GEMEENTEBLAD 2007 nr.3
De raad van de gemeente Maassluis; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Maassluis d.d. 27 februari 2007 tot het vaststellen van de Verordening Stimuleringsfonds VROM Startersleningen Maassluis 2007 gelet op het bepaalde in de artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet besluit: onder intrekking van het besluit van 28 november 2006 (Verordening Stimuleringsfonds Startersregeling Maassluis 2007) vast te stellen de volgende verordening: Stimuleringsfonds VROM Startersregeling Maassluis 2007 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen Deze verordening verstaat onder: a. SVn: stichting Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten; b. Stimuleringsfonds VROM Startersregeling: het fonds waaruit de gemeente, op grond van haar deelnemingsovereenkomst met de SVn VROM startersleningen kan toekennen. Rente en aflossing over deze leningen worden teruggestort in dit fonds; c. Starterslening: lening die ten doel heeft om voor huishoudens met beperkte financiële mogelijkheden de ruimte te bieden om een eigen woning te kopen. De lening wordt verstrekt op basis van de productspecificaties die zijn vastgelegd in de SVn informatiemap en de Gemeentelijke Uitvoeringsregels VROM Starterslening; d. Aanvrager: de aanstaande eigenaar die de aanvraag doet. Bij twee aanstaande eigenaren gelden zij beiden gezamenlijk als aanvrager; e. huishouden: de aanvrager dan wel de aanvrager en zijn niet duurzaam gescheiden levende echtgenoot of geregistreerd partner die een gezamenlijke huishouding zal dan wel zullen gaan voeren in de aan te kopen woning. Kinderen en pleegkinderen vallen hier niet onder. f. Verwervingskosten: kosten voor het verkrijgen in eigendom van de woning, zoals omschreven in de normen van de Nationale Hypotheek Garantie. De hoogte van de verwervingskosten wordt vastgesteld door de gemeente.
Hoofdstuk 2 Toekenningsbepalingen Artikel 2 Stimuleringsfonds 1. De gemeenteraad van Maassluis heeft een Stimuleringsfonds VROM Startersregeling ingesteld, waaruit aan huishoudens als bedoeld in artikel 6a startersleningen kunnen worden toegekend voor de verwerving van een woning als bedoeld in artikel 6b en 6c 2. Het Stimuleringsfonds VROM Startersregeling is ondergebracht bij de SVn. Artikel 3 Deelnemingsovereenkomst en uitvoeringsregels 1. Op deze verordening is het bepaalde in de tussen de gemeente Maassluis en de SVn afgesloten deelnemingsovereenkomst onverkort van toepassing. 2. De Gemeentelijke Uitvoeringsregels VROM Starterslening - die als bijlage zijn bijgevoegd - maken van deze verordening deel uit. Artikel 4 Toekenning starterslening 1. Het college van burgemeester en wethouders van Maassluis: • is bevoegd om met inachtneming van het bepaalde in deze verordening een starterslening toe te kennen; • stelt de hoogte van de starterslening op grond van de bepalingen uit de Gemeentelijke Uitvoeringsregels VROM Starterslening vast; • kan bij hun beslissing rekening houden met financiële steun die op grond van andere regelingen is of kan worden toegekend; • kan aan de toekenning van startersleningen nadere voorschriften verbinden; • is bevoegd het in het tweede lid genoemde bedrag aan te passen, onder meer indien de prijzen op de woningmarkt daartoe aanleiding geven. 2. De starterslening kan ten hoogste 20% van de verwervingskosten bedragen met een maximum van € 40.000,--. 3. De Starterslening dient te worden verstrekt met Nationale Hypotheek Garantie (NHG); Artikel 5 Beschikbaar budget 1. Uit het Stimuleringsfonds VROM Startersregeling kunnen leningen worden toegekend voorzover het beschikbare budget toereikend is; 2. Alle aanvragen worden in volgorde van binnenkomst afgehandeld. 3. Aanvragen die niet kunnen worden toegekend, worden door het college van burgemeester en wethouders van Maassluis afgewezen. Hoofdstuk 3 Gerechtigden en verwervingskosten Artikel 6 Toepassingsbereik 1. Deze verordening is uitsluitend van toepassing op leningaanvragen voor koopwoningen: a. van in Maassluis woonachtige verblijfsgerechtigde personen die deel uitmaken van het huishouden waarvan op het moment van de aanvraag één van de aanvragers tenminste één jaar in Maassluis woonachtig is en • huurder van een woning, dan wel • inwonend is; b. waarvan de verwervingskosten niet hoger zijn dan € 200.000,-- met dien verstande dat meerwerk buiten beschouwing blijft; c. waarvan de te verwerven woning zich in Maassluis bevindt; 2
Hoofdstuk 4. Verzoeken om een starterslening Artikel 7 Aanvraag en toekenning 1. Huishoudens die op grond van artikel 1e en 6 voor een starterslening in aanmerking komen kunnen bij het college van burgemeester en wethouders van Maassluis om een op naam gesteld aanvraagformulier verzoeken. 2. Het college van burgemeester en wethouders van Maassluis toetst of het in lid 1 bedoelde huishouden voldoet aan de in artikel 6 opgenomen criteria en sturen binnen 5 werkdagen na ontvangst van het verzoek het aanvraagformulier toe. Tegelijkertijd sturen zij de SVn een kopie van het voorblad van dit aanvraagformulier. 3. De verdere afhandeling van de aanvraag vindt plaats overeenkomstig de Gemeentelijke Uitvoeringsregels VROM Starterslening en de Productspecificaties Starterslening zoals die in de SVn – informatiemap zijn vastgelegd. Hoofdstuk 5 Wijziging starterslening Artikel 8 Intrekken aanvraag/toewijzingsbrief starterslening 1.
2. 3.
Het college van burgemeester en wethouders van Maassluis kan een toewijzingsbrief waarin wordt voorzien in de toekenning van een starterslening geheel of gedeeltelijk intrekken wanneer: a. niet is voldaan aan de bij of krachtens deze verordening gestelde voorwaarden en/of bepalingen; b. toekenning van de starterslening op grond van onjuiste gegevens heeft plaatsgevonden. Het college van burgemeester en wethouders van Maassluis trekt een toekenning in ieder geval in wanneer de koopovereenkomst wordt ontbonden. Bij de intrekking kan het college van burgemeester en wethouders van Maassluis de contante waarde van het reeds genoten en/of toekomstige rentevoordeel geheel of gedeeltelijk (terug)vorderen, eventueel met de mogelijkheid van beslaglegging.
Hoofdstuk 6 Aflossing/volledige aflossing Artikel 9 Aflossing 1. 2. 3.
De SVn sluit een leningsovereenkomst met de aanvrager af. Aflossingen worden verricht volgens het bepaalde in de leningsovereenkomst met de SVn; Extra aflossing op de Starterslening is altijd en zonder boete mogelijk. Bij verkoop van de woning wordt de restant schuld ineens en volledig afgelost.
Hoofdstuk 7 Slotbepalingen Artikel 10 3
In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet beslist het college van het college van burgemeester en wethouders van Maassluis Artikel 11 Inwerkingtreding Deze verordening treedt in werking op 8 maart 2007. Artikel 12 Citeerartikel Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening Stimuleringsfonds VROM Startersregeling Maassluis 2007” Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Maassluis, gehouden op 6 maart 2007, de griffier,
de voorzitter,
mr R. van der Hoek
J.A. Karssen
Bijlage hieronder: Gemeentelijke uitvoeringsregels VROM -starterslening
4
Gemeentelijke uitvoeringsregels VROM starterslening Algemeen • • • • • •
De gemeente besluit over de toekenning van de VROM Startersleningen uit het gemeentelijk fonds. De gemeente bepaalt de doelgroep en het marktsegment waarvoor ze de VROM Starterslening wil inzetten. De gemeente maakt gebruik van de productspecificaties, uitvoeringsregels en procedures van de VROM Starterslening zoals deze door de stichting Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse Gemeenten (SVn) zijn vastgesteld. De gemeente bepaalt de bijzondere voorwaarden en de hoogte van de VROM Starterslening mede op basis van een advies van NV Bemiddelend Orgaan te Hoevelaken (BO.). Indien sprake is van een hertoets, voert BO deze uit op grond van de Gemeentelijke uitvoeringsregels. SVn ontvangt de uitkomst van deze hertoets en past vervolgens de rente en aflossing aan. De Gemeentelijke uitvoeringsregels mogen niet strijdig zijn met het besluit van de Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen inzake Nationale Hypotheek Garantie en Startersleningen.
In deze uitvoeringsregels worden beschreven: • Kenmerken van de VROM Starterslening. • Voorwaarden aan de eerste hypothecaire lening. • Inhoud van de draagkrachttoets VROM Startersleningen. • Inhoud van de hertoets VROM Startersleningen. 1. Kenmerken startersleningen De gemeente stelt, op basis van de lokale marktomstandigheden, de doelgroep en het marktsegment vast wie in aanmerking komen voor de VROM Starterslening. De verwervingskosten worden door de gemeente goedgekeurd. De VROM Starterslening past binnen de door SVn gehanteerde productspecificaties en heeft mede op grond van de verordening de volgende kenmerken: • De VROM Starterslening wordt verstrekt door SVn. • Het rentepercentage van de lening bedraagt gedurende de eerste drie jaar 0,0%. Gedurende de eerste drie jaar is geen aflossing verschuldigd. • Na het 3de jaar van de looptijd wordt de rente aangepast. (SVn-rente 15 jaar vast vanaf de ingangsdatum lening). Het percentage staat vast tot en met het vijftiende jaar, gerekend vanaf het moment van de ingangsdatum van de lening. • Na het 3de, 6de, 10de en 15de jaar kan men een hertoetsing aanvragen op basis van een brief die SVn circa drie maanden van tevoren toestuurt. Indien uit deze hertoetsingen blijkt dat de financiële draagkracht onvoldoende is, worden de rente en aflossing aangepast op basis van de gemeentelijke uitvoeringsregels. • Op het moment dat de marktconforme maandtermijn is bereikt, is hertoetsen niet meer mogelijk. • Indien na 15 jaar de marktconforme maandtermijn nog niet bereikt is, blijft de op dat moment door de gemeente vastgestelde maandtermijn voor de rest van de looptijd ongewijzigd. De lening wordt afgelost via jaarannuïteiten • De lening wordt verstrekt onder hypotheek waarbij zonodig genoegen wordt genomen met een 2e of 3e hypotheek. • In zijn algemeenheid wordt de VROM Starterslening met Nationale Hypotheek Garantie afgesloten. 2. Voorwaarden aan de eerste hypothecaire lening •
Voor de eerste hypothecaire lening wordt Nationale Hypotheek Garantie verkregen.
5
• • • •
•
De bank draagt de borgtochtprovisie voor Nationale Hypotheek Garantie af voor de eerste hypotheek, SVn doet dit voor de Starterslening. De bank meldt de eigen financiering onder Nationale Hypotheek Garantie aan bij het Waarborgfonds Eigen Woningen, waarbij de VROM Starterslening als contante waarde subsidie is opgenomen. De rentevastperiode van de eerste hypothecaire lening bedraagt tenminste 10 jaar. De eerste hypothecaire lening mag niet hoger zijn dan een bedrag, gelijk aan de kosten voor het verkrijgen in eigendom van de woning, volgens de normen van de Nationale Hypotheek Garantie, minus de hoogte van de VROM Starterslening. Voor toetsing en advisering wordt de hoofdsom van de Starterslening als “contante waarde subsidie” ingevoerd. De bank verplicht zich na het ingaan van de lening geen gelden meer onder verband van de eerste hypotheekstelling ter leen te verstrekken aan de schuldenaar. Voormelde verplichting rust op de Bank uitsluitend voor zolang als de door SVn aangegane VROM Starterslening niet volledig is afgelost.
3. Uitgangspunten van de draagkrachttoets voor de starterslening Voor de draagkrachttoets wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de NHG- toetsing, waarin bepaald wordt of een lening Nationale Hypotheekgarantie mogelijk is met een bepaald inkomen. De kosten van de draagkrachttoets zijn voor rekening van SVn. Uitzonderingen: 1. Bij de draagkrachttoets wordt ook rekening gehouden met vermogen. 2. Het toetsinkomen dat in de draagkrachttoets wordt meegeteld bedraagt 90% van het werkelijke toetsinkomen. 3. Persoonlijke verplichtingen worden voor de draagkrachttoets van de VROM Starterslening buiten beschouwing gelaten. Uiteraard worden de persoonlijke verplichtingen wel meegenomen in de NHG-toets van de eerste hypothecaire lening. 4. Definities ten behoeve van de vaststelling hoogte starterslening Ontvangstdatum Aanvrager
Datum waarop de aanvraag door SVn is ontvangen. De aanstaande eigenaar die de aanvraag doet. Bij twee of meer aanstaande eigenaren gelden beiden gezamenlijk als ‘aanvrager’. Huishouden de aanvrager dan wel de aanvrager en zijn niet duurzaam gescheiden levende echtgenoot of geregistreerd partner die een gezamenlijke huishouding zal dan wel zullen gaan voeren in de aan te kopen woning. Kinderen en pleegkinderen vallen hier niet onder. Individueel toetsinkomen Voor ieder lid van het huishouden wordt afzonderlijk het toetsinkomen vastgesteld conform de dan geldende NHG-normen Partner 1 Het lid van het huishouden met het hoogste individueel toetsinkomen op de ontvangstdatum. Partner 2 Indien het huishouden twee personen telt: degene(n) die niet het hoogste individueel toetsinkomen op de ontvangstdatum heeft. Indien partner 1 feitelijk met meer dan één andere persoon een gezamenlijke huishouding voert, wordt als partner 2 aangemerkt degene met het hoogste individueel toetsinkomen. Toetsinkomen huishouden 90% van individueel toetsinkomen partner 1 en indien van toepassing+ 90% van individueel toetsinkomen partner 2. Toetsrente Rentepercentage van SVn bij 15 jaar rentevast, zoals geldt op de ontvangstdatum van de aanvraag. Financieringslastpercentage Het financieringslastpercentage conform de op de ontvangstdatum, geldende Normen NHG, dat behoort bij het individueel toetsinkomen van partner 1 en rekening houdend met de toetsrente. Volgens de NHG-norm wordt bij het bereiken van de 65-jarige leeftijd de ‘financieringslasttabel vanaf 65 jaar’ van de NHG-voorwaarden en normen gehanteerd.
6
Peiljaar
Indien de ontvangstdatum in de eerste helft van het kalenderjaar ligt: het kalenderjaar dat twee jaar voorafgaat aan het jaar waarin de ontvangstdatum ligt; indien de ontvangstdatum (1) in de tweede helft van het kalenderjaar ligt: het kalenderjaar dat voorafgaat aan het jaar waarin de ontvangstdatum ligt. Beschikbaar eigen geld 25 x belastbaar inkomen in box 3 van de inkomstenbelasting in het peiljaar (10), van beide partners tezamen. (Op de aanslag Inkomstenbelasting staat vermeld het belastbaar inkomen. Dit is 4% van het belaste vermogen, het vermogen dus na aftrek van de vrijstelling). Verwervingskosten Kosten voor het verkrijgen in eigendom van de woning, zoals omschreven in de normen van de Nationale Hypotheek Garantie. De hoogte van de verwervingskosten wordt vastgesteld door de gemeente. Genormeerde last marktconforme lening De genormeerde bruto last van de marktconforme lening aan het begin van ieder van de volgende perioden, berekend op basis van maandannuïteiten, de toetsrente (8), het restant van een oorspronkelijke looptijd van 30 jaar en de restanthoofdsom aan het begin van de betreffende periode. In beginsel is deze last steeds gelijk. Indien echter één of meer van de aanvragers 56 jaar of ouder zijn, maar nog geen 65 jaar, wordt de genormeerde last zodanig naar beneden bijgesteld dat deze past bij het dan geldende inkomen (uitgaande van een aanname dat het inkomen dan daalt tot 70%).
5. Vaststelling gegevens ten behoeve van VROM starterslening Hoogte Starterslening De geadviseerde hoogte van de VROM Starterslening wordt door BO als volgt berekend. De gemeente bepaalt de uiteindelijke hoogte. Hoogte Starterslening = Verwervingskosten -/- beschikbaar eigen geld -/- genormeerde marktconforme lening De berekening van de genormeerde marktconforme lening is gebaseerd op een simulatie van de marktconforme lening die de aanvrager met NHG kan krijgen. Indien geen van de partners op de ontvangstdatum 56 jaar of ouder is, verloopt de berekening van de genormeerde marktconforme lening als volgt: Normfinancieringslast = Toetsinkomen huishouden x financieringslastpercentage Genormeerde marktconforme lening = de maximale marktconforme lening op basis van de dan geldende NHG-normen. Toets bij 56 jaar of ouder Indien op de ontvangstdatum één of meer van de partners 56 jaar of ouder is, maar nog geen 65 jaar, gelden de volgende aanvullende regels: Vanaf het begin van een jaar waarin een partner 65 jaar wordt, wordt rekening gehouden met een inkomen van 70% van het actuele toetsinkomen. Hierbij wordt gerekend in hele jaren vanaf de ontvangstdatum. Het toetsinkomen huishouden wordt vanaf het begin van dat jaar overeenkomstig verlaagd. De financieringslast moet vanaf het begin van een jaar waarin een partner 65 jaar wordt passen bij het dan geldende toetsinkomen huishouden. Dit wordt bereikt doordat er in de berekening vanuit wordt gegaan dat de eerste periode extra wordt afgelost. In de berekening van de nieuwe normfinancieringslast vanaf het begin van het jaar waarin een partner 65 jaar wordt, wordt steeds uitgegaan van het financieringslastpercentage van partner 1.
7
Normlast marktconforme lening Als onderdeel van de aanvangstoets wordt vastgesteld hoe hoog de genormeerde last van de marktconforme lening bedraagt aan het begin van ieder van de volgende perioden. Deze bedragen zijn van belang bij de hertoetsen. Toets vermogen Bij de toets wordt er vanuit gegaan dat het belastbare vermogen in box 3 (dus boven de vrijstelling) wordt gebruikt als eigen geld ter financiering van de verwervingskosten. 6. Toewijzing VROM starterslening door de gemeente BO brengt aan de gemeente advies uit over de hoogte van de VROM Starterslening. De gemeente bepaalt de definitieve hoogte van de VROM Starterslening. Het is denkbaar dat de gemeente op basis van de eigen verordening hierbij nog correcties toepast op het advies van BO, waarbij het onder meer kan gaan om: vaststelling van het vermogen uit een te verkopen woning, (indien de gemeente de VROM Starterslening van toepassing verklaart bij doorstroming van de ene naar de andere koopwoning), met als resultaat een overeenkomstig lagere VROM Starterslening; extra vrijgesteld vermogen in bijzondere omstandigheden, met als resultaat een overeenkomstig hogere VROM Starterslening; inperking van de normfinancieringslast doordat rekening wordt gehouden met overige financiële verplichtingen, met als resultaat een hogere VROM Starterslening; andere correcties. Voor de eerste periode van 3 jaar is de Starterslening renteloos en aflossingsvrij. De gemeente wijst de VROM Starterlening toe via een toewijzingsbrief. Indien de aanvrager naar het oordeel van de gemeente niet in aanmerking komt voor een Starterslening, stuurt de gemeente de aanvrager hierover schriftelijk bericht. SVn ontvangt een kopie van de toewijzingsbrief. c.q. van de brief met de afwijzing van de starterslening. 7. Hertoets VROM startersleningen Belangrijk: • Persoonlijke verplichtingen worden bij de hertoets van de VROM Starterslening buiten beschouwing gelaten. • Wanneer SVn op de mogelijke hertoetsmomenten, op verzoek van de klant, een hertoets uitvoert, bedraagt het tarief hiervoor EUR 140,--, prijspeil 2002. Na 2002 wordt het tarief jaarlijks geïndexeerd met de consumentenprijsindex alle huishoudens (zie: scp1494b.htm: Consumentenprijsindex totalen), en wel als volgt: index september voorafgaand jaar x € 140,index september 2002 •
De kosten van de hertoets komen voor rekening van de klant. SVn brengt deze kosten in rekening bij de klant. De klant tekent hiertoe vooraf een machtiging tot eenmalige automatische incasso.
SVn brengt de kosten niet bij de klant in rekening, wanneer de gemeente in het genoemde besluit bepaalt dat de gemeente de kosten voor haar rekening neemt. In dat geval worden de kosten geboekt ten laste van de Gemeenterekening Definities t.b.v. hertoets en aanpassing Begrippen die hieronder niet worden gedefinieerd, maar die wel worden gebruikt in de navolgende paragrafen, zijn reeds behandeld in de aanvangstoets). Periode
Een periode waarin de rente en aflossing constant blijft. De VROM Starterslening kent 5 perioden:
8
1 jaar 1 t/m jaar 3 2 jaar 4 t/m jaar 6 3 jaar 7 t/m jaar 10 4 jaar 11 t/m jaar 15 5 jaar 16 t/m jaar 30 Periode 1 gaat in op de ingangsdatum van de lening. De ingangsdatum is de eerste dag van de maand volgend op die waarin de hypotheekakte wordt gepasseerd. Herzieningsdatum De eerste dag van een periode (m.u.v. periode 1). Een herzieningsdatum valt altijd op de eerste dag van een kalendermaand. Peildatum De dag die drie kalendermaanden voorafgaat aan de herzieningsdatum. Huishouden (t.b.v. hertoets) Het huishouden van de aanvrager, bestaande uit een natuurlijk persoon en zijn niet duurzaam gescheiden levende echtgenoot of geregistreerd partner, of degene die met hem voorafgaand aan de peildatum tenminste zes maanden een gezamenlijke huishouding voert, niet zijnde kinderen of pleegkinderen. Er kunnen niet meer dan twee personen tot het huishouden behoren. Hertoetsrente In de hertoets voor de periodes 2, 3 en 4: het gehanteerde rentepercentage van SVn bij 15 jaar rentevast, zoals vastgelegd in de offerte. In de hertoets voor de periode 5: het rentepercentage van SVn bij 15 jaar rentevast, zoals geldt op de peildatum van periode 5. Financieringslastpercentage hertoets Het financieringslastpercentage conform de op de peildatum geldende NHGnormen, dat behoort bij het individueel toetsinkomen van partner 1 en rekening houdend met de hertoetsrente. Volgens de NHG-norm wordt bij het bereiken van de 65-jarige leeftijd de ‘financieringslasttabel vanaf 65 jaar’ van de NHGvoorwaarden en normen gehanteerd. Peiljaar hertoets Indien de peildatum in de eerste helft van het kalenderjaar ligt: het kalenderjaar dat twee jaar voorafgaat aan het jaar waarin de peildatum ligt. Indien de peildatum in de tweede helft van het kalenderjaar ligt: het kalenderjaar dat voorafgaat aan het jaar waarin de peildatum ligt. Restantlooptijd De looptijd indien op de herzieningsdatum de aflossing gaat lopen: 30 jaar minus het aantal op de herzieningsdatum verstreken jaren van de looptijd, maar met de volgende uitzonderingen: 10 jaar bij een hoofdsom tussen € 5.000 en € 10.000,-; 5 jaar bij een hoofdsom lager dan € 5.000,-. Marktconforme annuïteit VROM Starterslening De jaarannuïteit van de VROM Starterslening over de restantlooptijd bij de hertoetsrente 8. Vaststelling gegevens ten behoeve van de hertoets Toetsinkomen Het actuele toetsinkomen wordt op dezelfde wijze vastgesteld als voor de draagkrachttoets als bij de aanvangstoets. Herziening rente en aflossing De normfinancieringslast op de peildatum is de basis voor de herziening van de rente en aflossing voor de eerstvolgende periode. Normfinancieringslast = Toetsinkomen huishouden x financieringslastpercentage hertoets Beschikbare financieringslast = Normfinancieringslast -/- Genormeerde last marktconforme lening Vervolgens wordt de rente en looptijd als volgt vastgesteld: a. Indien de beschikbare financieringslast groter is dan de annuïteit VROM Starterslening geldt gedurende de restantlooptijd de genoemde annuïteit. De rente blijft vast t/m het einde van periode 4. Daarna gaat een nieuwe rentevastperiode in van maximaal 15 jaar, met het rentepercentage van SVn bij 15 jaar rentevast, zoals geldt op de peildatum van periode 5.
9
b. Indien de beschikbare financieringslast kleiner is dan de annuïteit VROM Starterslening: er wordt geen aflossing berekend, alleen rente. Het rentepercentage wordt als volgt berekend: Beschikbare financieringsruimte x 100% Hoogte VROM Starterslening Het rentepercentage wordt naar beneden afgerond op ééntiende procent. Gaat voor de betreffende periode een annuïteit gelden, dan vinden er ten behoeve van de volgende periode geen hertoetsen meer plaats. Wordt alleen rente berekend, dan vindt voorafgaand aan de volgende periode opnieuw een hertoets plaats.
10