gemeente Eindhoven
Dienst Maatschappelijke en Culturele Zaken Raadsbijlage nummer 220 Inboeknummer 99Voo4y48 Beslisdatum B&W a8 september 1999 Dossiernummer 939.2 ro
Raadsbijlage Voorstel inzake de besteding van de voor Onderwijs in Allochtone Levende Talen (OALT) bestemde middelen vanuit de specifieke uitkering van het ministerie z999-2002 en de vastselling van de subsidieverordening OALT 1 Inleiding Bij Wet van 5 maart 1998 ligt met ingang van 1 augustus 1998 de primaire verantwoordelijkheid voor het OALT bij de gemeente. Op 10 september 1998 heeft u het lokaal plan Naar een gemeentelijk plan voor OALT voor 1998-2002 vastgesteld. Binnen de bepalingen van de Wet OALT en de daarin opgenomen overgangsregeling voor het schooljaar 1998-1999 heeft u ingestemd met het model van de combi-variant voor het OALT (taalondersteuning groepen 1 t/m 4/OALT als cultuureducatie groepen 5 t/m 8, beide binnen de reguliere lestijden). De voor OALT bestemde middelen vanuit de specifieke uitkering zijn in het schooljaar 1998-1999 ingezet volgens de praktijk en het budget schooljaar 19971998 onder het regime van de Wet OALT.
2 Probleem stelling In 1999 dient u een nieuw besluit te nemen over een gewijzigd OALT-plan 19992002 betreffende de besteding van de voor OALT bestemde middelen vanuit de specifieke uitkering van het ministerie, waarbij OALT voor de groepen 5 t/m 8 voor bestaande en nieuwe taalgroepen wettelijk buiten de reguliere lestijden plaats moet vinden. Over het gewenste model waarbinnen dit OALT wordt vormgegeven is na voorlichting naar en behoeftepeiling bij ouders op overeenstemming gericht overleg met de schoolbesturen gevoerd. Voor de subsidie-aanvragen en de daarbij te hanteren criteria door schoolbesturen en de Stichting Eindhovense Chinese School dient een aparte subsidieverordening te worden vastgesteld.
3 Maatschappelijke effecten en het meetpunt voor succes In de Wet OALT zijn geen doelen op het niveau van de leerlingen geformuleerd; de evaluatie blijft beperkt tot de processen. Kernvragen zijn of de OALT-middelen worden omgezet in een aanbod voor OALT
Raadabijlage nummer 220
en of dat aanbod overeenkomt met het door de raad vastgestelde plan. De evaluatie is dus vooral een procesevaluatie, gericht op de kwaliteit van de uitvoering van het gemeentelijk plan, en op eventuele knelpunten die worden ervaren door ouders of leerkrachten. Voorzover OALT-middelen worden ingezet voor taalondersteuning in de eerste vier groepen van de basisschool, wordt de evaluatie meegenomen in de evaluatie van het lokaal onderwijsvoorrangsbeleid, specifiek met betrekking tot het speerpunt taalbeleid.
De ontwikkeling van de taalvaardigheid van de leerlingen en de bijdrage die de taalondersteuning daaraan levert, worden via de schoolspecifieke projectplannen onderwijsvoorrang geevalueerd. Voor wat betreft de inhoud van OALT, zowel voor taalondersteuning (groepen 1 t/m 4) als voor cultuureducatie (groepen 5 t/m 8), wordt vereist dat de OALTleraren onder verantwoordelijkheid van de directeur van de school, een eigen leerplan OALT opstellen. ln het schoolplan van de school dient dit leerplan een directe relatie te hebben met het reguliere lesprogramma. De inspectie is belast met de toetsing van de kwaliteit van het OALT; dit geldt ook voor de Chinese school.
4 Wijze van aanpak / oplossingsrichting Wij stellen u voor een verordening subsidiering OALT 1999 vast te stellen, zodat volgens door u vastgestelde criteria subsidie-aanvragen van schoolbesturen en van de Stichting Eindhovense Chinese SchooI kunnen worden beoordeeld en gehonoreerd.
Voor het schooljaar 1999-2000 zijn alle besturen d.d 10 juni 1999 schriftelijk benaderd voor het indienen van een subsidie-aanvraag OALT voor het schooljaar 1999-2000.
Bij deze brief is een door de gemeente en de stedelijke stuurgroep OALT vervaardigd stedelijk totaaloverzicht taalondersteuning/OALT (overzicht van alle scholen met daarbij aangegeven het aantal kinderen, waarvan de ouders OALT wensen voor hun kind buiten de reguliere lestijden) meegezonden. Voor de bestaande taalgroepen (leerlingen groepen 5 t/m 8) betreft het hier: Turks: 503 leerlingen, Arabisch: 250 leerlingen, Spaans: 23 leerlingen.
Vooruitlopend op uw besluit over de Verordening subsidiering OALT 1999 zal de schoolbesturen aan het begin van het schooljaar 1999-2000 een voorschot worden verleend. De gemeente heeft samen met de stedelijke stuurgroep OALT het Kennismanagement Katholiek Pedagogisch Centrum (KPC) opdracht gegeven, als aanvulling op het reeds door u vastgestelde lokaal OALT-plan via afzonderlijke informatie-bijeen-
Raadsbijlage nummer aao
komsten, met alle betrokkenen het taalbeleidsplan OALT voor de periode tot 2002 voor te bereiden en uit te werken. Schoolbesturen zijn op 8 april 1999 akkoord gegaan met dit plan. Wij stellen u voor in te stemmen met het uit het onderzoek van het KpC meest gewenste model van de combi-variant voor OALT. Dit betekent: OALT als taalondersteuning voor de bestaande taalgroepen (Turks-ArabischSpaans) voor de groepen 1 t/m 4, binnen het reguliere lesprogramma en op de eigen school; OALT als cultuureducatie voor de groepen 5 t/m 8 buiten het reguliere lesprogramma met een nadrukkelijke optie voor integratie binnen de verlengde schooldag. OALT mag geen drager zijn van de verlengde schooldag. Voor het speciaal (basis)onderwijs wordt geen OALT buiten schooltijd gegeven: kinderen van ouders die OALT willen voor hun kind(eren) ontvangen deze lessen binnen de reguliere lestijden.
Wij stellen u voor de voor OALT bestemde middelen vanuit de specifieke uitkering voor een totaalbedrag van f 3.063.960,41 (bedrag specifieke uitkering schooljaar 1999-2000) in te zetten op jaarbasis voor de periode 1999-2002 conform de door u vast te stellen Verordening subsidiering OALT 1999. Voor het schooljaar 1999-2000 wordt prioriteit gegeven aan de inzet van de huidige OALT-leraren Turks, Arabisch en Spaans. Er heeft een schriftelijke behoeftepeiling plaatsgevonden naar OALT buiten de reguliere lestijden onder alle allochtone ouders met kinderen in de groepen 4 t/m 7 bij alle scholen voor primair onderwijs in Eindhoven onder regie van de stedelijke stuurgroep OALT en de gemeente. Deze behoeftepeiling betrof alleen de wens van de ouders inzake OALT buiten de reguliere lestijden en niet de keuze voor deelname aan taalondersteuning in de groepen 1 t/m 4. In de uitwerking betekent de uitslag van deze behoeftepeiling dat alle huidige OALT-leraren in dezelfde betrekkingsomvang als het vorige schooljaar kunnen worden ingezet voor het geven van OALT als cultuureducatie dan wel taalondersteuning. Voor de nieuwe taalgroepen OALT groepen 5 t/rn 8: Somalisch (totaal aangemeld via ouders: 22 leerlingen), Perzisch-Farsi (idem: 17 leerlingen) en Bosnisch (idem: 9 leerlingen) stellen wij u voor een onder verantwoordelijkheid van de Stichting Katholiek en Protestants-Christelijk Onderwijs Eindhoven e.o. centrale stedelijke lespuntschool in te richten. Tevens stellen wij u voor de verantwoordelijkheid voor OALT-Chinees te leggen bij het bestuur van de Stichting Eindhovense Chinese School.
Raadsbij lage nummer aso
Als uitgangspunt hanteren wij dat OALT, zowel binnen als buiten het reguliere lesprogramma, wordt verzorgd onder verantwoordelijkheid van schoolbesturen (scholen), niet door andere rechtspersonen. Uitzondering hierop vormt het OALT aan Chinese leerlingen. De Chinese school in Eindhoven heeft al meer dan 20 jaar bewezen kwalitatief goed onderwijs te verzorgen. Momenteel volgen 37 Eindhovense leerlingen vanuit de groepen 5 t/m 8 OALT Chinees buiten de reguliere schooltijden. Wij stellen u voor de tussentijdse wijziging(en) van het OALT-plan in de periode 1999-2002 te laten vaststellen door het college. De snellere totstandkoming van het collegebesluit in relatie tot een raadsbesluit biedt meer ruimte voor de schoolbesturen om conform dit besluit de noodzakelijke invoeringsbesluiten te nemen naar de onder hun bevoegd gezag staande scholen.
5 Financiele gevolgen en risico’ s In de door u vast te stellen Verordening subsidiering OALT vragen wij u als subsidieplafond de jaarlijkse omvang van de doeluitkering OALT, zoals verstrekt aan de gemeente door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, vast te stellen.
Deze doeluitkering is gebaseerd op de situatie teldatum 1 oktober 1997 en is bedoeld voor uitgaven voor personeel en materialen. In het geval dat de aanvragen de beschikbare middelen overstijgen worden aanvragen slechts gehonoreerd voorzover het budget toereikend is. Toewijzingscriteria zijn gebaseerd op de volgende prioriteiten in volgorde: aantallen leerlingen per taalgroep per school of groep van scholen binnen een wijk/bevoegdheid en capaciteiten betreffende leerkrachten/kwaliteit leerplan OALT als cultuureducatie. Het besluit over toewijzing berust bij clusterstuurgroep I van het Samenwerkingsverband Onderwijsachterstandenbestrijding Eindhoven na advisering door de uitvoeringscoordinatie GOA. Middelen die niet worden besteed in een bepaald schooljaar kunnen wettelijk worden gereserveerd voor volgende leerjaren binnen de periode 1999-2002.
6 Overige gevolgen van de aanpak Het door u te nemen besluit biedt de mogelijkheid dat OALT-leraren van bestaande taalgroepen in dienst kunnen blijven van het schoolbestuur, zodat er geen wachtgeldverplichtingen ontstaan. De inzet van de leerkrachten wordt in eerste instantie gericht op het geven van OALT buiten de reguliere lestijden; de resterende tijd van de betrekkingsomvang kan dan worden besteed aan taalondersteuning.
Raadsbxylage nummer aao
De schoolbesturen is aangegeven dat tenminste 65% van het totale OALT-budget moet worden bestemd voor taalondersteuning in de groepen 1 t/m 4. Tevens zal worden gestreefd naar het zoveel als mogelijk tegemoetkomen aan de wensen van de ouders: OALT op de eigen school (minimaal acht leerlingen), zo min mogelijk op lespuntscholen.
Vanuit het specifiek budget voor schoolbegeleiding is voor deskundigheidsbevordering inzet huidige OALT-leraren, in het kader van taalondersteuning in de groepen 1 t/m 4 in het primair onderwijs, een bedrag van f 58.000,ÃćâĆňâĂİ gereserveerd
(totaal 400 uur schoolbegeleiding).
7 Resultaten van overleg / inspraak Over het door u vastgestelde lokaal OALT-plan Naar een gemeentelijk plan voor OALT voor 1998-2002 heeft intensief overleg plaatsgevonden met vertegenwoordigingen van ouders, besturen, directies en OALT-leraren. Voor de totstandkoming van het taalbeleidsplan OALT 1999-2002 heeft het KPC aparte voorlichtingsbijeenkomsten georganiseerd voor de schooldirecties primair onderwijs, de OALT-leraren, de schoolbesturen, de Stedelijke Werkgroep Educatie Minderheden (SWEM) en een vertegenwoordiging van allochtone ouders vanuit de OALT-scholen voor primair onderwijs. Presentatie van het uit deze bijeenkomsten totstandgekomen ontwerp-taalbeleidsplan OALT voor alle deelnemers heeft plaatsgevonden op 26 februari 1999. Het taalbeleidsplan is tevens besproken in de stedelijke stuurgroep OALT op 11 maart 1999.
Op 8 april 1999 is over dit taalbeleidsplan OALT op overeenstemming gericht overleg gevoerd met de schoolbesturen voor primair onderwijs. De gemeente heeft samen met de stedelijke stuurgroep OALT na 8 april een inventarisatie en schriftelijke behoeftepeiling uitgevoerd bij alle allochtone ouders van kinderen in de groepen 4 t/m 7 van de basisscholen in Eindhoven. De daarbij in vele talen verstrekte toelichting is, waar nodig, toegelicht door de directies en OALT-leraren.
8 Communicatie Van uw besluit zullen de schoolbesturen voor primair onderwijs in Eindhoven schriftelijk op de hoogte worden gesteld. De Verordening subsidiering OALT 1999 zal worden opgenomen in het gemeenteblad.
De operationalisering van uw besluit zal nadrukkelijk worden gevolgd in de stedelijke stuurgroep OALT, waarin ook de gemeente vertegenwoordigd is.
Raadsbijlage nummer 220
9 Advisering raadscommissie(s) De commissie voor maatschappelijke ontwikkeling hebben wij over dit voorstel gehoord. Haar positief advies hebben wij voor u ter inzage gelegd. Haar advies ligt voor u ter inzage. Een ontwerpbesluit bieden wij u hierbij ter vaststelling aan.
Burgemeester en wethouder van Eindhoven, R. Welschen, burgemeester. C. Tetteroo, secretaris.
Raadsbijlage nummer 220
Besluit De raad van de gemeente Eindhoven; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 28 september 1999, nr. 220;
gelet op het advies van de commissie voor maatschappelijke ontwikkeling; besluit:
1 de Verordening subsidiering OALT 1999 vast te stellen.
Algemeen Artikel l. In deze verordening wordt verstaan onder: 1 de wet: de Algemene wet bestuursrecht; 2 schoolbestuur: bevoegd gezag van scholen, als bedoeld in artikel 171, vierde lid van de Wet op het primair onderwijs;
3 school: een basisschool of speciale school voor basisonderwijs als bedoeld in de Wet op het primair onderwijs; een school als bedoeld in de Wet op de expertisecentra en deel II van de Wet op het voortgezet onderwijs; 4 lespuntschool: een school als bedoeld onder 3, waar onderwijs in allochtone levende talen als cultuureducatie buiten het reguliere lesprogramma wordt gegeven, zowel aan leerlingen die zijn ingeschreven op de eigen school als aan leerlingen die zijn ingeschreven op andere scholen; 5 ouders: de ouders, voogden of verzorgers van de leerling; 6 leerling: een leerling van een school als bedoeld onder 3; 7 OALT: Onderwijs in Allochtone Levende Talen als bedoeld in afdeling 11 van de Wet op het primair onderwijs; 8 Verordening overleg lokaal onderwijsbeleid 1997: raadsbesluit van 15 december 1997 met dien verstande, dat hieronder mede worden begrepen eventuele nadien door de gemeenteraad vastgestelde wijzigingen. Artikel 2.
1 Het college van burgemeester en wethouders kan subsidie verstrekken in de personele en materiele kosten voor het geven van OALT: als taalondersteuning voor de taalgroepen Turks, Arabisch, Spaans voor de groepen 1 t/m 4 van het basisonderwijs, binnen het reguliere lesprogramma op de eigen school; als cultuureducatie voor alle taalgroepen voor de groepen 5 t/m 8 van het basisonderwijs buiten het reguliere lesprogramma;
Raadsbijlage nummer aao
als taalondersteuning en als cultuureducatie binnen het reguliere lesprogramma op speciale scholen voor basisonderwijs en scholen als bedoeld in de Wet op de expertisecentra en deel II van de Wet op het voortgezet onderwijs. Artikel 3.
Subsidie kan worden verstrekt aan:
a besturen van basisscholen en speciale scholen voor basisonderwijs; b besturen van scholen als bedoeld in de Wet op de expertisecentra en deel II van de Wet op het voortgezet onderwijs, en
c de Stichting Eindhovense Chinese School. Artikel 4.
1 Geen subsidie wordt verleend: a voor OALT als taalondersteuning wanneer per taalgroep minder dan vier leerlingen op de school zijn ingeschreven; b voor OALT als cultuureducatie wanneer per taalgroep minder dan acht leerlingen op de school of lespuntschool dit onderwijs volgen c wanneer bij OALT als cultuureducatie lesgroepen worden gevormd van minder dan acht en meer dan 30 leerlingen; d voor vervoerskosten ten behoeve van OALT; e voor extra huisvestingskosten voor het geven van OALT. 2 Geen subsidie wordt verleend, indien doelstelling of activiteiten van de subsidie-ontvanger dan wel het beoogde gebruik van de subsidie: a strijd opleveren met de wet of het algemeen belang of openbare orclel
b discriminatie opleveren wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht, burgerlijke staat, seksuele geaardheid of op welke grond dan ook. 3 Het bepaalde in het tweede lid, aanhef en onder b laat onverlet de mogelijkheid, dat activiteiten gericht kunnen zijn op specifieke doelgroepen ter opheffing van hun maatschappelijke achterstand, 4 Geen subsidie wordt verleend wanneer meer dan 35% van de gevraagde subsidie zou worden verstrekt ten behoeve van OALT als cultuureducatie. Artikel 5.
Behoudens de in artikel 4:2 van de Algemene wet bestuursrecht genoemde gegevens moeten bij een aanvraag om subsidie de volgende gegevens worden overgelegd: a bij de aanvragen voor OALT als taalondersteuning: overzichten per school, waarin aangegeven de grootte van de taalgroepen Turks, Arabisch en Spaans in de groepen 1 t/m 4 primair onderwijs;
Raadsbij lage nummer 220
b bij de aanvragen voor OALT als cultuureducatie: een schriftelijke verklaring, waaruit blijkt het aantal leerlingen per school of lespunt, waarvan de ouders hebben aangegeven dit onderwijs vor hun kind(eren) te wensen ; c een begroting voor personele en materiele kosten per school per taalgroep. Artikel 6.
Aanvragen om subsidie voor het schooljaar waarvoor de subsidie wordt aangevraagd moeten worden ingediend voor 1 januari voorafgaand aan dit schooljaar. Artikel 7.
Het college van burgemeester en wethouders beslist voor 1 april op de aanvraag. Artikel 8.
De subsidieverstrekking kan behalve de in artikel 4:25 en artikel 4:35 van de
Algemene wet bestuursrecht genoemde gevallen geweigerd worden, indien gegronde redenen bestaan aan te nemen dat: a de gelden niet of in onvoldoende mate besteed zullen worden voor het doel waarvoor de subsidie beschikbaar wordt gesteld; b de subsidieverstrekking niet past binnen het beleid van de gemeente. Artikel 9.
Het college van burgemeester en wethouders legt bij de subsidieverlening in ieder geval verplichtingen op met betrekking tot het beheren van een schoolarchief, waaruit blijkt welke ouders OALT als cultuureducatie voor hun kind wensen.
Subsidieplafond. Artikei I O.
Het subsidieplafond is gelijk aan het bedrag dat voor het subsidieren van de in artikel 2 bedoelde activiteiten in de specifieke uitkering OALT van het ministerie voor het betreffende schooljaar is opgenomen. Artikel l l.
Indien het bedrag waarvoor op grond van alle tijdig ingediende aanvragen subsidie wordt gevraagd groter is dan het op grond van artikel 10 bepaalde subsidieplafond, beslist het college van burgemeester en wethouders eerst op de aanvragen waarvan de inwilliging in vergelijking met andere aanvragen meer zal bijdragen aan de verwezenlijking van het doel waarvoor subsidiegelden beschikbaar zijn gesteld.
Raadsbij lage nummer 22o
Het college van burgemeester en wethouders kan terzake nadere regels vaststellen.
Subsidiegrondslag. Artikel 12.
1 De subsidie voor OALT als cultuureducatie bedraagt per school of lespuntschool bij 8 t/m 14 leerlingen per taalgroep 0,2 x de kosten van een formatieplaats en vervolgens wordt voor iedere 7 leerlingen per taalgroep boven het aantal van 14 de subsidie verhoogd met 0,1 x de kosten van een formatieplaats. 2 De berekening van de kosten per formatieplaats geschiedt overeenkomstig de door de minister gebruikte wijze van berekening van de jaarlijkse vergoeding voor OALT aan de gemeente Eindhoven. 3 De subsidie in de kosten van huisvesting ten behoeve van OALT bedraagt f 20,ÃćâĆňâĂİ per uur tot een maximum van f 2.000,ÃćâĆňâĂİ per groep per jaar.
4 De berekening van de overige subsidiabele kosten geschiedt overeenkomstig de door de minister gebruikte wijze van berekening van de jaarlijkse vergoeding voor OALT aan de gemeente Eindhoven. Artikel 13.
Het bedrag van de subsidie voor OALT als taalondersteuning is gelijk aan het bedrag van de personele en materiele kosten voor het geven van OALT als taalondersteuning. Betaling Artikel 14. De subsidie wordt als volgt betaald:
augustus 3/13
oktober 2/13
januari 3/13
maart 3/13
mei 2/13. Artikel 15.
Jaarlijks voor 1 maart legt de subsidie-ontvanger verantwoording af over de verstrekte subsidie in het voorgaande schooljaar, Artikel 16.
De subsidie-ontvanger heeft toestemming van het college van burgemeester en wethouders nodig voor het vormen van reserveringen.
Raadsbijlage nummer 220
% f4 Overgangs-en slotbepalingen. Artikel 17.
In gevallen waarin deze verordening niet voorziet beslissen burgemeester en wethouders. Artikel 18.
1 Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening subsidiering OALT 1999".
2 Deze verordening treedt in werking op de dag na die van haar bekendmaking.
2 Binnen de bepalingen van de Wet OALT in te stemmen met het model van de combi-variant voor het OALT,
3 De voor OALT bestemde middelen vanuit de specifieke uitkering van het ministerie voor een totaalbedrag van f 3.063.960,41 op jaarbasis voor de periode 1999-2002 in te zetten conform de Verordening subsidiering OALT 1999. 4 De in voorstel 3 structureel jaarlijks over de periode 1999-2002 opgenomen middelen beschikbaar te stellen, mits daartoe in de specifieke uitkering van het rijk wordt voorzien. 5 Voor de nieuwe taalgroepen OALT groepen 5 t/m 8 onder verantwoordelijkheid van de Stichting Katholiek en Protestants-ChristelijkOnderwijs Eindhoven e.o. een centrale stedelijke lespuntschool in te richten. 6 De verantwoordelijkheid voor OALT-Chinees te leggen bij het bestuur van de Stichting Eindhovense Chinese School. 7 De tussentijdse wijziging(en) van het OALT-plan in de periode 1999-2002 te laten vaststellen door het college van burgemeester en wethouders. 8 De concernbegroting en het concernbestand te wijzigen conform de ontwerpwijziging.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering 11 oktober 1999.
R. Welschen, voorzitter
H. Donkers, secretaris
99003473