grafische technieken derde graad TSO
toegepaste informatica fundamenteel gedeelte eerste leerjaar: 1 uur/week tweede leerjaar: 1 uur/week
licap – brussel D/2002/0279/013
Grafische technieken
september 2002
55
3de graad TSO, eerste en tweede leerjaar
BEGINSITUATIE Alle leerlingen bezitten de nodige voorkennis via de tweede graad ASO, KSO of TSO. Sommige leerlingen zullen via eigen interesse verder staan dan andere wat betreft pc-gebruik, tekstopmaak, rekenblad, database en Internetgebruik en de ene leerling zal via pc-bezit thuis meer ervaren zijn dan de andere i.v.m. het werken met softwarepakketten. Sommige leerlingen zullen, afhankelijk van de gevolgde studierichting in de tweede graad, in meer of mindere mate bedreven zijn op het vlak van pc-gebruik. De leraar dient rekening te houden met deze heterogene beginsituatie. Hij kan dit onder meer realiseren door verschillende moeilijkheidsgraden te hanteren bij de praktijkoefeningen en de leerlingen volgens hun individuele mogelijkheden te begeleiden bij het ontwerpen en vormgeven van eigen realisaties.
ALGEMENE DOELSTELLINGEN – Het reeds verworven functioneel inzicht in de computer als gegevensverwerkend systeem verder verdiepen via ontwerpen en vormgeven van vakgerichte toepassingen. _ Verwerven van grafische domeinspecifieke basiskennis uit de ICT-wereld. – Ontwikkelen van probleemoplossend denken door het ontwerpen, vormgeven en realiseren van oplossingen voor eenvoudige grafische problemen op het niveau van deelname aan de geautomatiseerde administratieve gegevensstroom vanuit het productieproces. – Weten dat ICT-toepassingen op verschillende niveau’s van de grafische bedrijfsvoering verschillend zijn. – Ontwikkelen van attitudes zoals doorzettingsvermogen, zelfredzaamheid, zin voor efficiëntie, open ingesteldheid ten opzichte van veranderingen, … teneinde in de toekomst ook in minder vertrouwde situaties problemen met kans op succes aan te pakken. – Aandacht opbrengen voor de maatschappelijk-ethische implicaties van ICT- en computertoepassingen en genuanceerd oordelen over de mogelijkheden en de beperkingen van ICT en informatica. – Ontwikkelen van competentie op het niveau van toepassingssoftware (Internetgebruik, bureautekstverwerker, rekenblad en database).
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN EN DIDACTISCHE MIDDELEN – Dit leerplan beoogt een vorming op TSO-technieken niveau te ondersteunen. Het vak ‘Toegepaste informatica’ dient ondersteunend te zijn voor de deelname aan de geïnformatiseerde ondersteunende gegevensstroom van het productieproces en bij het informatiseren van eenvoudige grafische probleemstellingen verbonden met het productieproces. De leerlingen dienen daarvoor vaardig te kunnen omgaan met personal computer en de meest courant gebruikte software in bureau-omgeving (tekstopmaak, rekenblad, database en Internetgebruik). – Het verdient aanbeveling dat er voldoende aandacht gaat naar een goede vakgroepwerking en vakoverschijdend werk tussen de verschillende betrokken leraren, dit in samenspraak met de afdelingsverantwoordelijke. – Wat TSO Grafische technieken betreft, kan het vak ‘Toegepaste informatica’ een belangrijk onderdeel van de geïntegreerde proef zijn. – Via de tweede graad (AV Informatica) bezitten de leerlingen reeds een aantal basisinzichten en -vaardigheden i.v.m. ‘Communicatie met de buitenwereld’, ‘Tekstverwerking’, ‘Elektronisch rekenblad’ en ‘Gegevensbeheer’. Afhankelijk van de leerlingengroep zal men deze in meer of mindere mate verder moeten vastzetten waar deze geïntegreerd in het hoofdstuk ‘Toepassingen’ aan bod komen.
LEERPLANDOELSTELLINGEN, LEERINHOUDEN EN DIDACTISCHE WENKEN (U) staat voor uitbreiding.
Grafische technieken
56
3de graad TSO, eerste en tweede leerjaar
INTRODUCTIE LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Kennisgebieden voor eindgebruikers van informatiesystemen 1 Vijf kennisgebieden waarin de kennis van informatiesystemen voor eindgebruikers kan onderverdeeld worden noemen en algemeen toelichten.
Kennisgebieden voor eindgebruikers van informatiesystemen – Fundamentele concepten van een IS. – Technologie van een IS. – Toepassingen van een IS. – Ontwikkeling van een IS. – IS-management.
DIDACTISCHE WENKEN – Fundamentele concepten van een IS – Bv.: het noodzakelijke inzicht in menselijk gedrag en techniek om begrip te krijgen in de wijze waarop informatiesystemen ondersteuning kunnen bieden bij beslissingen op operationeel en strategische niveau. – Technologie van een IS – Bv.: kennis hebben van de voornaamste IT-ontwikkelingen (hardware, software, telecommunicatie, databasebeheer, …). – Toepassingen van een IS – Bv.: kennis hebben van de belangrijkste applicaties van informatiesystemen door eindgebruikers en van managementtechnieken om de concurrentiepositie te versterken. – Ontwikkeling van een IS – Bv.: inzicht hebben in hoe informatiespecialisten informatiesystemen ontwikkelen om bedrijfsproblemen op te lossen. – IS-management. – Bv.: op de hoogte zijn van de uitdagingen i.v.m. het beheer hulpmiddelen en technologieën voor informatiesystemen op het niveau van de eindgebruiker, de onderneming en op internationaal bedrijfsniveau.
FUNDAMENTELE CONCEPTEN VAN EEN IS LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Systeemconcepten 2 Fundamentele componenten en functies van informatiesystemen toelichten.
Systeemconcepten
3 Het begrip systeem binnen de context van informatiesystemen algemeen omschrijven. 4 Het begrip dynamisch systeem binnen de context van informatiesystemen omschrijven. 5 Formuleren dat invoer, verwerking en uitvoer drie gerelateerde basiscomponenten of functies van een informatiesysteem zijn.
Grafische technieken
57
– Begripsomschrijving: – systeem; – dynamisch systeem; – invoer, verwerking en uitvoer;
3de graad TSO, eerste en tweede leerjaar
6 De begrippen invoer, verwerking en uitvoer verduidelijken met voorbeelden uit de productieprocessen in de grafische industrie. 7 Het begrip interface algemeen toelichten.
– interface.
Informatiesysteemmodellen 8 De elementaire hulpbronnen waarvan een informatiesysteem gebruik maakt en de elementaire activiteiten van informatieverwerking door informatiesystemen opsommen en algemeen toelichten.
Informatiesysteemmodellen – De hulpbronnen (resources): – mensen, hardware, software, gegevens en netwerken. – Activiteiten: – invoer, verwerking, uitvoer, opslag en besturing.
Soorten informatiesystemen en hun functie 9 Operationele informatiesystemen toelichten aan de hand van voorbeelden uit de grafische industrie.
Soorten informatiesystemen en hun functie – Operationele informatiesystemen: – transactieverwerkende systemen; – procesbesturingssystemen; – systemen voor samenwerking.
DIDACTISCHE WENKEN 3 Bv. een groep onderling verbonden of op elkaar inwerkende elementen die een geheel vormen. 4 Bv. een groep onderling gerelateerde componenten die samenwerken om een gemeenschappelijk doel te bereiken door in een georganiseerd transformatieproces invoer te accepteren en uitvoer te produceren. 6 – Invoer = bv. voorbereiden van de informatiesoorten. – Verwerking = bv. assembleren en programmeren van de informatiesoorten. – Uitvoer = bv. eindproduct (grafische film, print, Internetpagina, …). 7 Interface = bv. de grens van een systeem of meerdere systemen. 9 – Operationele informatiesystemen verwerken gegevens van bedrijfsprocessen ter ondersteuning van de bedrijfsvoering. – Transactieverwerkende systemen = bv. systemen die gegevens registreren en verwerken i.v.m. zakelijke transacties (zoals facturatie). – Procesbesturingssystemen = bv.: systemen die industriële processen bewaken en besturen (zoals elektronische workflow-systemen). – Systemen voor samenwerking = bv.: systemen die de samenwerking, de interne communcatie en de productiviteit ondersteunen (zoals electronic mail, orderverwerking).
Grafische technieken
58
3de graad TSO, eerste en tweede leerjaar
TECHNOLOGIE VAN EEN IS LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Computersystemen 10 Het begrip computersysteem toelichten. 11 De begrippen invoer, verwerking, uitvoer, opslag en besturing toelichten. 12 Het begrip computersysteemconcept schematisch voorstellen en het schema algemeen toelichten. 13 Een aantal relevante begrippen bij het onderscheiden van computersystemen opsommen. 14 De kenmerken van een aantal, in de grafische industrie, gebruikte computersystemen toelichten in functie van hun gebruik. 15 Toelichten dat een analyse van de noden noodzakelijk is bij de aanschaf van een computersysteem. 16 De drie categorieën computersystemen opsommen. (U) 17 Enkele specifieke kenmerken van de drie categorieën opsommen. (U) 18 De vier generaties computersystemen opsommen en enkele specifieke kenmerken vergelijken. (U) 19 Toelichten wat de toekomstverwachtingen i.v.m. computersystemen zijn. (U) 20 Het begrip multimediacomputer toelichten.
Computersystemen – Begripverklaring.
Randapparatuur 21 De belangrijkste soorten en toepassingsgebieden van randapparatuur voor invoer, uitvoer en opslag kennen en toelichten in functie van de grafische industrie. 22 De specifieke kenmerken en het gebruik van een aantal in de grafische drukindustrie gebruikte invoer- en uitvoerapparaten opsommen en toelichten. 23 De specifieke kenmerken en het gebruik van een aantal in de grafische Internet- en multimediaindustrie gebruikte invoer- en uitvoerapparaten opsommen en toelichten. (U)
Randapparatuur
Grafische technieken
59
– Computersysteemconcept.
– Categorieën.
(U)
– Generaties.
(U)
– Multimediacomputer.
– Invoer en uitvoer.
3de graad TSO, eerste en tweede leerjaar
24 De begrippen sequentiële toegang en directe toegang (DASD) schematisch voorstellen en toelichten. 25 De voor de grafische industrie belangrijkste opslagmethoden opsommen, herkennen en toelichten in functie van de media, de primaire functies en de voornaamste voor- en nadelen.
– Opslag: – begripsverklaring;
Eindgebruikerapplicaties 26 De functies van voor de grafische industrie relevante besturingssystemen toelichten.
Eindgebruikerapplicaties
27 De algemene functies van een besturingssysteem opsommen en toelichten.
28 De actuele, voor de grafische industrie relevante besturingssystemen overzichtelijk weergeven en een aantal kenmerken vergelijken. 29 De algemene functies van een netwerkbeheersysteem opsommen. (U) 30 Het begrip databasemenagementsystemen algemeen toelichten. (U) 31 De functies van voor de grafische industrie relevante applicatiesoftware toelichten Netwerktechnologie 31 Algemeen inzicht verwerven in voor de grafische industrie relevenante netwerkconcepten. 32 De begrippen Internet, intranet en extranet toelichten. 33 Een schematische internetwerkrelatie tussen bedrijf, klant, leverancier en andere organisaties via Internet-, intranet- en extranettechnologie algemeen toelichten. 34 Enkele voorbeelden van internetwerktoepassingen uit de grafische industrie opsommen en de beoogde meerwaarde toelichten.
– soorten: – magneetschijfstations; – diskettestations; – magneetbandstations; – optische schijfstations.
– Systeemsoftware: – besturingssystemen: – functies: – de gebruikersinterface; – beheer van hulpbronnen; – taakbeheer; – bestandsbeheer; – beheer van hulpprogramma’s; – veelgebruikte besturingsprogramma’s;
– netwerkbeheersystemen;
(U)
– databasemanagementsystemen.
(U)
– Applicatiesoftware.
Netwerktechnologie – Internet - Intranetten - Extranetten.
DIDACTISCHE WENKEN 12 Invoerapparatuur, centrale verwerkingseenheid (besturingseenheid, rekenkundige/logische eenheid, interne geheugeneenheid), uitvoerapparatuur en externe opslageenheid behandelen. 13 Bv. toepassingsmogelijkheden (host-computers, netwerkservers, technische werkstations); rekencapaciteit en verwerkingssnelheid; geheugencapaciteit; invoer-, uitvoer- en opslagmogelijkheden, … 14 Werkstations, dataservers, printserver, netwerkservers, … 16 Micro-, midrange en mainframecomputers. (U) 17 Bv.: grootte, soort schakelingen, snelheid, geheugen, prijs, … (U)
Grafische technieken
60
3de graad TSO, eerste en tweede leerjaar
22 – Toetsenbord, muis, trackball, pointing stick, touchpad, grafische tablet, … – Beeldscherm, inkjetprinter, laserprinter, film- en plaatbelichter, digitaal drukken, … 24 – Sequentiële toegang: bv. magneetband. – Directe toegang (direct acces storage device): bv. magneetschijf. 27 – Verduidelijken via Windows en Mac OS. – De gebruikersinterface: commandogestuurde, menugestuurde en graphical user interface. – Beheer van hulpbronnen: CVE, extern geheugen, virtueel geheugen, randapparatuur I/O. – Taakbeheer: multitasking via multiprogrammering of timesharing. – Bestandsbeheer: directory (adresboek). – Beheer van hulpprogramma’s: utilities. 28 Ontwikkelaar, toepassing, processor, GUI, single user, multitasking, virtueel geheugen, netwerkondersteuning, multi user, netwerkbeheer, … 34 – Bv. uitwisselen van elektronische informatie tussen bedrijven, klanten, leveranciers en andere partners. – Bv. ondersteunende elektronische systemen voor samenwerking op de werkvloer.
TOEPASSINGEN LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Internettoepassingen – Taakgericht informatiebronnen raadplegen. – Informatie aanvragen, afdrukken, downloaden en beheren. – Verbinding maken met het Internet en gericht informatiebronnen zoeken, raadplegen en verwerken tot een geïnformatiseerd verslag over de belangrijkste toepassingssoftware voor eindgebruikers in het grafisch productieproces. – Informatie van het www downloaden. – Informatie aanvragen via elektronische post. – Een e-mailbericht met aangehecht bestand ontvangen, verwerken en verzenden. – E-mail ordenen. – Een adresboek beheren bij het werken met e-mail. – Uitgaande berichten voorzien van een persoonlijke vormgeving. (U)
Internettoepassingen – Geïntegreerde toepassingen uit grafische werkomgeving. – Informatiebronnen raadplegen via het www en de bekomen informatie verwerken tot een elektronisch verslag. – Zoekoperatoren. – Downloaden en verwerken van informatie. – Elektronische post.
DIDACTISCHE WENKEN – Vakoverschrijdend werken met de taalvakken voor vertaling en samenvatting van informatie. – In de taalvakken kunnen lijsten met informaticaterminologie behandeld worden. – Integratie van verschillende pakketten aan bod laten komen.
Grafische technieken
61
3de graad TSO, eerste en tweede leerjaar
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Bureauteksverwerking – Taakgericht teksten opmaken, beheren en afdrukken. – In een tekst gegevens vanuit een andere applicatie integreren. – Opmaken van enkele standaarddocumenten volgens de BIN-normen. – De normering uit bureau-omgeving kritisch vergelijken met de typografische normen in de grafische industrie. – Spellingscontrole systematisch toepassen. – Een modeldocument ontwerpen, vormgeven en gebruiken. – Opmaakprofielen maken en toepassen. – Documenten opmaken met kolommen en lijsten. – Werken met verschillende soorten documenten die gelijktijdig geopend zijn. – Tabellen ontwerpen en vormgeven met bureautekstverwerker. – In een tekst gegevens vanuit andere applicaties integreren. – Bestanden converteren tussen enkele belangrijke formaten. (U)
Bureauteksverwerking – Geïntegreerde toepassingen uit grafische werkomgeving.
– Normalisatie (BIN-norm NBN Z01-002). – Brief (bv. sollicitatiebrief). – Verslag. – – – – – –
Spellingscontrole. Modeldocumenten. Documenten structureren. Opmaakprofielen. Kolommen en lijsten. Werken met verschillende soorten documenten.
– Tabellen. – Integratie van externe gegevens. – Bestandsconversie.
(U)
DIDACTISCHE WENKEN – De doelstellingen realiseren via geïntegreerde toepassingen. Geen informaticavaardigheden op zich aanleren qua systematiek. – In de taalvakken kunnen lijsten met informaticaterminologie behandeld worden. – Integratie van verschillende pakketten aan bod laten komen. – De normen toepassen met behulp van handleiding (bv. actuele LICAP-brochure). – Vergelijken van de normering benaderen vanuit het standpunt van optimale leesbaarheid, esthetiek en creativiteit. – Brief en verslag integreren met ‘Taakgericht informatiebronnen raadplegen’, Internettoepassingen. – Modeldocumenten: bv. persoonlijk briefhoofd, … – Integratie van externe gegevens: bv. tabel, grafiek, …
Grafische technieken
62
3de graad TSO, eerste en tweede leerjaar
LEERPLANDOESTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Elektronisch rekenblad – Taakgericht werken met een rekenblad: van een vakgerichte probleemstelling een analyse maken, de oplossing onder de vorm van een werkblad (-map) invoeren, een grafische voorstelling maken, het resultaat afdrukken, bewaren, interpreteren en integreren in bureautekstverwerker. – De basisvaardigheden bii het werken met werkmappen beheersen.
Elektronisch rekenblad – Geïntegreerde toepassingen uit grafische werkomgeving.
– Gegevens via een werkblad invoeren. – Bereiken selecteren. – Invoer verplaatsen, kopiëren, cellen wissen, rijen en kolommen invoegen en verwijderen. – Gegevens opmaken.
– Resultaten van berekeningen efficiënt onderscheiden van de andere gegevens via aangepaste opmaak. – Totaalbedragen, autosom en functie som, gemiddelde, procentuele berekeningen en verwijzingen naar formules in andere formules toepassen. – De functie als toepassen in combinatie met logische operatoren. – Formules kopiëren. – Geneste functies en andere berekeningen toepassen. (U) – Relatieve, absolute en gecombineerde verwijzingen toepassen. – Een globaal overzicht maken op een apart werkblad in een werkmap via koppelingen en bijhorende brongegevens. – De meest geschikte grafische voorstelling kiezen en deze maken van (een deel van) een werkblad. – Grafieken aanpassen, verplaatsen en bijwerken. – Het grafiektype veranderen. – Grafieken afdrukken via afdrukvoorbeeld. – Werkbladen afdrukken. – Kop-, voetteksten en paginanummering toepassen.
– Werkmappen: – werken met werkmappen; – gegevens kopiëren tussen werkmappen; – werkbladen verplaatsen naar andere werkmappen; – werkbladen verwijderen. – Gegevens invoeren. – Bereiken selecteren. – Invoer bewerken. – Basisparameters, getalnotitie, kolommen en rijen, kleur. – Andere opmaakparameters. (U) – Berekeningen.
– Verwijzingen. – Gegevens samenvoegen.
– Grafieken.
– Afdrukken.
DIDACTISCHE WENKEN – De doelstellingen realiseren via geïntegreerde toepassingen. Geen informaticavaardigheden op zich aanleren qua systematiek.
Grafische technieken
63
3de graad TSO, eerste en tweede leerjaar
– In de taalvakken kunnen lijsten met informaticaterminologie behandeld worden. – Integratie van verschillende pakketten aan bod laten komen. – Mogelijke toepassingen: – typografische omrekentabel; – omzettingen van papierformaten automatiseren; – materiaalkostprijs bepalen via elektronische werkfiche; – budgetbeheer via posten (bv. materiaal, grondstoffen, infrastructuur, herstellingen en inkomsten); – planningskalender automatiseren; – kosten voor softwarelicenties vergelijken. – Bij gegevens invoeren datum en tijd aan bod laten komen. – Verplaatsen en kopiëren: ook van het ene werkblad naar het andere aan bod laten komen. LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Gegevensbeheer – Taakgericht werken met een programma voor gegevensbeheer: van een vakgerichte probleemstelling een analyse maken, de oplossing ontwerpen en vormgeven, gegevens invoeren en bewerken, een rapport maken en afdrukken. – Een analyse van een databasetoepassing maken. – Complexe relationele databasetoepassingen realiseren. (U) – Een nieuwe database opstarten en bewaren. – Zich bedienen van sjablonen bij het aanmaken van een nieuwe database. – Een bestaande database openen. – Een tabel maken en opslaan. – Zich bedienen van de verschillende functies bij het maken van een tabel. – Veldnaam, gegevenstype, beschrijving en veldeigenschappen toepassen. – Autonummering toepassen. – Tabellen aanpassen. – Gegevens invoeren. – Navigeren tussen de records. – Met de verschillende weergavemogelijkheden werken. – Tabellen ontwerpen en vormgeven voor eenvoudige relationele toepassingen. – Formulieren ontwerpen en vormgeven. – Zich bedienen van de verschillende functies bij het maken van een formulier. – Velden in formulieren opnemen. – Formulieren aanpassen. – Gegevens invoeren via formulieren. – Rapporten ontwerpen en vormgeven. – Gegevens voorbereiden voor uitvoer op papier. – Gegevens voorbereiden voor andere uitvoer. (U)
Gegevensbeheer – Geïntegreerde toepassingen uit grafische werkomgeving.
Grafische technieken
64
– Analyse. – Databaseprogramma.
– Tabellen.
– Formulieren: – invoerformulier;
– Rapporten.
3de graad TSO, eerste en tweede leerjaar
– Zich bedienen van de verschillende functies bij het maken van een rapport. – Rapporten aanpassen. – Rapporten bewerken in de verschillende rapportsecties. – Zich bedienen van selctiefilters en zoekfuncties. – Werken met query’s. – Query’s met één en meerdere tabellen uitvoeren. – Query’s combineren. – Query’s aanpassen.
– Selectiefilters en zoekfuncties. – Query’s.
DIDACTISCHE WENKEN – De doelstellingen realiseren via geïntegreerde toepassingen. Geen informaticavaardigheden op zich aanleren qua systematiek. – In de taalvakken kunnen lijsten met informaticaterminologie behandeld worden. – Integratie van verschillende pakketten aan bod laten komen. – Mogelijke toepassingen: – beheer van firmagegevens en contactpersonen; – automatiseren van briefwisseling (prijsofferte, orderbevestiging, leveringsnota, factuur, herinneringsbrief); – beheer van werkfiches en jobopvolging; – magazijnbeheer; – opvolgen van klantenopdrachten; – gepersonaliseerde mailing; – agenda. – Tabellen: bv. via tovenaar (Wizard), gegevens invoeren, ontwerpweergave. – Formulieren: eigenschappendialoogvensters aan bod laten komen. – Zich bedienen van verschillende functies bij rapporten: o.a. rapportkoptekst, paginakoptekst, … Ook via eigenschappen dialoogvensters. – Query’s: bv. voor sorteren van gegevens, records uitfilteren, gegevens met elkaar combineren (bij eenvoudige relationele toepassingen).
VEILIGHEID EN HYGIËNE LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
– De geldende veiligheidsvoorschriften, hygiënische voorschriften en milieuvoorschriften naleven. – Correcte werkhouding aan de personal computer naleven.
– Veiligheidsvoorschriften: – gebods- en verbodstekens; – werkplaatsreglement; – persoonlijke beschermingsmiddelen. – Hygiënische voorschriften. – Milieuvoorschriften.
DIDACTISCHE WENKEN – Werkhouding: zithouding, lichtniveau, positie en afstand scherm, positie en hoogte toetsenbord.
Grafische technieken
65
3de graad TSO, eerste en tweede leerjaar
EVALUATIE – Als beoordelingstaak moet de leraar de vaardigheden, de kennis en de attitudes van de leerlingen evalueren op basis van duidelijk geformuleerde en operationele doelstellingen. – In het totale toetsingsmechanisme moet de leraar aandacht hebben voor de permanente evaluatie tijdens de lessen, voor de toetsen (waarin de foutenanalyse en de remediëring een belangrijke rol spelen) en voor de examens. – Het is van belang dat in parallelklassen dezelfde beoordelingsmethodiek gehanteerd wordt. – Wanneer men examens wenst te organiseren kan dit in geen geval het evalueren van louter theoretische kennis beogen. – Binnen het evaluatiesysteem neemt de geïntegreerde proef een speciale plaats in. De geïntegreerde proef, die tijdens het tweede en derde leerjaar van de derde graad moet georganiseerd worden, wil het geheel van geïntegreerde vaardigheden, kennis en attitudes evalueren. De geïntegreerde proef heeft een vakoverschrijdend, een beroeps- en een realiteitsgericht karakter. Het concept, het ontwerp en de realisatie van de proef moet van bij het begin van het tweede leerjaar van de derde graad voldoende aandacht krijgen. De samenstelling van een beoordelingsjury dient in het begin van het schooljaar te gebeuren.
BIBLIOGRAFIE – O’BRIEN, J.A., Leerboek ICT-Toepassingen, Academic Service, Schoonhoven, 617 blz., 1998, ISBN 90 395 0895 X. – Clickx Magazine, Clickx NV. – MALBRANCKE, T., Cursus Acces 2000 (Deel 1 en 2), Vrij Technisch Instituut Brugge, Brugge. – SCHWARTZ, S.A., FileMaker Pro Bible, IDG Books Worldwide, Foster City, 718 blz., 1998, ISBN 0-7645-3164-6. – Microsoft Office 2000, Academic Service, Schoonhoven, 466 blz., 1999, ISBN 90 395 1172 1. – Documentatiecentrum: Grafische bibliotheek, Egon Hogeschool, Industrieweg 228, 9030 Mariakerke.
Grafische technieken
66
3de graad TSO, eerste en tweede leerjaar