Protestantse Gemeente te Oegstgeest Beleidsplan 2010 - 2015
Gebundelde versie: maart 2013
Inhoudsopgave 1
Inleiding ........................................................................................................................ 4
2
Pastoraat: vertrouwen, ontmoeten, verlangen. ............................................................... 6 2.1 2.2 2.3 2.4
3
Als uw kinderen vragen…: jeugd- en jongerenwerk ........................................................ 11 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6
4
Visie en beleid ...................................................................................................... 26 Opdracht .............................................................................................................. 27 Aandacht voor de toekomst .................................................................................. 28 Communicatie en dwarsverbanden ....................................................................... 29 Werkplan en huidige bezetting .............................................................................. 29
College van Kerkrentmeesters ...................................................................................... 30 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5 6.6 6.7
7
Inleiding ............................................................................................................... 19 Wie willen we bereiken en wat zijn de middelen? .................................................. 20 Wat willen we communiceren? ............................................................................. 21 Conclusies ............................................................................................................ 24
Taakgroep Eredienst & Kerkmuziek ............................................................................... 26 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5
6
Inleiding ............................................................................................................... 11 Organisatie ........................................................................................................... 12 Geloofsoverdracht ................................................................................................ 12 Gemeenschapsvorming en persoonlijke groei ........................................................ 15 Werving ............................................................................................................... 17 Werkplan 2010 ..................................................................................................... 17
Communicatie ............................................................................................................. 19 4.1 4.2 4.3 4.4
5
Inleiding ................................................................................................................. 6 Dynamiek ............................................................................................................... 7 Doelen en motieven ................................................................................................ 8 Vormgeving ............................................................................................................ 9
Inleiding ............................................................................................................... 30 Over dit beleidsplan .............................................................................................. 30 Visie CvK op de bedrijfsvoering PGO ...................................................................... 31 Een analyse van de huidige financiën en de bedrijfsvoering (najaar 2011) ............... 31 Actualisering en explicitering doelstellingen........................................................... 36 Een aangepaste strategie ...................................................................................... 37 Concrete besluiten korte termijn en besluitvorming langere termijn ....................... 37
Taakgroep Diaconaat en Zending .................................................................................. 39 7.1 7.2 7.3 7.4 7.5 7.6 7.7 7.8
Inleiding ............................................................................................................... 39 Binnenlands Diaconaat ......................................................................................... 40 Werelddiaconaat .................................................................................................. 41 Zending ................................................................................................................ 41 Activiteiten ........................................................................................................... 42 Financiën .............................................................................................................. 43 Sterke en zwakke punten van de Taakgroep ........................................................... 44 Slot ...................................................................................................................... 44
Protestantse Gemeente te Oegstgeest Beleidsplan 2010-2015
2
8
Taakgroep Vorming, Oecumene en Samenlevingsvraagstukken ..................................... 45 8.1 8.2 8.3 8.4 8.5 8.6 8.7
9
Belang .................................................................................................................. 45 Beleid en visie....................................................................................................... 45 Taakomschrijving .................................................................................................. 45 Activiteiten VOS.................................................................................................... 46 Doelgroepen. ........................................................................................................ 46 Organisatie ........................................................................................................... 47 Financiën .............................................................................................................. 47
Afronding en vervolg .................................................................................................... 48
Protestantse Gemeente te Oegstgeest Beleidsplan 2010-2015
3
1
Inleiding
Met het aflopen van de vorige beleidsplanperiode, zag de Protestantse Gemeente te Oegstgeest zich eind 2009 gesteld voor de opgave een nieuw beleidsplan op te stellen. Afgezien van de formele aanleiding, kwam dit voor ons gevoel op een goed, een natuurlijk moment. Het vorige beleidsplan “Beleid in beweging 1999-2009” heeft veel in beweging gebracht, vooral in organisatorische zin. Nu de fase van reorganiseren is afgesloten, is het tijd om ons diepgaand op de inhoud te richten. Het vorige beleidsplan gaf richting aan wat wel een dubbele reorganisatie is genoemd. In de eerste plaats werd met de besluiten in 2003 de structuur met wijkkerkenraden en een algemene kerkenraad vervangen door een functionele structuur met één Kerkenraad, drie pastorale secties en zeven taakgroepen. Het aantal predikantsplaatsen werd op drie vastgesteld, waarbij het werken in teamverband tot uitgangspunt werd genomen. Met betrekking tot de accommodaties werden de Groene- of Willibrordkerk, de Regenboogkerk en het Gemeentecentrum voldoende geacht; de Regenboogkerk werd gerenoveerd en het College van Kerkrentmeesters ging zich richten op de toekomst van de Pauluskerk, het Gemeentecentrum, Sonnewende en de Begraafplaats. Een Implementatiecommissie heeft van 2004 tot 2006 richting gegeven aan de praktische uitwerking van de besluiten in de vorm van deelprojecten, met de inzet van heel veel vrijwilligers. Met het “dubbele” karakter van de reorganisatie werd bedoeld, dat er ondertussen ook nog sprake was van een formele fusie van de Hervormde Gemeente en de Gereformeerde Kerk, in navolging van de landelijke PKN, die moest worden voorbereid en uitgevoerd. In de jaren tussen 2004 en 2008 is er met vallen en opstaan resultaat geboekt. Sinds 2008 is de Protestantse Gemeente te Oegstgeest een feit. Drie predikanten vormen als werkteam de inhoudelijke kern van onze missie en de motor van de primaire activiteiten. De functionele structuur heeft zijn waarde bewezen en werkt redelijk tot goed; het functioneren van de Kerkenraad en het moderamen zal in 2011 worden geëvalueerd, de werking van de Taakgroepen is tussentijds voortdurend onderwerp van evaluatie geweest, waarbij op enkele plekken verbeteringen zijn aangebracht. De Regenboogkerk is gerenoveerd, inclusief de achterzalen. Voor de Pauluskerk is een goede bestemming gevonden als zelfstandig Cultureel Centrum en als kerk, onder de leiding van een apart stichtingsbestuur. De begraafplaats bij de Groene- of Willibrordkerk wordt uitgebreid met een nieuw deel en voor de exploitatie van de huidige én de nieuwe begraafplaats is de (kerkelijke) Stichting Begraafplaats Groene Kerk opgericht. Onderzoek naar de toekomst van het Gemeentecentrum staat voor 2011 in de planning. Zonder dat er sprake is geweest van een systematische evaluatie van het beleidsplan als geheel, kan volgens het moderamen worden vastgesteld, dat het grootste deel van de voornemens van het vorige beleidsplan is gerealiseerd. Dat brengt ons in een nieuwe fase, waarbij het tijd is om de blik vooral te richten op onze inhoudelijke taken. Aan dynamiek zal het daarbij niet ontbreken. De Protestantse
Protestantse Gemeente te Oegstgeest Beleidsplan 2010-2015
4
Gemeente te Oegstgeest blijft een veelkleurige geloofsgemeenschap, waarin veel in beweging is. Er is ruimte voor verschillende vormen van geloven en gemeente-zijn. Tevens is er ruimte voor aandacht en uitstraling naar buiten: presentie in de samenleving. Het gaat immers niet om de kerk, maar om de wereld. Zoals Hendrik Kraemer zei: “Kerk is zending, kerk is diakonia. De kerk is het die krachtens haar opdracht haar leden én de wereld voortdurend moet vragen, op een intelligente wijze: weet gij wat gij doet, en waar gij heengaat met uw daden? Weet u of u uw verstand dat God u geschonken heeft wel op een juiste wijze gebruikt?” In de hierna volgende hoofdstukken, wordt getracht inhoud te geven aan deze opdracht tot rekenschap op de verschillende gebieden. Hoewel de onderwerpen ongelijksoortig zijn (pastoraat en communicatie zijn instrumenten, jeugd is een doelgroep), is er toch een rode lijn: binnen een omgeving die zich ontwikkelt en steeds om aanpassing vraagt, wil de Protestantse Gemeente te Oegstgeest op een herkenbare wijze aanwezig zijn. Daarbij gaat het naar de aard van onze roeping om aandacht geven aan wie dat nodig heeft, om wezenlijke betrokkenheid en om ontferming. De teksten van de afzonderlijke hoofdstukken zijn voorbereid in de desbetreffende taakgroepen. Per hoofdstuk heeft bespreking en besluitvorming plaatsgevonden in de Kerkenraad, het totaal is (in twee gedeelten) besproken op een “Duindag” van het moderamen met vertegenwoordigers van de taakgroepen en op een Gemeenteavond. Hoewel velen bij de voorbereiding betrokken zijn geweest, willen wij op deze plaats speciaal dank zeggen aan ds.Rainer Wahl, interim predikant in Oegstgeest in de periode 2009-2010, die zich sterk voor dit beleidsplan heeft ingezet.
Moderamen van de Kerkenraad, 25 november 2010
Protestantse Gemeente te Oegstgeest Beleidsplan 2010-2015
5
2
Pastoraat: vertrouwen, ontmoeten, verlangen.
2.1
Inleiding
De organisatie van het pastoraat van de PGO is gestructureerd aan de hand van een indeling in drie pastorale secties: Oost, West en Noord. Aan iedere sectie is een van de drie predikanten verbonden. Deze indeling gaat terug op de vroegere indeling in drie wijkgemeenten, en is een beleidskeuze geweest in het proces van eenwording van onze gemeente. De secties (en hun predikanten) werken relatief onafhankelijk van elkaar en hebben een eigen werkstructuur. Naast het territoriaal georganiseerde pastoraat ontstaan steeds meer groepen die in een pastorale behoefte voorzien. De samenbindende factor van deze groepen is divers, richt zich op bijv. het kerkgebouw als plaats van geregelde ontmoeting, of op een gemeenschappelijke belangstelling (ouders met jonge kinderen, filmavonden, koffieochtenden voor ouderen, bibliodrama). Deze groepen laten zien dat het pastoraat onderhevig is aan een fundamenteel veranderingsproces. De traditionele attitude, die door een pastor-georiënteerde en geografische indeling (resp. afbakening) wordt gekenmerkt, blijkt voor dergelijke groepen minder of niet relevant. Voor de nieuwe woonwijken Poelgeest en Nieuw Rijngeest geldt dat de territoriale vorm van pastorale organisatie niet van de grond komt. ‘Kerk-zijn’ is met het verschuiven van de generaties wezenlijk van aard veranderd. De vele pastorale vrijwilligers merken in de praktijk dat het pastoraat aan veranderingsprocessen onderhevig is. Soms motiveert dat, soms ook niet. Voor sommigen roept dat verlegenheid, vragen en zorgen op; anderen zoeken nadrukkelijk aansluiting bij veranderingen. In onze ene gemeente leven dus verschillende ideeën over wat kerk-zijn inhoudt. In alle voorlopigheid kunnen we deze verschillen samenvatten in twee ‘kerkmodellen’. Het ene kerkmodel is dat van een gemeenschap die rond het centrum van eredienst en kerkgebouw is georganiseerd; het andere gaat uit van een waaier van plekken waar mensen elkaar kunnen ontmoeten om geloof en leven met elkaar te delen. Het eerste model kenmerkt zich door een gecentreerde gerichtheid met relatief duidelijke grenzen tussen binnen en buiten (verzorging); het andere heeft een netwerkstructuur, is fluïde en de grenzen aan de rand zijn onscherp (ontmoeting). Deze twee kerkmodellen lopen in Oegstgeest onuitgesproken door elkaar heen. De overtuiging leeft dat beide modellen van grote betekenis zijn. In het pastorale beleid voor de periode 2010-2014 staat erkenning van de twee kerkmodellen en de daaronder liggende diversiteit aan attitudes, centraal. Bezinning op de huidige situatie wordt bovendien als urgent ervaren.
Protestantse Gemeente te Oegstgeest Beleidsplan 2010-2015
6
2.2
Dynamiek
De verwevenheid van de diverse ideeën over wat kerk-zijn voor gemeenteleden betekent met de territoriale organisatie en de steeds grotere gerichtheid op doelgroepen levert een uiterst dynamisch werkveld op. Daarbinnen neemt de overkoepelende rol van de Taakgroep Pastoraat steeds meer toe, alsmede de samenwerking tussen de pastorale medewerkers van de verschillende secties en die van de predikanten. Het beleid voor de komende jaren zal dan ook gericht moeten zijn op de vraag hoe die samenwerking opgebouwd, gesteund en geborgd kan worden. Daarbij spelen taken als coördineren van pastorale activiteiten, het zoeken, toerusten en begeleiden van vrijwilligers een prominente rol. De opdracht waarvoor onze gemeente staat is omvangrijk en arbeidsintensief, en vraagt een nauwe samenwerking tussen de vrijwilligers in de secties en in de Taakgroep, de kerkenraad en het predikantenteam. Om in deze situatie heldere werkbare lijnen uit te zetten is het formuleren van de problematiek en de kansen cruciaal. Samenvattend: a. organisatie: De verschillende werkwijzen in de secties vragen om stroomlijning. Sectieoverstijgende activiteiten vragen om gezamenlijke coördinatie en samenspraak zoals dat ook in het werkteam van predikanten in ontwikkeling is. b. attitude: De nieuwe woonwijken hebben geen bestaand sociaal netwerk waarin ‘de kerk’ vanzelfsprekend is geïntegreerd en waarop bewoners (gemeenteleden) kunnen terugvallen. Uit de praktijk blijkt dat nieuwe woonwijken om een eigensoortige benadering vragen, om een andere pastorale attitude dan de ‘traditionele’ werkwijze. Deze benadering zal in toenemende mate ook van toepassing zijn op de bestaande woonwijken. c. personeel: Onder de pastorale medewerkers is behoefte aan nieuwe taken of het kunnen neerleggen van een taak. Vergrijzing onder de pastorale medewerkers is een reden om nieuw ‘pastoraal personeel’ te werven. Het voortbestaan van onvervulbare vacatures werkt niet bevredigend. We willen in heel Oegstgeest een netwerk van contactpersonen opzetten. Contactpersonen doen geen bezoekwerk, maar vangen signalen op en geven die door. d. dynamiek: De verlegenheid die door de hele pastorale organisatie heengaat, zorgt voor een besef van hoge urgentie. De tijd is rijp om in dit dynamiek van kerk en samenleving nieuwe wegen in te slaan. In opdracht van, en samenspraak met de kerkenraad zijn de leden van de Taakgroep Pastoraat en het predikantenteam in het seizoen 2009-2010 een bezinningstraject ingegaan. Daarbij zijn bovenstaande verlegenheid en urgentie, verantwoordelijkheid en
Protestantse Gemeente te Oegstgeest Beleidsplan 2010-2015
7
ervaring zoveel als mogelijk vruchtbaar gemaakt. Er is gewerkt aan inzicht in de geschetste dynamiek en aan het uitdenken van nieuwe, passende vormen van pastoraat. Als centrale vraag gold steeds, hoe we op uiteenlopende plekken elkaar in de liefde van Christus kunnen opzoeken, elkaar kunnen begeleiden en voor elkaar kunnen zorgen in een verbondenheid die door de verschillende generaties en leefmilieus heengaat. Het doorlopen bezinningstraject is zelf het betekenisvolle begin van de wijze waarop in het pastoraat steeds meer gestalte krijgt, nl. in de inspirerende en vruchtbare samenwerking van professionele en vrijwillige pastores. Op voet van gelijkwaardigheid willen zij het pastoraat als één van de kerndimensies van het gemeente-zijn behartigen. Allen zijn wij immers geroepen dienaren (priesters) van de Ene, die we ons zelf en deze gemeente kunnen toevertrouwen. In deze relatieve ontspanning mogen en kunnen we gebroederlijk en zusterlijk met elkaar aan het werk gaan. 2.3
Doelen en motieven
De beide ‘kerkmodellen’ - de aanduiding is een voorlopige poging – laten zich nader duiden rond ervaringsbegrippen als ‘gemeenschapszin’ (eerste model) en ‘verlangen en behoefte’ (tweede model). Voor het eerste model zijn onderling gegroeide verbanden en een impliciet gedeelde identiteit basaal; voor het tweede model geldt dat voor het aangaan van juist nieuwe relaties en een individuele oriëntatie op de mogelijkheden die gemeenschap creëren. Dit laatste betekent dat men gericht is op het scheppen van velden waarop aandacht, uitwisseling, onderlinge belangstelling ervaren resp. beleefd kan worden. Het eerste model veronderstelt continuïteit; het andere leeft bij de gratie van korter lopende trajecten of projecten. Het ene gaat uit van vaste en duidelijke omlijnde structuur; het andere model bestaat uit korter lopende trajecten of projecten en leeft bij de gratie van spontane impulsen die iets in gang zetten en weer op doen houden. Beide concepten worden als vormend ervaren en gezien. Want wij hebben niet alleen schatten om uit te delen, er zijn ook schatten om te delen en te vinden. Daarbij gaat het in eerste instantie om het contact. Het pastoraat kan een instrument zijn om mensen bij de kerk te betrekken, maar kan evenzeer een bezigheid en een houding zijn om elkaar bij het leven en samenleven te betrekken en elkaar aan te spreken als veelsoortige gelovigen en twijfelaars. We onderkennen dat een open, luisterende en gastvrije houding kenmerkend is voor de Protestantse Gemeente te Oegstgeest. Zo doende willen wij gemeente van Christus zijn. Hiertoe herkennen we als dragende motieven: 1
het gebod om elkaar lief te hebben zoals Christus ons allen lief heeft. Dat is dragend, stuwend en maatgevend tegelijk.
Protestantse Gemeente te Oegstgeest Beleidsplan 2010-2015
8
2
3 4 5 6
Als er al sprake is van een ‘moeten’ dan is dit een ‘heilig moeten’, een innerlijke drive om elkaar in die liefde te ontmoeten en in die Geest van onbaatzuchtige overgave naar elkaar om te zien. Daarop vertrouwen (geloof) is wezenlijk voor ons leven, onze levenshouding, het omgaan met ons zelf en met elkaar. Dit geloof wil gevoed en gedeeld worden en aldus leiden tot levensverdieping en verbondenheid met elkaar, in gezin, vriendschap, kerk en wereld. Dit verrijkt niet alleen onszelf. Hier wordt ook onze wereld mooier door. Elkaar luisterend nabij zijn wanneer nood en dood is ingebroken om eenzaamheid uit te houden, verwarring toe te laten en troostende nabijheid te ervaren, vertrouwen en zelfvertrouwen.
Dit is ons in onze kerkelijke gemeenschap gegeven. Dat kunnen wij elkaar en een ieder bieden die daarvoor open staat. In onze steeds anoniemer en egocentrischer wordende samenleving en cultuur is dit leven uit de Bron van ons geloof van onschatbare waarde en een niet te missen tegenkracht. 2.4
Vormgeving
Om de ontwikkelingen in onze gemeente en in ons dorp mee te laten werken voor ons doel om te komen tot plekken van ontmoeting waar geloof gedeeld, liefde ervaren en hoop gezien kan worden, werken we de komende 4 jaar vanuit een drietal basismotieven aan de concretisering van het pastoraat. Deze drie zijn: 1 2 3
het creëren van ruimte voor een decentraal ontmoetingspastoraat, het uitbouwen van een geïntegreerde pastorale structuur voor de gehele gemeente, en het blijven werken aan de zorg voor de kwaliteit van het pastoraat en het werkplezier van contactpersonen en andere pastorale werkers, inclusief de verpleeg- en verzorgingshuizen.
In concrete termen betekenen deze drie basismotieven: ad 1: De drie secties werken met contactpersonen, sectieteams, pastorale werkers en predikanten. De contactpersonen fungeren als aanspreekpunt en uitkijkpost voor hun buurtbewoners. Het onderhouden van pastorale contacten (waaronder het bezoekwerk) valt onder de verantwoordelijkheid van de pastorale werkers (pastorale ouderlingen, pastorale medewerkers, predikanten). Het sectieteam overziet de verantwoordelijkheid en neemt initiatieven om op adequate wijze vorm te geven aan het pastoraat. ad 2: Er wordt toegewerkt naar een Pastoraal Team (PT) voor de gehele gemeente.
Protestantse Gemeente te Oegstgeest Beleidsplan 2010-2015
9
Het PT wordt gevormd door de leden van de Taakgroep Pastoraat (waarin de sectieteams vertegenwoordigd zijn) en de drie predikanten. Het PT is verantwoordelijk voor pastorale beleidsontwikkeling en coördinatie, nieuwe initiatieven en projecten. ad 3: Het Pastoraal Team heeft primair de zorg voor de coördinatie en initiatieven op deze gebieden onder meer door van bezinning, toerusting, persoonlijke aandacht en ondersteunende activiteiten. Deze initiatieven richten zich zowel op gemeenteleden als op pastorale medewerkers. De drie basismotieven en de concrete invulling daarvan worden gezien als wegen die naast elkaar worden bewandeld. Veel van de aangegeven activiteiten worden in de praktijk al zo uitgevoerd. Het verder ontwikkelen van een meer geïntegreerde pastorale structuur, met een minder scherpte territoriale afbakening, wordt gezien als een proces van de gehele gemeente gezien en zal om extra aandacht vragen. In dat proces zal er aandacht zijn voor verwachtingen die niet aansluiten bij het ene, dan wel het andere kerkconcept. In dat proces zal ook ruimte worden gemaakt voor een flexibele inzet van pastorale capaciteit. Het denken in twee ‘modellen’ van kerk-zijn wordt louter als hulpmiddel gezien om: a. gemotiveerd, geïnspireerd en naar vermogen actief te zijn in de zich veranderende pastorale praktijk, b. verantwoordelijk te kunnen zijn voor de pastorale opdracht, en c. beleid en organisatie op de geleefde praktijk te kunnen blijven afstemmen. We zijn ervan overtuigd dat alle werkvelden van de christelijke gemeente om geregelde herbezinning vragen. Dat zal blijven gelden. En dat geldt derhalve ook voor het pastoraat. Voor het jaar 2011 worden als prioriteiten aangegeven:
toegroeien naar een Pastoraal Team en drie sectieteams omschrijven van de pastorale functies: pastoraal ouderling, pastoraal medewerker, contactpersoon, predikant werving contactpersonen en pastoraal personeel.
Protestantse Gemeente te Oegstgeest Beleidsplan 2010-2015
10
3
Als uw kinderen vragen…: jeugd- en jongerenwerk
3.1
Inleiding
De Protestantse Gemeente te Oegstgeest heeft zoals zo vele gemeenten binnen PKNverband te maken met een licht teruglopend ledenaantal. Onder jongeren is deze trend het grootst. Vergrijzing is het gevolg. Dit betekent dat het voor jongeren steeds moeilijker wordt, een eigen plek in zo een gemeente te vinden. Kindernevendienaren in onze gemeente melden dat er steeds minder kinderen geregeld naar de kindernevendienst komen. Dit seizoen is bij te weinig aanmeldingen voor de catechisatie besloten om met dit onderdeel van het gemeentewerk te stoppen. Zelfs een zorgvuldige en aantrekkelijke werving mocht niet baten. Dit zijn symptomen van dieper liggende maatschappelijke en culturele ontwikkelingen die met grote woorden als secularisatie en individualisering voldoende zijn benoemd en beschreven. Een gemeente die het moet hebben van gemeenschapszin en overdracht van geloofsschatten over generaties heen wordt juist op het veld van het kinder- en jeugdwerk met deze ontwikkelingen keihard geconfronteerd. Zijn er straks nog kinderen die vragen stellen? En zo ja, wat zullen dat voor vragen zijn? Wat zal hun nieuwsgierigheid en wellicht ook leergierigheid kunnen prikkelen? Er zijn twee oersterke krachten die in onze gemeente werkzaam zijn, die de kwaliteit van onze gemeente uitmaken. 1
2
Dat zijn bevlogen en bekwame vrijwilligers met een groot hart voor kinderen en het besef dat zij bijdragen aan de persoonlijke en geestelijke groei van de kinderen en zich zelf. En daar zijn dijken van verhalen, liturgische en kunstzinnige symbolen, een brede en kwalitatief goed geschakeerde muzikale vorming, nationale en internationale netwerken.
Deze twee oerkrachten wellen uit de Bron van Gods liefde die in Jezus Messias onder ons in een meeslepende overvloed tot leven is gekomen. In het vertrouwen dat deze ‘messiaanse beweging’ (aldus een gemeentelid) in en door ons werkzaam is en in het verlangen dat aan onze kinderen over te dragen, gaan wij aan de slag. Wij zullen de doelen die we ons in het gemeentelijke jeugdwerk stellen helder voor ogen moeten houden om daarvoor de geschikte middelen te vinden. Daarbij geldt voor deze dimensie van het gemeenteleven, dat de intentie niet is, om kinderen en jongeren in de bestaande structuren en gewoontes in te voegen, maar in een continu samenspel van jong en oud deze structuren levend te doen zijn voor de ontwikkeling van een gemeente die niet alleen met haar tijd meegaat, maar haar op sommige punten zelfs voor is. De sleutel hiervoor ligt in het kunnen binden van jongeren. Voorwaarde hiervoor is: contact willen maken met de jongeren zelf, hun opvoeders in gezin en school; het eigen gezicht willen laten zien; van de waarde van het
Protestantse Gemeente te Oegstgeest Beleidsplan 2010-2015
11
geloof persoonlijk willen vertellen; andere vormen toelaten; zelf willen veranderen. Dit brengt ons bij de gemeenschapsvorming. 3.2
Organisatie
1
Het beleid voor het jeugd- en jongerenwerk is toevertrouwd aan de taakgroep Jeugd en Jongeren. Zij coördineert het jeugdwerk, neemt initiatieven en werkt deze uit. De kerkenraad stelt dit beleid vast en zorgt voor de facilitaire middelen die nodig zijn voor de uitvoering.
2
Op dit moment telt de taakgroep vijf leden. Zij dekken verschillende velden af: educatie (voorheen catechese); kindernevendienst (contactpersoon), jeugdcantorij en jeugdkapel.
3
De taakgroep wordt ondersteund door een predikant vanuit het werkteam.
4
De groep van de kindernevendienst, onderverdeeld in de Regenboogkerkers en de Groene Kerkers, staat nogal los van de taakgroep. Ter wille van enige continuïteit en overgangen van de ene naar de andere leeftijdsgroep verdient het aanbeveling de kindernevendienst onder te brengen in het taakveld ‘jeugd en jongeren’. Een vertegenwoordiger van de kindernevendienst in de taakgroep zou dan ook zeer wenselijk zijn.
In het najaar 2010 wordt vanuit de taakgroep het gesprek aangegaan om tot een hechte samenwerking met elkaar te komen. 5
Buiten de taakgroep en de kindernevendienst zijn nog andere ‘jeugdwerkers’ die kringen begeleiden zoals de dramagroep en een eetgroep. Daaromheen weer zijn leden van onze gemeente die catechese hebben gegeven en die bereid zijn in projecten voor jongeren mee te werken. Het contact met deze groep zal moeten worden onderhouden.
Een keer per jaar (eind werkseizoen) organiseert de taakgroep een breed jeugdwerkoverleg waar al deze ‘jeugdwerkers’ worden uitgenodigd om te evalueren, nieuwe ideeën uit te wisselen en de wind in de zeilen te houden. Waar een wil is, is ook een weg 3.3
Geloofsoverdracht
In onze samenleving schiet geloofsoverdracht binnen en vanuit een kerkelijke gemeenschap steeds meer bij in. Het band met een kerk wordt steeds losser, niet alleen bij jongeren, maar ook al bij hun ouders. Bovendien heeft een open breed oecumenisch georiënteerde geloofsgemeenschap met nog meer zinaanbieders te maken. Het vrijetijdsaanbod voor kinderen en jongeren is enorm toegenomen. De concurrentie wordt gauw als overweldigend ervaren. De evangelische vormgeving van het geloof
Protestantse Gemeente te Oegstgeest Beleidsplan 2010-2015
12
schijnt de wind mee te hebben. Grote aantallen jongeren zijn er te vinden. Laten wij in positieve zin proberen ‘concurrerend’ te zijn, maar dan wel vanuit onze eigen kracht en onze eigen roeping. Het ons ‘eigene’ is de verbinding met de ‘andere’. Wij zoeken het echt menselijke zoals dat in Jezus Messias oplicht. Wij vinden dat niet alleen in onze kerk, maar ook in andere kerken, geloofsgemeenschappen, religies en culturen. Voor dit kwetsbare, echte, menselijke, aandachtige leven en meeleven komen wij op. Dat willen wij doorgeven op de komende generaties. Niet het nemen staat voorop, maar het ontvangen, niet het afgeven op de ander, maar dienende aanwezigheid in toewijding en overgave. Geloof is een houding die van jongs af aan verbeeld en geoefend moet worden. Er zullen vormen hiervoor worden ingezet die het kerkelijke leven van onze gemeente weerspiegelen en kinderen resp. jongeren aanspreken. Geloofsoverdracht speelt zich bij uitstek af in erediensten. 1
Eredienst De participatie van kinderen en jongeren in de zondaagse eredienst is een groot aandachtsveld. Er is structurele aandacht voor de kinderen in de kindernevendienst. Deze structurele aandacht voor kinderen en jongeren dient te worden uitgebreid op de eredienst zelf. Er komt ‘een kind van de zondag’ dat eventueel met andere kinderen bij het aansteken van de tafelkaarsen assisteert en meewerkt aan het kyriëgebed. Het hebben en openlijk uitvoeren van een taak sterkt het zelfvertrouwen van het desbetreffende kind én maakt kinderen meer zichtbaar in de gemeente. De taakgroep regelt dat met de ouderlingen van dienst. Een structurele samenwerking met de kindernevendienst van beide kerkgebouwen is een vereiste. Dit laatste geldt ook voor te houden
2
Diensten van jong en oud Tenminste drie keer per jaar vieren wij en dienst van jong en oud. Deze diensten zijn gekenmerkt door een eenvoudige activiteit binnen de viering die – dat spreekt uiteraard van zelf – correspondeert met het thema van deze dienst. Lezingen, liederen, gebeden, verhalende preek zijn duidelijk gericht op kinderen en jongeren, waarbij de herkenningsmomenten van de liturgie overeind blijven. Het een hoeft het andere niet uit te sluiten. Uiteraard zal ook de voorganger deel uit maken van het voorbereidingstraject. Kinderen en jongeren zullen leren, dat geloof er toe doet, speels kan zijn en een appel doet op de eigen creatieve, sensitieve en sociale gaven.
Protestantse Gemeente te Oegstgeest Beleidsplan 2010-2015
13
3
Kindernevendienst Spelenderwijs leren de kinderen de grote verhalen uit de bijbel kennen. Bijv. hoe God uit veel gemene toestanden er nog iets moois en goeds weet te maken (Josefverhalen). Zij leren dat zij in Jezus en Zijn Vader bondgenoten voor het leven hebben. En zij ervaren dat de kerk in haar eredienst als gemeenschap naar voren komt, waar zij deel van uit maken, welkom zijn en als volwaardige deelgenoten mee mogen doen in het vieren, dienen en leren (in het gaande houden van de ‘messiaanse beweging’ waartoe ook zij geroepen en begiftigd zijn). De lees- resp. verhalenroosters in eredienst en nevendienst zijn op elkaar afgestemd. De minimaal vier keer komt de leiding uit de Regenboogkerk en de Groene Kerk bijeen om door een predikant vanuit het werkteam in de verhalenstof te worden ingevoerd. Er worden vervolgens gezamenlijke projectafspraken gemaakt. Er is structureel contact met de taakgroep j+j. (zie boven)
4
Jeugdkapel De jeugdkapel biedt jongeren vanaf 12 jaar de gelegenheid om tijdens de eredienst in een eigen ruimte bij elkaar te komen. Zij maken het begin van de eredienst mee net als de kinderen om hun eigen samenzijn in intrinsieke verbinding met de vierende gemeente te kunnen ervaren. Zij behandelen eigen thema’s en zijn niet gebonden aan het leesrooster. Er ligt meer de nadruk op een verwerking van geloofsverhalen, geloofsvoorstellingen die hen raken en het elkaar daarin te ontmoeten als geloofs- en kerkgenoten. Het ingaan op hun eigen leefwereld, het zoeken naar verbinding met het geloofsverhaal, oriëntatie bieden in het gene op hen afkomt op school, internet en straat is in deze leeftijdsgroep zeker van groot belang (niet alleen in deze trouwens). Bijbelse figuren kunnen worden aangeboden als identificatiefiguren op hun zoektocht naar wie zij zelf zijn. Zij leren ontdekken dat zij open en vrij met elkaar kunnen communiceren en dat zij er echt toe doen. Om de groepsvorming te bevorderen vinden jaarlijks een of twee excursies plaats.
5
Jeugdcantorij Voor geloofsoverdracht, maar evenzo voor gemeenschapsvorming en persoonlijkheidsvorming is zingen en muziek maken van enorme importantie. Onder begeleiding van een professioneel geschoolde jeugdcantor werkt de groep kinderen maandelijks mee in een dienst. Het liedgoed en de begeleiding worden zorgvuldig uitgezocht. Het zal een weerspiegeling moeten zijn van de liturgische traditie van de
Protestantse Gemeente te Oegstgeest Beleidsplan 2010-2015
14
gemeente, waarbij uiteraard veel ruimte is voor afwisseling in toon en genre. Hier zal blijvende aandacht naar uit moeten gaan om een balans te vinden tussen ‘verantwoord’ en ‘leuk’. Meer nog dan bij de andere vormen, draagt de inzet van de jeugdcantorij bij aan het meegroeien van de gemeente in haar geheel met nieuwe liederen, swingende ritmen en geloofsmetaforen. 6
Scholen Er was een traditie van schooldiensten waarin echter de laatste jaren de klad in is gekomen. Dit lag aan het weggaan van een voorganger, aan het te groot worden van het aantal kinderen om hen samen met ouders en de zondagse kerkbezoekers in een kerkruimte te laten plaats nemen. Dit ligt zeker ook aan een verandering van de geloofsmentaliteit van ouders en leerkrachten. Na een initiatief van de Joris de Witteschool voor hernieuwd contact voor het houden van een schooldienst is er een bespreking geweest met de directeur van deze school en een vertegenwoordiger van de Hofdijckschool. Wij achten het een grote kans voor onze geloofsgemeenschap om randkerkelijke of zelfs buitenkerkelijke ouders en kinderen kennis te laten maken met onze gemeente zo ver dit op één moment van een dienst mogelijk is. Bij de voorbereiding van een schooldienst zal erop worden gelet dat de op kinderen gerichte overdrachtsvormen zoals zij in deze scholen worden toegepast enigszins geïntegreerd worden in onze liturgische bedding. We gaan immers met niets minder om dan met de wegwijzende kracht van het Woord van God. De voorbereiding geschiedt gezamenlijk, t.w. de voorgaande predikant en leerkrachten van de school Per jaar is er één schooldienst. De ene keer een dienst met en voor de onderbouw, de andere keer is de bovenbouw aan de beurt. Scholen worden uitgenodigd om een excursie te doen in de kerkgebouwen met uitleg van geschiedenis en de liturgische functie van het interieur… Dit gebeurt in samenwerking met de Taakgroep Eredienst en Kerkmuziek In de scholen wordt voor activiteiten van onze gemeente gericht op kinderen en jongeren geworven.
3.4
Gemeenschapsvorming en persoonlijke groei
Wie geloof zegt, zegt ook gemeenschap. Gemeenschapsvormend zijn de boven genoemde uitingen van ons kerkelijk leven uiteraard ook, in hoge mate zelfs. Onder dit hoofdje is het specifieke groepswerk aan de orde. 7
Dramagroep In onze cultuur waar beeldvorming en presentatie hoge eisen stellen aan vooral
Protestantse Gemeente te Oegstgeest Beleidsplan 2010-2015
15
jonge mensen geven theatrale en expressieve vormen voor jongeren boeiende en leerzame mogelijkheden om zich in de wereld van bijbelse verhalen in te leven en zich zelf in ontmoeting met hen te uiten. Het delen van gevonden ingangen in diensten om een verhaal of een figuur uit te beelden is inspirerend voor de hele gemeente en vergroot het zelfvertrouwen van de jongeren. Zij leren zich zelf tegenover bovengenoemde ‘eisen’ beter staande te houden. De dramagroep kan een goede en verrijkende bijdrage leveren in diensten van jong en oud – en doet dat regelmatig ook. 8
Eetgroep(en) Groepsvorming is in de leeftijd tussen 12 en 18, maar ook voor twintigers van groot belang. Er is een eetgroep die vast bij elkaar komt van enkele jonge vrouwen die al studeren. Het is een hecht clubje dat het onderlinge band vasthoudt. Rond de maaltijden is er gelegenheid om persoonlijk wel en wee uit te wisselen en een bezinningsonderwerp met elkaar te bespreken. Dat alles in een ongedwongen sfeer.
Dit is een inmiddels zeer beproeft concept dat op andere leeftijdsgroepen kan worden toegepast. Te denken valt aan 16 – 19 jarigen én aan twintigers. 9
Musicals Ook musicals hebben een grote bindende kracht. Het zijn projecten waaraan deelnemers zich nog vele jaren daarna zullen herinneren. Door alle leeftijden heen zijn mensen gevraagd om er aan mee te werken. Zij bieden de mogelijkheid om een catechetisch begeleidingstraject op te zetten voor de jonge en/of oudere deelnemers. Jongeren en andere gemeenteleden kunnen laten zien waartoe zij in staat zijn én van waaruit zij de stof van het musical vorm geven. Een en ander geschiedt in de samenwerking van ‘kerk en theater’ Het budget zal ruim van te voren moeten worden ingediend Ook andere geloofsgemeenschappen binnen de Oegstgeestse oecumene kunnen voor medewerking en financiële ondersteuning worden gevraagd Ook kleinschalige musicals, zoals Mozes etc. of rond kerst, zullen jaarlijks worden georganiseerd. Bij een groot project kan ook de ruimte van twee jaar zinvol zijn.
10 Jongerenweekeind Om in een heel andere sfeer bijeen te komen en eens een nacht te braken teneinde intens met elkaar op te trekken, wordt georganiseerd.
Protestantse Gemeente te Oegstgeest Beleidsplan 2010-2015
16
Dit is onderdeel van de activiteiten van de jeugdkapel maar wordt uitgebreid tot alle jongeren in die zelfde leeftijdscategorie die in zo een weekeind zijn geïnteresseerd. eens per jaar wordt een jeugdweekeind georganiseerd 3.5
Werving
Met een goede werving staat en valt de bereikbaarheid van onze kerkelijke gemeenschap voor de jeugd. Er gaat niets boven persoonlijke benadering, deze kan – gek genoeg – ook in digitale vorm worden gedaan. Mond tot mond reclame blijft ongeëvenaard. Wees trots op wat je doet, doe het in het vertrouwen dat de Levende zelf in al deze ontmoetingen meewerkt, mee ademt. Jaarlijks zal er een mooi vormgegeven folder worden uit gedeeld waarin de jeugdactiviteiten voor het komende seizoen smakelijk en uitnodigend zijn aangegeven. Of via onze website nog aan andersoortige communicatie kan worden gedaan is onderwerp van onderzoek. 3.6
Werkplan 2010
(in de taakgroep wordt bij ieder punt aangegeven wie wat wanneer doet) 1. Diensten van jong en oud in overleg met leiding kindernevendienst a. 10 oktober: popcantate Mozes (Tienerkoor) b. 1e kerstdag dienst van jong en oud in de Regenboogkerk c. (Kerstmusical, vgl. ‘Zoek de Ster’) 2. Intensievere (structurele) samenwerking met de leiding van de Kindernevendienst a. Ondersteuning door predikanten bij het bezig zijn met de lezingen van het leesrooster voor de zondagse vieringen b. Kind van de zondag; kinderen van de basisschool krijgen een rol in dienst. 3. Diensten voor School en kerk a. C.B.S Joris de Witte, 14 november 2010 b. Na evaluatie contact opnemen met de Hofdijckschool c. Reflectie op godsdienstige opvoeding in de samenhang van gezin, school en kerk i) Geloven op schoot (kringen voor doopouders) ii) Contacten met leerkrachten Basisscholen 4. Musical: Joseph and the amazing Technicolor dream coat a. Initiatief van de PGO b. Samenwerking met de Stichting Kerk en Theater c. Toelichting van de Jozefverhalen in de Bijbel en inleving via Bibliodrama
Protestantse Gemeente te Oegstgeest Beleidsplan 2010-2015
17
5. In het kader van het 40-dagen project één sobere maaltijd voor en door jongeren. 6. Jongerenweekeind eind mei; initiatief via de Jeugdkapel 7. Betrokkenheid bij ‘Taizé aan de Maas’; Europese jongerenconferentie rond de jaarwisseling, dit jaar in Rotterdam 8. Dauwtrappen op Hemelvaartsdag; aansluitend Hemelvaartsdagviering. 9. Pinkstervuur; nieuw leven blazen in een oude traditie. 10. Filmavonden voor jongeren 11. Publiciteit: een folder voor de activiteiten 2010 – 2011
Protestantse Gemeente te Oegstgeest Beleidsplan 2010-2015
18
4
Communicatie
4.1
Inleiding
Dit hoofdstuk heeft tot doel enkele keuzen in het communicatiebeleid van de PGO te onderbouwen. De PGO wil in de context van het nieuwe beleidsplan 2010-2014 aangeven welke punten naar de huidige inzichten bij uitstek van belang zijn om te communiceren (wat, voor wie en hoe), om daar tevens aan te verbinden de middelen die daarvoor ingezet kunnen en moeten worden. In onze opdracht als kerkelijke gemeente zijn wij betrokken op God, op elkaar en op de wereld. Wij geven daaraan primair uiting door middel van vieringen en door pastorale en diaconale activiteiten. Het inhoudelijk communiceren van de christelijke boodschap in woord en daad is onlosmakelijk verbonden met deze activiteiten. Het communiceren hierover ondersteunt de samenhang in onze gemeente en het is een middel om zichtbaar te zijn in de bredere samenleving, kennis en inzicht te verwerven en ons te scherpen aan de ontwikkelingen om ons heen. In de afgelopen jaren hebben wij gezien, dat de aard en het aantal van de uitingsvormen, in relatie met onze primaire doelstelling, steeds diverser en talrijker zijn geworden. Ondanks een geleidelijk teruglopend ledental en het sluiten van één van de kerkgebouwen, is er een rijke verscheidenheid gebleven aan kerkelijke activiteiten met verschillende kenmerken en voor verschillende groepen. Naast de zondagse kerkdiensten, die met hun liturgie, verkondiging en muziek nog steeds de kern vormen van de geloofsbeleving voor velen in de gemeente, zijn er tal van nieuwe vormen ontstaan, zoals avondgebeden, cantatediensten, Evensongs, beelddiensten, bibliodrama, oecumenische diensten en een intensief programma met vieringen in de Veertigdagentijd. De vieringen van de Vereniging Vrijzinnige Protestanten, die ook deel uitmaken van de PGO, en de vieringen in Hofwijck, Van Wijckerslooth en GGZ Rivierduinen, blijven hier dan nog buiten beschouwing. Daarnaast zijn er ook vele andere activiteiten die door of namens de PGO worden georganiseerd. Te denken valt aan de gesprekskringen, thema-avonden, koffieochtenden, filmavonden, concerten, lezingen en tentoonstellingen in de kerkgebouwen, het Gemeentecentrum of Willibrords Erf. En last but not least wordt er in de kerkelijke organisatie veel vergaderd door raden en commissies, taakgroepen en teams, van waaruit besluiten worden genomen, initiatieven worden ontplooid en om participatie wordt gevraagd; in de organisatie worden geregeld bepaalde zaken veranderd. Over al deze activiteiten moet gecommuniceerd worden. Niet alleen is er door de veelheid grote behoefte aan een overzichtelijke agenda, maar ook inhoudelijk is het van het grootste belang voor de kwaliteit en samenhang in de PGO, dat men op de hoogte is van doel en inhoud van wat er gaande is. Eén van veel gehoorde klachten in de afgelopen periode is, dat de verschillende groepen vaak van elkaar niet weten waar men mee bezig is. Elementen van vernieuwing in de liturgie en de organisatie moeten
Protestantse Gemeente te Oegstgeest Beleidsplan 2010-2015
19
draagvlak krijgen en behouden. De organisatie heeft net een periode van herstructurering en fusie achter de rug. Er is daardoor een grote behoefte aan communicatieve samenhang tussen de organen, met name tussen de Kerkenraad en de taakgroepen en de taakgroepen onderling. De PGO communiceert niet alleen voor zichzelf. De kerk heeft ook een missionaire doelstelling. Initiatieven op dit vlak vragen om brede externe afstemming met organisaties in Oegstgeest, Leiden en daarbuiten en met een veelheid van (kerkelijke) instanties. Te denken valt aan de diaconie in Leiden, de andere kerkgenootschappen in onze omgeving, de classis, de Raad van Kerken en de burgerlijke gemeente (bijv. met betrekking tot de begraafplaats), maar ook aan de regionale en landelijke organen van kerk en bijv. zending en werelddiaconaat. Gelet op deze missionaire doelstelling is het van groot belang niet alleen om te communiceren over wie wij zijn en wat wij doen maar omgekeerd is het ook essentieel om open te blijven staan voor invloeden van buitenaf om zodoende de noodzakelijke prikkels voor vernieuwing en ontwikkeling te blijven ontvangen. 4.2
Wie willen we bereiken en wat zijn de middelen?
Communicatie is geen doel op zich. Het is een middel om doelgroepen te bereiken. Communicatie is ook niet alleen wat willen we zenden als boodschap naar welke doelgroep, maar ook het terugontvangen van signalen en hoe kom je er achter of de doelgroep de boodschap echt ontvangt. Dat is speciaal van belang bij het nog te ontwikkelen beleid in de richting van specifieke doelgroepen. Daarbij geldt doorgaans: als je langs meerdere kanalen dezelfde boodschap doorgeeft, is er meer kans dat die beklijft. Hieronder geven wij een overzicht van de bestaande communicatiekanalen met enkele kenmerken en opmerkingen:
Gemeenteberichten: wekelijks; doelgroep: kerkgangers PGO; interne communicatie, korte termijn berichten en/of geheugensteuntjes; berichten in principe maximaal 10 regels, totaal max. 2 A4 (één blad). Snelle productie. Met Gemeenteberichten bereik je alleen de regelmatige kerkgangers en niet de veel grotere groep van PGO leden. Als iets alleen in Gemeenteberichten gecommuniceerd wordt versterk je de interne gerichtheid.
Website: permanent beschikbaar; doelgroep: in principe iedereen, in de praktijk voornamelijk actieve gemeenteleden; berichten zowel korte termijn (identiek aan Gemeenteberichten) als lange termijn (achtergronden, samenstelling Kerkenraad en Taakgroepen, roosters, etc., weergave bijv. stand van het beroepingswerk, stand van ontwikkeling begraafplaats etc.), intern en extern; ook geschikt voor langere stukken. Moet actief bijgehouden worden, vooral door het opschonen van oude berichten. Het interactieve karakter zou ook kunnen toenemen: geef mensen op de website de gelegenheid aan te geven hoe ze bepaalde zaken ervaren hebben; een kort eerlijk verslagje, met evt. lessons learned als er niets niet goed is gegaan; één uitgesproken reactie lokt soms een hele reeks andere reacties uit.
Protestantse Gemeente te Oegstgeest Beleidsplan 2010-2015
20
Rondom de kerk: verschijnt ca. 3x per jaar, verspreid onder alle PGO gemeenteleden. Bevat achtergrondinformatie en relatief lange niet-tijdgebonden stukken. Lange productietijd. Zou inhoudelijk meer betrokken moeten zijn op input vanuit Kerkenraad en Taakgroepen.
OKe: 10x per jaar. Doelgroep: PGO leden (actief en niet-actief), leden van andere kerkgenootschappen, algemeen Oegstgeester geïnteresseerden. Is tevens het ’officiële’ kanaal voor mededelingen die volgens de ordinanties aan de PGO leden gedaan moeten worden, zoals oproep voor gemeentevergaderingen, uitgebrachte beroepen, voorstel voor ambtsdragers etc. Berichten voor de eerstvolgende maand, productietijd 15 dagen. Hoe goed het gelezen wordt en of er een brede doelgroep wordt bereikt, is niet te achterhalen, maar zou wel moeten worden onderzocht. De vraag is hierbij: hoe bereik je de ‘’tussengroep’’ van mensen die wel geïnteresseerd zijn, misschien ook lid van de kerk, maar niet wekelijks in de kerk zitten? Is deze doelgroep niet veel belangrijker voor de kerk dan ‘’heel Oegstgeest”? In OKe worden als regel geen verslagen van bijeenkomsten opgenomen. Voor de bijdragen van de PGO aan OKe gelden sinds kort specifieke regels en afspraken; deze coördinatie komt de kwaliteit duidelijk ten goede.
“Welkom”: uitgebreide publicatie met alle praktische gegevens over de PGO voor nieuw ingekomenen. Wordt uitgegeven onder de vlag van de Taakgroep communicatie en jaarlijks van een update voorzien dmv een nieuw inlegvel, het laatst recent in november 2010.
Plaatselijke en regionale pers, is permanent beschikbaar; doelgroep: in principe iedereen, kan als aanvulling dienen op aankondigingen elders, voorzien van een toelichting, soms ook nabeschouwing. Bijv. de filmavonden van ds. da Costa worden gecommuniceerd in een combinatie van lokale / regionale pers, OKe en soms een kort bericht in Gemeenteberichten en een mail naar regelmatige bezoekers van binnen en buiten de PGO. Er is een notitie beschikbaar met namen en adressen van diverse regionale en lokale persmensen, moet wel geregeld een update krijgen. De communicatie via de lokale / regionale pers kan zeker geïntensiveerd worden, bijvoorbeeld voor zaken met een breder publiek karakter.
4.3
Wat willen we communiceren?
Hierbij maken wij een onderscheid in drie domeinen: a. Communiceren over de inhoud van de boodschap (kerkdiensten, andere vieringen, pastoraat, diaconaat, kringen); b. Communiceren over het beleid en de organisatie; c. Communiceren over de activiteiten (agenda). Bij 4.3 a In het eerste (inhoudelijke) domein communiceren we als gemeenteleden, predikanten,
Protestantse Gemeente te Oegstgeest Beleidsplan 2010-2015
21
ambtsdragers, pastorale medewerkers, individuen en groepen in het kader van onze opdracht als gemeente. We communiceren daarover intern binnen de PGO, van binnen naar buiten (PGO > samenleving) en van buiten naar binnen (samenleving > PGO). We doen dat door deelname aan vieringen, door pastoraal bezoek en diaconale activiteiten, door het bijwonen van kringen, thema-avonden, evenementen, etc. Het belang ervan is groot (gemeente-opbouw, verbondenheid en samenhang, zichtbaarheid, kennis) en het overstijgt in meerdere opzichten de PGO als zodanig. In dit domein wordt van oudsher veel capaciteit en energie gestoken in de mondelinge en schriftelijke contacten en deze verdienen onze blijvende aandacht. De schriftelijke communicatiemiddelen die worden ingezet binnen de PGO zijn de eventuele toelichtende en verdiepende publicaties rondom de vieringen en activiteiten; te denken valt aan publicaties in Oké, Gemeenteberichten, preken op de website, boekje Veertigdagentijd, etc. Vanuit de PKN (onder meer via de website) wordt de PGO in ruime mate gevoed door inhoudelijke publicaties over theologie, liturgie, kerkmuziek, pastoraat, jeugdwerk, thema-sites, kerk in actie, missionair werk, cursussen en studiedagen.
De intensiteit en kwaliteit van deze interne en externe inhoudelijke informatievoorziening zijn goed en in het kader van dit beleidsplan zien wij hier geen aanleiding tot extra (speerpunt)acties als het om de communicatie gaat. Wat wellicht zou kunnen leiden tot verbetering, is om de doelgroepen scherper te onderscheiden en meer feedback te organiseren. Bijvoorbeeld een meer gedifferentieerde benadering naar leeftijdscategorieën (kinderen t/m basisschool, pubers, adolescenten, jong volwassenen, ouderen, bejaarden), naar omstandigheden (alleengaanden, ouders met kinderen, één-oudergezinnen, gehandicapten, langdurig zieken, mensen in een bepaalde pastorale sectie, eigen kerkleden of juist niet-leden). Aan deze punten kan vanuit het werkteam van de predikanten en de afzonderlijke taakgroepen per onderwerp specifieke aandacht worden gegeven. De website kan hiervoor een utstekend middel zijn, naast schriftelijke middelen zoals OKe en Rondom.
Bij 4.3b Het tweede domein wordt gevormd door de PGO als kerkelijke organisatie. Hieronder valt het communiceren over het beleid en verder over alle activiteiten waarbij de PGO standpunten inneemt, beslissingen neemt, zich ontwikkelt en presenteert als organisatie en inspeelt op externe ontwikkelingen. Geregeld doen zich bijzondere onderwerpen voor, zoals bijvoorbeeld rondom het vertrek en beroep van een predikant, waarover snel en intensief in de gemeente moet worden gecommuniceerd. Maar ook in het reguliere ”bedrijf” van de kerkelijke organisatie zijn het de terugkerende beleidsbeslissingen van het moderamen, de kerkenraad en de taakgroepen, die adequaat moeten worden gecommuniceerd naar de rest van de organisatie, de gemeenteleden en de eigen werknemers. Te denken valt hierbij vooral aan de reguliere vergaderingen van de Kerkenraad, maar ook aan de informatie rondom het beleidsplan, activiteitenplannen van de Taakgroepen, vacatures, de begrotingen / jaarrekeningen
Protestantse Gemeente te Oegstgeest Beleidsplan 2010-2015
22
vanuit het CvK en Diaconie en de resultaten van Kerkbalans. Hetzelfde geldt voor gemeentevergaderingen en gemeentebrede bijeenkomsten. Gemiddeld éénmaal per jaar kan een thema dat de hele gemeente raakt in een gemeentevergadering wordt besproken. Evenzo kan er éénmaal per jaar een bijeenkomst voor nieuw-ingekomenen worden belegd en voor alle vrijwilligers van de PGO een inspirerende en sociale avond of middag worden georganiseerd. Over doel en inhoud van dergelijke bijeenkomsten zal tijdig moeten worden gecommuniceerd; verslagen of besluitenlijsten kunnen (samengevat en anoniem) op de website worden geplaatst. Het belang van goed communiceren in dit domein is evident: het ondersteunt het draagvlak en de kwaliteit van de besluitvorming, het bevordert transparantie en wederzijds vertrouwen en het zorgt voor continuïteit en samenhang; ten opzichte van niet-leden en nieuw-ingekomenen is het noodzakelijk voor de zichtbaarheid en ook in breder verband is het ondersteunend voor imago en identiteit.
Over het geheel genomen is de kwaliteit en intensiteit van de communicatie in dit domein voldoende, maar voor verbetering vatbaar. Over de besluitvorming en het beleid van de PGO wordt nog niet systematisch gecommuniceerd, waardoor een goed overzicht ontbreekt. Oké en de Gemeenteberichten zijn hiervoor ongeschikt, omdat je niet altijd iedereen kunt bereiken. De website is het meest geëigende communicatiemiddel voor dit domein, maar deze wordt daarvoor nog te weinig benut. Hetzelfde geldt voor de plaatselijke en regionale pers, bijv. met achtergrondinformatie en interviews, als er onderwerpen zijn met een breder publiek belang. Er is voor dit doel daarom ook extra behoefte aan coördinatie en redactie van het aanbod van de informatie en een actief beleid ten aanzien van het plaatsen van dit soort informatie op de website (wat, wanneer en hoe) en in de pers, waarvoor, bijv. door het opstellen van persberichten, ook sturing vanuit het moderamen noodzakelijk is.
Bij 4.3c Het derde domein omvat feitelijke informatie (activiteiten, onderwerp, plaats en datum) en de eventuele toelichtingen daarop. We denken hierbij in de eerste plaats aan de eigen vieringen en bijeenkomsten, maar het belang overstijgt de PGO al snel. Alleen al voor het lezingen- en concerten-aanbod voorziet een goede agenda voor velen ook buiten de PGO in een behoefte. De samenloop met activiteiten van de andere kerkgenootschappen, K&O, de Gemeente Oegstgeest, de Raad van Kerken, enz., maakt dat noodzakelijk. Het opstellen van een overzichtelijke agenda heeft uiteraard als doel dat de belangstellenden zich tijdig op het aanbod kunnen oriënteren, maar (als het goed is) is er ook een gunstig effect op de planning zelf: bij veel onderwerpen (bijv. jeugdwerk, kringen-aanbod, concerten) kan het opstellen van een (half)jaar planning leiden tot enige spreiding in het aanbod (niet alles tegelijk) en het tijdig reserveren van de accommodaties.
Protestantse Gemeente te Oegstgeest Beleidsplan 2010-2015
23
4.4
Voor de communicatie over kerkelijke activiteiten op korte termijn zijn de Gemeenteberichten het meest geschikt. De omvang zou zich tot één A4 per zondag moeten beperken. Voor zaken met een wat verdere horizon, breder bereik en uitgebreidere toelichting is Oké meer geschikt. Dat is ook de huidige praktijk. Voor de coördinatie van de informatie vanuit de PGO in Oké is een aparte redacteur aangewezen. Voor aankondigingen van bijzondere vieringen, concerten, thema-avonden, tentoonstellingen, etc. en toelichtingen daarop, kunnen zowel de website als de plaatselijke en regionale pers goed worden benut. Voor een goede communicatie over dit aanbod is enige coördinatie vanuit één punt waar overzicht aanwezig is, naast kennis van de meest effectieve aanpak, gewenst. Conclusies
Uit het voorgaande kan worden geconcludeerd, dat communicatie op veel gebieden redelijk tot goed verloopt. Afzonderlijke publicaties zoals “Welkom” en “Rondom” worden door deskundige vrijwilligers op niveau tot stand gebracht. De Gemeenteberichten en Oké functioneren goed, mede dankzij de redacteuren die zich daarvoor specifiek inzetten. De beide publicatiekanalen vullen elkaar aan, maar hebben ook hun tekortkomingen; de Gemeenteberichten zijn ongeschikt voor meer omvangrijke informatie en Oké is ongeschikt voor berichten met een wat grotere actualiteit: de papieren informatiekanalen werken daardoor niet optimaal. De website kan in deze lacune (actualiteiten die vrij veel tekst vragen) goed voorzien, zeker wanneer de gebruiksvriendelijkheid kan toenemen. Bovendien is de website heel geschikt als ondersteuning voor de feitelijke agenda-overzichten, persberichten en artikelen. Deze speerpunten voor het communicatiebeleid kunnen alleen met succes worden uitgevoerd als daarvoor de personele en financiële middelen beschikbaar komen Puntsgewijs trekken wij de volgende conclusies: De website verdient beleidsmatig en qua gebruiksvriendelijkheid veel meer aandacht van de Kerkenraad als communicatiemiddel; extra ondersteuning van de huidige Webmaster is daarvoor tenminste noodzakelijk. De al in gang gezette werving voor een assistentWebmaster wordt voortgezet. De plaatselijke en regionale pers kan vaker en beter worden benut. Met het oog op de noodzakelijke coördinatie wordt de voorzitter van de Kerkenraad belast met de portefeuille communicatie, hetgeen betekent dat hij het aspect communicatie in brede zin behartigt. Op alle belangrijke momenten van besluitvorming en bij ontwikkelingen of gebeurtenissen die binnen en/of buiten de PGO moeten worden gecommuniceerd, zal hij aangeven hoe op hoofdlijnen met de publiciteit / de communicatie moet worden omgegaan. Hij zal in deze rol worden ondersteund door en nauw samenwerken met een ambtsdrager, die als
Protestantse Gemeente te Oegstgeest Beleidsplan 2010-2015
24
medewerker communicatie bij voorkeur ook aan de vergaderingen van het moderamen deelneemt; dat is van belang omdat deze medewerker behalve kennis van beleidscommunicatie ook een goed overzicht moet hebben van de actualiteiten in het hele werkveld van de PGO. Deze medewerker zal (pers)berichten opstellen, aan anderen vragen informatie aan te leveren, kwaliteit en samenhang daarvan bewaken, planningen / afspraken bewaken en waar nodig overleg plegen met de predikanten, betreffende taakgroepleden, de Webmaster, de pers en natuurlijk met de voorzitter van de Kerkenraad. Alle onderdelen van de organisatie moeten zelf voldoende aandacht geven aan de communicatie; de coördinatie vanuit één centraal punt laat onverlet dat het uitvoerende werk bij de organisatieonderdelen zelf moeten liggen, waarbij dan wel om advies kan worden gevraagd van de communicatiemedewerker wat betreft de vaktechnische informatie en een eenduidige uitstraling (huisstijl). Aan de werving van deze twee vrijwilligers moet voorrang worden gegeven boven de beantwoording van de vraag of er een aparte Taakgroep Communicatie nodig is. Als de PGO erin zou slagen deze beide vacatures te vervullen, is het niet ondenkbaar dat deze nieuwe medewerkers samen met de huidige twee overgebleven Taakgroepleden een Taakgroep blijven vormen, maar noodzakelijk is dit niet; de meerwaarde is afhankelijk van de behoefte aan onderlinge samenhang zoals men die in de praktijk ervaart.
Protestantse Gemeente te Oegstgeest Beleidsplan 2010-2015
25
5
Taakgroep Eredienst & Kerkmuziek
5.1
Visie en beleid
Vieren: kernactiviteit van geloofsgemeenschap Erediensten zijn ontmoetingen met de Allerhoogste, elkaar en onszelf. Aan deze ontmoetingen geven we op verschillende manieren vorm en inhoud. Stand van zaken. We staan in de traditie van de vieringen van de zon- en feestdagen. Daartoe rekenen we ook de ‘huisdiensten’ in de verschillende woon- en zorgcentra, de avondgebeden die bepaalde tijden van het kerkelijk jaar markeren en oecumenische vieringen. Daarnaast zijn er bijzondere doordeweekse diensten vanwege een levensverbintenis of een overlijden, of organiseren we bijzondere vieringen op incidentele basis1. Kortom, we werken vanuit vier motieven aan onze vieringen: 1. het liturgisch jaar, 2. gebeurtenissen in het leven van gemeenteleden, 3. op kunst of spiritualiteit georiënteerde vieringen en 4. doelgroepgerichte vieringen. De veelzijdigheid van het liturgisch aanbod zien we als eigen aan de veelkleurigheid van onze gemeente en aan een fundamenteel open houding naar geloof in de samenleving. Uitgangspunt voor de PGO is dat de verschillende vormen van vieren een eigen kwaliteit bezitten. Met het oog op de nabije toekomst. In de dynamiek van de cultuur waarvan wij deel uitmaken, onderkennen we een toenemende pluriformiteit in deelname aan en beleving van ‘heilige momenten’. Daarin nemen we bovendien wezenlijke veranderingen waar. Een daarvan betreft de deelname aan zondagse vieringen: die neemt af in omvang en toe in vergrijzing. Een tweede verandering betreft de toenemende behoefte bij jongere generaties aan andere vormen van ontmoeting waarin geloof beleefd kan worden. Wij verwachten dat deze veranderingen verder zullen doorzetten en van wezenlijke invloed zullen zijn op de wijze waarop wij onze diensten organiseren en vorm en inhoud geven. Daarom willen wij nadrukkelijk inzetten op de twee hoofdlijnen van vieren: de doorgaande lijn van de zon- en feestdagen (motief 1, 2 en 3), en de lijn van incidentele vieringen die aansluiten bij de belevingswereld van jongere generaties (motief 4). We zien het als een uitdaging voor de komende jaren de lijn van de incidentele vieringen kwalitatief uit, en constructief in te bouwen in ons gemeenteleven. Samenvatting. Wij onderschrijven dat ‘vieren’ kernactiviteit is van geloofsgemeenschap. Wij geloven in een veelzijdig aanbod van vieringen, een dynamische omgang met de traditie, en een kwalitatieve gevoeligheid voor de relatie tussen geloof en cultuur. We blijven daarbij gevoelig voor vormen van vieren die aansluiten bij wat mensen van waarde vinden voor hun ontmoeting met de Allerhoogste, elkaar en zichzelf. Muziek en eredienst Muziek maakt integraal deel uit van onze vieringen. Er is een grote openheid naar ook andere expressievormen, zoals bibliodrama en -dans en beeldende kunst, en ook dan 1 Het gaat hier om vieringen met een bijzonder doel of een bijzondere doelgroep, bijvoorbeeld: kerstviering voor mensen met een geestelijke beperking, vieringen voor jong en oud, beelddiensten, evensongs, meditatievieringen, e.d.
Protestantse Gemeente te Oegstgeest Beleidsplan 2010-2015
26
speelt muziek een grote rol. Die rol is gedifferentieerd: van louter dienstbaarheid tot autonoom eigen geluid. Omdat muziek zo’n fundamentele rol in onze vieringen speelt, doen we een beroep op vakmusici. Zij hebben de opdracht om muziek te maken, de cantorijen en instrumentengroepen te leiden en zich in te zetten voor de kerkmuzikale toerusting in brede zin van de hele gemeente. Zij doen dit met het oog op de vierende gemeente, vanuit de traditie waarin de PGO staat, en met open oog voor cultuur en samenleving. Liedboek De PGO staat in de traditie van het Liedboek-1973 en zijn vervolgbundels. We maken overwogen gebruik van liederen uit andere bundels of tradities. We kijken uit naar het Nieuwe Liedboek (2012?), dat een breed aanbod zal doen en waarvan we hopen dat het voor de komende decennia nieuwe impulsen voor (de muziek in) onze vieringen zal geven. Cantoraat Musiceren en zingen zijn essentieel in onze vieringen. Zingen tilt mensen boven zichzelf uit, schept gemeenschap, kan een inzingen en een uitzingen van geloof zijn, kan mensen zielsdiep raken, en kan woorden levenslang onuitwisbaar maken. De cantorijen spelen hierbij in meerdere opzichten een belangrijke rol. Cantorijleden zijn gemeenteleden die vertrouwd worden met nieuw en ander liedrepertoire; zij kunnen daardoor de samenzang stimuleren. Zelfstandig gezongen cantorijmuziek kan als verkondiging een rol spelen, zoals in geval van een evangeliemotet, of de vierende gemeenschap behulpzaam zijn bij het beleven van de verschillende momenten in een orde van dienst, zoals ‘muziek ter verstilling’ tijdens het aansteken van de Tafelkaarsen aan het begin van een viering, of ‘muziek ter verstrooiing’ tijdens de inzameling van de gaven. Actieve participatie gemeenteleden en ambtsdragers De PGO streeft naar een actieve inzet van gemeenteleden bij de erediensten. Dat is af te lezen aan het dienstrooster (website), waarop de vrijwilligers worden vermeld die zorgdragen voor ontvangst, collecteren, crèche, kindernevendienst en het lectoraat en bloemendienst. De leiding van de nevendienst heeft een eigen overlegcircuit, en er is geregeld contact met de eigen predikanten over de invulling van de vieringen. Voor de lectoren wordt af en toe een ‘voorleestraining’ georganiseerd. De ouderling van dienst speelt een rol bij de voorbereiding van de dienst, het welkom en de mededelingen aan het begin, en soms ook bij het openingsgebed van de zondagse vieringen. De diaken van dienst draagt de verantwoordelijkheid voor de inzameling van de gaven en de viering van de Maaltijd van de Heer; zij of hij wordt ook altijd uitgenodigd om met een diaconale gebedsintentie mee te doen aan de gebeden.
5.2
Opdracht
De taakgroep functioneert als spin in het web van de erediensten. De taakgroep behartigt namens de kerkenraad de organisatie, de reflectie op en evaluatie van de
Protestantse Gemeente te Oegstgeest Beleidsplan 2010-2015
27
vieringen, en doet voorstellen voor zowel beleid als nieuwe initiatieven. De taakgroep stimuleert de vorming van gemeenteleden bijv. door de organisatie van een liturgisch leerhuis of lectorentraining, door gemeenteleden actief te betrekken bij een werkgroep, door als taakgroep te overleggen met de ouderlingen of de diakenen, en door bekendheid te geven aan nieuwe initiatieven of veranderingen. Bezetting en werkwijze Lid van de taakgroep zijn de kerkmusici, een van de predikanten en vijf gemeenteleden. Presentie van de taakgroep bij de kerkenraad rouleert. De voorzittersrol rouleert over de leden. Er is een vaste secretaris. De taakgroep vergadert zevenmaal per jaar. De agenda voor de vergadering wordt samengesteld in overleg tussen de secretaris, de voorzitter en de predikant. Het contact met andere taakgroepen is in zekere zin diffuus: personele dwarsverbanden zorgen voor een goedlopende uitwisseling en coördinatie van ideeën, wensen, vragen en initiatieven. Naast de agenda worden lopende zaken consequent bijgehouden op een lijst met ‘actiepunten op korte termijn’ en ‘actiepunten op langere termijn’. Naast de Taakgroep Eredienst & Kerkmuziek functioneren zes werkgroepen. De Werkgroep Gastvoorgangers behartigt beleid en uitvoering rond onze gastvoorgangers; deze werkgroep ressorteert op grond van zijn vertrouwelijke opdracht rechtstreeks onder de kerkenraad, maar heeft inhoudelijk en personeel dwarsverbanden met de TEK. De (in opzet oecumenisch samengestelde) Werkgroep Avondgebeden wordt steeds geactiveerd met het oog op een bepaalde periode waarin avondgebeden worden gehouden. De Werkgroep Veertigdagentijd is een coördinatiegroep die alle activiteiten die in de tijd voor Pasen worden georganiseerd op elkaar afstemt. Er zijn twee min of meer ‘los’ functionerende kunstcommissies, een voor Willibrords Erf en een voor de Regenboogkerk; beide werken met een wat andere optiek. De Regenbooggroep behartigt alle zaken die met het liturgisch gebruik (inrichting) van de Regenboogkerk te maken hebben. Er ligt de wens van een op te richten Groene Kerkgroep die zich over (her)inrichting en gebruik van de Groene Kerk buigt. Naast de taakgroep en de werkgroepen dragen individuele mensen achter de schermen bij aan de organisatie van de vieringen, o.m. de kosters, de makers van de liturgieboekjes en de opstellers van verschillende dienstroosters. 5.3
Aandacht voor de toekomst
Voor het verder ontwikkelen van een veelzijdig en kwalitatief aanbod van vieringen ziet de taakgroep de volgende voorwaarden: professionele musici, durend inzetten op veelzijdigheid, onderhoud van orgels en vleugels, bezetting van de taakgroep door gemotiveerde gemeenteleden, een niet te hoge vergaderdruk, een adequaat financieel beleid en zorgvuldige communicatie. In de wijze waarop wij gestalte geven aan onze vieringen willen we de rijkdom uitdrukken van de geloofstraditie, en koesteren we het verlangen naar een opbouwende en inspirerende omgang met elkaar, in kerk en samenleving.
Protestantse Gemeente te Oegstgeest Beleidsplan 2010-2015
28
5.4
Communicatie en dwarsverbanden
Nadrukkelijk stelt de taakgroep gemeenteleden in de gelegenheid op de vieringen te reageren. Daarvoor is ‘
[email protected]’ als afzonderlijk emailadres beschikbaar, alsmede een postadres en telefoonnummer. Reacties worden ook zorgvuldig beantwoord. Overleg met kerkenraad, werkgroepen, ouderlingen, lectoren, diakenen en andere taakgroepen vindt gewoonlijk plaats via personele verbanden. Ook wordt naar aanleiding van concrete voorstellen af en toe overleg georganiseerd. Zo zijn er bijeenkomsten tussen de Taakgroep Diaconaat en de TEK geweest, om de taken tijdens de Maaltijdvieringen zorgvuldig af te stemmen. Met de lectoren wordt eens per (twee) jaar een trainingsbijeenkomst gehouden. Voorstellen in de beleidsnotitie van de Taakgroep jeugd & jongeren voor meer doelgroepgerichte vieringen zijn door de TEK omarmd. Overleg met deze taakgroep verloopt voldoende via de personele dwarsverbanden. Voor bijzondere of bijzonder feestelijke diensten wordt nadrukkelijk een beroep gedaan op de Taakgroep Communicatie. De TEK volgt met aandacht de website vanuit haar eigen invalshoeken. De coördinator van Werkgroep Gastvoorgangers verzorgt de wekelijkse aankondiging van de (gast)voorgangers in de Gemeenteberichten.
5.5 Werkplan en huidige bezetting Op basis van het nieuwe beleidsplan zal een werkplan in progress worden opgesteld, waarin beide hoofdlijnen worden uitgebouwd. Voorts ziet de TEK het als haar taak alle activiteiten op het gebied van eredienst en kerkmuziek te blijven coördineren en evalueren. De taakgroep bestaat momenteel uit de volgende leden: Maarten Boonstra (vaste invaller/organist Groene Kerk) Christina Dercksen-Staffe (slapend lid, lid Willibrordcantorij) Kees Goedhart (ouderling, penningmeester taakgroep) Hans de Jong (cantor-organist) Bea de Kogel-van der Wal Klasien Kooy-van Pelt (secretaris van de taakgroep, coördinator gastvoorgangers, lid Werkgroep gastvoorgangers, lid Werkgroep Veertigdagentijd, lid Werkgroep Avondgebeden, lid Willibrordcantorij) Margreet de Ruijter-van Breugel (gastvrouw) Guusje Onderwaater-Nortier (lid Regenboogcantorij) Pauline Verkerk (cantrix Regenboogcantorij en Jeugdcantorij) Arjan de Vos (organist Regenboogkerk) Kees G. Zwart (predikant)
Protestantse Gemeente te Oegstgeest Beleidsplan 2010-2015
29
6
College van Kerkrentmeesters
6.1
Inleiding
De Protestantse Gemeente Oegstgeest (PGO) heeft, net als zoveel andere kerkelijke en maatschappelijke organisaties, te maken met de gevolgen van grote veranderingen in haar omgeving. Voor de PGO en haar voorgangers geldt, dat er jarenlang veel en goed werk is verzet, kerkelijk, maar ook op het gebied van bedrijfsvoering en beheer van het erfgoed, dat haar heeft gemaakt tot wat zij nu is. Tal van mensen gaven en geven veel tijd, geld en energie voor het reilen en zeilen van de PGO. Voor een organisatie die het geheel zonder externe ondersteuning moet stellen, is de PGO een goed lopende, financieel gezonde en op haar omgeving gerichte, actieve Gemeente. De PGO is voor velen in Oegstgeest en omgeving een pijler in hun geloofsleven en vaak ook hun sociale leven. De PGO besteedt, behalve aan haar kernactiviteiten op kerkelijk (pastoraal, diaconaal) gebied, veel tijd en inzet aan het beheer en onderhoud van diverse gebouwen (deels monumentaal ), het beheer van de financiën en het personeelsbeleid voor de medewerkers die bij haar in dienst zijn. Dit alles vergt goed rentmeesterschap van de PGO als organisatie en daarmee ook van het College van Kerkrentmeesters (CvK) dat hiervoor specifiek verantwoordelijk is. In het besef dat er in de laatste jaren veel ten goede is opgebouwd door gemeenteleden, pastores, ambtsdragers, vrijwilligers en eigen werknemers, heeft het CvK zich in het voorliggende meerjarenplan beraden op enkele beleidswijzigingen. De ervaringen in de recente jaren vragen naar onze mening om een gewijzigde aanpak op onderdelen van bedrijfsvoering van de PGO, om onze Gemeente ook in de komende tijd een “gezond” bestaan te kunnen garanderen. Naast een algemene maatschappelijke trend, die laat zien dat het aantal vrijwilligers bij maatschappelijke organisaties afneemt, heeft de PGO ook te maken met vergrijzing en daling van het aantal leden. Dat heeft onvermijdelijk consequenties voor de bedrijfsvoering. Het vergt een open blik op de vragen die op het CvK afkomen en op sommige momenten ook om ingrijpende keuzes in de plannen en voornemens. Het CvK heeft aldus gezocht naar een beleid dat enerzijds de Protestantse Gemeente te Oegstgeest zoveel mogelijk laat behouden wat in voorgaande jaren is opgebouwd, maar anderzijds de bedrijfsvoering naar opzet en inhoud actualiseert waar dat nodig is. 6.2
Over dit beleidsplan
Aan alle taakgroepen van de PGO is gevraagd hun voornemens voor de periode 20112014 in een Beleidsplan op te nemen. Het voorliggende concept- hoofdstuk van het College van Kerkrentmeesters, wordt ter goedkeuring aangeboden aan de Kerkenraad op 3 november 2011. Voor het CvK is het eigen Beleidsplan nauw verbonden met de begroting voor 2012 en de meerjarenbegroting 2010-2014; de begroting bepaalt immers de kaders binnen welke het CvK zijn voornemens kan bepalen en uitvoeren.
Protestantse Gemeente te Oegstgeest Beleidsplan 2010-2015
30
Dit beleidsplan beschrijft de doelstellingen die het CvK in de periode tot 2014 wil bereiken, alsmede de onderliggende motivatie, de voorgenomen werkwijze, de daarvoor beschikbare middelen en de gekozen activiteiten. In §3 wordt de visie van het CvK op de bedrijfsvoering van de PGO neergelegd; die geeft weer waarop het CvK in 2014 wil uitkomen ten aanzien van de financiën, het personeel en het onroerend goed. In §4 wordt een uitgebreide analyse geboden van de bedrijfsvoering van de PGO in de huidige situatie (najaar 2011), waarbij met name de financiën aandacht krijgen. Op basis van de analyse uit §4 zijn in §5 de geactualiseerde en geëxpliciteerde doelstellingen van het CvK ten aanzien van financiën, personeel en onroerend goed vastgelegd. Die hebben weer geleid tot een aangepaste strategie. Die is opgenomen in §6. De concrete activiteiten zoals die al in gang zijn gezet dan wel op korte termijn in gang worden gezet, worden besproken in §7. 6.3
Visie CvK op de bedrijfsvoering PGO
Zoals in de inleiding al werd vastgesteld, is de PGO is een actieve gemeente en voor velen een pijler in hun geloofsleven en vaak ook hun sociale leven. Het is evident dat het CvK dat moet helpen behouden. De PGO staat echter in de komende jaren voor een moeilijke opgave. Het aantal actieve PGO-leden en kerkbezoekers daalt en vergrijst en het vinden van vrijwilligers voor de vele activiteiten wordt steeds moeilijker. De inkomsten dalen, terwijl de kosten (met name van personeel en gebouwen) steeds verder oplopen. Dat vereist dat de PGO beslist nu stappen moet gaan zetten om een aangepast beleid te voeren. Bij het CvK ligt een sleutelrol bij de ondersteuning van die ambitie, namelijk op het terrein van financiën, personeel en onroerend goed. Waar wil het CvK in 2014 uitkomen en waaraan wil hij in de jaren daarna vasthouden? In essentie moet er een evenwicht zijn tussen inkomsten en uitgaven (sluitende begroting), om de kerntaak van de PGO, namelijk het pastorale / diaconale werk en de erediensten, duurzaam op het huidige niveau te kunnen handhaven en waar mogelijk uit te bouwen. Kijkend naar de bedrijfsvoering heeft het CvK de voornoemde opgave als volgt vertaald: enerzijds moeten de inkomsten van de PGO stijgen, anderzijds moeten relatief hoge en steeds oplopende kosten voor personeel en gebouwen structureel worden teruggebracht en beheersbaar zijn. Dat vergt een hogere kwaliteit en efficiëntie van de bedrijfsvoering en duidelijke keuzes voor het ambitieniveau op het terrein van financiën, personeel en gebouwen. Dat impliceert tevens een andere mix van het zelf doen van werkzaamheden door vrijwilligers, eigen medewerkers en het uitbesteden van werkzaamheden. Het CvK creëert daarmee de ruimte om tijdig te anticiperen op lopende en aankomende ontwikkelingen, waardoor de PGO de slagkracht houdt om vorm te geven aan het werken aan een actieve geloofsgemeenschap. 6.4
Een analyse van de huidige financiën en de bedrijfsvoering (najaar 2011) a. Algemeen
Uit de Jaarrekening over 2010 blijkt dat de PGO in dat jaar een negatief resultaat van € 52.687,- heeft behaald. Hoewel dit bedrag vrijwel gelijk is aan het eerder begrote
Protestantse Gemeente te Oegstgeest Beleidsplan 2010-2015
31
resultaat, maakt die jaarrekening toch al de nodige aandachtspunten zichtbaar. In de eerste helft van 2011 werd het CvK voorts geconfronteerd met enkele nieuwe ontwikkelingen die van grote invloed waren op de financiën van de PGO in dat boekjaar, met name aan de uitgavenkant. Het betreft hier onder andere kostenstijgingen bij het onroerend goed en personele kosten voor vervanging wegens ziekte. Omdat juist in deze periode de Jaarrekening over 2010 werd opgeleverd, heeft het CvK reden gezien de financiën en (personele) bedrijfsvoering van de PGO in een breder, kwalitatief perspectief te bezien. Dat heeft geleid tot de onderstaande analyse van achtereenvolgens de financiën (§ 4b), de situatie met betrekking tot beheer en onderhoud van het onroerend goed (§ 4c) en het personeelsmanagement (§ 4c). b. Financiële analyse De Jaarrekening 2010 geeft een totale balanswaarde van de PGO van € 5.024.000-, waarvan € 4.120.000- aan eigen vermogen. Dit is een zeer gezonde vermogenspositie. Het eigen vermogen bestaat uit onroerend goed (€ 3.530.000), kapitaal (€ 642.000) en onderhoudsvoorzieningen (€ 734.000-). Echter, het resultaat over 2010 laat overall een negatief exploitatiesaldo zien van -/- € 52.687- , waardoor wordt ingeteerd op de eigen vermogenspositie (kapitaal). Vanwege de inmiddels vastgestelde zorgelijke financiële ontwikkeling over het eerste halfjaar van 2011, zowel aan de baten- als aan de lastenkant, valt te vrezen dat het verlies over 2010 niet eenmalig is, maar bij ongewijzigd beleid de komende jaren structureel en toenemend zal zijn. Gevolg hiervan zou zijn dat de PGO binnen 5 à 10 jaar zijn kapitaal heeft opgesoupeerd. Om bovenstaande ontwikkeling te voorkomen, dient op een aantal manieren te worden ingegrepen (zie de paragrafen 5 en volgende). Voor het nodige inzicht zal de Jaarrekening vanaf 2011 niet alleen geconsolideerd, maar ook in gesplitste vorm worden gepresenteerd naar de “bedrijfsvoeringseenheden”: Gemeentecentrum, Kerken en Gebouwen en de Stichting Begraafplaats. Dit maakt het mogelijk iedere eenheid van een aparte balans en een Verlies- en Winstrekening te voorzien waardoor analyses, toelichtingen en doelstellingen helderder worden. In onderstaand overzichten is de tussenbalans opgemaakt van de drie bedrijfsvoeringseenheden per 31 juli 2011.
Protestantse Gemeente te Oegstgeest Beleidsplan 2010-2015
32
A. Gemeentecentrum Activa vaste activa -onroerend goed vlottende activa -debiteuren -geldmiddelen
tussenbalans per 31/7/11 739000
11938 18868
eigen vermogen -kapitaal -algemene reserve
Passiva
-87819 645708 557889
30806
fondsen -onderhoudsfonds -gemeentefonds
1475 5448 6923
vlottende passiva -kortlopende schulden - rekening courant begraafplaats - rekening courant kerk
21936
37524 145534 204994
totaal
769806
totaal
769806
tussenbalans per 31/7/11
Passiva
B. Kerken en gebouwen
Activa vaste activa -onroerend goed - spaartegoeden
2298002 1168420
eigen vermogen -kapitaal 3466422 -algemene reserve
825646 2281690
vlottende activa
Protestantse Gemeente te Oegstgeest Beleidsplan 2010-2015
3107336
33
-rekening courant GC 145534 -debiteuren/vorderingen 60864 -geldmiddelen 119443 325841
fondsen -rijksmonument -RBK -GWK -inrichting RBK -Willibrordserf -Sonnewende -pastorieën/woningen -klavier/orgel
96667 55273 64082 1937 32583 57917 47803 19750 376012
vlottende passiva -kortlopende schulden -rekening courant begraafplaats
156350
152565 308915
totaal
3792263 totaal
3792263
C. Begraafplaats Activa vaste activa -onroerend goed
tussenbalans per 31/7/11 169118
eigen vermogen kerk resultaat
Passiva 271811 26605 298416
vlottende activa -rekening courant GC -debiteuren/vorderingen -geldmiddelen -rekening courant kerk -transitoria
37524 23997 326459 152565 4500
stichting begraafplaats fonds 349927 resultaat 26969 376896 545045
totaal
714163
vlottende passiva -kortlopende schulden
38851
totaal
714163
Aan de hand van de resultaten tot 31 september 2011 is de volgende prognose voor het hele jaar gemaakt:
Protestantse Gemeente te Oegstgeest Beleidsplan 2010-2015
34
Kerk Kerk Begraafplaats Gemeentecentrum Totalen
Prognose '11 -199.361 56.525 -75.192 -218.028
Werkelijk'10 -163.116 153.301 -42.872 -52.687
Begroting '11 -128.200 80.000 4.250 -43.950
In de bovenstaande overzichten blijft de exploitatie van de begraafplaats bij de Groeneof Willibrordkerk buiten beschouwing, omdat deze valt onder de verantwoordelijkheid van de Stichting Begraafplaats Groene Kerk. Onder kerk/begraafplaats moet worden verstaan de resultaten uit verhuur en catering in relatie met uitvaartdiensten en begrafenissen. De conclusie bij deze financiële analyse is dat de resultaten over 2010/2011 tot ombuigingen in de begroting 2012 en volgende jaren moeten leiden, om te voorkomen dat de financiële positie van de PGO op termijn in gevaar komt. In dit beleidsplan worden de doelstellingen en de strategie van de bedrijfsvoering van de PGO aangepast aan deze realiteit. c. Beheer en onderhoud van het onroerend goed Ten aanzien van het beheer en onderhoud van het onroerend goed is vastgesteld dat er veel aandacht en zorg naar uitgaat. Het onroerend goed is niet alleen een verhoudingsgewijs zeer grote balanspost, maar ook een hoge kostenpost waar het gaat om onderhoud en beheer. In de afgelopen jaren zijn de nodige voorzieningen opgebouwd om de noodzakelijke onderhoudsactiviteiten te financieren. De belangrijkste conclusie ten aanzien van het beheer en onderhoud van het onroerend goed is dat er een nog directere relatie moet worden gelegd tussen middelen voor de exploitatie en voorzieningen enerzijds en de concrete planning en uitvoering van onderhoud- en beheerswerkzaamheden anderzijds. Die moet vorm krijgen in een planning- & controlcyclus. Aldus is een betere en proactieve sturing mogelijk op (de planning van) onderhouds- en beheersactiviteiten, die gekoppeld zijn aan vooraf gestelde budgettaire kaders. Daarmee worden risico’s zoveel mogelijk beheerst en kunnen eventuele onverwachte tegenvallers beter worden opgevangen. d. Personeelsmanagement De uitval door ziekte van een aantal personeelsleden en de daarop volgende problemen in de dagelijkse bedrijfsvoering in 2011 noopten tot een analyse van het personeelsmanagement. De belangrijkste conclusies zijn de volgende. Ten eerste is een grote kwetsbaarheid in de personele bedrijfsvoering van de PGO vastgesteld. De PGO is een werkgever met een klein personeelsbestand. De meeste medewerkers zijn bovendien gespecialiseerd in de uitvoering van een afgebakend takenpakket en afgebakende werkomgeving, waardoor er nogal wat kennismonopolies zijn. De uitval door ziekte maakte duidelijk dat lopende werkzaamheden niet snel of beperkt konden worden overgenomen en enkele aparte projecten/activiteiten die op
Protestantse Gemeente te Oegstgeest Beleidsplan 2010-2015
35
spoedige afhandeling wachtten, verder naar achteren werden verschoven. Ingehuurde vervangers bleken - onvermijdelijk - de nodige tijd nodig te hebben om de bedrijfsvoering weer op gang te brengen. Uiteraard maakt dit de noodzaak van actiever arbo- en gezondheidsbeleid duidelijk. Maar daarmee is hooguit het risico op uitval te verminderen; de kwetsbaarheid als zodanig is daarmee nog niet weggenomen. Ten tweede heeft het CvK een duidelijk aansturingsvraagstuk geïdentificeerd. Het CvK is uit de aard van zijn opdracht een bestuurder, geen day-to-day-manager en staat op een te grote afstand van de werkvloer. De groep eigen medewerkers van de PGO kan weliswaar binnen zekere zelfstandigheidsgrenzen opereren, maar het werk vereist in de praktijk een proactieve aansturing en ondersteuning. Teveel moesten medewerkers naar eigen inzichten en op ad hoc-basis handelen, waardoor onvermijdelijk werkproblemen ontstonden. Ten derde heeft het CvK een kwaliteitsvraagstuk onderkend. De professionele eisen aan het werk op administratief, financieel, juridisch en proces- en automatiseringsterrein zijn hoog en zullen de komende jaren alleen maar hoger worden. De ontwikkelings- en professionaliseringseisen die aan een kleine groep personeelsleden en aan de bijbehorende faciliteiten worden gesteld is fors en de PGO ontbeert de middelen om die ontwikkeling bij te kunnen laten benen c.q. de opgelopen achterstand in te lopen. Er is nauwelijks flexibele formatie en geen gewortelde “professionaliseringstraditie”. Zo’n omslag – want dat is het - vergt niet alleen veel middelen, maar ook een veel tijd en directe aansturing. Het is zeer de vraag of de PGO in staat is die slag te (laten) maken. Ten vierde heeft het CvK vastgesteld dat het personeelsinstrumentarium verbetering behoeft. Er is een bijvoorbeeld een beperkte praktijk van functioneringsgesprekken, maar geen vaste cyclus van personeelsgesprekken waarin functioneren, ontwikkelen en beoordeling in een breed kader en logisch verband zijn ondergebracht. Medewerkers moeten beter in staat worden gesteld inzicht te krijgen in hun functioneren en hun (toekomst)perspectieven. Er is voorts kennelijke onduidelijkheid over mandaten en werkwijze ten aanzien van het beleid en de uitvoering. 6.5
Actualisering en explicitering doelstellingen
De analyse uit §4 maakt duidelijk dat de bestaande doelstellingen van het CvK – vooral af te leiden uit voorgaande begrotingen - op het terrein van financiën, personeel en onroerend goed geactualiseerd en geëxpliciteerd moeten worden. Die doelstellingen zijn uiteraard gericht op de “stip op de horizon” zoals verwoord in de visie uit §3. Het CvK heeft de volgende doelstellingen geformuleerd: a. Een sluitende begroting voor 2014; b. Financiering voorhanden voor alle kernactiviteiten van de PGO (pastoraal / diaconaal werk, kerkdiensten etc.) en de handhaving ervan voor langere periode veilig gesteld; c. Een stabiele bedrijfsvoering (financiën, personeel en onroerend goed) waarbij een gedegen planning- & controlcyclus, risicobeheersing, professionaliteit en kwaliteitbewustzijn centraal staan.
Protestantse Gemeente te Oegstgeest Beleidsplan 2010-2015
36
6.6
Een aangepaste strategie
De analyse en de geactualiseerde doelstellingen impliceren dat het CvK ook zijn bedrijfsvoeringstrategie op punten moet aanpassen en expliciteren. In hoofdlijnen komt die neer op het volgende: De jaren 2011-2013 zijn gekozen om de omslag te maken naar financiële gezondmaking, voor verdere professionalisering van het onderhoud en beheer van het onroerend goed en voor de herziening van het personeelsbeleid. In deze fase zal het CvK in tijd en geld fors moeten investeren om in 2014 een sluitende begroting te kunnen realiseren. Deze investeringen worden gefinancierd uit de algemene reserves van de PGO die daarvoor overigens toereikend zijn. Concreet zal het CvK drie programmalijnen uitvoeren: Programmalijn 1: Financieel beheer op orde. Het CvK voert op basis van eindejaarsprognose voor 2011 en de begroting 2012 een activiteitenplan uit dat de inkomsten moet doen stijgen en de uitgaven structureel zal terugbrengen. Dat activiteitenplan behelst ook de uitvoering van enkele onderzoeken die het maken van nadere, gefundeerde keuzes mogelijk maakt. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een onderzoek naar het rendement van een deel van het onroerend goed op de middellange termijn. Programmalijn 2: Een geprofessionaliseerde planning &controlcyclus voor onderhoud en beheer van onroerend goed. Het onroerend goed stelt hoge eisen, waarop de PGO beter moet kunnen anticiperen. Het CvK voert in 2012 een vaste planning- & controlcyclus in (afgeleid van de budgettaire kaders uit de begroting) die het mogelijk maakt volledig grip te krijgen op onderhoud en beheer van het onroerend goed. Hierdoor worden alle activiteiten planmatig uitgevoerd, op basis van een financiële en inhoudelijk/technisch goedgekeurde afweging vooraf. Programmalijn 3: herziening personeelsbeleid en personeelsmanagement. Dit bestaat uit drie delen. Het CvK onderzoekt ten eerste welke functies/taken in de PGO in de komende jaren wel of niet in eigen beheer kunnen worden ondergebracht, vooral gelet op de (structurele) financiële lasten, de geconstateerde kwetsbaarheid van de bedrijfsvoering bij uitval, de aansturingsproblematiek en de toekomstige professionaliseringsvereisten. Ten tweede wordt een personeelsplan PGO 2012-2014 opgesteld, inclusief een stappenplan voor de uitvoering daarvan. Dit plan legt de koers van het personeelsbeleid (naar inhoud en proces) bij de PGO vast. Om de gewenste uitvoering van dat personeelsplan te faciliteren wordt ten derde het gehele personeelsinstrumentarium geactualiseerd/uitgebreid. 6.7
Concrete besluiten korte termijn en besluitvorming langere termijn
Gelet op de geformuleerde programmalijnen heeft het CvK voor de periode 2011-2012 alvast de volgende besluiten genomen: Programmalijn 1: - Opstelling van de begroting 2012, met daarin taakstellende normen voor het terugbrengen van uitgaven en het verhogen van inkomsten van de PGO. Deze begroting is een opmaat voor het verder terugdringen van het begrotingstekort
Protestantse Gemeente te Oegstgeest Beleidsplan 2010-2015
37
-
voor na 2012. Een onderzoek naar de toekomst(mogelijkheden) van het Gemeentecentrum. Een onderzoek naar een verbeterde exploitatie van het overige onroerend goed van de PGO (m.n. verhuurinkomsten). Een haalbaarheidsonderzoek in verband met de wens om drie predikantsplaatsen in de PGO te handhaven.
Programmalijn 2: - De inventarisatie van het klein onderhoud t.b.v. het onderhoud en beheer van het onroerend goed. - De inventarisatie van het groot onderhoud t.b.v. het onderhoud en beheer van het onroerend goed. - Het invoeren van planning- & controlcyclus van onderhoud en beheer onroerend goed. Programmalijn 3: - De tijdelijke aanstelling van een interimmanager PGO; deze verzorgt de voorkomende management- en bedrijfsvoeringstaken en doet voorstellen voor verbetering van de bedrijfsvoering op termijn. - Een onderzoek naar welke functies/taken binnen de PGO in de komende jaren in eigen beheer moeten worden uitgevoerd c.q. moeten worden uitbesteed. Daarbij wordt met name gekeken naar de taken van het Kerkelijk Bureau. - Een onderzoek naar de gewenste en mogelijke aansturing/organisatie-inrichting m.b.t. het PGO-personeel na afloop van de interimperiode van de manager PGO.
Protestantse Gemeente te Oegstgeest Beleidsplan 2010-2015
38
7
Taakgroep Diaconaat en Zending
7.1
Inleiding
Terugblik en toekomst Na de snelle opbouw van het sociaal verzekeringsstelsel en de toegenomen welvaart in Nederland in de tweede helft van de vorige eeuw, bleek er weinig behoefte meer aan de traditionele vorm van het binnenlands diaconaat. Internationaal vond een aantal veranderingen plaats: dekolonisatie, het zelfstandig worden van zusterkerken in de derde wereld, en de ellende in vele opzichten in de wereld. Dit alles kwam door de ontwikkeling van de massamedia steeds dichterbij. De diaconieën zagen direct een nieuw arbeidsterrein. De traditionele Zending veranderde; het Werelddiaconaat deed zijn intrede. De aandacht verschoof van het binnenlands diaconaat naar het Werelddiaconaat. Echter, aan het eind van de vorige eeuw zagen diaconieën, met name in de grote steden, ontwikkelingen, waaraan zij niet voorbij konden gaan. Binnenlands diaconaat kreeg meer aandacht. Diaconale centra werden opgericht om hulp te bieden aan verslaafden, dak- en thuislozen, ex gedetineerden, asielzoekers en vluchtelingen. Uit het rapport Armoede in Nederland 2010 blijkt dat er tussen 2007 en 2009 een verdubbeling van het aantal hulpaanvragen is. Dit wordt vooral veroorzaakt door een terugtredende en sterk bezuinigende overheid. Aan de andere kant zien de diaconieën in Nederland hun inkomsten door de secularisatie gestaag afnemen. In de grote steden is dit probleem het meest aanwezig. Het diaconale centrum ”De Bakkerij” in Leiden kon eind 2010 alle hulpaanvragen voor Kerstbonnen financieel niet bolwerken en deed daarom een beroep op o.a. de diaconie van de PG te Oegstgeest. Voor de toekomst voorziet de taakgroep Diaconaat en Zending van de PG te Oegstgeest een steeds verdere samenwerking met regionale diaconale instanties. Die samenwerking zal op meerdere terreinen plaatsvinden, maar zeker op financieel terrein. Overleg over deze samenwerking zal binnenkort gestart worden. Het Diaconaal Collegiaal Overleg kan hiervoor als platform dienen. Missie De Diaconie van de PGO heeft als missie: “Helpen waar geen helper is”. Visie Namens de Protestantse Gemeente te Oegstgeest is de Taakgroep belast met de behartiging van de diaconale zaken. Uitgangspunt van de taakgroep is: Matteüs 25: 35: Want ik had honger en gij hebt mij te eten gegeven. Ik had dorst en gij hebt mij te drinken gegeven. Ik was vreemdeling en gij hebt mij opgenomen... De daad bij het Woord, dat is kort gezegd de betekenis van diaconaat en zending. De dienst van barmhartigheid en omzien naar de naaste is de belangrijkste taak van de gemeente van Christus. We roepen op tot een diaconale levensstijl, betrokken bij onze naaste en bewogen met de wereld.
Protestantse Gemeente te Oegstgeest Beleidsplan 2010-2015
39
Het gaat om zien, bewogen worden en in beweging komen. Wereldwijd komt gerechtigheid levensgroot op ons af als we bezig zijn met thema’s als eerlijke handel, eerlijk delen van voedsel, goed onderwijs, medische zorg en waar nodig de dialoog aangaan met de politiek. Ook aandacht voor duurzaamheid en milieu spelen een rol. Bij het diaconaat in de Eredienst gaat het om dienen en delen. Het gaat daar om de verbinding tussen zeggen en doen. We zamelen daartoe onze gaven in voor mensen in nood, dichtbij en ver weg, nadat we hen eerst in onze voorbede aan God hebben opgedragen. Ook vervullen we als diakenen een belangrijke rol bij de Maaltijd van de Heer. We maken onderscheid in het Diaconaat tussen Binnenlands Diaconaat, Werelddiaconaat en Zending Samenvatting Diaconaat is:
de daad bij het woord, de dienst van barmhartigheid en gerechtigheid de ander zien in zijn/haar waardigheid je door de ander laten raken bewogen worden en in beweging komen
Doelstelling 7.2
Binnenlands Diaconaat
Het Binnenlands Diaconaat wordt zichtbaar in de daadwerkelijke belangstelling voor de ander. Het is belangrijk dat dit in de gemeente goed functioneert. Diaconaat is meer dan financieel bijspringen in bijzondere situaties. Het gaat erom de aandacht van de gemeente voor de noden van onze medemensen op geestelijk, financieel en sociaal gebied te vergroten door:
het doorgeven van signalen over bestaande dan wel dreigende financiële noodsituaties het gericht zijn op het vergroten van de betrokkenheid van de gemeenteleden bij het signaleren van problemen waar nodig en binnen haar mogelijkheden, tijdelijk financiële hulp bieden hier ter plaatse en in de regio waar mogelijk plaatselijk en regionaal samen te werken met diaconieën, ook van andere gezindte, en met diensten van de gemeentelijke overheid
Echte armoede bestaat in ons land niet, zeggen sommigen, maar in ons land leeft ongeveer één op de tien huishoudens onder de lage inkomensgrens of zelfs onder het
Protestantse Gemeente te Oegstgeest Beleidsplan 2010-2015
40
sociaal minimum. We denken dan vooral aan éénoudergezinnen, ouderen met alleen AOW, mensen zonder werk, vreemdelingen en zieken. Diaconaat gebeurt vaak in kleine dingen, samengevat met het begrip “omzien naar elkaar”. Contact tussen de diaconie, maatschappelijke organisaties en de burgerlijke overheid is daarbij noodzakelijk. We verwachten dat de overheid een versterkt appel op de Kerk en de Diaconie gaat doen om op te komen voor de sociaal zwakkeren en minderbedeelden. We zullen plaatselijke en landelijke overheden moeten wijzen op hun verantwoordelijkheid voor de zwakkeren in de samenleving. 7.3
Werelddiaconaat
De welvaart in onze wereld is niet gelijk verdeeld. Hoe gaan we in ons land om met onze welvaart? Moet het “steeds meer” zijn of kunnen we genieten van “genoeg? Vragen naar oorzaken van armoede, slecht onderwijs, uitbuiting van onze medemens, de natuur, kinderarbeid, ziekte komen aan de orde. Voor het werk van het werelddiaconaat is geld nodig, maar ook het bewustzijn van de onrechtvaardige verhoudingen in de wereld. Hoe kunnen we de betrokkenheid van de gemeente bij de problemen van onze medemensen in de wereld vergroten? Het functioneren van onze ZWO-groep (Zending-, Werelddiaconaat en Ontwikkelingssamenwerking) binnen de diaconie speelt hierbij een belangrijke rol. De ZWO-groep richt zich op diaconale doelen/noden in alle hoeken en windstreken van onze wereld. Ze werkt samen met gespecialiseerde instellingen en organisaties en waar mogelijk met de Raad van Kerken Oegstgeest. Werelddiaconaat betekent in de praktijk: 7.4
naleven van de rechten van de mens steunen van organisaties op het gebied van gezondheidszorg, armoedebestrijding, onderwijs en landbouw bevorderen van de positie van vrouwen nemen van initiatieven om bevolkingsgroepen met elkaar te verzoenen beoordelen van hulpaanvragen Zending
Zending is van karakter veranderd. In onze tijd is Zending tweerichtingsverkeer. We drukken dat uit door te spreken over onze missionaire opdracht. In Nederland en in de wereld wordt deze zendingsopdracht vervuld samen met kerken en gemeenten ter plaatse en in ondersteuning van elkaar. Dit alles op basis van gelijkwaardigheid en gedeelde verantwoordelijkheid. Zo ondersteunen we via Kerk in Actie vele kerken met financiën en menskracht. We proberen samen mee te bouwen aan geloofsgemeenschappen die kwetsbaar zijn door geweld, onrecht en armoede. Kerk in Actie werkt nauw samen met ICCO, de Interkerkelijke Organisatie voor Ontwikkelingssamenwerking.
Protestantse Gemeente te Oegstgeest Beleidsplan 2010-2015
41
De vier pijlers van het Zendingsprogramma zijn: delen van inspiratie die we ontlenen aan het Evangelie werken vanuit de evangelische opdracht versterken van lokale kerkelijke gemeenschappen en deze opbouwen tot levende centra van hoop bruggen bouwen tussen mensen met verschillende achtergronden (inclusief interreligieuze dialoog) 7.5
Activiteiten
Binnenlands diaconaat
vervullen van liturgische taken in de Eredienst financiële hulp bieden lokaal, regionaal en landelijk werk in verzorgings- en verpleeghuizen ondersteuning de Bakkerij Leiden ondersteuning Voedselbank Leiden steunen van ZorgSaam Oegstgeest deelnemen aan het Hulpfonds Oegstgeest kerkradio oud papier actie steunen van dovenpastoraat, regionaal beoordelen/goedkeuren steunaanvragen diaconale vakantieweken bloemendienst Kerstfeest ouderen nemen en ondersteunen van initiatieven gericht op het bevorderen van het maatschappelijk welzijn organiseren thema-avonden
Werelddiaconaat
deelnemen aan de Andere markt voorbereiden van Werelddiaconaatszondagen voorbereiden van de 40-dagen tijd meewerken aan schrijfacties van Amnesty International en de Paasgroetenactie aandacht vragen voor vraagstukken betreffende Vrede en Veiligheid geven van financiële noodhulp o.a. bij natuurrampen contacten onderhouden met de Wereldwinkel werken aan projecten van Kerk in Actie organiseren van thema-avonden
Zending
aandacht vragen voor de Zendingszondagen
Protestantse Gemeente te Oegstgeest Beleidsplan 2010-2015
42
7.6
verkoop Zendingskalenders steunen Kenia-project van Kerk in Actie Interactief organiseren van thema-avonden Financiën
Ons beleid is erop gericht het in het verleden verkregen vermogen niet te laten groeien, maar waar mogelijk dit langzaam af te bouwen. Een flink deel van het vermogen is duurzaam belegd via Oikocredit. Het sociaal-ethisch beleggen via Oikocredit is erop gericht kansarme mensen in ontwikkelingslanden krediet te verschaffen om een eigen zinvol bestaan te kunnen opbouwen. Ook is een gedeelte van het vermogen ondergebracht bij de Stichting Kerkelijk Geldbeheer. De SKG is de financiële dienstverlener voor kerken en kerkelijke instellingen, die bij de Protestantse Kerk Nederland aangesloten zijn. Ons beleid is erop gericht het geld dat op de ING-zakelijke spaarrekening staat over te hevelen naar een bank die zorgvuldig omgaat met mens, milieu, klimaat en dier. Uitgangspunten:
individuele financiële ondersteuning (“stille hulp”) is in beginsel aan tijdsduur gebonden. Doel is om de mensen weer weerbaar te maken. regionale en landelijke verzoeken om financiële steun voor projecten en doelen, worden bij twijfel getoetst aan informatie van de landelijke (of provinciale) diaconale organen. de Taakgroep streeft niet naar bezit of vermogen. Zolang de taakgroep vermogen bezit, zal een beleggingsdoel, met steun aan de zwakken in de samenleving dichtbij en veraf als oogmerk, de voorkeur hebben. kritisch bankieren door middel van gepaste keuze van bankinstelling behoort tot het diaconale beleid.
Bijzondere diaconale uitgaven:
Verzoeken om individuele financiële ondersteuning worden alleen door het moderamen, bestaande uit de voorzitter, de scriba en de penningmeester, in behandeling genomen. Dit in verband met de Wet op de Privacy.
Langlopende financiële verplichtingen:
De Diaconie draagt op jaarbasis € 5.400,- bij in de kosten van het Diaconaal centrum de Bakkerij te Leiden en € 3.176,- aan het Hulpfonds van de gezamenlijke kerken, Humanitas en de burgerlijke gemeente. We zijn voor drie jaar, te beginnen in 2010, verbonden aan het Kenia-project via Kerk in Actie Interactief. Dit project wordt per jaar met € 10.000,- gesteund. Deze actie is mogelijk gemaakt door een ontvangen legaat.
Protestantse Gemeente te Oegstgeest Beleidsplan 2010-2015
43
7.7
Sterke en zwakke punten van de Taakgroep
Zwakke punten er komt veel op weinig mensen neer soms een aparte groep binnen de kerk veel van wat er gedaan wordt is onvoldoende bekend in de kerk en daarbuiten interne en externe communicatie Sterke punten diakenen zijn doeners relatief laagdrempelig voor ambtsdragers en vrijwilligers er zijn veel mensen die op projectbasis willen werken mensen zijn bereid zich voor het diaconaat in te zetten Bedreigingen imago van de kerk acceptatie van de teruggang van de rol van de kerk in onze maatschappij mensen hebben steeds minder tijd men wil niet meer in het ambt staan vergrijzing van de kerk naar binnen gericht zijn van de kerk Kansen diaconaal werk blijft mensen aanspreken inspelen op de toenemende verschillen tussen arm en rijk toenemende behoefte aan hulp in allerlei vormen en op veel gebieden
7.8
Slot
Bij de grote deuren van een verwoeste maar weer opgebouwde kerk staat een groot beeld van Christus, dat schijnbaar vergeten was bij de restauratie. Er zaten geen handen meer aan, die waren verbrijzeld. Juist dit beeld zonder handen werd buiten de deur gezet. Daaronder stond geschreven: “Mijn handen dat zijn jullie”!
Protestantse Gemeente te Oegstgeest Beleidsplan 2010-2015
44
8
Taakgroep Vorming, Oecumene en Samenlevingsvraagstukken
8.1
Belang
Nu de taakgroep VOS enige jaren werkzaam is, komen we tot een hernieuwde formulering van beleid, visie, taken en activiteiten. 8.2
Beleid en visie
De taakgroep VOS houdt zich bezig met de werkvelden vorming, oecumene, en samenleving. Vorming Bij vorming gaat het om activiteiten waarbij het gesprek wordt gevoerd op het vlak van geloof en cultuur, zodat mensen hun weg kunnen vinden in onze steeds veranderende cultuur en samenleving en kerk-zijn. Concreet worden er thema- en gespreksavonden georganiseerd. Oecumene De oecumene is het ontmoetingsveld van diverse kerkelijke tradities. Elke traditie heeft een eigen kracht en alleen samen kunnen we trachten recht te doen aan de geheimenis van het geloof. Samen met de Raad van Kerken organiseert de taakgroep VOS een platform voor ontmoetingen tussen vertegenwoordigers van verschillende tradities. Concreet worden er lezingen, gespreksavonden en oecumenische kerkdiensten georganiseerd. Samenleving In onze huidige samenleving waarin geloofsidentiteit onder zware druk staat, proberen we met behulp van het vormingswerk de functie van geloof en kerk in het publieke domein te verkennen en te versterken. Door de snel opeenvolgende veranderingen in onze samenleving in o.a. wetenschap, techniek, economie, mobiliteit, communicatie en normen en waarden is het van belang een platform te organiseren voor het gesprek over geloof en samenleving, en over vrede, gerechtigheid en heelheid van de schepping. 8.3
Taakomschrijving
Vormingswerk is niet eenvoudig te omschrijven. Voor alle duidelijkheid: Het is geen (volwassen) catechese. Catechese is ingeleid worden in een bepaalde geloofswereld. Het is ook geen toerusting. Want toerusting is mensen bekwaam maken voor een bepaalde taak. In het kerkelijk vormingswerk gaat het er primair om mensen te ondersteunen en uit te dagen te reflecteren op hun relatie met God, met elkaar – de onderlinge gemeenschap – en de daaruit volgende positie van gelovigen in het maatschappelijke debat, en tenslotte de dienst aan de samenleving.
Protestantse Gemeente te Oegstgeest Beleidsplan 2010-2015
45
8.4
Activiteiten VOS.
Interne activiteiten Het vaststellen van maatschappelijk relevante ontwikkelingen, het volgen van theologische ontwikkelingen, en het op basis daarvan brainstormen over nieuwe ideeën voor het komende seizoen voor wat betreft kringen en lezingen. Het bijhouden nieuwe ontwikkelingen uitdagblad, tijdschriften, t.v en daarop aansluiten met het aanbieden kringen/lezingen over deze ontwikkelingen. Het coördineren van de data, en reserveren van ruimtes voor de activiteiten. Activiteiten naar buiten toe Het organiseren van lezingen en kringen. Het afstemmen van de activiteiten met de andere kerken Van de Raad van Kerken in Oegstgeest en met de taakgroepen binnen de PGO. We streven naar zo min mogelijk overlap van samenvallen. Het deelnemen aan het overleg van de werkgroep Vorming van de Raad van Kerken in het produceren van het seizoensaanbod in het ‘Groene Boekje’ . Verzorgen van een evaluatie van kringen,lezingen van het afgelopen seizoen. Contact met de Raad van Kerken. Het verzorgen van PR voor de georganiseerde kringen en lezingen e.d. De activiteiten worden aangekondigd in OKE, Gemeenteberichten, website en plaatselijke bladen. Soms worden er posters gemaakt en opgehangen in kerkgebouwen, bibliotheek en winkels. Het organiseren van speciale kerkdiensten: beelddiensten, experimentele diensten. Het onderhouden van contacten en het afstemmen van activiteiten met K&O. Activiteiten binnen de PGO Contacten met de kunstcommissie GWK en de kunstcommissie voor de RBK. Het rapporteren over de activiteiten naar de kerkenraad van de PGO. Het uitnodigen van andere taakgroepen om te overleggen wat hun bijdrage aan het jaarprogramma kan zijn. Het ondersteunen van initiatieven die vanuit de gemeente worden genomen. Het financieel mogelijk maken van een bibliodramagroep en de groep voor lesbische vrouwen.
8.5
Doelgroepen.
In het jaarprogramma is een aanbod voor jongeren boven de twintig in de vorm van gespreksgroepen, bibliodrama en lezingen over geestelijk -en maatschappelijk relevante onderwerpen. Voor ouderen zijn er gespreksgroepen,bijbelkringen en koffieochtenden (georganiseerd door de taakgroep pastoraat). Rand - en buitenkerkelijken proberen wij door maatschappelijk gerelateerde
Protestantse Gemeente te Oegstgeest Beleidsplan 2010-2015
46
8.6
onderwerpen bij onze activiteiten te betrekken. Het jaarprogramma is niet speciaal gericht op de jeugd, aangezien deze onder de taakgroep Jeugd en Jongeren valt. Deze taakgroep heeft een eigen programma. Organisatie
De Taakgroep VOS wordt samengesteld uit gemeenteleden en één van de predikanten van de PGO. De taakgroep komt ongeveer 9 keer per jaar bijeen. De taakgroep kiest uit haar midden een voorzitter, secretaris en penningmeester. De voorzitter van de taakgroep participeert in de Werkgroep Vorming van de Raad van Kerken waarin het programma aanbod van de kerken van Oegstgeest wordt samengesteld. Een maal per jaar vindt er een gesprek plaats met de kerkenraad van de PGO over het uitgevoerde beleid, en de plannen voor de toekomst. Leden van de taakgroep assisteren bij de organisatie van de lezingen en kringen wat betreft reserveren van de ruimtes, het innen van toegangsgelden, het welkom heten, het organiseren van betalingen en bedankjes voor de sprekers, en schenken van koffie. 8.7
Financiën
De taakgroep VOS beschikt over een eigen budget dat door de PGO ter beschikking wordt gesteld voor de activiteiten. Overige inkomsten worden verkregen uit entreegelden en eigen bijdragen aan bijvoorbeeld bibliodrama. De penningmeester dient de begroting voor het nieuwe jaar in oktober van het jaar daaraan voorafgaand in bij het CvK van de PGO. De jaarrekening wordt in het voorjaar opgesteld over het jaar daaraan voorafgaand. Deze jaarrekening wordt doorgesproken met het CvK.
Protestantse Gemeente te Oegstgeest Beleidsplan 2010-2015
47
9
Afronding en vervolg
Met dit beleidsplan heeft de Protestantse Gemeente te Oegstgeest weer veel woorden geproduceerd. Daar kan het natuurlijk niet bij blijven. Het vorige beleidsplan heeft ons geleerd dat er met een redelijke mate van vertrouwen naar de uitvoerbaarheid van voornemens kan worden gekeken. Belangrijker nog dan de resultaten is wellicht de inspiratie die velen aan het proces van de totstandkoming hebben kunnen ontlenen. Daarnaast is het goed om af en toe nog eens na te lezen of de ingeslagen weg nog steeds in overeenstemming is met wat ons voor ogen stond, met andere woorden of wij nog weten wat wij doen en waar wij heengaan met onze daden. Aan de Taakgroepen is het om in het vervolg te bezien of en waar er aanpassingen nodig zijn. De suggesties van de Gemeenteavond, opgeschreven op stickers, kunnen in de Taakgroepen mede daarvoor een ingang zijn. De Kerkenraad zal op hoofdlijnen de ontwikkelingen blijven volgen en sturen. Het uitvoeren van deze beleidsplannen is een uitdaging en een opdracht, die de Protestantse Gemeente te Oegstgeest met enthousiasme ter hand wil nemen.
Protestantse Gemeente te Oegstgeest Beleidsplan 2010-2015
48