Gemeente Helmond DIENST SAMENLEVING EN ECONOMIE
Helmond Actief Visie, methodiek en evaluatie
Ontwikkelingsproject sociale activering Binnenstad Oost Evaluatieperiode 1 juli 2001 tot medio april 2002
Opdrachtgever: Gemeente Helmond, Dienst Samenleving en Economie Afdeling Sociale Zaken
Projectcoördinatie en methodiekontwikkeling: Fontys Hogeschool Sociaal Werk Productgroep ITB
Participanten: Gemeente Helmond, afdeling Sociale Zaken Kliq Reïntegratie Atlant Groep
Evaluatie Helmond Actief
juli 2001 tot en met april 2002
2
Inhoudsopgave Inhoudsopgave ........................................................................................................................ 3 1. Voorwoord........................................................................................................................... 4 2. Sociale activering: voor wie, door wie, hoe en waarom...................................................... 5 3. Denk en handelingskader sociale activering. ...................................................................... 6 3.1. Waar komt sociale activering vandaan? ....................................................................... 6 3.2. Voor wie is sociale activering bedoeld? ....................................................................... 6 3.3. Visie van Helmond Actief op sociale activering. ......................................................... 6 3.3.1. Betekenissen / dimensies van maatschappelijke participatie. ................................ 6 3.3.2. Vormen van maatschappelijk participatie. ............................................................. 7 3.3.3. Hulpbronnen........................................................................................................... 7 3.4. De werkmethodiek van Helmond Actief. ..................................................................... 8 3.5. Netwerkontwikkeling, taakverdeling en samenwerking; de sluitende aanpak. ............ 9 3.6. Een wijkgericht project. .............................................................................................. 10 4. Opzet, uitwerking en tussentijdse evaluatie. ..................................................................... 11 4.1. Situering...................................................................................................................... 11 4.2. Doelstelling. ................................................................................................................ 11 4.3. De resultaten. .............................................................................................................. 12 4.4. De personele bezetting................................................................................................ 13 4.5 Taakverdeling. ............................................................................................................ 13 4.6. Externe samenwerking................................................................................................ 15 4.7. Het wijkontwikkelingsplan Binnenstad Oost.............................................................. 16 5. Conclusie. .......................................................................................................................... 17 6. Aanbevelingen. .................................................................................................................. 18 7. Afkortingen........................................................................................................................ 20
Evaluatie Helmond Actief
juli 2001 tot en met april 2002
3
1.
Voorwoord.
Het begon ooit met de brede politieke overtuiging - zo eind jaren tachtig, begin jaren negentig – dat er veel te veel mensen een uitkering kregen. Arbeidsongeschikten, langdurig werklozen, mensen in de bijstand, jarenlang was er nauwelijks naar ze omgekeken. Er was toch geen plaats op de arbeidsmarkt. Totdat het besef doordrong dat dit wel erg veel geld ging kostten. Terwijl ondertussen allerlei maatschappelijk nuttige taken onvervuld bleven. Tel die twee bij elkaar op en je kunt mensen met een uitkering inzetten als tramconducteur, als toezichthouder, als helpende hand. Activerend arbeidsmarktbeleid heette dit. Maar het werkte wel, zowel voor de betrokkenen als voor de samenleving. Duizenden mensen kwamen via allerlei werkverruimende maatregelen aan de slag. In eerste instantie slecht betaalt werk en met niet zo’n bijzondere rechtspositie, maar toch, de deur stond voor hen weer op een kier. Vervolgens begon halverwege de jaren negentig de economie geweldig aan te trekken. Werkgevers zaten ineens te springen om personeel. De mensen die in de eerste activeringstrajecten aan de slag waren gegaan, vonden binnen de kortste keren emplooi. Er moesten nieuwe arbeidskrachten gevonden worden. Nu keek men naar de harde kern van mensen die in eerste instantie wel erg ver van de arbeidsmarkt leken te staan, die eerst ‘sociaal’ geactiveerd dienden te worden, voordat er zelf maar sprake kon zijn van de gedachte aan betaald werk. Gaandeweg doemde er een derde reden op om mensen te benaderen. Vooral de uitvoerende werkers in de sociale activering en hun organisaties brachten het met kracht naar voren: we willen niet dat mensen verpieteren, dat hun leven ten gronde gaat. Ook niet als een betaalde baan er voor hen vermoedelijk niet in zit. Zo is in tien, vijftien jaar een perfecte draai gemaakt: van tamelijk opportunistische argumenten (u kost teveel geld, we hebben u nodig op de arbeidsmarkt) naar het begin van een nieuwe verantwoordelijkheid, de opbouw van decent society; een samenleving waarin niemand aan zijn lot wordt overgelaten. De Binnenstad Oost is helaas bij uitstek een samenleving waar mensen geconfronteerd worden met de gevolgen van maatschappelijke, economische en fysieke problematiek. De concentratie van knelpunten is nergens anders in Helmond zo groot als hier. Tweedeling met als gevolg een grote mate van maatschappelijke uitsluiting is voor een groot aantal binnenstadbewoners aan de orde van de dag. De wijk wordt nu structureel vernieuwd. Het moet een ‘samenleving’ worden waar iedereen kans heeft op een maatschappelijk zinvol bestaan. Waar de huizen ruim zijn en van goede kwaliteit. Met mogelijkheden voor vrijwilligerswerk, cursussen, activiteiten, een passende baan of opleiding. Een wijk met veel groen en ruimte om te parkeren, te spelen en waar het vooral veilig is. Kortom: Het moet een wijk worden waar het totale leven van de mensen verbeterd is en iedereen zich thuis voelt. Het gaat dus om veel meer dan alleen beter wonen. Het gaat ook om betere voorzieningen met kansen voor zowel jong als oud. De gemeente wil dat al deze punten aangepakt worden. Maar ook dat er geïnvesteerd wordt in mensen; in wensen, capaciteiten en motieven van de binnenstadbewoners. Om die reden is het sociale activeringsproject Helmond Actief geïnitieerd, een project die mede zorg draagt voor de maatschappelijke participatie van de binnenstadbewoners, via de weg van vrijwilligerswerk, cursussen, activiteiten, een passende baan of opleiding op basis van hun specifieke wensen en behoeften. Evaluatie Helmond Actief
juli 2001 tot en met april 2002
4
2.
Sociale activering: voor wie, door wie, hoe en waarom1.
De heer Gerards is zwaar verslaafd. Zijn moeder wil hem na al die jaren ellende niet meer in huis hebben. Hij dreigt hiermee ook nog eens dakloos te worden. Ten einde raad legt hij contact met een van de arbeidsmarktconsulenten van Helmond Actief. De arbeidsmarktconsulent arrangeert door middel van een huisbezoek een 3-gesprek met de moeder en de heer Gerards. De arbeidsmarktconsulent vraagt de moeder onder welke voorwaarden hij voorlopig nog wel in huis mag blijven. Na lang beraad, antwoordt de moeder dat hij voor de korte termijn thuis mag blijven wonen, mits hij onmiddellijk ophoudt met heroïnegebruik, hij 3 maal per week zijn urine laat controleren, tevens een methadonprogram opstart en bovendien via Novadic zich vrijwillig opgeeft voor een plaatsing in een therapeutische gemeenschap. De heer Gerards stemt hier uiteindelijk in toe. De arbeidsmarktconsulent zegt toe dat hij de relatie probeert te herstellen met de verslavingszorg. Tevens probeert de arbeidsmarktconsulent de heer Gerards te indiceren voor de WSW, zodat hij na zijn verblijf kan instromen in de sociale werkvoorziening van de Atlant Groep en zo zijn oude vak kan oppakken. Bovendien brengt de arbeidsmarktconsulent hem in contact met een van de casemanagers van sociale zaken om samen met de budgetwinkel de gigantische schuldenlast te saneren. De heer Pieters is al 20 jaar werkloos. Via de WAO is hij in de bijstand terechtgekomen. Hij heeft erg veel last van hevige spier- en gewrichtspijnen. Hierdoor kan hij onregelmatig per week een aantal dagen geen activiteiten verrichten. De heer Pieters staat te boek als onbemiddelbaar. Op de vraag hoe hij wekelijks de dag doorkomt, vertelt de heer Pieters dat hij bijna dagelijks met zijn vader naar het kerkhof gaat. Daar ligt zijn moeder en andere familieleden begraven. Ze vinden het allebei fijn om daar uren te vertoeven. Hun gedachtes gaan dan steevast uit naar hun dierbare familieleden. De arbeidsmarktconsulent van Helmond Actief vraagt hem om er eens over na te denken of hij hier iets mee zou willen Na een week meldt de heer Pieters zich uit eigen initiatief. Hij vraagt of hij wekelijks 2 a 3 dagen per week de begraafplaats mag bijhouden. Hij weet dat de huidige medewerker van de gemeente maar een dag per week heeft om de begraafplaats bij te houden en wel een helpende hand kan gebruiken. De heer Pieters heeft wel 2 voorwaarden: Ten eerste dat hij zijn vader mag meenemen en ten tweede dat hij geen gedoe krijgt met de soos. De arbeidsmarktconsulent sluit een en ander kort met de gemeente en de afdeling sociale zaken. Tevens regelt hij met de vrijwilligerscentrale dat Piet ihkv. “ Helmonders werken voor Helmond” een jaarlijkse bonus krijgt van 700 euro. Inmiddels verricht de heer Pieters al een aantal maanden vrijwilligerswerk met een gemiddelde van zo’n 15 uur per week. Tijdens het intakegesprek geeft mevrouw Beurskens aan dat ze dag en nacht hand en spant diensten voor de plaatselijke voetbalclub verricht. Haar hart ligt zogezegd bij deze club. Op de vraag van de Helmond Actief arbeidsmarktconsulent of ze dit niet fulltime via het Besluit ID zou willen, reageert ze verbaasd: “ kan dat dan?” De arbeidsmarktconsulent faciliteert een en ander en creëert een “win-win” situatie: de voetbalclub heeft er baat mee en zijzelf is uit de uitkering en verricht werk waar feitelijk haar passie ligt. Driemaal sociale activering in een notendop. Enerzijds laten deze voorbeelden zien hoe divers sociale activering is, anderzijds maakt het in essentie helder hoe breed sociale activering benaderd moet worden.
1
De namen in de casuïstiek zijn fictief.
Evaluatie Helmond Actief
juli 2001 tot en met april 2002
5
3.
Denk en handelingskader sociale activering.
3.1.
Waar komt sociale activering vandaan?
In politiek Den Haag werd ten tijde van het eerste kabinet Kok voor het eerst over sociale activering gesproken. Doel was: mensen die moeilijk aan de slag komen een stapje op weg te helpen naar betaalde arbeid of in ieder geval dat mensen uit een maatschappelijk isolement komen. De groeiende aandacht voor sociale activering kwam onder meer tot uiting bij de bijstandsexperimenten (op grond van artikel 144 van de Abw). Een groot aantal gemeenten kreeg de mogelijkheden te experimenteren met een aantal bepalingen in de Abw om met name langdurige werklozen meer kansen op maatschappelijke participatie te bieden.
3.2.
Voor wie is sociale activering bedoeld?
Kenmerkend voor de doelgroep van sociale activering is dat er vaak een combinatie van problemen van persoonlijke, financiële, medische en maatschappelijke aard speelt, waardoor maatschappelijke participatie wordt belemmerd. In termen van afstand tot de arbeidsmarkt wordt de doelgroep gedefinieerd als fase 4.
3.3.
Visie van Helmond Actief op sociale activering.
Het ministerie van SZW definieert sociale activering als volgt: “ Het verhogen van maatschappelijke participatie en het doorbreken of voorkomen van sociaal isolement door maatschappelijk zinvolle activiteiten die eventueel een eerste stap op weg naar betaald werk kunnen betekenen”. Sociale activering heeft dus als doelstelling uitsluiting te voorkomen of tegen te gaan. Om die reden is het van belang zicht te krijgen op de participatiewensen van de doelgroep van dit beleid. Helmond Actief definieert uitsluiting in termen van het ontbreken van dimensies van een “ zinvol bestaan” en in termen van een gebrek aan hulpbronnen om een zinvol bestaan op te bouwen. Deze definitie verdient een toelichting die hieronder nader is uitgewerkt. 3.3.1. Betekenissen / dimensies van maatschappelijke participatie. Helmond Actief gaat er van uit dat het bevorderen van maatschappelijke participatie meerdere betekenissen ( en dimensies) kan hebben voor de beoogde doelgroep: • maatschappelijke status en respect; • zelfstandigheid en zelfbeschikking; • toegang tot bredere maatschappelijke verbanden en sociale netwerken; • concrete waardering en het leveren van een nuttige bijdrage voor anderen; • een zinvolle en enigszins gestructureerde tijdbesteding; • in beginsel terugkeer naar (reguliere) arbeidsmarkt; • mogelijkheden voor individuele ontwikkeling; • mogelijkheden voor herstel of afleiding van persoonlijke problemen.
Evaluatie Helmond Actief
juli 2001 tot en met april 2002
6
Het voordeel van deze opsomming is dat we genuanceerd naar participatie en veronderstelde uitsluiting kunnen kijken. Mensen voelen zich namelijk zelden helemaal maatschappelijk uitgesloten. Dat wil zeggen dat ze zelden problemen hebben op alle bovengenoemde punten. Vanuit individueel perspectief kijken we op welke punten participatie verbeterd kan worden in relatie tot zijn persoonlijke situatie. Dit maakt dat mensen de verschillende elementen van een zinvol bestaan elk anders invullen. 3.3.2. Vormen van maatschappelijk participatie. De vraag die Helmond Actief zich vervolgens stelt is welke relatie er is tussen deze betekenissen van participatie en de diverse vormen van participatie. We maken hierbij onderscheid in de volgende gelijkwaardige vormen van activering en participatie: •
arbeidsactivering door middel van bemiddeling naar regulier/ additioneel werk, scholing, arbeidstraining, stages, motivatie-, orientatietrajecten etc. Het resultaat van arbeidsactivering is: door - en uitstroom in reguliere of gesubsidieerde arbeid;
•
maatschappelijke activering door middel van vrijwilligerswerk, maatschappelijk nuttige taken, mantelzorg, actief worden in de eigen omgeving, sociaal / culturele activiteiten, taallessen, basiseducatie etc. Maatschappelijke activering kan op termijn leiden tot: a. duurzame participatie aan maatschappelijke zinvolle activiteiten; b. doorstroom naar arbeidsactivering; c. uitstroom in reguliere of gesubsidieerde arbeid;
•
zorgactivering; waarbij aandacht wordt besteed aan relatieherstel naar sociale netwerken ( contacten met familie, buren, vrienden, kennissen) en / of professionele netwerken ( werk, zorg en welzijn). Het resultaat van zorgactivering is: a. het oplossen dan wel hanteerbaar maken van de geconstateerde problematiek; b. duurzame participatie aan maatschappelijk zinvolle activiteiten; c. doorstroom naar maatschappelijke - of arbeidsactivering; d. uitstroom in regulier of gesubsidieerde arbeid.
De conclusie die we op basis van de ervaringen van de kandidaten trekken is dat er geen één op één relatie is tussen de betekenissen (zie 3.3.1.) enerzijds en vormen van participatie (zie hierboven / 3.3.2.) anderzijds. Betaald werk kan meerdere van de genoemde betekenissen hebben en hulpbronnen opleveren. Maar andere vormen van participatie kunnen dat in bepaalde gevallen ook en kunnen dus een (meer dan) gelijkwaardig alternatief zijn voor betaald werk. De verschillende vormen van activering en participatie worden niet alleen of afzonderlijk toegepast, maar in veel gevallen ook in combinatie met elkaar. In sommige situaties is er sprake van gelijktijdigheid. In andere situaties is er sprake van volgtijdelijke activiteiten. 3.3.3. Hulpbronnen. Om te kunnen participeren hebben mensen hulpbronnen nodig; zaken die ze in staat stellen activiteiten of netwerken te zoeken en daaraan deel te nemen. Hierbij kan gedacht worden aan: • kennis van participatiemogelijkheden;
Evaluatie Helmond Actief
juli 2001 tot en met april 2002
7
• • •
vaardigheden en andere persoonlijke competenties (zoals zelfvertrouwen en zelfkennis) rechten en bevoegdheden (toegang krijgen tot activiteiten en netwerken en dingen mogen doen); geld.
Dit soort hulpbronnen zijn niet alleen een voorwaarde, maar ook een gevolg van participatie. Voor een deel kunnen hulpbronnen worden aangereikt of geactiveerd door de arbeidsmarktconsulenten van Helmond Actief. Een duidelijk kenmerk van de werkwijze is de zogenaamde dubbele activering, dat wil zeggen dat niet alleen de kandidaat wordt geactiveerd maar dat het ook gaat om de eigen sociale omgeving van de kandidaat. Daarnaast is het van belang om instellingen en organisaties in de dienstverlenende en hulpverlenende sfeer allereerst ertoe te bewegen de betreffende kandidaat met diens concrete hulpvraag te helpen. Voor het overige kunnen kandidaten hun hulpbronnen ontwikkelen door te participeren, mits de gekozen activiteiten en netwerken ontwikkelingsgericht aansluiten bij de mogelijkheden van de kandidaat.
3.4.
De werkmethodiek van Helmond Actief.
Als gevolg van deze visie wordt per individuele kandidaat vastgesteld welke betekenis hij geeft aan maatschappelijke participatie en in welk opzicht deze maatschappelijke participatie middels deelname aan activiteiten kan worden versterkt of ontwikkeld. Tevens dient per kandidaat te worden vastgesteld, welke belemmering hem tegenhoudt om zijn maatschappelijke participatiewens te realiseren. Voorts dient er nagedacht te worden over welke specifieke hulpbronnen ingezet dienen te worden om enerzijds zijn belemmeringen hanteerbaar te maken en anderzijds om zijn participatiewensen te vertalen in een reëel maatschappelijk participatie perspectief. Deze benaderingswijze sluit zeker niet uit dat ook de samenleving bepaalde ‘eisen’ aan de kandidaat stelt, bijvoorbeeld om een bijdrage te leveren aan het verbeteren van de eigen leefsituatie, op persoonlijk- en op maatschappelijk niveau. Maar de invulling daarvan dient te passen bij de kandidaat, de persoonlijke situatie en mogelijkheden. De kandidaat moet daar zelf betekenis aan kunnen geven en meerwaarde zien in het traject dat samen met hem wordt uitgestippeld. Geen aanbieder van betaald werk of onbetaald werk zit immers te wachten op werknemers of kandidaten die onvoldoende gemotiveerd of competent zijn voor de activiteiten die gedaan moeten worden. Het is vooral daarom dat institutioneel, van buitenaf gericht activeringsbeleid weinig succesvol is. Mensen worden nauwelijks geactiveerd wanneer anderen gaan invullen wat goed voor ze is, wanneer zij niet worden aangesproken op hun kwaliteiten, maar juist op hun tekortschieten tegenover de samenleving en op de aanpak van hun beperkingen. De ‘problemen van moeilijke’ groepen, speelt voor de aanbieder van betaald werk of onbetaald werk, geen rol. Deze individuele, vraaggericht benadering is tevens de belangrijkste (potentiële) succesfactor van de Helmond Actief benadering. Ten eerste houdt maatschappelijk participatie altijd een vorm van integratie in sociale verbanden in. Bij integratie is het van belang dat er een aansluiting is tussen de ‘persoon’ van de kandidaat enerzijds en het sociale verband anderzijds, wat betreft waarden, omgangsvormen, verwachtingen etc. Omdat die ‘bemiddeling’ zelden 100% zal zijn, is er meestal aanpassing nodig. Die aanpassing moet echter wederzijds zijn, zodat voorkomen wordt dat de nieuwe kandidaat zich eenzijdig moet aanpassen.
Evaluatie Helmond Actief
juli 2001 tot en met april 2002
8
Ten tweede moet maatschappelijke participatie altijd een vorm van emancipatie inhouden, dat wil zeggen dat de kandidaat zijn competenties kan ontwikkelen en dat zijn persoon wordt gerespecteerd. Ten derde voert de kandidaat zoveel mogelijk de regie over het traject en draagt dat traject zoveel mogelijk bij aan diens zelfredzaamheid. De bedoeling is immers de kandidaat te ondersteunen bij de ontwikkeling van een bestaan dat in diens ogen zinvol is. Voorts is ondersteuning aanvullend op wat de kandidaat zelf kan en moet het deze mogelijkheden helpen ontwikkelen.
3.5. Netwerkontwikkeling, taakverdeling en samenwerking; de sluitende aanpak. De positionering van sociale activering en de diversiteit van doelgroepen en activiteiten die hierbij relevant zijn vraagt een intensieve samenwerking tussen een groot aantal organisaties. De afdeling Sociale Zaken draagt de formele verantwoordelijkheid voor de rechtmatigheid en doelmatigheid van de uitkeringen die worden verstrekt. Doelmatigheid betekent dat de uitkering wordt gekoppeld aan een passend reïntegratietraject. Voor de fase 4 kandidaat is sociale activering een specifieke vorm van reïntegratie. De casemanagers van de afdeling Sociale Zaken hebben vanuit hun functie een regievoerende verantwoordelijkheid: • zij verwijzen uitkeringsgerechtigden (kandidaten) voor wie zij een vast contactpersoon zijn, naar organisaties die een rol kunnen vervullen in de uitwerking en begeleiding van activeringstrajecten; • zij sluiten in formele zin het activeringstraject met de uitkeringsgerechtigden en met de organisaties die verantwoordelijkheid nemen in de begeleiding van de trajecten: • zij volgen en geven aanvullende ondersteuning bij het uitvoeren van de trajecten, o.a. via instrumenten die zijzelf hiervoor beschikbaar hebben. De casemanagers van de gemeente, met de huidige omvang van de caseload, hebben niet de mogelijkheden om intensief trajecten te begeleiden. Daarvoor werken zij samen met andere organisaties, die hiervoor relevant zijn. Gezien de grote diversiteit van de doelgroep en de meervoudigheid van de problematiek zijn er dikwijls meerdere organisaties betrokken, op het gebied van: scholing, hulpverlening, arbeidsoriëntatie en training, sociaal-culturele activiteiten, vrijwilligerscentrale, enz. Om duidelijkheid en effectiviteit te scheppen wordt aan elke kandidaat een vaste arbeidsmarktconsulent toegewezen, verantwoordelijk voor de uitwerking en begeleiding van het activeringstraject. Deze arbeidsmarktconsulent is verantwoordelijk voor: • het in kaart brengen van wensen, motieven, vaardigheden en ontwikkelingsmogelijkheden, belemmeringen, persoonlijke en maatschappelijke perspectieven; • het uitwerken van een activeringsplan met doelstelling, activiteiten, betrokken organisaties en personen in samenwerking met de kandidaat; • het ondersteunen en begeleiden van contacten met andere organisaties; • het intensief volgen, begeleiden en eventueel bijsturen van het activeringsplan, dit laatste in overleg met de regievoerende casemanager van de gemeente. Voor de uitwerking en uitvoering van het activeringstraject werkt de arbeidsmarktconsulent samen met andere organisaties en personen: die bekend zijn met de betreffende persoon, die
Evaluatie Helmond Actief
juli 2001 tot en met april 2002
9
expertise hebben op bepaalde gebieden en die betrokken worden bij de realisatie van het activeringsplan. Het uitbouwen van het externe netwerk is een belangrijke voorwaarde en meerwaarde voor het project, maar ook voor het gemeentelijke lokale sociale beleid. Het gegeven dat de casemanagers van Gemeente, arbeidsmarktconsulenten Atlant Groep en Kliq in één team samenwerken heeft een aantal voordelen, die we toelichten in hoofdstuk 4. Beleidsmatig is gekozen om niet uit te gaan van concurrentie tussen reintegratiebedrijven, maar om complementaire samenwerking te realiseren.
3.6.
Een wijkgericht project.
Helmond Actief is een wijkgericht project, Het wordt uitgevoerd vanuit een locatie in de wijk en het richt zich op een bewust gekozen territorium, Binnenstad-Oost. Hierbij waren er twee belangrijke overwegingen: • een grote concentratie van fase 4 uitkeringsgerechtigden; • een herstructureringsgebied waar 25 procent van de bewoners te maken krijgt met (tijdelijke) verhuizing en de wijk zelf met meerdere problemen kampt waarvoor nieuwe perspectieven worden ontwikkeld. Het feit dat het project op een wijklocatie wordt uitgevoerd biedt een aantal voordelen zoals: een herkenbare plaats en contactpunt in de eigen leefomgeving van de doelgroep, betere contacten met organisaties die in dit werkgebied actief zijn, bijdrage aan de integrale aanpak in de upgrading van de wijk.
Evaluatie Helmond Actief
juli 2001 tot en met april 2002
10
4.
Opzet, uitwerking en tussentijdse evaluatie.
4.1.
Situering
Het project Helmond Actief betreft een speerpunt binnen het Integraal Programma van Eisen van het Wijkontwikkelingsplan Binnenstad- Oost. De opdrachtgever van dit project is de Afdeling Sociale zaken, hiertoe gemandateerd door het college van de gemeente Helmond. Het project wordt uitgevoerd door een samenwerkingsverband tussen 4 partijen; De afdeling Sociale Zaken van de Dienst Samenleving en Economie; De Atlant Groep; Kliq Reïntegratie De productgroep ITB van Fontys Hogeschool Sociaal Werk, Eindhoven De uitvoering van het project startte feitelijk medio juni 2001 en eindigt in principe medio juni 2002. In de maanden februari tot juni 2001 werd gewerkt aan de voorbereiding van het project. De maanden juni tot en met augustus werden gehanteerd als opstartperiode. In september 2001 trad het project officieel naar buiten door middel van een officiële opening en startte het met het uitnodigen van de eerste kandidaten.
4.2.
Doelstelling.
Helmond Actief had als doel, het realiseren van 100 activeringstrajecten gericht op doorstroming naar de arbeidsmarkt en / of maatschappelijke participatie van werklozen uit de wijk Binnenstad Oost. Vooraf is hierbij afgesproken dat beide interventies als gelijkwaardig worden beoordeeld. De motivering hiervoor was het voorkomen van onbedoelde afroming en tegemoet te komen aan de bredere doelstelling van sociale activering: participatie, cohesiebevordering en doorbreking van uitsluiting.
Evaluatie Helmond Actief
juli 2001 tot en met april 2002
11
4.3.
De resultaten.
Stand van zaken Helmond Actief september 2001/ medio april 2002.
Intake
Uitvallers
Plaatsing
Intake
Activering
Trajectplannen 110 stuks
35
Trajectplannen Assesment Bemiddelingsfase Opleiding Oriëntatie training Arbeidstraining Zorgactiviteiten Vrijwilligerswerk Additionele plaatsing Regulier plaatsing Niet op uitnodiging komen Gezondheid (psychisch/licham.) Ontwrichte thuissituatie Partner werk gevonden Verhuisd Gezondheid, verder met partner Afgesloten i.v.m. samenwonen Verslaafd Ongemotiveerd Totaal
23 10 11 9 7 1 9 29 11 3 6 2 1 2 1 1 1 1 35
60
50
18
Resultaten Project Helmond Actief o.b.v. 110 trajectplannen 14% 47% 39%
Evaluatie Helmond Actief
Activering Plaatsing Uitvallers
juli 2001 tot en met april 2002
12
Conclusies: • Half maart 2002 was de taakstelling al gehaald. Taakstelling is 100 trajectplannen met gemiddeld 3 fte’s op basis van 10 operationele maanden. Deze prestatie krijgt nog meer impact omdat de gemiddelde inzet tot dan toe op gemiddeld iets meer dan 2 fte’s ligt. E.e.a. is gerealiseerd onder arbeidsvoorwaarden en omstandigheden, die niet optimaal waren. • De instroom van kandidaten is tot nu toe geen enkel probleem. Er is op dit moment een wachtlijst van zo’n 50 kandidaten. Hier wordt overigens binnenkort aan gewerkt door substantiële formatie uitbreiding. • De hoofdleverancier van kandidaten is de sociale dienst. Verder signaleren we met name de laatste tijd dat andere toeleidingskanalen steeds beter gaan werken. Hiermee wordt Helmond Actief ook steeds meer het beoogde wijkproject. De toeleiding vanuit de informele en professionele netwerken kan echter nog nadrukkelijker geactiveerd worden, o.a. middels ketenbenadering. • Expliciet bemiddelen naar zorgtrajecten gebeurt bewust mondjesmaat; wel is er sprake van het opstarten van de zogenaamde simultane trajecten. Bijvoorbeeld werk in combinatie met specifieke zorg.
4.4.
De personele bezetting.
Dit project wordt gerealiseerd door een team van medewerkers, die gedetacheerd worden vanuit hun huidige organisatie en dienstverband naar het project. De afdeling Sociale Zaken leverde aanvankelijk een halftime casemanager, de Atlant Groep 0.9 fte arbeidsmarktconsulenten en Kliq 0.8 fte arbeidsmarktconsulenten. Door het onverwacht groot aantal aanmeldingen ziet het formatieplaatje er vanaf mei aanstaande er als volgt uit: • Sociale zaken 1.8 fte; • Atlant Groep groeit geleidelijk naar 2 fte; • Kliq 2 fte. In het totaal kan Helmond Actief hiermee een permanente dynamische caseload aan van zo’n 180 fase 4 binnenstadbewoners. Fontys leverde in de praktijk 0,6 fte, (contractueel 0,4 fte) verantwoordelijk voor de coördinatie van het project, de coaching van het team en de medewerkers en voor de implementatie van de methodiekontwikkeling. Daarnaast werd door Fontys 15 extra werkdagen geleverd voor de voorbereiding van het project en de ondersteuning van de methodiekontwikkeling. Tenslotte heeft vanuit Fontys een studente als stagiaire aan het project deelgenomen, formeel aangehaakt bij de afdeling sociale Zaken. Met ingang van Februari is het team versterkt met een ID-werkneemster; verantwoordelijk voor de administratie van het project.
4.5
Taakverdeling.
De samenwerking tussen de casemanager van de gemeente en de arbeidsmarktconsulenten heeft binnen het project absoluut meerwaarde opgeleverd. Met name door de directe toegang tot het fase 4 bestand. Bovendien kan door het gezamenlijk uitnodigen tijdens de intake met Evaluatie Helmond Actief
juli 2001 tot en met april 2002
13
hulp van de warme overdracht de casemanager het werk van de arbeidsmarktconsulent in belangrijke mate ontbureaucratiseren door meteen de opdracht te verstrekken. Een belangrijke succesfactor hierbij is dat in procesmatige zin een beweging gemaakt wordt van “contact naar contract” tussen de kandidaat, casemanager en de arbeidsmarktconsulent. Verder wordt de ondersteunende rol van de gemeentelijke casemanager, i.v.m. expertise in financiële dienstverlening, als pure winst ervaren. In het bijzonder door het inzetten van de bijzondere bijstand, het opstarten van schuldhulpverlening voor, tijdens en na plaatsing. Door de ‘korte lijn’ kan ook integraal een REA toets worden aangevraagd en bijvoorbeeld versneld een uiteindelijk trajectplan goedgekeurd worden. Tevens kan na plaatsing aandacht besteed worden aan typische budgetteringsvaardigheden en de heffingskortingen van de belasting. De ervaring tot nu leert dat intensivering van casemanagement tot taakverzwaring leidt. • Mentaal omdat de casemanager door de laag drempeligheid van het project dagelijks nog explicieter geconfronteerd wordt met de effecten en dilemma’s van uitsluiting op materieel-, sociaal- en cultureel gebied. Bovendien betekent het opereren in een wijk als de binnenstad met de kenmerken van een biotoop, dat het dilemma van de “ worst of de zweep” zich met enige regelmaat aandient. Het leren omgaan met de spanningsverhouding tussen motiveren en faciliteren enerzijds en sanctioneren anderzijds is inherent aan beleidsinterventies zoals sociale activering. Casemanagers binnen Helmond Actief moeten toegerust zijn om deze afweging telkens opnieuw in concrete situaties te maken op basis van voldoende inzicht vanuit diverse oriëntaties • Qua taak omdat door de onverwachte grote instroom en door de intensivering er nog meer problemen naar boven komen die tot een intensivering van de bestaande caseload leiden. De arbeidsmarktconsulenten van Atlant en Kliq zijn verantwoordelijk voor de ontwikkeling, uitvoering en begeleiding, gericht op arbeidsactivering en / of maatschappelijke activering. Simultaan daaraan starten zij vaak zorg- / hulpverleningstrajecten op omdat de kandidaten als gevolg van (zelf)uitsluiting een combinatie van problemen hebben op (im)materieel gebied. Zij nemen deel aan de teamwerkzaamheden en krijgen de verantwoordelijkheid over de afzonderlijke trajecten toegewezen. Ze kunnen hierbij gebruik maken van de instrumenten die beschikbaar zijn vanuit de deelnemende organisaties. Tevens maken zij integraal gebruik van faciliteiten, expertise en instrumenten van netwerkorganisaties. De praktijk van de arbeidsmarktconsulenten tot nu toe leert dat: • de betekenis van het begrip bemiddeling in het kader van sociale activering herkadert dient te worden. Gelet op de visie van Helmond Actief met betrekking tot de bredere doelstelling van sociale activering betekent het concreet: ”Bemiddelen naar dimensies van een zinvol bestaan”. Uit bemiddelingsoogpunt betekent dit concreet: bemiddelen in relatie herstel met informele- en professionele steunrelaties, activiteitenaanbieders en werkgevers. • deze bredere vorm van bemiddeling ook het ontwikkelingsgericht faciliteren van vrijwilligerswerk, mantelzorg, hobby’s en recreatieve activiteiten inhoudt. Maar in principe ook in de ondersteunining bij het omzetten van informele arbeid en het opstarten van eigen activiteiten of zelfs een eigen bedrijf. In feite gaat het heel vaak om “dubbele activering”: dat wil zeggen dat het niet alleen gaat om de activering / faciliteren van de kandidaat, maar ook om de steunrelaties uit het persoonlijke netwerk. Vervolgens gaat het er dikwijls ook nog eens een keer om organisaties uit de hulpen dienstverlenende sfeer ertoe te bewegen om de hulpvraag van de kandidaat (opnieuw) op te pakken. Het laatste aspect blijkt vaak een hele bemiddelingsklus te zijn. Naast het Evaluatie Helmond Actief
juli 2001 tot en met april 2002
14
zelfuitsluitingsgedrag van de kandidaten wordt de terughoudendheid van netwerkorganisaties voor een gedeelte veroorzaakt door de schaduwzijde van de huidige “product- en marktwerking”, in de wereld van werk, welzijn en inkomen. Hierdoor worden werkers expliciet afgerekend op het inzetten van hun eigen “product” en juist minder op daadwerkelijk vraaggericht en integraal gericht handelen. Een groot knelpunt in dit verband is het oppakken van wao’ers en ww’ers, die zich spontaan melden en vaak niet geholpen mogen worden door Helmond Actief. Dit heeft alles te maken met de ‘kavel’afspraken, die in het kader van de aanbesteding gemaakt zijn tussen het UWV en de regionale reïntegratiebedrijven. De arbeidsmarktconsulenten hebben in relatie tot de taakstelling een goede prestatie geleverd. Feitelijk werd in zes en halve maand de taakstelling gehaald, waar eigenlijk 10 maanden voor stond. Tegelijkertijd werd dit gedaan met een bezettingsgraad van gemiddeld 2 fte’s, terwijl er werd uitgegaan van 3 fte’s. Doordat de arbeidsomstandigheden en voorwaarden -zeker in de beginperiode - niet optimaal waren, krijgt deze prestatie nog meer reliëf De projectleider van Fontys Sociaal Werk is verantwoordelijk voor de implementatie van de methodiekontwikkeling en het 2-wekelijks teamoverleg waarbinnen de werkzaamheden worden afgestemd. Als projectleider is hij bevoegd voor het nemen van besluiten ten aanzien van de werkzaamheden en de taakverdeling. Hij is tevens verantwoordelijk voor de communicatie en de rapportage naar de opdrachtgever. Vanuit deze positie neemt hij ook deel aan de begeleidingscommissie. Met betrekking tot de methodiekontwikkeling heeft De Universiteit Utrecht en Fontys een Post- Hbo opleiding Sociale Activering ontwikkeld. Deze cursus is voor het eerst uitgevoerd voor alle medewerkers van het project. Deze Post Hbo opleiding beoogt een teamvormend karakter te hebben voor wat betreft visie / uitgangspunten, het primaire proces, missie en lokale positionering en de uiteindelijke implementatie. Daarnaast wordt er intern op basis van concrete casuïstiek integraal samengewerkt. Tevens vindt er intervisie plaats in dwarsverbanden. Om tot een optimale kennisdeling te komen zijn de bureauruimtes zo ingedeeld, dat de individuele casemanagers en arbeidsmarktconsulenten van respectievelijk de Gemeente, Kliq en de Atlantgroep bij elkaar op een kamer zitten. Het doel hiervan is een optimale transfer door middel van het dagelijkse werkend leren. Het streven is om uiteindelijk per bureauruimte tot een gezamenlijke caseload te komen. In het kader van de intensivering van het casemanagement gaan de deelnemende casemanagers gemiddeld 7 kandidaten zelf bemiddelen. Dit gebeurt onder supervisie van een van de arbeidsmarktconsulenten door middel van coaching on the job.
4.6.
Externe samenwerking.
Vanuit het project wordt steeds intensiever samen gewerkt met organisaties. Deze samenwerking is gericht op arbeids-, maatschappelijke- en/ of zorgactivering. • Voor de arbeidsactivering wordt uiteraard expliciet samen gewerkt met Kliq, de Atlant Groep, de afdeling Sociale Zaken. Daarnaast met Centra Vakopleidingen en R.O.C. Incidenteel wordt er samengewerkt met de UWV (met name het Gak) voor de WAO-ers; • Voor maatschappelijke activering wordt met name ontwikkelingsgericht samen gewerkt met de Vrijwilligerscentrale in het kader van “Helmonders werken voor Helmond”. • Voor zorgactivering zijn er op dit moment contacten met Woonpartners, A.M.W., BJBrabant, Novadic, Retour, SMO, SWH en de Budgetwinkel. In de praktijk worden de zorgtrajecten meestal simultaan gekoppeld aan arbeids- of maatschappelijke activerings-
Evaluatie Helmond Actief
juli 2001 tot en met april 2002
15
trajecten. Dit is een bewuste keuze omdat de ervaring leert dat kandidaten gemotiveerder aan de slag gaan met het investeren in persoonlijke problematiek, wanneer ze van meet af aan een voor hen wenkend haalbaar maatschappelijk perspectief wordt aangereikt. Veel van deze netwerkcontacten kenmerken zich door een informeel karakter en een losse structuur. Veelal zijn de contacten gebaseerd op persoonlijk clicks tussen medewerkers van afzonderlijke organisaties. Als er afspraken worden gemaakt dan is dat op basis van concrete casuïstiek en de daaruit voortvloeiende ‘win-win’ situaties. In het kader van professionalisering wordt gewerkt van netwerken naar concrete ketendienstverlening.
4.7.
Het wijkontwikkelingsplan Binnenstad Oost.
Vanuit het project zijn contacten gelegd met de wijkvereniging, het ABCD-project, “De Toekomst”, de SWH en met de programmaleider van het Wijkontwikkelingsplan (Wop) Binnenstad Oost. De beoogde samenwerking is gericht op een integrale samenwerking in relatie tot de bredere doelstelling van het Wop (fysiek, economisch en sociaal maatschappelijk). De afgelopen jaren heeft het accent nadrukkelijk gelegen op de fysieke aspecten van wijkverbetering en met name de sloopplannen in de dierenbuurt. Er is minder aandacht geweest voor de maatschappelijke aspecten. De visitatiecommissie GSB geeft in haar zienswijze aan dat er “disbalans is ontstaan tussen fysieke vormgeving en het sociale optimum”. Meer aandacht besteden aan de sociale kwaliteit is dan ook een centrale aanbeveling. Integrale visie ontwikkeling - en planvorming enerzijds en ketengerichte uitvoering anderzijds worden de prioritaire thema’s voor de komende periode. Ook de uitvoeringsorganisaties geven aan dat er behoefte is aan integraal - en vraaggestuurd werken, aansluiten bij de kwaliteiten en behoeften van de bewoners, versterken van sociale infrastructuren en sociale activering. Kijkend naar de praktijk in de binnenstad, dan komt het beeld naar boven van een bonte lappendeken. Organisaties zijn veelal verkaveld bezig. Soms is er sprake van al dan niet geformaliseerde samenwerkingsverbanden. Regie, commitment en samenhang kunnen op de volgende niveaus sterk verbeterd worden: • visie en uitgangspunten; • een inter-organisationele werkmethodiek; • missie en afzonderlijke (keten) positionering; • het beleidsmatige niveau.
Evaluatie Helmond Actief
juli 2001 tot en met april 2002
16
5.
Conclusie.
Hoewel Helmond Actief het als sociaal activeringsproject goed doet, met name als activerend arbeidsmarktproject, kan er nog het nodige verbeterd worden met betrekking tot het activerend welzijnswerk (cohesiebevordering en doorbreken van sociaal isolement). Uit recent onderzoek van Buro Intomarkt blijkt dat met name investeren in de kwaliteit van sociale relaties, dat wil zeggen de mate waarin bewoners contact met elkaar hebben en de kwaliteit van dat contact van doorslaggevend belang te zijn voor zowel leefbaarheid en veiligheidsbeleving in de wijk en voor het perspectief dat bewoners voor zichzelf zien. Het belang van dit sociale kapitaal moge duidelijk zijn: in het menselijke verkeer ontstaat een (nieuw) weefsel, dat leidt tot vertrouwen, gedeelde normen, wederkerigheid in relaties, en netwerkvorming. Voor het reilen en zeilen van de binnenstadbewoners is dat sociale kapitaal van grote waarde. Het stelt bewoners in staat collectieve problemen zoals criminaliteit, overlast, vervuiling gemakkelijker op te lossen, het is de smeerolie die de toekomstige binnenstad helpt soepeler vooruit te komen. Helmond Actief kan hier als katalysator een perfecte rol in spelen. Met name daar waar het gaat om het ontwikkelingsgericht faciliteren van bestaande activiteiten en initiatieven, die door binnenstadbewoners individueel of collectief worden uitgevoerd (cohesiebevordering). In dit verband is synergie mogelijk met bijvoorbeeld het ABCD- en het ‘Buurt aan zet’project. Het recht doen aan aanwezige wensen, kwaliteiten en capaciteiten veronderstelt echter wel een veranderend professioneel perspectief in de sociale beroepen. Het gaat hierbij om ‘nabije professionaliteit’ als voorwaarde voor het zoeken van aansluiting bij het eigen ontwikkelings vermogen van mensen. Nabijheid verwijst naar het belang van presentie en professionaliteit naar complementaire interventie. Wanneer deskundigheid tussen werkers en burger in komt te staan, dan staat de betrokkenheid van de werker en de ontwikkeling van capaciteiten van mensen in de weg. Het versterken van de kracht van de wijkbevolking is dus ook op te vatten als een emancipatieproces. Voorts kunnen de maatschappelijke organisaties nog beter geoutilleerd worden in hun toeleidingsrol naar Helmond Actief als bemiddelende organisatie (participatiebevordering). Bovendien is er vanuit Helmond Actief een duidelijke relatie te leggen tussen enerzijds de economische en fysieke pijler van het wop en anderzijds de brede doelstelling van sociale activering op wijk niveau. Enkele voorbeelden van fraaie win-win trajecten: • activeren van buurtbewoners bij buurtbeheer, vrijwilligerswerk en verenigingsleven; • activeren van buurtbewoners door middel van participatie in het toekomstige sociaal maatschappelijke voorzieningenniveau; • social return; alle bedrijven betrokken bij het fysieke aspect van het wop krijgen een inspanningsverplichting om werkloze wijkbewoners contractueel aan te nemen voor de duur van de werkzaamheden. Helmond Actief kan hiervoor de werving en selectie doen . Hetzelfde principe kan toegepast worden bij nieuw bedrijven die zich in de binnenstad willen vestigen. • tijdelijke leegstand van woningen aanwenden voor kandidaten, die tijdelijk woonruimte zoeken. Met behulp van de ID regeling kan er in dit kader door Volksbelang of Woonpartners een huismeester worden aangetrokken, die een oogje in het zeil houdt.
Evaluatie Helmond Actief
juli 2001 tot en met april 2002
17
6.
Aanbevelingen.
1. Helmond Actief wordt voor de duur van 4 jaar gecontinueerd op basis van een jaarlijkse evaluatie die aan het college wordt voorgelegd; 2. Taakstelling; Helmond Actief realiseert per jaar (periode loopt van 1 juli tot 1 juli) in termen van output 140 trajectplannen. Plaatsingspercentages zijn overeenkomstig de in het Bestek2 (aanbesteding inkoop reïntegratietrajecten 2002) genoemde percentages. De uitvoering vindt plaats overeenkomstig de in het Selectiedocument en Bestek genoemde criteria en procedures. Hiervoor zijn nodig 4 fte trajectbegeleiding en 1.8 fte casemanagement. Hierbij staan Kliq en Atlant beiden garant voor elk minimaal 2 fte trajectbegeleiding. De dienst Samenleving en Economie levert minimaal 1.8 fte casemanagement, die mede verantwoordelijk zijn voor dynamische input van 180 kandidaten; 3. De Dienst Samenleving en Economie blijft maatschappelijke activering en zorgactivering gelijkwaardig waarderen en honoreren als arbeidsactivering. Een uitspraak hieromtrent is noodzakelijk om enerzijds tegemoet te komen aan de brede participatie doelstelling van het wijkontwikkelingsplan en anderzijds om onbedoeld afromen te voorkomen; 4. Fontys levert voor het komende seizoen 0.5 fte projectcoördinatie voor de continuering, uitbouw en verdere methodiekontwikkeling van Helmond Actief binnen de bredere doelstelling van het wijkontwikkelingsplan Binnenstad Oost. Hierbij wordt met name extra aandacht besteed aan de relatie met de fysieke, economische en sociaal maatschappelijke pijlers. 5. Helmond Actief krijgt de uitvoeringsregie voor wat betreft de brede doelstelling van sociale activering in het kader van het Wijkontwikkelingsplan van de Binnenstad Oost. Een en ander geschiedt onder de verantwoordelijkheid van het hoofd Sociale Zaken. 6. Ook in Helmond West start Helmond Actief vanuit het wijkcentrum de intensivering van het casemanagement op. Deze behoefte is gebaseerd op het recent uitgevoerde lensonderzoek. Hiervoor dienen nadere afspraken gemaakt te worden voor wat betreft de omvang van de caseload, taakstelling enz. 7. Voor de ketenontwikkeling ten behoeve van de brede doelstelling van sociale activering (arbeids -, maatschappelijke - en zorgactivering) is extra menskracht nodig. In eerste instantie voor de Binnenstad Oost en naderhand voor de andere prioritaire wijken. In de begroting is 20 dagen voor ketenontwikkeling opgenomen.
2
Plaatsingspercentage: het daadwerkelijk aantal geplaatste cliënten na afloop van de begeleidingsperiode ten opzichte van het aantal in begeleiding genomen cliënten. Cliënten die niet geplaatst worden aan het einde van de begeleidingperiode of de begeleidingperiode voortijdig afbreken of onderbreken worden niet beschouwd als geplaatste cliënten. Wel worden deze cliënten beschouwd als in begeleiding genomen cliënten. Door de gemeente wordt ten aanzien van fase 2/3 cliënten een percentage van 70 gehanteerd en bij fase 4 een percentage van 65. Bij fase 4 wordt een onderscheid in plaatsingspercentage gemaakt ten aanzien van werkelijke plaatsing op regulier werk dan wel additioneel werk (begrippenkader) ten hoogte van 30%. Indien zorgtrajecten en / of sociale activering noodzakelijk zijn en ingezet worden bij fase 4 cliënten wordt uitgegaan van een plaatsingspercentage van 35% specifiek voor die doelgroep.
Evaluatie Helmond Actief
juli 2001 tot en met april 2002
18
8. Helmond Actief dient in opdracht van de Dienst Samenleving en Economie in het kader van de vrije aanbesteding een project in bij het UWV om aan te slag te kunnen met binnenstadbewoners die in de WAO en de WW zitten.
Evaluatie Helmond Actief
juli 2001 tot en met april 2002
19
7. Abw AMW fte Gak GSB ID ITB REA ROC SMO SWH SZW UWV WAO Wop WSW WW
Afkortingen Algemene bijstandswet Algemeen Maatschappelijk Werk Fulltime equivalent (fulltime medewerker van 36 uur) Gemeenschappelijk Administratiekantoor (bedrijfsvereniging) Grote Stedenbeleid (waaronder Helmond) Besluit In- en Doorstroombanen Individuele Traject Begeleiding Wet (Re)integratie Arbeidsongeschikten Regionaal Opleidingscentrum Stichting Maatschappelijke Opvang Helmond Stichting Welzijnsbevordering Helmond Sociale Zaken en Werkgelegenheid Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering Wijkontwikkelingsplan Wet Sociale Werkvoorziening Werkloosheidswet
Evaluatie Helmond Actief
juli 2001 tot en met april 2002
20