vertel wat je gaat doen Vertel wat je gaat doen en betrek de dementerende bij de activiteit die je bij, of in de nabijheid van de dementerende verricht. Houd hetgeen je zegt simpel en heb het over 1 ding tegelijk. Voorbeeld: stel één vraag tegelijk, wacht het antwoord af en stel de volgende vraag. Ditzelfde geldt voor hetgeen je vertelt. Vertel één ding tegelijk, vraag om een reactie als dit de bedoeling is en vertel het volgende. Gebruik humor in de omgang Dementerenden zijn erg gevoelig voor sfeer. Als je vrolijk bent dan zal hij dit over het algemeen ook zijn. Probeer jouw slechte zin of boosheid over iets in de 9
7.
8.
omgeving van de dementerende te vermijden. Hij/zij merkt dit snel. Praat met de dementerende over dingen die hij/zij leuk vindt en laat hem/haar vooral dingen doen die hij/zij leuk vindt Probeer altijd te achterhalen wat de dementerende leuk vindt om te doen. Informatie uit het verleden en het leven van de dementerende kan zeer nuttig zijn om contact te krijgen en te onderhouden. Probeer je in te leven in de gedachte- en gevoelswereld van de dementerende oudere Een dementerende oudere kan in gedachten in een hele andere wereld leven als jijzelf. Probeer achter die gedachte- en gevoelswereld van de dementerende oudere te komen en sluit daarbij aan.
Deze acht punten zijn een aantal tips die gebruikt kunnen worden in contact met de dementerende. Er zijn nog veel meer tips en adviezen die bij kunnen dragen aan het welzijn van de dementerende. Te veel om deze allemaal te noemen. Een aantal praktische zaken zijn nog wel belangrijk om te vermelden: Gebruik hulpmiddelen en geheugensteuntjes, zoals een lijst van dagelijkse bezigheden, een schrift waar de dementerende en zijn/haar familie vragen op kunnen schrijven, een kalender, een grote klok of wekker. Als de dementerende vaak de weg kwijt is of zich niet kan oriënteren maak dan gebruik van pictogrammen, grote letters of een foto om bijvoorbeeld aan te geven waar de w.c. of zijn/haar kamer is. Pas het tempo aan, aan dat van de dementerende. Alles verloopt vertraagd bij hem/haar, zo ook het denkproces. Orde, regelmaat en rust zijn ook erg belangrijk. Zorg er voor dat er een dagelijkse routine is van handelingen en activiteiten. Vaak kan een dementerende zelf geen structuur meer aanbrengen in de dag. Dat geeft veel onrust. 10
Informatiebronnen Voor het vervaardigen van deze informatiefolder is gebruik gemaakt van bestaande informatie en literatuur. Er zijn vele folders en boeken die dementie als onderwerp hebben. De volgende bronnen zijn nuttig om te vermelden: 1. De heldere eenvoud van dementie: een gids voor de familie H. Buijssen, 1999. Uitgeverij Tred, Tilburg. ISBN 90-9012-903-0. Een handzaam en prettig geschreven boek met veel achtergrondinformatie over het geheugen en de gevolgen van dementie. 2. Zorgboek Dementie E.H. Coene, 2001. Uitgeverij: St. September, Amsterdam. ISBN 90-7224-826-0 3. Dement: zo gek nog niet. Kleine psychologie van dementie. B. Miesen, 2000. Uitgeverij: Bohn, Stafleu Van Loghum, Houten. ISBN 90-3132-762-x 4. Leven met dementie M. Blom en R. Rubsaet, 1999. Stichting Teleac / NOT, Utrecht. ISBN 90-6433-531-5 5. Thuis omgaan met dementie (en andere folders) Stichting Alzheimer Nederland, 2002
Als u nog meer schriftelijke informatie wilt over dementie of andere ziektebeelden dan kunt u terecht bij het patientenservicebureau in de centrale hal van de polikliniek op de begane grond.
11
Contactgegevens klinische geriatrie Voor informatie en vragen over dementie of andere zaken met betrekking tot ouderdomsziekten en oudere (geriatrische) patiënten kunt u terecht bij:
Polikliniek geriatrie Lievensberg ziekenhuis Boerhaaveplein 1 4624 VT Bergen op Zoom Telefoonnummer: 0164-278852. Klinisch geriaters: Mw. C. van Engen Mw. F. Kruyt Mw. G. Wijma
Geriatrische Afdeling Algemeen Ziekenhuis (GAAZ) Telefoonnummer: 0164-278589.
februari 2011
12