magazine 06
Exclusief buurtdossier:
Het Leger komt dicht bij u Eltjo Bos was drankverslaafd
Met een pistool door de stad Steun Frank
Maak hem de hardloopheld
George is weer vrij Achterop vertelt hij over zijn toekomst
InHOUD Via het Minnesotaproject van het Leger leerde Eltjo ‘nee’ zeggen tegen zijn zucht naar drank. Hij las als eerste de teksten van Kans en reageert.
‘Het is een eer als je bij onze band hoort’ Jan Nieuwland, bastuba
9
“Nu ik zelf hulp heb gehad van het Leger des Heils kom ik erachter op welke grote schaal zij werken. Tot en met Haïti! Fantastisch dat je zo Gods naam groot kunt maken (5) Goed om te lezen hoe fotomodel Kim geraakt wordt door zo’n ervaring op straat. Dat ze het leven ook eens van een andere kant heeft kunnen bekijken (28) Wat fijn dat een artikel over vermiste personen lezers inspireert tot het schrijven van gedichten (31) Inspirerend, die verhalen over anderen die net als ik in de ban van alcohol hebben geleefd en daarvan bevrijd worden (32)”
In uw buurt gebeurt het Talitha en Jonel missen kinderen om mee te spelen. Echt contact is belangrijk, vindt ook het Leger des Heils. Daarom: het buurtdossier, dicht bij de mensen.
4 Blazen zoals Jan
Beeld Lars van den Brink
De Amsterdam Staff Band, huisband van het Leger onder leiding van Olaf Ritman, repeteert wekelijks. In verband met het 120-jarig bestaan van de International Staff Band geven de blazers met alle staffbands wereldwijd een concert op zaterdag 4 juni in de Londense Royal Albert Hall. Zondag marcheren ze over The Mall naar Buckingham Palace om op te treden voor Queen Elisabeth.
2
magazine van het Leger des Heils
maart 2011
32 9
muzikanten
weekenden van het jaar optredens voor een concert of om kerkdiensten of bijeenkomsten muzikaal te ondersteunen.
49
jaar bestaat de Amsterdam Staff Band
5000
kaarten voor het concert in de Royal Albert Hall waren binnen een paar uur uitverkocht.
6 Help frank hardlopen
Kim Kötter
Frank loopt mee met de Heldenrace 2011. Help hem lopen en draag bij aan het Leger des Heils.
“Mijn week op straat heeft me ervoor behoed dat ik die kortzichtige miss werd die veel mensen denken dat ik ben.”
En verder: 5 H aïti een jaar later. Wat komt er terecht van het geld dat u gaf aan het Leger des Heils? 8 Jongerenwerker Bineke Berkenbos houdt van kinderen; ze zijn zo heerlijk eerlijk 23 Het Leger opent in 2011 tien nieuwe Bij Bosshardt-locaties, huiskamers van de buurt
Foto op de cover: Merlijn Doomernik
Hoe Eltjo jarenlang als drankverslaafde leefde? Lees zijn verhaal op pagina 24
26 Wie is eigenlijk de baas van het Leger des Heils? wil Sjantal Riezebosch weten 28 Strikte grenzen stellen is een vorm van compassie, vindt schrijver Herman Vuijsje 30 Majoors Fred en Anja zetten hun schouders onder de projecten in Suriname 31 Leger opent tweedehands kledingwinkel met ‘eigen’ cliënten achter de toonbank
magazine van het Leger des Heils
maart 2011
3
(Advertentie)
Haïti
427
COLUMN Mevrouw W. wist alles
Hulp in ci j fers 25 kilometer ten zuidwesten van de hoofdstad Port-au-Prince, 13 kilometer diep dagen geleden 61 weken terug 12 januari 2010 16.53.09 lokale tijd
Frank is onze held. Nu al! Zondag 10 juli doet hij mee aan de Heldenrace, een sponsorloop voor goede doelen. Zes kilometer (hard)lopen door het Amsterdamse bos, voor het Leger des Heils. Om aan de startstreep te kunnen staan moet Frank minimaal 300 euro hebben ingezameld. Maak van hem een Held en steun Frank! Zelf meelopen en geld inzamelen? Dat kan ook. Ga naar www.heldenrace.nl, meld u aan als deelnemer of als supporter van Frank.
magazine van het Leger des Heils
8000
10 professionals
meer dan 700 medewerkers ruim meer dan
13 weken
Noodhulp
3000
ruim 2 miljoen 600 tijdelijke kant-en-klaar maaltijden veldbedden voor vluchtelingen in kampen t e n t e n houten huisjes
4 waterreinigingssystemen voor 150.000 liter schoon water per dag
Wederopbouw 1,5 miljoen euro te besteden aan 20 scholen traumaverwerking aan4750 KINDEREN
herbouwen of renoveren, en vergroten
maart 2011
in de vorm van sport, spel, psychologische hulp en naschoolse opvang
Lichtpuntjes bij de hulpverlening
Foto Frank Ruiter
Help Frank naar de finish 4
doden officieel geborgen een medisch team met
1,5 miljoen euro
oa besteed aan
1/6 van de bevolking
230.000
42 naschokken
mensen dakloos
7.0 op de schaal van Richter
1,5 miljoen
Zestig jaar geleden was mevrouw W. hét communicatiecentrum voor binnenschippers aan de Maas. Leveranciers en postbodes lieten hun pakjes achter in het café dat zij en haar man runden. Als de schippers aan wal kwamen, stond alles voor ze klaar. Nieuwsberichten over geboorten, huwelijken, familieomstandigheden en overlijden werden vanuit dat café verspreid. Mevrouw W. kende iedereen en wist alles. Zij was hard nodig. Vandaag is dat anders. Kennissen, vrienden en zakenrelaties zijn verhuisd, niet meer in staat contact te onderhouden of overleden. Man en kind zijn lang geleden gestorven. Lichamelijk gehandicapt en driehoog wonend in een flatgebouw zonder lift zit mevrouw W. gevangen in haar huis. De televisie staat de hele dag aan. Behalve de schoonmaakster, iemand van het Leger des Heils en de alleenstaande vrouw die naast haar woont ziet zij geen andere buren. ‘Holbewoners’ noemt ze haar flatgenoten. Als stilte schreeuwt, waarom horen wij het dan niet? Heeft stille eenzaamheid het gewonnen van stille armoede? Van alle kerstkaarten van 2010 heb ik er één bewaard. Daarop staat een tekst van Nico Tromp: Hoe zou het zijn, als wij elkaar beminden en in ’t dienen van elkaar onze grootheid vinden. Liefde zoekt zichzelf niet, liefde zoekt de ander en geeft hem bestaansrecht. Zo nodig zijn wij voor elkaar.
Het puin, de sociale onrust, het politiek gesteggel, cholera. De wederopbouw in Haïti verloopt met tegenslagen. Vluchtelingen verlaten maar mondjesmaat de kampen, ook omdat daarmee hun hulpverlening stopt. Dankzij goede samenwerking met andere organisaties kent het Leger des Heils wel lichtpuntjes. Zo verliep de massavoedselhulp aan ruim 20.000 vluchtelingen in het kamp Delmas 2 overzichtelijker vanaf de dag
dat UPS pasjes uitgaf aan ieder gevlucht gezin. Daarop staan alle persoonlijke gegevens die het recht aangeven op een bepaalde hoeveelheid voedsel. Efficiënt en humaan voor vluchtelingen zelf. Na een half jaar heeft het Leger die massahulp afgebouwd en richt het zich nu weer op het werk dat de organisatie al jaren verrichtte: educatie, gezondheidszorg, evangelisatie en natuurlijk de wederopbouw.
Ron Thomlinson kijkt terug op 10 jaar bij ‘nalatenschappen’
magazine van het Leger des Heils
maart 2011
5
‘een week op straat heeft mij verANDERD’ Kim Kötter (1982), ex-miss, presentator bij RTL4 en eigenaar van de organisatie van Miss Nederland, deed een jaar geleden mee aan het televisieprogramma Stinkend Rijk en Dakloos, waarin bekende Nederlanders een week op straat leven. Die ervaring laat haar niet meer los. Tekst Pjotr van Lenteren beeld Merlijn Doomernik
Intiem “Aan het einde van die week op straat was ik he-le-maal leeg. Ik heb mijn familie en vrienden in één keer het verhaal verteld. Daarna wilde ik een tijd niemand meer spreken of zien. Ik heb mijn telefoon – waar ik aan verslaafd was – een week niet aangeraakt. Ik kon er niet tegen dat iedereen tegen mij zei hoe knap het van me was. Knap? Van míj? Een weekje op straat leven? Het zwaarste van het daklozenleven is het genegeerd worden. Toen ik in een park met een kind zat te praten, kwam de vader haar snel bij me weghalen. Dat is een van de ergste dingen die ik in mijn leven heb meegemaakt. Er is heus een hoop geregeld voor daklozen, je hoeft niet dood te gaan op straat. Maar als niemand je meer ziet staan, raak je je menselijkheid kwijt. Ineens begrijp ik daklozen een stuk beter. Dat ze me wilden aanraken, hun verhaal vertellen. Mag ik je zachte handen even voelen, of je wang? Nou, daar heb ik geen problemen mee. Kom maar op. En eerlijk gezegd kon ik zelf ook wel een knuffel gebruiken. Een week op straat heeft mij veranderd. Het heeft me ervoor behoed dat ik die kortzichtige miss werd die veel mensen denken dat ik ben. Ik was misschien de laatste tijd wel erg met mezelf bezig. Ik ben veel in het buitenland, zat bijvoorbeeld met wereldsterren als Usher te eten. Dat ga je dan normaal vinden. Mijn vader is ondernemer, had een aantal meubelwinkels. Met succes: hij kon op zijn 35e met pensioen. Geluk is iets dat je afdwingt, zegt hij. Ik vind dat ook. Maar als je dakloos bent is het ontzettend moeilijk weer een gewoon mens te worden. Voor sommigen is die weg zo lang, dat ik begrijp dat ze er niet eens aan beginnen. Die mensen wil ik graag helpen.”
IDEALEN “Maar ja, wat dóe je? Ik ben gewend om hard te werken. Ik heb overdag mijn bedrijf, ’s avonds mijn televisiewerk en geef tussendoor samen met topkapper Maikel Assink les op het ROC. Getalenteerde kappersleerlingen die eigenaar willen worden van een succesvolle salon in plaats van er alleen maar te gaan werken, leren we hoe je dat doet. Het moet zoiets worden als de Kas Spijkers Academie of de Willem Nijholt Academie.
6
magazine magazine van het het Leger Legerdes desHeils Heils
maart maart2011 2011
Sinds mijn straatervaring kijk ik kritischer. We zijn gewend te kiezen uit mensen van het hoogste niveau, maar is dat wel eerlijk? Er zou iemand kunnen zijn met enorm talent, die niet goed kan rekenen. Zo iemand komt nu niet bij ons en gooit er misschien wel het bijltje bij neer. Zulke mensen wil ik nu ook bereiken, een kans geven, omdat ik weet dat het soms kleine, domme dingen zijn waardoor je niet komt waar je wezen wilt. Sonja, de buddy aan wie ik gekoppeld werd voor Stinkend Rijk en Dakloos, spreek ik nog wekelijks. Het gaat goed met haar. Ze heeft nu een eigen huisje en volgt een opleiding tot maatschappelijk werker, om andere daklozen en verslaafden te helpen. Ze is bij mij in Hengelo geweest, heeft natuurlijk een make-over gehad en mooie kleren van al mijn familie en vrienden. Dat klinkt misschien onbenullig, maar het was een wereld van verschil voor haar. Eindelijk zeiden mensen ‘u’ tegen haar, zagen haar staan.”
INSPIRATIE “Ik ben een Kötter en daar ben ik trots op. Of ik met die naam gepest ben? Dat is echt een vraag voor iemand uit het Westen. Albert Verlinde dacht dat ook. Maar je moet bedenken dat wij bijna Duits praten hier. Wij vormen als familie een front. Ik woonde met veel neven en nichten in één huizenblok in het dorp. We zaten bij elkaar in de klas. Als je je niet gedroeg zoals het hoorde, was er altijd wel een ouder familielid dat zei: je bent een Kötter, gedraag je ook zo. Een van de belangrijkste regels was dat je ‘hallo’ zegt tegen iedereen die je tegenkomt op straat. Ik ben ermee opgegroeid dat alle mensen gelijk zijn en dat je elkaar helpt. Ik ben niet het prinsesje dat je denkt te zien. Als kind was ik one of the boys. Altijd buiten, hutten bouwen. Ik was ook altijd al een kind dat alles goed wilde doen. Studeren voor de beste resultaten, niet omdat het gewoon leuk is. In de brugklas was ik zo faalangstig dat ik geen spreekbeurt durfde te geven. Mijn vader vond dat vreselijk, dat hoorde niet bij een Kötter. Inmiddels ben ik net als hij. Ik wil graag wat dóen, als dat kan. Hoe hopeloos het soms ook lijkt. Ik ben bezig met twee projecten – ik kan helaas nog niet zeggen welke – om meer te betekenen voor daklozen. Bijvoorbeeld door middel van training, zodat we ze met concrete dingen kunnen helpen om weer mee te draaien in de maatschappij.”
magazine van het Leger des Heils
maart 2011
7
DOSSIER BUURTWERK
Wat beweegt mensen, wat zijn hun drijfveren? Vier vragen aan Bineke.
‘Kinderen
zijn eerlijk, daar geniet ik van’
Bineke Berkenbosch weet wat er in kinderen omgaat. Ze is directeur van twee Groningse basisscholen en zet zich daarnaast in voor de kinderen binnen het Leger des Heils. Elke week tijdens de dienst vertelt ze iets uit de Bijbel. “Ik doe dit al tien jaar, nog elke zondag geniet ik er van” TEKST Sarah Leers
8
magazine van het Leger des Heils
maart 2011
wat wij van 9 buren kunnen leren De Bijbel uitleggen aan kinderen, hoe doe je dat?
Waarom werkt u graag met kinderen?
“Je moet ze kunnen raken, dicht bij hun belevingswereld staan. De Bijbel is geschreven in een lastige taal. Ik maak het begrijpelijk door een spiegelverhaal te vertellen, ik koppel de boodschap aan iets actueels. Het helpt als ik het beeldend maak. Zo legde ik een keer uit hoe God zonden vergeeft. Ik had een knalbus, zo eentje waar heel veel confetti uit schiet. Dat maakt natuurlijk een ontzettende troep. Ik zei: ‘We maken allemaal rommel; God wil dat we het opruimen.’ Ik vroeg een van de kinderen me te helpen. Hij vond dat niet echt leuk, maar hij deed het wel. Ik vroeg: ‘Hoe denk je dat God het vindt als Hij jouw rotzooi moet opruimen? God vindt dat ook niet leuk, maar toch zal Hij je jouw zonden altijd vergeven’.”
“In de Bijbel staat: prent uw kinderen de boodschap in. Wat je kinderen vertelt, nemen ze hun leven lang mee. Kinderen zijn eerlijk, maar ook eenvoudig en puur. Ze geven vaak direct hun mening of geven een eigen draai aan wat ik vertel. Die interactie, daar leer ik van. Ik kan er mijn creativiteit in kwijt. Ik vertel al tien jaar elke zondagochtend een bijbelverhaal, elke keer geniet ik ervan.”
Leerde u als kind de Bijbel ook zo kennen? “Als kind genoot ik van de verhalen van broeder Meijer, van wie ik Bijbelles kreeg. Hij kon prachtig vertellen. Maar in die tijd werden Bijbelverhalen minder naar de praktijk vertaald. Dat probeer ik nu wel te doen. Ik geef de kinderen vaak een opdracht mee. Bijvoorbeeld: probeer vandaag eens drie goede dingen te doen. Het is leuk dat zelfs de ouders met die opdrachten aan de slag gaan.”
Stellen ze u ook wel eens teleur? “Teleurstelling is een groot woord. Soms nemen pubers afstand van de kerk. Dat deed mijn oudste zoon ook. Andere dingen werden belangrijker. Hij is lang weggeweest van de kerk. Toch heeft hij op een gegeven moment, na een periode van inkeer, bewust de keuze gemaakt om heilssoldaat te worden. Tijdens een dienst afgelopen december stak een puber van veertien een adventskaars aan. Hij komt nog maar zelden, maar na afloop van de dienst zei hij tegen me: ‘Ik heb de dingen die u me vertelde wel onthouden hoor.’ Het hoort bij het leven dat ze deze fase doormaken, alleen zo kan hun keuze voor het geloof een bewuste keuze zijn.”
Eenzaamheid is de meest onderschatte ‘volksziekte’ van Nederland. Het isoleert mensen, degradeert hen zelfs en is daarmee veroorzaker van een ketting van problemen. Het Leger des Heils strijdt tegen eenzaamheid. Daarom richt het zijn aandacht de komende jaren op de buurt. Kans strijdt mee tegen de eenzaamheid en ging de buurt in om dicht bij de mensen te komen.
‘Nu denken ze: Tof, die agent lijkt net een mens’
‘Als jij er niet bent heb ik niemand om te spelen’
6,3
Cees Walraven is wijkagent in de Oosterparkwijk
Jonel tegen buurmeisje Talitha
geven Nederlanders hun wijk gemiddeld
(Oosterparkers een 5,8)
Hoe hard loopt u voor uw buurman?
13
19
19
22
TEST
magazine van het Leger des Heils
november 2010
dossier met een kans
dossier met een kans
11
De snackbar op deze hoek werd in december twee keer overvallen
Hier stond het stadion van FC Groningen waar Frits vaste F-side supporter was lees verder op p15
Hier opent het Leger des Heils op 28 mei Bij Bosshardt, de huiskamer van de buurt lees verder op p16
Hier houdt Enith van Wolde spreekuur als advocaat voor de buurt lees verder op p14
anatomie van de oosterparkwijk
Hier staat het bankje van het Pioenpark, waar Jeroen van Kooten alle foto’s maakte
Nederlanders vinden de buurt waarin zij leven steeds belangrijker. De wijk waar jij woont bepaalt je geluk, sluit aan bij je identiteit.
In de buurt, daar gebeurt het. Kom, en kijk mee in de beroemdste wijk van het Noorden: de Oosterparkwijk in Groningen. Beeld Aerophoto Eelde
10
12
dossier met een kans
9 buurtgenoten Frederika, Cees, Frits, Frans, Harry, Samira, Enith en Avjtik. De beste buur kent zijn buurman bij name. Kans zocht de buren op, sprak ze aan (bij hun voornaam), maakte een praatje, dronk een kop koffie. En luisterde naar de buurtverhalen.
Teksten Galiëne Gerritsen en Ellen Weber BEELD Jeroen van Kooten
‘Mijn buren brengen soms eten’
1
Meneer Nieuwenhuis (88) woont al bijna vijftig jaar in de Oosterparkwijk. “Dove kwartel! Versta je me nu nog niet? Ik zeg: de Oosterparkwijk heeft een slechte naam. In de krant lees je over heibel en oplichterij, maar slechte dingen gebeuren overal. Ik ben niet gauw bang. Toen ik mijn hond uitliet op Oudejaarsdag, vroeg ik de jongens of ze even wilden wachten met hun vuurwerk. Geen probleem. Voorlopig mag ik van de dokter de deur niet uit. Dat is nog te vermoeiend, ik heb net longontsteking gehad. Sinds veertig jaar rijd ik in een scootmobiel, mijn linkerbeen is geam puteerd. Botkanker. Mensen hebben tegenwoordig zoveel haast. Als ik naar Grijs Genoegen rijd om koffie te drinken, snijden auto’s me af. Als ik er iets van zeg, wijzen ze naar hun hoofd. Sinds kort heb ik nieuwe buren. Uit Indonesië komen ze. Soms brengen ze een bakje eten. Lekker, hoor.”
2
3
4
‘Ik heb heimwee als ik hier niet ben’
‘Nu denken ze: Tof, die agent lijkt net een mens’
‘Sommigen laten hun hond in de tuin poepen’
Frans van den Berg kwam als Randstadter in de Oosterparkwijk.
Cees Walraven is wijkagent in de Oosterparkwijk.
Samira Medema werd op haar zeventiende moeder van Rilana.
“Hier ben ik de patriot. Bij de C1000 is het: ‘Hoi Frans! Hoe is het nou?’ En dan komen ze terug op wat ik de vorige keer vertelde. Ik ben jarenlang drugsverslaafd geweest. Leefde bij anderen, had geen plek. Toen ik hier kwam kijken voor een huis, ver weg bij de Randstad, stond de buurvrouw voor het raam en zwaaide. Ze zwaait de hele dag naar iedereen, maar ik voelde me vanaf dat moment welkom. Ik heb contact en aandacht nodig. Tussen de mensen voel ik dat ik nodig ben. Mijn zwaaiende buurvrouw had de wasmachine kapot. Toen riep ik: ‘Je komt wel naar me toe hoor, ik doe jouw was!’ De andere buurvrouw is 80, ze moest laatst naar het ziekenhuis. Ik kon haar niet rijden, ik heb geen auto en rijbewijs. Maar toen ze weer terugkwam, ben ik langsgegaan met een pak koekjes. Kon ze even vertellen wat haar overkomen was. Voor het eerst heb ik heimwee als ik een weekendje in Rotterdam bij familie ben.”
“Als iemand van buiten problemen heeft met een Oosterparker, dan heeft hij problemen met de hele buurt. Die trots heeft te maken met het voetbalstadion. In de Oosterparkwijk gebeurde het. Natuurlijk zijn er ook problemen. Huiselijk geweld komt voor, alcoholmisbruik en drugsoverlast. Kantoren hebben last van insluipers en de Chinese snackbarhouder is voor de tweede keer deze maand overvallen. Als wijkagent moest ik door drie fasen: eerst geaccepteerd worden, dan aan het vertrouwen werken en pas dan heb je krediet. Na twaalf jaar zit ik in die laatste fase. Inmiddels komen bewoners uit zichzelf naar me toe en kan ik ook minder leuke boodschappen verkondigen. Hoe ik dat voor elkaar heb gekregen? Ik laat mensen in hun waarde. Als ik een bromfietser bekeur wegens het rijden zonder helm, dan vindt hij me een eikel. Geef ik hem een waarschuwing en maak ik een praatje, dan denkt hij: ‘Tof, die agent lijkt net een mens.’ Een goed gesprek zet meer zoden aan de dijk dan een boete.”
“In de nieuwbouw woont kak. Als ik door het Oosterpark – hun uitzicht - loop, kijken ze me raar aan. Toen ik hier vijf jaar geleden kwam wonen, was de wijk knusser. Nu is iedereen op zichzelf. Alles wat de wijk een wijk maakt, verdwijnt: de bakker, de cadeauwinkel en de sigarenboer. Er zit alleen een dure Spar, voor tweeverdieners uit de koopwoningen. De huizen in mijn straat zijn oké, maar het verpaupert wel. Sommige bewoners laten hun hond gewoon poepen in hun achtertuin. Mijn dochter Rilana heeft een gedragsstoornis. Het zou goed voor haar zijn om meer onder leeftijdsgenoten te komen. Helaas is er weinig voor twaalfjarigen in de wijk. Ik ben net klaar met de opleiding nagelstyliste. Nu wil ik werkervaring opdoen en een kappersdiploma halen, zodat ik voor mezelf kan beginnen. Het zou leuk zijn om in deze wijk te ondernemen. Maar als de buurt achteruit blijft gaan, is het voor mij niet zinvol om er energie in te steken.”
€€€ mln.
mln.
mln.
86.000
euro kost een gemiddelde Koopwoning in de Oosterparkwijk
10 43
woningen zijn geschikt voor bejaarden; 344 worden daadwerkelijk bewoond door bejaarden
woningen
10.826 inwoners
5346 vrouwen 5480
mannen
14
731
dossier met een kans
personen zijn werkzoekend
5
‘Een goede buur zoekt intimiteit’
Harry van der Werff schoffelt als werkloze vrijwilliger de tuintjes “Ik woon drie hoog. Mijn buren hebben wel eens over me geklaagd toen mijn wasmachine kapot was en het water door de vloer lekte. Dat is twee keer gebeurd hoor, vaker niet. Vroeger was ik kok, maar nu trek ik dat niet meer. Ik had moeite structuur aan mijn dagen te geven. Sinds ik als vrijwilliger twee keer per week tuintjes schoffel, lukt het weer. Soms breng ik het grof vuil weg voor die ander. Of ik maak een praatje. Een goede buur zoekt intimiteit. Dat heb je hier gemakkelijk, een buurt met oude huizen leeft. Nieuwbouw bevordert kapitalisme, daarmee maak je de structuur van een wijk kapot. Het gaat me aan het hart hoe de Oosterparkwijk warmte verliest. Vroeger had ik de sleutel van de onderburen, maar sinds die kapotte wasmachine is het contact verwaterd. Laatst kwam de buurvrouw aan de deur; ze had een TNT-pakje voor me aangenomen. Dat vond ik aardig.”
6
‘Door dichtbij te zijn voorkom ik zorgen’
Enith van Wolde, advocaat met inloopspreekuur “Als je het goed doet, krijg je meer dan dankbaarheid. Sinds afgelopen december houd ik samen met een collega-advocaat juridisch spreekuur voor mensen in de Oosterparkwijk. Veel van hen leven onder het minimum; ze hebben te maken met schulden, problemen met de buren of hun gezondheid. Door dicht bij hen te zijn hoop ik dat ik grotere zorgen voorkom. Ik wil mensen een stem geven. Laatst kwam hier een vrouw die vrijwilligerswerk wilde doen, maar omdat ze geen contactpersoon had bij de Sociale Dienst, kreeg ze geen voet aan de grond bij de Gemeente. Ik ben met haar meegegaan. Toen lukte het wel. Ze moet nog kiezen wat ze gaat doen. Straks heeft ze 60 euro per maand meer te besteden; als ze het een half jaar volhoudt mag ze voor 300 euro een cursus uitzoeken. Een Oosterparker is zuinig met vertrouwen, maar als het er is, ben jij het helemaal voor hem.”
6 9
6529 studenten
7 5 9
8
7
‘Buurman Piet stuurt altijd een vakantiekaartje’
Avjtik Esayan verruilde Armenië voor Nederland om medische hulp voor zijn slechte nieren. “Sneeuw schuiven, zout strooien, de heg snoeien. Oude mensen en gehandicapten uit de buurt help ik met hun tuin. Of mensen die net uit het ziekenhuis komen en hun tuin zelf niet kunnen onderhouden. Vier jaar woon ik nu in de Oosterparkwijk. Ik ben naar Nederland gekomen omdat ik nierpatiënt ben, hier krijg ik medische hulp. Terug gaan naar Armenië is een te groot risico: ik heb een nieuwe nier en nu is ook mijn tweede nier kapot. Mijn vrouw en dochters (26 en 29) wonen nog wel in Armenië. Eens per jaar zie ik mijn gezin, tijdens mijn vakantie. Dat is weinig, maar ik bekijk het van de positieve kant. Doordat ik hier woon, leef ik nog. Misschien moet het zo zijn dat ik hier woon, en zij daar. In de Oosterparkwijk wonen goede mensen. Het is gezellig, overal zie ik bekende gezichten. Hier kan ik normaal wonen, lachen en helpen. Wie goed doet, goed ontmoet. Mijn buurman heet Piet. Soms nodigt hij mij uit voor een bakje koffie, dan praten we over politiek. Zijn huissleutel heb ik niet. Maar als mijn buurman op vakantie is, krijg ik een kaartje.”
8
‘Met zoveel verschillen ben ik geen uitzondering’
Frederika de Vries is beeldend kunstenares “Er gebeurt hier nog wel eens wat. Brand. Een wietplantage. Af en toe een blote buurman voor het raam die soms het spoor bijster is. Maar ik laat niet zomaar dingen gebeuren. Toen het zo koud was, stonden bij hem de bloemen permanent op de ruiten. Ik maakte me zorgen. Toen hij niet open deed, heb ik
Cees gebeld, de wijkagent. Typisch Oosterparks is de sociale samenhang. De mensen uit mijn deel van de straat zorgen voor elkaars boodschappen als er iemand ziek is, we eten af en toe samen en geven elkaars katten eten als iemand een paar dagen van huis is. Met zoveel verschillen tussen mensen ben ik geen uitzondering. Ik ben kunstenares, maak beelden van diverse
soorten steen en geef cursussen en workshops. Mijn atelier ligt net buiten de wijk, maar met dat wat ik kan, wil ik ook iets voor de buurt betekenen. Daarom ben ik als vrijwilliger betrokken bij de Talentenbank van stichting Stiel/ Stip. Er is een kaartenbak samengesteld met competenties van mensen, die we zouden kunnen koppelen aan een vraag van een buurtgenoot. Ik vind het belangrijk ergens bij te horen.”
‘Het stadion-verbod was de ergste straf’
Oud-hooligan Frits Tiebackx is nu jongerenwerker in de Oosterparkwijk. “Als 6-jarige zat ik al met mijn vader achter het doel van FC Groningen. Later ging ik met vrienden. Doordeweeks werkte ik bij een boekbinderij, in het weekend had ik een uitlaatklep nodig. Op zondagmorgen ontmoetten we elkaar in de kroeg. Als de eerste spelersbussen arriveerden, hadden wij al een paar biertjes op. Dik zes jaar geleden liep het echt uit de hand. Ik was helemaal klaar met mijn club: 8-0 verliezen van PSV, hoe bestaat het! Vanuit de bosjes waar ik verstopt zat gooide ik vier ramen van de bus in. De politie betrapte me op heterdaad. Dat geintje heeft me zesduizend euro gekost, een rechtszaak en een taakstraf. Maar het ergste was het stadionverbod: een jaar lang mocht ik niet naar mijn club. Toen het stadionverbod afliep was ik 33 jaar. Mensen van het supportersproject vroegen of ik wilde meehelpen de problemen rond het stadion terug te brengen. Ik mocht de opleiding Maatschappelijk Juridische Dienstverlening volgen. Nu ik als jongerenwerker met die boefjes werk, kijken ze tegen me op. Dat het voetbalstadion is verplaatst, voelt alsof mijn arm is afgerukt. Door het stadion werd onze wijk vaak genoemd op televisie, dat maakte ons trots. Ik heb niks over voor het Nederlands elftal; de rest van het land interesseert me niet. Als ik na vakanties terug kom in de Oosterparkwijk, denk ik: Ah, ik ben weer lekker thuis.”
16
dossier met een kans
boodschappenlijst
Beste Bijbelse Buurtwerkers Paulus
José, 54, gescheiden, levend van de bijstand, wonend in de Oosterparkwijk, mantelzorger van haar demente vader, heeft opvoedproblemen bij haar twee puberzoons. Voor welke hulp kan ze het Leger bellen?
‘10’ Voor Toekomst Maatschappelijk werk in multiprobleemgezinnen
Grijs Genoeg(en)
Allerhande hulp aan ouderen die dreigen te verwaarlozen
InterWonen
Onderdak en intensieve woonbegeleiding aan mensen die niet zelfstandig kunnen wonen
begaf zich als tentenmaker onder de gewone mensen; sprak de taal van de Joden én de Romeinen en stichtte gemeenten om mensen samen te brengen.
Jezus
trok langs de huizen; at bij hoeren en tollenaars, genas lammen en blinden, voedde duizenden toehoorders met 5 broden en 2 vissen.
Talitha van Essen (11) en Jonel Carrot (9) missen buurkinderen om mee te spelen.
Lydia
purperverkoopster; was als bekeerde vrouw het voorbeeld voor haar medemensen door onderdak te bieden aan Paulus en andere christenen.
RIBW Boshuis en Noach
Woonvorm voor mensen met psychiatrische problemen
Vast & Verder
Woonvoorziening voor 15- tot 26-jarigen die met justitie in aanraking zijn geweest
B6T
Binnen 6 weken Thuis, crisisopvang aan ouders en hun kinderen die tijdelijk uit huis geplaatst moeten worden
Meisjesdromen
Gezinsopvang
Pleegzorg voor 6- tot 18-jarigen die door grote problemen (tijdelijk) niet thuis kunnen wonen
Stabiel
Verplichte gezinsondersteuning in multiprobleemgezinnen
Kenter
Ambulante ondersteuning aan jongeren in probleemsituaties
Korps het Leger des Heils Iedere zondagochtend om half 10 een kerkdienst
Bij Bosshardt
Huiskamer van de buurt, inclusief een winkel met tweedehands kleren
Nieuw in de buurt Nu al staan de deuren dagelijks open, maar de geboorte van Bij Bosshardt in de Irisstraat in Groningen moet nog gevierd worden. Zaterdag 28 mei wordt een feestelijke dag, met diverse festiviteiten in en rondom de huis kamer van de Oosterparkwijk. Zondag 29 mei zet de vreugde zich voort in een samenkomst in de kerk aan de Dirk Huizingastraat, die begint om half tien. Bij Bosshardt is er voor iedereen die even op adem wil komen, om een praatje verlegen zit of gewoon zin heeft om even te komen buur ten. Aan het buurtcentrum zit ook een tweedehands kledingwinkel vast.
Jonel: “In onze flat wonen weinig kinderen, daarom wilde ik verhuizen.” Talitha: “Ja, hier wonen vooral oma’s en studenten. Saai!” Jonel: “Als jij er niet bent, heb ik niemand om mee te spelen.” Talitha: “Kom, we kruipen door het gat in de heg. Naar de speeltuin achter onze flat.” Jonel: “Er zitten grote jongens op het bankje. Dat vind ik eng.” Talitha: “Laten we in de boom klimmen.” Jonel: “Kijk, onze namen staan er nog steeds in. En die van Noah,
mijn zus. Zij zit altijd bovenin.” Talitha: “Ik krijg wel een natte kont zo. Laatst was ik ook al helemaal vies. Met mijn rubberbootje ging ik het water op, voor ons huis. Toen had ik zin om erin te springen.” Jonel: “Met de sneeuw was het ook leuk. Kon je zo met de slee van de helling afglijden.” Talitha: “En schaatsen!” Jonel: “Eigenlijk is de wijk best leuk. Al lopen er ook gekke mensen rond. Laatst vroeg een man of mijn vriendinnetje en ik verkering hadden.” Talitha: “Ieh! Later als ik groot ben, wil ik in een dorpje wonen. De flat is
te klein, mensen wonen hier te dicht op elkaar.” Jonel: “Later wil ik dichtbij het centrum wonen, zodat ik een kledingwinkel kan openen.” Talitha: “Ik wil zangeres worden, want ik hou van zingen. Of actrice; toneelspelen is ook leuk. En ik wil meedoen aan de Olympische Spelen, want ik heb elf zwemdiploma’s.” Jonel: “Ik zou nog een jonger broertje of zusje willen. Maar dat kan niet meer: mijn ouders zijn te oud.” Talitha: “Mijn grote droom? Ik zou willen vliegen!”
18
dossier met een kans
Tekst Hilde Duyx
Gladiolen voor moeder Als geboren Oosterparker kent Bram de Bloemenman het verhaal achter iedere voorbijganger. De buurt centraal is het motto van de kiosk waar hij de ‘rotzooi’ van de buurtbewoners verkoopt. Daarom wil hij niet op de foto. Een middagje buurten aan het Wielewaalplein, dat mag wel. Tekst Ellen weber beeld Jeroen van Kooten
“A
ls het gratis is, komen de Ooster parkers wel. Schooiers!” Al 23 jaar is Bram de bloemenman een vast gegeven van de Oosterparkwijk. Vanuit zijn ki osk groet hij toevallige passanten, hoort hij de verhalen aan van bezoekers van zijn winkeltje en neemt hij in een paar zinnen de wereld problematiek door. De aanloop valt vandaag wat tegen. Alle tijd dus om beklag te doen over de stedenbouwkundige ontwikkelingen aan het Wielewaalplein. De spraakwaterval is er zeker van: de gemeente en de vastgoed eigenaar hebben de buurtwinkeltjes bewust laten verpauperen, zodat de boel plat kon. Op de kale plek verrijst nu een woontoren. Ook Bram vreest de shovel. “De gemeente wil overal eenheidsworst van maken; mijn bloemenstal past niet in dat plaatje. De be drijfsleider van de Spar hiernaast had een te kening gekregen van de gemeente. Stond het nieuwe bushokje precies op de plek van mijn kiosk!” Gezwaai bij de brievenbus dempt een opkomende woede-uitbarsting. De grijsaard wijst op de twee gleuven. “Binnen Grunn’, welke kant is dat?” Bram kent iedereen, zo ook deze fietsenmaker. “Rechts, Sjors!” Fraude Gegniffel stijgt op uit de boekenhoek. Een jong stel vindt de handleiding voor een rijker seksleven, tussen de kinderboeken over Jaap en zijn eekhoorn. “Slechte seks maakt meer kapot dan armoede”, onderwijst de vijftiger. Trouwe klanten brengen lectuur, servies goed en zelfs bh’s, in ruil voor een lach en een dankjewel. En als ze geluk hebben een
bosje bloemen. “Als de plantenverkoop weer aantrekt, keil ik die rotzooi eruit. Dat is het voordeel: kleine ondernemers zijn flexibel.” Van de kou heeft Bram geen last. “Een mens kan veel hebben. Je moet niet direct mauwen en een uitkering aanvragen.” Het startsein voor een relaas over fraude. Uitkerings trekkers die een handeltje drijven, zijn een doorn in zijn oog. “Denk maar niet dat mijn concurrenten ook maar één cent belasting afdragen.” En als de hardwerkende onder nemer even niet oplet, verdwijnen er ook nog plantjes in de jaszakken van winkeldieven. Gladiolen Een bonkige man zwaait uit de Spar. Het is Ron. De kennis biedt Bram een voorverpakte sandwich aan. “Elke week koop ik gladiolen
voor mijn moeder!” Lachend schudt Bram zijn hoofd, zijn blauwe ogen twinkelen. “Die vent moet je niet geloven hoor.” Bram, opgegroeid in de Oosterparkwijk, kent het verhaal achter elke voorbijganger. “Mijn dochters zouden hier voor geen goud willen wonen, maar ik houd van deze gemêleerde buurt.” Alleen de import die zich opwerpt als redder van de wijk, terwijl hun kinderen elders naar school gaan, dáár kan hij niet tegen. “Ik heb een hekel aan mensen die zichzelf op de borst kloppen. Als ik dood ga, hoop ik dat mensen ontdekken: Goh, heeft Bram dat allemaal gedaan?” Een zwaaiende vrouw trekt zijn aandacht. “Bram, mijn auto wil niet starten. Help je me even?”
€ mln.
Buurtmonitor
In de Oosterparkwijk voelt 20% zich onveilig in de wijk klaagt 11% over drugsoverlast zegt 8%: jongeren veroorzaken overlast is 55% gehecht aan de buurt ervaart 90% de buurt als prettig. Bron: Buurtmonitor, 2009
geven Oosterparkers aan hun wijk. In het algemeen geven nederlanders hun buurt een 6,3. Bron: rapport Sociale Cohesie, 2009
quote
‘Nait stil stoan, moar veuroet goan. Is ‘t goud west? ’t Zel nog beter worden’ Bram de bloemenman zet liever de klant centraal: “Ik probeer mensen op te beuren. Dat werk doe ik op de achtergrond, daarom wil ik niet op de foto.”
Aldus heilssoldaat en ‘Grunnegse Mollebone’ Gerda, op haar website www.mienwebstee.nl
beeld Jelle Hoogendam
MENSEN ZIJN NET WOLVEN
4 vragen aan midas dekkers
Mensen zijn sociaal maar ook vol van eigen belang, zegt Midas Dekkers, auteur en bioloog. Hoe belangrijk is het om ergens bij te horen? “Van levensbelang! De mens is een sociale diersoort. Je hebt solitaire dieren, zoals tijgers. Die banjeren heel gelukkig in hun eentje rond in het bos. Maar een wolf in z’n eentje? Dat wordt niks. Die moet samenwerken om een karibu te vangen, want hij wil eigenlijk meer dan hij in z’n eentje aankan. Wij zijn net zo. Maar daar heb je meteen een probleem te pakken. Want als die wolven hun prooi eenmaal gevangen hebben, begint het egoïstische gevecht om de verdeling.”
groep. Mannetjesolifanten worden als ze twaalf jaar oud zijn uit de groep gezet, omdat olifanten in kuddes leven van vrouwen en hun jongen. Die mannetjes begrijpen er niets van als ze worden achtergelaten. Dat is echt hartverscheurend. En dan moeten ze ook nog eens aansluiting zien te vinden in een mannengroep, wat niet gemakkelijk gaat. Binnen de groep gaat het nog wel, maar één van de manieren om je verbonden te voelen met elkaar is om je als groep af te zetten tegen andere groepen en vreemden van buiten. Dat is bij de mens precies zo.”
Zijn wij net zo egoïstisch als die wolf?
Hoe ga je dan eenzaamheid te lijf?
“Ja. Evenwicht en samenwerking aan de ene kant, maar aan de andere kant opkomen voor je eigen belangen. Het blijft een gevecht. Ben je te vaak alleen, dan wil je graag bij een groep horen. Maar soms wil je graag in je eentje zijn terwijl je omringd bent door mensen. Dat heb ik vaak. Ik lijd aan veelzaamheid!”
“Dat is dus erg moeilijk. De maatschappij werkt niet mee, die laat mensen te vaak alleen. De enige troost die ik kan bieden is dat je echt pech hebt als je eenzaam bent. Je kunt er zelf niets aan doen. Wat is geluk? Dat je aangepast bent aan de omgeving om je heen, zo simpel is het. Maar niet iedereen heeft het karakter, de genen dus, om zich zo makkelijk aan te passen. Dat verander je niet zomaar. Wat te doen dus? Ga zelf op zoek naar mensen met wie je iets leuks kunt doen, bijvoorbeeld bij je in de buurt. Er zit niets anders op. Als de maatschappij jou niet zoekt, ga dan zelf op zoek!”
Geldt in de dierenwereld het gezegde ‘Beter een goede buur dan een verre vriend’ ook? “Zeker. Als een mannetjesaap bijvoorbeeld uit de groep wordt gezet, heeft hij veel moeite om aansluiting te vinden in een nieuwe
20
dossier met een kans
Hulp aan junks? Prima, maar niet in mijn straatje
beperking. Meest genoemde reden voor die antigevoelens: het is gewoon geen fijn idee. “Als buurtbewoners iemand uit de doelgroep voor zich zien staan, zien ze dat het ook gewoon om mensen gaat”, meent Diana Kroeze. Het liefst stuurt ze daarom al in een vroeg stadium aan op ontmoeting. Of, zoals een jongere van het Groningse Vast & Verder zelf zei: ‘Ik wil gewoon zélf vertellen dat ik een leuke buurjongen ben. Dan hoeft de buurt zich geen zorgen te maken.’
Het boze burenverzet Een rechtszaak werd het net niet, maar de komst van een woonvoorziening van het Leger des Heils in Groningen is voorlopig uitgesteld. Reden: verzet van boze buren. Zij riepen wat anderen denken: hulp bieden aan verslaafden? Prima! Maar niet in mijn straat. Hoe worden vijanden toch vrienden? Op bezoek in Servicecentrum Hoogeveen.
Lossere schroeven Onbekend maakt onbemind. Letterlijk. Niet zelden loopt het Leger op tegen verzet van omwonenden. Verslaafden helpen? Prima, maar niet in mijn straatje. Ze ‘lijden’ aan het NIMBY-syndroom: Not In My Back Yard (niet in mijn achtertuin). Jongste voorbeeld is de nieuwe locatie van Vast & Verder in de Groningse Moesstraat, een woonvoorziening voor dertig ex-criminele jongeren. Voorlopig uitgesteld, door protesten van de buren. Diana Kroeze, communicatieadviseur van het Leger des Heils in de noordelijke provincies, maakt het spanningsveld vaker mee. “Als ik de buurt al benader terwijl de komst van een vestiging nog onzeker is, is de kans groot dat het Leger
Illustratie Joep Bertrams
E
en inloop van daklozen onder een seniorenflat. Hoe verzin je het?! Dat dachten de bewoners aan het Beukemaplein in Hoogeveen ook in eerste instantie. De emoties liepen hoog op toen het Leger des Heils samen met de wethouder de plannen voor de komst van het Servicecentrum kwam ontvouwen. Een honk voor thuislozen, laagdrempelig, zodat ze eenmaal in contact met medewerkers van het Leger des Heils, gehol pen zouden kunnen worden aan zelfstandige woonruimte. Nobel, maar eng. Dus onveilig. De 82-jarige Jef, Amster dammer van oorsprong en bewoner van het complex, was uiteindelijk gerustgesteld bij de verzekering dat het niet om verslaafden ging. Maar zijn buren knepen tot een half jaar geleden nog de kat in het donker.
des Heils er helemáál niet komt. ‘Vestig je maar ergens an ders’, hoor je dan. Informeren we buren in een later stadium, dan hebben ze het idee dat je iets door hun strot duwt.” Hoewel Diana begrip heeft voor de reacties van buurtbe woners, stuit het haar soms ook tegen de borst. “Het gaat om ménsen. Ze hebben een steun in de rug nodig. Je moet eens weten hoe vernietigend het effect is van alleen
WAT IN groningen NIET LUKT, LUKTE WEL bij DE hoOgeveense buren
maar een krantenkop met woorden als ‘moordenaar’ en ‘verkrachter’. Dat zet hen meteen weer op achterstand.” Uit een flitspeiling in opdracht van het ministerie van VROM onder 913 respondenten blijkt dat mensen meer moeite hebben met de vestiging van dak- en thuislozen, alcohol- of drugsverslaafden en ex-gedetineerden, dan met de vesti ging van (ex-)psychiatrische patiënten en mensen met een
Buurtbarbecue Terug naar Hoogeveen. Want sinds het inloopcentrum daar een gegeven is, is alles koek en ei. Geen wanklank over overlast, weg met het onveilige gevoel. Janny Zijlstra, coör dinator van de inloop, zette vanaf het begin in op vertrou wen. Ze organiseerde een ‘etentje voor de buurt’, samen met cliënten. ‘Tijdens de maaltijd spoorde ik iedereen aan open en eerlijk te zijn. Heb je ergens last van? Trek aan de bel.’ Een jaar later heeft Janny nog geen klachten ontvangen. Integendeel. Afgelopen zomer organiseerde het Service centrum een buurtbarbecue waar zo’n honderd bezoekers op af kwamen. Ook Jef was van de partij. En hoe! Als hij op zeker moment de microfoon grijpt, uit hij, ook namens alle buren, met lovende woorden zijn blijdschap. “We hebben geaccepteerd dat het Servicecentrum er is en we hebben nooit enige vorm van overlast gehad. Bedankt dat jullie dit zo op poten hebben gezet.” Sjoelbak Die sfeer hangt in Hoogeveen nog steeds. Tegen twaalven loopt Piet (62) binnen, een van de vaste bezoekers. Stilletjes pakt hij een kopje koffie; je kunt je voorstellen dat bezoekers als Piet geen geluidsoverlast veroorzaken. Sinds een paar jaar werkt de zestiger niet meer in de haven van Rotterdam. “De grote stad verpaupert, daarom ben ik terug gegaan naar Hoogeveen.” Piet woont nu op kamers bij een ver familielid. Behalve de hond uitlaten heeft hij weinig te doen. Daarom komt hij in het Servicecentrum voor een praatje bij de sjoelbak. Jef maakt doorgaans geen gebruik van de voorziening, maar voor het interview met Kans komt hij even langs. Groot is zijn verbazing als hij zijn buurvrouwen ziet zitten, die gezel lig meedoen met de buurtbingo. Een initiatief van het Leger des Heils om eenzaamheid tegen te gaan. Jef, op fluister toon: “De felste tegenstanders strijden nu om bingoprijzen.”
s n o ij b Kom offie k e d p o
dossier met een kans
Hoe hard loopt u voor de buren? DE GROTE KANS BUREN-QUIZ
1
Groet u de buurman* als u hem tegenkomt op straat?
8
2
Weet u hoe hij heet?
9
3
Weet u wanneer hij jarig is?
BONUSPUNT
Heeft u zelfs van meer buren de huissleutel?
Staat hij bij u op de verjaardagskalender?
BONUSPUNT
Chauffeurt u de buurman naar een afspraak, bijvoorbeeld de dokter of het ziekenhuis?
4
Hebt u wel eens een ladder of heggenschaar van hem geleend?
BONUSPUNT
Is dat tenminste 1 keer per maand of vaker?
5
Veegt u in de herfst of winter zijn stoepje schoon?
6
Geeft u de planten water als hij op vakantie is?
7
Drinken jullie koffie bij elkaar?
BONUSPUNT
BONUSPUNT
3
10 4
11 12
Dicht bij de mensen, met warme betrokkenheid. Dat is het Leger des Heils. Met 48 korpsen en 10 ‘buitenposten’ midden in de steden en dorpen. En nu ook in steeds meer wijken met een Bij Bosshardt, de huiskamer van de buurt. Ook even langskomen? Kijk voor een ontmoetingsplek bij u in de buurt op www.legerdesheils.nl/in-de-buurt of bel 036 - 5398 134. Tegen inlevering van de tegoedbon ontvangt u bij één van onze locaties een gratis cd van de Amsterdam Staff Songsters.
Een loodje koffie in Den Helder
Even ’n baksie doen in Papendrecht
Verslaafd aan het zwarte goud in Amsterdam
Doet u boodschappen voor uw buurman als hij ziek is? Heeft u zijn huissleutel? Lekker leuten in Heerhugowaard
Kijken jullie het WK- of EK-voetbal bij elkaar in de tuin? Bakkie troost halen in Drachten
Organiseren jullie samen de buurtbarbecue?
Een bakkie pleur in Rotterdam
’n tas koffie opsjödde in Roermond
Eam’n ’n köpke koffie dreenk’n in Hengelo
Sterke bak drinken in Haarlem
* de buurman = onzijdig; als u alleen een buurvrouw heeft, bedoelen we met hem ook haar.
Is dat tenminste 1 keer per maand of vaker?
12 Keer ja U bent werkelijk een geweldige buur! Hebt u nog geen standbeeld? Dan verdient u ‘m meteen. Wat?! Knikte u ja? Minpuntje, de perfecte buur laat zich kenmerken door bescheidenheid, zelfs als hij gelauwerd wordt.
8Keer/11 ja
Uitslag
Dank u wel voor uw inzet. Wist u dat achter 3 van de 10 voordeuren eenzaamheid schuilt? Met uw burenliefde helpt u erger voorkomen.
4/7 Keer ja U bent niet voor niets gesteld op uw privacy. Dat mag, maar een klein gebaar kan voor een ander heel veel betekenen. Aandacht voor elkaar verdrijft afstand.
Effe rustig aan doen in Utrecht
0Keer/3ja U staat op het standpunt: Beter een verre vriend, dan een goede buur? Wat jammer, u moest eens weten hoe hard u de ander nodig kunt hebben als het erop aan komt.
Illustratie Jelle Hoogendam
22
Kom effe bij in Den Haag Een wolks bakske drinken in Den Bosch magazine van het Leger des Heils
19
maart 2011
“M
ijn eerste joint was op het schoolplein. Ik was 15 en er gebeurde heel wat met me. Wow, wat was dit lekker! Weliswaar kende ik een gelukkige jeugd, toch was ik een onzeker verlegen jochie. Als mijn moeder boodschappen deed – al was het in de winkel aan de overkant – wachtte ik bij de voordeur tot ze terugkwam. Het was veilig thuis; mijn ouders scheidden toen ik 9 was, maar daar had ik niet veel last van. Op de middelbare school was ik eerst meegaand. Maar in mijn onzekerheid deed ik graag mee met de stoere jongens. Zo werd ik van school gestuurd en ging ik van de ene LTS naar de andere. Ik volgde twee dagen per week de opleiding tot assistent-verkoopmedewerker en werkte daarnaast in een buurtwinkel. Het werk achter de toonbank was simpel. Net zo simpel als het achterover drukken van geld. Ik begon met vijf of tien gulden per dag, maar dat werd natuurlijk meer. Blowen kost wat.
Overval
Zijn vrouw Bianca stelde hem voor de keus: je gezin of je verslaving. Eltjo Bos koos voor het laatste. Hij scheidde, maar hertrouwde twee jaar later. Met Bianca. “Alcoholist blijf ik mijn leven lang.”
Het gokken kwam twee jaar later. In de koffieshop, met verkeerde vrienden. Ik haalde steeds meer geld uit de kassa, tot wel driehonderd gulden per dag. Toen ik thuis kwam te zitten, ging het bergafwaarts. Leende geld, stal fietsen, verkocht de videorecorder toen mijn moeder op vakantie was. Inbraken leverden niet genoeg op, dus pleegde ik een overval, meer dan eens. Zo liep ik uiteindelijk op twintigjarige leeftijd met een getrokken pistool door Groningen. Op een dag stonden er zeven politiewagens voor de deur.
Tekst Caroline Togni beeld Ruben Timman
Met getrokken pistool door de stad magazine van het Leger des Heils
maart 2011
Ook op verhaal komen achter deze mok? U kunt ‘m bestellen. Kijk daarvoor op de antwoordkaarten midden in dit blad.
Toen ik vrij kwam, kwam ik voor het eerst in aanraking met cocaïne. Als ik veel drank op had, werd ik fit van de coke. Inmiddels was ik 25 en maakte niks van mijn leven. Het was ikke ikke en de rest kon stikken. In die tijd liep ik ook weer met een pistool over straat; dat gaf een machtig gevoel.
Ik trok bij haar in; zo zou ik alles achterlaten. Dat viel tegen, de enveloppen van schuldeisers achtervolgden me. Ik kon, ondanks Bianca, mijn oude leven niet uitschakelen. Nuchter zijn ging niet, ik wilde niet voelen. Dan was ik niemand meer. Die spanning werd te groot. In 2005, na de zoveelste crisis, stelde Bianca mij voor de keus: je gezin of je verslaving. Ik koos het laatste, ik kon niet anders, zei ik. Zo zakte ik verder weg. Gescheiden, alleen in een caravan waar ik door mijn verslaving de kinderen niet meer mocht zien. Totaal mislukt. Op een nacht kreeg ik een droom. Mijn oma loopt op de wolken. Ze geeft mij een hand en zegt: ‘Ga met me mee, jongen. Zo gaat het niet goed met jou…’ In de verte zie ik een boerderij met van die speciale raampjes. Een paar dagen later kreeg ik van iemand een folder van ’t Lichtpunt, een evangelische instelling voor verslaafden. Bij het openslaan van de folder zag ik het meteen: een foto van die boerderij met de stalraampjes. Ik vertelde het Bianca, met wie ik nog contact had. Ik ga erheen en zorg dat het goed met me komt, zei ik haar.
Hertrouwd Daar liet God mij zien dat mijn leven anders moest, dat het anders kón. Het hoeft niet in één keer goed, ik mag elke dag opnieuw beginnen. Zo kwam ik terug bij Bianca. Ze gaf me het vertrouwen weer en in 2007 zijn we hertrouwd. Afgekickt van drugs en gokken, maar nog wel aan de alcohol. Via het Minnesota-project van het Leger des Heils – een zelfhulpgroep voor Anonieme Alcoholisten – heb ik geleerd te erkennen dat ik machteloos sta tegenover drankgebruik. Sinds januari vorig jaar drink ik geen druppel meer. Maar alcoholist blijf ik mijn leven lang. Iedere week bezoek ik de AA-bijeenkomst. Het is fijn dat ook Bianca naar een zelfhulpgroep gaat. Dat is het belangrijkste nu, dat we elkaar begrijpen. Ik kan geven. Dat heb ik nooit gedaan.”
Enveloppen Toen zag ik Bianca. Op de boot van Schiermonnikoog terug naar de wal. Ze was met haar zus op het eiland geweest. Wat doe jij hier, hoe is jouw leven? Daar hadden we het over tijdens die eerste ontmoeting. Ik vroeg haar telefoonnummer. We zagen elkaar snel weer en werden een stel. Ik vertelde haar niets over die andere Eltjo. Ze wist alleen dat ik wel eens blowde.
Open dag
Minnesota is een nieuwe project binnen ontwenningscentrum De Wending van het Leger des Heils. Op 19 maart - open dag voor de Zorg – kunnen bezoekers onder leiding van een gids een kijkje nemen in het onderkomen waar onlangs nieuwe afdelingen werden geopend. Adres: Hoenderloseweg 108, 7339 GK Ugchelen
magazine van het Leger des Heils
maart 2011
25
Wie bent u, als betrokken gever van het Leger des Heils? In deze rubriek geven we het woord aan de donateur. Zij vertelt, en o ja, ze heeft ook nog een vraag…
kernwoorden van Sjantal en Hans
Behulpzaam
Tekst Saskia Klaassen BEELD Ruben Timman
T
oen Sjantal klein was, gooide zij altijd het muntje in de collectebus van het Leger des Heils bij de Albert Heijn in Voorthuizen. Dan kreeg ze van de heilssoldaat een kleurplaat. Nu gaat ze niet meer mee naar de supermarkt maar ze ziet het Leger nog wel staan, als ze op weg is naar een van haar bijbaantjes bij het Kruitvat en een pizzeria. “Mijn ouders geven nog steeds, ook als ik er niet bij ben.” Sjantal doet een mbo-studie International Business Studies in Utrecht. Toen ze een werkstuk moest maken over een goede doelen organisatie, vroeg ze zich af: wie is eigenlijk de eigenaar van het Leger? “Van mijn nicht weet ik dat het Leger een grote
inlevend
organisatie is. Zij werkt er als maatschappelijk werkster in Utrecht en helpt gezinnen met problemen. Ik wilde wel meer weten.” Sjantal maakte een organogram en vergeleek de doelstellingen met een ‘gewoon’ bedrijf als Hennes & Maurits. “Daar is het doel winst maken, bij het Leger worden alle inkomsten gebruikt om andere mensen te helpen.” Sjantal omschrijft zichzelf als een luisteraar. Ze neemt niet snel het voortouw. “Ik wacht liever even, voordat ik het woord neem. Waarom? Dat weet ik niet, ik ben altijd zo geweest.” Behulpzaam is een andere belangrijke waarde. “Een vriendin van wie de ouders gaan scheiden, help ik verder. Dat zou ik zelf ook willen als ik er niet uitkom, dat een ander voor me klaarstaat.” Naast haar mbo-studie, twee bijbaantjes en het voetbalteam is er geen tijd voor vrijwilligerswerk. Ze koos voor de administratieve richting omdat het een brede studie is, waarmee ze straks alle kanten op kan. Vastomlijnde toekomstplannen heeft ze niet. “Nooit gehad. Klasgenootjes wilden juf worden of iets anders, ik wist het niet.” Kinderen, die wil ze wel. “Die zijn echt van jezelf.” Daarover heeft ze het, met haar vriend Nick. Maar dat is voor later. Waar ze nu blij van wordt? “Als anderen om me heen blij zijn.” Ze heeft snel door als iemand niet lekker in zijn vel zit. Een vriendin of een van de meiden uit het voetbalteam. “Als ze erover willen praten, ben ik er voor ze.” Maar niet iedereen heeft daar behoefte aan, weet ze. “Dan is het beter om de aandacht af te leiden en het over iets anders te hebben.”
‘Wie is de eigenaar van het Leger?’ Dit is Sjantal Riezebosch
Zij is 16 jaar Woont met haar ouders en broers (12 en 19) in Voorthuizen Maakt een werkstuk over het Leger des Heils
26
magazine van het Leger des Heils
maart 2011
sociaal
dienstbaar
saamhorig
“H
et Leger des Heils krijgt geregeld vragen van scholieren via de mail. Maar de vraag wie bij ons de baas is, werd niet eerder gesteld. Het antwoord is best ingewikkeld, want het Leger des Heils is bijzonder georganiseerd. We zijn zowel een kerk als een welzijns- en gezondheidszorgorganisatie, georganiseerd in een aantal verschillende stichtingen. Alle entiteiten zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden in het Leger des Heils, met uiteindelijk dezelfde opdracht en missie. Sinds 1 juni vorig jaar sta ik aan het hoofd van het Leger des Heils in Nederland. Op de baan als commandant kun je niet solliciteren. Een commandant wordt aangesteld door het Internationaal Hoofdkwartier in Londen. Dat bepaalt waaraan je als officier de grootste bijdrage kunt leveren. Dat kan bijzondere wendingen geven aan het leven van een luitenant-kolonel. Zo werd ik met mijn vrouw totaal onverwacht uitgezonden naar Papoea Nieuw-Guinea. Ook de benoeming tot hoofd van het Nederlandse Leger kwam als een verrassing. Het hoort erbij. Je weet dat als je wordt geroepen tot het officierschap, je je leven in handen legt van God. Eigenlijk is God de baas van het Leger des Heils. Het Leger wordt gemaakt door mensen en is er voor mensen, maar komt voort uit de liefde van God voor deze wereld. In januari kwam de Hoge Raad bijeen in Londen om een nieuwe wereldleider te kiezen. De Hoge Raad telt 109 commissioners en kolonels (57 vrouwen en 52 mannen), werkzaam in 123 landen. Commissioner Linda Bond is uiteindelijk gekozen, zij volgt de Engelsman generaal Shaw Clifton op. Hij was vijf jaar generaal van het internationale Leger des Heils. Voor veel mensen is het best verwarrend dat we zowel een kerk als een maatschappelijke- en gezondheidszorg organisatie zijn. Die juridische scheiding bestaat sinds 1988, omdat de overheid dat zo wilde. Een kerk kan geen subsidie krijgen, maar een welzijns- en gezondheidszorg organisatie komt wel in aanmerking voor ABWZ-gelden. Ook onze fondsenwerving brachten we in die tijd onder in een aparte stichting. Sinds de splitsing heeft de maatschappelijke tak van het Leger zich vergaand geprofessionaliseerd. Wat begon als vrijwilligerswerk vanuit de kerk, is nu een professionele welzijnsorganisatie.”
‘Eigenlijk is God de baas’
Dit is Hans van Vliet
Hij is 58 jaar Is commandant van het Leger des Heils in Nederland sinds juni 2010 magazine van het Leger des Heils
maart 2011
27
ES SAY
L
of der onaangepastheid. Zo heette het boek van Herman Milikowski dat verplichte kost was toen ik eind jaren zestig sociologie studeerde. Wilde je mensen onder aan de maat schappelijke ladder meer kansen geven, dan moest je om te begin nen respect opbrengen voor hun levenswijze. Milikowski’s gedachtegang stond haaks op de tot dan toe gangbare ideeën over ‘onmaatschappelijkheid’. Die kwamen erop neer dat de bovenklasse een ‘beschavingsopdracht’ had te vervullen: men sen uit achterbuurten moesten worden opgevoed zodat ze zich zouden aanpassen aan de burgerlijke normen van arbeidzaam heid, spaarzaamheid en huiselijkheid. Een hele reeks afgezanten van die zindelijke Hollandse fatsoenscultuur zag daarop toe: van meneer pastoor en de bezoekende ouderling tot de controleur van de werklozensteun en de inspectrice van de woningbouwvereni ging. Als die laatste constateerde dat ’s middags de bedden nog niet waren opgemaakt, zwaaide er wat. In de jaren zestig kwamen begrippen als ‘controle’, ‘inspectie’ en ‘aanpassing’ in een kwaad daglicht te staan. Waarom zou de ene cultuur beter zijn dan de andere? Ieder moest voortaan zelf maar uitma ken hoe hij wilde leven. Dat klonk progressief, maar was het dat ook? De praktijk kwam erop neer dat mensen die er niet in slaagden hun le ven behoorlijk op de rails te krijgen, aan hun lot werden overgelaten. Schizofreniepatiënten zwervend op straat waren op zichzelf aangewe zen omdat ze klaarblijkelijk ‘zo wilden leven’. Dat die levenswijze voortkwam uit hun ziekte beeld, werd verdoezeld. Hulpverleners verkoch ten hun terughoudende opstelling als het summum van tolerantie, maar in de praktijk kwam het vaak neer op onverschilligheid. Je hoort mij dan ook niet klagen dat het rad van verandering nu een nieuwe draai maakt. Controleurs en inspecteurs zijn weer volop actief in het leven van ‘mensen in achterstandssituaties’, zoals de onaangepasten tegenwoordig heten. Huismeesters en me dewerkers van de Sociale Dienst komen kijken hoe het achter de voordeur gaat. Gaan de kinderen wel naar school? Moet de jongen die daar zo stilletjes op de bank zit, niet aan het werk? Zijn er te kenen van verwaarlozing en verslaving? Nog niet zo lang geleden zou het een schandelijke schending van de privacy zijn geweest om deze vragen alleen al te stellen. Ook in andere opzichten geeft de overheid in haar beleid ten op zichte van ‘onaangepaste’ mensen blijk van een hardere opstelling. Wat vroeger ‘gedoogd’ werd, wordt nu niet meer gepikt. Wie sjoe melt met zijn uitkering, wordt hard aangepakt. Wie hulpverleners hindert bij hun werk, krijgt te maken met supersnelrecht en hoge strafeisen. En wie naar Nederland komt maar ten enen male wei gert zich aan te passen aan hier geldende normen en gebruiken, kan niet meer op stilzwijgende adhesie rekenen. Zo is bijna drie
kwart van de Nederlandse bevolking vóór een boerkaverbod. Deze ontwikkeling wordt nogal eens beschreven als een ‘ruk naar rechts’. Voor je het weet “gaat het de verkeerde kant op”. Vergelij kingen met de opkomst van het fascisme in de jaren ’30 zijn niet van de lucht. Voor mij is dit soort bezwaren moeilijk te begrijpen. Ik houd er al mijn hele leven linkse denkbeelden op na en ben juist blij met dit nieuwe realisme. Betekent dit dat ik nu van m’n geloof gevallen ben? Integendeel. Juist omdat ik sociaal denkend ben verwelkom ik de straffere benadering. Het is goed dat ‘onaangepasten’ niet meer aan hun lot worden overgelaten. Het is goed dat daders snel en stevig worden bestraft. Het is goed dat er meer aandacht is voor slachtoffers van normoverschrijdend gedrag. In de jaren ’60 klonk het nog progressief om de Lof der onaangepastheid te zingen. Nu weten we beter. Wat hebben de afgelopen decennia ons geleerd? Dat maatschap pelijk onaangepasten niet een homogene groep vormen van zie lige mensen die alleen maar gediend zijn met ons begrip en onze toegeeflijkheid. Onaange pastheid is te lang gezien als een individuele levensstijl, een soort hobby die je kunt beoefe nen zonder dat anderen er last van hebben. Het is ook vaak een vorm van hufterigheid, die een negatieve invloed heeft op de kwaliteit en de veiligheid van de openbare ruimte en het open baar vervoer. En wie zijn degenen die het meeste te lijden hebben van die verhuftering? Dat zijn de zwak sten in de samenleving, degenen die zich niet kunnen terugtrekken in hun particuliere woning en eigen auto. Dat zijn de mensen die fietsen of lopen en de tram nemen; die in gehorige huurhuizen wonen. Degenen dus voor wie we horen op te komen, of we ons nu links of christelijk noemen. Daarmee is nog niet alles gezegd. Ook hufters en andere onaange pasten zelf zijn gediend met een harde hand. Onaangepastheid is in veel gevallen immers helemaal niet het resultaat van een eigen keuze, zoals Milikowski in zijn onschuld meende. Vaak is er juist sprake van afglijden naar een leven dat je niet had gewild. Daarom getuigt het van compassie als de samenleving zich daar niet bij neerlegt en grenzen stelt. Als ik terugkijk naar het midden van de vorige eeuw, zeg ik: het ging met vallen en opstaan, met rare schokken en tijdelijke over drijving, maar het is per saldo de goede kant op gegaan. Mensen die buiten de boot van het normale burgermansleven vallen, krij gen hulp en begeleiding, zo nodig met drang en dwang, maar niet meer op de betuttelende en bevoogdende manier van vroeger. De grenzen die nu worden gesteld, gelden niet de onaangepastheid zelf, maar de last en de schade die ermee wordt veroorzaakt. Last en schade voor de omgeving, maar ook voor de betrokkene zelf.
Foto ANP
‘Juist omdat ik sociaal denkend ben verwelkom ik de straffere benadering’
zero tolerance De sociale panelen van Nederland verschuiven. Gedogen is uit, lik-op-stuk is 2011. Wat betekent die verandering voor de groep mensen voor wie het Leger des Heils zich inzet? Herman Vuijsje, onafhankelijk journalist, editor en schrijver van onder andere Pelgrim zonder god, boog zich over deze vraag.
28
magazine van het Leger des Heils
maart 2011
magazine van het Leger des Heils
maart 2011
29
COLOFON
Vlak voor Kerst ruilden de majoors Fred en Anja Nieuwland het koude Nederland in voor het warme en vooral arme Suriname. Geroepen om te helpen. Met de kerk als basis geven ze voortgang aan bestaande projecten. Kans wilde weten: wat heeft de meeste prioriteit? Een kijkje in de – krakkemikkige – keuken van Paramaribo.
Waterzuiveraar Elke dinsdag ontvangen Fred en Anja zo’n tachtig ouderen voor de seniorenmorgen. Sommigen maken een lange voetreis, anderen wachten meer dan een uur op de bus om samen te kunnen bidden en zingen. Fred: “Willen we hen thee of stroop (aanlenglimonade) aanbieden, dan moeten we dat schuldig blijven. De kerk heeft een oude, vieze keuken. Voor het water heb je een filter nodig. Het zit vol beestjes en zand, dat kun je zo niet drinken. De keuken heeft urgentie, inclusief een waterzuiveraar.”
Stoelen en bedden Ramoth is een tehuis waar dertig kinderen wonen. Mirilva (11) woont er sinds kort. Ze komt uit de buurt van Brokopondo, haar moeder had geen geld om haar naar school te sturen. Anja heeft als adjunct-directeur van het tehuis een plaatsje op een school weten te regelen. “Er is in Ramoth veel nodig. Niet alleen kleding, maar ook meubels en keukenspullen. Je weet gewoon niet waar je moet beginnen. Er zijn onlangs
nieuwe wc’s gebouwd. Maar het meubilair in de eetzaal en de bedden van de kinderen zijn oud en versleten. Het deksel van de vriezer is eraf.”
Fiets
Territoriaal Commandant
Na zes weken in Paramaribo hebben Fred en Anja beiden een fiets gekocht. Een dag later is een van de twee gestolen. Balen! Anja: “De fiets is onmisbaar om huisbezoeken af te leggen. Inmiddels heeft de politie ‘m weer gevonden. We waren ontzettend blij!” Dus gauw nog even naar huize Emma gependeld, een bejaardenhuis waar het Leger al 63 jaar ‘zetelt’. Mevrouw Cornielje Arietja woont er in een één-persoonsappartementje. Ze wilde niet meer bij haar dochter wonen, kon de ruzies niet verdragen. Door de liefde en rust die ze in ‘Emma’ geniet, straalt ze weer. Binnenkort komt een groep heilssoldaten uit Canada het huis grondig renoveren. “Op eigen kosten, want zelfs voor een wasmachine is geen geld.”
Hans van Vliet
Hoofdredactie Will van Heugten
Coördinatie /eindredactie Irene Belkum
Redactie Margreet Kramer-Schutte Harm van Teijlingen, Wim Kanis, Jurjen Sietsema
Concept /eindredactie
Sommige lezers van Kans raken geïnspireerd door de inhoud van het blad. Zo ook donateur Petra Hermans uit Berkel - Enschot. Ze schreef een gedicht naar aanleiding van het verhaal van Helmut Molsbeck (Kans 5, december 2010), die dankzij het team Vermiste Personen van het Leger des Heils zich kon verzoenen met zijn vader en zus.
Vergeven. Vergeven is ook Energie weggeven, Die je angstvallig, Zelfs gewoontegetrouw Als vanzelfsprekend, bijna, Maar vooral boosaardig
Leger opent eigen winkel Dubbel goed doel. In Amsterdam Zuid-Oost opende het Leger des Heils onlangs een 50|50 STORE. Een winkel voor nieuwe en tweedehands (merk)kleding, gerund door cliënten van het Leger des Heils, samen met professionele verkopers. De 50I50 STORE is de eerste van een aantal winkels die het Leger des Heils in Nederland van plan is te openen. Doel: mensen waarde geven en een plek om hun leven weer in structuur te krijgen. Cliënten die voor de 50I50 STORE in Amsterdam ZuidOost werken, sorteren bijvoorbeeld de kleding en etaleren de winkel. Zo doen ze werkervaring op en hebben ze straks meer kans op een baan.
Maters & Hermsen Journalistiek, Fred Hermsen, Galiëne Gerritsen
Teksten /vormgeving Maters & Hermsen Journalistiek, Maters & Hermsen Vormgeving
Lithografie /druk
Leger des Heils, t.a.v. redactie Kans postbus 3006, 1300 EH, Almere.
[email protected] www.legerdesheils.nl
Hoezo Suriname? 70% van de ruim 500.000 Surinamers leeft in armoede. 15% heeft minder dan 1,25 dollar per dag te besteden. Het Leger des Heils is actief in 123 landen. Met ontwikkelingsland Suriname bestaan van oudsher goede banden.
30
magazine van het Leger des Heils
maart 2011
In 2009 steunde Nederland Suriname met ruim 57 miljoen euro. Dit kabinet schrapt 20% van alle ontwikkelingsuitgaven (5 miljard euro). Budgetten van hulporganisaties worden met bijna 40% gekort (van 576 naar 375 miljoen).
Tekst Maureen Land
Geef ook! Wilt u ons helpen? Stort uw gift op bankrekening 70.70.70.171 of word donateur. Kijk daarvoor op www.legerdesheils.nl onder het kopje ik wil helpen. Of bel: 036 53 98 134
Onlangs keurde het Nederlands Dagblad diverse dagboeken op leesbaarheid, creativiteit, betrouwbaarheid, theologie en originaliteit. Het dagboekje Dag in dag uit, waarvan het Leger des Heils een van de initiatiefnemers is, kwam als beste uit de bus. Pluspunt: korte, kernachtige meditaties, goed geschreven, zonder pretenties. Met ruimte voor eigen bespiegeling. Aldus de jury. 365 dagen met over denkingen die tot nadenken stemmen, bemoedigen, vertroosten en het Woord van God te laten spreken. Bestellen? Gebruik de antwoordkaart uit dit blad. Dag in dag uit kost € 3,inclusief verzendkosten.
Vasthield, tot een breekpunt Van inzicht en mededogen;
Mark Boon, Senefelder Misset Doetinchem
Reageren?
DAG IN DAG UIT
Zie je, dat je jezelf Bijna al die tijd, had voorgelogen.
Gratis
Schrijf u in voor de Heldenrace op zondag 10 juli in het Amsterdamse bos en ontvang een Leger des Heils-zweetbandje cadeau. Ga naar www.heldenrace.nl en schrijf u meteen in.
€ 10.500.000
Met een stoel is Suriname al geholpen
Kans is een uitgave van Stichting Leger des Heils Fondsenwerving, bestemd voor donateurs en andere betrokken gevers. Onze activiteiten worden voor circa 90 procent bekostigd via overheidsregelingen. De gelden kunnen alleen worden besteed aan doelen die de overheid aanwijst. Verder betaalt een aantal cliënten een eigen bijdrage. Er zijn echter nog steeds mensen die buiten de boot vallen. Het Leger des Heils blijft daarom zoeken naar nieuwe vormen van hulpverlening, in aanvulling op het Nederlandse zorgstelsel. Omdat deze projecten (nog) niet binnen de subsidieregels vallen, zijn wij afhankelijk van donaties, giften en nalatenschappen. Dit magazine geeft donateurs en relaties die de organisatie steunen een gevarieerd, maatschappelijk relevant, hedendaags en zinvol beeld van het Leger des Heils. Het blad wil een relevante kennisbron zijn over maatschappelijke issues waarmee het Leger zich bezig houdt. Het laat ook zien dat het Leger zijn beloften inlost: er onvoorwaardelijk zijn voor mensen zonder vangnet, geïnspireerd door het christelijk geloof.
magazine van het Leger des Heils
ontving het Leger des Heils vorig jaar aan legaten en nalatenschappen. Daarmee konden we onder andere dak- en thuislozen van maaltijden voorzien. Ook uw zorgen uit handen geven over uw testament? Stuur de antwoordkaart op middenin dit blad om meer informatie te krijgen over nalatenschappen.
maart 2011
31
In elke Kans vertellen de mensen van de voorkant hier de achtergrond van hun verhaal.
Zeventien maanden zat George (42) in de cel van Penitentiaire Inrichting Ter Apel. Dankzij hulp van het Leger des Heils kreeg zijn leven weer richting toen hij vrij kwam. Sinds kort leert hij lezen en schrijven. Tekst Galiëne Gerritsen Beeld Merlijn Doomernik
George kan nu zijn eigen naam schrijven
Per dag dronk George twee flessen whisky. Om de stemmen in zijn hoofd eronder te houden en nachtmerries te vergeten. Van zijn 17e tot z’n 22e was hij soldaat in de burgeroorlog van Liberia. Teveel gezien en daardoor te zwaar belast. “Toen mijn moeder voor mijn ogen doodgeschoten werd, ben ik gevlucht naar Nederland.” Dat was in 1994. Meer dan eens klopte hij aan voor hulp, maar niemand luisterde écht naar zijn verhaal. Door een aantal onfortuinlijke gebeurtenissen kwam George in aanraking met de politie. Vanaf die dag volgde elke handeling de ander snel op. Hij werd opgepakt, veroordeeld en zeventien maanden vastgezet. In de cel is de dag zo lang als een maand. George voelde zich ‘niemand’. Kort voordat hij zou vrijkomen kwam hij in contact met Prison Gate Office (PGO), een initiatief van het Leger des Heils, opgezet in samenwerking met Penitentiaire Inrichting Veenhuizen. Ze regelden huisvesting in de Breehof, een 24-uursvoorziening, waar George dezelfde dag dat hij uit de gevangenis kwam, terecht kon. “Het is moeilijk in balans te komen als je vastgezeten hebt. De dag dat ik vrij kwam, sloeg ik een kruis, keek naar de wolken en zei: “God, dit wil ik nooit meer.” George kreeg hulp bij schuldsanering, traumaverwerking en het verlengen van zijn verblijfsvergunning. “Ik woon nu in een tijdelijke woonvoorziening van het Leger des Heils. Een huis waar ieder z’n eigen problemen heeft. Als er conflicten zijn, doe ik de deur dicht. Ik wil geen problemen meer, ik wil vooruit denken.” Als hij met Nederlandse les klaar is, wil hij werken. Maakt niet uit wat, als hij zelf zijn pinpas maar kan gebruiken. “Doordat ik nooit onderwijs heb gehad, kan ik niet lezen en schrijven. Een boek is nieuw voor mij, maar ook sms’en, internetten, een brief lezen. Nu ik naar school ga, tel ik mee.”