VLAAMS VERBOND VAN HET KATHOLIEK SECUNDAIR ONDERWIJS LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS
TV [specialiteit]/TOEGEPASTE INFORMATICA Tweede graad BSO 1ste en 2de leerjaar Fundamenteel gedeelte (alle studierichtingen behalve Kantoor,Verkoop en Drukken)
Licap - Brussel D/1997/0279/055
september 1997
TV [SPECIALITEIT]/TOEGEPASTE INFORMATICA Tweede graad BSO (alle studierichtingen behalve Kantoor, Verkoop en Drukken) 1ste leerjaar: 1 uur/week 2de leerjaar: 1 uur/week
In voege vanaf 1 september 1997
D/1997/0279/055
Toegepaste informatica
3
Tweede graad BSO
INHOUD
1
CONCEPT - BENAMING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
7
2
BEGINSITUATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
7
3 3.1 3.2 3.3
ALGEMENE DOELSTELLINGEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Basisvaardigheden - voorbereiding op integratie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Polyvalente vorming . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Kennismaking met vakgerichte software . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
8 8 8 8
4
BASISLEERPLANDOELSTELLINGEN, LEERINHOUDEN EN DIDACTISCHE WENKEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
9
SPECIFIEKE LEERPLANDOELSTELLINGEN, LEERINHOUDEN EN DIDACTISCHE WENKEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
14
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN EN DIDACTISCHE MIDDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
27
7
MINIMALE MATERIËLE VEREISTEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
29
8
EVALUATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
30
9
BIBLIOGRAFIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
30
5
6
Toegepaste informatica
5
Tweede graad BSO
1
CONCEPT - BENAMING
• Concept Enerzijds verwerven de leerlingen de nodige basisvaardigheden informatica (zie 4). Afhankelijk van de studierichting wordt de helft tot twee derden van het aantal wekelijkse lestijden (zie 6) besteed aan deze basisvaardigheden. Anderzijds is er een specifiek gedeelte (zie 5) dat in functie staat van de specialiteit(en) van de studierichting en dat één derde tot de helft van de lestijden inneemt. Hierin wordt kennisgemaakt met vakgerichte software. • Benaming Omdat de inhoud van het vak deels basisvaardigheden informatica, deels specifieke vakgerichte toepassingen omvat, wordt het vak als volgt in het fundamenteel gedeelte van elke BSO-studierichting van de tweede graad (met uitzondering van de studierichtingen Kantoor en verkoop en Verkoop en etalage) ingeschreven: TV [specialiteit]/Toegepaste informatica (1-1) Concreet betekent dit dat het vak in de lessentabellen, afhankelijk van de studierichting, een verschillende benaming krijgt. Enkele voorbeelden: - TV Kleding/Toegepaste informatica in de studierichting Kleding; - TV Huishoudkunde/Toegepaste informatica in de studierichting Personenzorg; - TV Slagerij/Toegepaste informatica/Voeding in de studierichting Slagerij en vleeswarenbereiding. De schuine streep ('/') betekent dat de school zelf beslist welke leraar het vak geeft. In het voorbeeld van de studierichting Kleding ofwel een leraar met de bekwaamheidsbewijzen voor TV Kleding, ofwel een leraar met de bekwaamheidsbewijzen TV Toegepaste informatica. 2
BEGINSITUATIE
Dit graadleerplan voor het vak TV [specialiteit]/Toegepaste informatica is bestemd voor de leerlingen van de tweede graad BSO, alle studierichtingen, met uitzondering van de studierichtingen Kantoor en verkoop en Verkoop en etalage. In de eerste graad (1B, BVL) hebben sommige leerlingen wellicht kennisgemaakt met Eenvoudig Computergebruik: één van de verkenningsgebieden binnen Technologische opvoeding. Wegens het facultatieve karakter van Eenvoudig Computergebruik en omdat niet alle leerlingen van de tweede graad BSO het eerste leerjaar B of het beroepsvoorbereidend leerjaar gevolgd hebben, mogen de leerinhouden van de tweede graad geenszins steunen op wat aangeboden wordt in de eerste graad. Er is dus geen informaticavoorkennis vereist.
Toegepaste informatica
7
Tweede graad BSO
3
ALGEMENE DOELSTELLINGEN
3.1
Basisvaardigheden - voorbereiding op integratie
De leerlingen verwerven de basisvaardigheden, nodig bij het praktisch gebruik van de computer. Zo krijgen ze een voorbereiding op de integratie van de informatica in de praktijkgerichte vakken van de derde graad. De leraar van de derde graad die de informatica wil integreren in zijn vak kan onmiddellijk met de professionele software beginnen. De leerlingen hebben immers in de tweede graad geleerd hoe ze de computer en een programma starten, hoe het toetsenbord efficiënt bediend wordt, hoe ze omspringen met muis en printer, hoe ze kiezen uit een menu, hoe vensters gemanipuleerd worden ... De leerlingen moeten in staat zijn om eenvoudig schijf- en bestandsbeheer toe te passen.
3.2
Polyvalente vorming
De leerlingen leren de computer gebruiken voor toepassingen die niet rechtstreeks verband houden met de gekozen beroepsopleiding. Dit bevordert een polyvalente vorming. De leerlingen ontdekken mogelijkheden van de computer die eventueel niet onmiddellijk van toepassing zijn voor hun toekomstig beroep: tekstverwerking, tekenen, een elektronische kaartenbak beheren, eenvoudige rekenkundige bewerkingen uitvoeren, desktop publishing ...
3.3
Kennismaking met vakgerichte software
De leerlingen leren voor het eerst werken met vakgerichte software binnen de gevolgde studierichting. Aan de hand van eenvoudige specifieke software worden de leerlingen voorbereid op het gebruik van meer gecompliceerde vakgerichte programma’s.
Toegepaste informatica
8
Tweede graad BSO
Toegepaste informatica
4
BASISLEERPLANDOELSTELLINGEN, LEERINHOUDEN EN DIDACTISCHE WENKEN
Deze basisdoelstellingen en -inhouden gelden voor alle studierichtingen. De schuingedrukte items zijn uitbreidingsdoelstellingen.
4.1
Computerapparatuur en -programmatuur LEERPLANDOELSTELLINGEN
4.1.1 • • • •
LEERINHOUDEN
DIDACTISCHE WENKEN
Cognitieve doelstellingen
De functie kennen van de belangrijkste delen van een computerconfiguratie (toetsenbord, muis, systeemeenheid, scherm en printer). Het onderscheid kennen tussen hardware en software. Enkele veelgebruikte in- en uitvoerapparaten bij naam kennen. Het verschil kennen tussen intern en extern geheugen.
De computerconfiguratie
Steeds dezelfde terminologie gebruiken.
Hardware en software Invoer- en uitvoerapparaten Intern en extern geheugen
9
4.1.2 • • • •
Affectieve doelstellingen Controleren of de leerlingen de programma’s correct afsluiten.
De gewoonte aannemen om programma's op een juiste manier te beëindigen. Oog hebben voor de berichten op het scherm (hulp, foutmeldingen, ...) waardoor de zelfredzaamheid bevorderd wordt. Inzien dat een computer helemaal niets kan zonder programma's. Belangstelling opbrengen voor de nieuwste ontwikkelingen in verband met informatica.
4.1.3
Benadrukken dat de mens de beslissende factor is. Aanleggen van een documentatiemap.
Psychomotorische doelstellingen
Tweede graad BSO
• •
De verschillende mogelijkheden van de computer gebruiken. Het toetsenbord en de muis efficiënt gebruiken.
•
Vlot kunnen werken met de belangrijkste componenten van de gebruikersinterface.
•
Bestanden inladen, bewerken, bewaren, afdrukken en sluiten.
Het toetsenbord, de muis Bijvoorbeeld: menu’s, werkbalken, sneltoetsen, schuifbalken, dialoogvensters, ... Openen, Opslaan, Opslaan als, Afdrukken, Sluiten
Gebruik een programma waarbij de computer het gebruik van het toetsenbord en de muis uitlegt.
Het verschil tussen Opslaan en Opslaan als benadrukken.
Toegepaste informatica
LEERPLANDOELSTELLINGEN • • • • •
Blokken maken met muis en toetsenbord. Blokbewerkingen uitvoeren: knippen, kopiëren en plakken via het klembord. Vensters maximaliseren/minimaliseren, verplaatsen, vergroten en verkleinen. Eenvoudige maatregelen nemen met het oog op een optimale ergonomische situatie. Oog hebben voor eenvoudige printerproblemen.
4.2
LEERINHOUDEN Selecties maken Knippen, Kopiëren, Plakken Vensters manipuleren Bijvoorbeeld: lichtinval, contrast, zithouding, afstand tot scherm, ... Bijvoorbeeld: geen stroom, geen papier, printer staat off-line, ...
Eenvoudig bestands- en schijfbeheer via een grafische gebruikersinterface LEERPLANDOELSTELLINGEN
10
4.2.1
LEERINHOUDEN
De betekenis kennen van formatteren en kopiëren.
Diskettes formatteren, kopiëren
•
De verschillende delen van een inhoudslijst interpreteren.
De inhoudslijst van een schijf
4.2.2
• Tweede graad BSO
• • • •
Hoewel de meeste nieuwe diskettes reeds geformatteerd zijn, kan formatteren een middel zijn om een gebruikte diskette leeg te maken.
Affectieve doelstellingen
Een correcte basishouding ontwikkelen ten overstaan van de behandeling van magnetische schijven. Ordelijk werken bij bestands- en schijfbeheer.
4.2.3
DIDACTISCHE WENKEN
Cognitieve doelstellingen
•
•
DIDACTISCHE WENKEN
Behandelen van een diskette
Een slechte diskette openen en gebruiken als didactisch materiaal.
Station, directory (map) en bestand kiezen
Psychomotorische doelstellingen
Diskettes op een juiste wijze manipuleren. De inhoudslijst van een diskette op het scherm brengen. Een diskette formatteren en kopiëren. Een bestand kopiëren, verwijderen, hernoemen, verplaatsen.
Behandelen van een diskette De inhoudslijst van een schijf Diskettes formatteren, kopiëren Bestanden kopiëren, verwijderen
Liever niet werken op de harde schijf.
Toegepaste informatica
4.3
Databeheer LEERPLANDOELSTELLINGEN
4.3.1 •
•
Een kaartenbak
Affectieve doelstelling
Aandacht hebben voor de ordening van de gegevens.
4.3.3 • • •
DIDACTISCHE WENKEN
Cognitieve doelstelling
Het nut inzien van een elektronische databank.
4.3.2
LEERINHOUDEN
Psychomotorische doelstellingen
Bladeren en zoeken in een elektronische kaartenbak. Steekkaarten toevoegen, wijzigen en verwijderen. Een nieuwe gegevensbank aanmaken.
Een kaartenbak Het aantal steekkaarten beperken.
11
4.4
Rekenen LEERPLANDOELSTELLINGEN
4.4.1 • • Tweede graad BSO
•
•
DIDACTISCHE WENKEN
Cognitieve doelstelling
De betekenis kennen van de belangrijkste toetsen van een elementaire elektronische rekenmachine. Elementaire rekenkundige bewerkingen (hoofdbewerkingen en procenten) uitvoeren met de computer. Het geheugen van de rekenmachine gebruiken om snel een steeds terugkomende waarde op te roepen.
4.4.2
LEERINHOUDEN
Een elektronische rekenmachine
Bijboorbeeld: de toetsen voor de hoofdbewerkingen, de %-toets, de MS-toets, de MR-toets, ...
Een elektronische rekenmachine
Bijvoorbeeld: de rekenmachine gebruiken binnen tekstverwerking voor eenvoudige berekeningen.
Affectieve doelstelling
Het gebruik van een elektronische rekenmachine bij het gebruik van de computer waarderen.
Toegepaste informatica
LEERPLANDOELSTELLINGEN 4.4.3 •
4.5.1
12
• • •
Een informaticales is geen rekenles.
LEERINHOUDEN
Alinea Links en rechts uitlijnen, centreren, uitvullen Lettertype, lettergrootte, stijl Gebruik van de INS-toets Tabulaties
Affectieve doelstellingen
Het belang inzien van een afgewerkte vormgeving. De zin voor nauwkeurigheid aannemen bij het typen van teksten. De creatieve zin aan bod laten komen bij de lay-out van teksten.
4.5.3
DIDACTISCHE WENKEN
Cognitieve doelstellingen
Het begrip alinea kennen. Het onderscheid kennen tussen links en rechts uitlijnen, centreren en uitvullen. Weten wat bedoeld wordt met stijl en formaat van een lettertype. Het verschil kennen tussen de invoeg- en de overschrijfmode. De betekenis van tabulaties kennen.
4.5.2 • • •
Een elektronische rekenmachine
Tekstverwerking LEERPLANDOELSTELLINGEN
• •
DIDACTISCHE WENKEN
Psychomotorische doelstelling
De elektronische rekenmachine bedienen met muis en toetsenbord voor elementaire bewerkingen.
4.5
LEERINHOUDEN
De BIN-normen voor teksten toepassen.
Psychomotorische doelstellingen
Tweede graad BSO
• • •
Platte tekst invoeren, fouten verbeteren. Nieuwe tekst invoegen in een bestaand document. De cursor op een efficiënte manier doorheen de tekst verplaatsen.
Invoeren, blokbewerkingen
•
Teksten centreren, links of rechts uitlijnen, uitvullen.
• •
De regelafstand aanpassen. Delen van een tekst veranderen van lettertype en -grootte.
Links en rechts uitlijnen, centreren, uitvullen Regelafstand Lettertype
Cursorbesturing
Het gebruik van de muis en de bediening van de schuifbalken stimuleren.
Toegepaste informatica
LEERPLANDOELSTELLINGEN • • • • • • • • •
De stijl van de tekst aanpassen: vet, cursief, onderstreept, subscript, superscript. Tabulaties (links, centraal, rechts, decimaal) gebruiken. Wisselen van overschrijf- naar invoegmode en omgekeerd. Tegelijk kunnen werken met twee programma’s om zelfgemaakte tekeningen in te voegen in een tekst. De bladspiegel aanpassen: kantlijnen aanpassen - kop- en/of voetteksten aanbrengen. Een pagina-einde forceren. Een paginanummer aanbrengen. Tekst laten inspringen: alleen de eerste regel of heel de alinea. Spellingcontrole uitvoeren.
13
4.6
4.6.1
Tweede graad BSO
• •
Tabulaties
Benadrukken dat de tab-toets een andere werking heeft bij tekstverwerking dan bij een dialoogvenster.
Taakoverzicht Pagina-instelling
Inspringen Spellingcontrole
LEERINHOUDEN
DIDACTISCHE WENKEN
De tekenwerkset
Affectieve doelstelling
De creativiteit van de leerling aan bod laten komen.
4.6.3 •
Letterweergave
Cognitieve doelstelling
De betekenis kennen van de gebruikte pictogrammen van de tekenwerkset.
4.6.2 •
DIDACTISCHE WENKEN
Creatief tekenen LEERPLANDOELSTELLINGEN
•
LEERINHOUDEN
Psychomotorische doelstellingen
Tekeningen maken met lijnen, ellipsen, rechthoeken en veelhoeken. Tekeningen opmaken Een tekening of delen ervan bewerken, vergroten, verkleinen, verplaatsen, spiegelen, roteren, in- en uitzoomen.
De tekenwerkset Kleurenpalet en lijndikte Selecteren, selecties verplaatsen, kopiëren, vergroten, verkleinen ...
Tekeningen maken die aansluiten bij de gemaakte teksten (en die dan inlassen in de tekst).
Toegepaste informatica
LEERPLANDOELSTELLINGEN • • •
Tekst aanbrengen in een tekening en het lettertype instellen. Teksten gemaakt met het tekstverwerkingsprogramma invoeren en bewerken: vergroten, verkleinen. Penseelvormen kunnen instellen.
5
LEERINHOUDEN
DIDACTISCHE WENKEN
Tekstgereedschap, lettertype Penseelvormen
SPECIFIEKE LEERPLANDOELSTELLINGEN, LEERINHOUDEN EN DIDACTISCHE WENKEN
Per studierichting kan een keuze gemaakt worden uit de volgende onderwerpen. Voor een leidraad wordt verwezen naar de didactische wenken. Gelet op de snelle evolutie op het vlak van software kunnen, na goedkeuring door de pedagogische begeleiding, ook andere onderwerpen behandeld worden.
5.1
Voorraadbeheer en inventaris
14
De leerlingen maken kennis met het beheer van een voorraad via de computer. Artikelen, leveranciers en klanten worden ingevoerd. Artkelen worden besteld, worden geleverd en verkocht. De leerlingen kunnen de inventarisgegevens opvragen en eventueel aanpassen. LEERPLANDOELSTELLINGEN 5.1.1 • • •
Tweede graad BSO
• •
DIDACTISCHE WENKEN
Cognitieve doelstellingen
De gegevens op de artikelsteekkaart interpreteren: de betekenis kennen van de velden voorraad, in bestelling, bestelpunt en bestelhoeveelheid. Het verband weergeven tussen voorraad, in bestelling en bestelpunt. Inzien dat aangebrachte wijzigingen in één bestand invloed hebben op andere bestanden.
5.1.2
LEERINHOUDEN
Artikelsteekkaart
Laten zien hoe wijzigingen in de inventarisgegevens een invloed hebben op de artikelsteekkaarten.
Affectieve doelstellingen
De computer waarderen bij het beheer van een voorraad. Een doelmatig denkpatroon ontwikkelen bij het oplossen van problemen.
Oog hebben voor de automatische aanpassingen bij bestellingen, leveringen, verkopen.
Toegepaste informatica
LEERPLANDOELSTELLINGEN 5.1.3 • • • • • • • • •
LEERINHOUDEN
DIDACTISCHE WENKEN
Psychomotorische doelstellingen
15
De firmagegevens invoeren en aanpassen. Een artikelen-, leveranciers- of klantenbestand aanpassen: toevoegen, veranderen of verwijderen van steekkaarten. Bladeren in het artikelen-, leveranciers- of klantenbestand. Lijsten van leveranciers, artikelen en klanten afdrukken. Een voorraad inventariseren en de waarde ervan bepalen tegen inkoop- en verkoopprijs. Artikelen bestellen indien de voorraad onder het bestelpunt komt. Extra bestellingen plaatsen als de voorraad nog niet onder het bestelpunt ligt. De voorraadbewegingen boeken (in- en uitgaande artikelen) waardoor de artikelensteekkaarten automatisch aangepast worden. Een reële bedrijfssituatie verkennen en eenvoudige praktische problemen in verband met voorraadbeheer oplossen.
Firmagegevens Klantenkaart, leverancierskaart
Typwerk beperken (aantal kaarten beperken).
Gegevens zoeken Lijsten afdrukken Verwerken van inventarisgegevens Artikelen bestellen Aanvullen van de voorraad Nieuwe klanten en leveranciers, bestellingen, in- en uitgaande leveringen invoeren
Aantal kaarten beperken.
Tweede graad BSO
Toegepaste informatica
5.2
Werken met coördinaten
De leerlingen leren werken met de X-, Y- en Z-coördinaten. Door het invoeren van N-, G-, X-, Y- en Z-codes komen puntsturingen en lijnsturingen aan bod. De juistheid van de codes wordt gecontroleerd door simulatie op het scherm. Via simulatie op het scherm evalueren de leerlingen hun programma. Eventuele fouten kunnen verbeterd worden (een foutmelding geeft aan wat er precies misgelopen is). Programma's en codelijsten kunnen op schijf bewaard en van de schijf ingelezen worden.
LEERPLANDOELSTELLINGEN 5.2.1 • • • • 16
•
Coördinaten van een punt IJlgang, voeding Wijzerzin, tegenwijzerzin Cirkelbogen
Affectieve doelstelling
De computersimulatie leren waarderen.
5.2.3 • • • •
DIDACTISCHE WENKEN
Cognitieve doelstellingen
De betekenis kennen van de X-, Y- en Z-coördinaat van een punt. Het onderscheid kennen tussen de begrippen ijlgang en voeding. De begrippen wijzerzin en tegenwijzerzin onderscheiden. Het begin- en eindpunt van een cirkelboog (in graden) bepalen.
5.2.2
LEERINHOUDEN
Psychomotorische doelstellingen
Puntsturingen en lijnsturingen simuleren. De sturing van cirkels en cirkelbogen simuleren. Figuren (met rechte lijnen en/of bogen) ontwerpen. Gegevens invoeren, bewerken, opslaan en ophalen.
Punt- en lijnsturingen Sturing bij cirkelbogen
Numerieke gegevens eerst op papier, daarna invoeren in de computer.
Tweede graad BSO
Toegepaste informatica
5.3
Simulatie van een CNC-freesmachine
De leerlingen leren werken met de X-, Y- en Z-coördinaten via een programma dat een CNC-freesmachine simuleert. Via invoer van de N-, G-, X-, Y-, Z-, I- en Jcodes komen puntsturingen en lijnsturingen aan bod. De juistheid van de codes wordt gecontroleerd door simulatie op het scherm. Daarna worden die codes door de leerlingen vertaald in een CNC-programma dat aan de DIN 66025-norm voldoet. Via simulatie evalueren de leerlingen hun programma. Eventuele fouten kunnen verbeterd worden (een foutmelding geeft aan wat er precies misgelopen is). Programma's en codelijsten kunnen op schijf bewaard of van de schijf ingelezen worden.
LEERPLANDOELSTELLINGEN 5.3.1 • •
17
• •
•
Coördinaten van een punt CNC-codes bij frezen IJlgang en voeding Wijzerzin, tegenwijzerzin
Affectieve doelstelling
Een computersimulatie leren waarderen.
5.3.3 • • • • •
DIDACTISCHE WENKEN
Cognitieve doelstellingen
De betekenis kennen van de X-, Y- en Z-coördinaat van een punt. De betekenis kennen van de N-, G-, X-, Y-, Z-, I- en J-codes van CNC-programma's. Het onderscheid kennen tussen de begrippen ijlgang en voeding. De begrippen wijzerzin en tegenwijzerzin onderscheiden.
5.3.2
LEERINHOUDEN
Psychomotorische doelstellingen
Puntsturingen leren simuleren. Lijnsturingen leren simuleren De sturing van cirkelbogen simuleren. Het frezen van figuren simuleren. Gegevens invoeren, bewerken, opslaan en ophalen.
Puntsturingen Lijnsturingen Bogen frezen Figuren frezen
Numerieke gegevens eerst op papier, daarna invoeren in de computer.
Tweede graad BSO
Toegepaste informatica
5.4
Simulatie van een CNC-draaibank
De leerlingen leren werken met de X- en Z-coördinaten via een programma dat een CNC-draaibank simuleert. Via invoer van de N-, G-, X-, Z-, I-, K- en T-codes komen langsdraaien, nadraaien en gleufsteken aan bod. De juistheid van de codes wordt gecontroleerd door simulatie op het scherm. Daarna worden die codes door de leerlingen vertaald in een CNC-programma dat aan de DIN 66025-norm voldoet. De leerlingen evalueren hun programma door simulatie. Eventuele fouten kunnen verbeterd worden (een foutmelding geeft aan wat er precies misgelopen is). Programma's en codelijsten kunnen op schijf bewaard of van de schijf ingelezen worden.
LEERPLANDOELSTELLINGEN 5.4.1
LEERINHOUDEN
Cognitieve doelstellingen
18
•
De betekenis kennen van de X- en Z-coördinaat van een punt.
X- en Z-coördinaat van een punt
•
De betekenis kennen van de N-, G-, X-, Z-, I-, K- en T-codes van CNC-programma's. Het onderscheid kennen tussen de begrippen ijlgang en voeding.
CNC-codes bij draaien
•
5.4.2 •
•
Tweede graad BSO
• •
Aantonen (visualiseren) waarom de Y-coördinaat ontbreekt bij het draaien.
IJlgang, voeding
Affectieve doelstelling
Een computersimulatie leren waarderen.
5.4.3 •
DIDACTISCHE WENKEN
Psychomotorische doelstellingen
Langsdraaien (ruwen) leren simuleren, ook met kegelvormig verloop. Nadraaien leren simuleren: een beitel volgt de contouren van het werkstuk en neemt de oneffenheden weg. Gleufsteken leren simuleren: het sturen van de insteekbeitel. Gegevens invoeren, bewerken, opslaan en ophalen.
Langsdraaien Nadraaien Gleufsteken
Numerieke gegevens eerst op papier, daarna invoeren in de computer.
Toegepaste informatica
5.5
Sturing van een snijmachine - Initiatie in CAD-CAM
De leerlingen maken een tekening op het scherm met de muis of via het invoeren van absolute of relatieve coördinaten (CAD). Het programma genereert een CNCcode die naar een snijmachine gestuurd wordt. Op die manier worden letters, figuurtjes ... uitgesneden uit piepschuim (CAM). De tekeningen kunnen op schijf bewaard worden of kunnen van de schijf ingelezen worden. LEERPLANDOELSTELLINGEN 5.5.1 • • •
DIDACTISCHE WENKEN
Cognitieve doelstellingen
De betekenis kennen van de X- en Y-coördinaat (absoluut en relatief) van een punt. De begrippen CAD en CAM onderscheiden. Weten dat voor de computersturing van een machine een CNCcode nodig is.
5.5.2
LEERINHOUDEN
Absolute en relatieve coördinaten in het XY-vlak CAD-CAM
Affectieve doelstellingen
19
• • •
Het nut van CAD-CAM-programma’s inzien. De creativiteit van de leerlingen aan bod laten komen. Het nut van een CNC-sturing inzien.
5.5.3 • • •
Psychomotorische doelstellingen
Lijnsturingen: uitsnijden van figuren bestaande uit horizontale, verticale en schuine lijnstukken. Snijden volgens cirkelvormige baan. Uitsnijden van figuren bestaande uit lijnstukken en cirkelbogen.
Lijstukken tekenen
De coördinaten eerst op papier vastleggen, daarna invoeren in de computer.
Cirkelbogen tekenen Aantonen dat ook 3D-figuren (bv. Eiffeltoren) uitgesneden kunnen worden.
Tweede graad BSO
Toegepaste informatica
5.6
Beheer van bereidingen
De leerlingen voeren recepten (bereidingen) in en slaan die op. De ingevoerde bereidingen kunnen later aangepast worden. Op basis van de gebruikte ingrediënten kunnen bereidingen geselecteerd worden. Van geselecteerde bereidingen kan een lijst met de nodige ingrediënten (naar rato van het aantal personen) gemaakt en afgedrukt worden.
LEERPLANDOELSTELLINGEN 5.6.1 •
•
Cognitieve doelstelling
Selectiecriteria herkennen bij het zoeken naar bereidingen.
5.6.2
LEERINHOUDEN
Affectieve doelstelling
20
Het gebruik van de computer waarderen bij het beheer van bereidingen.
Bereidingen selecteren op basis van de naam, een ingrediënt, de aard
DIDACTISCHE WENKEN
Tweede graad BSO
Toegepaste informatica
LEERPLANDOELSTELLINGEN 5.6.3 • -
• 21
• -
LEERINHOUDEN
DIDACTISCHE WENKEN
Psychomotorische doelstellingen
Beheer van bereidingen Invoeren en/of aanpassen van bereidingen: @ algemene gegevens (naam, aantal personen, aard); de ingrediënten (naam, aantal personen, aard); @ het recept; @ de voedingswaarde. Bladeren in de bereiding. Afdrukken van bereidingen. Bereidingen verwijderen. Bereidingen zoeken op basis van selectiecriteria: naam, ingrediënt, aard (voorgerecht, hoofdgerecht, nagerecht). De algemene lijst van ingrediënten aanpassen: ingrediënten toevoegen, wijzigen, verwijderen. Een lijst maken met de nodige ingrediënten van een menu voor een bepaald aantal personen. Bereidingen aan de lijst toevoegen, uit de lijst verwijderen. De lijst bekijken op het scherm en afdrukken en op schijf bewaren.
Invoeren en aanpassen van bereidingen
Bereidingen zoeken, aanpassen, afdrukken, verwijderen Selectiecriteria De algemene lijst van de ingrediënten De lijst van de nodige ingrediënten bij een menu maken, raadplegen, afdrukken, aanpassen, bewaren.
Bereidingen uit de praktijklessen gebruiken.
Tweede graad BSO
Toegepaste informatica
5.7
Gezonde voeding
Een dagmenu kan ingevoerd worden. Het dagmenu wordt vergeleken met en eventueel aangepast aan de normen voor een gezonde voeding. LEERPLANDOELSTELLINGEN 5.7.1 •
• • • 22
• • • • • Tweede graad BSO
•
Voedingsstoffen, voedingsmiddelen
Affectieve doelstelling
Het belang van een gezonde voeding inschatten. De leerlingen ervaren het nut van de computer bij het opstellen van een gezond dagmenu. De waarde van een computersimulatie inschatten bij het opstellen van een dagmenu.
5.7.3 •
DIDACTISCHE WENKEN
Cognitieve doelstelling
Het onderscheid kennen tussen voedingsstoffen en -middelen.
5.7.2
LEERINHOUDEN
Psychomotorische doelstellingen
De hoeveelheid voedingsstoffen (eiwitten, vetten, koolhydraten ...) en energie in een voedingsmiddel vinden. Snel een voedingsmiddel opzoeken in de alfabetische lijst van de voedingsmiddelen. Vaststellen van de dagelijkse voedingsbehoefte. Een dagmenu invoeren. De voedingswaarde van het dagmenu bepalen en vergelijken met de normen voor een gezonde voeding. Het dagmenu aanpassen zodat het voldoet aan de normen voor een gezonde voeding: een voedingsmiddel verwijderen, de hoeveelheid ervan aanpassen, een nieuw voedingsmiddel toevoegen. De Quételet-index: de voedingsbehoefte van personen bepalen afhankelijk van geslacht, leeftijd en grootte.
Voedingsstoffen, voedingsmiddelen Voedingsmiddelen zoeken De dagelijkse voedingsbehoefte Menu’s invoeren De voedingswaarde Aanpassen aan de normen van een gezonde voeding De Quételet-index
Herkenbare menu’s (klaspraktijk, thuis, school) gebruiken.
Toegepaste informatica
5.8
Werken met een elektronisch rekenblad
Het aanmaken en/of aanpassen van rekenbladen met vakgerichte toepassingen. De gegevens worden als grafieken afgebeeld en geanalyseerd.
LEERPLANDOELSTELLINGEN 5.8.1 • •
•
Cel, rij, kolom Celinhoud
Affectieve doelstelling
Het nut van een elektronisch rekenblad leren waarderen.
23
5.8.3 • • •
DIDACTISCHE WENKEN
Cognitieve doelstelling
De begrippen cel, rij en kolom kennen. Het onderscheid kennen tussen cellen met tekst, met getallen en met formules.
5.8.2
LEERINHOUDEN
Psychomotorische doelstellingen
Een rekenblad invullen als de formules opgegeven zijn. Een celinhoud aanpassen. De gegevens voorstellen in grafieken.
Cellen vullen Cellen aanpassen Grafieken maken
Voorbeelden uit de eigen leefwereld gebruiken
Tweede graad BSO
Toegepaste informatica
5.9
Initiatie in paint en desktop publishing
Dat leerplanonderdeel is bedoeld voor de studierichtingen Publiciteit en etalage en Reclame en decoratie.
LEERPLANDOELSTELLINGEN 5.9.1 • • •
24
• •
• • •
Tweede graad BSO
• • • • •
Bitmap-, adobe- en Truetype-lettertypen Schreef - Schreefloos Bestandsformaten Resolutie (scherm, printer), kleurintensiteit
Affectieve doelstellingen
Ordelijk, doordacht en accuraat werken. Zin voor creativiteit en afwerking ontwikkelen. Efficiënt werken door ervoor te zorgen dat de verschillende hulppaletten (knoppen, gereedschappen, kleuren, lijnen en vulpatronen) goed bereikbaar zijn naast het document.
5.9.3 •
Cognitieve doelstellingen
Het onderscheid kennen tussen lettertypen in bitmapuitvoering, ADOBE (postscript) type 1 en 2 en Truetype. Het onderscheid kennen tussen letters met schreef, zonder schreef en fantasieletters en in grote lijnen hun toepassingsgebieden kennen binnen de grafische sector. Elementaire kennis verwerven over bestandsformaten voor tekst en illustraties. Elementaire kennis verwerven over schermresolutie, printresolutie en kleurintensiteit. Pictografische boodschappen op hun juiste waarde inschatten.
5.9.2
LEERINHOUDEN
Paletten manipuleren
Psychomotorische doelstellingen
Verschillende lettertypes en corpsgrootten leren gebruiken in een grafisch document. Werken met stijlen en opmaakprofielen. De regelafstand aanpassen. De dikte van lijnen, kaders en pijlen veranderen. Pagina's automatisch nummeren. Tekstkleur aanpassen.
Lettertypes, formaten Opmaakprofielen, stijlen Regelafstand Lijndikte Paginanummering Tekstkleur
DIDACTISCHE WENKEN
Toegepaste informatica
LEERPLANDOELSTELLINGEN • • • • •
Eenvoudige typografische schikkingen uitvoeren in combinatie met illustraties. Titels verticaal plaatsen, titels op een gekleurde achtergrond plaatsen. Objecten procentueel vergroten en verkleinen. Objecten vrij roteren. De pictografische voorstelling van menucommando's gebruiken.
5.10
LEERINHOUDEN
DIDACTISCHE WENKEN
Typografische schikking Titels bewerken Objecten bewerken Werken met pictogrammen
Grafische hardware
Dat leerplanonderdeel is bedoeld voor de studierichting Grafisch productieproces. Indien de leerstof ook voorkomt in PV Praktijk of TV Technologie, verdient het aanbeveling die leerstof in het vak TV [specialiteit]/Toegepaste informatica slechts summier te behandelen. 25
LEERPLANDOELSTELLINGEN 5.10.1
Cognitieve doelstellingen
• •
De soorten printers kennen. Op een eenvoudige manier de werking en het doel omschrijven van de meest gebruikte grafische hardware.
•
Enkele soorten schijven kennen.
•
Digitale en analoge toestellen onderscheiden.
Tweede graad BSO
5.10.2 •
•
Laser, inktjet, matrix Bijvoorbeeld: belichter, plotter, scanner, stuurhendel (joy-stick), bolmuis, grafisch tablet, leespen, aanraakscherm ... Bijvoorbeeld: diskette, harde schijf, CD-ROM ... Digitaal, analoog
Affectieve doelstelling
Een correcte basishouding ontwikkelen bij de behandeling van grafische hardware.
5.10.3
LEERINHOUDEN
Grafische hardware
Psychomotorische doelstelling
De grafische hardware op een juiste wijze manipuleren.
Grafische hardware
DIDACTISCHE WENKEN
Toegepaste informatica
5.11
Gegevensbeheer met professionele software
Deze module kan de module Databeheer (zie 4.3) vervangen.
LEERPLANDOELSTELLINGEN 5.11.1
De structuur van een database inzien.
•
Het onderscheid kennen tussen de begrippen record (rij) en veld (kolom). Records en velden toevoegen, wijzigen en verwijderen. De structuur van een tabel aanpassen.
26
5.11.2 •
DIDACTISCHE WENKEN
Cognitieve doelstellingen
•
• •
LEERINHOUDEN
Bijvoorbeeld: tabel, query, formulier, rapport ... Record, veld Records (rijen), velden (kolommen) Ontwerpen van tabellen
Affectieve doelstelling
Het nut van een elektronische database waarderen.
5.11.3
Psychomotorische doelstellingen
•
Records en velden toevoegen, wijzigen en verwijderen.
Records en velden
• • •
Records zoeken met eenvoudige zoekvoorwaarden. Gegevens kunnen rangschikken (alfabetisch, numeriek). Een nieuwe tabel aanmaken.
Records zoeken Rangschikken van records (rijen) Ontwerpen van tabellen
Tweede graad BSO
5.12
Voorbeelden uit de eigen beroeps- en leefsituatie gebruiken.
Het uitwerken van specifieke toepassingen
Met behulp van het pakket dat gebruikt wordt bij het aanleren van de basisvaardigheden worden vakgerichte toepassingen uitgewerkt: vakgerichte tekeningen en pictogrammen maken, vakgerichte reclameblaadjes, een elektronische agenda bijhouden ... De cognitieve, affectieve en psychomotorische doelstellingen zijn afhankelijk van de studierichting en van de uitgewerkte toepassingen.
6
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN EN DIDACTISCHE MIDDELEN
De basisvaardigheden worden aangebracht aan de hand van een modern geïntegreerd pakket, met voorbeelden uit hun eigen leef- en beroepswereld. Het praktisch gebruik van de computer staat hierbij centraal. Voor het specifieke gedeelte kan het onderstaande overzicht een leidraad zijn wat betreft de tijd en de te behandelen onderwerpen (zie 5). Studierichting
Tijd
Onderwerp
Kleding
1/3
Voorraadbeheer en inventaris (zie 5.1) Werken met coördinaten (zie 5.2) Specifieke toepassingen met het geïntegreerd pakket (zie 5.12) ...
Gezins- en nijverheidstechnieken Personenzorg
1/3
Gezonde voeding (zie 5.7) Specifieke toepassingen met het geïntegreerd pakket (zie 5.12) ...
1/2
Simulatie van een CNC-freesmachine (zie 5.3) Simulatie van een CNC-draaibank (zie 5.4) Sturing van een snijmachine (zie 5.5) ...
1/2
Simulatie van een CNC-freesmachine (zie 5.3) Simulatie van een CNC-draaibank (zie 5.4) ...
1/3
Voorraadbeheer en inventaris (zie 5.1) Simulatie van een CNC-freesmachine (zie 5.3) Sturing van een snijmachine (zie 5.5) ...
Haartooi
1/3
Voorraadbeheer en inventaris (zie 5.1) Specifieke toepassingen met het geïntegreerd pakket (zie 5.12) ...
Bouw
1/3
Specifieke toepassingen met het geïntegreerd pakket (zie 5.12) Werken met een elektronisch rekenblad (zie 5.8) ...
1/2
Voorraadbeheer en inventaris (zie 5.1) Beheer van bereidingen (zie 5.6) Gezonde voeding (zie 5.7) ...
Brood- en banketbakkerij Slagerij en vleeswarenbereiding
1/2
Specifieke toepassingen met het geïntegreerd pakket (zie 5.12) Voorraadbeheer en inventaris (zie 5.1) Gezonde voeding (zie 5.7) ...
Publiciteit en etalage Reclame en decoratie
1/3
Initiatie in paint en desktop publishing (zie 5.9) Sturing van een CNC-snijmachine (zie 5.5) ...
Grafische technieken
1/2
Werken met een elektronisch rekenblad (zie 5.8) Grafische hardware (zie 5.10) Gegevensbeheer met professionele software (zie 5.11) ...
Land- en tuinbouw Landbouw Tuinbouw
1/3
Voorraadbeheer en inventaris (zie 5.1) Werken met een elektronisch rekenblad (zie 5.8) ...
Schilder- en decoratietechnieken
1/3
Specifieke toepassingen met het geïntegreerd pakket (zie 5.12) Sturing van een snijmachine (zie 5.5) ...
Centrale verwarming en sanitaire installaties Metaalbewerking Nijverheidste²chnieken Houtbewerking
Elektrische installaties
Hotel
Toegepaste informatica
27
Tweede graad BSO
Studierichting Textielproductie
Diamantbewerking Juwelierskunst Lederbewerking Rijn- en binnenvaart Schoeisel Uurwerkmaken
Tijd 1/3
1/3
Onderwerp Voorraadbeheer en inventaris (zie 5.1) Werken met coördinaten (zie 5.2) Specifieke toepassingen met het geïntegreerd pakket (zie 5.12) ... Voorraadbeheer en inventaris (zie 5.1) Specifieke toepassingen met het geïntegreerd pakket (zie 5.12) ...
• Leerlingen uit het BSO zijn sterk aan het concrete gebonden. Daarom zal het verwerven van de basisvaardigheden het best geschieden aan de hand van voorbeelden die eigen zijn aan hun leefwereld en interessesfeer of aan de beroepsopleiding die ze volgen. Samenwerking met de leraar praktijk en/of technologie is aangewezen. Het gebruik van het geïntegreerd pakket mag niet ontaarden in het systematisch doorlopen van de verschillende menu's en deelmenu's aan de hand van een handleiding. • Leerlingen uit het BSO leven sensitief: ze begrijpen met de zintuigen. In dit verband is het gebruik van transparanten belangrijk om het lesgebeuren aanschouwelijk voor te stellen. • BSO-leerlingen zijn ontmoedigd als ze bij hun inspanningen geen direct resultaat zien. Om die reden is het afdrukken van hun eigen teksten en tekeningen een must. • Leerlingen uit het BSO zijn nerveuzer en prikkelbaarder dan hun leeftijdsgenoten uit het ASO, KSO of TSO. Ze kunnen zich niet lang op hetzelfde concentreren. Daarom moet het typwerk beperkt blijven: de informaticales mag immers geen les dactylo zijn. Hou het dus bij korte teksten met korte zinnen. Stimuleer het gebruik van de muis bij menukeuzen en blokbewerkingen. • Door het bijhouden van een klassikale documentatiemap wordt de interesse van de leerlingen voor informatica gestimuleerd. Hierin kunnen niet alleen teksten en gegevens over de nieuwste ontwikkelingen maar ook artikelen over de sociaal-economische impact van de nieuwe informatietechnologie bewaard worden. Uiteraard worden die artikelen klassikaal besproken. • Een module uit het geïntegreerd pakket kan beter niet in één keer doorgenomen worden. Het is zinvoller de leerlingen in de loop van de tweede graad meer dan één keer te laten werken met dezelfde module. • De leerlingen werken maximaal per twee aan een computer. Dat kan stimulerend werken voor de zwakkere leerlingen van de klas. Zorg ervoor dat niet steeds dezelfde leerling al het werk doet. • De leerplanonderdelen weerspiegelen geen chronologische volgorde. • Programmatuur - BASIS - ALLE STUDIERICHTINGEN De school kiest het pakket waarmee ze de doelstellingen kan realiseren. Geoworks Ensemble 1.28, Windows 3.x of Windows 95 zijn geschikte platformen. Andere pakketten zijn evenwel niet uitgesloten.
Toegepaste informatica
28
Tweede graad BSO
- VAKGERICHTE SOFTWARE Item
Pakket
Voorraadbeheer en inventaris
Voorraadbeheer en inventaris. VVKSO 1996
Werken met coördinaten
Werken met coördinaten. VVKSO 1996
Simulatie van een CNC-freesmachine
Een computergestuurde freesmachine. VVKSO 1996
Simulatie van een CNC-draaibank
Een computergestuurde draaibank. VVKSO 1996
Sturen van een CNC-snijmachine
FiloCAD. Uwe Diener 1997
Beheer van bereidingen
Cuisine. Amsterdam: Domus Software
Gezonde voeding
De Eetmeter. Den Haag: Voorlichtingsbureau voor voeding
Elektronisch rekenblad
MS-Works, MS-Excel
Gegevensbeheer met professionele softw. MS-Access Initiatie in Paint en DTP •
ClarisWorks
Voor de module Sturing van een snijmachine kan de FiloCUT snijmachine gebruikt worden.
7
MINIMALE MATERIËLE VEREISTEN
Per klas is er een afdrukeenheid die in staat is teksten, tekeningen en grafieken verzorgd weer te geven, binnen een aanvaardbare tijd. Geoworks Ensemble 1.28, Windows 3.x of Windows 95 zijn geschikte platformen om de leerplandoelstellingen te realiseren. Afhankelijk van die keuze zijn er verschillende minimale vereisten.
7.1
Geoworks ensemble 1.28
• Minimale vereisten Voldoende IBM-compatibele XT-computers met 512-Kb RAM geheugen uitgerust met: - MS-DOS 2.00 of hoger, geïnstalleerd op de harde schijf; - een grafische kaart (CGA, MCGA, Hercules, EGA, (S)VGA); - een harde schijf met minstens 4 Mb vrije ruimte; - een muis (Logitech-, Microsoft- of Mouse Systems-compatibel). • Aanbevolen Computers met een 80386-microprocessor (of hoger), een VGA- of SVGA-kaart en kleurenmonitor.
7.2
Windows 3.x
• Minimale vereisten Voldoende computers met 80386-microprocessor en∙ 4Mb intern geheugen, uitgerust met: - MS-DOS 3.1; - een VGA-kaart; - een harde schijf met 8 Mb vrije ruimte; - een muis. Toegepaste informatica
29
Tweede graad BSO
• Aanbevolen Computers 80486-microprocessor (of hoger), minstens 8Mb intern geheugen en een kleurenmonitor.
7.3
Windows 95
• Minimale vereisten Voldoende computers met 80486-microprocessor en 8Mb intern geheugen uitgerust met: - een SVGA-kaart; - een harde schijf met 20 Mb vrije ruimte; - een muis. • Aanbevolen Computers met een 80586-microprocessor (pentium), minstens 16Mb intern geheugen en een kleurenmonitor. 8
EVALUATIE
• Bij leerlingen uit het BSO is het kunnen belangrijker dan het kennen. Definities en redeneringen zijn niet aan hen besteed. Het zijn doe-leerlingen. Daarom moet het praktisch gebruik van de computer centraal staan: de leerlingen verwerven de nodige basiskennis over informatica via het gebruik van de computer. Dat impliceert ook dat de psychomotorische en affectieve doelstellingen primeren boven de cognitieve doelstellingen. • De leerlingen worden bij voorkeur permanent geëvalueerd. Daardoor is een aparte toets tijdens de periode van de summatieve toetsen niet noodzakelijk. • Periodiek dienen de leerlingen te bewijzen dat zij bepaalde basisbegrippen, -vaardigheden en -attitudes verworven hebben. Dat gebeurt aan de hand van een praktische proef waarbij de leerling gebruik mag maken van zijn handboek en/of persoonlijke nota’s. • De leraar streeft naar een evaluatie waarbij de leerlingen thuis niet over een computer moeten beschikken: geen overdreven aandacht voor technische kneepjes. Het bezit van een PC thuis mag niet bepalend zijn voor het al dan niet geslaagd zijn van een leerling. • Evalueer niet het memoriseren van sneltoetsen, menu’s, commando’s ... maar wel de zelfredzaamheid van de leerling. • Evaluatie wordt niet gebruikt als orde- of tuchtmaatregel. 9
BIBLIOGRAFIE
In de handel zijn verschillende werken beschikbaar over computers, informaticatoepassingen, programmatuur. Aangezien een literatuurlijst informatica te snel veroudert, vermelden we hier geen concrete werken. We vermelden enkele brochures specifiek ontwikkeld voor didactisch gebruik: 1 2
VVKSO, Referentiewoordenlijst informatica, VVKSO, Guimardstraat 1, 1040 Brussel, april 1996 VVKSO-WERKGROEP BIN-NORMEN, BIN-Normen - Efficiënte communicatie, vierde herziene druk, LICAP D/1996/0279/004, Brussel.
Toegepaste informatica
30
Tweede graad BSO