1
Geniet, maar doe het met mate 2e preek over zondag 41 ‘Uit universitair onderzoek en uit peilingen van het CBS blijkt dat tieners gemiddeld voor het eerst tongzoenen als ze 13 jaar zijn, onder de kleren strelen als ze 14 jaar zijn, naakt vrijen als ze 16 jaar zijn en voor het eerst gemeenschap hebben als ze 17 jaar zijn.’ Hebt u het gelezen, vorige week in de ZOZ-bijlage van het ND? Een uitgebreid artikel over seks. Maar dan niet in het huwelijk, maar voor het huwelijk. Wat vond u ervan? Bent u geschrokken? Was u verbaasd? Of dacht u: ‘Ja, het gaat hier om niet-gelovige jongeren… Die van ons doen zoiets niet…’ Dan hebt u het niet helemaal goed gelezen. Op de eerste pagina wordt in de eerste kolom nog gezegd: ‘Christelijke jongeren doen niet onder voor niet-gelovige leeftijdgenoten, ze lopen hooguit een jaar tot anderhalf jaar achter.’ Hooguit… In veel gevallen lopen ze dus minder lang achter. En dat blijkt ook wel uit het vervolg van het artikel. Een zekere Renate zegt: ‘Ik vond het eng. Ik was vijftien, het was de eerste keer en eigenlijk wilde ik het niet met hem. Maar ik kon niet hard genoeg nee zeggen, ergens was ik ook wel nieuwsgierig hoe het zou gaan…’ *** En jullie jongelui: Hebben jullie dat artikel gelezen? En wat vonden jullie ervan? Waren júllie verbaasd? Had je iets van: ‘het kan blijkbaar erger; het valt dus nog wel mee met mij.’ Of kon je je de getallen misschien wel voorstellen? We zijn vorige week begonnen met het 7e gebod. En we hebben gezien dat alles rond liefde en seksualiteit onder dit gebod valt. Ik heb in die preek proberen aan te geven dat je met alle vragen rond dit onderwerp op een goede manier moet omgaan. Niet op de manier van: ‘Waar staat in de Bijbel dat dit of dat niet mag…’ Maar op de manier van: ‘Wat is Gods bedoeling met dit of dat?’ Want God is op onze relaties betrokken. Hij zet man en vrouw naast elkaar, Hij maakt van twee mensen een eenheid… En Hij geeft ook het voorbeeld. Want we zagen dat het huwelijk een afspiegeling is van Gods relatie met ons, mensen, en van Christus’ relatie met zijn gemeente. En ik heb u en jou naar huis gestuurd met de vragen: ‘Wil ik God een rol geven in mijn relatie of zet ik Hem buiten spel?’ ‘Vind ik het belangrijk te weten welke bedoelingen Hij met dit of met dat heeft?’
2 ‘En ben ik dan bereid om op die manier de Bijbel open te slaan?’ ik hoop dat je over die vragen wat hebt nagedacht. En het zou helemaal mooi zijn als er wat gesprekken op gang zijn gekomen. Misschien tussen ouders en hun kinderen. Of tussen een vriend en een vriendin. Maar goed, dan gaan we nu dus verder. En ik heb ervoor gekozen om verder door te gaan op het onderwerp ‘seks voor het huwelijk’. In deze en in de komende preek. Daarna laten we het zevende gebod weer even rusten. Ik ben me ervan bewust dat andere zaken binnen dit gebod dan niet aan de orde zijn gekomen, maar ja, zo werkt het vaak met preken: je moet keuzes maken en sommige zaken op een ander tijdstip of in een ander jaar naar voren laten komen. En waarom dan wel dit onderwerp? Omdat ik denk en hoor dat hier behoefte aan is. Jongeren zitten er mee in hun maag en durven er niet over te praten. Maar voor ouders geldt hetzelfde. En dan is de meest veilige weg om er niet over te praten, en laten we onze jongeren het allemaal zelf maar uitzoeken… Ik ben ervan overtuigd dat dat niet de weg is. Seks voor het huwelijk dus. Het klinkt misschien wat ruw en wat plat, maar zo wordt er wel over gesproken. In zo’n maatschappij leven we. En toch: het is een heel gevoelig onderwerp, en ook een heel kwetsbaar onderwerp. Laten we dus samen proberen om hier op een goede manier mee om te gaan. Niet alleen in deze dienst, maar ook als er na deze dienst misschien over doorgepraat wordt. We zagen vorige week al dat teksten als ‘je mag niet samenwonen’ of ‘geslachtsgemeenschap vóór het huwelijk is verkeerd’ niet in de Bijbel te vinden zijn. Toch staat er genoeg over seksualiteit in de Bijbel. Zelfs zoveel dat ik het niet eens allemaal in deze preek kan behandelen. Ik heb drie gedeelten uitgekozen die ik graag met u en jou wil bekijken. In de eerste plaats Deuteronomium 22:13-29. Laten we dat gedeelte eerst samen lezen. [lezen Deut. 22:13-29] In dit gedeelte worden vijf valkuilen op seksueel gebied geschetst. Vanwege de tijd kan ik niet héél uitvoerig stil staan bij elke valkuil, maar laten we ze eens vlot bij langslopen: In het eerste geval (vers 13-21) beschuldigt een man zijn pasgetrouwde vrouw ervan dat ze niet als maagd het huwelijk in is gegaan.
3 Waarom hij dat doet wordt hier niet verteld, en dat komt omdat het hier om een denkbeeldige situatie gaat. ‘Stel je ‘es voor dat dit of dat gebeurt: wat moet je dan doen?’ Nou, zegt God, dan moeten de ouders van het meisje de bewijzen van de maagdelijkheid van het meisje nemen en die naar de oudsten van de stad brengen; Naar de rechters, kun je ook zeggen. ‘Bewijzen van de maagdelijkheid’…hoe kun je dat nu bewijzen? Dat bewijs is er toch niet? Dat weten toch alleen die twee mensen die samen de huwelijksnacht delen? Nee, in Israël was het de gewoonte dat het laken of nachthemd uit de huwelijksnacht bewaard werd door de ouders. Mét de bloedvlek van de ontmaagding. Rare gewoonte, denk je misschien. Maar dan moet je wel bedenken dat deze regel er was voor bescherming. Bescherming van de jonge vrouwen. Want wilde je man van je af en ging hij rare dingen roepen over je huwelijksnacht, dan kon bewezen worden dat hij niet gelijk had. En dan mocht hij z’n niet z’n huis uitgooien… Ja, lekker…denk je nu misschien weer. Word je eerst door je man smerig behandeld en dan moet je nog bij hem blijven ook… Ja, maar ook dát was ter bescherming. Buiten het huwelijk was je als vrouw alle bescherming kwijt. Dan werd je niet meer verzorgd en zat er een verhaal aan je vast – dan droeg je een stempel - zodat je elk nieuw huwelijk ook wel kon vergeten. Daarom die bescherming. Maar had de man met zijn beschuldigingen wél gelijk, dan werd de jonge vrouw voor het huis van haar ouders gestenigd, zodat ze stierf… Ze kreeg dan de straf die stond op overspel. En dat overspel komen we ook tegen in de volgende valkuilen. In het tweede geval (vers 22) wordt een man betrapt terwijl hij gemeenschap heeft met vrouw die met een ander getrouwd is. Overspel dus. Ook zij krijgen de doodstraf. Het derde en het vierde geval lijken op het eerste gezicht behoorlijk op elkaar. In beide gevallen gaat het om een meisje dat ondertrouwd is (vers 23-27). Verloofd, zou je kunnen zeggen. Maar dan moet je wel bedenken dat ‘ondertrouw’ in Israël een heel officieel iets was. Eigenlijk was je dan voor de wet al met elkaar verbonden, ook al was je huwelijk nog niet officieel voltrokken en woonde je nog niet samen. Nou, dit verloofde meisje heeft gemeenschap met een andere man. En de vraag is dan: gaat het hier om verleiding of verkrachting? Als het om verleiding gaat, worden ze allebei gestraft. Als het om verkrachting gaat, alleen hij. De vraag is alleen: hoe bepaal je dat nu? In vers 23 en 25 kun je lezen dat de plaats waar het gebeurde, bepalend was. Was het in de stad of buiten in de vrije natuur? In het eerste geval (de stad) wordt ervan uitgegaan dat het meisje om hulp heeft kunnen roepen.
4 Is dat niet gebeurd, dan heeft zij blijkbaar ingestemd om met de man te vrijen. In het tweede geval (het veld) wordt ervan uitgegaan dat het meisje wel om hulp geroepen heeft, maar dat niemand haar heeft kunnen horen. Een zaak van verkrachting dus. En oké; hier is wel meer over te zeggen: Een meisje kan in de stad bedreigd zijn met een mes, zodat ze niet kón schreeuwen. En een jongen en een meisje kunnen ook met opzet het veld in duiken om eens lekker met elkaar te vrijen, zodat het daar niet om verkrachting gaat. Maar bedenk dan even dat het hier niet gaat om een waterdichte opsomming. God geeft hier als het ware een aantal waarschuwingsborden. Zorg er als meisje voor dat je in de stad niet alleen bent; ’s avonds bijvoorbeeld. Zoek geen gevaarlijke plekken op, zodat je niet het risico loopt verkracht te worden. Maar tegelijk zijn het ook waarschuwingen voor jongens en mannen. Jongens: ga voorzichtig met meisjes om. Blijf van haar af als je niet aan haar mag komen; dan kun je ook nergens van beschuldigd worden. En dan de laatste valkuil: vers 28 en 29. Waar gaat het hier over? Ook over verkrachting? In sommige Bijbelvertalingen komt dat zo wel naar voren. Maar dat zou vreemd zijn, omdat op verkrachting de doodstraf stond voor de man. Dat bleek uit het vorige geval. Nee, het gaat hier heel simpel over seks voor het huwelijk. Een man ontmoet een meisje dat nog vrijgezel is en heeft gemeenschap met haar. Plotseling worden ze betrapt tijdens hun vrijpartij, en de consequentie is dat de man als straf een extra hoge bruidschat moet betalen, omdat ze het meisje en haar familie onteerd heeft met zijn daad, en dat ze vervolgens met elkaar moeten trouwen. We hebben hier dus vijf valkuilen op seksueel gebied. Vijf waarschuwingsborden waarmee God wil zeggen: ‘Laat dat je niet overkomen’. ‘Kom niet aan iets waar je niet aan mag komen, of waar je nóg niet aan mag komen.’ Het zijn ook gevallen waarin twee zaken heel duidelijk worden: 1) Geslachtsgemeenschap is bedoeld voor twee personen. Daar mag geen derde aan te pas komen. 2) Geslachtsgemeenschap is bedoeld voor in het huwelijk. Vooral het eerste en het vijfde geval maken dat heel sterk duidelijk. Als máágd het huwelijk in en mocht je voor het huwelijk toch geslachtsgemeenschap hebben met iemand; dan moet je daaruit een eerlijke consequentie trekken en met hem of haar gaan trouwen. *** Goed, dat wat betreft het eerste Bijbelgedeelte. Laten we nu eens naar het tweede gedeelte gaan. Ik wil graag met u en jullie lezen: 1 Kor. 6:12-7:9. [lezen 1 Kor. 6:12-7:9]
5 Een predikant sprak eens met een jong stel waarvan hij had gehoord dat ze met elkaar naar bed gingen. In dat gesprek met hen haalde hij een belangrijk vers uit het 1e gedeelte aan: Vers 16 van 1 Korinte 6: ‘Of weet gij niet, dat wie zich aan een hoer hecht, één lichaam met haar is?’… Ai, wat denk je? Het stel was woedend. ‘Wilt u mijn vriendin met een hoer vergelijken? Nou bedankt, daar is de deur…’ De predikant bedoelde het goed, maar echt tactisch was het niet. Het ging hem er natuurlijk om, om aan te geven dat de seksuele gemeenschap je tot een eenheid maakt. Één lichaam, zegt Paulus. En dan volgt dat citaat uit Genesis 2, dat we vorige week bekeken hebben: ‘Die twee zullen tot één vlees zijn.’ Niet alleen lichamelijk, maar in je totale mens-zijn. En in dat verband noemt Paulus nog een ander belangrijk element: Hij zegt: wees zuinig op je lichaam. Ga er op een goede en reine manier mee om. En waarom? Omdat je lichaam een tempel is van de Heilige Geest. En omdat je niet van jezelf bent. Je bent gekocht en betaald. Vrijgekocht en betaald door het bloed van Jezus Christus, Gods Zoon. Het zijn dure en moeilijke woorden. Maar het betekent puur datgene wat we vorige week ook al zagen: God is op je leven betrokken. En als je echt christen bent, dan wil je dat ook. Dan heb je gezien wat God allemaal voor je over heeft gehad. Wat er voor nodig was om je te redden uit de eeuwige ondergang. Als je dat ziet, die immens grote liefde van God, dan ga je zeggen: Ja God; U hebt mij gered; U hebt mij gekocht met de duurste prijs die er was; de dood van Uw Zoon, dus ben ik nu van U. Ik wil niet anders. Ik wil Uw kind zijn. Ik wil doen wat U van mij vraagt. Ik wil U dienen, Ik wil U verheerlijken. Ik wil U liefhebben met alles wat ik ben: hart, ziel, verstand en krachten. Dus ook met mijn lichaam. En als je zoiets kunt zeggen, blijkt dat er iemand in je woont en in je werkt. De Heilige Geest. En dat is iets om heel zuinig op te zijn. *** Als je zo de verzen 12-20 leest, lijkt het dat het hier alleen om hoererij gaat.
6 Toch is dat niet zo. Het gaat veel verder. In vers 18 staat: Vliedt de hoererij. Achter dat woord ‘hoererij’ ligt het Griekse woord ‘porneia’… Ja, daar is het woord ‘porno’ van afgeleid. Maar dat Griekse woord ‘porneia’ betekent heel algemeen: een seksuele zonde. Dus niet alleen het naar de hoeren gaan, maar ook alle andere fouten die je kunt begaan op seksueel vlak. En dan komt het toch wel dichtbij. En het komt nog dichterbij als Paulus je lichaam een tempel van de Geest noemt. Dan spreekt Paulus ook tegen jou en u, als je geen partner hebt. Of als je in je eentje met dingen bezig bent waarvan je weet dat je eigenlijk fout zit. En de verleidingen zijn zo ontzettend groot! Blaadjes met mooie blote vrouwen zijn zo uit de schappen te halen. Een paar klikken op je muis en je kunt van alles en nog wat te zien krijgen. Je doet de TV aan en de mooi gevormde botox lichamen met siliconen-borsten puilen je kamer binnen. Zet een muziekzender aan een de sensuele liedjes en dansjes spatten van het scherm. Blijf ’s avonds nog wat langer voor de buis hangen en je kunt van een erotische film genieten. En dan heb ik het nog niet eens over je mobiele telefoon waar je tegenwoordig ook van alles en nog wat mee kunt uithalen. Het is niet makkelijk om van al deze zaken afstand te nemen. En te blijven nemen. Maar toch laat Paulus je hier afvragen: Van wie ben ik? Ben ik stiekem toch slaaf van alle erotiek om me heen? Of ben ik daarvan losgemaakt en ben ik kind van God de Vader? En zet ik me in om Hem met mijn lichaam te verheerlijken? Het zijn indringende vragen waar we hier tegen aanlopen. *** Maar laten we weer even teruggaan naar ons hoofdonderwerp en het tweede deel erbij pakken, wat we gelezen hebben: 1 Kor. 7:1-9 Het thema van dat deel is de keus tussen trouwen of alleen blijven. Paulus zelf is ongetrouwd. Het kan zijn dat hij vroeg weduwnaar is geworden; Het kan ook dat hij nooit getrouwd is geweest. Hoe dan ook; het is opvallend hoe positief Paulus kan schrijven over een leven zonder huwelijk. Het is goed om te trouwen, zegt hij, maar het is ook goed om niet voor het huwelijk te kiezen. En de reden daarvan noemt hij op een andere plek: Als je niet de zorg hebt voor een partner en voor kinderen kun je je totale leven wijden aan de dienst aan God en aan de verkondiging van het evangelie. Maar, zo sluit hij dit gedeelte af, ‘als je je niet kunt beheersen, ga dan maar trouwen. Want het is beter te trouwen dan van begeerte te branden.’
7 Om deze laatste zin goed te begrijpen, moet je weten dat de woorden ‘van begeerte’ er in de vertaling bijgevoegd zijn om alles wat duidelijker te maken. Oorspronkelijk stond er dus in het Grieks: Trouwen is beter dan branden. Het gaat er niet om dat je gevóelens in brand staan en dat het ondraaglijk is om te wachten… - en dus moet je maar snel gaan trouwen Nee, dat werkwoord ‘branden’ slaat op toegeven aan seksuele begeerte zónder te trouwen. Dan brand je dus jezelf! Je brandt je aan de zonde en dat is gevaarlijk. Dan kom je steeds verder van God af te staan. Kijk, en dan kun je deze uitspraak prima toepassen op ons onderwerp. We hebben al gezien dat God tegen geslachtsgemeenschap vóór het huwelijk is. Dat is voor hem een zonde, een valkuil. Kijk dus uit, dat je je daar niet aan brand, zegt Hij. En ben je toch bang dat je je gaat branden; dat je verwacht dat jij en je vriend/vriendin toch binnenkort toe gaan geven… of misschien hebben jullie al toegegeven; heb je je al gebrand… dan moet je je maar eens gaan afvragen: ‘Hé, is het misschien ten opzichte van God en van elkaar toch niet eerlijker om binnenkort maar eens concrete trouwplannen te gaan maken?’ *** ‘Tjonge jonge’, denk je nu misschien, ‘fijne God heb ik.’ Dit mag niet, dat mag niet. Hoe kun je nu ooit nog plezier aan je verkering beleven… Moet ik me nu echt om alles wat ik doe, schuldig voelen? Nee, dat hoeft niet. Want weet je: God vindt seksualiteit geweldig. Hij heeft het immers zelf bedacht en gemaakt, bij de schepping? Hij vindt het zelfs zo fantastisch dat Hij een speciaal boek over liefde en seksualiteit in de Bijbel heeft opgenomen: Het boek ‘Hooglied’. Dat boekje gaat zomaar over… ‘borsten’! Jaaa, jongelui: borsten…zomaar in de Bijbel. Maar dat wisten jullie vasten al wel. Maar hebben jullie de rest van dat boekje ook al eens gelezen? En ik geef toe; da’s niet altijd makkelijk. Je moet er even een goede Bijbelvertaling voor uitzoeken waarin duidelijk naar voren komt wie steeds aan het woord is: de jongen, het meisje, de omstanders… En je moet je niet teveel storen aan de vergelijkingen die gemaakt worden. Zoals ‘Vriendin van mij, je bent zo mooi! Zo mooi als de merrie voor farao’s wagen.’ Nou lekker, je vriend zal je maar vergelijken met een paard…! Ja, dat komt door de verschillende tijd waar we in leven. Wat toen een paard was, zou je nu kunnen vergelijken met een of andere schitterende sportwagen. Iets als: ‘Je bent zo mooi als een Lamborghini onder de Trabantjes’. Of zoiets; misschien heb je een andere leuke vergelijking…
8 Nou, als je op die manier het boekje Hooglied probeert te lezen, dan zul je ontdekken hoe mooi en puur er over de liefde tussen een jongen en een meisje geschreven wordt. Heel intiem. Heel intens. Je leest van knuffelpartijen, sensuele verstrengeling, vol verlangen en hartstocht. En God zelf wilde deze mooie verhalen in zijn Bijbel hebben. Laten we maar eens een stukje lezen: Hooglied 3:1-5 [lezen Hooglied 3:1-5] Je kunt het je prima voorstellen, wat hier beschreven wordt. De verliefde jonge vrouw ligt op haar bed en denkt aan haar vriend. Ze verlangt zo naar hem, dat ze uit bed springt en in de stad naar hem op zoek gaat. Eindelijk vindt ze haar geliefde en klampt ze zich aan hem vast. Een innige omhelzing. Een intieme kus. Twee verstrengelde lichamen. En ze neemt haar geliefde mee, ‘tot in de kamer van haar die mij gebaard heeft…’ staat er. Heel opmerkelijk dat het zo genoemd wordt. ‘In de kamer van haar die mij gebaard heeft…’ Je kunt geen kind baren zonder eerst geslachtsgemeenschap te hebben gehad. Je voelt dus ergens de spanning stijgen. De sensualiteit en seksuele prikkels groeien, totdat daar die zinnen volgen: ‘Ik bezweer u, dochters van Jeruzalem, bij de gazellen of bij de hinden des velds, wekt de liefde niet op en prikkelt haar niet, vóórdat het haar behaagt.’ Het is een refrein dat vaker in dit boekje naar voren komt. Een oproep aan alle meisjes van Jeruzalem. Al diegenen die de grote stad kennen, met al haar feesten en party’s. Met alle seksuele prikkels die daar bij horen. Wees voorzichtig in de liefde. Zo voorzichtig als je met gazellen of hinden in het veld moet omgaan. Één verkeerde beweging en je hebt het verknald: Dan gaan ze er vandoor en heb je het nakijken… Geniet van de liefde. Geef je er aan over. Maar doe het wel voorzichtig. Wek de liefde niet op en prikkel haar niet, voordat het haar behaagt. Een refrein op het moment dat de lichamelijke aantrekkingskracht het sterkst is: Jongen en meisje bij elkaar op één kamer. Ze hebben de mogelijkheid. Maar dan toch deze grens: Geen geslachtsgemeenschap, want zover is het nog niet. Het is al die bekende zin bij de bierreclames:
9 ‘Geniet, maar drink met mate.’ Spreek samen een duidelijke grens af en probeer elkaar daar ook aan te houden. Begin, als je net verkering hebt, ook heel rustig met het lichamelijk contact. Ontdek samen dat er vóór de geslachtsgemeenschap nog heel veel andere dingen te ontdekken zijn. Echt: er is zoveel meer dan geslachtsgemeenschap. Seksualiteit is zoveel meer dan seks. En nog iets: Verwacht niet alles van geslachtsgemeenschap. Als je daar te vroeg mee begint, zal het je niet geven wat je verwacht. Dan kun je er alleen maar op afknappen. Lees alle verhalen maar in de kranten en in de blaadjes. Nee, bewaar nou datgene waarvan God ook zegt: wacht er mee. Hij zegt dat niet voor niets. Niet om je te plagen; niet om je dwars te zitten in je liefde. Nee, Hij zegt dat omdat Hij van je houdt. En zuinig op je is. Laten we daar volgende week naar kijken. - Wordt vervolgd Amen