General Assembly Samen op zoek naar de succesformule
6 - 7 februari 2014
General Assembly 6 en 7 februari 2014 Assembly 6 en februari 2014 Samen op zoek7 naar de succesformule
General Samen op zoek naar de succesformule
Op 6 en 7 februari 2014 vond de vierde General Assembly plaats. 200 mensen werkzaam in of rond een Centre of expertise of een Centrum voor innovatief vakmanschap namen deel. De General Assembly bestond uit sessies waar delen van kennis en ervaring centraal stonden. Daarnaast was er genoeg ruimte en tijd om elkaar te ontmoeten, te spreken en te inspireren. De plaats waar het allemaal gebeurde was de Watercampus in Leeuwarden waar toonaangevend water (technologisch)-onderzoek wordt gedaan. Gastheren waren het Centrum voor Innovatief Vakmanschap Water (CIV Water) en het Centre of Expertise Water Technology (CEW). De General Assembly is een halfjaarlijkse bijeenkomst van alle Centres of expertise en Centra voor innovatief vakmanschap, in het kader van het kennisprogramma van het Platform Bèta Techniek. Het doel is kennisdeling rondom thema’s die van belang zijn, elkaar ontmoeten en de toegevoegde waarde van publiek-private samenwerking voor het beroepsonderwijs zichtbaar maken.
verslag / General Assembly / februari 2014
02
DAG 1 De bijbel voor alle Centra Opening door Willem Smink “Het gaat goed met Leeuwarden”, zijn de eerste woorden van de dag. Ze worden uitgesproken door Willem Smink, voorzitter van het College van Bestuur van de NHL en lid van de Raad van Toezicht van CEW. In Leeuwarden gebeurt erg veel. Wateronderzoek en -technologie bloeien. En in 2018 is Leeuwarden Culturele hoofdstad van Europa. Er is veel positieve energie, voelt hij. En hij heeft een belangrijke aanbeveling voor alle Centra. “Lees het WRR-rapport Naar een lerende economie. Het is 395 pagina’s dik, maar het leest als een spannende roman. En het staat vol inzichten en kennis die voor ons essentieel zijn. Het gaat om tweerichtingsverkeer tussen onderzoek en bedrijfsleven. Lees het, jullie zullen er geen spijt van krijgen.”
"Generaties leren van elkaar" Annemarie Knottnerus
03
verslag / General Assembly / februari 2014
Waarom werkt het in Friesland? Een gesprek met Liesbeth Vos en Willem Smink Op de bank zitten Willem Smink en Liesbeth Vos (voorzitter CvB Friesland College, bestuurslid CIV Water). Zij krijgen de vraag: waarom werkt het in Friesland. Willem Smink vindt een aantal punten van essentieel belang: • Water is een onderwerp dat een lange historie heeft in de regio. Het is een natuurlijk fit. • Alle partijen in de regio werken systematisch aan de ontwikkeling van waterkennis. • Daardoor is er veel kennis in de regio aanwezig, waar optimaal gebruik van wordt gemaakt. • Zoek de vraag op van het regionale bedrijfsleven. En stel dan de vraag: hoe kun je samen het antwoord zoeken, en hoe werk je daaraan samen. • Ook bij het zoeken naar financiering, is de start altijd: begin samen met de speurtocht. • En: blijf bij waar je goed in bent. Liesbeth Vos vult aan: • Je moet er ook plezier in hebben, je moet de drive en motivatie hebben. • We moeten ophouden met het getut, je moet gewoon aan het werk. • In een gesprek tussen school en bedrijf moet je beginnen met wat je elkaar te bieden hebt. • Bedrijven hebben de nieuwste apparatuur en up-to-date kennis, studenten kunnen en moeten daarvan profiteren. • Bij de provincie Friesland hebben we ondernemende ambtenaren: ambtenemers. Die zeggen: “kom maar met een goed idee en dan gaan we samen op zoek naar de juiste potjes.” Dat is beter dan dat je vanuit een beperkte subsidieregeling denkt. Willem Smink en Liesbeth Vos hebben ook nog een aantal punten waaraan moet worden gewerkt: • Bij een stage moet nu van te voren worden gekeken wat een student gaat leren en doen. Het is voorgeprogrammeerd. De ervaring is dat een student pas in het bedrijf lol en motivatie krijgt. En nieuwe inzichten krijgt. Je moet een stage losser durven insteken. Vraag is: wat vindt de inspectie? • Op hogescholen heeft de scriptie een sterk wetenschappelijk paradigma, terwijl je juist toepassingsgericht bezig bent. Daarover moeten we de discussie aangaan met de NVAO. • Een belangrijk aandachtspunt blijft hoe je het momentum van een Centre behoudt, en na drie jaar genoeg omzet realiseert om te blijven bestaan. Wat is het verdienmodel?
verslag / General Assembly / februari 2014
04
“Zonder
“Zonder water is er niets” waterLezing is er niets” Cees Buisman, directeur Wetsus
Wetsus is het centre of excellence for sustainable Water Technology en houdt zich bezig met trendsettende kennisontwikkeling op het gebied van duurzame waterbehandelinstechnologie. Voor directeur Cees Buijsman kan het belang van watertechnologie niet genoeg worden benadrukt. “Zonder water is er niets. Veel problemen en conflicten in de wereld ontstaan door problemen met het water. Zo gaat het verbruik van water in de komende jaren enorm stijgen, terwijl het beschikbare bruikbare water hetzelfde blijft.” Als het gaat om watertechnologie en onderzoek constateert Buijsman een aantal belangrijke zaken: • 99% van de wetenschappelijke financiering gaat naar zaken die we al weten, en die we willen begrijpen. Maar we hebben breakthroughs nodig om de grote waterproblemen op te lossen. • Je hebt in mijn beleving twee innovatiecycli: die van de ver- beeldingskracht, daar gaat het om doorbraken. En die van de optimalisatie, daar gaat het om incrementele vooruitgang. De uitdaging is deze twee cycli te verbinden. • Daarvoor is multidisciplinariteit nodig!
• Grootste drempel voor inno- vaties is de upscaling. Alleen op grote schaal worden doorbraken interessant. • Zogenaamde demosites zijn essentieel voor doorbraken. Op verschillende plekken in Friesland doen we ter plekke langdurig onderzoek, bijvoor- beeld in een ziekenhuis naar de vervuiling van water door antibiotica en medicijnen. • We hebben een honours- programma Water voor kinderen vanaf 14 jaar, met een strenge selectie. Daarmee zorg je ervoor dat talenten al snel boven water komen. En een goede opleiding krijgen.
05
verslag / General Assembly / februari 2014
“Scholen en bedrijven moeten elkaar kennen en spreken” Sjoerd Galema, voorzitter VNO-NCW Friesland Door pensionering verlaten veel getalenteerde mensen de belangrijke Friese industrieën Zuivel en Agro, constateert Galema. “We hadden al drie jaar geleden moeten beginnen met het zoeken naar talenten. Ook omdat bijvoorbeeld de melkindustrie groeit. We zijn als bedrijfsleven verwend geraakt dat er toch wel goede mensen waren. Maar wie vandaag niet investeert, ligt er over 10 jaar uit. Gelukkig gebeurt er al veel, maar het moet nog meer.”
Welke aanbevelingen heeft Galema? • Bedrijfsleven moet de scholen in, de scholen moeten het be drijfsleven in. Zoek elkaar op. Spreek met elkaar. • Tegen bedrijven zeg ik: “Wat nu op school zit, is jouw toekomst.” Pak daarom je kansen en stimu- leer talenten. • Onderwijs moet meer de deuren open zetten. In onze sectoren zitten zoveel vak- mensen en vakmanschap.
Daarvan kunnen de studenten enorm veel leren. En geïnspireerd raken. • Als een student bij een bedrijf stage gaat lopen, moeten ze in een warm bad terecht komen. • Wacht niet op wat Den Haag doet. Pak als bedrijf je maatschappelijke rol! • Dat is ook de taak van VNO- NCW: bewustwording op deze punten bij zowel scholen als bedrijven.
Micha van Akkeren (Topsector Water), Gerard Adema (CEW), Johannes Boonstra (Wetsus), Peet Ferwerda (CIV Water)
Blauw goud: Topsector Water en de Watercampus maken ambities concreet Het blauwe goud, zoals minister Schultz van Haegen de watersector noemt, heeft enorm veel toekomstperspectief. En staat ook voor een enorme opgave. De hele watersector heeft tot 2020 40.000 nieuwe mensen nodig. Samenwerking over de hele linie is essentieel. Voor de Topsector Water zijn drie sporen in dit kader belangrijk:
• Het versterken van het imago van de watersector. • Een intensievere samenwerking tussen bedrijven en opleidingen. • Het binden en boeien van de huidige medewerkers, onder andere door een leven lang leren.
verslag / General Assembly / februari 2014
06
De Topsector Water is daarom erg blij met de Watercampus.
Op de General Assembly werd een intentieverklaring getekend om samen te werken. Doel hiervan is voldoende mensen op te leiden voor de watersector en een goede aansluiting tussen voortgezet onderwijs, mbo- en hboopleidingen en de arbeidsmarkt. Met deze verklaring worden de gedeelde ambities concreet gemaakt.
Samen op
Sessie 1 Samen op zoek de succesformule zoek naar denaar succesformule
Meer dan 100 mensen van vele verschillende Centra in de zaal. Onder leiding van André Brode, Gerard Adema (directeur CEW) en Peet Ferwerda (directeur CIV Water) gingen zij, aan de hand van vier stellingen, op zoek naar de formule voor een succesvol Center. Welke inzichten en ervaringen vonden zij hierbij essentieel? Stelling 1 Tijdens de realisatie van een Centre blijken de individuele belangen nogal eens te prevaleren boven het algemeen belang. Dat maakt de realisatie van een Centre uitermate moeizaam.
die en help elkaars belangen te realiseren. • Let op de verschillende lagen in een organisatie (bestuur, management, uitvoering). Op elk van deze laag moet het be- lang van de samenwerking helder zijn. Je kunt als bestuur de samenwerking aangaan, maar heb je dan wel de mensen die dat willen en gaan uitvoeren?
• Ga uit van wat de bedrijven vragen van een Centre. Wat hebben zij nodig? • Zorg voor voldoende mensen met bedrijfs-DNA in de Raad van Toezicht, stuurgroep of andere bestuurlijke gremia. • Zorg dat bedrijven ook actief • Bij het ontstaansproces van meebouwen aan de inrich een Centre komen verschillen ting van de organisatie van de bloedgroepen bij elkaar. het centrum. Daarmee worden Samenwerking is moeilijk af direct bedrijfsmatige inzichten te dwingen. Het is een proces en ervaringen aangebracht in van naar elkaar luisteren, elkaar Stelling 2 het fundament van het Centre. leren begrijpen en vertrouwen Het idee van een Centre is het Dat bevordert een bedrijfsmatig in elkaar krijgen. bedrijfsleven in de drivers seat te functionerend Centre. • Iedereen moet baat hebben bij krijgen. Maar: als niet van begin • Een Centre die binnen de de samenwerking, niemand gaat af aan de bloedgroepen worden context van een onderwijsin- vanwege het belang van een gemengd, staat het Centre 3-0 stelling is opgericht verschilt van ander zich inspannen. achter. een Centre of afstand. Om te • Luister naar elkaars redenen om zorgen dat het Centre echt te samenwerken. • Bedrijven hebben geen helder publiek-privaat wordt helpt het • Focus op eigenbelang lijkt de beeld van de wereld van om het Centre buiten de muren snelste weg naar het realiseren het mbo en hbo. Laat, voordat je van een onderwijsinstelling van je eigen doelen. Maar juist gaat samenwerken, zien hoe die op te richten (bijvoorbeeld een gemeenschappelijk werken kan wereld eruit ziet. aparte stichting en/of aparte je eerder tot die doelen • Bedenk dat de onderwijsinstel- huisvesting). brengen. lingen vaak al verder zijn met • Ken elkaars belangen, bespreek het nadenken over een Centre. 07
verslag / General Assembly / februari 2014
Samen op
Sessie 1 vervolg zoek naar
Stelling 3 Als Centre zit je niet echt te wachten op bedrijven die op projectbasis willen samenwerken. • Je kunt differentiëren in partners. Bijvoorbeeld, CEW heeft 8 a 9 structurele partners en daarnaast een aantal kort cyclische partners. • Probeer aansluiting te zoeken bij koepels, zij vertegenwoordigen de visie van een groep bedrijven en kijken ook meer naar de langetermijn. • Zoek naar een permanente bedrijfsvertegenwoordiging in je instelling. • Werken op projectbasis kan een prima opstap zijn naar een meer structurelere vorm van samen werking in de toekomst.
verslag / General Assembly / februari 2014
de succesformule
Stelling 4 Voor succesvolle business development is niet het instrumentele doorslaggevend maar het interpersoonlijke. • Je hebt beiden nodig, een goed verhaal en iemand die het ver- haal goed kan overbrengen. • Probeer in contact te komen met de visionairen binnen een bedrijf. • Laat de contacten met de be drijven doen door iemand die de regio en het bedrijfsleven goed kent, en die bedrijven ook kennen. • Andersom geldt: scholen moeten makkelijk benaderbaar zijn voor bedrijven. • Maak een verkoopplan en ga daarmee actief de markt bewerken. • Verdiep je in de klant (het bedrijf) en blijf in eerste instan- tie weg van het zoeken naar een oplossing. • Gebruik binnen je organisatie de mensen die leads bij bedrijven kunnen realiseren, ook studen- ten en docenten. • Wees kritisch op commerciële ervaring en competenties; con sultative selling is een vak apart. 08
Sessie 2 Mini-cursus Publiek-privaat samenwerken Mini-cursus Publiek-privaat samenwerken Regionaal investeringsfonds mbo Het Regionaal investeringsfonds mbo is een subsidieregeling die duurzame publiek-private samenwerking van beroepsonderwijs en bedrijfsleven stimuleert. Doel: een betere aansluiting van onderwijs op de arbeidsmarkt. In de afgelopen maanden zijn er informatiebijeenkomsten in het hele land geweest. Deze mini-cursus op de General Assembly is een vervolg daarop. Zeven belangrijke inzichten uit de mini-cursus op een rijtje. 1. Schrijf een plan om een publiek-private samenwerking aan te gaan, niet om een subsidie binnen te halen! Het is verleidelijk om een subsidie aan te vragen en de overheid als klant te zien door naar de wensen van de regeling te schrijven. Maar doe een beroep op de regeling om gezamenlijk de arbeidsmarkt in de regio te versterken! Schrijf het plan samen. Vermeld dus wat je doelen zijn. 2. Zet de bril van de ondernemer op: schrijf een business plan! Een duurzame publiek-private samenwerking vraagt om een ondernemers-mentaliteit. Kijk naar de plannen met het oog van een ondernemer: wat zou hij doen? Schrijf geen subsidie-aanvraag, maar een business plan. Waarom als ondernemer? Omdat ondernemers een sterke visie hebben. Ze krijgen mensen in beweging. En ze voegen waarde toe voor hun klanten. 3. Visualiseer de visie Hebben jij en je partners dezelfde visie als het gaat om de samenwerking? Het is goed om de visie en belangen van alle samenwerkingspartners vooraf helder te hebben om vervolgens tot een gezamenlijke visie te komen. Breng
de visie letterlijk in beeld door deze gezamenlijk te schetsen. Neem hiervoor in deze fase van de samenwerking ruim de tijd, dat zorgt voor minder onduidelijkheden tijdens het traject daarna. En: discontinuïteit in personeel kan de gezamenlijke visie frustreren. Evalueer daarom jaarlijks om te zien of de visie nog voor alle partners geldt. 4. Tell the story Je hebt een idee, maar heb je ook een inspirerend verhaal om te vertellen? Kun jij anderen overtuigen met jouw verhaal om mee te doen aan de samenwerking? Zorg voor een goede pitch en test die ook. Laat je verhaal aansluiten bij de wereld van de ander.
6. Start met klantbehoeften, niet met opleidingen Denk en handel vanuit klantbehoeften, niet vanuit je eigen onderwijsaanbod! Zet je aannames over klant/samenwerkingsbehoeften vooraf op papier en ga naar buiten! Toets de aannames met echte partners en klanten voordat je iets ontwikkelt waar geen behoefte aan is!
7. Werk in heel Nederland met elkaar samen om de aansluiting van het mbo te verbeteren! In het kader van het investeringsfonds gaan in heel Nederland mensen en organisaties aan de slag met publiek-private initiatieven. Werk niet alleen in je eigen region samen, maar deel je 5. Maak met het business model ervaringen, kennis en tegenslagen Canvas de samenwerking concreet uit je eigen regio met je landelijke De 9 bouwstenen van het collega’s. Zoek elkaar op en deel! businessmodel helpen je om de Maak samen het verschil! samenwerking concreet en klantgericht te maken. Tip: vul het Kijk op model eerst met je eigen team in, www.investeringsfondsmbo.nl ga daarna op basis van het model voor meer informatie, inzichten en met partners en klanten in gesprek presentaties. om je aannames te toetsen. Belangrijk: sta open voor feedback en geef je business model gezamenlijk vorm!
09
verslag / General Assembly / februari 2014
DAG 2 Lerende Economie en Creatieve Cultuur Arjo Klamer, professor Economie van Kunst en Cultuur, Erasmus Universiteit in Rotterdam De aftrap van dag 2 van de General Assembly was een analyse van het rapport Naar een lerende economie van de WRR. Deze ziet de Centres als kansrijk. Het rapport stelt dat het verdienvermogen van ons land in de toekomst afhankelijk zal zijn van onze ‘responsiviteit’, de kwaliteit van instituties, infrastructuur en human capital om snel en flexibel te kunnen inspelen op veranderende omstandigheden in de internationale economie. Kenniscirculatie is daarbij cruciaal. Daarbij kunnen de Centres een belangrijke rol spelen. De analyse van de WRR werd meteen kritisch aangevuld door Arjo Klamer. Hij vindt dat het rapport de culturele dimensie onderwaardeert en gaat in op het geciteerde voorbeeld van de succesvolle VOC. “Het was niet per se de technologische voorsprong die de VOC commercieel succes gaf, zoals in het rapport staat. Juist de open cultuur van vrije burgers die was ontstaan in de 16e eeuw, zorgde voor snelle benutting van de kansen en mogelijkheden. De meeste waarde wordt gecreëerd in de ‘imaginaire’ economie van branding en nieuwe online businessmodellen. Om hierin mee te doen is een creatieve cultuur van groot belang.” “Ons hedendaags denken wordt vooral geregeerd door ‘markt-logica’ en ‘govenance’. Terwijl in het ontwikkelen van een sterkere creatieve ambachtscultuur de zogenaamde ‘sociale logica’ essentieel is. Deze logica is de wereld van de content, de inhoud, en niet van regeltjes en structuren of business modellen. Dit is de vaak wat informele logica van vakmensen, die elkaar met passie voor de inhoud en kwaliteit van hun vak opzoeken. Of het nu gaat om loodgieters, chirurgen of ontwerpers, het gaat hen om de kwaliteit van hun relaties, kennisvorming en uitwisseling. Dit staat wel eens op gespannen voet met de wereld van ‘managers’ en ‘regenten’.”
"Betrokkenheid bedrijven kan beter" verslag / General Assembly / februari 2014
10
R. Zijlstra
"Zo goed als je laatste idee" Folkert Attema
vervolg
“Ik heb zelf in de Verenigde Staten de campus cultuur meegemaakt. Daar heerste de passie voor de inhoud en dat gaf een hele vrije creatieve stimulerende omgeving. Daar kwamen de mooiste ideeën uit voort. In Duitsland wordt een groots event opgezet als de ‘meister’ titels worden toegekend. Daar wordt het vakmanschap actief gewaardeerd. Uit beide voorbeelden kan Nederland putten om een creatieve cultuur meer te stimuleren. Spannend is ook dat er allerlei nieuwe ambachten ontstaan met de komst van nieuwe technologie. Deze cutting-edge ambachten die ontstaan, geven veel kansen voor Nederland.”
sterke tradities op dat vlak zoals Japan, China, maar ook Italië en Duitsland. Op het niveau van de leerling en docent, het inrichten van organisaties en van de culturele inbedding in de samenleving schets Klamer in zijn publicaties de ideale situatie. Voor de publicaties van Arjo Klamer kunt u kijken op zijn site: www.klamer.nl
Professor Arjo Klamer is sterk pleitbezorger van een maatschappelijke herwaardering van het creatieve vakmanschap. Met een internationaal team van onderzoekers publiceerde hij in 2012 Creatief Vakmanschap in Internationaal perspectief gevolgd door het pleidooi Herwaardering Ambachtscultuur Hoofdzaak. Daarin vergelijkt hij het Nederlandse creatieve vakmanschap en de ‘maak’-cultuur met landen met 11
verslag / General Assembly / februari 2014
DAG 2 workshops workshops Business Development door Bernadette Wijnings, Matthijs Bobeldijk en Länk Vaessen Hoe ga je de markt in met je Centre? Welke waarde ontwikkel je en hoe kun je deze vermarkten? Bernadette Wijnings zette de zaal de bril op van een strategieconsultant. De concrete praktijk van Länk Vaessen, business developer van de CoE Water Technology, leverde de deelnemers nieuwe ideeën en perspectieven op voor verdienmodellen van de Centra. Vaessen kiest met Water Technology vaak een advies-aanpak. In gesprek met de klant gaat hij op zoek naar de vraag achter de vraag. "Zo vroeg een klant naar een specifieke technologie om water te reinigen. Na diepere analyses bleken wij ook een rol te kunnen spelen in het versterken van een business case. Onze waardepropositie werd breder dan aanvankelijk gedacht." Bernadette trekt het voorbeeld breder middels een schema voor marktbenadering. Vervolgens is het zaak activiteiten programmatisch aan te pakken en komt het aan op doen en durven: "vaak zien mensen op tegen 'verkopen', maar het is juist inspirerend en vraagt veel creativiteit". Van kopje koffie tot deal!
verslag / General Assembly / februari 2014
12
Matthijs Bobeldijk, Bernadette Wijnings en Länk Vaessen
"Diversiteit aan samenwerkingsvormen" Arry Varhage
Onderwijsvernieuwing door Peet Ferwerda (CIV Water), Trudy Wiersma (Match2Learn) en Jan Willem Vos ‘Lesgeven is de dood in de pot van onderwijs’ was de prikkelende start van de workshop onderwijsvernieuwing. In kort bestek nam Peet Ferwerda ons mee van de traditionele opvattingen van 'top-down' onderwijs op weg naar het concept van praktijkgestuurd onderwijs waarbij de competenties van de toekomst (TNO - Vakman Nieuwe Stijl) veel meer aan bod komen. Met veelzijdige ervaring ontwikkelde Trudy Wiersma de ‘praktijkroute’ waarbij leerlingen binnen gehele organisaties worden opgenomen. Door een bredere blik om een werkomgeving te bieden ('een foto nemen van wat er allemaal te doen is') en zelfsturing te stimuleren zijn startpunt van het leerproces in de praktijk bij organisaties.
Jan Willem Vos en Trudy Wiersma
Door het samen ontwikkelen van innovatieve werkvormen zoals werken in combiteams en een netwerkgroep en het werken in zogenamde sprint-cycli is zij er in geslaagd om jongeren daadwerkelijk in de praktijk op te leiden.
13
verslag / General Assembly / februari 2014
workshops vervolg Marketing & communicatie door Bas Douma Bewust omgaan met positionering is essentieel voor het succes van een centre. Daarbij zijn nogal wat keuzes te maken. Bas Douma neemt de zaal mee in merkdenken. Welk beeld wil je bij welke doelgroep oproepen? Klopt het beeld dat de buitenwereld heeft ook met hetgeen je over wilt brengen? Voor het geven van de juiste betekenissen en associaties van een organisatie is een goed samenspel van elementen nodig die een merk en een imago bepalen. Het type organisatie maakt daarbij het merk, zo betoogt Douma. De grote uitdaging voor organisaties is om in een sterk veranderende mediaomgeving van sociale media te leren interacties met de omgeving te hebben die consistent blijven met een sterke merkidentiteit. Douma geeft mee: "Organisaties zijn nu permanent in gesprek met klanten en de buitenwereld. Daarmee is positionering niet zozeer 'marketing' maar een doorlopend managementproces geworden binnen de hele organisatie." www.bascommunicatie.com
verslag / General Assembly / februari 2014
14 02
Strategische allianties door Ruben van Wendel de Joode en Cees Alderliesten In een druk bezochte workshop stond het aangaan van samenwerkingsrelaties centraal. Afwisselend werd het theoretische kader door Ruben van Wendel de Joode van Common Eye als de praktijkervaringen door Cees Alderliesten van het CIV Maintenance & Procestechniek Rijnmond uitgewisseld. De keuzes in vormen van samenwerken zijn legio. Het vraagt investeren in de juiste condities om te komen tot een vruchtbare samenwerkingsvorm te komen. Integrale aandacht voor zowel het proces, de belangen, de onderlinge relatie als de professionaliteit van de organisatie is daarbij de sleutel, zo liet Ruben van Wendel de Joode aan de hand van zijn 'oog' zien.
Ruben van Wendel de Joode en Cees Alderliesten
Cees Alderliesten schetste welke dilemma's overwonnen zijn in Rijnmond. De netwerkorganisatie die het CIV daar is geworden brengt drie partijen bijeen plus het bedrijfsleven. De uitdaging die Alderliesten op tafel legt is hoe ook in een dergelijke samenwerkingsvorm de gevraagde output 'KPI's' voldoende meetbaar gepresenteerd kunnen worden: "Een netwerkorganisatie zal zich qua PR bijvoorbeeld niet profileren, dat is inherent aan de keuze die gemaakt is." www.commoneye.nl http://www.managementboek.nl/boek/ 9789013094879/leren-samenwerkentussen-organisaties-edwin-kaats
15
verslag / General Assembly / februari 2014
Quotes Quotes Zo goed als je laatste idee Folkert Attema is als net afgestudeerd bedrijfskundige de jongste deelnemer aan de GA. “De uitspraak ‘Je bent zo goed als je laatste idee’ heb ik opgeschreven omdat het mij aanspoort om iedere dag waarde te genereren voor onze partners. Het zet mij aan om iedere dag mijn beste te laten zien.” Dick van de Ploeg van het CoE Biobased Economy is uit Zeeland naar Leeuwarden gekomen. Hij heeft goede ideeën gehoord: “Kenmerk van een goed idee is vaak dat je denkt ‘waarom heb ik dit niet bedacht’!” Betrokkenheid bedrijven kan beter R. Zijlstra is van het waterbedrijf Vitens en sterk betrokken bij de Water Campus en het CoE Water Technology. “Deze GA lijkt mij toch vooral een onderwijsbijeenkomst en ik mis mijn collega’s uit het bedrijfsleven hier. Het blijkt toch lastig om binnen bedrijven dit thema prioriteit te geven. Het commitment van de top van bedrijfsleven zal omhoog moeten.” Dick van der Ploeg sluit zich hierbij aan: “Het is heel lastig het bedrijfsleven concreter te betrekken bij de Centres. Zij zeggen tekorten aan mensen te verwachten, maar kunnen ons nog vaak niet concreet aangeven waarin precies dan. Het bedrijfsleven moet meer verantwoordelijkheid nemen, samen met het onderwijs.” Generaties leren van elkaar Annemarie Knottnerus, namens het Platform Beta Techniek verantwoordelijk voor de ontwikkeling van de Centres of expertise en Centra voor innovatief vakmanschap, ziet het netwerk in actie: “Hier draait het om, hier gebeurt het. Het mooie is dat de verschillende generaties Centres elkaar steeds meer gaan vinden zodat men steeds effectiever wordt.” Diversiteit aan samenwerkingsvormen Arry Verhage is een van de nieuwe bezoekers van de General Assembly: “Ik heb hier veel inspiratie opgedaan voor ons CiV Agri & Food. Wij kunnen bijvoorbeeld nog veel verder gaan in nieuwe leerconcepten zoals het praktijkgestuurd leren. Daarvan heb ik hier mooie voorbeelden gezien, bijvoorbeeld hoe CiV Water dat aanpakt. Ons CiV-model is bijzonder omdat we acht regionale Centra bedienen vanuit één overkoepelend Centre. Het Centre helpt de dialoog tussen de landbouwsector en het onderwijs. Het is voor ons een grote eye-opener dat hier een diversiteit aan samenwerkingsvormen is ontwikkeld. Daar kunnen wij ons voordeel mee doen.” verslag / General Assembly / februari 2014 16
Wim Bens, adviseur en kwartiermaker van een aantal Centra, had nog meer interactie willen zien tussen de Centra: “Deze mensen hebben elkaar zoveel te leren. Daar moet nog veel meer gebruik van worden gemaakt.” Samenwerkingsverbanden en belangen Cees Alderliesten werkt namens het bedrijvenplatform Deltalinqs van de Rotterdamse Haven met het onderwijs in de regio samen in het CIV Maintenance & Procestechniek: “Wij hebben een netwerkorganisatie met sterke onderwijsmerken als partners, Albeda College, Zadkine en STC. De succesfactor in samenwerkingsverbanden, in welke vorm dan ook, is dat er een helder inzicht is in elkaars belangen.” Zijn collega in de samenwerking Daniël Wortel van STC gelooft daarnaast dat men elkaar op inhoud moet opzoeken: “De passie bij zowel mensen in het bedrijfsleven als in het onderwijs zit in de inhoud.” Zijn collega Harry van der Voorn sluit zich daarbij graag aan: “Pas als je elkaar goed begrijpt, kun je goed samenwerken. Wij gaan dus als programmamanagement het schema van de voorwaarden voor goede samenwerking nog eens doorlopen waarbij de ‘sociale logica’ component belangrijk is.”
Commissie Van der Touw Juni 2013 presenteerde de commissie van der Touw (CEO Siemens Nederland N.V.) haar rapport ‘Publiek-private samenwerking in het beroepsonderwijs'. De commissie geeft de volgende aanbevelingen - pak de twee geconstateerde wettelijke knelpunten aan: ves- tigingsplaatsbeginsel en BTW - (door)ontwikkelen van de leer- cyclus bij de Centra, - creëer een ontwikkelruimte, en - bevorder en faciliteer samen werking bedrijfsleven - onderwijs.
In november 2013 heeft minister Bussemaker (OCW) een Kamerbrief met beleidsreactie gestuurd en neemt een aantal aanbevelingen over. Vraagbaak Publiek-private samenwerking Het kan zijn dat u als Centre/ Centrum tegen belemmeringen aanloopt op het gebied van wet- en regelgeving. Daarbij kunnen wij u helpen. Met het online vraag-formulier kunt u de kwestie bij ons aankaarten. U kunt ook contact opnemen met Pieter Moerman (via e-mail:
[email protected] of op 070 311 9731). BTW Bij alle Centres of expertise en Centra voor innovatief vakmanschap speelt de vraag of men al dan niet BTW moet betalen over de diensten die worden verricht richting bedrijven of hogescholen/ mbo-instellingen. Voor meer informatie over de commissie kunt u contact opnemen met Pieter Moerman (via e-mail:
[email protected] of op 070 311 9731)
17
verslag / General Assembly / februari 2014
Colofon Tekst en opmaak: BureauQ Fotografie: Jaap Spieker pag 1 t/m 9