De Soepsteen. In ee n do rp w aa r v eel a rmo ede w as, lie p een reizig e r. Het w as k ou d. In e en huis wa ar hij v uu r zag b ra nde n, klopt e hij a an . Er we r d op en ged aa n, d e re izige r v ro eg of hij zich bij het vu ur m och t o pw a rmen ." Ik z ou g ra ag so ep op het vu ur wil len k oke n" , z e i de r eizig e r, "h eb be n julli e een g r ote p an voo r me ?" V e rb aas d k eek het g ezin he m aa n en vr oe g : " W a ar wil je soep va n k ok en? D e ma n h aald e ee n mooi e s te en u i t zijn z ak en zei: "Di t is een h eel bijzo nde r e st ee n. Een so ep stee n. Als j ull ie e en p an me t w at er o p he t vuu r z ett en , k an ik va n dez e st ee n s oe p
Gemeente Haren
k ok en ." . Ni e u ws gi eri g z ag e n z e h oe hi j d e s tee n v oo rz i c hti g i n de p an me t wat e r legd e. Vol ve r wac htin g blev en z e na ar d e pan kijke n, w aa rin he t wa t er b eg on te koken . To en z ei d e ma n: " N u zo u er ei g e n l i j k e e n b e e t j e z o ut aan toe g e v o e g d moe te n wo rd e n. " De v r ou w van he t gezin
Beleidsplan WMO en Lokaal gezondheidsbeleid 2014 – 2017
ston d op e n h aald e wa t z ou t ui t d e k ast . "Ik he b ook n og ee n l au rie r blaa dje ", zei z e, "z al i k dat e r o ok i n do e n? " " Go ed ", zei de man, "Een stukje vlees zou de s oep n og l ek k er de r mak en ." De b uu r vro uw , die uit nieu ws gie rig h eid was ko men k i j k e n, z ei : "Ik h eb i n de k el d er n og wat so epvl ees . Ze ha ald e h et vl ees e n nam o ok ee n paa r w or tel tje s uit d e t uin mee . "E en ui en ee n pr ei z oud en e r ook goe d i n s mak en ", z ei de vr eem deli ng . "Di e he b ik no g in mijn t uin " , zei d e ov e rbuu r ma n. "Ik heb n og e en r estje b on en e n wat s el de ri j ", z ei e en a nd er . I ed er ee n haal de ie ts o p wa a rd oo r de soep n og lekke rd er e n voedz am e r ko n w o rd en . Na een p oos j e s t ond d e ma n o p, ro e rd e i n d e soep e n pr oe f de. " De so ep i s klaa r ", z ei hi j e n s c he pte de b or de n v o l . I ed er ee n s m u l d e v an d e o v e rh e e rl i j k e s o e p . I n l a n g e t i j d h a d d e n z e n i e t z o h e e rl i j k g e get en . Ze a te n m et elka a r de hel e pa n leeg . All ee n d e so eps te en lag e r n og in . De v r ee md el i ng s to nd o p e n wi l de v e r tr ek k e n. "J e v er ge et j e s oe ps te en ", ri ep e e n k i n d . " D i e m o g e n j ul l i e h o u d e n " , z ei de man, "daarmee kunnen jullie nog wel duize nd ma al soep kok en , a l s je 't m aa r doe t z oals w e nu h eb be n g eda an h eb ben ." . De vr e emd elin g l ach te to en hij da t hoo r de .. Bui t e n h et d or p ge k ome n, z oc ht hij e en mo oie ro nd e st ee n, stop te h em i n zijn rugz ak en liep ve rd e r. 1
Beleidsplan WMO en Lokaal gezondheidsbeleid 2014 – 2017
Voorwoord Inleiding Hoofdstuk 1 Terugblik Wmo en lokaal gezondheidsbeleid, beleidsperiode 2008 – 2012 1.1 Terugblik in woorden 1.2 Terugblik in cijfers Hoofdstuk 2 Wmo- en Gezondheidsbeleid 2014 – 2017 2.1 Uitgangspunten 2.2 Kaders huidig Wmo beleid 2.3 Kaders lokaal gezondheidsbeleid 2.4 Onze keuzes 2.5 Centrale rol voor wijkteams Hoofdstuk 3 Thema’s en effecten Wmo en lokaal gezondheidsbeleid 3.1 Effecten- en resultatenboek subsidies Welzijn, zorg en participatie 3.2 Activiteiten /uitvoeringsplan 1. Thema participatie 2. Thema leefstijl 3. Thema leefbaarheid en veiligheid 4. Thema zelfredzaamheid en eigen kracht 3.3 Monitoring 3.4 Financiële vertaling Bijlagen Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4
Beleidsvoornemens Wmo beleidsplan 2008-2012 Thuis in Haren, goed voor elkaar! benchmark Torion Overzicht wettelijke taken van de gemeente Advies Adviesraad Wmo
Het Effecten- en Resultatenboek subsidies welzijn, zorg en participatie zal op basis van dit beleidsplan in het najaar 2013 worden vastgesteld door het college. Hierin zijn de subsieafspraken met onze partners vastgelegd.
April 2013
2
Inleiding De verzorgingsstaat Nederland is aan grote veranderingen onderhevig. Het kabinet heeft een groot aantal wetsvoorstellen in voorbereiding die grote gevolgen zullen krijgen. Grote gevolgen: voor degenen die die voorstellen moeten gaan uitvoeren (gemeenten) maar belangrijker nog: de gevolgen voor degenen die zorg nodig hebben! Voor de gemeente Haren is het essentieel dat alle veranderingen in de toekomst begrijpelijk en toegankelijk blijven voor iedere inwoner die zorg nodig heeft. Want hoewel de rol, taken en verantwoordelijkheden van alle spelers in dit domein wijzigen, de spelersgroep wijzigt niet! Om in deze veranderende omgeving degenen die zorg nodig hebben zo goed mogelijk te kunnen bijstaan, gaat de gemeente Haren over tot het instellen van zogenaamde wijkteams. Geen kastje, geen muur, maar 1 inwoner, 1 plan, 1 hulpverlener. Het spel verandert De decentralisaties van taken naar de lokale overheid maken deel uit van de herinrichting van de verzorgingstaat. Een complexe, veelomvattende transitie die veel gevoelige keuzes vereist. Omdat de rol rol, de taken en de verantwoordelijkheden van alle spelers in dit domein wijzigen, veranderen ook de onderlinge verhoudingen. Aan de gemeente Haren de uitdaging om met dezelfde spelersgroep het nieuwe spel te spelen met spelers, staf en toeschouwers die het oude spel kennen en er vertrouwd mee zijn. De urgentie om het spel te veranderen wordt mede afgedwongen door de noodzaak om financiën te beheersen. De grote uitdaging is het spelplezier (welbevinden) in evenwicht te krijgen met de beschikbare middelen. Flexibiliteit als belangrijkste competentie Flexibiliteit is de belangrijkste competentie van de spelers en daarmee dé voorwaarde om mee te spelen. De gemeente kiest niet voor uitgebreide plannen, onderzoeken, procesbeschrijvingen. De gemeente Haren wil op 1 januari 2015 een team breed inzetbare professionals klaar hebben staan, die een inwoner die belemmerd wordt in het deelnemen en bijdragen aan de samenleving met raad en daad op weg helpt. Helaas is het zo dat wet- en regelgeving, budgetten en de mate van lokale beleidsvrijheid nog onduidelijk zijn. In die nu nog onduidelijke werkomgeving wil de gemeente Haren voorsorteren op aannames over de uitkomsten van het politieke proces. Wij beseffen daarbij dat de wereld om ons heen dusdanig in beweging is dat er meerdere keuzes mogelijk zijn. De gemeente Haren heeft daarbij niet alleen de wijsheid in pacht. Daarom blijft de gemeente in gesprek met alle betrokkenen zodat er ruimte blijft om gedurende de uitvoeringsperiode op de ontwikkelingen te kunnen anticiperen en te reageren. Communicatie over nut en noodzaak Veranderen, transformeren, is moeilijk en moeizaam. De verleiding is groot om het voorbije en het vertrouwde te koesteren. Of om de bal bij de ander te leggen, zich gepasseerd of niet geïnformeerd te voelen. Dit betekent dat de gemeente Haren het nut en de noodzaak van de veranderingen moet communiceren. Dit is een basistaak voor alle spelers en de staf die de komende periode een aanzienlijk beslag op de tijd van alle betrokkenen zal leggen. Belangrijkste doelgroep De gemeente Haren richt haar inzet vooral op de groep inwoners die tot de 15% groep (bijlage 5) gerekend kunnen worden en voor wie in de 0 d e , 1 e of soms 1,5 d e lijn (bijlage 4) ondersteuning geboden kan worden. Voor de ondersteuning van inwoners met zeer complexe issues, op meerdere levensdomeinen, zullen wij aansluiten bij de regio. Het grootste deel van de financiële mogelijkheden zal voor deze groep aangewend worden. 3
Haren neemt deel en draagt bij We nemen mee wat goed is. Het voorzieningenniveau in Haren is (zeer) hoog en de gezondheid van de Harense inwoners is bovengemiddeld goed. Haren moet niet ‘schraler’ worden . Zo’n 47% van de inwoners is actief als vrijwilligers en/of mantelzorger. Aan zorg, sport, cultuur, welzijn, natuur ontlenen veel inwoners voldoening, zingeving en welbevinden. Dit zijn belangrijke waarden om als uitgangspunt te nemen. Er gaat ook een preventieve werking van uit: mensen met bronnen van welbevinden voelen zich beter, gezonder. Participatie is een belangrijke voorwaarde voor gezondheid. Tegelijkertijd kunnen we niet ontkennen dat de economische waarde van vrijwilligers heel groot is. De gemeente Haren zet daarom in op een vergaande samenwerking tussen vrijwilligers, cliënt/vrijwilligers en professionals. Toegankelijke wijkteams Niet alleen de gemeente Haren, maar ook welzijnsinstellingen, vertegenwoordigers van het Centrum voor Jeugd en Gezin, verzorgings- en verpleeghuizen, Jeugdzorg en instellingen voor verstandelijk gehandicapten zien de invoering van een wijkteam als een optimaal instrument om ondersteuning te bieden aan inwoners die niet kunnen deel nemen of bijdragen aan de samenleving. Wijkteams zijn aanwezig, zijn aanspreekpunt, begeleiden bij de hulpvraag, bij werk en bij participatie. Wijkteams staan voor een brede toegang tot hulp, bij de cliënt thuis. Eén intake, één casemanager (professional/ wijkteamlid) en één plan. De casemanager is geïnformeerd is, weet wat er speelt in de wijk, is proactief, aanwezig en bereikbaar. Bij de uitvoering daarvan geeft de gemeente Haren het vertrouwen aan deze professionals. Relatie client en gemeente De inwoner staat in het decentralisatie traject centraal. De inwoner definieert zelf zijn vraag/probleem, mogelijke oplossingen en de weg er naar toe. Dat betekent ook dat de client zelf een zogenaamde opdrachtrelatie aangaat met casemanagers en/of hulpverleners. Bij voorkeur beheert de cliënt ook zijn eigen dossier en budget. Dit alles met ondersteuning, als dat nodig is, en aan de keukentafel. We zetten in op één 0 d e en 1 e lijnorganisatie die collectieve voorzieningen ontwikkelt, beheert en coördineert. Alle door de gemeente gefinancierde organisaties participeren in deze organisatie. Daardoor ontstaat één gecoördineerd loket voor info, advies en collectieve voorzieningen zonder intakes per instelling, spreekuren, registratiesystemen en dergelijke. De gemeente Haren legt de financiering, activiteiten, prioritering, resultaten en monitoring vast in het effecten- en resultatenboek. De gemeenteraad stelt het effecten- en resultatenboek 4 jaarlijks vast. Het College zal het jaarlijks bijstellen, mocht dat door nieuwe ontwikkelingen en ervaringen nodig zijn. Civil Society De inzet van de gemeente Haren, de inwoners en partners heeft tot resultaat dat in 2015 zo veel mogelijk van onze inwoners zich betrokken voelen bij hun leefomgeving. Op wijkniveau zijn er kleine stelsels voor ondersteuning op verschillende levensdomeinen. In deze ministelsels werken vrijwilligers, mantelzorgers, cliënten en professionals nauw samen. Ze vinden elkaar gemakkelijk en weten creatieve oplossingen te vinden die bijdragen aan het behoud van de regie over het eigen leven. Financiën De gemeente krijgt vanaf 2015 gefaseerd een takenpakket erbij dat nu uitgevoerd wordt voor zo’n 32 miljoen euro (bron: transitiebureau). Voor dit nieuwe takenpakket ontvangt de gemeente naar schatting een bedrag van 16 miljoen euro. Dat betekent dus 50% minder budget, maar wel een uitzetting van 30% van onze gemeentelijke begroting. De gemeente 4
Haren bewaakt een goede verhouding tussen datgene wat verplicht moet worden uitgevoerd en datgene waarin wij zelf kunnen kiezen . De inzet van deze middelen willen wij met zo min mogelijk wet- en regelgeving realiseren. Dit betekent dat wij kiezen voor duidelijke afspraken vooraf. Gedecentraliseerd budget, budgetten per wijk, PGB’s (persoonsgebonden budgetten) zijn financieringsmethodes die wij nader willen onderzoeken omdat deze bijdragen aan de kantelingprincipes en welzijn nieuwe stijl (zoals in de kadernota WMO zijn omschreven).
Draagvlak in beleidsproces In januari 2012 stelde de gemeente Haren de kadernota Wmo vast. De GGD Groningen heeft in opdracht van het bestuur een kadernota LGB opgesteld. Op basis van deze 2 stukken heeft de gemeente, in overleg met partners, thema’s en maatschappelijke effecten geformuleerd voor de komende beleidsperiode. Deze zijn vastgelegd in het Effecten- en Resultatenboek subsidies Welzijn, zorg en participatie. Over het nieuwe Wmo beleid is in het najaar gesproken met een aantal leden van de gemeenteraad. De inwoners hebben we op verschillende manieren bij het beleidsproces betrokken: In december 2011 hebben wij gesproken met een 20-tal inwoners met een indicatie begeleiding over hun wensen op het gebied van voorzieningen. Dit hebben we verwerkt in de nota. We hebben de resultaten van de verkennende huisbezoeken onder 75-plussers betrokken bij de formulering van de maatschappelijke effecten. In maart 2012 hebben we de LGB-kadernota besproken met scholieren van het voortgezet onderwijs tijdens de Dag van de Lokale Democratie. In het voorjaar hebben we regelmatig overleg gevoerd met een klankbordgroep bestaande uit leden van de ouderenbonden en de Adviesraad Wmo over Welzijn Nieuwe Stijl en de Kanteling. We hebben bestuurlijke overleggen gevoerd met de Adviesraad Wmo, de ouderenbonden en de Adviesraad Sociale Zaken. Op de Dag van de Mantelzorg hebben we gesproken met mantelzorgers. Het CJG Haren houdt regelmatig peilingen onder gebruikers naar behoefte aan voorzieningen en diensten. Het jongerenwerk onderhoudt contacten met groepen en individuele jongeren en met buurtbewoners. Een werkgroep in Oosterhaar bestaande uit de buurtvereniging, het buurthuis en diverse vrijwillige en professionele organisaties geeft samen met de inwoners invulling aan het wijkgericht werken. De Vonk van Haren heeft veel nieuwe inzichten opgeleverd. Er is draagvlak en begrip om een beroep te doen op eigen initiatief van inwoners en het aanspreken van eigen kracht. Hierbij is de aanjaagfunctie van de gemeente als regisseur essentieel, net als (tijdelijke) ondersteuning van professionele aanbieders. Het besef dat we meer moeten doen met minder middelen om de sociale infrastructuur te ondersteunen en levend te houden, is bij alle partijen aanwezig. Consultatie In maart 2013 is het beleidsplan ter consultatie aan de gemeenteraad voorgelegd. Tegelijkertijd is advies gevraagd van aan de Wmo Adviesraad en hebben wij in 2 bijeenkomsten onze partners geraadpleegd. Het advies van de Adviesraad Wmo is als bijlage opgenomen. We onderschrijven de aanbevelingen van de adviesraad: Communicatie. In deze fase zijn we vooral in dialoog met instellingen. Zodra er meer duidelijkheid van het rijk is zullen we de dialoog met inwoners en de cliënten starten. Hiervoor wordt een communicatieplan gemaakt waarover we met de adviesraad Wmo zullen overleggen. 5
Wijkteams. We houden vast aan de organische ontwikkeling van de wijkteams. Tegelijkertijd zijn in het projectplan wel een aantal evaluatie criteria en –tijdstippen opgenomen. Preventie. Het advies om vroegsignalering als prioriteit te benoemen, nemen we over. Bereik kwetsbaren en zorgmijders. Vroegsignalering houden we als speerpunt. Naar aanleiding van deze consultaties zijn de volgende wijzigingen cq aanvullingen opgenomen: 1. Toegevoegd is een paragraaf 2.5. waarin de cruciale rol van de wijkteams (visueel) wordt toegelicht. 2. Preventie en vroegsignalering zijn uit elkaar gehaald. De wijkteams maar ook elke professional, vrijwilliger, buur etc. moet alert zijn op deze signalen. Grote bekendheid en nabijheid zijn hierin essentieel. Vroegsignalering blijft hiermee een essentieel onderdeel van ons beleid. Ten aanzien van preventie (actieve) voorlichting, trainingen, cursussen etc. stellen wij ons terughoudend op en kijken vooral wat partners en de markt hierin kunnen betekenen
Inzet financiën Om in 2015 de gedecentraliseerde taken te kunnen uitvoeren is het noodzakelijk dat bestaande voorzieningen worden afgebouwd en opnieuw worden vormgegeven. De jaren 2013 en 2014 gebruiken we voor de voorbereiding op deze nieuwe taken. Omdat de gemeente Haren niet meer uitgaat van de doelgroepbenadering, maar als uitgangspunt neemt wat de afstand van een inwoner is tot participatie in de maatschappij, worden bestaande vormen van hulpverlening afgebouwd en via de wijkteams opnieuw ingezet. Dat geldt bijvoorbeeld voor het Steunpunt vrijwilligerswerk en mantelzorg, de professionele inzet op vluchtelingenwerk, de ouderenadviseur en ontmoeting en recreatie. Daarnaast gaat de gemeente Haren een aantal nieuwe noodzakelijke zaken opbouwen. Zoals de deskundigheid bij interne medewerkers en van de partners, wijkstelsels, wijkteams, collectieve voorzieningen, gekantelde werkmethodes, administratie®istratie. Alle partners hebben een taak in het creëren van draagvlak onder inwoners, vrijwilligers en medewerkers van zorginstellingen. Dit betekent de komende 2 jaar een grote(re) belasting van het huidig personeel. De oude werkzaamheden gaan immers nog door totdat ook de wettelijke kaders gewijzigd zijn. Wij willen bij voorkeur in 2013 en 2014 geen verdere bezuinigingen op het Wmo- en lokaal gezondheidsbeleid doorvoeren. Vanaf 2015 komt gefaseerd circa 16 miljoen euro aan nieuwe taken en bevoegdheden op de gemeente af. Dit moeten we kunnen opvangen. De komende twee jaren zijn dan ook vooral nodig voor het transitie- en transformatieproces. Vertrouwen in 1 plan, 1 hulpverlener, 1 wijkteam Wanneer de gemeente Haren niet verder bezuinigt, gaan wij ervan uit dat wij de nieuwe taken voor een groeiende doelgroep binnen de uitkering in het gemeentefonds kunnen realiseren. Wij hebben onze doelen bereikt wanneer onze inwoners de mogelijkheid hebben om te participeren in onze samenleving en gezond ouder kunnen worden binnen de hiervoor beschikbare budgetten. Via 1 plan, 1 hulpverlener, 1 wijkteam! SAMENVATTEND Het Wmo/LGB beleidsplan staat in het teken van de decentralisatie van rijkstaken naar de lokale overheid op het gebied van Jeugd, Wmo, Werk&Inkomen en Onderwijs. Er zijn in het regeerakkoord contouren geschetst maar op dit moment zijn besluiten noch financiele uitwerkingen bekend. Dit betekent dat we vooralsnog onduidelijkheden moeten accepteren en in de loop van de beleidsperiode moeten anticiperen op nieuwe ontwikkelingen. 6
Ons beleid voor de komende 4 jaar is gericht op het ontwikkelen van wijkteams, collectieve voorzieningen en individuele voorzieningen voor de meest kwetsbare inwoners. Met deze inzet willen we bereiken dat: Meer inwoners met een uitkering aan het werk zijn en/of actief zijn als vrijwilliger Meer jongeren zich betrokken voelen bij en bijdragen aan de samenleving De jeugdoverlast afneemt Er meer initiatieven zijn op het terrein van welzijn en zorg van (samenwerkende) private en publieke rechtspersonen Inwoners met een ondersteuningsvraag adequaat worden geholpen Inwoners met lichte of tijdelijke beperkingen in toenemende mate in staat zijn om zelf en/of met behulp van collectieve voorzieningen, zelfstandig deel te nemen aan de maatschappij Meer inwoners in een later stadium een beroep doen op ondersteuning /zorg
7
Hoofdstuk 1 Terugblik Wmo- en LGB beleidsperiode 2008 – 2012 1.1. Terugblik in woorden In de afgelopen beleidsperiode hebben wij ingezet op 4 thema’s en 17 beleidsvoornemens (zie bijlage 1). De missie ‘iedereen is gekend en bekend in minimaal één sociaal netwerk’ is uitgewerkt op verschillende niveaus. Er zijn nieuwe netwerken tot stand gebracht tussen verschillende organisaties vanuit verschillende invalshoeken. Zo is er een overleg tussen professionele en vrijwilligersorganisaties die vooral werkzaam zijn in Haren Oost en een gelijksoortig overleg tussen de organisaties die vooral werkzaam zijn in Haren West. Daarnaast zijn er overleggen tussen de thuiszorgorganisaties, de intramurale organisaties en de vrijwilligersorganisaties op het gebied van welzijn en gezondheid. Uit deze overleggen komen nieuwe initiatieven en samenwerkingsverbanden voort. Samenwerken lijkt logisch maar vraagt veel tijd en een lange adem. Iedereen wil wel meepraten maar meedoen stuit in de praktijk vaak op allerlei knelpunten. In het volgende overzicht maken we een aantal resultaten van de afgelopen beleidsperiode zichtbaar. De bewoners van de Jagershof hadden nauwelijks onderling contact. Een initiatief van één bewoonster Het CJG heeft in 2010 haar deuren geopend. Dit samenwerkingsverband heeft heeft, met ondersteuning van Torion en 2x keer een een breed aanbod voor ouders en hun incidentele subsidie, geresulteerd in een actieve en kinderen. gezellige bewonerscommissie waar men elkaar kent, helpt en waar ook iemand met een beperking Informeren zelfstandig kan blijven wonen. Aan het lokaal loket is een mobiel loket gekoppeld. Dit mobieHet steunpunt vrijwilligerswerk en le loket bestaat uit vrijwilligers Aanbesteding maatschappelijke stages heeft een die 75+’ers in Haren west, Haren doelgroepen vrijwilligersmarkt georganiseerd. Deze oost en in Onnen thuis hebben vervoer, hulp markt heeft ca 25 nieuwe vrijwilligers bezocht en gericht informatie bij het huishouopgeleverd voor verschillende organihebben gegeven. Daarnaast den en traplifsaties. Met Groningen en Tynaarlo hebben zij wensen en onderten wordt samengewerkt. steuningsvragen ‘opgehaald’. Deze informatie is gebruikt bij de Torion heeft ism. zorgaanbieders een evaluatie van het lokaal loket, training vroegsignalering ontwikkeld voor vrijwillibij de ontwikkeling van Vertier gers. Er zijn welzijnsmarkten samen met de en gerichte inzet van de oudeouderenbonden georganiseerd over vitaal ouder renadviseur en het steunpunt worden. Het meldpunt bezorgd is gestart. Mantelzorg. Sociale netwerken Ism. Osani zijn vrijwilligers getraind om samen met en 5 tal cliënten hun eigen netwerk weer op te bouwen en te onderhouden. Vooral het inzetten van de eigen kracht paste niet altijd in het verwachtingspatroon van de cliënt.
Toegankelijkheid De werkgroep toegankelijkheid heeft een aantal succesjes geboekt zoals bijv. de inrichting van de Rijksstraatweg ter hoogte van de Action, seniorenbankjes en betere invalidenparkeerplaatsen bij het winkelcentrum in Oosterhaar. Het verbeteren van de toegankelijkheid vraagt veel tijd en geld. Helaas waren die er in onvoldoende mate. Midden in het dorp is Borgheerd gerealiseerd
8
Buurt- en dorpshuizen Buurt- en dorpshuizen zien hun omzet en financiële reserves flink teruglopen. De Tiehof is, met 1.5 ton externe subsidies, flink opgeknapt. Dit heeft veel tijd gevraagd en inzet gevraagd. Twee arbeidsconflicten hebben een extra financiële injectie van de gemeente gevraagd. Er is ook geïnvesteerd in het op sterkte brengen van de besturen.
De aanstelling van een jeugdoverlastcoördinator, een samenwerkingsproject van gemeente, politie en Torion, heeft de jeugdoverlast flink teruggedrongen
Doorontwikkeling Lokaal Loket. In 2012 is gestart met het wijkteam, Team 52, een samenwerkingsverband tussen gemeente, Torion en Noordermaat. De leden worden geschoold in de kanteling. Rond de thema’s depressie en mantelzorgondersteuning zijn door Lentis Direct in samenwerking met Torion diverse preventie-activiteiten georganiseerd gericht op mantelzorgers en vrijwilligers
Nieuwe initiatieven ontstaan in verschillende samenwerkingsverbanden: CJG, tuin- en klussendienst, Vertier, jijindemaatschappij.nl, De Vonk, incidentele subsidies voor leuke, nieuwe initiatieven, prokkels, popkelder, aanpak huiselijk geweld, meldpunt discriminatie, gezamenlijke uitvoering van de maaltijdbezorging, tuin-en klussendienst, welzijnsmarkt, vrijwilligersmarkt, maatschappelijke stagiaires in verzorgingscentra en als trainers voor gebruik van mobieltjes, bijeenkomsten over verkeer, OV chipkaart, stimuleren van bezoek aan bibliotheek en zwembad, jeugdsoos Oosterhaar, festival Boeremapark, Servicebus, BSO bij ZINN, sportpark en zorgboerderij, symposia voor vrijwilligers en professionals gezamenlijk. Welbevinden bestaat voor een groot deel zinvolle contacten en bezigheden. Al deze initiatieven hebben uiteindelijk tot doel mensen met elkaar in contact te brengen en relaties aan te kunnen gaan.
De belangrijkste winst van de afgelopen beleidsperiode is de samenwerking tussen tal van professionele en vrijwilligersorganisaties op lokaal niveau. Dankzij deze inzet ligt er een fijnmazig net van contacten en prille initiatieven op basis waarvan we de verschuiving van specialist naar generalist (van de 2 d e naar de 1 e en zelfs de 0 d e lijn) kunnen uitbouwen. In deze netwerken kunnen ook de kantelings- en welzijn nieuwe stijl principes verder vorm gegeven worden. Elkaar kennen en elkaar makkelijk weten te vinden is dé voorwaarde voor samenwerken. In bijlage 2 is een overzicht opgenomen van de voorzieningen in Haren.
1.2. Terugblik in cijfers In het beleidsplan Thuis in Haren, goed voor elkaar zijn 22 beleidsvoornemens voor de periode 2008 – 2012 opgenomen. Het belangrijkste doel van dit beleidsplan was: Iedereen is bekend en gekend. Met verschillende instrumenten en door diverse partijen is bijgedragen aan deze hoofddoelstelling. Dat alle inzet tot resultaat heeft geleid moge blijken uit de opmerking van de voorzitter van de ANBO: “In Haren hoeft niemand achter de geraniums te blijven zitten, er is van alles te doen, ook als je minder mobiel bent”. Gedurende deze beleidsperiode zijn er verschillende enquêtes, monitors en tevredenheidonderzoeken uit gevoerd. Hieronder volgt een kleine bloemlezing. Cijfers gezondheidsprofiel 2010 In onze gemeente heeft 73% van de bevolking een gemiddelde tot hoge opleiding en ligt het gemiddeld jaarinkomen € 8.500,- hoger dan het gemiddelde in de provincie. Deze hoge scores betekenen dat onze inwoners over het algemeen gezonder zijn, zaken goed kunnen regelen, hulp kunnen inschakelen en actief en betrokken zijn. Dit in combinatie met een bevolkingsopbouw die zowel jong is (25% jonger dan 19 jaar) als oud is (25% ouder dan 75 9
jaar) maakt dat de inzet van het beleid zich focust op deze twee doelgroepen. In het voorjaar van 2013 komt er een nieuw gezondheidsprofiel uit. Cijfers jeugdgezondheidsenquête 2012 De vragenlijst voor het voortgezet onderwijs bevat onder meer vragen over lichamelijke en geestelijke gezondheid, middelengebruik (tabak, alcohol en drugs), veiligheid, seksualiteit, sporten, voeding en vrijetijdsbesteding. De vragenlijst voor het basisonderwijs bevat een selectie uit de bovengenoemde thema’s specifiek afgestemd op deze leeftijdsgroep. De jeugdgezondheidsenquête wordt eens per vier jaar uitgevoerd. In Haren hebben 299 jeugdigen in de leeftijd van 12 tot en met 18 jaar de enquête ingevuld. Jongeren in Haren scoren hoog op ervaren gezondheid. Dit percentage is overigens wel gedaald ten opzichte van 2008. Relatief weinig Harense jongeren hebben psychosociale problemen en Harense jongeren scoren het laagst in de provincie op overgewicht 3,6% tegen 11% provinciaal gemiddeld). Jongeren roken gemiddeld iets meer dan in de rest van de provincie, en iets minder dan gemiddeld rookt ook dagelijks. Bingedrinken (vijf glazen alcohol of meer op één avond) is gestegen, tegen een daling van het provinciaal gemiddelde. Het alcoholgebruik onder jongeren neemt in Haren dus toe. 10% van de jongeren heeft ooit softdrugs gebruikt, tegen 9% provinciaal. Met 10% jongeren die ooit met harddrugs hebben geëxperimenteerd, scoort Haren, samen met de stad en de regio Zuid-Oost het hoogst (provinciaal gemiddelde ligt op 6,6%). Cijfers klanttevredenheidsonderzoek hulp bij het huishouden Toegang tot de ondersteuning Respondenten geven een gemiddeld rapportcijfer van een 7,7 voor de aanvraagprocedure, in de referentiegroep is dit een 7,4. Men is het meest tevreden over deskundigheid van de medewerker, 97% is hier (zeer) tevreden over. Relatief het minst tevreden is men over informatie over de afhandeling, 93% is hier (zeer) tevreden over. 90% van de deelnemers is (zeer) tevreden over de wachttijd en 10% is hier (zeer) ontevreden over. In de referentiegroep ligt het aandeel op respectievelijk 89% en 11%. Hulp bij het huishouden Aan 31% van de cliënten is de mogelijkheid geboden om te kiezen uit verschillende leveranciers die hulp bij het huishouden. In de referentiegroep is dit 35%. 83% van de respondenten weet dat er een keuze is. Daarentegen is 17% er nog niet bekend mee. In de referentiegroep is 18% niet bekend met de keuzemogelijkheid. Het aandeel cliënten dat een persoongebonden budget (pgb) heeft voor hulp bij het huishouden is 17%. In de referentiegroep is dat 25%. 79% van het aantal cliënten met hulp bij het huishouden in natura heeft een exemplaar van het zorgplan. In de referentiegroep is dit 84%. 53% van de cliënten met een zorgplan ervaart dat de werkafspraken uit het zorgplan nooit met hen besproken worden. In de referentiegroep ligt dit aandeel op 50%. Wat betreft de tevredenheid over de medewerkers zijn de cliënten het meest tevreden over de aandacht en interesse die medewerkers hebben, 98% is hier (zeer) tevreden over. De cliënten zijn relatief het minst tevreden over de kwaliteit van het schoonmaakwerk, 96% is hier (zeer) tevreden over. Cliënten geven een gemiddeld rapportcijfer van een 7,7 voor hulp bij het huishouden. In de referentiegroep is het gemiddelde rapportcijfer een 7,8.
10
Wmo-voorzieningen inclusief collectief vervoer Van de ondervraagde cliënten geeft 14% aan een scootmobiel te hebben. In de referentiegroep ligt dit aandeel op 20%. 5% geeft aan de scootmobiel ‘niet’ te gebruiken en 10% ‘zelden’. In de referentiegroep liggen deze aandelen respectievelijk op 2% en 5%. De totale tevredenheid is over het Wmo-hulpmiddel of de Wmo-hulpmiddelen is gemiddeld 7,5. In de referentiegroep is dit gemiddeld een 7,5. 42% maakt gebruik van het collectief vervoer. In de referentiegroep ligt het aandeel op 37%. De respondenten zijn het meest positief over het contact met de centrale, 97% is hier (zeer) tevreden over. Cliënten met collectief vervoer zijn relatief het minst tevreden over de omrijtijden, 78% is hier (zeer) tevreden over. Het gemiddelde rapportcijfer voor het collectief vervoer in onze gemeente is een 7,6. In de referentiegroep is dat een 7,1 43% van de cliënten ervaart dat zij ‘vaak’ of ‘soms’ een probleem ervaren met de fysieke toegankelijkheid van openbare gebouwen. Voor de fysieke toegankelijkheid van de openbare ruimte ervaart 62% ‘vaak’ of ‘soms’ een probleem. In de referentiegroep is dit 44% en 63%. 47% van de cliënten heeft momenteel hulp van een naaste, in de referentiegroep is dit 46%. Dit aandeel mantelzorgers is niet representatief voor de gehele gemeente, omdat het hier alleen gaat om mantelzorgers van cliënten. Van de respondenten jonger dan 65 jaar geeft 42% aan dat zij mantelzorg ontvangen. Voor de respondenten ouder dan 65 jaar is dit 48%. In de referentiegroep is dit respectievelijk 50% en 46%. De meeste cliënten ontvangen mantelzorg van (pleeg/stief) kinderen. Van de cliënten geeft 55% aan dat de ondersteuning/het hulpmiddel veel bijdraagt aan het zelfstandig kunnen blijven wonen. 29% geeft aan ‘redelijk’, 7% geeft aan ‘nauwelijks’ en 10% zegt ‘niet’. Van de cliënten geeft 40% aan dat de ondersteuning veel bijdraagt aan het meedoen aan de maatschappij. 40% geeft aan dat het ‘redelijk’ bijdraagt, 12% geeft aan ‘nauwelijks’ en 8% zegt ‘niet’. Wmo-raad 44% van de cliënten heeft wel eens gehoord van de Wmo-raad. In de referentiegroep ligt dit aandeel op 31%. Cijfers ouderenadviseur De ouderenadviseur heeft 2.200 contacten gehad naar aanleiding van 500 vragen. De gemiddelde leeftijd van de cliënten is 80,3 jaar. De meeste vragen werden gesteld op het gebied van welzijn en zorg. De contacten betroffen vooral bemiddeling en overleg met de client. Alle vrijwilligers van Torion hebben kunnen deelnemen aan een training vroegsignalering. Torion en Noordermaat zijn gestart met een scholing welzijn nieuwe stijl voor hun medewerkers. Evaluatie Lokaal Loket 2011 Aantal klantcontacten Aantal klanten Stijging in % Bezoek loket Contact telefoon 2009 1415 80% t.o .v. 2 008 35% 65% 2010 1619 15% t.o .v. 2 009 35% 65% 2011 1289 -20% t.o.v.2010 31% 68% Uit de tabel blijkt dat ongeveer een derde van de klanten het fysieke loket bezoekt, de rest belt en een klein deel gebruikt digitale mogelijkheden, met name de email.
11
Soort vragen Type vragen 2009 2010 2011
Wmo-aanvraag Onbekend 56% 49%
Financiële vragen 4% 7% 2%
Wonen/Welzijn/Zorg Onbekend 37% 49%
Uit de cijfers van 2010 blijkt dat in meer dan de helft van de gevallen doorverwijzing naar de Wmo consulenten plaatsvindt. Bij financiële vragen wordt in veel gevallen doorverwezen naar de sociaal raadsman in het loket. De 132 klantcontacten van de sociaal raadsman betroffen in meer dan 50 dossiers een aangifte of een aanslag inkomsten belasting. Vragen over gemeentelijke belastingen, huurtoeslag en woonproblematiek komen ook regelmatig voor. Er wordt ook doorverwezen naar de ouderenadviseur en het maatschappelijk werk. Het bezoek aan het digitale loket van INVIS is in de periode 2009- 2011 erg wisselvallig. Cijfers Veiligheidsbeeld politie 2012 De regiopolitie Groningen presenteert sinds 5 jaar een lokaal Criminaliteits- en Veiligheidsbeeld (LCVB) van de gemeente Haren. Het Veiligheidsbeeld komt tot stand door systeeminformatie te koppelen aan de straatkennis van de politiemedewerkers van de basiseenheid. Opvallend cijfer is dat het aantal vernielingen de afgelopen jaren sterk is gedaald: van 258 in 2009 naar 114 in 2011. Dit is een gevolg van de succesvolle gezamenlijke aanpak in het kader van de jeugdoverlastcoördinatie. die op het snijvlak van repressie en preventie aan het bestrijden van de jeugdoverlast werkt. Er waren in 2012 4 hinderlijke jeugdgroepen in de gemeente. Algemeen kan gezegd worden dat de hinderlijke groepen voor overlast bij omwonenden en/of instellingen zorgen in de vorm van geluid, vernielingen, achterlaten van afval / rotzooi, opdringend en intimiderend gedrag. Deze groepen zijn in het algemeen nog aardig aanspreekbaar op het door hen vertoonde gedrag. Ondanks alle inspanningen van de verschillende partners is het aantal woninginbraken in 2011 toegenomen in het gehele district. Ook in Haren zien we deze ontwikkeling. Ouderen worden regelmatig slachtoffer van zakkenrollers, voornamelijk bij pinautomaten en in winkels, daarnaast zijn ouderen kwetsbaar gebleken voor de diefstallen door middel van de zogenaamde ‘babbeltruc’. Rond de uitgaansgelegenheden in Haren vindt incidenteel geweld op straat plaats. Verder blijven de cijfers rondom uitgaansgeweld onveranderd laag. Het aantal aangiften van huiselijk geweld in de gemeente Haren is een aantal jaren redelijk stabiel geweest, maar in 2011 zien we een toename. In veel gevallen van huiselijk geweld wordt niet tot vervolging overgegaan omdat het gaat om een één op één zaak. Wel wordt in deze gevallen het gehele traject gevolgd ten einde de hulpverlening voor beide partijen op gang te krijgen. Het slachtoffer wordt altijd bewogen tot het doen van aangifte. In 2011 waren er twee huisverboden, het aantal zaken huiselijk geweld (niet leidend tot een huisverbod) ligt hoger. Tussenevaluatie Centrum Jeugd en Gezin Begin 2013 wordt een tussenevaluatie van het Centrum Jeugd en Gezin uitgevoerd. De gegevens komen in het voorjaar 2013 beschikbaar. Uit het eerste volledige jaaroverzicht van het CJG blijkt dat de activiteiten goed worden bezocht en dat met name via de website van het CJG en telefonisch veel vragen worden gesteld. Aandachtspunt bij de evaluatie is de organisatie en de doorontwikkeling van het CJG richting wijkteamstructuur.
12
Prijzen Beste gemeente 2011 en 2012 Gastvrije gemeente Groene Parel Cijfers Staat der Gemeente
Cijfers benchmark Torion Samenvatting Benchmark Stichting Torion over jaar 2011 uitgevoerd door Stimulansz De cijfers van Torion zijn vergeleken met: het landelijk gemiddelde van de branche het gemiddelde van ca. 75 vergelijkbare welzijnsinstellingen (grote en diensten) Torion valt onder de categorie klein, lokaal en breed. Belangrijkste bevindingen. In algemene zin kan gesteld worden dat Torion het goed doet. Met name de bedrijfsvoering springt er positief uit. Deze is ook het best te beoordelen aan de hand van algemeen geldende normen. De kwaliteit van dienstverlening is met de benchmark niet meetbaar. Enkele aandachtspunten ook in vergelijking met 2010: Interne organisatie Flexibiliteit. In 2010 als onvoldoende beoordeeld. In 2011 als voldoende. Het gaat hier om de verhouding vast/tijdelijk personeel. Overhead. Het percentage overhead Torion ligt iets lager dan het landelijk van vergelijkbare instellingen. Ziekteverzuim. Wat lager dan gemiddeld. Vrijwilligers. Een veel hoger percentage aan vrijwilligers dan landelijk en vergelijkbare organisaties. Financieel Afhankelijkheid overheidssubsidie. Torion heeft verhoudingsgewijs minder derde geldstromen. Punt van aandacht: verhoging eigen bijdrages activiteiten verhoging vergoeding bezorgdiensten uitbreiding betaalde diensten. Organisatie is voldoende liquide (Current ratio 1,5) 13
Continuïteit op langere termijn. Torion loopt risico. Reserve is op een te laag niveau. Verbetering wordt aangeraden. Dit is een blijvend punt van aandacht richting gemeente die Torion op basis van de subsidieverordening niet toestaat om het eigen vermogen te verhogen. (Naar meer dan 10%). Tarieven. Deze zijn bij Torion lager dan gemiddeld. Volgens afspraak zullen de tarieven van met name de bewegingsactiviteiten fasegewijs worden verhoogd naar een kostendekkend niveau.
Overzicht structurele welzijnssubsidies Het subsidieregister, een overzicht van de subsidies op het gebied van Cultuur, Sport, Welzijn en Zorg is te vinden op de gemeentelijke website. Conclusie Een groot deel van de beleidsvoornemens uit het vorige beleidsplan Thuis in Haren, goed voor elkaar zijn gerealiseerd. De o pgebouwde netwerken en samenwerkingsverbanden bieden een goede basis om de uitdagingen van de nieuwe beleidsperiode aan te gaan.
14
Hoofdstuk 2 WMO en Gezondheidsbeleid 2013 – 2016 2.1 Uitgangspunten Wij staan aan de vooravond van grote veranderingen op het speelveld van Welzijn en Volksgezondheid, Werk en Inkomen, Jeugdzorg, terugtredende overheid, economische en demografische krimp en minder financiële middelen. Haren is een gemeente met een gemiddelde, relatief hoge SES (sociaal economische status). Dit betekent niet dat mensen minder problemen of beperkingen hebben. Het betekent wel dat mensen gemiddeld genomen minder een beroep hoeven te doen op voorzieningen. Tot op heden hebben we in Haren vooral ingezet op de sociaal culturele discipline. Het is nu tijd om op te schuiven naar het versterken van mens, buurt en wijk. Tegelijkertijd moeten we de mensen die (tijdelijk) ondersteuning nodig hebben niet uit het oog verliezen. De gemeenteraad heeft, met de vaststelling van de kadernota Wmo, gekozen voor de kanteling en de principes Welzijn Nieuwe Stijl. Dit betekent een cultuuromslag bij burgers, beroepskrachten en bestuurders die tijd en inzet vereist. De decentralisaties bieden ons de mogelijkheid om het ondersteuningsaanbod voor een brede doelgroep te herdefiniëren. Tegelijk is dat ook noodzaak. Daarbij realiseren we ons dat de doelgroep waarschijnlijk uitgebreid wordt met inwoners met een verstandelijke, psychische dan wel fysieke beperking. Wij zetten in op een integrale aanpak op alle leefdomeinen, een ontschotting van financiële stromen en samenwerking tussen verschillende disciplines. Doen wat nodig is, maatwerk en minder regels. We richten ons op het in stand houden van collectieve voorzieningen en steeds minder op individuele voorzieningen. Daarbij ontzien we alleen de meest kwetsbare inwoners. Zaken als preventie, activiteiten en vroegsignalering bijv. door vindplaatsgericht werken geven we een lagere prioriteit. Voor deze omslag is een beleidsperiode van 4 jaar wellicht te kort. De gemeentelijke regie is beperkt. Het hanteren van de financiële prik kel is het belangrijkste regie-instrument die we als gemeente kunnen inzetten. Inzet op het verleiden van partijen tot samenwerking is (te) arbeidsintensief. Gezondheidsverschillen Mensen met een hoge sociaaleconomische status leven maar liefst 14 tot 15 jaar langer zonder gezondheidsbeperkingen dan zij met een minder hoge SES. Gevraagd naar de ervaren gezondheid zijn deze verschillen nog veel groter. We richten ons specifiek op groepen met de grootste gezondheidsachterstanden. Lokale speerpunten Gezondheidsbeleid is steeds meer lokaal maatwerk. Wij stellen enkele thema’s centraal in ons beleid. Wij worden daarbij gevoed door de landelijke VWS-nota Volksgezondheid (mei 2011) en door de analyse van de ‘staat van de volksgezondheid’ in onze regio. Uit het Gezondheidsprofiel 2010 van de GGD Groningen blijkt dat het aantal mensen met een chronische ziekte stijgt doordat de bevolking vergrijst en er sprake is van betere screening. We maken een keuze voor de thema’s waar we als gemeente echt iets kunt betekenen: activiteiten op het gebied van leefstijl, eenzaamheid/psychosociale problematiek, overgewicht, alcohol voor zover deze participatie bevorderen. In het kader van het sociaal beleid stellen wij weerbaarheid en het bewust worden van eigen mogelijkheden en verantwoordelijkheid centraal: leren omgaan met keuzes en druk, hoe ‘nee’ te zeggen tegen ongezonde verleidingen. Dat is de gemeenschappelijke noemer bij al 15
deze problemen, samen met de verantwoordelijkheid van de ouders. Het maatschappelijke veld heeft hier een nadrukkelijke verantwoordelijkheid. Ondersteuning gaan we zo veel mogelijk als collectieve voorzieningen organiseren. Wij willen het initiatief voor de preventieve taak en de signaleringstaak bij de zorgverleners neerleggen. We realiseren dit door in te zetten op ketensamenwerking, waarbij we niet allemaal hetzelfde doen, maar iedere ketenpartner in afstemming met elkaar zijn eigen taken en verantwoordelijkheden vormgeeft. Hiermee realiseren we een sluitende keten zonder dubbelingen. Participeren en bijdragen zijn sleutelwoorden. We werken integraal en waar mogelijk vanuit een generalistische benadering. Ons sociaal beleid gaat dus ook over de verbinding met werkgelegenheid, vrijwilligerswerk, mantelzorg en leefbaarheid & veiligheid. 2.2 Kaders Wmo beleid 2013 – 2016 In januari 2012 heeft de gemeenteraad de Kadernota Wmo 2012 – 2015 vastgesteld. De financiële positie van de gemeente is slecht en de middelen die we van het rijk ontvangen voor de decentralisaties zijn sterk gekort. We moeten meer doen met minder middelen. De keuzes die we maken zullen voor onze inwoners die een afstand hebben tot het meedoen in de maatschappij, ernstig ingrijpen in hun leven. Dit betekent dat we samen met onze partners kansen willen creëren om zo veel mogelijk mensen te betrekken bij de maatschappij. Kader visie en missie van de kadernota Wmo 2012 – 2015 zijn: Missie: Sociaal en Actief Visie: Iedere inwoner van Haren kan deelnemen en bijdragen aan de Harense samenleving Deze missie en visie impliceren dat wij de volgende prioriteiten stellen: 1. Cultuurverandering (hoge prioriteit) 2. Zelfredzaamheid 3. Collectieve voorzieningen 4. Lokaal werken 5. Integrale aanpak …en indien (financieel) mogelijk…. 6. Vitaal ouder worden 7. Slim samenwerken 8. Ontmoeting (lage prioriteit) In de komende beleidsperiode zetten we in op: 1. Het implementeren van de principes van de kanteling, welzijn nieuwe stijl en de participatieladder 2. Het ontwikkelen van de toegang tot ondersteuning 3. Een kwalitatief goed en samenhangend basispakket aan individuele voorzieningen voor hen die dat nodig hebben. Samenhang in wonen, welzijn en zorg 4. Collectieve voorliggende voorzieningen die bijdragen aan de participatiemogelijkheden van kwetsbare inwoners van Haren. In de komende beleidsperiode willen we bereiken dat inwoners die – tijdelijk – ondersteuning nodig hebben meer participeren en zich meer burger en minder cliënt voelen. Ten aanzien van onze partners willen we meer verbinding en meer presentie dichtbij realiseren.
16
2.3 Kaders Lokaal gezondheidsbeleid 2013 – 2016 Gezondheid is meer dan de afwezigheid van ziekte – het gaat ook om een juiste balans tussen lichaam en geest, en om de voorwaarden om mee te kunnen doen in de samenleving. Gezondheid heeft een sterke samenhang met andere beleidsdomeinen: niet alleen de zorg (voorzieningen), maar ook met de fysieke en sociale omgeving, met participatie aan de samenleving. De Volksgezondheid Toekomst Verkenning (VTV) 2010 van het RIVM beschrijft gezondheid als voorwaarde voor succes op andere beleidsterreinen. Het gaat niet alleen om het zo gezond mogelijk laten functioneren van individuele burgers – gezondheid is ook een cruciale factor bij andere belangen. Het RIVM illustreert dit aan de hand van de voorspelling van het tekort op de arbeidsmarkt de komende decennia, als we er niet in slagen zoveel mogelijk mensen gezond (en dus inzetbaar) kunnen houden. Of – gezien het toenemende aantal chronisch zieken – weer aan het werk kunnen krijgen. Koerswijziging Rijk en speerpunten rijksbeleid In haar laatste beleidsvisie, ‘Gezondheid Dichtbij’ stelt de minister van Volksgezondheid de eigen verantwoordelijkheid van de burger centraal. De overheid beperkt zich tot informatievoorziening (over gezond leven) en voorwaarden (zorg in de buurt, sport voor iedereen beschikbaar). De inhoudelijke thema’s blijven overgewicht, roken, alcohol, diabetes en depressie. Sport en beweging is een belangrijke instrument. Bij jeugd zijn de speerpunten weerbaarheid (ook hier vooral via sport), vroegsignalering van risicogedrag en het aanleren van een gezonde leefstijl. De minister wil een betere aansluiting tussen curatie en preventie, en draagt dit ook aan de gemeenten op. Nieuwe thema’s zijn gezondheidsrisico’s in de leefomgeving, perinatale sterfte, chronische ziekten en psychische aandoeningen. Gemeente als regisseur Het gemeentelijk beleid wordt, minder dan voorheen getoetst op concrete indicatoren, maar meer op de bijdrage die wordt geleverd aan het totaal van het volksgezondheidsbeleid. Het Rijk en lokale overheid vullen elkaar aan wat betreft taken en verantwoordelijkheden. Dat biedt gemeenten enerzijds meer beleidsruimte (geen verplichting meer om bepaalde leefstijlproblemen aan te pakken), anderzijds wordt er wel wat verwacht van de gemeente. De rol van de gemeente als regisseur en verbinder tussen de verschillende beleidsterreinen zal de komende jaren verder ontwikkeld moeten worden. Wettelijk zijn vastgelegd: de afstemming binnen de ouderengezondheidszorg en het organiseren van de jeugdgezondheidszorg. De factor gezondheid levert een belangrijke bijdrage aan het algemeen welbevinden. Er zijn sterke raakvlakken met welzijn, onderwijs, s port, ruimtelijke ordening, armoedebeleid, werkgelegenheid en milieubeleid.
2.4 Onze keuzes Onze opgave is om iedereen naar vermogen te betrekken bij de samenleving, participatie. We doen een beroep op de mogelijkheden van inwoners, we realiseren goede informatievoorziening, we versterken de bewustwording en ondersteunen- tijdelijk- initiatieven die gericht zijn op het versterken van de eigen mogelijkheden en participatie aan de maatschappij. Legitimatie voor deze keuze is dat de gezondheid van de Harense burgers in het algemeen goed is. Dat betekent dat we minder hoeven in te zetten op preventie en in afwijking van het rijksbeleid kiezen voor inzet op weerbaarheid, collectieve voorzieningen en tijdelijke individuele ondersteuning. Preventie leggen we vooral neer bij de ketenpartners. Onze gemeentelijke regierol is gericht op de voorbereiding en transformatie in het kader van de decentralisaties, het aanjagen van initiatieven en het organiseren van de wettelijke verplichtingen. 17
Bovenstaande prioritering leidt tot de volgende keuzes: Lokaal vs regionaal/provinciaal 1. Inzet op de ontwikkeling van één sterke, lokale 0 d e en 1 s t e lijn(organisatie) alsmede de ambulante 2 d e lijn. 2. Samenwerking voor specialistische en intramurale zorg met gemeenten in regio/provincie Groningen omdat de jeugdzorg, maatschappelijke opvang en zorgkantoorregio in Gronings verband zijn gefinancierd en georganiseerd. Sociaal cultureel vs opbouwwerk 1. Inzet op opbouwwerk dwz. versterking van wijken en buurten. Afbouw subsidiëring sociaal culturele activiteiten. De organisatie en financiering van activiteiten voor inwoners met en zonder beperkingen laten we over aa n inwoners, clubs, verenigingen, aanbieders etc. Individuele ondersteuning vs collectieve voorziening 1. Individuele ondersteuning alleen voor de meest kwetsbare, zelfstandige wonende inwoners, max budget vaststellen voor de diverse vormen van ondersteuning. 2. Ondersteuning zoveel mogelijk als collectieve voorzieningen organiseren met maximale inzet van vrijwilligers. Collectieve voorzieningen zijn bijv. personenalarmering, maaltijdvoorziening, openbaar vervoer, algemene opvoedondersteuning, huur hulpmiddelen, tuin- en klussendienst, was- en strijkservice, boodschappendienst, financiële administratie, formulierenbrigade etc. 3. Inwoners stimuleren een beroep op elkaar te doen. Preventie vs handelen op vraag 1. Preventie krijgt een lagere prioriteit. Het initiatief voor gezond leven, geïnformeerd zijn en voorkomen van rampspoed ligt op de eerste plaats bij inwoners zelf. “Ouderdom overkomt je niet’. Eventueel activiteiten in dit kader zullen we per keer beschouwen. 2. Vroegsignalering is een taak van de wijkteams. Door grote zichtbaarheid en aanwezigheid in de wijk moeten signalen snel bij het wijkteam terecht komen. Inwoners, professionals, vrijwilligers, buren hebben een verantwoordelijkheid in het melden van zorg. Vooralsnog zal het meldpunt bezorgd actief blijven. Vraaggericht vs aanbodgericht 1. Het accent ligt op vraaggerichte ondersteuning en afbouw van doelgroepgerichte ondersteuning. Dit betekent dat algemene voorzieningen zoals het mantelzorgsteunpunt, steunpunt voor vluchtelingen, ouderensozen, ondersteuning van de jeugdsozen en algemene informatievoorziening zoals bijv. door het loket en het CJG wordt gegeven, worden verzelfstandigd dan wel, gedurende een korte periode, projectmatig ondersteund. Hiermee willen we meer flexibele inzet van middelen tot stand brengen. 2. Wij zetten maximaal in op financiering van individuele ondersteuning dmv persoonlijke budgetten en niet op inkoop via aanbesteding. Wij zetten in op de relatie met de cliënt en de cliënt draagt zelf zorg voor de relatie met de aanbieder van zijn/haar keus. De budgetten worden berekend op basis van lokale en sobere ondersteuning, gecombineerd met inzet van eigen netwerk, informele hulp en collectieve voorzieningen. Gemeentelijke regierol vs burgerinitiatieven en marktwerking 1. We kiezen voor een beperkte gemeentelijke regie. Daar waar wij geen samenwerking kunnen afdwingen, investeren we niet in het verleiden tot samenwerking en verbinding. We zetten in op wijkteams die tijdelijk individuele ondersteuning bieden, collectieve voorzieningen en vroegsignalering. Het opbouwwerk wordt ingezet om voorzieningen voor ontmoeting en sociale cohesie te ondersteunen waarbij het doel is dit soort voorzieningen onder beheer van buurt of het dorp te brengen. Relatiemanagement vs kostenbeheersing 1. We zetten maximaal in op kostenbeheersing en het voorkomen van overschrijding van de beschikbare budgetten voor Wmo, Jeugd en participatie Participatie vs hulpverlening 1. We zetten in op maximale participatie naar vermogen en zien de cliënt meer en meer als burger. 18
2.5 Centrale rol voor de wijkteams De wijkteams hebben een cruciale rol in het beleid voor de komende jaren. De wijkteams vormen de integrale toegang tot ondersteuning in het sociale domein voor zover gefinancierd door de gemeente. Elke vraag van een inwoner komt terecht bij het wijkteam. Dat kan direct maar zal, zeker in het begin, ook via instellingen, buren, vrijwilligers, professionals etc plaatsvinden. Dit betekent dat intakes en spreekuren per instelling worden verplaatst naar de wijkteams. Eén lid van het wijkteam voert ‘het keukentafel’ gesprek met de inwoner. Altijd zal de volgorde gebruikt worden van het activeren van eigen mogelijkheden, het eigen netwerk, collectieve voorzieningen naar individuele voorzieningen. Het wijkteamlid blijft het aanspreekpunt voor de inwoner. Samen monitoren ze de afspraken.
Inwoners regelen zaken alleen of met elkaar, 80%
Privaat en zelfstandig
Inwoner meldt zich of wordt gemeld bij het wijkteam, 15%
Wat kunt u zelf?
Wat kunt u met uw omgeving?
Algemene en collectieve voorzieningen
Individuele voorzieningen
e
Hulp door 2 en 3
e
lijns instellingen, 5%
Publiek en kwetsbaar
De leden van het wijkteam zijn HBO opgeleide professionals. Zij hebben een een brede, integrale blik. Zij zijn bekend in de wijk, zij worden gemakkelijk gevonden door inwoners en professionals van instellingen die in de wijk werkzaam zijn. Inwoners melden zich eerst bij hen. Ook anderen die zich zorgen maken om iemand of willen doorverwijzen melden zich bij het wijkteam. Het wijkteam kan ondersteund worden door vrijwilligers. Het wijkteam kan 19
specialistische kennis inzetten, daar waar de grenzen van hun eigen kennis worden overschreden. Er zijn mensen die zelf geen probleem ervaren maar hun omgeving wel. Via meldingen van anderen en/of eigen observaties neemt het wijkteam in deze situaties, al dan niet ondersteund door specialisten, het initiatief. De wijkteamleden hebben ruimte om samen met de inwoner tot een plan te komen. Hieraan ligt een methodische gespreksvoering om tot vraagverheldering te komen ten grondslag. We willen minder regels en vraaggericht werken. Dit betekent wel dat de wijkteamleden ook enige bescherming nodig hebben en dat zij de mogelijkheid moeten hebben om verantwoording af te leggen of te toetsen of de genomen ruimte in verhouding is met de gestelde vraag. In de komende beleidsperiode wordt geïnvesteerd in scholing en intervisie. We kiezen ervoor om de wijkteams een ‘organische’ groei te laten doormaken. De wijkteamleden ontwikkelen het concept samen met de gemeente, inwoners en enkele partners. Voor de ontwikkeling van de centrale toegang is een apart projectplan vastgesteld. Taken wijkteamleden: Voeren keukentafel gesprek Monitoren van de afspraken, 1 gezin, 1 regisseur &1 plan Signalen uit de buurt verwerken Contact onderhouden met instellingen, mantelzorgers, vrijwilligers, professionals Zorgdragen voor een warme overdracht De contractering van instellingen wordt door de gemeente (mede in overleg met de regio) vormgegeven. Zoals aangegeven in deze nota hanteren we als uitgangspunt dat de inwoner zoveel mogelijk acteert als opdrachtgever.
20
Hoofdstuk 3 Ontwikkelagenda WMO en lokaal gezondheidsbeleid gemeente Haren 3.1 Effecten- en Resultatenboek subsidies welzijn, zorg en participatie In 2011 en 2012 hebben we een proces doorlopen om te komen tot een andere aansturing en verantwoording van de door ons gesubsidieerde partners. De belangrijkste wijziging die wij hebben ingevoerd is het benoemen van maatschappelijke effecten die wij met ons beleid en financiele middelen willen realiseren. Het gaat hierbij niet langer over de output maar over de outcome. De effecten zijn gerangschikt per thema. Deze zijn: participatie, leefstijl, leefbaarheid & veiligheid en zelfredzaamheid & eigen kracht. Per thema zijn de gewenste maatschappelijke effecten bij benoemd. Deze maatschappelijk effecten zijn uitgewerkt in het Effecten- en Resultatenboek subsidies welzijn, zorg en participatie. Maatschappelijke effecten beïnvloeden elkaar. Als bijv. meer jongeren zich betrokken voelen bij de samenleving kan dit ook een positief effect hebben op overlast door jeugdigen. Per maatschappelijk effect geeft de gemeenteraad een aantal voorwaarden mee: a. Wat is de prioriteit b. Indicatoren: Wanneer zijn we tevreden c. Welke partners zijn verantwoordelijk voor de uitvoering en wie heeft hierbij de trekkersrol d. Richtlijnen e. Opmerkingen Vervolgens vullen de gekozen partners, in overleg met gemeente en elkaar, in op welke wijze zij bijdragen aan het realiseren van het effect: 1. Welke activiteiten 2. Welke resultaten worden opgeleverd 3. Met welke indicatoren wordt de mate realisatie inzichtelijk gemaakt. 4. Welke financiele middelen zijn nodig, uren en uitvoeringsbudget 5. Opmerkingen Op deze wijze is de realisatie en samenwerking per effect vastgelegd. Alle effectbladen vormen gezamenlijk het Effecten- en Resultatenboek subsidies welzijn, zorg en participatie en is daarmee de basis voor de subsidieverlening. De effectbladen vervangen de huidige prestatieafspraken en worden gebruikt in de meerjarenbeschikkingen 2014 – 2017. Niet alle effecten kunnen gerealiseerd worden. Voor de komende 2 jaar geven we prioriteit aan een aantal effecten. Deze zijn benoemd en kort uitgewerkt in paragraaf 3.2. Op deze wijze houden we ruimte om op basis van de komende ontwikkelingen prioriteiten aan te passen.
21
3.2 Jaarplan Wmo – LGB 2013 en 2014 1
Participeren
Leefbaarheid en veiligheid
1.1 Meer inwoners met een uitkering zijn aan het werk en/of
3.3 Jeugdoverlast neemt af
actief als vrijwilliger 3.5 Er zijn meer initiatieven op het terrein van welzijn en zorg 1.3 Meer jongeren voelen zich betrok‐
van (samenwerkende) private en
ken en dragen bij aan de samenleving
publieke rechtspersonen
Zelfredzaamheid / eigen kracht 4.2 Inwoners met een on‐ dersteuningsvraag worden adequaat geholpen
Leefstijl 2.4 Meer mensen doen in een later sta‐
4.3 Inwoners met lichte of tijdelijke beperking zijn in toenemende mate in staat zelf of mbv
dium een beroep op zorg en ondersteuning
collectieve voorzieningen zelfstandig deel te nemen aan de maatschappij
Maatschappelijke effecten 2013 – 2014 met een hoge prioriteit Meer inwoners met een uitkering zijn aan het werk en/of actief als vrijwilliger Meer jongeren voelen zich betrokken en dragen bij de samenleving Meer mensen doen in een later stadium een beroep op zorg en ondersteuning Er zijn meer initiatieven op het terrein van welzijn en zorg van samenwerkende private en/of publieke (rechts)personen De jeugdoverlast neemt af Inwoners met een ondersteuningsvraag worden adequaat geholpen. Inwoners met lichte en/of tijdelijke beperking zijn in toenemende mate in staat zelf of met behulp van collectieve voorzieningen, zelfstandig deel te nemen aan de maatschappij. In het Effecten en Resultatenboek zijn meer maatschappelijke effecten benoemd. Deze hebben een lagere prioriteit gekregen en zijn niet opgenomen in dit beleidsplan. Thema 1: participatie Participatie is enerzijds gericht op het individu; hoe kunnen mensen meer gaan participeren. Anderzijds ook groepsgericht op wijk- en buurtniveau: wat betekent de buurt voor jou en wat kun jij als inwoner betekenen voor je buurt. Daar heeft zowel het individu als de buurt baat bij. Inwoners helpen mee de kwaliteit van de buurt te verbeteren. Mensen worden aange-
1
De nummering van de effecten komt overeen met de nummering in het Effecten- en Resultatenboek Welzijn, zorg en participatie. De ontbrekende nummers hebben een lagere prioriteit en worden derhalve in dit beleidsplan niet genoemd en dus ook (voorlopig) niet uitgevoerd. 22
sproken op hun bijdrage aan hun eigen woonomgeving. Dit thema richt zich niet alleen op het individu, maar ook op de structuren en organisaties eromheen. 1.1 Meer inwoners met een uitkering zijn aan het werk en/of actief als vrijwilliger. Toelichting Wat 1. Ontwikkelen en utivoeren werkgeversbenadering. 2. Ontwikkelen en uitvoeren instrumenten voor (tijdelijke) ondersteuning. 3. Scholing van werkzoekenden. 4. Ontwikkelen re-integratieprojecten en –plannen. 5. Bij elkaar brengen van vraag en aanbod vrijwilligerswerk, werkervaringsplaatsen, dagbesteding etc. Wie Afd. WIZ ism. Torion Wanneer Beleidsperiode 2013 – 2016 Opmerkingen Outreachende aanpak, mobiliseren van de eigen kracht, Social Return on Investments. Integrale aanpak op de verschillende levensdomeinen van de cliënt. Cliëntondersteuning vanuit het wijkteam. 1.2 Meer jongeren voelen zich betrokken en dragen bij aan de samenleving. Toelichting Wat 1. Jeugdsozen ondersteunen (vinden en binden van jongeren) 2. Jongeren stimuleren om initiatieven te ontwikkelen en deel te nemen of bij te dragen aan activiteiten 3. Informatie en advies voor en door jongeren Wie Torion ism. CJG en buurt- en dorpshuizen Wanneer Beleidsperiode 2013 – 2016 Opmerkingen Gemeente speelt in op initiatieven door tijdelijke en structurele inzet van faciliteiten en middelen. Stimuleren van de mogelijkheid om te leren. Thema 2: leefstijl Het gaat bij dit thema om bewustmaking en beïnvloeding van de manier waarop mensen leven. Individuele leefstijl is moeilijk te beïnvloeden en het succes is sterk afhankelijk van individuele keuzes en maatschappelijke trends. Daarnaast is gezondheid meer dan de afwezigheid van ziekte – het gaat ook om een juiste balans tussen lichaam en geest, en om mee te kunnen doen in de samenleving. De inzet op gezond ouder worden levert het volgende op: Mensen die gezond zijn voelen zich beter Mensen die zich beter voelen zijn actiever en meer betrokken
Mensen die actief en betrokken zijn ervaren minder beperkingen. Leefstijl en gezondheid hebben een sterke samenhang met andere beleidsdomeinen; niet alleen de zorg(voorzieningen), maar ook met de fysieke en sociale omgeving waarin mensen leven en wonen, en met participatie. De diverse beleidsinspanningen op dit thema hebben tot doel de leefstijl van de individuele inwoners zo te beïnvloeden dat gezondheid en welzijn bevorderd worden. We formuleren op dit thema de volgende gewenste maatschappelijke effecten.
23
2.1 Meer mensen doen in een later stadium een beroep op zorg en ondersteuning. Toelichting Wat 1. Ontwikkeling en inzet in het wijkteam. 2. Communicatie en voorlichting. Gids Wonen, welzijn, zorg en inkomen. 3. inzet vrijwilligers ter ondersteuning van het wijkteam. 4. Training en voorlichting vrijwilligers en mantelzorgers. 5. Max. 2 projecten in het kader van gezondheidspreventie. Wie Torion ism. Noordermaat, Lentis Direct, GGD en bibliotheek Wanneer Beleidsperiode 2013 – 2016 Opmerkingen Outreachende aanpak, samenhang met preventie en vroegsignalering door partners Thema 3: leefbaarheid en veiligheid Leefbaarheid en veiligheid hebben grote invloed op het welzijn en het welbevinden van inwoners. Voel je je veilig in je huis en in je buurt? Onze gemeente scoort hoog op dit terrein, zie bijvoorbeeld de cijfers van de Veiligheidsmonitor. Wat niet wil zeggen dat individuele inwoners geen gevoelens van onveiligheid kunnen ervaren. Er is een verschil tussen objectieve en subjectieve veiligheid. Een veelheid van organisaties beweegt zich op dit speelveld. We formuleren op dit thema de volgende gewenste maatschappelijke effecten. 3.1 De jeugdoverlast neemt af. Toelichting Wat 1. Afstemming tussen de samenwerkende partners. 2. Contact met (groepen) jongeren en bemiddelen tussen jongeren en buurtbewoners. 3. Uitvoering project jeugdoverlast (2013). 4. Uitvoering project jeugd en alcohol. 5. Ondersteunen jeugd bij organiseren eigen activiteiten en ontmoeting. 6. Buurtbus. 7. Advies- en informatie voor en door jongeren. 8. Coördinatie en deelname aan het Jongeren Op Straat overleg (JOS) en CJG-casusoverleg. 9. Informatie en advies op scholen. Wie Torion ism. CJG, Noordermaat, HALT, politie, gemeente afdeling OOV en jeugd. Wanneer Beleidsperiode 2013 – 2016, project jeugdoverlastcoördinatie 2013 Opmerkingen Outreachende aanpak, samenhang met preventie en vroegsignalering door partners. Balans tussen repressie en preventie. Mobiliseren van de eigen kracht en het zelfcorrigerend vermogen van de jeugd. Vindplaats gerichte aanpak, presentie bij jongeren. 3.5
Er zijn meer initiatieven op het terrein van welzijn en zorg van samenwerkende private en/of publieke (rechts)personen Toelichting Wat 1. Buurtinitiatieven gericht op burenhulp, organisatie ontmoeting en signalering. 2. Coördinatie en afstemming van samenwerkende organisaties met een (collectief) voorzieningenaanbod. 3. Bevorderen dat mensen elkaar kennen. 4. Stimuleren zelforganisatie. 5. Coproducties/samenwerking realiseren tussen professional, 24
Wie Wanneer Opmerkingen
buurt en cliënt. 6. Deskundigheidsbevordering. Torion ism. Noordermaat, dorpshuizen en andere lokale partners Beleidsperiode 2013 – 2016 Outreachende aanpak, maatwerk en presentie (dichtbij de doelgroep), mobiliseren van de eigen verantwoordelijkheid, sociale cohesie, betrokkenheid bij leefomgeving. Stimuleren particuliere initiatieven
Thema 4: zelfredzaamheid en eigen kracht Toelichting Zelfredzaamheid betekent dat mensen zelf de verantwoordelijkheid krijgen en nemen over de inrichting van hun eigen leven. Het gaat om eigen kracht, drijfveren en motivatie, zeggenschap over je eigen leven en interactie me t je eigen sociale netwerk. In veel gevallen met ondersteuning van professionele hulpverleners en/of vrijwilligers. Doel van dit alles is participatiebevordering en activering. Om deze nieuwe rol goed te vervullen moeten professionals beschikken over de juiste competenties. Zij moeten bijvoorbeeld durven vertrouwen op de vaardigheden en het beslissingsvermogen van de cliënt, leren coachen, doorvragen en helpen drijfveren te verwoorden. Ze moeten ook zelf de ruimte krijgen om zelfregieversterkend te werken. Daarvoor is van belang dat ook de gemeente en maatschappelijke organisaties een omslag maken. We formuleren op dit thema de volgende gewenste maatschappelijke effecten. 4.1 Inwoners met een ondersteuningsvraag worden adequaat geholpen. Toelichting Wat 1. Ontwikkeling en inzet Integrale toegang /wijkteam. 2. Implementeren kantelingprincipes. 3. organiseren van informatie, advies en verwijzing. 4. Uitvoering meldpunt bezorgd. 5. Beheer sociale digitale kaart. 6. Trainen en begeleiden van vrijwilligers. 7. Overleggen met netwerk partners. Wie Torion ism. afd. WIZ, Noordermaat en CJG. Wanneer Beleidsperiode 2013 – 2016 Opmerkingen Outreachende en integrale aanpak, mobiliseren eigen kracht. WNS en kantelingprincipes. 4.2
Inwoners met lichte en/of tijdelijke beperking zijn in toenemende mate in staat zelf of met behulp van collectieve voorzieningen, zelfstandig deel te nemen aan de maatschappij. Toelichting Wat 1. Inzet en ontwikkeling wijkteam, integrale toegang 2. Ondersteunen van inwoners met beperkte mogelijkheden tot zelforganisatie 3. Casemanagement 4. Sociale activering en vrijwilligerswerk 5. Ondersteunen sociale netwerken Wie Torion ism. afd. WIZ, CJG en Noordermaat Wanneer Beleidsperiode 2013 – 2016 Opmerkingen Outreachende en integrale aanpak, samenwerking en creativiteit en out of de box denken en doen.
25
3.3 Monitoring Gemeenten hebben met de nieuwe landelijke nota Volksgezondheid meer beleidsvrijheid gekregen in de keuzes die zij maken. Dit heeft consequenties voor de wijze waarop de Inspectie voor Gezondheidszorg haar rol in de toetsing van gemeentelijk gezondheidsbeleid inricht. De kwaliteit van de nota zelf, de inzet van de gemeente en de verbinding met andere beleidsterreinen staan daarbij centraal. De Inspectie voor de Volksgezondheid toetst of er een beleidsprogramma lokaal gezondheidsbeleid is en ook het beleidsproces wordt getoetst. Ook wat betreft de Wmo hebben de gemeente lokale beleidsvrijheid. De gemeenten hebben de opdracht om op de 9 prestatievelden beleid te voeren. Verantwoording wordt afgelegd aan de inwoners van de gemeente, de zgn. horizontale verantwoording. Hoe de beleidsvrijheid en verantwoording als gevolg van het regeerakkoord en de gedecentraliseerde taken wordt ingericht is nog niet bekend. We zullen langs twee lijnen onze monitoring inrichten: Het vierjaarlijkse Gezondheidsprofiel, de Jeugdgezondheidsenquête, de Veiligheidsmonitor, benchmark art9Wmo en de Staat der Gemeenten bieden veel informatie over het welbevinden van onze inwoners ten opzichte van andere gemeenten, ten opzichte van landelijke cijfers en ten opzichte van eerdere jaren. Onze indicatoren richten we zoveel mogelijk in op deze monitors. Op de eerste plaats is dat tijd- en kostenbesparend en op de tweede plaats bieden deze monitors over meerdere jaren continuïteit en daarmee een basis voor vergelijking. Effecten- en resultatenboek. Per effect zijn activiteiten, resultaten en doelstellingen geformuleerd. De instellingen maken jaarlijks een financieel en inhoudelijk jaarverslag.
3.4 Financiële vertaling Kaders financiën Wij hebben voor de noodzakelijke ombuigingen een aantal kaders geformuleerd: Wij streven naar een kleine, efficiënt en effectief werkende gemeentelijke organisatie. Een gemeente met een goede dienstverlening voor haar inwoners. Wij willen de (wettelijke) taken op voldoende kwaliteitsniveau uitvoeren. In dit kader zoeken we de samenwerking met andere gemeenten en lokale partners. Het werken in wijkteams en een hoge presentie in de wijk kan leiden tot minder behoefte aan centrale kantoorruimte en daarmee tot een besparing op het vastgoed. De ombuigingen zullen bij voorkeur geen onomkeerbare besluiten bevatten, die het voortbestaan van wezenlijke voorzieningen raken of grote maatschappelijke effecten zullen hebben. De voorzieningen die er nu zijn transformeren we om straks invulling te kunnen geven aan de wettelijke taken in het kader van de decentralisaties. Wij stimuleren eigen inzet en participatie van onze inwoners. Kostendekkendheid van voorzieningen is een belangrijk aandachtspunt. Wij zetten niet langer in op de sociaal culturele discipline en laten dit over aan de markt. Aan de burger die onvoldoende in staat is om te participeren in de maatschappij bieden wij ondersteuning. Dit zal blijvend een investering vereisen. Uitgaven sociale domein Jaarlijks geeft de gemeente ca 8.2 miljoen uit aan inkomensondersteuning, jongeren (niet onderwijs), zorg, volksgezondheid, welzijn en cultuur/sport. Hiervan wordt ca 5.5 miljoen besteed aan wettelijke taken. Er wordt 2.7 miljoen uitgegeven aan (wettelijke) taken waar de gemeente beleid op moet voeren maar waarbij de gemeente zelf de de omvang en aard invult (Sport, Cultuur, prestatievelden Wmo). 26
Bezuinigingen in 2012 – 2013 In 2012 en 2013 is op de verschillende prestatievelden van de Wmo € 276.000 bezuinigd. Nieuwe budgetten per 2015 De bezuinigingen en de hoogte van de te ontvangen budgetten voor de uitvoering van de nieuwe te decentraliseren taken (jeugdzorg, begeleiding, persoonlijke verzorging en participatie/wet werken naar vermogen) zijn nog niet bekend. Wel weten we dat we deze taken erbij krijgen in 2015. Vanaf 2015 komt gefaseerd circa 16 miljoen euro aan nieuwe taken en bevoegdheden op de gemeente af, taken die nu door het rijk worden uitgevoegd voor circa 32 miljoen. Wij willen bij voorkeur in 2013 en 2014 geen verdere bezuinigingen op het Wmo- en lokaal gezondheidsbeleid doorvoeren. 2013 en 2014 gebruiken we voor de voorbereiding op de nieuwe taken. Concreet betekent dit afbouw van werkzaamheden, ontwikkelen en voorbereiden nieuwe taken, deskundigheid ontwikkelen bij medewerkers intern en van de partners, transformatie van het welzijns- en gezondheidsbeleid. In deze periode betekent dat een grotere belasting van het huidig personeel. De oude werkzaamheden gaan immers nog door totdat ook de wettelijke kaders gewijzigd zijn. We streven naar één brede 0 e en 1 e lijns instelling met een integraal aanbod. Dit betekent naast een inhoudelijke ook een organisatorische wijziging. Visie sociaal domein/beleidsplan Wmo&LGB We kiezen voor de individuele inwoner die vanwege – tijdelijke – beperkingen niet kan participeren. Dit doen we doen we door het versterken van de eigen kracht, het inschakelen van het eigen netwerk, aanbieden van collectieve voorzieningen en het versterken van onderlinge hulp op dorps- en wijk niveau. Inhoudelijk betekent dit dat we inzetten op de wijkteams, collectiveren van individuele voorzieningen en individuele voorzieningen voor een zeer beperkte doelgroep. Dit wordt als gevolg van de decentralisaties begeleiding, persoonlijke verzorging, passend onderwijs en jeugdzorg in combinatie met essentiele kortingen op de huidige budgetten van groot belang. Financieel zetten we de komende 2 jaar in op de inzet van de huidige middelen op het transfomatie en decentralisatieproces met als doel in 2015 binnen de beschikbare budgetten en zonder inzet van eigen middelen alle opgaven te realiseren. Modelmatig zien we het volgende plaatje voor ons: 1. Wijkteams 1. Een aantal (3) wijkteams bestaande uit professionals, ongeveer 3 fte per wijkteam, die zichtbaar en herkenbaar in de wijk werken, keukentafelgesprekken voeren, arrangementen afspreken en de afspraken monitoren. Idealiter betekent dit dat alle intakes voor allerhande ondersteuningsvragen maar op 1 plek plaatsvinden, namelijk aan de ‘keukentafel’ thuis. Deze wijkteams komen in de plaats van de steunpunten vrijwilligerswerk en mantelzorg, de ouderadviseur, professionele inzet vluchtelingenwerk, intakes voor Wmo, re-integratie en inkomensondersteuning, spreekuren van Maatschappelijk werk en Algemene Hulpdienst. Kosten 9 fte’s: 9 x €75 x 1300 productieve uren = € 877.000. Een beperking van de huisvestingslasten is hierdoor realiseerbaar. Dit kan meegenomen worden in de vastgoeddiscussie. 2. Collectieve voorzieningen Het organiseren van collectieve voorzieningen ter vermindering van het beroep op individuele voorzieningen. Deze collectieve voorzieningen kunnen grotendeels door vrijwilligers worden georganiseerd. Gebruikers betalen een gepaste financiële bijdrage. Collectieve voorzieningen zijn bv. tuin- en klussendienst, boodschappendienst, scootmobielpoule, was- en strijkservice, servicebus, vervoerservice, buurt- en dorpshuizen, dagbestedingprojecten, 27
bezoekgroepen, informatiepunten, formulierenbrigade, ondersteuning bij de administratie, buurtbox, maatjesprojecten, maatschappelijk werk etc. Ook samenlevingsopbouw valt onder de collectieve voorzieningen. Organisaties als Stichting Ouderenvervoer Haren, ouderenbonden, Humanitas, Zonnebloem, Vertier, Buurtbox, kerken etc. kunnen hier, eventueel, met een kleine financiële ondersteuning of een beperkte ondersteuning van welzijn- en zorgaanbieders een belangrijke rol spelen. Geschatte kosten per jaar: € 150.000 tot € 200.000. Deze collectieve voorzieningen kunnen georganiseerd worden vanuit buurt- en dorpshuizen, ontmoetingsruimten in zorginstellingen, kerken etc. 3. Individuele voorzieningen Het gaat hier om individuele vervoersvoorzieningen, woningaanpassingen, inkomensondersteuning, gespecialiseerde voorzieningen met als doel participatie mogelijk te maken. Deze voorzieningen moeten zo lokaal en integraal mogelijk worden aangeboden aan diegenen die geen alternatieven kunnen organiseren binnen hun eigen sociaal netwerk. Naar schatting gaat het om ca 1%, 1800 van onze inwoners die een beroep (gaan) doen op Wmo inclusief nieuwe taken, de gedecentraliseerde Jeugdzorg en/of de participatiewet. Hoeveel middelen hiervoor noodzakelijk zijn is nu nog niet in te schatten omdat de omvang van de nieuwe doelgroepen niet bekend is. We willen werken met een minimum bureaucratie en investeren daarom vooral in de toegang (wijkteams) en minder in de controle achteraf. Het totaal aantal fte. van Torion, NoorderMaat, Wmo en Wiz bedraagt circa 13. Deze 13 fte zetten we in voor ontwikkeling en uitvoering van de taken wijkteam, collectieve en individuele voorzieningen conform de principes van de kanteling en welzijn nieuwe stijl. 4. Wat doen we niet meer In principe geen preventieve activiteiten. Geen doelgroepgerichte ondersteuning (geen steunpunt mantelzorg, vrijwilligers, ouderenadvies, vluchtelingen). Geen activiteiten/ ontmoeting (huttenbouwdorp, jonge ouders, ouderensozen, cursussen, uitjes voor ouderen, evenementen, clubs etc). Hoewel we al deze zaken heel belangrijk vinden zijn we gedwongen door de financiele situatie van de gemeente om deze keuzes te maken. Conclusies Vanaf 2015 komt gefaseerd circa 16 miljoen euro aan nieuwe taken en bevoegdheden op de gemeente af, taken die nu door het rijk worden uitgevoegd voor circa 32 miljoen. Dit moeten we kunnen opvangen. Wij willen bij voorkeur in 2013 en 2014 geen verdere bezuinigingen op het Wmo- en lokaal gezondheidsbeleid doorvoeren. Deze komende 2 jaar zijn nodig voor het transformatieproces. Dit betekent dat professionals in 2013 en 2014 ingezet worden voor het afbouwen van huidige taken en voorzieningen, nieuwe taken en voorzieningen gaan ontwikkelen en zich nieuwe kennis en vaardigheden eigen maken. Daarnaast hebben zij mede een taak in het creëren van draagvlak onder inwoners, vrijwilligers en medewerkers van zorginstellingen. Door nu niet verder te bezuinigen gaan wij ervan uit dat wij de nieuwe taken voor een groeiende doelgroep binnen de uitkering in het gemeentefonds kunnen realiseren. Een uitkering waarop het rijk al voor de decentralisaties flinke kortingen zal doorvoeren. Wij zijn tevreden als onze inwoners de mogelijkheid hebben om te participeren in onze samenleving en gezond ouder kunnen worden binnen de hiervoor beschikbare budgetten.
28
Bijlage 1 Thema’s en beleidsvoornemens Wmo beleidsplan ‘Thuis in Haren, goed voor elkaar! De
thema’s: De gezonde leefstijl Omgangsvormen Iedereen telt mee Verantwoordelijkheid en betrokkenheid De publieke ruimte
De 1. 2. 3. 4. 5.
beleidsvoornemens: De bevolkingsopbouw in elke buurt en in elk dorp moet gevarieerd zijn. De inrichting van de publieke ruimte moet het ontmoeten faciliteren. Het verminderen van het gevoel van verkeersonveiligheid. Behoud van het huidige voorzieningenniveau in de dorpen. Mobiliseren van welzijnsdiensten en het verbeteren/realiseren van Openbaar Vervoer in de dorpen 6. Bevorderen van een gezonde leefstijl 7. Het bieden van informatie, advies&ondersteuning bij de opvoeding en een sluitende aanpak voor vroegtijdige schoolverlaters. 8. Activiteiten voor 12-16 jarigen 9. De burger actief, volledig, duidelijk en tijdig informeren (dmv. een gemeentebreed 4 jarig programma). 10. Behoud van de steunpunten voor mantelzorgers en vrijwilligersorganisaties 11. Het aantal vrijwilligers moet minimaal gelijk blijven 12. Eind 2012 heeft 60% van de jongeren van 18 jaar die in Haren woont één maatschappelijke stage gelopen 13. Openbare gebouwen moeten voldoen aan de eisen voor toegankelijkheid voor mensen met een functiebeperking. 14. De samenwerking en afstemming in de keten WWZ verbeteren en het ‘kastje naar de muur’ gevoel bij burgers verminderen 15. Iedere burger is gekend in minimaal één sociaal of zorgnetwerk 16. Het bevorderen van ontmoeting en leren van en over elkaar. 17. Gelijke behandeling van burgers door publieke en private organisaties. 18. Lokale, laagdrempelige toegang realiseren tot de centrale voorzieningen. 19. Meer woningen bouwen in het segment: verzorgd en beschermd wonen 20. Periodiek overleg starten tussen gemeente en aanbieders van wonen en/of zorg.
29
Bijlage 2 Benchmark Torion 2011 Interne organisatie
Torion
Gemiddelde vergelijkbare groep
Landelijk gemiddelde
Totaal werkzaam personeel (in fte.)
10,9 ofte
23 ofte
71 ofte
Organisatie Grootte
Klein
Zeer klein: 0% Klein: Zeer klein: 59% Klein: 19% 100% Middel groot: 0% Middel groot: 13% Groot: 10% Groot: 0%
Percentage Peuterspeelzaalwerk (PSZ)
0%
6%
8%
Percentage Welzijn Ouderen (WO)
70 %
19 %
7%
Percentage Lokaal Welzijnswerk (LW) en Sociaal Cultureel Werk (SCW)
22 %
45 %
10 %
Percentage Kinderopvang (KO)
0%
3%
6%
Percentage Maatschappelijke Dienstverlening (MD)
7%
20 %
14 %
Percentage Maatschappelijke opvang (MO)
0%
0%
4%
Percentage Overige activiteiten
1%
6%
7%
Totaal
100 %
100 %
100 %
% Overhead personeel
24,8 %
25 %
20 %
Percentage ziekteverzuim van personeel in loondienst
5.2 %
5,9 %
5,4 %
% vrijwilligers
2.000,0 %
1.043,5 %
640,8 %
Financieel
Torion
Gemiddelde vergelijkbare groep
Landelijk gemiddelde
% gefactureerde omzet tov. totale bedrijfsopbrengst
5,9 %
18 %
28 %
% overheidssubsidie tov totale bedrijfsopbrengst
93,8 %
79 %
67 %
% overige opbrengsten tov totale bedrijfsop- 0,2 % brengst
3%
5%
% personeelskosten tov totale bedrijfskosten 75,0 %
67 %
69 %
% huisvestingskosten tov totale bedrijfskosten
11 %
12 %
% activiteitenkosten tov totale bedrijfskosten 12,1 %
13 %
11 %
Organisatiekosten
140.586 Euro
651.880 Euro
6,0 %
63.650 Euro
30
Bijlage 3 Overzicht wettelijke t aken g eme en t e T bv . W mo/L GB b e le id so ntw ikke ling 201 3 – 201 6 O nde rstaan de is ee n ov erz ich t va n de w e tte l ijk e taken en maa tsch app elijke o pgav es en o pdr ach te n v o or g emee n ten z oa ls d ie in de d iv e r s e w et t e n en r ege lg evi ng en b eno em d s ta an . T en a anz ien v an he t W m o /L GB be le id i s ee n aa nta l z ak en w e t t el i jk ge r e ge ld . Vo or e en a an ta l a nde re zake n wor den g een har de we ttelijke e ise n ges te ld . D aar is ve el bele idsr uimte e n wor d t ee n na drukke lijk ber oep ged aan op de maa tsch app elijke ver an tw o ord el i jk he id v an g em ee n ten . M e t an der e w o ord en : e r ho e ft w ei n ig , e r mag v ee l en he t is aa n de ra ad o m d aa r k euz es in te mak en. Cultuur De N ede rlan dse r ege lg eving o p h e t terr ein va n cu ltuu r v ind t haa r b asis in artike l 22 lid 3 va n de Gron dwe t: ‘Z ij ( de ov erhe id ) sc he p t vo orwa arden v oor maatsch app elijke en cu ltur el e on t pl oo i ing en v oo r v r i je t i jdsb es ted in g .’ H ier w or d t e en a and ach ts geb ie d f or mu le er t, zo nde r da ar bij co ncre te nor men en gesp ecifice erd e do ele ind en te s te l len . D e b epa ling b ehe ls t e en opd r ac h t a an d e r ijk s ov er h ei d o m z ic h act i e f b ez i g te hou den m e t de c u ltu r ele o n tp loo iin g van de b urg er , maa r ge e ft het r ijk na geno eg d e vr ije han d o m te v oldoe n a an d e op dr ach t va n dit ar tike l. Vo orwa arden sc hep pen imp lic eert e en s timuler end e ro l, e erd er da n e en r ol w aa rb ij de ove rhe id de uitvoe ring ze lf ter ha nd nee mt. Dez e voo rwa ard ensch epp end e ro l, e n de inh oud elijke b eleidsvr ijh eid d ie d aa rme e ge pa ard gaa t, k o m t ter ug i n d e m eest e r eg el gevi ng op h e t t er r e in v a n c u l tu ur . H ie r w or d en w e in ig c oncr ete o pdrac h ten gegev en o m aa n ver plichting en te vo ld oen . U i tzo nde ringen z i jn o nder meer de Mo nu men tenwe t ( i nste lling mo nume n tenc ommissie) e n de Me diawe t ( mb t. zor gp l ich t loka le omr oep ) , d e Arch ie fwe t ( arch iefvo orz ien ing ) en biblioth eekwez en . Gemee nt e n z i jn v er a n tw oo r de li jk v oor he t u i tvo er e nd w e r k v an d e fy s i eke b ib l io th eek. D i t l aa ts te is vas tg eleg d in he t Bib lio the ekch ar ter 2010 – 20 12 . Er is ee n nieuw e Biblio theekw e t in v o orb er e id in g . D e ge mee nt e on tva ng t i n d e a lgem en e u i tker in g v an het g eme en t ef o nds e en b edr ag v o or h e t ge hee l v a n he t s oc iaa l-c ul t ure le w er k , w a ar to e he t b ib l io th eekw ez en , maa r b ijv oorb ee ld o ok d orps hu izen en h e t we lz ijnswerk b eho ren . De v erd elin g van de g elden beho or t t o t de g eme en te l ijk e v e r an tw oord el i jk he i d e n be le ids v r i jhe id . Sport Er is ge en we ttelijke p l ich t vo or h e t op ric h te n , in s tand hou den en v erh uren va n spo rtacc o mm oda t ies ; w el z ien ge mee n te n d i t ove r h e t a lge me en a ls e en ma ats c ha ppe l ijk e v e r a n twoo rde lijk he id . Het Ne der la nds e spo r tbes tel, me t h aar v eren ig in gss truc tu ur , is h ier vo lled ig op ing er ich t en hierva n afh anke l ijk . De eis en d ie s por tbond en s te l len a an d e acc om moda t ies en r ic h t l ij nen v oo r ma a tv oer in g v an s po r tv e lde n s t a an c e n tr aa l b i j he t a anb ie de n va n spo r tacco mmoda ties . Da arna as t is he t o nde rwijs p re fer en t ge bru iker , die o ok b ijz ond ere eis en a an h e t geb r u ik s t e l t. D i t is ni e t v as t ge leg d i n d e w e t m aar gem ee n te li jk e be le ids v r i j he id . Inburgering D e ge mee nt e is v er p lich t een an ti - d is c r im ina t ie be le id u i t te w er k e n . D aa r toe on tva ng t d e g emeen te p er inwo ner e en bedra g in he t ge me en te fon ds . Op bas is van de We t Inbur ge r in g is de ge me en te ve rp lic h t om inb urg erings tr a jec te n te orga n ise ren . In ko me ns vo orz ien ing/r e- in teg rat ie /ar be idsma rkt be le id De ge mee nte is ver p lich t om d e re ge ling en me t be trekk ing to t inko me nsvoorz ien in g u i t te 31
vo ere n , zoa ls d e WWB e n de IOAW . Ook de hoo g te va n de uitk er in gen is we ttelijk be p aa ld . O p h e t mo me nt d a t i ema nd v an d e W W B-d oe lgro ep o f N ugg er / Anw ’er e en b er o ep d oe t o p de g em een t e , d an h ee f t di eg ene r ec h t om d oor d e ge me en t e ge ho lpe n te w o r de n b ij de re- inte gra tie . Da arvo or ontva ng t d e ge me en te midd elen ( Pa rtic ip a tiebu dge t) . De g em een t e h ee f t o p het g eb ied v an par t ic ipa ti e e n r e in te gra t ie v r i jh ei d o m z el f be le id t e bepalen. Niet ingezette middelen van het Partic ipatiebu dget (W-deel) moeten w orden ter ug be ta ald . Ook d e ve rstrekk ing v an inkomens ond ers te une nde vo orz ien ing en in h e t k a der v an b i jzon der e b i js tan d ( mi n im abe le id , armoed eb es tr ijding) b eho or t tot d e bas isd ie ns tv er len in g . H i erbi j is e r s pr ak e v an b ele ids v r i jh eid . Wet maatschappelijke ondersteuning De W e t maa tsc hap pe lijk e on derste un ing (Wmo) ke n t ne gen pres ta tiev elden , n amelijk : 1 . He t bevo rde ren v an de s ociale sa me nha ng in e n lee fba arh eid van dor pen , w ijk en e n b uur ten . 2 . O p prev en tie g er ich te o nde rs teu ning v an jeug digen me t pr ob le men me t op groe ie n en va n ou ders me t pr ob lemen me t opv oed en . 3 . H e t geve n v a n i n for ma t ie , adv ies e n c l ië n to nde r s teu ni ng . 4 . H e t ond ers t e une n v an m an te lz or g ers e n v r i jw il l ig er s . 5 . He t bevo rde ren v an de dee ln ame aan he t maa tsc happ elijke ve rke er e n van he t ze lfs tandig fu nc tioneren van mense n m e t e e n b e p e r k in g o f e en chronisch psychisch probleem en van mensen met een psychosoc iaal probleem. 6 . H e t v er lene n v an v oorz ie ni nge n a an mens en me t e en b epe r k i ng o f een c hr on is c h psyc hisc h p rob le em en aan me nse n met een psychos oc iaa l p rob le em te n b eh oeve va n he t beh oud v an hu n ze lfs tand ig func tion ere n o f hu n de elname a an h e t maa tschappelijke v erkeer . 7 . He t biede n va n ma a tsch app elijke o pvan g , wa aro nder vr ouwe nopva ng . 8 . He t bevo rde ren v an op enb are gees telijke gez ond he idszo rg , me t uitzon der in g va n he t b ie den v an psyc hosocia le h ulp b ij ra mpe n . 9 . He t bevo rde ren v an ve rslavingsb eleid . O p dez e ne gen pres ta tiev elden d ie n t de gemee n te b ele id te he bbe n en ie ts te doe n . Ov er de omv an g en kwa lite i t h ie rvan w orde n ech ter ge en n ormen geg even . Z o kan v oo r p res ta tiev eld 3 v oldaan z i jn me t fo ld ers vo or b urg ers ove r de W mo, maar mag er ook in e lk e w i jk ee n z or gl ok e t z i jn . In be id e gev al le n v oe r t de g em een t e d e W mo u it. O p d iv er s e p res ta tiev elde n zijn we l r ich tlijnen ben oe md, so ms do or h e t min is te rie , soms d oor bran ch eor gan isa ties . Twee v oor bee ld en : He t min is ter ie v an VWS h ee ft r ich tlijnen ge fo rmu le erd wa ara an de ma nte lzor gon ders te un ing do or g eme en t en m oe t en v ol doe n . Z o d ie n t er b i jvoo r be el d e en v o r m v an r esp ij tz org te z i jn . De la nde lijke nor m van Mov is ie vo or Maa tsch app elijk Werk is 1 fte op 6 .000 inwo n er s . D i t z i jn echter r ic h tl i jne n o f pr es ta t ie a fs pr ak e n , ge en w e t t el i jk e b ep al in ge n. Ho ewe l he t we ttelijk minimu m dus z eer min i maa l ka n z ijn , is de ke erz ijde da arva n da t b urg ers bezwa ar ku nne n aa n teken en o f naar d e rec h ter ku nn en ga an o m individue le v o orz ien ing en ( pr es ta t iev el d 6) a f t e dw inge n . Te n a anz ie n v an d e u i tvoe r in g v an he t co mp ensa tie beg ins e l (g emeen te moe t k i jken hoe de be perk in g va n ee n cliën t he t b es te g ec o mpe ns e erd k an w o r de n) ga at d e ge me en t e u i t v an a lg em ene r e ge ls d ie do or d e Ra ad g e toe ts t k unn en w ord en . Bij he t vers trekk en va n voo rzien in gen (waa ron der verv o ers v o orz i en in ge n) is er ge meen t el i jk e b ele ids v r i jh eid om d e h oo g te v a n ee n e ige n b ij d rag e te be pa len . D i t is ee n on de rde el da t in h e t n ieuwe reg eerakko ord ondew erp v an b ezu in ig ing en is . O nd erw i j s e n je ug d 32
E r b es taa t n ie t één ( pa r ap lu) w e t d ie de w e t te l ijk e tak en v an g eme en te n op h e t ge bi ed v a n on derw ijs en jeug d de f in ie er t . Er is eer der s p r ak e v an e en r e eks v an tak en d ie v e r s p l in te r d z ij n n eer ge leg d i n w e t ten ( b ijv . W et o p de J eug dzor g , W et P ub l iek e G ez on dh eidszor g , WMO , We t o p he t Pr ima ir On derw ijs , W e t op he t Vo or tg eze t O nde rwijs , We t Par tic ipa tie bud ge t, We t Ond erw ijsach ters tan den be le id, L eer plich twe t, W e t Re giona le M e ld- e n C o örd in a ti e fu nc ti e VSV, W e t On twi k k e li ng d oo r Kw al i te i t e n E duc a tie , e tc .) en o p dez e wette n ge ën te co nven an te n , re ge lgev ing en ( dece n tra lisa tie )u i tker inge n , vaak g epa ard gaa nd me t pres ta tiea fspr aken . U i t he t gehe el v an b ove nge noe md e we t- en r ege lg eving v alt een ve rzameling v an a l d an n ie t exp lic ie t ge for mu le er d e w e t te l ijk e tak en t e des t i lle r en , w aarv o or g emee n ten ook r i jks financ ie ring o n tvan gen . De ge mee nte moe t op g ron d da arva n zor gen vo or : O nde r w i js hu is v es t in g ( ac c om mo da t ie be le id) . L eer plich tha ndh aving , vo orko men v an vo or tijdig scho olu itva l en to eleiding va n voo rtijdig schoo lve rla ters n aar he t on derw i js . Het v oorschoolse deel van VVE. S c h ak e lkl as s e n v oo r le er li nge n m e t ee n taa lac h ters t an d . Je ugd gezon dhe idsz org . He t in ric h te n van een CJG en voe ren v an re gie op de h ele jeug dke ten F orme le volwasse nene duca tie (W EB) . Wettelijke tak en Hu isves tingsv oorz ie ning en o penb aar ond erw ijs Hu isves tingsv oorz ie ning en b i jzon der ond erw ijs L eer ling enve rvoer L eer plich twe t Vo orscho olse educ a tie ( VVE) N ie t- w e t te li jk e tak e n S c h oo lbe ge le id in g O nde rwijsach ters ta nde nbe le id Alge men e o nde rwijsaa nge le ge nh ede n O p gro nd v a n d i t w e t te l ijk k ade r z ij n er k euzes t en a anz ie n v an : He t w aar mo ge lijk ve rso ber en van taken op h e t ge bied va n on derw ijs hu isves ting , lee rp lic h t en le er lingenv ervo er He t beë in dige n van alle a nde re tak en J eu gd Wettelijke kaders We t pub lieke gezo ndh eid (Wp g) – je ugd gezo ndh eidszo rg 0- 19 jaa r. D e g eme en te moe t o p gro nd va n deze w e t zorg en vo or ee n go ed func tio ner end e op enb are gezo ndh eidszor g o m zo p roble men me t d e gez ondh eid on der k ind ere n en jo nge ren va n 0 to t e n met 19 ja ar te vo orko me n . We t op d e Je ugdz org . De w e t bep aa lt da t de ge mee n te de r eg ie (v eran tw oor de lijkh eid) h ee ft o p he t gebied v an o pg roe i- e n opv oed ond ers te un in g en v erp lich t g emeent e n to t h e t i nr ic h t en v a n ee n fy s iek C en tr um v oor J eug d en Gez in . We t maa tsch app elijke o nde rs teun in g (Wmo) . D e w e t ge e f t de gem ee n te b inn en h e t g eb ied v an o pgr oe i- en opvo edon ders teun in g de taak e en a anb od te rea l iser en o p de fu nc ties : Infor ma tie & Adv ies , Sign alere n van pro blemen , Lic h t ped ago gisc he h ulp , T oe gan g tot h e t lokaa l h ulpaa nbod en Co ördina tie v an zo rg . 33
We t on tw ikke lingsk anse n do or Kwa lite i t en Ed uca tie (Ok E) . Met deze wet heeft de g emeen te d e taak om d e kwa liteit van peu te rspe elz ale n en k in de rda gverb l ijven te c o n tr o ler en e n i nd ien n od ig ta al on tw ik k e l ingsp r ogr am ma ’s b in nen d e v oo r s c ho ols e v o orz ien ing en mog el ij k te m ak en . W e t op h e t pr i ma ir o nd er w ijs ( W p o) e n W e t o p he t v oor tg eze t o nde r w i js ( W v o ) . D e b elang rijkste taak o p h e t ge bied va n on derw ijs v oor ee n ge me ente is h uis v es t in g v an d e scho le n e n leer linge nverv oer . G emeen ten h ebb en g ee n zeg gensch ap ov er d e inh oud v an on derw i js , da t is e en ve ran tw oorde lijk he id va n de sc hoo lb es tur en . L eer plich t we t. Vo lgens de L eerp l ich twe t is h e t de taak va n de ge me en te ee n re gis tr a t i e b ij te hou den v a n a ll e l eerp l ich t ige n b in nen de g em een t e . De be lan grijks te werkza amhed en h ie rb ij z i jn: Ha ndh aven va n de Lee rp lic h twe t o p he t gebied v an a bso lu u t verzu i m; Ha ndh aven va n de Lee rp lic h twe t o p he t gebied v an r ela tie f v erzu im. De ge mee nte moe t er o ok voo r zo rge n da t sch oo lver la te rs v an 18 jaa r en oude r z ond er s tar tkwa lific a tie wo rde n ger eg is tr eerd in he t ka der va n de R MC-w e tgev ing ( Reg io na le Me lde n C oö r d ina t ie f unc t ie). D e ui tv oer in g v an deze t aak b er us t gro te nde els bi j h e t R MC . Onderwijs De ge mee nte hee ft op h e t terr ein va n on derw ijs een we ttelijke taak en ve ran tw oor de lijkh ei d v oo r : O nde rwijshu isves tin g , wa aro nder n ie uwbo uw , verv an ging , ren ovatie e n gr oot o nde rh oud . L eer plich t ( Leer plich twe t 19 6 9 /kwa lific a tieplic h t 20 07) . Re giona le Me ld- e n Co örd in a tie fu nc tie (RMC) v oorkoming vo or tijd ig sch oo lve rla ten ( gemeen telijk e re gis tra tie plich t va n voo r tijd ig sc hoo lver la ters to t 2 3 jaar) . L eer ling enve rvoer . Vo or- e n vro egsch oo lse educ a tie (We t On tw ikke lingsk ans en d oor Kwa lite i t en Educatie (We t OKE) pe r 1 a ugus tus 20 10) . D e s c hoo lbes t ur e n z i jn v er a n tw oo r de l ijk v oo r : De kw alite it va n on derw ijs . He t ond erho ud va n de sch oo lge bo uwen (de ma ter ië le ins tand houd in g /b inn enk an t e n d ee ls bu itenk an t sch oo lg ebo uwen ). De financ iën. U i t he t bove ns taa nde b l ijk t da t de ge mee n te gee n ro l e n ge en d irec te invloed hee ft op d e kwa lite i t van he t o nderw i js , d i t is e en b evoeg dhe id v an h e t scho olb es tuu r . K in de ro pva ng O p gro nd v a n de W e t K i nd eropv an g is de g em ee n te v er a n tw oo r de li jk v oor he t u i tvo er e n va n toez ich t en h e t ha ndh aven va n de kw aliteit v an de Kin dero pva ng . Er is g een w e tte l ijke taak o m p eu te rspee lza alw erk in s ta nd te h oud en . Als er pe utersp ee lza le n z ijn , is de g em een t e v e r an tw oord el i jk v oo r t o e ts i ng e n h and hav ing v an d e k w a l i te i t . L ok aa l G ez o nd he i dsb e le i d De ge mee nte lijk e taken op h e t terr ein van de ope nba re g ezon dhe idsz org z i jn vas tge legd in d e We t p ub lieke gez ond he id (Wp g) . He t g aa t h ie rbij om tak en in d e op enb are , ofwe l co llec tieve g ezon dhe idsz org , c ollec tieve prev en tie vo lksg ezon dhe id , in fec tiez iek tebe s tr i jd ing en Je ugd gezo ndh eidszor g (0- 19 jaa r) . Da t z ijn taken die g er ich t z ijn op d e bevo rder in g va n gez ondh eid b ij de b evo lking in he t a lg emee n . Deze w e tte lijke taken w ord en u i tg evo erd door d e GGD . Ge me en te n z ijn ver plich t om e ens p er 4 ja ar e en n o ta lok a al gezo nd he idsb e lei d e n ee n ui tvoe ringsplan v as t te s te l le n w aar in tenminste aan dacht b es tee d wor dt aa n de d oor he t r ijk vas tges te ld e spe erp un te n . Dit is verg e lijkb aar me t h e t 4 -j aar li jks vas t te s te ll en W mo- be le id . 34
R e g ie ro l E r is dus ee n v ee lh eid aan t ak en w aar in w e gee n w e tte l ijk e v er an tw oor de li jkh ei d he bbe n maar als sa me nwerk in gspa r tner in a fs temming e n samenw erking me t a nd er en pr obe re n in te rven ties in te z e tte n . Da t kun nen w e ech ter n ie t allee n . We he bbe n in ve el geva l len , g een har de midde le n o m te s tu ren , he t is de ku ns t van h e t ‘v er le ide n van he t ve ld ’ o m mee te do en en te blijve n do en . De k rach t h ie rb ij z i t in een goe de s amenwerk in g en a fs te mmin g me t pa r tners . Va nu it h e t a lge men e be la ng n ee m t de ge me en te hie rin soms h aar r ol, bijvoo rbe eld a ls r eg isseu r om par tn ers sa men te bre nge n . Sa me nv atte nd V i a lan de li jk e w e tgev in g he e f t de g em een t e d e v o lge nde r o ll en : Prev en tieve en s ign ale ren de ro l ( he t or gan ise ren v an a lg emene vo orz ien ing en wa armee , d oor tijd ige s ign aler ing , ( erns tige ) opv oed- e n op gro eip rob le men zov ee l m og el i jk v oo r k om en k u nne n w or d en) . U i tvoe ren de , han dhave nde ro l ( to ezic h t op d e kwa liteit va n de v oo rscho ols e vo orz ien in gen en n aleving va n de le erplic h twe t) . R e gi ero l ( bi nn en h e t pr even t iev e j eu gdb e le id hee f t de g em een t e d e e indv era n tw oo r d elijkhe i d e n da armee de ta ak om de sa menw erk ing en a fs temmin g tusse n d e versch illend e p ar tijen e n loka le v oorz ie ninge n te bevo rder en) . Wettelijke tak en Gy mloka len ( on derw ijsh uisv es ting ) Stre ekarc hie f M on ume n te nz or g ( m .u .v . gem een t el i jk e mon um en te n) Na tuur terre in en (r elatie me t ve iligh eid , aa nsp rake l ijk he id ) Bos terre ine n (re la tie me t ve ilighe id , aans prak elijkhe i d) B o men ( i nsp ec ti e) Ins ec ten - en z iek tenbes tr ijd in g (r ela tie me t vo lksg ezon dhe id ) Zw er fvu il (r ela tie me t vo lksg ezon dhe id ) WW B Inkomens dee l WW B b ijz on der e b ijs ta nd W W B : Bes lu i t z e l fs ta nd ig en W IJ S oc ia le w er k v oorz ien in g We t educ a tie e n be roeps ond erw ijs WW B Werkdeel I O AW IOAZ B i jz ond ere b i js tan d Kw ijtsc he lding Be le id v oor 9 pres ta tiev elden Wmo Ter compensatie van de beperkingen in zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie treft het college van burgemeester en wethouders voorzieningen op het gebied van maatschappelijke ondersteuning: a. Een huishouden te voeren. b. Zich te verplaatsen in en om de woning. c. Zich lokaal te verplaatsen per vervoermiddel. d. Medemensen te ontmoeten en op basis daarvan sociale verbanden aan te gaan. We t c ollec tieve prev en tie gezo nd he idszo rg: b asis taken GGD Je ugd gezon dhe idsz org un ifor m de el C e n tr u m v o or J e ugd e n Gez in W e t An t id is c r im in a ti e Onderwijshuisves ting 35
VVE
N ie t- w e t te li jk e tak e n O pen baa r b ib l io th eekwe rk Muz iekschool Su bsidie vo rmings - en on tw ikke lingsw erk S p or tvoo r z i en in ge n Sp or ts ti mu le ri ng Gr asve ld en Ku ns tgrasve ld en Po diumku ns t Be elden de ku ns t K u ns t en C u l tu ur c e n tr u m Su bsidies muse a en cu ltu ur- e n o udh eidkun de L andsc happ elijke b eplan tin g Gr oe non der hou d O nk r u id best r i jd ing Rec reatie T oer is me Eve nemen te n Ker m issen Sp ee lloca ties L ok a le o mr o ep ( w el v w b . bekos t ig in g i nd ie n e en lok a le o mr o ep a anw ezi g is ) Minimab eleid ( in aanvu l ling o p b ijzon der e b ijs tan d) Kw ijtsc he lding Subsidies welz ijnswerk , opbouwwerk Su bsidies o ude renz org Je ugd gezon dhe idsz org ma atwerkd ee l Alge mee n maa tsc happ elijk werk Su bsidies g eha nd icap tenzo rg C lub - en bu ur th uisw erk S oc ia al-c ultur e le acc om mo da t ies V r ijw i ll i g e r s w e r k Je ugd - en jo nge renw erk Jeugdaccommodaties P e u ters p eel z a len ( me t u i tzo nde r in g v an V VE ) F ina nc ië n Vo or he t ove rgro te de el w ord en d e kad ers va n de fin anc ië n be paa ld doo r de e ig en g emee n teb egr oting e n de bijd rag en in h e t ge me en te fonds. Re- i ntegra tie is g ro te nde els een d oe lu i tker in g . W mo , w e lz ij n , c u ltu ur , en WW B-u i tker in gen z i jn op gen omen in d e a lgemen e u i tker ing in he t g em ee n te fo nds . D i t b e tek en t d a t de r aa d k an b es l ui t en ho evee l g eld a an we lke ta ak wor d t u i tg egev en. De vr aa g h oeve el geld e r is , is n ie t z o re leva n t, ma ar we l d e vraa g ho evee l g eld de raa d voo r een bep aa lde ta ak besch ikb aar w i l s te l len . Vo or de bud ge tte n verw ijz en w ij n aar de g emee n teb egr oting .
36
Bijlage 4 Advies Adviesraad Wmo
Da tum: 2 4 maar t 201 3 O nde rwerp: g evra agd a dvies Be le ids plan WM O en Loka algezo ndh eidsbe leid 201 3 – 20 16 e n b ij beh ore nd E f fec te n en R es ul t a te nbo ek S u bsi di es W e lz ij n , Z or g & Pa r tic ip a ti e .
G each te he er va n Kouw enh oven, Aa nga and e b oven geno emd gevra agd adv ies is in he t b i la te raa l ove rleg me t U a fgesp rok e n da t he t a dv i es tra jec t v an d e W M O Adv ies r aa d para l le l z a l l op en me t d e b eha nde l in g v a n he t be le ids pl an do or d e Gem ee n tera ad . Ee n e n a nde r he e ft t o t gevo lg d a t d i t advi es n og n ie t bes c h ikb aar w as t i jde ns d e c om m is s iev e r ga der in g , ma ar w e l t ij di g ge noe g is u i tg ebr ach t o m m ee te k u nne n me t de s tuk k e n v oo r de p le na ir e v er gad eri ng v a n de Gem ee n tera ad beg in mei . I n de v er gad er ing v an d e W MO Adv ies r aa d d d . 13 - 03-1 3 he bbe n m w . M . IJ lst e n mw . H . d e Boer nad ere toe lich tin g ge geve n en een a an ta l vr ag en va n onze k an t b ea n twoo rd . He t v oor ligg end e be leidsp la n is d e opv olger va n d e Ka der no ta WMO 20 12 – 201 5 en b ord uur t da ar o p ee n a an ta l p unte n op v oort. De be le idsv oor neme ns zijn duide lijk v erwo ord en he t Effec ten e n Resu lta tenb oek ge e ft he ld erh eid ho e ee n en and er in c oncreto g aa t w o r den ger ea lis ee r d e n w i e d aar bi j w a t g aa t d oen . N ie t te m in h ee f t d e adv ies r aad e en a an ta l p un te n w aa r op hi eron der nad er w o r d t i ng eg aan . 1 . A lg eme ne op mer k ing en D e on tw ik k e l ing en w aa r b ij de g em ee n ten w o r de n be las t m e t ee n t o ene me nd a an ta l tak e n o p he t geb ie d v an de W M O v r a ge n o m he lde r e k e uzes w a arm ee d ui de li jk w o r d t g ema ak t h oe d e be le ids r u im te w o r d t ing ev u ld . D e adv ies r aa d s ta a t pos i t ie f t ege nove r he t v o orn em en om d e k a n te li ng in de k o men de b el ei ds p er iod e do or te v o ere n . H e t v oo r l ig gen de b eleidsp lan is n ie t alle en r ich ting geve nd vo or d e ge me en te z elf, maar hee ft tev ens ing rijp end e co nseq uen ties v oor de p ositie v an for me le en in fo rme le h ulpver le ne rs en natu ur lijk vo or b urg ers die o p en ig momen t o nd ers te un ing v anu it d e WMO no dig heb ben . Met name voor deze burgers , die nu nog ve rtrouw d zijn met een andere systematiek van WMO-vers tr ekkinge n , is van be lan g da t z ij zich ku nne n vo ege n in d e be oog de c ultuur oms lag en d e co nseq uenties ke nnen . De W MO Adv ies raa d h ee ft in z ijn adv ies b ij de Kadern o ta 2 012 – 201 5 aa ng egev en da t e en cu ltu uro ms lag niet va nze l f ko mt en da t h ie rin ge ïnves teer d mo e t wor den. O nze o pm er k ing gel d t n og s tee ds . Adv ies : D e a dviesra ad doe t de aa nbev eling o m he t v oo rge nomen b eleid br ee d u i t te dra g en d .m.v . o pen v oor lich tin gsb ijee nko ms ten, h e t in formere n van b elang en gro epe n , he t u i tg even va n br ochures en o pene n van een we bpa gina e nz . waa rb ij vee l a an dach t w ord t b es tee d aan de to egank elijkhe i d e n leesb aa rhe id v an d e ge bru ik te teks ten . U i ter aard d ie nen burg ers d ie z ich v ana f nu me ld en me t he t een v erzo ek o m WMO-on ders teun in g u i tvo er ig te w o r de n v oo r ge l ic h t ove r w a t h un t e w ac h te n s taa t en v o ora l o ok ov er h et acc en t o p d e z gn . ei ge n v er an tw o ord el i jk hei d e n z e l fr edz aa mhe id.
37
2 . D e wi jk te ams E e n be la ngr i jk e n ie uw e on tw ik k e li ng is d e i nt r o duc t ie v a n de z gn . w ijk t ea ms d ie de to ega ngspo or t g aan vo rme n voo r a l le vr agen om W MO- ond ers teun in g en hu lp . D e WMO Adv iesr aad ac h t d i t een ju is te k euz e . Voor d e bu rger ko mt er per w i jk ee n h erke nbar e e n in d e wijk g e ïn te gre er de to ega ngs poo r t naa r W MO- ond ers te un ing en h ulp . De adv iesra ad v ind t da t he t vo orligge nd e be le ids plan s lech ts mar ginaa l a ang ee ft h oe de w ijk tea ms to t on tw ikkeling g ebr ach t gaa n wor den , w a t hu n take n en r o llen zu llen z i jn e n h oe d e teams s tapsg ew ijs in de ko me nde bele idsp er iode w ord en op geb ouw d. O ok de s a me nwerk i ng me t de f or me le hu lpv er len in g , d e z gn . bac k o f f ic e , ( w ie d oe t w a t) b li j f t o nde rbe l ich t. Be gre pe n is da t he t be le idsplan uitgaa t va n ee n ¨or gan isch e¨ o n twikk eling c q . gro ei na ar e en u i tg ekr is ta ll is e erd t ak enp ak k e t . Een t e s tr ak k e pro jec t bes c h r i jv ing e n r eg lemen ter in g zou den de o rga nisch e on tw ikke ling k unn en b elemmere n o f do od make n. D e W MO Adv ies r aa d v o lg t he t be le ids v oorn em en o p d i t p un t n iet . N a t uur l ijk m oe t b i j d e o pbo uw van de w ijk tea ms ru imte wo rde n geg even v oor a d-h oc- op loss in ge n, maar da t v e r dr a ag t z i c h z e er w e l me t e en s ta t e-o f f- t he - ar t pr o jec tp la n . D aa r k om t bi j d a t de w i jze wa aro p de w ijk tea ms u i te in de lijk fu nc tione re n be pa lend is vo or de v erh oud in g to t d e ke tenp ar tne rs. D eze ve rho ud ing d ie n t on derw erp va n b eleidske uzes te zijn . Ee n v oor b ee ld is de we rkwijze te n aa nzien v an h e t cas emana gemen t d emen tie . H e t cas emanag em en t is e en 1 e l i jns v o orz ien in g . Ga an de w i jk tea ms d ez e ta ak s tr ak s ui tvo er e n o f wo rd t d i t aa n an der en ov erg ela ten ? Alle en al aa n d i t ond erwer p klev en ve le vr age n d ie b e ter v an tev or e n do or dach t k unn en w o r den . Ook d e p os i t ie v an d e w i jk v e r p le egku nd ig e i s no g n ie t d ui de li jk , he b j e te m ak e n m et d iv e r s e w ijk v e r p lee gk und ig en v a n d iv e r s e or ganisaties of één v anuit de gemeen te die een doors luis func tie heeft. De W MO Adv ies raa d h ee ft g elijklu ide nd e k ritiek ge uit o p de pilo t T ea m 52 . Ee n go ed p r o jec tp la n o n tbr eek t o . i . ev ena ls h oe e n w a t er s tr ak s g eëva lu ee r d g aa t w o r de n . On du id el i jk is o f e n ho e de w e r k w i jze n d ie v oorz ie n w or den t e n aa nzi en v an d e w i jk t ea ms , in d e p ilo t wor den in geoe fend . Adv ies : Omsc hr ijf de o n twikk elin g van de w ijk tea ms (tak en , ro llen , w erkw ijze en sa me nwerking ) concr ee t in he t be le ids plan e n br eng da ar in tev ens e en fas ering in de tijd a a n e n b e n o e m d e p u n t e n d i e t.z.t. worden geëvalueerd. 3 . Pr even tie , vr oe gsign aler ing en d oe lgr oepe nbe le id P r ev en t ie e n v r o egs ig na ler in g w o r de n , v oo r z ov er deze ni e t d ir ec t v o or tvl oe ie n u i t w et t elijke opd rach ten , g esch rap t. H et mo tie f is da t de G eme en te de sch aars e mid de len w il r eserve ren vo or ind iv id ue le vo orz ien in ge n. De adv iesra ad ka n deze r ed ener in g vo lge n e n he e ft er b egr ip v oor , maar mee n t da t he t absolute karak ter v an dit beleidsonderdeel nuanc er ing b ehoeft. Voor b epaalde gr oepen is pr even tie bewez en e ffec tie f en ver m ind er t d aar door h e t be roe p o p WMO vo orz ien ing en . T e d enk en va lt bijv oor bee ld a an va lp reve n tie b ij ou der en . O ok d e jong er en z ijn een doe lg roep w aar preve n tie e ffec tieve r z a l z ijn da n a lle en o p de p rob le men ing aan . Vro egs ign aler in g voorko mt n ie t alleen v ee l e l len de voo r de be trokke nen , ma ar sch ep t o ok ee n kans om e rger te v oork omen . D e adv ies raa d vr aag t z ich a f o f b ijv oo rbe eld he t sch rap pen va n hu isb ezo eken aan 75+ o uder en to t h e t b eoo gde ren de men t za l le ide n en mee n t da t h e t a fsch a ffe n van deze en a nder e op bep aa ld e do elgro epe n ge rich te ac tivite ite n a lleen v erd ed igb aar is wan nee r ee n g oed w erke nd s ign ale ring- o f me ld in gsys tee m is op geb ouwd . (z ie h ie rover ook o nze o pmerk in g on der 4 .) Adv ies : N ee m g een inte gra le besliss in g o m p reve n tie en vr oe gsign aler ing a f te sc ha ffen . L aa t d e bes liss in g o f w o r d t g es to p t a fh ange n v an he t b el ang v oor b ep aa lde d oe lgr oep en e n he t nu ttig e ffec t van deze ac tiv i te iten . Ma ak h ier bij g ebr uik v an geg evens d ie besch ikb aar z ijn u i t (wete nscha ppe lijk ) on derzo ek . Ben ad ruk d e wens om me t a nde re p art i j en ( ov er h ei d , z or gk e t en , p a ti ën t enve r en ig in gen ) op d i t p un t n auw s am en te w er k e n .
38
4 . H e t ber eiken v an de me est kwe ts bar en en z org mijde rs He t be le id g aa t u i t van de ve ran two ord elijke b urg er d ie ze lf h ulp vr aag t en da ar to e aa nk lop t bij h et w ijk tea m. Accen t dus o p re actiev e vra agges tuur de on ders teun in g . De adv iesra ad mee n t d a t d i t be leid e en o ngew ens te k ee rzijd e za l h ebb en . De kw e tsba ars te bur gers e n z i j d ie e r t oe ne igen om g ee n h ul p te v r ag en o f di e z e l fs te v er m i jd en , b l ijv e n bu i te n h e t gez ich ts v e ld v an h e t w i jk te am . D e aa nd ach t g aa t n aar de m on di ge b ur ge r d ie w el in s ta a t is om z ic h te mel de n b ij he t w ijk t ea m . Ac tieve ben ade ring va n r isic ogro epe n kan d i t p rob le em w e llich t vo or e en de el ond erva ng en . De adv iesr aad me en t ec h ter d a t ee n beter e e n we llic h t go edko per e op loss ing k an worden gevonden door het opbouwen v an een s ignalerings- of meldingssys te em. Vo orb ee lde n zijn te vinde n in d e jeugd hu lpve rlen i n g en in d e werkw i jze v an O GG Z ne tw erke n . De w i jk teams k un nen e en ce n trale r ol s pe len als on tvan ger v an me ld in ge n d ie over al v a nda an k u nne n k o me n ( for me le en in fo r me le hu lpv e r l en ers , b ur e n , fam i l ie , m ed ew er ke rs v an uitker ings insta n ties , sch uldhu lpver le ners , p olitie enz .) . He t w i jk team k an d aaro p met ad eq ua te ac ties re ag eren. He t ada giu m is da n d a t n ie t a l le en d e bu rg ers ze lf v e r an tw oord el i jk z i jn v o or h un w el z i jn , ma ar d a t w i j o ok v er an tw oor de li jk z ij n v o or e lk a ar. Adv ies : Bouw een meldingssys teem op waar door bur gers die niet in s taat zijn z elf hulp te vr ag en toc h in de aa ndac h t van de w ijk tea ms ko men e n ne em he t omg aa n me t dez e m e ld ing en o p i n de w e r k w i jze en t a akop drach t v an d e w ijk t ea ms . 5 . Ond er s te un ing man t elz or g ers e n v r ijw i ll ig er s Bij he t vo or nemen o m pr eve n tie e n vro egs ig na ler in g af te sc ha ffen w ord en als voo rbe eld g eno emd de s teun punte n ma n te lzo rg e n vrijw illig ers . De adv iesr aa d meen t da t dit gee n p reve n tieac tiviteiten z ijn , maar co llec tieve vo orz ien ing en te r ond ers te un ing v an b epaa ld e g roe pen die v an g roo t b elang z i jn v oor he t we ls lag en va n ee rder g eno emde cu ltu uro ms lag . H e t z i jn d e m an te lz or g ers e n v r i jw il l ig er s d ie nu a l e n s tr ak s in no g be la ngr ij k er ma te de o nde rs teu ning mo e ten b ie den aan bur gers d ie ber oep d oen op d e WMO . In he t b eleids plan wo rd t aan geg eve n da t de we rkzaa mhe den v an dez e s teu npu n ten w ord en o nde r ge br ac h t b ij d e w i jk te ams . Ook w o r d t g ew ez e n op he t fe i t d a t de h ui di ge s te unp un ten ma ar ee n k le in d ee l v a n de man t elz or g ers e n v r ijw i ll ig er s b er e ike n en da t d aar door ee n vra ag teke n kan w or den geze t b ij de e ffectiviteit. D e W MO Adv ies r aa d is h e t ee ns m e t he t la ats te , maa r z ie t n ie t goe d ho e de w ijk t ea ms d e werkz aamhe den v an de s te unp un te n kunn en ov ern emen . Ee n po ging o m dit in te vo er en le id t tot e en vers nipp er ing v an taken v an de w ijk tea ms wa ardo or moge lijk d e ge he le e ffec tiv ite i t va n ha ndelen ond er dr uk k omt te s ta an . We l d enk t d e adv ies raa d d a t de w ijk tea ms e en e ffec tiev e ro l ku nn en sp elen b ij he t orga nis ere n va n de z gn . r esp ijtz org o p c l ië n tn iv e au . Adv ies : D e a dviesra ad pleit ervoo r om als alter na tie f vo or d e werkza amhed en v an d e s te unp un ten te zoek en naa r n ieuwe me thode n zoa ls b ijvoo rbe eld d e Buur tbox . De ervar in g me t de n og mag ere r esu lta ten v an d e Bu ur tb ox verg en ec h ter we l d a t er meer ene rg ie , en d us g el d , i n s tim u ler ing en c oör di na tie va n deze nieuwe mo ge lijkh ede n wor d t ge s tok en . De ICT on tw ikke ling en op dit v lak zu llen naa r ve rwach ting s tormachtig z ijn b inn en d e p lan per io de . In s am enwerk in g me t an der en w il le n w e v a n d ez e o n tw ik k e l ing en g ebr uik make n wan nee r d i t do elma tig e n kos tene ffec tie f is . T o t zove r he t adv ies va n de W MO Adv ies raa d . G aar ne to t n ade re to elich ting bere id , M e t v r ien de l ijk e gr oe t, T .A.M. Lo uwe , v oorz i tter
39