1
Geïntegreerde proef Boekhouden-Informatica - visie Toegepaste Informatica Een conclusie? Het leerplan Boekhouden-Informatica (D/2007/0279/002) bevat twee onderdelen: het deel Bedrijfseconomie en het deel Toegepaste Informatica. Het samen bundelen van de twee vakken maakt duidelijk dat een samenhang tussen beide vakken bestaat. Ook in de inleiding lezen we een aantal beschouwingen over de integratie tussen beide componenten. Uiteraard is de Geïntegreerde Proef een proeftuin bij uitstek om de integratie vorm te geven. In het onderstaande probeer ik 1) te interpreteren hoe het leerplan integratie ziet, 2) de plaats van het vak Toegepaste Informatica te bepalen. De suggesties die het leerplan doet voor GIP-invulling in het luik Toegepaste Informatica, laten twee tendensen zien: −
Een toepassingsgerichte invulling, met (geavanceerd) gebruik van kantoorsoftware, en inzetten van communicatiesoftware voor GIP-opdrachten: in deze benadering is de informatica-component in wezen ondersteunend voor de bedrijfseconomische component in de vorm van mini-onderneming of soortgelijk. Zie 7, 10, 12 en 14.
−
Een invulling die de nadruk legt op softwareontwikkeling: zie pas. 6, 13, 15, 16. Een aantal van de opgesomde raamdoelstellingen (7,9, 27 tot 37) kunnen eigenlijk alleen maar worden gerealiseerd wanneer een (groter) automatiseringsproject, liefst in teamverband, wordt opgezet.
Als we de aanbevelingen voor realisatie van GIP in de twee delen van het leerplan - Bedrijfseconomie en Toegepaste Informatica - naast elkaar plaatsen, vinden we maar weinig inhouden die zich echt lenen tot het opzetten van een daadwerkelijk geïntegreerde grote GIP-opdracht. Dat is een handicap bij het nastreven van een constituerende doelstelling van de geïntegreerde proef. Zie pas. 1 en pas. 3. In een paar passages suggereert het leerplan een mogelijkheid tot samenbrengen van bedrijfseconomische en informaticaopdrachten in de GIP (zie 9, 11). Men moet zich m.i. hoeden voor een té minimalistische invulling door zich te beperken tot het zoeken naar mogelijkheden om bij doelstellingen Bedrijfseconomie een informatietoepassing te zoeken. Men zou dan bij het opzetten van de geïntegreerde proef tekort doen aan wat de visietekst noemt de “specifieke studierichtingsgebonden invulling” van de GIP-proef (zie pas. 2), en informatica te zeer reduceren tot ICT-gebruik. Het blijft in eerste instantie de bedoeling de leerplandoelstellingen informatica te realiseren. 18 raamdoelstellingen staan in de overzichtstabel met richtinggevende lestijden aangeduid als geïntegreerd - lees: binnen het vak Toegepaste Informatica - te realiseren. Als dit in het 6e jaar gebeurt via een grote opdracht die duidelijk bedrijfseconomisch van aard is, maar die misschien niet rechtstreeks aansluit bij één van de doelstellingen van bedrijfseconomie, dan lijkt het mij toch aangewezen die opdracht als GIP-opdracht te beschouwen, zeker als daar een consequentie voor evaluatie aan gekoppeld is. Wellicht zal een pragmatische benadering nodig zijn en zal men niet noodzakelijk moeten proberen alle GIP-opdrachten in één overkoepelende opdracht samen te brengen.
2 De visietekst vermeldt, terecht, de ruimere interpretatie van het begrip “integratie” (zie pas. 3) en het belang van het “zelfstandigheidsaspect” (zie pas. 4). De term “zelfstandigheidsaspect” is dan misschien wat ongelukkig gekozen omdat hij teamwerk lijkt uit te sluiten, maar de bedoeling is duidelijk: probleemoplossend werken, in het kader van een realiteitsgebonden jaarproject. Het leerplan zegt terecht “Heel wat leerplandoelstellingen moeten projectmatig bereikt worden in dit leerplan ” (p.18, zie 9). Doorheen het leerplan wordt de term “project” in erg ruime betekenis gebruikt. In iets striktere zin kunnen we een project definiëren als “een gemanagede samenwerking van een aantal mensen om binnen een vastgestelde tijd een vooraf vastgestelde doel te bereiken”. Een automatiseringsproject doorlopen biedt tal van kansen om allerlei bedrijfseconomische en communicatieve aspecten uit de levenscyclus van een project geïntegreerd aan bod te laten komen: bedrijfsorganisatie, projectplanning, kosten-baten, risicoanalyse, kwaliteitsbewaking, rapporteren, presenteren, … Het zou zonde zijn om die kansen niet te gebruiken.
Patrick Vancauwelaert Ped. Beg. DPB Mechelen-Brussel
3
De documenten Relevante uittreksels uit de door het VVKSO verspreide documenten vindt u hieronder. De volledige documenten zijn te downloaden van de website van het VVKSO. De onderstrepingen zijn van mij, ze dienen ter accentuering van belangrijke passages. De nummering links vormen verwijzingen naar de tekst.
De geïntegreerde proef in het voltijds secundair onderwijs (Mededelingen M-VVKSO-2008-009, 11 blz.) 1 Inleiding
1
Vandaag vinden we deze integratiegedachte (van vakken en leerstofonderdelen) die deel uitmaakt van de gip, ook terug in andere (pedagogisch-didactische) vormen en/of in lagere leerjaren (bv. geïntegreerd leren, projectmatig leren). Dit komt bv. ook tot uiting in de geïntegreerde leerplannen die voor bepaalde studierichtingen reeds hun ingang hebben gevonden. Daarnaast kan men ook via het vak Seminaries de integratie van vakken en/of leerstofonderdelen bewerkstelligen. (p. 1) 2 Algemene visie van het VVKSO over de gip 2.1 Band met het studierichtingsprofiel
2
De gip toetst op een synthetische en realiteitsgebonden wijze de mate waarin een leerling de beoogde vormingscomponenten (alle of een deel ervan) van een studierichting heeft verworven. De leerling moet zich vaardig tonen door spontane toepassing van kennis, vaardigheden en attitudes in een beroeps- en/of sectornabije situatie. Hierbij dient men rekening te houden met het nagestreefde studie- en opleidingsprofiel, en dus met de einddoelstellingen van de derde graad. De gip draagt zo bij tot een specifieke studierichtingsgebonden invulling van het leergebeuren op school en heeft een toegevoegde waarde ten opzichte van de (veelal) vakgebonden evaluatiesystemen. (p. 1,2) 2.2 Integratie
3
Het begrip “geïntegreerd” is van uitzonderlijk belang: • het verwijst naar het vakken- of specialiteitenoverstijgend karakter van de proef, naar de inbreng van externe juryleden, naar het vakoverschrijdende aspect van de opgave en naar het verrekenen van kennis, vaardigheden en attitudes; • integratie kan echter ook verwijzen naar het niveau dat men moet nastreven. Het moet immers verder gaan dan weten en inzien, en reiken tot toepassen en integreren. Hierbij staat integratie dan voor het spontaan en blijvend toepassen van inzichten, bekwaamheden en attitudes, doordat het geleerde in de eigen persoonlijkheid werd verwerkt en werkelijk “verworven” mag worden genoemd. De term “proef” verwijst naar de synthetische en realiteitsgebonden wijze waarop de voor de betreffende opleiding typische bekwaamheden worden getoetst. Hij herinnert enigszins aan de productevaluatie die op het einde van de opleiding plaatsvindt. Anderzijds benadrukken we het belang van de procesevaluatie: de proef moet worden opgevat als een jaarproject. Hij kan naargelang van het leerjaar, de onderwijsvorm en de studierichting de vorm aannemen van een praktische realisatie, een project, een monografie of een eindwerk. (p. 2)
4 2.3 Zelfstandigheidsaspect De gip kan voor de leerlingen uitgroeien tot een stimulerende en motiverende factor. Hierdoor komen zij tot concrete realisaties of tot eindwerken, die een bepaald gewicht krijgen in de totaliteit van hun beoordeling. Via de gip ervaren de leerlingen dat niet alleen parate kennis, maar ook het gericht raadplegen van documentatie en andere bronnen tot de oplossing van problemen kan voeren. Ze worden tot creatief en probleemoplossend denken uitgedaagd. Daarnaast leren zij door het werken aan de gip schriftelijk en mondeling te rapporteren en hun project of eindwerk mondeling toe te lichten en/of te verdedigen.
4
De leerling krijgt zo de kans om zijn eigen leerproces te sturen (in het plannen van de aanpak van het probleem, in het organiseren en controleren van hun denk- en doe-activiteiten). Zij leren verworven informatie benutten in nieuwe situaties. In deze zin draagt de gip nog steeds bij tot betekenisgeving aan de eigen situatie: de leerling wordt geconfronteerd met zijn sterke en zwakke punten en kan hieruit conclusies trekken naar vervolgonderwijs of naar tewerkstelling toe. (p. 2)
6.2 Betrokken vakken Stages Stages kunnen al dan niet deel uitmaken van het concept, de invulling en de beoordeling van de gip. Dit hangt af van de studierichting en de plaats waar de (leerplan)doelstellingen gerealiseerd worden.
5
Is het profiel van de betrokken studierichting gericht op doorstroming naar hoger onderwijs, dan zullen stages niet of veel minder behoren tot het specifiek gedeelte van de studierichting en aldus geen deel uitmaken van de gip. (p. 6)
Ongedateerd document: model geïntegreerde proef Boekhouden-Informatica TSO (GIP32-TSO-Boin-03v03.doc, 2 blz.) 3 Opdracht en inhoud 2) Zelf ontwikkelen van een bedrijfsgerichte informaticatoepassing, gebruik makend van verschillende softwarecomponenten. (p. 1)
6
4 Evaluatie Bij de evaluatie moet rekening gehouden worden met de moeilijkheidsgraad van de zelf te ontwikkelen informaticatoepassing. (p. 2)
Het leerplan Een reeks leerplandoelstellingen uit deel 1, deel 2 en deel 3 kan gerealiseerd worden in het kader van de geïntegreerde proef. Het spreekt het voor zich dat het aantal lestijden, dat je hiervoor gebruikt , in mindering dient gebracht te worden van de richtinggevende lestijden van de delen 1, 2 en 3. (p. 14, opmerking onder tabel richtinggevende lestijden). 3.3 De vakken Bedrijfseconomie en Toegepaste informatica De vakken Bedrijfseconomie en Toegepaste informatica en de geïntegreerde proef (GIP) De ministeriële omzendbrief SOZ(91)7 van 3 mei 1991 verplicht elke school om in het tweede leerjaar van de derde graad tso een geïntegreerde proef te organiseren. De omzendbrief vermeldt dat de geïntegreerde proef slaat op de vakken en specialiteiten van het specifiek gedeelte.
7
5
8
Omdat het vak Bedrijfseconomie een geïntegreerd geheel vormt van bedrijfseconomische aspecten, boekhoudkundige aspecten, juridische aspecten, zakelijk-communicatieve aspecten en informatica-aspecten, ligt het voor de hand dat een aantal leerplandoelstellingen onder de vorm van opdrachten in het kader van de geïntegreerde proef kan behandeld worden. Deze opdrachten kunnen zowel een individueel karakter als een groepskarakter of een combinatie van beiden hebben. In de specifieke pedagogisch-didactische wenken wordt meermaals verwezen naar leerplandoelstellingen die kunnen gerealiseerd worden in het kader van de geïntegreerde proef. Het ligt voor de hand dat de leerlingen hier tijdens de les op regelmatige tijdstippen kunnen aan werken. Er dient bewust naar gestreefd om ook een aantal opdrachten buiten de lestijd door de leerlingen te laten realiseren. Het spreekt voor zich dat de neerslag van de geïntegreerde proef met een tekstverwerkingspakket gebeurt: de aanmaak van een inhoudstafel, het gebruik van sjablonen en opmaakprofielen met koppen, koptekst/voettekst, paginanummering, … kunnen in deze context aangeleerd worden. Bij het bepalen van de opdracht van de geïntegreerde proef is overleg tussen de leraars Bedrijfseconomie, Toegepaste informatica en algemene vakken een must. Hierdoor kan de opdracht ‘geïntegreerd’ geformuleerd worden. (p. 18)
De vakken Bedrijfseconomie en Toegepaste informatica en de BIN-normen In het vak Bedrijfseconomie zijn de doelstellingen in verband met ict verweven. Ook in het programmeerwerk tijdens de lessen Toegepaste informatica komen de BIN-normen aan bod. Het spreekt voor zich dat bij de verwerving van de doelstellingen binnen het vak Bedrijfseconomie en binnen het vak Toegepaste informatica de BIN-normen dienen toegepast te worden. De BIN-brochure is een handig instrument. (p. 18)
De vakken Bedrijfseconomie en Toegepaste informatica en werkvormen
9
Heel wat leerplandoelstellingen moeten projectmatig bereikt worden in dit leerplan. Het is belangrijk om één of meerdere werkvormen te kiezen om de leerplandoelstellingen aan op te hangen. In het kader van een minionderneming of oefenfirma kunnen de leerlingen een boekhoudkantoor runnen, waarbij ze de boekhouding van een aantal miniondernemingen of oefenfirma’s verzorgen. Naast deze dienst kunnen ze ook automatiseringsdiensten aanbieden zoals websiteontwikkeling, automatisering van de administratie, oplossing schrijven voor een bedrijfsadministratief probleem. Het spreekt voor zich dat bovenstaande diensten perfect kunnen passen in één of meerdere GIP-opdrachten. Ook bedrijfsspelen, bedrijfssimulaties, bedrijfsbezoeken, …kunnen zeer waardvol zijn om leerplandoelstellingen te bereiken. In de pedagogisch-didactische wenken wordt hiernaar regelmatig verwezen. Daarnaast is er volop ruimte om binnen het kader van begeleid zelfstandig leren leerlingen de leerstof te laten verwerken. Het elektronische leerplatform biedt uitstekende mogelijkheden om leerlingen via leerpaden zelfstandig de leerstof te laten verwerken. In combinatie met het elektronische leerplatform kunnen de leerlingen ook in groepjes coöperatief leren door groepsopdrachten uit te werken. In zowel de werkvorm als het begeleid zelfstandig leren is er veel kans om de leerlingen te laten werken aan en te evalueren op vaardigheden en attitudes. De vakken Bedrijfseconomie en Toegepaste informatica en stages
10
In de lessentabel is stages niet expliciet opgenomen. Voor het vak Bedrijfseconomie kunnen bepaalde leerplandoelstellingen echter wel via de werkvorm stages in een boekhoudkantoor bereikt worden. We denken hierbij dan vooral aan leerplandoelstellingen uit de hoofdstukken 3 tot en met 8 van deel 2. Binnen Toegepaste informatica zijn er mogelijkheden in een informaticabedrijf binnen delen 3 en 4 van het leerplan. De leerlingen kunnen via de stage starten aan een praktijkgerichte opdracht en deze in het kader van bijvoorbeeld de geïntegreerde proef afwerken, waarbij ze regelmatig contact blijven houden met de stagementor van de stageplaats. Voorwaarde hierbij is wel dat de leraar Bedrijfseconomie/Toegepaste informatica met het bedrijf waar de leerling stage loopt strikte afspraken maakt over de te bereiken doelstellingen. Binnen de complementaire uren voor Bedrijfseconomie (2 uur) is het mogelijk stages te organiseren. (p.19)
6
Gedeelte Toegepaste informatica 1 Overkoepelende doelstellingen
11
De meeste van deze doelstellingen dienen gerealiseerd te worden in samenhang met de leerplandoelstellingen van de andere onderdelen. Het is de bedoeling ze praktisch en geïntegreerd,niet als afzonderlijk geheel, te behandelen. Ook in de GIP dienen deze doelstellingen een belangrijke plaats in te nemen (p. 73) • • • • • • • • •
Raamdoelstelling 1 Op gestructureerde wijze problemen analyseren en oplossingen beschrijven Raamdoelstelling 2 Een efficiënte oplossing op efficiënte wijze realiseren Raamdoelstelling 3 Zelfredzaamheid ontwikkelen bij de oplossing van een probleem Raamdoelstelling 4 Bewust werken in een netwerk. Raamdoelstelling 5 Omgaan met digitale gegevens Raamdoelstelling 6 Gegevens efficiënt beveiligen Raamdoelstelling 7 Gegevens structureren met XML Raamdoelstelling 8 Een kritische reflectie ontwikkelen omtrent het gebruik van ict binnen de werkomgeving Raamdoelstelling 9 Spontaan de recente ontwikkelingen in verband met ict opvolgen en exploreren
2 Elektronische communicatie
12
Didactische wenken In het kader van de GIP is communicatie met de opdrachtgever primordiaal. Deze communicatie kan verlopen via mail of een digitaal communicatieplatform. (p. 79)
13
3 Databanken In het kader van de GIP is het wenselijk een applicatie te ontwikkelen die gebruik maakt van een databank. (p. 80)
14
4 Toepassingssoftware In het kader van de minionderneming of de oefenfirma en in afgeleide de GIP kunnen onderstaande doelstellingen gerealiseerd worden. (p. 85) • • • •
15
Raamdoelstelling 22 Een bewuste keuze maken bij het gebruik van een softwarepakket Raamdoelstelling 23 De werkomgeving van een kantoorsoftwarepakket aanpassen aan de noden van de gebruiker Raamdoelstelling 24 Bedrijfseconomische problemen oplossen met behulp van gevorderde mogelijkheden van rekenbladsoftware Raamdoelstelling 25 Een bedrijfsadministratieve casus automatiseren met behulp van een professioneel kantoorsoftwarepakket
5 Ontwikkelen van een toepassing In het kader van de GIP is het mogelijk een toepassing te ontwikkelen die kadert in de bedrijfseconomische context van de minionderneming of de oefenfirma. (p. 88) •
Raamdoelstelling 26 Een goede software ontwikkelingsmethode beschrijven en gebruiken DIDACTISCHE WENKEN
7
• • • • • • •
16
• • • •
De watervalmethode met inhoud en belang van de verschillende stappen wordt theoretisch aangebracht. Bij het zelf ontwikkelen van toepassingen kan telkens gerefereerd worden naar de verschillende stappen. Bij grotere toepassingen (GIP) wordt in de mate van het mogelijke iteratief en incrementeel gewerkt. Het is belangrijk dat de leerlingen leren werken met feedback bij softwareontwikkeling. Bij kleinere problemen kan de leraar of een andere klasgroep hiervoor zorgen (zij spelen de rol van opdrachtgever). Voor de GIP wordt bij voorkeur gewerkt met een externe opdrachtgever die regelmatig gecontacteerd wordt voor de opvolging. (p. 88) Raamdoelstelling 27 Een eenvoudig systeem gemodelleerd met UML interpreteren Raamdoelstelling 28 UML gebruiken als standaard notatie bij de ontwikkeling Raamdoelstelling 29 De voorgestelde probleemoplossing van een te ontwikkelen toepassing op gestructureerde wijze beschrijven Raamdoelstelling 30 Een geïntegreerde ontwikkelomgeving efficiënt gebruiken Raamdoelstelling 31 De betekenis van objectoriëntatie toelichten Raamdoelstelling 32 Goede programmeerattitudes en –methodieken ontwikkelen Raamdoelstelling 33 De belangrijkste begrippen en concepten van een objectgeoriënteerde programmeertaal gebruiken Raamdoelstelling 34 Een toepassing met databanken ontwikkelen in een objectgeoriënteerde omgeving Raamdoelstelling 35 Een webtoepassing ontwerpen, testen, documenteren en publiceren Raamdoelstelling 36 Een zelfontwikkelde toepassing documenteren Raamdoelstelling 37 Een grotere toepassing in teamverband in detail uitwerken DIDACTISCHE WENKEN Het onderwerp van een toepassing wordt genomen uit de bedrijfseconomische context. Je zal hierbij als coach optreden. In sommige klasgroepen zal het mogelijk zijn de rol van leider van het project over te laten aan één of meerdere teamleden. In dit kader is de stelling ‘al doende leert men’ zeker en vast van toepassing. Het is voor de leerlingen een leerproces waarbij je als leraar de rol van coach vervult. In het begin van de opleiding zal je als leraar de projectcoordinatie op jezelf nemen. Hierin vervul je een voorbeeldrol. De GIP biedt heel wat mogelijkheden om deze leerplandoelstellingen te realiseren, maar leerlingen moeten kunnen groeien in het werken in team en kunnen dit niet ineens binnen een eenmalig groot project. Daarom is het aangewezen om reeds in de loop van het vijfde jaar de leerlingen in team te laten werken aan kleinschalige projecten. (p. 94)