Pasen 2016 Zuyderland M.C. locatie Sittard/Geleen
`
Of er nog wonderen zijn hoe kun je zoiets vragen kijk naar mijn tuin van leeg tot vol in amper zeven dagen (Toon Hermans)
2
Beste mensen,
Ook dit jaar worden de grauwe tinten van deze zachte winter veroverd door jong groen en frisse kleuren. Nieuw leven kondigt zich overal aan. Juist in deze tijd vieren wij Pasen. Wij denken dat het dan moet tegen vallen om deze dagen in Zuyderland M.C. te moeten doorbrengen. Wij hopen dat dit boekje een bescheiden hulpmiddel mag zijn om u door deze dagen heen te loodsen. Moge deze teksten u bemoedigen, hoop geven en inspiratie schenken. In deze uitgave vindt u ook informatie over de liturgische vieringen tijdens Pasen, welke plaatsvinden in de Stilte Ruimte. Alsmede vermelden wij de dagen en tijden van de communierondgang op de afdelingen. U, en uw familie en/of naaste(n), bent natuurlijk van harte welkom in de vieringen. Wanneer u dit op de afdeling kenbaar maakt, dan verzorgen de vrijwilligers van onze dienst dat u gehaald en teruggebracht wordt van en naar uw eigen afdeling. In bewogen tijden voor u als patiënt en naaste, als ook voor medewerkers in ons huis, wensen wij u mooie Paasdagen toe. Namens pastoraat en geestelijke verzorging Zuyderland M.C. locatie Sittard / Geleen
3
Gaan Ik zal gaan O met genoegen zal ik gaan met diepe vreugde en trompetgeschal ik zal gaan Als jij roept zal ik gaan mijn werk mijn eten en mijn handen zal ik laten staan als jij roept zal ik gaan Als jij roept in de morgen in de middag in de avond in mijn dromen in mijn waken als jij roept zal ik gaan Ik zal gaan al breken ze mijn benen al moet ik kreupel gaan engelen binden dan mijn wagen vleugels aan Ik zal gaan Remco Campert Voor de dichter Remco Campert is het "gaan" een vreugdevolle levensopdracht. Als hij geroepen wordt, hij zal gaan. Wat er ook gebeurt, hij zal gaan. Al is het op alle tijdstippen van de dag, hij zal gaan. Al bevinden zich grote hindernissen op zijn weg, hij zal gaan. We zijn nog nooit zo mobiel geweest als heden ten dage. 4
Overal gaan we heen waar we naar toe willen. Dagelijks zijn miljoenen mensen onderweg. Steeds met een doel voor ogen. We willen ergens aankomen, binnenkomen, uitkomen. We zijn op weg vanwege werk, opleiding, familiebezoek, vakantie of zomaar. Onder al die reizigers bevinden zich ook velen die door de nood gedwongen zijn om op pad te gaan. De vluchtelingen die rondzwerven door de wereld op zoek naar veiligheid, rust en vrede. "Gaan" is één van de meest voorkomende woorden in Bijbel. Er wordt heel wat afgelopen in de Bijbelse verhalen. De weg die mensen in de Bijbel gaan, is vaak in hoge mate symbolisch gekleurd. Waarbij de vraag niet zozeer is: wie ben je? Maar veel meer: welke weg bewandel je? Aan de weg die iemand gaat, valt af te lezen wie zij of hij is. Wie zich op weg begeeft is in beweging. En wie in beweging is kiest in zekere zin voor verandering. Mooi is dat te zien aan de weg van Jezus. Als er één iemand is, die zijn kilometers gemaakt heeft, was het Jezus wel. Altijd was hij onderweg. Hij leidde een reizend en zwervend bestaan. Een vaste woon- of verblijfplaats was hem vreemd. Velen sprak hij onderweg aan. Genezend en helend trok hij door het land. Zijn weg was een weg van vrede. Van leven. Van bevrijding.
5
Maar na al die kilometers kwam de gang van Jezus uiteindelijk tot stilstand. Dat was in Jeruzalem. Daar eindigde zijn weg. De eerste stop die hij in die stad aandeed, was een zaal. Daar hield hij met zijn vrienden een maaltijd. Ze zaten met elkaar om de tafel. Tijdens die maaltijd waste Jezus de voeten van zijn vrienden als teken van opperste dienstbaarheid. In die zaal aten ze niet alleen met elkaar, maar waren ze ook met elkaar in gesprek over de dingen die plaatsvonden en die nog te gebeuren stonden. Vanuit die zaal zou Jezus zijn allerlaatste weg inslaan. Het is fijn als we altijd door kunnen gaan met het leven dat we leiden. Met de dingen die we doen. En met de weg die we bewandelen. Maar er zijn momenten dat we onze reis moeten onderbreken. Een opname in het ziekenhuis is zo'n moment. Dan merken we dat de gang er uit is. Soms voor korte tijd, soms voor langere tijd of soms helemaal. Verblijf in het ziekenhuis betekent dan ook stilstaan bij het eigen leven en bij dat van je naasten. Opname houdt ook in: je gedachten laten gaan over wat op je afkomt en op wat je bezighoudt. Bezig zijn met de vraag of je ooit weer op gang zult komen. En kunt gaan zoals voorheen. Of je je "gaan" met vreugde kunt vervolgen zoals Remco Campert in zijn gedicht onder woorden brengt. Hoe ook de weg zal zijn en waar die ook naar toe leidt, van harte wens ik u dat uw weg begaanbaar mag zijn.
Goede paasdagen gewenst, Pier Prins, geestelijk verzorger en predikant 6
Stilte Ruimte viering tijdens de Goede Week en Pasen
Palmzondag 20 maart
10.00 uur Eucharistieviering met vocal ensemble Alouette zegen en uitdelen palmtakjes
woensdag 23 maart
vanaf 13.00 uur communie-rondgang op de afdelingen van revalidatie
Witte donderdag 24 maart
vanaf 13.00 uur communierondgang op de afdelingen van ziekenhuis
Goede Vrijdag 25 maart
15.00 uur kruisweg-meditatie
Paaszaterdag 26 maart
18.30 uur Paaswake met orgelspel Efrem en samenzang vanaf 18.30 uur communie-rondgang op de afdelingen
Paaszondag 27 maart
10.00 uur Eucharistieviering met ensemble Aqua e Vinho vanaf 10.00 uur communie -rondgang op de afdelingen
7
Goede Vrijdag Wat mensen anderen soms aandoen, je wordt er beroerd van. Als ik de verhalen hoor van vluchtelingen in Syrië, of mensen die het bloedbad in Ruanda en Burundi hebben overleefd. Vrouwen verkracht, kinderen verminkt, mannen gemarteld of wreed afgeslacht. Het gaat ons voorstellingsvermogen te boven. De mens zou in beginsel goed zijn? We willen het zo graag geloven. Wij zouden zoiets immers niet doen? Toch…….? Maar het gebeurt telkens weer in de geschiedenis. Telkens weer nemen duivelse krachten bezit van mensen, misschien wel mensen zoals U en ik. Op Goede Vrijdag gedenken wij het lijden en sterven van onze Heer, Jezus Christus. Hij heeft geleden: is verraden en gehoond; heeft de ontluistering aan den lijve meegemaakt. Zoals zovelen. Hij heeft niet het meest geleden; daarvoor zijn de verhalen van mensen soms te erg. Maar Hij heeft wel bewust het lijden op zich genomen. Hij heeft bewust willen staan aan de kant van de lijdende en niet aan de kant van de folteraar. En als mensen vragen, waar God is in het lijden? …dan is dit het antwoord: ik sta aan jullie kant. Dat geldt zeker voor het lijden dat mensen door anderen wordt aangedaan. Het kruis is een aanklacht tegen onrecht en geweld. Tegelijkertijd is het lijden van Christus herkenbaar, als een menselijke ervaring, en is het ´ja´ van Jezus tegen het lijden ook een uitdaging om je eigen kleine of grote kruis op te pakken. 8
Ook het lijden, waar niemand schuld aan heeft: - de lichamelijke en geestelijke aftakeling die jezelf moet ondergaan, of je dierbare - de ontstellende eenzaamheid waarin mensen soms geraken door ziekte of het intense verdriet om een dierbare - het onvermogen van mensen om scheve verhoudingen goed te krijgen, maar mensen elkaar toch niet kunnen vinden Dan is er de neiging om naar boven te kijken, en Gòd te smeken er wat aan te doen. Maar het enige antwoord dat we vandaag krijgen is een lijdende mens aan het kruis. Hij lijdt mee. God lijdt zelf, in Christus, in jou. Is dat een antwoord? Het lijden wordt er niet minder ontstellend van. Maar Hij is er wel bij, Hij gaat wel met de lijdende mee. Hij neemt ons - met de gestorven Heer - mee het donker in. Zo daagt in het donker het eerste licht, spreekt de diepste dood al van nieuw leven. Laten we ons op goede vrijdag in Gods Naam verbinden met alle lijdenden; ook met degenen tegenover wie wij in mede-lijden tekort zijn geschoten; ja zelfs met diegenen die lijden onder ons. Opdat in onze verbondenheid dat Verbond mag oplichten van God die geen mens vergeet, geen mens veracht. En die bovenal is verschenen in deze lijdende aan het kruis.
pater Johan Verkoelen SMA
9
CHRISTUS ALS HOVENIER Zij dacht dat het de hovenier was. Joh. 20:15
Eén Rembrandt kende als kind ik goed: de Christus met de grote hoed wandelend in de ochtendstond. En, naar erbij geschreven stond: Hij was de hovenier. En nòg laat ik mijn tranen gaan als in de gaarde ik Hem zie staan, en - wat terzijde - in stille schrik die éne, zij die dacht als ik: Het was de hovenier. O kinderdroom van groen en goud -géén die ontnam wat ik behoud. De laatste hoven naderen schier en ijler wordt de ochtend hier. Hij is de hovenier. Ida Gerhardt (1905 - 1997) (uit 'De hovenier' 1961) 10
De man van Nazareth Bijna tweeduizend jaar geleden verzamelde een jonge timmerman in een klein stadje in een achterafhoek van de wereld, dat ergens bij Jeruzalem ligt, wat vrienden om zich heen. Een paar garnalenvissertjes. Bij elkaar een vreemd stel; Een van zijn vrienden is nogal op de centen, een ander is alleen maar gelukkig als hij vooraan mag lopen, een derde is heel realistisch en zegt: ‘eerst zien en dan geloven’. Een uiteenlopende groep mensen. Maar één ding hadden ze gemeen. Ze hielden allemaal veel van de timmerman. Maar door allerlei verwikkelingen komt hun vriend in conflict met de autoriteiten. Hij wordt veroordeeld en ter dood gebracht. Amper 33 jaar oud sterft hij, verlaten door bijna al zijn vrienden, onschuldig aan het kruis. Dat gebeurt wel vaker, dat iemand onschuldig veroordeeld wordt. Ze hebben in Amerika, ook weer pas ontdekt dat ze iemand bij vergissing naar de galg hebben gestuurd. Het is van alle tijden dat mensen sterven die achteraf onschuldig blijken te zijn, Maar met de dood van Jezus waren de mensen niet klaar. Want al heeft de dood van die jonge timmerman de voorpagina's niet gehaald, al is het bericht niet omgeroepen door de radio, al heeft de executie niet plaatsgevonden voor de televisie, en al heeft niemand met zijn terechtstelling een worldpressfoto gewonnen, tóch wordt er vandaag aan de dag nog steeds over Hem gesproken - door miljarden: Er wordt over Hem gesproken bij de Eskimo's, de Papoea's, in de duizenden kerken van Amerika en in de bossen van Suriname en Afrika. Ja, overal ter wereld. Zelfs in die gebieden waar momenteel heftige christenvervolging plaatsvinden en mensen vanwege hun geloof, ook in deze dagen, letterlijk de weg naar Golgotha gaan en worden afgeslacht. Als je er goed over nadenkt, is het eigenlijk onvoorstelbaar, wonderlijk eigenlijk, dat de hele wereld zich nog steeds bezighoudt met die jongeman uit Nazareth. 11
Deze dagen staat zijn lijden en sterven weer in het middelpunt van de belangstelling Honderdduizenden volgen weer het spektakel van de Passion. Maar, denk ik dan, staan we er wel écht bij stil? Raakt het ons werkelijk? Zijn we er écht helemaal bij betrokken? Ik denk dat we ons er even druk over maken als een bericht in een krant: ‘man overreden, op slag dood, hij laat een vrouw en vier kinderen na.’ Punt, aanhalings-tekens, nieuwe zin, hoofdletter: ‘Voetbalwedstrijd Fortuna–Ajax 0-4!’ Vaak achter elkaar uitgesproken in één adem. Maar er zijn van die dingen waar je niet over kunt praten. We begrijpen de woorden van de man die bij het bed zit van zijn stervende, wegkwijnende moeder, en die 's avonds in zijn agenda schrijft: ‘Moeder, het is niet uit te spreken, Hoe ieder woord zichzelf verheelt, Nu jij tussen matras en deken, tegen de dood wordt uitgespeeld.’ Over het algemeen gaan wij mensen slecht met de dood om. Wij houden ons liever bezig met het leven. Juist omdat de dood, ook de dood van Jezus, alle rollen en alle waarden in je leven omdraait. Daarom kunnen wij ons ook zo vergissen rondom de dood. Nergens kunnen mensen zich zo vergissen dan rond mensen die sterven. Wij zijn vaak geneigd om te zeggen dat wij rond stervende mensen anderen pas goed leren kennen. Maar wie veel met stervenden te maken heeft, weet dat hij voorzichtig moet zijn. Wie het hardst huilt kan wel het minste verdriet hebben. Wie er met een stalen gezicht bij staat, kan wel het meest getroffen zijn, Onze mensenkennis is tegenover de dood maar weinig waard. Nergens staan mensen zó dicht bij elkaar als rond een stervende, nergens staan mensen zó ver van elkaar als rond een dode. Nergens staan mensen op Goede Vrijdag zó dicht bij elkaar als rond de stervende Christus, maar nergens staan mensen zó ver van elkaar als rond de Verrezen Heer. 12
Mensen kunnen zich vreemd gedragen rond een dode, weten de juiste woorden niet te vinden. Sommigen beginnen te spreken over wat ze zelf meegemaakt hebben. En natuurlijk is het mogelijk dat een mens herinnerd wordt aan eigen tegenslagen en daardoor automatisch over zichzelf gaat vertellen. Zoals wij met Pasen ook méér vertellen wat wíj van Pasen vinden dan dat wij luisteren naar diegene om wie het hele Paasfeest draait. Anderen beginnen te praten over zaken die helemaal niets met het bezoek te maken hebben. Sommigen kunnen een tijdlang over eigen kwaaltjes uitweiden. Misschien is men blij eindelijk een onderwerp gevonden te hebben waarover men spreken kan. Iedereen zit nu eenmaal met een mond vol tanden bij zo'n gelegenheid. Men is dankbaar dat de stilte doorbroken wordt. Toch zouden we in zo'n geval beter de stilte kunnen laten voortduren, ook al is die nog zo onaangenaam. Het is waar dat veel mensen bij zo'n bezoek zich geen houding weten te geven. Wij kunnen ons gevoel ook zo moeilijk uiten. We zouden graag willen troosten ,maar we hebben er geen woorden voor. Omdat we ons daarmee zo verlegen voelen, zeggen vaak iets anders dan we willen zeggen. Zo komt het voor dat iemand iets zegt dat ongevoelig klinkt, maar toch niet zo ongevoelig bedoeld is Ik denk ook aan mensen die zeggen: ’Je mag dankbaar zijn dat hij in de hemel is’. Maar fijngevoelig is dat niet. En het meest pijnlijke met begrafenissen vind ik iedere keer weer dat er familieleden komen met wie de overledene de laatste jaren geen contact meer gehad heeft. Dat is één van de verschrikkelijkste dingen van een uitvaart. Men loopt met gebogen hoofd achter de baar van een familielid, voor wie men, toen hij nog leefde, nauwelijks enige belangstelling had. 13
Al deze poppenkast verzwaart het verdriet van hen die werkelijk verdriet hebben. Mensen die écht verdriet hebben nemen het lijden doodserieus! Troosten is het heerlijkste werk en ook het moeilijkste werk wat bestaat. Men doet het met geijkte zinnen, waar tóch een warm hart achter klopt. Maar als er géén warm hart achter zit. dan kun je beter je mond houden. Wij begrijpen niets van de dood en met de vrouwen aan het graf verzuchten wij: wie zal voor ons de steen over de dood wegrollen? Wie maakt voor ons de ingang naar het leven vrij? Wie leert ons spreken over dood en ondergang? Wie geeft ons de juiste woorden en een hart op de juiste plaats? Jezus, die zelf ziekte, honger, krankzinnigheid en dood in zijn leven van nabij heeft gekend en ervaren spreekt erover in troostrijke woorden. Daar moet je wel een Jezus voor zijn, om zo'n prachtig beeld aan te grijpen als ‘de graankorrel die eerst moet afsterven om tot nieuw leven te komen. Jezus praat niet met holle woorden, weet op zijn tijd te zwijgen, en heeft geen woorden nodig om Martha. en Maria te condoleren toen zijn vriend Lazarus gestorven was. Het evangelie zegt: ‘en zijn gemoed schoot vol; hij was ontroerd en tot tranen bewogen’. En als u - door verdriet overmand - deze woorden vol troost en geloof niet kunt uitspreken, denk dan aan Jezus die soms ook geen woorden kon vinden. Ook Hij had geen woorden om Maria en Martha te condoleren, toen zijn vriend Lazarus dood was. In het evangelie lezen wij hoe Zijn gemoed volschoot en tot tranen toe bewogen was. En deze verhalen rond Jezus van Nazareth blijven we doorvertellen, om bezield te worden en ook om weer te kunnen getuigen van de God die in ons leeft, tot over de grenzen van de dood heen. Jezus leefde vanuit zijn Vader en heeft zijn dood als eerste onder de doden zijn dood letterlijk overleefd, opgestaan ten leven! Christos Anesti – De Heer is waarlijk opgestaan. Ik wens u een Zalig paasfeest toe. M.L.M. Reul, rector 14
Pasen Vroeger begreep ik het volkomen. Nu begrijp ik iets minder, verwonder ik mij meer. Het gaat niet om hoeveel je weet, het gaat om wat het met je doet.
………..mooie Paasdagen
15
16