Burgermonitor Sittard-Geleen
Burgermonitor Sittard-Geleen Een onderzoek naar de gemeentelijke dienstverlening, 2005
COLOFON Uitgave: Gemeente Sittard-Geleen Hub Dassenplein 1 Postbus 18, 6130 AA Sittard tel. (046) 4777777 Project: Asgleef5 Rapportnummer: 2006/010 Opdrachtnemer: I&O Research BV Langestraat 37 Postbus 563, 7500 AN Enschede tel. (053) 4825000 Auteur: Tineke Last Redactie: drs. Marlies Bongers Bestellingen: Exemplaren zijn verkrijgbaar bij de opdrachtgever. Het overnemen uit deze publicatie is toegestaan, mits de bron duidelijk wordt vermeld.
Inhoud
blz.
1. 1.1. 1.2.
Inleiding Aanleiding voor het onderzoek Leeswijzer
1 1 1
2. 2.1. 2.2. 2.3. 2.4.
Gemeente Waardering gemeente Perceptie gemeentelijke ontwikkeling Betrokkenheid gemeente Probleembeleving gemeente
6 6 7 7 7
3. 3.1. 3.2. 3.3. 3.4.
Gemeentelijke dienstverlening Waardering gemeentelijke dienstverlening Contacten met de gemeente Gemeentelijke informatievoorziening Inspraak en inspraakinstrumenten
10 10 11 14 16
4. 4.1. 4.2.
Gemeentebestuur en lokale politiek Tevredenheid over gemeentebestuur Politieke interesse
18 18 19
5. 5.1. 5.2.
Winkelen Waardering centrumgebieden Bezoek grote centrumgebieden
20 20 20
6. 6.1. 6.2. 6.3. 6.4. 6.5. 6.6.
Vrijetijdsbesteding Sport Uitgaan Vrijwilligerswerk Hobby’s Sociale contacten Maatschappelijke participatie
22 22 25 28 29 30 30
7. 7.1. 7.2. 7.3.
Gezondheid Gezondheidsbeleving Overgewicht Rookgedrag
32 32 32 34
8. 8.1. 8.2.
Milieu en afval Waardering gemeentelijke milieumaatregelen Tevredenheid afvalscheiding
36 36 37
9. 9.1.
Woonwensen Verhuisplannen
40 40
10. Veiligheid 10.1. Onveiligheidsgevoelens
44 44
11. Verkeer 11.1. Verplaatsingsgedrag
46 46
Bijlagen 1. Bewonersprofiel 2. Onderzoeksverantwoording
47 49 60
Burgermonitor Sittard-Geleen
Inleiding
1. Inleiding
1.1. Aanleiding voor het onderzoek De gemeente Sittard-Geleen heeft voor de komende jaren een breed opgezet beleid ontwikkeld, waarbij het belangrijk is een vinger aan de pols te kunnen houden. Beleidsmakers moeten gevoed worden met informatie uit de samenleving. Deze informatie is niet alleen vooraf, maar ook tijdens en na de uitvoering van beleid nodig: hoe beoordeelt men de dienstverlening van de gemeente? Welke problemen leven in de samenleving? Waarop wordt het beleid gebaseerd? Moet het beleid worden bijgesteld? Hoe worden beleidsmaatregelen gewaardeerd? Wat zijn de maatschappelijke effecten van beleid? De beantwoording van dit soort vragen is zo belangrijk dat niet volstaan mag worden met subjectieve indrukken. Er is een instrument nodig waarmee maatschappelijke ontwikkelingen in Sittard-Geleen op een systematische en objectieve manier in beeld worden gebracht. Deze burgermonitor voorziet hierin: ze fungeert als het ware als ‘ogen en oren’ van de beleidsmakers richting de samenleving van SittardGeleen. De burgermonitor is gebaseerd op het dit jaar voor de eerste keer gehouden burgeronderzoek Sittard-Geleen. Dit onderzoek is in juni 2005 in de vorm van een schriftelijke enquête afgenomen onder 8.200 mensen. Ruim 4.500 mensen hebben de moeite genomen de uitgebreide vragenlijst (zie bijlage 2) in te vullen en te retourneren: een zeer tevredenstellende respons van maar liefst 55 procent! De onderwerpen waarover in deze burgermonitor wordt gerapporteerd zijn: de gemeente, de gemeentelijke dienstverlening, gemeentebestuur en politiek, winkelen, vrijetijdsbesteding, gezondheid, milieu en afval, woonwensen, veiligheid en verkeer. De onderzoeksresultaten worden weergegeven voor de gemeente Sittard-Geleen als geheel. Voor vragen of meer informatie over deze stads- en buurtmonitor kunt u contact opnemen met Ed Ritzerfeld, Service Center, Team Informatie en Documentbeheer van de gemeente Sittard-Geleen, 046-4777442 of
[email protected].
1.2. Leeswijzer Hieronder worden enkele punten toegelicht die van belang zijn bij het lezen en interpreteren van de in dit rapport gepresenteerde onderzoeksuitkomsten. Voor onderzoekstechnische (achtergrond-) informatie wordt verwezen naar de onderzoeksverantwoording die als bijlage 1 in dit rapport is opgenomen.
Algemeen De onderzoeksresultaten zijn gebaseerd op enquêteonderzoek, waarin inwoners van Sittard-Geleen over allerlei onderwerpen zijn bevraagd. Dit betekent dat niet persé de feitelijke situatie, maar de beleving/perceptie ervan door de burger in beeld is gebracht. Het gaat dus om opvattingen, meningen en gerapporteerd gedrag, of anders gezegd: de werkelijkheid gezien door de ogen van de burger.
1
Burgermonitor Sittard-Geleen
Inleiding
Opbouw rapport Aan dit rapport ligt de volgende structuur ten grondslag: Hoofdstukken 2 tot en met 4: (gemeente, gemeentelijke dienstverlening, gemeentebestuur en lokale politiek) deze hoofdstukken hebben vooral betrekking op de waardering van de gemeente en de gemeentelijke dienstverlening. Hoofdstuk 5 (winkelen): in dit hoofdstuk wordt met name ingegaan op de winkeloriëntatie, waardering van en bezoek aan de twee grote winkelcentra in SittardGeleen. Hoofdstuk 6 (vrijetijdsbesteding): hierin worden verschillende vormen van vrijetijdsbesteding, zoals sport, uitgaan, vrijwilligerswerk, hobby’s en sociale contacten behandeld. Hoofdstuk 7 (gezondheid): dit hoofdstuk gaat onder andere in op de eigen gezondheidsbeleving en het rookgedrag. Hoofdstuk 8 (milieu en afval): hierin staat de waardering voor de milieumaatregelen en afvalscheiding in Sittard-Geleen centraal. Hoofdstuk 9 (woonwensen): de eventuele verhuisplannen van de inwoners worden in dit hoofdstuk besproken. Hoofdstuk 10 (veiligheid): in dit hoofdstuk wordt de onveiligheidsgevoelens van de bevolking in de eigen buurt behandeld. Hoofdstuk11 (verkeersgedrag): dit hoofdstuk gaat in op de keuze van vervoermiddelen naar enkele bestemmingen. In bijlage 1 wordt aan de hand van een aantal kenmerken een ‘profiel’ van de bevolking van Sittard-Geleen geschetst. Dit bewonersprofiel kan gebruikt worden als achtergrond bij de in de voorgaande hoofdstukken gepresenteerde inhoudelijke informatie. In bijlage 2 is de onderzoeksverantwoording en in bijlage 3 de vragenlijst opgenomen. In de vragenlijst zijn de gemiddelde onderzoeksuitkomsten van Sittard-Geleen ingevuld.
Weergave onderzoeksuitkomsten De onderzoeksuitkomsten worden gepresenteerd in de vorm van figuren en tabellen en aanvullende commentaren. Daarbij worden de gegevens op de volgende drie manieren weergegeven: -
percentages; schaalscores; rapportcijfers.
Voor een goede interpretatie van de onderzoeksuitkomsten moeten over het gebruik van deze percentages, schaalscores en rapportcijfers vooraf de volgende technische opmerkingen worden gemaakt. Percentages De berekening van percentages is gebaseerd op alle respondenten (onderzoeksdeelnemers) die een antwoord op de vraag gegeven hebben, inclusief ‘weet niet/geen mening’. Voor zover het tevredenheidspercentages betreft is ervoor gekozen alleen het percentage ‘tevredenen’ weer te geven. Dit betekent echter niet dat het ‘ontbrekende’ restpercentage alleen betrekking heeft op personen die óntevreden zijn; aangezien bij de antwoordmogelijkheden ook de neutrale antwoordcategorie ‘niet tevre-
2
Burgermonitor Sittard-Geleen
Inleiding
den/niet ontevreden’ is opgenomen, bestaat de genoemde restcategorie zowel uit ontevreden respondenten als uit respondenten die tevreden noch ontevreden zijn.
3
Burgermonitor Sittard-Geleen
Inleiding
Schaalscores Bij de berekening van schaalscores zijn de in de vragenlijst gegeven valide antwoorden omgerekend naar een schaal van 0 tot en met 10, waarbij deze schaal een indicatie geeft van bijvoorbeeld de mate van tevredenheid over een onderwerp of de frequentie waarin een verschijnsel voorkomt. De schaalscore voor tevredenheid komt bijvoorbeeld als volgt tot stand: alle respondenten die tevreden zijn over een bepaald onderwerp krijgen 10 punten, de respondenten die tevreden noch ontevreden zijn 5 punten en de respondenten die ontevreden zijn 0 punten. Door op die manier de punten van alle respondenten te middelen wordt één schaalscore voor tevredenheid berekend die ligt tussen 0 (= zeer ontevreden) en 10 (= zeer tevreden). Deze schaalscore voor tevredenheid is daarmee vergelijkbaar met de van school bekende rapportcijfers. Rapportcijfers Incidenteel is in deze rapportage ook gebruik gemaakt van rapportcijfers. In die gevallen is de respondent gevraagd een waardeoordeel over een onderwerp te geven in de vorm van een cijfer dat loopt van 1 (= zeer slecht) tot en met 10 (= zeer goed). Door de toegekende rapportcijfers van alle respondenten te middelen, komt er een gemiddeld rapportcijfer tot stand dat een indicatie geeft van de waardering die de burger heeft voor een bepaald onderwerp.
4
Burgermonitor Sittard-Geleen
Inleiding
5
Burgermonitor Sittard-Geleen
Gemeente
2. Gemeente In dit hoofdstuk staat de gemeente Sittard-Geleen als geheel centraal. Eerst wordt in dit hoofdstuk ingegaan op de waardering in algemene zin van de gemeente door de inwoners (paragraaf 2.1). Vervolgens komen de volgende onderwerpen aan bod: de perceptie van de gemeentelijke ontwikkeling (paragraaf 2.2), de betrokkenheid bij de gemeente (paragraaf 2.3) en tot slot in paragraaf 2.4 de probleembeleving in de gemeente.
2.1. Waardering gemeente De eerste vraag die over de gemeente in zijn totaliteit is voorgelegd luidt: Als u uw gemeente als woonplaats een rapportcijfer van 1 tot en met 10 zou moeten geven, welk cijfer geeft u dan?’ De inwoners geven de gemeente als woonplaats een gemiddeld rapportcijfer van 6,7. In het burgeronderzoek is de inwoners een aantal uitspraken voorgelegd over de gemeente. Deze in positieve en negatieve zin geformuleerde uitspraken zijn: De gemeente waarin ik woon…….: -
is een prettige woonplaats; heeft een aantrekkelijk centrum; heeft veel groenvoorzieningen; heeft weinig mogelijkheden voor sport en recreatie; biedt aantrekkelijke uitgaansmogelijkheden; heeft op cultureel gebied weinig te bieden.
In de figuur is het percentage inwoners opgenomen dat het eens is met de uitspraken. Om de uitspraken onderling goed te kunnen vergelijken zijn de twee negatief geformuleerde uitspraken positief weergegeven: -
heeft veel mogelijkheden voor sport en recreatie; heeft op cultureel gebied veel te bieden.
Het grootste deel van de inwoners (86 procent) is van mening dat er in de gemeente veel mogelijkheden zijn voor sport en recreatie. Verder zegt driekwart dat de gemeente op cultureel gebied veel te bieden heeft en voor 67 procent van de inwoners is de gemeente een prettige woonplaats. De inwoners onderstrepen de uitspraak dat er in de gemeente aantrekkelijke uitgaansmogelijkheden zijn het minst vaak.
6
Burgermonitor Sittard-Geleen
Gemeente
Figuur 1 Waardering gemeente, verbijzonderd, in procenten (N= max. 4.117).
86
heeft veel mogelijkheden voor sport en recreatie 76
heeft op cultureel gebied veel te bieden 67
is een prettige woonplaats 53
heeft veel groenvoorzieningen heeft een aantrekkelijk centrum
45 18
biedt aantrekkelijke uitgaansmogelijkheden 0
25
50
75
100
%
2.2. Perceptie gemeentelijke ontwikkeling Om een beeld te kunnen krijgen van de gemeentelijke ontwikkeling zoals de inwoners die ervaren, is in het burgeronderzoek gevraagd of de gemeente het afgelopen jaar er op vooruit of achteruit is gegaan. Het percentage inwoners dat van mening is dat de gemeente er het afgelopen jaar op achteruit gegaan is (39 procent) is groter dan het percentage dat een vooruitgang ervaart (10 procent). Dit komt uit op een negatief saldo van -29 procent.
2.3. Betrokkenheid gemeente Om de betrokkenheid van de inwoners te meten, is in het burgeronderzoek onder meer de vraag gesteld in welke mate de inwoners zich gehecht voelen aan de gemeente. Bijna tweederde van de inwoners (61 procent) voelt zich gehecht aan de eigen gemeente. De inwoners van Sanderbout en Overhoven/Schwienswei voelen zich het meest gehecht aan de gemeente (beide 78 procent) en van Guttecoven (43 procent) en Born (47 procent) het minst.
2.4. Probleembeleving gemeente Er is aan de inwoners gevraagd wat men op dit moment de belangrijkste problemen van de gemeente vindt. Bijna één op de tien inwoners zegt dat er geen belangrijke problemen in haar/zijn gemeente zijn. In de figuur is het percentage inwoners te zien dat wel belangrijke problemen heeft genoemd. De doorstroming van het verkeer is het meest genoemde belangrijke probleem van de gemeente: de helft van de inwoners noemt dit. Vervolgens worden parkeerproblematiek en criminaliteit door ruim een derde van de inwoners genoemd.
7
Burgermonitor Sittard-Geleen
Gemeente
Figuur 2 De belangrijkste problemen van de gemeente, verbijzonderd, in procenten (N= max. 4.201).
49
doorstroming van het verkeer parkeerproblematiek
37
criminaliteit
36 27
verloedering van de omgeving werkloosheid
25
drugsgebruik
24 22
verkeersonveiligheid
18
slecht openbaar vervoer
15
milieuverontreiniging woningnood
9
gebrek aan groenvoorzieningen
8
aantal daklozen
7 3
gokverslaving
1
straatprositutie 0
25
50 %
8
75
100
Burgermonitor Sittard-Geleen
Gemeente
9
Burgermonitor Sittard-Geleen
Gemeentelijke dienstverlening
3. Gemeentelijke dienstverlening In dit hoofdstuk wordt de gemeentelijke dienstverlening besproken. Hierin wordt ingegaan op de waardering voor de gemeentelijke dienstverlening (paragraaf 3.1), de contacten met de gemeente (paragraaf 3.2). Tot slot wordt in paragraaf 3.3 de gemeentelijke informatievoorziening behandeld.
3.1. Waardering gemeentelijke dienstverlening Het is voor de gemeente van belang te weten hoe de inwoners de gemeentelijke dienstverlening waarderen. Daarom is aan de inwoners gevraagd een rapportcijfer (1 = zeer slecht; 10= zeer goed) te geven voor de dienstverlening door de gemeente. Gemiddeld geven de inwoners een 6,3 voor de gemeentelijke dienstverlening. Dit rapportcijfer geeft een algemeen beeld van de waardering voor de dienstverlening. De waardering voor specifieke aspecten van de gemeentelijke dienstverlening is ook onderzocht. Hiervoor zijn enkele uitspraken aan de inwoners voorgelegd met de vraag aan te geven in hoeverre zij het hiermee eens zijn. Het betreft de volgende uitspraken: -
de gemeente werkt snel; de gemeente komt afspraken na; de gemeente handelt klachten goed af; de gemeente heeft goed bereikbare kantoren; de gemeente heeft goede openingstijden.
De volgende figuur laat zien in hoeverre men het eens is met de uitspraken. Respectievelijk 51 procent en 42 procent van de inwoners vindt dat de gemeente goed bereikbare kantoren en goede openingstijden heeft. Met de overige drie aspecten is men het beduidend minder vaak mee eens. Zo is 14 procent het eens met de uitspraak ‘komt afspraken na’, 10 procent vindt dat de gemeente klachten goed afhandelt en 7 procent onderstreept de uitspraak dat de gemeente snel werkt. Figuur 3 Tevredenheid met gemeentelijke dienstverlening, in procenten (N= max. 4.302). heeft goed bereikbare kantoren
51
heeft goede openingstijden
42
komt afspraken na
14
handelt klachten goed af
10
werkt snel
7 0
25
50
75
100
%
10
Burgermonitor Sittard-Geleen
Gemeentelijke dienstverlening
Vanwege de verantwoordelijkheid van de gemeente voor het beheren en onderhouden van voorzieningen is een vraag gesteld over de afhandeling van ingediende klachten over beheer en onderhoud. De afgelopen 12 maanden heeft 13 procent van de inwoners een klacht ingediend over een of enkele aspecten van beheer en onderhoud in de buurt, zoals onderhoud van de openbare weg, het openbaar groen, de speelvoorzieningen en de straatverlichting. De helft van de mensen die een klacht heeft ingediend is hier niet tevreden over, terwijl een kwart er wel tevreden over is (zie figuur 4). Figuur 4 Waardering afhandeling klachten beheer en onderhoud, in procenten (N=600). tevreden 27% ontevreden 48%
niet tevreden/ niet ontevreden 25%
3.2. Contacten met de gemeente De bevolking komt op verschillende manieren en om diverse redenen in contact met de gemeente. Om deze reden zijn naast vragen over de gemeentelijke dienstverlening in algemene zin ook vragen opgenomen die concreet ingaan op contacten die inwoners hebben met de gemeente. Ruim de helft van de bevolking (56 procent) heeft de afgelopen 12 maanden mondeling, telefonisch, schriftelijk of via e-mail/internet contact gehad met de gemeente. In figuur 5 is te lezen met wie men het laatste contact heeft gehad. Veruit de meeste contacten met de gemeente lopen via de gemeenteambtenaren: driekwart van de bevolking heeft de afgelopen 12 maanden contact gehad met één of meerdere ambtenaren. Verder heeft een relatief groot deel van de inwoners (19 procent) contact met de Servicelijn Wijk. Met leden van het gemeentebestuur, zoals wethouders, raadsleden en de burgemeester, hebben inwoners nauwelijks contact.
11
Burgermonitor Sittard-Geleen
Gemeentelijke dienstverlening
Figuur 5 Contact met de gemeente, in procenten (N=2.482). met een ambtenaar of ambtenaren
75
met de Servicelijn Wijk
19
met een wethouder of wethouders
4
met een raadslid of raadsleden
2
met de burgemeester
1 0
25
50
75
100
%
Er zijn tal van reden waarvoor inwoners contact hebben met de gemeente. In totaal zijn 17 redenen aan de inwoners voorgelegd met het verzoek aan te geven waarover het laatste contact met de gemeente ging. De meeste contacten met de gemeente hadden betrekking op ‘paspoort/rijbewijs’. Figuur 6 Reden contact met de gemeente, in procenten (N= 2.688).
paspoort/rijbewijs
32
aanvraag parkeervergunning
9
uittreksel uit het bevolkings- of geboorteregister
8
een gemeentelijke belasting
7
huishoudelijk afval
5
onderhoud wegen, openbare verlichting, straatreiniging
5 4
bouwvergunning groenvoorzieningen
4
adreswijziging
3
aangifte geboorte, huwelijk, sterfte
3
uitkering gemeentelijke sociale dienst
2
invalidenparkeerkaart/-parkeerplaats
2
huursubsidie
2
inzage van een bestemmingsplan
2
tegemoetkoming leerlingenvervoer aankoop of verkoop van grond
1 1
milieuvergunning anders
10
0
25
50
75
100
%
12
Burgermonitor Sittard-Geleen
Gemeentelijke dienstverlening
Inwoners hebben vooral mondeling contact met de gemeente (59 procent). Ook telefonische contacten komen relatief vaak voor (29 procent). Schriftelijke contacten en contacten via e-mail en internet komen het minst vaak voor (respectievelijk 8 procent en 4 procent). Figuur 7 De wijze van contactlegging met de gemeente (N=2.654). via e-mail/ internet 4% schriftelijk 8%
telefonisch 29%
mondeling 59%
Aan de inwoners die in de afgelopen 12 maanden contact met de gemeente hebben gehad, is vervolgens ook gevraagd of zij over het laatste contact met de gemeente tevreden of ontevreden zijn. De antwoorden zijn omgerekend naar een tevredenheidsscore die loopt van 0 (zeer ontevreden) tot en met 10 (zeer tevreden). De gemiddelde tevredenheidsscore voor het contact met de gemeente totaal bedraagt 6,9. In de figuur is de waardering voor het contact met de gemeente uitgesplitst naar de wijze waarop men contact met de gemeente heeft gehad. Er is een groot verschil tussen mondeling contact (8,1) en de drie andere contactvormen als telefonisch (5,4), schriftelijk (4,7) en contact via e-mail of internet (4,6). Figuur 8 Waardering contact met de gemeente, naar contactwijze (N= max. 1.538). 8,1
mondeling 5,4
telefonisch schriftelijk
4,7
e-mail/internet
4,6 0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
13
Burgermonitor Sittard-Geleen
Gemeentelijke dienstverlening
3.3. Gemeentelijke informatievoorziening Het burgeronderzoek bevat een aantal vragen die betrekking hebben op de gemeentelijke informatievoorziening. Het betreft met name de volgende onderwerpen: -
gebruik informatiekanalen; waardering (kwaliteit) gemeentelijke informatievoorziening.
Het is voor de gemeentelijke informatievoorziening van belang te weten hoe de inwoners zich op de hoogte stellen van besluiten van het gemeentebestuur. Daarom is aan de inwoners een aantal informatiekanalen voorgelegd met de vraag om aan te geven of ze hiervan gebruik maken. In de tabel is voor elk informatiekanaal te zien hoeveel procent van de inwoners er gebruik van maakt. Van de informatiekanalen ‘informatie in huis-aan-huisbladen’ (62 procent), ‘informatie in het dagblad’ (42 procent) en de ‘regionale omroep (L1)’ (39 procent) wordt het meest gebruikt gemaakt. Ook de ‘speciale brochures/folders van de gemeente' (32 procent) en de ‘lokale omroep' (29 procent) zijn voor de inwoners belangrijke informatiekanalen. Voor 15 procent van de bevolking geldt dat zij zich niet op de hoogte houden van besluiten van de gemeente. Figuur 9 Gebruik informatiekanalen, in procenten.
informatie in huis-aan-huisbladen
62
informatie in het dagblad
42
regionale omroep (L1)
39
speciale brochures/folders van de gemeente
32
lokale omroep (start)
29
berichten op TV-Gazet of servicekanaal
18
gemeentelijke website op internet
11
informatie van wijk- en buurtcentra en andere verenigingen
8
voorlichtings- of inspraakbijeenkomsten van de gemeente
4
contacten met gemeente-ambtenaren
4
contacten met raadsleden en/of wethouders
4
anders
ik hou me niet op de hoogte van besluiten van het
15
gemeentebestuur
0
25
50
75
100
%
14
Burgermonitor Sittard-Geleen
Gemeentelijke dienstverlening
Behalve het gebruik van de informatiekanalen is het natuurlijk ook van belang te weten hoe de inwoners de kwaliteit van de gemeentelijke informatiekanalen waarderen. De volgende zes uitspraken zijn voorgelegd met het verzoek om aan te geven in welke mate men het hiermee eens of oneens is. Het betreft de volgende uitspr aken: -
informatie van de gemeente is duidelijk verwoord; informatie van de gemeente is het lezen waard; informatie van de gemeente is betrouwbaar; informatie van de gemeente zier er aantrekkelijk uit; het is duidelijk war je binnen de gemeente informatie kunt krijgen; de gemeente moet burgers vaker huis-aan-huis informeren.
De antwoorden op deze uitspraken zijn omgerekend naar een waarderingsscore voor gemeentelijke informatievoorziening die loopt van 0 (= zeer laag) tot en met 10 (= zeer hoog). De gemiddelde waardering voor de gemeentelijke informatievoorziening komt in 2005 uit op 6,0. In de figuur is te zien in hoeverre men het eens is met de afzonderlijke uitspraken. Ruim de helft van de inwoners (58 procent) vindt dat de gemeente de inwoners vaker huis-aan-huis moet informeren. Verder vindt één op de drie inwoners dat de informatie van de gemeente het lezen waard is (33 procent) en dat het duidelijk is waar je binnen de gemeente informatie kunt krijgen (31 procent). Een vijfde deel vindt dat de informatie van de gemeente er aantrekkelijk uitziet. Figuur 10 Waardering gemeentelijke informatievoorziening, in procenten (N=max. 4.227).
de gemeente moet burgers vaker huis-aan-huis informeren
58
informatie van de gemeente is het lezen waard
33
het is duidelijk waar je binnen de gemeente informatie kunt
31
krijgen
informatie van de gemeente is duidelijk verwoord
27
informatie van de gemeente is betrouwbaar
20
informatie van de gemeente ziet er aantrekkelijk uit
19
0
25
50
75
100
%
15
Burgermonitor Sittard-Geleen
Gemeentelijke dienstverlening
3.4. Inspraak en inspraakinstrumenten De bevolking heeft inspraak in de besluitvorming door de gemeente. Het is voor de gemeente dan ook van belang te weten in hoeverre de inwoners van mening zijn dat de gemeente bij het nemen van beslissingen voldoende rekening houdt met de wensen van de bevolking. Het percentage inwoners dat ‘voldoende’ heeft geantwoord is met 8 procent gering te noemen. Bij dit percentage past de nuancering dat ruim een derde deel van de bevolking (35 procent) deze vraag niet kan beantwoorden. Figuur 11 Rekening houden met wensen van de bevolking, in procenten (N= 4.318). voldoende 8% weet niet/geen mening 35%
onvoldoende 57%
Om een beeld te krijgen van de maatschappelijke effectiviteit van het huidige inspraakinstrumentarium is de burgers een aantal inspraakinstrumenten voorgelegd. Er is gevraagd om aan te geven of men deze inspraakinstrumenten zinvol vinden om invloed uit te oefenen op het beleid en het doen en laten van de gemeente. In de figuur is per instrument te zien welk aandeel van de inwoners het een zinvol instrument vindt. Van de vier inspraakinstrumenten die hier uit springen valt het percentage inwoners dat enquêtes zinvol vindt (68 procent) het meest op. ‘Inspraakmogelijkheden’, ‘buurtorganisaties/dorpsraad’ en ‘referendum’ worden door ruim de helft van de inwoners zinvolle inspraakinstrumenten genoemd. Het ‘spreekuur met politieke partijen’ wordt het minst vaak zinvol gevonden (24 procent).
16
Burgermonitor Sittard-Geleen
Gemeentelijke dienstverlening
Figuur 12 Oordeel over inspraakinstrumenten, in procenten (N= max. 4.097).
68
een enquête zoals deze 57
inspraakmogelijkheden
56
buurtorganisatie/dorpsraad
55
referendum 37
hoorzittingen spreekuur met gemeenteraadsleden
34
spreekuur met wethouder
34
inspraak raadscommissies
33
spreekuur met burgemeester
28 24
spreekuur met politieke partijen 0
25
50
75
100
%
17
Burgermonitor Sittard-Geleen
Gemeentebestuur en lokale politiek
4. Gemeentebestuur en lokale politiek In discussies over bestuurlijke vernieuwing, verkiezingen et cetera staat telkens de relatie tussen overheden en burgers centraal. Aan de inwoners van Sittard-Geleen zijn daarom enkele vragen voorgelegd over de waardering voor het gemeentebestuur (paragraaf 4.1) en de interesse van de inwoners voor de lokale politiek (paragraaf 4.2).
4.1. Tevredenheid over gemeentebestuur De eerste vraag die is voorgelegd luidt: ‘Bent u over het gemeentebestuur in uw woonplaats tevreden of ontevreden?’. Om een schaalscore te kunnen vaststellen zijn de antwoordpercentages omgerekend naar een tevredenheidsscore voor het gemeentebestuur die loopt van 0 (=zeer ontevreden) tot en met 10 (= zeer tevreden). De aldus berekende tevredenheidsscore voor het gemeentebestuur komt uit op 4,0. Ter aanvulling op de algemene waardering van het gemeentebestuur is de inwoners ook een aantal specifieke uitspraken over het functioneren van het gemeentebestuur voorgelegd. We hebben gevraagd in hoeverre men het met deze uitspraken eens is. Het gaat om de volgende uitspraken: -
het gemeentebestuur moet zich op wijkbijeenkomsten presenteren om in direct contact met de burger te komen; het gemeentebestuur is er tot nu toe behoorlijk in geslaagd enkele belangrijke problemen in de gemeente op te lossen; het gemeentebestuur doet veel om de mensen bij het bestuur van de gemeente te betrekken; leden van de gemeenteraad bekommeren zich om de mening van mensen zoals ik; gemeenteraadsleden weten over het algemeen goed wat er speelt onder de mensen; het belastinggeld wordt in mijn gemeente over het algemeen goed besteed; wanneer ik alles op een rijtje zet vind ik dat de gemeente waar ik woon goed bestuurd wordt.
De figuur laat zien welk percentage van de inwoners het eens is met de uitspraken over het gemeentebestuur van Sittard-Geleen. De uitspraak ‘Het gemeentebestuur moet zich op wijkbijeenkomsten presenteren om in direct contact met de burger te komen’ springt er met 72 procent het meest uit. De overige uitspraken worden door 10 procent en minder van de inwoners onderschreven. De uitspraak ‘Het belastinggeld wordt in mijn gemeente over het algemeen goed besteed’ scoort van alle uitspraken met 3 procent het slechtst. Een relatief groot deel van de inwoners (variërend van 23 tot 31 procent) heeft op de uitspraken met ‘weet niet/geen mening’ geantwoord.
18
Burgermonitor Sittard-Geleen
Gemeentebestuur en lokale politiek
Figuur 13 Tevredenheid over gemeentebestuur verbijzonderd, in procenten (N= max. 4.217).
72
op wijkbijeenkomsten presenteren
gemeenteraadsleden weten wat er speelt
10
vindt dat gemeente goed bestuurd wordt (samenvattend)
10
geslaagd in oplossen problemen
9
gemeenteraad bekommert zich om mening van mensen
6
betrekt mensen bij bestuur
5
3
belastinggeld wordt goed besteed
0
25
50
75
100
%
4.2. Politieke interesse De belangstelling voor de politiek is gepeild door in het burgeronderzoek te vragen in welke mate men geïnteresseerd is in lokale politiek. Eén op de zeven inwoners is (zeer) geïnteresseerd in de lokale politiek en ruim de helft (53 procent) een beetje. Een kwart van de inwoners geeft aan niet geïnteresseerd te zijn in de plaatselijke politiek. Figuur 14 Interesse burger in lokale politiek, in procenten (N=4.279). weet niet/geen mening 6%
(zeer) geïnteresseerd 15%
niet geïnteresseerd 26%
een beetje geïnteresseerd 53%
19
Burgermonitor Sittard-Geleen
Winkelen
5. Winkelen Dit hoofdstuk gaat in op het winkelen in centra/winkelgebieden binnen of buiten Sittard-Geleen. In paragraaf 5.1 wordt de waardering voor de winkelcentra bespr oken. De bezoekfrequentie en -reden van de grote centrumgebieden wordt in par agraaf 5.2 van dit hoofdstuk belicht.
5.1. Waardering centrumgebieden De gemeente Sittard-Geleen kent twee grote centrumgebieden, namelijk Sittardcentrum en Geleen-centrum. We hebben aan de bezoekers van deze centra gevraagd de waardering van deze centra te beoordelen door het geven van een rapportcijfer. Sittard-centrum wordt van de twee centrumgebieden het meest positief gewaardeerd en krijgt een gemiddeld rapportcijfer van 7,3. Geleen-centrum wordt met een gemiddeld cijfer van 5,2 lager gewaardeerd dan Sittard-centrum.
5.2. Bezoek grote centrumgebieden Om een beeld te krijgen van de centrumfunctie van de twee grote centrumgebieden in Sittard-Geleen zijn enkele vragen gesteld over het bezoek aan deze gebieden. We hebben eerst gevraagd welk centrum men voor het laatst heeft bezocht. Het grootste deel van de inwoners heeft de laatste keer het centrum van Sittard bezocht (71 procent), terwijl 29 procent de laatste keer het centrum van Geleen bezocht. In tabel 1 is de bezoekfrequentie van het laatst bezochte centrumgebied te lezen. Geleen-centrum heeft in vergelijking met Sittard-centrum meer frequente bezoekers. Het centrumgebied van Geleen-centrum wordt vaker één of tweemaal per week (49 procent) en drie of vier keer per week (14 procent) bezocht, terwijl bezoekers van Sittard-centrum in vergelijking met de bezoekers van Geleen-centrum dit centrumgebied vaker één of twee keer per maand bezoeken.
20
Burgermonitor Sittard-Geleen
Winkelen
Tabel 1 Bezoekfrequentie Sittard-centrum en Geleen-centrum, in procenten. minder dan een keer per maand
één of twee keer per maand
één of twee keer per week
drie of vier keer per week
vijf of meer keer per week
Sittard-Centrum
9
31
45
11
5
Geleen-Centrum
9
23
49
14
5
Om inzicht te krijgen in eventuele verschillende functies van de centrumgebieden is gevraagd waarvoor men meestal in dit centrum komt. Sittard-centrum heeft een duidelijk andere functie dan Geleen-centrum. Sittard-centrum wordt vaker dan Geleen-centrum bezocht om te winkelen (92 procent Sittard-centrum versus 78 procent Geleen-centrum) en om uit te gaan (20 procent Sittard-centrum versus 10 procent Geleen-centrum). Geleen-centrum wordt vaker bezocht vanwege voorzieningen als postkantoor, banken et cetera (46 procent Geleen-centrum versus 37 procent Sittardcentrum). Ook geven bezoekers van Geleen-centrum (14 procent) vaker dan bezoekers van Sittard-centrum (8 procent) aan dat men er woont. Tabel 2 Bezoekreden, naar centrumgebied, in procenten. werk
onderwijs
winkelen
postkantoor/bank etc
uitgaan
woon er
anders
Sittard-Centrum
8
2
92
37
20
8
4
Geleen-Centrum
6
0
78
46
10
14
8
21
Burgermonitor Sittard-Geleen
Vrijetijdsbesteding
6. Vrijetijdsbesteding In dit hoofdstuk komt het thema ‘vrijetijdsbesteding’ aan de orde. Hierin is te lezen op welke wijze de inwoners van Sittard-Geleen actief zijn buiten werk, school of huishouden. Eerst wordt in paragraaf 6.1 ingegaan op de sportdeelname en sportvoorzieningen in de gemeente Sittard-Geleen. Het uitgaansgedrag en het bezoek aan en de tevredenheid over uitgaansgelegenheden wordt in paragraaf 6.2 besproken. In paragraaf 6.3 wordt vrijwilligerswerk behandeld en paragraaf 6.4 gaat in op het beoefenen van hobby’s. Tot slot wordt in paragraaf 6.5 de totale maatschappelijke participatie behandeld.
6.1. Sport In deze paragraaf wordt eerst een beeld geschetst van de sportbeoefening in Sittard-Geleen en vervolgens wordt het thema sportvoorzieningen behandeld.
Sportbeoefening Om een algemeen beeld te krijgen van de mate van sportbeoefening in SittardGeleen is eerst gevraagd of men op de één of andere manier aan sport doet. In 2005 doet 49 procent van de inwoners aan sport. Het grootste deel van de sporters (52 procent) sport enkele malen per week en 39 procent sport eenmaal per week. Bijna alle sporters (98 procent) sporten ten minste eenmaal per maand. Figuur 15 Sportfrequentie sportende inwoners, in procenten (N=2.160).
meerdere malen per maand 6%
eenmaal per week 39%
eenmaal per maand 1%
minder dan eenmaal per maand 2%
enkele malen per week 52%
22
Burgermonitor Sittard-Geleen
Vrijetijdsbesteding
We hebben aan de sporters eveneens gevraagd of men meestal samen met anderen of alleen sport. Bijna tweederde van de inwoners (62 procent) sport meestal samen met anderen. Figuur 16 Sportbeoefening individueel of met anderen, in procenten (N=2.137). beide ongeveer even veel 11%
meestal alleen 27%
meestal samen met anderen 62%
Bijna driekwart van de sporters maakt gebruik van een sportaccommodatie. Bijna tweederde (62 procent) doet dit binnen de eigen gemeente en 11 procent buiten de eigen gemeente. Ruim een kwart (27 procent) maakt helemaal geen gebruik van sportaccommodaties. Figuur 17 Gebruik sportaccommodaties, in procenten (N=2.159). ja, buiten eigen gemeente 11%
nee 27%
ja, binnen eigen gemeente 62%
Aan de gebruikers van sportaccommodaties is de vraag voorgelegd in hoeverre men tevreden is over de sportaccommodatie die men gebruikt. Driekwart van de gebruikers is tevreden over de sportaccommodatie. Een gering percentage (5 procent) is hierover niet tevreden. Uit de achtergrondanalyse blijkt dat het percentage tevreden gebruikers hoger is over de buiten de eigen gemeente gelegen sportaccommodaties dan binnen de eigen gelegen accommodaties (81 procent versus 74 procent).
23
Burgermonitor Sittard-Geleen
Vrijetijdsbesteding
Figuur 18 Tevredenheid met de sportaccommodatie, in procenten (N=1.648).
ontevreden 5%
weet niet/geen mening 2%
niet tevreden/ niet ontevreden 19%
tevreden 74%
Het is van belang een goed inzicht te krijgen in de wensen en behoeften van de gebruikers van sportaccommodaties met betrekking tot het aanbod van accommodaties. Daarom is gevraagd aan te geven aan welke sportaccommodaties de gemeente meer aandacht zou moeten besteden. Men kon een keuze maken uit één of meer van de onderstaande categorieën binnen- en buitenaccommodaties. Binnenaccommodaties: - sporthallen, sportzalen, gymnastiekzalen; - squashcentrum, tennishallen; - sportschool, fitnesscentrum, ballet- of dansschool; - biljart-, snooker-, of bowlingcentrum, kegelbaan; - jeu de bouleshal; - binnen-zwembad. Buitenaccommodaties: - sportvelden; - tennisbanen; - atletiekbaan, trimbaan; - buiten-zwembad. Sporters die gebruik maken van sportaccommodaties willen dat meer aandacht wordt besteed aan sporthallen, sportzalen en gymnastiekzalen (24 procent) en aan binnen en buitenzwembaden (beide 23 procent). Verder wordt meer aandacht gewenst voor sportschool, fitnesscentrum, ballet- of dansschool en sportvelden (beide categorieën 14 procent). Ruim een derde deel van de gebruikers van sportaccommodaties (36 procent) is van mening dat de gemeente niet meer aandacht aan overdekte en openlucht sportaccommodaties hoeft te besteden.
24
Burgermonitor Sittard-Geleen
Vrijetijdsbesteding
Figuur 19 Behoefte aan sportaccommodaties, in procenten (N=1.582). overdekt 24
sporthallen, sportzalen, gymnastiekzalen
23
binnen-zwembad 14
sportschool, fitnesscentrum, ballet- of dansschool biljart-, snooker-, of bowlingcentrum, kegelbaan
6 7
squashcentrum, tennishallen 3
jeu de bouleshal
openlucht 23
buiten-zwembad 14
sportvelden 7
tennisbanen jeu de boulesbaan
3
atletiekbaan, trimbaan 5
anders 0
25
50
75
100
%
6.2. Uitgaan Uitgaan is het tweede aspect van vrijetijdsbesteding dat in dit burgeronderzoek onderzocht is. Dit aspect is opgesplitst in twee onderdelen, namelijk uitgaansgedrag en uitgaansgelegenheden.
Uitgaansgedrag De eerste vraag die gesteld is luidt: ‘Gaat u wel eens uit? Bijvoorbeeld naar een café, discotheek, bioscoop, theater, museum, sportwedstrijd, buurthuis of ontmoetingscentrum?’ Bijna driekwart (74 procent) van de inwoners van Sittard-Geleen gaat wel eens uit.
Uitgaansgelegenheden Wat betreft de uitgaansgelegenheden is op de eerste plaats het bezoek onderzocht. Hiervoor is aan de inwoners die wel eens uitgaan een lijst met negen uitgaansgelegenheden voorgelegd met de vraag om aan te geven welke men bezoekt. Men kon kiezen uit een of meer van de volgende antwoordmogelijkheden: -
café; discotheek; restaurant; bioscoop; theater; museum; concert; sportwedstrijd; buurthuis/ontmoetingscentrum.
25
Burgermonitor Sittard-Geleen
Vrijetijdsbesteding
In de figuur is te zien welk aandeel van de inwoners die wel eens uitgaan deze uitgaansgelegenheden bezoekt. Er konden meerdere antwoorden worden gegeven, waardoor het totaal boven 100 procent uit komt. Horecagelegenheden, zoals restaurants en cafés worden het meest bezocht door de inwoners (respectievelijk 63 procent en 57 procent). Verder scoren de bioscoop (53 procent) en het theater (31 procent) relatief hoog. Figuur 20 Bezoek uitgaansgelegenheden, in procenten (N=3.090).
63
restaurant 57
café 53
bioscoop 31
theater 18
sportwedstrijd
17
concert buurthuis/ontmoetingscentrum
12
discotheek
11
museum 3
anders 0
25
50
75
100
%
Om een beeld te kunnen krijgen van de waardering van de uitgaansgelegenheden is de inwoners die uitgaan gevraagd of ze tevreden of ontevreden zijn over de uitgaansgelegenheden in hun omgeving. Figuur 21 toont aan dat 40 procent van de inwoners tevreden zijn over de uitgaansgelegenheden. Eén op de vijf inwoners zijn in het algemeen ontevreden over de uitgaansgelegenheden.
26
Burgermonitor Sittard-Geleen
Vrijetijdsbesteding
Figuur 21 Tevredenheid uitgaansgelegenheden in de omgeving (N=3.285). weet niet/geen mening 7% ontevreden 19%
tevreden 40%
niet tevreden/ niet ontevreden 35%
Om een beter inzicht te krijgen in de wensen en behoeften met betrekking tot uitgaansgelegenheden is aan de inwoners die wel eens uitgaan een lijst met uitgaansgelegenheden voorgelegd met het verzoek om aan te geven of er in de eigen omgeving meer of minder van zouden moeten komen. Het betreft: -
café’s; terrassen; discotheken; restaurants; bioscopen; theaters; musea; buurthuizen/ontmoetingscentra.
Per uitgaansgelegenheid is het aandeel mensen dat vindt dat er meer van moet komen gesaldeerd met het aandeel mensen dat vindt dat er juist minder van moet komen. Een positief percentage duidt dus op een behoefte aan meer voorzieningen, een negatief percentage duidt op een behoefte aan minder voorzieningen. Zoals in de tabel te lezen is, is aan alle uitgaansgelegenheden meer behoefte. Uitschieters naar boven zijn daarbij: terrassen en restaurants (beide 30 procent) en discotheken (24 procent). Het geringst is de behoefte aan meer cafés en bioscopen (beide 6 procent).
27
Burgermonitor Sittard-Geleen
Vrijetijdsbesteding
Tabel 3 Behoefte aan uitgaansgelegenheden in de omgeving, in procenten. meer
minder
saldo
terrassen
33
3
30
restaurants
32
2
30
discotheken
32
8
24
musea
20
3
17
buurthuizen/ontmoetingscentra
19
3
16
theaters
16
2
14
8
2
6
bioscopen
6.3. Vrijwilligerswerk Vrijwilligerswerk is de derde vorm van vrijetijdsbesteding die onderzocht is. Om de mate waarin de inwoners van Sittard-Geleen aan vrijwilligerswerk doen te meten, is de volgende vraag gesteld: ‘Bent u op de een of andere manier actief als vrijwilliger? Geeft u bijvoorbeeld regelmatig hulp aan buren, zieken of ouderen, of hebt u een functie in een club, vereniging, kerk, moskee, buurthuis of politieke partij, of doet u misschien iets voor school?’. Bijna een derde deel van de inwoners (31 procent) is actief als vrijwilliger. Als we kijken naar de frequentie dan zijn bijna alle vrijwilligers (92 procent) maandelijks actief en 61 procent van de vrijwilligers besteed wekelijks tijd aan vrijwilligerswerk. Figuur 22 Frequentie vrijwilligerswerk, in procenten (N=1.365). minder dan eenmaal per maand 8% eenmaal per maand 11%
enkele malen per week 38%
meerdere malen per maand 20%
eenmaal per week 23%
28
Burgermonitor Sittard-Geleen
Vrijetijdsbesteding
6.4. Hobby’s In het kader van de vrijetijdsbesteding is ook gevraagd in hoeverre men hobby’s heeft. De volgende vraag is gesteld: ‘Heeft u nog andere vrijetijdsactiviteiten en hobby’s, die hiervoor nog niet aan de orde zijn geweest? Het kan hier bijvoorbeeld gaan om muziek maken, toneelspelen, handwerken, het volgen van cursussen enzovoort.’ Op deze vraag heeft 43 procent van de inwoners bevestigend geantwoord. Vervolgens is gevraagd hoe vaak men met deze hobby’s in totaal bezig is. Bijna alle mensen met een hobby (97 procent) is er een of meerdere keren per maand mee bezig. Ruim driekwart van de hobbyisten (77 procent) besteedt één of meerdere malen per week tijd aan een hobby. Figuur 23 Frequentie waarmee men bezig is met één of meerdere hobby’s, totaalpercentage (N=1.844). eenmaal per maand 4% meerdere malen per maand 17%
minder dan eenmaal per maand 3%
enkele malen per week 52%
eenmaal per week 25%
Behalve dat we gevraagd hebben naar de frequentie waarmee men met hobby’s bezig is, is ook gevraagd of men deze hobby’s meestal samen met anderen of alleen beoefent. Bijna de helft van de hobbyisten (47 procent) beoefent de hobby’s meestal samen met anderen, ruim een derde deel (38 procent) doet dit meestal alleen en 15 procent beoefent de hobby’s ongeveer even vaak alleen als met anderen. Figuur 24 Het beoefenen van hobby’s: individueel of samen met anderen, in procenten (N=1.855) beide ongeveer even vaak 15% meestal samen met anderen 47% meestal alleen 38%
29
Burgermonitor Sittard-Geleen
Vrijetijdsbesteding
6.5. Sociale contacten De laatste vraag die over vrijetijdsbesteding is gesteld gaat over contacten met vrienden of familie. De vraag die hierover gesteld is, luidt: ‘Hoe vaak ontmoet u vrienden of familie? We bedoelen niet alleen het aantal malen dat u thuis vrienden ontvangt of bij vrienden op bezoek gaat, maar ook ontmoetingen die niet binnenshuis plaatsvinden.’ Bijna alle inwoners van Sittard-Geleen (94 procent) hebben ten minste eenmaal per maand sociale contact(en). En ruim tweederde deel van de inwoners (68 procent) heeft tenminste éénmaal per week contact met vrienden of familie. Voor 6 procent van de inwoners geldt dat zij minder dan één maal per maand sociale contacten hebben. Figuur 25 Frequentie waarop men sociale contacten heeft, in procenten (N=4.196).
eenmaal per maand 4% meerdere malen per maand 21%
minder dan eenmaal per maand 6%
enkele malen per week 53%
eenmaal per week 15%
6.6. Maatschappelijke participatie Tot slot wordt in dit hoofdstuk de totale maatschappelijke participatie besproken. Hierbij wordt een indruk gegeven van de mate waarin en de wijze waarop de inwoners participeren op het gebied van vrijetijdsbesteding, vrijwilligerswerk en hobby’s. Om de maatschappelijke participatie te indiceren, is gebruik gemaakt van de volgende vragen, die inzicht geven in de mate waarin men aan het maatschappelijke leven deelneemt: -
-
Doet u op de een of andere manier aan sport? Gaat u wel eens uit? (Bijvoorbeeld naar een café, discotheek, bioscoop, theater, museum, sportwedstrijd, buurthuis of ontmoetingscentrum?) Bent u op de een of andere manier actief als vrijwilliger? (Geeft u bijvoorbeeld regelmatig hulp aan buren, zieken of ouderen, of hebt u een functie in een club, vereniging, kerk, moskee, buurthuis of politieke partij, of doet u misschien iets voor school?) Heeft u nog andere vrijetijdsactiviteiten en hobby’s , die hiervoor nog niet aan de orde zijn geweest? (Het kan hier bijvoorbeeld gaan om muziek maken, toneelspelen, handwerken, het volgen van cursussen enzovoort). 30
Burgermonitor Sittard-Geleen
Vrijetijdsbesteding
Hoe vaak ontmoet u vrienden of familie? Bedoeld is niet alleen het aantal malen dat u thuis vrienden ontvangt of bij vrienden op bezoek gaat, maar ook samenkomsten die niet binnenshuis plaatsvinden, bijvoorbeeld op straat of in een park). Vervolgens is gevraagd of men bovenstaande activiteiten in sociaal verband (samen met anderen) uitvoert en of men ze regelmatig (minimaal één keer per maand) verricht. -
Op basis van de antwoorden op deze vragen is een schaalscore voor maatschappelijke participatie berekend, die loopt van 0 (zeer laag) t/m 10 (zeer hoog). De gemiddelde score voor maatschappelijke participatie is in Sittard-Geleen 3,7. De figuur geeft inzicht in hoe de inwoners op de vijf afzonderlijke vragen met betrekking tot maatschappelijke participatie gereageerd hebben. Per activiteit is weergegeven hoeveel procent van de inwoners zegt hieraan ‘regelmatig’, dat wil zeggen tenminste eens per maand, deel te nemen. Het merendeel van de inwoners (94 procent) heeft tenminste één keer per maand contact met vrienden of familie en de helft van de inwoners gaat regelmatig uit. Verder is te zien dat 30 procent van de inwoners regelmatig en samen met anderen sport en een bijna zelfde percentage (29 procent) is regelmatig actief als vrijwilliger. Verder is een op de vijf inwoners regelmatig samen met anderen bezig met een hobby. Figuur 26 Maatschappelijke participatie verbijzonderd, in procenten (N=4.424). ontmoet regelmatig vrienden of familie
94
gaat regelmatig uit
51
doet regelmatig samen met anderen aan sport
30
is regelmatig actief als vrijwilliger
29
doet regelmatig samen met anderen aan hobby's
20 0
25
50
75
100
%
31
Burgermonitor Sittard-Geleen
Gezondheid
7. Gezondheid Om een actueel beeld te krijgen van de gezondheidstoestand van de bevolking in Sittard-Geleen zijn in het burgeronderzoek enkele vragen opgenomen over het thema gezondheid. Eerst wordt ingezoomd op de gezondheidsbeleving (paragraaf 7.1), vervolgens op overgewicht (paragraaf 7.2) en tot slot komt in paragraaf 7.3 rookgedrag aan de orde.
7.1. Gezondheidsbeleving Om een indruk te krijgen van de gezondheidsbeleving is gevraagd wat men over het algemeen genomen van de eigen gezondheid vindt. De figuur toont aan dat 20 procent van de inwoners de eigen gezondheid als matig of slecht ervaart. Deze inwoners hebben een negatieve gezondheidsbeleving. Het resterende deel (80 procent) beoordeelt de eigen gezondheid als ‘goed’ tot ‘uitstekend’. Figuur 27 Gezondheidsbeleving, in procenten (N=4.296).
matig 17%
slecht 3% uitstekend 9% zeer goed 17%
goed 54%
7.2. Overgewicht Een veel gebruikte maat om te bepalen of mensen overgewicht hebben is de zogenaamde ‘Body Mass Index’ (BMI). Deze BMI wordt berekend door het gewicht (in kilogram) te delen door het kwadraat van de lengte (in meters) van een persoon. Om deze BMI te kunnen berekenen is de inwoners gevraagd hun lengte en gewicht in te vullen.
32
Burgermonitor Sittard-Geleen
Gezondheid
Aan de hand van de BMI zijn een viertal gewichtscategorieën samengesteld op basis van normen vastgesteld door de World Health Organisation (WHO), namelijk: -
ondergewicht (BMI < 18,5); normaal gewicht (BMI 18,5 tot 25); overgewicht (BMI 25 tot 30); ernstig overgewicht (BMI 30 en hoger).
De figuur toont de verdeling van de inwoners in de vier gewichtscategorieën (BMIindicatoren). We zien dat 38 procent van de inwoners van Sittard-Geleen overgewicht heeft en 11 procent heeft een ernstig overgewicht. Gemiddeld heeft dus de helft van de bevolking (49 procent) overgewicht. Volgens deze definitie heeft de helft van de inwoners (49 procent) een normaal gewicht. Een fractie van de inwoners (2 procent) heeft ondergewicht. Figuur 28 Gewicht (BMI) verbijzonderd, in procenten (N=4.146). ernstig overgewicht 11%
overgewicht 38%
ondergewicht 2%
normaal gewicht 49%
In hoeverre de mensen een realistisch beeld hebben van hun eigen gewicht is in het burgeronderzoek ook gevraagd wat zij zelf vinden van hun eigen gewicht. Daarbij kon men kiezen uit: ‘te licht’, ‘(ongeveer) goed’, ‘een beetje te zwaar’ en ‘veel te zwaar’. Door de verdeling van de antwoorden op deze categorieën te vergelijken met de verdeling van de vergelijkbare BMI-categorieën ‘ondergewicht’, ‘normaal gewicht’, ‘overgewicht’ en ‘ernstig overgewicht’ is het mogelijk in beeld te brengen in hoeverre de perceptie van het (over) gewicht afwijkt van het feitelijke (over) gewicht (BMI-indicator). De inwoners blijken een vrij realistisch beeld te hebben van hun eigen gewicht, zo blijkt als we de percentages vergelijken. Van zichzelf zegt 50 procent van de inwoners dat ze te zwaar zijn. Dit percentage komt praktisch overeen met het percentage overgewicht (49 procent) volgens de BMI-definitie. Het percentage dat zijn gewicht (ongeveer) goed vindt, is iets kleiner (46 procent) dan het percentage normaal gewicht volgens de BMI-definitie (49 procent). Nadere analyse van mensen uit de categorie ‘ernstig overgewicht’ volgens de BMI-definitie toont aan dat 49 procent zichzelf veel te zwaar vindt en 45 procent vindt zich een beetje te zwaar. Bovendien vindt 6 procent van de mensen met ernstig overgewicht het eigen gewicht (ongeveer) goed.
33
Burgermonitor Sittard-Geleen
Gezondheid
Figuur 29 Het eigen gewicht beoordeelt, in procenten (N=4.276). veel te zwaar 9%
te licht 4%
(ongeveer) goed 46%
een beetje te zwaar 41%
7.3. Rookgedrag In het burgeronderzoek is ook gevraagd of men wel eens rookt en zo ja, hoeveel. Ruim een kwart (26 procent) van de volwassen inwoners van Sittard-Geleen rookt op dit moment, terwijl 37 procent van de inwoners nu niet meer roken. Eenzelfde percentage heeft helemaal nooit gerookt. Figuur 30 Rookgedrag (N=4.299) ja 26% nee, ik heb nooit gerookt 37%
nee, maar vroeger wel 37%
Vanwege het gezondheidsrisico is het van belang te weten hoeveel procent van de rokers ‘zware rokers’ zijn. Zware rokers zijn gedefinieerd als personen die 21 sigaretten of meer per dag roken. In Sittard-Geleen kan volgens deze definitie 15 procent van de rokers als zware roker gekenmerkt worden.
34
Burgermonitor Sittard-Geleen
Gezondheid
35
Burgermonitor Sittard-Geleen
Milieu en afval
8. Milieu en afval De gemeente wil de milieuproblemen aanpakken door verschillende maatregelen te nemen. Dit hoofdstuk gaat onder andere in op die maatregelen (8.1). Het scheiden van huishoudelijk afval waar vrijwel alle inwoners mee te maken hebben komt in de laatste paragraaf van dit hoofdstuk (8.2) aan bod.
8.1. Waardering gemeentelijke milieumaatregelen De milieuproblemen in de gemeente worden aangepakt door het treffen van verschillende maatregelen. In dit burgeronderzoek is de vraag voorgelegd of de gemeente voldoende aandacht schenkt aan deze maatregelen. De milieumaatregelen waarover een oordeel is gevraagd zijn: -
vermindering van de hoeveelheid afval; reinigen van straten; tegengaan van geluidsoverlast; opruimen van hondenpoep; tegengaan van stankoverlast.
De reacties zijn omgerekend naar een waarderingsscore voor milieumaatregelen die loopt van 1 (= zeer laag) tot en met 10 (= zeer hoog). De aldus verkregen gemiddelde schaalscore voor milieumaatregelen bedraagt 5,6. Van de verschillende voorgelegde milieumaatregelen scoort het reinigen van straten het best (58 procent). Ruim een derde van de inwoners vindt dat de gemeente voldoende aandacht schenkt aan vermindering van de hoeveelheid afval. Het opruimen van hondenpoep scoort het slechtst (15 procent). Figuur 31 Waardering gemeentelijke milieumaatregelen, in procenten (N= max. 4.229). 58
reinigen van straten vermindering hoeveelheid afval
36
tegengaan van stankoverlast
29
tegengaan van geluidsoverlast
27
opruimen van hondenpoep
15 0
25
50
75
100
%
36
Burgermonitor Sittard-Geleen
Milieu en afval
8.2. Tevredenheid afvalscheiding Iedereen krijgt wel eens te maken met het scheiden van huishoudelijk afval. In eerste instantie is het van belang te weten in hoeverre de inwoners tevreden zijn over de mogelijkheden om in de gemeente de verschillende soorten afval gescheiden aan te bieden. De helft van de inwoners is tevreden over de mogelijkheden om afval gescheiden aan te bieden. Voor 22 procent van de inwoners geldt dit niet: zij zijn hier ontevreden over. Figuur 32 Tevredenheid afvalscheiding (N= 4.258). weet niet 4% ontevreden 22%
tevreden 51%
niet tevreden/ niet ontevreden 23%
We hebben bovendien over de verschillende mogelijkheden om afval te storten en enkele overige aspecten gevraagd in hoeverre men hierover tevreden is. Het gaat om de volgende aspecten: Afval ophalen: - met containers en emmers; - met vuilniszakken; - uit ondergrondse containers; - van oud papier. Centrale bakken voor glas, textiel en dergelijke: - afstand tot glasbakken en dergelijke; - leegmaken glasbakken en dergelijke. Milieupark: - afstand tot milieupark; - openingstijden milieupark.
37
Burgermonitor Sittard-Geleen
Milieu en afval
Van de verschillende mogelijkheden om het afval gescheiden aan te bieden, is men het meest tevreden over het aanbieden van oud papier (84 procent). Over afvalscheiding met containers en emmers is ook een relatief groot deel van de inwoners tevreden (67 procent). Als het gaat om de centrale bakken voor glas, textiel en dergelijke dan scoort de afstand tot de glasbakken (73 procent) beter dan het leegmaken ervan (49 procent). De helft van de inwoners is tevreden over de afstand tot een milieupark; de openingstijden van milieuparken scoren iets lager: 41 procent van de inwoners is hierover tevreden. Figuur 33 Tevredenheid over afvalscheiding en voorzieningen in dit gebied, in procenten. afvalscheiding 84
van oud papier 67
met containers en emmers met vuilniszakken
44
uit ondergrondse containers
44
centrale bakken 73
afstand tot centrale bakken 49
leegmaken centrale bakken milieupark
52
afstand tot milieupark 41
openingstijden milieupark 0
25
50
75
100
%
38
Burgermonitor Sittard-Geleen
Milieu en afval
39
Burgermonitor Sittard-Geleen
Woonwensen
9. Woonwensen Dit hoofdstuk gaat in op verhuisplannen die inwoners wellicht hebben. Ingegaan wordt op de verhuisreden, de plek waar men wil wonen en de woning die men wenst.
9.1. Verhuisplannen De eerste vraag die gesteld is gaat over eventuele verhuisplannen. Ruim de helft van de inwoners is beslist niet van plan de komende twee jaar te verhuizen en bijna een kwart wil misschien verhuizen. Voor 10 procent van de inwoners geldt dat ze wel wil verhuizen. Figuur 34 Verhuisplannen komende 2 jaar, in procenten (N=4.259).
beslist wel 6% wil wel, kan niets vinden 4% misschien 23%
reeds nieuwe woning gevonden 2%
weet niet 8%
beslist niet 57%
Aan de inwoners die wel willen verhuizen, inmiddels een nieuwe woning hebben gevonden of die het nog niet weten, is naar de belangrijkste verhuisreden gevraagd. Gezondheid en de behoefte aan zorg (18 procent) wordt het meest genoemd. Ook de huidige woonbuurt (15 procent) en de huidige woning (14 procent) vormen belangrijke redenen om te verhuizen. Door ruim een derde van de inwoners worden andere redenen genoemd.
40
Burgermonitor Sittard-Geleen
Woonwensen
Figuur 35 Belangrijkste verhuisreden, in procenten. gezondheid/zorg 18% andere reden 37%
studie 4% werk 12%
huidige woning 14%
huidige woonbuurt 15%
Ruim de helft van de inwoners (57 procent) wil in de gemeente Sittard-Geleen wonen. Als het gaat om wonen in het centrum dan geniet het centrum van Sittard (11 procent) een grotere voorkeur dan het centrum van Geleen (4 procent). Eén op de zes inwoners wil elders in Limburg wonen. Figuur 36 Plek waar men het liefst wil wonen, in procenten. huidige buurt
19
centrum Sittard
11
centrum Geleen
4 23
elders eigen woonplaats elders West. Mijnstreek
10
elders Limburg
17
elders Nederland
8
buitenland
7 0
25
50
75
100
%
41
Burgermonitor Sittard-Geleen
Woonwensen
Als het gaat om het gewenste woningtype dan geniet een vrijstaande woning (31 procent) van de voorgelegde typen de meeste voorkeur. Het aandeel inwoners dat een twee-onder-een kap woning wenst is ook relatief groot (20 procent). Verder gaat bij een op de zeven inwoners de voorkeur uit naar een woning voor ouderen. Figuur 37 Gewenste woningtype, in procenten (N=1.747). vrijstaande woning
31 20
twee-onder-een-kap seniorenwoning, bejaardenwoning, aanleunwoning
14
etagewoning, bovenwoning, maisonnette, benedenwoning
9
woning in een rij
8
flat, minder dan 5 woonlagen
5
flat, 5 of meer woonlagen
2
anders
11 0
25
50
75
100
%
Op de vraag of men een koop- of huurwoning zoekt, geeft de helft aan dat de voorkeur uit gaat naar een koopwoning en 30 procent van de inwoners zoekt een huurwoning. Voor 21 procent van de inwoners is nog niet bekend wat men wil. Figuur 38 Woningvoorkeur, in procenten (N=1.824). weet niet/geen mening 21%
koopwoning 49%
huurwoning 30%
42
Burgermonitor Sittard-Geleen
Woonwensen
Aan de mensen met eventuele verhuisplannen is gevraagd hoeveel de huurprijs van een woning ongeveer mag bedragen als men een woning wil huren. Er is vooral belangstelling voor huurwoningen in het segment tussen de € 250,-- en € 400,--: in totaal geeft 52 procent van de inwoners met verhuisplannen dit aan. Voor woningen in het goedkoopste segment (onder de € 250,--) heeft 8 procent van de mensen belangstelling, terwijl voor woningen in het duurste segment (€ 500,-- en meer)18 procent van de inwoners belangstelling heeft. Figuur 39 Gewenste huurprijs (exclusief verwarming in euro), in procenten van de inwoners met eventuele verhuisplannen (N=1.362). < 250
8
250-300
18
300-350
16
250-400
18 15
400-450 450-500
12
> 500
13 0
25
50
75
100
%
Behalve naar de huurprijs is ook gevraagd wat een woning mag kosten als men een woning wil kopen. De belangstelling is het grootst voor woningen in de prijsklasse € 150.000,-- tot € 200.000,-- (30 procent). Voor woningen in de prijsklasse tot € 100.000,-- en € 300.000,-- en meer is de belangstelling het kleinst (respectievelijk 9 procent en 7 procent). Figuur 40 Gewenste koopprijs (in euro), in procenten van de inwoners met eventuele verhuisplannen (N=1.442). < 100.000
9 21
100.000-150.000 150.000-200.000
30
200.000-250.000
21
250.000-300.000
12
> 300.000
7 0
25
50
75
100
%
43
Burgermonitor Sittard-Geleen
Veiligheid
10. Veiligheid Het is voor het persoonlijk welzijn van belang dat men zich veilig voelt in de eigen woon- en leefomgeving. Dit hoofdstuk gaat nader in op de veiligheidsgevoelens van de inwoners van Sittard-Geleen.
10.1. Onveiligheidsgevoelens Mensen moeten zich veilig kunnen voelen, ook in de eigen woon- en leefomgeving. Om de veiligheidsgevoelens van de inwoners in kaart te brengen, hebben we eerst gevraagd of men zich wel eens onveilig voelt. Vier op de tien inwoners voelen zich wel eens onveilig in zijn algemeenheid. Hiervan voelt 8 procent zich vaak onveilig, 62 procent soms en 28 procent voelt zich zelden onveilig. Figuur 41 Frequentie onveiligheidsgevoelens algemeen, in procenten (N=1.983). weet niet vaak 2% 8% zelden 28%
soms 62%
Behalve naar onveiligheidsgevoelens in het algemeen is aan alle respondenten gevraagd naar onveiligheidsgevoelens in de eigen buurt. Ruim een derde (35 procent) van de inwoners voelt zich wel eens onveilig in de eigen buurt. Ook nu weer is gevraagd hoe vaak men zich onveilig voelt en dan in de eigen buurt. In de eigen buurt voelt 9 procent zich vaak onveilig, 61 procent soms en 27 procent zelden.
44
Burgermonitor Sittard-Geleen
Veiligheid
Figuur 42 Frequentie onveiligheidsgevoelens in de eigen buurt, in procenten van de inwoners met onveiligheidsgevoelens in de buurt (N=1.808). weet niet 4%
vaak 9%
zelden 27%
soms 61%
Van de mensen die zich wel eens onveilig in de buurt voelen, zijn de onveiligheidsgevoelens het grootst in de avonduren (68 procent). Voor 20 procent geldt dat zij zich zowel overdag als ’s avonds onveilig voelen. Slechts een fractie (1 procent) voelt zich alleen overdag onveilig. Figuur 43 Tijdstip onveiligheidsgevoelens in de eigen buurt, in procenten van de inwoners met onveiligheidsgevoelens in de buurt (N=1.788) weet niet/geen mening 11%
overdag 1%
zowel overdag als 's avonds 20% s avonds 68%
45
Burgermonitor Sittard-Geleen
Bijlagen
11. Verkeer In het kader van het verkeers- en vervoersbeleid in de gemeente is inzicht nodig in het verplaatsingsgedrag van de inwoners. Over dit verplaatsingsgedrag gaat dit hoofdstuk.
11.1. Verplaatsingsgedrag Om inzicht te krijgen in het verplaatsingsgedrag van de inwoners van Sittard-Geleen is gevraagd om aan te geven met welk vervoermiddel men het grootste deel van de afstand aflegt naar negen bestemmingen. De auto wordt in alle gevallen (behalve school) het meest gebruikt en vooral voor bezoek aan familie en kennissen (81 pr ocent), om te winkelen voor niet-dagelijkse artikelen (70 procent) en voor recreatie (67 procent). De dagelijkse boodschappen worden vooral met de auto (59 procent), fiets of bromfiets (41 procent) en te voet (30 procent) gedaan. Verder gaat men wat vaker per fiets of bromfiets en het openbaar vervoer naar het centrum van Sittard dan naar het centrum van Geleen. Tabel 4 Keuze vervoermiddel naar negen bestemmingen (N= 4.424). auto
fiets of bromfiets
motor
openbaar vervoer
te voet
46
24
2
6
4
8
16
0
4
10
dagelijkse boodschappen
59
41
0
1
30
winkelen niet-dagelijkse artikelen
70
25
0
4
15
bezoek familie, kennissen
81
32
4
7
20
recreatie
67
34
2
5
18
uitgaan
52
16
0
5
22
centrum Sittard
60
38
1
7
21
centrum Geleen
55
25
2
4
17
werk school
46
Burgermonitor Sittard-Geleen
Verkeer
Bijlagen
47
Burgermonitor Sittard-Geleen
Bijlagen
48
Burgermonitor Sittard-Geleen
Verkeer
1. Bewonersprofiel In dit hoofdstuk wordt een ‘profiel’ van de bevolking van Sittard-Geleen geschetst. Dit bewonersprofiel kan gebruikt worden als achtergrond bij de in de vorige hoofdstukken gepresenteerde informatie. In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen beschreven: bevolkingssamenstelling, huishoudenssituatie, opleiding, inkomen en werkzame beroepsbevolking.
1.1. Bevolkingssamenstelling In deze paragraaf staat de vraag centraal hoe de bevolking van Sittard-Geleen is samengesteld. Daarbij wordt met name gekeken naar de leeftijdsopbouw van de buurt. Bedacht moet (ook nu) worden dat de gepresenteerde gegevens gebaseerd zijn op steekproefonderzoek en dat dus rekening moet worden gehouden met onnauwkeurigheidsmarges.
49
Burgermonitor Sittard-Geleen
Bijlagen
Tabel 5 Leeftijdssamenstelling, in procenten. 18-34 jaar
35-54 jaar
55-74 jaar
75 jaar e.o.
Guttecoven
24
40
31
5
Limbricht
16
47
33
4
Einighausen
22
40
34
5
Holtum
17
47
31
5
Buchten
24
42
29
5
Born
22
39
28
11
Hondsbroek
41
41
12
6
Obbicht/Papenhoven
18
51
27
4
Grevenbicht
23
41
28
8
voormalig Born en kleine kernen
23
43
27
6
Geleen-Centrum
22
40
27
12
Geleen-Noord
25
35
23
17
Lindenheuvel
27
44
23
6
Westelijk-Geleen
25
41
24
10
Munstergeleen/Windraak
15
41
37
7
Geleen-Zuid
24
29
37
10
Kluis
20
40
27
13
Oud-Geleen/Haesselderveld
20
49
26
5
Oostelijk-Geleen, Munstergeleen en Windraak
20
40
32
9
Limbrichterveld/Hoogveld
41
34
20
5
Sittard-Centrum
36
23
26
15
Sanderbout
23
47
23
8
Ophoven
22
47
25
6
Kollenberg-Park/Leijenbroek
12
28
40
21
Westelijk-Sittard
28
36
26
10
Overhoven/Schwienswei
22
41
32
5
Baandert
27
42
24
7
Stadbroek
26
35
26
12
Vrangendael
17
33
39
11
Broeksittard
20
37
35
8
Kemperkoul
23
61
14
2
Oostelijk-Sittard
23
45
26
6
Gemeente Sittard-Geleen
24
41
27
8
Van de volwassen bevolking bevindt zich 24 procent in de leeftijdsgroep van 18 t/m 34 jaar, 41 procent in de middelbare leeftijdsgroep van 35 t/m 54 jaar, 27 procent in de categorie 55 t/m 74 jaar en 8 procent in de ‘oudere’ leeftijdsgroep van 75 jaar en ouder. Er bestaan tussen de stadsdelen geen grote verschillen. Tussen de buurten zijn wel grote verschillen en dan met name bij de leeftijdsgroep 18-34 jarigen: het percentage 18-34 jarigen varieert van 12 procent in Kollenberg-Park/Leijenbroek tot 41 procent in Hondsbroek.
50
Burgermonitor Sittard-Geleen
Verkeer
1.2. Huishoudenssituatie Aan de inwoners van 18 jaar en ouder is gevraagd welke thuissituatie het meest op hen van toepassing is. De antwoordmogelijkheden die aan de mensen zijn voorgelegd kunnen gerubriceerd worden in de volgende vijf categorieën: -
alleenstaand; (gehuwd of ongehuwd) samenwonend, met of zonder kind(eren); alleenstaande ouder, met kind(eren); inwonend bij ouders/anderen; anders.
De verdeling van de antwoorden op bovenstaande categorieën is weergegeven in tabel 6.
51
Burgermonitor Sittard-Geleen
Bijlagen
Tabel 6 Huishoudenssituatie, in procenten. alleenstaand
gehuwd of ongehuwd samenwonend
alleenstaande ouder met kind(eren)
inwonend bij ouders/anderen
anders
Guttecoven
10
81
0
7
2
Limbricht
11
78
3
7
1
Einighausen
8
82
3
8
0
Holtum
10
84
2
3
0
Buchten
8
82
1
8
1
Born
9
81
2
6
2
Hondsbroek
9
76
1
13
2
Obbicht/Papenhoven
11
78
1
10
1
Grevenbicht
11
74
3
12
0
voormalig Born en kleine kernen
10
79
2
9
1
Geleen-Centrum
26
64
5
5
0
Geleen-Noord
13
72
3
10
1
Lindenheuvel
12
73
1
12
1
Westelijk-Geleen
16
71
3
10
1
Munstergeleen/Windraak
9
81
4
5
0
Geleen-Zuid
18
68
3
10
1
Kluis
20
71
3
5
0
Oud-Geleen/Haesselderveld
15
73
5
7
0
Oostelijk-Geleen, Munstergeleen en Windraak
16
73
4
7
0
Limbrichterveld/Hoogveld
17
70
5
7
2
Sittard-Centrum
30
61
3
3
3
Sanderbout
9
75
2
12
2
Ophoven
14
74
2
9
0
Kollenberg-Park/Leijenbroek
22
70
1
7
0
Westelijk-Sittard
19
70
3
7
1
Overhoven/Schwienswei
13
75
4
8
1
Baandert
8
80
4
7
1
Stadbroek
15
70
3
8
4
Vrangendael
30
61
4
5
0
Broeksittard
13
70
7
7
3
Kemperkoul
9
82
4
5
0
Oostelijk-Sittard
13
75
4
7
1
Gemeente Sittard-Geleen
15
74
3
8
1
In Sittard-Geleen woont gemiddeld 74 procent van de inwoners gehuwd of ongehuwd samen met of zinder kind(eren), 15 procent is alleenstaand, 8 procent woont bij de ouders of bij anderen, 3 procent van de bevolking bestaat uit alleenstaande ouders met kind(eren) en een restaandeel van 1 procent heeft een andere thuissituatie (denk hierbij aan woongemeenschappen en dergelijke.).
52
Burgermonitor Sittard-Geleen
Verkeer
Op stadsdeelniveau zijn geen verschillen te zien, dit is wel het geval op buurtniveau. Het percentage alleenstaanden varieert tussen 8 procent in Baandert, Einighausen en Buchten tot 30 procent in de buurten Sittard-Centrum en Vrangendael. En het percentage gehuwden of ongehuwd samenwonenden met of zinder kind(eren) loopt uiteen van 61 procent in Sittard-Centrum, Vrangendael tot 84 procent in Holtum.
1.3. Opleiding Het opleidingsniveau is een belangrijke indicator voor de sociaal-economische positie van de bevolking. Om een beeld van dit opleidingsniveau te krijgen is de inwoners in het burgeronderzoek gevraagd aan te geven wat de hoogstgenoten schoolopleiding is die met een diploma is afgerond. Daarbij kon men kiezen uit één van de volgende antwoordcategorieën: -
lager onderwijs (inclusief lavo en vglo); lager beroepsonderwijs (lts, lhno, et cetera.); middelbaar algemeen voortgezet onderwijs (mavo, mulo); middelbaar beroepsonderwijs (mts, meao, et cetera); hoger algemeen voortgezet onderwijs ((havo, vwo); hoger beroepsonderwijs (hts, heao, et cetera); wetenschappelijk onderwijs.
Figuur 44 geeft voor Sittard-Geleen en de verschillende buurten het aandeel inwoners met een lager opleidingsniveau weer, uitgedrukt in een percentage van de inwoners van 18 t/m 65 jaar. Het gaat hierbij om mensen van wie het hoogst behaalde opleidingsniveau lager onderwijs, lager beroepsonderwijs of mavo is (de eerste drie bovengenoemde antwoordcategorieën). Er is voor gekozen om deze groep te rel ateren aan de 18-65 jarigen, en daarmee dus niet aan de totale bevolking, omdat met name de groep 18-65 jarigen relevant is voor het arbeidsmarktbeleid.
53
Burgermonitor Sittard-Geleen
Bijlagen
Figuur 44 Lager opleidingsniveau (18-65 jarigen). Lager opleidingsniveau 2005
44
Guttecoven 31
Limbricht
37
Einighausen
38
Holtum
42
Buchten 36
Born 24
Hondsbroek
45
Obbicht/Papenhoven 41
Grevenbicht 37
voormalig Born en kleine kernen
48
Geleen-Centrum 35
Geleen-Noord
47
Lindenheuvel
45
Westelijk-Geleen Munstergeleen/Windraak
40
Geleen-Zuid
39 35
Kluis
36
Oud-Geleen/Haesselderveld
37
Oostelijk-Geleen, Munstergeleen en Windraak
38
Limbrichterveld/Hoogveld 16
Sittard-Centrum
74
Sanderbout 38
Ophoven 17
Kollenberg-Park/Leijenbroek Westelijk-Sittard
36
Overhoven/Schwienswei
35 37
Baandert
51
Stadbroek 38
Vrangendael
51
Broeksittard 29
Kemperkoul
36
Oostelijk-Sittard 0
25
50
75
100
Uit de grafiek blijkt dat gemiddeld 38 procent van de 18-65 jarige inwoners een lager opleidingsniveau heeft. Op stadsdeelniveau zijn nauwelijks verschillen ten opzichte van het gemiddelde te zien. Op het niveau van de buurten is de spreiding zeer fors en loopt in Westelijk-Sittard uiteen van 16 procent in Sittard-Centrum tot 74 procent in Sanderbout.
54
Burgermonitor Sittard-Geleen
Verkeer
Tabel 7 laat zien hoe de verdeling van alle onderzochte opleidingscategorieën is in Sittard-Geleen en de buurten. Per onderwijssoort wordt weergegeven hoeveel pr ocent van de 18-65 jarigen deze als hoogstgenoten opleiding met een diploma heeft afgerond. Tabel 7 Opleidingsniveau verbijzonderd (18-65 jarigen), in procenten. basisonderwijs (lager onderwijs)
lager beroepsonderwijs
mavo
middelbaar beroepsonderwijs
Guttecoven
13
17
15
27
Limbricht
3
9
19
18
Einighausen
5
16
16
26
Holtum
4
18
14
29
Buchten
5
20
17
20
Born
7
14
15
24
Hondsbroek
2
13
9
28
Obbicht/Papenhoven
8
18
19
33
Grevenbicht
7
16
18
21
voormalig Born en kleine kernen
6
15
16
25
Geleen-Centrum
9
16
23
28
Geleen-Noord
4
11
20
34
Lindenheuvel
13
25
9
27
Westelijk-Geleen
10
20
15
29
Munstergeleen/Windraak
5
12
23
16
Geleen-Zuid
2
12
25
20
Kluis
6
10
18
20
Oud-Geleen/Haesselderveld
8
15
13
26
Oostelijk-Geleen, Munstergeleen en Windraak
6
13
19
21
Limbrichterveld/Hoogveld
7
13
17
26
Sittard-Centrum
4
4
8
19
Sanderbout
22
36
14
14
Ophoven
8
16
13
20
Kollenberg-Park/Leijenbroek
2
8
7
15
Westelijk-Sittard
8
15
13
20
Overhoven/Schwienswei
5
19
11
20
Baandert
8
16
12
29
Stadbroek
9
23
19
14
Vrangendael
6
13
18
19
Broeksittard
15
21
15
17
Kemperkoul
3
16
9
24
Oostelijk-Sittard
6
18
13
22
Gemeente Sittard-Geleen
7
16
15
23
55
Burgermonitor Sittard-Geleen
Bijlagen
Tabel 7 (vervolg) Opleidingsniveau verbijzonderd (18-65 jarigen), in procenten. havo/vwo
hoger beroepsonderwijs
wetenschappelijk onderwijs
Guttecoven
8
19
2
Limbricht
13
31
6
Einighausen
9
21
7
Holtum
12
16
6
Buchten
11
24
4
Born
18
20
2
Hondsbroek
12
28
7
Obbicht/Papenhoven
11
10
2
Grevenbicht
14
19
6
voormalig Born en kleine kernen
12
21
5
Geleen-Centrum
6
12
5
Geleen-Noord
10
15
6
Lindenheuvel
7
15
4
Westelijk-Geleen
7
14
5
Munstergeleen/Windraak
13
24
8
Geleen-Zuid
13
23
4
Kluis
13
25
6
Oud-Geleen/Haesselderveld
9
24
4
Oostelijk-Geleen, Munstergeleen en Windraak
12
24
5
Limbrichterveld/Hoogveld
12
18
6
Sittard-Centrum
23
32
9
Sanderbout
3
6
4
Ophoven
7
29
8
Kollenberg-Park/Leijenbroek
19
33
16
Westelijk-Sittard
12
24
8
Overhoven/Schwienswei
11
27
6
Baandert
13
16
5
Stadbroek
15
20
0
Vrangendael
12
27
4
Broeksittard
6
21
6
Kemperkoul
13
27
7
Oostelijk-Sittard
12
24
5
Gemeente Sittard-Geleen
11
22
6
Bijna vier op de tien inwoners van 18 t/m 65 jaar oud heeft een lager onderwijsniveau (basisonderwijs, lager beroeps onderwijs, mavo), 34 procent middelbaar opleidingsniveau en 28 procent een hoger opleidingsniveau (hbo, wo). Van de stadsdelen wijkt alleen Westelijk-Geleen af van het gemiddelde vanwege het laagste percentage hoger opleidingsniveau (19 procent). Kijken we naar de buurtverschillen in hoger opleidingsniveau (hbo en wo samengeteld) dan zien we dat dit aandeel varieert van 49 procent in Kollenberg-Park/Leijenbroek tot 10 procent in Sanderbout.
56
Burgermonitor Sittard-Geleen
Verkeer
1.4. Inkomen Het inkomensniveau is evenals het opleidingsniveau een indicator voor de sociaaleconomische positie. Om een indicatie hiervan te krijgen, is de inwoners gevraagd om aan te geven of ze het eigen huishouden tot de inkomensgroep met een laag inkomen, een gemiddeld inkomen of een hoger inkomen rekenen. Tabel 8 geeft de procentuele verdeling van de inkomens in 2005 aan de hand van deze groepen weer. Tabel 8 Inkomensniveau, in procenten. laag inkomen
gemiddeld inkomen
hoger inkomen
Guttecoven
24
64
9
Limbricht
12
61
23
Einighausen
14
58
23
Holtum
18
63
16
Buchten
16
60
17
Born
17
64
12
Hondsbroek
14
61
20
Obbicht/Papenhoven
20
63
9
Grevenbicht
17
65
12
voormalig Born en kleine kernen
17
62
15
Geleen-Centrum
25
62
7
Geleen-Noord
18
62
14
Lindenheuvel
30
54
8
Westelijk-Geleen
26
58
9
Munstergeleen/Windraak
14
60
19
Geleen-Zuid
24
53
14
Kluis
22
57
17
Oud-Geleen/Haesselderveld
21
56
14
Oostelijk-Geleen, Munstergeleen en Windraak
20
57
16
Limbrichterveld/Hoogveld
31
55
8
Sittard-Centrum
20
57
15
Sanderbout
46
45
3
Ophoven
21
54
21
Kollenberg-Park/Leijenbroek
11
48
35
Westelijk-Sittard
25
53
17
Overhoven/Schwienswei
26
53
17
Baandert
26
59
12
Stadbroek
40
47
6
Vrangendael
32
53
9
Broeksittard
34
51
9
Kemperkoul
11
61
25
Oostelijk-Sittard
25
55
15
Gemeente Sittard-Geleen
22
57
15
57
Burgermonitor Sittard-Geleen
Bijlagen
Bijna een kwart (22 procent) van de inwoners rekent het eigen huishouden tot de lage inkomen, ruim de helft van de inwoners (57 procent) tot de gemiddelde inkomens en 15 procent tot de hogere inkomens. Tussen de stadsdelen zijn kleine verschillen te zien. De verschillen zijn groter op buurtniveau. Het percentage lage inkomens loopt uiteen van 11 procent in Kollenberg-Park/Leijenbroek en Kemperkoul tot 46 procent in Sanderbout. Bij de hogere inkomens zien we het spiegelbeeld hiervan: in Sanderbout het laagste percentage (3 procent) en in Kemperkoul het hoogste percentage (35 procent) hoger inkomen. Tot slot van deze paragraaf moet opgemerkt worden dat er uit privacy- en onderzoekstechnische overwegingen (risico van lagere onderzoeksrespons) voor gekozen is de mensen zelf een globale inschatting van hun inkomensniveau te laten geven en niet rechtstreeks naar hun feitelijke inkomen te vragen. Uitgangspunt in de gekozen benadering is dat de verkregen informatie van de burger (wellicht) weliswaar iets subjectiever van aard zal zijn, maar dat deze desondanks ruimschoots beantwoordt aan haar doel, namelijk het geven van een betrouwbare indicatie van het inkomensniveau.
1.5. Werkzame beroepsbevolking Ook het hebben van een betaalde baan is een indicator van de sociaal-economische positie van de inwoners. Om hiervan een beeld te krijgen is in het burgeronderzoek de vraag gesteld of men betaalde werkzaamheden voor 12 uur of meer per week verricht. Figuur 45 geeft weer hoeveel procent van de inwoners van 18-65 jaar 12 uur of meer per week werkzaam is. Daarmee ontstaat een beeld van de werkzame beroepsbevolking. Hierbij moet er op gewezen worden dat het begrip ‘beroepsbevolking’ volgens de officiële definitie betrekking heeft op de 15-65 jarigen, in dit onderzoek heeft het betrekking op de 18-65 jarigen.
58
Burgermonitor Sittard-Geleen
Verkeer
Figuur 45 Werkzame beroepsbevolking (18-65 jarigen). Werkzame beroepsbevolking 2005
63
Guttecoven
69
Limbricht 64
Einighausen
67
Holtum
67
Buchten
66
Born
70
Hondsbroek 64
Obbicht/Papenhoven
66
Grevenbicht
67
voormalig Born en kleine kernen
65
Geleen-Centrum
70
Geleen-Noord 65
Lindenheuvel
66
Westelijk-Geleen
66
Munstergeleen/Windraak
65
Geleen-Zuid
67
Kluis Oud-Geleen/Haesselderveld
66
Oostelijk-Geleen, Munstergeleen en Windraak
66 73
Limbrichterveld/Hoogveld 63
Sittard-Centrum 50
Sanderbout
62
Ophoven
66
Kollenberg-Park/Leijenbroek
65
Westelijk-Sittard
63
Overhoven/Schwienswei
63
Baandert 51
Stadbroek Vrangendael
58
Broeksittard
59 70
Kemperkoul 63
Oostelijk-Sittard 0
25
50
75
100
In 2005 verricht 65 procent van de 18-65 jarige inwoners betaalde werkzaamheden voor 12 uur of meer per week. Het restpercentage (35 procent) heeft dus geen betaalde baan van 12 uur of meer per week. Tussen de stadsdelen zijn geen opmerkelijke verschillen te zien. Dit is wel op buurtniveau het geval en de spreiding tussen de buurten is het grootst in de stadsdelen Westelijk-Sittard en Oostelijk-Sittard. Het percentage ‘actieven’ loopt in Westelijk-Sittard uiteen van 50 procent in Sanderbout tot 73 procent in Limbrichterveld/Hoogveld en in Oostelijk-Sittard van 51 procent in Stadbroek tot 70 procent in Kemperkoul.
59
Burgermonitor Sittard-Geleen
Bijlagen
2. Onderzoeksverantwoording Hieronder wordt de opzet van het burgeronderzoek Sittard-Geleen 2005 en de verantwoording van de uitvoering beschreven. Aan de orde komen achtereenvolgens de onderzoeksmethode, steekproeftrekking, responsverantwoording, representativiteit, betrouwbaarheid en nauwkeurigheid.
2.1. Onderzoeksmethode Gelet op het grote aantal onderzoeksvragen is ervoor gekozen het burgeronderzoek uit te voeren in de vorm van een schriftelijke enquête. Deze enquête is gehouden onder een steekproef van de bevolking van 18 jaar en ouder in Sittard-Geleen. De personen die voor het onderzoek zijn geselecteerd, hebben per post een schriftelijke vragenlijst en begeleidende brief van de eigen gemeente ontvangen, met het verzoek de vragenlijst in te vullen en binnen 10 dagen in een portvrije antwoordenvelop te retourneren. Om de privacy te kunnen waarborgen zijn aan de respondenten geen naam- en adresgegevens gevraagd, behalve de postcode. Om de respons te verhogen is er na 10 dagen schriftelijk gerappelleerd. Het veldwerk is uitgevoerd in de periode 1 tot en met 21 juni 2005.
2.2. Steekproeftrekking Aangezien het burgeronderzoek niet alleen gegevens dient te genereren op het schaalniveau van de gemeente maar ook op het schaalniveau van de buurten, wordt in de onderzoeksopzet uitgegaan van een op buurtniveau gestratificeerde steekproef. Daartoe is voor alle 27 buurten van Sittard-Geleen een afzonderlijke steekproef getrokken. Op basis van dit principe is uiteindelijk uit de Gemeentelijke Bevolkingsadministraties van Sittard-Geleen een a-selecte steekproef getrokken van in totaal 8.150 inwoners van 18 jaar en ouder. Gelet op de omvang en moeilijkheidsgraad van de vragenlijst is er – mede op basis van eerdere ervaringen met burgeronderzoek in Heerlen – voor gekozen bewoners van verzorgings- of verpleegtehuizen buiten de steekproeftrekking te laten. De totale onderzoekspopulatie van 18-plussers waaruit de steekproef is getrokken omvatte 77.656 inwoners.
60
Burgermonitor Sittard-Geleen
Verkeer
2.3. Responsverantwoording Er zijn voor dit onderzoek 8.150 vragenlijsten verzonden. Uiteindelijk hebben 4.424 personen de vragenlijst ingevuld en geretourneerd, wat een onderzoeksrespons van 54,3 procent betekent. Met het oog op de lengte en moeilijkheidsgraad van de vragenlijst (zie bijlage 2) mag deze respons zeer tevredenstellend worden genoemd. De respons verschilt nogal per buurt en loopt uiteen van 40,7 procent in Sanderbout tot 61 procent in Limbricht. Tabel 9 Responsverantwoording, naar buurt. aantal inwoners per 01-012005
aantal inwoners 18+ per 0101-2005
aantal verstuurde vragenlijsten
aantal vragenlijsten in respons
percentage vragenlijsten in respons
Limbrichterveld/Hoogveld
4.934
3.979
310
166
53,5%
Sittard-Centrum
2.830
2.568
300
152
50,7%
Sanderbout
2.129
1.698
300
122
40,7%
Ophoven
4.974
3.816
310
154
49,7%
Kollenberg/Park/Leyenbroek
3.305
2.851
300
171
57,0%
Overhoven/Schwienswei
3.842
3.106
310
148
47,7%
Baandert
2.943
2.574
300
141
47,0%
Stadbroek
2.496
2.038
300
127
42,3%
Vrangendael
2.217
1.878
300
140
46,7%
Broeksittard
1.698
1.311
290
113
39,0%
Kemperkoul
6.751
4.690
310
184
59,4%
Munstergeleen/Windraak
5.153
4.034
310
186
60,0%
Guttecoven
1.303
1.044
280
147
52,5%
Limbricht
2.711
2.163
300
183
61,0%
Einighausen
1.433
1.156
290
158
54,5%
Geleen-Centrum
4.306
3.560
310
149
48,1%
Geleen-Noord
3.501
2.950
310
162
52,3%
Lindenheuvel
8.832
6.838
310
138
44,5%
Geleen-Zuid
5.434
4.487
310
173
55,8%
Kluis
5.120
4.082
310
171
55,2%
Oud Geleen/ Haesselderveld
5.915
4.804
310
161
51,9%
Holtum
1.265
1.050
280
165
58,9%
Buchten
2.192
1.757
300
160
53,3%
Born
2.586
2.133
300
159
53,0%
Hondsbroek
2.849
2.034
300
147
49,0%
Obbicht/Papenhoven
2.828
2.210
300
166
55,3%
Grevenbicht
2.553
2.028
300
160
53,3%
buurten Sittard-Geleen
geen buurt bekend totaal Sittard-Geleen
222 97.058
77.656
8.150
4.425
54,3%
61
Burgermonitor Sittard-Geleen
Bijlagen
2.4. Representativiteit Bij enquêteonderzoek bestaat het risico dat bepaalde bevolkingsgroepen oververtegenwoordigd dan wel ondervertegenwoordigd zijn in de responsgroep. In dat geval zijn de respondenten geen goede afspiegeling van de totale bevolking en is het onderzoek daarmee niet representatief. In tabel 10 wordt de groep respondenten van het burgeronderzoek, getoetst op de kenmerken geslacht en leeftijd. Daarmee wordt voor deze kenmerken inzichtelijk gemaakt in hoeverre de personen die aan het onderzoek hebben deelgenomen een goede afspiegeling vormen van de totale (volwassen) bevolking. Tabel 10 Representativiteit naar geslacht en leeftijd, in procenten . responsgroep
bevolking Sittard-Geleen 18+
- mannen
43,8
48,7
- vrouwen
54,8
51,3
- onbekend
1,4
geslacht:
leeftijd: - 18 t/m 34 jaar
16,2
23,3
- 35 t/m 54 jaar
41,6
40,3
- 55 t/m 74 jaar
32,0
27,4
- 75 jaar en ouder
8,3
9,0
- onbekend
1,9
Uit tabel 10 valt af te lezen dat de deelnemers aan het onderzoek qua geslacht en leeftijd een vrij aardige afspiegeling vormen van de totale bevolking. Kijken we naar het geslacht dan zien we dat er sprake is van een lichte ondervertegenwoordiging van mannen en lichte oververtegenwoordiging van vrouwen in de responsgroep. Een blik op de leeftijd laat zien dat de ‘jongeren’ (18-34 jaar) en de ‘bejaarden’ (75 jaar en ouder) iets ondervertegenwoordigd zijn en de tussenliggende leeftijdscat egorieën (35-54 jaar en vooral 55-74 jaar) iets oververtegenwoordigd zijn in de respons. Om deze kleine afwijkingen naar geslacht en leeftijd te corrigeren, heeft weging plaatsgevonden. Dit is een bij steekproefonderzoek gebruikelijke statistische techniek waarbij de onderzoeksgegevens (door middel van een vermenigvuldigingsfactor) zodanig worden herberekend dat de samenstelling van de responsgroep vrijwel gelijk is aan de feitelijke bevolkingssamenstelling. Behalve op geslacht en leeftijd zijn de onderzoeksresultaten verder ook nog gewogen naar woonbuurt. Op die manier is ervoor gezorgd dat de personen die aan het onderzoek hebben meegedaan representatief zijn voor de totale bevolking van de buurt waarin ze wonen, en in het verlengde daarvan ook van de gemeente en de gehele Parkstadregio waarin ze wonen.
62
Burgermonitor Sittard-Geleen
Verkeer
2.5. Betrouwbaarheid en nauwkeurigheid De essentie van steekproefonderzoek is, dat door het ondervragen van een beperkt deel (steekproef) van de bevolking niet alleen uitspraken worden gedaan over degenen die geënquêteerd zijn, maar ook over de totale populatie waaruit die steekproef is getrokken, in dit geval de (volwassen) bevolking van Parkstad Limburg en Nuth. Daarbij dient men wel steeds te beseffen dat dit steekproefonderzoek een benádering van de werkelijkheid vormt: geen enkele steekproef is een exacte afspiegeling van de totale bevolking. Dit hoeft op zich geen bezwaar te zijn zolang de marges waarbinnen de steekproefonnauwkeurigheid valt bekend (en acceptabel) zijn. Daartoe kunnen de zogenaamde nauwkeurigheidsmarges van de steekproef worden berekend; binnen deze marges vallen de ‘werkelijke’ uitkomsten voor de totale bevolking. Normaliter wordt bij het berekenen van de nauwkeurigheidsmarges uitgegaan van 95% betrouwbaarheid. Dit betekent dat wanneer het onderzoek 100 maal herhaald wordt, 95 keer een waarde gevonden wordt die binnen de berekende nauwkeurigheidsmarges ligt. Tabel 11 laat – uitgaande van een betrouwbaarheid van 95% – voor verschillende steekproefgroottes en voor verschillende mogelijke antwoordpercentages zien hoe groot de nauwkeurigheidsmarges zijn. Tabel 11 Nauwkeurigheidsmarges steekproefgroottes, op basis van 95% betrouwbaarheid. 10% of 90%
20% of 80%
30% of 70%
40% of 60%
50%
100
5,9
7,8
9,0
9,6
9,8
200
4,2
5,5
6,3
6,8
6,9
300
3,4
4,5
5,2
5,5
5,7
400
2,9
3,9
4,5
4,8
4,9
500
2,6
3,5
4,0
4,3
4,4
1.000
1,9
2,5
2,8
3,0
3,1
2.000
1,3
1,7
2,0
2,1
2,2
3.000
1,1
1,4
1,6
1,7
1,8
4.000
0,9
1,2
1,4
1,5
1,5
netto steekproefgrootte (= aantal respondenten)
Een voorbeeld: bij een steekproefgrootte van 1.000 respondenten en een antwoordpercentage van bijvoorbeeld 20% is de nauwkeurigheidsmarge plus of min 2,5%, dat wil zeggen dat het werkelijke percentage in de onderzoekspopulatie tussen 17,5% en 22,5% ligt.
63
Burgermonitor Sittard-Geleen
Bijlagen
Voor de volledigheid moet nog vermeld worden dat bovenstaande nauwkeurigheidsmarges uitsluitend betrekking hebben op uitkomstpercentages die een proportie uitdrukken, bijvoorbeeld het aandeel tevredenen. Indien de uitkomsten níet gebaseerd zijn op proporties maar op gemiddelden, zoals bij schaalscores of rapportcijfers, zijn andere nauwkeurigheidsmarges van toepassing. Deze marges zijn kleiner dan die in bovenstaande tabel, dat wil zeggen de nauwkeurigheid van deze gemiddelde uitkomsten is (nog) groter. Zelfs op het analyseniveau, van buurt, zijn de nauwkeurigheidsmarges van gemiddelden nog alleszins acceptabel; uitgaande van bijvoorbeeld 150 respondenten (het nagestreefde minimum aantal geslaagde enquêtes per buurt wijkt de werkelijke waarde van een gemiddeld rapportcijfer met 95% zekerheid niet meer dan 0,2 punt af. Bij grotere steekproeven, zoals op het niveau van de gemeenten, zijn de afwijkingen te verwaarlozen.
64