gemeente Lemsterland
Ontwikkelagenda Lemmer 2040-2050 Hoofdrapport
15 februari 2011
Leeswijzer In dit document wordt de Ontwikkelagenda van Lemmer beschreven. In feite gaat het om een bundeling van informatie uit bestaande bronnen die bij elkaar gevoegd is en geordend. Door onderlinge verbanden te laten zien, worden de gezamenlijke ambities en uitdagingen van de verschillende overheden zichtbaar gemaakt. Deze agenda dient als hulpmiddel om bestuurlijke keuzes in samenhang met elkaar te kunnen maken. Eerst wordt in het eerste hoofdstuk de aanleiding voor het opstellen van deze ontwikkelagenda geschetst. Om de lezer een beeld te geven van de sterke invloed van de grote infrastructurele keuzes uit het verleden, wordt teruggegaan in de tijd en de historische context rondom het dorp geschetst. Daardoor kan de lezer zich beter identificeren met de huidige problemen en ambities. Hoofdstuk twee bevat een opsomming met beschrijving van alle plannen, visies en dromen welke in Lemmer leven, steeds met een verwijzing naar de vele, vele brondocumenten. In hoofdstuk drie worden de verschillende scenario’s in verband met elkaar gebracht. Dit hoofdstuk vormt met het voorgaande de Ontwikkelagenda voor Lemmer. Het mogelijk veranderen van het IJsselmeerpeil is daarbij herkend als leidend scenario, wat alle andere scenario’s raakt. In het vierde en laatste hoofdstuk worden conclusies getrokken en aanbevelingen gedaan. De eerste drie bijlagen bevatten een analyse van de capaciteit en onderhoudsbehoefte van de Prinses Margrietsluis en een vooronderzoek naar een toekomstige oplossing voor deze sluis. Het betreft hier een onderzoek wat heel goed een zelfstandig document zou kunnen zijn, maar wat is toegevoegd omdat het antwoord geeft op de centrale vraag waar in de nabije toekomst investeringen verwacht mogen worden. Bijlage 4 laat de historische ontwikkeling van het gebied in kaartbeelden zien. Een financiële paragraaf is niet opgenomen omdat dat in dit stadium prematuur zou zijn. Hierover moeten provincie en gemeente aparte besluiten nemen Duidelijk is dat niet alles direct financierbaar is en dat er waarschijnlijk keuzes gemaakt moeten worden. Deze agenda is daarbij een hulpmiddel en dient om integrale besluitvorming te realiseren. ing. G.C.A. Schouwstra BPM.
Provincie Fryslân Ontwikkelagenda Lemmer 2040-2050
Pagina 2
12-03-2011 Hoofdrapport
Inhoudsopgave Leeswijzer ..............................................................................................................................2 Inhoudsopgave .......................................................................................................................3 1 Inleiding ..............................................................................................................................4 1.1 Opdracht en doelstelling voor de Ontwikkelagenda Lemmer. ........................................4 1.2 Aanleiding voor de Ontwikkelagenda Lemmer. ............................................................5 1.3 De historie van het dorp Lemmer. .................................................................................8 1.4 Geschiedenis van de infrastructuur. .............................................................................10 2 Opsomming van plannen, ontwikkelingen & visies in en om Lemmer. ..............................13 2.1 Toekomst Prinses Margrietsluis. .................................................................................13 2.2 Ontwikkeling bedrijventerrein Lemsterhoek................................................................14 2.3 Rondweg N359: Verbetering doorstroming en tracékeuze. ..........................................15 2.4 Vervanging Sylroedebrug door een aquaduct. .............................................................18 2.5 Ontwikkeling Stuurwielterrein. ...................................................................................19 2.6 Zuyderzeerandproject. ................................................................................................19 2.7 Autonome ontwikkeling IJsselmeerpeil. ......................................................................20 2.8 Aanbevelingen van de Deltacommissie. ......................................................................21 2.9 Bezoekerscentrum en monument Ir. D.F. Woudagemaal. ............................................21 2.10 Friese Merenproject – Masterplan Toegangspoort Lemmer. ......................................23 2.11 Windmolenpark Noordoostpolder. ............................................................................23 2.12 Zuiderzeelijn. ............................................................................................................24 2.13 Bediening bruggen en sluizen. ..................................................................................24 2.14 Natura 2000 gebieden. ..............................................................................................25 2.15 Bestuurlijke fusie. .....................................................................................................25 3 Onderlinge samenhang van de ontwikkelingen. .................................................................27 3.1 Effecten van peilscenario’s .........................................................................................27 3.2 Onderlinge samenhang van projecten. .........................................................................27 4 Conclusies en aanbevelingen. ............................................................................................30 4.1 Conclusies algemeen..................................................................................................30 4.2 Conclusies korte termijn .............................................................................................30 4.3 Conclusies middellange termijn ..................................................................................31 4.4 Conclusies lange termijn (aanpassing waterpeil) .........................................................31 4.5 Aanbevelingen ............................................................................................................32 Inhoudsopgave Bijlagenrapport: Bijlage 1 – Evaluatie schutcapaciteit Prinses Margrietsluis. Bijlage 2 – Evaluatie onderhoudstoestand Prinses Margrietsluis. Bijlage 3 – Vooronderzoek Prinses Margrietsluis. Bijlage 4 – De ontwikkeling van de Lemmer in kaartbeelden.
Provincie Fryslân Ontwikkelagenda Lemmer 2040-2050
Pagina 3
12-03-2011 Hoofdrapport
1 Inleiding 1.1 Opdracht en doelstelling voor de Ontwikkelagenda Lemmer. Opdracht: De Ontwikkelagenda is geïnitieerd naar aanleiding van diverse ontwikkelingen in en rondom Lemmer. Belangrijk is om te proberen de verschillende ambities binnen de beleidsvelden bij elkaar te brengen en te onderzoeken hoe ze elkaar kunnen versterken: gebiedsontwikkeling versus bereikbaarheid. In het Coalitieakkoord1 van de provincie Fryslân staat: “De afspraak die gemaakt is over het aanpakken van de verkeershinder op de rondweg Lemmer wordt nagekomen; voor de lange termijn is in onze visie de beste oplossing een gedeeltelijke verdubbeling van de bestaande N359 in combinatie met een aquaduct bij de Sylroede.” Het proces om te komen tot een integrale aanpak is gestart in 2009 en richt zich op een integratie van alle ruimtelijke, infrastructurele en sociaal geografische ontwikkelingen op de lange termijn, zodat een duidelijke visie op de toekomstige ontwikkeling van Lemmer en omgeving ontstaat. In 2010 is de opdracht2 voor het opstellen van dit rapport geformuleerd en vastgesteld. De teksten van deze paragraaf komen overeen met die uit de studieopdracht. In deze opdracht wordt aangegeven dat vanwege korte en middellange termijninvesteringen een eindbeeld van de benodigde netwerkstructuren rond 2050 gewenst is. Daarbij wordt een mogelijke stijging van het IJsselmeerpeil ook als ontwikkeling meegenomen omdat hier al beleid voor bestond. Daarnaast is deze ontwikkeling relevant omdat besluitvorming over de adviezen van de Deltacommisse al in de komende 5 jaar zal plaatsvinden. Uiteindelijk moet de Gebiedsagenda Lemmer ervoor zorgen dat alle ontwikkelingen goed op elkaar aan zullen sluiten, op de korte maar vooral op de lange termijn. Het gaat hierbij om zowel gemeentelijke als provinciale en zelfs landelijke ontwikkelingen. Probleemstelling: De volgende probleemstellingen zijn in de opdracht als leidend beschreven: 1. In Lemmer kruisen ’s zomers grote stromen toeristen elkaar op de N359, de Sylroede en het Prinses Margrietkanaal. Er blijken nogal wat tegenstrijdige visies te zijn. Sommige daarvan zijn realistisch en gefinancierd, maar de meeste niet. 2. De doorstroming op de N359, de Sylroede en het Prinses Margrietkanaal moet worden verbeterd. Voor de bestaande kruispunten moet een passende tijdelijke of structurele oplossing worden bedacht. Product: Het doel is dus een agenda te ontwikkelen, waar alle onderwerpen in samenkomen. Het gevraagde product is een agenda rondom het structuurplan voor Lemmer. Hierin staan: - een overzicht van alle ontwikkelingen. - programmering van de ontwikkelingen. - schetsoplossingen voor de twee weg-/waterkruisingen. - Interne en externe overeenstemming over het product. 1 2
Coalitieakkoord 2007-2011, Provincie Fryslân, 30 mei 2007. Studieopdracht gebiedsagenda Lemmer, provincie Fryslân, 2 februari 2010.
Provincie Fryslân Ontwikkelagenda Lemmer 2040-2050
Pagina 4
12-03-2011 Hoofdrapport
Deze studie beperkt zich tot het agenderen van alle harde en zachte ontwikkelingen in en om Lemmer rond 2050. Daarnaast komen er concrete schetsoplossingen met financiële duiding voor de kruising van de N359 met de Sylroede en het Prinses Margrietkanaal. De studie leidt tot twee concrete producten: 1. Agenda gebiedsontwikkeling Lemmer: Dit is een integrale opsomming van alle ruimtelijke, infrastructurele en sociaal geografische ontwikkelingen op de lange termijn, zodat een duidelijke visie op de toekomstige ontwikkeling van Lemmer en omgeving ontstaat. 2. Integrale lange termijn visie op de netwerkstructuren rondom Lemmer. Met name de consequenties en principeoplossingen op schetsniveau met daarbij globale kostenraming en haalbaarheid voor de provinciale infrastructuur. Het proces van de Ontwikkelagenda is gericht op het verkrijgen van overzicht en het maken van strategische keuzes. Na inventarisatie en het in een kader zetten van alle losse plannen, kan de bestuurlijke discussie beginnen, gevolgd door bestuurlijke keuzes en financiering.
1.2 Aanleiding voor de Ontwikkelagenda Lemmer. De laatste grote aanpassingen van de hoofdinfrastructuur in en om Lemmer zijn alweer ruim 30 jaar geleden. Het dorp heeft zich nadien ontwikkeld en is de rondweg overgestoken. Het bebouwde oppervlak ten noorden en noordwesten van de rondweg is nu even groot als het gebied aan de zuidkant ervan. Lemmer heeft, zoals ze door de eeuwen heen steeds heeft gedaan, een nieuwe economische invulling gevonden: de toerist is ontdekt en nu ligt een groot accent op recreatie. In de nieuwe wijken zijn recreatiewoningen ontwikkeld met eigen aanlegplaatsen en in de jachthavens liggen alle typen boten te huur. Onze oosterburen hebben door de goede hoofdontsluiting via de A6 Lemmer ontdekt en velen hebben zich zelfs in Lemmer gevestigd. In het hoogseizoen strijden het Nederlands en het Duits om de eerste plaats als voertaal in het dorp. De weginfrastructuur, die zijn basis in de jaren 50 van de vorige eeuw heeft, begint nu tegen zijn maximale capaciteit aan te lopen. Daarmee wordt niet de A6 bedoeld, maar wel de aansluiting daarvan op de N359, die op hoogtijdagen zo vol staat dat de file op de afrit dreigt terug te slaan op de snelweg. De wachttijden op N359 zijn opgelopen door de aanwezigheid van gelijkvloerse kruispunten die het lokale verkeer moeten ontsluiten en inmiddels zijn uitgerust met V.R.I.’s (verkeersregelinstallaties) en de beide weg-/waterkruisingen (beweegbare bruggen) bij de Sylroede en het Prinses Margrietkanaal. Door schaalvergroting in de binnenvaart en de recreatievaart lijkt de maximum capaciteit van de Prinses Margrietsluis in zicht te zijn. Uit onderzoek 3 van Rijkswaterstaat in 1999 bleek dat de sluis in 2015 een knelpunt op de route zou gaan worden. Daarom is het project als uit te voeren verkenning op de agenda van het BO-MIRT geplaatst. Bij de ontwikkeling van bedrijventerrein Lemsterhoek, maar ook ontwikkelingen als de Zuyderzeerand, het Friese merenproject en uitbreidingen aan de noordzijde van Lemmer, wordt tegen knelpunten aangelopen waarvan binnen de projectgrenzen geen goede integrale oplossing geboden kan worden. De ontwikkelingen raken elkaar niet alleen, de vraag rijst zelfs of deze deeloplossingen wel allemaal hetzelfde doel dienen. Recent is het rapport van de 3
Capaciteitsonderzoek Prinses Margrietsluis Lemmer, project RAIN 97.161 (juni 1999)
Provincie Fryslân Ontwikkelagenda Lemmer 2040-2050
Pagina 5
12-03-2011 Hoofdrapport
Deltacommissie 4 onder leiding van prof. dr. Veerman verschenen, welke de aanbeveling doet om het peil in het IJsselmeer vanaf 2050 geleidelijk 1,5 meter te verhogen en zo de zoetwatervoorraad te vergroten. Alle voorgaande scenario’s van Rijkswaterstaat gingen uit van een veel beperktere peilstijging van ca. 50 cm. Bestuurlijk heeft Fryslân de voorkeur uitgesproken voor een variant waarbij het IJsselmeerpeil niet veel verandert, maar het is de vraag tot hoelang dat volgehouden kan worden. Duidelijk is dat de zeewering bij Lemmer een dergelijk peilstijging niet aan kan en ditzelfde geldt voor de buitendijks gelegen industrieterreinen Sluisweg en Buitengaats. De verschillende scenario’s leiden tot verschillende oplossingen. Bij het vervangen van de brug over de Prinses Margrietsluis in 1996, is rekening gehouden met een verdubbeling van de sluiskolk, daarvoor is ook een ruimtelijke reservering gedaan. Provinciale Staten hebben in 2010 geld gereserveerd om de Sylroedebrug door een aquaduct te kunnen vervangen. Er wordt gewerkt aan het verbeteren van de doorstroming op de rondweg door de kruispunten aan te passen. Maar hoe ziet het totale plaatje voor de lange termijn er nu eigenlijk uit? Om dit duidelijk te maken hebben Gedeputeerde Staten in 2009 opdracht gegeven tot het opstellen van een Masterplan Lemmer, wat uiteindelijk leidde tot deze Ontwikkelagenda. De gemeente heeft in 2006 al een Ontwikkelingsperspectief 5 het licht laten zien. Hierin staan opmerkelijke elementen, zoals een weg door de Lemsterbaai, herstructurering van het bedrijventerrein Buitengaats en de oude haven. Het Ontwikkelingsperspectief gaf een doorkijk naar 2030, maar heeft geen formele juridische status. Daarom heeft de gemeente in 2009 een Structuurvisie6 op basis van de Wro (Wet ruimtelijke ordening) opgesteld
Figuur 1 : Ontwikkelingsperspectief 2030 gemeente Lemsterland uit 2006.
4
Samen werken met water – Bevindingen van de Deltacommissie 2008. Ontwikkelingsperspectief: “Groeten uit Lemsterland”. Opgesteld door Witpaard en partners, juli 2006. 6 Structuurvisie Lemsterland – poort van Fryslân. Opgesteld door Royal Haskoning, rapport 9V0247. 5
Provincie Fryslân Ontwikkelagenda Lemmer 2040-2050
Pagina 6
12-03-2011 Hoofdrapport
voor 2020. Deze kwam in het voorjaar van 2010 in de inspraak. In grote lijnen is dit een verfijning van het document uit 2006, maar er zijn ook opmerkelijke verschillen. Zo ontbreekt de weg door de Lemsterbaai en is meer aandacht voor de zogenaamde groene en blauwe functies.
Figuur 2 : Structuurvisie 2020 gemeente Lemsterland uit 2010.
Bij het bronnenonderzoek bleek dat er nog tal van visies en documenten over Lemmer rondzweven die allemaal wel een of andere status hebben. De behoefte van de bestuurders was niet zozeer om een nieuwe visie op te stellen, maar om bestaande ideeën en visies te verbinden en eventuele spanningen zichtbaar te maken. Zijn onze investeringen van de komende jaren wel toekomstvast? Maken we de juiste keuzes? Een Masterplan leek naast de recente Structuurvisie een beetje veel van het goede. Daarbij ontwikkelde het Friese Merenproject samen met de gemeente in het najaar van 2010 een projectdocument wat de naam Masterplan meekreeg. Een tijdlang is de term Gebiedsagenda gebruikt, totdat bleek dat VROM deze term min of meer als een exclusief instrument beschouwt. En zo werd de naam Ontwikkelagenda Lemmer geboren. Deze heeft een horizon gekregen die ligt tussen 2040 en 2050 en beschouwt de totale ontwikkeling van het gebied in samenhang met de benodigde investeringen in de hoofdinfrastructuur. Een eventuele stijging van het IJsselmeerpeil na 2050 is als mogelijke ontwikkeling meegenomen, omdat de besluitvorming hierover veel eerder plaatsvindt. De effecten hiervan zijn alleen op hoofdlijnen beoordeeld. Er worden dus, als uitwerking van de opdracht, in feite drie doelen onderscheiden: - aangeven waar het op de lange termijn (2040-2050) met Lemmer naar toe moet. - aangeven welke korte termijn investeringen nodig zijn in de Provinciale hoofdinfrastructuur. - aangeven welke mogelijkheden tot samenwerking er zijn. In de Ontwikkelagenda Lemmer wordt op deze elementen ingegaan.
Provincie Fryslân Ontwikkelagenda Lemmer 2040-2050
Pagina 7
12-03-2011 Hoofdrapport
1.3 De historie van het dorp Lemmer.7 Om te kunnen verklaren hoe het allemaal zo gekomen is, is het nodig om terug te gaan in de geschiedenis. Lemmer heeft als havenplaats aan de Zuiderzee eeuwenlang een voordeurspositie voor Noord-Nederland ingenomen. Het dorp Lemmer ontstond in de middeleeuwen op de plaats waar de riviertjes de Rien en de Sylroede samenvloeien. Daar waar het binnenwater de Zuiderzee in stroomde en omgekeerd, bleek een uitgelezen plaats te zijn voor de vestiging van koop- en ambachtslieden. Wanneer dat precies gebeurde is niet bekend. In 1228 wordt de kerk van Lemmer onder de naam Lenna of Limna vermeld in de stukken van het Aartsbisdom Utrecht. Ook zijn er oudere namen bekend, waaronder Lyamer. Er kan ook een verband worden gelegd met de naam Lammerbroeke. Deze naam komt in 1165 voor, als een eerdere vorm van Lemsterhoek, een kleine vestiging iets ten westen van het tegenwoordige Lemmer, dat omstreeks 1400 door de Hollanders verwoest werd. Lemsterhoek werd niet herbouwd, maar de plek en de naam zijn nog steeds bekend, vooral bij schippers en vissers. Lemmer lag aan de Zuiderzee op een kwetsbare plaats en werd vaak onder Hollandse invloed gebracht. In 1197 liet graaf Willem I in Oosterzee een burcht bouwen voor zijn strijd tegen de heer van Kuinre. In Lemmer werd in 1421 een sterk blokhuis of schans gebouwd door Jan van Beieren, ook wel Jan zonder Genade genoemd, die door de Schieringers als beschermheer naar Fryslân was geroepen. Dit moest het begin zijn om heel Fryslân te veroveren. De schans werd echter na al een jaar door vrijheidsstrijders verwoest. Ook Karel van Egmond, hertog van Gelre, bemoeide zich met Fryslân. In 1521 trok zijn leger vanuit Makkum naar Lemmer waar hij een blokhuis bouwde met brede grachten er om heen, een versterkt onderkomen voor een garnizoen. Twee jaar later droeg hij Lemmer over aan de Bourgondiërs die net Sloten hadden veroverd en het blokhuis met de grond gelijk lieten maken. Vijf jaar later werd voor de derde maal een sterke schans te Lemmer gebouwd. Nadat deze op bevel van Karel de Vijfde verwoest werd begon met na enkele jaren weer opnieuw. Zo wisselden verwoesting en wederopbouw elkaar af, vooral omdat Lemmer een plaats was waar de handel welig tierde. In het jaar 1581 opende Lemmer een vaste verbindingsdienst naar Holland. In 1588 komt formeel een einde aan de strijd tussen de gewesten als de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden wordt opgericht. Het moge duidelijk zijn dat Lemmer tot ver na 1600 geen rustige woonplaats was. Ook de Spanjaarden lieten Lemmer niet met rust. Ze veroverden het dorp in 1581, tijdens de Tachtigjarige Oorlog, tegelijk met de stad Sloten. Alleen de bisschop van Munster lukte het niet om in 1672 Lemmer te bezetten. Rond 1700 was de scheepvaart voor Lemmer van groot belang geworden. Op 20 maart 1760 lagen er wel 31 koffen, galjoten en andere zeeschepen in de haven en op de rede van de Lemmer; waarvan 15 bestemd waren voor Frankrijk. De opkomst van Lemmer als haven was te danken aan het verzanden van de haven van Kuinre in de 18e eeuw. In de middeleeuwen hadden zowel Kuinre als Tacozijl goede natuurlijke havens, met veel onderlinge 7
Bronnen: Dick Offringa, www.offringa.nl/lemmer, Roelie Spanjaard-Visser www.spanvis.nl en de internetencyclopedie Wikipedia. Provincie Fryslân Ontwikkelagenda Lemmer 2040-2050
Pagina 8
12-03-2011 Hoofdrapport
vijandigheden tot gevolg. Tacozijl is in de 15e eeuw enige tijd Fryslâns tweede haven geweest, maar lag uiteindelijk ongunstig in de handelsroutes. Ook het belang van Sloten werd steeds minder. Al deze factoren hebben bijgedragen aan Lemmers ontwikkeling als havenplaats. Er werden nieuwe zeedijken aangelegd. Dat de nederzetting Lemmer zo uitgroeide tot een belangrijke handels- en doorvoerplaats wordt geïllustreerd doordat rond 1740 zich de eerste joden als kooplieden in Lemmer vestigden. Het aantal joodse handelsreizigers dat via Lemmer naar het noorden reisde was zelfs zo groot, dat er koosjere maaltijden geserveerd werden in de nu nog steeds bestaande herberg De Wyldeman. Zo ontstond een bloeiende handelsgemeenschap. In 1802 werd een joods kerkhof aangelegd bij Tacozijl en in 1820 werd in Lemmer een synagoge gebouwd die precies honderd jaar in gebruik zou blijven. Uiteindelijk maakte de Tweede Wereldoorlog weer een einde aan het bestaan van de joodse gemeenschap in Lemmer.
Figuur 3 : Lemmer in 1718.
In 1787 werd Lemmer nog even bezet door een muitend regiment, dat er doorheen trok en losgeld eiste. Het waren opnieuw onrustige tijden en in 1795 werd de Republiek ingelijfd bij Frankrijk. Engelse oorlogsschepen voeren de Zuiderzee op en bezetten in 1799 Enkhuizen, Medemblik en Stavoren. Spoedig daarna verschenen twee Engelse oorlogsschepen voor de Lemster haven. Heel Lemmer werd door de Engelsen opgeëist, met inbegrip van alle geladen schepen. Bij weigering zou het dorp aan stukken worden geschoten. Lemmer had ondertussen versterking gekregen van 500 gewapende boeren uit Het Bildt, die veldgeschut met zich meebrachten. Maar tegen de beschieting met Engelse veertien-, zestienen achttienponds kogels was het dorp niet bestand. Anderhalf uur nadat de aanval was ingezet werd op de kerktoren de witte vlag uitgestoken als teken van overgave. Met de Franse tijd werd voor Lemmer een periode van verval ingeluid. Het onderhoud verslonsde en in 1825 brak de dijk op vier plaatsen door, waarbij veel huizen werden verwoest en enkele bewoners verdronken. De voornaamste overblijvende bron van inkomsten in deze periode was de visserij. Zo werd Lemmer uiteindelijk een van de belangrijkste vissersplaatsen van Nederland, met een vloot van 146 schepen. Een meevaller daarbij was dat er in 1913 vanwege de Zuiderzeewerken honderden ambtenaren naar Harlingen en Lemmer Provincie Fryslân Ontwikkelagenda Lemmer 2040-2050
Pagina 9
12-03-2011 Hoofdrapport
kwamen, die grote bedragen wilden betalen om met visserboten weer terug naar Holland overgevaren te worden. Na de voltooiing van de Afsluitdijk in 1934 en de aanleg van de Noordoostpolder in 1941 liep ook de visserij sterk terug. Door de openstelling van het Prinses Margrietkanaal in 1950 verdween ook de doorgaande beroepsvaart uit Lemmer. Het werd stil in het dorp, en dat zou enige decennia zo blijven. Pas eind jaren zeventig zou de situatie weer veranderen door de aanleg van een snelweg. De oude ondernemersgeest van de Lemsters leefde op. De combinatie hiervan met de goede wegverbinding naar Duitsland en de ligging aan het IJsselmeer hadden tot resultaat dat Lemmer zich kon ontwikkelen tot een van de grootste Friese recreatieve kernen, met ongeveer 10.000 inwoners. Ook de bedrijvigheid, o.a. in de vorm van watergebonden industrie en scheepsbouw hebben een prominente plaats in het dorp gekregen. De natuur werkte mee in de vorm van een goede beschutte haven en in een gunstige ligging van Lemmer ten opzichte van Fryslân. Deze ligging is bepalend geweest voor de historie van het dorp, dat uiteindelijk kon uitgroeien tot één van de belangrijkste toegangspoorten naar het noorden. Daar waar Rien en Sylroede bij elkaar komen heeft de mens zijn biotoop gevonden en zijn stempel blijvend op de omgeving gedrukt.
1.4 Geschiedenis van de infrastructuur.
Figuur 4 : Het dorp Lemmer in 1812.
Op oudere kaarten zoals hierboven is te zien dat de Sylroede en de Rien vroeger samenvloeiden achter de Oude Lemster Sluis. In 1887 veranderde dat ingrijpend. De vaarroute via de Vissersburen en de Gedempte Gracht werd dichtgegooid. Er kwam een nieuwe zeewering om het dorp met een nieuwe zeesluis aan de zuidkant van de buitenhaven. Daarom werd ook weer een nieuwe buitenhaven aangelegd. Zo groeide Lemmer de zee in. Ook de Rien werd omgelegd en kreeg een eigen sluis naar zee, welke in 1957 weer moest worden vervangen. Het verschil is te zien op de onderstaande luchtfoto.
Provincie Fryslân Ontwikkelagenda Lemmer 2040-2050
Pagina 10
12-03-2011 Hoofdrapport
Figuur 5 : luchtfoto van Lemmer uit 2006.
In 1901 werd de tramlijn Lemmer-Joure gerealiseerd, als laatste tak van het Friese tramspoorwegennet. Naast de nieuwe buitenhaven werd een tramstation met zgn. tramhaven aangelegd. De snelste manier om vanuit Fryslân naar Amsterdam te reizen was met de Lemmerboot. De Jan Nieveen en enkele andere snelle boten, brachten de passagiers in enkele uren van Amsterdam naar de overkant van de Zuiderzee, waar de tram dan stond te wachten. Vanaf de boot via Heerenveen en Drachten werd doorgereden naar Groningen. De tramlijn bereikte haar hoogtepunt net na de 1e wereldoorlog, daarna kregen tram en schip meer concurrentie van bestelauto en autobus. In 1947 kwam aan het personenvervoer een einde. In 1968 reed ook de laatste goederentrein, waarbij door de burgemeester de wens werd uitgesproken dat deze dienst in betere tijden weer hervat zou worden. Het is anders uitgepakt, de lijn werd een paar jaar later opgebroken. Met het plan voor de aanleg van de Zuiderzeespoorlijn veertig jaar later werd de spoorverbinding tussen Amsterdam en Groningen wel weer actueel, maar besloten is om dit plan niet tot uitvoer te brengen.
Figuur 6: Het Friese (tram)spoorwegnet in 1901. Provincie Fryslân Ontwikkelagenda Lemmer 2040-2050
Pagina 11
12-03-2011 Hoofdrapport
Vanaf 1888 volgt een eeuw lang de ene grote infrastructurele aanpassing na de andere, met tussenpozen van slechts decennia. De aanleg van de nieuwe haven en de tramspoorlijn vormden hiervan slechts het begin. In 1920 werd ten westen van het dorp het Ir. D.F. Woudagemaal geplaatst. Het daarbij behorende stroomkanaal zou lange tijd de grens van Lemmer bepalen. Maar er stonden veel grotere ontwikkelingen aan te komen. In 1918 was de Zuiderzeewet aangenomen, waarin werd besloten tot aanleg van de Afsluitdijk en de inpoldering van de Noordoostpolder. De Zuiderzeewerken brachten naast veel verandering, ook veel werk met zich mee. Met het project Afsluitdijk werd in 1920 begonnen. Nadat de dijk in 1932 werd gesloten, ontstond het IJsselmeer en kon het water gaan verzoeten. Een paar jaar later, in 1936, startte de aanleg van de Noordoostpolder. Deze kwam in 1942 gereed. In 1951 werd het Prinses Margrietkanaal geopend voor de scheepvaart. Dit had een ingrijpende wijziging van de verkeersstromen door het dorp tot gevolg. Het scheepvaartverkeer verdween, alleen de verkeersstroom van en naar Zuidwest Fryslân bleef nog midden door het dorp gaan. Dat laatste zou twintig jaar later ook veranderen toen Lemmer werd aangesloten op de nieuwe A6 en een rondweg om het dorp werd gebouwd. Weliswaar werd in 1959 al een tracébesluit genomen voor de aanleg van de A6 tussen Muiderberg en Joure (toen nog A50 geheten), maar het zou nog tot midden jaren zeventig duren voor het noordelijke deel van de weg werd geopend. Het deel ten zuiden van Lelystad ging zelfs pas begin jaren tachtig open. De afrit van de nieuwe snelweg werd aangesloten op de nieuwe rondweg, die als N359 werd doorgetrokken als stroomweg Zuidwest Fryslân in. In Bijlage 4 is de ontwikkeling van Lemmer vanaf 1850 op kaartbeelden zichtbaar gemaakt en is ook de huidige situatie terug te vinden.
Provincie Fryslân Ontwikkelagenda Lemmer 2040-2050
Pagina 12
12-03-2011 Hoofdrapport
2 Opsomming van plannen, ontwikkelingen & visies in en om Lemmer. In en om Lemmer is een grote hoeveelheid plannen die elkaar raken en soms op elkaar afgestemd moeten worden. Hier volgt een niet-limitatieve opsomming van de belangrijkste initiatieven, die met elkaar het hart van de Ontwikkelagenda Lemmer vormen.
2.1 Toekomst Prinses Margrietsluis. Al in de jaren ’80 van de vorige eeuw heeft Rijkswaterstaat op basis van onderzoek voorspeld dat de maximale capaciteit van de Prinses Margrietsluis rond 2010 bereikt zou worden. In 1997-99 is door Rijkswaterstaat een tweede onderzoek uitgevoerd naar de capaciteit van de Prinses Margrietsluis.8 Daarbij is gebruik gemaakt van CPB-scenario’s en het simulatiemodel SIVAK. In het rapport werd al geconstateerd dat de scheepsgrootte jaarlijks toeneemt en dat dit in combinatie met meer recreatievaart en groei van het ladingaanbod rond 2015 aanleiding geeft tot aanpassing van de sluiscapaciteit. Op basis van o.a. deze cijfers, is een ruimtelijke reservering gedaan voor een 2e sluiskolk ten oosten van de huidige. In mei 2007 stelde Rijkswaterstaat op basis van cijfers uit 20049 en recente studies vast dat: • De in 1999 opgestelde prognoses voor de vaarweg nog steeds valide zijn; • De vlootsamenstelling op de vaarweg in de toekomst sterk zal wijzigen door verruiming van de vaarweg en de economische aantrekkelijkheid om verlengde binnenvaartschepen in te zetten. Uiteindelijk blijkt dat de ontwikkeling zelfs nog iets sneller is gelopen. Het aanbod van recreatievaart zit al sinds 2000 op het verwachte niveau. In 2005 werd de prognose voor de hoeveelheid gepasseerd ladingvermogen bereikt en in 2008 die voor de gemiddelde scheepsgrootte. De tonnages zijn in 2008 en 2009 weliswaar teruggelopen als gevolg van de economische crisis, maar het herstel is al weer volop in gang. Vooral de schaalvergroting in de binnenvaart blijft sterker doorzetten dan verwacht. Mede hierom blijft de beladingsgraad achter bij de prognoses. Rond de millenniumwisseling is de sluis Lemmer in het projectenboek MIRT10 terecht gekomen als op enig moment te starten verkenning van een project wat gerealiseerd zal moeten worden voor 2020. Het knelpunt is ook benoemd in de door de regio opgestelde Netwerkanalyse vaarweg Lemmer-Delfzijl11. In het landsdelige bestuurlijk overleg tussen de ministers van V&W en VROM en de noordelijke bestuurders (het BO-MIRT) is dit onderwerp herhaaldelijk besproken. In het najaarsoverleg van 2008 is daarom de volgende afspraak vastgelegd: “De provincie Fryslân stelt in 2009 een toekomstvisie op voor de regio rond Lemmer. Op basis van deze visie wordt, na overleg met de coördinatiegroep Lemmer Delfzijl, een apart overleg georganiseerd over de sluis Lemmer.”
8
Rijkswaterstaat, Adviesdienst Verkeer & Vervoer: Capaciteitsonderzoek Prinses Margrietsluis Lemmer, project RAIN 97.161. (juni 1999) 9 Rijkswaterstaat, Adviesdienst Verkeer & Vervoer/Bouwdienst: Prognose Ligplaatsen vaarweg LemmerDelfzijl. (mei 2007) 10 o.a. projectenboek MIT 2006, blz 30; projectenboek MIRT 2008, blz 285; projectenboek MIRT 2010, blz 321. 11 Ecorys: Netwerkanalyse vaarwegen en binnenhavens Fryslân en Groningen, blz 37 (27 juni 2008)
Provincie Fryslân Ontwikkelagenda Lemmer 2040-2050
Pagina 13
12-03-2011 Hoofdrapport
In het BO-MIRT van mei 2010 is aanvullend het volgende vastgelegd: “Rijk en regio spreken af dat het onderwerp “gebiedsontwikkeling Lemmer” door de regio kan worden geagendeerd voor een bestuurlijk overleg.” Met het opstellen van dit document wordt o.a. aan deze beide afspraken invulling gegeven. Ook het nieuwe kabinet gaat verder op deze lijn. In het regeerakkoord12 gesloten tussen VVD en CDA zijn afspraken gemaakt over het bevorderen van de binnenvaart als modaliteit en de rol van de regio in MIRT-projecten en “zijn de volgende zinsneden opgenomen: “Het kabinet investeert in de binnenvaart om wegen en milieu te ontlasten.” en “Provincies en regio’s kunnen MIRT- investeringen voorfinancieren en zullen, volgens te maken afspraken, vaker het voortouw en eindverantwoordelijkheid hebben.” Om in de situatie rondom de Prinses Margrietsluis beeld te brengen is door de afdeling Verkeer & Vervoer een vooronderzoek gedaan naar de schutcapaciteit en de onderhoudstoestand, waarbij een extern bureau op basis van een schetsontwerp een kostenraming heeft opgesteld voor mogelijke oplossingen. Dit onderzoek naar de toekomst van de Prinses Margrietsluis is als bijlage bij dit document opgenomen, omdat het onderdeel uitmaakt van de opdracht.. Bijlage 1 bevat de evaluatie van de schutcapaciteit. Bijlage 2 beschouwt de onderhoudstoestand van de sluis en Bijlage 3 wordt gevormd door een het vooronderzoek naar de mogelijkheid om de sluis te renoveren en/of de sluiscapaciteit te vergroten. Belangrijk is dat er meerdere oplossingen mogelijk zijn, die ook allemaal eerder door Rijkswaterstaat zijn genoemd. Zo is de aanleg van een tweede schutkolk technisch mogelijk, maar reparatie/renovatie van de bestaande sluis in combinatie met ontvlechting van de recreatievaart lijkt een aantrekkelijk alternatief. Hierover zal in het te starten MIRTonderzoek, wat de ooit afgesproken verkenning moet gaan vervangen, volledige duidelijkheid moeten worden gegeven. In de bijlagen wordt geconcludeerd dat: a) de maximale capaciteit van de sluis zoals geprognosticeerd door AVV nu ongeveer is bereikt, waardoor de genormeerde wachttijden worden overschreden. b) er in de sluis vanaf 2008 versnelde erosie plaatsvindt, dit als gevolg van de jaarlijkse schaalvergroting in de binnenvaart. Dit erosieproces zal naar verwachting nog in hevigheid toenemen nadat de diepgang in 2011 is vergroot. c) er vanwege de toenemende faalkans en de onduidelijkheid over de eindoplossing gewenst is om spoedig het MIRT-onderzoek te starten.
2.2 Ontwikkeling bedrijventerrein Lemsterhoek. De planvorming voor het bedrijventerrein Lemsterhoek startte in 1974, maar vanwege bezwaren van natuur- en milieuorganisaties kon pas zes jaar later gestart worden met het bouwrijp maken. Het terrein was oorspronkelijk bedoeld als nat industrieterrein, iets waar in de jaren ’70 veel vraag naar was. Begin jaren 80 verslechterde de economische situatie en bleek het terrein moeilijk verkoopbaar geworden. Door wegvallende rijkssubsidies bleek het niet mogelijk de natte ontsluiting te realiseren en werd besloten om als droog terrein van start te gaan. In 1984 vestigde zich het eerste bedrijf.
12
“Vrijheid en verantwoordelijkheid” (concept -)Regeerakkoord VVD-CDA 30 september 2010, pag. 28 en 29.
Provincie Fryslân Ontwikkelagenda Lemmer 2040-2050
Pagina 14
12-03-2011 Hoofdrapport
Eind jaren 90 kwamen de plannen om Lemsterhoek nat te ontsluiten opnieuw op tafel te liggen toen een grote jachtbouwer zich hier wilde vestigen. Op het laatste moment gingen de plannen niet door en werd de werf elders in Nederland gebouwd. De eerste fase van het bedrijventerrein is nu vol en de gemeente wil graag starten met de voorbereiding van de volgende fase. Het gaat om een nadere uitwerking van het bestemmingsplan wat op hoofdlijnen is vastgesteld. Ook hierin is weer de wens/mogelijkheid opgenomen om het industrieterrein een natte ontsluiting te geven, maar dit blijkt niet exploitabel te krijgen. De reden hiervan is dat het gebied is ingeklemd tussen Rijks- en provinciale infrastructuur. Ook de inpassing in het natuurgebied leidt tot kostenverhoging. Aan de westkant ligt de Steile Bank, een ondiep natuurgebied, wat absoluut ongeschikt is om als ontsluiting te dienen. Ten oosten blokkeert het sluizencomplex in de vaarweg LemmerDelfzijl de toegang. De enige natte ontsluitingsmogelijkheden zijn vanuit het noorden, maar dan moet de N359 gekruist worden, of vanuit het IJsselmeer en dat betekent een kostbare verlegging van de primaire waterkering. De aanleg van een recreatievaarweg ten westen van het industrieterrein zou een integrale oplossing kunnen bieden, omdat die niet alleen de gevraagde ontsluiting biedt, maar hiermee tevens beroepsvaart en recreatievaart worden gescheiden, waardoor de veiligheid op het water toeneemt Uit provinciaal onderzoek naar de behoefte aan bedrijventerreinen blijkt dat de aanvullende behoefte in de regio beperkt is. Verdere ontwikkeling van Lemsterhoek als droog bedrijventerreinen is vanuit de regionale analyse van vraag en aanbod niet nodig. In het (ambtelijke) concept van het op te stellen “Regionale bedrijventerreinenplan Regio Zuidwest Fryslân” is de ontwikkeling van droog terrein tot 2021 o.a. toegespitst op Lemsterpark fase 2, Sint Nicolaasga en Joure. Het industrieterrein Lemsterhoek zou wel kunnen (mede) voorzien in de regionale behoefte aan nat bedrijventerrein.
2.3 Rondweg N359: Verbetering doorstroming en tracékeuze. Eind jaren ’50 werd een begin gemaakt met wat later de rondweg Lemmer zou gaan worden. Deze sloot met een T-splitsing aan op de Plattedijk. In de jaren ’70 werd de A6 aangelegd en groeide Lemmer sterk. Er was behoefte aan een doorgaande verbinding en de Rondweg en Plattedijk werden in een vloeiend tracé opgewaardeerd tot de belangrijkste ontsluitingsroute voor Zuidwest Fryslân. Ook dit gebied ontwikkelde zich verder en zo nam de intensiteit op de weg toe. De N359 is daardoor in het Provinciale Verkeers- en Vervoers Plan (PVVP) gecategoriseerd als stroomweg. Door uitbreidingen van het dorp over de rondweg heen en de bouw van nieuwe bedrijventerreinen zoals Lemsterhoek kreeg de stroomweg langzaam een gemengde functie. Van een echte rondweg is dan ook geen sprake meer doordat Lemmer in de loop der jaren aan de noordzijde aanzienlijk is uitgebreid. Ongeveer de helft van het grondoppervlak van de kern Lemmer ligt tegenwoordig ten noorden van de Rondweg. Door deze ligging van de Rondweg kent de N359 een dubbele functie. Enerzijds moet het regionale verkeer zo snel mogelijk vanaf de A6 naar Zuidwest Fryslân en vice versa kunnen rijden (doorstroming). Daarnaast moet ook het lokale verkeer vanuit de woonwijken vlot de Rondweg op en af kunnen rijden (ontsluiting). De huidige infrastructuur kan deze combinatie van doorstroming en ontsluiting op drukke momenten – wanneer het druk is op zowel de weg als het water – niet meer goed vervullen. Dit is vooral rondom de Pinksterdagen en in de zomervakantie. De aanwezigheid van de Sylroedebrug samen met een aantal kruispunten (deels met verouderde verkeerslichten) zorgt voor een verslechterde doorstroming met de nodige filevorming en daarmee oponthoud als Provincie Fryslân Ontwikkelagenda Lemmer 2040-2050
Pagina 15
12-03-2011 Hoofdrapport
gevolg. De verwachting is dat het oponthoud in de toekomst alleen maar zal verslechteren wanneer geen maatregelen getroffen worden, terwijl het verkeer op de weg wel toeneemt. Opvallend is dat er geen echte sprake is van een ochtend- en avondspits. Er is tussen beide spitsen in nauwelijks een afname van het verkeer. Vanwege het grote aantal toeristen is het in het recreatieseizoen (april-oktober) op vrijdag extra druk, want dat is de wisseldag van huisjes en boten. In de rondweg liggen kruisingen welke met een VRI geregeld worden. Verder liggen er drie beweegbare bruggen, waarvan er twee intensief bediend worden. Op korte en middellange termijn is geen discussie over het huidige tracé. De gemeente heeft in haar Ontwikkelperspectief in 2006 bekeken of een noordelijke rondweg of een zuidelijke rondweg via het IJsselmeer op de lange termijn gewenst is. Tegen het noordelijke tracé zijn grote bezwaren vanuit landschappelijke aard. Het tracé voert door de zuidzijde van de Grutte Brekken, wat een EHS gebied is. Een verdiepte aanleg met aquaduct onder het Prinses Margrietkanaal is zeer kostbaar vanwege de grote afstand tussen de oevers en sluit ook slecht aan op de bestaande infrastructuur. De noordelijke variant wordt daarom niet verder onderzocht. De zuidelijke variant loopt vanaf Lemsterhoek door het IJsselmeer naar Flevoland en krijgt een nieuwe aansluiting op de A6 ter hoogte van Rutten. Uit verkeersstudies blijkt dat deze variant slechts 30% van het huidige verkeer op de N359 gaat overnemen. Het probleem blijft daarmee bestaan. Bovendien is dit ook een zeer kostbare variant. Er zijn echter wel interessante combinaties te bedenken met het Deltaprogramma. Om deze reden zou de zuidelijke variant niet helemaal afgeschreven moeten worden.
Figuur 7: Huidig tracé N359 en onderzochte alternatieven Noord en Zuid.
Op basis hiervan heeft een provinciale stuurgroep de voorkeur uitgesproken voor het opwaarderen van de huidige Rondweg, inclusief een aquaduct ter hoogte van de Zijlroede. Uiteindelijk heeft ook het college van B&W van de gemeente Lemsterland ingestemd met deze voorkeur, in ieder geval voor de korte en middellange termijn. In de Structuurvisie 2030 sluit de gemeente Lemsterland een nieuwe rondweg zuidelijk om Lemmer voor de lange termijn namelijk nog steeds niet uit. Provincie Fryslân Ontwikkelagenda Lemmer 2040-2050
Pagina 16
12-03-2011 Hoofdrapport
Verkeersstudie De provincie en de gemeente zijn in 2009 gezamenlijk gestart met het uitwerken van de voorkeur voor de opwaardering van de huidige Rondweg. Dit vindt plaats in een verkeersstudie die begin 2011 wordt afgerond. Hiermee wordt uitvoering gegeven aan de afspraak in het coalitieakkoord Fryslân 2007-2011 over Lemmer. Deze studie bevestigt de gedachte dat bij een ongewijzigde situatie de verkeershinder alleen maar zal toenemen. Het treffen van maatregelen is dan ook noodzakelijk om de huidige Rondweg ook in de toekomst goed te kunnen laten functioneren. Ook komt duidelijk naar voren dat alleen een aquaduct de problemen niet zal oplossen; ook de kruispunten dienen aangepast te worden. De voorkeursoplossing voor het opwaarderen van de Rondweg die uiteindelijk uit deze verkeersstudie naar voren is gekomen, bestaat op hoofdlijnen uit het: - realiseren van een aquaduct ter hoogte van de Zijlroede; - vervangen van de kruispunten met verkeerslichten door (turbo)rotondes; - het realiseren van twee fietsbruggen; - gedeeltelijke verdubbeling (2x2 rijstroken) tussen de kruispunten A6-west en de Straatweg. Het effect van deze oplossing is dat de realisatie van het aquaduct leidt tot het wegnemen van extreme reistijden als gevolg van het bedienen van de Zijlroedebrug. Ook leidt het aquaduct, samen met de overige maatregelen, tot een geringe reductie van de gemiddelde reistijd in 2020 ten opzichte van 2008. Wel wordt daarbij opgemerkt dat hierbij is uitgegaan van de verwachting dat in de tussenliggende tijd het verkeer zal toenemen. Voor een meer gedetailleerde weergave van de inhoud en de resultaten van de studies wordt verwezen naar de betreffende rapporten. Voorkeursontwerp Het bestuur van de gemeente Lemsterland heeft een sterke voorkeur voor de lange termijn uitgesproken voor een rondweg met turborotondes in plaats van verkeerslichten, ongelijkvloerse voet-/fietsovergangen en een aquaduct. Bij de keuze voor een aquaduct moet tevens één kruispunt verlegd worden. De kosten van het totale ontwerp zijn geraamd op € 17,5 miljoen, een bedrag wat door gemeente en provincie gezamenlijk moeten worden opgebracht. De benodigde middelen zijn door partijen nog niet beschikbaar gesteld. Consequentie van een ontwerp met rotondes is ook dat de weg zijn functie als stroomweg verliest en afgewaardeerd moet worden tot gebiedsontsluitingsweg. Dit is een principiële keuze die door Provinciale Staten bekrachtigd dient te worden. Voor de Rondweg Lemmer is de studie nu in zoverre afgerond, dat voor de middellange termijn een aantal maatregelpakketten is ontwikkeld en doorgerekend op diverse aspecten. Op basis hiervan is een bestuurlijke voorkeur uitgesproken. De maatregelpakketten bestaan uit een samenhangend geheel van oplossingen voor elk knelpunt/kruispunt op de Rondweg in Lemmer (tussen de A6 en de brug over het Stroomkanaal). De binnenkort noodzakelijke vervanging van de Stroomkanaalsbrug is niet meegenomen. Ook de brug over het PM-kanaal en het wegvak langs de Lemsterhoek zijn nog niet meegenomen.
Provincie Fryslân Ontwikkelagenda Lemmer 2040-2050
Pagina 17
12-03-2011 Hoofdrapport
De Provincie heeft € 2 miljoen beschikbaar gesteld voor een korte termijn oplossing. Hiervoor zijn een verkeersstudie13 en het eerder genoemde kentekenonderzoek uitgevoerd en is een schetsontwerp14 als eindbeeld opgesteld. Er rest nu nog ca € 1,5 miljoen, waarvoor op korte termijn maatregelen getroffen kunnen worden die de ergste pijn op de Rondweg wegnemen. Dit wordt nu nader uitgewerkt. Eind 2011 is er meer duidelijkheid over de invulling hiervan.
2.4 Vervanging Sylroedebrug door een aquaduct. De Sylroedebrug ligt in het dorp Lemmer in de N359. Deze brug is in 1962 aangelegd en werd later onderdeel van de rondweg om Lemmer/N359. De brug heeft maar een doorvaarthoogte van 80 cm, waardoor zelfs voor elke sloep gedraaid moet worden. Jaarlijks passeren 15 - 20.000 recreatieschepen de brug, merendeels in de periode tussen mei en september. Omdat de oevers hiervoor niet beschikbaar zijn, is er geen wachtvoorziening bij de brug aangebracht. Dat betekent dat de brug voor elk schip moet draaien. Het gevolg hiervan is dat er de laatste decennia een wachttijd ontstaat op de rondweg, die ook een stroomwegfunctie heeft. De vaarweg heeft de klasse Czm. Volgens het PVVP zou bij deze combinatie de doorvaarthoogte van deze beweegbare brug tenminste 3 meter moeten zijn en de verliestijd op de N359 minder dan 10 minuten per uur. Aan deze beide eisen wordt al jaren niet meer voldaan. Uit het kentekenonderzoek blijkt dat de verkeersintensiteit op een normale werkdag ter hoogte van de brug ruim 10.000 motorvoertuigen bedraagt en op hoogtijdagen, zoals het Pinksterweekend, komt hier 50% bij. In vergelijkbare nieuwbouwsituaties gaat het PVVP uit van een aquaduct of een hoge vaste brug. De bereikbaarheid van Lemmer via de Sylroede is van groot belang voor de gemeente. Vanuit de scheepvaart geredeneerd zijn er weinig problemen met de huidige situatie. De brug wordt voor ieder aankomend schip vrijwel direct bediend, vanwege het ontbreken van een wachtvoorziening. Er treedt wel enige vertraging op bij de brugpassage, maar dat geldt ook voor de volgende bruggen en de sluis in de route. De beperkte bediening is wel een belemmering, het havengebied van Lemmer is hierdoor niet 24 uur per dag bereikbaar. Clustering van scheepvaart geeft meer ruimte aan het wegverkeer. Dit kan worden gerealiseerd door wachtvoorzieningen aan te leggen, waarbij een afloop naar de wal niet mogelijk is. In 2005 heeft de Provincie in het kader van het Friese merenproject het initiatief genomen om de bestaande brug te willen vervangen door een snelle ophaalbrug met een doorvaarthoogte van 3,5 meter en een dubbele doorvaartopening. Verkeerskundig was dit een goede oplossing. Dit plan is door de gemeente afgewezen omdat het een ernstige aantasting van de ruimtelijke kwaliteit in het gebied zou betekenen. Vervolgens is de kwestie enige jaren in de koelkast gezet en pas in 2009 is de draad weer opgepakt. De brug is integraal met de doorstroming op de N359 en de Sylroede bekeken, waarbij opnieuw werd bevestigd dat verbetering van de kruising gewenst is. Dit kan in principe zowel een nieuwe brug, als een aquaduct zijn.
13 14
Ingenieursbureau Oranjewoud: verkeerskundig onderzoek N359. Ingenieursbureau Oranjewoud: schetsontwerp verbetering N359 Lemmer.
Provincie Fryslân Ontwikkelagenda Lemmer 2040-2050
Pagina 18
12-03-2011 Hoofdrapport
In het voorjaar van 2010 bleek er een financiële meevaller te zijn en besloten Provinciale Staten om € 15 miljoen te reserveren voor het vervangen van de Sylroedebrug door een aquaduct, in afwachting van een voorstel. Uitgangspunt daarbij was dat de gemeente de meerkosten financiert. De raming bedraagt € 22 miljoen, waarmee de bijdrage van de gemeente op € 7 miljoen komt. Het is nog de vraag of de gemeente/regio deze bijdrage kan realiseren, onder meer omdat vanuit andere projecten (FMP/Masterplan) ook een bijdrage van de gemeente gevraagd wordt. Bij de bouw van het aquaduct is het onvermijdelijk dat er tegelijk een eerste fase van de rondweg moet worden aangelegd. (twee kruispunten) De kosten van deze eerste fase bedragen ook € 7 miljoen. De investering welke in één keer gedaan moet worden, komt daarmee € 29 miljoen
2.5 Ontwikkeling Stuurwielterrein. Dit terrein ligt ten noordwesten van de Prinses Margrietsluis, tussen het kanaal en de Venneweg. Het terrein is ooit aangekocht door Stuurwiel Bagger & Slibbewerking BV die er een grond- en slibdepot wilde inrichten. Dit project is nooit doorgegaan en Stuurwiel is zich gaan bezinnen op een alternatieve invulling van het terrein. Rond 2007 ontstond het idee om het terrein in te richten als een nieuw industrieterrein. Dit is voorgelegd aan de provincie die aangaf hieraan vanwege ruimtelijke bezwaren niet te zullen meewerken. Op het bedrijventerrein Lemsterhoek waren nog voldoende mogelijkheden tot uitbreiding. Vervolgens is bekeken welke ontwikkeling hier dan nog wel mogelijk zou zijn. De uitkomst is dat zou kunnen worden overwogen om het Stuurwielterrein opnieuw in te richten als natte natuur, als ecologische verbindingsschakel tussen De Grutte Brekken (EHS) en het IJsselmeer (Natura 2000 + EHS). In dat geval moet dan wel weidevogelcompensatie plaatsvinden.
Figuur 8 : Stuurwielterrein
Figuur 9 : Ecologische Hoofdstructuur (nat en droog)
Inmiddels is het terrein onderdeel geworden van het Nationaal Landschap Zuidwest Fryslân. Een ingreep in het landschap is daarmee niet direct logisch. Ook heeft de aanleg van ecologische verbindingszones niet langer de prioriteit bij het Rijk. Een herinrichting is economisch alleen aantrekkelijk in combinatie met zandwinning. Dit lijkt nog mogelijk te zijn als tegelijkertijd een vaarroute voor de recreatievaart via Lemsterhoek wordt aangelegd. De gemeente heeft aangegeven hieraan in principe mee te willen werken en de provincie moet nog een afweging maken. Herinrichting van het Stuurwielterrein kan zo een stevige ‘stepping stone’ tussen beide gebieden opleveren. De uitdaging is om de barrière van de N359 te kruisen en beide gebieden ook echt te verbinden.
2.6 Zuyderzeerandproject. Het gebied de Zuyderzeerand, waar de voormalige Zuiderzeekust grenst aan de Noordoostpolder, heeft een sociaaleconomische impuls nodig. De afgelopen jaren is de regio Provincie Fryslân Ontwikkelagenda Lemmer 2040-2050
Pagina 19
12-03-2011 Hoofdrapport
kwetsbaarder geworden. Zo staan de voorzieningen in de kernen al lange tijd onder druk, verdient het opleidingsniveau aandacht en is de werkgelegenheid eenzijdig. Ondanks de provinciegrens is er een sterke oriëntatie op Fryslân en omgekeerd. Zo heeft o.a. het ziekenhuis in Sneek een polikliniek in Emmeloord. En vanuit Lemmer gaan veel kinderen in Emmeloord naar het voortgezet onderwijs Om de gewenste impuls te krijgen wordt gedacht aan een gebiedsontwikkelingsproject. In eerdere jaren was al meerdere malen gestudeerd op de mogelijkheid om het ‘vergeten’ randmeer achter de Noordoostpolder alsnog aan te leggen. In de vijfde Nota Ruimtelijke Ordening15 werd nog aangekondigd dat het kabinet voornemens was ruimte te reserveren voor de mogelijke aanleg van een nieuw randmeer, achter de Noordoostpolder. Uit vervolgonderzoek16 bleek dit plan toen financieel niet haalbaar te zijn. Ook later uitgevoerde studies17 18 konden geen antwoord geven op het bekostigingsvraagstuk. In de Nota Ruimte19 is vastgelegd dat het kabinet op basis van de uitgevoerde studie afzag van het voornemen ruimte te reserveren voor een nieuw randmeer bij de Noordoostpolder, omdat kosten en baten te ver uiteenlopen. De gemeenten Noordoostpolder, Steenwijkerland en Lemsterland en de provincie Flevoland hebben daarom besloten samen te onderzoeken hoe de Zuyderzeerand zich verder kan ontwikkelen tot een sterke en vitale regio. Onlangs is hiernaar een nieuwe verkenning 20 uitgevoerd. Gekeken is hoe de Zuyderzeerand er op dit moment voor staat en wat de kansen en mogelijkheden voor de toekomst zijn. Daarbij wordt niet langer aan een meer gedacht, maar een vaarverbinding is binnen de verkenning nog wel in beeld. Figuur 10: project Zuyderzeerand.
De provincie Flevoland gaat vanaf 2011 over een lengte van 29 kilometer de vaarwegen in de NoordOostpolder herinrichten met natuurvriendelijke oevers. Gestart wordt met de Lemstervaart, waar de strook tussen het kanaal en de A6 over ongeveer 10 kilometer wordt aangepakt. Hierbij komt naar verwachting 20.000 M³ grond vrij, die voor hergebruik aan Fryslân wordt aangeboden.
2.7 Autonome ontwikkeling IJsselmeerpeil. In de Nota Ruimte21 is als opgave vastgelegd dat moet worden geanticipeerd op een geleidelijke stijging van het streefpeil van het IJsselmeergebied en versterking van de dijken voor de lange termijn. Hierin wordt verwezen naar de eerder opgestelde Integrale Visie IJsselmeergebied22 maar ook een herijking van deze nota aangekondigd. Op basis hiervan gingen waterkeringbeheerders bij de aanleg van nieuwe waterkeringen al uit van een peilstijging van 0,5 tot maximaal 1 meter in 2050. Deze verwachte peilstijging zou worden vastgelegd in het Nationaal Waterplan, maar in afwachting van de regeringsvorming in 2010 is dit plan door de Tweede Kamer controversieel verklaard.
15
Vijfde Nota ruimtelijke ordening, deel 1, Ministerie van VROM, 2001. Randmeer Noordoostpolder, een verkennende studie, Rijkswaterstaat RDIJ, november 2000. 17 Vaarverbinding tussen Blokzijl & Lemmer - Amsterdamse Hogeschool voor Techniek, 22 september 2007. 18 Visie vergeten randmeer, Stichting Natuur en Milieu Flevoland, december 2008. 19 Nota Ruimte: Ruimte voor Ontwikkeling, paragraaf 4.6.4.4 - Ministerraad 23 april 2004. 20 Verkenning gebiedsontwikkeling Zuyderzeerand – BVR Adviseurs 2009. 21 Nota Ruimte: Ruimte voor Ontwikkeling, paragraaf 4.6.2 - Ministerraad 23 april 2004. 22 Integrale Visie IJsselmeergebied 2030 “De koers verlegd” – Ministerraad 18 januari 2002. 16
Provincie Fryslân Ontwikkelagenda Lemmer 2040-2050
Pagina 20
12-03-2011 Hoofdrapport
2.8 Aanbevelingen van de Deltacommissie. In 2008 heeft de Deltacommissie voorgezeten door prof. dr. C.P. Veerman een rapport23 uitgebracht over de waterveiligheid in Nederland. Dit rapport heeft nogal wat stof doen opwaaien omdat alle tot dan toe geldende scenario’s voor de waterveiligheid, waarvan werd verondersteld dat ze voldoende robuust waren gedimensioneerd, door dit rapport werden ingehaald. Om zo lang mogelijk zonder pompen te kunnen spuien naar de Waddenzee, kiest de commissie voor een hoger peil van maximaal 1,5 m in het IJsselmeer. Mede daardoor wordt voor de lange termijn voorzien in een zo groot mogelijke flexibiliteit ten aanzien van de zoetwatervoorziening. Tot 2050 adviseert de commissie: “Onderzocht moet worden welke maatregelen bij een toename van het IJsselmeerpeil met 1,5 m nodig zijn om de inrichting van de benedenloop van de IJssel en het Zwarte Water hierop aan te passen. Het streven is om al rond 2050 zoveel mogelijk zoetwatervoorraad beschikbaar te hebben; de maatregelen om de peilstijging mogelijk te maken, kunnen geleidelijk worden uitgevoerd. Eventueel kan gekozen worden voor een gefaseerde aanpak met een combinatie van opzetten en uitzakken. Maatregelen die op korte termijn gepland zijn, zoals de verbetering van de Houtribdijk, moeten conform de visie van de Deltacommissie worden uitgevoerd.” Na 2050 kunnen dan, afhankelijk van de gefaseerde aanpak, de maatregelen worden voltooid om tot een peilstijging van 1,5 m te komen. Niet iedereen is overtuigd van de noodzaak tot peilverhoging. De provincie Fryslân heeft als reactie op het rapport van de Deltacommissie betoogd dat haar voorkeur ligt bij bemalen in plaats van peilverhoging van het IJsselmeer. Een peilstijging van 1,5 meter kan in Lemmer door de huidige infrastructuur niet worden opgevangen. De dijken en havendammen zullen moeten worden verhoogd en de vele kunstwerken (Prinses Margrietsluis, Woudagemaal, Nieuwe Lemstersluis, Riensluis, Friese sluis, gemaal Buma) aangepast. Het betreft daarbij zowel de kerende hoogte als de capaciteit. Een peilverhoging van 1,5 meter betekent dat de waterkeringen meer dan 1,5 meter verhoogd moeten worden omdat golfhoogte en opstuwing toe zullen nemen. De waterkering die dwars door het oude dorp loopt, moet dan worden verhoogd of verlegd, wat vooral een zware wissel zal trekken op de historische kern. De zichtbaarheid van de recreatiekern vanaf het IJsselmeer zal afnemen en er zal een oplossing gevonden moeten worden voor de buitendijkse havens en industrieterreinen. Ook het druk bezochte Lemsterstrand zal zonder maatregelen in dit scenario verdwijnen. Één van de opties, die ook al genoemd was in het Toekomstperspectief 2030 van de gemeente, is om de Lemsterbaai af te sluiten van het IJsselmeer. Met zo’n robuuste oplossing kunnen de zware ingrepen in het dorp Lemmer, waar toekomstige generaties mee zullen worden geconfronteerd, ten allen tijde worden vermeden. Afsluiting van het IJsselmeer ligt echter heel gevoelig, gezien vanuit de historie van Lemmer.
2.9 Bezoekerscentrum en monument Ir. D.F. Woudagemaal. Het ir. D.F. Woudagemaal is het grootste, nog in bedrijf zijnde, stoomgemaal ter wereld24. Het is door koningin Wilhelmina officieel geopend op 7 okt. 1920. Het Woudagemaal dient 23 24
Samen Werken met Water, bevindingen van de Deltacommissie 2008. Bron: http://www.woudagemaal.nl/
Provincie Fryslân Ontwikkelagenda Lemmer 2040-2050
Pagina 21
12-03-2011 Hoofdrapport
om een te hoge waterstand van het Friese boezemwater te verlagen. Na 47 jaar kolenbedrijf zijn de ketels in 1967 omgebouwd voor oliestook. In mei 1967 werd het elektrische J.L. Hooglandgemaal geopend. Dit gemaal bij Stavoren was al gepland in het besluit van 1913 en nam de hoofdfunctie van het Woudagemaal over! Na de afsluiting van Lauwerszee in 1969 ontstond het Lauwersmeer met de uitwateringssluizen bij Lauwersoog. Deze beide factoren hebben er sterk toe bijgedragen dat het Woudagemaal sindsdien aanzienlijk minder vaak in werking is geweest. Het gemaal heeft echter nog steeds een functie, het wordt vanwege zijn enorme capaciteit bij extreme regenval ingezet om het waterpeil in Friesland te verlagen als het Hooglandgemaal onvoldoende capaciteit kan leveren. In 1998 is het uitstekend onderhouden monument op de Werelderfgoedlijst van UNESCO geplaatst, en op 7 juli 2001 publiek opengesteld door de Commissaris van de Koningin. In het gebied tussen het gemaal en de Prinses Margrietsluis wordt nog een bezoekerscentrum gebouwd. Dit bezoekerscentrum moet een ‘representatieve ontvangst’ bieden aan de naar schatting 25.000 bezoekers die het gemaal jaarlijks bezoeken. Er zullen, behalve een permanente expositieruimte, een filmaccommodatie, een entree met winkel en kleinschalige horecavoorzieningen worden gerealiseerd. De gemeente heeft verder plannen om de hoek van de voorhaven de Prinses Margrietsluis te verruimen en hier aanlegsteigers te maken om het bezoekerscentrum te ontsluiten voor bezoekende passagiersschepen vanaf het IJsselmeer. Mogelijk is dit te combineren met een calamiteitensteiger. Voor de kleine recreatievaart worden opties dichterbij het gemaal bekeken. Eventueel moet ook de “kegelligplaats” aangepast worden. Brug: Over het Stroomkanaal, ten noorden van het gemaal ligt een brug in de N359. Deze ophaalbrug is in 1916 beweegbaar uitgevoerd om de kolenschepen toe te laten en grote onderdelen te kunnen aanvoeren over het water. In de jaren ‘50 is de brug vernieuwd, waarbij de oude fundering uit 1915 is hergebruikt en verbreed. Sinds de omschakeling naar oliestook in 1967 is deze brug nauwelijks meer functioneel. Bij een globale controle in het najaar van 2010 bleek dat de brug een te lage belastingsklasse heeft en dat er veel zichtbare schade is. Daarbij voldoen het wegprofiel en het voet-/fietspad niet aan de inrichtingseisen. Gezien de leeftijd, mag worden verwacht dat de brug geheel of gedeeltelijk vervangen zal moeten worden. Dit wordt nader onderzocht. Bij de keuze voor vervanging ligt de voorkeur bij een vaste brug, met een doorvaarthoogte van minimaal 2,50 meter. Doel is om het monument en het bezoekerscentrum ook via de historische loswal vanaf het water voor bezoekers bereikbaar te maken. Daarbij wordt aandacht gevraagd voor de verschijningsvorm van de brug, waarbij de wens is dat de historische relatie met het gemaal zichtbaar blijft.
Provincie Fryslân Ontwikkelagenda Lemmer 2040-2050
Pagina 22
12-03-2011 Hoofdrapport
2.10 Friese Merenproject – Masterplan Toegangspoort Lemmer. Het Friese merenproject heeft tot doel om de recreatie rondom meren en vaarverbindingen binnen de provincie te verbeteren. In de eerste fase stond het oplossen van knelpunten in verbindingen centraal. Inmiddels is een tweede fase in voorbereiding waarbij de aandacht is verlegd naar de totale ontwikkeling van een gebied. Een van de drie programmalijnen heet “Meer bestedingen aan de wal” en is gericht op maatregelen die de ruimtelijke kwaliteit van het waterfront versterken. Voor Lemmer is in opdracht van de gemeente en het projectbureau Friese Meren een masterplan25 opgesteld. Aanleiding was een sterkte-zwakte analyse26 voor Lemmer die vorig jaar in opdracht van de provincie was uitgevoerd. Hieruit kwam naar voren dat er veel sterke punten in Lemmer zijn, maar dat er ook veel kansen voor verbetering zijn. De gemeente heeft daarom een opwaarderingsplan27 laten opstellen. Hierin wordt een aantal concrete voorstellen gedaan om de landschappelijke kwaliteit van het waterfront, gezien vanaf het IJsselmeer en gezien vanaf de Sylroede te verbeteren.
2.11 Windmolenpark Noordoostpolder. Ruim 100 agrariërs en ondernemers uit de Noordoostpolder bouwen met 86 molens langs het IJsselmeer het meest productieve windpark van Nederland. Vanaf 2013 produceert het Windpark Noordoostpolder circa 1,4 miljard KWh duurzame energie per jaar. Dat is genoeg voor het jaarlijks gebruik van zo’n 900.000 mensen. Dit is te vergelijken met het aantal inwoners van de provincies Flevoland en Friesland.28 Een deel van de molens ( 6 stuks ) wordt gebouwd in de provincie Fryslân, op het grondgebied van de gemeente Lemsterland. De molens komen op ca. 1000 meter uit de kust parallel aan de Noordermeerdijk te staan. Om dit mogelijk te maken moet de scheepvaartroute enigszins worden omgelegd. Het Rijk gaat op basis van de WRO zelf een inpassingsplan (=bestemmingsplan) vaststellen, zodat medewerking van provincie en gemeente niet nodig is. De gemeente Lemsterland heeft aangegeven planologisch niet mee te willen werken aan de plaatsing van deze molens en heeft een zienswijze tegen het inpassingsplan ingediend. De plannen passen niet in de structuurvisie29 voor windenergie in Fryslân en het bestemmingsplan. Dit is ook verwoord in het opgestelde MER-rapport30. In 2007 is Windstreek geëvalueerd31 en opnieuw geconcludeerd dat het realiseren opschalingclusters alleen mogelijk is in combinatie met sanering van bestaande solitaire molens. Het windmolenpark Noordoostpolder voorziet hier niet in. De provincie heeft ook een zienswijze tegen het plan ingediend en een saneringsplan voor bestaande solitaire molens geëist als compensatie. De gemeente heeft naar het Rijk aangegeven compensatie te willen ontvangen voor de ervaren ‘horizonvervuiling’ in de vorm van een bijdrage aan gebiedsontwikkeling. Het Rijk bleek hier niet gevoelig voor te zijn, maar in het BO-MIRT van mei 2010 is wel een afspraak gemaakt: Rijk en regio hebben afgesproken dat het onderwerp “gebiedsontwikkeling Lemmer” door de regio kan worden geagendeerd voor een bestuurlijk overleg. 25
Masterplan toegangspoort Lemmer, Weusthuis & Partners, project nr. 40-05, d.d. 25 november 2010. S.W.O.T.-analyse Lemmer, Waterrecreatie Advies BV, Lelystad, 2009 27 Lemmer Waterfront, stedebouwkundig bureau Hosper BV in Haarlem, september 2010. 28 Bron: www.windparknoordoostpolder.nl 29 Windstreek 2000, thematisch streekplan Provincie Fryslân, oktober 2000. 30 Milieu effect Rapport windpark Noordoostpolder, rapport nr. 707016, Pondera Consult – 1 oktober 2009. 31 Evaluatie Windstreek 2000, Grontmij, rapport nr. 99074286, 22 februari 2007. 26
Provincie Fryslân Ontwikkelagenda Lemmer 2040-2050
Pagina 23
12-03-2011 Hoofdrapport
Figuur 11: Een deel van het windpark Noordoostpolder ligt in Fryslân.
2.12 Zuiderzeelijn. Met het project Zuiderzeelijn beoogde het Kabinet de bereikbaarheid van de noordelijke provincies en de Randstad te verbeteren en de regionale economie in het Noorden te versterken. Één van de mogelijke tracés loopt door de Noordoostpolder, vanaf de Ketelbrug, via Emmeloord, langs Lemmer richting Heerenveen. In november 2007 heeft de ministerraad besloten af te zien van de realisatie van de Zuiderzeelijn. Als tegenprestatie aan de noordelijke provincies is een alternatief pakket aan investeringen vastgesteld om de bereikbaarheid en de economische ontwikkeling van Noord-Nederland te stimuleren. Er hoeft dan ook voor de eerste decennia geen rekening meer gehouden te worden met een snelle spoorverbinding tussen Schiphol en Groningen. Ondanks het schrappen van de lijn in het MIRT is wel de bestuurlijke afspraak gemaakt dat het potentiële tracé wordt gereserveerd/beschermd.
2.13 Bediening bruggen en sluizen. De Prinses Margrietsluis in Lemmer wordt formeel vijfmaal 24 uur + tweemaal 14 uur per week bediend. Dit past niet bij dit type hoofdvaarweg, waar een bedieningsniveau van 7 x 24 uur normaal is. Om wachttijden te bekorten is sinds 2010 in het weekeinde bediening op afroep ingevoerd. Hierover is nog geen overeenstemming met het Rijk, zodat deze kosten niet worden vergoed. Er worden door de provincie geen doorvaartkosten berekend. Het Rijk is van mening dat de congestieproblemen op de Prinses Margrietsluis grotendeels worden veroorzaakt doordat de Provincie toestaat dat de gemeente op de alternatieve route via de Sylroede tol heft. De provincie denkt daar vanuit haar ervaringen anders over, maar er zijn geen onderzoeksmethoden beschikbaar om een van beide stellingname’s te staven. Het heffen van tol op de parallelle route, is één van de argumenten die het Rijk gebruikt om geen nader onderzoek naar de Prinses Margrietsluis te willen doen. De route door het dorp Lemmer is een provinciale vaarweg, maar hier worden de bruggen en de Nieuwe Lemstersluis bediend door de gemeente. Vanwege het spitsverkeer zijn in Fryslân uniforme bloktijden afgesproken binnen het recreatieschap De Marrekrite. Van 1 april - 1 november wordt dagelijks bediend tussen: 09.00 - 12.00 uur, 13.00 - 16.15 uur en 17.15 19.00 uur. (in juni, juli en augustus tot 20.00 uur) In de winterperiode wordt alleen van maandag t/m zaterdag op afroep bediend tussen 09.00 - 17.00 uur. Provincie Fryslân Ontwikkelagenda Lemmer 2040-2050
Pagina 24
12-03-2011 Hoofdrapport
De afgelopen jaren is geëxperimenteerd met afschaffen van pauzes en spitssluitingen om te bezien hoe de doorstroming van het wegverkeer positief of negatief wordt beïnvloed. De invloeden blijken minimaal te zijn. De gemeente Lemsterland berekent 5 euro per boot aan doorvaartkosten. Veel boten uit de lokale verhuurvloot hebben hiervoor een abonnement.
Figuur 12: De gemeente Lemsterland heft het bruggeld met een klompje, ook op de provinciale vaarwegen.
De provincie streeft naar ‘grenzeloos varen’, wat betekent dat bedieningstijden zouden moeten worden uitgebreid en pauzes en bruggeld moeten worden afgeschaft. Omdat de exploitatie van de bruggen veelal in handen is van gemeenten en de provincie hierover geen zeggenschap heeft is het moeizaam om deze ambitie te bereiken. De realisatie van het Sylroedeauquaduct en de daarover tussen provincie en gemeente te sluiten overeenkomst bieden een goede gelegenheid om dit te realiseren.
2.14 Natura 2000 gebieden. Het Limburgse bedrijf Smals BV heeft een aanvraag bij het Rijk ingediend om in de komende 40-50 jaar 60 miljoen M³ metselzand te mogen winnen voor de Friese zuidkust. Voordat dit kan plaatsvinden, zal een toplaag van 15 miljoen M³ ophoogzand moeten worden verwijderd en afgevoerd. Binnen het provinciale project “grip op grond” wordt bekeken of er een toepassing voor dit materiaal mogelijk is, bijvoorbeeld in het gebied rondom Leeuwarden. Datzelfde geldt voor materiaal wat vrijkomt vanuit het Stuurwielterrein. Vanuit oogpunt van natuurontwikkeling bestaat de wens om op de Steile Bank, voor het waterinlaatpunt Tacozijl, een zandbank of eiland aan te leggen. Dit project zou bijvoorbeeld als mitigerende maatregel kunnen worden uitgevoerd, bij de sluisvarianten die het Natura 2000 gebied zouden raken. (zoals een recreatiesluis) Hierdoor zou dan een nieuw “Building with nature”-project ontstaan. Op dit gebied liggen er vooral kansen: Door de ontwikkeling van het Stuurwielterrein te combineren met een nieuw recreatiekanaal met aqua-/ecoduct en de aanleg van nieuwe natuur voor de Friese kust, ontstaat een robuuste verbindingsschakel tussen De Grutte Brekken (EHS) en het IJsselmeer (Natura 2000 + EHS).
2.15 Bestuurlijke fusie. Tot voor kort zat de gemeente Lemsterland in een samenwerkingsverband met de meeste Zuidwesthoekgemeenten. Toen daar het fusieproces op gang kwam, werd al gauw duidelijk dat Lemsterland niet zou aanhaken. Later besloot ook de gemeente Gaasterlân-Sleat om niet mee te willen fuseren tot de nieuwe gemeente Sudwest Fryslân. De gemeente Lemsterland, Gaasterlân-Sleat en Skarsterlân hebben nu naar elkaar uitgesproken om te willen fuseren tot een nieuwe gemeente. De gemeenteraad van Provincie Fryslân Ontwikkelagenda Lemmer 2040-2050
Pagina 25
12-03-2011 Hoofdrapport
Lemsterland heeft op 1 juni 2010 ingestemd met dit voornemen. De provincie heeft hierover nog geen standpunt ingenomen. Er zullen nog veel besluiten moeten volgen en obstakels worden genomen, maar het is wel duidelijk voor welke richting de gemeenten kiezen. Als gevolg van het voornemen moeten plannen met grote financiële gevolgen met de fusiepartners worden besproken. Overeenkomstig de wet ARHI zijn de drie gemeenten automatisch onder financieel toezicht van de Provincie gesteld, wat bekostiging van de Ontwikkelagenda kan compliceren.
Provincie Fryslân Ontwikkelagenda Lemmer 2040-2050
Pagina 26
12-03-2011 Hoofdrapport
3 Onderlinge samenhang van de ontwikkelingen. 3.1 Effecten van peilscenario’s In dit hoofdstuk wordt de samenhang tussen de diverse ontwikkelingen uit de Ontwikkelagenda in kaart gebracht. De samenhang die hierdoor naar voren komt, moet meer duidelijkheid geven in de vraag hoe de ontwikkelingen en bijbehorende investeringen zich ten opzichte van elkaar verhouden. En of er zich ook conflicterende ontwikkelingen voordoen en welke partijen hierin keuzes moeten maken. De meest onzekere ontwikkeling is die van het IJsselmeerpeil. En tegelijkertijd blijkt een peilverandering ook de meest ingrijpende ontwikkeling te zijn omdat deze alle natte projecten beïnvloedt. Een peilverhoging in 2050 betekent bijvoorbeeld dat een nieuwe sluis niet voor 70 jaar maar voor 40 jaar moet worden gebouwd. Grofweg zijn er drie peilscenario’s denkbaar: 1) Geen of nauwelijks peilverhoging op het IJsselmeer. 2) Peilverhoging op het IJsselmeer met verzwaring van de bestaande waterkering. 3) Peilverhoging IJsselmeer met omleggen van de waterkering door de Lemsterbaai. De verleiding is groot om vanuit de drie scenario’s alle projecten te toetsen. Er ontstaat dan echter een brij aan gegevens, waardoor de leesbaarheid van het rapport onder de maat komt. Daarom is gekozen voor weergave in één tabel, waar het meest vergaande scenario (2 of 3) in is meegenomen..
3.2 Onderlinge samenhang van projecten. In tijd en plaats raken veel projecten elkaar en natuurlijk is er in financiële zin samenhang, omdat ook de overheid zijn geld maar één keer tegelijk kan uitgeven. Met de gedane investering moeten soms eerst weer nieuwe middelen gegenereerd worden. Impact scenario 2: Het stijgende water is in scenario 2 een bedreiging voor de bestaande infrastructuur en raakt daarom veel plannen. De impact van een peilverhoging is ook erg groot, een traditioneel dijkverzwaringsproject zal de bestaande structuren en waarden in Lemmer sterk aantasten. Voor alle projecten geldt dat er in de investeringen technisch goed rekening gehouden kan worden met een komende peilverhoging. Impact scenario 3: Bij scenario 3 wordt de Lemsterbaai afgedamd en wordt een nieuwe sluis in de dam gelegd. Voorlopig uitgangspunt is dat er geen doorgaande weg over de dam komt te lopen. De bestaande Prinses Margrietsluis wordt verwijderd en de Lemsterbaai krijgt daardoor het niveau van de Friese Boezem. Het Woudagemaal wordt vervangen, of aangesloten door middel van een ondergrondse buis naar het IJsselmeer. Het eventueel afdammen van de Lemsterbaai is een bestuurlijk zwaar besluit, maar het vereenvoudigt de complexiteit van de andere projecten enorm. Een groot nadeel is dat Lemmer wordt afgesneden van het IJsselmeer, dat wil zeggen dat er geen rechtstreekse toegang meer is vanuit de buitenhaven. Daarmee is de impact van deze ingreep vergelijkbaar met eerdere projecten als het afdammen van de Zuiderzee of de aanleg van de Noordoostpolder. Provincie Fryslân Ontwikkelagenda Lemmer 2040-2050
Pagina 27
12-03-2011 Hoofdrapport
2.13 Brugbediening
G
B
2.14 Natura 2000
2.12 Zuiderzeelijn
2.11 Windpark NOP
T T B
2.10 Masterplan FMP
2.8 Deltaprogramma
K T T B
2.9 Woudagemaal
2.7 IJsselmeerpeil
K B
2.6 Zuyderzerand
2.3 Rondweg N 359
G B K
2.5 Stuurwielterrein
2.2 Lemsterhoek
K G B K
2.4 Sylroedeaquaduct
2.1 PM sluis
Er ontstaan ook nieuwe kansen die niet zijn meegewogen. De bestaande zware waterkeringen die het dorp nu deels ontsieren kunnen worden teruggebracht tot historisch verantwoorde dimensies. Er komen ontwikkelkansen langs de zuidkant van de Lemsterbaai.
2.1 PM sluis 2.2 Lemsterhoek 2.3 Rondweg N359 2.4 Sylroedeaquaduct 2.5 Stuurwielterrein 2.6 Zuyderzeerand 2.7 IJsselmeerpeil 2.8 Deltaprogramma 2.9 Woudagemaal 2.10 Masterplan FMP
T T K B
K K
K K G G
G
G K
G
K
2.11 Windpark NOP 2.12 Zuiderzeelijn 2.13 Brugbediening 2.14 Natura 2000 2.15 Best. fusie
B K B
K B
B B
K K K K B B
T
G
T B
B G G G
T
Tabel 1: onderlinge relaties projecten.
B G K T
Gedeeld belang, maar zonder echte koppelkans. De betreffende ontwikkelingen kennen een gedeeld belang dat met name geografisch van aard is. Dit belang is niet direct als gelijkgestemd of tegengesteld te benoemen; Gedeeld belang. De betreffende ontwikkelingen hebben in beginsel gelijkgestemde doelstellingen, waardoor de ontwikkelingen elkaar kunnen versterken; Koppelkans. De betreffende ontwikkelingen hebben in beginsel een gedeeld belang en kunnen elkaar in de uitvoering ervan versterken. Tegengesteld Belang. De betreffende ontwikkelingen hebben in beginsel tegengestelde belangen/doelstellingen, waardoor de ontwikkelingen elkaar negatief kunnen beïnvloeden. Dit betekent dat nader overleg benodigd is en keuzes gemaakt moeten worden. Hierdoor kunnen mogelijk aanpassingen bereikt worden, waardoor de ontwikkelingen elkaar alsnog kunnen versterken;
Provincie Fryslân Ontwikkelagenda Lemmer 2040-2050
Pagina 28
12-03-2011 Hoofdrapport
2.2 Lemsterhoek 2.3 Rondweg N359
X X
2.4 Sylroedeaquaduct 2.5 Stuurwielterrein
2.8 Deltaprogramma (besluitvorming)
X X
X
2.8 Deltaprogramma (uitvoering) 2.9 Woudagemaal 2.10 Masterplan FMP 2.11 Windpark NOP
X X X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
2.12 Zuiderzeelijn 2.13 Brugbediening
X X
X X X X X X
2.6 Zuyderzeerand 2.7 IJsselmeerpeil
Zeer lange termijn (na 2030)
X
2.1 PM sluis (capaciteit)
Lange termijn (2020 – 2030)
2.1 PM sluis (onderhoud)
Middellange termijn (2015 – 2020)
Korte termijn (2010 – 2015)
Periode Hieronder is schematisch de periode weergegeven waarin de ontwikkelingen zich naar verwachting voordoen.
2.14 Natura 2000 2.15 Bestuurlijke fusie
Provincie Fryslân Ontwikkelagenda Lemmer 2040-2050
Pagina 29
12-03-2011 Hoofdrapport
4 Conclusies en aanbevelingen. Het lijkt bijna onmogelijk om voor de hoofdinfrastructuur, welke de komende jaren aangepast moet worden, een toekomstvast plan te bedenken. Er zijn zeker enkele dilemma’s: De Prinses Margrietsluis zal ingrijpend moeten worden hersteld, dan wel vernieuwd, maar mogelijk verdwijnt de sluis weer bij peilverhoging in 2050. Een variant met ontvlechting van de recreatievaart moet ook bij eventuele afsluiting van de Lemsterbaai kunnen blijven functioneren. De weg-/waterkruisingen die in het komende decennium worden aangelegd moeten zodanig robuust zijn dat beide modaliteiten voldoende doorstroming krijgen. De plannen voor de N359 op het huidige tracé hebben geen directe invloed op de plannen voor de Prinses Margrietsluis, maar er is wel een onderlinge relatie. Voor de Stroomkanaalsbrug is de samenhang groter. Het gedeelte van de N359 ter hoogte van het bedrijventerrein Lemsterhoek moet later integraal met de sluis worden opgepakt.
4.1 Conclusies algemeen 1. Een belangrijke conclusie is dat een eventuele peilstijging van het IJsselmeer pas na 2050 gaat spelen. Daarbij is nog onduidelijk of en in welke mate het peil gaat stijgen. De besluiten hiertoe worden wel al in rond 2015 genomen. Bij het maken van keuzes binnen de ontwikkelagenda van Lemmer moet per project worden afgewogen wat de invloed van een mogelijke peilstijging zal zijn en of het te rechtvaardigen valt dat niet wordt gewacht tot er voldoende duidelijkheid is; 2. Het blijkt dat een aantal ontwikkelingen tegenstrijdig kunnen zijn met de uitgangspunten van Natura 2000 en de Ecologische Hoofdstructuur. Andersom kan Natura 2000 en de EHS leiden tot een beperking van een aantal ontwikkelingen. De EHS is door het kabinet ter discussie gesteld. Dit betekent per project zorgvuldige afstemming over de behalen doelen.
4.2 Conclusies korte termijn 3. De kwaliteit van de huidige Prinses Margrietsluis is zodanig, dat snel maatregelen getroffen dienen te worden om de sluis in gebruik te kunnen houden totdat renovatie of vernieuwing aan de orde is. 4. De volgende ontwikkelingen kunnen deels onder de noemer worden geschaard van de ontwikkeling ‘Masterplan Toegangspoort Lemmer / Echtenerbrug’. In de praktijk wordt hier ook al invulling aan gegeven: Woudagemaal (aanlegsteiger vanaf IJsselmeer) Bediening bruggen en sluizen. Stroomkanaalsbrug (aanlegsteiger vanaf de Sylroede) Herinrichting Sylroede door de dorpskom. 5. De Rondweg + aquaduct en het Masterplan Lemmer zijn twee projecten die op korte termijn spelen en een sterke onderlinge afhankelijkheid hebben. Niet alleen inhoudelijk, maar vooral financieel, aangezien voor beide projecten een substantiële bijdrage van de gemeente Lemsterland wordt verwacht. Het is momenteel nog maar de vraag of de gemeente de totale bijdrage op korte termijn kan financieren. In de gemeentebegroting is hier nog geen rekening mee gehouden. Daarnaast heeft de provincie haar eigen bijdrage in de Rondweg ook nog niet in haar begroting opgenomen. De mogelijkheid om de gemeentelijke tolgelden op de Sylroede af te schaffen moet worden onderzocht. 6. Hoewel het niet heel expliciet uit de tabellen naar voren komt, speelt de gemeentelijke fusie wel degelijk een rol. Doordat de gemeente Lemsterland wil gaan fuseren, valt zij Provincie Fryslân Ontwikkelagenda Lemmer 2040-2050
Pagina 30
12-03-2011 Hoofdrapport
onder het provinciale ARHI-toezicht. Hierdoor kan de gemeente Lemsterland niet afzonderlijk besluiten nemen die grote financiële consequenties hebben. Dit kan gevolgen hebben voor (de planning van) besluitvorming op korte termijn.
4.3 Conclusies middellange termijn 7. De ontwikkeling rondom de uitbreiding van de capaciteit van de huidige PM-sluis kan als vliegwiel dienen voor de totstandkoming van andere ontwikkelingen (Lemsterhoek, Stuurwiel). Maar dat geldt alleen wanneer voor de ‘Valentijn’-variant gekozen wordt. De agendasetting en bijbehorende financiering is vooralsnog niet geregeld, vandaar dat deze ontwikkeling vooreerst op de middellange/lange termijn wordt geplaatst. Nader onderzoek is hier gewenst; 8. De overige ontwikkelingen op de middellange termijn kunnen met inachtneming van de onderlinge relaties, zonder grote gevolgen worden uitgevoerd.
4.4 Conclusies lange termijn (aanpassing waterpeil) 9. Uit het voorgaande hoofdstuk blijkt dat de verschillende peilscenario’s de meest bepalende factor zijn voor de te maken keuzes van de hoofdinfrastructuur, maar dit geldt alleen op de lange termijn. Zonder peilverandering kunnen veel projecten gewoon, al dan niet in samenhang met elkaar, worden uitgevoerd. Nut en noodzaak van peilverandering zullen in de komende jaren verder worden onderzocht en rond 2015 zal een besluit vallen. De leidende discussievragen daarbij zijn: Is peilaanpassing van het IJsselmeer wel noodzakelijk? Welke hoogte moet het peil krijgen? Welke maatregelen zijn nodig om het peil aan te kunnen passen? Bij een besluit tot aanpassing (verhoging) van het peil kan dit op traditionele wijze worden doorgevoerd, maar dat lijkt niet erg logisch. Er zijn te veel buitendijkse belangen in het gebied en ook de noodzakelijke verzwaring van de waterkering stuit op grote inpassingproblemen. De variant om bij peilaanpassing de Lemsterbaai geheel van het IJsselmeer af te sluiten lijkt veel van deze problemen op te lossen en in het gebied ontstaan zelfs nieuwe ontwikkelkansen. Maar er bestaat tegen deze variant ook veel weerstand, immers de Lemsterbaai is gevoelsmatig de laatste verbinding van het dorp naar de open zee. De geschiedenis leert dat Lemmer zeker in staat is zich aan steeds veranderende omstandigheden aan te passen, wanneer daar nieuwe kaders voor worden aangereikt. Daar ligt dan ook de uitdaging voor de toekomst.
Provincie Fryslân Ontwikkelagenda Lemmer 2040-2050
Pagina 31
12-03-2011 Hoofdrapport
4.5 Aanbevelingen Eigenlijk zijn alle initiatieven en ideeën op hoofdlijnen goed uitvoerbaar als er rekening met andere plannen wordt gehouden. De onderlinge samenhang tussen alle plannen is zichtbaar gemaakt in hoofdstuk 3. De plannen hebben allemaal hun eigen dynamiek en projectafspraken die geen aanvulling behoeven. Voor dit moment leidt de agenda tot een viertal concrete aanbevelingen. 1. Start overleg met de gemeente Lemsterland om toekomstige financiële afspraken vast te leggen in een intentieovereenkomst. Resultaat hiervan is een convenant waarin zowel provincie als gemeente duidelijkheid verschaffen welke projecten men gezamenlijk wil realiseren en welke kostenverdeling daarbij hoort. 2. Start overleg met het Rijk om de zorgelijke onderhoudstoestand van de Prinses Margrietsluis onder de aandacht te brengen. Resultaat hiervan moet een maatregelenpakket zijn, waarmee de sluis in elk geval nog een aantal jaren in stand kan worden gehouden 3. Start overleg met het Rijk om te komen tot een MIRT-onderzoek32 op basis van bijgevoegd vooronderzoek naar de toekomst van de Prinses Margrietsluis en de daarbij behorende gebiedontwikkeling zoals beschreven in de Ontwikkelagenda. 4. Houdt er bij alle projecten rekening mee dat er lange-termijnscenario’s bestaan waarin sommige projectvarianten minder toekomstvast zijn.
32
MIRT – Meerjarenprogramma Infrastructuur Ruimte en Transport
Provincie Fryslân Ontwikkelagenda Lemmer 2040-2050
Pagina 32
12-03-2011 Hoofdrapport