Geodata over de grens heen
Een (in)zicht in het geolandschap in de Benelux ten behoeve van de grensoverschrijdende samenwerking
SECRETARIAAT-GENERAAL SECRÉTARIAT GÉNÉRAL
3
WOORD VOORAF Beste lezer, Wellicht herkent u volgende situatie …. U wilt starten met een grensoverschrijdend project waarbij ruimtelijke informatie belangrijk is, bijvoorbeeld over veiligheid, natuur, water, verkeer, bedrijventerreinen enz. Daarbij wenst u gebruik te maken van digitale geodata om dit alles efficiënt te laten verlopen en goede resultaten te boeken. Maar dan duiken allerlei vragen op. “Welke geodata heb ik precies nodig? Waar kan ik deze in het ene en in het andere land vinden? Zijn deze ook de meest geschikte voor mijn project? Zijn ze actueel genoeg? Kan ik ze gemakkelijk bekomen? Zijn ze gratis of moeten rechten worden betaald? Kan ik de geodata over de grens heen combineren en waar moet ik dan op letten? ...” Bijna alle grensoverschrijdende projecten die geodata gebruiken, botsen op dit type vragen. Om u hierbij een helpende hand te bieden, ontwikkelde het Secretariaat-Generaal van de Benelux-Unie, samen met de partners van de Stuurgroep Geosamenwerking Benelux, deze brochure. Ze gidst geïnteresseerden en gebruikers op vlotte wijze door een aantal stappen heen. Gespecialiseerd technisch jargon, eigen aan deze vakwereld, wordt zo veel mogelijk vermeden of, indien nodig, helder uitgelegd. Hiermee willen het Secretariaat-Generaal en de partners ervoor zorgen dat de grensoverschrijdende geosamenwerking soepeler kan verlopen. Zo kunt u meer tijd en middelen vrijmaken en de focus houden op de eigenlijke inhoud van het project zelf. We wensen u hierbij veel succes toe!
Dr. Jan P.R.M. van Laarhoven, Secretaris-generaal Benelux-Unie
4
1. Inleiding Bijna alle Benelux-ministers, bevoegd voor digitale geo-informatie, ondertekenden een Memorandum of Understanding waarin ze onder meer afspraken om de grensoverschrijdende samenwerking die gebruik maakt van digitale geodata, zo gemakkelijk mogelijk te maken. Deze brochure heeft tot doel de grensoverschrijdende geosamenwerking te ondersteunen door het aanbieden van nuttige informatie voor betrokkenen bij grensoverschrijdende projecten, die echter niet vertrouwd zijn met het eigen jargon van geospecialisten. Deze informatie wordt aangeboden op een zo toegankelijk en begrijpelijk mogelijke manier. De INSPIRE-richtlijn geeft een belangrijke impuls op dit vlak. Deze Europese richtlijn verplicht de landen hun geodata te harmoniseren volgens een gemeenschappelijk model en daarmee de internationale samenwerking met geodata te vergemakkelijken.
Om ervoor te zorgen dat binnen de Europese Unie geografische data gemakkelijk kunnen gevonden en uitgewisseld worden, werd op 15 mei 2007 de INSPIRE-richtlijn van kracht. ‘INSPIRE’ staat voor ‘Infrastructure for Spatial InfoRmation in the European Community’. Met deze richtlijn schept de Europese Commissie een kader waarbij een Europese Geografische Data Infrastructuur wordt opgericht ten behoeve van het gemeenschappelijk milieubeleid of het beleid met een directe of indirecte impact op het milieu. De omzetting van deze INSPIRE-richtlijn brengt belangrijke veranderingen mee in de geografische datastructuur in de landen. Deze geografische datastructuur wordt stelselmatig ‘INSPIRE-conform’ gemaakt. De implementatie verloopt tussen 2010 en 2020, wanneer de omzetting afgerond moet zijn.
Door de vooropgestelde aanpassingen van de nationale geografische datastructuur zal het voor grensoverschrijdende samenwerkingsverbanden eenvoudiger en goedkoper worden om geodata over de grens heen uit te wisselen en te combineren. Vandaag zijn we echter nog niet zo ver. Het implementatieproces is nog in volle gang. Ondertussen … moet men niet wachten tot de INSPIRE-richtlijn in alle landen volledig is omgezet, om aan grensoverschrijdende geosamenwerking te doen. Deze brochure beschrijft de mogelijkheden voor grensoverschrijdende geosamenwerking (begin 2013) en geeft een beeld van wat men in de toekomst zal kunnen verwachten.
5
2. G rensoverschrijdende samenwerking en geodata: een stap-voor-stapbenadering Om grensoverschrijdende samenwerking mogelijk te maken, is inzicht in en beschikbaarheid en combineerbaarheid van de geodata aan beide zijden van de grenzen noodzakelijk. Deze brochure wil daarbij helpen. We vertrekken daarbij van de volgende stappen: Stap 1: Welke geodata heeft een project nodig? (Vraagverduidelijking) Stap 2: ‘Where is the meat?’ Het vinden van de gewenste geodata. (Inzichtelijkheid) Stap 3: Welke geodata zijn beschikbaar en zijn deze geschikt voor mijn project? (Beschikbaarheid) Stap 4: Het verwerven van deze geodata en onder welke voorwaarden? Stap 5: Het combineren van deze geodata over de grens heen. (Interoperabiliteit)
Stap 1: Welke geodata heeft een project nodig? (Vraagverduidelijking) Alvorens de zoektocht naar geodata te starten, moet men goed nagaan welke data men precies zoekt. Het aanbod aan geodata is vrij uitgebreid en zonder goede scopebepaling dreigt men de weg kwijt te raken. We vertrekken hierbij van de concrete grensoverschrijdende praktijk: een viertal praktijksituaties uit grensoverschrijdende projecten illustreren de behoefte aan geodata. Het is belangrijk dergelijke lijst ook voor uw project op te stellen. We maken een onderscheid tussen enerzijds de generieke geodata, gemeenschappelijke geodata noodzakelijk voor verschillende toepassingen, en anderzijds de vakgebonden geodata die specifiek voor uw project en uw vakgebied worden gebruikt. Voor de eerste categorie moet men een beroep doen op centrale gegevensbronnen. Voor de tweede categorie zijn de projectpartners meestal zelf de bron: deze data worden geproduceerd door vakspecialisten. De vakgebonden geodata worden meestal geënt op de generieke geodata.
Praktijksituatie 1: Grensoverschrijdende regionale economie en bedrijventerreinen Voor een grensoverschrijdend project met betrekking tot Regionale Economie en Bedrijventerreinen wensen de initiatiefnemers een grensoverschrijdende website te bouwen, waarbij potentiële investeerders op een vlotte manier informatie kunnen bekomen. Meer bepaald wensen ze voor een bepaald grensoverschrijdend projectgebied via geoapplicaties informatie beschikbaar te stellen over de ligging, de bezetting, de ontsluiting en de reserves van de bedrijventerreinen. Daarnaast willen ze ook tot op kavelniveau relevante informatie aanbieden. Ze wensen ook informatie over de ligging en beschikbaarheid van bedrijfsvastgoed en over de aanwezige bedrijven, gekoppeld aan genoemde kavels, aan te bieden. Naast de specifieke vakinhoudelijke informatie hebben de initiatiefnemers behoefte aan algemenere geodata aan beide zijden van de grens.
6
Ze komen tot het volgende lijstje van geodata:
Vraagfiche grensoverschrijdende regionale economie en bedrijventerreinen Generieke geodata • Topografie: grensoverschrijdend op elkaar aansluitend, in meerdere schaalniveaus 1:1000 – 1:50000, voldoende actueel • Luchtfoto’s: grensoverschrijdend op elkaar aansluitend, voldoende actueel (eventueel satellietbeelden) • Administratieve eenheden: landen, provincies, regio’s, arrondissementen, stadsgewesten, gemeenten • Percelen met oppervlakte, bezetting, beschikbaarheid, eigendomssituatie, concessies, juridische status, verwervingsvoorwaarden • Kadastrale percelen (worden gebruikt om percelen op te positioneren …) • Beleidsplannen: ruimtelijke ordening, milieu (en milieuzonering), natuurbeleid, waterbeleid,… • Infrastructuur & bereikbaarheid van de bedrijventerreinen Specifieke vakgebonden geodata • Bedrijventerreinen met bezettingsgraad, reserves enz.: ligging, contouren • aanwezige bedrijfstakken, omgevingskenmerken aanpalende zones • Bedrijvenregister met per kavel informatie over het gevestigde bedrijf inclusief bedrijfscode (NACE).
Bron: ‘The Locator’
7
Praktijksituatie 2: Een Grenspark behoeft geodata Initiatiefnemers voor het Grenspark ˮDe Zoom-Kalmthoutse Heideˮ hebben een gezamenlijke taak voor het beheer van een grensoverschrijdend natuurgebied. Hun activiteiten omvatten zowel beleidstaken als het dagelijkse beheer van het Grenspark. Voor het beleidswerk staan ze in voor het samenbrengen van het langetermijnbeleid (Natura 2000) in het Grenspark, Nederland en Vlaanderen. Daarbij gaat het om diverse vragen: Welk type natuur op welke plaats? Hoe past dit met de andere ruimtelijke claims? Deze beleidskeuzen worden per land vastgelegd in de Natura 2000-doelstellingen en nadien vervat in een grensoverschrijdend beleidsplan. Daarvoor is heel wat geografische informatie nodig. Voor het dagelijks management, beheer en de evaluatie van het beheer moet het Grenspark eveneens kunnen beschikken over de nodige geodata. Deze moeten dienen als basis voor het opstellen van beheersplannen waarin naast natuurbeheer en recreatie, onder meer ook veiligheid en brandbestrijding een plaats krijgen. Ze komen voor het Grenspark en de omgeving tot het volgende lijstje van nodige geodata aan beide zijden van de grens.
Vraagfiche grensoverschrijdende natuur Generieke geodata • Basiskaart • Topografie (1/5000 tot 1/100.000) met inbegrip van de hoogtelijnen • Bodemkaart • Het reële bodemgebruik • Waterlopen • Beleids- en Beschermingcategorieën: ruimtelijke ordeningsplannen & Natura 2000-plannen • Eigendomssituatie • Administratieve eenheden (gemeentegrenzen,…) • Verkeersinfrastructuur, wegennet Specifieke vakgebonden geodata • Risicokaart m.b.t. natuurbranden1 • De vegetatie in het Grenspark en de evolutie ervan • Beheerscategorieën
Bron: Grenspark ‘De Zoom-Kalmthoutse Heide’ 1
it is een kaart met de vegetatie-eenheden, bebouwing, toegankelijkheid en watervoorziening. De analyse levert een risicokaart D op met gebieden die groen, oranje of rood kleuren al naargelang van het risico.
8
Praktijksituatie 3: Grensoverschrijdend wegverkeer De initiatiefnemers staan in voor het ondersteunen van een gewenst verkeersbeleid via verkeersstudies, het formuleren van voorstellen voor de gewenste verkeersinfrastructuur, enzovoort. Daarnaast staan ze in voor het verspreiden van verkeersinformatie, operationeel verkeersbeheer en incidentmanagement op het hoofdwegennet. Tot dat laatste hoort ook het grensoverschrijdend verkeersmanagement, waarbij ze via dynamische verkeersleiding moeten kunnen inspelen op files, ongevallen en wegwerkzaamheden die betrekking hebben op de transnationale verkeersstroom. Hiertoe willen ze kunnen beschikken over digitale gegevens van de partners. Zo kunnen ze in eerste instantie het beleid inzake grensoverschrijdend verkeer en de effecten ervan beter onderbouwen en het dagelijks verkeersmanagement over de grens heen beter ondersteunen. Op termijn dromen ze ervan dat een grensoverschrijdend verkeersmodel grensoverschrijdende verkeerssimulaties mogelijk zou maken. Ze komen tot het volgende lijstje nodige generieke geodata voor beide zijden van de grens (in volgorde van dalende prioriteit).
Vraagfiche grensoverschrijdend verkeer Generieke geodata • Topografie • Nederzettingen en plaatsaanduidingen • Wegennetwerk, inclusief perfecte aansluiting aan de grenzen • Infrastructuurnetwerk: ligging, de uitrusting en de beleidsstatus van de onderdelen van het netwerk • Lokale naamgeving en categorisering van de wegen • Ruimtelijke ordeningsplannen Specifieke vakgebonden geodata • Posities van verkeerssturingstelematica • Ruwe verkeersdata (telgegevens, detecties…) • Geïnterpreteerde verkeersdata (files, ongevallen, wegwerkzaamheden
) • Monitoringsgegevens verkeerssturingstelematica • Verkeerssimulaties en –prognoses
Praktijksituatie 4: Grensoverschrijdende risico’s De initiatiefnemers wensen door samenwerking een betere beheersing van veiligheidsrisico’s te realiseren. Daarvoor is behoefte aan grensoverschrijdende geodata. Voor het beleid gericht op het beheersen van de veiligheidsrisico’s hebben de initiatiefnemers behoefte aan geodata over de mogelijke risicobronnen, de ruimtelijke veiligheidsperimeters. Met het oog op doeltreffende noodplanning in “vredestijd” en succesvolle crisisinterventie in het geval van een catastrofe wil men via goede geodata zicht hebben op de geografische situering van de gevaarlijke sites en de mogelijk aanpak van een incident: verspreiding (bijvoorbeeld in het geval van een gaswolk), de gemeenten en de bevolkingsaantallen die ‘geraakt’ worden, de hulpdiensten die moeten worden ingeschakeld, de bereikbaarheid voor de hulpdiensten,… evacuatieplannen,…
9
Ze komen tot het volgende lijstje:
Vraagfiche grensoverschrijdende crisiskaarten Generieke geodata • Topografie • Administratieve eenheden (gemeenten, deelgemeenten, …) • Bevolkingsaantallen • Waterlopen en nadere gegevens (snelheid, …) • Verkeersinfrastructuur Specifieke vakgebonden geodata • Risicobronnen • Installaties en activiteiten (Sevesobedrijven, nucleaire sites, springstoffen, andere …) • Locatie, aard, grootte, beleidsstatus, hoeveelheid en type stoffen • Contactgegevens (contactpunt nijverheid, veiligheidsmanager …) • Betrokken hulpdiensten en crisisbeheerders • Evacuatieplannen • Beleidscategorieën (risicoperimeters, theoretische en huidige risicozones,
) • … De voorkeur gaat uit naar vectoriële data. Een goede koppeling van data (administratieve, plannen…) aan de geografische data is belangrijk. Het is belangrijk dat format en projectiesystemen gespecificeerd zijn. Ook geldigheidsduur en update dienen te worden gespecificeerd.
Bron: FOD Binnenlandse Zaken / SPF Intérieur
10
Stap 2: ‘Where is the meat?’ Het vinden van de gewenste geodata (Inzichtelijkheid) Zodra men heeft bepaald welke data nodig zijn voor het project, komt het eropaan deze ook te vinden. Uiteraard contacteert men de vakgenoten aan de andere kant van de grens. Zij zijn meestal wel in staat u te helpen met de specifieke vakgebonden data die u nodig heeft voor uw informatie. Maar daarnaast blijft er behoefte aan generieke geodata voor uw project. Wie zijn de belangrijkste dataleveranciers? Hoe kan ik ze bereiken? Wat leveren ze? Voor de ‘binnenlandse bronnen’ zal dit meestal geen onoverkomelijke problemen scheppen. Voor het buurland is dit echter minder evident: de organisatie ziet er soms verrassend anders uit dan in het eigen land! Hieronder vindt u een overzicht van de belangrijkste centrale leveranciers van generieke digitale geoinformatie in de Benelux. Deze centrale leveranciers van geodata hanteren een soort catalogus, de zogenaamde ‘metadata’. Deze metadata helpen de gebruikers om wegwijs te raken in het ruime aanbod aan Geodata.2 Dataleveranciers In Nederland De voorziening “Publieke Dienstverlening Op de Kaart (PDOK)” is een samenwerkingsverband van verschillende partnerorganisaties. De partners zijn op dit moment: • Ministerie van Infrastructuur en Milieu • Kadaster • Rijkswaterstaat • Ministerie van Economische Zaken • Geonovum De meeste generieke data vindt men terug via PDOK In België Federaal: Nationaal Geografisch Instituut Federaal: Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie (AAPD)
In Vlaanderen: Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
In Brussel: Centrum voor Informatica Brussels Gewest
2
Hoe te bereiken? geoportalen www.nationaalgeoregister.nl www.pdok.nl (inclusief nationaal INSPIRE-loket) www.kadaster.nl www.ruimtelijkeplannen.nl www.bag.vrom.nl
www.ngi.be CadGIS-viewer De link naar de viewer “Grand Public” volstaat: http://ccff02.minfin.fgov.be/cadgisweb/ • Opzoeken van metadata: via knop “Zoeken in catalogus” • Bekijken van data: de viewer geeft alle lagen van het kadastraal percelenplan weer • Downloaden van data: rechtstreeks downloaden kan niet, maar aanvragen van data gaat wel via de knop “Aanvraag data” e-mail:
[email protected] www.agiv.be Opzoeken van data: http://metadata.agiv.be/ Data bekijken: http://geo-vlaanderen.agiv.be/ Data downloaden: http://download.agiv.be/ en http://giraf.agiv.be/ Toekomstig Vlaams geoportaal (in opbouw – zal op termijn alle bovenstaande vervangen): www.geopunt.be www.cibg.irisnet.be
In Wallonië: Service Public de Wallonie: Métawal 2
www.geoportail.wallonie.be
In GH Luxemburg Administration du Cadastre et de la Topographie Luxembourg
www.geoportail.lu
S oms stellen de centrale dataleveranciers ook veel vakgebonden geodata ter beschikking. Zie hiervoor bijlage 1 van deze brochure.
11
Stap 3: Welke data zijn beschikbaar en zijn deze geschikt voor mijn project? (Beschikbaarheid) In deze stap gaat u na of de data die u nodig heeft, beschikbaar zijn in het bestaande aanbod van de ‘centrale’ dataleveranciers en of deze ook geschikt zijn voor uw project. Hierbij komen onder meer vragen aan bod zoals: • Zijn het inhoudelijk de juiste data? • Voldoet de actualiteit en nauwkeurigheid? • Staan de data in een bruikbaar bestandsformaat? • … De antwoorden op deze vragen vindt u in de bijsluiter, of metadata, bij elke dataset. Vaak bieden de dataleveranciers ook de mogelijkheid om de geodata en specifieke gegevens via een online viewer te bekijken via een zogenaamde Web Map Service (WMS). Deze mogelijkheid laat u toe nog beter te oordelen over het aanbod.
Stap 4: Het verwerven van deze data en onder welke voorwaarden? Vervolgens dient u de afweging te maken welke data u effectief wenst te bekomen. De kostprijs en de gebruiksvoorwaarden spelen hierbij een belangrijke rol.
Prijs en gebruiksrechten:
Voor sommige data dient u een prijs te betalen. Dat kan de volledige prijs zijn, nl. de auteursrechten + reproductiekosten. Voor andere data gelden alleen de kosten voor het reproduceren. In nog andere gevallen kunt u vrij over de data beschikken, evenwel op voorwaarde dat u op uw beurt uw data, als gevolg van uw project, aan de leverancier ter beschikking stelt (wederkerigheid). En in sommige gevallen mag u gewoon vrijelijk over de data beschikken, zonder kostenvergoeding. Bij de gebruiksrechten is het nuttig ook aandacht te besteden aan het eventuele recht om data die voor één bepaald doel zijn aangekocht, ook voor andere toepassingen te gebruiken. (‘Hergebruik’)
Privacyregeling
Geodata kunnen, net zoals andere data, onderhevig zijn aan privacyregels. U mag er niet van uitgaan dat deze dezelfde zijn als degene die in uw land gelden. Voor bepaalde projecten kunnen soms oplossingen gevonden worden door gegevens de aggregeren waardoor ze niet meer individueel traceerbaar zijn naar één persoon.
Overdracht
De overdracht van de gegevens kan dan gebeuren via specifieke elektronische diensten, zoals een File Transfer Protocol, een Web Feature Service (WFS) of Web Mapping Service (WMS). Dit wordt op de betreffende website aangegeven. In Bijlage 1 van deze brochure wordt een overzicht gepresenteerd van de belangrijkste beschikbare generieke data per centrale bronhouder in de Benelux, met nadere informatie voor stappen 3 en 4.
12
Stap 5: Het combineren van deze data over de grens heen. (Interoperabiliteit) De geodata zijn over de grens heen meestal anders georganiseerd. Zo kunnen de projectiesystemen, de nauwkeurigheid, de thematische informatie en de actualiteitswaarde (update status) over de grens heen grondig verschillen. Het aan elkaar schakelen van datasets tot één geïntegreerde grensoverschrijdende database is dan ook meestal geen eenvoudige opdracht. Ook is de harmonisatie van geodata in de Europese context nog niet zover ontwikkeld, dat dit vlot verloopt. We bevelen aan om goed de afweging te maken of dergelijke integratie voor uw project echt noodzakelijk is. Een alternatief kan eventueel ook het naast elkaar hanteren van twee geodatabestanden in hetzelfde project zijn. Een ander alternatief is het gebruik van bestaande pan-Europese geografische datasets zoals de producten van Eurogeographics (www.eurogeographics.org). Tot nu toe zijn deze echter enkel beschikbaar voor de kleinere schalen (1:100 000 — 1:1 miljoen).
Geometrische afstemming
Voor de geometrische afstemming adviseren we u het volgende. Eerst dient u aandacht te besteden aan de coördinatenstelsels van de geodata. Bij grensoverschrijdende werkzaamheden is het probleem dat informatielagen die in verschillende coördinatensystemen zijn uitgedrukt, over elkaar moeten worden gelegd. Meestal worden de coördinaten uitgedrukt in een geprojecteerd coördinatenstelsel, d.w.z. vlakke coördinaten die met een cartografische projectie verbonden zijn. Er bestaan geen directe relaties tussen de verschillende coördinatenstelsels die door de Benelux-landen worden gebruikt, maar sinds de totstandkoming van het nieuwe Europese referentiesysteem ETRS89 (EuropeanTerrestrial Reference System) hebben de Europese landen de parameters voor de transformatie tussen hun eigen stelsels en het Europese systeem nauwkeurig bepaald. De gewenste transformaties en conversies kunnen dus via het Europese systeem worden uitgevoerd. Praktisch gezien zijn er twee oplossingen om gegevens te combineren die in twee verschillende coördinatenstelsels zijn uitgedrukt: • ofwel de coördinaten van beide stelsels naar een ander stelsel herprojecteren door bijv. een Europese projectie te kiezen, • ofwel de coördinaten van het ene naar het andere stelsel herprojecteren. In beide gevallen dient via het Europese systeem te worden gewerkt. Doorgaans rijzen er daarbij geen problemen, aangezien de coördinatentransformaties en -conversies tussen de meeste bestaande stelsels voor het merendeel in de GIS-software zijn vervat. Zie onderstaand schema “Relaties tussen coördinaatreferentiesystemen”. Voor lokale grensoverschrijdende projecten is de beste optie vaak om alle gegevens om te zetten naar één van de nationale referentiesystemen, gebruik makend van ETRS89 als gemeenschappelijke schakel. Voor projecten die kaderen in een ruimere, Europese context kan het interessant zijn één van de volgende Europese coördinatenstelsels te gebruiken. • ETRS89/LCC: geschikt voor pan-Europese kartering op schaalniveaus gelijk aan of kleiner dan 1:500 000 • ETRS89/TM: geschikt voor pan-Europese kartering op schaalniveaus groter dan 1:500 000 • ETRS89/LAEA: geschikt voor statistische of andere toepassingen waar zo een getrouw mogelijke voorstelling van oppervlakten belangrijk is.
13
Relaties tussen coördinaatreferentiesystemen (CRS) Nederland CRS RD/DUTCH_ST
Luxemburg CRS LUREF/TM
Europa CRS
ETRS89/LCC
ETRS89/LAEA
België CRS BD72/Lambert1972
ETRS89/Lambert2008
ETRS89/TM
bron: Nationaal Geografisch Instituuut / Institut Géographique National CRS: Coördinaatreferentiesysteem Nederland: geodetisch systeem RD (RijksdriehoeksDatum), daaraan gekoppelde oblieke stereografische projectie “DUTCH_ST” België: voormalig geodetisch systeem BD72 (BelgianDatum 1972), daaraan gekoppelde Lambert 1972-projectie; nieuw geodetisch systeem ETRS89, daaraan gekoppelde Lambert 2008-projectie Groothertogdom Luxemburg: geodetisch systeem LURES (Luxembourg Reference System), daaraan gekoppelde transversale Mercatorprojectie “LUREF” ETRS89/LCC: conforme kegelprojectie van Lambert ETRS89/LAEA: azimutale projectie van Lambert ETRS89/TM: transversale Mercatorprojectie
Hoogteligging
Voor sommige toepassingen is de hoogteligging zeer belangrijk. De landen hanteren verschillende nulpunten. Vergewis u van de hoogteligging en schakel deze op hetzelfde niveau om te voorkomen dat u ‘vreemde’ resultaten bekomt. Voor de meeste toepassingen kunnen de volgende relaties gebruikt worden (nauwkeurigheid ±5cm) • Hoogte Nederland = hoogte België -2.32 meter • Hoogte Groothertogdom Luxemburg = hoogte België - 2.32 meter Wanneer een grotere nauwkeurigheid vereist is, zijn er andere mogelijkheden. Een eerste is het omzetten van de verschillende hoogtereferenties gebruikt door de Benelux-landen naar het Europese EVRS (European Vertical Reference System). Wanneer een zeer hoge nauwkeurigheid vereist is, kan ook de lokale afwijking tussen de twee referentiesystemen bepaald worden door middel van terreinmetingen. Meer informatie over de Europese referentiesystemen ETRS en EVRS en over de nationale referentiesystemen in Europa kan u vinden op www.crs-geo.eu.
Verder …
Het omzetten van de gegevens naar een gemeenschappelijk referentiesysteem is slechts de eerste fase in het op elkaar afstemmen van de geometrie. Ook na deze stap kunnen verschillen in nauwkeurigheid of schaalniveau ervoor zorgen dat de gegevens niet perfect op elkaar aansluiten. Wat volgt is een secuur werkje om de overeenstemmende elementen effectief op elkaar te laten aansluiten (“edge matching”).
Thematische afstemming
Naast de geometrische afstemming van geodata moet ook aandacht gaan naar de inhoudelijke of thematische afstemming: wat houden de verschillende categorieën in de geodata precies in en hoe corresponderen deze met de categorieën aan de andere kant van de grens (dataspecificatie). Deze vraag beantwoorden vergt goede afweging en gedetailleerde kennis van de inhoud van de geodata. In het kader van de uitwerking van de INSPIRE-richtlijn wordt op dit vlak interessant werk geleverd, maar de harmonisatie is nog niet zo ver gevorderd dat al deze vragen zijn beantwoord. We adviseren u in eerste instantie na te gaan of INSPIRE u hierbij een eind op weg kan helpen (http://INSPIRE.jrc.ec.europa.eu/index.cfm/pageid/44). Het resterende harmonisatiewerk kan u in het project best zelf aanpakken.
14
3. Tot slot We hopen u met deze stap-voor-stapbenadering op weg te hebben geholpen voor een vruchtbare geosamenwerking over de grens heen. Tot slot willen we meegeven dat er in dit domein nog veel evolueert. Het is aan te raden om goed de websites van de centrale bronhouders en van INSPIRE te consulteren, zodat u kunt gebruikmaken van de meest geavanceerde oplossingen en dubbel of onnodig werk vermijdt. We wensen u veel succes met uw grensoverschrijdend project!
15
Bijlage 1 Overzicht van de belangrijkste beschikbare generieke data bij centrale bronhouders in de Benelux. Nadere informatie voor stappen 3 en 4. NEDERLAND Kader De voorziening “Publieke Dienstverlening Op de Kaart” (PDOK) is een samenwerkingsverband van verschillende partnerorganisaties. Met dit PDOK worden geodata op één plek toegankelijk gemaakt. Daarmee wordt gewerkt volgens het principe: “eenmalige gegevensinwinning, meervoudig gebruik”. De partners zijn op dit moment: • Ministerie van Infrastructuur en Milieu • Kadaster • Rijkswaterstaat • Ministerie van Economische Zaken • Geonovum Het Kadaster levert zowel de kadastrale als de topografische basisinformatie aan. De informatie bestaat uit vectordata en raterdata en afgeleide kaarten (bv. BRT achtergrondkaart en INSPIRE thema’s). Daarnaast kan het Kadaster als uitvoerder van de landelijke voorziening informatie leveren uit de Basisregistratie Adressen en Gebouwen en uit de Ruimtelijke Plannen Stap 3: Welke data zijn beschikbaar en zijn deze bruikbaar voor mijn project? (Beschikbaarheid) De belangrijkste producten zijn: • Kadastrale gegevens - Kadastrale Kaart - Bestuurlijke grenzen • Topografische gegevens (vector) - Top10NL (vectorgegevens op schaal 1:10000) - Top50vector (vectorgegevens op schaal 1:50000) - Top250vector (vectorgegevens op schaal 1:250000) • Topografische gegevens (raster) - Top25raster (rastergegevens op schaal 1:10000) - Top50raster (rastergegevens op schaal 1:50000) - Top250raster (rastergegevens op schaal 1:250000) • Landelijke voorziening - Basisregistratie Adressen en Gebouwen - Ruimtelijke plannen U kunt informatie consulteren via de web service ‘BAG Viewer’ (www.pdok.nl/bagviewer).
16
Stap 4: Het verwerven van deze data en onder welke voorwaarden? Het Kadaster geeft tegen betaling toegang tot de kadastrale kaart. De gegevens zijn te bestellen via www.kadaster.nl. Het Kadaster geeft open toegang tot de bestuurlijke grenzen en de topografische data. De gegevens worden ook digitaal verspreid. De gegevens zijn online en te downloaden in te zien via www.pdok.nl. Het Kadaster levert tegen verstrekkingskosten gegevens uit de Basisregistratie Adressen en Gebouwen. Online toegang tot Basisregistratie Adressen en Gebouwen is kosteloos via www.pdok.nl Toegang tot Ruimtelijke Plannen is kosteloos. Zie hiervoor www.kadaster.nl Er wordt in beginsel geen onderscheid gemaakt tussen binnen- of buitenland. Drie andere pdok-partners (Ministerie van Infrastructuur en Milieu; Rijkswaterstaat; Ministerie van Economische Zaken, Landbouw & Innovatie) stellen hun belangrijkste geodata langs het loket van PDOK/ NGR beschikbaar. Naast de verplichte Inspire-sets zijn ook heel veel andere interessante sets beschikbaar. Raadpleeg hiervoor de registers.
Belangrijkste websites www.nationaalgeoregister.nl www.pdok.nl www.kadaster.nl www.ruimtelijkeplannen.nl www.bag.vrom.nl
BELGIE Federale overheid
Nationaal Geografisch Instituut (NGI) Kader Het NGI levert geografische basisinformatie aan. Deze informatie wordt bekomen door luchtfotografie, terreinwerk en samenwerking met partners. Momenteel bestaat de informatie voornamelijk uit vectordata, rasterdata, digitaal terreinmodel (DTM), luchtfoto’s en afgeleide producten. Voor bepaalde thema’s (vb. bodemgebruik) is het NGI de enige in België die de gegevens verzamelt.
17
Stap 3: Welke data zijn beschikbaar en zijn deze bruikbaar voor mijn project? (Beschikbaarheid) De belangrijkste producten zijn: • Vectorgegevens - Top10vector (vectorgegevens op schaal 1:10000) - Top50vector (vectorgegevens op schaal 1:50000) - Top250vector (vectorgegevens op schaal 1:250000) - Adminv (administratieve indeling van België) • Rastergegevens (ook te bekijken op de website met topomap viewer) - Top10raster (rastergegevens op schaal 1:10000, 381 of 127 dpi) - Top50rasrer (rastergegevens op schaal 1:50000, 381 of 127 dpi) - Top250raster (rastergegevens op schaal 1:250000, 381 of 127 dpi) - Orthofoto’s (50 cm pixel) • DTM - Digitaal terreinmodel met een 20 meter of 40 meter grid, ook beschikbaar als hoogtelijnen • Reproducties van historische kaarten en foto’s • Topografische en toeristische kaarten op diverse schalen • Plot on demand (aanmaak van een gepersonaliseerde kaart) Deze data worden gebruikt door een diversiteit van gebruikers: overheden, bedrijven en toeristische diensten. Stap 4: Het verwerven van deze data en onder welke voorwaarden? Het NGI geeft toegang tot zijn data, zowel aan bedrijven als aan het grote publiek. De laatste jaren worden de gegevens ook digitaal verspreid. De rastergegevens zijn gratis te consulteren op de website(www.ngi.be) in de toepassing “topomap viewer”. De vectorgegevens zijn te verkrijgen mits een vergoeding. Deze is afhankelijk van de oppervlakte en het type gegevens. Ook de gedrukte kaarten zijn nog steeds te verkrijgen mits betaling. Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen binnen- of buitenland.
Belangrijkste websites www.ngi.be
18
De Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie (AAPD) Kader In België staat de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie (‘AAPD’) van de Federale Overheidsdienst in voor het opmaken en het bijhouden van roerende en onroerende patrimoniale informatie. Stap 3: Welke data zijn beschikbaar en zijn deze bruikbaar voor mijn project? De regels die de ontsluiting van die informatie regelen variëren: de hypothecaire documentatie is per definitie openbaar, de regelgeving omtrent het raadplegen van de documentatie van de Registratie is zeer restrictief geregeld en de kadastrale documentatie wordt als semi-openbaar beschouwd. Sinds de wet op de privacy van 1992 heeft ook de regelgeving inzake de bescherming van de persoonlijke levenssfeer aan belang gewonnen.
Stap 4: Het verwerven van deze data en onder welke voorwaarden? Deze brochure beperkt zich, voor wat betreft de AAPD, tot het kadastrale luik. Het kadastraal percelenplan is voor burgers toegankelijk via de webtoepassing CADGIS. Je kunt naar de toepassing via http://www.myminfin.be (rubriek “vermogen”, en klik vervolgens op het rechtse kadertje CADGIS). Landmeters-experten die een overeenkomst hebben afgesloten met de AAPD, hebben toegang via http:// www.myminfin.pro.be. Belgen kunnen, via een geauthentificeerde toegang, de kadastrale identificatie, de kadastrale aard en het kadastraal inkomen raadplegen van de percelen waarop zij een zakelijk recht uitoefenen (via de elektronische identiteitskaart of een token). Dit kan via het portaal www.myminfin.be. Notarissen kunnen via de Koninklijke Federatie van het Belgisch Notariaat de kadastrale database (plan en kadastrale legger) raadplegen. Immobiliënmakelaars kunnen via het Belgische Instituut voor Vastgoedmakelaars, via het kadastraal artikelnummer van hun cliënt, zijn kadastrale inschrijvingen raadplegen. Via het kadastraal percelenplan kan de kadastrale identificatie van de percelen worden opgespoord en hun configuratie worden nagegaan. Voor de opmaak van een eigen GIS kan de AAPD een shapefile of een DWG-bestand bezorgen van een bepaald planblad. Aanvragen worden gericht aan e-mail:
[email protected]. Op basis van de ligging van het goed (kadastrale afdeling van de gemeente, de sectie en het perceelnummer, of de naam van de administratieve gemeente, de straat en het adres) kan bij de gewestelijke directie van het kadaster een kadastraal uittreksel worden aangevraagd met de naam en het adres van de eigenaar, samen met de kadastrale aard van het perceel, de ligging, de kadastrale oppervlakte, de fiscale code, eventueel het bouwjaar, en het kadastraal inkomen. Ook is het mogelijk, voor geoorloofde doeleinden, alle eigenaars van de percelen gelegen in een straal van bv. 50 meter rond een bepaald perceel te bekomen. Tevens kan de historiek van de perceelsvorming worden opgevraagd. In de loop van het voorjaar 2013 zou het mogelijk worden om de kadastrale uittreksels betreffende de eigenaarsinschrijvingen in PDF-formaat te bekomen.
19
Het aanvraagformulier nr. 434 vind je op www.myminfin, toegang zonder authentificatie, klik op “formulieren” en open rolmenu “thema” en klik vervolgens op “kadaster”. Het adres van de bevoegde gewestelijke directie van het kadaster kan je bekomen via het contactcenter van de FOD Fin, tel. 0032 2 572 57 57, of de adressenlijst als bijlage.
Belangrijkste websites Voor alle informatie maakt u best gebruik van de CadGIS-viewer. De link naar de viewer “Grand Public” volstaat: http://ccff02.minfin.fgov.be/cadgisweb/ • Opzoeken van metadata: via knop “Zoeken in catalogus” • Bekijken van data: de viewer geeft alle lagen van het kadastraal percelenplan weer • Downloaden van data: rechtstreeks downloaden kan niet, maar aanvragen van data gaat wel via de knop “Aanvraag data” e-mail:
[email protected]
VLAAMS GEWEST Kader Vlaanderen werkt aan de uitbouw van een Geografische Data Infrastructuur (‘GDI-Vlaanderen’). Een geografische data-infrastructuur is het geheel van geografische gegevens, technologie, beleid en organisatorische/institutionele afspraken die nodig zijn om de beschikbaarheid van en toegang tot geografische gegevens mogelijk te maken en te vereenvoudigen. De infrastructuur van een GDI bestaat uit geografische gegevensbronnen en diensten, metadata, technische specificaties en standaarden, afspraken omtrent de toegang en het gebruik. In Vlaanderen is dit institutioneel verankerd in het samenwerkingsverband GDI-Vlaanderen dat tot doel heeft aanmaak, beheer, uitwisseling, gebruik en hergebruik van geografische gegevens en diensten tussen overheidsdiensten in Vlaanderen te optimaliseren. Aldus staat GDI-Vlaanderen in voor de uitbouw en exploitatie van de GDI in Vlaanderen waarbij het doel een vlotte uitwisseling van geografische gegevens en diensten tussen de deelnemers is. Het beleid inzake Geografische Data Infrastructuur Vlaanderen (‘GDI-Vlaanderen’) wordt geregeld in het GDI-Decreet van 20 februari 2009. De ‘Stuurgroep GDI-Vlaanderen’ vertegenwoordigt alle overheidsinstanties in Vlaanderen, ondersteunt de minister, bepaalt welke geografische gegevensbronnen en diensten worden opgenomen in de GDI, doet voorstellen m.b.t. uitbouw GDI, doet voorstellen m.b.t. toegang, uitwisseling, gebruik en hergebruik van gegevensbronnen en diensten, stelt technische voorschriften vast. De ‘GDI-raad’ bestaat uit vertegenwoordigers van maatschappelijke actoren en onafhankelijke experts, geeft strategisch advies aan de minister inzake uitbouw van de GDI. Het AGIV (Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen) staat in voor de operationele uitbouw en exploitatie van de GDI. De deelnemers aan GDI-Vlaanderen hebben allen kosteloos toegang tot de geografische gegevens en diensten van de GDI. Het betreft alle Vlaamse overheidsinstanties in de zin van artikel 4, §1, van het decreet openbaarheid van bestuur. De meeste overheidsinstanties in Vlaanderen behoren daar toe. Alle andere overheidsinstanties, niet-deelnemers aan GDI-Vlaanderen, hebben toegang tot de geografische gegevensbronnen en diensten van de GDI, echter mits eventuele betaling.
20
Stap 3: Welke data zijn beschikbaar en zijn deze bruikbaar voor mijn project? Gegevens in beheer van de deelnemers aan GDI Vlaanderen: In algemene zin betreft het digitale geografische gegevens en diensten die voortvloeien uit Vlaamse bevoegdheden: orthofoto’s, grootschalige kaarten, middenschalig wegenbestand, adressenbestand, milieugerelateerde gegevens enzovoort. Andere voorbeelden zijn: Bodemkaart, Geologische kaart, Bestemmingskaarten ruimtelijke ordening, Waterlopen, Bedrijventerreinen, Hoogtekaart, Zone voor milieubescherming (vb. natuurreservaten, habitat- en vogelrichtlijngebieden, …), Beschermde stads- en dorpsgezichten, Risicozones voor overstromingen, … Ook gegevens afkomstig van andere overheden of van andere partners (bedrijven) worden beschikbaar gesteld. Enkele voorbeelden: Van de Belgische federale overheid: NGI (topo-kaarten), kadaster (kadastrale percelen) Van bedrijven: Navteq (Navstreets fungeert als ‘voorlopig’ referentiebestand voor de wegen, dit in afwachting eigen Middenschalig Referentiebestand ‘MRB’ voor de wegen) Stap 4: Het verwerven van deze data en onder welke voorwaarden? De Omzendbrief van de Vlaamse Regering (VR 2012/31) bepaalt de regelingen inzake toegang en (her) gebruik: www.agiv.be/gis/getDownload.ashx?id=1451. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen toegang voor overheidsinstanties en voor het publiek. De overheden die deelnemen aan GDI-Vlaanderen hebben vrij en kosteloos toegang voor taken van algemeen belang. Andere overheidsinstanties (idem organisaties binnen- en buitenland) hebben in principe eveneens kosteloos toegang voor taken van algemeen belang. In sommige gevallen wordt toch een vergoeding gevraagd of wordt wederkerigheid vereist. Derden (burgers, organisaties en bedrijven) hebben toegang tot deze geografische gegevensbronnen en diensten in het kader van de publieke toegang via het Vlaamse geoportaal (dit is een internettoepassing die centrale toegang verschaft tot een GDI). In principe zijn alle geografische gegevensbronnen en diensten die aan de GDI zijn toegevoegd toegankelijk. Een beperking kan enkel worden ingeroepen wanneer de rechtsgang, de openbare veiligheid, de nationale defensie of de internationale betrekkingen in gevaar worden gebracht. De toegang kan ook beperkt worden indien de geografische gegevensbron informatie over geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke personen bevat (Privacywet). Tenslotte kunnen geografische data ook worden hergebruikt. Dit houdt in dat de geodata voor andere commerciële of niet-commerciële doeleinden worden gebruikt dan het oorspronkelijk doel binnen de publieke taak waarvoor de data werden aangemaakt. De stuurgroep GDI-Vlaanderen heeft een beleidskader uitgetekend waarbinnen geografische data in hergebruik kunnen (moeten) worden gegeven. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen niet-commercieel en commercieel hergebruik. In het laatste geval kunnen voorwaarden en (hogere) vergoedingen worden gevraagd. Uiteraard zal de hergebruiker ook steeds bij privacygevoelige gegevens de bestaande wetgeving moeten respecteren.
Belangrijkste websites De metadata van deze gegevens en het bekijken van de gegevens kan gebeuren via www.geopunt.be. Op deze website kunnen de gegevens ook besteld wordt en overgemaakt via een FTP-overdracht of speciale elektronische diensten (WMS, WFS, …).
21
BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST Stap 3: Welke data zijn beschikbaar en zijn deze bruikbaar voor mijn project? De meeste datasets worden geconstrueerd op de basiskaart Brussels UrbIS, die door het Centrum voor Informatica voor het Brussels Gewest (‘CIBG’) wordt geproduceerd en verspreid. Brussels UrbIS bestaat uit: • Topo: grootschalige topografische kaart • Adm: administratieve kaart met de administratieve grenzen van het gewest (gewest- en gemeentegrenzen, statistische sectoren, wijken) alsook de daaraan gekoppelde alfanumerieke gegevens • Map: basiskaart voor thematische of plaatsbepalingstoepassingen • Fot: luchtfoto’s (1996, 1999, 2004, 2009, 2012) • Ortho: aaneengesloten orthofotoplan op basis van samengevoegde luchtfoto’s • P&B (Parcel & Building): percelen en gebouwen van het kadaster • 3D: in drie dimensies weergegeven gebouwen, detailniveau 1 Er zijn ook andere gegevens beschikbaar. Voor milieuaspecten (beschikbaar bij Leefmilieu Brussel) hebben deze betrekking op: • “beschermings”zones (Natura 2000, reservaten, ...) • waterlopen (van tweede categorie, watervlakken, ...) De MIVB verstrekt de gegevens momenteel, in de vorm van SHAPEFILE, aan hen die daarom verzoeken. Het gaat om haltes en lijnen van het openbaar vervoer. Op termijn zal de MIVB de door het CIBG ontwikkelde diensten benutten om dezelfde gegevens aan iedereen beschikbaar te stellen. Alle Brussels UrbIS-gegevens zijn beschikbaar op het platform Irisbox, waartoe door middel van de elektronische identiteitskaart toegang kan worden verkregen. De overige datasets zijn nog niet rechtstreeks online opvraagbaar, maar wel op verzoek bij de betrokken instantie. Het Bestuur Ruimtelijke Ordening en Huisvesting stelt echter al een website ter beschikking op het adres www.brugis.IRISnet.be, met behulp waarvan de meeste cartografische gegevens op het beeldscherm kunnen worden gevisualiseerd en met name de volgende kaarten: GSV, GBP, bestaande toestand, het beschermde patrimonium, BBP, verkaveling, wijkcontract, RVOHR, voorkooprechtgebieden, enz. Op dezelfde website wordt uitgelegd hoe toegang kan worden Op het portaal van Brussel-Mobiliteit kunnen eveneens allerhande gegevens rond mobiliteit worden gevisualiseerd: standplaatsen taxi’s, Cambio, Villo en Collecto, openbare parkings, camera’s, fietsroutes, fietshandelaars, fietsdiensten, verkeerstoestand, werken, haltes openbaar vervoer
Stap 4: Het verwerven van deze data en onder welke voorwaarden? Alle Brussels UrbIS-gegevens kunnen kosteloos worden geraadpleegd. Hetzelfde geldt voor de gegevens van Leefmilieu Brussel, het Bestuur Ruimtelijke Ordening en Huisvesting en de openbaarvervoersmaatschappij MIVB. Gebruiksrechten? Met de huidige Brussels UrbIS-licentie mogen de gegevens uitsluitend binnen de ondertekenende organisatie worden benut. Hergebruik voor commerciële doeleinden is zeer recent mogelijk gemaakt dankzij de invoering van een licentie van het type ‘Open data’, sterk geïnspireerd op het franse ‘Etalab’. Dezelfde licentie zal worden gebruikt voor de verspreiding van een aantal data in het kader van Mobiliteit Brussel. Het product ‘Brussels UrbIS P&B’ wordt in het kader van een overeenkomst met het Kadaster uitsluitend onder de Brusselse overheidsinstellingen verspreid. De MIVB eist alleen dat melding wordt gemaakt van de gegevensbron. Voor de gegevens van Leefmilieu Brussel geldt momenteel eveneens een op verzoek opgestelde overeenkomst inzake het gebruiksrecht op de gegevens bij verstrekking ervan.
22
Belangrijkste websites www.cirb.irisnet.be. www.brugis.IRISnet.be www.bruxellesmobilite.irisnet.be
WAALS GEWEST Kader De organisatie van de Waalse geomatica is geregeld in het decreet betreffende de Waalse infrastructuur voor ruimtelijke informatie van 22 december 2010. Met dit decreet introduceert de Waalse regering InfraSIG, de Waalse infrastructuur voor ruimtelijke informatie, die ruimtelijke gegevens en diensten met betrekking tot ruimtelijke gegevens, mechanismen betreffende de verwerving, de oprichting, de bijwerking, het beheer, de kwaliteitscontrole en de verspreiding van ruimtelijke gegevens en overeenkomsten over de uitwisseling van, de toegang tot en het gebruik van ruimtelijke gegevens, alsook coördinatie- en opvolgingsmechanismen, -processen en -procedures bevat. Het strategisch comité voor geomatica, dat uit vertegenwoordigers van de Waalse Overheidsdienst (SPW), de instellingen van openbaar nut, de plaatselijke besturen, de crisiscentra en de netbeheerders bestaat en door het secretariaat-generaal van de SPW wordt voorgezeten, heeft o.a. de volgende opdrachten: • op eigen initiatief of op verzoek van de regering voorstellen formuleren inzake het beheer en de ontwikkeling van InfraSIG; • op alle niveaus zorgen voor de coördinatie van alle actoren, gebruikers en producenten van ruimtelijke gegevens; • ervoor zorgen dat zoveel mogelijk ruimtelijke gegevens en diensten die voor veelvuldige behoeften zijn opgericht, opgewaardeerd en hergebruikt worden door de gebruikers en producenten van ruimtelijke gegevens; • zorgen voor de uitvoering en de ontwikkeling van de samenwerking van de overheidsinstanties en derden die ruimtelijke gegevens produceren met het oog op de integratie van hun gegevens via gestandaardiseerde methoden; • de bijdrage bevorderen van alle derde partijen die daarom verzoeken en voor wie de infrastructuur voor ruimtelijke informatie van belang is. Stap 3: Welke data zijn beschikbaar en zijn deze bruikbaar voor mijn project? Het departement Geomatica van het secretariaat-generaal van de SPW verwerft en produceert ruimtelijke basisgegevens zoals topografische referentiegegevens of de fotografische dekking (opdracht van de directie Geometrologie), en werkt deze regelmatig bij. De directie Integratie ruimtelijke gegevens zorgt dan weer voor de coördinatie van de productie van ruimtelijke gegevens en de samenhang ter zake, zulks met het oog op een zo groot mogelijke horizontale benutting. De thematische gegevens worden voor het merendeel door de operationele directoraten-generaal geproduceerd en worden geleidelijk in de InfraSIG-database bijeengebracht. Er zijn talrijke thema’s beschikbaar (niet-limitatieve lijst): • Orthofotoplannen • PICC – informaticaproject voor continue cartografie • Digitaal terreinmodel • Adressen • COSW – bodemgebruikskaart van Wallonië • ERRUISSOL – risicozones op het gebied van erosie en afspoeling • Overstromingskans ten gevolge van het buiten de oevers treden van waterlopen • Afvalwaterzuivering • Ruimtelijke ordening • Gewestplan • Stadsvernieuwing en -herwaardering • Beschermde gebieden • Waterlopen • Stroomgebieden • Kwantitatieve en kwalitatieve meetnetten
23
• Geologische kaart • Hydrogeologische kaarten • Bodemkaart • Bodemkwaliteit • Natuurlijk erfgoed • Natura 2000 • Buitengewone bomen en hagen • Geluidskartering • Sevesobedrijven en -perimeters • Grondwateronttrekkingen • Preventie- en monitoringgebieden inzake waterwinning • Plannen voor gemeentelijke groenroutes • CADSPORT - sportinfrastructuur • RAVeL - Réseau autonome des voies lentes • Enz. Alle gegevens worden gedocumenteerd door metagegevens die geleidelijk in Métawal 2, de Waalse geocatalogus, worden gecentraliseerd. Deze catalogus krijgt gegevens van producenten die geodata die kunnen worden verspreid, genereren. Dankzij het nieuwe geoportaal van Wallonië (www.geoportail. wallonie.be) kunnen de beschikbare bronnen worden aangeboord en kan daarbij via een eenvoudige en gebruiksvriendelijke interface gebruik worden gemaakt van het rijke aanbod van Métawal. Heel wat gegevens zijn opvraagbaar via WalOnMap, de generieke cartografische toepassing van het geoportaal van Wallonië (www.geoportail.wallonie.be). WalOnMap maakt het mogelijk geodata over het Waalse grondgebied (alle producenten tezamen) te visualiseren, eenvoudige taken met behulp van geografische basistools uit te voeren, vooraf gedefinieerde afbeeldingen te tonen waarmee de gebruiker de gegevens in verband met een gegeven thema (milieu, ruimtelijke ordening, mobiliteit enz.) snel kan visualiseren, de dynamische doorverwijzing naar andere specifieke cartografische applicaties met betrekking tot het Waalse grondgebied te vergemakkelijken. Stap 4: Het verwerven van deze data en onder welke voorwaarden? De meeste operationele directoraten-generaal (DGO’s) hebben nog hun eigen licenties of overeenkomsten voor het ter beschikking stellen van gegevens waarvoor zij verantwoordelijk zijn. Er bestaat echter een formulier voor een algemene licentie waardoor de aanvrager slechts één enkele aanvraag hoeft te versturen. Naargelang van de gewenste gegevens wordt de aanvraag doorgeleid naar de DGO’s ad hoc die elk de onder hun verantwoordelijkheid ressorterende gegevens verstrekken. Begin 2013 zullen alle DGO’s een en hetzelfde formulier gebruiken. Op korte termijn kunnen de gegevensaanvragen via een elektronisch formulier online worden ingevuld. Op middellange termijn zullen de gegevens door het departement Geomatica worden verspreid en zal er een geautomatiseerd en gebruikersgericht proces op het geoportaal van Wallonië worden geïmplementeerd. De voorwaarden voor de toegang tot de geodata zullen door de gegevensproducenten worden vastgesteld in overeenstemming met de algemene uitgangspunten van het verspreidingsbeleid dat door de Waalse regering dient te worden goedgekeurd. De meeste gegevens die bij de SPW beschikbaar zijn, kunnen kosteloos ter beschikking worden gesteld van alle overheidsinstanties in Europa of elke privéonderneming die een overeenkomst met een overheidsorgaan heeft. De SPW is als enige houder van de intellectuele-eigendomsrechten op die gegevens. Op elk document dat of elke publicatie die aan de hand van de beschikbaar gestelde gegevens tot stand komt, dient een vermelding te staan waarin de oorsprong van de informatie wordt gespecificeerd. Niemand mag, in welke vorm ook, kopieën van de verstrekte gegevens maken, laat staan deze aan derden bezorgen. Voor de gegevens van het PICC worden prijzen aangerekend. Voor privégebruik bedraagt de gemiddelde kostprijs voor de gegevens van het PICC 5 euro per hectare. De adressen worden verkocht voor de (geïndexeerde) prijs van 0,004 euro per inwoner van de gevraagde zone.
Belangrijkste websites www.geoportail.wallonie.be
24
GROOTHERTOGDOM LUXEMBURG Kader In het GH Luxemburg stelt het Kadaster Luxemburg de digitale geografische basislagen ter beschikking. Op basis hiervan maken de gebruikers hun geogerelateerde gegevens aan. Het Kadaster zorgt eveneens voor de visualisering van deze gegevens, ofwel via het eigen geoportaal van het Kadaster, ofwel via het aanmaken van geoportals voor deze gebruikers. De functies van Kadaster en Topografie, die bij andere overheden soms opgesplitst zijn, zijn in het Luxemburgse Kadaster verenigd. Stap 3: Welke data zijn beschikbaar en zijn deze bruikbaar voor mijn project? Het Luxemburgse geoportaal (www.geoportail.lu) bevat voornamelijk gegevens die door de officiële centrale overheidsinstanties worden gegenereerd en beheerd. In de cartografische loketten kunnen o.a. de volgende gegevens worden geraadpleegd door het grote publiek: • Topografie / Cartografie (1 :5000 — 1 :250.000) • Historische cartografie • Kadasterplan • Administratieve grenzen • Huidige en historische orthofoto’s • Adrespunten • Gegevens over water (waterlopen, bouwwerken, deeltrajecten, kilometreringen, overstromingsgebieden enz.) • Geologische kaart • Pedologische kaart • Natura 2000-gebieden • Organisatorische gegevens zoals jachtterreinen, visserijzones, bosgebieden van de administratie voor Natuur en Bos • Gegevens over landbouw: door land- en wijnbouwers bewerkt areaal • Weerstations • Bushaltes en stations • Toeristische informatie: wandelpaden van verschillende categorieën De leveranciers van zichtbare gegevens in de cartografische loketten zijn o.a. de administratie van het Kadaster en de Topografie, de administratie van het Waterbeheer, de administratie van de Technische Diensten van de landbouw, het ministerie van Toerisme, het ministerie van Duurzame Ontwikkeling en Infrastructuur, het Vervoersverbond (communauté des transports). Technisch gezien zijn alle gegevens die zichtbaar zijn in de cartografische loketten in beginsel eveneens beschikbaar in de vorm van webservices WMS / WFS, alsook in de vorm van tile cache. De INSPIRE-gegevens bestaan bovendien in een versie volgens het model dat is aangepast aan de specificaties van de richtlijn en zijn zichtbaar in een afzonderlijk geoportaal (http://INSPIRE.geoportail.lu/geoportal/ catalog/main/home.page) en beschikbaar in de vorm van discovery, view & download services, naargelang van de voortgang van de werkzaamheden in Luxemburg op dit gebied. De Luxemburgse INSPIRE-gegevenscatalogus bevat momenteel datasets voor onderstaande thema’s: • thema hydrografie • thema adressen • thema geografische namen • thema vervoersnetten • thema kadastrale percelen • thema administratieve eenheden • thema hoogte • thema geologie • thema bodemgebruik • thema orthofoto’s • thema digitaal terreinmodel
25
Stap 4: Het verwerven van deze data en onder welke voorwaarden? Het digitaal ter beschikking stellen van vectorgegevens van het kadasterplan alsook de terbeschikkingstelling van cartografische raster- en vectorgegevens, het DTM en orthofoto’s is momenteel geregeld in de groothertogelijke verordening van 9 maart 2009 tot vaststelling van de voorwaarden en nadere regels voor de afgifte van kadastrale documentatie en de groothertogelijke verordening van 9 maart 2009 tot vaststelling van de nadere regels voor terbeschikkingstelling en de tarieven van cartografische, topografische en geodetische producten van de administratie van het Kadaster en de Topografie. Dit geldt ook voor de adressen en de administratieve eenheden. Deze verordeningen verschaffen eveneens opheldering over vragen rond hergebruik en doorverkoop van geodata. Voor alle andere gegevens is de uitdrukkelijke beslissing van de directeuren van de voor de gegevens verantwoordelijke instanties vereist. Er bestaat nog geen algehele regeling met het oog op het beheer en ter beschikking stellen van geodata in het Groothertogdom Luxemburg. Met betrekking tot de in genoemde verordeningen voorgeschreven nadere regels voor de terbeschikkingstelling dient voor de topografische database BD-L-TC (vectordatabase op schaal 1/5.000) een concessieovereenkomst inzake gebruiksrechten te worden gesloten, waarin ook de technische bijzonderheden van de terbeschikkingstelling zijn vastgelegd. In de tarieflijst van de gebruiksrechten op deze gegevens is het bedrag van 50 EUR / km2 opgenomen voor de complete versie, waarbij de minimale eenheid voor tarifering en levering 1 km2 bedraagt. De gegevens voor heel het grondgebied kosten dus 129.300 EUR. De prijzen voor de meer algemeen verbreide databases BD-L-CARTO50 (vectordatabase op schaal 1/50.000) en BD-L-CARTO100 (vectordatabase op schaal 1/100.000) bedragen 7.750,00 € resp. 3.875,00 €. De database van de orthofoto’s BD-L-ORTHO kost 51.720 EUR. Vermeldenswaard is dat de terbeschikkingstelling ten behoeve van de centrale overheid en gelijkgestelde instanties ambtshalve plaatsvindt. Ten aanzien van de eigendoms-, gebruiks- en reproductierechten op de cartografische vectorgegevens is bepaald dat de staat houder is van de aan deze databases verbonden eigendomsrechten en dat de levering van bestanden in geen geval een overdracht van eigendom inhoudt. De gebruiker is gerechtigd vrij te beschikken over de bestanden van de databases voor intern gebruik en voor zijn eigen behoeften, zoals omschreven in de concessieovereenkomst, en mag daarvan de voor zijn intern gebruik nodige kopieën maken dan wel de bestanden onder bepaalde voorwaarden ter beschikking stellen van dienstverleners. Elke voorstelling van de gegevens in het kader van een intern project moet de vermelding van het copyright dragen. Voor elke publicatie of reproductie van cartografische uittreksels dient de administratie van het Kadaster en de Topografie vooraf om toestemming te worden gevraagd en dienen de gegevens te worden verworven. Voor niet-commerciële reproducties volstaat het een overeenkomst te tekenen. Bij commerciële reproducties wordt het reproductierecht op basis van royalty’s bepaald, rekening houdend met het relatieve aandeel van de cartografie van de administratie in het betreffende werk. Voor het verwerven van kadastrale vectorgegevens worden de prijzen berekend naargelang van het aantal objecten van het type perceel of gebouw ten bedrage van 0,35 EUR. Dit komt neer op een prijs van ongeveer 300.000 EUR voor het hele land. Het bestand met de administratieve grenzen kost 25 EUR. Hier gelden dezelfde gebruiksvoorwaarden als bij de cartografische producten.
Belangrijkste website www.geoportal.lu
26
Bijlage 2 Deelnemers aan de stuurgroep Geosamenwerking Benelux DATALEVERANCIERS IN DE BENELUX NEDERLAND (RIJK)
Ministerie Infrastructuur en Milieu Kadaster Nederland Geonovum
BELGIË
Federaal Nationaal Geografisch Instituut Administratie Patrimoniumdocumentatie (AAPD) Vlaanderen Dienst Algemeen Regeringsbeleid (DAR) Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen (AGIV) Wallonië Service public de Wallonie (SPW), Département de la Géomatique Service public de Wallonie (SPW), Direction de la Géométrologie Direction générale opérationnelle Agriculture, Ressources naturelles et Environnement (DGO3), Département de l’Etude du Milieu naturel et agricole Direction de l’Etat environnemental, Coordination géomatique et informatique
GH LUXEMBURG
Administration du Cadastre et de la Topographie du GD Luxembourg
GEBRUIKERS VAN GEODATA IN GRENSOVERSCHRIJDENDE PROJECTEN Algemeen Provincie Noord-Brabant (Nl) Provincie Zeeland (Nl) Provincie Limburg (Nl) Regionale economie Agentschap Ondernemen afdeling Limburg (Vl) Provincie Limburg (Nl) Grensoverschrijdende natuur Grenspark De Zoom-Kalmthoutse Heide (N-VL) Grensoverschrijdend verkeer Vlaams Verkeerscentrum (Vl) Grensoverschrijdende crisisbeheersing FOD Binnenlandse Zaken Algemene Directie Crisiscentrum (B) Ministerie van Veiligheid en Justitie (Nl) Interprovinciaal Overleg Nederland (Nl)
Secretariaat-Generaal Benelux-Unie Regentschapsstraat 39 • BE-1000 Brussel • T +32 (0)2 519 38 11 •
[email protected] • www.benelux.int