Bezoekadres Ebbehout 31 1507 EA Zaandam
Gemeente Aalsmeer R.J. van Lammeren Postbus 253 1430 AG Aalsmeer
Postbus 209 1500 EE Zaandam www.odnzkg.nl
Betreft: Wet bodembescherming (Wbb), plangebied Noordvork / Polderzoom, Stommeerkade 33 t/m 41 te Aalsmeer, gemeente Aalsmeer.
Contactpersoon Sebastiaan Baanders
Geacht college,
Contactgegevens 023-5674303
Aanvraag
Zaaknummer 866658
Locatiecode Van der Helm Milieubeheer BV heeft namens de gemeente Aalsmeer voor de NH/0358/01046 locatie Stommeerkade 33 t/m 41 te Aalsmeer gevraagd om de volgende beschikking: Datum 22 april 2016 Vaststelling of er sprake is van een geval van ernstige bodemverontreiniging (artikel 29 eerste lid Wbb). Vaststelling of het huidige of voorgenomen gebruik van de bodem of de mogelijke verspreiding van de verontreiniging leiden tot zodanige risico’s voor mens, plant of dier dat spoedige sanering noodzakelijk is (artikel 37 eerste lid Wbb). Instemming met het saneringsplan (artikel 39 tweede lid Wbb). Bepaling gelijktijdige sanering van meerdere gevallen (artikel 42 Wbb). Melding van een nieuw geval van bodemverontreiniging (artikel 13 Wbb, juncto artikel 27 Wbb).
De aanvraag bestaat uit de volgende documenten, die deel uitmaken van deze beschikking: Ingevulde en ondertekende meldingsformulieren. Sanerings-/werkplan voor het saneren/verwijderen van (sterk) verontreinigde grond, verhardingslagen en baggerspecie locatie Noordvork/Polderzoom te Aalsmeer, Van der Helm Milieubeheer BV (kenmerk AMNO131420, d.d. 11 november 2015). Brief van ALcontrol met toelichting op het asbest analyse protocol (kenmerk helmb20151109-BR-01a, d.d. 9 november 2015). Verkennend en nader milieukundig (asbest)bodemonderzoek Noordvork/Polderzoom te Aalsmeer, Van der Helm Milieubeheer BV (kenmerk AMNO150908, d.d. 28 oktober 2015).
Risico’s beperken, leefbaarheid vergroten.
1 | 14
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Nader milieukundig (asbest- en water)bodemonderzoek Noordvork (locaties 1,2 en 7) te Aalsmeer, Van der Helm Milieubeheer BV (kenmerk AMNO141446, d.d. 10 februari 2015). Proefsleuven-, asfalt- en indicatief verhardingsonderzoek Noordvork (locaties 1 t/m 7) Aalsmeer, Van der Helm Milieubeheer BV (kenmerk AMNO140474, d.d. 12 januari 2015). In-situ partijkeuring niet-vormgegeven bouwstof t.p.v. de Stommeerkade 33 (locatie 1, spot I), Van der Helm Milieubeheer BV (kenmerk AMNO140474-1_partij, d.d. 14 augustus 2014). In-situ partijkeuring niet-vormgegeven bouwstof t.p.v. de Stommeerkade 39-41 (locatie 7, spot I), Van der Helm Milieubeheer BV (kenmerk AMNO140474_7.1_partij, d.d. 14 augustus 2014). In-situ partijkeuring niet-vormgegeven bouwstof t.p.v. de Stommeerkade 39-41 (locatie 7, spot II), Van der Helm Milieubeheer BV (kenmerk AMNO140474_7.2_partij, d.d. 14 augustus 2014). In-situ partijkeuring niet-vormgegevens bouwstof t.p.v. de Stommeerkade 39-41 (locatie 7, spot III), Van der Helm Milieubeheer BV (kenmerk AMNO140474_7.3_partij, d.d. 14 augustus 2014). In-situ partijkeuring niet-vormgegeven bouwstof t.p.v. de Stommeerkade 39-41 (locatie 7, spot IV), Van der Helm Milieubeheer BV (kenmerk AMNO140474_7.4_partij, d.d. 14 augustus 2014). In-situ partijkeuring niet-vormgegeven bouwstof t.p.v. de Stommeerkade 39-41 (locatie 7, spot V), Van der Helm Milieubeheer BV (kenmerk AMNO140474_7.5_partij, d.d. 14 augustus 2014). In-situ partijkeuring niet-vormgegeven bouwstof t.p.v. de Stommeerkade 35c (locatie 4/5, spot I), Van der Helm Milieubeheer BV (kenmerk AMNO140474_4/5.1_partij, d.d. 14 augustus 2014). In-situ partijkeuring niet-vormgegeven bouwstof t.p.v. de Stommeerkade 35c (locatie 4/5, spot II), Van der Helm Milieubeheer BV (kenmerk AMNO140474_4/5.2_partij, d.d. 14 augustus 2014). Depot partijkeuring niet-vormgegeven bouwstof ter plaatse van de Stommeerkade 35C (locatie 4, spot I) te Aalsmeer, Van der Helm Milieubeheer BV (kenmerk AMNO14074_4.1_partij, d.d. 14 augustus 2014. In-situ partijkeuring niet-vormgegeven bouwstof t.p.v. de Stommeerkade 35A (locatie 2, spot I), Van der Helm Milieubeheer BV (kenmerk AMNO140474_2.1_partij, d.d. 14 augustus 2014). In-situ partijkeuring niet-vormgegeven bouwstof t.p.v. van de Stommeerkade 35A (locatie 2, spot II), Van der Helm Milieubeheer BV (kenmerk AMNO140474_2.2_partij, d.d. 14 augustus 2014). Gebiedsinventarisatie ter plaatse van het projectgebied Noordvork te Aalsmeer, Van der Helm Milieubeheer BV (kenmerk AMNO131239, d.d. 31 maart 2014). Nader bodem- asbest- en verhardingsonderzoek Stommeerkade 39-41 te Aalsmeer (perceel 7), Kwinfra Milieu (kenmerk 11267-P7-rap1, d.d. 14 februari 2012). Nader bodem- en verhardingsonderzoek Stommeerkade 35D te Aalsmeer, Kwinfra Milieu (kenmerk 11267-P6-rap1, d.d. 9 januari 2012). Nader asbest in grond/puin en milieukundig verhardingsonderzoek Stommeerkade 35 A+B te Aalsmeer, Kwinfra Milieu (kenmerk 11239-rap2, d.d. 21 november 2011).
866658 | 22 april 2016
2 | 14
-
-
Verkennend bodemonderzoek Stommeerkade 35A+B, Kwinfra Milieu (kenmerk 11239rapp1, d.d. 10 oktober 2011). Verkennend bodemonderzoek Stommeerkade 35c te Aalsmeer, Kwinfra Milieu (kenmerk 11022- rapp1, d.d. 6 juli 2011). Aanvullend onderzoek zware metalen en asbest t.p.v. Stommeerkade 35 te Aalsmeer, Kwinfra Milieu (kenmerk 10260-brf rapp. 1, d.d. 23 december 2010). Verkennend bodemonderzoek Stommeerkade bij 33 te Aalsmeer, Kwinfra Milieu (kenmerk 10045-rapp1, d.d. 23 september 2010). Combinatieonderzoek verkennend & asbestonderzoek Stommeerkade achter 39-41 te Aalsmeer, Kwinfra Milieu (kenmerk 10046-rapp1, d.d. 17 augustus 2010). Verkennend bodemonderzoek Stommeerkade 35A (locatie 2) te Aalsmeer, Kwinfra Milieu (kenmerk 10108-rapp1, d.d. 17 augustus 2010). Aanvullend bodemonderzoek t.p.v. Stommeerkade 35d te Aalsmeer, Kwinfra Milieu (kenmerk 09247-brf rapp1, d.d. 14 januari 2010). Verkennend bodemonderzoek Stommeerkade (achter) 35 C te Aalsmeer, Kwinfra Milieu (kenmerk 09217 rapp1, d.d. 15 december 2009). Verkennend (water) bodemonderzoek, indicatief puin en asfaltonderzoek Stommeerkade 35c Aalsmeer, Geofox Lexmond (kenmerk 20080906/MOOS, d.d. 30 juli 2008). Inventariserend bodemonderzoek - Jac. Kooij en ZN. BV - Stommeerkade 46-47 te Aalsmeer, Milieutechniek ZVS Eemnes (kenmerk BO 0711_09, d.d. 1 mei 2001). Evaluatie tanksanering Stommeerkade 35 Aalsmeer, APS-Milieu (kenmerk R00-B246, d.d. 1 januari 2001). Verkennend bodemonderzoek BOOT Stommeerkade 35 Aalsmeer, APS-Milieu (kenmerk R00-B189, d.d. 1 oktober 2000). Nader bodemonderzoek Stommeerkade 35 te Aalsmeer, DHV (kenmerk P0455-72.001, d.d. 13 oktober 1998).
Met ingang van 1 januari 2016 heeft de provincie Noord-Holland een groot aantal taken op het gebied van Vergunningen en Handhaving uitbesteed aan de vier omgevingsdiensten in Noord-Holland. Deze beschikking wordt daarom vastgesteld door de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied. Besluiten 1 Op de locatie is sprake van meerdere gevallen van bodemverontreiniging: A) Geval 1A: betreft een geval van ernstige bodemverontreiniging met bestrijdingsmiddelen (drins), waarvan sanering bij zowel het huidige als beoogde bodemgebruik spoedeisend. B) Geval 1B: betreft een nieuw geval van bodemverontreiniging met minerale olie. C) Geval 1C: betreft een bodemverontreiniging met Polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK). Bij het huidige bodemgebruik is er geen sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging. Bij het beoogde bodemgebruik is sprake van een gevoelige situatie, waarbij sprake is van onaanvaardbare risico’s en daarom wel een geval van ernstige bodemverontreiniging. Voorafgaand aan het beoogd gebruik moeten maatregelen worden genomen om de risico’s in voldoende mate tegen te gaan. Omdat het saneringsplan hierin niet voorziet geven wij hierbij de volgende aanwijzing: bij het
866658 | 22 april 2016
3 | 14
D) E) F)
G) H) I) J)
K) L) 2
3
4 5 6
realiseren van de beoogde functie moet dit geval worden gesaneerd tot in ieder geval de maximale waarden behorende bij de toekomstige functieklasse “Wonen”. Geval 2A: betreft een geval van ernstige bodemverontreiniging met koper, lood, zink en asbest, waarvan sanering bij het huidige bodemgebruik niet spoedeisend is. Geval 2B: betreft een geval van ernstige bodemverontreiniging met minerale olie, waarvan sanering bij het huidige bodemgebruik niet spoedeisend is. Geval 4A: betreft een bodemverontreiniging met PCB. Bij het huidige bodemgebruik is er geen sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging. Bij het beoogde bodemgebruik is sprake van een gevoelige situatie, waarbij sprake is van onaanvaardbare risico’s en daarom wel een geval van ernstige bodemverontreiniging. Voorafgaand aan het beoogd gebruik moeten maatregelen worden genomen om de risico’s in voldoende mate tegen te gaan. Omdat het saneringsplan hierin niet voorziet geven wij hierbij de volgende aanwijzing: bij het realiseren van de beoogde functie moet dit geval worden gesaneerd tot in ieder geval de maximale waarden behorende bij de toekomstige functieklasse “Wonen”. Geval 6A/B: betreft een geval van ernstige bodemverontreiniging met zink en PAK, waarvan sanering bij het huidige bodemgebruik niet spoedeisend is. Geval 6C: betreft een geval van ernstige bodemverontreiniging met asbest, waarvan sanering bij het huidige bodemgebruik niet spoedeisend is. Geval 7A/B: betreft een geval van ernstige bodemverontreiniging met koper, lood, nikkel en zink, waarvan sanering bij het huidige bodemgebruik niet spoedeisend is. Geval 7C: betreft een bodemverontreiniging met minerale olie. Hiervoor is in januari 2016 een melding uniforme sanering (BUS) bij ons ingediend. Wij hebben bij brief van 26 februari 2016 (zaaknummer 414080) vastgesteld dat deze melding voldoet aan het Besluit en de Regeling uniforme saneringen. Wij doen daarom in deze beschikking geen uitspraak over de ernst en spoed van dit geval. De aanpak van deze verontreiniging maakt geen onderdeel uit van het saneringsplan (Van der Helm Milieubeheer BV, kenmerk AMNO131420, d.d. 11 november 2015). Geval 7D: betreft een geval van ernstige bodemverontreiniging met koper en zink, waarvan sanering bij het huidige bodemgebruik niet spoedeisend is Geval 7E: betreft een geval van ernstige bodemverontreiniging met asbest, waarvan sanering bij het huidige bodemgebruik niet spoedeisend is. Vanwege de aanwezigheid van onaanvaardbare risico’s bij het huidige bodemgebruik moet geval 1A met spoed gesaneerd worden. Uiterlijk 1 mei 2017 moet met de sanering van dit geval zijn aangevangen. Geval 1B betreft een nieuw geval van bodemverontreiniging, veroorzaakt na 1 januari 1987. Op grond van artikel 13 en 27 van de Wet bodembescherming geven wij hierbij de volgende aanwijzingen: de verontreiniging van dit geval moet zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk 1 mei 2017, en volledig (tot in ieder geval de actuele lokale achtergrondwaarden) verwijderd worden. Uiterlijk 8 weken na afronding moet een verslag van deze sanering ter instemming aan ons worden aangeboden. Wij stemmen in met het saneringsplan, opgesteld en ingediend in opdracht van de gemeente Aalsmeer. De instemming met het saneringsplan vervalt als niet binnen vier jaar is begonnen met de sanering en wij niet hebben besloten tot verlenging van deze termijn. De instemming met het saneringsplan vervalt ook als de sanering niet voor 1 januari 2022 is afgerond en wij niet hebben besloten tot verlenging van deze termijn.
866658 | 22 april 2016
4 | 14
7
Met de sanering van de meerdere gevallen van ernstige bodemverontreiniging moet gelijktijdig worden begonnen.
Kadaster/publiekrechtelijke beperkingen Op grond van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken (Wkpb) moeten beperkingenbesluiten bij het Kadaster ter inschrijving worden aangeboden. Er is sprake van overschrijding van de interventiewaarden en daarom van een publiekrechtelijke beperking voor de hieronder vermelde kadastrale percelen: Kadastrale Gemeente Aalsmeer Aalsmeer Aalsmeer Aalsmeer Aalsmeer Aalsmeer Aalsmeer Aalsmeer
Sectie c c c c c c c c
Nummer 2956 5347 6169 6627 6628 6704 7020 7025
De interventiewaardencontouren van de verontreiniging van de gevallen 1A, 2A, 2B, 6A/B, 6C, 7A, 7D en 7E zijn weergegeven op de bijgevoegde kadastrale kaarten. De contouren waar deze beschikking betrekking op heeft is bij het Kadaster geregistreerd onder depotnummers: - 20151113000213 (gevallen 1A, 2A, 6A/B en 7A/B). - 20151113000221 (gevallen 2B, 6C,7D en 7E). Wettelijke procedure De procedure volgens afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is van toepassing. Vanwege de complexiteit van de aanvraag en het saneringsplan hebben wij de wettelijke termijn voor het nemen van een besluit met toepassing van artikel 39 lid 2 van de Wet bodembescherming met maximaal 15 weken verlegd. Wij hebben de procedure voor het nemen van de beschikking opgeschort van 29 juni 2015 tot 30 oktober 2015, omdat de aanvraag onvolledig was. De aanvraag is binnen deze termijn aangevuld. De ontwerpbeschikking heeft gedurende 6 weken ter inzage gelegen, van 4 december 2015 tot 15 januari 2016. Naar aanleiding van de ontwerpbeschikking zijn geen zienswijzen ingediend. In de ontwerpbeschikking waren de besluiten niet genummerd, in deze beschikking zijn de besluiten alsnog genummerd.
866658 | 22 april 2016
5 | 14
In de ontwerpbeschikking was een aanwijzing opgenomen voor het uitvoeren van een nader bodemonderzoek van geval 7C. In januari 2016 is voor geval 7c een BUS-melding ingediend en door ons goedgekeurd, de voorwaarde uit de ontwerpbeschikking komt daarom te vervallen. Deze beschikking is hierop aangepast (zie: besluit 1J en onder overwegingen de beschrijving van geval 7C). In de ontwerpbeschikking was aangegeven dat geval 1A met spoed gesaneerd moet worden, hierbij was geen uiterste termijn genoemd waarop met die sanering moet zijn aangevangen. In besluit 2 van deze beschikking is hiervoor alsnog een termijn opgenomen. In de ontwerpbeschikking was aangegeven dat geval 1B een nieuw geval van bodemverontreiniging betreft, veroorzaakt na 1 januari 1987. Hierbij was niet vermeld wat dat praktisch gezien betekent. Op grond van artikel 13 en 27 Wbb zijn in besluit 3 van deze beschikking enkele aanwijzingen opgenomen, met betrekking tot het vereiste saneringsresultaat en de termijn waarbinnen gesaneerd moet zijn. In de ontwerpbeschikking was met betrekking tot de gevallen 1C en 4A aangegeven dat er bij het huidige bodemgebruik geen sprake is van een geval van ernstige bodemverontreiniging. Een oordeel over risico’s bij het beoogde bodemgebruik was niet gegeven; vanwege het zeer hoge gehalte PAK (geval 1C) en de concentratie PCB (geval 4A) is ondanks het beperkte verontreinigd bodemvolume bij het bodemgebruik Wonen met tuin toch sprake van onaanvaardbare risico´s ten aanzien waarvan saneringsmaatregelen noodzakelijk zijn. Besluit 1C en 1F zijn daarom op dit punt genuanceerd en aangevuld. Overwegingen Wij hebben de aanvraag getoetst aan: - De Wet bodembescherming (Wbb). - De Circulaire bodemsanering per 1 juli 2013 (Staatscourant 16675). - De Provinciale milieuverordening. - De Werkwijzer Bodemsanering 2014. Het huidige bodemgebruik van de locatie is “Braakliggend”. Het beoogde bodemgebruik van de locatie is “Wonen met tuin” en “Infrastructuur en verkeer”. Op de locatie zijn meerdere gevallen van bodemverontreiniging aanwezig. Daarnaast is er sprake van verontreinigde (half)verhardingen en verontreinigde waterbodem. Op de verontreinigde (Half)verhardingen is het Besluit bodemkwaliteit en/of het Besluit asbestwegen van toepassing, waarvoor de gemeente respectievelijk de Inspectie Leefomgeving & Transport bevoegd gezag is. Op verontreinigde waterbodems is de Waterwet van toepassing, waarvoor het waterschap bevoegd gezag is. Alleen indien de bron van de verontreiniging op het land ligt kan de Wbb van toepassing zijn. Daar is in dit geval geen sprake van. Deze beschikking heeft betrekking op de volgende hieronder vermelde gevallen van bodemverontreiniging:
866658 | 22 april 2016
6 | 14
Geval 1A. In een bodemvolume van tenminste 25 m3 grond overschrijdt de gemiddelde concentratie van drins de interventiewaarden. Er is sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging, veroorzaakt voor 1 januari 1987 (of er is sprake van een onbekende periode van veroorzaking). Het geval van ernstige bodemverontreiniging moet met spoed worden gesaneerd, omdat bij het huidige bodemgebruik onaanvaardbare risico's voor de mens, plant of dier aanwezig zijn.
Geval 1B Er is sprake van een nieuw geval van bodemverontreiniging omdat de verontreiniging met minerale olie veroorzaakt is op of na 1 januari 1987. Voor nieuwe gevallen van bodemverontreiniging geldt de zorgplicht (artikel 13 Wbb). Het vaststellen van de ernst en spoed is daarbij niet van toepassing. Dit betekent dat de bodem moet worden gesaneerd of de aantasting en de directe gevolgen moeten worden beperkt en zoveel mogelijk ongedaan gemaakt.
Geval 1C In een bodemvolume van minder dan 25 m3 grond overschrijdt de gemiddelde concentratie van PAK de interventiewaarden. De verontreiniging is veroorzaakt voor 1 januari 1987 (of er is sprake van een onbekende periode van veroorzaking). Bij het huidige bodemgebruik is op grond van de geringe omvang en de afwezigheid van onaanvaardbare risico’s geen sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging. Bij het beoogde bodemgebruik “Wonen met tuin” is sprake van een gevoelige situatie, waarbij vanwege het zeer hoge gehalte PAK op grond van ingestie onaanvaardbare humane risico´s aanwezig zijn. De omvang speelt in dat geval geen rol. Hierdoor is bij het beoogd bodemgebruik wel sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging waarbij geldt dat voorafgaand aan het toekomstig gebruik maatregelen moeten worden genomen om de risico’s in voldoende mate tegen te gaan. Omdat het saneringsplan hier niet in voorziet hebben wij met betrekking tot die te nemen maatregelen in besluit 1C een aanwijzing opgenomen voor het te behalen saneringsresultaat.
Geval 2A Er is sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging (veroorzaakt voor 1 juli 1993 of er is sprake van een onbekende periode van veroorzaking), omdat de grond binnen een ruimtelijke eenheid (1.000 m2) verontreinigd is met asbest tot boven de interventiewaarde. Daarnaast overschrijdt in een bodemvolume van tenminste 25 m3 grond de gemiddelde concentratie van koper, lood en zink de interventiewaarden. Het geval van ernstige verontreiniging hoeft niet met spoed te worden gesaneerd, omdat bij het huidige bodemgebruik geen onaanvaardbare risico's voor de mens, plant of dier aanwezig zijn en er geen onaanvaardbare verspreiding van de verontreiniging aanwezig is.
866658 | 22 april 2016
7 | 14
Bij het beoogde bodemgebruik bestaat wel een saneringsnoodzaak, het saneringsplan voorziet daar in. Een risicobeoordeling voor de toekomstige situatie is daarom in dit geval niet nodig.
Geval 2B In een bodemvolume van tenminste 25 m3 grond overschrijdt de gemiddelde concentratie van minerale olie de interventiewaarde. Er is sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging, veroorzaakt voor 1 januari 1987 (of er is sprake van een onbekende periode van veroorzaking). Het geval van ernstige verontreiniging hoeft niet met spoed te worden gesaneerd, omdat bij het huidige bodemgebruik geen onaanvaardbare risico's voor de mens, plant of dier aanwezig zijn en er geen onaanvaardbare verspreiding van de verontreiniging aanwezig is. Bij het beoogde bodemgebruik bestaat wel een saneringsnoodzaak, het saneringsplan voorziet daar in. Een risicobeoordeling voor de toekomstige situatie is daarom in dit geval niet nodig.
Geval 4A In een bodemvolume van minder dan 25 m3 grond overschrijdt de gemiddelde concentratie van PCB de interventiewaarde. De verontreiniging is veroorzaakt voor 1 januari 1987 (of er is sprake van een onbekende periode van veroorzaking). Bij het huidige bodemgebruik is op grond van de geringe omvang en de afwezigheid van onaanvaardbare risico’s geen sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging. Bij het beoogde bodemgebruik “Wonen met tuin” is sprake van een gevoelige situatie, waarbij vanwege de concentratie PCB op grond van ingestie onaanvaardbare humane risico´s aanwezig zijn. De omvang speelt in dat geval geen rol. Hierdoor is bij het beoogd bodemgebruik wel sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging waarbij geldt dat voorafgaand aan het toekomstig gebruik maatregelen moeten worden genomen om de risico’s in voldoende mate tegen te gaan. Omdat het saneringsplan hier niet in voorziet hebben wij met betrekking tot die te nemen maatregelen in besluit 1F een aanwijzing opgenomen voor het te behalen saneringsresultaat.
Geval 6A/B In een bodemvolume van tenminste 25 m3 grond overschrijdt de gemiddelde concentratie van zink en PAK de interventiewaarden. Er is sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging, veroorzaakt voor 1 januari 1987 (of er is sprake van een onbekende periode van veroorzaking). Het geval van ernstige verontreiniging hoeft niet met spoed te worden gesaneerd, omdat bij het huidige bodemgebruik geen onaanvaardbare risico's voor de mens, plant of dier aanwezig zijn en er geen onaanvaardbare verspreiding van de verontreiniging aanwezig is.
866658 | 22 april 2016
8 | 14
Bij het beoogde bodemgebruik bestaat wel een saneringsnoodzaak, het saneringsplan voorziet daar in. Een risicobeoordeling voor de toekomstige situatie is daarom in dit geval niet nodig.
Geval 6C Er is sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging (veroorzaakt voor 1 juli 1993 of er is sprake van een onbekende periode van veroorzaking), omdat de grond binnen een ruimtelijke eenheid (1.000 m2) verontreinigd is met asbest tot boven de interventiewaarde. Het geval van ernstige verontreiniging hoeft niet met spoed te worden gesaneerd, omdat bij het huidige bodemgebruik geen onaanvaardbare risico's voor de mens, plant of dier aanwezig zijn en er geen onaanvaardbare verspreiding van de verontreiniging aanwezig is. Bij het beoogde bodemgebruik bestaat wel een saneringsnoodzaak, het saneringsplan voorziet daar in. Een risicobeoordeling voor de toekomstige situatie is daarom in dit geval niet nodig.
Geval 7A/B Wij oordelen dat hier sprake is van een organisatorische, technische en ruimtelijke samenhang, waardoor sprake is van één geval van bodemverontreiniging. In een bodemvolume van tenminste 25 m3 grond overschrijdt de gemiddelde concentratie van koper, lood, nikkel en zink de interventiewaarden. Er is sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging, veroorzaakt voor 1 januari 1987 (of er is sprake van een onbekende periode van veroorzaking). Het geval van ernstige verontreiniging hoeft niet met spoed te worden gesaneerd, omdat bij het huidige bodemgebruik geen onaanvaardbare risico's voor de mens, plant of dier aanwezig zijn en er geen onaanvaardbare verspreiding van de verontreiniging aanwezig is. Bij het beoogde bodemgebruik bestaat wel een saneringsnoodzaak, het saneringsplan voorziet daar in. Een risicobeoordeling voor de toekomstige situatie is daarom in dit geval niet nodig.
Geval 7C Er is sprake van een verontreiniging met minerale olie in de grond in gehalten groter dan de interventiewaarde. Het bij de aanvraag ingediende bodemonderzoek is niet voldoende om een uitspraak te kunnen doen over de ernst en spoed. Inmiddels is de omvang van de verontreiniging in kaart gebracht en is voor de sanering een melding op grond van het Besluit uniforme saneringen (BUS) ingediend. De aanpak van deze verontreiniging maakt geen onderdeel uit van het saneringsplan, waar deze beschikking betrekking op heeft (Van der Helm Milieubeheer BV, kenmerk AMNO131420, d.d. 11 november 2015).
866658 | 22 april 2016
9 | 14
Geval 7D In een bodemvolume van tenminste 25 m3 grond overschrijdt de gemiddelde concentratie van koper en zink de interventiewaarden. Er is sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging, veroorzaakt voor 1 januari 1987 (of er is sprake van een onbekende periode van veroorzaking). Het geval van ernstige verontreiniging hoeft niet met spoed te worden gesaneerd, omdat bij het huidige bodemgebruik geen onaanvaardbare risico's voor de mens, plant of dier aanwezig zijn en er geen onaanvaardbare verspreiding van de verontreiniging aanwezig is. Bij het beoogde bodemgebruik bestaat wel een saneringsnoodzaak, het saneringsplan voorziet daar in. Een risicobeoordeling voor de toekomstige situatie is daarom in dit geval niet nodig.
Geval 7E Er is sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging (veroorzaakt voor 1 juli 1993 of er is sprake van een onbekende periode van veroorzaking), omdat de grond binnen een ruimtelijke eenheid (1.000 m2) verontreinigd is met asbest tot boven de interventiewaarde. Het geval van ernstige verontreiniging hoeft niet met spoed te worden gesaneerd, omdat bij het huidige bodemgebruik geen onaanvaardbare risico's voor de mens, plant of dier aanwezig zijn en er geen onaanvaardbare verspreiding van de verontreiniging aanwezig is. Bij het beoogde bodemgebruik bestaat wel een saneringsnoodzaak, het saneringsplan voorziet daar in. Een risicobeoordeling voor de toekomstige situatie is daarom in dit geval niet nodig. Saneringsplan Het saneringsplan is opgesteld in verband met de voorgenomen herontwikkeling van het gebied. In het saneringsplan is de volgende saneringsdoelstelling opgenomen: Het geschikt maken van de locatie voor het voorgenomen gebruik “Wonen met tuin” . De saneringsdoelstelling wordt als volgt bereikt. Verwijdering van de verontreiniging door middel van open ontgraving, tot de maximale waarden behorende bij de bodemkwaliteitsklasse “Wonen”. De ontgraven verontreinigde grond zal worden afgevoerd naar een erkend verwerker. Voor aanvullingen zal grond met kwaliteitsklasse "Wonen" worden toegepast. Er liggen meerdere gevallen van ernstige bodemverontreiniging binnen hetzelfde grondgebied en in elkaars nabijheid. Daarom bepalen wij dat gelijktijdig met de sanering van deze gevallen moet worden begonnen. De instemming met het saneringsplan is een beperkte periode van vier jaar geldig. Als na deze periode met de sanering wordt gestart, zullen wij op verzoek het saneringsplan opnieuw op actualiteit beoordelen.
866658 | 22 april 2016
10 | 14
Tevens willen wij u erop wijzen, dat er meerdere toestemmingen vereist kunnen zijn voor het uitvoeren van een bodemsanering. Op de website http://www.voordatubegintmetbodemsaneren.nl kunt u nagaan welke beschikkingen u (in ieder geval) nog aan dient te vragen. Bekendmaking en mededeling Wij hebben de aanvraag en de ontwerpbeschikking in de week van 3 december 2015 bekendgemaakt in het Witte weekblad (editie Aalsmeer) en op 4 december 2015 op de website van de Provincie Noord-Holland. Wij hebben deze beschikking op 12 mei 2016 bekendgemaakt in het Witte weekblad (editie Aalsmeer) en op 13 mei 2016 op de website van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied (https://www.odnzkg.nl). Hoogachtend, Het college van gedeputeerde staten van de provincie Noord-Holland, namens deze, de directeur van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied, voor deze, de heer J.T.M. Jansen Teammanager Advies & Expertise Portefeuille Bodem en Bouw
Dit document is digitaal vastgesteld. Een fysieke of ingescande handtekening is daarom niet nodig. Meer informatie: https://www.odnzkg.nl/mozard/!suite86.scherm0325?mVrg=1891 Beroepsclausule Bent u het niet eens met dit besluit? Dan kunt u als u belanghebbende bent bij het besluit binnen zes weken na de dag waarop dit besluit ter inzage is gelegd een beroepschrift indienen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA DEN HAAG. Vermeld in uw beroepschrift altijd de datum, uw naam, adres, handtekening, het referentienummer/kenmerk van dit besluit (of stuur een kopie van het besluit mee) en de reden(en) waarom u beroep instelt. Het indienen van een beroepschrift schort de werking van het besluit niet op. In spoedgevallen kan tijdens de beroepsprocedure een voorlopige voorziening worden gevraagd aan de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA DEN HAAG. Voor een verzoek om een voorlopige voorziening zijn griffierechten verschuldigd. Zie voor meer informatie www.raadvanstate.nl. Verder verwijzen wij u naar de publicatie “Bezwaar en beroep tegen een beslissing van de overheid”. Zie: www.rijksoverheid.nl/documenten. Kies het type ‘brochure’ en zoek naar de trefwoorden bezwaar en beroep. Sorteer op ‘relevantie’.
866658 | 22 april 2016
11 | 14
Bijlagen 2 Kadastrale kaarten met interventiewaardencontouren in de vaste grond (depotgebied) 2 Percelenlijsten Kennisgeving Kopie aan Van der Helm Milieubeheer B.V. Liander Infra West N.V.
866658 | 22 april 2016
12 | 14
Nadere informatie Melding start sanering Ten minste vijf werkdagen van tevoren moet u de startdatum van de sanering melden aan de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied. Dit kunt u doen met behulp van het webformulier ‘Start bodemsanering’ dat is te vinden op de volgende website: www.odnzkg.nl. Indien er asbest aanwezig is moet u de startdatum ook melden aan de Inspectie SZW op telefoonnummer 0800-5151. APV en Bouwverordening Overigens stellen ook de Algemene plaatselijke verordening en de Bouwverordening eisen ten aanzien van hinder en overlast voor de omgeving, zoals verkeersstremmingen, geluids-, stof- en stankoverlast. Wilt u de uitvoerder van de bodemsanering hier op wijzen. Handhaving / melding wijziging De sanering moet overeenkomstig het saneringsplan, de beschikking en de daaraan verbonden voorschriften worden uitgevoerd. Als dat niet gebeurt, kunnen wij wettelijke sanctiemiddelen toepassen, zoals het opleggen van een last onder dwangsom. Als vanwege onvoorziene omstandigheden tijdens de sanering moet worden afgeweken van dit saneringsplan, deze beschikking en/of de voorschriften, moet dit aan ons worden gemeld en is dit uitsluitend toegestaan na onze schriftelijke instemming. Gebruik voor het melden van de afwijkingen het formulier: ‘melding wijziging uitvoering bodemsanering’. Dit formulier kunt u vinden op: www.odnzkg.nl. Besluit bodemkwaliteit Als grond van buiten de saneringslocatie wordt toegepast moet deze toepassing voldoen aan het Besluit bodemkwaliteit. Grond en bouwstoffen (waaronder verhardingsmateriaal) die worden afgevoerd van een locatie moeten in eerste instantie worden aangemerkt als afvalstoffen. Slechts indien wordt voldaan aan het Besluit bodemkwaliteit kunnen grond en bouwstoffen in aanmerking komen voor hergebruik en elders worden toegepast. Indien geen sprake is van hergebruik zullen grond en bouwstoffen volgens de afvalstoffenregelgeving moeten worden afgevoerd naar een erkend verwerker. Op de website www.rwsleefomgeving.nl (via organisatie/bodemplus, zoekmenu erkende bodemintermediairs) kunt u nagaan welke personen en instellingen beschikken over een erkenning volgens het Besluit bodemkwaliteit. Alleen personen en instellingen die erkend zijn mogen werkzaamheden in de bodem verrichten (zoals bodemonderzoek en bodemsaneringen). Op deze website kunt u meer informatie vinden over het Besluit
bodemkwaliteit.
866658 | 22 april 2016
13 | 14
Onttrekking en lozing van grondwater Als u bij ontgravingswerkzaamheden grondwater gaat lozen moet u tevens voldoen aan het gestelde in het Besluit lozen buiten inrichtingen. Voor de volledige tekst van het Besluit verwijzen wij u naar overheid.nl, site https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2011153.html. Op grond van het besluit geldt een meldingsplicht. Bij lozing op het gemeentelijke riool moet u deze melding richten aan het bevoegd gezag, de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied. Zie hiervoor de website: www.odnzkg.nl onder ‘digitale formulieren’. Kies vervolgens voor ‘Melding lozing buiten inrichting’; Bij directe lozing op het oppervlaktewater dient u contact op te nemen met het betreffende bevoegd gezag Waterwet. Arbeidsomstandigheden Tijdens uitvoering van onder andere grondverzetwerkzaamheden moet rekening worden gehouden met arbeidshygiënische randvoorwaarden. Het toezicht en de handhaving wordt uitgevoerd door de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Voor informatie over de te nemen maatregelen verwijzen wij u naar de publicatie Werken in verontreinigde grond, CROW Publicatie 132. Melding einde sanering Uiterlijk vijf werkdagen na beëindiging van de saneringswerkzaamheden moet u de datum waarop de saneringswerkzaamheden zijn beëindigd melden bij de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied. Dit kunt u doen met behulp van het webformulier ‘Eind bodemsanering’ , dat is te vinden op de volgende website: www.odnzkg.nl. Overige werkzaamheden Als er naast de bodemsanering andere werkzaamheden plaatsvinden die buiten de Wet bodembescherming vallen, is hiervoor wellicht een melding of toestemming vereist. Op de website www.voordatubegintmetbodemsaneren.nl kunt u informatie vinden over andere werkzaamheden en regels die bij een bodemsanering komen kijken en bij welke overheid die informatie kan worden verkregen.
866658 | 22 april 2016
14 | 14