Gemeenten en dementiezorg Een inventarisatie naar benodigde ondersteuning aan gemeenten
Colofon
Dit rapport is een advies voor het Transitiebureau om te bepalen welke aanvullende activiteiten, kennis en materialen nodig zijn en verspreid moeten worden om gemeenten te ondersteunen bij hun rol in het leveren van doelmatige en kwalitatief verantwoorde ondersteuning voor burgers met dementie. Het rapport is tot stand gekomen op basis van een beperkte deskresearch, documentenanalyse, inventarisatie van goede voorbeelden, een telefonische interviewronde met medewerkers van 13 gemeenten, bespreking van het eerste en tweede concept met de externe begeleidingsgroep en een laatste feedbackronde en wordt aangeboden aan de opdrachtgever, het Transitiebureau, op 8 november 2013. Deelnemers externe begeleidingsgroep: Wouter den Ouden Tjebbe Ypma Jacqueline Hoogendam Pieter Roelfsema Ronald Bellekom Julie Meerveld
Opdrachtgever en voorzitter Directie Maatschappelijke Ondersteuning, Ministerie van VWS Opdrachtgever Directie Maatschappelijke Ondersteuning, Ministerie van VWS Directie Langdurige Zorg, Ministerie van VWS Directie Langdurige Zorg, Ministerie van VWS Beleidsmedewerker Maatschappelijke Ondersteuning Vereniging voor Nederlandse Gemeenten Manager Belangenbehartiging en Zorgvernieuwing Alzheimer Nederland
Vilans Mirella Minkman, Margje Mahler, Else Stapersma, Carolien Koning Postbus 8228, 3503 RE Utrecht Telefoon: (030) 7892312, e-mail:
[email protected] Website: www.vilans.nl
Utrecht, 8 november 2013
Inhoud INLEIDING
3
1. DE OPGAVE
4
1.1 ANDERE TIJDEN, ANDERE VERANTWOORDELIJKHEDEN 1.2 WAT VERANDERT ER STRAKS? 1.3 NIEUWE ROLLEN EN OPGAVEN 1.4 DE DOELGROEP DEMENTIE 1.5 HET BIJZONDERE VAN DEMENTIE 1.6 KERNOPGAVEN VOOR GEMEENTEN BIJ DEMENTIE
4 4 5 5 6 7
2. METHODE EN RESPONDENTEN
9
STAP 1: BESTAANDE KENNIS EN ERVARINGEN ONDERSTEUNING GEMEENTEN STAP 2: INVENTARISATIE VAN GOEDE VOORBEELDEN STAP 3: TELEFONISCHE INTERVIEWS RESPONDENTEN
9 9 11 11
3. RESULTATEN
12
3.1 WAT IS BESCHIKBARE KENNIS VOOR GEMEENTEN GEORDEND NAAR DE ZEVEN KERNOPGAVEN? REFLECTIE OP DE GEVONDEN DOCUMENTEN 3.2 SPECIFIEK BELEID GERICHT OP DEMENTIE 3.3 INVENTARISATIE VAN GOEDE VOORBEELDEN REFLECTIE OP DE INITIATIEVEN ROLLEN VAN GEMEENTEN 3.4 ERVAREN TOEKOMSTBESTENDIGHEID VAN DE INITIATIEVEN
12 12 13 13 14 14 14
4. ONDERSTEUNINGSBEHOEFTE GEMEENTEN
23
4.1 WELKE ONDERSTEUNING KRIJGEN GEMEENTEN NU? 4.2 AAN WELKE ONDERSTEUNING HEBBEN GEMEENTEN BEHOEFTE? 4.2.1 ONDERSTEUNINGSBEHOEFTE BINNEN DE KERNELEMENTEN 4.2.2 ONDERSTEUNINGSBEHOEFTE BUITEN KERNELEMENTEN 4.2.3 VORM VAN ONDERSTEUNING 4.3 REFLECTIE
23 24 24 25 25 26
5. CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN
27
5.1 CONCLUSIES 5.2 AANBEVELINGEN 5.3 WERKAGENDA
27 29 31
© VILANS 08-11-2013 /
Gemeenten en dementiezorg. Een inventarisatie naar benodigde ondersteuning aan gemeenten.
1
BIJLAGE 1 LITERATUURLIJST
33
BIJLAGE 2 RESULTATEN DOCUMENTENANALYSE ONDERSTEUNING GEMEENTEN
35
BIJLAGE 3 GESPREKSLEIDRAAD GEMEENTEN
43
© VILANS 08-11-2013 /
Gemeenten en dementiezorg. Een inventarisatie naar benodigde ondersteuning aan gemeenten.
2
Inleiding In de nieuwe Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo) zijn gemeenten verantwoordelijk voor ondersteuning van burgers, zodat die zelfredzaam kunnen zijn en kunnen participeren. Hiervoor heeft de gemeente verschillende vormen van ondersteuning beschikbaar, zoals begeleiding, respijtzorg, het verstrekken van hulpmiddelen en woningaanpassingen (VWS, 2013). Uitgangspunt bij het nieuwe overheidsbeleid is de focus te richten op wat een burger zelf kan of zelf kan organiseren met en in zijn naaste omgeving. Daarbij wordt gestreefd om met algemeen beleid de diversiteit van burgers te bereiken. Een vraag die gemeenten en het Transitiebureau hebben is in hoeverre het algemene beleid ook past bij specifieke groepen burgers. Gemeenten zullen door de beleidswijzigingen voor specifieke groepen burgers extra aandacht hebben en maatregelen willen treffen. Eén van deze doelgroepen is mensen met dementie. Het Transitiebureau Wmo oriënteert zich op de wijze waarop zij gemeenten kan ondersteunen bij het leveren van doelmatige en kwalitatief verantwoorde ondersteuning aan mensen met dementie en hun naasten/mantelzorgers. Zodat ook mensen met dementie zo lang mogelijk thuis kunnen blijven wonen. Voor deze oriëntatie heeft het Transitiebureau besloten een korte inventarisatie te laten uitvoeren bij een aantal gemeenten. De focus in deze inventarisatie is de situatie per 2015, wanneer gemeenten door verdergaande decentralisaties vanuit de AWBZ naar de Wmo meer verantwoordelijkheden voor burgers, ook met dementie, krijgen. Het is van belang dat gemeenten zich hier goed op voorbereiden en dat al ontwikkelde kennis optimaal benut en verspreid wordt. Het Transitiebureau wil vooral die gemeenten die nog niet of beperkt met het vraagstuk aan de slag zijn een stap verder helpen, en denkt daarbij aan het aanreiken van ervaringen die elders zijn opgedaan en het ontwikkelen en aanreiken van nieuwe die nog ontbreekt. De vraagstelling is als volgt: “Stel een advies op voor het Transitiebureau om te bepalen welke aanvullende activiteiten, kennis en materialen nodig zijn en verspreid moeten worden om gemeenten te ondersteunen bij hun rol in het leveren van doelmatige en kwalitatief verantwoorde ondersteuning voor burgers met dementie. Benut hierbij kennis uit bestaande en afgeronde (landelijke) programma’s gericht op dementiezorg, geef een beeld over voor- en achterlopende gemeentes (goede voorbeelden) hierbij en adviseer over hoe de kennis/ondersteuning het beste aan gemeenten kan worden aangereikt”. Gezien de deskundigheid en het netwerk van Vilans op zowel het thema dementie, ketens en netwerken en projecten met gemeenten is Vilans gevraagd deze opdracht uit te voeren. Tussentijds heeft er regelmatig afstemming en overleg plaatsgevonden met Alzheimer Nederland, VNG, VWS en het Transitiebureau. In dit rapport worden de resultaten van deze inventarisatie beschreven, als basis voor een advies aan het Transitiebureau. Het rapport is als volgt opgebouwd. In het eerste hoofdstuk beschrijven wij de opgave waar gemeenten voor staan gericht op mensen met dementie. In hoofdstuk twee beschrijven we de gevolgde methode en de betrokken respondenten. In het derde hoofdstuk presenteren we de resultaten uit de documentenanalyse en de interviews. In het vierde hoofdstuk beschrijven we de ondersteuningsbehoeften van gemeenten. Ten slotte staan in hoofdstuk vijf de belangrijkste conclusies en aanbevelingen, die afgesloten worden met een voorstel voor een ‘werkagenda’.
© VILANS 08-11-2013 /
Gemeenten en dementiezorg. Een inventarisatie naar benodigde ondersteuning aan gemeenten.
3
1. De opgave 1.1 Andere tijden, andere verantwoordelijkheden In de troonrede op Prinsjesdag werd het nogmaals benadrukt: we verlaten de verzorgingsstaat en gaan naar een participatie samenleving. Een andere gehoorde uitspraak, wanneer we inzoomen op het deel zorg en ondersteuning, is dat we gaan ‘van verzorgingsstaat naar verzorgingsstad’. Dat betekent wat voor burgers, organisaties in zorg- en welzijn, professionals, maar ook voor zorgverzekeraars en gemeenten. Gemeenten bereiden zich adequaat en zorgvuldig voor op de overdracht van taken en de herinrichting van het stelsel en zijn vanaf 1 januari 2015 zowel bestuurlijk als financieel verantwoordelijk voor de uitvoering van de nieuwe Wmo. Zij ontvangen voor de voorbereiding ook een transitiebudget. Deze nieuwe verantwoordelijkheden van gemeenten zijn een belangrijk onderdeel van de hervormingen van de langdurige zorg. De basis voor de nieuwe verantwoordelijkheden en taken ligt in de nieuwe Wmo. Vanaf 2015 geldt dat in de Wmo: - Mogelijk gemaakt wordt dat meer mensen dan nu met ondersteuning en zorg thuis kunnen blijven wonen - Gemeenten verantwoordelijk zijn voor ondersteuning van burgers, zodat die kunnen participeren. Deze ondersteuning is voor verschillende doelen beschikbaar, zoals begeleiding en participatie. - Een recht op het persoonsgebonden budget komt, onder strikte voorwaarden en fraudebestendig - Cliëntondersteuning blijft bestaan, zodat een cliënt zich kan laten bijstaan bij de aanvraag. De AWBZ-middelen hiervoor worden overgeheveld naar gemeenten (onder andere MEE). - Er een vangnet is waarmee gemeenten steun kunnen bieden, ofwel via Wmovoorzieningen ofwel inkomenssteun via de bijzondere bijstand. De huidige landelijke regelingen voor inkomenssteun verdwijnen. - Voor 2014 blijft extramurale dagbesteding beschikbaar, net als de extramurale persoonlijke verzorging. Huishoudelijke hulp blijft in 2014 ook voor nieuwe cliënten beschikbaar. Op 6 november 2013 is bekend geworden dat het grootste deel van de persoonlijke verzorging naar de Zorgverzekeringswet (Zvw) gaat, en slechts een klein gedeelte niet medische zorg in de Wmo 2015 terecht komt. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) heeft een rol in het faciliteren van landelijke afspraken met veldpartijen. Ook ondersteunen zij gemeenten in het transitie- en transformatieproces. Samen met het Rijk heeft de VNG een Transitie Bureau Wmo ingericht dat gemeenten, zorg- en welzijnsaanbieders, zorgverzekeraars en cliëntorganisaties ondersteunt bij het inrichten van het nieuwe stelsel.
1.2 Wat verandert er straks? De hervorming van de langdurige zorg en ondersteuning betekent meer dan het aanpassen van wettelijke kaders. De hervormingsagenda gaat uit van de visie dat duurzame zorg en ondersteuning uit dient te gaan van wat mensen nog wél kunnen, in plaats van wat zij niet kunnen. Eigen kracht, het maximaal benutten van informele zorg en sociale steunsystemen en regie voor de cliënt zijn daarbij belangrijke uitgangspunten (VWS, 2013). Ook is er sprake van een veranderende vraag van ouderen. De nieuwe generatie wil zelf kiezen waar men wil wonen en geeft steeds meer de voorkeur aan het zo lang mogelijk zelfstandig wonen. Deze verschuiving vraagt ook een versterking van de nulde en eerstelijns voorzieningen, en een sterkere samenwerking in de wijk met een verbinding tussen het sociaal en meer medisch
© VILANS 08-11-2013 /
Gemeenten en dementiezorg. Een inventarisatie naar benodigde ondersteuning aan gemeenten.
4
domein. Deze visie kan alleen werkelijkheid worden als naast de transitie (decentralisatie van verantwoordelijkheden en middelen) gelijktijdig ook een transformatie op gang komt. Hiervoor is innovatiekracht van belang. Doordat minder middelen beschikbaar zijn is het noodzakelijk nieuwe arrangementen of ondersteuningsvormen te ontwikkelen, bijvoorbeeld met een grotere inzet van burgers zelf en vrijwilligers. In het land worden op dit moment steeds meer initiatieven opgestart die oplossingen proberen te geven voor deze nieuwe vragen. Dit is een complexe opgave. Daarbij wordt gestreefd om met algemeen beleid de diversiteit van burgers te bereiken, en wordt in algemene zin niet gekozen voor een doelgroepenbeleid. Wel zullen gemeenten door de beleidswijzigingen voor specifieke groepen burgers extra aandacht hebben en maatregelen willen treffen.
1.3 Nieuwe rollen en opgaven De gemeente heeft op diverse beleidsterreinen voornamelijk verschillende rollen. De eerste betreft een financiële en kader stellende rol: welke hoeveelheid geld wordt aan welke taken besteed en wat zijn de regels voor de uitvoering daarvan? De uitvoering van diverse taken doet de gemeente meestal niet zelf: de uitvoering ligt vaak in handen van zorg- en welzijnsaanbieders en overige dienstverlenende bedrijven. De gemeente stuurt hierop via opdrachtverlening en het beschikbaar stellen van middelen. Daarnaast heeft de gemeente een regierol: zoals in het samenwerken met de dementienetwerken en het ontwikkelen van beleid voor gezondheid, Wmo–taken en sport. In nota’s legt de gemeente vast welke ambities zij heeft voor de komende jaren en hoe zij haar doelen wil verwezenlijken. Steeds meer zoekt de gemeente naar een samenhangende aanpak van verschillende doelen, bijvoorbeeld door ervoor te zorgen dat verschillende partijen op het gebied van zorg, welzijn, onderwijs en jeugd gezamenlijk tot optimale resultaten en onderlinge afstemming van activiteiten komen. Soms heeft de gemeente een loket of stichting in eigen beheer en vervult hiermee een aanbiedersrol, zoals bij het Wmo- of bijstandsloket. De hervorming van de langdurige zorg en ondersteuning vraagt om nieuwe verbindingen tussen gemeenten, zorgverzekeraars en zorg- en welzijnsaanbieders. Zij zullen de handen ineen moeten slaan om de transitie en transformatie opgave op een verantwoorde manier te laten slagen. Gemeenten hebben binnen deze transformatie verschillende nieuwe opgaven te vervullen. Dit betreft onder andere: - het bepalen van de inrichting van de ‘toegang’ (wie komt waarvoor wanneer in aanmerking) - regievoering voor de functies begeleiding en ondersteuning - regisseur of participant in de samenwerking met de zorgketens/netwerken Ook krijgen gemeenten meer verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van de geleverde ondersteuning en diensten. Er is veel beleidsvrijheid voor gemeenten hoe dit in te vullen. Dit levert mogelijkheden voor het maken van een lokaal passende aanpak, maar geeft ook spanning of het gaat lukken om deze complexe klus overal op te pakken.
1.4 De doelgroep dementie In Nederland hebben anno 2013 ruim 250.000 mensen dementie, maar dat aantal zal de komende jaren fors toenemen. In elke gemeente van Nederland zal het aantal burgers dat aan dementie lijdt de komende jaren gaan toenemen. Van mensen met dementie bestaat soms onterecht het beeld dat zij lang in intramurale settingen zoals verpleeghuizen wonen, maar dat is geen kloppend beeld. Gemiddeld leven mensen acht jaar met dementie, waarvan zes jaar thuis. Circa 70% van de mensen met dementie woont op dit moment thuis. Daarnaast woont (nu nog) ongeveer 30% intramuraal, in een verzorgingshuis of verpleeghuis. Integrale
© VILANS 08-11-2013 /
Gemeenten en dementiezorg. Een inventarisatie naar benodigde ondersteuning aan gemeenten.
5
zorg is voor mensen met dementie van groot belang. Onderstaande figuur schetst op hoofdlijnen het zorgproces:
Figuur 1. Schematisch ziekteproces dementie. Bron: Achmea Programma Kwaliteit in Zorg.
1.5 Het bijzondere van dementie Dementie heeft een grote impact op het leven van degene die het overkomt, maar ook op de naasten. Dementiezorg is complex omdat de ziekte een grillig verloop kent en de cognitieve functies aantast. Maar er zijn nog meer aspecten die mensen met dementie tot een bijzondere groep maken. We benoemen de belangrijkste: - Het is en wordt een omvangrijke groep. Dementie is een veel voorkomende aandoening die ieder mens kan treffen. Hoewel er verschillen zijn in bevolkingsopbouw waardoor ‘jongere’ gemeenten relatief gezien een minder grote stijging te verduren zullen krijgen, gaat het zowel lokaal als landelijk om een zeer grote groep mensen. - Mensen met dementie verliezen steeds meer regie en overlijden uiteindelijk. Het beeld is progressief en de afhankelijkheid neemt toe. Uiteindelijk komt men in de palliatieve fase en overlijdt men. - Mensen met dementie hebben geen goed inzicht in hun mogelijkheden en beperkingen. Alleen uitgaan of wachten op de vraag van mensen met dementie is geen goede benadering (‘met mij gaat alles goed’). - Omgaan met mensen met dementie is complex en vraagt veel van mensen om de dementerenden heen. Mensen vinden het vaak moeilijk, confronterend en soms ontwijkt men de mens met dementie daarom. Met als gevolg eenzaamheid, van zowel de mens met dementie als zijn naasten. - Mantelzorgers voor mensen met dementie hebben een hoog risico op overbelasting, maar zijn cruciaal om mensen met dementie langer thuis te kunnen laten wonen. Ondersteuning vanuit gemeenten zoals respijtzorg of een bezoek aan een Alzheimer Café kan dan veel voor mensen betekenen. - Mensen met dementie kunnen onveilige situaties veroorzaken. Zowel voor henzelf, als voor de omgeving. Dit kan gaan over vallen, de weg kwijtraken, maar ook brandgevaar en veiligheid voor anderen om en in het huis. In de huidige situatie dragen gemeenten vooral bij aan hulp en ondersteuning in de fase vóór de diagnostiek. Dit doen zij bijvoorbeeld door het steunen van Alzheimer Cafés, ontmoetingscentra, vrijwilligers die op huisbezoek gaan, oppasdiensten of dagopvang. Na de diagnostiek wordt vaak zorg en ondersteuning vanuit de huidige AWBZ geboden.
© VILANS 08-11-2013 /
Gemeenten en dementiezorg. Een inventarisatie naar benodigde ondersteuning aan gemeenten.
6
1.6 Kernopgaven voor gemeenten bij dementie Naast een bewustzijn van de verschillende rollen die een gemeente kan en zal vervullen in de uitvoering van de nieuwe Wmo, is het benoemen van de opgaven die vervuld moeten worden vanuit die rollen van belang. Wat zijn de elementen die de kernopgaven voor thuiswonende mensen met dementie van belang zijn? Het rapport ‘de rol van de gemeente in de dementieketen’ (Vilans, 2010) gaf al aan dat partijen in de keten gezamenlijk dienen te zorgen voor het onderling maken van ketenafspraken (al dan niet gestuurd door een regisseur). Ook in de Zorgstandaard Dementie (Alzheimer Nederland & Vilans, juli 2013) is de organisatie in een keten een voorwaarde voor goede samenhangende zorg en ondersteuning aan mensen met dementie en hun naasten. Op basis van de Zorgstandaard Dementie, eerdere studies en de expertise van Vilans formuleren we de volgende zeven kernelementen die ook in de situatie per 2015 een plaats moeten krijgen. In de geformuleerde kernopgaven is de gemeente aan zet, in samenwerking met lokale zorg- en welzijnspartijen, cliëntvertegenwoordigers en informele zorg. Zichtbaar is dat deze verder gaan dan de huidige betrokkenheid bij de fase voorafgaand aan de diagnose. De zeven kernelementen voor gemeenten zijn: 1. Informatie verstrekken over dementie Gemeenten hebben een verantwoordelijkheid om hun burgers te informeren over welke mogelijkheden en voorzieningen er voor mensen met dementie en hun naasten zijn. Partners die voor het verstrekken van informatie over dementie in brede zin eveneens verantwoordelijk zijn betreffen aanbieders van zorg- en welzijnsdiensten en vrijwilligersorganisaties, variërend van de huisartsenpraktijk tot aan specialistische zorg. Ook Alzheimer Nederland heeft hierin een belangrijke taak zowel op landelijk niveau als vanuit de 52 regionale afdelingen. 2. Signaleren en actief doorverwijzen Om te zorgen dat mensen tijdig de juiste support of zorg krijgen conform de Zorgstandaard dementie, is tijdige verwijzing van belang. Gemeenten kunnen hieraan bijdragen door nadruk te leggen op (het herkennen van) dementie bijvoorbeeld bij inkoop van huishoudelijke hulp, loket medewerkers, faciliteren van vrijwilligers, opdrachtverlening (sociale) teams, maatschappelijke organisaties zoals politie en brandweer. Partners in dezen zijn zorg- en welzijnsmedewerkers in brede zin (waaronder de eerste lijn), de dementienetwerken, ook mantelzorgers, maatschappelijke organisaties, Alzheimer Nederland. 3. Ondersteuning en begeleiding van mensen met dementie Gemeenten worden verantwoordelijk voor de ondersteuning van zelfredzaamheid en participatie mensen met dementie. Extramurale begeleiding (waaronder dagbesteding en kortdurend verblijf) wordt een gemeentelijke taak binnen de Wmo hetgeen een financiers- en/of regierol vraagt. Partners hierin zijn zorg- en welzijnsaanbieders, Alzheimer Nederland, mantelzorg en vrijwilligersorganisaties, zorgverzekeraars. 4. Ondersteunen van mantelzorgers Te treffen maatregelen ter ondersteuning van mantelzorgers door gemeenten, kunnen uitstel tot opname voor mensen met dementie opleveren. Gemeenten hebben hierin een regierol in afstemming met langdurende zorg uitvoerders om afwenteling te voorkomen. Partners zijn zorg- en welzijnsaanbieders, Alzheimer Nederland en mantelzorg- en vrijwilligersorganisaties, ouderenbonden, maatschappelijke organisaties (kerk, verenigingen, buurthuizen etc.). 5. Zorgen voor passende huisvesting en vervoer Gemeenten zijn verplicht een woonvisie op te stellen met de woningbouwcoöperaties. Daarbij hebben zij een regierol omtrent vervoer in afstemming met andere gemeenten. Partners zijn woningbouwcoöperaties, omliggende gemeenten, vervoersbedrijven, openbaar vervoer, zorg- en welzijnsorganisaties, vervoersdiensten.
© VILANS 08-11-2013 /
Gemeenten en dementiezorg. Een inventarisatie naar benodigde ondersteuning aan gemeenten.
7
6.
7.
Services en diensten regelen in en rond huis Op basis van de Wmo kan de gemeente voorzieningen of hulpmiddelen bieden voor het behoud van zelfredzaamheid, huishouden en mobiliteit in en om de woning. De gemeente heeft hierin een ‘loket’ rol en is financier. Partners zijn zorg- en welzijnsdiensten, woningbouwcoöperaties, aanneem- en klusbedrijven. Faciliteren van casemanagement De gemeente kan een rol spelen in (het faciliteren van) casemanagement middels verbinding met (initiatieven op het gebied van) sociale wijkteams, inzet van wijkverpleegkundigen of het regisseren van samenhang in de keten. Partners hierbij zijn de dementienetwerken en zorg- en welzijnsaanbieders, Alzheimer Nederland, zorgverzekeraars.
Om bovenstaande kernopgaven te realiseren, zullen gemeenten gezien hun verantwoordelijkheden en de beperktere financiële middelen op zoek gaan naar nieuwe arrangementen en vormen van ondersteuning. Naast eigen initiatieven kan het waardevol zijn om effectieve voorbeelden van anderen te benutten. Relevant is om na te gaan in hoeverre goede voorbeelden van ‘nieuwe’ ondersteuning al zijn uitgewerkt en geïmplementeerd. Een aanvullende vraag hierbij is in hoeverre en in welke vorm gemeenten support en ondersteuning wensen om de nieuwe arrangementen en oplossingen in de eigen gemeente te realiseren.
© VILANS 08-11-2013 /
Gemeenten en dementiezorg. Een inventarisatie naar benodigde ondersteuning aan gemeenten.
8
2. Methode en respondenten In dit hoofdstuk beschrijven we de uitgevoerde stappen en methoden van deze inventarisatie. De stappen komen overeen met de vier stappen zoals genoemd in het projectvoorstel. Deze zijn als volgt: - Stap 1: Bestaande kennis en ervaringen bijeen brengen - Stap 2: Inventarisatie van goede voorbeelden - Stap 3: Telefonische interviews - Stap 4: Opstellen advies
Stap 1: Bestaande kennis en ervaringen ondersteuning gemeenten In een brainstormsessie is een lijst opgesteld van projecten, programma’s en websites die informatie of materialen kunnen bevatten voor gemeenten rondom dementie. In de volgende bronnen is gezocht: - In voor Zorg! - Nationaal Programma Ouderenzorg - Landelijk Netwerk Dementie - Zorgstandaard Dementie - Alzheimer Nederland - Vereniging Nederlandse Gemeenten - Koning Boudewijn Stichting - Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie - Vilans en MOVISIE (praktijkwerkplaats gemeenten en dementie in het kader van Maak het Samen!). - Expertisenetwerk Mantelzorg - Daarnaast is op specifieke websites gezocht, zoals innovatiekringdementie.nl, anderszorgen.nl, modernedementiezorg.nl en kennispuntdementie.nl. De beperkte omvang van deze opdracht maakte een focus op landelijke programma’s passend, er is niet onder een breed scala van gemeenten gezocht. Er is een aanvullende documentenanalyse uitgevoerd in de bestanden van Vilans en onze Kennispleinen waarbij de trefwoorden gemeente en dementie zijn gebruikt. Via de documentenanalyse en het raadplegen van websites, rapporten en bronnen is er een lijst (zie bijlage 1) opgesteld met een overzicht van de gevonden kennis en materialen als het gaat om aanwezige kennis en ondersteuning voor gemeenten rondom dementie.
Stap 2: Inventarisatie van goede voorbeelden Om in beeld te krijgen waar goede voorbeelden zijn van gemeenten in relatie tot dementiezorg, zijn een aantal stappen doorlopen. De eerste stap richtte zich op het consulteren van experts en een internetsearch. Gestart is met het benaderen van experts van Vilans en In voor Zorg die nauw betrokken zijn (geweest) bij ketennetwerken dementie in bepaalde gemeenten. Op basis van hun betrokkenheid en overzicht bij meerdere initiatieven in het land is een eerste groslijst van mogelijke best practices opgesteld van 13 gemeenten. In gesprek met Alzheimer Nederland is tevens gevraagd naar gemeenten die mogelijk voorloper c.q. goed voorbeeld zouden kunnen zijn. Aanvullend is er nog gezocht op het internet via de VNG-website en invoeringwmo.nl. De VNG heeft een aanvulling gegeven via de mail. Al snel bleek dat wanneer er gezocht wordt op term ‘dementie’ er weinig tot geen goede voorbeelden vanuit het gemeentelijk perspectief naar voren komen op veel websites. Het projectteam heeft daarom de zoekopdracht verruimd naar leeftijdscategorieën boven de 65 jaar en (kwetsbare) ouderen. Dit leverde zinvolle informatie op.
© VILANS 08-11-2013 /
Gemeenten en dementiezorg. Een inventarisatie naar benodigde ondersteuning aan gemeenten.
9
In de tweede stap is er een analyse gedaan van de uitkomsten van de meest recente Landelijke Meting Netwerkindicatoren Dementie 2012 van het Landelijk Netwerk Dementie (LND). De netwerkindicatoren meting dementie bevat alle indicatoren, die in de zorgstandaard dementie vernoemd zijn en eerder in de Leidraad Ketenzorg dementie zijn opgenomen. In 2012 is een landelijke benchmark door Vilans uitgevoerd bij alle ketennetwerken dementie in Nederland. Van 55 van de in totaal 87 ketennetwerken in Nederland zijn gegevens bekend over de kwaliteit van het ketennetwerk, aanwezige samenwerkingspartners en de organisatie van de zorg en ondersteuning bij dementie. In de rapportage over deze meting ‘Ketens Dementie: de stand van zaken’ (Vilans, 2013) is onder andere informatie beschikbaar over de rol en samenwerking met gemeenten op het vlak van dementiezorg. Er zijn twee indicatoren, die relevante informatie bevatten in het kader van dit onderzoek. Het gaat om de indicatoren: -
Het aantal gemeenten waarmee het ketennetwerk een samenwerkingsverband heeft Het aantal gemeenten waarmee het netwerk een actief samenwerkingsverband heeft
Deze indicatoren zeggen in principe nog niets over de aanwezigheid van goede voorbeelden, maar bieden aangrijpingspunten voor het vinden van gemeenten die actief met dementie ketens samenwerken aan de lokale dementiezorg. Vanuit de twee vragen is er een analyse gedaan die de uitkomsten van de twee vragen tegen elkaar afzet. De uitkomst geeft aan met hoeveel procent van de gemeenten waarmee het ketennetwerk een samenwerkingsverband heeft dit zelf ook gelabeld als zijn de een actief samenwerkingsverband is. Met ‘actief samenwerkingsverband’ wordt bedoeld dat gezamenlijk een doel is vastgesteld, dat er afspraken zijn gemaakt over de activiteiten en verantwoordelijkheden van de verschillende ketenpartijen. Een score van 100% betekent dat het netwerk met alle gemeenten die binnen het netwerk of de keten vallen, een actief samenwerkingsverband heeft. In totaal zijn er van 48 ketens gegevens op beide indicatoren bekend. Daarvan scoorden er 27 ketens 100%, 8 ketens scoorde tussen 50%-100%, 6 ketens scoorde tussen 10%-50%, 10 ketens scoorde 0%. Meer dan de helft van de netwerken dementie geeft aan een actief samenwerkingsverband met alle betrokken gemeenten te hebben. Op basis van de uitkomsten uit de indicatorenmeting en de groslijst van de experts is er uiteindelijk een selectie gemaakt van zeven ketens dementie en hun bijbehorende gemeenten. Deze zijn benaderd om mee te doen aan dit onderzoek, met als aanspreekpunt de keten coördinatoren van deze netwerken dementie. De insteek was om via de ketencoördinatoren uit te komen bij de juiste contactpersonen van hun samenwerkende gemeenten. Het betreft de volgende ketennetwerken: Nr.
Naam Ketennetwerk
1 2 3 4 5 6 7
Eindhoven Friesland Baarn/Soest Nijmegen Waardenlanden Oost-Achterhoek Amsterdam-Noord
Tabel 1: geselecteerde ketennetwerken
De coördinatoren van de verschillende ketennetwerken dementie zijn per mail en telefonisch benaderd om een eerste inventarisatie te maken van mogelijke goede voorbeelden. Daarbij is achterhaald wie de contactpersonen bij de betrokken gemeenten zijn. Twee netwerken gaven aan met meerdere gemeenten aan goede voorbeelden te werken, dit geldt voor Friesland (vijf gemeenten) en Waardenlanden (twee gemeenten).
© VILANS 08-11-2013 /
Gemeenten en dementiezorg. Een inventarisatie naar benodigde ondersteuning aan gemeenten.
10
Stap 3: Telefonische interviews Voor de uitvoering van de interviews is een gespreksleidraad gemaakt (bijlage 3). Aan de hand van de gegevens is er contact gelegd met dertien contactpersonen bij twaalf gemeenten en zijn de contactpersonen uitgenodigd voor een telefonisch interview. Bij de gemeente Heerenveen is er met twee contactpersonen een interview afgenomen. Twaalf van de dertien benaderde respondenten waren bereid om mee te werken. Half september heeft de VNG de gemeente Tilburg nog als goed voorbeeld aangedragen. Naar aanleiding hiervan is de contactpersoon bij de gemeente benaderd voor een telefonisch interview.
Respondenten De functies van de respondenten verschillen per gemeente en soms binnen een gemeente. Van de respondenten zijn er zeven beleidsmedewerkers, drie beleidsadviseurs, één projectleider, één programmamanager en is er één wethouder. De functie van de respondenten is terug te vinden in tabel 2. Er is getracht contactpersonen vanuit verschillende gebieden en verschillende grootte van gemeenten te benaderen, om zo in korte tijd een zo volledig mogelijk beeld te verkrijgen. Nr
Ketennetwerk
Gemeente
Functie
1
Eindhoven
Bladel
Wethouder
2
Friesland
Leeuwarden
Programmamanager welzijn nieuwe stijl
3
Friesland
De Friese Meren
4
Friesland
Opsterland
Beleidsmedewerker Maatschappelijke Ontwikkeling Beleidsadviseur wonen, welzijn en zorg
5
Friesland
Heerenveen
6
Friesland
Súdwest-Fryslân
7
Baarn/Soest
Baarn
Projectleider AWBZ Beleidsmedewerker Wmo & Sport Beleidsadviseur gezondheidsbeleid/ouderenbeleid Beleidsmedewerker Wmo, zorgloket
8
Nijmegen
Nijmegen
Beleidsadviseur beleidsontwikkeling
9
Waardenlanden
Dordrecht
Beleidsmedewerker Wmo
10
Waardenlanden
Giessenlanden
11
Oost-Achterhoek
Oost-Gelre
Senior beleidsmedewerker maatschappelijke zaken Beleidsmedewerker integrale zorg
12
Amsterdam-Noord
13
Via VNG
AmsterdamNoord Tilburg
Beleidsmedewerker wonen, welzijn en zorg Beleidsmedewerker sociaal
Tabel 2: Functies van respondenten uit de gemeenten
In de interviews is aan de hand van de gespreksleidraad gesproken over de huidige situatie rondom dementiezorg, de rol van de gemeente bij aanwezige initiatieven, de voorbereidingen op de transitie en de benodigde ondersteuning bij dit proces. De antwoorden werden tijdens het gesprek samengevat en later geanalyseerd op thema’s, overeenkomsten en verschillen. Op basis van de interviews is een lijst gemaakt van gevonden goede voorbeelden zoals door de gemeenten zelf aangedragen.
© VILANS 08-11-2013 /
Gemeenten en dementiezorg. Een inventarisatie naar benodigde ondersteuning aan gemeenten.
11
3. Resultaten Dit hoofdstuk beschrijft de resultaten van de deskresearch en de telefonische interviews. De resultaten worden besproken aan de hand van de zeven kernopgaven zoals deze beschreven staan op pagina zeven. De volgende hoofdvragen bespreken we in dit hoofdstuk: 1. Wat is beschikbare kennis (documentatie, informatie) voor gemeenten geordend naar de zeven kernopgaven voor dementiezorg? 2. Hebben gemeenten specifiek beleid gericht op mensen met dementie? 3. Wat zijn goede voorbeelden of initiatieven binnen gemeenten, geordend volgens de zeven kernopgaven, waarbij de gemeente betrokken is? 4. Wat is de ervaren toekomstbestendigheid van de bestaande initiatieven?
3.1 Wat is beschikbare kennis voor gemeenten geordend naar de zeven kernopgaven? De gevonden documentatie en informatie is weergegeven in een tabel in bijlage 2. In de tabel is van ieder gevonden document opgenomen wie de auteur is, het jaar van publicatie en een korte omschrijving van wat de kern van het document is. Tevens zijn, wanneer beschikbaar, links opgenomen om de documenten te kunnen raadplegen. Het totaal aantal gevonden documenten is 29 en 2 websites. Over het algemeen geven websites van zorgaanbieders, patiëntenorganisaties en netwerken dementie aanknopingspunten voor specifiek beleid rondom dementie. Websites vanuit het Transitiebureau, de VNG en gemeentelijke websites geven veel minder aanknopingspunten voor specifiek beleid rondom dementie. Het vinden van de documentatie die bruikbaar is voor gemeenten vraagt een brede zoekopdracht. Indien bijvoorbeeld alleen werd gezocht op ‘dementie’ verschenen minder of geen treffers dan bij verbreding naar ‘kwetsbare ouderen’. Dit toont het belang van het gebruik van de juiste termen en kennis over wat waar te vinden kan zijn. De beschikbaarheid van documentatie zegt nog niets over vindbaarheid of gebruik van de kennis. Uit de interviews bleek dat gemeentefunctionarissen heel wisselend omgaan met het zoeken en benutten van bestaande informatie. De respondenten geven aan informatie te benutten van zorgaanbieders en netwerken dementie in de regio, maar ook behoefte te hebben aan informatie die ‘onafhankelijk’ is, achtergrondinformatie biedt en handreikingen biedt voor stappen die men kan zetten. Vooral de site van de VNG en in veel mindere mate het Transitiebureau worden genoemd als eerste ingang als men gaat zoeken naar informatie.
Reflectie op de gevonden documenten Wanneer we kijken naar de inhoud van de documenten in relatie tot de kernelementen betreffen de meeste documenten ‘begeleiding en ondersteuning van personen met dementie’ en een meer algemeen karakter (overstijgend aan de elementen) zoals een gids ter inspiratie voor het vormen van een dementievriendelijke gemeente. Overall genomen is het aantal gevonden documenten niet omvangrijk. Voor kernopgaven zoals ‘het ondersteunen van mantelzorgers, zorgen voor passende huisvesting en vervoer en services in en rond het huis’ is geen documentatie voor gemeenten gevonden.
© VILANS 08-11-2013 /
Gemeenten en dementiezorg. Een inventarisatie naar benodigde ondersteuning aan gemeenten.
12
Alzheimer Nederland heeft een aantal goed leesbare documenten ontwikkeld die de behoeften van mensen met dementie verwoorden en op welke wijze gemeenten daar in hun aanbod en aanbesteding rekening mee kunnen houden. Een voorbeeld daarvan is ‘het stappenplan naar een dementievriendelijke gemeente’ en ‘10 keer betere hulp bij dementie door gemeenten’. Over samenwerking tussen gemeenten en zorgkantoren zijn twee documenten gevonden. Een daarvan is de mini-toolkit van de VNG en ZN, welke aanknopingspunten geeft voor een stappenplan naar samenwerking. Een tabel achterin de toolkit geeft een overzicht van behoeften van mensen met dementie en huidige mogelijke financieringsbronnen, die door gemeenten gebruikt kan worden om een overzicht van gesprekspartners op te stellen. De genoemde financieringsbronnen kloppen niet meer geheel in de nieuwe situatie per 2015 (bijvoorbeeld ondersteuning, begeleiding en activerende begeleiding en behandeling staat bij AWBZ, wordt Wmo. Persoonlijke verzorging komt hoogstwaarschijnlijk in de Zvw.) Er zijn geen documenten gevonden die zich richten op de samenwerking tussen gemeenten en zorgverzekeraars. Wel biedt de VNG Academie een Masterclass ‘Aan de slag met zorgverzekeraars’ aan.
3.2 Specifiek beleid gericht op dementie Op de vraag op welke doelgroep(en) gemeenten hun beleid richten geven negen van de dertien gemeenten aan zich specifiek op dementie te richten, zie tabel 3. Redenen die gemeenten geven om het beleid wel specifiek op dementie te richten hangen samen met de persoonlijke betrokkenheid van de wethouder/beleidsadviseur en de publieke aandacht die er in de gemeente is voor dementie. Vier gemeenten richten zich op (kwetsbare) ouderen in het algemeen, waar mensen met dementie onderdeel van uitmaken. Redenen die deze gemeenten geven voor hun keuze is dat zij van mening zijn dat mensen met dementie tot in een laat stadium dezelfde (praktische) ondersteuning nodig hebben als andere kwetsbare ouderen. Beleid gericht op dementie Amsterdam-Noord Baarn Bladel Dordrecht Giessenlanden Heereveen Opsterland Nijmegen Tilburg
Beleid gericht op (kwetsbare) ouderen De Friese Meren Súdwest-Fryslân Oost-Gelre Leeuwarden
Tabel 3: gemeenten met beleid wel of niet specifiek gericht op mensen met dementie
3.3 Inventarisatie van goede voorbeelden Aan de respondenten uit de 13 gemeenten is gevraagd welke initiatieven en goede voorbeelden zij kunnen noemen op het gebied van dementiezorg in hun gemeente. In totaal zijn 20 initiatieven genoemd, waarvan sommige in meerdere gemeenten uitgevoerd worden zoals ontmoetingscentra voor mensen met dementie. Twee van de 13 gemeenten hebben geen initiatieven genoemd. De omschrijving van wat een ‘good practice’ kan zijn is breed gedefinieerd: good practices konden zowel projecten, arrangementen of werkmethoden zijn. De genoemde initiatieven zijn geordend op basis van de kernelementen. In tabel 4 is een beknopte omschrijving van de initiatieven opgenomen. Voor een goed overzicht hebben we
© VILANS 08-11-2013 /
Gemeenten en dementiezorg. Een inventarisatie naar benodigde ondersteuning aan gemeenten.
13
bij de initiatieven die we ordenen per kernopgave, ook de gevonden documenten gevoegd, zodat een overzicht ontstaat per kernopgave.
Reflectie op de initiatieven De respondenten geven aan niet te kunnen beoordelen of de door hen genoemde initiatieven te labellen zijn als good practices. De reden hiervoor is dat initiatieven zich vaak nog in een ontwikkelfase bevinden, resultaten niet altijd (al) aantoonbaar zijn of hun eigen initiatief niet goed kunnen wegen ten opzichte van die van anderen. Het aantal initiatieven is beperkt, dit komt mede door de beperkte omvang van deze studie en de noodzaak tot selectie van gemeenten. Bij elk van de kernelementen zijn initiatieven gevonden, waarbij de meesten zich richten op begeleiding en ondersteuning van mensen met dementie, en in mindere mate het faciliteren van casemanagement. Het verstrekken van informatie over dementie gebeurt in acht van de geïnterviewde gemeenten op verschillende manieren, maar Alzheimer cafés zijn het meest genoemd. Een beperking in deze inventarisatie is de geïnformeerdheid van de respondenten. De indruk bestaat dat respondenten mogelijk niet altijd op de hoogte zijn van alle initiatieven in hun gemeente. Zo werd de aanwezigheid van een Alzheimer café alleen door Amsterdam Noord genoemd, het ontmoetingscentrum door geen enkele gemeente. Vanuit onze aanwezige kennis en deskresearch bleken er diverse initiatieven binnen gemeenten te bestaan die niet in de interviews naar voren kwamen. Voor de volledigheid is in tabel 4 toegevoegd of de gemeenten een Alzheimer Café en/of een Ontmoetingscentrum Dementie hebben.
Rollen van gemeenten Bij ieder initiatief is beschreven in de tabel welke rol de gemeente(n) hierin spelen. Bij diverse initiatieven vervullen gemeenten meerdere rollen, zoals een financiële en kader stellende rol en een opdrachtgeversrol. De genoemde rollen moeten met voorzichtigheid geïnterpreteerd worden. De geïnterviewden vinden het dikwijls lastig de rol van de gemeente te benoemen, omdat dit niet altijd helder is voor de geïnterviewde.
3.4 Ervaren toekomstbestendigheid van de initiatieven Aan de respondenten is de vraag gesteld of de initiatieven ‘toekomstbestendig’ zijn en ook na de transitie in 2015 uitvoerbaar zijn of blijven. De respondenten van de gemeenten vinden deze vraag moeilijk te beantwoorden. De toekomstbestendigheid hangt volgens hen samen met de uitkomsten van de gemeenteraadsverkiezingen in 2014 en de precieze kaders voor de transitie en de nieuwe wetgeving. Deze is voor de respondenten nog onvoldoende duidelijk en zeker. Een actueel voorbeeld hiervan is de persoonlijke verzorging. Op het moment van schrijven wordt de persoonlijke verzorging hoogstwaarschijnlijk vanuit de AWBZ straks onderdeel van de aanspraak thuisverpleging in de Zvw. Ten tijde van de interviews gingen veel gemeenten er van uit dat de persoonlijke verzorging naar de Wmo zou gaan. Hiermee is er voor gemeenten onduidelijkheid over de gedefinieerde kaders en wetgeving per 1 januari 2015, en het met de transitie samenhangende budget. Geen van de respondenten kan met volledige zekerheid zeggen dat het initiatief geborgd is in de toekomst en toekomstbestendig is.
© VILANS 08-11-2013 /
Gemeenten en dementiezorg. Een inventarisatie naar benodigde ondersteuning aan gemeenten.
14
Tabel 4. Beschikbare documentatie en initiatieven dementiezorg voor gemeenten.
Kernelement 1
Informatie verstrekken over dementie
Deskresearch
Website Praten over Gezondheid (ervaringen van patiënten en mantelzorgers)
Initiatieven
Amsterdam Dordrecht Giessenlanden Heerenveen Leeuwarden Nijmegen Tilburg Bladel
Alzheimercafé. Laagdrempelige voorziening voor lotgenotencontact en informatieverstrekking. Maandelijkse bijeenkomst voor mensen met dementie, hun naasten, hulpverleners en belangstellenden. Financiële, facilitaire en/of personele bijdrage is niet overal voldoende geborgd. Gemeente heeft een financierende rol Projectplan Dementievriendelijke gemeente Initiatief om omgeving van mensen met dementie dementievriendelijk te maken, door bijvoorbeeld taboedoorbreking, actieve participatie in de samenleving te bevorderen. Project bevindt zich in de voorbereidingsfase. Het is een uitdaging om project aan te laten sluiten bij de transitie, de intentie is er om initiatieven hier op aan te laten sluiten. Het risico in het project is het mogelijk aflopen van het wethouderschap in maart 2014, als project nog onvoldoende verankerd is. Gemeente heeft de regierol, financierende, kader stellende rol.
© VILANS 08-11-2013 /
Gemeenten en dementiezorg. Een inventarisatie naar benodigde ondersteuning aan gemeenten.
15
Kernelement 2
Signaleren en actief doorverwijzen
Deskresearch
Alzheimer Nederland (2012), Het keukentafelgesprek. Tips voor de Wmo-consulent. Programmaraad Zorgvernieuwing Psychiatrie (2007), Dementieconsulent. Aan welke eisen dient deze functie te voldoen?
Initiatieven
Dordrecht
Project verlengde dementieketen. Project waarbij thuiszorgmedewerkers trainingen krijgen in (vroeg)signalering van mensen met dementie. Dit wordt nu uitgerold naar medewerkers van woningcorporaties, huisartsen, professionals uit de eerste lijn, sociaal werkers. Project draait 3 jaar, de effecten ervan zijn onbekend Gemeente heeft de regierol en is opdrachtverlener.
Opsterland
Tilburg
Dorpssteunpunten waar vrijwilligers rol krijgen in (vroeg)signalering. Dit is een plaats in een dorp vanuit waar gemeenten en andere organisaties ondersteuning bieden aan het dorp. Vrijwilligers worden ingezet om te signaleren en daar waar ondersteuning nodig is. Voor de inhoud hiervan is contact gelegd met het netwerk dementie. Dit werkt in kleine dorpen, er is nog geen alternatieve werkwijze voor grotere dorpen. De gemeente is hierin de opdrachtverlener, heeft een regie en financierende rol. Pilot signaleren en verwijzen Bij ouderen die al bekend zijn bij zorgorganisatie/welzijnsorganisatie worden huisbezoeken afgenomen en een quickscan uitgevoerd om te bepalen of ze kwetsbaar zijn ja of nee. En zo ja, of er voldoende ondersteuning aanwezig is. Gemeente heeft hierin een regierol.
© VILANS 08-11-2013 /
Gemeenten en dementiezorg. Een inventarisatie naar benodigde ondersteuning aan gemeenten.
16
Kernelement 3
Begeleiding en ondersteuning persoon met dementie
Deskresearch
Alzheimer Nederland (2012), Aanbestedingsadvies Droës, R.M. et al. (2005), Gecombineerde ondersteuning in Ontmoetingscentra voor mensen met dementie en hun mantelzorgers vergeleken met reguliere dagbehandeling Programmaraad Zorgvernieuwing Psychiatrie (2012), Behoeften van mensen met dementie en hun mantelzorgers en wie verantwoordelijk kan zijn voor de beantwoording van deze behoeften. Programmaraad Zorgvernieuwing Psychiatrie (2008), Behoeftenkaart Dementie RIVM (2013), Gemeenten en zorgboerderijen Verduin, M. (MOVISIE, 2009), Methodebeschrijving Ontmoetingscentra voor mensen met dementie Vliet, N. van, et al. (Bureau HHM, 2011), Cliëntengroepen extramurale AWBZ-begeleiding Vliet, N. van, et al. (Bureau HHM, 2012), Cliëntengroepen extramurale AWBZ-begeleiding. Deel 2: mogelijkheden voor vernieuwing Zorgbelang Gelderland en LOC (2013), Overheveling dagbesteding naar Wmo
Initiatief
Oost-Gelre
Dagactiviteitencentrum voor ouderen die zelfstandig wonen Het wordt geleid door vrijwilligers en WAO’ers. Hierdoor vooruitlopend op de decentralisatie en budgetkorting. De pilot is in juni 2013 gestart. Het wordt vanuit de Wmo gefinancierd, toekomst is onduidelijk. Gemeente heeft de regierol, kader stellende rol en een financiële rol
Amsterdam-Noord
Rapport Dagbesteding mensen met dementie Adviesrapport aan gemeenten en het zorgkantoor Amsterdam/zorgverzekeraar Achmea over de dagbesteding voor mensen met dementie en hun mantelzorgers. Definitief juli 2013, nog geen vervolg. Gemeente heeft dit aangestuurd via opdrachtverlening.
© VILANS 08-11-2013 /
Gemeenten en dementiezorg. Een inventarisatie naar benodigde ondersteuning aan gemeenten.
17
De Friese Meren
Dagbesteding combinatie doelgroepen. Pilotaanvraag uitgezet voor de ontwikkeling van een dagbesteding voor de combinatie van doelgroepen. Hierin staat de ondersteuningsvraag centraal, niet de doelgroep. Initiatief wat vooruitlopend is op de decentralisatie. Gemeente heeft een opdrachtgeversrol.
Heereveen
Vragenlijst ondersteuning Uitgezet onder 150 cliënten met vraag hoe ondersteuning op andere manier zou kunnen. Cliënten zien zelf mogelijkheden in de brede inzet, zo dicht mogelijk bij huis. Uitkomst van vragenlijst zijn nog niet geoperationaliseerd. Gemeente heeft een opdrachtgeversrol.
Tilburg
Dementieconsulenten Dementieconsulent geeft advies en informatie aan mensen met dementie en hun mantelzorgers. Toekomst is nog onduidelijk in verband met mogelijke overheveling van dementieconsulent naar zorgverzekeringswet. De gemeente is hierin opdrachtgever en heeft een financierende rol.
Tilburg
Geheugensteunpunt en geheugenwinkel Eenmaal per week, vorm van dagbesteding. Borging onduidelijk in verband met financiering. Gemeente heeft een (indirecte) financierende rol.
© VILANS 08-11-2013 /
Gemeenten en dementiezorg. Een inventarisatie naar benodigde ondersteuning aan gemeenten.
18
Kernelement 4
Ondersteunen van mantelzorgers
Deskresearch
Dompseler, van N., et al. (Expertisecentrum Mantelzorg, 2010), Beter bereiken mantelzorgers. Dichtbij en samenhangend. Scherpenzeel, R. (Expertisecentrum Mantelzorg, 2013), Duurzame Respijtzorg. Transities geven impuls. Website Expertisecentrum Mantelzorg, Rollen gemeenten respijtzorg Zwaanswijk, M., et al. (NIVEL, Alzheimer Nederland, 2009), Advies en informatie direct vanaf beginfase belangrijk voor mantelzorgers van mensen met dementie Zwaanswijk, M., et al. (NIVEL, Alzheimer Nederland, 2009), Motieven en belasting van mantelzorgers van mensen met dementie
Initiatief
Amsterdam Nijmegen Dordrecht
Ontmoetingscentra Dementie (OMC) Vorm van dagbesteding waar mensen met dementie en hun mantelzorgers ondersteuning wordt geboden. Dit is kosteneffectief gebleken. Doelgroep specifieke aanpak staat onder druk bij gemeenten. Gemeente heeft een financierende rol
Nijmegen
Coördinatiepunt mantelzorgondersteuning 1 loket dat ondersteuning biedt aan mantelzorgers in verschillende situaties. Niet specifiek gericht op dementie. Gemeente financiert het, welzijnsorganisatie voert het uit. Borging door financiering onduidelijk. Gemeente is hierin opdrachtgever en heeft een financierende rol.
Tilburg
Mantelzorgconsulenten Informeren en adviseren met betrekking tot mantelzorg. Deze worden vanuit de welzijnsorganisatie ingezet. Borging onduidelijk. Gemeente is hierin opdrachtgever en heeft een financierende rol.
© VILANS 08-11-2013 /
Gemeenten en dementiezorg. Een inventarisatie naar benodigde ondersteuning aan gemeenten.
19
Kernelement 5
Zorgen voor passende huisvesting en vervoer
Deskresearch
-
Initiatieven
Nijmegen
Projectplan wonen Kwetsbare ouderen worden meegenomen in programma Wonen, richt zich op huisvesting en fysieke woonomgeving. Inzicht verkrijgen in aantallen met zorgvraag. Communicatie met woningcorporaties wordt verbeterd om urgentie aan te geven. Omgevingsaanpassingen (verlichting, looproutes) voor specifieke doelgroepen. Gemeente heeft hierin een regierol, financierende en kader stellende rol
Kernelement 6
Services en diensten regelen in en rond huis
Deskresearch
-
Initiatief
Nijmegen
Zorg- en WelzijnsInfoPortaal (ZWIP) ICT-tool die multidisciplinaire samenwerking tussen professionals faciliteert. Het brengt de betrokken professionals van de cliënt samen. Initiatief gestart vanuit zorg- en welzijnsnetwerk. Gestart sinds 1,5 jaar. Nog niet over gehele stad uitgerold en is nog in ontwikkeling. Nog niet geborgd, ontvangt subsidie van Nationaal Programma Ouderenzorg. Toekomst onzeker. Gemeente heeft hierin geen rol, maar is betrokken als toehoorder.
Oost-Gelre
Projectplan ICT Inventarisatie domotica voor mensen met dementie en mantelzorgers, zodat ze langer thuis kunnen blijven wonen. Geen resultaten bekend, kosten-baten zijn onzeker. Gemeente heeft hierin een opdracht verlenende rol en de regierol.
© VILANS 08-11-2013 /
Gemeenten en dementiezorg. Een inventarisatie naar benodigde ondersteuning aan gemeenten.
20
Kernelement 7
Faciliteren van casemanagement
Deskresearch
Bouwman, S., et al. (Frieslab, 2011) Casemanagement, van idee naar model. Mahler, M et al. (Vilans, 2013). Casemanagement. Op weg naar passende zorg en ondersteuning dichtbij. Peeters, J.M., et al (NIVEL, 2012), Landelijke evaluatie van casemanagement dementie.
Initiatief
Giessenlanden
Pilot sociaal wijkteam In de gemeente lopen twee pilots sociale wijkteams. Dementie is een speerpunt van de gemeente, op aandragen van netwerk dementie. Het is nu nog onbekend welke plaats dementie gaat krijgen in de sociale wijkteams. Wanneer resultaten van de pilots bekend zijn, wordt dit geïnventariseerd.
Leeuwarden
Pilot sociaal wijkteam Gestart in 2008 en bevindt zich in uitvoeringsfase. Visie op dementie: eerst generalist, pas in later stadium is specialist nodig. De ondersteuning van specifieke problematiek wordt geleverd vanuit het netwerk dementie. Gemeente zoekt naar nieuwe vormen van inkoop en kwaliteitsborging.
Nijmegen
Gemeente heeft een opdracht verlenende rol. Zorgtrajectbegeleiders Dementie Functie wordt door mensen met verschillende achtergronden uitgevoerd: ouderenadviseurs (welzijn), psychiatrische thuiszorg ouderen (GGZ), wijkverpleegkundigen en praktijkondersteuners huisarts. Gemeente financiert ouderenadviseurs. Borging is onduidelijk. Uitzoeken of er overlap met sociaal wijkteam is of dat het mogelijk is dit te combineren. Gemeente heeft hierin een opdracht verlenende en financierende rol.
© VILANS 08-11-2013 /
Gemeenten en dementiezorg. Een inventarisatie naar benodigde ondersteuning aan gemeenten.
21
Overstijgend aan kernelementen Deskresearch
Alzheimer Nederland, 10x betere hulp bij dementie door gemeenten Alzheimer Nederland, stappenplan naar een dementievriendelijke gemeente Alzheimer Nederland, DAZ (2011), Quickscan dementie Alzheimer Nederland, Vilans (2013), Zorgstandaard dementie NZA (2013), Factsheet Ketenzorg dementie. Rynck, R., et al. (Koning Boudewijnstichting, Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten, 2011), Een inspirerende gids. Dementievriendelijke gemeenten. Raeymaekers, R., et al. (Koning Boudewijnstichting, 2009), Naar een dementievriendelijke samenleving: aanbevelingen en mogelijke acties VNG, Zorgverzekeraars Nederland (2012), Samenwerken aan dementiezorg. Mini-toolkit voor gemeenten en zorgkantoren. VNG, Zorgverzekeraars Nederland (2011), Leidraad Samenwerken aan zorg en ondersteuning. Leidraad voor gemeenten en zorgkantoren.
© VILANS 08-11-2013 /
Gemeenten en dementiezorg. Een inventarisatie naar benodigde ondersteuning aan gemeenten.
22
4. Ondersteuningsbehoefte Gemeenten Om inzicht te krijgen in de ondersteuningsbehoefte van gemeenten is in de interviews aan alle respondenten gevraagd welke ondersteuningsbehoefte zij nu hebben om vanaf 2015 hun verantwoordelijkheid goed te kunnen nemen voor burgers met dementie. We starten met een kort overzicht van de huidige ondersteuning van gemeenten om vervolgens de behoeften voor de (nabije) toekomst te beschrijven.
4.1 Welke ondersteuning krijgen gemeenten nu? Alle geïnterviewde gemeenten werken samen met lokale partijen, zoals zorgaanbieders, welzijnsorganisaties en woningcorporaties. Bij twee gemeenten is deze samenwerking net opgestart. Daarbij hebben bijna alle geïnterviewde gemeenten een bestaande samenwerking met het ketennetwerk dementie in de regio. Belangrijkste doel van deze samenwerking is het uitwisselen van kennis en ervaring. Twee gemeenten hebben geen actieve contacten met de netwerken dementie. Alle respondenten geven aan zich door de samenwerkingspartners te laten ondersteunen, inspireren en informeren. Daarnaast geven respondenten aan dat zij als gemeenten onderling uitwisselen over informatie, kennis en kunde met betrekking tot de decentralisatie en transformatie. Er worden netwerken met meerdere gemeenten gevormd of bijeenkomsten met verschillende gemeenten georganiseerd. Deze uitwisseling en netwerkvorming is generiek van aard en gaat in de meeste gevallen beperkt over de zorg en ondersteuning voor mensen met dementie en hun naasten/mantelzorgers. Vanuit de gesprekken met de projectleiders van de ketennetwerken dementie blijkt dat zij gemeenten ook zelf benaderen met het voorstel om actief samen op te trekken om de transitie vorm te geven en kennis en expertise vanuit de netwerken ter beschikking te stellen voor gemeenten. Zo hebben twee van de geïnterviewde ketennetwerken een notitie geschreven om hun gemeenten te informeren over ondersteuning voor mensen met dementie. Het argument om gemeenten zelf te benaderen is de zorg dat gemeenten in het kader van de transitie nog onvoldoende geëquipeerd zijn om hun verantwoordelijkheid ten aan zien van de zorg en ondersteuning voor mensen met dementie en hun naasten/mantelzorgers goed te kunnen nemen. Gemeenten laten zich op dit moment ook informeren door het doen van werkbezoeken bij zorg- en welzijnsaanbieders. Daarnaast zet een aantal gemeenten vragenlijsten uit onder cliënten van de dagbesteding. Met deze informatie vormen zij een beeld over de ondersteuningsbehoeften van mensen met dementie en hun naasten/mantelzorgers. Eén van de gemeenten heeft een adviesbureau ingeschakeld waarvan ze ondersteuning ontvangt. Het adviesbureau ondersteunt de gemeente door bijvoorbeeld het ontwikkelen van instrumenten van signalering en verwijzing. Verder is het adviesbureau de procesbegeleider om te komen tot een inkoopmodel vanaf 2014. Er is gekozen voor een adviesbureau, omdat deze een onafhankelijke positie inneemt in dit proces en ook, naar de mening van de gemeente, meer en sneller draagvlak kan creëren bij de verschillende partijen. Ook heeft deze gemeente zich laten ondersteunen door een onderzoeksinstituut die een nulmeting heeft uitgevoerd voor de gemeente. Aanvullend geven veel gemeenten aan ondersteuning te hebben van de factsheets, de filmpjes met betrekking tot de transitie en de handreikingen die op de website van de VNG staan en die als zinvol te ervaren bij de ontwikkeling van een visie of beleid. De handreiking ‘sociale wijkteams in ontwikkeling’ wordt vaak genoemd. Dit is generieke informatie, niet specifiek gericht op dementie. Het is opvallend dat geen van de gemeenten specifiek één van de documenten heeft genoemd die in de deskresearch gevonden zijn. Met deze constatering kunnen wij echter niet stellen dat deze documenten niet door de gemeenten gebruikt zijn.
© VILANS 08-11-2013 /
Gemeenten en dementiezorg. Een inventarisatie naar benodigde ondersteuning aan gemeenten.
23
Gemeente Bladel werkt samen met Alzheimer Nederland in de ontwikkeling tot een dementievriendelijke gemeente en gebruikt hiervoor de ondersteuning die daar voor beschikbaar is. Deze ondersteuning komt wel terug in de deskresearch.
4.2 Aan welke ondersteuning hebben gemeenten behoefte? Veel respondenten gaven aan het lastig te vinden om deze vraag te beantwoorden. De redenen die hiervoor worden genoemd zijn dat de respondenten het Transitiebureau niet altijd goed kennen waarmee zij zich onvoldoende beeld kunnen vormen wat het Transitiebureau voor de gemeente en hen kan betekenen. Een andere reden is de fase waar gemeenten zich in bevinden. Gemeenten weten in grote lijnen wat hun verantwoordelijkheid wordt, maar weten niet binnen welke kaders ze zich kunnen bewegen. ‘De vraag wordt te vroeg gesteld’ is een regelmatig gemaakte opmerking. Ondanks dat gemeenten niet goed weten binnen welke kaders ze zich kunnen bewegen of wat het Transitiebureau kan betekenen, hebben gemeenten geprobeerd te formuleren welke ondersteuningsbehoefte ze hebben. Het merendeel van de gemeenten geeft aan een ondersteuningsbehoefte te hebben en een aantal van hen reageert verheugd dat we hen deze vraag stellen. Er zijn drie gemeenten die zeggen geen behoefte te hebben aan ondersteuning van het Transitiebureau. De motivatie hiervoor is dat de kennis en kunde bij de gemeente zelf aanwezig is of bij de partijen met wie ze samenwerken, zoals het ketennetwerk dementie, zorgaanbieders, zorgverzekeraars of VWS. Verder zien wij dat, naarmate men het idee heeft al gestructureerd bezig te zijn met het onderwerp, dit een reden is voor het niet formuleren van een behoefte aan ondersteuning. Daarbij is één gemeente wel op zoek naar nieuwe, innovatieve manieren maar wil deze zelf werkenderwijs ontwikkelen.
4.2.1 Ondersteuningsbehoefte binnen de kernelementen Op basis van de zeven kernelementen die een plaats moeten krijgen binnen de nieuwe Wmo is de ondersteuningsbehoefte van gemeenten gestructureerd. 1. informatie verstrekken over dementie 2. signaleren en actief doorverwijzen 3. ondersteuning en begeleiding van mensen met dementie 4. ondersteunen van mantelzorgers 5. zorgen voor passende huisvesting en vervoer 6. services en diensten regelen in en rond huis 7. faciliteren van casemanagement Binnen de kernelementen hebben gemeenten alleen op het element ‘ondersteuning en begeleiding van mensen met dementie’ een behoefte of vraag aan ondersteuning van het Transitiebureau. Er worden geen behoeften of vragen genoemd die passen onder de overige kernelementen. Ondersteuningsvraag bij kernelement 3: Ondersteuning en begeleiding van mensen met dementie De meeste gemeenten hebben een ondersteuningsvraag met betrekking tot dit element. De inhoudelijke vormgeving van de ondersteuning van mensen met dementie wordt door veel gemeenten genoemd. Hierbij is de vraag naar middelen/methoden/producten die bewezen effectief zijn. Aanvullend daarop is er behoefte aan vormen van ondersteuning voor mensen met dementie die ook breder (voor andere doelgroepen) ingezet kan worden. Daarbij zijn er zorgen bij enkele respondenten over hoe er vorm gegeven moet worden aan de ondersteuning en begeleiding van mensen met dementie met ZZP4, die in de toekomst ook onder de verantwoordelijkheid van de gemeenten gaan vallen.
© VILANS 08-11-2013 /
Gemeenten en dementiezorg. Een inventarisatie naar benodigde ondersteuning aan gemeenten.
24
Dit is een kwetsbare groep die specifieke ondersteuning nodig heeft en waarbij het onduidelijk is onder welke voorwaarden en met welke ondersteuning burgers met deze zorgvraag nog verantwoord thuis kunnen blijven wonen.
4.2.2 Ondersteuningsbehoefte buiten kernelementen Andere ondersteuningsvragen van gemeenten zijn overstijgend aan de kernelementen en meer gericht op beleids- en visieontwikkeling. Veel gemeenten geven aan te willen weten welke aspecten voor mensen met dementie goed geregeld moeten zijn. ‘Wat moet je extra doen voor mensen met dementie?’. Het gaat hierbij dus om alle kernelementen. Gemeenten geven aan dat bij deze ondersteuningsvraag behoefte is aan objectieve informatie. Daar op aansluitend geven gemeenten aan ondersteuning nodig te hebben bij de inkoop van dementiezorg. Wat moet er exact voor mensen met dementie aan begeleiding en support ingekocht worden? Dit hangt ook samen met de vraag van gemeenten welke ondersteuning en zorg voor mensen met dementie geregeld moet zijn. Eén gemeente heeft behoefte aan achtergrondinformatie over zorgverzekeraars; hoe werkt een zorgverzekeraar, welk beleid, welke wet- en regelgeving hebben zij zich aan te houden. Andere gemeenten hebben een bredere ondersteuningsvraag als het gaat om samenwerking met verschillende partijen. Gemeenten moeten partijen samenbrengen die concurrerend van elkaar zijn en elk hun eigen belangen hebben. Er is behoefte aan handvatten voor het coördineren en succesvol samenbrengen van deze partijen en het sturen op kwaliteit. Het ontvangen van feiten en cijfers omtrent dementie wordt vaak door gemeenten genoemd. Meerdere respondenten merken op dat de toekomstbeelden die worden afgegeven tegenstrijdig zijn en dat dat het lastig maakt om te bepalen of het beleid zich specifiek moet richten op dementie. Er is behoefte aan objectieve informatie.
4.2.3 Vorm van ondersteuning Ook de vraag in welke vorm de ondersteuning geboden moet worden vinden gemeenten lastig om te beantwoorden. Voorwaarden die genoemd worden is dat de ondersteuning niet teveel tijd in beslag moet nemen, objectief moet zijn, een meerwaarde moet hebben voor gemeenten en aansluit bij de fase waarin de gemeenten zich bevinden ten aanzien van de transitie. Alle gemeenten geven aan behoefte te hebben aan goede voorbeelden die betrekking hebben op de zeven kernelementen die een plaats moeten krijgen binnen de Wmo. Dit in tegenstelling tot gewenste ondersteuning van het Transitiebureau op de kernelementen, waar gemeenten slechts op één element een behoefte aangaven. De goede voorbeelden moeten dan niet alleen informatief zijn, maar ook zodanig beschreven en bewerkt dat het handvaten geeft voor de eigen situatie. Naast goede voorbeelden, geven respondenten aan de ondersteuning in de vorm van handreikingen en informatiesheets te willen ontvangen. Korte brainstorm- werksessies en informatie-uitwisseling met andere gemeenten is een vorm die door een aantal gemeenten genoemd worden, maar waarbij wel opgemerkt wordt dat het niet teveel tijd in beslag moet nemen. Informatie-uitwisseling tussen gemeenten is al een vorm die door enkele gemeenten zelf ondernomen wordt. Een aantal gemeenten geeft aan dat filmpjes met betrekking tot de transitie goed kunnen werken om ondersteuning te bieden omdat beeld meer aanspreekt dan tekst.
© VILANS 08-11-2013 /
Gemeenten en dementiezorg. Een inventarisatie naar benodigde ondersteuning aan gemeenten.
25
4.3
Reflectie
Gemeenten geven aan behoefte te hebben aan ondersteuning gericht op het kernelement ondersteuning en begeleiding van mensen met dementie en aspecten overstijgend aan de kernelementen, zoals inkoop. Op dit moment zoeken gemeenten de ondersteuning voornamelijk bij partijen waar de gemeenten korte lijnen mee hebben. Een enkele gemeente ontvangt ondersteuning van een adviesbureau. De ondersteuning kan in verschillende vormen geboden worden, van goede voorbeelden tot aan filmpjes waarin de ondersteuning zichtbaar wordt. Er is al filmmateriaal beschikbaar. Gezien de verantwoordelijkheid en rol van de gemeenten is het van belang dat gemeenten breder geïnformeerd zijn dan op het door hun genoemde kernelement ‘Ondersteuning en begeleiding van mensen met dementie’. Voor het realiseren van alle kernopgaven is onze ervaring dat het voorwaardelijk is dat uitvoerders (zoals gemeenten) op alle kernelementen kennis opdoen en ervaringen uitwisselen bij het realiseren van hun opgaven en het uitoefenen van hun taak. Zicht op goede voorbeelden en bewezen effectieve werkwijzen van bijvoorbeeld de inzet van casemanagement zijn daarbij van belang. Daarnaast is het van belang dat elke ketenpartner – dus ook gemeenten- binnen de zorg, ondersteuning en hulp voor mensen met dementie de hele keten kent en afspraken maakt over de te nemen rol en verantwoordelijkheden. Ook komt uit de interviews weinig expliciet naar voren dat gemeenten zich bewust zijn welke rol zij bij welke opgave hebben en wat dit betekent aan ondersteuningsbehoefte bij hen. Daarbij speelt enerzijds het transitie vraagstuk en anderzijds de behoefte om middels transformatie te komen tot efficiënter en doelmatiger aanpak waardoor bezuinigingsdoelstellingen gerealiseerd kunnen worden. De kanteling in de Wmo gaat uit van regisseurschap bij de cliënt. Bij dementie is sprake van progressief afnemend vermogen tot eigen regisseurschap. Daarmee komt de claim voor regisseurschap primair bij de mantelzorger terecht. Binnen grenzen is hier mogelijk nog enige innovatie te verwachten. In zijn algemeenheid is onze ervaring dat het gezien de druk op de mantelzorger bij deze specifieke doelgroep en de prognose bij dementie, niet realistisch is om uit te gaan van innovatieve concepten om de gewenste kanteling geheel te kunnen realiseren. Initiatieven zoals dorpssteunpunten waarbij meer vrijwilligers worden ingezet kunnen mogelijk bijdragen, maar beslaan slechts een klein aspect en passen weer niet in een stedelijke context. Met andere woorden, naar onze mening zal gezien de opgave wel ingezet moeten worden op transformatie en daarop gerichte ondersteuning voor gemeenten, maar zal er toch ook vooral sprake zijn van transitie.
© VILANS 08-11-2013 /
Gemeenten en dementiezorg. Een inventarisatie naar benodigde ondersteuning aan gemeenten.
26
5. Conclusies en aanbevelingen Gemeenten hebben en krijgen een stevige opgave. Burgers met dementie moeten in hun gemeenten goed ondersteund worden, om zo lang mogelijk kunnen participeren en zo lang mogelijk veilig thuis kunnen blijven wonen. Een vraag is of het algemene beleid van gemeenten ook passend is voor mensen met dementie. In deze beknopte inventarisatie maken we de stand van zaken op omtrent de beschikbare kennis, mogelijke goede voorbeelden en de aanwezige ondersteuningsbehoefte van bevraagde gemeenten. De conclusies zijn gebaseerd op informatie vanuit de deskresearch en interviews met een beperkt aantal medewerkers van gemeenten. Deze steekproef is niet representatief voor alle gemeenten in Nederland. Wat zijn de belangrijkste conclusies?
5.1 Conclusies Kennis is versnipperd aanwezig en lastig vindbaar De deskresearch laat zien dat er een redelijke hoeveelheid informatie beschikbaar is voor gemeenten. De kennis is echter versnipperd en nog vaak niet specifiek op gemeenten en zijn medewerkers toegespitst. Vanuit Alzheimer Nederland zijn diverse goed leesbare en praktische stukken beschikbaar zoals ‘Het keukentafelgesprek. Tips voor de Wmo consulent’. Deze notities zijn wel vanuit het perspectief geschreven van wat mensen met dementie nodig hebben maar vragen nog om aanvullende kennis over wat dit betekent voor het handelen en het beleid van gemeenten. De vindbaarheid van kennis is een belangrijk aandachtspunt. Er is niet één logische plek waar de kennis bijeen is gebracht. Gemeenten zoeken vooral via algemene zoek strategieën op het internet of kijken op de site van de VNG en in mindere mate bij het Transitie bureau of andere bronnen. Onze eigen search liet zien dat de gebruikte trefwoorden erg bepalend zijn, zo is de opbrengst laag wanneer ‘dementie’ wordt gebruikt. Deze beperkte vindbaarheid belemmert het gebruik van kennis. Niet voor alle kernopgaven is documentatie beschikbaar De in paragraaf 1.6 geformuleerde kernopgaven vormen een bruikbaar kader dat op een praktische manier de punten weergeeft waar gemeenten straks een verantwoordelijkheid in hebben. Lang niet voor alle kernopgaven is documentatie beschikbaar, zo blijkt uit de inventarisatie. Vooral voor de kernopgaven signaleren en actief doorverwijzen, en zorgen voor passende huisvesting, vervoer en services in en rond het huis is weinig informatie gericht op dementie voorhanden. Mogelijk wordt bij een ruimere zoekopdracht (bijvoorbeeld kwetsbare ouderen) wel meer documentatie gevonden, maar hierin is dan niet het specifieke voor mensen met dementie (zoals veiligheid, sterk verminderde regie) opgenomen. Gemeenten hebben vooral behoefte aan beleidsondersteunende kennis: bijvoorbeeld om burgers te kunnen informeren en zicht te hebben op welke vormen van ondersteuning effectief zijn en bijdragen aan doelen zoals langer thuis wonen en het voorkomen van overbelasting. Deze kennis helpt ook bij de inkoop van zorg- en dienstverlening. Een aantal gemeenten is daarnaast ook op zoek naar ‘basiskennis’ over wat dementie inhoudt en betekent in het leven van mensen en willen kennismaken met de doelgroep. In een aantal gevallen zijn medewerkers van gemeenten daarvoor op bezoek gegaan bij zorgaanbieders om in gesprek te gaan met bewoners en personeel. Ruime meerderheid heeft specifiek dementie beleid Een ruime meerderheid, negen van de dertien gemeenten, heeft een beleid specifiek gericht op dementie. De vier gemeenten die dit niet hebben, hebben wel een ouderenbeleid waar aandacht voor dementie een onderdeel van kan zijn. De gemeenten weten dat dementie een vraagstuk is. De hoeveelheid aandacht en of het beleid zich richt op dementie lijkt echter vooral afhankelijk te zijn van de publieke aandacht en persoonlijke betrokkenheid van de beleidsadviseur of wethouder. Hoewel gemeenten in algemene zin terughoudend zijn in doelgroepenbeleid, lijkt wel het besef aanwezig dat deze (potentieel grote) groep van mensen met dementie aandacht vraagt.
© VILANS 08-11-2013 /
Gemeenten en dementiezorg. Een inventarisatie naar benodigde ondersteuning aan gemeenten.
27
Een redelijk aantal initiatieven, maar dé ‘good practice’ is lastig Uit onze inventarisatie blijkt dat in veel plaatsen initiatieven worden opgepakt gericht op mensen met dementie. Overall genomen bevinden deze initiatieven zich vaak nog in de oriëntatie- of pilotfase. De resultaten en effecten zijn vaak nog niet bekend, met uitzondering van de Ontmoetingscentra Dementie die (kosten)effectief zijn gebleken. Ook de Alzheimer cafés zijn een breed geïmplementeerde en gewaardeerde vorm van ondersteuning. De respondenten geven aan dat hun gemeenten het lastig vinden om de goede keuzes te maken en hun rollen in te vullen, doordat de (financiële) kaders van bijvoorbeeld de Wmo nog niet geheel duidelijk zijn. Gegeven het feit dat een klein aantal gemeenten in deze inventarisatie is betrokken, het feit dat de opgave voor gemeenten uit meerdere onderdelen bestaat en het ontbreken van aantoonbare resultaten, zijn momenteel geen uitspraken te doen over wat dé good practice is. Inzicht krijgen in de aanpak (hoe pakt men het aan) en de opbrengsten (wat levert het op) van de initiatieven is van belang ook voor overdraagbaarheid. Veel initiatieven steunen nu op enthousiaste trekkers en op (tijdelijke) subsidies. De borging en de toekomstbestendigheid van de gevonden initiatieven zijn onzeker; geen van de respondenten kan de uitspraak doen dat continuïteit gegarandeerd is. Een Showcase voor dementie? Bij het ministerie van VWS en het Transitiebureau bestaat de behoefte, mede in het kader van het Deltaplan Dementie, een ‘showcase’ te omschrijven gericht op de wenselijke effectieve situatie voor mensen met dementie. De beelden van wat onder een showcase te verstaan zijn niet eenduidig tussen medewerkers van VWS, VNG, AN en onszelf. Niet is beschreven wat een showcase omvat en wie ‘de gebruiker’ is. Onzes inziens is dé showcase nu niet ‘aan te wijzen’ of te beschrijven gezien de ontwikkelfase van de initiatieven en omdat de in deze inventarisatie betrokken gemeenten beperkt is (<5% van de gemeenten). Een showcase dient naar ons inzicht een verzameling te zijn van meerdere (deel) initiatieven die samen één ‘ideaal plaatje’ maken en bruikbaar is voor gebruik vanuit meerdere perspectieven. De zeven geformuleerde kernopgaven bieden hiervoor een goede kapstok: juist omdat deze uitgaan van een integrale benadering die past bij wat van belang is voor mensen met dementie en gebaseerd is op de Zorgstandaard Dementie. De gemeente dient een constructieve partner in de keten te zijn en te kijken wat dat in de specifieke situatie van elke gemeente inhoudt, mede gebaseerd op de zeven kernopgaven. In de showcase is het belangrijk ook de inkoop op te nemen. Het gericht verzamelen van good practices per kernelement is een interessante vervolgstap en levert gezamenlijk de input op voor een showcase. Behoefte aan ondersteuning: inhoud én feiten dementie De gemeenten vinden het lastig om hun ondersteuningsbehoefte te formuleren, omdat zij niet kunnen overzien wat mogelijk is (bijvoorbeeld vanuit het Transitiebureau) en omdat zij nog geen duidelijkheid hebben over de (financiële) randvoorwaarden en kaders. Na doorvragen geeft het merendeel van de gemeenten aan behoefte te hebben aan ondersteuning in de transitiefase. Gemeenten die geen behoeften hebben, geven aan dat zij in de regio samenwerken met andere gemeenten, ketens of netwerken dementie of zorg- en welzijnsaanbieders die hierin voorzien. Gemeenten hebben vooral behoefte aan kennis over de inhoudelijke vormgeving van de ondersteuning van mensen met dementie. Hierbij is de vraag naar objectieve informatie over middelen/methoden en ‘arrangementen’ die bewezen effectief zijn. Dit helpt bij het vormgeven van de inkoop. De aanpalende vraag van gemeenten is breder; men wil weten wat men extra moet doen voor mensen met dementie om hen op kwalitatief verantwoorde en doelmatige wijze zo lang mogelijk thuis te kunnen laten wonen. Hierbij gaat het dus om alle kernelementen. Ook noemen gemeenten de behoefte aan objectieve informatie over te verwachten aantallen mensen met dementie en handvatten voor het coördineren en succesvol samenbrengen van partijen en het sturen op kwaliteit. Qua vorm hebben de gemeenten behoefte aan een mix van toepasbare goede voorbeelden, handreikingen, informatiesheets, filmpjes met betrekking tot de transitie. Er is behoefte aan brainstorm- werk- en uitwisselingssessies met andere gemeenten, indien deze niet teveel tijd in beslag nemen (bijvoorbeeld via Skype, webinars).
© VILANS 08-11-2013 /
Gemeenten en dementiezorg. Een inventarisatie naar benodigde ondersteuning aan gemeenten.
28
5.2 Aanbevelingen Deze inventarisatie naar gemeenten en dementiezorg laat zien dat gemeenten voor een grote opgave staan die zij nog lastig vinden te overzien, maar waarbij zij wel ondersteuning kunnen gebruiken. Er is al kennis voorhanden, maar deze is niet overzichtelijk geordend, niet goed vindbaar en niet altijd objectief of direct toepasbaar. De gevonden initiatieven die mogelijk kunnen gaan dienen als goede voorbeelden bevinden zich merendeels in een ontwikkelfase en de toekomstbestendigheid staat niet vast. De door ons geformuleerde zeven kernelementen omvatten de inhoudelijke opgaven waar gemeenten voor staan en bieden een goede kapstok voor vervolgacties voor het Transitiebureau. Op basis van de conclusies formuleren wij onze belangrijkste aanbevelingen. Zorg voor samenhang en beschikbaarheid van kennis en ontwikkel nieuwe kennis Gemeenten staan voor een grote opgave waarin zij diverse rollen gaan vervullen. Faciliteer als Transitiebureau dat hiervoor zowel inhoudelijke kennis beschikbaar is als support om deze rollen te kunnen vervullen. Hanteer voor het beschikbaar stellen van de aanwezige en nieuw te verzamelen kennis een kapstok met een logische ordening en samenhang om versnippering tegen te gaan en de opgave concreet te maken. De zeven kernelementen zijn hier bruikbaar voor, omdat dit appelleert aan de opgaven voor gemeenten en zijn onderbouwing vindt in de breed gedragen Zorgstandaard Dementie. Verzamel en bouw de kennis verder uit rondom deze zeven opgaven, zodat afhankelijk van de behoeften van gemeenten zij de kennis hierover kunnen benutten en inzetten. De onderhavige inventarisatie, die gezien de korte doorlooptijd een focus had op vooral landelijke programma’s en bronnen, kan dienen als startpunt. Een waardevolle aanvulling zou zijn om per kernelement documentatie van verschillende gemeenten op te halen. Dit geldt ook voor de initiatieven en goede voorbeelden; in meer gemeenten zullen goede voorbeelden aanwezig zijn dan we in deze inventarisatie hebben kunnen betrekken. Laat bij de beschikbaar gestelde kennis zien of deze objectief is (of in welke mate), stel criteria op voor goede voorbeelden, leid de ‘rode draad’ en werkzame principes af en ontwikkel op basis daarvan handreikingen die praktisch bruikbaar zijn. Betrek gemeenten hierbij. Wanneer de kennis meer samenhangend geordend wordt rondom de kernopgaven, kunnen ook inzichten uit bijvoorbeeld het Nationaal Programma Ouderenzorg en monitors als de monitor mantelzorg van NIVEL en Alzheimer Nederland meer naar gemeenten geleid worden. Agendeer het bewustzijn dat gemeenten verschillende rollen hebben en leg in de ondersteuning de focus op de opdrachtgeversrol en de regie/coördinatierol van gemeenten. Dit kan door bijvoorbeeld gemeenten onderling van elkaar te laten leren hoe deze rol in te vullen. Een andere mogelijkheid is om goede voorbeelden en handreikingen over onderwerpen zoals effectieve lokale samenwerking of samenwerking met de zorgverzekeraar te (laten) ontwikkelen. Een gefaseerd werkprogramma en het faciliteren & evalueren van pilots en initiatieven Alle kernopgaven zijn in het licht van de transities en de toekomstbestendigheid van belang. Wanneer prioriteiten gesteld moeten worden is het advies gefaseerd te werk te gaan en te starten met de kernopgaven waar gemeenten nu het meest behoefte aan hebben, te weten: objectieve kennis over begeleiding en ondersteuning voor mensen met dementie. Wat werkt er en hoe is het te realiseren binnen de nieuwe kaders? Hierbij hoort onlosmakelijk het kernelement ondersteuning van mantelzorgers. Signaleren en actief doorverwijzen is een derde geprioriteerd kernelement gezien het belang van preventief werken en het voorkomen dat mensen thuis gevangen zitten doordat men niet meer kan of durft te participeren. Samenwerking met de huisarts en versterking van de eerste lijn is in deze belangrijk. Gezien het feit dat de transitiedatum gestaag nadert en er behoefte is aan vernieuwing, is het stimuleren en faciliteren van meer pilots/initiatieven een aanbeveling (ook al zijn zij niet gereed op 1/1/15; ontwikkelkracht is nodig), waarbij pilots ook geëvalueerd dienen te worden op uitkomsten als kwaliteit (inclusief veiligheid), effectiviteit en kosten. We zien het risico dat effecten in kaart brengen te weinig aandacht krijgt, terwijl in deze ontwikkelfase deze informatie nodig is om te leren en bij te stellen. De onderzoeksaanpak dient praktijkgericht te zijn: onderzoek dicht bij de praktijk, met snellere feedback van onderzoek naar praktijk en korte doorlooptijden. Actieonderzoek is daar een mogelijke behulpzame methode in. Hiermee is een vraag als ‘wat kan er (nog) wel of niet met vrijwilligers’ ook beter te beantwoorden. Hiervoor is het nodig dat er passende en gevalideerde indicatoren
© VILANS 08-11-2013 /
Gemeenten en dementiezorg. Een inventarisatie naar benodigde ondersteuning aan gemeenten.
29
zijn die meten wat men wil weten op een wijze die aansluit bij de praktijk van zowel gemeenten als zorguitvoerders. Deze indicatoren ontbreken nu of zijn te sterk ‘zorg’ georiënteerd. Wij bevelen daarnaast aan spreiding na te streven tussen meer landelijk en stedelijk gebied en kleine en grotere gemeenten bij nieuwe initiatieven of pilots. Generiek waar het kan, specifiek gericht op dementie waar het moet Onzes inziens is het vanwege de (toekomstige) omvang van de groep mensen met dementie en de kenmerken van deze groep (zie 1.5) gerechtvaardigd om vanuit het Transitiebureau aandacht te besteden aan het onderwerp dementie. Een aanvullend argument hiervoor is dat er bij dementie sprake is van een progressief afnemend vermogen tot eigen regisseurschap, terwijl het versterken van eigen regie en zelfredzaamheid juist een uitgangspunt en doelstelling is bij de transitie. Gemeenten lijken dit te onderschrijven gezien het merendeel beleid maakt gericht op dementie of er aandacht voor heeft in het ouderenbeleid. Wij zien ook een noodzaak tot doelgroep overstijgend beleid op terreinen als (levensloop geschikt) wonen, welzijn en inrichting van openbare ruimten. Vooral bij het vijfde en zesde kernelement, zorgen voor passende huisvesting, vervoer en diensten rond het huis, is het advies dit generiek te agenderen. Het uitgangspunt is generiek waar het kan, maar specifiek gericht op dementie waar dat moet. De andere kernelementen, informeren over dementie, signaleren en verwijzen en de al genoemde ondersteuning en begeleiding van mensen met dementie en mantelzorgers, vragen een dementie specifieke uitwerking. Bij het faciliteren van casemanagement voor dementie is het zinvol te leren van (vormen van) casemanagement bij andere doelgroepen zoals bijvoorbeeld multi-probleem situaties bij jeugd of ggz. Bouw werkenderwijs aan een showcase Een showcase, gedefinieerd als een breed en dekkend palet hoe goede zorg en ondersteuning bij dementie eruit kan zien, kan helpend en stimulerend zijn voor gemeenten bij hun complexe opgaven. Het zal niet werken om één voorbeeld te bestempelen als showcase, omdat de overdraagbaarheid beperkt zal zijn. Bouw derhalve werkenderwijs aan een showcase, die bestaat uit meerdere componenten zoals de kernelementen. De voorgestelde aanpak binnen ons eerste advies, zou direct input geven voor een showcase. Totdat een ander gevonden initiatief beter, kosten effectiever en/of beter overdraagbaar is, blijft het beste initiatief een onderdeel van de ‘showcase’. Een showcase wordt hiermee een dynamisch instrument dat anderen kan inspireren. Gezien de verschillen tussen gemeenten en zorgaanbieders en professionals is een mooi streven om in de beschrijving, taal en promotie van de showcase de wereld van gemeenten en de wereld van zorg en welzijn te verbinden. Bied een mix aan ondersteuningsvormen Hoewel het merendeel van de geïnterviewde gemeenten een ondersteuningsbehoefte heeft, verschillen deze wel. Onze inventarisatie is te kleinschalig van opzet om uitspraken te kunnen doen over of dit samenhangt met bijvoorbeeld de grootte van de gemeente. Onze indruk is dat het vooral samenhangt met de fase van ontwikkeling en de samenwerking met collega gemeenten en lokale spelers. Het aanbieden van ondersteuning is zinvol, waarbij het advies is een mix aan vormen aan te bieden. Naast een goede digitale vindplaats, lijkt vooral leren van andere gemeenten (in een niet tijdsintensieve vorm zoals met Skype, teleconferences, webinars), praktische handreikingen en film materiaal aan een behoefte te voldoen. Een overweging is bijvoorbeeld een campagne-matige aanpak te kiezen, waarbij via media, film en de vindplaats van kennis aandacht besteed wordt aan zowel de nieuwe rollen van gemeenten (hoe deze vorm te geven) en aan de zeven kernopgaven bij dementie. Ieder kernelement kan geïllustreerd worden met een filmpje (Dementie en Dan heeft mooi recent materiaal), waarna doorverwezen wordt naar goede voorbeelden en te benutten documenten en materialen. Een andere optie is (een tour van) bijeenkomsten te organiseren over de kernopgaven, waarbij ook de vraag ‘wat moet dementie specifiek en wat niet’ op de agenda staat. Dit zou breder ingestoken kunnen worden ook voor andere specifieke groepen. (of een leerplatform waarin alle goede voorbeelden op terrein van visie, methodieken en instrumenten vindbaar zijn en gekoppeld zijn aan belangrijke terreinen/kerntaken en daaruit voortvloeiende acties. (Zie voorbeeld IVZO.net omtrent thema zelfsturende teams). Hanteer een lange termijn perspectief en benut de kennis infrastructuur De transitie en transformatie opgaven staan enerzijds bij velen op het netvlies en zijn in volle gang, anderzijds moet er nog veel gebeuren. Dat betreft de ontwikkeling van nieuwe arrangementen, de transitie zelf en het zicht krijgen op effecten. In 2015 is deze opgave
© VILANS 08-11-2013 /
Gemeenten en dementiezorg. Een inventarisatie naar benodigde ondersteuning aan gemeenten.
30
zeker nog niet voltooid. Er zullen implementatie- en ontwikkelverschillen zijn, voorlopers en achterblijvers. Ons advies is om een lange termijn perspectief te kiezen waarin wel een onderscheid gemaakt kan worden in de fase tot en (even na) de transitie en daarna. De rolen taakverdeling van spelers als het Transitiebureau, VWS en de VNG kan per fase verschillen. Om gemeenten verder van kennis en ondersteuning te voorzien zoals wij adviseren, is het Transitiebureau een logische partij om dit in regie te zetten en te (laten) ontwikkelen. Zij kan hiertoe haar eigen instrumenten zoals de website inzetten, maar overweeg tijdig bepalen wat de plek voor de langere termijn is om deze kennis te borgen en door te ontwikkelen. Een advies is om hier de partners van de landelijke kennis infrastructuur en kennis instituten als MOVISIE, NJI, het Trimbos-Instituut en Vilans voor te benutten. Zij hebben een (deels) publieke taak die hierbij past en de infrastructuur voor kennisverzameling en verspreiding. De rol van de VNG zien wij als een belangrijke om gemeenten toe te leiden naar de kennis bij het Transitiebureau of bij anderen, omdat gemeenten zich vooral op de VNG richten als zij informatie zoeken. De VNG kan bijdragen aan het vergroten van de bekendheid van het Transitiebureau. Door de bovenstaande rolverdeling kan de VNG tevens een onderscheid maken in de rol van brancheorganisatie en de kennisfunctie.
5.3 Werkagenda Op basis van onze conclusies en aanbevelingen formuleren wij een ‘werkagenda met activiteiten’ die de VNG/het Transitiebureau kan ondernemen gericht op ondersteuning van gemeenten in hun rol en kernopgaven bij dementie. Het betreft hier vooral activiteiten die in het kader van transformatie de transitie ondersteunen. We leggen de focus op vijf punten, die we kunnen samenvatten in drie hoofdlijnen: 1) werk campagnematig aan inzicht in rollen en de opgaven van gemeenten; 2) zorg voor vindbare tools, handreikingen en objectieve informatie met name over ‘wat werkt’ en 3) zorg voor zicht op effect en nieuwe indicatoren hiervoor. We lichten de vijf punten toe: 1. Campagne-achtige aanpak rondom 7 kernelementen: verhelder rol van de gemeente Gemeenten vinden mensen met dementie een belangrijke groep en maken beleid, maar zoeken naar wat daarin belangrijk is in hun rol. Ontwikkel in 2014 een campagne-achtige aanpak waarin de kernelementen centraal staan. Ontwikkel bijvoorbeeld zeven informatiesheets, en/of zeven (online)-bijeenkomsten waarin via e-learning/webinars in beperkte tijd het onderwerp wordt uiteengezet en good practices worden uitgelicht. Laat bij een aantal kernelementen (bv wonen, vervoer) zien wat dementie specifiek vraagt, maar benader als insteek generiek. Vlieg kernelement 1, 3 en 4 dementie specifiek aan. De grootte en aard van de dementie-doelgroep rechtvaardigt deze extra aandacht. Benut het Landelijke Netwerk Dementie en organiseer een aantrekkelijke meeting voor netwerk coördinatoren en de verantwoordelijke beleidsadviseurs/wethouder, waar veel te halen is. Time deze na de verkiezingen in 2014.
2. Focus op kernelement 3 en 4; richt een vindplaats in voor onafhankelijk informatie Gezien de transitie opgave, de nieuwe verantwoordelijkheden op het gebied van begeleiding en de behoefte van gemeenten is een focus op de kernelementen ‘ondersteuning en begeleiding van mensen met dementie’ en ‘ondersteunen van mantelzorgers’ passend. Gemeenten hebben een goede digitale vindplaats nodig van welke vormen van begeleiding er zijn, welke werken en in welke mate en wat ze kosten. Deze informatie helpt hen te kiezen en meer kritisch in te kopen, mede gezien de financiële opgave en bijbehorende rol. Deze vindplaats moet onafhankelijk gehost zijn (niet door aanbieders of cliëntvertegenwoordigers), continu geüpdatet worden en de informatie moet betrouwbaar en valide zijn. De vindplaats kan gehost worden door het T-bureau zelf, maar met het oog op borging is aansluiten bij landelijke vindplaatsen (zoals kennispleinen van kennisinstituten of de databanken effectieve interventies in samenwerking met het kwaliteitsinstituut i.o) ook logisch. Gebruik de bekendheid en goede vindbaarheid van de VNG voor het bereiken van de nieuwe vindplaats. Voor diverse andere informatie zorg voor verwijzingen naar de
© VILANS 08-11-2013 /
Gemeenten en dementiezorg. Een inventarisatie naar benodigde ondersteuning aan gemeenten.
31
vele materialen van Alzheimer Nederland, kenniscentra, branches. Orden volgens de trefwoorden waarop medewerkers in gemeenten zoeken! 3. Werk beperkt goede voorbeelden uit: voorlopers in kaart Zelfs de voorlopers bevinden zich nog in eerste fasen. Gezien de (financiële) opgaven is het uitwerken van voorloperinitiatieven zinvol. Doe dit met aansprekend materiaal, niet voorschrijvend, maar inspirerend. Analyseer overstijgend wat werkzame elementen zijn en werk uit hoe anderen deze kunnen implementeren. Vijf goed uitgewerkte goede voorbeelden in 2014 is al mooi. 4. Stimuleer en evalueer gericht pilots van lokale teams In diverse gemeenten starten projecten of pilots om sociale wijkteams in te voeren, al dan niet gekoppeld aan inzet van wijkverpleegkundigen. Het zijn nu veel bloemen die bloeien en teams lijken een doel te worden in plaats van het middel dat ze zijn. Ontwikkel als T-bureau kennis door gericht pilots te starten/supporten waarin verschillende vormen van lokale samenwerking een rol spelen (bijvoorbeeld dementie en sociale wijkteams). Dit past bij de regierol van gemeenten. Evalueer de pilots op effect en laat de aanpak uitwerken tot ‘concepten’ die anderen kunnen overnemen. Kies voor praktijkgericht onderzoek met kortere doorlooptijden en snellere feedback naar de praktijk dan ‘traditioneel’ onderzoek. Laat de opbrengsten terugkomen op de vindplaats (zie 1). Zorg in de pilots voor een mix waarin men dementie-specifiek werkt en waar meer generiek. Geef opdracht voor een evaluatie van ‘dementievriendelijke gemeente initiatieven’. Zijn deze initiatieven nastrevenswaardig? Monitor op aanpak, wijze van implementatie, en effect op cliënt en kosten. 5. Verken en ontwikkel indicatoren die risico’s laten zien Voor partijen als de netwerken dementie, Inspectie, zorgverzekeraars en cliënten is zicht op kwaliteit van de geleverde support en bereikte uitkomsten van belang. Ook gemeenten hebben zicht nodig op (ongewenste) uitkomsten van beleid. Er bestaat al een indicatorenset dementie die in veel regio’s tweejaarlijks gemeten wordt. Ook in 2014 en 2016 staan deze metingen in principe gepland. Geef een werkgroep opdracht, in samenwerking met een drietal gemeenten, om uit te werken welke aanvullende monitoringsinformatie gewenst is. Denk aan meldingen van verwaarlozing, vermissing bij de politie, uitrukken van brandweer, crisissituaties, spoedopnames intramuraal etc. Pilot of de ontwikkelde indicatoren haalbaar zijn, wat opleveren en breder geïmplementeerd dienen te worden. Laat gemeenten conform hun verantwoordelijkheid zelf de keuze voor gebruik van deze instrumenten, maar stimuleer wel dat de effecten van beleid (niemand tussen wal en schip etc.) zichtbaar worden als belangrijke feedback voor gemeenten.
© VILANS 08-11-2013 /
Gemeenten en dementiezorg. Een inventarisatie naar benodigde ondersteuning aan gemeenten.
32
Bijlage 1 Literatuurlijst Actiz, Mogroep, Vilans, MOVISIE, Toekomstbestendige dagactiviteiten in groepsverband, 2013 Alzheimer Nederland, 10x betere hulp bij dementie door gemeenten, Amersfoort, 2011 Alzheimer Nederland, Aanbestedingsadvies, Amersfoort, 2011 Alzheimer Nederland, Het keukentafelgesprek. Tips voor de WMO-consulent, Amersfoort, 2012 Alzheimer Nederland, Stappenplan naar dementievriendelijke gemeente, Amersfoort Alzheimer Nederland en Dirkse Anders Zorgen (DAZ), Quickscan Dementie, Amersfoort 2011 Bouman, S., Welling, A. Casemanagement, van idee naar model, Leeuwarden: Frieslab, 2011 Deloitte, Verslag van consultatierondes met zorgaanbieders, cliënt- en patiëntorganisaties en Gemeenten over aandachtspunten bij specifiek doelgroepen bij decentralisatie van extramurale begeleiding, 2011 Dompseler, van N., Tanja, A., Vermaas, M., Beter bereiken mantelzorgers. Dichtbij en samenhangend. Expertisecentrum Mantelzorg, Vilans, Movisie, 2010 Droës, R.M., Meiland, F.J.M., Schmitz, M., Tilburg, W. van, Gecombineerde ondersteuning in Ontmoetingscentra voor mensen met dementie en hun mantelzorgers vergeleken met reguliere dagbehandeling, Tijdschrift voor Gerontologie en Geriatrie, 2005, 2: 69-79 Expertisecentrum Mantelzorg, Website Rollen gemeenten respijtzorg, http://www.expertisecentrummantelzorg.nl/smartsite.dws?ch=DEF&id=142074, geraadpleegd september 2013 Jans, A., Overmars-Marx, T., Dementie op de kaart bij de gemeenten? Utrecht: Vilans, 2010 Rynck, R. de, Teller, M., Een inspirerende gids. Dementievriendelijke gemeenten, Brussel: Koning Boudewijnstichting, 2011 Raeymaekers, R., Rondia, K., Naar een dementievriendelijke samenleving: aanbevelingen en mogelijke acties, Brussel: Koning Boudewijnstichting, 2009 Mahler, M., Overmars-Marx, T., Veen, R. van der, Ketens Dementie. De stand van zaken, Utrecht: Vilans, 2013 Mahler, M., Cuijpers, M., Rühl A. Casemanagement. Op weg naar passende zorg en ondersteuning dichtbij. Utrecht: Vilans, 2013. Ministerie van VWS. Kamerbrief Hervorming langdurige zorg: naar een waardevolle toekomst, Den Haag, 2013 Ministerie van VWS. Kamerbrief Nadere uitwerking hervorming langdurende zorg. Den Haag, 2013. Nationaal Programma Ouderenzorg, Website praten over gezondheid, http://www.nationaalprogrammaouderenzorg.nl/projecten/onderzoeksprojecten/hel p-dement/de-website-wwwpraten-over-gezondheidnl/, geraadpleegd augustus 2013. Nederlandse Zorg Autoriteit. Factsheet Ketenzorg Dementie, 2013. Peeters, J.M. Lange, J. de, Asch, I. van, Spreeuwenberg, p., Verbeek, M., Pot, A.M., Francke, A.L., Landelijke evaluatie van casemanagement dementie, Utrecht: NIVEL, 2012
© VILANS 08-11-2013 /
Gemeenten en dementiezorg. Een inventarisatie naar benodigde ondersteuning aan gemeenten.
33
Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie, Behoeften van mensen met dementie en hun mantelzorgers en wie verantwoordelijk kan zijn voor beantwoording van deze behoeften, Tilburg, 2012 Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie, Behoeftenkaart Dementie, Tilburg, 2008 Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie, Dementieconsulent. Aan welke eisen dient deze functie te voldoen? Tilburg, 2007 Rijks Instituut voor Volksgezondheid en Milieu, Gemeenten en zorgboerderijen, Bilthoven, 2013 Scherpenzeel, R., Duurzame Respijtzorg, Expertisecentrum Mantelzorg, 2013 Verduin, M., Methodebeschrijving Ontmoetingscentra voor mensen met dementie, Utrecht: MOVISIE, 2009 Vilans, Alzheimer Nederland. Zorgstandaard Dementie. Utrecht, 2013 VNG, Zorgverzekeraars Nederland, Samenwerken aan dementiezorg. Mini-toolkit voor gemeenten en zorgkantoren, 2013 VNG, Zorgverzekeraars Nederland, Leidraad samenwerken aan zorg en ondersteuning. Leidraad voor gemeenten en zorgkantoren, 2011 Vliet, N. van, Oude Avenhuis, I., Pansier, L., Schutte, S., Cliëntengroepen extramurale AWBZbegeleiding, Enschede: Bureau HHM, 2011 Vliet, N. van, Oude Avenhuis, I., Pansier, L., Schutte, S., Cliëntgroepen extramurale AWBZbegeleiding. Deel 2: mogelijkheden voor vernieuwing, Enschede: Bureau HHM, 2012 Zorgbelang Gelderland en LOC, Overheveling dagbesteding naar Wmo, 2013 Zwaanswijk, M., Peeters, J., Spreeuwenberg, P., Beek, S. van, Francke, A., Advies en informatie direct vanaf beginfase belangrijk voor mantelzorgers van mensen met dementie, NIVEL, Alzheimer Nederland, 2009 Zwaanswijk, M., Peeters, J., Spreeuwenberg, P., Beek, S. van, Francke, A., Motieven en belasting van mantelzorgers van mensen met dementie, NIVEL, Alzheimer Nederland, 2009
© VILANS 08-11-2013 /
Gemeenten en dementiezorg. Een inventarisatie naar benodigde ondersteuning aan gemeenten.
34
Bijlage 2 Resultaten documentenanalyse ondersteuning gemeenten Nr.
Auteurs
Ondersteuning
1
Actiz, Mogroep, Vilans, MOVISIE Mei 2013
Toekomstbestendige dagactiviteiten in groepsverband http://www.movisie.nl/artikel/zijn-uw-dagactiviteiten-al-toekomstbestendig Publicatie om gemeenten en lokale aanbieders van aanbieders te inspireren en handvatten te bieden om lokaal vernieuwende dagactiviteiten in groepsverband te organiseren. Dagactiviteiten waarbij de principes van de kanteling in de Wmo vorm krijgen.
2
3
4
Alzheimer Nederland Mei 2010
10x betere hulp bij dementie door gemeenten http://www.netwerkgeriatrie.nl/nieuws/16/10x-betere-hulp-bij-dementie-door-gemeente
Alzheimer Nederland Juli 2012
Factsheet over dementie en belangrijke aandachtspunten bij dementie voor gemeenten. Aanbestedingsadvies http://www.invoorzorg.nl/docs/ivz/informatiecentrum/DV_Inkoopadviezen_begeleiding_Wmo_juli_20 12[1].pdf
Alzheimer Nederland Oktober 2012
Inkoopadviezen Wmo bij dementie voor gemeenten. Beschrijving waarom er specifieke inkoopadviezen zijn voor dementie, adviezen wat een gemeente kan doen bij dementie en inkoopvoorwaarden voor hulp bij huishouden, begeleiding en kort verblijf. Het keukentafelgesprek. Tips voor de Wmo-consulent http://www.alzheimer-nederland.nl/over-alzheimer-nederland/wat-doen-wij/beterezorg/gemeenten.aspx Tips voor Wmo-consulenten voor het voeren van een keukentafelgesprek met mensen met dementie en hun mantelzorgers.
© VILANS 08-11-2013 /
Gemeenten en dementiezorg. Een inventarisatie naar benodigde ondersteuning aan gemeenten.
35
5
Alzheimer Nederland
Stappenplan naar dementievriendelijke gemeente http://www.alzheimer-nederland.nl/over-alzheimer-nederland/wat-doen-wij/beterezorg/gemeenten.aspx Feiten rondom dementie en drie concrete stappen voor gemeenten om bij te dragen aan een dementievriendelijke gemeenschap.
6
Alzheimer Nederland en Dirkse Anders Zorgen (DAZ) 2011
Quickscan Dementie http://www.anderszorgen.nl/documenten/Beschrijving%20quickscan,%20bijlage%20mailbrief%20juli%2 02011.pdf Een document om gemeenten te informeren over de Quickscan dementiebeleid gemeenten. De Quickscan is een middel om gemeenten handvatten aan te reiken in de verbetering in hun dementiebeleid.
7
Alzheimer Nederland, Vilans Juli 2013
Zorgstandaard Dementie http://www.alzheimer-nederland.nl/actueel/nieuws/2013/juli/zorgstandaard-dementie-enpublieksversie-gereed.aspx Dit document beschrijft de normen waaraan dementiezorg moet voldoen. Het is bedoeld voor aanbieders, beroepskrachten en vrijwilligers die te maken krijgen met de preventie, diagnostiek, zorg en behandeling en ondersteuning bij dementie, mensen met dementie en hun mantelzorgers en zorgverzekeraars.
8
Bouwman, S., et al. Frieslab, 2011
Casemanagement, van idee naar model http://www.invoorzorg.nl/ivzweb/Overzichten-In-Voor-Zorg!/map-tools/Casemanagement-van-ideenaar-model.html Informatie voor gemeenten over definiëren casemanagement.
9
Deloitte 2011
© VILANS 08-11-2013 /
Verslag van consultatierondes met zorgaanbieders, cliënt- en patiëntorganisaties en gemeenten over aandachtspunten bij specifieke doelgroepen bij decentralisatie van extramurale begeleiding http://www.invoeringwmo.nl/sites/default/files/Verslag_specifieke_groepen.pdf
Gemeenten en dementiezorg. Een inventarisatie naar benodigde ondersteuning aan gemeenten.
36
10
Dompseler, van N., et al. Expertisecentrum Mantelzorg, 2010
Beter bereiken mantelzorgers. Dichtbij en samenhangend. http://www.expertisecentrummantelzorg.nl/Site_EM/docs/pdf/Beter_bereiken_mantelzorgers_int .pdf Dit rapport geeft gemeenten en lokale ondersteuningsinstellingen inspirerende voorbeelden van hoe mantelzorgers beter bereikt kunnen worden en zo voorzien kunnen worden van de ondersteuning die ze verdienen.
11
Droës, R.M., et al
Gecombineerde ondersteuning in Ontmoetingscentra voor mensen met dementie en hun mantelzorgers vergeleken met reguliere dagbehandeling http://link.springer.com/article/10.1007/BF03074702?no-access=true Een effectstudie waar de reguliere dagbehandeling en de Ontmoetingscentra voor mensen met dementie en hun mantelzorgers met elkaar vergeleken is. Het onderzoek laat onder andere zien dat het Ontmoetingscentrum een positief effect heeft op gedragsproblemen en zelfwaardering en opname-uitstel in vergelijking met reguliere dagbehandeling.
12
Jans, A., et al. Vilans, 2010
Dementie op de kaart bij gemeenten? http://www.vilans.nl/Pub/Home/Ons-aanbod/Producten/Producten-Dementie-op-de-kaart-bij-degemeente.html Rapport bevat conclusies van een verkennend onderzoek naar de rol van gemeenten in de dementieketen.
13
Mahler M., et al Vilans, 2013
Casemanagement. Op weg naar passende zorg en ondersteuning dichtbij. http://www.vilans.nl/Pub/Home/Ons-aanbod/Producten/Producten Rapport in opdracht van het ministerie van VWS dat een situatieschets en uitgangspunten beschrijft om te komen tot een definitie voor casemanagement.
© VILANS 08-11-2013 /
Gemeenten en dementiezorg. Een inventarisatie naar benodigde ondersteuning aan gemeenten.
37
14
Nationaal Programma Ouderenzorg 2013
Website praten over gezondheid http://www.nationaalprogrammaouderenzorg.nl/projecten/onderzoeksprojecten/help-dement/dewebsite-wwwpraten-over-gezondheidnl/ Door persoonlijke ervaringen van patiënten en mantelzorgers op de website kunnen gemeenten inzichten geven in dementie.
15
Peeters, J.M. et al NIVEL, 2012
Landelijke evaluatie van casemanagement dementie http://www.nivel.nl/sites/default/files/bestanden/Rapport-casemanagement-dementie.pdf
Een rapport dat inzicht geeft hoe casemanagement in de praktijk wordt vormgegeven, welke varianten van casemanagement onderscheiden kunnen worden, wat implementatievoorwaarden zijn, waar verbeteringen mogelijk zijn, wat de oordelen van mantelzorgers over casemanagement zijn, en wat de gevolgen voor mantelzorgers en zorggebruik zijn. 16
Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie 2012
Behoeften van mensen met dementie en hun mantelzorgers en wie verantwoordelijk kan zijn voor beantwoording van deze behoeften http://www.pgraad.com/images/factsheets/hist-w12.4110.d-210e12%20schema%20behoeften.pdf Overzicht met behoeften van mensen met hun dementie en binnen welke mogelijke financieringskaders (Privaat – Wmo – Zorgverzekeringswet – AWBZ – Wet werken naar vermogen of Belastingwet) de beantwoording van de behoeften vallen.
17
Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie 2008
Behoeftenkaart Dementie http://www.pgraad.com/images/factsheets/hist8579e8%20behoeftenkaart%20dementerenden%20en%20mantelzorgers.pdf Een overzicht, voor gemeenten, van de behoeften van mensen met dementie en hun mantelzorgers en de daarbij passende antwoorden.
© VILANS 08-11-2013 /
Gemeenten en dementiezorg. Een inventarisatie naar benodigde ondersteuning aan gemeenten.
38
18
Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie 2007
Dementieconsulent. Aan welke eisen dient deze functie te voldoen? http://www.pgraad.com/images/factsheets/hist-6555e7%20criteria%20dementieconsulent.pdf Een document waarin de functie en de taken van de dementieconsulent, de bijbehorende visie en criteria waaraan een dementieconsulent aan moet voldoen, in omschreven staat.
19
Raeymaekers, R., et al. Koning Boudewijnstichting, 2009
Naar een dementievriendelijke samenleving: aanbevelingen en mogelijke acties http://www.kbs-frb.be/publication.aspx?id=295030&langtype=2067 Rapport met aanbevelingen, voor onder andere gemeenten, om de levenskwaliteit van mensen met dementie te verbeteren en de verbondenheid met de omgeving te versterken.
20
RIVM 2013
Gemeenten en zorgboerderijen http://www.vng.nl/onderwerpenindex/maatschappelijke-ondersteuning/van-awbz-naarwmo/publicaties/gemeenten-en-zorgboerderijen Factsheet voor gemeenten en zorgboerderijen, om beide partijen te informeren over elkaars zienswijzen en de aandachtspunten bij de overheveling van dagopvang naar de Wmo. Om gemeenten en zorgboerderijen te stimuleren om zorgvuldige en doordachte keuzes te maken ten aanzien van de zorg voor thuiswonende mensen met dementie en hun mantelzorgers.
21
Rynck, R., et al. Koning Boudewijnstichting, Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten, 2011
Een inspirerende gids. Dementievriendelijke gemeenten http://www.kbs-frb.be/uploadedFiles/KBSFRB/05)_Pictures,_documents_and_external_sites/09)_Publications/NL_DEMENTIEVRIENDELIJKEGEMEENTEN.pdf Deze gids richt zich tot iedereen die met mensen met dementie omgaan en op zoek is naar ideeën om hen een plaats te geven in de samenleving. Het is een inspiratiegids met informatie wat een dementievriendelijke gemeente is en daarbij aansluitende inspirerende voorbeelden.
© VILANS 08-11-2013 /
Gemeenten en dementiezorg. Een inventarisatie naar benodigde ondersteuning aan gemeenten.
39
22
Scherpenzeel, R. Expertisecentrum Mantelzorg, 2013
Duurzame Respijtzorg. Transities geven impuls. http://www.expertisecentrummantelzorg.nl/Site_EM/docs/pdf/Duurzame%20respijtzorg%20%20Transities%20geven%20impuls.pdf Hoe kan de gemeente de transities aanwenden om een impuls te geven aan effectieve en efficiënte respijtzorg op lokaal en regionaal niveau? Bevat een praktisch model dat onderscheid maakt tussen respijtbehoefte, respijtaanbod en respijteffect. Gebaseerd op het perspectief van de mantelzorger en maakt duidelijk aan welke voorwaarden het aanbod zou moeten voldoen om effect te sorteren. Met concrete praktijktips en goede voorbeelden. Bevat praktisch checklist voor gemeenten. Niet specifiek gericht op dementiezorg.
23
Verduin, M. MOVISIE, 2009
Methodebeschrijving Ontmoetingscentra voor mensen met dementie http://www.movisie.nl/esi/ontmoetingscentra-mensen-dementie-hun-verzorgers Een methodebeschrijving van ontmoetingscentra voor mensen met dementie. Een gemeente kan hiermee vaststellen of de methode geschikt is voor de situatie waarin het zich intervenieert.
24
Vliet, N. van, et al. Bureau HHM, 2011
Cliëntengroepen extramurale AWBZ-begeleiding http://www.vng.nl/onderwerpenindex/maatschappelijke-ondersteuning/decentralisatieawbz/publicaties/clientgroepen-extamurale-awbz-begeleiding Beschrijvingen van cliëntgroepen die gemeenten kunnen gebruiken als naslagwerk bij praktische beleidsvoorbereiding. Blz. 11 t/m 19 voor ouderen met somatische of psychogeriatrische problematiek (SOM 65+/PG 65+).
25
Vliet, N. van, et al. Bureau HHM, 2012
Cliëntgroepen extramurale AWBZ-begeleiding. Deel 2: mogelijkheden voor vernieuwing http://www.vng.nl/onderwerpenindex/maatschappelijke-ondersteuning/van-awbz-naarwmo/publicaties/clientgroepen-extramurale-awbz-begeleiding-dl-2-mogelijkheden-voor-vernieuwing Voor het informeren van gemeenten vanaf blz. 49 een matrix met innovatieve ideeën voor cliëntgroep 1: ouderen met somatische of psychogeriatrische problematiek (SOM 65+/PG 65+).
© VILANS 08-11-2013 /
Gemeenten en dementiezorg. Een inventarisatie naar benodigde ondersteuning aan gemeenten.
40
26
VNG, Zorgverzekeraars Nederland 2012
Samenwerken aan dementiezorg. Mini-toolkit voor gemeenten en zorgkantoren http://www.vng.nl/files/vng/vng/Documenten/Extranet/Wmo/02-Dementiezorg.pdf In deze mini-toolkit wordt beschreven hoe gemeenten en zorgkantoren samen ketenzorg dementie kunnen ontwikkelen. Hierin wordt geïllustreerd hoe de zorgketen aan mensen met dementie en hun omgeving eruit kan zien en wat de winst van samenwerking is. Het bevat een stappenplan dat gemeenten en zorgverzekeraars helpt om vanuit verschillende uitgangspunten de samenwerking aan te gaan of die verder te verdiepen.
27
VNG, Zorgverzekeraars Nederland 2011
Leidraad samenwerken aan zorg en ondersteuning. Leidraad voor gemeenten en zorgkantoren http://www.vng.nl/files/vng/publicaties/2012/01-leidraad.pdf Een hulpmiddel voor de samenwerking tussen gemeenten en zorgverzekeraars. Het bevat aanbevelingen aan beide partijen om de samenwerking ter hand te nemen, daaropvolgend viertal concrete uitwerken.
28
Zorgbelang Gelderland en LOC 2013
Overheveling dagbesteding naar Wmo http://www.loc.nl/actueel/nieuws/nieuwsartikel/1189 Een verslag van een onderzoek dat Zorgbelang Gelderland en het LOC Zeggenschap in zorg hebben verricht om te achterhalen wat cliënten uit de GGZ, ouderenzorg en mensen met een verstandelijke beperking er zelf van vinden, als het gaat om dagbesteding, en alle bijbehorende facetten zoals vervoer, begeleiding, zorg en redzaamheid. Het onderzoek geeft input aan gemeenten zodat zij beschikken over klantinformatie die kan dienen als basis voor verdere beleidsontwikkeling op het gebied van geïntegreerde dagbesteding.
29
Website Expertisecentrum Mantelzorg 2013
Webpagina: Rollen gemeenten respijtzorg http://www.expertisecentrummantelzorg.nl/smartsite.dws?ch=DEF&id=142074 Beschrijving van de rollen van gemeenten in respijtzorg.
© VILANS 08-11-2013 /
Gemeenten en dementiezorg. Een inventarisatie naar benodigde ondersteuning aan gemeenten.
41
30
Zwaanswijk, M., et al. NIVEL, Alzheimer Nederland, 2009
Advies en informatie direct vanaf beginfase belangrijk voor mantelzorgers van mensen met dementie http://www.expertisecentrummantelzorg.nl/Site_EM/docs/pdf/Factsheet_Advies_beginfase_alzhei mer_belangrijk.pdf In deze factsheet staan de problemen van mantelzorgers van mensen met dementie beschreven en welke professionele ondersteuning ze wensen. Bruikbaar voor gemeenten om te bepalen welke ondersteuning voor mantelzorgers er aangeboden moet worden.
31
Zwaanswijk, M., et al. NIVEL, Alzheimer Nederland, 2009
© VILANS 08-11-2013 /
Motieven en belasting van mantelzorgers van mensen met dementie http://www.expertisecentrummantelzorg.nl/Site_EM/docs/pdf/Factsheet_Belasting_mantelzorgers_bi j_dementie.pdf De wensen en ervaren problemen van mantelzorgers van mensen met dementie. Informatief voor gemeenten.
Gemeenten en dementiezorg. Een inventarisatie naar benodigde ondersteuning aan gemeenten.
42
Bijlage 3 Gespreksleidraad gemeenten Leidraad interview gemeenten Naam contactpersoon gemeente: Functie: Interviewer: Datum: Korte opening: - Medewerking vragen in het kader van dit project (toelichten). - Het project gaat over de inhoud en aanpak van de support die het Transitiebureau aan gemeenten kan gaan bieden als het gaat om dementiezorg. - Gemeente moeten ondersteuning gaan bieden aan mensen met dementie, dit is een nieuwe doelgroep en ook zal de ondersteunings-/zorgvraag van mensen met dementie toenemen in de gemeente. - Via de coördinatoren van het netwerk dementie hebben we vernomen dat uw gemeente actief is als het gaat om ondersteuning van mensen met dementie. - De telefonische interviews worden gehouden om goede voorbeelden van gemeenten te analyseren en om tevens te onderzoeken wat de gemeenten aan support nodig hebben ook in het kader van de transitie per 2015. Vragen: - Wat doet uw gemeente nu op het gebied van dementie? -
Onze opdracht is om goede voorbeelden (die gemeenten (alleen/samen) ondernemen) door te nemen zodat anderen daarvan kunnen leren. Kunt u mij een goed voorbeeld noemen dat door de gemeente is ondernomen op het gebied van dementiezorg? Hoe zit het initiatief in elkaar? Welk doel? Wie is de doelgroep? Zijn er effecten bekend? Wat is de rol van de gemeente hierin? Heeft u aanvullende informatie (graag ontvangen)? Wellicht nemen we daarna nog contact met u op. Is het te vinden op uw website? Mogen we dit initiatief vermelden of beschrijven?
-
Toekomstbestendigheid. Is het duidelijk wat het voor dit initiatief betekent als de nieuwe Wmo in werking treed? Heeft u voor ogen wat er moet gebeuren?
-
De gemeente krijgt bepaalde rollen, verantwoordelijk voor uitvoering van de Wmo. Bijvoorbeeld (deel) verantwoordelijkheden rondom: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Informatie verstrekken over dementie Signaleren en actief doorverwijzen Ondersteuning en begeleiding van mensen met dementie Ondersteunen van mantelzorgers Zorgen voor passende huisvesting en vervoer Services en diensten regelen in en rond huis Faciliteren van casemanagement
Wat moet er nu nog gebeuren in de gemeente zodat bovenstaande opgaven voor mensen met dementie zijn geborgd zijn?
Heeft de gemeente er over nagedacht hoe dit te bewerkstelligen?
Wat heeft de gemeente nodig aan support om straks (1/1/2015) ook goede support en ondersteuning aan mensen met dementie te kunnen bieden?
© VILANS 08-11-2013 /
Gemeenten en dementiezorg. Een inventarisatie naar benodigde ondersteuning aan gemeenten.
43
-
-
Zouden jullie ondersteuning nodig hebben op het gebied van: aanbesteding/’inkoop’? het stellen van kaders/criteria voor kwaliteit? het organiseren van vroegsignalering? inhoudelijke kennis nodig? Welke? Toeleiding naar individuele of generiek arrangementen?
Zo ja, wat voor support zou jullie helpen? Hoe moet die ondersteuning eruit komen te zien? Welke vorm, intensiteit, voor wie. Wat zeker niet.
Zo nee, Welke goede voorbeelden heeft u die interessant zijn. Welke ondersteuning heeft u gebruikt om op dit punt te komen? Hoe heeft u het aangepakt? Wat is bruikbaar voor anderen?
Gemeenten moeten ook zorgen dat de kwaliteit en kwantiteit van de ondersteuning voor mensen met dementie voldoende is. Op welke manier gaat de gemeente dit toetsen?
© VILANS 08-11-2013 /
Gemeenten en dementiezorg. Een inventarisatie naar benodigde ondersteuning aan gemeenten.
44