Gemeenschapskunst betrekt bewoners op een actieve manier bij culturele projecten met een artistieke invalshoek en geeft een impuls aan de sociale cohesie van buurt, wijk of gemeente. Wat is gemeenschapskunst eigenlijk? Wat is de historische achtergrond? Hoe kijken kunstenaars tegen gemeenschapskunst aan? Hoe ervaren bewoners de betrokkenheid van kunstenaars bij hun leefomgeving? Kunnen kunst en cultuur, in een steeds individualistischer wordende samenleving, een bijdrage leveren aan het bevorderen van de gemeenschapszin? In deze publicatie geven de kunstenaars Jeanne van Heeswijk en Ida van der Lee en de wetenschappers Rik Pinxten en Sandra Trienekens antwoord op deze vragen. Kunstgebouw organiseerde de afgelopen jaren in de provincie Zuid-Holland enkele opmerkelijke kunstprojecten op het gebied van de gemeenschapskunst. In Delft waren dat de projecten Delftse Kleden, Mammoet op de vensterbank, Isaac da Costa aan tafel en In Holland staat een flat. In Gorinchem werd Langs de Lijn van De Toekomst gerealiseerd en in Naaldwijk het kunstproject Grenzeloos. Deze succesvolle praktijkvoorbeelden zijn voor Kunstgebouw aanleiding om stil te staan bij gemeenschapskunst.
Gemeenschapskunst in Zuid-Holland
Gemeenschapskunst in Zuid-Holland
GEMEENSCHAPSKUNST IN ZUID-HOLLAND
GEMEENSCHAPSKUNST IN ZUID-HOLLAND
KUNSTGEBOUW
05
INHOUDSOPGAVE Gemeenschapskunst heeft zijn relevantie meer dan bewezen Voorwoord Erik van Heijningen Gedeputeerde Cultuur van de provincie Zuid-Holland
07
Inleiding
09
Gemeenschapskunst – ontstaan en praktijk
11
Voorbeeldprojecten van gemeenschapskunst in Zuid-Holland Delftse Kleden Mammoet op de vensterbank Isaac da Costa aan tafel In Holland staat een flat Langs de Lijn van De Toekomst Grenzeloos
21 25 29 33 37 41
Interviews In gemeenschapskunst komt alles samen Interview met Klaas Hoekstra en Karel Winterink Voorkom mythevorming Interview met Sandra Trienekens Laat onze cultuur meerstemmig zijn Interview met Rik Pinxten Geef mensen hun wortels terug Interview met kunstenaar Ida van der Lee Een hedendaagse portretkunstenaar Interview met kunstenaar Jeanne van Heeswijk
47 51 54 60 66
Projectoverzicht Kleurrijke Wijken Naaldwijk Gouda Delft Gorinchem Nieuwerkerk aan den IJssel Schiedam
73 80 81 82 84 85 87
Literatuurlijst Colofon
91 93
07
VOORWOORD GEMEENSCHAPSKUNST HEEFT ZIJN RELEVANTIE MEER DAN BEWEZEN In het kader van het Cultuurplan 2001-2004 nam de provincie Zuid-Holland het initiatief tot het project Kleurrijke Wijken. In de periode 2002-2004 deden de gemeenten Naaldwijk, Gouda, Gorinchem, Delft, Schiedam en Nieuwerkerk aan de IJssel hieraan mee. Kunstgebouw coördineerde samen met de zes gemeenten de ontwikkeling en uitvoering van Kleurrijke Wijken. Kleurrijke Wijken is een cultureel project dat mensen met verschillende culturele achtergronden door middel van kunst en cultuur betrekt bij het sociale en culturele leven in hun wijk. Samen met kunstenaars, gemeenten, woningcorporaties en andere wijkinstellingen onderzoeken de bewoners wat hun onderlinge band is en wat de wijk uniek maakt. De verschillende culturele achtergronden worden bij elkaar gebracht in kunst- en cultuurprogramma’s. Deze samenwerking dient uiteindelijk te leiden tot een grotere betrokkenheid tussen wijkbewoners en gemeente en verschillende instellingen op het gebied van kunst, cultuur en welzijn. Daarnaast is het doel dat de activiteiten een bijdrage leveren aan (meer) samenhang van de wijk en de kwaliteit van de leefomgeving. In Kleurrijke Wijken bemerken de provincie Zuid-Holland en Kunstgebouw de kracht die gemeenschapskunst heeft bij het verwezenlijken van die doelen. Dit boek is samengesteld om deze ontdekking voor het voetlicht te brengen. Zes Zuid-Hollandse projecten van gemeenschapskunst (Delftse Kleden, Mammoet op de vensterbank, In Holland staat een flat, Isaac da Costa aan tafel, Langs de Lijn van De Toekomst en Grenzeloos) dienen als voorbeeldprojecten en worden in dit boek uitgebreid beschreven. Ze zijn alle uitstekende voorbeelden van de manier waarop gemeenschapskunst een bijdrage levert aan het revitaliseren van een flat, buurt, wijk of gemeente. Daarmee heeft deze kunstvorm zijn relevantie meer dan bewezen: gemeenschapskunst en gemeenschapszin hebben de toekomst!
Erik van Heijningen Gedeputeerde Cultuur van de provincie Zuid-Holland
09
INLEIDING Kunstgebouw is al tien jaar actief op alle gebieden van het kunst- en cultuurbeleid in Zuid-Holland. In die periode zijn door Kunstgebouw veel concepten ontwikkeld en manifestaties georganiseerd waarbinnen professionele kunst, amateurkunst en kunsteducatie elkaar vinden en versterken. Gemeenschapskunst heeft zich tussen al die concepten een belangrijke plek verworven. Ook in het project Kleurrijke Wijken, dat Kunstgebouw tussen 2002 en 2004 leidde, speelde deze kunstvorm een voorname rol. Daarom is nu, na een aantal jaar van goede ervaringen, de tijd rijp voor een overzicht. De voorbeelden van de gemeenschapskunstprojecten die plaatsvonden in het kader van Kleurrijke Wijken vormen een belangrijk onderdeel van dit boek: Delftse Kleden, Mammoet op de vensterbank, Isaac da Costa aan tafel, In Holland staat een flat, Langs de Lijn van De Toekomst en Grenzeloos. Een compleet overzicht van alle projecten van Kleurrijke Wijken is achterin opgenomen. Verder komen in deze uitgave professionals uit verschillende gebieden van kunst en wetenschap aan het woord. Adjunct-directeur Klaas hoekstra en projectleider Karel Winterink van Kunstgebouw lichten toe hoe een kunst- en cultuurinstelling als Kunstgebouw inspeelt op de ontwikkelingen van gemeenschapskunst en waarom het nu zo belangrijk is. Sandra Trienekens is wetenschappelijk docent voor de master Media en Journalistiek van de Faculteit Historische en Kunstwetenschappen van de Erasmus Universiteit Rotterdam. Daarnaast doet zij onderzoek naar community arts, cultuurparticipatie en sociale cohesie. In deze uitgave vertelt zij over gemeenschapskunst en sociale cohesie. Rik Pinxten is hoogleraar vergelijkende culturele wetenschappen, antropoloog en voorzitter van het Humanistisch Verbond. Hij vertelt over de rol van gemeenschapskunst in de maatschappij. Ida van der Lee is beeldend kunstenaar. Zij realiseerde onder andere: De overlevering van een huis (Breukelen, 1996-1997), Wasgoed is Goed (Amsterdam, 1999) en Ontroerend Goed (Abcoude, 2001-2003). Het project Sloophamer Schatkamer (2003) is een voorbeeld hoe kunstenaars uit verschillende disciplines op projectbasis kunnen worden aangetrokken om een samenwerkingsproces op gang te brengen tussen enerzijds de bewoners onderling en anderzijds tussen bewoners, woningcorporaties en gemeenten. Jeanne van Heeswijk onderzoekt in haar werk als kunstenaar de interactie die mensen hebben met en in het publieke domein. Projecten van Jeanne van Heeswijk zijn onder andere het Kleurrijke Wijkenproject Langs de Lijn van De Toekomst (Gorinchem 2003), De Strip (Vlaardingen 2002, 2003) en Face Your World (Ohio, VS en Slotervaart, Amsterdam 2002). Om u als lezer beslagen ten ijs te laten komen, worden hun interviews voorafgegaan door een tekst die gemeenschapskunst in een historisch en internationaal perspectief plaatst.
11
GEMEENSCHAPSKUNST - ONTSTAAN EN PRAKTIJK
Gemeenschapskunst – ontstaan en praktijk
ONTSTAANSGESCHIEDENIS Gemeenschapskunst heeft veel namen. We noemen het ook wel community arts (GrootBrittannië), community outreach (Verenigde Staten), community cultural development (Australië) of sociaal artistieke projecten (Vlaanderen en Nederland). In Groot Brittannië, de VS en Australië kent de huidige vorm van gemeenschapskunst een traditie van meer dan 30 jaar –maar eigenlijk is het nog een veel ouder begrip. Voordat de kunst als uitdrukking van het individu belangrijk werd, was de kunst vooral een uiting van een gemeenschappelijk gevoelde cultuur. Kunst was daarmee per definitie ge meenschapskunst. Theater als voortvloeisel uit religieuze handelingen is daarvan een goed voorbeeld.
1. Mark Dols, Janneke Schenk & Erik van Rosmalen: De Rode Droom: een eeuw sociaaldemocratie in Nederland
2. Caroline Boot, Marijke van der Heijden: Gemeenschapskunst
Rond het eind van de 19e eeuw was de gemeenschapskunst op het tweede plan gekomen, na de autonome kunst. Ze kreeg echter een nieuwe lading door de industrialisatie en het groeiende kapitalisme. In de ogen van veel kunstenaars was door het wegvallen van de ambachtelijke productie het gevoel voor zuivere vorm en harmonie teloor gegaan.1 Kennismaking met het socialisme leidde vele kunstenaars tot het ‘ware inzicht’ in het verband tussen kunst en maatschappij. Vooral de Engelse ‘arts and crafts’ beweging inspireerde die vernieuwing. In de architectuur was de omwenteling het best zichtbaar. H.P. Berlage, de architect van de Amsterdamse Beurs, was daar de grote voorman. Voor beeldend kunstenaars, zoals Richard Roland Holst, was monumentale kunst de belangrijkste uitingsvorm van de nieuwe idealen.2 Ruim een eeuw later staan we aan het begin van weer een nieuw tijdperk. Voor het eerst in de geschiedenis kunnen grote groepen mensen
Gemeenschapskunst – ontstaan en praktijk
van over de hele wereld rechtstreeks kennis en ideeën uitwisselen. Deze enorme democratisering van informatie en communicatie valt samen met het einde van de Westerse culturele en economische hegemonie. Samen vormen deze ontwikkelingen de motor van belangrijke maatschappelijke verschuivingen.3 Daarmee zijn ook nieuwe kunstvormen mogelijk geworden en worden ‘oude’ concepten weer in een nieuw jasje gegoten. Overal ontstaan nieuwe gemeenschapsvormen. Is er daarmee ook ruimte voor een nieuwe gemeenschapskunst?
BELEID: EEN VERGELIJKING MET GROOT-BRITTANNIË Om onze positie nader te bepalen, is het de moeite waard naar Groot-Brittannië te kijken; dichtbij maar met een andere rol voor kunst in de samenleving. Om te beginnen lijkt het spanningsveld tussen de artistieke expressie van de kunstenaar en de deelname van de gemeenschap er minder relevant. Men ziet social & community arts als een zelfstandige kunstvorm, die het toegankelijk maken van cultuur en het ontwikkelen van de gemeenschap als belangrijkste doelen heeft. Het concept is zelfs zo succesvol dat de British Council verschillende internationale gemeenschapskunstprojecten steunt. Het Britse concept is gestoeld op de overtuiging dat wanneer mensen hun creatieve talenten mogen ontwikkelen en gebruiken, hun gemeenschapsgevoel en culturele identiteit versterkt worden –waardoor de kunst voor hen als vanzelf toegankelijker wordt. Vanuit deze overtuiging wordt gemeenschapskunst onder andere ingezet bij het herontwikkelen van
13
3. Liesbet van Zoonen: Gender en ICT, Literatuuronderzoek ten behoeve van Infodrome en Rik Pinxten: De Artistieke Samenleving (2003)
Gemeenschapskunst – ontstaan en praktijk
Gemeenschapskunst – ontstaan en praktijk
de 19e eeuwse haven- en industriegebieden in de grote steden. Omdat het als integraal onderdeel wordt gezien van deze herontwikkeling, worden de kunstprojecten over het algemeen ook uit de ontwikkelingsbudgetten gefinancierd. Op deze manier wordt niet alleen voorzien in cement tussen de stenen, maar ook tussen individuen en bevolkingsgroepen. In Nederland duurde het tot het midden van de jaren zeventig voor er een vergelijkbaar beleid ontstond. Het ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk ging zich richten op kunstspreiding in aparte doelgroepen en in verschillende regio’s. Doel daarvan was niet zozeer de verheffing door de kunst, maar de opheffing van achterstanden in bepaalde maatschappelijke groeperingen. ‘Maatschappelijke relevantie’ werd dan ook een belangrijk criterium voor de toekenning van subsidies. Die welzijnsideologie verruimde het cultuurbegrip en leidde tegelijkertijd tot een grotere verscheidenheid in subsidiebestemmingen.
Cultuur als Confrontatie en het Actieplan Cultuurbereik (2001). De overheid wilde het publieksbereik vergroten en de interactie tussen kunst en de samenleving stimuleren. Gemeenten en provincies kregen de opdracht om beter naar burgers te luisteren en kunstprojecten te starten waarin vraaggericht kon worden gewerkt. Juist dit streven veroorzaakte knelpunten. Om te beginnen zijn er weinig homogene doelgroepen en bovendien, hoe is de vraagkant van bijvoorbeeld een wijk in kaart te brengen, opdat er iets georganiseerd kan worden?
Tien jaar later nam de centrale overheid een flinke stap terug en kwam het politieke idee van de verzorgingsstaat onder vuur te liggen. Men vond dat kwalitatief hoogstaande kunst door de overheid moest worden gesteund, juist als er weinig publiek voor is. Daarmee kwam autonome kunst, die beoordeeld en gewaardeerd wordt op artistieke kwaliteiten, steeds lijnrecht tegenover samenlevingskunst te staan, waarbij maatschappelijke relevantie telt en het proces belangrijker is dan de artistieke kwaliteit van het einproduct. Toch schoof binnen twee decennia de aandacht weer terug naar diversiteit en vergroting van cultuurdeelname. Aan het begin van de 21e eeuw scherpte staatssecretaris Rick van der Ploeg de discussie aan in de beleidsplannen
15
In november 2003 plaatste het kabinet met de nota Meer dan de som. Beleidsbrief Cultuur 2004 - 2007 het cultuurbeleid in een nieuw perspectief: niet het maatschappelijk bewustzijn in de cultuur, maar het culturele besef in de maatschappij moet worden vergroot. Kwaliteit staat voorop, maar het kabinet meet zich geen oordeel aan over de artistieke kwaliteit. De afweging wordt gemaakt op financiële, beleidsmatige, bedrijfsmatige en bestuurlijke gronden. Het Actieplan Cultuurbereik wordt in gemoderniseerde vorm voortgezet. Daarmee is er ruimte voor gemeenschapskunst.
VALKUILEN Gemeenschapskunst is geen tweederangs kunst. In Groot-Brittannië is binnen de community arts gemeenschap4 een grote culturele diversiteit ontstaan, maar deze sijpelt niet door naar andere kunstvormen. De beoefenaars van gemeenschapskunst komen er met andere woorden op een eilandje terecht. Het etiket ‘kunst voor zielige mensen’ ligt dan om de hoek. Het hoofddoel van gemeenschapskunst
4. Sandra Trienekens, Urban Paradoxes: lived citizenship and the location of diversity in the arts, 2004
Gemeenschapskunst – ontstaan en praktijk
Gemeenschapskunst – ontstaan en praktijk
zal daarom moeten zijn dat mensen hun eigen stem kunnen ontdekken en leren gebruiken. Die stem geeft ze toegang tot andere sectoren van kunst en samenleving.
daarvan kan gemeenschapskunst ook een passende methode zijn bij projecten waarin onderzoek naar cultureel erfgoed aan de orde komt.
Gemeenschapskunst is ook geen panacee. Sociale cohesie, of –beter nog– gemeenschapszin is niet het doel van de projecten. Zo beschouwd, wordt de kunstenaar gedegradeerd tot een Trojaans Paard, dat de onneembare vesting van de ‘anderen’ neemt met een verborgen agenda. We willen het anders stellen: gemeenschapszin brengt gemeenschapskunst tot stand. Bij gemeenschapskunst ligt de rol van de kunstprofessional voor een belangrijk deel in het vinden van de basis van deze gemeenschapszin; dat wat er leeft bij bewoners, wat ze verbindt en zo interactie uitlokt. Als die basis er niet is –maar zou dat echt ooit voorkomen?– houdt alles op.
ONTWIKKELINGEN IN DE KUNSTSECTOR
5. Klazien Brummel, Ken Barlett: Van uitsluiting naar insluiting: Naar een bredere kunstpraktijk in Nederland, 2003
Gemeenschapskunst past binnen de ontwikkeling waarin grenzen tussen kunstdisciplines vervagen en de rol van de kunstenaar in de maatschappij opnieuw gedefinieerd lijkt te worden. De gedachte dat de kunstenaar een individu is dat buiten de samenleving staat en geen enkele rol heeft als medemens –laat staan als burger, begint achterhaald te raken5 nu deze samenleving grote veranderingen doormaakt. Als geen andere kunstvorm weerspiegelt gemeenschapskunst de complexiteit van de samenleving die is ontstaan als gevolg van de globalisering en nieuwe media. In het verlengde
NAAR EEN DEFINITIE In de 21ste eeuw is gemeenschapskunst dat wat tot stand komt als kunstprofessionals en bewoners uit een bepaalde leefomgeving samenwerken. Gemeenschapskunst biedt mensen een gemeenschappelijke ervaring en herinnering en helpt zo te bouwen aan hun cultuur en geschiedenis. Daarmee kan en wil gemeenschapskunst een antwoord bieden op actuele sociale kwesties. Dit vanuit de overweging dat het steeds moeilijker en onwenselijker wordt om te aanvaarden dat verschillende groepen langs elkaar heen leven. Gemeenschapskunst kan een nieuwe gemeenschappelijkheid creëren –een nieuwe mentale ruimte bieden waarin verschillende individuen zich kunnen ontwikkelen en samenleven. Een belangrijk kenmerk van gemeenschapskunst is dat kunstenaars de bewoners uit een bepaalde leefomgeving nauw en actief betrekken bij de totstandkoming van het kunstwerk. De kunstwerken ontstaan dan ook vanuit de belevingswereld en de behoefte van de bewoners. Gemeenschapskunst is meestal laagdrempelig, maar dat is geen doel op zich. Waar het om gaat, is dat de kunst dicht bij de mensen staat, wat kan doordat het op locatie ontstaat in de flat, buurt, straat, wijk of plein en tot stand komt met gebruikmaking van alle denkbare middelen, van verf tot en met gsm, van kookboek tot en met internet.
17
Gemeenschapskunst – ontstaan en praktijk
Gemeenschapskunst – ontstaan en praktijk
De kunstenaar beperkt zich niet per definitie tot zijn eigen discipline. Verschillende scheppende kunsten kunnen een bijdrage leveren aan de totstandkoming van het kunstwerk. De kunstenaar hanteert een procesgerichte werkwijze met als doel bewoners kunst te laten maken, ervaren, beheren, waarderen en onderdeel te laten zijn van de gemeenschap.
bij het vergaren van informatie en aangaan van contacten met gelijkgestemden, verdwijnt de noodzaak om sociale contacten aan te gaan in de –veel minder veilige en comfortabele– openbare ruimte. Doordat het makkelijker wordt zich er minder mee te verbinden, wordt de openbare ruimte anoniemer, waardoor ze nog verder in het slop raakt. De ander, die men in deze ruimte zou kunnen ontmoeten, groeit steeds meer uit tot een potentiële bedreiging, juist omdat er geen fysiek contact meer wordt gelegd6. 6. Een gemeenschap bestaat in het aangaan van naar Rik Pinxten, persoonlijke, fysieke contacten. Daar waar De Artistieke Samenleving, de buitenruimte haar vitaliteit verliest, sterft 2003, 1.2 de gemeenschap en de mogelijkheid voor het individu om aansluiting te zoeken. Als een individu zich geen deel voelt van een gemeenschap, voelt hij zich al snel een roepende in de woestijn. Doordat hij nergens bij hoort, komt ook zijn zelfbewustzijn in het geding –hij wordt immers niet (h)erkend en zijn stem niet gehoord. Deelname aan een virtuele gemeenschap kan hooguit een deel van deze leegte invullen. De opkomst van nieuwe ‘gemeenschappen’ die georganiseerd worden via internet leidt bovendien tot een nieuw soort verzuiling die onzichtbaar is in de openbare ruimte, maar de verschraling ervan nog verder laat toenemen. Individuen krijgen immers de gelegenheid om zich in hun veilige thuissituatie een identiteit aan te meten en zich verbonden te voelen met gelijkgestemden, zodat ze zich beter kunnen verweren in de boze buitenwereld –een self fulfilling prophecy is geboren.
Daarmee kent gemeenschapskunst - een artistiek niveau door de betrokkenheid van een kunstprofessional, meestal een kunstenaar; - een culturele dimensie doordat ze de cultuur of culturen van haar bewoners als uitgangspunt neemt; - een actieve participatie van bewoners; - een positieve uitwerking op de gemeenschapszin; - gelijkwaardigheid van proces en product.
BETEKENIS VOOR NEDERLAND: BEVORDEREN VAN GEMEENSCHAPSZIN Na verheffing van het volk, maatschappijhervorming en de opheffing van achterstanden van bepaalde bevolkingsgroepen lijkt er een nieuw doel te zijn ontstaan voor het inzetten van gemeenschapskunst: het bevorderen van de sociale samenhang. Naast andere sociaaleconomische omstandigheden hebben media en ICT mensen de laatste vijftien jaar in sterk toenemende mate de mogelijkheid gegeven om zich terug te trekken uit de openbare ruimte, in hun eigen wereld, die begrensd wordt door de muren van het eigen appartement. De vensters op de wereld zijn in toenemende mate de mobiele telefoon, internet en satelliet-tv. Omdat deze middelen een ultieme keuzevrijheid geven
De gebruikelijke strategie om gemeenschappen te vitaliseren berust op drie pijlers: de ruimtelijke, economische en de sociale pijler. Met deze aanpak wordt gestreefd naar een veelzijdig woningaanbod, een beheersbaar ingerichte
19
Gemeenschapskunst – ontstaan en praktijk
openbare ruimte, een adequaat voorzieningenniveau en economische bedrijvigheid. Daarmee zouden de werkgelegenheid, een gevarieerde samenstelling van de bevolking en een grotere betrokkenheid van de wijkbewoners bij het leven, wonen en werken in de eigen buurt gestimuleerd moeten worden. Dit programma blijkt echter in de praktijk niet voldoende werking te hebben om de bewoners meer bij elkaar en de wijk, buurt of gemeente te betrekken –er moet een manier gevonden worden om bewoners te verleiden zich meer betrokken te voelen bij hun directe leefomgeving. Wellicht kan deze manier gevonden worden door meer aandacht te besteden aan de culturele dimensie van het vraagstuk. Met andere woorden: is er een culturele basis waarop een gemeenschap kan worden gebouwd? Het zoeken naar gemeenschappelijke culturele referentiepunten is van essentieel belang om de bewoners van de wijken het besef te geven van een gedeelde geschiedenis en toekomst. De culturele pijler bestaat enerzijds uit het zichtbaar maken van de geschiedenis van een wijk. Anderzijds bestaat zij uit het maken van geschiedenis; het bouwen aan een nieuwe gemeenschappelijke toekomst. Gemeenschappelijkheid kan ontwikkeld worden door samen de wijk te vullen met beelden, verhalen, verwijzingen en referenties zodat de wijkbewoners wortelen aan de plek en aan elkaar. Zo kan gemeenschapskunst een bijdrage leveren aan de culturele ontwikkeling van individuen en de gemeenschapszin van de groep. Verder kan ze aanzetten tot zelforganisatie en versterking van de groepsidentiteit. Het is kunst verweven met de samenleving; kunst die met, voor en door de gemeenschap tot stand komt.
Voorbeeldproject van gemeenschapskunst in Zuid-Holland
DELFTSE KLEDEN
21
Vrouwen uit alle Delftse Kleden windstreken zijn in Delft samengestroomd en naast geboren en getogen Delftenaren komen wonen. Onder leiding van kunstenaar Tonny van Sommeren borduurden deze vrouwen samen aan vier kleden. Deze kleden hadden als thema water, lucht, aarde en vuur. Zo werd de universele taal van het handwerk een aanknopingspunt om contact te maken.
Delftse kleden (2002) was het eerste project van het kunstenplan Binnen voor Buiten, een kunstenplan voor de wijken Voorhof en Buitenhof. In deze wijken bepalen hoge flats en een enorme bebouwingsdichtheid het beeld en bestond weinig saamhorigheid tussen de bewoners. Doel van het kunstenplan was dan ook het relatief gesloten karakter van de wijk te doorbreken en de wijkbewoners, maar ook de andere Delftenaren, kennis te laten maken met elkaars culturen. Samen borduren was een geweldige aanleiding om elkaars verhalen te leren kennen, de verschillen maar vooral ook de overeenkomsten te zien. Christina, de Griekse deelneemster, herkende meteen de motieven uit de Griekse Oudheid die Mies Bok altijd borduurt omdat ze er zo dol op is. En zijn het nu echt de Hollanders die altijd degelijk werk leveren, terwijl de allochtoon er een zootje van maakt...? Bij het samenbrengen van de werkstukken tot grote kleden, dat onder grote belangstelling van en in overleg met de deelneemsters gebeurde, waren het niet alleen de kleine lapjes die werden verbonden. Beeldend kunstenaar Tonny van Sommeren had de artistieke leiding over het project. Zij is actief vrouwen gaan benaderen op scholen, op straat, in de moskee, bij vluchtelingenwerk, in het ziekenhuis en in de buurtcentra. In eerste instantie deden er 39 vrouwen mee, maar toen deze eenmaal de smaak te pakken hadden gekregen, mobiliseerden ze vele anderen om zich bij het project aan te sluiten.
Bij dit project spreken de getallen voor zich: maar liefst 310 vrouwen van 28 nationaliteiten, de jongste 3 en de oudste 95 jaar oud, werkten samen in een klein half jaar aan 785 borduurwerken. Samen maakten ze zo een vierluik over de elementen water, aarde, lucht en vuur. Het project was zo’n succes en schiep zo’n band tussen de deelneemsters, dat met het einde in zicht, ook de kriebels kwamen om een vervolgproject te starten. Het project is gedocumenteerd in het boekje Delftse Kleden en het ontstaan was te volgen via internet op www.delftsekleden.nl. Het vierluik, ten slotte, is tentoongesteld in Theater De Veste en is daarna opgenomen in de collectie van het Stedelijk Museum Het Prinsenhof in Delft. Na het succes van Delftse Kleden zijn er diverse textiel vervolgprojecten geweest in de gemeente Delft. Hieronder volgt een opsomming. - Jurk van Delft onder leiding van Christina Linaris Coridou en Tonny van Sommeren (2004) - Groeten uit Delft onder leiding van Guda Koster (2004) - Tussenwereld een textielproject in de Beethovenflat onder leiding van Ulrike Bartels (2005)
Voorbeeldproject van gemeenschapskunst in Zuid-Holland
MAMMOET OP DE VENSTERBANK
25
Beeldend kunstenaars Mammoet op de Janske Hombergen en vensterbank Anne van den Bosch fotografeerden alle vensterbanken aan de galerijkant van de Lodewijk van Deysselhof in Delft. De foto’s werden in 2003 –met hun verhalen– verwerkt in een boekje en als emaille borden op de brievenbussen in de portalen van de flat geplaatst. Het project was onderdeel van De omgevallen schoenendoos, een serie projecten op afgebakende locaties, zoals een flat, straat of buurt. Bijzonder was de grote rol die de woningcorporaties hebben gespeeld in het leggen van contacten tussen bewoners en kunstenaars.
De Lodewijk van Deysselhof heeft 132 woningen. Er wonen ongeveer 440 mensen, voor bijna tweederde van allochtone afkomst in deze flat die in de jaren zestig van de vorige eeuw is gebouwd. Er is eigenlijk maar één verschil tussen al die woningen, en dat is de manier waarop bewoners met hun vensterbanken zijn omgegaan. Kunstenaars Janske Hombergen en Anne van den Bosch hebben met het project Mammoet op de vensterbank (2003) het belang van dat ene unieke stukje willen benadrukken. In de vorm van een bewonerscommissie en een zeer betrokken huismeester was er in de flat al een goede basis voor het project. Nadat woningcorporatie Vestia een introductiebrief had gestuurd, was het enthousiasme van de kunstenaars het laatste duwtje dat de bewoners nodig hadden om allemaal mee te doen. De kunstenaars woonden drie maanden lang voor een groot deel van de week in de flat om zo dichtbij het vuur te zijn als ze aan het project werkten. Veel bewoners kwamen bij hen langs om de vorderingen van het werk te volgen en een praatje te maken. De kunstenaars maakten foto’s van alle vensterbanken en spraken met de meeste bewoners om de verhalen die achter hun vensterbank lagen, op te tekenen. Onder grote belangstelling van de bewoners presenteerden ze de foto’s in het wijkcentrum, waarna de tweede fase van start kon gaan. In die fase stelden de kunstenaars een boekje samen met de foto’s en de verhalen. Iedere bewoner kreeg bovendien de foto van zijn vensterbank in een emaille
uitvoering op zijn brievenbus in het entreeportaal onder in de flat. Tijdens een groot wijkfeest onthulden de kunstenaars het boekje en de foto’s aan de bewoners. Die gaven aan dat de oprechte aandacht van de kunstenaars de sfeer in de flat zeer ten goede waren gekomen.
27
Voorbeeldproject van gemeenschapskunst in Zuid-Holland
ISAAC DA COSTA AAN TAFEL
29
Dit Delftse project Isaac da Costa was onderdeel van De aan tafel omgevallen schoenendoos. Kunstenaars Marjet van Hartskamp en Veerle van Tongeren stelden samen met bewoners van de Isaac da Costalaan een kookboek samen. De recepten vormden samen het persoonlijk getinte kookboek Isaac da Costa aan tafel (2003).
Woningcorporatie Vidomes introduceerde kunstenaars Marjet van Hartskamp en Veerle van Tongeren bij de 450 bewoners van de Isaac da Costalaan. In een brief nodigden zij de bewoners, die vanuit de hele wereld in deze flat zijn komen wonen, uit om naar een informatiekraam vóór de flat te komen. Daar konden zij onder het genot van een hapje en een drankje meer te weten komen over het project. De meesten keken in deze fase nog de kat uit de boom, maar sommigen schreven zich toch in om mee te doen met het kookboekproject. Hierna trokken de kunstenaars gedurende een maand van deur tot deur om bewoners bij het werk te betrekken. Sommige flats stonden leeg, sommige bewoners wilden niet meedoen, maar uiteindelijk zegden zeventig gezinnen –ongeveer de helft- hun medewerking toe. Die hield in dat ze zouden koken, recepten zouden opschrijven, hun verhaal zouden vertellen, en natuurlijk hun tafel zouden dekken voor de fotocrew die al het lekkers zou vereeuwigen. De kunstenaars stelden met de foto’s, recepten en verhalen een prachtig vormgegeven kookboek samen. In een buurtfeest presenteerden ze dit aan de flatbewoners, die natuurlijk nieuwsgierig geworden waren naar elkaars kookkunst. Het project heeft er in ieder geval voor gezorgd dat de kookluchtjes in de flat op meer sympathie kunnen rekenen. Het kookboek is inmiddels een felbegeerd object geworden.
31
Voorbeeldproject van gemeenschapskunst in Zuid-Holland
IN HOLLAND STAAT EEN FLAT
33
De Franz Lisztflat in Delft In Holland is een flatgebouw van staat een flat 14 verdiepingen met 650 bewoners, dat is gebouwd in de zeventiger jaren van de vorige eeuw. De bewoners maakten samen met kunstenaars Norman Beierle en Hester Keijser een scheurkalender met als titel In Holland staat een flat. De kalender schetst in 366 pagina’s een beeld van het dagelijks leven van de Nederlander in de 21ste eeuw. Deze pagina’s zijn gevuld met persoonlijke bijdragen van de bewoners. Het project, dat werd uitgevoerd in 2003, maakte deel uit van De omgevallen schoenendoos. Woningcorporatie DuWo speelde een rol bij het leggen van contacten tussen kunstenaars en bewoners.
De kunstenaars begonnen hun project met het bezoeken van alle bewoners. Bij deze bezoeken lieten ze een speciaal ontworpen wervingsboekje achter, met voorbeelden van kalenders. Ook legden ze de bewoners uit hoe zij hun bijdrage konden leveren. Drie maanden lang verzamelden de kunstenaars het materiaal, waarbij de kindermiddagen die ze organiseerden een groot succes waren. In totaal werkten 300 bewoners mee en al snel werden de kunstenaars graag geziene gasten in de flat. In een nieuwsbrief in feuilletonvorm en op internet kon de ontstaansgeschiedenis van de kalender worden gevolgd. In de verzamelfase van drie maanden raakten de kunstenaars bedolven onder een enorme hoeveelheid ruw materiaal. Deze zetten ze om in de scheurkalender, die in november 2003 door 14 zwarte pieten bij de flat werd afgeleverd. Algemeen Dagblad riep de kalender uit tot de meest bizarre scheurkalender van 2004 en bij Het Parool kreeg hij een top vijf notering. De opbrengst van de verkoop werd door de bewoners aan het project Kidsclub gedoneerd. De kidsclub is een voortzetting van de kindermiddagen die werden georganiseerd voor het samenstellen van de kalender en wordt ondersteund door het wijkopbouwwerk.
Voorbeeldproject van gemeenschapskunst in Zuid-Holland
LANGS DE LIJN VAN DE TOEKOMST
37
In 2002 gaf Kunstgebouw Langs de Lijn van kunstenaar Jeanne van De Toekomst Heeswijk de opdracht om een manier te vinden om bewoners van de Gilden- en Vroedschapwijk dichter bij elkaar te brengen met inzet van kunst en cultuur. Dit leidde tot Langs de Lijn van De Toekomst ; een project over culturele competentie en competitie. Langs de Lijn van De Toekomst bestond uit twee delen: een radiostation en het tournament. Als locatie voor dit project was het plaatselijke sportveld en kleedgebouw gekozen. Hier werd dagelijk van januarijuni 2003 gewerkt vanuit het radiostation. Als afsluiting vond het tournament plaats op 31 mei en 1 juni.
Het spel is van oudsher een manier om cultuur te uiten en deze met andere culturen te meten. Langs de Lijn van De Toekomst bracht de rol van het spel binnen de hedendaagse cultuur in zicht, onderzocht hoe het spel zich ontwikkeld heeft en probeerde nieuwe variaties in de praktijk uit. Voor het radiostation maakten het projectteam dertien radioprogramma’s, die door Radio Rijnmond werden uitgezonden, waarin ze bewoners interviewden over thema’s die met sport en spel te maken hebben zoals: Wat is de rol van het spel nu en vroeger, welke regels en gebruiken zijn er, is er altijd sprake van competitie, hoe belangrijk is het om te winnen en wat bekent eer? Voor het tournament werden door het projectteam, bestaande uit kunstenaars, radiomakers, interviewers, sportleraren en sporters en een landschapsarchitect, zeven nieuwe spelen ontwikkeld. Ze baseerden zich hierbij op historisch onderzoek en de informatie die de kunstenaars in het voortraject en de radio-interviews hadden opgedaan. Zo drukten de verschillende culturen in Gorinchem hun stempel op de nieuwe spelen. Tijdens het Tournament werden kracht, kennis, inzicht en cultuur met elkaar gemeten. De zeven ontwikkelde spelen zijn: - De slag om de brug ; geïnpireerd op de fileproblematiek rond Gorinchem’s bruggen. - 3-zijdig voetbal ; een spel dat inspeelt op de rivaliteit tussen de Gorinchemse voetbalverenigingen. - Lijntrekken ; geconcipieerd op basis van de strubbelingen rond het toekomstig gebruik van het sportveld.
- Breakelen ; een combinatie tussen hinkelen en breakdancen - BMX Buzkashi ; een combinatie van het Afghaanse kalfjeslepen (een bewijs van behendigings test voor jonge mannen) en het crossfietsen van de Gorinchemse jeugd. - Elastisch worstelen ; geïnspireerd op Turks olieworstelen. - Naast het water varen ; Indiaas zandvaren in een Gorinchemse context. Een aantal van deze spelen werden voorafgaand aan het tournament getest op de sportinstuiven van Gorinchem Breedtesport, door kinderen van het plaatselijke asielzoekerscentrum en op de Turkse Dag van het Kind (tevens de internationale Dag van het Spelende Kind). De verschillende spelen inspireerde enkele scholen tot het gebruik van de spelen voor hun eigen sportdagen. Integraal onderdeel van het project was de website www. langsdelijn. net, waarop het ontstaan van het project kon worden gevolgd. Op de site kan de bezoeker wandelen langs een eindeloze atletiekbaan en zo alle activiteiten van Langs de Lijn van De Toekomst bezoeken. Ook zijn fragmenten uit de radioprogramma’s nog steeds op deze site te beluisteren. Jeanne van Heeswijk heeft het project Langs de Lijn van De Toekomst gepresenteerd op de Biënnale van Venetië van 2003, in het Gorcums Museum en in museum Boymans van Beuningen in Rotterdam. Onderdeel van deze presentaties vormde de vertoning van de videodocumentaire Along the sidelines dat voor dit project is gemaakt.
39
Voorbeeldproject van gemeenschapskunst in Zuid-Holland
GRENZELOOS
41
In de zomer van 2002 Grenzeloos hebben de bewoners van Maasdijk en de bewoners van het woonwagencentrum aan de Monnikenlaannader kennis met elkaar gemaakt. Er vonden diverse activiteiten plaats onder leiding van beeldend kunstenaar Adrie Huisman. Hierbij speelden de bewoners van het woonwagencentrum en hun leefwijze een centrale rol. Ellen Klaus maakte een videoportret van de bewoners en legde de activiteiten vast. Ook is er lesmateriaal gemaakt voor de groepen 7 en 8 van de basisscholen, waarin kinderen kennis kunnen maken met het thema ‘mobiel wonen’.
Het initiatief voor dit project ontstond mede op voorspraak van de in Maasdijk geboren en getogen kunstenaar Adrie Huisman. Deze voelde zich zeer verbonden met de bewoners van het plaatselijke woonwagencentrum. In zijn ogen leefden de bewoners van het centrum aan de Monnikenlaan teveel gescheiden van de overige dorpsbewoners; de contacten die er waren bestonden teveel uit eenrichtingsverkeer van de woonwagenbewoners naar de dorpsbewoners. Een project, waarin de kennismaking van de dorpsbewoners met de woonwagenbewoners centraal stond, zou hier verandering in kunnen brengen. Adrie Huisman heeft zich enorm voor het project ingezet; door zijn toewijding participeerden alle basisscholen uit het dorp. Ook stelde hij zijn eigen huis, kassen en mobiele woning ter beschikking als locaties voor de workshops. De kunstenaars organiseerden zeer diverse activiteiten. Poppenspeler Damiet van Dalsum maakte met kinderen van drie verschillende basisscholen poppen en verzorgde daarmee een voorstelling, die door 550 leerlingen bezocht werd. Landschapsarchitect John Lonsdale liet kinderen hun ideale mobiele woning ontwerpen. Als feestelijke afsluiting van het project werden alle resultaten tijdens een manifestatie getoond. In dezelfde manifestatie ontvouwde Lonsdale zijn eigen toekomstvisie op het woonwagencentrum. Ook konden bewoners van Maasdijk een kijkje nemen in de woonwagens, om zo kennis te maken met het mobiele wonen. Hoogtepunt van de dag was de vertoning van de videofilm van Ellen Klaus. In haar
film over de woonwagenbewoners portretteerde zij onder andere de oudste woonwagenbewoner, die de kost verdiende als scharensliep. Na afloop van het project is er lesmateriaal vervaardigd voor de basisscholen in het dorp. Het lesmaterial gaat dieper in op de manieren van wonen en met name mobiel wonen.
43
45
INTERVIEWS
In gemeenschapskunst komt alles samen Interview met Klaas Hoekstra en Karel Winterink
In gemeenschapskunst komt alles samen Een interview met Klaas Hoekstra en Karel Winterink over de rol van Kunstgebouw. Klaas Hoekstra en Karel Winterink zijn respectievelijk adjunct-directeur en projectleider van Kunstgebouw. Beiden hebben in de tien jaar dat Kunstgebouw nu bestaat ruime ervaring opgedaan met verschillende manieren om cultuurparticipatie te vergroten. Ze hebben de ontwikkeling van gemeenschapskunst in Nederland op de voet gevolgd.
47
In gemeenschapskunst komt alles samen Interview met Klaas Hoekstra en Karel Winterink
Waarom is gemeenschapskunst zo belangrijk voor Kunstgebouw?
Klaas Hoekstra: Dat ligt besloten in onze doelstelling en werkwijze. Al onze activiteiten hebben tot doel mensen kennis te laten maken met kunst en de houding ten opzichte van kunst positief te beïnvloeden. Naast conceptontwikkelaar, adviseur en organisator zijn we eerst en vooral intermediair. In die positie hebben we onze vinger aan de pols van de tijd –we signaleren ontwikkelingen in de wijk en op straat en volgen kunstenaars die daar op inspelen.
.................�
GEMEENSCHAPSKUNST SLUIT AAN BIJ DE TIJDGEEST .................�
Cultuureducatie en het aanmoedigen van cultuurparticipatie zijn onze hoofddoelen. Gemeenschapskunst is voor ons een vorm om cultuurparticipatie tot stand te brengen die uitstekend aansluit bij de tijdgeest. Hoe kom je als Kunstgebouw tot die conclusie?
KH: Vanaf ons ontstaan in 1995 zijn we op allerlei manieren bezig met het bevorderen van cultuurparticipatie. Elk project dat we hebben georganiseerd levert daarbij waardevolle ervaringen en lessen op, die we gebruiken bij het opzetten van volgende projecten. Zo zijn we langzaam geëvolueerd naar een aanpak waarbij gemeenschapskunst vaak een rol speelt.
Hoe werkt die aanpak in de praktijk?
Karel Winterink: De voorgeschiedenis van Kleurrijke Wijken is een goed voorbeeld van die benadering. In de periode tot 2000 organiseerden we het project ZuidHollandse Cultuursteden. Onderdeel daarvan was het project Kremlingeheugen in Gorinchem van kunstenaar Adriaan Nette. In dit project, dat speelde in 1998, ontdekten we hoe waardevol het is als bewoners op een positieve, onafhankelijke manier met kunst bezig zijn. In samenwerking met zes beeldend kunstenaars maakten mensen verschillende kunstwerken, zoals een CD met interviews over hun geschiedenis en een memoryspel. Het project was zeer succesvol en inspireerde de provincie Zuid-Holland tot een vervolg: Kleurrijke Wijken. Achteraf kunnen we zeggen dat Kremlingeheugen voor ons gemeenschapskunst avant la lettre was. Is Kleurrijke Wijken de herhaling van een succesformule?
KW: Met het formuleren van het mission statement van Kleurrijke Wijken heeft Kunstgebouw een aantal onmisbare ingrediënten benoemd voor gemeenschapskunst –en die ingrediënten zijn voor een groot deel geïnspireerd door de ervaringen met Kremlingeheugen. In die zin is er eerder sprake van evolutie dan van herhaling. Bovendien heeft Kunstgebouw kunstenaars voor ieder afzonderlijk project in Kleurrijke Wijken onderzoek laten doen naar de latente behoeften van bewoners op de projectlocaties, wat heel diverse benaderingen en projecten opleverde –en niet eens altijd gemeenschapskunst. Jullie zien gemeenschapskunst als een manier om cultuurparticipatie te bevorderen?
KH: Ja, cultuurparticipatie is een doel van gemeenschapskunst. Centraal staat dat het resultaat altijd een kunstwerk is. Dat kunstwerk is door bewoners en kunste-
In gemeenschapskunst komt alles samen Interview met Klaas Hoekstra en Karel Winterink
naars samen ontwikkeld. De interactie die tussen bewoners en de kunstenaar –en bewoners onderling– ontstaat is juist in deze tijd zeer relevant. Waarom? Interactie kan toch op vele manieren tot stand komen –de bewoners zouden bijvoorbeeld samen kunnen gaan sporten?
KH: Natuurlijk kan dat. Maar juist de rol van de kunstenaar en het feit dat er een kunstwerk wordt gemaakt, maakt gemeenschapskunst waardevol. Kunstenaars hebben een bijzondere rol in onze maatschappij. Het zijn onafhankelijke mensen. Ze kunnen luisteren, organiseren en inspireren. Kunstenaars helpen ons met andere ogen te kijken –naar onszelf, onze omgeving en elkaar. Door die kwaliteit kunnen ze zichtbaar maken wat er nog niet leek te zijn –bijvoorbeeld wat ons als mensen bindt. Daarmee brengen ze niet alleen een kunstwerk tot stand, maar zetten ze bovendien iets in mensen in beweging, wat al latent aanwezig was. Wordt de kunstenaar daarmee niet een quasi welzijnswerker?
KH: Kunstgebouw is een organisatie die kunst centraal stelt, ook bij gemeenschapskunst. Een project is pas gelukt als het een kunstwerk oplevert. Voorwaarde is ook dat de kunstenaar vrij kan werken. Zoals Karel al zei, worden onze projecten voorafgegaan door een onderzoeksfase, waarin de kunstenaar zijn vinger probeert te leggen op wat mensen in een straat of wijk bezighoudt. Daarop baseert hij zijn projectvoorstel. De kunstenaar kiest daarmee zelf zijn thematiek en zijn werkwijze. Kunstgebouw zorgt voor de juiste kunstenaar op de juiste plek en voor de randvoorwaarden om het project uit te kunnen voeren. Waarom vindt Kunstgebouw het zo belangrijk die latente behoefte tot interactie op te zoeken en te mobiliseren?
49
In gemeenschapskunst komt alles samen Interview met Klaas Hoekstra en Karel Winterink
dat alle leven zich achter de gevels heeft verschanst. Ik wil daar iets aan doen; ik wil mensen verleiden uit hun schulp te kruipen. Juist in deze tijd signaleer ik veel behoefte aan interactie, aan gemeenschapszin. In mijn betrokkenheid bij projecten heb ik ervaren dat het mogelijk is om de openbare ruimte nieuw leven in te blazen. Welke rol speelt de opdrachtgever van Kunstgebouw in deze projecten?
KH: Normaal gesproken beperkt onze opdrachtgever, meestal de provincie, een gemeente of bijvoorbeeld een woningcorporatie, zich tot het formuleren van de opdracht aan Kunstgebouw. Deze opdracht kan zo algemeen zijn als “doe iets met kunst in deze wijk”. Kunstgebouw verzorgt zelf het onderzoek, de invulling en uitvoering van de opdracht. In feite leveren we daarmee ‘sleutelklare’ projecten: de opdrachtgever hoeft niet actief te participeren.
Welke rol speelt Kunstgebouw precies bij het organiseren van kunstprojecten?
KH: In de loop van een project vervullen we drie verschillende rollen. Onze eerste rol is die van onderzoeker. Onze opdracht is altijd om kunst in te zetten in een gemeenschap. Als onderzoeker geven we die inzet handen en voeten, door te analyseren wat er leeft in een wijk en welke latente behoeften er bestaan bij de bewoners. Dit onderzoek is de basis voor een opdracht aan een kunstenaar. Daarvoor zoeken we kunstenaars die in hun werkwijze of thematiek aansluiting hebben bij de gesignaleerde thematiek. De gekozen kunstenaar ontwikkelt op basis van deze opdracht een concept dat past binnen zijn eigen oeuvre. Op dat moment verandert onze rol in die van intermediair tussen opdrachtgever en kunstenaar. Kunstgebouw is dus onderzoeker en intermediair. Wat is de derde rol?
KW: Uit idealisme. Het doet me pijn als ik KW: Die van producent. In de rol van door een groene jaren 60-wijk loop en zie intermediair draagt Kunstgebouw verant-
woordelijkheid voor een groot deel van de productie van een project. We noemen dit de vier p’s: Ten eerste planning: loopt het project in de pas met de ontwikkelingen eromheen.Ten tweede publiciteit: de communicatie met betrokkenen, overheden, en de buitenwereld bepaalt mede het succes van en draagvlak voor gemeenschapskunst. Ten derde en vierde proces en de productie: Kunstgebouw volgt nauwlettend de wording van een project en bewaakt de kwaliteit van het resultaat, zodat de doelstellingen steeds in beeld blijven. Hoe kijken kunstenaars volgens jullie tegen gemeenschapskunst aan?
KW: Omdat wij altijd zoeken naar middelen om onze doelstellingen in de samenleving te verwezenlijken, lopen we als vanzelf tegen gelijkgestemde geesten in de kunstsector aan. In ons tienjarig bestaan hebben we bij kunstenaars een toenemende behoefte gezien om de maatschappij een grotere rol in hun werk te geven. We hebben ervaren dat gemeenschapskunst zich daar bij uitstek voor leent. Als je de maatschappij in je werk laat doorklinken, is een logische volgende stap dat je ook met je werk midden in die maatschappij wilt staan als kunstenaar. Ook voor die interactie is gemeenschapskunst de kunstvorm bij uitstek. En wat vinden de bewoners die aan projecten van gemeenschapskunst deelnemen er zelf van?
KW: De deelnemers aan deze projecten krijgen meer zelfvertrouwen en doen positieve ervaringen op in de samenwerking met elkaar en de kunstenaars. Het samen iets maken geeft een enorme voldoening. Ook horen we steeds opnieuw van mensen dat ze enorm blij zijn met de positieve aandacht die gemeenschapskunst oplevert voor hun leefomgeving. Als de buitenwereld een positief beeld heeft van jouw buurt, kun
je er zelf ook makkelijker trots op zijn. Doordat in gemeenschapskunst de gebruikelijke scheiding tussen uitvoerder en toeschouwer verdwijnt, is de betrokkenheid van bewoners maximaal; het is hun eigen project.
.................�
GEMEENSCHAPSKUNST KENT EEN OPTIMALE INTERACTIE TUSSEN KUNST EN MAATSCHAPPIJ .................�
Daardoor is ook de impact van die positieve aandacht maximaal.
Zien jullie ook effecten op de lange termijn?
KH: Als mensen met kunst bezig zijn en bij zichzelf een verborgen talent ontdekken, vergroot dat hun zelfrespect en hun gevoel van eigenwaarde. We zien ook dat het samenwerken aan een project een band kan scheppen. Hoewel nog onderzocht moet worden hoe dat op de lange termijn precies werkt, zal ieder project nieuwe vriendschappen en samenwerkingsverbanden opleveren. Ook leren mensen via de kunst op een andere, respectvollere manier naar hun leefomgeving en medemens te kijken. Dit onderwerp stond al op de politieke agenda en is ook voor kunstenaars actueel –nu is het aan ons om er een inhoudelijke bijdrage aan te leveren!
Voorkom mythevorming Interview met Sandra Trienekens
Voorkom mythevorming Een interview met Sandra Trienekens over gemeenschapskunst en sociale cohesie. Sandra Trienekens raakte bij het onderwerp community arts (de Engelse pendant van gemeenschapskunst) betrokken tijdens haar promotieonderzoek naar culturele diversiteit binnen de podiumkunsten. In het kader van dat onderzoek vergeleek ze in 2001 en 2002 de kunstsectoren in Rotterdam en Manchester. Hierbij viel haar op dat de culturele diversiteit in de kunstsector in Groot-Brittannië bijna geheel in de hoek van de community arts was te vinden. Een zeer waarschijnlijke verklaring voor het ontstaan van die situatie is dat community arts in Groot-Brittannië op een zeer doelgerichte manier worden ingezet voor empowerment van ‘achtergestelde’ bevolkingsgroepen; culturele diversiteit komt zo terecht in de probleemhoek.
51
Voorkom mythevorming Interview met Sandra Trienekens
identiteit.7 Op dat laatste niveau zal een community arts project niet veel invloed Mijn indruk is dat de Nederlandse praktijk hebben, op het eerste des te meer. Het van gemeenschapskunst minder proble- effect op het mesoniveau, dus op de matiserend en paternalistisch is. Mijn contacten en relaties tussen verschillende ervaring in Engeland was dat men zeer bevolkingsgroepen onderling, hangt sterk veel waarde hechtte aan empowerment; af van de kwaliteit en de wijze waarop mensen moesten echt iets leren en over- een project georganiseerd is. Met andere houden aan een community arts project. woorden: als sociale cohesie een doel is, In Nederland kunnen gemeenschapsdan zul je je middelen zorgvuldig moeten kunstprojecten soms bijna gekarakkiezen. Maar voor alle niveaus geldt dat teriseerd worden als kwalitatief hoogde effecten moeilijk te meten zijn. waardige vrijetijdsbesteding, al wordt de legitimatie gevonden in het feit dat ze de sociale cohesie zouden bevorderen. In die zin zouden beide landen iets van elkaar .................� kunnen leren. Hoe wordt gemeenschapskunst in Nederland ingezet?
Waar blijft het onderscheid met amateurkunst als je community arts zo kwalificeert?
CREËER MET GEMEENSCHAPSKUNST DRAGERS VAN SOCIALE COHESIE
Community arts is een methode, die in zijn beste vorm groeps- en vraaggericht is. Kunstenaars werken met dat wat de deelnemers kunnen en met wat er bij hen leeft. Als er problemen zijn in een bepaalde wijk komen die er zo vanzelf uit en dan zit vaak een deel van de oplossing voor de problemen in het materiaal wat de deelnemers maken. Bij amateurkunst gaat het doorgaans meer om het over.................� brengen van kennis en vaardigheden van de docent naar de leerlingen, dit is een overdrachtelijke methode. Tijdens of net na een project zullen deelGeloof je dat gemeenschapskunstprojec- nemers daar misschien veel positiever ten hét middel zijn om sociale cohesie in over denken, dan een half jaar of twee een buurt te bevorderen? jaar later. Wat we dus eigenlijk nodig Om daar een goed antwoord op te geven hebben zijn langjarige onderzoeken waarmoet je eerst bekijken wat je onder soci- in een aantal deelnemers gevolgd wordt. ale cohesie verstaat. Sociale cohesie kun Dat mensen het gevoel krijgen ergens je onderscheiden op drie niveaus: het bij te horen en een eigen stem te hebben micro-niveau, dat bestaat uit de persoon- door deel te nemen aan een gemeenlijke relaties en netwerken van een schapskunstproject, kan ik me voorstelpersoon, het mesoniveau van contacten len. Kun je echter ook uitleggen hoe en relaties tussen groepen onderling en sociale cohesie op dat meso-niveau door het macroniveau dat draait om de betrok- gemeenschapskunst wordt bevorderd? kenheid van de burgers bij de samenEen kenmerkende uitspraak van deelneleving en hun binding met de nationale mers aan gemeenschapskunstprojecten
7. Van der Kamp & Ottevanger 2003, 16; gebaseerd op de Nationale Unesco Commissie 2002
Voorkom mythevorming Interview met Sandra Trienekens
8. Respect! Urban Culture, community arts en sociale cohesie, Monitoring Van de Straat 2003/2004, Jongerenprojecten in de deelgemeente Delfshaven door Kunst Onder Andere, wijkinitiatieven van de SKVR, november 2004, dr. Sandra Trienekens
van Kunst Onder Andere is ‘het gaat er hier niet om wie je bent maar wat je doet’ en uit de enquête bij ( U bevindt zich hier) van Springdance bleek heel duidelijk dat deelnemers zich in dat project hebben kunnen ontwikkelen en ontplooien. De grote vraag is echter steeds, hoe lang het duurt voor dit effect weer verdwijnt. In Groot-Brittannië is hiermee veel ervaring opgedaan en in mijn aanbevelingen in de publicatie Respect! 8, verwijs ik daar dan ook naar. Waar het op neerkomt, is dat het de kunst is om ‘dragers van sociale cohesie’ te creëren door het doen van gemeenschapskunstprojecten. Deze dragers zijn deelnemers die tijdens een project zo zijn gegroeid dat ze in volgende projecten de rol van (mede)organisator, begeleider of kunstenaar kunnen krijgen.
is en dat deze op de niveau’s (meso- en macro-) waarop deze mensen doelen, lastig te bevorderen is. Wat nog kwalijker is, is dat een dergelijke benadering van gemeenschapskunst de aandacht afleidt van wat er werkelijk speelt binnen buurten. Om te beginnen zijn er verschillende factoren van invloed op de samenhang binnen een wijk; naast de culturele factor, waarvan we hier aannemen dat gemeenschapskunst er invloed op heeft, zijn de ruimtelijk/fysieke en economische factoren minstens zo belangrijk. Je kunt zeggen dat er met inzet van al deze factoren een ‘verklarend net’ over een wijk gespannen kan worden waarmee de sociale cohesie beschreven kan worden. Je zou je aandacht dus op meer aspecten van een wijk moeten richten dan alleen het culturele?
Ja, er zijn daardoor twee kenmerkende verschillen met de Nederlandse gemeenschapskunstpraktijk ontstaan. Ten eerste zijn projecten er vaak vraaggestuurd; de vraag om een community arts project op te zetten komt van de bewoners zelf en niet dus alleen van bijvoorbeeld gemeentelijke instellingen of culturele organisaties. Ten tweede zijn de meeste begeleiders en kunstenaars in de community arts projecten in Groot-Brittannië zelf binnen dergelijke projecten geschoold en gevormd. Dat is belangrijk want voeling met de doelgroep en kennis van de community arts methodiek zijn essentieel voor het slagen van een project.
Ja. Iets dergelijks doen de bureau’s WSA/Vertex in Rotterdam met hun project ‘identiteit en branding van gebieden’ om te komen tot stedenbouwkundige ingrepen die helpen de cohesie van een wijk te bevorderen. Het zou interessant zijn om te zien hoe je daar gemeenschapskunst aan toe kunt voegen om tot de integrale aanpak te komen die mijns inziens nodig is voor een structurele verbetering. Een gemeenschapskunstproject kenmerkt zich door een artistiek én een gemeenschappelijk doel, zoals het verbeteren van de kwaliteit van de openbare ruimte. Maar sociale cohesie is een positieve bijwerking van gemeenschapskunst, geen hoofddoel.
Eerlijk gezegd vind ik dat er momenteel te veel mythevorming bestaat rond het begrip. Om te beginnen is integratie iets anders dan cohesie. Eerder gaf ik al aan dat sociale cohesie een complex thema
In Nederland kun je twee soorten gemeenschapskunstprojecten onderscheiden. Ten eerste zijn er de kunstprojecten met amateurs en ten tweede de probleemgestuurde kunst. Beide benaderingen zijn legitiem, maar de visies er
Is dat gelukt in Groot-Brittannië?
Door sommigen wordt gemeenschapskunst als de oplossing voor de slechte sociale integratie van bepaalde bevolkingsgroepen aangedragen. Hoe sta je daar tegenover?
53
Voorkom mythevorming Interview met Sandra Trienekens
We spraken over de verschillen tussen de Engelse en Nederlandse praktijk. Wat is volgens jou eigen aan de Nederlandse gemeenschapskunstpraktijk?
achter verschillen sterk. Een voorbeeld van het eerste type project is ( U bevindt zich hier), een gemeenschapskunstproject geïnitieerd door Springdance in Utrecht.
................�
DE KERN VAN GEMEENSCHAPSKUNST LIGT IN HET PLEZIER EN HET VERMOGEN VAN MENSEN OM ZICH UIT TE DRUKKEN
invullen van het stuk zelf hun problematiek en visies aan. Zo worden de kwesties die in de buurt spelen door de bewoners zelf verwoord en niet ergens achter een bureau onder woorden gebracht. Gemeenschapskunst is daarmee nogmaals vooral een methode om deelnemers te benaderen. Kenmerkend voor die methode is, dat er gewerkt wordt vanuit wat in de mensen zelf leeft. Daarmee is het dus een groepsgerichte activiteit. Is Nederland op de goede weg als het gaat om gemeenschapskunst?
Dat we in Nederland niet alleen maar het nut van projecten benadrukken, maakt dat we de kern van gemeenschapskunst vaak dicht benaderen: het plezier en het vermogen van mensen om zich uit te drukken. Tegelijkertijd zou ik willen zeggen dat er iets meer nadruk zou mogen liggen op het creëren van wat de Engelsen ‘legacy’ noemen. Dus niet alleen aandacht voor het organiseren van eenmalige activiteiten, maar ..............� ook voor de wijze waarop je duurzaamheid kunt bewerkstellingen. Hiervan is de Kweekvijver van Kunst Onder Andere een Het expliciete doel van dit project was om mooi voorbeeld waarbij jongeren opgeleid de artistieke bijdrage en waarde van een worden tot workshopleider en cultureel gemeenschapskunstproject te onderzoe- ondernemer. Want kunst is leuk, maar er ken. Hoewel er tevens ook sociaal-maat- moet ook brood op de plank! schappelijke doelstellingen geformuleerd waren, lag hierop niet de nadruk. Het interessante is dat de werkwijze wel groepsgericht was en het dus ging om de vraag: hoe kun je met het materiaal dat door de groep wordt voortgebracht een voorstelling maken die terecht een plaats in het Springdancefestival verdient? Een sterk voorbeeld van het tweede type gemeenschapskunstproject vind ik het Wijktheater in Rotterdam, dat de buurt in gaat met ‘We gaan theater maken, wie doet er mee?’ Vervolgens dragen de deelnemers in het project met het bedenken van de onderwerpen en het
Laat onze cultuur meestemmig zijn Interview met Rik Pinxten
Laat onze cultuur meerstemmig zijn Een interview met Rik Pinxten over de rol van gemeenschapskunst in de maatschappij. In 2003 publiceerde professor Rik Pinxten (hoogleraar vergelijkende antropologie te Gent) het boek De artistieke samenleving. Hierin pleit hij voor een ‘inclusieve samenleving’, dat wil zeggen een samenleving die het vreemde in zich opneemt. Daarmee keert hij zich tegen de gebruikelijke noties van mono- en multiculturaliteit, die zijns inziens groepen uitsluiten en daarmee verzuring en gettovorming in de hand werken.
Laat onze cultuur meestemmig zijn Interview met Rik Pinxten
Is gemeenschapskunst échte kunst?
In West-Europa is er lang een onderscheid tussen hoge en lage kunst gehandhaafd. Dit onderscheid is op dit moment snel aan het afbrokkelen, wat onder andere te maken heeft met het hoge niveau dat in veel populaire kunstproducties wordt gehaald –een niveau dat vaak hoger ligt dan dat van veel traditionele uitingen van hoge kunst. Bezien vanuit de professionaliteit van de uitvoering ontstaat daarmee vaak al een omkering van de hoge en lage kunst. Daarmee zien we een facet van een centraal probleem in onze Westerse cultuur: de definitie van kwaliteit.
55
Wil je daarmee zeggen dat gemeenschapskunst een laatste poging is van de burgerij om haar definitie van hoge kunst op te leggen aan haar ondergeschikten?
Helaas ontaarden projecten hier soms in. Gemeenschapskunst wordt dan een manier om te zeggen “Nu mag jij ook in je eigen dialect een toneelstuk maken. Wij vertellen je wel hoe dat moet.” Deze projecten leiden tot producten van een artistiek bedenkelijk niveau die de traditionele vormen trachten te benaderen.
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Wat is kwaliteit in de kunst?
Wij weten als westerling eigenlijk niet wat de kwaliteit van leven werkelijk bepaalt, nu onze superioriteit en economisch overwicht in dit postkoloniale tijdperk sterk ter discussie staan. We komen er bijvoorbeeld achter dat economische voorspoed geen garantie voor kwaliteit van leven is, en dat deze voorspoed bovendien niet bestendig kan zijn door de opkomst van nieuwe markten. Net als bijvoorbeeld Manuel Castels stel ik vast dat dit leidt tot de snelle opbloei van identiteitsbewegingen, van bijvoorbeeld nationalistische ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------of religieuze aard waarin mensen hun toevlucht en identiteit zoeken. Ook kunst kan zo’n toevluchtsoord zijn. Een dergelijke aanpak houdt overigens …waarmee ruimte voor gemeenschaps- geen stand; subsidiënten zullen snel kunst ontstaat? gaan klagen over het lage artistieke Hoge kunst is in de Westerse wereld niveau van de producties en erop wijzen vanouds eigendom geweest van de dat er eerder sprake is van recreatie dan burgerij. Nu deze klasse bedreigd wordt, van kunstbeoefening. Gemeenschapsontstaat er ruimte voor een nieuwe kunst –als je het al zo mag noemen– leidt cultuur van de armere klasse. De kreet op die manier ook niet tot emancipatie. ‘kunst veredelt’ boven de entree van het Hoe kan gemeenschapskunst dan arbeiderspaleis is eenvoudig niet meer emanciperen? vol te houden. Als reactie op deze ontwik- De groepen waarop gemeenschapskeling zien we vruchteloze pogingen om kunst zich richt, hebben een stem die vast te houden aan de heerschappij van fundamenteel anders klinkt dan die van de hoge kunst, bijvoorbeeld door canon- de burgerij gedurende de laatste eeuwen. vorming in het repertoire. Een voorbeeld uit de beeldende kunst is
WE WETEN EIGENLIJK NIET WAT DE KWALITEIT VAN ONS LEVEN WERKELIJK BEPAALT
Laat onze cultuur meestemmig zijn Interview met Rik Pinxten
Jimmy Durham –een Cherokee indiaan die speelt met traditionele Indiaanse vormen en daarmee een zeer kritisch commentaar op de Westerse cultuur levert. Echter, omdat hij ook zeer geschoold is in onze vormentaal kunnen wij hem niet meer afdoen als een ‘Indiaan die ook kunst probeert te maken’.
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
GEMEENSCHAPSKUNST ZOU IN HET IDEALE GEVAL NIEUWE VORMEN MOETEN OPLEVEREN --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Mensen als Durham breiden het gebied van de kunst uit door de nieuwe vormen die ze introduceren. Gemeenschapskunst zou in het ideale geval hetzelfde moeten opleveren, maar doet dat meestal nog niet.
Laat onze cultuur meestemmig zijn Interview met Rik Pinxten
de andere kunstvormen door zullen gaan klinken. Overigens zal ook dit hokjesdenken uiteindelijk niet slagen, omdat er altijd kunstenaars zullen doorbreken die hun wortels in de gemeenschapskunst hebben. Een goed voorbeeld is de choreograaf Chokri Ben Chikha. Door de bijzonder professionele wijze waarop hij Vlaamse en Tunesische vormen en thema’s combineert, creëert hij de nodige verwarring, die het onmogelijk maakt hem in welke hoek dan ook te plaatsen. Dit ontstaan van een hybride cultuur vind ik een zeer positieve ontwikkeling.
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
JE MOET GEDULD WILLEN OPBRENGEN OM PROFESSIONALITEIT TE LATEN ONTSTAAN IN GEMEENSCHAPSKUNST --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Hoe werkt dit in de Vlaamse praktijk?
Een verkeerde ontwikkeling in Vlaanderen is, dat de overheid heeft geprobeerd om van gemeenschapskunst een aparte sector te maken. Op het moment dat je dat doet, misken je de stem van de deelnemers aan gemeenschapskunstprojecten. Het is juist de bedoeling dat de stem van de gemeenschapskunst uiteindelijk andere kunstuitingen in beweging brengt. Net als elke andere kunstvorm stelt gemeenschapskunst vragen, die ook in
Is in gemeenschapskunst niet vaak sprake van een heel ander proces, namelijk dat van ‘de gevestigde orde die de kunst naar achterstandsgroepen brengt’?
Dat komt helaas voor. Het gaat er niet om dat je iets naar de mensen brengt, maar dat je ze hun eigen stem laat vinden. Ik denk zeker dat een kunstenaar daarbij kan helpen om het niveau van een project te verhogen. Je moet overigens wel
geduld willen opbrengen om professionaliteit te laten ontstaan in gemeenschapskunst –niets is zo frustrerend voor een groep als het eerst mogen proeven van de kunst, waarna de subsidiekraan wordt dichtgedraaid zodra ze de smaak goed te pakken hebben. Uit onderzoek van Sandra Trienekens kwam naar voren dat community arts in Groot-Brittannië een voornamelijk op zichzelf staande sector is geworden, waarin veel projecten worden geleid door kunstenaars die zelf binnen de community arts zijn gevormd. Dit is een voorbeeld van segmentering waar de overheid voor zou moeten waken. Hetzelfde zie ik op televisie gebeuren met het creëren van zenders voor doelgroepen. Ik zie dat als een vorm van apartheid. Is jouw opvatting van gemeenschapskunst niet beter te benoemen als cultuureducatie?
Educatie is inderdaad een centraal element, maar ik zou er niet teveel een definitiekwestie van willen maken. Educatie is een noodzakelijk bestanddeel van gemeenschapskunst. Zonder kennis van de kunst is er weinig begrip mogelijk voor kunst –de kloof tussen de kunstenaar en zijn publiek wordt dan te groot. Zijn we daarmee niet terug bij het spanningsveld tussen hoge en lage cultuur? Als iemand moet worden opgeleid om zich te kunnen uitdrukken, impliceert dat toch een waardeoordeel over die uitdrukkingsvorm?
Dat valt mee, denk ik. De studie van kunstuitingen uit de afgelopen eeuw kan enorm helpen om aan te tonen hoe breed de definitie van kunst kan zijn. In de jaren tachtig heb ik een symposium samengesteld waarbij we voorstelden de vraag ‘wat is kunst’ te vervangen door de vraag ‘wanneer is kunst’. Welnu, kunst is wanneer we een object in een specifieke omgeving als bijvoorbeeld een museum, theater of kunstencentrum brengen. Dit is
57
natuurlijk een zeer onvolledige definitie, en ik denk dat je daar het element van professionaliteit aan toe kunt voegen. Daarmee doel ik niet per se op ambachtelijkheid.
Je kunt dus niet vaststellen dat gemeenschapskunst kunst is omdat er een bepaalde setting wordt gecreëerd.
Nee, zeker niet, er blijft ook de vraag naar de kwaliteit. Deze is niet eenvoudig te beantwoorden, omdat we niet meer zo’n eenduidig begrippenkader kunnen hanteren als bijvoorbeeld in de negentiende eeuw, waarmee we gemeenschapskunst zouden kunnen duiden als een nieuwe stroming, zoals toen het impressionisme.
-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
GEMEENSCHAPSKUNST IS EEN MANIER OM KWALITEITSVOLLER MET JE OMGEVING OM TE GAAN --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Daarmee is de professionele inbreng door een kunstenaar dus van vitaal belang geworden voor gemeenschapskunst.
Ja, je kunt het ook zien als een vorm van smaakontwikkeling. Het is vergelijkbaar met het verschil tussen eten en haute cuisine, waarbij haute cuisine niet per se de Franse keuken hoeft te betreffen. Ik getuig hiermee natuurlijk wel van mijn
Laat onze cultuur meestemmig zijn Interview met Rik Pinxten
Laat onze cultuur meestemmig zijn Interview met Rik Pinxten
geloof in de opvoedbaarheid van mensen. het omgaan met conflicten door in te zien Dus gemeenschapskunst bestaat uit het dat geweld minder oplost dan praten. creëren van een setting plus het werken Je kan echter niet automatisch praten aan smaakontwikkeling? –dat moet je leren. De ontwikkeling van Ik denk dat we er dan nog niet helemaal bijvoorbeeld de mensenrechtenbeweginzijn. Daarvoor trek ik een vergelijking met gen in de laatste 50 jaar is een voorbeeld iets waar we in Vlaanderen veel bezig dat deze professionalisering in de praktijk mee zijn, namelijk conflictbehandeling. mogelijk is. Is gemeenschapskunst dan misschien een vorm van professionalisering van communicatie?
-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
OMDAT KUNST NIET ZO STERK AAN HET TALIGE IS GEKOPPELD, LEENT HET ZICH NIET GOED VOOR HET UITDRUKKEN VAN TEGENSTELLINGEN, MAAR DES TE BETER VOOR HET HEBBEN VAN EEN GEZAMENLIJKE ERVARING --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Mensen kunnen conflicten maar op twee manieren aangaan: met geweld en met praten. We kunnen met elkaar vaststellen, dat geweld in de praktijk altijd moet leiden tot praten, waarmee er dus eigenlijk maar één middel overblijft om conflicten te behandelen. Ik stel vast dat er een professionalisering mogelijk is in
Niet precies, maar wel een manier om kwaliteitsvoller met je leven en je omgeving om te leren gaan –wat mij betreft inclusief de natuur. We zijn nu bezig met een kunstproject in een buurt in Antwerpen waarin 170 talen gesproken worden. Kunstenaars begeleiden dit project voor kinderen, dat de omgang met de natuur als thema heeft. In zo’n buurt kun je geen andere communicatie tot stand brengen tussen mensen, dan via de kunst. We hopen dan ook met de inzet van kunst iets te bereiken wat tot nu toe met andere middelen niet is gelukt. Zeg je daarmee dat het idee over een gebrek aan sociale cohesie beter vervangen zou kunnen worden door een idee over een gebrek aan communicatie?
Ik gebruik liever het woord interactie; mensen kunnen elkaar ook leren kennen door samen iets te doen. Bovendien: samen iets doen kan nog heilzamer zijn dan praten. Je kunt tot de dood blijven argumenteren zonder een afstand te overbruggen. Als je echter samen iets doet, leer je de ander vanzelf beter kennen en waarderen. Omdat kunst niet zo sterk aan het talige is gekoppeld, leent het zich niet goed voor het uitdrukken van tegenstellingen, maar des te beter voor het hebben van een gezamenlijke ervaring. Als je in plaats van het bevorderen van sociale cohesie het bevorderen van de interactie centraal zou stellen, ontsnap je mogelijk ook aan de politieke gevoeligheid van het thema?
De overheid zou meerstemmigheid moeten durven toelaten en niet meer denken in groepen die hun achterstand moeten inlopen. Dat laatste veronderstelt namelijk een dominante superieure cultuur waaraan iedereen mee zou moeten doen. Meerstemmigheid daarentegen, werkt werkelijk emanciperend. De vrijheid om je stem te laten horen is een grondrecht.
59
Geef mensen hun wortels terug Interview met Ida van der Lee
Geef mensen hun wortels terug Een interview met beeldend kunstenaar Ida van der Lee over de praktijk van gemeenschapskunst. Ida van der Lee houdt zich in haar werk als beeldend kunstenaar veel bezig met veranderingsprocessen als sloop en nieuwbouw. Haar projecten gaan in op de ziel van een plek en de persoonlijke geschiedenis van de mensen die er leven. Vanuit die gedachte betrekt ze bewoners ook bij haar kunst.
Geef mensen hun wortels terug Interview met Ida van der Lee
61
meer mensen ontworteld, maar er zijn er minstens zoveel die geen wortels hebben op de plek waar ze wonen zonder zich daarvan bewust te zijn. Dat vind ik heel Daar hebben ze een punt. Het is al gauw: treurig. Als je dan op een plek als het “Daar heb je Van der Lee met haar bewo- Visserhop komt ( het project Sloophanerskunst.” Natuurlijk doet een dergelijke mer Schatkamer ), springt je hart op bij houding de projecten, mij en de deelne- het zien van zoveel saamhorigheid en mers geen recht en moet je daar alert op gevoel voor de eigen geschiedenis. Deze zijn. Dat is trouwens vooral het perspec- mensen hebben daardoor ook op eigen tief van mensen die zelf sociaal niet zo kracht bereikt dat bij de nieuwbouw van handig zijn, om het ‘een doekje voor het hun dorp het oude stratenpatroon en de bloeden’ of ‘gezellige kunst’ te noemen. laagbouw gehandhaafd zouden worden. Gemeenschapskunst is natuurlijk gewoon een integraal onderdeel van de kunstsector. Net zoals er standbeelden zijn, moet dit er ook zijn. Sandra Trienekens en Rik Pinxten signaleren dat gemeenschapskunst een eigen eilandje voor ‘zielige’ mensen dreigt te worden.
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
In juni 2005 had ik een presentatie bij het Symposium Culturele Planologie van de provincie Noord-Holland. Daar was ook een hoogleraar archeologie die zeer enthousiast raakte over mijn projecten, ook omdat ze volgens hem staan in een traditie van vele eeuwen. Mijn werk richt zich vaak op veranderingsprocessen als sloop en nieuwbouw en is een zoektocht naar de ziel van plekken. In het project Sloophamer Schatkamer liet ik mensen hun herinneringen aan hun wijk die ging verdwijnen in een schatkist doen en in een processie meenemen. Rituelen waarbij mensen bezielde voorwerpen uit hun oude situatie meenemen wanneer ze een grens overgaan en ze weer integreren in een nieuwe situatie, bestaan eigenlijk al zolang mensen verhuizen. Ik vind mijn werk ook geen kunst met een grote K. Daarmee bedoel ik mee dat mijn werk minder aan ideeën over hoge kunst is verbonden, en meer wil ingaan op de menselijke natuur. Is je werk niet juist relevant omdat het niet verheven wil zijn maar de wortels van mensen op wil zoeken?
Dat vind ik inderdaad een belangrijk thema. In onze tijd zijn of raken steeds
UITEINDELIJK BESCHOUWDEN DE BEWONERS MIJ ALS ‘HUN’ KUNSTENAAR --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Helaas is door allerlei omstandigheden na de nieuwbouw slechts een derde van de oorspronkelijke bewoners teruggekeerd. Ik hoop dat ik door het naar boven halen van hun informele cultuur hun geschiedenis aan ze terug kan geven. Hoe mobiliseer je de deelnemers aan je projecten?
Als je wilt dat mensen zich werkelijk inzetten voor gemeenschapskunst, moet je daar iets tegenover stellen. Bij het Vissershop was het bijvoorbeeld zo dat
Geef mensen hun wortels terug Interview met Ida van der Lee
je een entreekaartje voor de tocht op de rondvaartboot kon verdienen door je eigen verhaal op te schrijven. Die dag op de rondvaartboot was tegelijk een soort reünie en het succes ervan schiep het nodige vertrouwen bij de deelnemers. Dat winnen van vertrouwen is ook iets waar je als kunstenaar een vorm voor moet vinden. Het werkt goed als je je niet dwingend opstelt, heb ik geleerd. Op een zeker moment kende iedereen in de buurt me, zelfs mensen die ik zelf niet goed kende, en beschouwde men mij als ‘hun’ kunstenaar.
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
DE BEWONERS WAREN TROTS OP HUN STRAAT, NU DEZE EENS POSITIEF IN BEELD WAS ---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Geef mensen hun wortels terug Interview met Ida van der Lee
gemerkt hoeveel lagen er zelfs in de eenvoudigste teksten zijn terug te vinden en hoeveel zelfs het veranderen van een enkel woord kan aanrichten in een tekst. We wilden ook graag de eigen stem van de mensen in de taal laten doorklinken, ook waar ze dingen een beetje mal uitdrukten.
Het Vissershop was een hechte gemeenschap met een samenhangende geschiedenis. Hoe werkt jouw benadering in een omgeving waar die cohesie ontbreekt? Kun je mensen ook wortels géven?
De Vrolikstraat in Amsterdam, waar ik mijn project Wasgoed is Goed heb gedaan is een goed voorbeeld van zo’n omgeving. Ik denk dat mensen altijd wel iets hebben waar je op kunt aansluiten, alleen zijn ze zich er weinig van bewust. Er is wel behoefte aan een vorm van saamhorigheid maar weinig aanleiding om deze ook te beleven. In de Vrolikstraat heb ik een simpele vorm gekozen. Iedereen heeft wasgoed, en wasgoed zegt heel veel over je identiteit. De een hangt een witte onderbroek op en de ander een folkloristisch gewaad. Daarbij kwam de kracht van het beeld van al die wapperende lappen stof, dat door de hele stad gezien werd, en daarmee de Vrolikstraat opnieuw op de kaart zette. Zo ontstond bij de bewoners een gevoel van trots op de eigen straat, nu deze eens positief in beeld was.
Rik Pinxten zegt dat in een omgeving waarin veel taalbarrières bestaan, de Ik heb ook gemerkt dat mensen pas een kunst een van de zeldzame vormen is verhaal opschrijven als je ze op weg helpt waar mensen nog een interactie kunnen door de goede vragen te stellen. Daarvoor aangaan.
heb ik me verdiept in de geschiedenis van de wijk. Zou je dat nalaten als kunstenaar, dan zouden de meesten niet verder komen dan ‘het is zo gezellig met mijn buren en met het WK zitten we op straat’. Samen met kunstenaar Jaap Velzerboer, die zelf ook uit de Zaanstreek komt, heb ik bij het bewerken van de verhalen
Welja, wasgoed is natuurlijk ook een universele taal. Wat mij betreft komt er nog iets bij: We raken met z’n allen steeds meer gegeneerd om de openbare ruimte in bezit te nemen door bijvoorbeeld onze was buiten te hangen. Waar dat vroeger heel gebruikelijk was, hoor je dat in de moderne samenleving niet
te doen. Daarmee worden huizen steeds meer fortificaties. Ik wil mensen ook bewust maken van de codes die ze tot hun beschikking hebben om iets kenbaar te maken van hun identiteit. Je ziet dat momenteel ook sterk gebeuren met tuinen.
Wij waren bij onze zoektocht naar wat gemeenschapskunst is en wat zij vermag ook op de gedachte gekomen dat de openbare ruimte in onbruik is geraakt omdat zij ook niet meer leefbaar is –ze is te beperkt, te klein en niet menselijk genoeg vormgegeven.
63
hebben het natuurlijk ook veel te goed om saamhorig te hoeven zijn. In de arbeiderswijken bestaat het nog een beetje omdat de mensen elkaar daar vroeger keihard nodig hadden. Er gaan veel stemmen op die het bevorderen van sociale cohesie koppelen met integratie van allochtonen en achterstandgroepen. Hoe kijk jij daar tegenaan?
Er is natuurlijk een probleem, maar de vraag is hoe genuanceerd je daarmee omgaat. Ik maak me wel zorgen over het feit dat sommige groepen zo weinig invloed en inmenging van buitenaf toelaDaar sluit ik me bij aan. Als je de beelden ten. De kunst is om je creativiteit in te van Ed van der Elsken van het Amsterzetten om deuren te openen. dam uit de jaren zeventig ziet, ontdek je hoeveel we zijn verloren. Er was toen een bepaalde rommeligheid en levendigheid, die nu bijna geheel is verdwenen. Mensen -------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------sluiten zich bovendien steeds meer op in hun eigen houding. Dat is natuurlijk waar, maar laten mensen zich niet ook teveel in de luren leggen door de media en de vercommercialisering van de openbare ruimte? Je kunt je natuurlijk ook ontrekken aan deze ontwikkeling, door gewoon op straat te gaan barbecuen bijvoorbeeld.
Saamhorigheid is een uitstervend goed, maar gelukkig komen we een beetje terug van ons individualisme. De norm is echter nog steeds: ieder voor zich. Bovendien worden mensen steeds assertiever. Als ik kijk naar Amsterdam-Zuid, waar mensen met veel geld hun paradijsje hebben moeten veroveren, dan zie ik daar een grote bereidheid om desnoods met hulp van een advocaat die verworvenheid te bevechten. Dat staat lijnrecht tegenover saamhorigheid en cohesie. Op plekken als de Vrolikstraat komen mensen op een veel toevalliger manier terecht, en bestaat er minder de notie van het annexeren van een omgeving. Daardoor is er meer tolerantie en een betere basis om samen iets te ondernemen. Velen van ons
VELEN VAN ONS HEBBEN HET VEEL TE GOED OM SAAMHORIG TE HOEVEN ZIJN --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Overigens; bij het wasgoedproject waren de meeste buitenlanders veel makkelijker te porren om mee te doen dan de autochtone Amsterdammers, die vaak heel zuur reageerden. Een persoonlijke benadering doet overigens wonderen bij het motiveren van mensen. Ik zoek naar een aanleiding voor het vinden van iets gemeenschappelijks. De mens is universeler dan hij denkt. Er zijn ondanks de grote verschillen vele dingen die ons
Geef mensen hun wortels terug Interview met Ida van der Lee
verbinden over verschillende culturen heen. Uiteindelijk is de tijd misschien wel de belangrijkste factor bij het versmelten van culturen. Werken jouw projecten als een katalysator die zorgt dat mensen sneller wortels krijgen?
Dat durf ik niet zo stellig te beweren. Om dat te bereiken zou ik me misschien nog meer moeten richten op de geschiedenis van de mensen die in een wijk wonen. Denk bijvoorbeeld aan hoe dit gebeurt in projecten waarin voor het eerst Surinaamse mensen vanuit hun eigen perspectief vertellen over slavernij.
Geef mensen hun wortels terug Interview met Ida van der Lee
ware langzamer gaat stromen. Dat is voor mensen heel waardevol omdat het ze gelegenheid geeft om dingen te kunnen verwerken en er vormen voor te vinden. Er leeft volgens mij een behoefte aan ruïnes. Daarmee bedoel ik natuurlijk niet dat ik dingen kapot wil maken, maar dat de kapotte dingen de tijd moeten krijgen om langzaam te verdwijnen, zodat we er waardig afscheid van kunnen nemen. Waarom is de ziel van de plek voor jou eigenlijk zo belangrijk?
Dat heeft te maken met mijn achtergrond als fruittelersdochter. Al op de academie voelde ik dat ik geen atelierkunstenaar zou worden, maar meer met plekken en landschappen had.
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
EEN PERSOONLIJKE BENADERING DOET WONDEREN BIJ HET MOTIVEREN VAN MENSEN --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Ten tweede, als ik zo’n flatwijk binnenloop, zinkt de moed me vaak in de schoenen –het is kortom lang niet eenvoudig om een vorm te vinden om mensen te benaderen. Maar toch. Mijn werk is inderdaad voor een deel een herontdekking van heel natuurlijke processen die veel met de beleving van tijd te maken hebben. Ik probeer overgangsfasen te intensiveren waardoor de tijd als het
IK PROBEER OVERGANGSFASEN TE INTENSIVEREN WAARDOOR DE TIJD ALS HET WARE LANGZAMER GAAT STROMEN --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Als ik erop uit trok, vond ik inspiratie in de dialoog met plekken. Ik was ook altijd al gevoelig voor de grote veranderingen die in onze omgeving gaande zijn en
merkte dat ik er nog de minste pijn aan beleefde als ik er intensief bij betrokken was, waardoor ik als het ware bovenop de golf van de verandering reed en hem zo bezweerde. Ik kwam er ook achter dat vrijwel iedere plek door mensen gemaakt is, en dat je die menselijke factor niet kunt negeren. Welke plekken trekken op dit moment jouw aandacht?
Op dit moment zou ik heel graag iets doen met agrarisch gebied daar voltrekt zich op dit moment een groot stil drama. Het agrarisch gebruik verdwijnt in hoog tempo, terwijl er een toestroom is van mensen die de omgeving meer consumeren dan dat ze er wortel schieten. Vroeger keken de boeren naar de lucht en zeiden: ik vertrouw de lucht niet, we moeten maatregelen nemen. Ik kan nu naar het landschap kijken en denken: ik vertrouw dat landschap niet, het kan volgend jaar wel weg zijn of niet meer écht zijn. Het is één opgeleukte toestand aan het worden, waarin ook de intolerantie tegenover juist de oorspronkelijke bewoners toeslaat. Misschien levert juist deze bevoorrechte groep burgers, die zich een paradijsje kunnen kopen wel minstens zo’n grote bijdrage aan de desintegratie van de samenleving. Ik signaleer nóg een ontwikkeling, een waarin regelgeving en handhaving steeds belangrijker wordt gevonden, in zo’n hoge mate dat ik me afvraag of we nog wel willen leven of dat we alleen maar bang zijn om dood te gaan. De regels lijken onze ontwikkeling steeds meer te beperken in plaats van te beschermen –daar zou eens een tegengeluid tegen moeten komen. Ben je als kunstenaar niet bij uitstek in de positie om dat tegengeluid te laten horen? Op technisch/inhoudelijke argumenten is die discussie moeilijk te winnen, maar de kunst kan er op een ander niveau commentaar op leveren.
65
De beste vorm daarvoor heb ik nog niet gevonden. Je kunt mensen om te beginnen laten zien wat zij hebben opgeofferd met hun beveiligings-camera’s, verkeersdrempels en hekwerken. Ik voel mezelf soms machteloos tegenover deze ontwikkelingen, maar vanuit mijn interesse en verontwaardiging houd ik de moed erin en begin ik gewoon, in de hoop dat het boven me uitstijgt: dat ik meer bereik dan ik aanvankelijk in me eentje dacht te kunnen.
Een hedendaagse portretkunstenaar Interview met Jeanne van Heeswijk
Een hedendaagse portretkunstenaar Een interview met kunstenaar Jeanne van Heeswijk over kunst en gemeenschapsvorming. Jeanne van Heeswijk onderzoekt in haar werk de interactie die mensen hebben met en in het publieke domein. Als kunstenaar faciliteert ze processen waarin mensen beeld kunnen geven aan hun omgeving. Dit deed ze ook in het Gorinchemse project Langs de Lijn van De Toekomst. Andere projecten van haar zijn De Strip in Vlaardingen en het jongerenproject Face Your World in Columbus (Ohio, VS) en Slotervaart, Amsterdam.
Een hedendaagse portretkunstenaar Interview met Jeanne van Heeswijk
Noem jij je werk gemeenschapskunst?
Daar begint het probleem al. Hoewel ik moet erkennen dat er veel vormen van kunst zijn, vind ik dat het er in de eerste plaats om gaat dat ik kunst maak en niet hoe ik die kunst noem. Zoals ik erover denk, is een van de belangrijkste eigenschappen van kunst dat het beeld kan geven. Als het gaat over openbare ruimte hebben steeds minder mensen nog het idee dat zij greep hebben op de openbare ruimte, op de omgeving waarin ze zich bevinden.
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
GEMEENSCHAPSVORMING IS DEEL VAN MIJN KUNST
67
Vind je gemeenschapkunst een beperkend woord?
Ik zeg vaak dat ik probeer ruimtes te creëren waar mensen elkaar weer kunnen ontmoeten. De discussies en gesprekken die bij die ontmoetingen ontstaan probeer ik te consolideren en tegelijkertijd te presenteren en te verspreiden. Door dit proces vormt zich een gemeenschap. Met de presentatie ontstaat een beeld van die groep mensen en wat ze samen doen of bespreken en daarmee van hun gemeenschappelijkheid. Gemeenschapsvorming is daarmee deel van mijn kunst. Heb je die werkwijze van platform creëren, consolideren, presenteren en verspreiden ook gevolgd bij je project Langs de Lijn van De Toekomst in Gorinchem?
Ja, daar heb ik om te beginnen een structuur opgezet, in dit geval de structuur van het tournament, die gebaseerd is op een onderliggende vraag. In Gorinchem was dat de culturele competitie. Als kunstenaar ben je nooit geïsoleerd, -------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------niet van de maatschappij en niet van je eigen ontwikkeling. Bij andere projecten had ik ontdekt hoe ongelooflijk veel competitie er is tussen verschillende Om greep te kunnen hebben, moet je culturen. Als ik bijvoorbeeld een project beeld kunnen geven. Ik werk op deze doe in een omgeving waar vooral Turken wijze omdat ik mensen in staat wil stellen en Marokkanen wonen en daar een feest greep te krijgen op hun omgeving. organiseer met een Marokkaanse dj en Dat deed je bijvoorbeeld in je project Face daarna een Turkse band, komt geheid de Your World in Columbus, waarin je kinde- vraag van de Marokkaanse gemeenschap ren de gelegenheid gaf opnieuw vorm te ‘waarom geen Marokkaanse band?’ en geven aan hun leefomgeving. vice versa. Deze dwang om de eigen Inderdaad ging het daar om de ruimte cultuur op de kaart te zetten, zie ik als waarin mensen leven, maar vooral ook een vorm van competitie. Daardoor ben om de relaties tot elkaar in die ruimte. ik na gaan denken over een vorm waarin Openbare ruimte is natuurlijk een verou- deze competitie aan de orde gesteld kan derd begrip. Ik praat liever over publiek worden. domein, dat wil zeggen de fysieke ruimte, Die vorm was het tournament? de sociale interactie, de media en de Het tournament was inderdaad het resulcommunicatiemiddelen, die samen taat, maar in eerste instantie hebben we iemands leefomgeving bepalen. een radiostation opgezet. Van daaruit
Een hedendaagse portretkunstenaar Interview met Jeanne van Heeswijk
hebben we, met hulp van de mensen uit de omgeving, een nieuw evenement ontwikkeld. De mensen uit de buurt leverden belangrijke bijdragen in het vormgeven en ontwikkelen van de spelvormen en de basisregels, bijvoorbeeld door wat ze vertelden in de vele radio-interviews die we gehouden hebben. We hebben ze gevraagd over spelen uit hun land van oorsprong, over eer, competitie, sport, samenwerking en teamvorming, en cultuur enzovoort.
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
9. Jan Huizinga: Homo Ludens, 1938
ALS KUNSTENAAR BEN JE NOOIT GEÏSOLEERD, NIET VAN DE MAATSCHAPPIJ EN NIET VAN JE EIGEN ONTWIKKELING --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
De vormgeving van het tournament ging gelijk op met de interviews en de deelnemers aan het tournament vonden we ook onder de geïnterviewden. Hoe hebben jullie de thema’s uit Gorinchem in het project verwerkt?
We zijn heel bewust gaan kijken wie er in het gebied woonde en leefde en op zoek gegaan naar spelen die eigen zijn aan de verschillende culturen die we tegenkwamen. Dat hebben we gedaan met de radioprogramma’s die ik noemde. Daarnaast hebben we thematische radioprogramma’s gemaakt. Bijvoorbeeld over
Een hedendaagse portretkunstenaar Interview met Jeanne van Heeswijk
haardracht en spel of over het je thuis voelen in een vereniging. Het ging om onderwerpen die in sport en spel aanwezig zijn, maar die ook reflecteren wat in een samenleving aanwezig is. Bijvoorbeeld wat het betekent om te winnen of te verliezen. Of wanneer je je onderdeel voelt van een team en wanneer je je buitengesloten voelt. Je zag in Gorinchem –maar natuurlijk overal– dat het voor een Turkse jongen heel moeilijk was om bij bepaalde voetbalclubs binnen te komen, en voor een Marokkaanse jongen weer bij andere. Het gaat op dat moment over voetbal, maar ook over ambitie en over de vraag waarom bepaalde verenigingen sommige mensen graag en andere juist niet in hun verenigingstructuur opnamen. Je gebruikt sport en spel in die zin als metafoor voor de maatschappij?
Ik heb me vrij letterlijk gebaseerd op een vrij oude theorie van Jan Huizinga9, die zegt dat het tournament buiten de moraal ligt en zo op een speelse manier inzicht geeft in complexe samenlevingsvormen. Omdat het buiten de moraal ligt en theatraal geënsceneerd is, geeft het de mogelijkheid om kritisch te kijken naar wat er aan de hand is. Het tournament is een vrijplaats, net als het spel waarmee kinderen de wereld ontdekken?
Ja, in het spel kun je ontdekken hoe de wereld in elkaar steekt. Als je kijkt hoe mensen in een bepaald gebied spelen en sporten, ontdek je hoe ze samenleven. Door mee te kijken en te doen ontdekken ze dat zelf ook.
Je praat niet zozeer over gemeenschapszin maar meer over de greep die mensen op hun omgeving hebben.
In die zin ben ik een idealist. Ik denk dat het extreem belangrijk is dat mensen greep hebben op hun omgeving; beeld kunnen geven is daar een essentieel onderdeel van.
Als je beeld kunt geven, krijg je greep op je omgeving, en greep op je omgeving is op zijn beurt een voorwaarde om burger te kunnen zijn. Steeds meer mensen zijn die greep totaal kwijt en zien de ruimte niet meer als iets waar ze zelf onderdeel van zijn. Zie je dat werkelijk als een historische ontwikkeling of speelde dit altijd al?
Volgens mij is dit de laatste jaren sterk toegenomen door de globalisering, die geleid heeft tot steeds meer segregatie. Het is steeds minder duidelijk wie wat bepaalt. Je omgeving lijkt heel vanzelfsprekend, maar is dat niet; alles is door iemand bedacht en beslist.
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
ALS JE BEELD KUNT GEVEN, KRIJG JE GREEP OP JE OMGEVING, EN GREEP OP JE OMGEVING IS OP ZIJN BEURT EEN VOORWAARDE OM BURGER TE KUNNEN ZIJN
69
dan het verzorgen van Turkse of Marokkaanse hapjes en het doen van een Turkse volksdans. Het neerzetten van je eigen identiteit wordt soms zelfs een vorm van competitie waarin iedereen krampachtig probeert zo veel mogelijk zichzelf te zijn. Drijf je dat bewust op de spits door een competitie te organiseren?
Ik zoek inderdaad een vorm om dit te maximaliseren. Het organiseren van een competitie leek daar een geschikte vorm voor. Ik wil laten zien dat de competitie wel zin heeft, maar alleen als je hem ook los kunt laten, kunt relativeren. Ik verwijs daarmee ook naar de theorie van Scott Lash, een Amerikaanse socioloog die werkt in Engeland. Hij zegt dat het belangrijk is dat mensen hun subjectiviteit ter discussie kunnen stellen. Om dat te kunnen doen, moet je wel een subjectiviteit, en daarmee een identiteit, hebben. Als je vaststelt dat de identiteit of subjectiviteit zich maximaal manifesteert in de competitie, kun je ook zeggen dat daar dan de kans ontstaat om deze ter discussie te stellen en daarmee ook een nieuwe vorm te creëren. Langs de Lijn van De Toekomst is op die manier geconstrueerd. Is dat niet ook riskant? Polariseer je niet juist, wanneer je mensen aanspreekt in een rol waarin de samenleving ze lang niet altijd graag ziet?
Laat ik voorop stellen dat kunst voor mij niet lief en aardig hoeft te zijn. Het is belangrijk dat je serieuze pogingen doet -------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------om nieuwe betekenissen te genereren, en dat gaat niet zonder slag of stoot. Het is ook niet zonder risico. Ik maak de De verzuiling heeft zich doorgezet naar processen die nu aan de gang zijn, zichtelke hoek van onze samenleving en baar. Toen ik tien jaar geleden mijn angst er is schrikbarend weinig uitwisseling uitsprak voor de toenemende segregatie, tussen culturen. Als men al met elkaar in ontmoette ik veel onbegrip. gesprek gaat, is dat er meestal slechts Nu is de segregatie op sommige plekken op gericht om de eigen zuil te represen- ontaard in radicalisering –mensen maniteren. In de kunst zie ik dat ook. Als het festeren zich niet alleen als groep, maar aankomt op het presenteren van je eigen manifesteren zich soms ook nog geweldcultuur zie ik dat dat niet veel verder komt dadig. Ik probeer in de confrontatie een
Een hedendaagse portretkunstenaar Interview met Jeanne van Heeswijk
nieuwe vorm te laten ontstaan. Je bent er als kunstenaar niet om problemen op te lossen of toe te dekken. Ik heb een andere taak dan een welzijnswerker. De opbouwwerker Abdelakil Benomar met wie ik in Vlaardingen heel goed contact heb, zei altijd tegen me: “Mijn taak is problemen op te lossen, de jouwe is ze te genereren.” Dat is een simplificatie, maar het gaat er inderdaad om dat ik dingen zichtbaar en werkbaar maak. Ik maak in die zin ook geen kunstobjecten, maar zoek andere manieren om inzicht te geven in onze hedendaagse realiteit. De hele discussie over gemeenschapsvorming en over beeldvorming van maatschappelijke processen wordt in Nederland helaas nog nauwelijks gevoerd. Het komt vaak niet verder dan borreltafelpraat over welzijnswerk versus hoge kunst. Dan maak je dus toch gemeenschapskunst? Inzicht geven in onze realiteit is daarvan immers een centraal thema?
Een hedendaagse portretkunstenaar Interview met Jeanne van Heeswijk
vroeg men bij het project Dwaallicht hoe ik dacht als kunstenaar voor de bewoners te kunnen spreken. Ze waren even vergeten te vragen waar ik zelf woonde –namelijk in Crooswijk.
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
JE BENT ER ALS KUNSTENAAR NIET OM PROBLEMEN OP TE LOSSEN OF TOE TE DEKKEN. --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Natuurlijk kan ik als kunstenaar niet voor bewoners spreken of hun problemen Ik zou mezelf liever een portretkunstenaar oplossen. Ik kan alleen een proces organoemen. Ik maak een portret van onze niseren waarin dingen zichtbaar worden. maatschappij naar de waarneming. Met Voor mijn project in Gorinchem was de de middelen die ik kies, geeft mijn werk inbreng van de plaatselijke scheidsrechter zichzelf vorm en ontstaat er een presen- en sport- en spelwerkers net zo essentitatie aan de buitenwereld, een eigen eel als die van mijzelf. Zonder hen zou het platform. Mijn rol bestaat in het faciliteren tournament een puinhoop zijn geworden. van dit proces, om het daarna te consoli- Hoe zie je als kunstenaar de rol van deren en te distribueren. Kunstgebouw bij jouw werk? Krijgen de mensen met wie je werkt, door Kunstgebouw beschermt toch de jouw aanpak waarbij je platforms creëert, opdrachtgever tegen kunstenaars, die niet een eigen stem? alleen hun eigen oor, maar ook dat van de In verschillende mate. Ik maak in mijn opdrachtgever willen afsnijden. project onderscheid tussen teamLijkt me heel nuttig. members, participanten en publiek. Ja, maar vooral zorgen ze ervoor dat ik De teamleden zijn niet alleen maar niet tegen dat vooroordeel hoef op te kunstenaars, maar noodzakelijk ook boksen. In een kunstproject zijn er naast mensen uit de gemeenschap en vormen de artistieke aspecten ook de nodige het sterkst de stem van het project. Ik zie zakelijke uitdagingen. Het is prettig als overigens geen onderscheid tussen de een organisatie als Kunstgebouw je kunstenaar en de bewoner. Als kunstedaarbij de nodige ruggesteun kan geven, naar kun je niet voor een ander spreken vooral omdat het niet makkelijk is om op en een bewoner kan winkelier zijn maar het ene moment met een gemeenschap net zo goed kunstenaar. In Crooswijk te werken en het volgende moment te
onderhandelen over geld en vergunningen. Soms is het overigens wél nodig dat ik dat zelf doe. Kunstgebouw geeft meer manoeuvreerruimte, zeker in de contacten met gemeentes en provincie. Ik heb helemaal geen bezwaar tegen de klassieke patroonsfunctie die Kunstgebouw in die zin heeft. Echter, daar waar we onszelf te serieus gaan nemen in onze rol, gaat het mis. Zolang Kunstgebouw en kunstenaars beiden hun rol kunnen relativeren; hun subjectiviteit ter discussie kunnen stellen, kunnen ze veel voor elkaar betekenen. Kunstgebouw haalt de kastanjes uit het vuur?
Dat is te kort door de bocht. Kunstgebouw heeft gevoel voor wat er leeft in de kunstwereld en stelt de kunst centraal. Dat vind ik een grote kwaliteit.
71
73
PROJECTOVERZICHT KLEURRIJKE WIJKEN Kleurrijke wijken is een project dat Kunstgebouw in de periode 2002-2004 in verschillende wijken van Zuid-Hollandse gemeenten heeft gerealiseerd. Door middel van kunst en cultuur wilde Kunstgebouw bewoners meer betrekken bij het culturele en sociale leven van hun wijk. In Kleurrijke wijken is samen met kunstenaars, kunstinstellingen, woningbouwcorporaties en de betreffende gemeenten bekeken wat de wijk samenhangend en uniek maakt en hoe de verschillende culturele achtergronden van wijkbewoners bij elkaar kunnen worden gebracht in activiteiten. Door deze samenwerking kan uiteindelijk een grotere uitwisseling tussen deze betrokkenen tot stand komen, en van daaruit een grotere culturele en sociale samenhang in de wijk – en daarmee een grotere kwaliteit van de stedelijke leefomgeving. Een aantal van de projecten uit Kleurrijke wijken zijn als praktijkvoorbeelden op aparte pagina’s in deze uitgave opgenomen. Voor de volledigheid vermelden we hier nog een keer alle projectonderdelen van Kleurrijke wijken. Kleurrijke wijken werd mede mogelijk gemaakt door financiële steun van de provincie Zuid-Holland, de deelnemende gemeenten, diverse culturele fondsen en woningcorporaties.
Kleurrijke Wijken Projectoverzicht
Grenzenloos Naaldwijk
Kleurrijke Wijken Projectoverzicht
Teranga Festival Gouda
Teranga Festival Gouda
75
Kleurrijke Wijken Projectoverzicht
Boughaz Gouda
Kleurrijke Wijken Projectoverzicht
Huiskamers voor vele culturen Delft
Huiskamers voor vele culturen Delft
77
Mobiel Extravaganza Delft
Kleurrijke Wijken Projectoverzicht
Langs de Lijn van De Toekomst Gorinchem
Kleurrijke Wijken Projectoverzicht
Pinksterontbijt Muskusrat Nieuwerkerk aan den IJssel Nieuwerkerk aan den IJssel
Urban Open Air Nieuwerkerk aan den IJssel
79
NoordVestival Schiedam
Brandersfeesten – Gondelvaart Schiedam
Kleurrijke Wijken Projectoverzicht Naaldwijk
Naaldwijk (2002/2003) De gemeente Naaldwijk, dat inmiddels een fusiegemeente is van de gemeente Westland, bestaat uit de kernen Maasdijk, Honselersdijk en de oorspronkelijke kern van Naaldwijk met verschillende wijken, waaronder de wijk Cruysbrouck. In deze gemeente werden drie projecten georganiseerd naar ideeën van instellingen, organisaties en personen uit Naaldwijk.
Grenzeloos In de zomer van 2002 hebben de bewoners van Maasdijk en de bewoners van het woonwagencentrum aan de Monnikenlaan nader kennis met elkaar gemaakt. Er vonden diverse activiteiten plaats onder leiding van beeldend kunstenaar Adrie Huisman. Hierbij speelden de bewoners van het woonwagencentrum en hun leefwijze een centrale rol. Ellen Klaus maakte een videoportret van de bewoners en legde de activiteiten vast. Ook is er lesmateriaal gemaakt voor de groepen 7 en 8 van de basisscholen, waarin kinderen kennis kunnen maken met het thema ‘mobiel wonen’. Grenzeloos is elders opgenomen in deze publicatie als praktijkvoorbeeld. Conceptontwikkeling en uitvoering Adrie Huisman Ondersteuning Gemeente Naaldwijk Uitvoer poppentheater Damiet van Dalsum Tentoonstelling woonwagencentrum Els Wagenmans Architectonische toekomstvisie John Lonsdale Korte documentaire Ellen Klaus Samenstelling lesmateriaal Patrice Matthee
Kleurrijke Wijken Projectoverzicht Gouda
Kleurrijk Cruysbrouck In het boekwerkje De herinnering blijft... zijn foto’s en verhalen verzameld door de bewoners van Cruysbrouck over Cruysbrouk van vroeger en nu. Het boekje geeft een antwoord op de vraag wie de bewoners van Cruysbrouk vroeger waren en wie het nu zijn. Naast dit boek werd met hulp van wijkbewoners en inzet van het Holland College een vlindertuin in Cruysbrouck aangelegd. Conceptontwikkeling en uitvoering Comité Kleurrijk Cruysbrouck in samenwerking met wijkbewoners Ondersteuning Gemeente Naaldwijk Ontwerp vlindertuin afdeling Groen gemeente Naaldwijk Samenstelling boek De Herinnering blijft… Initiatiefgroep De Herinnering blijft…
Marokkaanse theatervoorstelling Zwart-Witje In samenwerking met PJ Partners en de in Naaldwijk opererende organisatie Stichting Buitenlandse Landgenoten zijn Marokkaanse en Nederlandse jongeren gestimuleerd om via theatrale weg hun beleving van de verschillende culturen naar buiten te brengen. In tien bijeenkomsten kregen zij van regisseur Amar El Ajjouri workshops toneel. De jongeren hebben ervaringen en ideeën met schrijfster Birgitte Hacham gedeeld en zij heeft ze verwerkt in het scenario voor het toneelstuk dat door de jongeren in het voorjaar 2003 drie maal is uitgevoerd. Conceptontwikkeling en uitvoering Kunstgebouw, PJ Partners, Stichting Buitenlandse Landgenoten Ondersteuning Gemeente Naaldwijk Regisseur Amar El Ajjouri Scenarioschrijver Birgitte Hacham Decor Jan Veenker Workshop fotografie Robert Schilder Workshop ruimtelijk vormen Tineke van Dien-Kleyweg
Gouda (2002/2003) In Gouda vonden in het kader van Kleurrijke Wijken in de periode najaar 2002-voorjaar 2003 vier projecten plaats.
Boughaz Schijnbaar uit het niets verrezen in de binnenstad van Gouda drie zeecontainers. In deze containers was een tentoonstelling van videoprojecten te zien over de nooit vastgelegde geschiedenis van de Marokkaanse immigratie. Beeldend kunstenaar Eddy Seesing bracht deze geschiedenis in beeld aan de hand van persoonlijke verhalen van tientallen Marokkaanse mannen en vrouwen die zij voor de camera vertelden. Elke container toonde de verhalen van één generatie. Conceptontwikkeling en uitvoering Videokunstenaar Eddy Seesing in samenweking met Streekarchief Hollands Midden, Stichting Meander, gemeente Gouda en Marokkaans Platform Gouda Ondersteuning Gemeente Gouda, Prins Bernhard Cultuurfonds, Cultuurfonds BNG, VSB Fonds, Stichting Vrienden van Archief en Librije, Stichting Het Oude Mannenhuys Interviews, film en montage Eddy Seesing in samenweking met journaliste Saida Haddaou
Kookspeelboek De Wereldkeuken gezien vanuit de Raam en kookmanifestatie Op basis van de vele culturen in de Raambuurt is op initiatief van buurthuis De Speelwinkel het kookboek De Wereldkeuken gezien vanuit de Raam vervaardigd. Het boek bevat niet alleen recepten van de wijkbewoners, maar geeft met de portretten van de bewoners ook inzicht in de grote verscheidenheid aan culturen in de wijk. Conceptontwikkeling en uitvoering Buurthuis De Speelwinkel Ondersteuning Gemeente Gouda Teksten Thomas van Berckel, Sarie Donk, Marijanne Oost Ontwerp en vormgeving Martijn Engelbrecht in samenwerking met Joost Heinsch
81
Terangafestival In de nazomer van 2002 vond een kleurrijk festival plaats dat welkom (teranga) heette aan alle nieuwkomers en inwoners van Gouda en waarbij de culturen van alle Gouwenaars centraal stonden. Het festival bestond uit diverse optredens op twee podia die elk aan weerszijden van het stadhuis stonden opgesteld. Er was een programma speciaal voor kinderen, een markt met talloze kraampjes waarin vertegenwoordigers van verschillende belangenorganisaties hun informatie uitstalden en er was een rijk assortiment aan waren uit verschillende landen te koop. Conceptontwikkeling en uitvoering Stichting Provinciaal Platform AntiRacisme Zuid-Holland Ondersteuning Gemeente Gouda
Kleurrijke Wijken Projectoverzicht Delft
Delft: Binnen voor buiten (2003/2004) Binnen voor buiten is een kunstenplan voor de wijken Voorhof en Buitenhof, naar idee van beeldend kunstenaar Joop Vaissier, en is onderdeel van het cultuurprogramma Kunst in de Wijken van de gemeente Delft en Kleurrijke wijken van de provincie ZuidHolland. In het kader van dit kunstenplan zijn diverse projecten gerealiseerd.
Huiskamer voor vele culturen Kunstenaars Gusta Kullberg en Hans van Lunteren hebben in samenwerking met bewoners een ontmoetingsplek gecreëerd in het gebied tussen de Lisztflat en de Debussyflat en er is een maaiprogramma opgesteld waardoor het gebied er toegankelijk en aantrekkelijk uitziet. Tussen de flats is door de kunstenaars een terras met daarop een aantal bronzen stoelen geplaatst. De modellen voor deze bronzen (eetkamer)stoelen zijn door de bewoners aangedragen. Een klein gedeelte van dit terras is verhoogd aangelegd. De rand van deze verhoging is ingelegd met mozaïektegels die door flatbewoners zijn gemaakt. Kinderen uit de flats hebben van boetseerwas fantasiediertjes gemaakt. Een aantal hiervan is op de stoelen geplaatst en meegegoten in brons. Andere zijn in aluminium gegoten en op een metalen hekwerk bevestigd. Conceptontwikkeling en uitvoering Gusta Kullberg en Hans van Lunteren Ondersteuning Gemeente Delft (Integratie en EZH-fonds), woningcorporatie DuWO, Vakteam Groen van de gemeente Delft, Brede School
Mobiel Extravaganza Jongeren uit Delft hebben onder begeleiding van beeldend kunstenaar Olaf Mooij een mobiel extravaganza, een fantasievoertuig, gemaakt. Op twee locaties in Delft zijn zo auto’s omgevormd tot rijdende kunstwerken met als titels The Border en De Viking. In de toekomst zullen de mobielen ingezet worden bij sport- en spelevenementen in Delft.
Kleurrijke Wijken Projectoverzicht Delft
Delftse Kleden Vrouwen uit alle windstreken zijn in Delft samengestroomd en naast geboren en getogen Delftenaren komen wonen. Onder leiding van kunstenaar Tonny van Sommeren borduurden deze vrouwen samen aan vier kleden die als thema water, lucht, aarde en vuur hadden. Zo werd de universele taal van het handwerk een aanknopingspunt om contact te maken. De projectbeschrijving van Delftse Kleden is elders in deze publicatie opgenomen als praktijkvoorbeeld. Conceptontwikkeling en uitvoering Tonny van Sommeren Ondersteuning Gemeente Delft (Integratie en EZH-fonds), Fonds 1818, Haëlla Stichting, KNR/PIN, M.A.O.C. Gravin van Bylandt Stichting, Fonds voor Amateurkunst en Podiumkunsten Projectcoördinatie Marlene Vreeke, Stichting Kunst & Welzijn, Berkel en Rodenrijs
Delft: De omgevallen schoenendoos De omgevallen schoenendoos bestaat uit drie onderdelen en is elders in deze publicatie opgenomen als praktijkvoorbeeld. Onderdelen zijn:
Mammoet op de Vensterbank Beeldend kunstenaars Janske Hombergen en Anne van den Bosch fotografeerden alle vensterbanken aan de galerijkant van de Lodewijk van Deysselhof in Delft. De foto’s werden in 2003 -met hun verhalen- verwerkt in een boekje en als emaille borden op de brievenbussen in de portalen van de flat geplaatst. Het project was onderdeel van De omgevallen schoenendoos, een serie projecten op afgebakende locaties, zoals een flat, straat of buurt. Doel van deze projecten was om de mensen een directe relatie met de kunstenaars te laten leggen en iets te laten tonen waar ze trots op waren. Bijzonder was de grote rol die de woningcorporaties hebben gespeeld in het leggen van contacten tussen bewoners en kunstenaars. Conceptontwikkeling en uitvoering Janske Hombergen en Anne van den Bosch Ondersteuning Fonds 1818, Prins Bernhard Cultuurfonds, woningcorporatie Vestia, Gemeente Delft (Integratie en EZH-fonds) Fotografie Sander Luske
Isaac da Costa aan tafel Dit Delftse project was onderdeel van De omgevallen schoenendoos, waarin projecten op locatie bewoners aanmoedigen om iets van zichzelf te tonen waarop ze trots zijn. In dit geval stonden de eigen recepten van de bewoners centraal. Deze vormden samen het persoonlijk getinte kookboek Isaac da Costa aan tafel (2003). Conceptontwikkeling en uitvoering Marjet van Hartskamp en Veerle van Tongeren
Conceptontwikkeling en uitvoering Olaf Mooij
Ondersteuning Gemeente Delft (Integratie en EZH-fonds), Fonds 1818, Prins Bernhard Cultuurfonds, woningcorporatie Vidomes
Ondersteuning Gemeente Delft (Integratie en EZH-fonds)
Fotografie Tim Eshuis
Samenwerking Jongerencentra De Viking en De Border, Delft
83
In Holland staat een flat De Franz Lisztflat in Delft is een woongebouw van 14 verdiepingen met 650 bewoners, dat is gebouwd in de zeventiger jaren van de vorige eeuw. De bewoners maakten samen met kunstenaars Norman Beierle en Hester Keijser een scheurkalender met als titel In Holland staat een flat. De kalender schetst in 366 pagina’s een beeld van het dagelijks leven van de Nederlander in de 21ste eeuw. Deze pagina’s zijn gevuld met persoonlijke bijdragen van de bewoners. Het project werd uitgevoerd in 2003. Woningcorporatie DuWo speelde een rol bij het leggen van contacten tussen kunstenaars en bewoners. Conceptontwikkeling en uitvoering Hester Keijser en Norman Beierle Ondersteuning Gemeente Delft (Integratie en EZH-fonds), Fonds 1818, Prins Bernhard Cultuurfonds, Woningcorporatie DuWo
Kleurrijke Wijken Projectoverzicht Gorinchem
Gorinchem (2003) In opdracht van de gemeente Gorinchem heeft Kunstgebouw een concept ontwikkeld voor de Gilden- en Vroedschapswijk ten behoeve van Kleurrijke Wijken. Op basis van een studie naar de sociale en stedenbouwkundige karakteristieken is een kunst- en cultuurprogramma ontwikkeld om wijkbewoners kennis te laten maken met elkaars culturen en gewoonten.
Langs de Lijn van De Toekomst In 2002 gaf Kunstgebouw kunstenaar Jeanne van Heeswijk de opdracht om een manier te vinden om bewoners van de Gildenen Vroedschapwijk dichter bij elkaar te brengen met inzet van kunst en cultuur. Dit leidde tot Langs de Lijn van De Toekomst, een project over culturele competentie en competitie. Langs de Lijn van De Toekomst bestond uit twee delen: een radiostation en het tournament. Als locatie voor dit project was het plaatselijke sportveld en kleedgebouw gekozen. Hier werd dagelijk van januari - juni 2003 gewerkt vanuit het radiostation. Het tournament vond plaats als afsluiting plaats. Dit kunst- en cultuurprogramma is elders opgenomen in deze publicatie als praktijkvoorbeeld.
Kleurrijke Wijken Projectoverzicht Nieuwerkerk aan den IJssel
Ondersteuning Gemeente Gorinchem, Lokaal FM, Westland Studio’s, Hagemeijer Tweewielers, NOS Langs de lijn
Nieuwerkerk aan den IJssel (2004) C-spiegel, een cultureel voorjaar in Nieuwerkerk aan de IJssel is de titel van een cultureel programma dat in het voorjaar van 2004 heeft plaatsgevonden, naar idee van Caroliene Dieleman.
Muskusrat Met de onthulling van een spectaculair beeld van een Muskusrat met een pels van riet, gemaakt door beeldend kunstenaar Florentijn Hofman, werd C-spiegel geopend. Dit beeld sloeg ook een brug naar Pinkst’Art, het jaarlijkse kunstfestival van Nieuwerkerk aan den IJssel dat traditioneel in het pinksterweekend plaats vindt. Conceptontwikkeling en uitvoering Florentijn Hofman Ondersteuning Gemeente Nieuwerkerk aan den IJssel, Harmjan Timmerarends, Jumelage Comité, Pinkst’Art, Scouting en Zeeverkenners Moordrecht en Nieuwerkerk aan den IJssel, Nederlandse Rietdekkers Federatie, Riethandel Brasjen, Rietdekkersbedrijf Simon Voogt en zoon, Transportbedrijf Neleman, BK&V subsidieregeling van provincie Zuid-Holland
Conceptontwikkeling Jeanne van Heeswijk Advies en onderzoek Rolf Engelen, Wendel te Arve Organisatie Ramón Mosterd, Wendela Hubrecht Tournament Frank de Bruijn, Teun Castelejn, Henk Loorbach, Kjell van Norel, Arno Pruissen, Alain van Duuren, Mathijs Fonville Website Maurits de Bruijn, Roger Teeuwen, Tobias Beuving, Marco Christis, Rolf Coppens Radiostation Jo van der Spek, Tanneke de Groot, Siebe Thissen, Frank van Dijl, Pieter Groene, Richard Kerklaan, Stephan Pluym Videodocumentaire Sonja Schönberger, Iratxe Jaio, Klaas van Gorkum Fotografie Tamar de Kemp, Tjimme Ruyter Samenwerking Radio Rijnmond
Pinksterontbijt In samenwerking met het comité ’30 jaar Jumelage’ organiseerde C-spiegel een pinksterontbijt langs de Ringvaart voor de gasten uit Bückeburg (Duitsland) en de inwoners van Nieuwerkerk aan den IJssel. Het ontbijt werd vanaf het water geserveerd en omlijst met Italiaanse liederen. Conceptontwikkeling en uitvoering Kunstgebouw Ondersteuning Gemeente Nieuwerkerk aan den IJssel, Jumelage Comité, DKV, Piano Workshop, Stichting Evenement, Zeeverkenners Moordrecht en Nieuwerkerk, Blad Media/ Het Kanaal, Motel van der Valk
85
Oude films, nieuwe blikken Dit was de titel van een afwisselend familieprogramma, bestaande uit Franse, Nederlandse en Amerikaanse zwijgende films, live begeleid door filmorkest The Sprockets. Ook werd bijzonder historisch filmmateriaal door regisseur Michael Helmerhorst verwerkt tot de kroniek ‘Dorp in de Wind’. Conceptontwikkeling en uitvoering Michael Helmerhorst Ondersteuning Gemeente Nieuwerkerk aan den IJssel, gemengde zangvereniging Nieuw Leven, Film in Concert, The Sprockets, Archive Products Picture Search, Piano Workshop
Skate- & Streetdance event Urban Open Air en Greppelpop Deze evenementen zijn in nauwe samenwerking met Stichting Jeugwerk Taverna georganiseerd. Het programma van Urban Open Air bestond uit skate- en streetdancedemonstraties, workshops, clinics, breakdance battles en wedstrijden. Greppelpop was een gratis openluchtprogramma van lokale en regionale bands. Conceptontwikkeling en uitvoering Stichting Jeugdwerk Taverna, Stichting Evenement Ondersteuning Gemeente Nieuwerkerk aan den IJssel
Theatrale bustours Tijdens een verrassende theatrale rondleiding door de gemeente en omgeving van Nieuwerkerk aan den IJssel werden bewoners door een reisleider meegenomen naar markante plekken waar korte theatrale scènes werden opgevoerd. Conceptontwikkeling en uitvoering Michael Helmerhorst Ondersteuning Gemeente Nieuwerkerk aan den IJssel, Archive Products Picture Search, Van Vliet Trucks, Stichting Molen Kortenoord, Oudheidskamer, de Jong Interieur Spelers Esmeralda Detmers, Wilma Bakker, Paul Reintjes, Bert Apeldoorn, Henk van der Steen, Eric van der Steen, Laurens Fernhout
Kleurrijke Wijken Projectoverzicht Nieuwerkerk aan den IJssel
Kleurrijke Wijken Projectoverzicht Schiedam
Historische muziekkiosk Gedurende vier zaterdagmiddagen was er live muziek van talent uit Nieuwerkerk. Het programma vond plaats in een historische muziekkiosk die speciaal voor C-spiegel op verschillende centrale plaatsen werd opgesteld.
Schiedam (2004): Roes en rituelen Het historische centrum van Schiedam vormde het decor voor Kleurrijke Wijken Schiedam. Het thema van Kleurrijke Wijken Schiedam was Roes en Rituelen, gebaseerd op de oude en nieuwe tradities van de stad. De verkoop van jenevers, de ontdekking van Ketel 1 jenever in de Verenigde Staten en de waarde van de Heilige Liduina. Onder de naam Roes en Rituelen vielen een aantal Schiedamse elementen. Bestaande evenementen als Stad Als Film, Brandersfeesten en NoordVestival zijn op het thema meegelift. En nieuwe programma’s als De Dood voor Ogen, Kijk Haar! en Stadsrituelen hebben in 2004 een nieuw licht geschenen op oude en nieuwe Roes en Rituelen.
Conceptontwikkeling en uitvoering Stichting Evenement Ondersteuning Gemeente Nieuwerkerk aan den IJssel, Stichting Evenement, Jumelage commissie, Lokale Omroep Nieuwerkerk
Culture Club, workshops voor voortgezet onderwijs Leerlingen van het TVO Nieuwerkerks College en het Comenius College hebben een muzikale wereldreis gemaakt langs verschillende culturen en zijn in aanraking gekomen met muziek- en dansstijlen uit die gebieden. Een gevarieerd, leerzaam en actief programma waarin leerlingen op zoek zijn gegaan naar achtergronden en kennis van muziek. Onder leiding van professionele docenten leerden de leerlingen zelf muziek te maken en er op te dansen. Conceptontwikkeling en uitvoering Kunstgebouw Ondersteuning TVO Nieuwerkerks College, Comenius College, gemeente Nieuwerkerk aan den IJssel, Tournesol/ Amin Daci, Openbare bibliotheek, Muziekschool
Slotfeest C-spiegel werd afgesloten met een midzomernachtfeest. Hier passeerden verschillende hoogtepunten uit het programma van C-spiegel opnieuw de revue. Conceptontwikkeling en uitvoering Kunstgebouw Ondersteuning Gemeente Nieuwerkerk aan den IJssel, St. Evenement, Tournesol, Stichting Jeugdwerk Taverna, Lokale Omroep Nieuwerkerk
Liduinaproject In een avontuurlijke steptocht voor jeugd en volwassenen is het verhaal verteld van de Heilige Liduina Conceptontwikkeling en uitvoering Stichting Playground Ondersteuning Gemeente Schiedam, Stichting Loeder Events
Noordvestival Muziekfestival op en rond de Noordvest. Conceptontwikkeling en uitvoering Gemeente Schiedam, Stichting Loeder Events
Stad Als Film De derde editie van Stad Als Film stond helemaal in het teken van Roes en Rituelen. Op dertien videoschermen verspreid over de stad werden oude en nieuwe rituelen met elkaar afgewisseld. Hierbij werd een mix geboden van herkenbare en abstracte, historische en moderne, alsmede lokale en internationale producten. Conceptontwikkeling en uitvoering Gemeente Schiedam en Stichting Loeder Events
87
De dood voor ogen De verandering van rouwrituelen als gevolg van verkleuring van de samenleving was aanleiding voor het organiseren van het symposium De dood voor ogen. Schrijvers, wetenschappers en kunstenaars debatteerden en filosofeerden over de betekenis en de verandering van rouwrituelen in de hedendaagse samenleving. Conceptontwikkeling en uitvoering Gemeente Schiedam, Stichting Loeder Events Ondersteuning Openbare Bibliotheek Schiedam, Crematorium Beukenhof
Oude gewoonten Met Oude gewoonten werd gekeken naar oude tradities die voor velen nog springlevend zijn. In het decor van Taptoe Schiedam en onder het genot van Schiedamse jenever ging ouderen uit Schiedam met de lokale omroep Look TV in gesprek over de tradities en gewoonten zoals zij zich die herinneren uit het Schiedam van voorheen. Conceptontwikkeling en uitvoering Gemeente Schiedam, Stichting Loeder Events
De Gondelvaart Na afwezigheid van enkele jaren kon het meest aansprekende evenement van de jaarlijkse Brandersfeesten in Schiedam, en tevens één van de oude tradities van Schiedam, de gondelvaart, met een bijdrage van Roes en Rituelen doorgang vinden. Conceptontwikkeling en uitvoering Gemeente Schiedam, Stichting Loeder Events
Haarwortels/ Kijk Haar Met workshops in buurthuizen, exposities van kaptafels in winkeletalages, een exposities bij de Artotheek en galerie 300 procent en acties via een tiental kappers in Schiedam, zijn alle facetten van haar en haardracht belicht. Conceptontwikkeling en uitvoering Gemeente Schiedam, Stichting Loeder Events. Ondersteuning Artotheek Schiedam, galerie 300 procent, Schiedamse kapsalons
Kleurrijke Wijken Projectoverzicht Schiedam
Stadsrituelen Alledaagse en bijzondere tradities en gewoonten zijn door acht Schiedamse en Rotterdamse fotografen op een persoonlijke manier belicht en gecombineerd met de teksten van Schiedamse journalist / tekstschrijver Kor Kegel. Deze zijn verwerkt tot posterseries die in series en in kleine oplagen verspreid zijn over de stad. De posters zijn na afloop gebundeld in een boek. Conceptontwikkeling en uitvoering Gemeente Schiedam, Stichting Loeder Events
Trance & dance/ Zomerbeat in the City De derde editie van dit multiculturele muziekfestival heeft met een speciaal programma ingespeeld op het thema Roes en Rituelen. Conceptontwikkeling en uitvoering Gemeente Schiedam, Stichting Loeder Events
Zondagen in de Plantage In een van de mooiste (en oudste) parken van Nederland vond wekelijks een familieprogramma met aansprekende podiumacts plaats. Conceptontwikkeling en uitvoering Gemeente Schiedam, Stichting Loeder Events
89
Naast alle genoemde kunstenaars en andere betrokkenen bij Kleurrijke Wijken, willen wij de volgende personen speciaal bedanken. Zonder hen was dit project niet mogelijk: Annemarie Bor, Caroliene Dieleman, Eric Groene, Nathalie van der Hak, Antoinette van Hoek, Siegfried Janzing, Deniz Paulat, Jorien Kaper, Zeljka Lindgreen, Harrie van der Louw, Henriët Muggen, Margreet Ramaker, Kamal Ramkalup, Hilde Postema, Gerard Schoofs, Alwin Schortinghuis, Jeroen Spoelstra, Gérard Steenbergen, Inge Teunissen, Joop Vaissier, Marcel Vissers, Karel Willems, Sabrina Woudenberg. En tot slotte bedanken wij de deelnemende gemeenten van Kleurrijke Wijken: Gouda, Naaldwijk, Delft, Gorinchem, Nieuwerkerk aan den IJssel, Schiedam.
91
LITERATUUR Sikko Cleveringa: Uit de Kunst in de Wijk, ISBN 90-76267-07-3, 2005 Rik Pinxten: De Artistieke Samenleving, Houtekiet Antwerpen, ISBN 90-5240-723-1, 2003 Norman Beierle en Hester Keijser: In Holland Staat een Flat (scheurkalender), ISBN 90-9017392-7, 2003 Marjet van Hartskamp en Veerle van Tongeren: Isaac da Costa aan Tafel, 2003 Hannah Anthonysz en anderen (redactie): Delftse Kleden Janske Hombergen en Anne van den Bosch: Mammoet op de Vensterbank, ISBN 90-9017245-9, 2003 Thomas van Berkel en anderen: De Wereldkeuken gezien vanuit de Raam, Kunstgebouw Rijswijk, 2003 Klazien Brummel, Ken Bartlett: Van uitsluiting naar insluiting: Naar een bredere kunstpraktijk in Nederland, Springdance, 2003, ISBN 90-77546-01-4 Sandra Trienekens: Respect! Urban culture, community arts en sociale cohesie, 2004 Sandra Trienekens: Urban Paradoxes: lived citizenship and the location of diversity in the arts, 2004 Dr. Th.B.J. Noordman: Cultuur in de Citymarketing, Elsevier Overheid ’s-Gravenhage, ISBN 90-5901-380-8 Yvonne van Baerle: Divers, cultuurbeleid in een multiculturele samenleving, VNG uitgeverij Den Haag, ISBN 90-322-8211-5, 2004 M. Bloemer: Cultuurscouting en community arts, afstudeerscriptie Culturele en Maatschappelijke vorming, Ede, 2005 Maria Brewster et al.: Supermanual, FACT Liverpool, ISBN 0-9521221-3-8 Joop Vaissier en Karel Winterink: Binnen voor Buiten, Kunstgebouw Rijswijk, 2004 Karel Winterink: Langs de Lijn, Kunstgebouw Rijswijk, 2004
93
COLOFON Gemeenschapskunst in Zuid-Holland is een uitgave van Kunstgebouw, Stichting Kunst en Cultuur Zuid-Holland, ter afsluiting van het provinciale project Kleurrijke Wijken (2002 – 2004) en ter gelegenheid van het congres Kunst, cultuur en gemeenschapszin (22 september 2005). Productie: Anita van der Linden, Karel Winterink Tekst en interviews: CvC, Pascal Rijnders Redactie: Frank van der Hulst, Klaas Hoekstra, Anita van der Linden, Ina Westerveen, Karel Winterink Fotografie: Hannah Anthonysz, Norman Beierle en Hester Keijser, Tim Eshuis, Jeanne van Heeswijk, Adrie Huisman, Tamar de Kemp, Anita van der Linden, Fred Nijs, Hans Smulders, Tjimme Ruyter Fotografie omslag: Langs de Lijn van De Toekomst, Spel nr 2 Lijntrekken (Draw a Line), Jeanne van Heeswijk & Rolf Engelen De Toekomst, Gorinchem, 2003, fotografie Tamar de Kemp Grafisch ontwerp: Stout/Kramer Drukwerk: Veenman Drukkers Oplage: 1000 exemplaren Met dank aan: Iris Casteren van Cattenburch, Jeanne van Heeswijk, Erik van Heijningen, Ida van der Lee, Rik Pinxten, Sandra Trienekens © Kunstgebouw, Rijswijk, september 2005 Zichtbaar maken wat er is, stimuleren wat er kan zijn www.kunstgebouw.nl ISBN-10: 9076340102 ISBN-13: 9789076340104