TC/95/24 BERAADSLAGING Nr. 95/48 VAN 12 SEPTEMBER 1995 BETREFFENDE EEN AANVRAAG VAN DE RIJKSDIENST VOOR KINDERBIJSLAG VOOR WERKNEMERS (RKW) TOT MACHTIGING, ALSOOK VOOR ALLE KINDERBIJSLAGFONDSEN, VOOR HET MEEDELEN VAN BEPAALDE SOCIALE GEGEVENS VAN PERSOONLIJKE AARD BETREFFENDE DE RECHTHEBBENDEN OP KINDERBIJSLAG OF DE BIJSLAGTREKKENDEN, AAN WERKGEVERS EN AAN SOCIAAL SECRETARIATEN, AAN VERZEKERINGSINSTELLINGEN, AAN HUISVESTINGSMAATSCHAPPIJEN. Gelet op de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid, inzonderheid de artikelen 14 en 15; Gelet op de aanvraag ingediend door de RKW bij brieven van 28 februari 1995 en 15 juni 1995; Gelet op het verslag van de heer F. Ringelheim. Onderwerp van de aanvraag en rechtvaardiging De RKW vraagt de machtiging, voor zich zelf en voor alle kinderbijslagfondsen, voor de volgende mededelingen van sociale gegevens van persoonlijke aard: 1.Mededeling aan de werkgevers van de rechthebbenden op kinderbijslag en van de bijslagtrekkenden, teneinde hen toe te laten hun werknemers in te lichten over hun rechten inzake kinderbijslag. 2.Mededeling aan werkgevers of aan hun lasthebbers (sociaal secretariaten) van sociale persoonsgegevens; de betrokken werkgever of het betrokken sociaal secretariaat heeft deze gegevens nodig om extra-voordelen of geschenken die verband houden met de hoedanigheid van rechthebbende op kinderbijslag te kunnen toekennen. 3.Mededeling aan de ziekenfondsen en aan de huisvestingsmaatschappijen, ten behoeve van rechtgevende kinderen, opdat de betrokken gezinnen allerlei verminderingen zouden kunnen krijgen of bepaalde sociale voordelen zouden kunnen genieten;
4.Mededeling van bepaalde sociale persoonsgegevens aan werkgevers of sociaal secretariaten, op hun verzoek, met het oog op de toepassing van de sociale wetgeving en van de wetgeving inzake directe belastingen. Voor wat de werkgevers, de sociaal secretariaten en de huisvestingsmaatschappijen betreft, gaat het om mededelingen buiten het netwerk van de sociale zekerheid, waarvoor in toepassing van artikel 15, lid 2 van de Kruispuntbankwet van 15 januari 1990 de principiële machtiging van het Toezichtscomité is vereist; Voor wat de verzekeringsinstellingen betreft, gaat het om een mededeling binnen het netwerk van de sociale zekerheid, waarvoor krachtens artikel 15, lid 1 van de wet van 15 januari 1990 een principiële machtiging van het Toezichtscomité is vereist. Behandeling van de aanvraag A. Mededeling aan de werkgevers van de rechthebbenden op kinderbijslag teneinde hen toe te laten hun werknemers in te lichten over hun rechten inzake kinderbijslag. De RKW herinnert eraan dat elke werkgever, waarop de gecoördineerde wetten inzake kinderbijslag voor werknemers van toepassing zijn, ertoe gehouden is om trimestrieel aan het kinderbijslagfonds waarbij hij aangesloten is, een aangifte (model G) over te maken die, onder gecodeerde vorm, de sociale en beroepstoestand van de leden die deel uitmaken van het gezin van de rechthebbende aangeeft. Bepaalde kinderbijslagfondsen delen, als sociale dienstverlening, aan de werkgevers bepaalde sociale persoonsgegevens mee, opdat deze laatsten hun rechthebbende werknemers rechtstreeks zouden inlichten over hun dossier inzake kinderbijslag. De RKW vraagt, in naam van alle kinderbijslagskassen die onder haar bevoegdheid vallen, de machtiging om maandelijks aan de werkgevers, aan de hand van een formulier, waarvan het gebruik verplicht zou worden, de volgende gegevens mee te delen: -naam en voornaam van de rechthebbende, -betaling uitgevoerd, -dossier ter studie, -betaling gestaakt. De rol van de werkgever in het systeem van de kinderbijslag voorzien bij de gecoördineerde wetten van 19 december 1939 is van fundamenteel belang. De hoedanigheid van rechthebbende op kinderbijslag houdt verband met zijn tewerkstelling bij een werkgever (artikel 51).
De informatie m.b.t. de arbeidsprestaties zoals bedoeld in artikel 53 van de gecoördineerde wetten, wordt door de werkgever aan de kinderbijslagfondsen overgemaakt. De ministeriële omzendbrief nr. 158 van 12 mei 1958 voorziet in artikel 9 dat de werkgevers verantwoordelijk worden geacht voor de vertragingen opgelopen bij de mededeling of de overmaking aan het Fonds van inlichtingen en verklaringen die hen door de rechthebbenden worden toevertrouwd. De werkgever moet bijgevolg verplichtend ingelicht worden over de elementen m.b.t. de gezinstoestand van de rechthebbenden die een invloed kunnen hebben op de kinderbijslag. Rekening houdend met de tussenkomst van de werkgever op het gebied van de kinderbijslag blijkt de aanvraag van de RKW gerechtvaardigd; ze is conform aan het belang van de rechthebbenden op kinderbijslag en houdt geen risico in voor de bescherming van hun privéleven. In toepassing van artikel 14, 1° van de wet van 15 januari 1990 mogen de gegevens rechtstreeks aan de werkgevers worden meegedeeld, op voorwaarde dat de betrokken werknemers hun uitdrukkelijke toestemming hebben verleend. B. Machtigingsaanvraag tot het mededelen van sociale persoonsgegevens aan werkgevers of aan hun lasthebbers (sociaal secretariaten). De RKW verklaart dat bepaalde werkgevers extra-legale voordelen toekennen aan hun personeelsleden die kinderbijslag trekken. Deze voordelen worden bepaald in de arbeidsovereenkomst, een collectieve arbeidsovereenkomsten of een andere regeling die op alle personeelsleden van toepassing is. Ze worden toegekend aan de personeelsleden die, naargelang het geval, de hoedanigheid van rechthebbende, kinderbijslagtrekkende of ouders van rechtgevende kinderen kunnen aantonen. Het betreft o.a. premies voor studie, communie, premies naar aanleiding van het nieuwe schooljaar, ter gelegenheid van Sinterklaas, Kerstmis, enz. De RKW vraagt de machtiging voor haarzelf en voor alle kinderbijslagfondsen voor het mededelen, in dat opzicht, van de volgende sociale gegevens, op voorwaarde dat de werkgever kan aantonen dat hij deze gegevens nodig heeft voor het toekennen van de extra-legale voordelen: -de hoedanigheid van rechthebbende, het volgnummer, de naam en voornaam, de referentieperiode, -de hoedanigheid van bijslagtrekkende, het volgnummer, de naam en voornaam, de referentieperiode, -de hoedanigheid van rechtgevend kind (id.), -het bedrag van de kinderbijslag, -het aantal rechtgevende kinderen. De gegevens worden ofwel op papier, ofwel op magnetische drager meegedeeld.
De RKW onderstreept dat de werkgevers reeds als tussenpersoon optreden in de sector van de kinderbijslag: ze verzamelen en maken de hun door de rechthebbenden op kinderbijslag toevertrouwde inlichten over aan de kinderbijslagfondsen, geven het aantal arbeids- en gelijkgestelde dagen aan. De RKW deelt mee dat het aantal werkgevers die de hierboven vermelde extra-legalen voordelen of geschenken toekennen eerder gering is en dat het voornamelijk grote bedrijven betreft. Daarentegen zijn de betrokken rechthebbenden nogal talrijk, zodat door het versturen van individuele attesten de administratieve last van de bedrijven aanzienlijk zou toenemen. De RKW verklaart dat de Kinderbijslagfondsen een verklaring zullen moeten eisen van elke werkgever of sociaal secretariaat, waarop het volgende wordt vermeld: de aard van de gevraagde informatie, de frequentie, de contractuele bepaling (arbeidsovereenkomst of collectie arbeidsovereenkomst) waarin de sociale voordelen, die de gegevensmededeling rechtvaardigen, worden vastgelegd. De aanvraag van de RKW beantwoordt aan welbepaalde en wettelijke doelstellingen, nl. de toekenning van sociale voordelen die verband houden met het statuut van rechthebbende op kinderbijslag of bijslagtrekkende van de betrokken personen. Men mag er gerust in zijn dat deze gegevensmededelingen geen gevaar inhouden voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de betrokken sociaal verzekerden. De mee te delen gegevens blijken adequaat, relevant en doelgericht. Indien de gegevens worden meegedeeld aan een sociaal secretariaat dat als lasthebber van de werkgever optreedt, dient het sociaal secretariaat te zijn erkend. In toepassing van artikel 14, 1° van de wet van 15 januari 1990 mogen de gegevens rechtstreeks aan de werkgevers of aan de sociaal secretariaten worden meegedeeld, op voorwaarde dat de betrokken werknemers hun uitdrukkelijke toestemming hebben verleend. C. Mededeling van bepaalde sociale gegevens van persoonlijke aard aan werkgevers of erkende sociaal secretariaten, met het oog op de toepassing van de sociale wetten of de wetten m.b.t. de directe belastingen. De RKW en de Kinderbijslagfondsen wensen, aan de werkgevers en aan de sociaal secretariaten die het aanvragen, sociale persoonsgegevens m.b.t. de gezinstoestand van de rechthebbenden te mogen meedelen, teneinde hen toe te laten de sociale (berekening van het bedrag van de bijdragen) of fiscale (berekening van de bedrijfsvoorheffing) wetten op een meer doeltreffende manier toe te passen.
De volgende inlichtingen moeten worden meegedeeld: -naam en voornaam van de rechthebbende, -volgnummer bij de werkgever, -aantal rechtgevende kinderen in het gezin, -mutatie: - komst van rechtgevende kinderen, - vertrek van rechtgevende kinderen. De gegevens worden ofwel op papier, ofwel, mits aanvraag, op magnetische drager overgemaakt. Deze mededelingen zijn nodig voor de toepassing van de sociale of fiscale wetgeving op de rechthebbenden op kinderbijslag. Krachtens artikel 14, 2°, mogen de gegevens rechtstreeks worden meegedeeld aan de werkgevers of aan de sociaal secretariaten. D. Mededeling van bepaalde sociale gegevens van persoonlijke aard aan instellingen of maatschappijen, opdat de gezinnen met rechtgevende kinderen op kinderbijslag bepaalde kortingen zouden kunnen genieten of bepaalde sociale rechten zouden kunnen behouden. Het betreft de mededeling van attesten bestemd voor de ziekenfondsen of de huisvestingsmaatschappijen waardoor bepaalde verminderingen kunnen worden bekomen. Aan de hand van de attesten bestemd voor de ziekenfondsen behouden de betrokken gezinnen hun rechten inzake ziekteverzekering voor de kinderen ouder dan 18 jaar, de gehandicapte kinderen en de wezen (toepassing van het koninklijk besluit van 4 november 1963 tot uitvoering van de wet van 9 augustus 1963 tot instelling van een regeling voor verplichte ziekteverzekering, alsook van de gecoördineerde wetten van 14 juli 1994 betreffende de verplichte ziekteverzekering). Het betreft een mededeling van gegevens binnen het netwerk van de sociale zekerheid, via de Kruispuntbank enerzijds en het Intermutualistisch College anderzijds. De volgende gegevens worden meegedeeld: -naam, voornaam en adres van de rechthebbende en/of de bijslagtrekkende, -dossiernummer, -naam en voornaam van de rechtgevende kinderen, -hun geboortedatum, -eventueel het bestaan van een handicap in de zin van artikel 63 van de gecoördineerde wetten, -eventueel de melding dat het betrokken kind wees is. Deze mededelingen beantwoorden aan bij de wet bepaalde doelstellingen en zijn gesteund op een rechtsgrond.
De aanvraag heeft het belang van de sociaal verzekerden tot doel. Bedoeling van deze mededelingen aan de huisvestingsmaatschappijen is de betrokken sociaal verzekerden verminderde huurprijzen te laten genieten. Deze mededelingen geschieden echter in het belang van de sociaal verzekerden. Aangezien het om mededelingen buiten het netwerk gaat, is overeenkomstig artikel 14, lid 1 van de wet van 15 januari 1990 de tussenkomst van de Kruispuntbank vereist. Daarom verleent Het Toezichtscomité de machtiging, aan de RKW en aan de onder haar toezicht staande kinderbijslagfondsen, voor het mededelen van de in de aanvraag bedoelde sociale persoonsgegevens, mits de naleving van de hierboven vermelde modaliteiten. Voordat de in deze machtiging bedoelde mededelingen kunnen worden doorgevoerd, dient de RKW aan het Toezichtscomité een omzendbrief te versturen waarin de voorwaarden voor de mededeling worden vermeld, waarin de RKW herhaalt dat het finaliteits-, doelmatigheids- en evenredigheidsprincipe strikt moet worden toegepast, waarin ze duidelijk vermeldt welke maatregelen moeten worden genomen inzake informatieveiligheid alsook welke controleprocedures zullen worden uitgewerkt door de dienst voor externe controle van de RKW. Deze omzendbrief zal, na het advies van het Toezichtscomité, aan alle Kinderbijslagfondsen worden overgemaakt.
F. Ringelheim, Voorzitter.