GEÏNTEGREERDE OPPERVLAKTEBERGING - DESSEL Beeldkwaliteitsplan + referentieprojecten
April 2013
BUUR bureau voor urbanisme cvba Frank Geunes, architect-stedenbouwkundige Ellen Steenwegen, landschapsarchitect-stedenbouwkundige
DELVA Landscape Architects BV Steven Delva, landschapsarchitect MLA BNT Pieter Theuws, landschapsarchitect Msc
Deltares Kenniscentrum geohydrologie Roelof Stuurman, geohydroloog Buma Jelle, geohydroloog
p. 3
BUUR - DELVA
p. 4
INHOUDSOPGAVE INLEIDING
1 Begrip beeldkwaliteitsplan 2 Beeldkwaliteitsplan oppervlakteberging
ANALYSE
p.7 p.8 p.10
3 De context
p.13 p.15
4 Analyse van de bebouwing
p.21
Locatie Natuurgebieden omgeving Eigendomsstructuur Beveiligde zone Uitbreiding KMO-zone
De oppervlakteberging - plannen 2010 - start van de opdracht BKP Bebouwing in het plangebied en de omgeving Beknopte beschrijving van het bergingsproces
5 Analyse van het landschap
p.29
Historische analyse Creëren van natuurlijk energielandschap i.c.m. oppervlakteberging Geohydrologie Landschappelijke eenheden Impact van de oppervlakteberging op het landschap doorheen de tijd Opgave ecologie
6 Recreatie
Wandel- en fietsknooppunt Kempische meren
p.51
BEELDKWALITEIT OPPERVLAKTEBERGING
p.55
7 Beeldkwaliteit landschap
p.57
8 Beeldkwaltiteit bebouwing
p.89
9 Beeldkwaliteit objecten
p.141
10 Fasering
p.155
11 Beeld
p.159
Randen plangebied Biologische waardering Productiebossen Rabatten Heidevelden Hooibeek Waterplas Graslanden Energielandschap Wegen- en padenstructuur Voorplein + parkeren Bestaande structuren - brandgangen
Families als sturend principe voor de beeldkwaliteit De bergingsmodules doorheen de tijd: van gebouw tot landschap Familie industrie Familie berging Familie communicatie
Families als sturend principe voor de beeldkwaliteit Speelplekken Hekwerken rond de beveiligde zone Verlichting en afvalbakken Zitmeubilair Informatiedragers
Basiskaart 2050 Basiskaart 2113
2050 2113
p. 5
BIJLAGE
Hekwerk + verlichting
p.165 p.167
BUUR - DELVA
p. 6
INLEIDING
p. 7
1
Begrip beeldkwaliteitsplan
Algemene invulling van het begrip beeldkwaliteit: streven naar structuur en identiteit. Streven naar beeldkwaliteit in de omgeving is streven naar een goede balans tussen structuur en identiteit. In onderzoek naar de individuele belevingswaarde zijn gemeenschappelijke, in de gemeenschap breed levende kernwaarden vastgesteld. Het is van groot belang om juist deze collectieve waarden vast te leggen in de gewenste beeldkwaliteit van de omgeving, zodat deze aansluit bij de behoeften van grote groepen gebruikers. Vooral het aanhaken bij kernwaarden, die zich over zeer lange termijn hebben bewezen, draagt bij aan het verlengen van de houdbaarheidsdatum van het gedachtegoed uit het beeldkwaliteitplan.
het ook mogelijk, of zelfs wenselijk, om verrassing in te bouwen. Identiteit: in het verlengde van de kernkwaliteit structuur laat identiteit zich gemakkelijk begrijpen: het gaat om het specifieke karakter van plekken, gebieden of objecten. Denk aan in het oog springende eigenschappen: bijvoorbeeld bepaalde vegetatie, weidsheid, intimiteit, avontuurlijkheid, ruigte, extreme bebouwing, bijzondere bebouwing, referenties aan het verleden, unieke ligging, vorm en inrichting, objecten, enzovoorts. Specifieke kwaliteiten maken het eenvoudiger een emotionele band aan te gaan met de omgeving, omdat gebruikersgroepen zich ermee identificeren.
Met dank aan Kevin Lynch (onderzoeker van collectieve belevingskwaliteiten) worden hierbij enkele kernwaarden benoemd:
Daarnaast kunnen de fysieke en ruimtelijke kenmerken van het landschap een gevoel oproepen. Hoe sterker dit aansluit bij algemene behoeften van kunnen begrijpen, positief aangesproken worden, uitstraling van zorgvuldigheid en veiligheid, des te hoger wordt de belevingswaarde. Gedragswetenschappelijk onderzoek bevestigt het menselijk streven naar prikkelingen, die activatie verhogen en prikkels, die activatie verlagen. Dit betekent dat we enerzijds behoefte hebben aan heldere orde, anderzijds aan complexiteit; enerzijds aan samenhang, anderzijds contrast; inspanning versus ontspanning; drukte versus stilte, enzovoorts.
Structuur: de kernwaarde is de voorstelbaarheid van een structuur. Een structuur is het geheel van samenstellende delen met een leesbare samenhang. Het kunnen begrijpen van een structuur voorkomt onzekerheden en draagt bij tot een evenwichtige betrekking tussen de gebruikers en de omgeving: je op je gemak voelen. Het maakt het mogelijk je te oriënteren: te begrijpen, grip te krijgen op de omgeving. De aandacht richt zich vooral op een duidelijk routesysteem, een zekere continuïteit, specifieke plekken en knooppunten, het kunnen onderscheiden van randen, overgangen, hiërarchie en oriëntatiepunten. Bij een goede voorstelbaarheid van een structuur is
BUUR - DELVA
p. 8
Status van het beeldkwaliteitplan Het beeldkwaliteitplan (BKP) beoogt inspirerend en sturend te zijn en is ook bedoeld als toetsingsinstrument. De functie van het BKP is om de aanwezige ruimtelijke kwaliteit in het plangebied te behouden en te versterken.
Specifieke invulling van het begrip beeldkwaliteit in de oppervlakteberging. Bij beeldkwaliteit draait het niet enkel om mooie gebouwen en landschappen. Mooi is immers een relatief begrip dat bovendien onderhevig is aan trends en maatschappelijke verschuivingen. Een tijdloze beeldkwaliteit vraagt om een totaalvisie op het project die gebaseerd is op een breed scala aan aspecten zoals de gewenste functies en programma’s, de bestaande bodemkarakteristieken, de lokale context, de geschiedenis van de plek... Door deze aspecten op elkaar te betrekken, ontstaat een betekeniskader waarbinnen gebouwen en landschappen gecreëerd worden die “juist zijn“ en passen binnen het grotere geheel.
Beeldkwaliteit is een complex begrip. Talloze actoren en regelgeving moeten elkaar vinden om tot een kwalitatief resultaat te komen. Vandaar dat een plan om beeldkwaliteit te garanderen evenzeer een complexe aangelegenheid is. Het sturen van de beeldkwaliteit binnen een ruimtelijke context moet dan ook inzetten op een breed gamma van planningsinstrumenten om tot een gedragen en kwalitatief resultaat te leiden.
Het beeldkwaliteitsplan voor de oppervlakteberging vereist dus dat er vanuit een hoger schaalniveau wordt afgedaald naar het detailniveau. Op ieder schaalniveau worden kwaliteitsambities gesteld.
p. 9
2
Beeldkwaliteitsplan oppervlakteberging Stappenplan Het beeldkwaliteitsplan werd opgemaakt in twee stappen. In de eerste stap werd een globale visie op de beeldkwaliteit van het volledige plangebied geformuleerd. Het resultaat van deze eerste stap wordt uitvoerig beschreven in dit boekwerk.
Aanleiding Voor de oppervlakteberging in Dessel is de voorbije jaren in detail een totaalontwerp uitgewerkt. In dit ontwerp lag om begrijpelijke redenen de nadruk op de veiligheid en de technische haalbaarheid van de verschillende onderdelen zoals de bergingsmodules, de installatie voor de productie van monolieten (IPM), de caissonfabriek... De samenhang, het uitzicht en de uitstraling van het project bleven tot op heden wat onderbelicht.
In een tweede stap werd deze globale visie verder uitgewerkt tot op een detailniveau dat sturend is voor de ontwerpers, maar tegelijk nog voldoende ontwerpvrijheid en flexibiliteit toelaat. De afzonderlijke onderdelen van de oppervlakteberging worden immers uitgewerkt door verschillende ontwerpbureaus in afzonderlijke uitvoeringsplannen.
Het beeldkwaliteitsplan geïntegreerde oppervlakteberging in Dessel wordt in opdracht van NIRAS ontwikkeld om de samenhang tussen de verschillende onderdelen van het project enerzijds en tussen het project en het landschap anderzijds te verbeteren. Het is een instrument om voorafgaand aan de uitvoering de gewenste ruimtelijke kwaliteit in woord en beeld vast te leggen.
Het BKP wordt gebruikt door NIRAS om naar de ontwerpers toe het ambitieniveau scherp te stellen en om de samenhang tussen de afzonderlijke onderdelen te bewaken. De uitvoeringsplannen van het administratief gebouw, de IPM en de caissonfabriek worden vandaag al bijgestuurd op basis van inzichten uit het BKP. Het communicatieparcours (dat het communicatiecentrum, de cAt-walk en de buitenaanleg van de omgeving omvat) wordt aanbesteed via een ontwerpwedstrijd. In de projectdefinitie voor deze ontwerpwedstrijd zijn de belangrijkste en meest relevante onderdelen van het BKP overgenomen.
Daarnaast heeft NIRAS de ambitie om de betrokkenheid van de lokale gemeenschap bij het bergingsproject te vergroten. Ook hier kan het BKP een belangrijke rol in spelen. De voorliggende beeldkwaliteitsvisie werd bijvoorbeeld in nauwe samenwerking met de lokale partnerschappen STORA en MONA opgemaakt. Daarnaast zullen lokale partners ingeschakeld worden om straks de beeldkwaliteit op het terrein effectief te implementeren. Strategieën hiervoor worden in de volgende stap van het proces verder uitgewerkt, maar nu reeds hebben een aantal lokale instanties hun interesse al laten blijken.
BUUR - DELVA
De auteurs van het BKP stellen vast dat dankzij de frequente gesprekken met projectverantwoordelijken, architecten en deskundigen het begrip “beeldkwaliteit” en het instrument “beeldkwaliteitsplan” steeds meer ingeburgerd geraken. Bij de verschillende actoren vindt een mentaliteitswijziging plaats in de benadering en de vormgeving van de oppervlakteberging die nog belangrijker is dan de opmaak van het plan zelf.
p. 10
p. 11
BUUR - DELVA
p. 12
ANALYSE
p. 13
BUUR - DELVA
p. 14
3
De context
Met dit beeldkwaliteitsplan wil de opdrachtgever NIRAS, samen met de partnerschappen STORA en MONA, een wervende visie formuleren op de architecturale en landschappelijke kwaliteit van het bergingsproject. In het beeldkwaliteitsplan wordt deze visie in woord en beeld uiteengezet, en zijn aanbevelingen opgenomen om deze kwaliteit ook daadwerkelijk te implementeren. Het ambitieniveau van NIRAS voor de beeldkwaliteit van het bergingsproject is hoog. Zo zal het beeldkwaliteitsplan niet enkel aanbevelingen doen over het uitzicht van de nieuwe gebouwen, infrastructuren en aansluitende buitenruimten, maar wordt ook het omringende landschap beschouwd als een onlosmakelijk onderdeel van het bergingsproject. Het landschap wordt ingezet om voor de ruimere omgeving toegevoegde waarde te creëren op het vlak van energiebeheersing, recreatie en ecologie. Zodoende wordt het bergingsproject op een duurzame wijze verankerd in het landschap en is er sprake van wederzijdse versterking.
p. 15
Locatie
N118
Plangebied Snelweg N-weg Lokale weg Kern Oprit/afrit Landgrens Kanaal Gemeentegrens
Het plangebied in zijn ruimere omgeving
BUUR - DELVA
p. 16
Het plangebied ligt op de grens van de gemeenten Dessel en Mol, twee gemeenten van de Antwerpse Zuiderkempen. De kernen van beide gemeenten liggen op ongeveer 6 km van elkaar en worden met elkaar verbonden via de N18. De N118, gelegen tussen Geel en het oprittencomplex van de autosnelweg E34 in Retie, is de belangrijkste ontsluitingsweg van de oppervlakteberging voor gemotoriseerd verkeer. Het plangebied ligt net ten noorden van het kanaal BocholtHerentals.
Natuurgebieden in de omgeving
Plangebied Heidekern Provinciaal domein Natuurreservaat Open ruimtegebruik Vogelrichtlijngebied Habitatrichtlijngebied Plassen
Natuurgebieden in de ruimere omgeving van het plangebied
p. 17
Het plangebied wordt omringd door waardevolle natuurgebieden. Ten noordwesten van het plangebied bevinden zich de heidekern ‘‘s Gravendel” en het Provinciaal Domein “Het Prinsenpark”. Ten zuidwesten ligt het open ruimtegebied “De Bleken - Zandbergen”. Ten noordoosten liggen de heidekern “Koemook”, de natuurreservaten “Den Diel” en “De Maat”. Deze zijn onderdeel van het vogelrichtlijngebied “De Ronde Put”. Verder liggen er in de omgeving nog een aantal habitatrichtlijngebieden zoals het valleigebied van de Kleine Nete met brongebieden,
Eigendomsstructuur
Het beeldkwaliteitsplan wordt opgemaakt voor het plangebied dat grotendeels in eigendom is van NIRAS. Ten behoeve van de beeldkwaliteit en de ruimtelijke samenhang met de omgeving, worden ook uitspraken gedaan over aangrenzende gebieden die niet in eigendom zijn van NIRAS. Deze uitspraken moeten beschouwd worden als suggesties. NIRAS is er zich van bewust dat deze suggesties niet afgedwongen kunnen worden. Op basis van verder overleg met de desbetreffende eigenaars zal getracht worden om tot een consensus te komen.
BUUR - DELVA
p. 18
Beveiligde zone
Uitbreiding KMO-zone
KMO- zone Stenehei
Uitbreiding KMO- zone
projectzone communicatieparcours (ontwerpwedstrijd)
veiligheidszone 100m
beveiligde zone
beveiligde zone
Beveiligde bezoekerskoker of Cat-Walk
landschapspark plangebied
(publiek toegankelijk)
Een groot deel van het plangebied wordt ingenomen door de beveiligde zone (grijze inkleuring). In deze zone liggen de gebouwen die gelieerd zijn aan de nucleaire bedrijvigheid. Rond de beveiligde zone is een dubbele veiligheidsperimeter voorzien. De eerste veiligheidsperimeter bestaat uit een draadafsluiting met camerabewaking die is ingeplant op de rand van de beveiligde zone. Binnen deze eerste veiligheidsperimeter zijn bezoekers toegelaten onder begeleiding. Binnen de tweede - kleinere - veiligheidsperimeter (nog aan te leggen) zijn in principe geen bezoekers toegelaten. De toegangen tot de beveiligde zone liggen aan de Gravenstraat en aan de Europalaan (rode pijltjes).
Rond de beveiligde zone ligt een veiligheidszone van 100 meter breed. Deze veiligheidszone mag niet bebouwd, maar wel betreden worden. De veiligheidszone valt gedeeltelijk binnen de projectzone voor de ontwerpwedstrijd van het communicatieparcours (rode perimeter).
De KMO-zone Stenehei ligt ten westen van het projectgebied van het communicatieparcours (wedstrijd). Deze KMO-zone moet in de toekomst in oostelijke richting uitgebreid kunnen worden met een oppervlakte van 10ha. Hierdoor zal de KMO-zone rechtstreeks aansluiten op de projectzone voor het communicatieparcours.
De cAt-walk, aangeduid in een rode lijn, is een bijzondere, beveiligde constructie die het mogelijk maakt dat bezoekers toch de eerste en tweede veiligheidsperimeter kunnen binnen gaan en het bergingsproces kunnen bekijken. De cAt-walk start buiten de beveiligde zone en takt aan op gebouw 151 en de IPM. De toegang tot de cAt-walk is uitgewerkt als een gecontroleerde sas (zie verder).
De bedrijvenzone Stenehei valt buiten de beeldkwaliteitsvisie die is opgemaakt voor het geïntegreerd bergingsproject. Niettemin is een kwalitatieve randafwerking wenselijk voor deze bedrijvenzone. Daarnaast zal de ontsluiting van de cAt-walk voor bussen ook bij voorkeur via de bedrijvenzone moeten verlopen.
p. 19
Gezien de ruimtelijke relatie met de oppervlakteberging, zullen achteraan in dit rapport ook suggesties opgenomen worden voor de uitbreiding van de KMO-zone (zie bijlage).
BUUR - DELVA
p. 20
4
Analyse van de bebouwing
Het plangebied zal in de komende jaren een ingrijpende transformatie ondergaan, niet in het minst door de bijkomende bebouwing die gerealiseerd zal worden. In dit hoofdstuk wordt de bestaande bebouwing in het plangebied gesitueerd, evenals de bijkomende bebouwing van de oppervlakteberging zoals die bij de aanvang van het BKP (in 2010) voorzien was. De verschillende gebouwen van de oppervlakteberging zijn functioneel aan elkaar gelinkt. Ze vormen samen één logistieke keten waarin het afval wordt “getransformeerd” tot monolieten die naar hun definitieve bergingsplaats worden gevoerd. De realisatie van de oppervlakteberging is afgestemd op deze functionele logica. Zo moeten de kade, de caissonfabriek en de IPM volledig operationeel zijn vooraleer met de exploitatie van de bergingsinstallatie gestart kan worden. Verder is het belangrijk dat de IPM operationeel is vanaf 2015; dat is immers de datum waarop volgens de huidige prognoses de beschikbare opslagcapaciteit bij Belgoprocess volledig benut zal zijn. Het nieuwe categorie A-afval dat dan toekomt, kan tijdelijk worden opgeslagen in de IPM in afwachting van de voltooiing van de bergingsmodules. In dit hoofdstuk worden eveneens de verschillende stappen van het bergingsproces beknopt beschreven. Voor meer informatie wordt verwezen naar het masterplan “Het cAt-project in Dessel - Een langetermijnoplossing voor het Belgisch categorie A-afval”.
p. 21
De oppervlakteberging - plannen 2010 - start van de opdracht BKP
Simulatie toestand 2050, beeld gemaakt iov NIRAS
BUUR - DELVA
p. 22
Simulatie toestand 2113, na aanbrengen eindafdekking, beeld gemaakt iov NIRAS
p. 23
Bebouwing in het plangebied en de omgeving
1. bergingsmodules (te realiseren) 2. administratief gebouw (te realiseren) 3. IPM (te realiseren) 4. caissonfabriek (te realiseren) 5. kade (in realisatie) 6. proefafdekking (te realiseren) 7. demonstratieproef (gerealiseerd) 8. communicatiecentrum (te realiseren) 9. gebouw 151 (opslag laagactief afvalgerealiseerd) 10. cilva (verwerkingsinstallatie laagactief afval - gerealiseerd)
BUUR - DELVA
gebouw 151
caissonfabriek
communicatiecentrum
gebouw 151
IPM
proefafdekking
kade
demonstratieproef
p. 24
8
6
7
9
10 1
3
4 2 5
te realiseren bebouwing in het plangebied
gerealiseerde bebouwing in het plangebied
Bebouwing in het plangebied en de omgeving
p. 25
Beknopte beschrijving van het bergingsproces
De oppervlakteberging in Dessel zal een oplossing bieden voor de berging van het Belgische categorie A-afval. Zowel het categorie A-afval dat vandaag ontstaat, en tijdelijk is opgeslagen in de gebouwen van Belgoprocess, als het categorie A-afval dat in de toekomst zal ontstaan, onder andere bij de ontmanteling van de kerninstallaties. Het is verwerkt en geconditioneerd radioactief afval dat een geringe hoeveelheid radioactieve stoffen bevat, waaronder een zeer beperkte hoeveelheid langlevende stoffen. Door die eigenschappen komt categorie A-afval in aanmerking voor berging aan de oppervlakte.
Het beheer van radioactief afval heeft als doel radioactieve stoffen
Doorsnede van een vat met gecompacteerd en ingekapseld laagactief afval
Het laagactief afval is momenteel opgeslagen in gebouw 151 op de nucleaire bedrijvenzone
BUUR - DELVA
kortlevende elementen (300 jaar). Zo wordt de veiligheid gegarandeerd, zonder dat toekomstige generaties zich actief om het afval moeten bekommeren.
1) in te sluiten, zodat ze niet in het milieu terechtkomen,
Net zoals bij alle nucleaire installaties, zijn veiligheid en technische performantie ook bij de oppervlakteberging van categorie A-afval prioriteit nummer één. Samengevat zal de berging van het categorie A-afval als volgt verlopen:
2) af te zonderen, zodat de mens er niet in direct contact mee komt. Oppervlakteberging is een langetermijnoplossing die het afval op passieve wijze insluit en afzondert van mens en milieu. Dit gedurende de tijd die het afval nodig heeft om het grootste deel van zijn radioactiviteit te verliezen door verval van
1) De vaten met het gecompacteerd en ingekapseld afval (die nu staan opgeslagen
4 vaten worden in een betonnen caisson ingekapseld en vormen een monoliet
p. 26
in gebouw 151) worden in betonnen kisten (caissons) geplaatst, waarin het met mortel wordt ingekapseld om een monoliet te vormen. De monolieten houden de radioactieve straling tegen en sluiten de radioactieve stoffen in: ze vormen dus een sleutelelement voor de veiligheid. 2) De monolieten waarin het afval is ingekapseld, worden in modules geplaatst, dat zijn betonnen bunkers met dikke wanden van gewapend beton. De modules worden na het vullen afgesloten met een betonnen dekplaat. Over alle modules komt
De monolieten worden in modules geplaatst
een vast dak dat voor, tijdens en na het opvullen beschutting biedt tegen de weersomstandigheden.
De kade, waar de grondstoffen en materialen voor de bergingsinstallatie aangevoerd worden van over het kanaal;
Het administratief gebouw ingeplant ten zuiden van de bergingsmodules van waaruit de berging gemonitord wordt;
3) Het vaste dak wordt op termijn vervangen door een permanente eindafdekking die waterondoorlatend is.
De caissonfabriek, waar de caissons geproduceerd worden;
De demonstratieproef die is ingeplant tussen het toekomstige communicatiecentrum en de site van Belgoprocess. In de demonstratieproef werden de verschillende bouwstenen van de bergingsmodules nagebouwd om de bouwtechnieken uit te testen en de onderdelen van de bergingsmodules zichtbaar te maken aan de bezoekers. De demonstratieproef zal in totaal een oppervlakte van ongeveer 20 bij 25 meter
Onze nakomelingen kunnen zelf beslissen wanneer ze de eindafdekking plaatsen. Op dat moment blijven in het landschap alleen twee tumuli over. Om dit proces van oppervlakteberging tot stand te brengen, omvat de bergingsinstallatie in Dessel volgende onderdelen:
De modules krijgen een tijdelijke overkapping
De installatie voor de productie van monolieten (IPM), waar het afval wordt ingekapseld tot monolieten; De bergingsmodules. Elke module meet 25 meter bij 27 meter;
In de eerste fase zullen 20 modules gebouwd worden (2 rijen van 10). In de tweede fase zullen 14 modules gebouwd worden (2 rijen van 7)
De tijdelijke overkapping zal na verloop van tijd vervangen worden door een permanente eindafdekking
p. 27
innemen, met een hoogte van 8 meter; De proefafdekking die NIRAS zal realiseren om het gedrag van de eindafdekking beter te leren kennen. Deze proefafdekking is als het ware een simulatie van een eindafdekking op reële schaal. De proefafdekking is 40 op 60 meter en 6 à 7 meter hoog.
De bergingsinstallatie is momenteel voorzien op het bergen van 1.000 monolieten per jaar. Dat betekent dat er tegen 2017 – de vermoedelijke start van de exploitatiefase – afval is voor alvast 15 jaar exploitatie. Daarna zal er nog exploitatieafval bijkomen (bijvoorbeeld van ziekenhuizen). Op het moment dat deze stock volledig geborgen zal zijn, vermoedelijk in het jaar 2031, zal de verdere strategie voor het bergen van het ontmantelingsafval van de nucleaire installaties worden uitgestippeld.
BUUR - DELVA
p. 28
5
Analyse van het landschap
In dit hoofdstuk wordt stap voor stap ontrafelt hoe het huidge landschap tot stand is gekomen. Vanuit deze historische analyse word vervolgens een opgave voor de toekomst geformuleerd, namelijk het creëren van een natuurlijk energielandschap in combinatie met de oppervlakteberging. Hierna volgt een geohydrologische analyse en een definitie van de landschappelijke eenheden zoals die in (de omgeving van) het plangebied voorkomen. Tevens wordt een inzicht gegeven in de impact van de oppervlakteberging op het huidige landschap.
p. 29
Historische analyse Aristocratisch bewind - 1777 Het plangebied ligt in een eerder vlakke zone op de westelijke flank van het Kempisch Plateau. In het omliggende landschap hebben de rivieren, waaronder de Molse Nete, zich beperkt ingesneden. Historisch gezien is dit een gebied van uitgestrekte open heidevelden, in contrast met alluviale depressies. Meersen, omzoomd door houtkanten, houden het landschap gesloten.
Paden Heide Productiebos Zandverstuiving Beek Beekdal Kanaal Meer Natte laagte Plangebied
De ondergrond bestaat hoofdzakelijk uit de witte zanden van Mol uit het tertiair. Hierop liggen de dekzanden die tijdens de ijstijden werden afgezet. De droge, matig fijne tot fijne zandgronden die hier tot ontwikkeling kwamen, zijn nauwelijks geschikt voor de landbouw. In de beekvalleien komen natte alluviale gronden voor.
Grasland Productieland
Ook ter hoogte van het plangebied komt dit grondgebruik voor: cultuurgronden langs de waterlopen die op hun beurt gelegen zijn te midden van uitgestrekte heidegronden. De heidegronden werden begraasd en waren gemeenschappelijke eigendom.
Kaart 1777
Heide
BUUR - DELVA
Begrazing heide
Potstal
Verstuiving
Kanaal 1845
Rabatten 1865
Dennen 1930
Sibelco 1872
p. 30
Fabrieken 1930
Recreatie+natuur 1960
Nucleaire activiteiten 1960
Nucleaire berging 2006-
Industrialisatie van de nieuwe staat - 1877 Sinds het ontstaan de Belgische Staat in 1830 en de daaropvolgende industrialisatie, begon een nieuw hoofdstuk voor de Kempen. Bovenlokale infrastructuren deden hun intrede. Dit ten dienste van de industriële stedelijke centra. Het kanaal Bocholt-Herentals werd in deze periode gegraven. In het landschap tekende er zich vanaf nu een lokaal en bovenlokaal schaalniveau af. Lokaal zien we enerzijds verbeteringen van de verbindingen tussen de dorpen en anderzijds de gevolgen van de bij wet verplichte verkoop van gronden aan particulieren: dit resulteerde namelijk in een massale aanplant van dennenbossen. Tevens moesten de dreigende voedseltekorten opgelost worden door meer cultuurland te creëren. Dit gebeurde door middel van het irrigeren van de woeste gronden met kalkrijk water uit het kanaal: het typische landschap van de rabatten ontstond. Dit landschap is tot op de dag van vandaag nog zichtbaar aanwezig en is even uniek als artificieel.
Paden Heide Productiebos Zandverstuiving Beek Beekdal Kanaal Meer Natte laagte Plangebied Grasland Productieland
Kaart 1877
Heide
Begrazing heide
Potstal
Verstuiving
Kanaal 1845
Rabatten 1865
Dennen 1930
Sibelco 1872
p. 31
Fabrieken 1930
Recreatie+natuur 1960
Nucleaire aktiviteiten 1960
Nucleaire berging 2006-
Industrialisatie - 1930 De industrialisatie drong door tot de streek. Op de uitgestrekte heidevlaktes werden grote fabrieken gebouwd en ook de zandontginning vond zijn weg.
Paden Heide Productiebos Zandverstuiving Beek
Grote wateroppervlaktes deden hun intrede in het voormalige heidelandschap. Het is ook de periode van ecologische verarming ten gevolge van de aanleg van grootschalige en monotone productiebossen.
Beekdal Kanaal Meer Natte laagte Plangebied Grasland Productieland
Kaart 1930
Heide
BUUR - DELVA
Begrazing heide
Potstal
Verstuiving
Kanaal 1845
Rabatten 1865
Dennen 1930
Sibelco 1872
p. 32
Fabrieken 1930
Recreatie+natuur 1960
Nucleaire activiteiten 1960
Nucleaire berging 2006-
Transformerend landschap - 1974 In geen enkele periode uit de menselijke geschiedenis heeft het Belgische landschap een zo ingrijpende wijziging doorgemaakt als tijdens deze periode. Intensieve bouwactiviteit ging gepaard met grootschaligheid, doorgedreven scheiding van functies en spreiding van activiteiten over het grondgebied. In deze periode werden de nucleaire activiteiten ontplooid in het gebied. Productiebos maakt plaats voor landbouw en industrie. Rondom het plangebied ontstaan steeds meer plassen door zandafgravingen.
Paden Heide Productiebos Zandverstuiving Beek Beekdal Kanaal Meer Natte laagte Plangebied Grasland Productieland
Kaart 1974
Heide
Begrazing heide
Potstal
Verstuiving
Kanaal 1845
Rabatten 1865
Dennen 1930
Sibelco 1872
p. 33
Fabrieken 1930
Recreatie+natuur 1960
Nucleaire aktiviteiten 1960
Nucleaire berging 2006-
Huidige landschap - 2009 Het landschap in en rond het plangebied is een mozaïek van graslanden, productiebossen, akkerland en industriegebied. Als resultaat van deze versnippering is het landschap moeilijk toegankelijk.
Paden
De analyse van de geschiedenis van dit landschap vertelt ons dat het onderdeel is geweest van opeenvolgende grootschalige exploitatiegolven. Het energielandschap van toen is vandaag niet meer als een stille getuige en de toevallige resultante van het huidige intensieve economische gebruik van de site.
Kanaal
Heide Productiebos Rabatten Zandverstuiving Beek Beekdal Meer Natte laagte Plangebied Grasland Productieland
Kaart 2009
Heide
BUUR - DELVA
Begrazing heide
Potstal
Verstuiving
Kanaal 1845
Rabatten 1865
Dennen 1930
Sibelco 1872
p. 34
Fabrieken 1930
Recreatie+natuur 1960
Nucleaire activiteiten 1960
Nucleaire berging 2006-
Energielandschap - toekomst Kan, met de komst van de oppervlakteberging, het energielandschap van toen weer waarde krijgen?
plangebied
Kaart met de toekomstige bebouwing
Heide
Begrazing heide
Potstal
Verstuiving
Kanaal 1845
Rabatten 1865
Dennen 1930
Sibelco 1872
p. 35
Fabrieken 1930
Recreatie+natuur 1960
Nucleaire aktiviteiten 1960
Nucleaire berging 2006-
Creëren van natuurlijk energielandschap i.c.m. oppervlakteberging
Decennia lang werd het landschap ingezet om te voldoen aan de energiebehoefte van de mens. In de Kempen manifesteerde zich dat achtereenvolgens in het plaggen van turflagen, het aanleggen van watersystemen om de grond vruchtbaar te maken (rabatten), het aanplanten van productiebossen (de mastbossen),.. Steeds opnieuw werd er gezocht naar een optimale wisselwerking tussen het land en de mens. Deze intense relatie is o.a. door de industrialisatie ernstig verstoord. Het energielandschap verdween. Anno 2012 is het onze taak om de ecologische potenties van de site te versterken en daarnaast terug de koppeling te gaan zoeken tussen energievraag (industrie) en energieopwekking, transport of opslag (landschap). De kwaliteiten en mogelijkheden van het landschap vormen de basis voor het landschapsontwerp in de toekomst. Het winnen, opwekken, opslaan of transporteren van energie staan in relatie tot de sociale ruimtelijke doelen. Ze dienen elkaar te versterken.
1
4
7
10
2
5
8
11
3
6
9
12 leeswijze
BUUR - DELVA
p. 36
Woeste gronden
Gegraven kanaal
Industrialisatie
Windenergie + zonne energie
Heide (schapen onderhielden de heidevelden)
Rabatten
Zandafgravingen
Afgravingen worden natuur
Potstal (afplaggen heide en met mest terug leggen op de akkers)
Mastbossen
Nucleaire bedrijvigheid
Opgave
p. 37
Geohydrologie
Het plangebied is gelegen tussen twee beekvalleien, de Witte Nete en de Hooibeek. Het gebied kenmerkt zich vooral door droge zandgronden. Een uitgelezen plek voor de productie van bossen (de mastbossen). Hier en daar op het terrein zijn deze nog aanwezig. Bij nattere gronden, aan de rand van de rug tussen de beken, paste men een bijzondere afwateringstechniek toe, rabatten genaamd. Een stelsel van evenwijdig aan elkaar lopende verhogingen. Verhogingen gevormd met de grond uit de naastgelegen greppels. De lagere delen worden gekenmerkt door vochtige zandgronden. De komst van het kanaal Bocholt-Herentals zorgde dat het watersysteem zich anders ging gedragen. Via het kanaal bereikt bijzonder interessant water (voedselarm water) de site. Water afkomstig van hoger gelegen gebieden. Het voedselarm water in het kanaal stuwt het aanwezige grondwater weg en komt op de site vaak aan de oppervlakte. Het water vormt de basis voor een uniek en rijk biotoop.
BUUR - DELVA
p. 38
fiel
Pro l-
a na
Ka
Pr ofi
el
Ho
oib e
ek
-W
itte
Ne
te
ne
zo
O-
KM
Plangebied Landduin Vochtig zand Nat zand Overig Hoogtelijn Locatie profiel Bodemkaart met hoogtelijnen
p. 39
Profiel Kanaal - KMO-zone
regenwater Kwartaire zanden (matig fijn) Pb 25
kanaalwater
Pb 27
Zanden van Mol (grof) Kasterlee Zanden van Diest
Diepe Grondwaterstroom (V/A kempisch plateau)
ZZO
Kanaal Bocholt-Herentals (Sluis 5-6)
BUUR - DELVA
Weg
Bergingsvijver
p. 40
Weiland (bemest)
KMO zone
NNW
Profiel Kanaal - KMO-zone
info centrum Belgo nucleaire
Pb27 Pb44
regenwaterinfiltratie
Kwartaire zanden (matig fijn)
kanaalwater
Pb 23
Pb 22
Zanden van Mol (grof) Kasterlee Zanden van Diest
Pb 46
Diepe Grondwaterstroom (V/A kempisch plateau)
Hooibeek
Rabatten extra afwatering?
Tumuli
Weg
Bergingsvijver
p. 41
Buntgras zone
Graspop weide
Witte Nete
Landschappelijke eenheden
Het in kaart brengen van de historische beeldbepalende periodes verschaft ons naast een doordacht veldonderzoek, elementair inzicht in de totstandkoming van de huidige landschappelijke en ruimtelijke structuren en biedt een sterke duiding van de aanwezige diversiteit. Het landschap is op dit moment een introvert en moeilijk toegankelijk gebied. Het is het resultaat van opeenvolgende ontwikkelingsfasen die hun sporen hebben nagelaten.
Beken
Mastbossen
Heide relict
Afgravingen en vijvers
Velden
Heidevelden in verval
Rabatten
Kanaal
Historisch en ecologisch interessante landschapsrelicten, open weides, dichte mastbossen en bedrijvenzones liggen als losse puzzelstukken naast elkaar. Op basis van analyse van het gebied worden verschillende landschapseenheden onderscheiden zoals die nu voorkomen in het gebied, met een duidelijk verschillende verschijningsvorm, kwaliteit en functie. Het beeldkwaliteitplan heeft tot doel de ecologische kwaliteiten binnen de site te versterken. Het proces om dit te bereiken zal zijn uitwerking hebben in een veranderende ruimtelijkheid. Verschillende landschapstypes zullen sterker van elkaar gaan verschillen. Het landschap wordt afwisselender en rijker. Het landschap genereert zo meer natuurwaarden, en vormt een educatief en recreatief gebied.
BUUR - DELVA
p. 42
Plangebied Structuur rabatten Heide Naaldbos Loofbos Grasland Beek Kanaal Natte laagte Industrie Landschapseenheden, huidige situatie
p. 43
Impact van de oppervlakteberging op het landschap doorheen de tijd Fase A
Bebouwingsfase in het plangebied
Tijdens deze fase wordt de demonstratieproef gebouwd, (is reeds gerealiseerd), gevolgd door de kade (in realisatie) en de ontsluitingsweg. Dit alles heeft weinig invloed op het landschap en de natuur in het plangebied. 2014
2016
Fase 2 Fase 1 Communicatiecentrum
Communicatie gebouw = 2992m2
Administratief gebouw
administratief = 357m2
Proefafdekking
proefafdekking =1950m2
IPM
ipm = 357m2
ipm = 357m2
Caissonfabriek
caisonfabriek = 357m2
caisonfabriek = 357m2
Demonstratieproef demonstratieproef =420m2
demonstratieproef =420m2
demonstratieproef =420m2
kade =3691m2 Kade + ontsluitingsweg
kade =3691m2
kade =3691m2
2014
Natuur in het plangebied
2010
2016
Communicatie gebouw = 2992m2 administratief = 357m2 proefafdekking =1950m2 ipm = 357m2
caisonfabriek = 357m2
caisonfabriek = 357m2
demonstratieproef =420m2
demonstratieproef =420m2
demonstratieproef =420m2
kade =3691m2
kade =3691m2
kade =3691m2
Plattegrond plangebied - Fase A
BUUR - DELVA
ipm = 357m2
p. 44
Fase B
Bebouwingsfase in het plangebied
Tijdens deze fase worden de IPM en de caissonfabriek gebouwd.
2016
2025
Fase 2 Fase 1
fase 1+2 = 142352
Communicatiecentrum
Communicatie gebouw = 2992m2
Communicatie gebouw = 2992m2
Administratief gebouw
administratief = 357m2
administratief = 357m2
Proefafdekking
proefafdekking =1950m2
proefafdekking =1950m2
IPM ipm = 357m2
ipm = 357m2
ipm = 357m2
caisonfabriek = 357m2 Caissonfabriek
caisonfabriek = 357m2
caisonfabriek = 357m2
demonstratieproef =420m2 Demonstratieproef
demonstratieproef =420m2
demonstratieproef =420m2
kade =3691m2 Kade + ontsluitingsweg
kade =3691m2
kade =3691m2
2014
2016
2025
Natuur in het plangebied
fase 1+2 = 142352 Communicatie gebouw = 2992m2
Communicatie gebouw = 2992m2
administratief = 357m2
administratief = 357m2
proefafdekking =1950m2
proefafdekking =1950m2
ipm = 357m2
ipm = 357m2
ipm = 357m2
caisonfabriek = 357m2
caisonfabriek = 357m2
caisonfabriek = 357m2
demonstratieproef =420m2
demonstratieproef =420m2
demonstratieproef =420m2
kade =3691m2
kade =3691m2
kade =3691m2
Plattegrond plangebied - Fase B
p. 45
Fase C
Bebouwingsfase in het plangebied
Het administratief gebouw en het communicatiecentrum worden gerealiseerd. Het communicatiecentrum zal ingeplant worden op de hoek van de Gravenstraat en de Kastelsedijk.
2025
2047
Fase 2
fase 1+2+3 = 247135
Fase 1 Communicatiecentrum Communicatie gebouw = 2992m2
fase 1+2 = 142352
fase 1+2 = 142352
Communicatie gebouw = 2992m2
Communicatie gebouw = 2992m2
Administratief gebouw administratief = 357m2
administratief = 357m2
administratief = 357m2
proefafdekking =1950m2 Proefafdekking
proefafdekking =1950m2
proefafdekking =1950m2
ipm = 357m2 IPM
ipm = 357m2
ipm = 357m2
caisonfabriek = 357m2 Caissonfabriek
caisonfabriek = 357m2
caisonfabriek = 357m2
demonstratieproef =420m2 Demonstratieproef
demonstratieproef =420m2
demonstratieproef =420m2
kade =3691m2 Kade + ontsluitingsweg
kade =3691m2
kade =3691m2
2016
2025
2047
Natuur in het plangebied
fase 1+2+3 = 247135
Communicatie gebouw = 2992m2
fase 1+2 = 142352
Communicatie gebouw = 2992m2
Communicatie gebouw = 2992m2
administratief = 357m2
administratief = 357m2
administratief = 357m2
proefafdekking =1950m2
proefafdekking =1950m2
proefafdekking =1950m2
ipm = 357m2
ipm = 357m2
ipm = 357m2
caisonfabriek = 357m2
caisonfabriek = 357m2
caisonfabriek = 357m2
demonstratieproef =420m2
demonstratieproef =420m2
demonstratieproef =420m2
kade =3691m2
kade =3691m2
kade =3691m2
Plattegrond plangebied - Fase C
BUUR - DELVA
fase 1+2 = 142352
p. 46
Fase D
Bebouwingsfase in het plangebied
De eerste reeks modules van de bergingsinstallatie worden gerealiseerd.
2047
doelstelling
Fase 2
fase 1+2+3 = 247135
fase 1+2+3 = 247135
fase 1+2 = Fase 1142352
fase 1+2 = 142352
fase 1+2 = 142352
Communicatiecentrum Communicatie gebouw = 2992m2
Communicatie gebouw = 2992m2
Communicatie gebouw = 2992m2
Administratief gebouw administratief = 357m2
administratief = 357m2
administratief = 357m2
proefafdekking =1950m2 Proefafdekking
proefafdekking =1950m2
proefafdekking =1950m2
ipm = 357m2 IPM
ipm = 357m2
ipm = 357m2
caisonfabriek = 357m2 Caissonfabriek
caisonfabriek = 357m2
caisonfabriek = 357m2
demonstratieproef =420m2 Demonstratieproef
demonstratieproef =420m2
demonstratieproef =420m2
kade =3691m2 Kade + ontsluitingsweg
kade =3691m2
kade =3691m2
2025
2047
doelstelling
Natuur in het plangebied
fase 1+2+3 = 247135
fase 1+2+3 = 247135
fase 1+2 = 142352
fase 1+2 = 142352
fase 1+2 = 142352
Communicatie gebouw = 2992m2
Communicatie gebouw = 2992m2
Communicatie gebouw = 2992m2
administratief = 357m2
administratief = 357m2
administratief = 357m2
proefafdekking =1950m2
proefafdekking =1950m2
proefafdekking =1950m2
ipm = 357m2
ipm = 357m2
ipm = 357m2
caisonfabriek = 357m2
caisonfabriek = 357m2
caisonfabriek = 357m2
demonstratieproef =420m2
demonstratieproef =420m2
demonstratieproef =420m2
kade =3691m2
kade =3691m2
kade =3691m2
Plattegrond plangebied - Fase D
p. 47
Fase E
Bebouwingsfase in het plangebied
De tweede reeks modules van de bergingsinstallatie worden gerealiseerd.
doelstelling
Fase 2 = 247135 fase 1+2+3
fase 1+2+3 = 247135
Fase fase 1+2 1 = 142352
fase 1+2 = 142352
Communicatiecentrum Communicatie gebouw = 2992m2
Communicatie gebouw = 2992m2
Administratie f gebouw administratief = 357m2
administratief = 357m2
proefafdekking =1950m2 Proefafdekking
proefafdekking =1950m2
ipm = 357m2 IPM
ipm = 357m2
caisonfabriek = 357m2 Caissonfabriek
caisonfabriek = 357m2
demonstratieproef =420m2 Demonstratieproef
demonstratieproef =420m2
kade =3691m2 Kade + ontsluitingsweg
kade =3691m2
2047
doelstelling
Natuur in het plangebied
fase 1+2+3 = 247135
fase 1+2+3 = 247135
fase 1+2 = 142352
fase 1+2 = 142352
Communicatie gebouw = 2992m2
Communicatie gebouw = 2992m2
administratief = 357m2
administratief = 357m2
proefafdekking =1950m2
proefafdekking =1950m2
ipm = 357m2
ipm = 357m2
caisonfabriek = 357m2
caisonfabriek = 357m2
demonstratieproef =420m2
demonstratieproef =420m2
kade =3691m2
kade =3691m2
Plattegrond plangebied - Fase E
BUUR - DELVA
p. 48
Opgave ecologie
In het plangebied wordt straks gebouwd. Dit in een gebied dat momenteel ecologisch in verval is. Mastbossen en oude heidevelden zijn daar zichtbare voorbeelden van.
DHet BKP schept voorwaarden en geeft concrete doelstellingen en maatregelen om te komen tot een ecologisch interessant gebied in combinatie met de oppervlakteberging.
fase 1+2 = 142352 Communicatie gebouw = 2992m2 administratief = 357m2
afdekking =1950m2
proefafdekking =1950m2
= 357m2
ipm = 357m2
nfabriek = 357m2
caisonfabriek = 357m2
onstratieproef =420m2
demonstratieproef =420m2 kade =3691m2
2047
bestaand
fase 1+2 = 142352
Natuur in het plangebied
2010
Communicatie gebouw = 2992m2
administratief = 357m2
administratief = 357m2
proefafdekking =1950m2
proefafdekking =1950m2
ipm = 357m2
ipm = 357m2
caisonfabriek = 357m2
caisonfabriek = 357m2
demonstratieproef =420m2
demonstratieproef =420m2
kade =3691m2
kade =3691m2
2014
faseFase 1+2+32= 247135
fase 1+2+3 = 247135
fase 1+2 = 142352
fase 1+2 = 142352
Communicatie gebouw = 2992m2 Communicatiecentrum
Communicatie gebouw = 2992m2
Fase 1
administratief = 357m2 gebouw Administratief
administratief = 357m2
proefafdekking =1950m2
proefafdekking =1950m2
ipm = 357m2
ipm = 357m2
caisonfabriek = 357m2
caisonfabriek = 357m2
Proefafdekking IPM
Caissonfabriek
doelstelling
demonstratieproef =420m2 demonstratieproef =420m2 demonstratieproef =420m2
Demonstratieproef
kade =3691m2
kade =3691m2
kade =3691m2 Kade + ontsluitingsweg
2010
fase 1+2 = 142352
Communicatie gebouw = 2992m2
2047
Bebouwingsfase in het plangebied
doelstelling
nistratief = 357m2
=3691m2
Bebouwingsfase in het plangebied
municatie gebouw = 2992m2
Meer bebouwing, afnemende natuurwaarden
Natuur in het plangebied
1+2 = 142352
Bebouwingsfase in het plangebied
Bestaande situatie
DOELSTELLING Nieuwe bebouwing als aanjager voor nieuwe natuur 2016
faseFase 1+2+32 = 247135 fase 1+2 = 142352
Fase 1
Communicatie gebouw = 2992m2 Communicatiecentrum administratief = 357m2 gebouw Administratief proefafdekking =1950m2
Proefafdekking
ipm = 357m2
ipm = 357m2
caisonfabriek = 357m2
caisonfabriek = 357m2
IPM
Demonstratieproef
kade =3691m2
kade =3691m2
2047
doelstelling
2014
Caissonfabriek
demonstratieproef =420m2 demonstratieproef =420m2
Kade + ontsluitingsweg
doelstelling
fase 1+2+3 = 247135
fase 1+2+3 = 247135
fase 1+2+3 = 247135
fase 1+2+3 = 247135
fase 1+2 = 142352
fase 1+2 = 142352
fase 1+2 = 142352
fase 1+2 = 142352
Communicatie gebouw = 2992m2
Communicatie gebouw = 2992m2
administratief = 357m2
administratief = 357m2
proefafdekking =1950m2
proefafdekking =1950m2
ipm = 357m2
ipm = 357m2
caisonfabriek = 357m2
caisonfabriek = 357m2
demonstratieproef =420m2 demonstratieproef =420m2 demonstratieproef =420m2 kade =3691m2
kade =3691m2
kade =3691m2
p. 49
Natuur in het plangebied
De onderste curve met de natuurwaarden geeft dan ook een eerder vertekend beeld. Er wordt gesproken over heidevelden terwijl deze ernstig in verval zijn.
1+2+3 = 247135
25
Het plangebied terug ecologisch en ruimtelijk interessant maken, vormt een belangrijk onderdeel van het bergingsproject.
Communicatie gebouw = 2992m2
Communicatie gebouw = 2992m2
administratief = 357m2
administratief = 357m2
proefafdekking =1950m2
proefafdekking =1950m2
ipm = 357m2
ipm = 357m2
ipm = 357m2
caisonfabriek = 357m2
caisonfabriek = 357m2
caisonfabriek = 357m2
demonstratieproef =420m2 demonstratieproef =420m2demonstratieproef =420m2
kade =3691m2
kade =3691m2
kade =3691m2
BUUR - DELVA
p. 50
6
Recreatie
Dankzij de nieuwe economische opgave, namelijk de realisatie van de oppervlakteberging, kan het plangebied aangetakt worden op het regionale recreatieve netwerk. Een nieuwe gebruikersgroep wordt zodoende aangetrokken naar het gebied. De nodige infrastructuur en plekken zullen voorzien moeten worden om deze gebruikersgroep te ontvangen en doorheen het gebied te leiden.
p. 51
Wandel- en fietsknooppunt
Een nieuwe route voor zacht verkeer die wordt opengesteld voor recreanten, loopt over het noordelijk deel van het plangebied en verbindt de geherprofileerde Witte Nete en het centrum van Dessel met het provinciaal domein Prinsenpark. Het plangebied verhoogt zodoende de performantie en aantrekkelijkheid van het regionale recreatieve netwerk. Daarnaast krijgt het wandel- en fietsnetwerk tussel Mol en Dessel er een knooppunt bij in de vorm van het toekomstige communicatiecentrum dat wordt ingeplant op de hoek van de Gravenstraat en de Kastelsedijk. Op deze plek kruist de nieuwe route andere recreatieve netwerken. Door het communicatiecentrum op deze plek in te planten, wordt het verankerd in de bestaande recreatieve structuur: recreatie ontmoet educatie.
Huidig fietsnetwerk
Fiets- en wandelnetwerk in de toekomst
BUUR - DELVA
p. 52
Kempische meren
Ook inhoudelijk vormt het plangebied met zijn communicatiecentrum en bergingsverhaal een aanwinst in het toeristische aanbod van de Kempische meren.
Het plangebied vormt een volwaardige aanwinst in het lint van recreatie en educatie binnen de Kempische Meren
p. 53
BUUR - DELVA
p. 54
BEELDKWALITEIT OPPERVLAKTEBERGING
p. 55
BUUR - DELVA
p. 56
7
Beeldkwaliteit landschap
In dit hoofdstuk reiken we de principes aan om te komen tot een transformatie van de onbebouwde ruimter in het plangebied in een samenhangend landschapspark. De strategie bestaat erin om de bestaande kwaliteiten die in de landschappelijke analyse werden gedetecteerdop te waarderen, met het ecologisch interessanter maken van het gehele plangebied als doel. Het resultaat zal een visueel aantrekkelijk gebied zijn waar genoten kan worden van de bijzondere fauna en flora. Het landschapspark vertelt het verhaal van de site en de streek. Onderdelen van het landschapspark zijn o.a. de herontwikkelde heidevelden, de open graslanden met gedrongen eiken, de ecologisch interessant gemaakte mastbossen, de beekvallei en het bijzonder transformerend landschap van de oppervlakteberging. Een vertellend landschap. Geen bord of folder maar het landschap als communicatiemiddel. De katalysator voor van het transformerend landschap zijn de geplande ingrepen ifv de oppervlakteberging die in het volgende hoofdstuk aan bod komen.
p. 57
Randen plangebied
De eigendomsgrenzen van het plangebied vormen geen scherpe randen. Het landschap loopt door op de omliggende terreinen. Effectieve gecontroleerde randen liggen verder in het plangebied. Deze worden vormgegeven met een hekwerk. Dit hekwerk moet voldoen aan alle veiligheidsvoorschriften. De kleur en het materiaal worden verderop in dit beeldkwaliteitplan bepaald. De gecontroleerde randen worden versterkt door landschappelijke lijnen die bijkomende barrières vormen. Dit maakt het bergingsproject veiliger en de barrières zachter in beleving.
Randen van de site
BUUR - DELVA
p. 58
p. 59
Biologische waardering Huidig In de huidige situatie is een groot deel van het gebied aan te duiden als ecologische minder waardevol. De bestaande industrie- en landbouwgronden kennen een lagere biologische waardering. De in verval geraakte heidevelden en mastbossen met zijn rabattenstructuur krijgt tevens een lagere biologische waardering.
Plangebied Biologisch minder waardevol Biologisch waardevol Biologisch zeer waardevol Water Ecologische waarderingskaart, huidige situatie
BUUR - DELVA
p. 60
Doelstelling Ontwikkelingen als kans. Bij het bouwen van de oppervlakteberging zal het omliggende landschap aangepakt worden. Door achterstallig onderhoud te plegen of aan de knoppen te draaien in de ecologische systemen kan men op relatief korte termijn en met geringe middelen het plangebied terug ecologisch interessant maken. Het versterken van de differentiaties in landschappen bevorderen de biodiversiteit in het gebied. Zo doet plots een vlakte asfalt of plat dak terug mee in het ecologisch systeem. De combinatie bebouwing, ondergrond en habitat vormen de ingrediënten voor een ecologisch interessant gebied.
Plangebied Biologisch minder waardevol Biologisch waardevol Biologisch zeer waardevol Water Beoogde biologische waardering, doelstelling
p. 61
Productiebossen
De vele mastbossen (productiebossen) bezitten momenteel weinig ecologische waarde. Het zijn pure productielandschappen met een monotoon bomenbestand. Vele van de huidige productiebossen zijn een relict van de hoogdagen van de Limburgse mijnindustrie. De, in de tijd steeds verschuivende boscomplexen, hebben het landschap op vele plekken doen dichtslibben. Door op een goede manier om te gaan met deze relicten van een productielandschap kunnen ze een bijdrage leveren aan de belevingskracht en ecologische waarde van het landschap. De bossen kunnen spannender worden door enkele bomen oud te laten worden, door in het beheer meer op sfeer te sturen en door ecologisch interessantere randen te maken. Het bos wordt mysterieuzer.
Locatie productiebossen
BUUR - DELVA
Huidige mastbossen
Huidige mastbossen
Omvormen van bosranden
Omvormen van bosranden
Omvormen van vlakken
Vlakken omvormen tot gemengd loofbos
Herintroduceren van heidevelden
Herintroduceren van heidevelden
p. 62
Het terugbrengen van heidevelden kan door oppervlakkig de humuslaag af te graven. Heidezaden van toen krijgen terug de kracht om een volwaardig heideveld te gaan vormen. Zo wordt de historische gelaagdheid beter zichtbaar gemaakt en ontstaat een aantrekkelijk en divers landschap.
Mastbos 2011
Huidig profiel van de mastbossen
Herintroduceren van heidevelden
Toekomstig profiel - gemengde loofbossen + open vlaktes voor heidevelden
p. 63
Rabatten
Natte zandgronden werden destijds op een ingenieuze manier afgewaterd (droger gemaakt). Dit gebeurde door het graven van greppels. De grond die uit de greppels afkomstig is werd gebruikt om het rabat mee op te hogen. Een patroon van greppels en verhogingen werd gevormd. Deze methode werd in het plangebied toegepast om op nattere gronden aan bosbouw te doen.
De lijnen van greppels, gevoed door kalkrijk water vormen een distantiërende habitat met de vlak daarnaast liggende droge zandgronden. De afwisseling van deze twee extreme milieus maken de rabatten tot een bijzonder ecologsich onderdeel van de site Niras.
In het plangebied bevinden zich nog vele rabatten. Dit cultuurhistorische landschap is in verval door verlaging van de waterstand en erosie. waterlens
Op bepaalde plaatsen kan dit systeem hersteld worden. Dit niet enkel uit historisch oogpunt. In verder onderzoek kan onderzocht worden of deze door de mens gemaakte structuur weer een functie kan krijgen als waterbuffer, waterzuiveringssysteem of waterinfiltratiezone. Naast de ecologische waarde van de rabatten vormen ze dus ook een onderdeel van de economie van het gebied.
kalkrijk kwelwater
rabat Huidig profiel : rabatten
De greppels worden, bij het opschonen ervan, opnieuw gevoed door kalkrijk water. Dit water komt via ondergrondse stromingen uit het kanaal. Het water zorgt voor een bijzonder arm milieu en is ecologisch erg interessant.
huidig maaiveld waterlens kalkrijk kwelwater
rabat Locatie rabatten
BUUR - DELVA
Toekomstig profiel : rabatten
p. 64
voetpad
Heidevelden
De relicten van de droge heidevelden kunnen door een intensieve onderhoudsbeurt terug hun uitstraling krijgen van weleer. Maatregelen om te komen tot een egaal heideveld zijn o.a. het weghalen van de struiken en opschot van bomen + het maaien en afvoeren van de grassen. Heidezaden afkomstig van de site kunnen verspreid worden om de ontwikkeling te bespoedigen. De methode om te komen tot herstel, behoudt of herintroductie van de heidevelden dient uitgewerkt te worden in een inrichtings- en beheersplan. Voor het opstellen van het beheersplan kan samenwerking gezocht worden met regionale landschappen Grote en Kleine Nete.
Huidig profiel : droge heide
voetpad
Locatie heidevelden
Toekomstig profiel : droge heide
p. 65
Hooibeek
De Hooibeek is een belangrijke historische toevoergracht van het kanaal Herentals – Bocholt naar een aantal vijvers in het naburige Provinciaal Domein Prinsenpark (Retie). Deze heeft naast de erfgoedwaarde ook een belangrijke ecologische waarde, geïllustreerd door ondermeer broedgevallen van ijsvogel. De dichtgegroeide Hooibeek is momenteel niet zichtbaar en niet herkenbaar als beekvallei. Aan een zijde wordt de beek geflankeerd door een open histori sch veld met boerderij, aan de andere door een bos met veel Zomereiken en Berken. Door in dit bos en langs de beek onderbegroeing weg te halen ontstaan nieuwe zichtlijnen door het bos en van en naar de Hooibeek. Door het weghalen van de bomen aan de zuidzijde van de beek komt de Hooibeek op de grens te liggen tussen bos en veld, tussen open en dicht, tussen licht en donker.
grasland
BUUR - DELVA
Zomereiken/ Berkenbos
Huidig profiel : Hooibeek
grasland
Locatie Hooibeek
Hooibeek
Hooibeek
Zomereiken/ Berkenbos
Toekomstig profiel : Hooibeek
p. 66
Waterplas
De waterplas in het gebied is op dit moment ontoegankelijk. Het is een plas met steile randen en weinig ecologische kwaliteit. Een gebied dat in de loop der tijd is dichtgegroeid met struiken en opslag van jonge bomen. Door deze onderbegroeiing weg te halen ontstaan kansen voor een gedifferentieerde oevervegetatie. De steile oevers dienen getransformeerd te worden tot flauwe oevers. De noordflank wordt de thuisbasis van zonnende reptielen.
grasland
hek
steile oever
Huidig profiel : waterplas
fietspad Locatie waterplas
ecologische oever
Toekomstig profiel : waterplas
p. 67
blotevoetenpad
ecologische oever
Graslanden
In het noorden van het plangebied ligt een uitgestrekt veld. Aan de rand van dit veld komt het communicatiecentrum. Het veld is gedurende jaren intensief bemest. Het afgraven van de bovenste rijke laag is een dure aangelegenheid. Een betere en meer doeltreffende optie is het afdekken van de grond met een laag arm zand. Zand met heidezaden afkomstig uit het plangebied zelf. Deze laag vormt de leeflaag van de toekomstige beplanting. De rijke gronden onder deze leeflaag zullen op een natuurlijke manier uitlogenen. Het programma voor de buitenaanleg van het communicatiecentrum voorziet een evenementenweide van 3ha. Deze functie past perfect op het veld ten noorden van het plangebied. De evenementenweide wordt uitgewerkt als een integraal onderdeel van het landschap. Waar tot op heden het grasland zwaar bemest wordt, zal in de toekomst de natuurlijke vegetatie zich spontaan kunnen ontwikkelen. In de eerste jaren zal de zone nog duidelijk te onderscheiden zijn van haar omgeving, maar op termijn zal het grasland natuurlijk verschralen (eventueel met aangepast maaiof graasbeheer) en opgaan in het heide- en vennengebied.
grasland
Huidig profiel : grasland
droge heide
Locatie grasland
BUUR - DELVA
voetpad
droge heide
Toekomstig profiel : heidegebied
p. 68
Energielandschap
Samen met het ecologisch interessanter maken van het landschap dient de kracht van het landschap terug ontdekt te worden. We stellen in volgende pagina`s kansrijke modellen voor om te komen tot een hedendaags energielandschap. Een landschap die bij draagt aan de ecologie, biodiversiteit en economie. Dit als voorbeeld voor de toekomst. Het nucleaire voorbij.
Huidig profiel : vervallen rabbattenlandschap
voetpad
ecologische oever gegraven water 42.0m
Locatie energielandschap
Toekomstig profiel 2e fase: Gevarieerd energielandschap
p. 69
Energielandschap in detail Koude-warmte opslag in de ondergrond. De bergingslocatie wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van overwegend zandige afzettingen tot vele tientallen meters diepte en de ligging tussen het Kanaal BocholtHerentals en de Witte Nete. Zandige, watervoerende afzettingen zijn in principe geschikt voor opslag van warmte en koude. Het principe van koude-warmte opslag is dat in de zomer relatief koel grondwater wordt gebruikt voor koeling van o.a. gebouwen, en dat ’s winters het dan relatief warme grondwater wordt gebruikt voor verwarming. De maximaal haalbare besparing op conventionele energiebronnen is afhankelijk van de dikte en doorlatendheid van de watervoerende lagen, en van de heersende temperatuur en stroomsnelheden van het grondwater. Het koude-warmte systeem zou verder kunnen worden geoptimaliseerd door ook water uit het Kanaal BocholtHerentals te gebruiken. Deze zaken zouden in een vervolgstudie in meer detail kunnen worden uitgezocht middels een diepgaandere geohydrologische analyse en een effect(model)studie.
kanaal
Locatie energielandschap
BUUR - DELVA
Principeprofiel: koude - warmte opslag in de ondergrond
p. 70
Waterberging en zuivering De bergingslocatie ligt op de waterscheiding tussen het Kanaal Bocholt-Herentals in het zuiden en de Witte Nete in het noorden. Plaatselijk heersen hoge grondwaterstanden en er is een dicht stelsel van ondiepe greppels en rabatten aanwezig. Het natte, voor de natuur potentieel waardevolle karakter van het gebied kan worden benadrukt door de aanwezige greppelstructuur te versterken en meer open water te realiseren. Zodoende ontstaat bovendien capaciteit voor waterberging en, met de juiste keuze voor vegetatie en aanvullende zuiverende voorzieningen, potentieel voor gebruik als ‘’grijswater’’ in de omliggende bebouwing. De meerwaarde van deze benadering is afhankelijk van de huidige grondwaterdynamiek, doorlatendheden, oppervlaktewaterpeilen, bodem- en waterkwaliteit, maar ook bouwkundige aspecten zoals de aard en omvang van het verhard oppervlak, waterketen, etc. Om te komen tot een optimaal systeem zouden ook deze zaken in een vervolgstudie in meer detail kunnen worden uitgezocht. Hierbij kan worden gedacht aan een nadere analyse van de beschikbare gegevens, eventueel aanvullend veldwerk, en een geïntegreerde modelstudie voor regenwater, grondwater en oppervlaktewater.
Locatie energielandschap
Principeprofiel: waterberging en waterzuivering
p. 71
Wegen- en padenstructuur
Wegen en paden zijn heel belangrijk in het plangebied. Ze zorgen ervoor dat de industriële activiteiten op een logische, interessante manier kunnen plaats vinden. Op een geheel ander soort pad loopt de bezoeker. Ze voeren de bezoeker naar de meest interessante plekken waar informatie over de oppervlakteberging wordt verstrekt.
BUUR - DELVA
Daarnaast zijn er in het gebied ook paden voor de recreant. Vanaf deze paden wordt het landschap beleefd. Het zijn paden die onderdeel vormen van het omliggende landschap. Elke weg of pad heeft dus zijn eigen functie. De functie mag niet met een veelheid aan signalisatie kenbaar gemaakt worden. De functie moet afleesbaar zijn in de materiaalkeuze en het ontwerp.
p. 72
Wegenstructuur nucleaire bedrijvenzone De wegen vormen functionele lijnen binnen de bestaande nucleaire bedrijvenzone. De meeste wegen liggen er al, en zullen op korte termijn niet heraangelegd worden. Bij het herstellen of herleggen in de toekomst kunnen deze wegen de nieuwe vormgeving als leidraad hanteren. De nieuwe wegen rond de nieuwe bebouwing (IPM en caissonfabriek) kunnen wel de nieuwe, aangepaste vormgeving aannemen. De nieuwe wegen worden opnieuw uitgevoerd in asfalt: een praktisch en esthetisch materiaal indien correct toegepast. De nieuwe wegen lopen evenwijdig aan de bebouwing. ze vormen een grid waarbinnen gebouwd wordt. Bij kruisende wegen dient systematisch dezelfde bochtstraal gehanteerd te worden.
De brede asfaltstroken van de nieuwe wegen worden aan de randen bewerkt. Dit over een breedte van minimaal 1 meter. Deze bewerking van de toplaag van het asfalt zorgt ervoor dat de fietser een plaats krijgt in het profiel. De wegen krijgen hierdoor ook een smallere en vriendelijkere aanblik. De wegen worden omzoomd door een halfverharde of onverharde strook van minimaal 3 meter. Deze zone wordt ingezaaid met gras of dient als parkeerplaats.
Er wordt zo veel mogelijk geparkeerd aansluitend op de wegen, niet aan de binnenzijde van de kavels. Hierdoor ontstaat een helder grid en verhoogt bijgevolg de veiligheid.
Wegen van asfalt met gefreesde randen
Wegenstructuur nucleaire bedrijvenzone
p. 73
Wegenstructuur nucleaire bedrijvenzone Een aantal kavels op de nucleaire bedrijvenzone worden intensief gebruikt voor industriële activiteit. Deze kavels vormen de open ruimtes in een dichtbegroeid, ecologisch waardevol, gemengd bos. De (nog) niet bebouwde kavels kunnen worden ingevuld met tijdelijke natuur.
bos
gras
ruw
ruw
grasstrook of parkeerstrook
asfalt Profiel nieuwe situatie - bosperceel (eventueel in de toekomst te bebouwen) / pad / kavel met in het gras de bebouwing
BUUR - DELVA
p. 74
industrie
bos
gras
ruw
ruw
gras
asfalt
Profiel nieuwe situatie - bosperceel (eventueel in de toekomst te bebouwen) / pad /bosperceel
p. 75
bos
Wegen rond het bergingsproject Waar de recreatieve wandelpaden opgaan in hun omgeving, is de weg rond de oppervlakteberging te gast in het landschap. De weg vormt met andere woorden een onderdeel van de nieuwe laag van de oppervlakteberging die aan het landschap wordt toegevoegd. Om dit te duiden, volgt de weg de rechtlijnige esthetiek van de bergingsmodules, en wordt hij uitgevoerd in asfalt. De strakke lijnvoering van de weg wordt versterkt door aan beide zijden een gracht te graven. De gracht wordt geprofileerd naar gelang de grondwaterstanden, maar bezit overal dezelfde breedte. De strakke, langgerekte vorm van de bergingsmodules wordt door de weg en de grachten versterkt. Landschap en architectuur delen dezelfde esthetiek waardoor een krachtig verhaal wordt gevormd.
Paden van asfalt met gefreesde randen
BUUR - DELVA
Padenstructuur rond het bergingsproject
p. 76
Recreatief netwerk door het plangebied In tegenstelling tot de wegen in functie van de industrie, vormen de recreatieve paden een inherent onderdeel van het landschap. Vele recreatieve lijnen in de omgeving komen samen bij het toekomstige communicatiecentrum. Het centrum vormt dan ook een belangrijk knooppunt in het recreatief netwerk. Het communicatiecentrum staat op een verhard plein dat wordt gevormd door een verbreding van een recreatief pad.
Er worden 3 types paden onderscheiden: het hoofdpad, de zijpaden en de historische buurtweg. Elk type van pad krijgt zijn eigen materialisatie. Het hoofdpad vormt een nieuwe lijn in het landschap die loopt van aan het communicatiecentrum in het noordoosten tot aan het Prinsenpark in het zuidwesten, en die de bergingsmodules passeert. Dit pad wordt een pad voor fietsers, voetgangers en mindervalide. Dit pad wordt een asfaltpad.
Hoofdstructuur : asfalt
Paden in tweede lijn - halfverharding of zandpaden
Recreatief netwerk door het plangebied (concept)
p. 77
Pad langs de Hooibeek Het bestaande pad langs de Hooibeek vormt de zuidelijke grens van het plangebied. Het pad verbindt het kanaal met het provinciaal domein Prinsenpark. Het zandpad en de beek vormen tevens de grens tussen het bosrijke plangebied in het noorden en een uitgestrekt veld met historische boerderijen in het zuiden. Het contrast tussen de twee ruimtes kan versterkt worden door o.a. de bomen op te sleunen en de onderbeplanting weg te halen. Het onderhoud van dit pad kan uitgevoerd worden door plaatselijke sociale instanties. Dit onder begeleiding van natuurorganisaties.
Bestaande pad versterken
BUUR - DELVA
Pad langs de Hooibeek
p. 78
Bestaande structuren - brandgangen
Het plangebied is nog (gedeeltelijk) ingevuld met mastbossen. Ze vormen percelen van sterk opgaande naaldbomen opgedeeld door brandgangen. De structuur van velden en brandgangen komt ook nog voor op plaatsen waar de opgaande naaldbomen reeds verdwenen zijn. Deze strakke structuren, vaak versterkt door de lijnvoering van de rabatten, vormen een belangrijk onderdeel in het padennetwerk. De noord- zuid lopende brandgangen worden niet verhard en behoeven enkel onderhoud. Het onderhoud kan uitgevoerd worden door plaatselijke sociale instanties. Dit onder begeleiding van natuurorganisaties.
Brandgangen opknappen
Bestaanden padenstructuur - brandgangen
p. 79
Impressie padenstructuur in de zone rond het communicatiecentrum
BUUR - DELVA
p. 80
Communicatiecentrum en zijn verankering in landschap en recreatief netwerken Voorplein + parkeren Het communicatiecentrum komt in een samenhangend landschapspark te staan dat het resultaat is van de omvorming van de weinig interessante stukken onbebouwde ruimte. Het communicatiecentrum is te gast in dit landschapspark en wordt “geënt” op een padennetwerk dat zijn tentakels tot ver in het landschap uitstrekt. Één van de lijnen van het padennetwerk - het hoofdpad - vormt de verbinding tussen het communicatiecentrum en de cAt-walk. op wandelafstand van het communicatiecentrum wordt voldoende parkeercapaciteit voorzien. Parkeren door bezoekers of recreanten gebeurt echter niet op een gewone parkeerplaats. Een grote, verharde vlakte past immers niet in deze context. Het zou de ziel en identiteit uit de plek weghalen. Ten oosten van het communicatiecentrum ligt één gebogen verharcde strook die het tracéé van de hoogspanningslijn volgt. Langs deze strook kan er haaks geparkeerd worden. De as van de strook wordt uitgevoerd in asfalt, de parkeerranden in een waterdoorlatende halfverharding. Zodoende wordt de aanblik van een lege asfaltvlakte vermeden als er slechts enkele wagens van de parking gebruik maken.
De halfverharde randen worden gebruikt om te parkeren, haaks door wagens en in de langsrichting door bussen. De strook halfverharding is voldoende breed (6m) zodat er nog plaats is om comfortabel bussen in en uit te stappen. Als er niet geparkeerd wordt, fungeren de stroken halfverharding als brede, onverharde bermen die een zachte overgang met het landschapspark maken. De ontsluiting van de parking gebeurt via de Gravenstraat. De toegang ligt in het noorden, de uitrit in het zuiden. Gemotoriseerd verkeer rijdt dus in enkele richting. Door de lusvormige lay-out van de parking kunnen keerbewegingen (voor bussen) vermeden worden, waardoor minder verharde oppervlakte voorzien moet worden. Het noordelijke deel van de parking heeft wel een dubbele rijrichting. Deze parking is enkel toegankelijk voor auto’s (geen bussen) en is in de eerste plaats voor het personeel van het communicatiecentrum. Op piekmomenten kan deze parking als overloopparking gebruikt worden voor bezoekers.
principesnedes parking
p. 81
Asfalt paden met haaks parkeren in halfverharding - pad slingerd door natuur - verlichting is de vloer - fietsbeugels in lengte parkeerplaats - wandelzone aangegeven dmv beeld in vloer
BUUR - DELVA
p. 82
Concreet kunnen de randvoorwaarden voor het ontwerp van de parking als volgt omschreven worden: − ontsluiting via de Gravenstraat − de parking valt volledig binnen de reservatiestrook van de hoogspanningslijn (binnen een zone van 20m aan weerszijden van de hoogspanningslijn is geen beplanting hoger dan 3m of bebouwing toegelaten) − de parking wordt vormgegeven als een onderdeel van het recreatief padennetwerk: het materialenpallet vooropgesteld in het BKP is van toepassing (asfalt met halfverharding) − een voldoende groenmassa tussen het communicatiecentrum en de parking zorgt ervoor dat beide entiteiten als afzonderlijke elementen in het landschap gepercipieerd worden. Naast een parking voor gemotoriseerd verkeer dient ook een fietsenparking voorzien te worden met een capaciteit van 70 plaatsen. De fietsenparking dient aan te sluiten op een hoofdpad. De fietsenparking wordt dicht bij het communicatiecentrum ingeplant. Het mag echter geen element op zich vormen, maar wordt geïntegreerd in de inrichting van de verharde buitenruimte rond het communicatiecentrum. Ook de fietsenparking moet -als ze niet in gebruik is- een minimale visuele impact op de buitenruimte hebben.
principeschema parking
principesnedes parking
p. 83
De evenementenweide
heide/bos
buurtweg
evenementenweide
evenementenweide
hoofdpad
heide B A
A verharde buitenruimte communicatiecentrum
onverhard pad
B buurtweg BUUR - DELVA
hoofdpad p. 84
De evenementenweide De grenzen van de evenementenweide integreren zich in het landschap, maar dienen om praktische redenen toch duidelijk gedefiniëerd te zijn. In het referentieontwerp worden de grenzen afgebakend door (zacht kronkelende) paden. Als het ware ligt de weide in één van de mazen in het padennetwerk. In het zuiden wordt de evenementenweide afgebakend door het hoofdpad. Dit pad werkt tijdens evenementen als ontsluitingsroute voor bezoekers of als contactzone. In het oosten en het westen vormen zijpaden de grens van de weide. In het noorden wordt de weide begrensd door het tracé van de buurtweg, die kaarsrecht door het plangebied loopt. Zowel het hoofdpad, als de buurtweg kunnen tijdelijk toegankelijk worden gesteld voor voertuigen ter ontsluiting of bediening van de evenementenweide.
Daarnaast zal het terrein zich door haar vlakke profiel (ter bevordering van het flexibel gebruik) onderscheiden van het omliggende, meer glooiende landschap. De evenementenweide is direct verbonden met het communicatiecentrum. Dit biedt mogelijkheden voor meervoudig gebruik. Bij activiteiten kan het gebouw bijvoorbeeld dienst doen als VIP-ruimte, er kan een projectiescherm aan de gevel worden gehangen, een podium op of in het gebouw is een optie, enz.
randen evenementenweide: de evenementenweide als onderdeel van het landschap
1877: de oude buurtweg tussen de Kastelsedijk en Stenehei is binnen het plangebied vandaag de dag nog goed zichtbaar
p. 85
BUUR - DELVA
p. 86
Het hoofdpad bestaat uit asfalt (3m breed). Hierop kan gefietst, gewandeld maar ook geskate worden. Dit pad is rolstoelvriendelijk en vormt de link tussen communicatiecentrum, de cAt-walk en de Hooibeek. Het hoofdpad wordt in beperkte mate verlicht (oriëntatieverlichting - zie verder). De armaturen moeten zorgen voor een minimale lichtverstoring van de fauna en flora.
De voormalige buurtweg die aantakt op de Kastelsedijk wordt uitgevoerd in een halfverharding (3m breed). Het is een rechte lijn in het landschap die een historisch tracé volgt tussen Dessel-centrum en Stenehei. Deze weg moet (tijdelijk) gebruikt kunnen worden voor de logistieke bediening van de evenementenweide.
De zijpaden worden uitgevoerd in een waterdoorlatende halfverharding (1.20m breed). Deze paden moeten het mogelijk maken dat wandelaars het landschap zelf ontdekken. Het zijn rustige paadjes die de maaswijdte van het lokale netwerk verkleinen en alternatieve routes mogelijk maken. In de veiligheidszone ten noorden van de nucleaire bedrijvenzone, loopt een zijpad dat als natuurleerpad ingericht kan worden. Dit pad fungeert als een alternatieve route naar de cAt-walk. In geval van onderbenutting kan dit pad spontaan terug door de omliggende natuur ingenomen worden.
veiligheidszone (100m)
3m hoofdpad asfalt oriëntatie-verlichting comfortabel pad, groepen, wandelaars, fietsers, rolstoelgebruikers,...
+/-1,2m zijpad onverhard onverlicht wandelaars rustig struinen, natuur ontdekken p. 87
BUUR - DELVA
p. 88
8
Beeldkwaliteit bebouwing
De voorbije jaren zijn de gebouwen van het geïntegreerd bergingsproject intensief bestudeerd, zodat de plannen die vandaag op tafel liggen aan de strengste veiligheidseisen voldoen. Elk gebouw werd omwille van de complexiteit als een afzonderlijke opgave uitgewerkt door verschillende teams van deskundigen. Hierdoor konden alle technische vraagstukken opgelost worden en weten we vandaag tot in detail hoe de verschillende gebouwen zullen functioneren. Het nadeel van deze werkwijze is dat de samenhang en het uitzicht van de gebouwen de afgelopen jaren veel minder aan bod is gekomen. Het beeldkwaliteitsplan heeft als doel om het uitzicht van de gebouwen bij te sturen. Vanzelfsprekend moet dit gebeuren binnen de marges van de technische plannen die in de voorbije jaren werden uitgewerkt, en mag dit in geen geval ten koste gaan van de veiligheid.
p. 89
Caissonfabriek IPM CILVA gebouw 151
communicatie communicatiecentrum
IPM
gebouw 151
industrie Vaten met radioactief afval
cAt-walk
Caissonfabriek
Bergingsmodules
Bergingsmodules +tijdelijke overkapping
2016 4 vaten gaan in een caisson
caissons worden in modules geplaatst
gebouw 151, Cilva, IPM, Caisson fabriek
modules krijgen tijdelijke overkapping
oppervlakteberging in één gebouw
2050
2113
oppervlakteberging in twee gebouwen
lokale grond voor deklaag definitieve afdekking
bergingsmodules
bergingsmodules
landschap
Bergingsmodules
Bergingsmodules gaan op in het landschap
+ tijdelijke overkapping
2016 Vaten met radioactief afval
BUUR - DELVA
4 vaten gaan in een caisson
caissons worden in modules geplaatst
modules krijgen tijdelijke overkapping
oppervlakteberging in één gebouw
p. 90
2050
2113
oppervlakteberging in twee gebouwen
lokale grond voor deklaag definitieve afdekking
Families als sturend principe voor de beeldkwaliteit
De ambitie voor het BKP reikt verder dan enkel gebouwen te maken die mooi zijn om naar te kijken. Het bergingsproject moet een doordachte interactie aangaan met zijn omgeving, meerbepaald het landschap zelf én de bezoekers van dit landschap. Naar de bezoekers toe communiceren de gebouwen van het bergingsproject over de logistieke keten waarvan ze een inherent deel uitmaken. Deze keten vertrekt met een vat laagactief afval (opgeslagen in gebouw 151) en eindigt met de permanente berging van dit vat in de bergingsmodule. Het communicatieparcours wordt toegevoegd aan de oppervlakteberging om bezoekers de nodige achtergrondinformatie te over het bergingsproces te verschaffen. De cAt-walk werd tijdens de opmaak van het BKP aan het communicatieparcours toegevoegd als een middel om bezoekers van nabij het bergingsproces te laten beleven. Als onderdeel van het landschap vormt de oppervlakteberging een nieuwe “laag” die in opeenvolgende stappen wordt toegevoegd. De oppervlakteberging zal dan ook bewust als een contrasterende laag uitgewerkt worden. Het verhullen of integreren in het landschap van de oppervlakteberging is niet aan de orde. Het gebouw voor de permanente opslag van het afval heeft een bijzondere relatie met het landschap. Het begint immers als een contrasterend gebouw, maar zal na verloop van tijd - als de maximale opslagcapaciteit bereikt is en de tijdelijke overkapping wordt vervangen door een permanente afdekking ingrijpend transformeren en in het landschap opgaan. Om de logistieke keten leesbaar te maken, worden op niveau van de bebouwing ‘families’
decennia aan intensiteit zal verliezen.
geïntroduceerd als sturend principe voor de beeldkwaliteit.
Tot die tijd worden de bergingsmodules streng en sterk omkaderd. Vanuit het administratief gebouw wordt het afval gemonitord. Het administratief gebouw ontleent zijn verschijningsvorm dan ook aan de oppervlakteberging. Gezien de functie wordt deze familie aangeduid met de term “berging”
Een familie is een groep van gebouwen waartussen een functionele relatie bestaat. Om deze relatie zichtbaar te maken, is het materiaalgebruik en de kleur van de gebouwen het meest efficiënte medium. Er worden drie verschillende families onderscheiden. De eerste familie omvat het communicatieparcours, met het communicatiecentrum en de cAt-Walk. Deze familie ontvangt de bezoekers tijdens hun aanwezigheid in het plangebied. Gezien hun functie wordt deze familie aangeduid met de term “communicatie”. De tweede familie omvat de gebouwen die gerelateerd zijn aan de verwerking van het afval. Het gaat om gebouw 151 (waar het afval tijdelijk is opgeslagen totdat het permanent geborgen wordt), de caissonfabriek (waar de betonnen caissons vervaardigd worden), de IPM (waar de vaten afval en de caissons tot monolieten worden omgevormd) en Cilva. Omwille van hun “industriële” functie wordt deze familie aangeduid met de term “industrie” De derde familie omvat de gebouwen gerelateerd aan de oppervlakteberging van het afval, meerbepaald de bergingsmodules en het administratief gebouw. Ook de demonstatiefproef (een model op ware grootte van de bergingsmodule) behoort tot deze familie. De bergingsmodules vormen het sluitstuk van de logistieke keten en nemen om die reden de strakke vormgeving over van de familie van de industrie (tweede familie). Tegelijk refereren ze al naar het landschap. Het afval wordt immers op termijn “overgedragen” aan het landschap, waarna de straling gedurende de volgende
Bebouwing nucleaire bedrijvenzone Oppervlakteberging, Demonstratieproef, Administratief gebouw = familie “berging” IPM , Caisson fabriek , gebouw 151, Cilva = familie “industrie” Communicatiecentrum, Cat-Walk = familie “communicatie
Situering families van gebouwen p. 91
De bergingsmodules doorheen de tijd: van gebouw tot landschap 2017
De eerste serie modules wordt gerealiseerd. Door de tijdelijke afdekking staan ze als een gebouw in het landschap
BUUR - DELVA
p. 92
2047
2113
De tweede serie modules wordt gerealiseerd in het verlengde van de eerste.
De bergingscapaciteit is volledig benut. De tijdelijke afdekking wordt vervangen door de permanente afdeklaag waardoor de modules opgaan in het landschap
p. 93
DOOS
INDUSTRIE = alle nieuwe industriegebouwen + in de toekomst ook de bestaande vormen een familie - materiaalkeuze = metaal + RALkleur 7022
metalen gevelbeplating met relief (incl poorten!)
PLINT
Beton (donkere kleur)
LICHT
reglitbeglazing (bezoekersgang)
KLEUR
Raamprofielen uit aluminium met RALkleur 7022
BUUR - DELVA
p. 94
Familie industrie
Deze familie omvat de gebouwen waar het afval wordt voorbereid om definitief geborgen te worden. Het gaat om industriële gebouwen die samen één logistieke keten vormen. Er wordt gebruik gemaakt van één materialenpallet zodat de funcionele samenhang tussen de gebouwen duidelijk wordt. Dit pallet bestaat uit duurzame, industriële materialen zoals metalen beplating voor de gevels, beton voor de plinten en aluminium voor de ramen. De kleurstelling is sober en stijlvol. RAL 7022 overheerst, aangevuld met de natuurlijke grijstinten van het beton. Door de sobere uitvoering vormen de gebouwen de ideale achtergrond voor de cAt-walk die meer als blikvanger uitgewerkt zal worden. Situering gebouwen van de familie industrie
communicatie communicatiecentrum
cAt-walk
industrie gebouw 15, Cilva, IPM, Caisson fabriek
bergingsmodules berging bergingsmodules
landschap
p. 95
Aanpassing gevel IPM en caissonfabriek In functie van het voorgestelde materialenpallet werd de uitwerking van de gevels van het IPM gebouw bijgestuurd. Er werd gesaneerd in het aantal kleuren en materialen, waardoor het gebouw een soberder en strakker uitzicht kreeg. Dezelfde oefening werd gemaakt voor de caissonfabriek zodat de beide gebouwen qua geveluitwerking volledig op elkaar zijn afgestemd.
Huidige uitwerking van het IPM gebouw.
Metalen gevelbeplating Metalen cassettes Glad beton Profielglas Informatieroute Voorstel vanuit het BKP: versobering en daardoor leesbaarder en krachtiger.
BUUR - DELVA
p. 96
Proefafdekking en demonstratieproef Na het beëindigen van de exploitatiefase worden de betonnen bergingsmodules afgedekt met meerdere natuurlijke grondlagen en membranen (de eindafdekking). Om het gedrag van de eindafdekking beter te leren kennen, wordt een proefafdekking gerealiseerd op de berginssite. Deze is als het ware een simulatie van de eindafdekking op reële schaal. De proefafdekking komt naast het communicatiecentrum te liggen, zodat ze kan geïntegreerd worden in rondleidingen. De demonstratieproef vormt een simulatie op ware grootte van de bezoekersgallerij onder de bergingsmodules. Het gebouwtje is intussen gerealiseerd op de hoek van de Gravenstraat en de Kastelsedijk, vlakbij de plaats waar ook het communicatiecentrum gerealiseerd zal worden. De demonstratieproef refereert naar de bergingsmodules (die in een latere fase gerealiseerd zullen worden). Het materiaalgebruik oogt sober. Polycarbonaat en beton voeren de boventoon, met accenten in aluminium.
polycarbonaat
reglitbeglazing (bezoekersgang)
Proefafdekking
Materiaalgebruik demonstratieproef: - Polycarbonaat wanden: opaal - Profielen polycarbonaat (dit zijn top-, bodem, en hoekprofielen): geanodiseerd aluminium
RAL-kleur 7022
- Dak: RAL-kleur buitenzijde: 7022 (antraciet/donkergrijs) - Roosters: geanodiseerd aluminium - Deuren: geanodiseerd aluminium Demonstratieproef foto demonstratieproef
p. 97
beton (plint)
SCHIL
LANDSCHAP = berging + administratief gebouw strakke architecturale lijnen in de kleur van het omliggende landschap - materiaalkeuze = cortenstaal
Cortenstaal
BUUR - DELVA
p. 98
Familie berging
Tot de familie van de permanente berging behoren de bergingsmodules, het administratief gebouw en de demonstratieproef. Tot op heden werden deze gebouwen uitgewerkt als functionele dozen met een standaard pallet van industriële materialen. Hierdoor maakten ze ogenschijnlijk deel uit van de bedrijvenzones in de omgeving eerder dan van een uniek bergingsproject.
Door een aangepast materiaalgebruik kan het onderscheid met de “gewone” industriële bedrijven scherp gesteld worden. De keuze van de materialen moet echter weloverwogen gebeuren. Zo moeten de materialen aan tal van technische en veiligheidsvereisten voldoen zoals brandweerstand, isolerend vermogen, gewicht, onderhoudsvriendelijkheid, stevigheid... Daarnaast moeten ze passen binnen het vooropgestelde kostenplaatje.
Naast het communicatiecentrum zullen de bergingsmodules gedurende enkele decennia de belangrijkste bezienswaardigheid zijn van de oppervlakteberging in Dessel. Alleen al door hun omvang hebben de bergingsmodules een monumentaal karakter en fungeren ze als een landmark in de wijde omgeving.
Situering van de gebouwen van de familie berging
communicatie communicatiecentrum
cAt-walk
industrie gebouw 15, Cilva, IPM, Caisson fabriek
bergingsmodules berging bergingsmodules
landschap
p. 99
AARDETINTEN: bijzonder duurzame uitstraling - opgenomen in het landschap (zand en heidelandschap)
BUUR - DELVA
p. 100
De bergingsmodules De tijdelijke overkapping van de bergingsmodules kan bestaan uit één massief materiaal in aardetinten die refereren naar het landschap. Een geschikt materiaal hiervoor is cortenstaal. De keuze voor cortenstaal wordt ingegeven uit volgende overwegingen: − Cortenstaal corrodeert op een natuurlijke manier waardoor het qua kleurenpallet perfect aansluit bij het landschap (nuances van oranje, oker en aardetinten). Het is dus een materiaal in transitie en kan hierdoor symbool staan voor de inhoud van de bergingsmodules, het nucleair afval, dat eveneens een materiaal in transitie is (afname van de straling). Eventueel kan het thema transitie worden opgenomen in een educatief of kunstzinnig project.
− Door de natuurlijke corrosie wordt een beschermende laag gevormd die het onderhoud van cortenstaal tot een minimum beperkt. Gelet op de verwachte toepassingsduur van de tijdelijke overkapping, kan dit een belangrijke besparing opleveren die een meerkost verrechtvaardigt;
− Dankzij de monumentale omvang van de bergingsinstallatie, worden de esthetische kwaliteiten van cortenstaal maximaal benut: het groter het oppervlak, hoe levendiger de nuances en kleurschakeringen.
Door het cortenstaal toe te passen in een sandwichpaneel of als voorzetelement kan worden voldaan aan alle technische en budgettaire vereisten. De bergingsmodules vormen ook een vertellend gebouw. De buitenkant suggereert wat er binnenin gebeurt. Door met kleine reliëfverschillen in het gevelvlak te werken of te spelen met de afmetingen van de gevelpanelen, kunnen de contouren van de gestapelde caissons gesuggereerd worden die zich in het gebouw bevinden.
VERTELLEND GEBOUW: door te werken met relIefverschillen in het gevelvlak
p. 101
Bebouwing in relatie met het landschap De oppervlakteberging wordt als een nieuwe, herkenbare laag aan het landschap toegevoegd. Door de strakke lijnvoering van infrastructuren en bebouwing, contrasteert het met de natuurlijke omgeving. De twee bergingsmodules worden als robuuste bakens in het landschap geplaatst. De tijdelijke overkapping wordt uitgewerkt als een beschermende schil waarop de tijd haar sporen achter laat (cortenstaal). Het administratief gebouw wordt over de gracht geplaatst en gaat zo op in de strakke lijnvoering van de infrastructuren.
gracht 12.5m
weg 7.0m
Gracht 12,5m Gracht 12,5m
Weg 7m Weg 7m
Profiel oppervlakteberging Schaal 1 : 1000
ad. gebouw 15.0m gracht 12.5m Gracht 12,5m Gracht 12,5m
hek
oppervlakteberging
Hek
Oppervlakteberging 59m Oppervlakteberging 59m
Hek
gegraven water 42.0m
oppervlakteberging
Water 42m Water 42m
Oppervlakteberging 55m Oppervlakteberging 55m
Profiel definitieve afdekking Schaal 1 : 1000
BUUR - DELVA
p. 102
hek
Hek Hek
gracht 12.5m Gracht 12.5m Gracht 12.5m
gracht 12.5m
Gracht 12.5m Gracht 12.5m
weg 7.0m Weg 7m Weg 7m
weg 7.0m
Weg 7m Weg 7m
Grondgebruik De tijdelijke overkapping in cortenstaal wordt na verloop van tijd vervangen door de permanente afdekking. De beide bergingsmodules worden hierdoor getransformeerd tot langerekte heuvels, tumuli, die als stille getuigen achterblijven in het landschap. De weg tussen de twee grachten zal worden afgegraven. Met deze grond kan een deklaag worden gecreëerd voor het op te trekken grondlichaam.
Door dit met lokale grond te doen, kan de aanvoer van “vreemd” materiaal beperkt worden, en worden de juiste condities gecreëerd om de lokale vegetatie op de afgedekte oppervlakteberging voort te zetten.
Lokale grond voor eerste verhoging in het landschap.
Oppervlakteberging op een plateau in het landschap.
Lokale grond inzetten voor definitieve toplaag. (dunnen laag over kleilagen)
De tumuli afgedekt met een toplaag gevromd door lokale grond.
p. 103
Cortenstaal
Ontwerpvoorstel architecten BURO II & ARCHI+I
BUUR - DELVA
p. 104
Het administratief gebouw Ondanks de beperkte omvang heeft het administratief gebouw een belangrijke voorbeeldfunctie. Het zal de diensten van NIRAS huisvesten en wordt al in een vroege fase gerealiseerd. Met dit gebouwtje kan NIRAS dus de toon zetten voor haar ambities voor de volledige oppervlakteberging.
P
Het administratief gebouw werd initieel opgevat als een traditioneel kantoorgebouw. Tijdens de verdere uitwerking van de plannen werden vanuit het BKP tal van aanpassingen voorgesteld. Het gebouw werd gereduceerd tot één langgerekt, balkvormig volume. In de buitenruimtes werd gesnoeid in de veelheid aan lijnen en vlakken ten behoeve van parking, ontsluiting, en toegangen... De buitenruimtes werden bovendien mee in de strakke en sobere lijnvoering van de bebouwing opgenomen.
Bestaand gevelaanzicht
Bestaande plattegrond
Dankzij de strakke lijnvoering steekt het administratief gebouw scherp af tegen het landschap, en maakt het ontegensprekelijk deel uit van de nieuwe contrasterende laag van het bergingsproject. Het administratief gebouw wordt ingeplant in de lijnvoering van de nieuwe grachten die langs de ontsluitingsweg richting kade gerealiseerd worden. Zodoende maakt het administratief gebouw deel uit van de eerste fysieke barrière rond de bergingsmodules. Het materiaal voor de buitengevels verwijst naar de bergingsmodules door het gebruik van cortenstaal.
Nieuwe plattegrond afmetingen 100x10m
p. 105
TRANSPARANT
COMMUNICATIE = het communicatiecentrum + de cAt-walk krijgen één gezicht - materiaalkeuze = staal en een open, transparante schil die inspeelt op het landschap
glas
BUUR - DELVA
p. 106
Familie communicatie
Deze familie omvat de gebouwen die de informatie over de oppervlakteberging ontsluiten voor het brede publiek. Ze moeten dan ook toegankelijk zijn voor iedereen. Zowel het communicatiecentrum als de cAt-walk tot deze familie. Laagdrempeligheid en openheid staan centraal, hetgeen vertaald wordt in een pallet met overwegend lichte en transparante materialen (zoals bijvoorbeeld glas en staal) en een heldere en sobere kleurvoering. Door de transparantie kan ook de relatie tussen gebouw en landschap geoptimaliseerd worden. Deze relatie speelt zowel voor het communicatiecentrum en zijn omgeving (relatie met de evenementenweide en de parking) als voor de cAt-walk en zijn omgeving (integreren van uitzichtpunten op de bergingsmodules) Situering van de gebouwen van de familie communicatie
communicatie communicatiecentrum
cAt-walk
industrie gebouw 15, Cilva, IPM, Caisson fabriek
bergingsmodules berging landschap
bergingsmodules
p. 107
COMMUNICATIE = het informatiecentrum + de informatieroute krijgt één gezicht - materiaalkeuze = staal en glas (transparant)
uitbreiding KMO-zone
evenementenweide
communicatiecentrum
parking
GRAVENSTRAAT
BUUR - DELVA
p. 108
Communicatiecentrum Het communicatiecentrum zal omwille van zijn bezoekersgerichte programma en de link met de lokale gemeenschap, een vooruitgeschoven inplanting krijgen op de hoek van de Gravenstraat en de Kastelsedijk. Op deze plaats is het vanuit alle richtingen goed ontsloten en duidelijk zichtbaar. Tegelijk heeft men vanuit het gebouw naar alle richtingen een weids uitzicht op het omliggende landschap. Om maximaal de troeven van deze bijzondere locatie te kunnen valoriseren, moet het communicatiecentrum een open en transparant gebouw zijn dat volledig rondom een represetatieve buitengevel heeft. Schematisch wordt dit weergegeven door een rond grondplan met transparante buitengevel. Het definitieve ontwerp voor het gebouw zal echter pas na een architectuurwedstrijd geselecteerd worden. Het is dus aan de deelnemers van deze wedstrijd om het programma te vertalen in een “transparant, alzijdig en duurzaam gebouw”.
heideveld
pad Natuur
Pad
buitenprogramma
grote zaal themapark
contact en onthaalcentrum
centrumplein
communicatiecentrum
plein Bezoekerscentrum
Plein
heide
parkeren Natuur
Parkeerstraat
Natuur
Plattegrond en terreinsnede (indicatief) 10m
p. 109
Ontwerprichtlijnen voor het communicatiecentrum Te gast in het landschap De oppervlakteberging zet in op de ontwikkeling van een heide- en vennenlandschap waar het verhogen van de belevingswaarde en de ecologie belangrijke doelstellingen zijn. Alle toevoegingen in dit landschap - en dus ook
Een onderscheidend gebouw Het communicatiecentrum is een onderscheidend gebouw. Dit wil zeggen dat het geen deel uitmaakt van het landschap. Er is een duidelijke grens tussen landschap en gebouw: of het is gebouw of het is landschap, er zijn geen tussenvormen wenselijk.
het communicatiecentrum zelf - worden met respect in het landschap geplaatst. Verstoring van het landschap, hetzij visueel, hetzij functioneel, dient tot een minimum beperkt te worden.
te gast in het landschap
BUUR - DELVA
onderscheidend gebouw
p. 110
Een betreedbaar dak kan een interessante ontwerpkeuze zijn, maar wordt dan uitgevoerd als deel van het gebouw (verhard) of als deel van het landschap (heide of schraalgrasland). Tussenvormen zoals een strak groen gazon of sedumdak zijn dus niet gewenst.
Een open en laagdrempelig gebouw De hoofdtoegang van het communicatiecentrum ligt aan de zijde van de Gravenstraat waar ook de bezoekersparking gelegen is. Maar dankzij de strategische
ligging kan het gebouw vanuit verschillende richtingen benaderd worden: vanaf de parking, vanuit het landschap, vanaf de Kastelsedijk,... Daarom heeft het gebouw niet één entree, maar is het toegankelijk langs meerdere zijden.
Een transparante schil Het landschap moet deel uitmaken van de beleving van het gebouw en vice versa. Om die reden heeft het gebouw een doorzichtige schil, waardoor bezoekers van binnenuit een panoramisch uitzicht hebben op de omgeving,
toegankelijk langs alle zijden
transparante schil
p. 111
én is er vanuit het landschap doorzicht naar binnen. Deze schil kan in de vorm van een transparante wand uitgewerkt worden, maar ook als een overgangsruimte tussen buiten en binnen met een eigen sfeer en verblijfskwaliteit.
Publieke routes doorheen het gebouw Het communicatiecentrum richt zich tot een brede doelgroep: scholen, verenigingen, recreanten, bewoners, werknemers, ... Al deze groepen moeten op een vlotte manier hun weg vinden in het gebouw. Het communciatiecentrum vormt dan ook als het ware een knooppunt van verschillende bezoekersstromen. Deze knooppuntfunctie
kan versterkt worden door het padennetwerk dat het communicatiecentrum verbindt met de omgeving in het gebouw verder te zetten: de paden stoppen niet aan het gebouw, maar het gebouw wordt als het ware over het padennetwerk heen geplaatst. Zo vergroot de toegankelijkheid en het publieke karakter van het gebouw.
Een alzijdig gebouw Het communicatiecentrum is een alzijdig gebouw. Dit betekent dat het geen uitgesproken voor- en achterkant heeft (alle zijden zijn evenwaardig), en dat het
de vorm is vrij
publieke routes doorheen het gebouw
BUUR - DELVA
p. 112
gebouw langs alle kanten een gastvrije en representatieve uitstraling heeft. De vorm van het gebouw is vrij. Het is aan de toekomstige ontwerper om het principe van alzijdigheid te vertalen in een efficiënt en logisch bouwvolume.
Contextueel gebouw Alzijdigheid wil echter niet zeggen dat alle zijden gelijk zijn. Het gebouw is verankerd in een zeer gevarieerde omgeving (landschap, Gravenstraat, bedrijvenzones) en dit vraagt
om een gediversifieerde vormgeving van de buitenschil. Bovendien staat het gebouw in relatie met een divers buitenprogramma (evenementenweide, proefopstellingen, parking,...).
niet alle zijden gelijk: integreren in de omgeving
p. 113
Voorplein als schakel tussen het landschap en het communicatiecentrum Het voorplein is een onderdeel van het gebouw. Hier wordt de link gelegd tussen de binnenruimte en de buitenruimte. Bezoekers komen er samen, vinden er beschutting
voor de weerselementen, stallen er hun fiets, picknicken er, verzamelen zich voor een bezoek aan het communicatiecentrum of de cAt-walk, krijgen er informatie over de geïntegreerde berging, enz. Omdat het voorplein deel uitmaakt van het gebouw dient het zo compact mogelijk te zijn.
Neemt verantwoord het maaiveld in Het communicatiecentrum heeft een beperkte footprint. Het gaat om een compact gebouw dat zich - net zoals de buitenruimtes - niet ongecontroleerd uitdeint in het landschap.
voorplein als onderdeel van gebouw
BUUR - DELVA
geen ruis in het landschap
p. 114
Dit wil niet automatisch zeggen dat het een gestapeld gebouw is. Dit kan, maar is niet noodzakelijk.
Uitbreidbaar gebouw De ruimtes van het communicatiecentrum hebben een meervoudig en flexibel gebruik. Het summum van flexibiliteit is een gebouw dat in de tijd -in functie van de behoefte- kan uitbreiden. Het concept van het gebouw en het buitenprogramma moet met deze
uitbreidbaarheid rekening houden. De uitbreiding kan, gelet op de alzijdigheid van het gebouw in principe in alle richtingen, ook in de hoogte. Daarom wordt ook het aantal bouwlagen vrij gelaten.
Uitbreidbaar gebouw
p. 115
7 0
gebouw 151 bezoekersgallerij IPM
Poel expositieruimte
Cilva
caissonfabriek
uitzichtplatform
plattegrond
7 0
Draadafsluiting
gebouw151
aanzicht
Cilva
caissonfabriek
IPM
7 0
7 0 1
2
3
Schematische opbouw cAt-walk BUUR - DELVA
p. 116
4
5
De cAt-walk De cAt-walk start aan de poel buiten de draadafsluiting, tegenover gebouw 151. Een trappen- en liftkoker brengt de bezoekers naar een hoogte van zeven meter boven het maaiveld en voert hem vervolgens over de draadafsluiting van de bedrijvenzone van BP. Het platform van gebouw 151, waar bezoekers door een raam in loodglas in het gebouw kunnen kijken, bevindt zich eveneens op ongeveer zeven meter hoogte. Deze hoogte laat ook toe dat vrachtverkeer binnen de beveiligde zone vrij onder de cAt-walk kan doorrijden.
De cAt-Walk
Na gebouw 151 passeert de cAt-walk doorheen een geïntegreerde expositie (zie verder) en langs het gebouw Cilva, waar niet op wordt aangetakt. Ter hoogte van de knik richting IPM wordt een uitzichtplatform in de cAt-walk opgenomen vanwaar men een uitzicht heeft op de berging. De cAt-walk eindigt in de bezoekersgallerij van het IPM gebouw, waarna de bezoeker op zijn stappen terugkeert. Alle onderdelen van de cAt-walk, gesloten of open, transparant of in een cocon, hebben eenzelfde vormentaal. Afdalen of stijgen gebeurt dmv liften. Lange hellingbanen zijn niet gewenst.
1
trappenkoker aan gebouw 151
2
loodglasraam aan gebouw 151
3
zone waar de exporuimte in de cAt-walk geïntegreerd is
4
zone waar het uitzichtplatform in de cAt-walk geïntegreerd is
5
trappenkoker IPM
p. 117
cAt-walk = informatieroute - materiaalkeuze = staal en transparant plaatmateriaal
BUUR - DELVA
p. 118
Verschijningsvorm van de cAt-walk De cAt-walk is meer dan een louter utilitaire constructie. Het is een landmark die de verschillende gebouwen van de oppervlakteberging visueel met elkaar verbindt Er wordt voor de cAt-walk gekozen voor een industriële vormentaal, wat zich vertaald in een eerlijke, zichtbare constructie. Vanaf de cAtwalk worden het landschap en de bergingssite door de bezoekers vanop een hoogte waargenomen. De cAt-walk voert de bezoeker op een veilige manier naar de gebouwen (151 en IPM) maar ook langs bijzondere plekken, zoals de geïntegreerde expositieruimte en het uitzichtplatform. De constructie van de cAt-walk kan tijdens het traject 3 verschijningsvormen aannemen. Deze verschijningsvormen hebben een identieke basis, maar verschillen in het gebruik van bijkomend materiaal: - Open constructie – deze vorm heeft een leuning en een dak boven de looproute. Deze vorm wordt over het grootste gedeelte van de cAt-walk toegepast; - Gesloten constructie – binnen de nog te realiseren tweede veiligheidsperimeter rond de gebouwen 151 en IPM gelden zeer strenge veiligheidsregels met betrekking tot de toegankelijkheid voor bezoekers. Binnen deze tweede veiligheidsperimeter krijgt de cAt-walk een bijkomende transparante omhulling. - Dichte constructie – om de mogelijkheid toe te laten om langs de route een expositie te organiseren, wordt een volledig gesloten koker rond de open constructie geplaatst. Binnen deze koker kan een expositieruimte ingericht worden.
p. 119
de cAt-walk overdag - zicht op gebouw 151, CILVA en IPM
BUUR - DELVA
p. 120
p. 121
de cAt-walk op een winteravond - zicht op gebouw 151, CILVA en IPM
BUUR - DELVA
p. 122
p. 123
2
1
3 4
4
4
aanzicht
BUUR - DELVA
2
1
p. 124
1
De cAt-walk / verschillende verschijningsvormen, één geheel Doorsnedes van de verschillende verschijningsvormen van de cAt-walk.
1
cAt-walk - gesloten route omsloten met glas
2
cAt-walk - open route als uitzichtplatform
p. 125
3
cAt-walk - dicht route als expositieruimte
4
cAt-walk - nooduitgang trap om de 80 meter
cAt-walk = informatieroute - materiaalkeuze = staal en transparant plaatmateriaal
BUUR - DELVA
p. 126
De cAt-walk gesloten Aanzicht + profiel cAt-walk omsloten met transparant plaatmateriaal
cAt-walk - gesloten
cAt-walk - gesloten
route omsloten door transparant plaatmateriaal
route omsloten door glas
p. 127
BUUR - DELVA
p. 128
CAt-walk loopt door in IPM In het ontwerp van de IPM is een transparante bezoekersgang aan de buitengevel voorzien die moet toelaten dat de bezoekers de binnenzijde van het gebouw kunnen bezichtigen. Deze bezoekersgang wordt identiek uitgevoerd als de cAt-Walk, waardoor deze visueel doorloopt tot tegen IPM
cAt-walk - gesloten in IPM route loopt door in de IPM
p. 129
BUUR - DELVA
p. 130
Uitzichtplatform Ter hoogte van het uitzichtplatform valt de transparante omhulling aan de zijkanten van de cAt-walk weg. Het uitzichtplatform bied de bezoekers een zicht op de bergingsmodules.
cAt-walk - open
cAt-walk - open
aanzicht - route als uitzichtplatform
route als uitzichtplatform
p. 131
cAt-walk = gesloten expositieruimte
BUUR - DELVA
p. 132
Expositieruimte geïntegreerd in de cAt-walk In de cAt-walk kan er een gelegenheid gecreëerd worden om te exposeren. Hiervoor is een eerder donkere ruimte nodig. Dit kan door de koker over een bepaalde lengte te gaan omhullen met een massief materiaal. Dit materiaal wordt ontleend aan het materiaalgebruik van de rest van de cAt-walk.
cAt-walk - dicht
cAt-walk - dicht
aanzicht - route als exporuimte
route als exporuimte
p. 133
De cAt-walk is toegangelijk via een entreekoker - deze heeft dezelfde vormentaal als de koker zelf
BUUR - DELVA
p. 134
Entree van de cAt-walk Een transparante slanke koker brengt de bezoekers van het maaiveld tot op de hoogte van de cAt-walk (7meter). De koker bevat een lift en trap. De materialisatie distantieert zich niet van de cAt-walk zelf.
cAt-walk - entreekoker Stijgpunt met trappen en lift
p. 135
BUUR - DELVA
p. 136
Noodtrappen Omwille van veiligheidsredenen (evacuatie), wordt om de 80 meter een noodtrap voorzien. De noodtrappen zijn eerder licht en transparant en sober van ontwerp. Ze hebben een minimale breedte van 1,20 meter.
cAt-walk - noodtrap
cAt-walk - noodtrap
aanzicht - cAt-walk + noodtrap
route als expositieruimte
p. 137
BUUR - DELVA
p. 138
De busroute naar de cAt-walk Het merendeel van de bezoekers zal het hoofdpad gebruiken om de afstand tussen het communicatiecentrum en de cAtwalk te overbruggen. Niettemin dient ook de mogelijkheid voorzien te worden dat bezoekers met de bus worden afgezet. De bussen gebruiken de infrastructuur van de uitbreiding van de KMO-zone, die via het bestaande bedrijventerrein op de Kastelsedijk aansluit. Waar de weg het landschap raakt, ter hoogte van de poel, wordt een afstapplaats ingericht. Via een knuppelpad steken bezoekers de poel over om zo de entreetoren van de cAt-walk te bereiken. In dit scenario moet geen nieuwe infrastructuur aangelegd worden in de veiligheidszone of in het open landschap. Bovendien ligt de afstapplaats relatief dicht bij het beginpunt van de cAt-walk én bij het communicatiecentrum.
voorstel route bussen na de uitbreiding van de KMO-zone
Dit scenario zal pas in voege treden na de uitbreiding van de KMO-zone. Momenteel is de timing voor de uitbreiding van de KMOzone niet gekend. In de tussentijd kan de bus gebruik maken van de bestaande wegen van de KMO-zone Stenehei. De bus parkeert op het uiteinde van de weg. Via een wandelroute op de perceelsgrenzen en een knuppelpad kunnen bezoekers de entreetoren van de cAt-walk bereiken. Deze wandelroute dient echter nog verder bestudeerd te worden, aangezien de betrokken percelen geen eigendom van NIRAS zijn.
voorstel route bussen voor de uitbreiding van de KMO-zone p. 139
Ref.: Drentsche Aa - Strootman Landschapsarchitecten BUUR - DELVA
p. 140
9
Beeldkwaliteit objecten
Naast de gebouwen en het landschap wordt de beeldkwaliteit van het plangebied bepaald door objecten. Dit zijn relatief kleine elementen die verspreid in het plangebied voorkomen, maar juist door hun alomtegenwoordigheid een stempel drukken op het het uitzicht van de ruimte. Het is belangrijk dat de objecten zodanig gekozen of ontworpen worden dat ze de beeldkwaliteitsvisie versterken. In dit hoofdstuk worden hiervoor een aantal richtlijnen meegegeven.
p. 141
BUUR - DELVA
p. 142
Families als sturend principe voor de beeldkwaliteit
In het landschapspark worden verschillende objecten geplaatst om de functionaliteit en het comfort voor de bezoekers te garanderen. Deze objecten kunnen we onderverdelen in: − − − − − −
speeltoestellen hekwerken verlichting afvalbakken informatiedragers zitmeubilair
Naar analogie met de families van gebouwen, worden ook de objecten in een bepaalde familie ondergebracht. Op die manier worden gebouwen, buitenruimtes en objecten vanuit eenzelfde visie ontworpen. De drie families voor de objecten zijn communicatie (objecten geplaatst langs het communicatieparcours), industrie (objecten geplaatst langs de industriële gebouwen en infrastructuren) en landschap (objecten die deel uitmaken van het landschapspark uitmaken van landschapspark
communicatie speeltoestellen
informatiedragers
industrie hekwerk
verlichting
afvalbakken
verlichting
afvalbakken
Landschap speeltoestellen
zitmeubilair
Families objecten
p. 143
ook de speelplek kan ‘te gast’ zijn in het landschap. Het landschap loopt onder de speeltoestellen door. Structurele elementen kunnen verwijzen naar onderdelen van het communicatiecentrum.
De speelplek heeft een eigen identiteit die past bij de bijzondere sfeer van de plek (geen traditionele speeltuin) aanleiding tot spel geven, geen dwingende vormgeving BUUR - DELVA
p. 144
Speelplekken
Aansluitend bij het cafetaria van het communicatiecentrum zal een unieke speelplek aangelegd worden. De speelplek heeft een eigen identiteit die past bij de bijzondere sfeer van de omgeving. De speelplek is samengesteld uit elementen die aanzetten tot spel, maar afwijken van de traditionele speeltoestellen met een dwingend éénduidig gebruik. Aangezien de speelplek vlakbij het cafetaria ligt, kan ze worden vormgegeven als een uitloper van het communicatiecentrum, en bijgevolg een onderdeel van de familie communicatie.
Maar de speelplek kan ook opgevat worden als een onderdeel van het landschap dat tot tegen het communicatiecentrum doorloopt. In dit geval gaat het principe van het gebouw, namelijk dat het ‘te gast’ is in het landschap, ook voor de speelplek op. De speelplek moet in dit geval zo ontworpen worden dat ze zowel visueel als functioneel een deel van het landschap vormt. Om een duurzame speelplek te ontwerpen, dient de volledige life cycle in beschouwing genomen te worden, gaande van het productieproces, over het onderhoud tot de uiteindelijke recyclage.
Duurzaamheid nastreven door hergebruik van materialen, een duurzaam productieproces, ... Door natuurlijke materialen te gebruiken en in de vormgeving te refereren naar natuurelementen gaat de speelplek op in het landschap.
p. 145
Hekwerken rond de beveiligde zone
Het plangebied wordt gedeeltelijk opengesteld voor het publiek. Dit is bijzonder. Vanaf een veilige afstand kan de bezoeker de terreinen van de oppervlakteberging aanschouwen. De grens tussen het publieke terrein (waar de bezoeker te gast is) en de streng bewaakte nucleaire zones wordt afgezet met hekwerken. Deze hekwerken dienen uiteraard te voldoen aan alle veiligheidsvoorschriften. Er wordt gekozen voor een zo sober mogelijk hekwerk dat toch een bijzondere uitstraling en herkenbaarheid heeft. Door een standaard hekwerk uit zijn verhouding te trekken (bijvoorbeeld te verhogen – zie foto hieronder)
krijgt men op eenvoudige wijze toch een bijzonder element.
Het hekwerk rond het bestaande industrieterrein waar de IPM, de caissonfabriek en de kade ingeplant zullen worden, krijgt de kleur van het schrijnwerk, deuren en poorten van de nieuwe gebouwen, namelijk RAL 7022.
De poorten in het hekwerk worden verbijzonderd door te werken met een patroon. Een patroon dat bijvoorbeeld gestanst wordt uit een gecoate stalen plaat. Dit patroon kan een bijdrage leveren aan de identiteit van het plangebied en op een subtiele manier vertellen wat er zich achter het hekwerk afspeelt (zie het voorbeeld van een uitgestanst hekwerk hieronder). De hekwerken rond de bergingsmodules ontlenen hun kleur aan de specifieke materialisatie van de tijdelijke overkapping.
Entrees krijgen extra aandacht. Hermitage - Amsterdam - Michael van Gessel
Stadspark - Amsterdam - Michael van Gessel Verbijzondering van standaard hekwerk.
BUUR - DELVA
Hekwerk rond beveiligde zone
p. 146
Verlichting en afvalbakken
Bij de keuze van verlichtingsarmaturen en afvalbakken wordt een onderscheid gemaakt tussen twee families: de objecten die aansluiten bij de industriële gebouwen enerzijds en de objecten die deel uitmaken van het landschap anderzijds. Alle objecten binnen de nucleaire bedrijvenzone behoren tot de familie industrie. Zij krijgen een sobere vormgeving, worden uitgevoerd in staal en hebben RALkleur 7022. De objecten die zich situeren rond het communicatieparcours en de recreatieve route behoren tot de familie landschap: zij krijgen een sobere vormgeving en het basismateriaal is hout.
RAL-kleur 7022: familie industrie
hout: familie landschap
referentie stalen lichtmast en afvalbak (familie industrie)
referentie houten lichtmast en afvalbak (familie landschap)
Waterpark Osdorp - Amsterdam - Michael van Gessel
(Michael van Valkenburgh)
p. 147
(Galíndez Slope and Pau Casals Plaza, Bilbao, Spanje, ACXT)
hogere verlichting tussen de bomen en rondom het gebouw (parking en pleinruimte) (Zollverein, Essen, Duitsland)
lage verlichting in het open heide landschap: langsheen het hoofdpad
BUUR - DELVA
p. 148
Verlichting: duurzaam energiegebruik en impact landschap
lage verlichting lichtmasten tussen bomen verlichting deel van architectuur
Voor de verlichting van het landschap is een doordacht verlichtingsconcept vereist dat een minimaal energieverbruik koppelt aan een zo beperkt mogelijke lichtverstoring voor fauna. Uitgangspunt is dat parking en gebouwen omwille van de sociale veiligheid en functionaliteit voldoende aangelicht moeten worden. Hierbij kan gebruik gemaakt worden van led-armaturen met een dynamisch verlichtingsniveau dat door bewegingssensoren wordt aangestuurd. Dit betekent dat de armaturen slechts met een beperkt vermogen branden en oplichten als
referentie intelligente verlichting in Brasschaat: specifieke golflengte (warm licht) omwille van fauna
p. 149
de sensoren activiteit registreren. Door een aangepaste (warme) lichtkleur te gebruiken, kan de negatieve impact op fauna en flora beperkt worden (zie referentievoorbeeld Brasschaat). De hoofdpaden in het landschap worden enkel uitgerust met een oriëntatieverlichting. Het gaat om zelfopladende armaturen (7mm dik) die in het pad worden ingewerkt en zo bij schemerduister of mist het verloop markeren. De zijpaden worden niet verlicht.
Zitmeubilair
Uit het productiebos gekapt - zitplekken worden objecten in het landschap Drentsche Aa - Strootman Landschapsarchitecten
BUUR - DELVA
p. 150
Zitmeubilair
In het landschapspark worden enkele robuuste elementen neergelegd die dienst doen als zitmeubilair. De elementen worden opgenomen door het landschap (familie landschap). De vormgeving van de elementen is uniek en draagt bij tot de identiteit van de site. Elementen zijn banken maar kunnen ook gestapelde bakens zijn. Deze vormen naast zitgelegenheid ook een uitzichtpunt of een klein amfitheater. Het zijn plekken waar groepen halt kunnen houden voor een uiteenzetting van een natuurgids of docent.
Om duurzaam zitmeubilair te ontwerpen, dient de volledige life cycle in beschouwing genomen te worden, gaande van het productieproces (vb.elementen vervaardigd van de te verwijderen naaldbomen op het terrein, samenwerken met de caissonfabriek, …), over het onderhoud tot de uiteindelijke recyclage. Het vervaardigen van deze objecten kan gebeuren door plaatselijke sociale instanties, onder begeleiding van een ontwerper.
De elementen worden in de buitenruimte geplaatst. Op korte termijn staan ze op het voorplein van het communicatiecentrum , langsheen het communicatieparcours en aan de toegang van de cAt-walk. Op lange termijn wordt ook zitmeubilair geplaatst langs de uitbreiding van het hoofdpad richting Prinsenpark. De elementen zijn moduleerbaar: het zitmeubilair moet uitbreidbaar zijn en toe te passen zijn op plekken met een hoge én een lage gebruiksintensiteit. Ze zijn gegroepeerd te gebruiken op een druk bezochte plek langsheen het hoofdpad, maar ook als een individueel element op rustiger plekken). Het meubilair moet het landschap beleefbaar maken. Het moet de blik van de bezoekers richten op de specifieke kenmerken van het landschap. De inplanting en oriëntatie moet dus ook doordacht gebeuren.
p. 151
BUUR - DELVA
p. 152
Informatiedragers
Zowel in het communicatiecentrum als in de buitenruimte (langsheen de paden) begeleiden informatiedragers de bezoekers doorheen het gebied. Deze informatiedragers kunnen als print op vloer worden gerealiseerd of als (losstaand) object.
Drentsche Aa - Strootman Landschapsarchitecten
De signalisatie behoort tot de familie communicatie. Er is een wisselwerking tussen binnen en buiten. De stijl van de tentoonstelling en signalisatie binnen in het communicatiecentrum wordt in de buitenruimte doorgetrokken: zelfde lettertype, vormgeving, gebruik van iconen… Hiervoor dient een goede samenwerking tussen landschapsarchitect, grafisch vormgever en interieurarchitect,…opgezet te worden. Dezelfde stijl wordt ook (digitaal) doorgetrokken in de huisstijl: website, app’s, ...
Twickel landgoed - Michael van Gessel
In de buitenruimte integreren de informatiedragers zich zo veel mogelijk in het landschap (sobere materialen en kleurgebruik), in het communicatiecentrum sluit de materialisatie van de informatiedragers aan bij de sfeer van het interieur (mogelijk met meer kleur). Indien geopteerd wordt voor losstaande objecten in de buitenruimte, kunnen deze objecten worden gekoppeld aan het zitmeubilair. In dit geval sluiten ze qua vormgeving meer aan bij de familie landschap.
het ontwerp van de signalisatie wordt ontworpen in samenwerking met een grafische ontwerper die ook de informatiedragers binnen het communicatiecentrum zal uitwerken
Bij het ontwerpen van de informatiedragers moet er rekening mee gehouden worden dat de belettering en iconen makkelijk aangepast of verwijderd moeten kunnen worden.
als print op de vloer of losstaande objecten
p. 153
BUUR - DELVA
p. 154
10
Fasering
In de hierop volgende pagina`s zien we de kaart van het jaar 2050 en 2113. In 2113 heeft de volledige afdekking plaatsgevonden. De bergingssite is nu een volledig “passief” systeem. De asfaltpaden aan de zuidrand van de oppervlakteberging zijn weggehaald en vervangen door water. De afgegraven gronden kunnen in de toekomst misschien dienst doen als toplaag van de uiteindelijke berging (verder onderzoek moet hierover uitsluitsel geven). Externe gronden als leeflaag kunnen zodoende uitgesloten worden. Dit komt het ecologisch systeem van de site ten goede.
p. 155
Basiskaart 2050
Basiskaart 2050
BUUR - DELVA
p. 156
Basiskaart 2113
Basiskaart 2113
p. 157
BUUR - DELVA
p. 158
11
Beeld
Inspirerende beelden die laten zien hoe de oppervlakteberging zich voegt in het landschap. Duidelijk herkenbaar als een nieuwe tijdslaag in het cultuurlandschap.
p. 159
2050 Zicht op de bergingsmodules. Modules vormen onderdeel van het landschapspark NIRAS
BUUR - DELVA
p. 160
p. 161
2113 Zicht op de tululis. Heideheuvels als onderdeel van het landschapspark NIRAS.
BUUR - DELVA
p. 162
p. 163
BUUR - DELVA
p. 164