Geest en grond Herontwikkeling locatie industrieterrein Moespot - Vollenhove Afstudeerproject van Dirkjan Boes binnen Team 2 Studio voor de bouwkunst B.V.
Bachelor thesis | D. Boes
Herontwikkeling locatie industrieterrein Moespot - Vollenhove
bachelorthesis
Geest en grond een onderzoek naar het ontwikkelen van 5 wooneenheden in De Moespot | Vollenhove
D. Boes Sint Jansklooster, 02 juni 2009
fase 1 | stedenbouwkundig ontwerp
Geest en grond, een onderzoek naar het ontwikkelen van 5 wooneenheden in de Moespot | Vollenhove
Samenvatting SUMMARY
SUMMARY Development of any particular area should always be handled with great care and the developer must always question how the final architectural solution will be affected by the contextual properties of the location.
SAMENVATTING Het ontwikkelen van enig gebied dient ten alle tijden met zorg te worden omgeven waarbij de ontwerper zich de vraag moet stellen in welke mate de context van de locatie van invloed is op de architectonische invulling van het gebied.
This contextual properties – situational interdependency – can best be described in phrases like ‘sprit of place (genius loci)’ or ‘surroundings-DNA’ and not only needs investigating specific cultural and historical values, carries and properties of the specific area but also should emphasize the growth factors ( economical, social, cultural) that contribute to this area.
Deze context - situationele afhankelijkheid - kan worden verwoord door bijvoorbeeld de termen 'geest van de grond (genius loci)' of 'omgeving DNA' en vereist niet alleen onderzoek naar de specifieke cultuurhistorische dragers, kenmerken en waarden van het (plan)gebied, maar ook welke groeikwaliteiten er bestaan ( economisch, sociaal, cultureel en historisch ).
The spatial context by than receives another dimension – time - and the resulting passport with its framework and tools has allowed me as designer to put up a vision and create an overall concept.
De ruimtelijke context wordt zodoende voorzien van de dimensie ‘tijd’ en het aldus ontstane ‘paspoort’ geeft mij als ontwerper onder andere de kaders en handvatten in handen voor het opstellen van een visie en het maken van een concept.
Based on the derived vision the concept is transformed into a specific and contemporary urban design of four parcels with the possibility to create five residences. One of this objects is further developed into an architectural design, adapted to the spirit of place.
Met de visie als uitgangspunt is het concept nader uitgewerkt tot een specifiek en hedendaags stedenbouwkundig ontwerp bestaande uit 4 percelen met de mogelijkheid voor het creëren van 5 wooneenheden. Één van de objecten is vervolgens nader uitgewerkt in een architectonisch ontwerp wat binnen de geest van de grond past. Een abstract ontwerp wat resulteert in een mooi beheerst gebouw dat zich omzichtig maar stevig in de eeuwenoude omgeving voegt.
Specific attention during the design stages is put into the application of innovative and durable methods and solutions of which the latter has was most prominent. Furthermore multifunctionality of internal functions of the building was important; the resulting contemporary ‘hallehuis’ design is suitable for all age categories. The final stages of the research involved development of construction details of the architectural design.
Speciale aandacht is tijdens het ontwerpproces uitgegaan naar innovatieve en duurzame oplossingen, waarbij het duurzame aspect een prominente rol heeft gespeeld. Ook was de multifunctionaliteit van de interne functies erg belangrijk; het ontwerp is geschikt voor mensen van alle leeftijdscategorieën. Dit resulteert dan ook in een hedendaagse ‘hallehuis’ wat levensloopbestendig is. De laatste fase van het onderzoek bestond uit het bouwtechnisch uitwerken van het architectonisch ontwerp.
Dirk Jan Boes S1023449 // Deeltijd- maatwerk student Chr. Hogeschool Windesheim // School of Built Environment & Transport__
ARCHITECTUUR / A.P.
III
Voorwoord
Geest en grond, een onderzoek naar het ontwikkelen van 5 wooneenheden in de Moespot | Vollenhove
VOORWOORD Voor u ligt mijn thesis “Geest en grond, een onderzoek naar het ontwikkelen van 5 wooneenheden in de Moespot | Vollenhove”. Het creëren van deze scriptie is een opdracht die veel tijd en energie in beslag neemt. Twee factoren die lastig te combineren zijn met een fulltime baan in het werkveld. Het was de kunst om evenwicht te vinden tussen deze verschillende disciplines. De opdracht was niet fictief en is uitgeschreven door ontwikkelingsmaatschappij VEBOCOM, deze omvatte het opstellen van een visie wat moest leiden tot een concept voor het ontwikkelen van 5 wooneenheden in een te saneren gebied. Dit gebied is nabij het voormalige Zuiderzeestadje Vollenhove in het buurtschap De Moespot. Voor één van de kavels is een architectonisch ontwerp gemaakt met een bouwtechnische uitwerking, de genius loci van het plangebied diende gedurende het proces als uitgangspunt. Gelukkig heb ik beroep kunnen doen op verschillende personen die mij tijdens het proces hebben bijgestaan. In de eerste plaats mijn begeleiders van Chr. Hogeschool Windesheim. Als eerste wil ik graag mevrouw ing. M. Nieboer AvB (mentor) uitdrukkelijk bedanken voor zowel haar professionele als persoonlijke steun gedurende het afstudeertraject welke mijn vaardigheden tot een hoger platform hebben gebracht. Ook wil ik graag de heer b.b. E.F. Mensonides (coördinator werkend leren) bedanken voor het door hem in mij gestelde vertrouwen wat er aan bij heeft gedragen dat mijn doel in dit tijdsbestek is bereikt. Uiteraard dank ik eveneens mijn werkgever Team 2 Studio voor de bouwkunst B.V. voor het feit dat zij mij de mogelijkheid hebben geboden om tijdens mijn fulltime baan de mogelijkheid te bieden om werkend te leren. Met name mijn begeleider, de heer J. Heetebrij, maar ook mijn collega de heer M. Kok ben ik in het bijzonder dankbaar voor zowel hun praktische alsmede theoretische informatie. Zonder hen zou deze thesis zeker niet tot stand zijn gekomen. Speciale dank gaat uit naar de heer ing. F. Kuipers MSc. Ondanks het feit dat hij niet materie deskundige is op het gebied van architectuur heeft hij mij met zijn kennis, ervaring en flexibiliteit enorm geholpen. Mijn grootste dank gaat evenwel uit naar mijn familie en in het bijzonder wil ik mijn vrouw Elize bedanken zowel indirect, door haar morele steun, en direct, door mij constant te motiveren tijdens het onderzoek.
Sint Jansklooster, 02 juni 2009
D. Boes / S1023449 Deeltijd- maatwerk student Dirk Jan Boes S1023449 // Deeltijd- maatwerk student Chr. Hogeschool Windesheim // School of Built Environment & Transport__
ARCHITECTUUR / A.P.
IV
Inhoud
Geest en grond, een onderzoek naar het ontwikkelen van 5 wooneenheden in de Moespot | Vollenhove
Inhoudsopgave 1.
SAMENVATTING / SUMMARY.................................................................................................... 6
5.3.5.
Kamelenrugboerderij ................................................................................................. 46
2.
INLEIDING...................................................................................................................................... 7
5.3.6.
Bebouwing ................................................................................................................... 48
3.
OPGAVE .......................................................................................................................................... 9
5.3.7.
Kleur en materialisering ............................................................................................ 49
IMPRESSIE PLANGEBIED ................................................................................................... 9
5.4.
VESTIGINGSMOTIEVEN ...................................................................................................... 49
ANALYSES.................................................................................................................................... 12
5.5.
SUBCONCLUSIES ............................................................................................................... 50
5.6.
UITGANGSPUNTEN ONTWERPOPGAVE .......................................................................... 51
3.1. 4.
4.1.
5.
STEDENBOUWKUNDIGE ANALYSE.................................................................................. 12
4.1.1.
Macro schaalniveau analyse...................................................................................... 20
5.6.1.
Architectuur ................................................................................................................. 52
4.1.2.
Meso schaalniveau analyse ....................................................................................... 26
5.6.2.
Het erf........................................................................................................................... 52
4.1.3.
Micro schaalniveau analyse....................................................................................... 32
5.7.
VISIE...................................................................................................................................... 54
4.2.
HISTORISCHE ANALYSE VOLLENHOVE ........................................................................... 33
5.8.
PROGRAMMA....................................................................................................................... 56
4.3.
HISTORISCHE ANALYSE ‘GEEST EN GROND’................................................................. 34
5.9.
REFERENTIE PROJECTEN ................................................................................................ 56
4.3.1.
Het buurtschap............................................................................................................ 35
4.3.2.
Het tolhuis.................................................................................................................... 35
4.3.3.
6.
STEDENBOUWKUNDIG CONCEPT ........................................................................................... 57 6.1.
INLEIDING / CONCEPT ..................................................................................................... 65
De herbergen............................................................................................................... 35
6.2.
MAQUETTE / MASSASTUDIE ............................................................................................. 69
4.4.
ECONOMISCHE ANALYSE.................................................................................................. 38
6.3.
STRUCTUUR PLANGEBIED ............................................................................................... 77
4.5.
SOCIAAL CULTURELE ANALYSE ...................................................................................... 41
6.4.
KLEUR, MATERIALISERING (WENSBEELD) .................................................................. 79
4.6.
CONCLUSIES ....................................................................................................................... 42
6.5.
SUBCONCLUSIE ............................................................................................................... 81
ONTWERPOPGAVE ‘de Moespot’ ............................................................................................. 43
7.
ARCHITECTONISCH ONTWERP ................................................................................................ 82
5.1.
WOONOMGEVING................................................................................................................ 44
7.1.
HET ONTWERPEN VAN EEN WONING ............................................................................. 83
5.2.
BEGRIPSDEFINIËRING....................................................................................................... 44
7.2.
INSPIRATIE .......................................................................................................................... 84
5.2.1.
Groen wonen................................................................................................................ 44
7.3.
HET ONTWERP .................................................................................................................... 88
5.2.2.
Buiten wonen............................................................................................................... 44
7.4.
BOUWMETHODE ................................................................................................................. 92
5.2.3.
Landelijk wonen. ......................................................................................................... 44
7.5.
KLEUR- EN MATERIALISERING / FOTOREALISTISCHE WEERGAVE ........................... 96
5.2.4.
Ruraal wonen............................................................................................................... 44
8.
EINDCONCLUSIE ...................................................................................................................... 100
TYPOLOGIEËN ..................................................................................................................... 44
9.
BRONVERMELDING.................................................................................................................. 101
5.3.
10.
BIJLAGE .................................................................................................................................103
5.3.1.
Noordwesthoek ........................................................................................................... 45
5.3.2.
Hoge land van Vollenhove .......................................................................................... 45
10.1.
BIJLAGE 1 – TOPOGRAFISCHE KAART 1880 ...............................................................104
5.3.3.
Stuwwal met het Hoge land van Vollenhove ............................................................ 45
10.2.
BIJLAGE 2 – TOPOGRAFISCHE KAART 2009 ...............................................................105
5.3.4.
Hallehuisgroep ............................................................................................................ 46
10.3.
BIJLAGE 3 – TEKENINGLIJST + AFZONDERLIJKE STB. MAQUETTE ........................106
Dirk Jan Boes S1023449 // Deeltijd- maatwerk student Chr. Hogeschool Windesheim // School of Built Environment & Transport__
ARCHITECTUUR / A.P.
V
Inleiding
Geest en grond, een onderzoek naar het ontwikkelen van 5 wooneenheden in de Moespot | Vollenhove
2. INLEIDING De Moespot is een buurtschap in de gemeente Steenwijkerland in de Kop van Overijssel in de gelijknamige provincie Overijssel. Het buurtschap is weggescholen in de luwte van de oude Zuiderzeedijk voor barre elementen, aan het Jabikspad tussen de voormalige Zuiderzee stadjes Blokzijl en Vollenhove bevindt zich dit gehucht De Moespot. Aan de andere kant van de oude Zuiderzeedijk ligt het Vollenhovermeer. Dit meer is een restant van de voormalige Zuiderzee. Met de aanleg van de Noordoostpolder is veel van de identiteit en charme van het grensgebied tussen land en water verloren gegaan. Hiermede is het plangebied verworden tot een achterdeur. Al enige jaren wordt er gesproken over deze situatie, zowel gemeente als de ondernemers en inwoners van Vollenhove zijn van mening dat er met dit gebied iets moet gebeuren. Tot nu toe hebben deze inspanningen echter niet geleid tot het gewenste resultaat. Daarom hebben een drietal ondernemers zich verenigd en besloten om de aanpak te veranderen. Zij hebben in samenwerking met de gemeente Steenwijkerland, met als voortrekker burgemeester drs. H. Apotheker niet langer gekeken naar de onmogelijkheden, maar naar de mogelijkheden van het gebied. Nadat het voor de buitenwacht lange tijd stil is geweest rond de bodemsanering van het plangebied (voormalig industrie) in het gehucht de Moespot, is onze studio uitgenodigd om op afzienbare termijn het ontwerptraject voor “het ontwikkelen van 5 wooneenheden” starten. Voor mij is het een enorme grote uitdaging om dit tijdens mijn maatwerkstudie, geheel zelfstandig als afstudeerproject te realiseren. Deze thesis geeft het complete onderzoek naar zowel het stedenbouwkundig- als het architectonisch ontwerp omvat de analyses, de literatuurstudie, visie en de vorming van het concept (stedenbouwkundig ontwerp). Tevens zijn onder andere de afstudeergegevens en de opdrachtomschrijving weergegeven. In chronologisch volgorde zijn de gemaakte analyses weergegeven, de ontwerpopgave met behandelde typologieën en diverse studies, en het architectonisch ontwerp voor kavel 1. De visie en het programma zijn vervolgens vertaald in het stedenbouwkundig- en architectonisch ontwerp.
Dirk Jan Boes S1023449 // Deeltijd- maatwerk student Chr. Hogeschool Windesheim // School of Built Environment & Transport__
ARCHITECTUUR / A.P.
7
Opgave
fase I | stedenbouwkundig ontwerp
Geest en grond, een onderzoek naar het ontwikkelen van 5 wooneenheden in de Moespot | Vollenhove fase I Stedenbouwkundig ontwerp
Opgave / retrovraag VOLLENHOVERMEER
3. OPGAVE
e
uwt
Lee
De opgave zoekt naar een dynamische vertaling van regionale, sociale en cultuurhistorische kwaliteiten van het Hoge land van Vollenhove in ‘varianten’ van de huidige hallehuis typologieën voor woningbouw.
ontsluiting uitsluitend via de Moespot
|
|
De opgave: “Geest en grond (genius loci), een onderzoek naar het ontwikkelen van 5 wooneenheden in de Moespot | Vollenhove.”
||
De Moespot
De hiernaast schematisch weergegeven locatie met het hiervoor beschreven cultuurhistorische kenmerk dient als werkveld voor deze opgave van regiospecifiek bouwen, dit dient dan ook in het ontwerp te worden gereflecteerd.
Is het mogelijk om in het plangebied van 3350m2 mogelijk om een 5-tal wooneenheden te ontwikkelen binnen de geest van de grond? De 5 wooneenheden dienen te passen binnen de hiernaast schematisch weergegeven locatie. De huidige industriebebouwing zal in zijn totaliteit worden gesloopt en de vervuilde grond zal worden afgegraven en gesaneerd. De tweede centrale vraag van het onderzoek luidt: Is het mogelijk om op kavel 1 van het plangebied een architectonisch ontwerp te maken wat een dynamische vertaling is van regionale, sociale en cultuurhistorische kwaliteiten van het Hoge land van Vollenhove in ‘varianten’ van de huidige hallehuis typologieën voor woningbouw? Na analyses, zal met behulp van de resultaten een synthese behoren te volgen in de vorm van een stedenbouwkundig ontwerp met ontsluiting en verkaveling. Alsmede een architectonisch ontwerp met technische uitwerking voor kavel 1 van het plangebied.
plangebied c.a. 3350 m2
De Moespot
Weg van Tweij Nijenhuizen
De eerste centrale vraag van het onderzoek luidt:
plangebied openbare weg erfgroen weide bebouwing
ST JANSKLOOSTER VOLLENHOVE Dirk Jan Boes S1023449 // Deeltijd- maatwerk student Chr. Hogeschool Windesheim // School of Built Environment & Transport__
‘09 ARCHITECTUUR / A.P.
9
Geest en grond, een onderzoek naar het ontwikkelen van 5 wooneenheden in de Moespot | Vollenhove
3.1.
Impressie plangebied
IMPRESSIE HUIDIGE TOESTAND
Impressie-foto (met de industrie) van de huidige toestand van het te saneren plangebied de Moespot | Vollenhove 1 juni 2009.
Dirk Jan Boes S1023449 // Deeltijd- maatwerk student Chr. Hogeschool Windesheim // School of Built Environment & Transport__
ARCHITECTUUR / A.P.
10
Geest en grond, een onderzoek naar het ontwikkelen van 5 wooneenheden in de Moespot | Vollenhove fase I Stedenbouwkundig ontwerp
Procesorganogram
FASE 0
FASE I
VOORONDERZOEK
OMGEVING
GEBOUW
DETAIL
Plangebied Onderzoeksopzet Planning
Stedenbouwkundig Sociaal/cultureel/historisch Economisch
Referenties Retro vraag / typologieën Programma
Materialisatie Detaillering Constructie
AFSTUDEERPROJECT VOORSTEL
FASE II
STEDENBOUWKUNDIG
CONCEPTONTWERP
DEFINITIEF ONTWERP
STEDENBOUWKUNDIGE ANALYSE (meso / macro / micro) GENIUS LOCI ANALYSES (sociaal, cultureel, economisch, historisch)
RANDVOORWAARDEN ONTWERP CONCEPT
GEEST EN GROND (paspoort, landelijk wonen)
VOORLOPIG ONTWERP
DEFINITIEF ONTWERP
VISIE
ONTWERPOPGAVE (typologieën, opgave, retrovraag, referenties)
Figuur: Procesorganogram, © Dirk Jan Boes, 2009
Dirk Jan Boes S1023449 // Deeltijd- maatwerk student Chr. Hogeschool Windesheim // School of Built Environment & Transport__
ARCHITECTUUR / A.P.
11
Analyses
fase I | stedenbouwkundig ontwerp
Geest en grond, een onderzoek naar het ontwikkelen van 5 wooneenheden in de Moespot | Vollenhove
Stedenbouwkundige analyse 4.1.
fase I Stedenbouwkundig ontwerp
STEDENBOUWKUNDIGE ANALYSE
De stedenbouwkundige analyse, welke op de volgende pagina’s is weergegeven heb ik uitgevoerd op 3 schaalniveaus: macro, meso en micro. Door de analyse op drie schaalniveaus uit te voeren (zie figuur; analysematrix op stedenbouwkundig niveau), worden de 4 hoofdstructuren groen, water, infrastructuur en bebouwing inzichtelijk. Aan de hand van een analyse worden tevens de kwaliteiten van het gebied zichtbaar. Zoals in het matrixmodel is weergegeven dient analysekaart macro als overzichtskaart voor de regio (‘wijde’ omgeving) van het voormalig Zuiderzeestadje Vollenhove en het buurtschap De Moespot. Op de analysekaart meso wordt de opbouw, inrichting en ontsluiting op ‘wijkniveau’ (directe omgeving) van het plangebied geanalyseerd. De micro analysekaarten bieden inzicht op het buurtschap en het te saneren plangebied: op de kaarten wordt ingezoomd tot op het complex en de huidige bebouwing.
MACRO
MESO
MICRO
1. Macro: Ligging project in landelijke/ stedelijke context
2. Meso: Opbouw, inrichting, ontsluiting van het project
3. Micro: Inzoomend op gebouw of complex gebouwen in project
Anlyseren op regio / stad niveau
Landelijke / stedelijk omgeving
Analyseren op wijk niveau
Directe omgeving
Analyseren op plangebied niveau Maatregelen op gebouw niveau
Plangebied
Architectuur dient te passen binnen context stad /regio Pro-actie | structuur ontwerp parameters
AANLEIDING STEDENBOUWKUNDIG ONTWERP
DIV. KAARTMATERIAAL, BRONNEN
De conclusies welke worden verbonden aan de gemaakte analyses voorzien mij van verschillende mogelijkheden met betrekking tot een ontwerp. Deze mogelijkheden zal ik dan ook aangrijpen om een dusdanig ontwerp te ontwikkelen welke hiermee in relatie zal staan.
Figuur: Analysematrix op stedenbouwkundig niveau, © Dirk Jan Boes, 2009
Dirk Jan Boes S1023449 // Deeltijd- maatwerk student Chr. Hogeschool Windesheim // School of Built Environment & Transport__
ARCHITECTUUR / A.P.
13
Geest en grond, een onderzoek naar het ontwikkelen van 5 wooneenheden in de Moespot | Vollenhove fase I Stedenbouwkundig ontwerp
Situering plangebied
0
30 km
Kaart Nederland | Provincie Overijssel
Kaart Provincie Overijssel | Gemeente Steenwijkerland
0
Dirk Jan Boes S1023449 // Deeltijd- maatwerk student Chr. Hogeschool Windesheim // School of Built Environment & Transport__
5 km
ARCHITECTUUR / A.P.
14
Geest en grond, een onderzoek naar het ontwikkelen van 5 wooneenheden in de Moespot | Vollenhove fase I Stedenbouwkundig ontwerp
Situering plangebied
Overzichtskaart Provincie Overijssel / Topografische Dienst Kadaster (c)
ƌŽŶ͗ǁĞďƐŝƚĞŚƩƉ͗ͬͬŐŝƐŽƉĞŶďĂĂƌ͘ŽǀĞƌŝũƐƐĞů͘ŶůͬǁĞďƐŝƚĞͬĐƵůƚƵƵƌŚŝƐƚŽƌŝĞͬĐŚŽŝͺŽǀĞƌŝũƐƐĞů͘Śƚŵů
Overzichtskaart Stad Vollenhove | Moespot / Topografische Dienst Kadaster (c
ƌŽŶ͗ǁĞďƐŝƚĞŚƩƉ͗ͬͬŐŝƐŽƉĞŶďĂĂƌ͘ŽǀĞƌŝũƐƐĞů͘ŶůͬǁĞďƐŝƚĞͬĐƵůƚƵƵƌŚŝƐƚŽƌŝĞͬĐŚŽŝͺŽǀĞƌŝũƐƐĞů͘Śƚŵů
Kaart Provincie Overijssel | Stad Vollenhove & Buurtschap De Moespot
Dirk Jan Boes S1023449 // Deeltijd- maatwerk student Chr. Hogeschool Windesheim // School of Built Environment & Transport__
ARCHITECTUUR / A.P.
15
Geest en grond, een onderzoek naar het ontwikkelen van 5 wooneenheden in de Moespot | Vollenhove fase I Stedenbouwkundig ontwerp
Situering plangebied
0
0,2 km
Plangebied
Overzichtskaart Gebied Moespot / Topografische Dienst Kadaster (c)
ƌŽŶ͗ǁĞďƐŝƚĞŚƩƉ͗ͬͬŐŝƐŽƉĞŶďĂĂƌ͘ŽǀĞƌŝũƐƐĞů͘ŶůͬǁĞďƐŝƚĞͬĐƵůƚƵƵƌŚŝƐƚŽƌŝĞͬĐŚŽŝͺŽǀĞƌŝũƐƐĞů͘Śƚŵů
Kaart Buurtschap De Moespot
Dirk Jan Boes S1023449 // Deeltijd- maatwerk student Chr. Hogeschool Windesheim // School of Built Environment & Transport__
ARCHITECTUUR / A.P.
16
Geest en grond, een onderzoek naar het ontwikkelen van 5 wooneenheden in de Moespot | Vollenhove fase I Stedenbouwkundig ontwerp
MACRO analyse 0
30 km
Bron: Google Earth
Basiskaart MACRO Schaalniveau Locatie plangebied
Dirk Jan Boes S1023449 // Deeltijd- maatwerk student Chr. Hogeschool Windesheim // School of Built Environment & Transport__
ARCHITECTUUR / A.P.
17
Geest en grond, een onderzoek naar het ontwikkelen van 5 wooneenheden in de Moespot | Vollenhove
MACRO analyse
fase I Stedenbouwkundig ontwerp
Bron: Google Earth
MACRO SCHAAL NIVEAU GROEN (BEBOSSING) Locatie plangebied Bebossing Dirk Jan Boes S1023449 // Deeltijd- maatwerk student Chr. Hogeschool Windesheim // School of Built Environment & Transport__
ARCHITECTUUR / A.P.
18
Geest en grond, een onderzoek naar het ontwikkelen van 5 wooneenheden in de Moespot | Vollenhove
MACRO analyse
fase I Stedenbouwkundig ontwerp
Bron: Google Earth
MACRO SCHAAL NIVEAU BEBOUWING (ALLEEN KERNEN) Locatie plangebied Bebouwing (kernen) Dirk Jan Boes S1023449 // Deeltijd- maatwerk student Chr. Hogeschool Windesheim // School of Built Environment & Transport__
ARCHITECTUUR / A.P.
19
Geest en grond, een onderzoek naar het ontwikkelen van 5 wooneenheden in de Moespot | Vollenhove fase I Stedenbouwkundig ontwerp
MACRO analyse conclusie 4.1.1. Macro schaalniveau analyse Uit de analyse blijkt dat het groen grotendeels geclusterd ligt ten zuidwesten van Vollenhove, echter de hoeveelheid neemt richting het noordoosten toe in de richting van het Nationaal park ‘De Weerribben en ‘De Wieden’ (zie de kaart op deze pagina). Tegen de westzijde van Overijssel werd tussen 1937 en 1942 de tweede grote polder van het Zuiderzeeproject drooggelegd, de Noordoostpolder. Een ringdijk van Lemmer tot bij Vollenhove sloot het droog te leggen gebied af, waarna gemalen het water uit de polder pompten (zie het inpolderingplan op deze pagina). Vollenhove ligt aan de rand van de inpoldering van de voormalige Zuiderzee, en is dan ook evenals het nabijgelegen Blokzijl een voormalig Zuiderzeestadje. Het stadje Vollenhove is qua oppervlakte een van de grootste in de nabije omgeving uitgezonderd Emmeloord. Op de analysekaarten is duidelijk aan het ‘platte’ groen te zien waar de vroegere ‘kustlijn’ van de voormalige Zuiderzee heeft gelopen. Het stadje is voor wat betreft water, (toch nog in mindere mate dan vroeger) wel goed bereikbaar. Het buurtschap de Moespot ligt in de luwte van de oude Zuiderzeedijk, en aan de rand van het Vollenhovermeer. De oude Zuiderzeedijk, waaraan het plangebied grenst, loopt tussen de twee voormalig Zuiderzeestadjes Vollenhove en Blokzijl, en is hiermee de hoofdontsluiting voor het plangebied.
Weergave inpolderingsplan Ir. Lely Bron: © wikipedia.nl
Weergave kaart met Nationaal park De Weerribben Bron: © natuurmonumenten.nl
Locatie plangebied
panorama overzicht Vollenhove vanuit de haven 2008: © VVV Vollenhove
|
Weergave kaart van Bleau c.a. 1600 van het stadje Vollenhove Bron: wikipedia.nl;
Weergave kaart van Bleau c.a. 1600 van het stadje Blokzijl Bron: wikipedia.nl
|
panorama overzicht Blokzijl vanuit de haven 2009: © Dirk Jan Boes
Fotografie van het Nationaal Park De Weerriben gelegen ten Noord-Oosten van het Plangebied De Moespot | Vollenhove, Bron: natuurmonumenten.nl Dirk Jan Boes S1023449 // Deeltijd- maatwerk student Chr. Hogeschool Windesheim // School of Built Environment & Transport__
ARCHITECTUUR / A.P.
20
Geest en grond, een onderzoek naar het ontwikkelen van 5 wooneenheden in de Moespot | Vollenhove fase I Stedenbouwkundig ontwerp
MESO analyse 0
30 km
Bron: Google Earth
Basiskaart MESO Schaalniveau
Dirk Jan Boes S1023449 // Deeltijd- maatwerk student Chr. Hogeschool Windesheim // School of Built Environment & Transport__
ARCHITECTUUR / A.P.
21
Geest en grond, een onderzoek naar het ontwikkelen van 5 wooneenheden in de Moespot | Vollenhove fase I Stedenbouwkundig ontwerp
MESO analyse
Bron: Google Earth
MESO SCHAAL NIVEAU BEBOSSING Locatie plangebied Bebossing Dirk Jan Boes S1023449 // Deeltijd- maatwerk student Chr. Hogeschool Windesheim // School of Built Environment & Transport__
ARCHITECTUUR / A.P.
22
Geest en grond, een onderzoek naar het ontwikkelen van 5 wooneenheden in de Moespot | Vollenhove
MESO analyse
fase I Stedenbouwkundig ontwerp
Bron: Google Earth
MESO SCHAAL NIVEAU WATER (ZOET) Locatie plangebied Water (zoet) Dirk Jan Boes S1023449 // Deeltijd- maatwerk student Chr. Hogeschool Windesheim // School of Built Environment & Transport__
ARCHITECTUUR / A.P.
23
Geest en grond, een onderzoek naar het ontwikkelen van 5 wooneenheden in de Moespot | Vollenhove
MESO analyse
fase I Stedenbouwkundig ontwerp
Bron: Google Earth
Locatie plangebied Bebouwing (woonkernen) Bebouwing (industrie) Dirk Jan Boes S1023449 // Deeltijd- maatwerk student Chr. Hogeschool Windesheim // School of Built Environment & Transport__
ARCHITECTUUR / A.P.
24
Geest en grond, een onderzoek naar het ontwikkelen van 5 wooneenheden in de Moespot | Vollenhove
MESO analyse
fase I Stedenbouwkundig ontwerp
Bron: Google Earth
MESO SCHAAL NIVEAU INFRASTRUCTUUR (HOOFDWEGEN) Locatie plangebied Infrastructuur Dirk Jan Boes S1023449 // Deeltijd- maatwerk student Chr. Hogeschool Windesheim // School of Built Environment & Transport__
ARCHITECTUUR / A.P.
25
Geest en grond, een onderzoek naar het ontwikkelen van 5 wooneenheden in de Moespot | Vollenhove fase I Stedenbouwkundig ontwerp
MESO analyse conclusie
Plangebied De Moespot
Vollenhovermeer, met kustlijn voormalig Zuiderzee
4.1.2. Meso schaalniveau analyse Het stadje Vollenhove grenst aan ‘het nieuwe land’ de Noordoostpolder waar veel veeteelt, land- tuinbouw is gevestigd. In de nabije omgeving van het stadje vinden we veel bebossing. De omvang van het groen neemt richting het oosten nog meer toe. Hier ligt het Nationaal park ‘De Weerribben’ en ‘De Wieden’ (voor de contouren van het gebied zie de kaart op blz. 20.) Vollenhove is nog steeds (uiteraard wel in mindere mate) omringd door water. Dit voormalige Zuiderzeestadje is dan ook nog steeds geschikt om per plezierboot te bereiken. Het stadje wordt vaak aangedaan wanneer men op doorvaart is richting het Noorden (met name de wateren van Friesland). De Moespot komt door het in noordelijke richting uitdijende stadje en industrie van Vollenhove steeds dichter bij het stadje te liggen. Centrumfuncties worden echter niet in toenemende mate in het buurtschap gerealiseerd. Na eerst de Bentpolder en het industrieterrein De Kampen is nu De Moespot aan de beurt voor vernieuwing. Het gehucht kent veel kwaliteiten: de ligging aan het Vollenhovermeer, de nabijheid van het voormalige Zuiderzeestadje Vollenhove met hier een redelijk aanbod aan winkels en behorende horeca gelegenheden, echter wordt dit niet voldoende benut. Zowel Vollenhove als De Moespot heeft een goede ontsluiting per (openbaar) vervoer, richting Amsterdam, Zwolle of Duitsland, die het in potentie een aantrekkelijke woonplaats maken en ontwikkelingsmogelijkheden biedt. Luchtfotografie van Vollenhove | Bron: John Davids
Woningbouw in de Bentpolder Industrieterrein De Kampen
Locatie plangebied Vollenhove
Vollenhove
Kaartsnede Nederland | Bron: map24.nl Dirk Jan Boes S1023449 // Deeltijd- maatwerk student Chr. Hogeschool Windesheim // School of Built Environment & Transport__
Pleziervaart richting Friesland | Bron: VVV Vollenhove ARCHITECTUUR / A.P.
26
Geest en grond, een onderzoek naar het ontwikkelen van 5 wooneenheden in de Moespot | Vollenhove fase I Stedenbouwkundig ontwerp
MICRO analyse 0
30 km
Bron: Google Earth
Basiskaart MICRO Schaalniveau Locatie plangebied
Dirk Jan Boes S1023449 // Deeltijd- maatwerk student Chr. Hogeschool Windesheim // School of Built Environment & Transport__
ARCHITECTUUR / A.P.
27
Geest en grond, een onderzoek naar het ontwikkelen van 5 wooneenheden in de Moespot | Vollenhove fase I Stedenbouwkundig ontwerp
MICRO analyse
Bron: Google Earth
MICRO SCHAAL NIVEAU GROEN Locatie plangebied Groen Dirk Jan Boes S1023449 // Deeltijd- maatwerk student Chr. Hogeschool Windesheim // School of Built Environment & Transport__
ARCHITECTUUR / A.P.
28
Geest en grond, een onderzoek naar het ontwikkelen van 5 wooneenheden in de Moespot | Vollenhove
MICRO analyse
fase I Stedenbouwkundig ontwerp
Bron: Google Earth
MICRO SCHAAL NIVEAU WATER (ZOET) Locatie plangebied Water (zoet) Dirk Jan Boes S1023449 // Deeltijd- maatwerk student Chr. Hogeschool Windesheim // School of Built Environment & Transport__
ARCHITECTUUR / A.P.
29
Geest en grond, een onderzoek naar het ontwikkelen van 5 wooneenheden in de Moespot | Vollenhove fase I Stedenbouwkundig ontwerp
MICRO analyse
Bron: Google Earth
MICRO SCHAAL NIVEAU BEBOUWING Locatie plangebied Bebouwing Dirk Jan Boes S1023449 // Deeltijd- maatwerk student Chr. Hogeschool Windesheim // School of Built Environment & Transport__
ARCHITECTUUR / A.P.
30
Geest en grond, een onderzoek naar het ontwikkelen van 5 wooneenheden in de Moespot | Vollenhove
MICRO analyse
fase I Stedenbouwkundig ontwerp
Bron: Google Earth
MICRO SCHAAL NIVEAU INFRA STRUCTUUR Locatie plangebied Infrastructuur Dirk Jan Boes S1023449 // Deeltijd- maatwerk student Chr. Hogeschool Windesheim // School of Built Environment & Transport__
ARCHITECTUUR / A.P.
31
Geest en grond, een onderzoek naar het ontwikkelen van 5 wooneenheden in de Moespot | Vollenhove fase I Stedenbouwkundig ontwerp
MICRO analyse conclusie 4.1.3. Micro schaalniveau analyse Uit de stedenbouwkundige analyse komt naar voren dat vooral de directe relatie met het stadje Vollenhove beperkt is; de eigen identiteit die het gehucht vroeger had (rond 1900), is in de loop der jaren verdwenen. Hierdoor wordt het moeilijk te profiteren van de voordelen die in de omgeving aanwezig zijn. Het vertaalt zicht in de ontsluiting via de Leeuwte richting St. Jansklooster. De prominente voormalige Zuiderzeedijk gaat aan het gehucht voorbij. Vanuit het wonen, valt de eenzijdige woningvoorraad op die een beperking oplevert voor de toekomstige ontwikkelingsmogelijkheden. Het huidige woningaantal voldoet niet aan de behoefte. Een herstructureringsoperatie is nodig om dit voor elkaar te krijgen. Daar staat tegenover dat de structuur van het gehucht (langs de rand te saneren industriegebied), de interne infrastructuur en de buitenruimte een goede basis bieden voor woningen. Ook het groene wonen in deze landelijke omgeving biedt veel mogelijkheden. Uit de analyses blijkt dat zichtlijnen de plek en het landschap met elkaar verbinden. De omgeving voorziet prima in de behoefte om te kunnen recreëren, infrastructuur is aanwezig rondom het Vollenhovermeer. Voor pleziervaart is het mogelijk om via de Moespotvaart de stadjes Blokzijl en Giethoorn te bereiken.
te saneren locatie voormalig industriegebied De Moespot
huidige bebouwing in het buurtschap De Moespot
panorama foto met Vollenhovermeer (links), voormalige Zuiderzeedijk (midden), plangebied (rechts) Dirk Jan Boes S1023449 // Deeltijd- maatwerk student Chr. Hogeschool Windesheim // School of Built Environment & Transport__
te saneren gebied, 5 woonheden ARCHITECTUUR / A.P.
32
Geest en grond, een onderzoek naar het ontwikkelen van 5 wooneenheden in de Moespot | Vollenhove fase I Stedenbouwkundig ontwerp
Vollenhove stad 4.2.
HISTORISCHE ANALYSE VOLLENHOVE
De vroegere Zuiderzee en de vele havezaten zijn kenmerkend voor het pittoreske stadje Vollenhove. Een vergeten stad met een luisterrijk verleden, dat is Vollenhove. In een imposant kasteel resideerde hier de bisschop van Utrecht als landsheer van het Oversticht. Eeuwenlang blies er een zilt zeewindje door de straten. Het kasteel en de zee zijn verdwenen maar het stadje mag er nog altijd zijn. Met vele historische locaties waaronder havezate Marxveld met zijn prachtige stadstuinen. Vollenhove is een stadje dat in de 11e eeuw is ontstaan op een opduiking van de uit de ijstijd daterende stuwwalgordel, welke loopt in de lijn Urk-Hoorn-Castricum. Hiermee onderscheidt Vollenhove zich dan ook van omliggende plaatsen welke ontstaan zijn door de veenontginning (turfwinning). De kern van Vollenhove is opgebouwd rondom de Grote Kerk en het daarachter gelegen bisschoppelijke slot ’t Olde Huys. Dit slot is inmiddels verdwenen en de omgrachting is vergroot tot haven. De aanwezigheid van bisschop Godfried van Rhenen en een Latijnse school heeft veel adel aangetrokken. Dit verklaart het grote aantal havezaten (oorspronkelijk 12) die in het stadje gelegen zijn. Een havezate is een edelmanwoning waaraan het recht gekoppeld was om in de Staten van Overijssel zitting te hebben. Edelen waren daardoor verplicht om zich in Vollenhove te vestigen. Dat leidde tot een unieke gemeenschap van burgers en edelen. De twee bekendste havezaten zijn; de havezate Marxveld en het voormalig gemeentehuis ‘Old Ruitenborgh’ van de voormalige Gemeente Brederwiede (tegenwoordig Gemeente Steenwijkerland). Old Ruitenborgh is gelegen ten zuiden van havezate Marxveld. Zowel Old Ruitenborgh als Marxveld is ommuurd. In Vollenhove wonen tegenwoordig een kleine 5000 mensen. Door de eeuwen heen lag het inwonertal echter maar rond de 1000. In totaal waren er in het verleden twaalf havezaten in de stad en acht in het omringende gebied.
Sfeerbeeld van het omvangrijke kasteel Toutenburg waarschijnlijk ronde de periode Van den Boetzelaar: 1581 - 1639 (schilderij van F. Camerlinck, afbeeldingsbron: www.kasteleninoverijssel.nl)
Dirk Jan Boes S1023449 // Deeltijd- maatwerk student Chr. Hogeschool Windesheim // School of Built Environment & Transport__
Sfeerbeeld van het voormalig Zuiderzee stadje Vollenhove aan het strand met de verloren zee. (afbeeldingsbron: www.inoudeansichten.nl, Geplaatst door Roel Sieders)
Plattebrond van de stad Vollenhove uit het midden van de 17de eeuw. De stad had geen eigenlijke haven; de boten meerden af aan een steiger. Bron: Vollenhove: Ooit een belangrijke vissersplaats aan de Zuiderzee, Peter Dorleijn (Kaart van Bleau, rijksarchief in Overijssel, Zwolle).
Sfeerbeeld van het voormalig Zuiderzee stadje Vollenhove vanuit de haven anno 2009 (fotografie: Dirk Jan Boes)
ARCHITECTUUR / A.P.
33
Geest en grond, een onderzoek naar het ontwikkelen van 5 wooneenheden in de Moespot | Vollenhove fase I Stedenbouwkundig ontwerp
Geest en grond (paspoort)
Geest en grond, genius loci GENIUS LOCI (“in de oudheid werd met 'genius loci' de beschermende geest van een bepaald gebied bedoeld; tegenwoordig gebruikt men het vooral in overdrachtelijke zin, om de 'eigenheid' van een locatie te benadrukken. De genius loci duidt in dat geval op de kenmerkende hoedanigheid van een plaats of op een unieke, plaatsgebonden atmosfeer. In de stedenbouwkunde plaatst men het concept, waarbij de genius loci centraal staat, vaak als positieve kracht tegenover het destructieve ideaal van de tabula rasa - de wens om opnieuw te beginnen, ten koste van het bestaande.1”), handelsroute Blokzijl | Kuinre | Lemmer
Moespotvaart
zuiderzee
Leeuwte St Jansklooster
Stad Vollenhove Haven
handelsroute Zwartsluis | Hasselt | Zwolle | Deventer kustlijn
‘09 Moespot omstreeks 1650
Moespot omstreeks 1850
Moespot omstreeks 1880
Moespot omstreeks 1910
Moespot omstreeks 2009
1
Dirk Jan Boes S1023449 // Deeltijd- maatwerk student Chr. Hogeschool Windesheim // School of Built Environment & Transport__
In het paars de dorpsgroei na 1850 die in mindere mate is gerelateerd aan de cultuurhistorische dragers van het buurtschap De Moespot
Bron: Otero-Pailos, J. (2006) Norberg-Schulz’s House: The Modern Search for Home Through Visual Patterns, verkrijgbaar via Architectenweb: http://www.architectenweb.nl/aweb/archipedia/archipedia.asp?ID=14400 (20 maart 2009) ARCHITECTUUR / A.P.
34
Geest en grond, een onderzoek naar het ontwikkelen van 5 wooneenheden in de Moespot | Vollenhove fase I Stedenbouwkundig ontwerp
Geest en grond (paspoort) 4.3.
HISTORISCHE ANALYSE ‘GEEST EN GROND’
Het paspoort probeert die kenmerken weer te geven die het cultuurhistorisch- en actuele erfgoed vormen en zodoende van betekenis zijn voor de toekomstige inrichting van het gebied. Waarover spreken we, wanneer we het hebben over de Moespot? De naam is van toepassing op een herberg (eigenlijk twee), een nederzetting, een gerecht en ook als eigennaam kom je ‘De Moespot’ tegen. Als bron voor mijn ontwerp van 5 wooneenheden wil ik het cultuurhistorische erfgoed van de streek leidend maken. Na uitgebreide analyse op macro/meso/micro niveau kan ik concluderen dat de bebouwing in de streek veelal bestaat uit de typische hallehuis boerderijen of afgeleide hiervan. Om de ‘eigenheid’ van de locatie te benadrukken in het ontwerp (de Genius loci, zie 5.7 VISIE), heb ik een historisch onderzoek naar de streek verricht. Dit onderzoek bestond voornamelijk uit het grondig bestuderen van oude topografische kaarten uit 1702, 1880 en 1990, een bezoek aan het Cultuur Historisch Centrum in Vollenhove en het bevragen van direct omwonenden. Zodoende heb ik vanaf begin 19e eeuw (c.a. jaar 1802) kunnen herleiden dat op dit grondgebied een tolhuis en een tweetal herbergen hebben gestaan. Het ‘bruin’ café De Moespot wat in zijn huidige samenstelling nog steeds een prominente plaats in het buurtschap inneemt, is nog een van deze twee herbergen, en is qua interieur nog volledig authentiek. 4.3.2. Het buurtschap Sinds 1800 luidde de straatnaam Wijk A, behorend tot het buurtschap Leeuwte. Wijk A heeft later de naam van de aldaar gevestigde herbergen gekregen, ‘De Moespot’. Het buurtgemeenschap De Moespot ligt weggescholen in de luwte van de oude Zuiderzeedijk voor al te barre elementen, aan het Jabikspad tussen Blokzijl en Vollenhove. In de regio waren slechts sporadisch de grote boerenbedrijven te vinden, de meeste kleinschalige en ook nu nog waarneembare boerenwoningen waren niet toegerust voor het houden van grote stuks vee. De armere boeren in dit buurtschap bezaten vaak slechts maximaal een handvol koeien die bij de Moespot gezamenlijk werden geweid. De voor boerderijen typisch grote deel voor vee en opslag van hooi ontbrak dan ook in deze kleinere hallehuis boerderijen. Dit in tegenstelling tot de grotere boerderijen waarvan Kadoelen, de Leeuwte en Barsbeek sprekende voorbeelden zijn. Het gebied kenmerkte zich niet door haar rijkdom maar door haar armoede. Voorbeeld voor de armoede is bijvoorbeeld dat de eigenaar van de eerste herberg de Moespot de lasten op een gegeven moment niet meer kon opbrengen en zijn zaak werd gesloten. Hierop volgend werd pal ernaast door dezelfde persoon de nieuwe Moespot opgericht; dit zegt aan de andere kant ook wat over de handelsgeest die een specifiek kenmerk van deze streek is. Dirk Jan Boes S1023449 // Deeltijd- maatwerk student Chr. Hogeschool Windesheim // School of Built Environment & Transport__
4.3.2. Het tolhuis In de 13e eeuw was Zwolle al een belangrijke handelsstad, en deze was op zoek naar bescherming en trachtte dit te verkrijgen door het sluiten van bondgenootschappen. Zo ook werd er een verbond gesloten met Kuinre en Zwartsluis. Het buurtschap De Moespot en Vollenhove werden een belangrijke schakel tussen de handelssteden Zwolle, Zwartsluis en Kuinre. In deze tijd lag vormde Zwartsluis een belangrijk knooppunt naar Drenthe en Friesland en had een deel van de verbinding over het Zwarte Water naar de Zuiderzee onder controle. Het belangrijkste aspect in dit verband is ook dat er maatregelen konden worden genomen om de Zwolse handel te beschermen. Ook nu gebeurt dat nog steeds door het instellen van handelszones en bijbehorende heffingen, toendertijd werd dit door middel van tol gedaan. Enerzijds door de turftollen bij de waterlopen van Blokzijl en Zwartsluis, anderzijds de tol die via de wegen werd geheven. Zodoende heeft aan de rand van het plangebied, tegen de voormalige Zuiderzeedijk een tolhuis gestaan, welke een belangrijke rol heeft gespeeld. In de historie zoekende ben ik langs het traject 4 tolhuizen tegengekomen; bij Blokzijl, de Moespot, de Krieger (nog bestaand, verbouwd en gerenoveerd tot woonhuis) en Zwartsluis. Een soortgelijke kopie het tolhuis wat bij de Moespot heeft gestaan is die van ‘de Krieger’, deze staat c.a. 6 kilometer verder op aan de dijk tussen Vollenhove en Zwartsluis, dit tolhuis had vroeger dezelfde functie als het verdwenen tolhuis in de Moespot.
4.3.3. De herbergen In 1853 verwierf de familie Belt de felbegeerde drankvergunning. In deze periode was veel handelsverkeer tussen Zwolle en Blokzijl, zoals eerder beschreven. De herberg groeide al snel tot een veelgebruikte pleisterplaats voor reizigers, die over of langs de zeedijk trokken. Om de gasten niet het vel over de neus te halen (en ook om het een beetje simpel te houden) was er iedere dag maar één soort middagmaal te krijgen. Dat werd boven een vuur gekookt in één pot: de Moespot. Wee degene die veronderstelt dat het prachtige café haar naam aan de buurtschap ontleent..... Op zo’n dertig meter uit elkaar hebben eeuwen lang twee herbergen gelegen. Beide panden onderscheidden zich in de jaren wat hun bouwwijze betreft nauwelijks van elkaar. Om een onderscheid te maken tussen beide etablissementen heeft men de één de naam ‘De oude Moespot’ gegeven en de ander ‘De Moespot’. Beide gelegenheden lagen aan wat men ooit noemde: het einde van het ‘Scherpsstegien’. In 1878 heeft men de ‘De oude Moespot’ afgebroken en op dezelfde plaats herbouwd. Rond 1911 is het schuurgedeelte verbouwd naar het voorbeeld van de ‘De oude Moespot’, twee jaar later is het woonhuis grondig aangepakt. Rond 1923 heeft ‘De Moespot’ tijdelijk dienst gedaan als bankkantoor. Na de dood van Jannes Belt heeft de zoon Albert Jan zich er gevestigd. Op dit moment zwaaien Jannes en Reinier Belt er de scepter.
ARCHITECTUUR / A.P.
35
Geest en grond, een onderzoek naar het ontwikkelen van 5 wooneenheden in de Moespot | Vollenhove fase I Stedenbouwkundig ontwerp
Geest en grond (paspoort) Voormalige handelsroute Blokzijl | Kuinre | Lemmer
hoogtelijn
Voormalige kustlijn
Beulakerwijde Nationaal park De Weerribben De Wieden Moespotvaart
Flevoland
LEGENDA
Schaal 1.1000
Vollenhovermeer
Leeuwte St Jansklooster
industrie contour ontsluiting contour Vollenhove-stad
Historisch object | voormalig Tolhuis op handelsroute
1
voormalige kustlijn (zuiderzee)
Historisch object | voormalige herberg op handelsroute (verdwenen omstreeks 1878)
2
moespotvaart
3
eiland (in Vollenhovermeer)
Historisch object | voormalige herberg op handelsroute (sinds 1850 ‘bruin cafe)
Weg van Twee Neijenhuizen
hoogtelijnen stuwwallandschap loofbebossing bebouwingcontour plangebied
Plangebied
Emmeloord Noord Oost Polder St Jansklooster | Giethoorn | Meppel
hoogtelijn
locatie plangebied Industrie Vollenhove
historische locatie voortvloeiend uit onderzoek
hoogtelijn
Industrie Vollenhove
Blokzijl
Industrie Vollenhove
Industrie Vollenhove
N
centrum Stad Vollenhove
21 JUN 4
Haven
Flevoland
Voormalige kustlijn
O
W
hoogtelijn
Voormalige Handelsroute Zwartsluis | Hasselt | Zwolle | Deventer
‘09 21 DEC
Z
12 uur zomertijd
Historisch object | voormalige havezate Twee Neijenhuizen van fam. Sloet (verdwenen)
Dirk Jan Boes S1023449 // Deeltijd- maatwerk student Chr. Hogeschool Windesheim // School of Built Environment & Transport__
ARCHITECTUUR / A.P.
36
Geest en grond, een onderzoek naar het ontwikkelen van 5 wooneenheden in de Moespot | Vollenhove fase I Stedenbouwkundig ontwerp
Geest en grond (paspoort) Sinds 1900 is er niets aan het interieur van het café veranderd, alleen is het zand van de vloer verdwenen. Wat wel gebleven is, is het luikje tussen de gelagkamer en de stalling. Wanneer de reizigers met koetsen en paarden de ‘De Moespot’ aandeden, dan bleef de koetsier in de stal bij de paarden en meneer ging de gelagkamer binnen. De paardenknechten en koetsiers konden dan hun drankje krijgen via het luikje. De beide ‘Moespotten’ waren al echte ‘driveins’, want met paard en wagen reed men van de ene kant de stal in en aan de ander kant er weer uit.
Gehuchtomschrijving De Moespot Nederzettingstypologie
Hoopnederzetting/ pleisterplaats
Aantal inwoners / woningen Beschermd dorps- of stadsgezicht
160 / 55 (postcodegebied) N.v.t.
Groeipotentie Archeologie; aantal amk’s Beleid / plannen / visies
zeer beperkt N.v.t. Strategische Ontwikkelingsvisie Provincie Overijssel Rapport bevaarbaar maken Moespotvaart.
Schets historische café ‘De Moespot’, Vollenhove
Afbeelding van de verdwenen Havezate Twee Nijenhuizen, van de adelijke familie Sloet. Bron: sloet.com
Dirk Jan Boes S1023449 // Deeltijd- maatwerk student Chr. Hogeschool Windesheim // School of Built Environment & Transport__
Schets tolhuis op de Zuiderzeedijk richting Blokzijl, buurtschap De Moespot
(schets: J. Wester ‘88)
ARCHITECTUUR / A.P.
37
Geest en grond, een onderzoek naar het ontwikkelen van 5 wooneenheden in de Moespot | Vollenhove fase I Stedenbouwkundig ontwerp
Economische analyse Statistieken: Vollenhove, Overijssel
Gemeente: Steenwijkerland Buurt: Vollenhove Thema: Woningen Onderwerp: Gemiddelde waarde (2007)
Gemeente: Steenwijkerland Buurt: Vollenhove Thema: Inkomen Onderwerp: Gemiddeld inkomen (2005)
Toelichting
Toelichting
Gemiddelde WOZ-waarde van de woningen op 1 januari.
Gemiddeld besteedbaar jaarinkomen in het voorgaande jaar per inkomensontvanger.
Woningen Woningen, Gemiddelde waarde in 2007 (euro)
Inkomen, Gemiddeld inkomen in 2005 (euro)
Aantal woningen 1.570 Gemiddelde waarde € 151.000 Koopwoningen 48 % Te koop 34 woningen Huurwoningen 52 % Te huur 0 woningen Inwoners Aantal inwoners 3.960 Aantal huishoudens 1.610 t/m 14 jaar 19 % Éénpersoons 29 % 15 tm 24 jaar 13 % Zonder kinderen 30 % 25 tm 44 jaar 26 % Met kinderen 40 % 45 tm 64 jaar 27 % 65 en ouder 27 %
Vollenhove
Steenwijkerland
Nederland
Vollenhove
Steenwijkerland
Nederland
Weergave Vollenhove | nieuwe woningbouw per 2009 | Bron: © kaart.nieuwekaart.nl | De Nieuwe kaart van Nederland / Nirov | Peildatum 03 maart 2009
Inkomens Inkomen ontvangers 2.500 Lage inkomens 41 % Gemiddelde inkomen € 16.000 Hoge inkomens 16 % Inkomen per inwoner € 11.000 Niet actieven 19 % Pensioen gerechtigen 18 %
Koopsomontwikkeling Vollenhove dec. 2008
Bron: www.funda.nl / peildatum 02 maart 2009
Weergave Vollenhove | nieuwe woningbouw per 2009 | Bron: © kaart.nieuwekaart.nl | De Nieuwe kaart van Nederland / Nirov | Peildatum 03 maart 2009
Dirk Jan Boes S1023449 // Deeltijd- maatwerk student Chr. Hogeschool Windesheim // School of Built Environment & Transport__
ARCHITECTUUR / A.P.
38
Geest en grond, een onderzoek naar het ontwikkelen van 5 wooneenheden in de Moespot | Vollenhove fase I Stedenbouwkundig ontwerp
Economische analyse Statistieken: Moespot, Vollenhove
Gemeente: Steenwijkerland Buurt: Moespot Vollenhove Thema: Woningen Onderwerp: Huur en koop (2005)
Gemeente: Steenwijkerland Buurt: Moespot Vollenhove Thema: Woningen Onderwerp: Gemiddelde waarde (2007)
Toelichting
Toelichting
Gemiddelde WOZ-waarde van de woningen op 1 januari.
Onderverdeling woningen naar eigendom (huur of koop) op de laatste vrijdag van september.
Buurtinformatie Woningen, Gemiddelde waarde in 2007 (euro)
oppervlakte bebouwing aantal woningen (particulier) gemiddelde woningwaarde (WOZ 2004 in €)
Woningen, Huur en koop in 2005 (%)
340 ha (328 ha land / 12 ha water) niet stedelijk 55 183.000
dit is de waarde die in 2004 door de gemeente werd gehanteerd en ligt in 2008 gemiddeld ca. 65% hoger ( 302.000 ).
Bevolking bevolkingsdichtheid (inwoners per km2) aantal inwoners percentage mannen percentage vrouwen
46 150
Moespot
Steenwijkerland
Nederland
Moespot Stwlnd. Ned.
Moespot Stwlnd. Ned.
53,3% 46,7%
percentage eenpersoonshuishoudens percentage gezinnen zonder kinderen percentage gezinnen met kinderen gemiddelde huishoudensgrootte
19% 33% 47% 2,7
CBS Buurtinformatie Bron: © 2005, Centraal Bureau voor de Statistiek / Topografische Dienst Kadaster Powered by © 2001-2007 KB Estate-Ware - hoogwaardige software voor makelaars Straat/buurt/wijk/gemeente van 8325 PB
Nederlands gemiddelde
Koopsomontwikkeling Moespot dec. 2006
Bron: www.funda.nl / peildatum 02 maart 2009
Dirk Jan Boes S1023449 // Deeltijd- maatwerk student Chr. Hogeschool Windesheim // School of Built Environment & Transport__
Weergave Vollenhove | nieuwe woningbouw per 2009 | Bron: © kaart.nieuwekaart.nl | De Nieuwe kaart van Nederland / Nirov | Peildatum 03 maart 2009
ARCHITECTUUR / A.P.
39
Geest en grond, een onderzoek naar het ontwikkelen van 5 wooneenheden in de Moespot | Vollenhove fase I Stedenbouwkundig ontwerp
Economische analyse 4.4.
ECONOMISCHE ANALYSE
Momenteel vinden intensieve discussies plaats over de toekomstige ruimtelijke ontwikkeling van de kern van Vollenhove, maar zeker ook in de buurtschapen daar omheen. Daarbij zijn aanzienlijke knelpunten geïdentificeerd in met name het Noordoosten. De woningbouw is een belangrijk onderdeel van de ruimtelijke ontwikkeling en herinrichting, onder meer omdat deze mogelijkheden schept voor regionale economische ontwikkeling. Er lijkt een strijd te zijn tussen ruimte voor wonen en werken. Deze strijd beperkt zich niet alleen tot nieuw te ontwikkelen grond, maar gaat ook om reeds bebouwde gebieden. Veelal lijkt de woningbouw het onderspit te moeten delven. Agrarische gebieden worden verplaatst en maken plaats voor het bedrijfsleven.
Grafische weergave buurtinfo Moespot Huishoudens Aantal huishoudens: 60 Gemiddeld aantal personen per huishouden: 2,7
Landindeling Oppervlakte: 3,4 km2
Inwoners Aantal inwoners: 160 Aantal inwoners per km2: 48
Woningen Aantal woningen: 55
Leeftijdsopbouw
Gemiddelde WOZ waarde: € 302.000,Werkenden Bijstandsuitkeringen per 1000 huishoudens: 0
Echter, ook voor het bedrijfsleven is een passend woningaanbod belangrijk, omdat dit het aantal potentiële werknemers vergroot. Het gaat hierbij niet alleen om de omvang van de toekomstige woningbehoefte, maar ook om de historische locaties en de eisen waaraan de woningen moeten voldoen.
Statistieken: Moespot, Vollenhove Recente transacties in de buurt Datum sep-2007 aug-2007 dec-2005 aug-2004
Postcode 8325PC 8326AA 8326AA 8325PC
Koopsom (€) 460.000 594.000 537.500 447.500
Type woning Vrijstaand Vrijstaand Vrijstaand Vrijstaand
Voertuigen Gemiddeld aantal personenauto's per huishouden: 1 Personenauto's per km2: 18 Bevolkingssamenstelling
CBS Buurtinformatie Bron: © 2005, Centraal Bureau voor de Statistiek / Topografische Dienst Kadaster
Bron: © www.jaap.nl | grafische weergave van de statistieken| Peildatum 03 maart 2009
Dirk Jan Boes S1023449 // Deeltijd- maatwerk student Chr. Hogeschool Windesheim // School of Built Environment & Transport__
ARCHITECTUUR / A.P.
40
Geest en grond, een onderzoek naar het ontwikkelen van 5 wooneenheden in de Moespot | Vollenhove fase I Stedenbouwkundig ontwerp
Sociale & culturele analyse Bevolking
4.5.
SOCIAAL CULTURELE ANALYSE
Vollenhove is een voormalig Zuiderzeestadje. Het kwam in de vijftiende en zestiende eeuw tot bloei als landbouw- en vissersplaats en als bestuurscentrum van de wijde omgeving. De hoofdstructuur van het beschermde stadsgezicht wordt bepaald door de oude haven en de drie daarop uitkomende middeleeuwse parallelle straten, onderling verbonden door smalle stegen. Naast woonwijkjes kent Vollenhove enkele industriegebieden. Door het ontstaan van de Noordoostpolder verdween de visserij. In 2001 verdween het bestuurlijk centrum door de gemeentelijke herindeling. Vollenhove is sindsdien opgenomen in de gemeente Steenwijkerland.
Vollenhove heeft 4097 inwoners, waarvan ongeveer 200 in het buitengebied. Vollenhove is daarmee qua inwonertal ruimschoots de grootste kern buiten Steenwijk. Een relatief hoog aandeel van 58% is in de huidige gemeente geboren. De samenstelling van de bevolking naar leeftijd en huishoudensituatie wijkt nauwelijks af van het gemiddelde. De woningvoorraad in Vollenhove is in de loop der jaren geleidelijk uitgebreid. De stad kent relatief veel rijenwoningen: 50% van de woningvoorraad. Verder zijn er naast vrijstaande en halfvrijstaande woningen ook etagewoningen (appartementen en benedenbovenwoningen) en overige woningen (waaronder 147 bejaardenwoningen). Het aandeel huurwoningen is met 50% relatief hoog. De WOZ-waarde van de woningen is lager dan gemiddeld. Het aantal personen met een uitkering en het aantal werkzoekenden ligt in Vollenhove rond het gemiddelde. Ook het aandeel lage inkomens ligt dichtbij het gemiddelde. De 176 bedrijven hebben samen 1439 arbeidsplaatsen: zowel absoluut als relatief een hoog aantal voor het gebied buiten Steenwijk. Ook is het gemiddelde aantal arbeidsplaatsen per bedrijf aanzienlijk hoger dan in alle andere kernen (behalve Steenwijk). Dit komt ondermeer door de aanwezigheid van een aantal internationaal opererende grote instellingen en bedrijven waaronder het Nationaal Lucht- en Ruimtevaart Laboratorium, Royal Huisman Shipyards en machinefabriek De Graaff.
abs . 2008
in % 2004
in % 2008
0-23 jaar
1251
32%
31%
24-64 jaar
2211
54%
54%
65 jaar en ouder
635
14%
15%
geboren in gem.
2396
57%
58% 0
Bron: © Sociale Atlas Steenwijkerland | Peildatum 05 maart 2009
allee ns taa nd
491
28%
29%
paar met kindere n
561
34%
33%
paar zon der kind.
519
31%
31%
eenouder gezi n
106
5%
6%
Dirk Jan Boes S1023449 // Deeltijd- maatwerk student Chr. Hogeschool Windesheim // School of Built Environment & Transport__
40
60
80
%
0
20
40
60
80
%
Woniningen abs . 200 8
in % 2008
t/m 1 945
219
12%
1946-1974
560
32%
1975-1994
560
32%
vana f 1 995
421
24%
vrijstaan d
306
17%
halfvrijstaan d
296
17%
rijenwoning
882
50%
etagewoning
86
5%
overig
192
11%
huurwoningen
875
50%
1762 woningen
0
20
40
60 80 100
%
€ 19 3.00 0
gem.W OZ-waard e
0
200 .000
4 00.000
S ociaal abs . 200 7
in % 2004
in % 200 7
uitk. bijstan d (2008 )
38
uitk. WW (2005 )
60
2%
2%
uitk. ar b.ong. (2006 )
230
10%
9%
werkzoeke nd (2008 )
84
5%
3%
lage inkomens
2%
42% 1439
57%
WM O hulp/verstr .
248
39%
bijzondere bi jstan d
44
3%
0
20
40
60
80
%
0
20
40
60
80
%
Woonomgeving 2004
2007
kwaliteit woning
7, 8
8,0
voorzieninge n
6,4
6,6
lee fbaarh eid
7,2
7,3
veiligheid
7,5
7, 3
sfee r in de buurt
7, 3
7,3 3
5
7
9
Vollenhove Gemeente Steenwijkerland
Bron: Gemeente Steenwijkerland, (2007) Sociale Atlas 2007, Vollenhove, Gem. Steenwijkerland, Steenwijk
20
168 4 huishoudens
arbeids plaatse n
Het aantal personen met huishoudelijke hulp, individuele verstrekkingen en/ of bijzondere bijstand is iets hoger dan in de verdere gemeente Steenwijkerland. Het aantal uitkeringen bijzondere bijstand is hoog vergeleken met andere kernen buiten Steenwijk. De rapportcijfers die bewoners geven voor diverse onderdelen van hun woonomgeving zijn vrijwel gelijk aan de cijfers in heel Steenwijkerland. In vergelijking met het gebied buiten Steenwijk wordt het voorzieningenniveau gunstig beoordeeld.
4097 inwoners
63
Bron: © Sociale Atlas Steenwijkerland | Peildatum 05 maart 2009
ARCHITECTUUR / A.P.
41
Geest en grond, een onderzoek naar het ontwikkelen van 5 wooneenheden in de Moespot | Vollenhove fase I Stedenbouwkundig ontwerp
ANALYSE CONCLUSIES 4.6.
CONCLUSIES
Al met al vervulde De Moespot als gehucht een belangrijke plaats in deze hoek van Overijssel. Het lag prominent aan de vroegere Zuiderzeedijk. Dit was eeuwenlang de doorgaande route naar het Noorden. Eenmaal per dag passeerde er de postkoets in de richting Lemmer. Later werd dit de tram Zwolle naar Blokzijl (1914-1933) en vervolgens de bus. In deze periode diende de oude Moespot bij dit alles als halteplaats en wachtruimte. Ook de Moespotvaart, die tot voorbij het huidige Café De Moespot liep, was van groot belang. Zelfs de vele turfschippers kwamen voor ‘ruilhandel’ tot in de Moespot. De vaart, die vanaf het Beulakerwijde loopt tot aan de Moespot is momenteel niet meer dan een klein slootje. Vroeger kwam er zelfs de botter van de sleper (transportondernemer op het water) doorheen.
LEGENDA
Schaal 1.2000
industrie contour ontsluiting contour Vollenhove-stad
Voormalige handelsroute Blokzijl | Kuinre | Lemmer
hoogtelijn
voormalige kustlijn (zuiderzee) moespotvaart
Op dit moment is de dijk niet meer van groots belang, eerder lastig. De bus komt niet meer door de Moespot, de tram is verdwenen, en de Moespotvaart is dichtgeslibd. Alleen een bruin café, een uithangbord en een straatnaamplaat herinneren aan de dagen van weleer.
Voormalige kustlijn
hoogtelijnen stuwwallandschap loofbebossing
Moespotvaart
Flevoland
bebouwingcontour plangebied Vollenhovermeer
locatie plangebied
De meest belangrijke kaders en handvatten die het onderzoek heeft opgeleverd zijn:
Beulakerwijde Nationaal park De Weerribben De Wieden
eiland (in Vollenhovermeer)
historische locatie voortvloeiend uit onderzoek
Leeuwte St Jansklooster
Historisch object | voormalig Tolhuis op handelsroute
1
x x x x
x
x x x x x
plangebied grenst aan de voormalige kustlijn Zuiderzee, en is hiermede gelegen aan het Vollenhovermeer; uitstekende infrastructuur voor bijvoorbeeld de randstad; natuurrijke omgeving met loofbebossing, rietkragen, houtwallen en zoetwater; de voormalige Zuiderzeedijk is genaamd ‘De weg van Twee Nijenhuizen’, al sinds 1650 liep deze van Blokzijl tot en met de Havezate Twee Nijenhuizen van de adellijke familie Sloet, deze familie heeft een prominente rol in de geschiedenis van Stad Vollenhove (bijna alle havezaten waren bezit van deze familie); het pittoreske stadje Vollenhove dankt zijn naam aan Silva Fulnaho, of te wel het woud der vogelen (en werd dus gekenmerkt door het natuurschoon), echter het kreeg al snel de naam ‘Stad der paleizen’; pleister- en tolplaats aan voormalig Hanzesteden handelsroute via de Zuiderzeedijk, en te water via De Moespotvaart; voormalig weidegebied, voor vee van kleine agrariërs zonder eigen weide; Flevoland kern bebouwing afgeleide van de hallehuisgroep; Voormalige kustlijn toekomstige bebouwing te richten op het ‘hogere’ marktsegment; er is een duidelijke potentie voor levensloopbestendige wooneenheden;
Historisch object | voormalige herberg op handelsroute (verdwenen omstreeks 1878)
2 3
Historisch object | voormalige herberg op handelsroute (sinds 1850 ‘bruin cafe)
Weg van Twee Neijenhuizen Plangebied
Emmeloord Noord Oost Polder St Jansklooster | Giethoorn | Meppel
hoogtelijn Industrie Vollenhove
hoogtelijn
Industrie Vollenhove
Industrie Vollenhove
Industrie Vollenhove
N
centrum Stad Vollenhove
21 JUN 4
Haven
O
W
hoogtelijn
Voormalige Handelsroute Zwartsluis | Hasselt | Zwolle | Deventer
‘09 21 DEC
Z
12 uur zomertijd
Historisch object | voormalige havezate Twee Neijenhuizen van fam. Sloet (verdwenen)
Dirk Jan Boes S1023449 // Deeltijd- maatwerk student Chr. Hogeschool Windesheim // School of Built Environment & Transport__
ARCHITECTUUR / A.P.
42
Ontwerpopgave ‘De Moespot’
fase I | stedenbouwkundig ontwerp
Geest en grond, een onderzoek naar het ontwikkelen van 5 wooneenheden in de Moespot | Vollenhove fase I Stedenbouwkundig ontwerp
Ontwerpopgave 5. ONTWERPOPGAVE ‘de Moespot’ Mensen willen graag wonen in zowel een goede woning evenals in een prettige omgeving. Wat een goede woning en één prettige woonomgeving is, verschilt echter per individu en per huishouden. De een woont het liefst in een appartement in de binnenstad, de ander in een doorzonwoning in een nieuwbouwwijk. Maar er zijn ook mensen die buitenstedelijk willen wonen. In een klein dorp, in het buitengebied, op het platteland, ‘landelijk’? Voor het onderzoek naar het ontwikkelen van 5 wooneenheden in de Moespot staat hierbij zowel de woonomgeving, evenals de cultuurhistorie (zie 4.3 Historische analyse geest en grond) centraal.
5.1.
WOONOMGEVING
Wanneer we kijken naar het gebied Moespot wordt al snel duidelijk dat we over een buitenstedelijk gebied spreken. Om een gebied te kunnen definiëren worden door o.a. het CBS en het VROM verschillende begrippen en deliniëringen gebruikt. Deze bieden te weinig houvast om een uitspraak te doen over de perceptie van bewoners over hun woonomgeving. Daarom is gekozen voor de definitie die onderzoeksbureau Nethur [Heins, S., Jókövi, 2001] hanteert waarbij een gebied kan worden gekenmerkt aan de hand van een 4-tal beoordelingscriteria: · Morfologische aspecten: de visuele kenmerken · Sociaal-culturele aspecten: aspecten die iets zeggen over de sociaal-culturele situatie (normen en waarden, sfeer) · Functionele aspecten: aspecten die gerelateerd zijn aan de ruimtegebruikfuncties · Lokationele aspecten: aspecten die iets zeggen over de locatie Uit het Nethur onderzoek over de beeldvorming van het platteland kunnen we stellen dat het Moespot gebied naadloos aansluit bij deze omschrijving, een grafische weergave is op pagina 50 van deze theses te vinden.
5.2.
BEGRIPSDEFINIËRING
Er wordt in Nederland al jaren de discussie gevoerd over wonen op het platteland en over het verruimd toestaan van woningbouw op het platteland. De discussie is erg lastig doordat er een aantal, op het oog synonieme begrippen worden gehanteerd waarbij niet iedereen hetzelfde verstaat. De meest voorkomende begrippen zijn ‘landelijk’ wonen, ‘groen’ wonen, ‘dorps’ wonen en ‘buiten’ wonen en worden vaak ook nog door elkaar gebruikt. Daarbij wordt aan deze begrippen een zeer ruime en verschillende inhoud gegeven. Dirk Jan Boes S1023449 // Deeltijd- maatwerk student Chr. Hogeschool Windesheim // School of Built Environment & Transport__
Volgens F. van Dam (Van Dam, F. 2002) kunnen de gehanteerde begrippen als volgt worden gedefinieerd en van elkaar worden onderscheiden: 5.2.1. Groen wonen. Dit begrip heeft vooral een morfologische, fysiek-ruimtelijke associatie. Het gaat hierbij om het wonen in groene (natuurrijke, bosrijke, agrarische, parkachtige en/of waterrijke), ruime (lage dichtheden) en rustige woonmilieus. Het begrip groen wonen heeft zowel betrekking op de directe woonomgeving (de woonbuurt, op loopafstand) als op de wijdere woonomgeving (de woonstreek, op fietsafstand).
5.2.2. Buiten wonen. Dit begrip heeft zowel een fysiek-ruimtelijke als een specifieke topografische associatie. Het gaat om het wonen buiten de bebouwde kom, in zeer lage dichtheden in of aan de rand van het buitengebied. Net als het begrip groen wonen heeft het begrip buiten wonen zowel betrekking op de directe woonomgeving als op de wijdere woonomgeving. In het dagelijkse spraakgebruik wordt het begrip buiten wonen breder gehanteerd en gebruikt om het wonen ‘buiten de stad’ aan te duiden.
5.2.3. Landelijk wonen. Het begrip landelijk wonen is zowel een overkoepelend begrip, waarin grote delen van het groen wonen, het buiten wonen en het dorps wonen zijn vervat, als een geografisch verbijzonderend begrip, waarbij expliciet wordt verwezen naar een woonlocatie op het platteland, of in elk geval buiten de stad. Het begrip landelijk wonen heeft zowel betrekking op de directe als op de wijdere woonomgeving.
5.2..4. Ruraal wonen. Het begrip ruraal wonen is een allesomvattend begrip. Het omvat zowel het groen wonen, het buiten wonen, het dorps wonen als het landelijk wonen. In het dagelijkse spraakgebruik wordt de aanduiding ruraal wonen overigens nauwelijks tot niet gebruikt.
ARCHITECTUUR / A.P.
44
Geest en grond, een onderzoek naar het ontwikkelen van 5 wooneenheden in de Moespot | Vollenhove fase I Stedenbouwkundig ontwerp
Ontwerpopgave 5.3.
TYPOLOGIEËN
Buurtschap De Leeuwte Voormalige Zuiderzee - kustlijn
Oost Nederland blinkt uit voor wat betreft landschappelijke verscheidenheid. Meren, moerassen, bos, heide, polders, rivieren en beekjes, alles is in ruime mate aanwezig. Deze verscheidenheid wordt ook teruggevonden in de bouwkunst en is niet beperkt door de provinciegrenzen maar meer door het lokale karakter van de omgeving.
Buurtschap De Moespot Stuwwallandschap van het Land van Vollenhove
In heel Oost Nederland vinden we de welbekende hallehuis vormen: van middenlangsdeel type tot een dwarsdeel type, waarbij de oogst niet alleen op zolder, maar ook van de grond af opgetast wordt. Het vroegere vakwerk met vlechtwerk en leemvullingen is al lang door baksteen vervangen. Naast de meer gebruikelijke wolfseinden zijn er ook houten topgevels te vinden. Een merkwaardig fenomeen waren de houten schoorstenen die sinds 1850 werden toegepast, echter deze zijn in de loop der jaren verdwenen of ook vervangen door baksteen.
Kern Vollenhove (l) | Kern St. Jansklooster (r)
5.3.1. Noordwesthoek Het land van Vollenhove, zoals de oude naam voor de Noordwesthoek luidt, heeft een rijke variatie aan boerderijvormen. Op de diluviale zandgronden is het vroeger in heel OostNederland voorkomende type met de grote inrijdeuren in de achtergevel steeds meer verdrongen door de boerderij met dwarsdeel, waarbij net zoals in het nabije Drenthe, de hooiberging op de grond plaats vindt. Sporadisch is er nog een overgangstype met inrijdeuren zowel opzij als in de achtergevel. Deze boerderijen bezitten nog steeds een ‘stille waardigheid’, destijds gebouwd met een primitief karakter, maar met een gaaf gevoel voor kleur en lijn.
PLANGEBIED
VOLLENHOVE
Kaart Stuwwallandschap van het Land van Vollenhove Bron: Gemeente Steenwijkerland
Ten oosten van het ‘stuwwallandschap van het land van Vollenhove’, ligt het laagveengebied met Giethoorn, Wanneperveen en St. Jansklooster als oude centra. Nog mooi, maar wel zwaar bedreigd door het toenemende toerisme en welvaart. In dit gebied (waarvan het einde grenst tegen buurtschap De Moespot) ontbreekt de landbouw en naar de eisen van het weidebedrijf is hier in de loop der jaren een eigen huisvorm ontwikkeld.
ST. JANSKLOOSTER
5.3.2. Hoge land van Vollenhove Het Hoge land van Vollenhove ligt op een stuwwal, ontstaan in de voorlaatste ijstijd. Landijs stuwde de toen aanwezige kleibodem op. Op de rug is dekzand afgezet dat tegenwoordig voor bouwland of weiland in gebruik is. Dit sterke reliëf is nog in grote mate herkenbaar. In de okselvormige uitsparing ten zuiden van Vollenhove is veen aangegroeid. Dit gebied is later ingepolderd als de Bentpolder. De stad Vollenhove is aan de westelijke rand van de stuwwal gelegen, aan de voormalige grens met de Zuiderzee. Aan de oostelijke kant van de stuwwal is St. Jansklooster de grootste bebouwingsconcentratie. De uitbreidingswijken van de Text bron: Steinmetz, I. Gem. Steenwijkerland, (2007) Welstandsnota 2004, Gemeente Steenwijkerland, Het Oversticht, Zwolle Dirk Jan Boes S1023449 // Deeltijd- maatwerk student Chr. Hogeschool Windesheim // School of Built Environment & Transport__
Topografische kaart van Stuwwallandschap van het Land van Vollenhove & het Stuwwallandschap van het hoge land van Vollenhove, het plangebied bevindt zich ten Noord-oosten van de grootste (bebouwings) kern van het stuwwallandschap (Vollenhove). Ten Oosten bevindt zich een kleinere kern; Sint Jansklooster, deze grenst aan het Nationaal Park de Weerriben - Wieden. Bron: Google Earth Pro | bewerking Dirk Jan Boes | Peildatum 06 maart 2009 ARCHITECTUUR / A.P.
45
Geest en grond, een onderzoek naar het ontwikkelen van 5 wooneenheden in de Moespot | Vollenhove fase I Stedenbouwkundig ontwerp
Ontwerpopgave 5.3.3. Stuwwal met het Hoge land van Vollenhove
Type boerderijen binnen het Stuwwallandschap met het Hoge land van Vollenhove
De agrarische bebouwing is in een lint geconcentreerd langs de wegen die de grens van de stuwwal naar het lager gelegen landschap markeren en in meer verspreide mate op de stuwwal. De agrarische bebouwingskrans rondom de stuwwal is verdicht met woonhuizen en bijgebouwen. Dit geldt ook voor de wegen die de stuwwal doorsnijden. De bebouwing ligt niet in de rooilijn en is op de weg georiënteerd. De krans loopt over in het ‘dijkdorp’ Moespot. De overige woonhuisbebouwing op de stuwwal concentreert zich voornamelijk in Heetveld. Het kleinschalige landschap wordt gekenmerkt door grillige lijnen, hoogteverschillen, wegbeplanting, houtwallen en bossen. Van de boomsoorten komt de eik veelvuldig voor. De verkaveling is aan de rand van de stuwwal langgerekt en op de stuwwal meer blokvormig. De boerderijen staan met de voorzijde, een enkele keer met de achterzijde, naar de weg gekeerd. De erfbeplanting bestaat uit fruitbomen, solitairen en hagen.
Kamelenrugboerderij
5.3.4. Hallehuisgroep Kaart Stuwwallandschap met het Hoge land van Vollenhove Bron: Gemeente Steenwijkerland
De hallehuisgroep is een verzameling bouwwijzen van boerderijen die voorkomt in bijna geheel Nederland, onder andere in de provincies Drenthe, Overijssel, Gelderland, Utrecht, Zuid-Holland en Noord-Brabant. De hallehuisgroep is daarmee de grootste groep in Nederland. De groep is onder te verdelen in zes subgroepen: het langsdeeltype, de langgevelboerderij, het dwarsdeeltype, de ontwikkeling onder invloed van de dwarsdeelschuur, de ontwikkeling van een voergangtype en de ontwikkeling onder invloed van het Zeeuwse schuurtype. De hoofdopzet bestaat uit een rechthoekig gebouw met voorin het woongedeelte en achter een stenen scheidingsmuur (de brandmuur) het bedrijfsgedeelte. De houten constructie van de boerderij verdeelt het inwendige in drie lange ‘beuken’. De meest algemene indeling is die waarbij zich in het midden de deel bevindt, de brede werkruimte waaronder de oogstzolder het graan werd gedorst. De lage smallere zijbeuken waren bestemd voor het vee en de opslag van materialen en gereedschappen. De gebruikte constructie bij deze boerderijen is een ankerbalkgebint, bij dit gebint is de liggende balk iets verlaagd tussen de staanders aangebracht met een uitstekende pen die met houten wiggen wordt verankerd. Je komt dit type op sommige plaatsen ook tegen met een variant op het ankerbalkgebint zoals het kopbalkgebint waarbij de liggende balk door middel van een inkeping op de gebintstijl wordt bevestigd, of het tussenbalkgebint waarbij de liggende balk iets verlaagd wordt aangebracht met pennen die vast worden gezet met houten toognagels.
Bebouwing binnen ‘het hoge stuwwallandschap van Vollenhove’ en buurtschap De Moespot
(fotografie: Dirk Jan Boes)
Text bron: Steinmetz, I. Gem. Steenwijkerland, (2007) Welstandsnota 2004, Gemeente Steenwijkerland, Het Oversticht, Zwolle Dirk Jan Boes S1023449 // Deeltijd- maatwerk student Chr. Hogeschool Windesheim // School of Built Environment & Transport__
ARCHITECTUUR / A.P.
46
Geest en grond, een onderzoek naar het ontwikkelen van 5 wooneenheden in de Moespot | Vollenhove fase I Stedenbouwkundig ontwerp
Ontwerpopgave
Bron: Cruyningen, P., Goudeau, J., Grovistins, F., Viersen, A., Van Zuijlen, J. (2003) Het boerderijen boek. Waanders Uitgevers, Zwolle
In het rivierengebied werd het voorhuis dwars uitgebouwd tot een T-vormige plattegrond, die om die reden de benaming T-huisboerderij verwierf. In het Zuid-Hollandse weidegebied waar de kaasmakerij belangrijk werd, bouwde men onder het woongedeelte grote kelders. Zo ontstonden boerderijen met kenmerkende ‘opkamers’. De langgevel- en de boerderijen ten zuiden van de grote rivieren vormen een aparte groep. Ook zij zijn afgeleid van het driebeukige hallehuis. Vanaf de achttiende eeuw zijn de boerderijen hier veelal verlengd (over zowel het woon- als werkgedeelte) en versmald, zodat een tweebeukig of later zelfs éénbeukig gebouw overbleef. Daarbij werden de verschillende ruimten door de tijd heen niet meer naast elkaar maar achter elkaar geplaatst. Het langsdeeltype komt voor in de provincies Overijssel, Gelderland en Utrecht. Dit type is te herkennen aan de deeldeuren die in de achtergevel van de boerderij bevinden. Tevens zijn er in dit gebied ook de dwarsdeeltypen te vinden, deze hebben allen gemeen dat de deel -zoals de naam al doet vermoeden - dwars op de boerderij staat, en dus zitten de deeldeuren in de zijgevel.
Reconstructie van een boerderij met oogstopslag uit de IJzertijd
Boerderij met hooiberg en bijschuur, afbeelding uit het kaartboek van landerijen
Hooibergen bij het verderopgelegen hanze stadje Hasselt
Bij de oudste boerderijtypen in het noorden, werd de oogst niet in de boerderij opgeslagen, maar ernaast in één of meerder kapbergen
Dwarsdeelboerderij Oud Schuilenburg bij Kadoelen, Vollenhove
Boerderij met twee dwarsdelen bij Kadoelen, Vollenhove
In de omgeving van het plangebied voor dit afstudeerverslag ‘de kop van Overijssel’, komt zowel het middenlangsdeel type als het dwarsdeel type voor.
Erfindeling van hallehuisgroep boederij met rechts het bakhuisje en de moestuin.
Dirk Jan Boes S1023449 // Deeltijd- maatwerk student Chr. Hogeschool Windesheim // School of Built Environment & Transport__
Erfindeling van middeleeuwse boerderijen, Zutphen
Hallehuisgroep, boerderijtypen
Boerderijen van landmeterskaart 16 eeuw, ook hier al ‘kamelenrug’ boerderijtypen
ARCHITECTUUR / A.P.
47
Geest en grond, een onderzoek naar het ontwikkelen van 5 wooneenheden in de Moespot | Vollenhove fase I Stedenbouwkundig ontwerp
Ontwerpopgave 5.3.5. Kamelenrugboerderij In de ruimte (binnen de houten stijlen) van het bedrijfsgedeelte wordt het hooi op de grond opgetast. De nok van dit bedrijfsdeel werd verhoogd omdat een grotere hooioogst om meer ruimte vroeg en zo ontstonden de merkwaardige en buitengewoon schilderachtige ‘kamelendaken’. Veel voorkomend in deze streek is het afzonderlijke bijgebouwtje wat dicht bij ieder boerderij ligt: het bakhuisje of de ‘stookhut’. Langs de rand van de IJssel-Vecht Delta kwam het ook voor dat het hooi afzonderlijk werd opgeslagen in ‘kapbergen’: het betreft ook hier uitsluitend weidebedrijven. Van de hooioogst, meestal in drie kapbergen opgeslagen, werd dan een deel verhandeld. Naast de boerderij, die de gebruikelijke kern van het hallehuis vertoont en uitwendig wordt getypeerd is door de flauwe dakhelling, is er meestal ook nog een wagenschuur en het hiervoor besproken bakhuisje te vinden.
Schets + foto van een ‘kamelrugboerderij’ in het buurtschap de leeuwte.
Boerderij ‘De Ruigenhof’, leeuwte Vollenhove, omstreeks 1935 Bron: De jongens van de Bruuns / Schets F. Weijs
Boerderij eind van de leeuwte, nabij de Moespot, achterbaander, later aangebrachte zijbaander. Overgangsvormen naar het dwarsdeeltype.
Dirk Jan Boes S1023449 // Deeltijd- maatwerk student Chr. Hogeschool Windesheim // School of Built Environment & Transport__
Overzichtskaart hallehuisvormen - E. Jans - 1966 Bron: Jans, J. (1967) Landelijke Bouwkunst, Atelier Overijssel, Bij de erven J. Jans, Almelo ARCHITECTUUR / A.P.
48
Geest en grond, een onderzoek naar het ontwikkelen van 5 wooneenheden in de Moespot | Vollenhove
Ontwerpopgave
fase I Stedenbouwkundig ontwerp
5.3.6. Bebouwing
De boerderijen van de hallehuis groep zijn dikwijls van het kamelenrug- en het dwarsdeeltype. Bij de eerste is sprake van een geleidelijke overgang in de kap van het voornaar het achterhuis. Het dwarsdeeltype heeft de baanderdeuren in de zijgevel met de kap ter plaatse opgelicht. Twee paar baanderdeuren in de zijgevel komt ook voor en is ken- merkend voor het gebied. Het schuurgedeelte heeft een gesloten dak, op het woongedeelte komt sporadisch een dakkapel voor. De bijgebouwen, schuren, bakhuisjes en dergelijke staan haaks op de boerderij. Bij nog in gebruik zijnde agrarische bedrijven staan nieuwe loodsen, in sterk afwijkende materialen. Er staan weinig woningen of villa's in het gebied. De woonhuisbebouwing in de kleinere buurtschappen zoals De Moespot is over het algemeen één tot tweelaags onder een zadeldak.
5.3.7. Kleur en materialisering
De boerderijkappen zijn over het algemeen met riet gedekt. Een dekking van gebakken rode of gesmoorde pannen komt ook voor, aanvankelijk alleen op het voorhuis, later ook over de gehele kap. Omgekeerd - riet op het voorhuis en pannen op het achterhuis - is geen authentieke situatie. In het algemeen zijn gedekte kleuren toegepast. Het metselwerk is veelal in een donkere roodbruine steen uitgevoerd, maar in het bedrijfsgedeelte komen (oorspronkelijk) ook houten, (bruin)zwart geschilderde wanden voor. De kleurstelling is vaak wit voor de kozijnen en groen voor de ramen en deuren. Nieuwe schuren zijn vaak in sterk afwijkende materialen opgetrokken, zoals damwand profielen voor de wanden en golfplaat voor het dak
Fotografie diverse hallehuisboerderijen in Barsbeek, Leeuwte, en de Moespot te St Jansklooster | Vollenhove Onder andere te zien typische kamelenrugboerderij, nieuwbouw schuur met damwandbeplating en een typisch houten hekwerk Bron: © F. Kuipers 2009
Het Saksisch of Halle huis [uit de publicatie: 'Het Nieuwe Brabant', deel 1, 1952.] Het Saksische of Hallehuis bakhuis [uit de publicatie: 'Het Nieuwe Brabant', deel 1, 1952.] / langeveltype Bron: © GeldersArchief | verkrijgbaar via: http://www.geldersarchief.nl/typo3temp/pics/a773ca40ef.jpg Dirk Jan Boes S1023449 // Deeltijd- maatwerk student Chr. Hogeschool Windesheim // School of Built Environment & Transport__
ARCHITECTUUR / A.P.
49
Geest en grond, een onderzoek naar het ontwikkelen van 5 wooneenheden in de Moespot | Vollenhove fase I Stedenbouwkundig ontwerp
Ontwerpopgave Wat is het beeld van landelijk wonen (plattelandsbeeld) in Nederland? Onder te verdelen in de onderstaande categorieën:
Morfologische aspecten: visuele kenmerken van het platteland (bijvoorbeeld groen, weilanden, koeien, boerderijen);
Lokationele aspecten: locatie (ligging ten opzichte van) of geven een gebiedsaanduiding weer (bijvoorbeeld Friesland, de Achterhoek).
Voormalige handelsroute Blokzijl | Kuinre | Lemmer
hoogtelijn
Voormalige kustlijn
Beulakerwijde Nationaal park De Weerribben De Wieden Moespotvaart
Flevoland
Vollenhovermeer
Leeuwte St Jansklooster
Weg van Twee Neijenhuizen
Emmeloord Noord Oost Polder St Jansklooster | Giethoorn | Meppel
hoogtelijn Industrie Vollenhove
hoogtelijn
Industrie Vollenhove
Industrie Vollenhove
Industrie Vollenhove
centrum Stad Vollenhove 4
Haven
‘09
hoogtelijn
Flevoland
Sociaal-culturele aspecten: situatie (normen en waarden, sfeer) op het platteland (bijvoorbeeld rustig, saai)
Voormalige Handelsroute Zwartsluis | Hasselt | Zwolle | Deventer
Voormalige kustlijn
Functionele aspecten: akkerbouw, veeteelt, natuur, recreatie
Informatiebron: enquête Landelijk wonen The Netherlands Graduate School of Urban & Regional Research (NETHUR) 2001
Dirk Jan Boes S1023449 // Deeltijd- maatwerk student Chr. Hogeschool Windesheim // School of Built Environment & Transport__
ARCHITECTUUR / A.P.
50
Geest en grond, een onderzoek naar het ontwikkelen van 5 wooneenheden in de Moespot | Vollenhove fase I Stedenbouwkundig ontwerp
Ontwerpopgave 5.4.
VESTIGINGSMOTIEVEN
Uit onderzoek Nethur (Heins, S., Jókövi, 2001] is gebleken dat er een aantal factoren een rol kunnen spelen voor een verhuizing naar het plangebied. Naast redenen die te maken hebben met werk of opleiding spelen met name redenen die betrekking hebben op de kwaliteiten van de woning en de woonomgeving een rol, zogenaamde woonredenen. Hierbij kan onderscheid tussen vertrek- en vestigingsmotieven gemaakt worden. Vertrekmotieven geven in het algemeen de onaantrekkelijkheid van de huidige woonomgeving aan in tegenstelling tot de vestigingsmotieven die juist de aantrekkelijkheid van een nieuwe woonomgeving als grondslag hebben. De volgende vestigingsmotieven voor het landelijk gebied kunnen genoemd worden: · · · · ·
5.5.
SUBCONCLUSIES
Wanneer we spreken over het plangebied moeten we dit in eerste instantie kenmerken als platteland. Daarnaast sluit de definitie ‘groen wonen’ beter aan dan de term ‘landelijk wonen’. Dit omdat het plangebied zich kenmerkt door een grotere woningdichtheid dan die voor landelijk wonen zo kenmerkend is, tevens ligt het plangebied aan de rand van het Nationaal park ‘De Weerribben’ en ‘De Wieden’ hetgeen resulteert in een prachtige waterrijke, natuurrijke en beboste omgeving. Het woongebied bestaat uitsluitend uit vrijstaande laagbouw met in de meeste gevallen een ruime hoeveelheid grond om de woning. De aangereikte vestigingsmotieven die van belang zijn voor een eventuele verhuizing naar het plangebied zijn generiek en kunnen niet zonder meer worden gebruikt om uitspraken te doen over de eventuele aantrekkelijkheid van het plangebied als vestigingslocatie.
meer natuur en meer ruimte om de woning meer mogelijkheden om ruimte-eisende activiteiten te ondernemen (bijvoorbeeld het houden van dieren) aantrekkelijkheid om kinderen groot te brengen hoop op economische voordelen (lage aankoopprijs van de woning en mogelijke waardestijging) groter aanbod van eengezinswoningen dan op de stedelijke woningmarkt
Bovenstaande motieven van het landelijk gebied geven nogmaals tevens enkele mogelijke onaantrekkelijkheden van het stedelijk gebied aan. Andere voorbeelden van vertrekmotieven van het stedelijk gebied zijn: · · · · ·
congestie luchtverontreiniging onrust van het stedelijk leven criminaliteit/onveiligheid grootschaligheid
Gebruikte bronnen: Bosten, J.E.W.L., Crommentuijn, L.E.M., Verhorst, J. (2003). Van Dam, F., Jókövi, M. Van Hoorn, A., Heins, S. (2003) Heins, S., Jókövi, (2001)
Dirk Jan Boes S1023449 // Deeltijd- maatwerk student Chr. Hogeschool Windesheim // School of Built Environment & Transport__
ARCHITECTUUR / A.P.
51
Geest en grond, een onderzoek naar het ontwikkelen van 5 wooneenheden in de Moespot | Vollenhove
Ontwerpopgave 5.6.
fase I Stedenbouwkundig ontwerp
UITGANGSPUNTEN ONTWERPOPGAVE
Voor wat betreft die nieuwbouw ben ik van mening dat de positie, oriëntatie en de historische bebouwing van het buurtschap leidend dient te zijn voor de nieuwbouw. Eventuele verschillen in rooilijnen dienen binnen de uitersten van de naast gelegen bebouwing te blijven, met als uitgangspunt de historische rooilijnen. Het in stand houden van herkenbare individuele panden als bijvoorbeeld ‘De Moespot’ is een pré, elke wooneenheid dient een eigen vormgeving, maatvoering en detaillering te bezitten. Wanneer tijdens het ontwerpproces zijgevels ontstaan welke zichtbaar zijn vanaf de openbare weg, beschouw ik deze als voorgevel.
5.6.1. Architectuur Zoals bij de typologieën is beschreven komen langgevel-boerderijen voort uit het ‘hallehuis’ dat in de late Middeleeuwen is ontstaan. Het hallehuis heeft een compacte, rechthoekige plattegrond en een laag aflopend dak. Binnen deze wooneenheid was alles onder één dak verenigd; wonen, werken, veestalling en hooiberging. Het woon- en bedrijfsgedeelte waren van elkaar gescheiden door middel van een ‘brandmuur’. In de loop der jaren is dit type huis aangepast aan de plaatselijke omstandigheden, en zeer zeker ook aan de behoefte van de mens. In de architectuur van heden is dit fenomeen dan ook verdwenen en is het woongedeelte meer geïntegreerd, of het woonhuis staat los van het bedrijfsgedeelte.
5.6.1.1. Situering Van oudsher maakte een boerderij deel uit van zeer complexe agrarische bebouwing, deze was opgebouwd uit de boerderij zelf (hoofdgebouw), meerdere bijgebouwen (o.a. het bakhuis, de schuur, waterput en eventueel een hooiberg) en het boerenerf met karakteristieke beplanting (solitaire bomen, boomgaarden, geriefhout, hagen, houtwallen en singels). Deze onderdelen bij elkaar ondersteunen de belevingswaarde van het geheel en vormen dan ook de context van het geheel.
5.6.1.2. Opbouw Kenmerkend voor de omgeving in de ‘Kop van Overijssel’ was het onderscheid tussen het woon- en bedrijfsgedeelte. Dit bestond uit de verhouding (relatief gezien) één derde / twee derde van de totale oppervlakte van de boerderij
Het Saksisch of Halle huis [uit de publicatie: 'Het Nieuwe Brabant', deel 1, 1952.] Het Saksische of Hallehuis [uit de publicatie: 'Het Nieuwe Brabant', deel 1, 1952.] / langeveltype Bron: © Zandstad | verkrijgbaar via: http://www.zandstad.nl/site/entry.php?id=396527529
Afbeeldingbron indeling hallehuis: Het Oversticht, (2008) Traditie en vernieuwing; Inspiratieboek voor de transformatie van erven en boerderijen in Overijssel, Stimuleringsprogramma Re-animatie Industriëel en Agrarisch Erfgoed Overijssel, Zwolle Dirk Jan Boes S1023449 // Deeltijd- maatwerk student Chr. Hogeschool Windesheim // School of Built Environment & Transport__
ARCHITECTUUR / A.P.
52
Geest en grond, een onderzoek naar het ontwikkelen van 5 wooneenheden in de Moespot | Vollenhove
Ontwerpopgave
fase I Stedenbouwkundig ontwerp
5.6.1.3. Massa Kenmerkend voor de vroegere types zijn de laag aflopende dakvlakken (zo waren deze minder vatbaar voor de wind, welke tijdens de Zuiderzee periode, een belangrijke rol speelde) en zo beter voor de constructie. Tevens was een belangrijk kenmerk de kleine sobere gevelopeningen. In de loop der jaren is dit veranderd en is ook de typische ‘kamelenrug’ boerderij ontstaan zoals bij de typologieën is omschreven. De schouw vormde het hart van de boerderij, van buiten te zien als een kleine sobere schoorsteen op de nok van het dak (uiteraard niet op het stalgedeelte). 5.6.1.4. Gevelindeling Herkenbaar in de gevels van het woongedeelte waren meestal; de voordeur, woonkamer, slaapkamerramen en het opkamerraam. In het bedrijfsgedeelte; de deeldeuren (grote baanderdeuren), de potstaldeuren (de kleinere staldeuren), kleine stalramen en eenvoudige loopdeuren. 5.6.1.5. Materialisering In de ‘Kop van Overijssel’ zijn vaak houten vakwerkspanten te vinden bestaande uit; ankerbalk- langsbalk- dekbalk- tussenbalk en kopbalkgebinten. Tevens werd er vlechtwerk en leem toegepast. Dit werd later echter vervangen door het ‘betere baksteen’ wat nu nog kenmerkend is. Van origine werden de daken met riet bedekt, het materiaal wat in de omgeving voorhanden was. In de latere jaren werd vaak alleen het woonhuis met pannen bedekt (dit was echter alleen bij de welgestelden), in de architectuur van heden komt het voor dat het hele huis onder pannen zit.
Fotografie typische hallehuisgroep boederij met ‘kamelenrug’, en een kleine schoorsteen op de nok van het dak | Vollenhove Bron: © F. Kuipers 2009
5.6.1.6. Detaillering Aan de oudere boerderijen hoort geen goot, in plaats hiervan hebben deze een smeerzoom die de buitenmuur tegen het opspattend water beschermd. Later bij het pannendak is voorkomend een eenvoudig gedetailleerde goot toegepast. Sommige jongere boerderijen begin 20e eeuw van de rijkere agrariërs zoals hierboven omschreven zijn vaak wel uitgerust met een sierlijke houten bakgoot. 5.6.1.7. Bijgebouwen Wanneer er tijdens het ontwerpproces eventuele bijgebouwen worden gecreëerd moeten deze deel uit te maken van het ensemble op het ‘eigen terrein’, deze dienen dan ook ondergeschikt te zijn aan de hoofdbouw in de positionering, vorm en opbouw. Materialen, kleuren, detaillering en architectuurstijl zullen uiteraard op de hoofdbouw afgestemd te zijn. 5.6.1.8. Twee woonheden onder één kap Wanneer er voor het creëren van twee woonheden onder één kap een splitsing bij een langgevelboerderij (parallel aan openbare weg) noodzakelijk is. Is het van belang dat de traditionele verdeling tussen het woon- en werkgedeelte intact blijft. Dit is belangrijk voor de gevelindeling, terreininrichting en het aantal en vormgeving van bijgebouwen.
Dirk Jan Boes S1023449 // Deeltijd- maatwerk student Chr. Hogeschool Windesheim // School of Built Environment & Transport__
Fotografie hallehuisboerderijen in Basbeek, met een rijkere gedetailleerde goot | Vollenhove Bron: © F. Kuipers 2009
ARCHITECTUUR / A.P.
53
Geest en grond, een onderzoek naar het ontwikkelen van 5 wooneenheden in de Moespot | Vollenhove
Ontwerpopgave
fase I Stedenbouwkundig ontwerp
5.6.2. Het erf Het oorspronkelijk boerenerf was vrij toegankelijk en had vaak aan weerszijden van het hoofdgebouw een toegang die leidde naar de schuur en het werkerf wat daar achter lag. Deze toegang was meestal in de vorm van een karrenspoor: zand met kuilen en hier en daar wat puin als verharding. In de meeste gevallen werd later het erf afgesloten middels een houten hek, met als doel veekering. Het was gebruikelijk dat aan de andere kant de moestuin lag, verder op in deze rapportage wordt deze behandeld. 5.6.2.1. Erfverharding Op het vroegere erf werd slechts in zeer beperkte mate, daar waar het echt nodig was, verharding aangebracht. De verharding of halverharding was dan meestal eenvoudig. Er werd gebruikt wat voorhanden was, zoals keien, sintels uit de kachel, kapotte dakpannen, grind en ook wel klinkers. In de latere tijd werden er ook wel looproutes door middel van klinkers via paden van ca. 80 cm breed zonder opsluiting gecreëerd. Voor het overige erf werd er dan gebruik gemaakt van grind of klinkers. 5.6.2.2. Erfbeplanting Erf en het omringend, landschap staan van oudsher in verbinding met elkaar. De overgang tussen beiden was wel op één of andere wijze gemarkeerd. Men gebruikte hiervoor een haag of een sloot met bijvoorbeeld wilgen erlangs, houtwallen of een ‘kerkenpad’. 5.6.2.3. Kavelboom Een kavelboom, hoekboom of grensboom markeert een perceel of kavel. Zo’n boom legde als het ware een eigendom vast. Het waren meestal vrij uitgroeiende, losstaande bomen op de hoek van een akker of weide. 5.6.2.4. Leilinden Met leilinden bedoelen we geknotte, geleid zomer- of koningslinden. De hoge gesnoeide lindebomen werden vroeger op een afstand van c.a. twee á drie meter van de gevel geplant en stonden altijd aan de zuidzijde van de boerderij. Deze zogenaamde ‘heg op poten’ hield de zon buiten, zodat de temperatuur binnen niet te hoog werd, en zodoende de stoelen niet verkleurden. Ook werd vaak aan de voorzijde naast de voordeur een lindeboom geplant, ook veel voorkomend zijn twee of drie stuks linden. Om de twee jaar werden deze linden teruggesnoeid tot aan de hoofdtakken. De ondergrond om de bomen bestond meestal uit zand. Gras en grind kwamen met name later ook wel voor. 5.6.2.5. Hagen Een haag of heg werd geplant als erfafscheiding rondom of bij de boerderij. Vooral op de plekken, waar inloop van vee of wild ongewenst is, staat van oudsher een stekelheg. Met name op de plekken, waar inloop van vee of wild ongewenst is, stond van oudsher een heg. Hagen hadden dus, zoals alles op het erf een functie. In bijvoorbeeld een beukenhaag kon men zijn creativiteit tot uiting brengen. Op deze wijze werd het erf van de boer, die nauwelijks geld of ruimte had voor luxe had, dan opgesierd.
Dirk Jan Boes S1023449 // Deeltijd- maatwerk student Chr. Hogeschool Windesheim // School of Built Environment & Transport__
Fotografie diverse hallehuisboerderijen in Barsbeek, Leeuwte, en de Moespot te St Jansklooster | Vollenhove Onder andere te zien hagen, linden, erfafscheiding door middel van een boom, vroegere toeganspaden richting de entree Bron: © F. Kuipers 2009
ARCHITECTUUR / A.P.
54
Geest en grond, een onderzoek naar het ontwikkelen van 5 wooneenheden in de Moespot | Vollenhove fase I Stedenbouwkundig ontwerp
Ontwerpopgave 5.6.2.6. Vogelbosje In een loze hoek achter de schuur of naast het woongedeelte was vroeger altijd wel een ruimte voor een bosje van hoog opgroeiende struikbeplanting met enkele bomen ertussen. Zo’n bosje had een omvang van enkele tientallen tot enkele honderden vierkante meters. 5.6.2.7. Moestuin Terug naar het plangebied ‘De Moespot’, vroeger kende ieder erf zijn moestuin, waar de boerin de groenten teelde zowel voor direct gebruikt als voor de winkelvoorraad. Behalve groenten stonden er in de moestuin ook wel klein fruit en kruiden. In het plangebied werd deze zogenaamde winkelvoorraad meteen verzilverd door hier een gerecht van te maken en te verkopen. Voor de sier werden in latere perioden bloemen als dahlia’s en irissen geplant. Deze moestuin nam een flink gedeelte van het boerenerf in beslag en was meestal omgeven door een haag als veekering. Door het jaarlijks opbrengen van stalmest ontstond er een bolle ligging in de loop der jaren.
Knotlindes voor de gevel
Combinatie van sier- en nutstuin
Houten hekjes
Planken betonpalen en gaas
Omhaagde fruitgaard als ‘kalverweide’
Een mening van sier en nut
Siervijver in engelse tuinaanleg
Bescheiden sier- en nutstuin
Hagen
Weidehek
Een omhaagd voorerf
Boomgaard met hoogstamfruitbomen
Afbeeldingsbron: Het Oversticht, (2008) Traditie en vernieuwing; Inspiratieboek voor de transformatie van erven en boerderijen in Overijssel, Stimuleringsprogramma Re-animatie Industriëel en Agrarisch Erfgoed Overijssel, Zwolle
Dirk Jan Boes S1023449 // Deeltijd- maatwerk student Chr. Hogeschool Windesheim // School of Built Environment & Transport__
ARCHITECTUUR / A.P.
55
Geest en grond, een onderzoek naar het ontwikkelen van 5 wooneenheden in de Moespot | Vollenhove fase I Stedenbouwkundig ontwerp
Ontwerpopgave 5.7.
VISIE
5.8.
PROGRAMMA
Voor het vormen van mijn ontwerpvisie heb ik als uitgangspunt de geest van de grond genomen, de ‘genius loci’. De geest van de grond (buurtschap) moet een solide historisch verantwoorde basis vormen voor het ontwerp binnen het plangebied en de ontwerper die gereedschappen in handen geven om niet te verzanden in sentimentele, neurotische retro kopiën die op vele locaties in het land de laatste decennia zijn verschenen. Een valkuil waar tal van professionele architecten in het werkveld reeds over zijn gestruikeld.
Het woningbouwprogramma voor het te ontwikkelen plangebied is gebaseerd op voorgaand onderzoek naar de geest van de grond, zoals is weergegeven in deze rapportage, en een raadpleging van de heer G. Rook welke de opdrachtgever VEBOCOM vertegenwoordigt.
Als deeltijdstudent architectuur en fulltime ontwerper in het werkveld, heb ik getracht in de voorfase de opdracht te doorgronden, om zodoende op historisch en wetenschappelijke gronden verantwoorde architectuur te ontwerpen binnen het plangebied.
Verder uitgangspunt is 100% uitgeefbaar gebied, bij een dichtheid van maximaal 5 eenheden op de beschikbare 3350m2. De vrijstaande woningen mogen een maximum inhoud bezitten van 750m3. De percelen van de vrijstaande woningen dienen daarbij een minimum oppervlak van 650 m2 te hebben.
De ontwerpvisie is gebaseerd is op de gedachte van de genius loci om zodoende een realiseerbaar eindproduct te creëren wat de geest van de grond vertaald. Uit analyses blijkt dat één van de kerntaken van de landelijke dorpsbenadering is, het uitwerking van het begrip ruraal (platteland, landelijk) als esthetische tegenstelling die zich aan de ene kant laat inspireren door de identiteit van de plaats (genius loci) en aan de andere kant nieuwe stijlvormen laat introduceren.
Bebouwing 1 twee-onder-één-kap woningen (verkoop) 3 vrijstaande woningen (verkoop) 4 totaal
Hiervoor is naast vormgeving en architectuur ook vrijheid van handelen nodig! Door onder andere de huidige regelgeving welke sterk beperkend en leidend is, blijkt dit vaak erg complex en vaak ook niet succesvol. Ik ben mij er van bewust dat dit de hardnekkig realiteit is, waarin opdrachtgevers met juiste initiatieven over een lange adem en goed gevulde portemonnee dienen te beschikken.
Randen De randen van het plangebied zijn verschillend in hun kwaliteit en vragen dus elk om eigen randvoorwaarden. De westzijde grenst aan de voormalige Zuiderzeedijk, hier grenzen tuinen aan de dijk. In vroegere tijden was deze rand nog voorzien van een stevige houtsingel, die nu geheel is verdwenen.
Toch wil ik binnen deze plantontwikkeling trachten een meerwaarde te creëren voor het historische belang, landschap, natuur, en de woningbouw van dit buurtschap vanuit bovenstaand perspectief.
Vanuit het landschap is het wenselijk de bebouwing af te schermen. Er wordt gedacht aan een stevige beplantingsstrook langs de voormalige zeekering te leggen. Gedacht wordt aan een meter of 5, waardoor er ook ruimte is voor om onderhoud te kunnen plegen.
Visie samengevat in kernpunten:
Voor de overige erfgrenzen richting de openbare weg en onderling tussen de percelen dient te worden ontworpen vanuit historisch oogpunt. Hanteren van een ‘historische’ grensovergang tussen de kavels; bijvoorbeeld kleine groenstrookjes of houtwallen.
x x x x
in de planontwikkeling de belangrijkste historische verdwenen panden (het tolhuis en de 2e herberg), te integreren met een hedendaags karakter; de architectuur dient aan te sluiten op de korrelgrootte van het gehucht, zowel qua bebouwing alsmede de ruimtelijke kwaliteiten; de uitstraling en identiteit van de woningbouw dient het karakter van het gehucht te behouden; het landschap (erfbeplanting etc.) dient binnen het plangebied op micro niveau de architectuur te versterken;
Dirk Jan Boes S1023449 // Deeltijd- maatwerk student Chr. Hogeschool Windesheim // School of Built Environment & Transport__
Een uitgangspunt dat voortgekomen uit dit overleg is de wens om 5 wooneenheden te ontwikkelen: één twee-onder-één kap woning en 3 vrijstaande woningen.
ARCHITECTUUR / A.P.
56
Referentieprojecten
fase I | stedenbouwkundig ontwerp
Geest en grond, een onderzoek naar het ontwikkelen van 5 wooneenheden in de Moespot | Vollenhove fase I Stedenbouwkundig ontwerp
Referentie project
Er zullen steeds meer grote agrarische erven vrijkomen. Zij hebben de potentie uit te groeien tot unieke woon/werk/ recreatie milieus.
Erftransformaties leiden nu vaak tot krimp van erven.
Alleen meer bouwruimte geven, kan leiden tot gemakszucht: er zal worden gebouwd zoals overal gebouwd wordt.
Pleidooi: ontwikkeling van kloeke erfensembles die voortbouwen op de kwaliteiten van de boerenerven…
…waarbij de verruimde bouwmogelijkheden worden gekoppeld aan landschappelijke inves teringen, zoals landschaps-elementen en toegankelijkheid.
Hiervan kunnen ook de landbouw en andere
RUUT VAN PARIDON: vanparidon & degroot landschapsarchitecten Fluistererf Dunnewind Boerenerven zijn nederzettingen die onlosmakelijk zijn verbonden met het omlig gende landschap. Tót de agrarische bedrijfsvoering stopt. Wij willen er voor pleiten om met nieuwe programma’s juist voort te bouwen op de erfkwaliteiten en robuuste erfensembles te ontwikkelen die opnieuw betekenisvolle relaties aan gaan met het omliggende landschap. Sttt... Dunnewind Deze gedachte is getest op erf Dunnewind. Dit is een eeuwenoude bewoningsplek direct aan de rivier, op het punt waar de Vecht en Regge van nature samenstromen. Ooit was hier een haventje en een herberg; schippers konden bij zwaar weer op de boerderij overnachten. Nu ligt het erf midden in een natuurontwikkelingsgebied waar de rivieren weer vrij mogen gaan meanderen. Voor de vele watervogels die zich hier zullen vestigen, is stilte en rust belangrijk. Hoog en droog op het rivierduin kan
komen. Een ideale vakantieplek voor natuurliefhebbers: je kan hier slapen in één van de comfortabele natuurschuren, waarvan uit direct zicht is op de nieuwe natuur rondom het erf.
Bron: Janssen, P. Gedep. Van Provincie Overijssel, (2007) Levende Erven, Manifest [atie] over ruimtelijke kwaliteit op erven in verandering, Atelier Overijssel, Zwolle
Dirk Jan Boes S1023449 // Deeltijd- maatwerk student Chr. Hogeschool Windesheim // School of Built Environment & Transport__
ARCHITECTUUR / A.P.
58
Geest en grond, een onderzoek naar het ontwikkelen van 5 wooneenheden in de Moespot | Vollenhove
Referentie project
fase I Stedenbouwkundig ontwerp
GREET BIEREMA Er bestaat een wonderlijke neiging om bij de transformatie van een boerenerf alle aandacht te richten op het gebouw, de inrichting, de bijgebouwen en zo mogelijk de nieuwe gebouwen. Een nieuwe functie in een oude jas, een nieuwe functie dus een nieuwe vorm. Het erf en het omringende landschap vallen binnen een andere discipline die pas volgt als het ontwerp af is. Alles aan het gebouw verwijst echter naar het bewegelijke agrarische leven in en om de boerderij en naar de dagelijkse werkgang. Overal in het gebouw en op het erf zijn overgangen te vinden tussen het een en het ander: tussen wonen en werken, tussen ‘voor’ en ‘achter’. In het voorhuis en de voortuin vond oorspronkelijk niet overal let van het voorhuis, de inrichting van de voorkamer en de voortuin volgden de modes van de tijd. De inhoud van de deel, de bijschuren, het achtererf, de erfbeplanting en de paden zorgden voor de sterke verankering in het landschap. Het laat ons in de eerste plaats zien dat er geen scheiding moet zijn t ussen object en omgeving. Het gaat om de wederzijdse interactie. In de tweede plaats is het nodig om het wezenlijke van het boerenerf, de verdeling tussen ‘voor’ en ‘achter’, te herinter preteren. Het boerenerf heeft een uitstraling die met geen enkel ander gebouw in het buitengebied te vergelijken moet zijn.
Bron: Janssen, P. Gedep. Van Provincie Overijssel, (2007) Levende Erven, Manifest [atie] over ruimtelijke kwaliteit op erven in verandering, Atelier Overijssel, Zwolle
Dirk Jan Boes S1023449 // Deeltijd- maatwerk student Chr. Hogeschool Windesheim // School of Built Environment & Transport__
ARCHITECTUUR / A.P.
59
Geest en grond, een onderzoek naar het ontwikkelen van 5 wooneenheden in de Moespot | Vollenhove fase I Stedenbouwkundig ontwerp
Referentie project
Autobedrijf in kaal landschap
Combinatie van erfbeplanting en een recreatief padennetwerk als eigentijdse oplos sing voor de verstoorde verhouding tussen boerderij, erf en land.
DAAD ARCHITECTEN In rap tempo zijn de boerenerven bezig te verdwijnen. Één voor één transformeren zij tot burgererven waarop gewoond en/of gewerkt wordt. Dit heeft consequenties voor de opstallen, het erf en de relatie met het omliggende land. Waar drie elementen ooit een samenhangend geheel vormden, vallen vandaag de harde confrontaties tussen bebouwing (functie), erf en land op. Van een landschap met door bomen omzoomde verkaveling en schaalvergroting die het landschap visueel steeds opener, maar tege lijkertijd ontoegankelijker hebben gemaakt, zien we nu de gevolgen van een nieuwe kolonisatiegolf van het platteland. Erven zijn nu uitstallingen van private dromen of opslag van handelswaar, en ze liggen ‘kaal’ in het landschap. Met de komst van de bewoners en recreanten groeit ook de wens dit landschap aantrekkelijker en toegan kelijker te maken. Een combinatie van erfbeplanting en een recreatief padennetwerk, als een eigentijdse oplossing voor de verstoorde verhouding tussen boerderij, erf en land, biedt uitgelezen kansen om opnieuw een kleinschalig, beleefbaar en interes sant landschap te laten groeien.
Bron: Janssen, P. Gedep. Van Provincie Overijssel, (2007) Levende Erven, Manifest [atie] over ruimtelijke kwaliteit op erven in verandering, Atelier Overijssel, Zwolle
Dirk Jan Boes S1023449 // Deeltijd- maatwerk student Chr. Hogeschool Windesheim // School of Built Environment & Transport__
ARCHITECTUUR / A.P.
60
Geest en grond, een onderzoek naar het ontwikkelen van 5 wooneenheden in de Moespot | Vollenhove fase I Stedenbouwkundig ontwerp
Referentie project
DAF ARCHITECTEN
HET ERF IS EEN WEDERKERIG PRINCIPE
Catherine Visser
Het maakt landschap en wordt door landschap gemaakt.
schalige ontginning vanuit het erf. Het erf richt zijn omgeving naar behoefte in (weg, houtwal, akker en bosperceel). Nadat deze situatie eeuwenlang sluimerde is Twente in de 19de eeuw met kanalen, spoorlijnen begaanbaar gemaakt. Hiermee heeft het landschap industrialisering, verstedelijking en uiteindelijk grootschalige landbouw en ‘foot-loose’-bedrijvigheid in zich opgenomen en is het een complexe constellatie
Met het wederkerige principe van het erf kunnen we de innige vervlechting van schalen en structuren en van bebouwing en landschap begrijpen en voortzetten die zo kenmerkend is voor een regio als Twente.
infrastructuur en percelen is aangevuld met linten daar waar het landschap in steden en dorpen stenig werd. Grote industriële complexen zijn landmarks en katalysators geworden van verdichting en ontwikkeling. Aaneengesloten bossen bleven in stand door privébezit van industriëlen. Ondanks deze ontwikkelingen is het landschap een geheel gebleven, leesbaar tot in de binnensteden. Het erf is hierin zo belangrijk omdat het een ideale wederkerige relatie tussen bebouwing en landschap schept in schaal en functie. Daarom zou ik de wederkerigheid van het erf willen v ransformatie leidt tot verandering en ontwikkeling van het landschap. Veranderingen in het landschap leiden tot veranderingen op het kavel. In de schets is deze wederkerigheid in twee schalen toegepast op het landschap tussen Hengelo en Oldenzaal.
verdicht in de stad en verdunt op slechte gronden. Het erf is de knoop van waaruit akker, bos en laan gebruikt worden en bevat het gemengde boerenbedrijf. Dit erf kan nu als leidraad voor gemengd gebruik en bottom-up transformatie van het landschap dienen.
In het KLEIN Het erf nestelt zich in het landschap. Het richt zijn omgeving naar behoefte in met weg, houtwal, akker en bosperceel.
In het GROOT Het erf is een brandpunt in het landschap. Het benut grootschalig landschap en infrastructuur.
In het totale landschap vormen de snelweg, het spoor, het vliegveld, bedrijfsterrei nen en nieuwe woonwijken de nieuwe grootschalige structuren. Zou het wederkerig principe van het erf ook op deze grotere schaal kunnen aanzetten tot een samenhangende ruimte? Voorbeelden van hoe dat kan zijn de Hengelose Es van van den Broek en Bakema en de campus van de TU Twente. Dit soort projecten heb ik naar analogie grote erven genoemd. Met het wederkerige principe van het erf kunnen we de innige vervlechting van schalen en structuren en van bebouwing en landschap begrijpen en voortzetten die zo kenmerkend is voor een regio als Twente. Dit in tegenstelling tot het knellende ‘rood-groen’- denken dat de laatste tijd tot wezenloze generieke woongebieden en een krimpend landschap heeft geleid.
Bron: Janssen, P. Gedep. Van Provincie Overijssel, (2007) Levende Erven, Manifest [atie] over ruimtelijke kwaliteit op erven in verandering, Atelier Overijssel, Zwolle
Dirk Jan Boes S1023449 // Deeltijd- maatwerk student Chr. Hogeschool Windesheim // School of Built Environment & Transport__
ARCHITECTUUR / A.P.
61
Geest en grond, een onderzoek naar het ontwikkelen van 5 wooneenheden in de Moespot | Vollenhove fase I Stedenbouwkundig ontwerp
Referentie project
Stap 1: functioneel strippen
ARCHITECTENBUREAU K2 i.s.m. LA4SALE Erfverkleuring, Case study Deventer
Stap 2: 50% inhoud slopen
Het project betreft een korte snelle studie met het oogmerk te onderzoeken wat een transformatie kan bijdragen aan het behoud of de verrijking van het landschap. de ruimtelijke kwaliteit, is in deze studie gekozen voor een concrete ‘case’: een boerenerf bij Deventer. Als eerste is gekeken hoe het erf kan transformeren van een woon-werk omgeving van één familie, naar een combinatie-erf. Het programma van woonerf, recreatie-erf (bed & breakfast) èn een studieerf voor de opleiding Plattelandsvernieuwing, betekende meerdere bewoners en gebruikers op het erf. Dit resulteerde in veranderingen in het domein. Een erfeigenaar die aan een transforma Stap 3: nieuwbouw studio
de mogelijkheid (of ontsnapping) om twee geschakelde erven te maken. Elk heeft een eigen karakter en ontsluiting. Een voormalige schuur waarin een logiesmogelijk heid wordt gerealiseerd, schakelt de twee erven programmatisch, maar scheidt ze ruimtelijk. Als tweede is ingezet op een zo geleidelijk mogelijke transformatie, met behoud van bijna alle ruimtevormende bebouwing. Door een vrije interpretatie van de Rood voor Rood-regeling is van alle agrarische schuren de kap behouden, is het volume eronder voor 50% afgebroken en is een levend studie-erf onstaan met een rijke reeks van buiten-, binnen- en tussenruimten.
Bron: Janssen, P. Gedep. Van Provincie Overijssel, (2007) Levende Erven, Manifest [atie] over ruimtelijke kwaliteit op erven in verandering, Atelier Overijssel, Zwolle
Dirk Jan Boes S1023449 // Deeltijd- maatwerk student Chr. Hogeschool Windesheim // School of Built Environment & Transport__
ARCHITECTUUR / A.P.
62
Geest en grond, een onderzoek naar het ontwikkelen van 5 wooneenheden in de Moespot | Vollenhove fase I Stedenbouwkundig ontwerp
Referentie project
In een in 2006 gemaakte autonome bijdrage voor Meerstad (Groningen), aan de rand van stad en platteland, is in het water voor het hart van Meerstad een schuurstad gevisualiseerd. De landelijke erfstructuur wordt geplaatst in een stedelijk grid en vormt een nieuwe omgeving waarbij de lege opstallen uitdagen voor ieder gebruik.
ONIX Ontwikkelingen Boerenerven Onix heeft een grote interesse voor schuren, boerderijen en boerenerven. Voor de lende nieuwbouwprojecten. De boerderijen zijn het voorbeeld van de combinatie wonen/werken met een grote zelfstandigheid en vertegenwoordigd een grote traditie van bouwen en een rijkdom aan materialisering. De boerenerven hebben een aantrekkelijke mate van intimiteit temidden van een ruige omgeving. De relatie van de erven met de opstallen en omgeving, de inrichting en de ontsluiting bieden mogelijkheden tot micro-verstedelijking van het platteland. Kan het werk wat geïnspireerd is op het boerenerfgoed ook een inspiratie vormen voor de ontwikkeling van de boerenerven in de toekomst?
Woonhofgebouw: stedelijk wonen in de verlengde schuur
Bron: Janssen, P. Gedep. Van Provincie Overijssel, (2007) Levende Erven, Manifest [atie] over ruimtelijke kwaliteit op erven in verandering, Atelier Overijssel, Zwolle
Dirk Jan Boes S1023449 // Deeltijd- maatwerk student Chr. Hogeschool Windesheim // School of Built Environment & Transport__
ARCHITECTUUR / A.P.
63
Stedenbouwkundig concept
fase I | stedenbouwkundig ontwerp
Geest en grond, een onderzoek naar het ontwikkelen van 5 wooneenheden in de Moespot | Vollenhove
Stedenbouwkundig ontwerp 6. STEDENBOUWKUNDIG CONCEPT 6.1.
INLEIDING
In dit gedeelte wordt het concept voor het plangebied weergegeven. De inrichting en beeldkwaliteit van het plangebied zal worden bepaald door de drie aspecten, te weten: - conceptstructuur / volumeverhouding (stedenbouwkundige opzet) - structuurschets (verkaveling, bebouwing en ontsluiting) - materialisering en de inrichting, en van de openbare ruimte
fase I fase II fase II
De stedenbouwkundige opzet van het plangebied Het plangebied vormt een kleinere concentratie in de vorm van een buurtschap. De bebouwing ligt niet in de rooilijn en is op de weg georiënteerd. Dit kleinschalige landschap wordt gekenmerkt door grillige lijnen, hoogteverschillen (er loopt één hoogte lijn door het plangebied), wegbeplanting, houtwallen en bossen (het gehele gebied is beschreven in de hoofdstukken stedenbouwkundige opzet 4.3.1.3.3.). De huidige landschappelijke structuur en korrelgrootte dient als basis bij de ontwikkeling van het plangebied. Hierbij moet rekening worden gehouden met de volgende elementen: x x x x
in de planontwikkeling het belangrijkste historische verdwenen panden (het tolhuis en de 2e herberg), te integreren met een hedendaags karakter; de architectuur dient aan te sluiten op de korrelgrootte van het gehucht, zowel qua bebouwing alsmede de ruimtelijke kwaliteiten; de uitstraling en identiteit van de woningbouw dient het karakter van het gehucht te behouden; het landschap (erfbeplanting etc.) dient binnen het plangebied op micro niveau de architectuur te versterken;
Deze elementen dienen uiteindelijk herkenbaar terug te vinden te zijn in de structuur van het plangebied. Daarnaast dienen groenelementen, bebouwing, landschappelijke structuur en historische aspecten zoveel mogelijk te volgen. Leidraad bij het maken van het architectonische ontwerpvoorstel voor het plangebied zal dit vooronderzoek zijn.
Dirk Jan Boes S1023449 // Deeltijd- maatwerk student Chr. Hogeschool Windesheim // School of Built Environment & Transport__
ARCHITECTUUR / A.P.
65
Geest en grond, een onderzoek naar het ontwikkelen van 5 wooneenheden in de Moespot | Vollenhove fase I Stedenbouwkundig ontwerp
Omgevings DNA (kaart) Voormalige handelsroute Blokzijl | Kuinre | Lemmer
hoogtelijn
Voormalige kustlijn
Beulakerwijde Nationaal park De Weerribben De Wieden Moespotvaart
Flevoland
Vollenhovermeer
Leeuwte St Jansklooster
Historisch object | voormalig Tolhuis op handelsroute
1
PLANGEBIED
(GOOGLE EARTH KAART VOLGENDE PAGINA)
Historisch object | voormalige herberg op handelsroute (verdwenen omstreeks 1878)
2 3
Historisch object | voormalige herberg op handelsroute (sinds 1850 ‘bruin cafe)
Weg van Twee Neijenhuizen Plangebied
LEGENDA
Emmeloord Noord Oost Polder
Schaal 1.1000
St Jansklooster | Giethoorn | Meppel
hoogtelijn Industrie Vollenhove
industrie contour ontsluiting contour Vollenhove-stad
hoogtelijn
voormalige kustlijn (zuiderzee) Industrie Vollenhove
moespotvaart eiland (in Vollenhovermeer) Industrie Vollenhove
hoogtelijnen stuwwallandschap loofbebossing
Industrie Vollenhove
N
centrum Stad Vollenhove
bebouwingcontour plangebied
21 JUN 4
locatie plangebied
Haven
historische locatie voortvloeiend uit onderzoek
Flevoland
Voormalige kustlijn
O
W
hoogtelijn
Voormalige Handelsroute Zwartsluis | Hasselt | Zwolle | Deventer
‘09 21 DEC
Z
12 uur zomertijd
Historisch object | voormalige havezate Twee Neijenhuizen van fam. Sloet (verdwenen)
Dirk Jan Boes S1023449 // Deeltijd- maatwerk student Chr. Hogeschool Windesheim // School of Built Environment & Transport__
ARCHITECTUUR / A.P.
66
N
Geest en grond
schaal 1.500 | GEBIED MOESPOT | VOLLENHOVE
Herontwikkeling locatie industrieterrein Moespot - Vollenhove Afstudeerproject van Dirk Jan Boes binnen Team 2 Studio voor de bouwkunst B.V.
fase I | maquette stedenbouwkundig ontwerp
Stedenbouwkundig ontwerp
uwte
Geest en grond, een onderzoek naar het ontwikkelen van 5 wooneenheden in de Moespot | Vollenhove
Lee
Schaal 1.1000
Blokzijl
2
Moespot
Moespot
Weg
3 van T
wee
Neije
nhuiz
en (v
historisch object verdwenen herberg
oorm
gesaneerd plangebied 3350 m2 alige
Zuid
erze
eker
ing)
Vollenhove
Weg van Twee
Neijenhuizen
)
iderzeekering
(voormalig Zu
historisch object cafe Moespot voormalige herberg
Voormalige handelsroute Blokzijl | Kuinre | Lemmer
hoogtelijn
Voormalige kustlijn
Beulakerwijde Nationaal park De Weerribben De Wieden
Uitgangspunten voor de 3350 m2
Moespotvaart
Flevoland
hoogtelijn
Vollenhovermeer
Leeuwte St Jansklooster
Weg van Twee Neijenhuizen
Emmeloord Noord Oost Polder St Jansklooster | Giethoorn | Meppel
hoogtelijn Industrie Vollenhove
hoogtelijn
Industrie Vollenhove
Industrie Vollenhove
Industrie Vollenhove
centrum Stad Vollenhove 4
Haven
‘09
hoogtelijn
Flevoland
Voormalige Handelsroute Zwartsluis | Hasselt | Zwolle | Deventer
Voormalige kustlijn
Dirk Jan Boes S1023449 // Deeltijd- maatwerk student Chr. Hogeschool Windesheim // School of Built Environment & Transport__
* vernieuwende architectuur in de geest van het gehucht, afgeleiden van de hallehuisgroep * in de planontwikkeling het belangrijkste historische verdwenen panden (het tolhuis en de 2e herberg), te integreren met een hedendaags karakter * de architectuur dient aan te sluiten op de korrelgrootte van het gehucht, zowel qua bebouwing alsmede ruimtelijke kwaliteiten * de uitstraling en identiteit van de woningbouw dient het karakter van het gehucht te behouden * het landschap (erfbeplanting etc.) dient binnen het plangebied op micro niveau de architectuur te versterken
‘09
ARCHITECTUUR / A.P.
68
Stedenbouwkundig ontwerp
Geest en grond, een onderzoek naar het ontwikkelen van 5 wooneenheden in de Moespot | Vollenhove
6.2.
MAQUETTE / MASSASTUDIE
Om tot een concept ontwerp te komen voor het opnieuw in te richten plangebied, heb ik een maquette gemaakt bedoeld als vormstudie, om zodoende te analyseren of het bij de korrelgrootte past.
Het te realiseren programma ten behoeve van de woningen en de voorzieningen bedraagt c.a. 100 m² tot 120 m² per wooneenheid. Op onderstaande beelden van de studie is het programma (op basis van fictieve korrelgrootte vormen) in massa weergegeven.
In het programma is aangegeven dat binnen het plangebied de volgende functies gerealiseerd moeten kunnen worden: - één twee-onder-één kap woning - drie vrijstaande wooneenheden
Het plangebied (links duidelijk zichtbaar) heeft een oppervlakte heeft van ca. 3350 m², zodoende blijft er dan nog ca. 2.800 m² over ten behoeve van bijgebouwen, groen en water.
Naast het realiseren van bovenstaande voorzieningen zal voldoende ruimte gereserveerd moeten worden voor de aanleg van bijgebouwen, groen en eventueel waterpartijen.
stedenbouwkundige maquette plangebied moespot zonder bebouwing
Dirk Jan Boes S1023449 // Deeltijd- maatwerk student Chr. Hogeschool Windesheim // School of Built Environment & Transport__
stedenbouwkundige maquette plangebied moespot met massastudie
ARCHITECTUUR / A.P.
69
Geest en grond, een onderzoek naar het ontwikkelen van 5 wooneenheden in de Moespot | Vollenhove
Stedenbouwkundig ontwerp 6.3.
STRUCTUUR PLANGEBIED
Verkavelingplan Het plangebied dient te bestaan uit verschillende verkavelingprincipes voortkomend uit eigen programma’s van eisen, stedenbouwkundig wensbeeld en realisatiewijze. De verkaveling is vrij invulbaar. Bebouwing Op drie kavels dienen vrijstaande wooneenheden ontworpen te worden, op één kavel een twee-onder-één-kap wooneenheid. Er is een mogelijkheid tot verschillende kaveldiepten en kavelbreedten passende binnen de huidige landschappelijke- en korrel structuur. Materialisering In het plangebied zullen 5 wooneenheden gerealiseerd gaan worden. Om variatie in het ontwerp te realiseren kies ik er voor om diverse kleuren uit het baksteenpalet te kiezen, kapvormen te wisselen en verschillende gevelcomposities voor elke woning afzonderlijk te ontwerpen Het wisselend toepassen van aanbouwopties draagt eveneens bij tot het individuele uiterlijk van elke woning. Architectonische middelen zijn hiervoor onder andere verandering in richting van de kap, geleding door kleurgebruik en in massa. Aangezien deze nieuwe bebouwing langs de voormalige Zuiderzeedijk straks het visitekaartje van het gehucht De Moespot zal zijn, dient hier met zorg een uitgebalanceerd en afwisselend gevelbeeld te ontstaan met in ogenschouw genomen de geest van de grond van het buurtschap. Erf indeling In het ontwerpvoorstel zal ik proberen de architectuur te versterken door het ontwerpen van verschillende erfinrichtingen met een eigen identiteit. Zowel de architectuur van het huis alsmede zijn omgeving speelt bij het plangebied dan ook een belangrijke rol, met de mogelijkheid is voor hobbydieren, tuinieren en het verbouwen van eigen groente in de moestuin. De erfinrichting draagt bij aan een prettige en functionele leefomgeving en versterkt de architectuur
Dirk Jan Boes S1023449 // Deeltijd- maatwerk student Chr. Hogeschool Windesheim // School of Built Environment & Transport__
ARCHITECTUUR / A.P.
70
Stedenbouwkundig ontwerp
Geest en grond, een onderzoek naar het ontwikkelen van 5 wooneenheden in de Moespot | Vollenhove
< ---- > < ---- > < --- >
< ---- >
> < ---< ---- >
< ---- >
iderz
< ---- > < ---- > < ---- > < ---- >
eeke
ring)
Weg va
Wooneenheid (dijk) Wooneenheid (enkel)
hoog
Wooneenheid (dubbel) Wooneenheid (enkel) Dirk Jan Boes S1023449 // Deeltijd- maatwerk student Chr. Hogeschool Windesheim // School of Built Environment & Transport__
telijn
PLANGEBIEDINVULLING + PROGRAMMA
stuww
alland
scha
p
‘09
ARCHITECTUUR / A.P.
71
Stedenbouwkundig ontwerp
Geest en grond, een onderzoek naar het ontwikkelen van 5 wooneenheden in de Moespot | Vollenhove
< ---- > < ---- > < --- >
< ---- > > < ----
< ---- > < ---- >
Wooneenheid
Wooneenheid (enkel)
< ---- > < ---- > PLANGEBIEDINVULLING + PROGRAMMA
< ---- > < ---- >
Wooneenheid (enkel)
Wooneenheid (dubbel) 2
2
Max. oppervlakte 125m2
Evt. locatie voor ‘dijkhuis’, voormalig tol
Max. oppervlakte 125m
Max. oppervlakte 125m2
Max. inhoud 750m3
Max. inhoud 750m3
Max. inhoud 750m3
Max. inhoud 750m3
Perceel min: 650m2
Perceel min: 650m2
Perceel min: 650m2
Perceel min: 650m2
Aansluiten op bestaande korrelgrootte.
Aansluiten op bestaande korrelgrootte.
Aansluiten op bestaande korrelgrootte.
Max. oppervlakte 125m
Gebruik maken van hoogtelijn, welke in het landschap is geïntegreerd.
Dirk Jan Boes S1023449 // Deeltijd- maatwerk student Chr. Hogeschool Windesheim // School of Built Environment & Transport__
ARCHITECTUUR / A.P.
72
Geest en grond, een onderzoek naar het ontwikkelen van 5 wooneenheden in de Moespot | Vollenhove
Stedenbouwkundig ontwerp
Brainstormschets voor verkaveling + plaatsing bebouwing / inspiratie
Schaal 1.500
‘09 GROEN WONEN - SILHOUET KAMELENRUG - GEEST GROND Dirk Jan Boes S1023449 // Deeltijd- maatwerk student Chr. Hogeschool Windesheim // School of Built Environment & Transport__
ARCHITECTUUR / A.P.
73
Stedenbouwkundig ontwerp
Geest en grond, een onderzoek naar het ontwikkelen van 5 wooneenheden in de Moespot | Vollenhove
Plangebied met omliggende verkaveling
Lee
uwte
Schaal 1.1000
Moespot Moespot
Blokzijl
Weg v
an Twe
plangebied aansluiten op bestaande korrelgrootte e Neij
enhuiz
en (voo
rmalig
Zuide
rzeeke
ring)
Vollenhove alige Zuiderzeekering)
Weg van Twee Neijenhuizen (voorm
vollenhovermeer
Dirk Jan Boes S1023449 // Deeltijd- maatwerk student Chr. Hogeschool Windesheim // School of Built Environment & Transport__
‘09
ARCHITECTUUR / A.P.
74
Stedenbouwkundig ontwerp
Geest en grond, een onderzoek naar het ontwikkelen van 5 wooneenheden in de Moespot | Vollenhove
hoogtelijn stuwwallandschap
Verkavelingsschets plangebied loofbebebossing
uwte
plangebied aansluiten op bestaande korrelgrootte
Lee
moespotvaart
kavels op basis van hoogtelijn + confermeren aan omliggende verkaveling
Schaal 1.1000
Moespot
Blokzijl Moespot
Weg v
an Twe
e Neij
enhuiz
en (voo
rmalige
Zuide
Vollenhove
rzeeke
ring) alige Zuiderzeekering)
Weg van Twee Neijenhuizen (voorm
dijkwoning met uitzicht op Vollenhovermeer, geinspireerd op voormalig Tolhuis
vollenhovermeer Dirk Jan Boes S1023449 // Deeltijd- maatwerk student Chr. Hogeschool Windesheim // School of Built Environment & Transport__
Plangebied Ontsluiting
‘09
Bebouwing
erfafscheiding door middel van houtwallen + solitaire beplanting
Verkavelingslijn
hoogtelijn stuwwallandschap
Water ARCHITECTUUR / A.P.
75
Geest en grond, een onderzoek naar het ontwikkelen van 5 wooneenheden in de Moespot | Vollenhove
Kavel 1 = 780 m2 Max. bebouwingscontour = 125m2 dijkwoning
Stedenbouwkundig ontwerp
Kavel 2 = 720 m2 Max. bebouwingscontour = 125m2
Kavel 3 = 1020 m2 Max. bebouwingscontour = 125m2 2 wooneenheden
Kavel 4 = 840 m2 Max. bebouwingscontour = 125m2
Bebouwingscontour Ontsluiting Wegen Kavellijn Groen Houtwallen Erf
‘09
Wooneenheid
Wooneenheid (enkel)
Wooneenheid (enkel)
Wooneenheid (dubbel) 2
2
Max. oppervlakte 125m2
Evt. locatie voor ‘dijkhuis’, voormalig tol
Max. oppervlakte 125m
Max. oppervlakte 125m2
Max. inhoud 750m3
Max. inhoud 750m3
Max. inhoud 750m3
Max. inhoud 750m3
Perceel min: 650m2
Perceel min: 650m2
Perceel min: 650m2
Perceel min: 650m2
Aansluiten op bestaande korrelgrootte.
Aansluiten op bestaande korrelgrootte.
Aansluiten op bestaande korrelgrootte.
Max. oppervlakte 125m
Gebruik maken van hoogtelijn, welke in het landschap is geïntegreerd.
Dirk Jan Boes S1023449 // Deeltijd- maatwerk student Chr. Hogeschool Windesheim // School of Built Environment & Transport__
ARCHITECTUUR / A.P.
76
Stedenbouwkundig ontwerp
Geest en grond, een onderzoek naar het ontwikkelen van 5 wooneenheden in de Moespot | Vollenhove
Structuurschets plangebied met contourbebouwing + verkaveling
Moespot
Schaal 1.500
Bebouwingscontour Ontsluiting Wegen Kavellijn Groen Houtwallen Erf
‘09 Blokzijl
Weg van Twee Neijenhuizen (voormalige Zuiderzeekering)
Kavel 2 = 720 m2 Max. bebouwingscontour = 125m2 Kavel 1 = 780 m2 Max. bebouwingscontour = 125m2 dijkwoning
Dirk Jan Boes S1023449 // Deeltijd- maatwerk student Chr. Hogeschool Windesheim // School of Built Environment & Transport__
Vollenhove
Kavel 4 = 840 m2 Max. bebouwingscontour = 125m2
Kavel 3 = 1020 m2 Max. bebouwingscontour = 250m2 2 wooneenheden
Totale oppervlakte: 1350 m2
ARCHITECTUUR / A.P.
77
Stedenbouwkundig ontwerp
Geest en grond, een onderzoek naar het ontwikkelen van 5 wooneenheden in de Moespot | Vollenhove
structuurschets + profieldoorsnede
bestaande bebouwing
profieldoorsnede A
Moespot
gemeenschappelijke ontstluiting twee vrijstaande woningen
Moespot
erfafscheiding d.m.v. houtwallen met beplanting Bebouwingscontour
vrijstaande woning + bijgebouwen
Ontsluiting
twee-onder-een kap woning solitaire of lindebomen
Wegen Kavellijn
vrijstaande dijkwoning
Groen
vijver loofbebossing
Houtwallen Erf
‘09
Blokzijl
Weg van Twee Neijenhuizen (voormalige Zuiderzeekering)
Vollenhove
profieldoorsnede A
dijkprofiel met loofbos en struiken
solitaire of lindebomen
solitaire of lindebomen houtwal + beplanting
bestaande bebouwing
vijver
profieldoorsnede schaal 1.250 Dirk Jan Boes S1023449 // Deeltijd- maatwerk student Chr. Hogeschool Windesheim // School of Built Environment & Transport__
erfafscheiding d.m.v. houtwallen
slootje
wegdek
ARCHITECTUUR / A.P.
78
Geest en grond, een onderzoek naar het ontwikkelen van 5 wooneenheden in de Moespot | Vollenhove
6.4.
Stedenbouwkundig ontwerp
WENSBEELD
De kleur en materialisering (zoals in het hoofdstuk; kleur en materialisering 5.3.7. is beschreven) dient leidend te zijn voor het plangebied.
Bouwkundige kenmerken: - extra aandacht voor de presentatie van de voorgevel, zijgevels meer sober; - daken met afwisselende nokrichtingen en bedekking - verticale deur- en raamopeningen, veel glas; - indien dakkapellen aan de voorzijden; afwisselend op dakvlak of in de goot; - topgevels in bijvoorbeeld red cedar; - daar waar nodig overkragende daken en goten, met uitzondering bij topgevels.
Vollenhove
Materiaalgebruik: - streekeigen materialen; - gevels van baksteen of stucwerk, veelal met detaillering in afwijkende baksteenkleuren en of bijvoorbeeld stuckwerk; - keramische pannen of een rieten kap; - houten kozijnen met juiste maatverhouding; - zink, lood en koper voor goten en overige details. Kleurstelling: - de kleurstelling van de gevels, de daken en de kozijnen dient; aan te sluiten bij de bestaande bebouwing binnen het deelgebied; - gevels, overwegend rood-bruin / donker metselwerk, enkele afwijkende gevelkleuren in bijvoorbeeld lichter baksteen of bijvoorbeeld stuckwerk; - pannen antraciet, rood; - kozijnen, boeiboorden en luifels: wit, groen of zwart; - hout bij voorkeur in aardetinten.
Dirk Jan Boes S1023449 // Deeltijd- maatwerk student Chr. Hogeschool Windesheim // School of Built Environment & Transport__
ARCHITECTUUR / A.P.
79
Geest en grond, een onderzoek naar het ontwikkelen van 5 wooneenheden in de Moespot | Vollenhove
Stedenbouwkundig ontwerp
Afbeeldingsbron: Het Oversticht, (2008)
Dirk Jan Boes S1023449 // Deeltijd- maatwerk student Chr. Hogeschool Windesheim // School of Built Environment & Transport__
ARCHITECTUUR / A.P.
80
Geest en grond, een onderzoek naar het ontwikkelen van 5 wooneenheden in de Moespot | Vollenhove
Stedenbouwkundig ontwerp 6.1.
SUBCONCLUSIE
Het stedenbouwkundige concept is het resultaat van fase I en beantwoord in die zin de 1e centrale vraag uit hoofdstuk 3 Opgave. Namelijk het onderzoeken naar de mogelijkheden van woningbouw op een te saneren industrieterrein waarbij er naar dynamische vertaling van regionale, sociale en cultuurhistorische kwaliteiten van het Hoge land van Vollenhove – gebied Moespot – dient te worden gezocht. Vanuit de verschillende analyses zijn conclusies getrokken en tezamen met de diverse andere onderzoeksresultaten hebben die geleid tot een synthese voor een stedenbouwkundig concept. Dit concept is verwoord in een visie en bijbehorend programma en gevisualiseerd in een massastudie. Het stedenbouwkundig concept voorziet in 5 wooneenheden. Geïntegreerd in deze concept planontwikkeling is het belangrijkste historische verdwenen pand (het tolhuis), deze zal in fase II op architectonisch niveau met een hedendaags karakter worden uitgewerkt. De erfindeling van het concept krijgt een landelijk en groen karakter waarbij met name de positionering van de bebouwing op micro niveau de architectuur dient te versterken. In combinatie met het herintroduceren van erfafscheidingen zoals houtwallen en het plaatsen van divers groen zal het totale concept aansluiten op de korrelgrootte van het gehucht. Aspecten als kleur, materialisering, vorm en detaillering spelen hierbij een belangrijke rol. Architectonisch ontwerp Het volgende hoofdstuk zal het vervolg zijn op dit stedenbouwkundig concept. In deze fase zal met behulp vanuit het verkregen concept, een synthese behoren te volgen in de vorm van een architectonische uitwerking vertaald in gevelstudies, presentatie- en bestektekeningen en principe detaillering voor kavel 1.
Dirk Jan Boes S1023449 // Deeltijd- maatwerk student Chr. Hogeschool Windesheim // School of Built Environment & Transport__
ARCHITECTUUR / A.P.
81
Architectonische uitwerking
fase II | architectonisch ontwerp
Architectonisch ontwerp
Geest en grond, een onderzoek naar het ontwikkelen van 5 wooneenheden in de Moespot | Vollenhove
ten behoeve van kavel 1, gebied Moespot | Vollenhove
kavel 1
7. ARCHITECTONISCH ONTWERP De tweede centrale vraag van het onderzoek luidt: Is het mogelijk om op kavel 1 van het plangebied een architectonisch ontwerp te maken wat een dynamische vertaling is van regionale, sociale en cultuurhistorische kwaliteiten van het Hoge land van Vollenhove in ‘varianten’ van de huidige hallehuis typologieën voor woningbouw?
Wooneenheid (enkel) Max. oppervlakte 125m2 Max. inhoud 750m3
In dit hoofdstuk wordt naar een passend antwoord op deze vraag gezocht. De hiernaast schematisch weergegeven locatie met het beschreven cultuurhistorische kenmerk dient als werkveld voor het architectonische ontwerp. De opgave betreft het ontwerpen van 1 wooneenheid, te passen binnen de hiernaast schematisch weergegeven locatie.
Perceel min: 650m2 Aansluiten op bestaande korrelgrootte.
N
Verder uitgangspunt voor de vrijstaande woning is dat deze een maximum inhoud van 750m3 mag bezitten. En uiteraard de visie (zie hoofdstuk 5.7), met als belangrijkste kernpunten voor het ontwerp van kavel 1;
Kavel 1 = 840 m2 Max. bebouwingscontour = 125m2 profieldoorsnede A
N
x x
Moespot
gemeenschappelijke ontstluiting twee vrijstaande woningen
Moespot
erfafscheiding d.m.v. houtwallen met beplanting vrijstaande woning + bijgebouwen
x
de architectuur dient aan te sluiten op de korrelgrootte van het gehucht, zowel qua bebouwing alsmede de ruimtelijke kwaliteiten; de uitstraling en identiteit van de woningbouw dient het karakter van het gehucht te behouden; het landschap (erfbeplanting etc.) dient binnen het plangebied op micro niveau de architectuur te versterken;
twee-onder-een kap woning solitaire of lindebomen vrijstaande dijk- woning vijver
Tot slot wil ik ook graag een duurzaam aspect in het ontwerp verwerken; het is de bedoeling om de zon, als zowel actief en passieve warmtebron te gebruiken. Dit gezien de ideale ligging ten aanzien van het zuiden.
loofbebossing
Blokzijl
Weg van Twee Neijenhuizen (voormalig Zuiderzeekering)
Vollenhove Bebouwingscontour
profieldoorsnede A
dijkprofiel met loofbos en struiken
Ontsluiting
solitaire of lindebomen
solitaire of lindebomen
Wegen Kavellijn
houtwal + beplanting
Groen
bestaande bebouwing
vijver
Houtwallen Erf
profieldoorsnede schaal 1.250
erfafscheiding d.m.v. houtwallen
slootje
Dirk Jan Boes S1023449 // Deeltijd- maatwerk student Chr. Hogeschool Windesheim // School of Built Environment & Transport__
wegdek
‘09 ARCHITECTUUR / A.P.
83
Geest en grond, een onderzoek naar het ontwikkelen van 5 wooneenheden in de Moespot | Vollenhove
Architectonisch ontwerp ten behoeve van kavel 1, gebied Moespot | Vollenhove
7.1.
HET ONTWERPEN VAN EEN WONING
Het ontwerpen van een wooneenheid binnen de genius loci is een complexe opgave. De oorspronkelijke hallehuis bebouwing wat de basis vormt voor het ontwerp op kavel 1 zal aan de huidige eisen van deze tijd moeten voldoen. Een woning is meer dan een gebouw, simpelweg omdat woningen een inherent onderdeel zijn van ieder mensenleven. Mensen worden er geboren, leren lopen en praten, groeien erin op, ‘komen thuis’ na activiteiten buiten de deur. Het is dus belangrijk om tijdens het ontwerpen van woningen bewust te zijn van de vele verschillende activiteiten welke er in een woning plaats vinden. Identiteit Wat is nu eigenlijk precies een woning? Volgens de Van Dale Online 2009: (wo·ning de; v -en; ninkje huis, verblijf 1 ) Volgens de Duitse filosoof Martin Heidegger is een woning; de verwezenlijking van zijn eigen identiteit wat volgens Heidegger de ware essentie van het wonen inhoud. Woning en omgeving Je woont niet alleen in een woning, maar ook in een straat, dorp, stad, in een bos, land, provincie of een werelddeel. Het wonen vind dan ook plaats als onderdeel van een groter geheel, in een omgeving die op verschillende schaalniveaus betekenis heeft voor de beleving van het wonen. Als de woning een scheiding maakt tussen binnen en buiten, vindt het wonen aan beide zijden van deze scheiding plaats. Hoe je bijvoorbeeld van je woning naar je werkplek gaat maakt in grotere zin ook deel uit van het wonen. Daarom is wonen dan ook stilzwijgend opgenomen in onze samenleving. Ontwerp Het is dan ook aan mij als ontwerper om een plaats te creëren om te wonen, maar dit brengt ook tevens beperkingen met zich mee. Een gerealiseerd ontwerp biedt kansen voor het ontstaan van bepaalde vormen van bewoning, maar het maakt tegelijkertijd het ander weer moeilijk. Iedere wand, vloer, opening en afmeting van een ruimte bepaalt – gewild of ongewild – mede de mogelijkheden die in de woning verborgen zitten. Het is dan ook belangrijk om al tijdens het maken van het ontwerp deze mogelijkheden bij elke lijn op tekening te beschrijven. In een plattegrond en doorsnede van een woning liggen de vrijheden van bewoning al grotendeels besloten. 1
Dirk Jan Boes S1023449 // Deeltijd- maatwerk student Chr. Hogeschool Windesheim // School of Built Environment & Transport__
Bron: Van Dale Online, (2009) Online woordenboek, © Van Dale Uitgevers, Utrecht/Antwerpen
ARCHITECTUUR / A.P.
84
Geest en grond, een onderzoek naar het ontwikkelen van 5 wooneenheden in de Moespot | Vollenhove
Architectonisch ontwerp ten behoeve van kavel 1, gebied Moespot | Vollenhove
Het aantal ruimtes binnen een woning, de afmeting, onderlinge ligging en oriëntatie, de mogelijkheden tot contact met de buitenwereld; de manier van ontsluiten, hoe de overgang tussen binnen en buiten is vormgegeven; de oriëntatie ten opzichte van andere woningen de directe omgeving, de manier waarop het ontwerp vorm geeft aan en reageert op haar context; deze aspecten dienen niet uit het oog worden verloren tijdens het ontwerpproces.
Concept Ontwerpregels worden in principe voor ieder ontwerp uniek ontwikkeld. Een samenhangend geheel kan worden bereikt door verschillende ontwerpkeuzes af te leiden uit één leidend hoofdidee, waaraan ander beslissingen onderschikt worden gemaakt. Dit hoofdidee, de grondgedachte van het ontwerp is het concept. De ontwikkeling van het concept zoals ik tijdens het onderzoek heb opgesteld vormt dan ook de basis voor het vormgeven en ordenen van het ontwerp: “Een concept hoeft zicht nog niet uit te spreken over de vorm van het uiteindelijke ontwerp, het doet in de eerste plaats geen uitspraken over het idee, het karakter en de oplossingsrichting. Het concept geeft uitdrukking aan de grondgedachte achter een ontwerp, het geeft richting aan de ontwerpkeuzes en sluit tegelijkertijd varianten uit, het organiseert bij wijze van spreken de ontwerpkeuzes.2”
Typologie Je kunt als ontwerper nog zo origineel willen zijn, je zult of je wilt of niet altijd gebruik maken van eerder toegepaste ideeën of principes. Het wiel wordt niet telkens opnieuw uitgevonden, als ontwerper kun je putten uit een schat van informatie waar op voort gebouwd kan worden. Om uit kennis en ervaring te kunnen putten is het nodig om de kennis te systematiseren. Dit hele kennisgebied om gebouwen of onderdelen van gebouwen te kunnen indelen en benoemen / schematiseren noemen we typologie. Tijdens mijn onderzoek naar de geest van de grond heb ik onder anderen de typologieën van de omgeving onderzocht, deze vormen dan ook een basis voor het ontwerp.
Ruimtelijke organisatie Wonen bestaat uit talloze activiteiten waarmee iedereen zicht dagelijks bezig houdt. Er dient dan ook niet alleen een woningplattegrond te worden ontworpen, maar ook bijvoorbeeld; de voordeur met de straat te verbinden, bedenken waar een fiets of auto geparkeerd moet worden, hoe je langs de buren loopt en of er buren langs ramen van het ontwerp lopen, of je straat- of juist tuingericht wilt wonen. Het is echter ook belangrijk of het ontwerp op de bestaande stedelijke structuur aansluit, of het hoger of lager is, meer naar voren of naar achteren staat; wat weer gevolgen heeft voor het aantal woningen past.
Dirk Jan Boes S1023449 // Deeltijd- maatwerk student Chr. Hogeschool Windesheim // School of Built Environment & Transport__
Zeker bij een project waar 5 wooneenheden tegelijk ontwikkeld worden zijn deze aspecten van groot belang. Het is mogelijk dat er door ervaring en kennis al besef is van de consequenties van bepaalde afmetingen en oriëntatie voor de kwaliteit van de interne ruimteverdeling. Om uiteindelijke beslissingen op de schaal van het gebouw begrijpelijk te maken, zal eerst de organisatie van de ruimte op de vierkante meter bestudeerd moeten worden. Zowel klein als groot, van de organisatie van de omgeving, ruimte, locatie van de woning, tot organisatie van het woongebouw.
Materiaal en ruimte Om ruimte te maken moet je deze begrenzen, met materie. Deze materie moet scheiden en indien de ruimte overdekt is, mogelijk ook dragen. Naast scheiden en dragen heeft de materie een verschijningsvorm, welke vanuit de begrensde ruimte wordt ervaren. Of het nu om een huis of een gedeelte van de stad, tuin, een park of een landschap gaat, in alle gevallen heeft een ontwerp betrekking op een samenstel van ruimten en materiaal. Bij een huis zijn dat de kamers tegenover de muren en wanden. In de ruimten vinden de activiteiten plaats. Daar is het programma op gesitueerd. Vorm, plaats en aard van het materiaal bepalen in de breedste zin van het woord de eigenschappen van deze ruimte. Zo wordt de kwaliteit van een plein bepaald door de vorm, plaats, aard en de functie van de gebouwen die rond dat plein staan en bepalen de vorm, aard en kwaliteit van het omhullende materiaal de kwaliteit van een vertrek in een huis. Een gebouw krijgt het predicaat architectuur naarmate het duurzaam, doelmatig en uiterlijk schoon (mooi) is of wel zoals de Romeinse architect Vitruvius het noemde: firmitas, utilitas,en venustas. Een gebouw wordt gebouwd met materiaal, door materiaal samen te voegen, te organiseren en te detailleren wordt ruimte, maat, lichtval etc. gerealiseerd. Voor dit samenvoegen, organiseren en detailleren van het materiaal – in architectonische zin- wordt het begrip tektoniek gebruikt.
Schoonheid Over smaak valt (niet) te twisten toch is er over de verschijningsvorm van een woning meer te zeggen dan alleen het eindoordeel mooi of lelijk. Waar past het wel of niet bij ons gevoel voor schoonheid? Een woning wordt gemaakt met een bedoeling en straalt uit wat haar bedoeling is. Een woning wordt beleefd, creëert een sfeer, roept een stemming en emotie op. Het is dan ook belangrijk dat je als ontwerper je realiseert dat het gaat om de wisselwerking tussen het object – de woning – en de mens, de bewoner, gebruiker of beschouwer, een wisselwerking die ook subjectieve, emotionele en associatieve reacties teweegbrengt.
2
Bron: Leupen, B., (2002) Ways to study and research – urban, architectural and technical design, Delft Tekst naar aanleiding van Hoofdstuk 1: TU Delft faculteit Bouwkunde (2006) Het ontwerpen van woningen, Sieca Repro, Delft
ARCHITECTUUR / A.P.
85
Geest en grond, een onderzoek naar het ontwikkelen van 5 wooneenheden in de Moespot | Vollenhove
Architectonisch ontwerp ten behoeve van kavel 1, gebied Moespot | Vollenhove
7.2.
INSPIRATIE
Voor het plangebied wat leidend is voor dit onderzoek dient op ‘kavel 1’ een markante ‘woonboerderij’ ontworpen te worden, naar een hallehuis typologie. Als basis voor het ontwerp dient de ‘Geest van de grond’ en met behulp van het vooronderzoek wat heeft geresulteerd in het concept met visie, wil ik een moderne variant van de hallehuisgroep ontwerpen. Het programma voor deze kavel voorziet in een maximale bebouwing van 750 m3 inclusief bijgebouwen. Met de opgedane kennis van het vooronderzoek in gedachten wil ik een wooneenheid ontwerpen welke is opgebouwd uit een authentieke driedeling; het achterhuis bestaat uit een plattegrond van een hallenboerderij, het voorhuis is een vorm van een ‘dwarsdeel’.
inspiratie
Afbeeldingsbron: Het Oversticht, (2008)
Een ‘klein’ hallehuisboerderijtje (in de omgeving van het plangebied) heeft mij vanaf mijn jeugd al gefascineerd. De belangrijkste kenmerken van dit hallehuisje gelden ter inspiratie voor het ontwerp ten behoeve van kavel 1: Inspiratiekenmerken: Gevelindeling, zware kozijnhout, kleine negge, soberheid, terughoudend, niet rijkelijk gedetailleerd, rollaag (links), optisch is het een ‘eenheid’; Het gevoel voor verhouding, zwaarte (massa); Duurzaam, gezien de leeftijd, nog geheel authentiek en in goede staat; Materiaal- kleurgebruik, streekeigen materiaal, nieuwe generatie dakbedekking, wit accent kleur kozijnen Op de hierop volgende pagina is mijn inspiratie schets te zien.
Authentiek hallehuis-boerderijtje nabij Vollenhove welke ter inspiratie geldt; Fotografie : © D. Boes 2009
Dirk Jan Boes S1023449 // Deeltijd- maatwerk student Chr. Hogeschool Windesheim // School of Built Environment & Transport__
ARCHITECTUUR / A.P.
86
Geest en grond, een onderzoek naar het ontwikkelen van 5 wooneenheden in de Moespot | Vollenhove
Architectonisch ontwerp ten behoeve van kavel 1, gebied Moespot | Vollenhove
7.2.
INSPIRATIESCHETS
Dirk Jan Boes S1023449 // Deeltijd- maatwerk student Chr. Hogeschool Windesheim // School of Built Environment & Transport__
ARCHITECTUUR / A.P.
87
Architectonisch ontwerp
Geest en grond, een onderzoek naar het ontwikkelen van 5 wooneenheden in de Moespot | Vollenhove
zon / west
erfgrens
ten behoeve van kavel 1, gebied Moespot | Vollenhove
zichtlijn
7.3.
3-deling van een hallehuis zon als passieve warmtebron
afmetingen buitenwerks =
9000x12500
A
A
woonhuis - (entree, zitkamer) entree
stal - (serre, terras) deel - (verlijfsruimtes, kantoor, slaapkamer) tas - (verblijfsruimtes, keuken)
N
Ontsluiting
zichtlijn 2500
zon / oost
4500
c.a. 10 m2
huid van zuidgevel van glas warmte accumuleert / minder energie verbruik
passief / actief zongebruik
12500
A
slaapkamer c.a. 22 m2
-------------
deel / hobby - tv ------------kantoorruimten
lift tas / leefruimte
c.a. 10 m2
A
c.a. 50 m2
uitvoeren in glazenwand
c.a. 20 m2
-------------
c.a. 30 m2
-------------
open haard
impressie verdieping
entree mk / toilet
-------------
2500
‘09
verkeersruimte
badkamer
c.a. 12 m2
-brandmuuropkamer
lift
A
Beganegrond
4500
hooizolder / slaapkamer c.a. 30 m2
2500
9500
Dirk Jan Boes S1023449 // Deeltijd- maatwerk student Chr. Hogeschool Windesheim // School of Built Environment & Transport__
N
Verdieping
Het ontwerp is ingedeeld volgens de eenvoudige opzet zoals deze bij een hallehuis gebruikelijk was: de gehele begane grond van de woning bestaat uit woon- en leefgedeelte; zowel eten en drinken, zitten en koken bevinden zich over de gehele oost – zuid – westzijde van de woning. Het oorspronkelijke voorhuis (de zitkamer) wordt door middel van een ‘glazen brandmuur’ van het kook- en eetgedeelte gescheiden. Aan de noordkant bevinden zich twee ruimtes ter plaatse van het stalgedeelte. Deze ruimtes zijn meer onttrokken aan het woongedeelte, en zijn dan ook uitermate geschikt om bijvoorbeeld rustig televisie te kijken of er een hobby in uit te oefenen. De verdieping kan zowel door middel van een glazen personenlift alsmede een sobere trap worden bereikt; beiden monden uit in de verkeersruimte. Vanuit deze ruimte is zowel de natte ruimte bereikbaar alsmede de twee ruime slaapkamers welke zich tegen de beide kopgevels bevinden. De ruim opgezette badkamer bestaat uit: wc, douche, ligbad en wastafels. Zowel de slaapkamers als de badkamer zijn voorzien van daglicht middels een ‘dakvenster’. Zowel aan de voor- als achtergevel zijn de verticale gevelopeningen opvallend, deze waarborgen een enorme natuurlijke lichtinval. Van oost naar west is een zichtlijn door de gehele woning gecreëerd. De grote glasoppervlakken tussen de gebinten ter plaatse van de zuidgevel brengen het prachtige landschap - met een terras als overbrugging - naar binnen. De grote glazen deuren in de westgevel zijn een abstracte vertaling van vroegere baanderdeuren. De ‘stal’ raampjes ter plaatse van de noordzijde zorgen voor daglicht in de hobbyruimten, en geven duidelijk weer waar het jongvee vroeger heeft gestaan.
2500
‘tas / ------------keuken
HET ONTWERP
A
Op basis van het vooronderzoek is gekozen voor de toepassing van streekeigen materiaalgebruik: de gevels van het huis zijn opgetrokken uit een strengpers rode baksteen. Door ter plaatse van de entree een sprong in de voorgevel te creëren is het onderscheid tussen het voorhuis en het stalgedeelte zichtbaar. Voor de dakbedekking is gekozen voor een opvolger van de ‘eerste generatie dakbedekking riet’. Deze bestaat daarom uit keramische dakpannen en vormt de ‘tweede generatie dakbedekking’ het gedeelte boven het terras bestaat uit ‘PV1-cel bedekking’ en is hiermee de ‘derde generatie dakbedekking’. De ‘zware’ houten kozijnen die slechts met een negge van 20 mm. in de gevel worden verwerkt, zullen wit van kleur zijn en worden hierdoor extra geaccentueerd. De voorgevel wordt ter plaatse van de entree afgewerkt met een zinken afdeklijst, aldus verwijzend naar de rollaag zoals op het inspiratiehuisje is toegepast. 1
fotofoltaïsch, afkorting uit het Engels van Photo Voltaic
verblijfruimte (woonkamer / leefkeuken)
badkamer
verkeersruimte
verblijfsruimte (slaapkamers)
ARCHITECTUUR / A.P.
88
Architectonisch ontwerp
Geest en grond, een onderzoek naar het ontwikkelen van 5 wooneenheden in de Moespot | Vollenhove
ten behoeve van kavel 1, gebied Moespot | Vollenhove
gevelsteen
zinken afdeklijst zon als passieve warmtebron
zinken afdeklijst Door ter plaatse van het ‘stalgedeelte’ de oorspronkelijke baksteen te vervangen door een huid voorzien van glas, zal deze leefruimte functioneren als uitnodigende en transparante ruimte die in directe verbinding met de tuin staat. Door het toepassen van het vele glas op het zuiden zal er een zone ontstaan die warmte accumuleert waardoor er minder energie verbruikt hoeft te worden.
- passieve warmtebron, zon -aangenaam binnenklimaat -laag energieverbuik -orientatie op de zon -goede schilisolatie, -effectieve kierdichting
Over de houten gebint constructie die vanuit de woning gedeeltelijk over het terras heen steekt, is een voorziening opgenomen waarop PV-cellen kunnen worden geplaatst. Door een schuifsysteem over de gebinten kunnen deze panelen zowel bij piekzon dienen voor de benodigde buitenzonwering alsmede een bron voor het opvangen van actieve zonne-energie. Door het schuifsysteem is het ook mogelijk om de PV-cellen toe te passen bij minder sterkte zonbelasting, deze zullen dan door de nok steken om dan de actieve energie van de zon op te vangen. Wanneer het terras volledig ‘open’ is zal de woning ook weer optimaal door de passieve zonne-energie verwarmd worden.
Voor- Oostgevel west zichtlijn
zon als passieve warmtebron 8500
terras
noord
zuid
Door het toepassen van dit systeem is er prompt een nieuwe ‘kamelenrug’ ontstaan vanuit een compleet andere dimensie. Nu wordt er indirect gerefereerd aan de zo typerende hallehuis-vorm die de directe omgeving kenmerkt, waarmee de woning zich naadloos in de bebouwing van het gehucht voegt.
3000
A
A P
entree
principe doorsnede
Door het zongerichte ontwerp hoeft alleen in de herfst en winter verwarmd te worden. Wanneer blijkt dat de geaccumuleerde warmte in de zomerperiode toch een te hoge temperatuur met zich mede brengt zal er door middel van een warmtepompsysteem met aardkoeling in de zomer gekoeld kunnen worden. Een warmtepomp draagt in de winter bij aan de (bij) verwarming van de woning, zowel de gehele begane grond als de verdieping zal dan ook worden voorzien van vloerverwarming.
3-deling van een hallehuis
zinken afdeklijst
oost
dakpan (hergebruikrt) pv-cellen boven dak bij minder zonkracht
kamelenrug (d.m.v. pv cellen)
erfgrens
zichtlijn
constructie (pv cellen dienen als zonwering tijdens hoogzomer) tijdens minder zonkracht
‘09
Zij- Noordgevel
Dirk Jan Boes S1023449 // Deeltijd- maatwerk student Chr. Hogeschool Windesheim // School of Built Environment & Transport__
Achter-Westgevel
Zij- Zuidgevel zuidzijde voorzien van glas voor optimaal gebruik van de zon (accumulatie)
tijdens piekzon
ARCHITECTUUR / A.P.
89
Architectonisch ontwerp
Geest en grond, een onderzoek naar het ontwikkelen van 5 wooneenheden in de Moespot | Vollenhove
ten behoeve van kavel 1, gebied Moespot | Vollenhove
Impressie Oost
‘09 Impressie Zuid-West Dirk Jan Boes S1023449 // Deeltijd- maatwerk student Chr. Hogeschool Windesheim // School of Built Environment & Transport__
ARCHITECTUUR / A.P.
90
Geest en grond, een onderzoek naar het ontwikkelen van 5 wooneenheden in de Moespot | Vollenhove
Architectonisch ontwerp ten behoeve van kavel 1, gebied Moespot | Vollenhove
Impressie Zuid-Oost
Impressie West
‘09 Impressie Noord
Dirk Jan Boes S1023449 // Deeltijd- maatwerk student Chr. Hogeschool Windesheim // School of Built Environment & Transport__
ARCHITECTUUR / A.P.
91
Geest en grond, een onderzoek naar het ontwikkelen van 5 wooneenheden in de Moespot | Vollenhove
Architectonisch ontwerp ten behoeve van kavel 1, gebied Moespot | Vollenhove
7.4.
BOUWMETHODE
Alvorens ik ben begonnen met het uitwerken van de bestek- en constructieve tekeningen met principe detaillering, heb ik tijdens het ontwerpproces een bouwmethode bepaald. Gezien het unieke karakter van het ontwerp is het logisch dat de bouwmethode een traditioneel karakter zal hebben. Een traditionele bouwmethode met een duurzaam karakter van uitstekende kwaliteit, een methode van traditioneel vakmanschap gecombineerd met doorontwikkelde technieken voor bijvoorbeeld optimale dakisolatie en hoge thermische isolatiewaarden welke bijdragen aan een juiste EPN-norm (0.8) of zelfs veel lager. In dit hoofdstuk wordt de constructieopbouw van het ontwerp stap voor stap doorgelicht.
Betonwerk en vloeren: Onder de bouwmuren wordt een strokenfundering aangebracht. Eén en ander volgens berekening van de constructeur. Voor de begane grond vloer is gekozen voor een combinatievloer bestaat uit polystyreen (EPS) vulelementen, men noemt dat ook wel broodjes. Daartussen plaatst men T-vormige betonnen liggers, deze liggers zijn gewapend. Op de vulelementen met liggers wordt een bewapening aangebracht waarop een laag beton ( druklaag ) van ± 80 mm. wordt gestort.
Riolering: Vanaf het aangegeven aansluitpunt op de tekeningen wordt een kunststof afvoerleiding gelegd en aangesloten op de buitenriolering. De hemelwaterafvoeren worden uitgevoerd in PVC.
Constructiewerken: Door de grote overspanning is voor het achterhuis voor een viertal ankerbalkgebinten gekozen, hierdoor wordt de overspanning kleiner en daardoor kan de vloer meer belasting opnemen. De gebintconstructie vormt de constructieve basis voor het ‘achterhuis’, de dwarsbalken liggen niet bovenop de staande balken, maar zitten tussen de staanders (gebintstijlen) in. Zo ontstond er vroeger meer ruimte voor de opslag van graan en hooi. Ter plaatse van de verdieping wordt een houten balklaag toegepast, de balken worden in de lengte richting van het huis gelegd. De houten vloer die er dan bovenop komt, overspant in de breedterichting van het huis
Afbeeldingen afkomstig uit bijlage 3 (B-03 Constructieoverzichten)
Dirk Jan Boes S1023449 // Deeltijd- maatwerk student Chr. Hogeschool Windesheim // School of Built Environment & Transport__
ARCHITECTUUR / A.P.
92
Geest en grond, een onderzoek naar het ontwikkelen van 5 wooneenheden in de Moespot | Vollenhove
Architectonisch ontwerp ten behoeve van kavel 1, gebied Moespot | Vollenhove
Op deze houten balklaag worden zwaluwstaartplaten toegepast, deze kunnen ter plaatse van de badkamers watervast worden uitgevoerd. Door een vloer met profilering toe te passen in samenwerking met beton wordt de vloer stijf en is deze blijvend ventilerend.
Dakconstructie en dakbedekkingen: De gordingkap wordt voorzien van geïsoleerde dakplaten welke op afschot worden gelegd naar de dakafvoeren. De daken worden bedekt met een keramische dakpan.
Bouwmuren en gevels: De constructieve schil zal bestaan uit een spouwmuur, deze bestaat uit een losgekoppeld halfsteens binnen- en buitenblad onderbroken door de zogenoemde spouw. Deze wordt opgevuld met warmte isolerende materialen en een luchtspouw.
Kozijnen deuren: De buitenkozijnen en –deuren worden vervaardigd van bankirai met een profilering van 90x114 mm., onder het Politiekeurmerk Veilig Wonen (PKVW) en KOMO keur. De binnenkozijnen worden vervaardigd van meranti met een dagmaat van 980 mm. De vulling zal bestaan uit luxe stijldeuren welke optimaal bij het ontwerp aansluiten.
Bij de gekozen bouwmethode is het halfsteens binnenblad vloerdragend. Spouwankers worden hier toegepast als koppeling tussen het binnen- en buitenblad voor een voldoende constructieve eenheid. Verder wordt hier de isolatie op gedrukt en met rozetten tegen het binnenblad aangedrukt.
Baksteen buitenblad: Voor het buitenblad is voor een streekeigen (strengpers) baksteen gekozen, gebakken producten zijn ongevoelig voor zuren en basen, verdragen grote temperatuursverschillen en hebben een grote weerstand tegen slijtage. Als metselverband is gekozen voor het halfsteens verband. Door de strakke vorm van de baksteen is het door zeer kleine maatverschillen mogelijk om deze soort te verwerken in dit verband. Als kleurstelling voor de voeg is gekozen voor de kleur rood, wanneer er volgens de voorschriften het verband wordt toegepast ontstaat er een mooi reliëf in het metselwerk die door zijn abstractie de charme van het verleden prachtig weergeeft.
Kalkzandsteen binnenblad: Kalkzandsteen is een niet gebakken kunststeen. Deze steen in verkrijgbaar in steen- blok- en elementformaat. Kalkzandsteen heeft een hoge maatvastheid. Hierdoor kan met een maattolerantie rekening worden gehouden van ten hoogste 2 mm. De vochtregulatie van kalkzandsteen is minder dan die van baksteen en daardoor uitermate geschikt om als binnenblad te gebruiken.
Lift: Om de verdieping van de woning te bereiken is gekozen voor een personenlift die is ontworpen voor meerdere toepassingen. De ruime platformdiepte en het grote hefvermogen maken deze platformlift geschikt voor diverse soorten (elektrische) rolstoelen. Deze leent zicht dan ook uitermate voor het ontwerp en dient als woonhuislift.
Dirk Jan Boes S1023449 // Deeltijd- maatwerk student Chr. Hogeschool Windesheim // School of Built Environment & Transport__
Beglazing en schilderwerk: Alle buitengevelbeglazing is voor een gelaagd glas met HR-isolerende werking gekozen. Deze draagt bij aan zowel de inbraakvertragendheid alsmede de isolerende factor. Alle houten buitenkozijnen worden aan de buitenzijde volledig afgeschilderd. De kozijnen en deuren worden afgewerkt met een dekkende beitsverf in de kleur wit.
Nutsaansluitingen: De aansluitingen voor gas, water, elektra en PTT worden aangebracht tot in de meterkast.
Installatieconcept: Wat in deze tijd erg belangrijk tijdens het ontwerpproces is, is onnodig energieverbruik voorkomen door toepassing van een efficiënt installatieconcept. Een efficiënt installatieconcept bestaat uit de meest optimale combinatie van ventileren en verwarmen. Bij een efficiënt installatieconcept hoort een duurzame manier van energieopwekking. De haalbaarheid van een EPC kleiner of gelijk aan 0.8 zal voor een belangrijk deel afhangen van het gekozen installatieconcept voor dit ontwerp. Er is dan ook gekozen voor een woning met mechanische ventilatie en centrale energielevering via een warmtepomp met een lage temperatuur verwarming (LTV). Bij mechanische ventilatie komt de ventilatielucht via ventilatieroosters de woning binnen. De lucht wordt deels via deze roosters afgevoerd en deels via afvoerpunten in keuken, toilet en badkamer (aangesloten op een centraal kanaal met natuurlijke trek). Bij een laag temperatuur verwarmingssysteem is de aanvoertemperatuur lager dan 55°C.
ARCHITECTUUR / A.P.
93
Geest en grond, een onderzoek naar het ontwikkelen van 5 wooneenheden in de Moespot | Vollenhove
Architectonisch ontwerp ten behoeve van kavel 1, gebied Moespot | Vollenhove
Vijf belangrijk stappen voor een ‘passief huis’ Combinatie van energieopwekking: x
x
centrale energieopwekking met behulp van een warmtepomp die warmte uit buitenlucht (WP lucht) of bodem haalt (WP bodem) ten behoeve van zowel verwarming als warm tapwater en topkoeling; decentrale energieopwekking met behulp van een zonneboiler ten behoeve van voorverwarming en warm tapwater.
Bij dit installatieconcept kunnen verschillende zongerelateerde en bouwkundige maatregelen in combinatie met elkaar worden toegepast. MAXIMAAL ISOLEREN
PV-Systeem: De bijdrage van een gebouwgebonden PV-systeem aan de elektriciteitsvoorziening van een gebouw wordt bepaald door de opvallende zonnestraling te vermenigvuldigen met een omzettingsrendement. Deze opbrengst is een aftrekpost voor het energiegebruik en is maximaal de opbrengst aan elektriciteit van de elektrische energieposten in de energieprestatie-berekening. Voorbeelden van elektriciteitsposten zijn o.a. het energiegebruik voor verlichting, pompen, ventilatoren, warmtepompen, elektrische verwarmers en elektrische bevochtiging.
LEKVERLIEZEN BEPERKEN
Met behulp van een PV-systeem kan zonne-energie worden omgezet in elektriciteit. Op een horizontaal (dak)vlak valt in Nederland jaarlijks per m² globaal 1000 kWh zonne-energie, op een naar het zuiden gericht vlak nog meer. Het huidige rendement van een PV systeem is zodanig dat elke m² zonnepaneel jaarlijks zo'n 80 kWh aan elektriciteit oplevert. Tien tot 15 m² zonnepaneel is dus voldoende om in de (nabije) toekomst in de elektriciteitsbehoefte van een huishouden te voorzien, mits dit de meest zuinige apparatuur in gebruik heeft. PASSIEVE WARMTEWINSTEN
Zonnestroom: Zonnestroom komt tot stand door een fysisch proces in een zonnecel. Hierbij wordt zonnestraling omgezet in elektriciteit, aangeduid met fotovoltaïsche omzetting.
VENTILATIE
Integratie: In het ontwerp is een interessante optie opgenomen om de zonnepanelen te integreren als zonwering. De zogenoemde 'doorzichtpanelen' (deels PV, deels doorzichtig) zijn in dit ontwerp vooral interessant voor de glazen overkappingen ter plaatse van het terras gedeelte, deze panelen geven een diffuus licht.
EFFICIENTE HUISHOUDAPPARATEN EN HERNIEUWBARE ENERGIE
Gebruikte afbeeldingen : © Passiefhuis-Platform VZW 2009 Dirk Jan Boes S1023449 // Deeltijd- maatwerk student Chr. Hogeschool Windesheim // School of Built Environment & Transport__
ARCHITECTUUR / A.P.
94
Architectonisch ontwerp
Geest en grond, een onderzoek naar het ontwikkelen van 5 wooneenheden in de Moespot | Vollenhove
ten behoeve van kavel 1, gebied Moespot | Vollenhove
7.5.
kleurenimpressie ontwerp kavel 1
strengpers baksteen rood verdiept gevoegd
blauw engobe bewerkte dakplannen
Dirk Jan Boes S1023449 // Deeltijd- maatwerk student Chr. Hogeschool Windesheim // School of Built Environment & Transport__
KLEUR- EN MATERIALISERING
parelwit afwerking van de kozijnen
eikenhouten gebinten
pv-cel ter plaatse van gebinten
zinken muur afdekker
ARCHITECTUUR / A.P.
95
Geest en grond, een onderzoek naar het ontwikkelen van 5 wooneenheden in de Moespot | Vollenhove
Architectonisch ontwerp ten behoeve van kavel 1, gebied Moespot | Vollenhove
7.5.
Bovenaanzicht impressie van de beganegrond.
Dirk Jan Boes S1023449 // Deeltijd- maatwerk student Chr. Hogeschool Windesheim // School of Built Environment & Transport__
FOTOREALISTISCHE WEERGAVE
Bovenaanzicht impressie van de verdieping.
ARCHITECTUUR / A.P.
96
Geest en grond, een onderzoek naar het ontwikkelen van 5 wooneenheden in de Moespot | Vollenhove
Architectonisch ontwerp ten behoeve van kavel 1, gebied Moespot | Vollenhove
7.5.
Impressie van de Oost- en Zuidgevel.
Dirk Jan Boes S1023449 // Deeltijd- maatwerk student Chr. Hogeschool Windesheim // School of Built Environment & Transport__
FOTOREALISTISCHE WEERGAVE
Impressie van de Zuid- en Westgevel.
ARCHITECTUUR / A.P.
97
Geest en grond, een onderzoek naar het ontwikkelen van 5 wooneenheden in de Moespot | Vollenhove
Architectonisch ontwerp ten behoeve van kavel 1, gebied Moespot | Vollenhove
7.5.
Impressie vanuit de woon- leefkeuken.
Dirk Jan Boes S1023449 // Deeltijd- maatwerk student Chr. Hogeschool Windesheim // School of Built Environment & Transport__
FOTOREALISTISCHE WEERGAVE
Impressie vanuit het ‘voorhuis’ de woonkamer met zicht op de woon- leefkeuken.
ARCHITECTUUR / A.P.
98
Geest en grond, een onderzoek naar het ontwikkelen van 5 wooneenheden in de Moespot | Vollenhove
Architectonisch ontwerp ten behoeve van kavel 1, gebied Moespot | Vollenhove
7.5.
Impressie vanuit de woon- leefkeuken met zicht op het terras (Zuiden).
Dirk Jan Boes S1023449 // Deeltijd- maatwerk student Chr. Hogeschool Windesheim // School of Built Environment & Transport__
FOTOREALISTISCHE WEERGAVE
Impressie op de overloop met zowel de trap, lift als gedeeltelijk de PV-cellen zichtbaar.
ARCHITECTUUR / A.P.
99
Eindconclusie
Geest en grond, een onderzoek naar het ontwikkelen van 5 wooneenheden in de Moespot | Vollenhove
8. EINDCONCLUSIE In de conclusie van deze thesis wordt een antwoord gegeven op de centrale onderzoeksvraag. Dit wordt gedaan door de theoretische bevindingen uit het literatuuronderzoek te combineren met de belangrijkste bevindingen uit het architectonische onderzoek. De verschillende hoofdstukken van deze onderzoeksthesis hebben allen in dienst gestaan om een antwoord te kunnen geven op de onderzoeksvragen die centraal stonden bij de doelstelling van de thesis: “Geest en grond (genius loci), een onderzoek naar het ontwikkelen van 5 wooneenheden in de Moespot | Vollenhove.” De eerste centrale vraag van het onderzoek luidde: Is het mogelijk om in het plangebied van 3350m2 mogelijk om een 5-tal wooneenheden te ontwikkelen binnen de geest van de grond? Uit de diverse analyses en onderzochte theorieën op sociaal, cultureel, economisch, stedenbouwkundig en historisch gebied, is gebleken dat het ontwikkelen van 5 wooneenheden binnen het plangebied levensvatbaar is. Met de uitkomsten van de analyses en theorieën is een concept gemaakt wat bestaat uit een kavelverdeling van 4 procesgebieden. De verkaveling van het plangebied heeft zo plaatsgevonden dat de (toekomstige) woonbehoefte in verschillende vormen met verschillende woningtypes uitgewerkt kunnen worden. De tweede centrale vraag van het onderzoek luidde: Is het mogelijk om op kavel 1 van het plangebied een architectonisch ontwerp te maken wat een dynamische vertaling vormt van regionale, sociale en cultuurhistorische kwaliteiten van het Hoge land van Vollenhove in ‘varianten’ van de huidige hallehuis typologieën voor woningbouw? Kavel 1 werd als uitgangspunt genomen voor het architectonische onderzoek. Na bestudering van de verschillende mogelijkheden voor kavel 1 is gebleken dat de structuur en filosofie voor dit ontwerp centraal moest komen te staan in de nieuw te ontwikkelen wooneenheid. Deze tweede centrale vraag van het onderzoek heeft inzicht verschaft in de aspecten welke bij het ontwerpen van een wooneenheid een belangrijk rol spelen. Uitgangspunt bij deze planontwikkeling is de inzet van bestaande en historisch kwaliteiten, zoals te conformeren aan bestaande structuur en bebouwing. Mijns inziens ben ik er met deze woning dan ook in geslaagd om aan de hand van het vooronderzoek een eigen ‘kritisch-regionalistisch’ filosofie daadwerkelijk om te zetten in een mooi beheerst gebouw dat zich omzichtig maar stevig in de eeuwenoude omgeving voegt.
Dirk Jan Boes S1023449 // Deeltijd- maatwerk student Chr. Hogeschool Windesheim // School of Built Environment & Transport__
ARCHITECTUUR / A.P.
100
Bronvermelding
Bronvermelding
Geest en grond, een onderzoek naar het ontwikkelen van 5 wooneenheden in de Moespot | Vollenhove
Primaire literatuur / bronnen: Cruyningen, P., Goudeau, J., Grovistins, F., Viersen, A., Van Zuijlen, J. (2003) Het boerderijen boek. Waanders Uitgevers, Zwolle Wester, J.B., Willemsen, W. (1987) De poorte Rond. Fragmenten uit de geschiedenis van de Stad Vollenhove. W.W. Vollenhove, Vollenhove Wester, J.B., Willemsen, W. (1987) Bij ’t Schuttegien. De stad Vollenhove in de 20e eeuw. W.W. Vollenhove, Vollenhove Wester, J.B., Willemsen, W. (1988) Tussen Duin en Hellevenen. St. Janklooster en Ambt- Vollenhove W.W. Vollenhove, Vollenhove Bosten, J.E.W.L., Crommentuijn, L.E.M., Verhorst, J. (2003) RIVM rapport 711931008/2003 Ruimte voor Landelijk wonen. DIMENSUS beleidsonderzoek, Breda. Van Dam, F., Jókövi, M. Van Hoorn, A., Heins, S. (Urban and Regional Research Centre Utrecht, Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen van de Universiteit Utrecht), (2003) Rapport Landelijk wonen. NAi Uitgevers, Rotterdam. Heins, S., Jókövi, (2001) Op zoek naar de rurale idylle; plattelandsbeelden, preferenties en keuzegedrag met betrekking tot rurale woonmilieus, The Netherlands Graduate School of Urban & Regional Research (NETHUR), Utrecht Vissers & Roelands Architecten & Ingenieurs, (2007) Gebiedsplan Hezelaar, “Hezelaar met kwaliteit”, Gemeente Boxtel, Eindhoven Steinmetz, I. Gem. Steenwijkerland, (2007) Welstandsnota 2004, Gemeente Steenwijkerland, Het Oversticht, Zwolle Janssen, P. Gedep. Van Provincie Overijssel, (2007) Levende Erven, Manifest [atie] over ruimtelijke kwaliteit op erven in verandering, Atelier Overijssel, Zwolle Jans, J. (1967) Landelijke Bouwkunst, Atelier Overijssel, Bij de erven J. Jans, Almelo Bouwers, F. (2008) Nieuwe kijk op dorpsplannen, Stimuleringsfonds voor Architectuur en Stichting De Nieuwe Kijk, Sneek Secondaire literatuur / bronnen: Jansen, C. Steehouder, M. Gijsen, M. (2006). Professioneel communiceren (2e herziene druk). Martinus Nijhof, Groningen / Houten Elling, R. Andeweg, B. De Jong, J. Swankhuisen, C. (2005). Rapportagetechniek (3e druk). Wolters-Noordhof, Groningen / Houten Boes, D. (2008) Binnen de muren van Marxveld Anno 2008, Chr. Hogeschool Windesheim, Zwolle Gemeente Steenwijkerland, (2007) Sociale Atlas 2007, Vollenhove, Gem. Steenwijkerland, Steenwijk CBS Buurtinformatie, (2000) Statistieken buurinformatie per postcode gebied., Centraal Bureau voor de Statistiek / Topografische Dienst Kadaster, Zwolle Douwes, S., (2008) Woonhuis in buitenlicht, Inzending BNA GvhJ 2008, Wierden Stapel, W., Gibcus, E. (2006) Bevaarbaar maken Moespotvaart, Eelerwoude Noord, Oosterwolde Fr. Dings, M., Bureau Dinges, Witsen, P.P., (2008) Handreiking dorpseigen uitbreidingen, Uitgeverij Belvedere, Utrecht Leupen, B., (2002) Ways to study and research – urban, architectural and technical design, Delft Van Dale Online, (2009) Online woordenboek, © Van Dale Uitgevers, Utrecht/Antwerpen Het Oversticht, (2008) Traditie en vernieuwing; Inspiratieboek voor de transformatie van erven en boerderijen in Overijssel, Stimuleringsprogramma Re-animatie Industriëel en Agrarisch Erfgoed Overijssel, Zwolle
Ik heb alle moeite gedaan om rechthebbenden van copyright te achterhalen. personen en of instanties die aanspraak maken op bepaalde rechten verzoek ik vriendelijk met mij contact op te nemen, zodat ik de bron kan vermelden.
NOOT
Dirk Jan Boes S1023449 // Deeltijd- maatwerk student Chr. Hogeschool Windesheim // School of Built Environment & Transport__
ARCHITECTUUR / A.P.
102
Bijlagen
Bijlage 1
Geest en grond, een onderzoek naar het ontwikkelen van 5 wooneenheden in de Moespot | Vollenhove
Topografische kaart 1880
Topografische kaart met Schokland, Zuiderzee en monding Zwarte Water met zuidelijke leidam, dijkdistict Vollenhove en Mastenbroek en Polders, datering: 01/01/1880 - 01/01/1880 - Bron: overijsselinkaart.nl Dirk Jan Boes S1023449 // Deeltijd- maatwerk student Chr. Hogeschool Windesheim // School of Built Environment & Transport__
ARCHITECTUUR / A.P.
104
Bijlage 2
Geest en grond, een onderzoek naar het ontwikkelen van 5 wooneenheden in de Moespot | Vollenhove
Topografische kaart 2009
DNW
Vollenhove
Genemuiden
Topografische kaart met Noord Oostpolder, monding Zwarte Water met zuidelijke leidam, dijkdistict Vollenhove en Mastenbroek en Polders, datering: 01/01/2009 - Bron: http://www.nieuwekaart.nl/ Dirk Jan Boes S1023449 // Deeltijd- maatwerk student Chr. Hogeschool Windesheim // School of Built Environment & Transport__
ARCHITECTUUR / A.P.
105
Bijlage 3
Geest en grond, een onderzoek naar het ontwikkelen van 5 wooneenheden in de Moespot | Vollenhove
TEKENINGLIJST ARCHITECTONISCHE UITWERKING KAVEL 1
Betreft: Afstudeerproject D. Boes S1023449 G eest en grond | Moespot V ollenhove
O pdrachtgever: V EBO CO M O ntwikkelingsmaatsch. B.V . Chr. Hogeschool W indesheim Zwolle
02-06-2009
Blad:
schaal:
Formaat Datum
Datum
1:100 1:100 1:100 1:50 1:1000 1:500 1:250 1:5
A-1 A-2 A-1 A-1 A-3 A-2 A-1 A-3
O mschrijving
W ijz.
Datum: W 001-08
Tekeningen architectonische uitwerking kavel 1
B-01 B-02 B-03 B-04 S-01 S-02 T-01 D-01
Dirk Jan Boes S1023449 // Deeltijd- maatwerk student Chr. Hogeschool Windesheim // School of Built Environment & Transport__
Bgg + verd. / gevels / drsn Doorsneden C/D/E/F/G Constructieoverzichten Plattegronden Situatietekening V erkavelingsplan Terreininrichting Details V en H
02-06-2009 02-06-2009 02-06-2009 02-06-2009 02-06-2009 02-06-2009 02-06-2009 02-06-2009
d.d. d.d. d.d. d.d. d.d. d.d. d.d. d.d.
02-06-2009 02-06-2009 02-06-2009 02-06-2009 02-06-2009 02-06-2009 02-06-2009 02-06-2009
ARCHITECTUUR / A.P.
106