Mijn Dealingroom
Gebruikershandleiding Technische Analyse
Technische Analyse: Gebruikershandleiding
Inhoudsopgave 1.
TECHNISCHE ANALYSE – EEN OVERZICHT ___________________________ 4
2.
DE OPTIEBALK: ALGEMENE FUNCTIES ______________________________ 6
2.1.
Search Fund [ zoeken fonds] _________________________________ 6
2.2.
Back/Forward [vorige/volgende] ______________________________ 7
2.3.
Benchmark _______________________________________________ 7
2.4.
Print [afdrukken] ___________________________________________ 8
2.5.
E-mail ___________________________________________________ 8
2.6.
Contact __________________________________________________ 8
2.7.
Help ____________________________________________________ 8
2.8.
About [info] _______________________________________________ 8
3.
DE GRAFIEKBALK: GRAFIEKINSTELLINGEN___________________________ 9
3.1.
Time [tijdsperiode] ________________________________________ 10
3.2.
Frequency [frequentie] _____________________________________ 10
3.3.
Chart Style [grafiektype] ____________________________________ 11
3.4.
Scale [schaal] ____________________________________________ 11
3.5.
Zoom __________________________________________________ 11
3.6.
Cursor__________________________________________________ 12
3.7.
Quote Data [koersdata weergeven] ___________________________ 12
3.8.
Drawing Tools [tekenen]____________________________________ 12
3.8.1.
Fibonacci lines [Fibonacci-lijnen] ___________________________ 13
3.8.2.
Gann lines [Gann-lijnen] _________________________________ 14
3.8.3.
Drawing [tekenen] ______________________________________ 14
3.8.4.
Text [tekst] ____________________________________________ 14
3.8.5.
Pattern recognition [patroonherkenning] _____________________ 15
3.8.6.
Delete [verwijderen] _____________________________________ 15
3.9.
Volume on/off [omzet weergeven] ____________________________ 16
3.10.
News flags on/off [nieuws melden] ___________________________ 16
3.11.
Split flags on/off [splitsing melden] ___________________________ 16
4.
HET SELECTIEGEBIED_________________________________________ 17
4.1.
List/Portfolio [lijst/portfolio] __________________________________ 18
4.1.1.
Selecteer een Lijst ______________________________________ 18
4.1.2.
Selecteer een Instrument ________________________________ 18
Version 1.0 (15 May 2013), KW
2/41
Technische Analyse: Gebruikershandleiding
4.1.3.
Weergeven/sorteren ____________________________________ 18
4.1.4.
Instrumenten kopiëren, verplaatsen of verwijderen_____________ 18
4.1.5.
Lijsten maken, verwijderen, opslaan ________________________ 18
4.2.
Indicators [indicatoren] _____________________________________ 19
4.2.1.
Indicatoren weergeven __________________________________ 20
4.2.2.
Indicatoren bewerken ___________________________________ 20
4.2.3.
Indicatoren uit grafieken verwijderen________________________ 20
4.2.4.
Sets maken, verwijderen, opslaan__________________________ 21
4.2.5.
Lijst met beschikbare indicatoren __________________________ 21
4.3.
Patterns/Candlestickpatronen _______________________________ 26
4.3.1.
Patronen weergeven ____________________________________ 26
4.3.2.
Patronen uit grafieken verwijderen _________________________ 27
4.3.3.
Overzicht van beschikbare patronen ________________________ 27
4.4.
Chart settings [grafiekinstellingen] ____________________________ 37
4.4.1.
Chart type [grafiektype] __________________________________ 37
4.4.2.
Line Style [lijnstijl] ______________________________________ 38
4.4.3.
Show info [toon info] ____________________________________ 38
4.4.4.
Grid [raster] ___________________________________________ 38
4.4.5.
Chart background [grafiekachtergrond]______________________ 38
4.4.6.
Tool tips ______________________________________________ 38
4.4.7.
Chart profile [grafiekprofiel] _______________________________ 38
4.4.8.
Profiel maken, verwijderen, opslaan ________________________ 39
4.5.
Advanced Search _________________________________________ 39
4.6.
Algemene Functies________________________________________ 40
5.
4.6.1.
Create... [maken] _______________________________________ 40
4.6.2.
Delete... [verwijderen] ___________________________________ 40
4.6.3.
Save [opslaan] _________________________________________ 40
4.6.4.
Ok __________________________________________________ 40
HET GRAFIEKGEBIED _________________________________________ 41
Version 1.0 (15 May 2013), KW
3/41
Technische Analyse: Gebruikershandleiding
1.
Technische Analyse – Een Overzicht Technische Analyse biedt een uitgebreid instrumentarium voor het weergeven van grafieken en het maken van professionele technische analyses van koersgrafieken. Actuele, kwalitatief hoogwaardige koershistories en moderne technische analysemethoden stellen u in staat goed geïnformeerde beleggingsbeslissingen te nemen. Er zijn historische en intradaggrafieken beschikbaar in de vorm van bar, candlestick, mountain, equi-volume, step, high/low bands of pointed charts. Ruim 30 aanpasbare analytische indicatoren worden ondersteund door automatische herkenning van patronen zoals wimpels, driehoeken, vlaggen, kopschouderpatronen en kanalen. Deze krachtige functies bieden antwoord op onder meer de volgende vragen: Wanneer beperkt een stop daadwerkelijk het risico van een belegging? Wanneer heeft een instrument een historisch hoogtepunt bereikt? Wanneer zal een trend waarschijnlijk afzwakken of zelfs omkeren? Bij het maken van uw analyses kunt u in een grafiek in- en uitzoomen, scrollen, instrumenten uit een watch list of uit uw portefeuille selecteren, opmerkingen en lijnen toevoegen of de resultaten afdrukken dan wel per e-mail versturen.
Version 1.0 (15 May 2013), KW
4/41
Technische Analyse: Gebruikershandleiding
Technische Analyse is een apart pakket waarvoor u zich binnen Mijn Dealingroom kunt abonneren. U kunt Technische Analyse dan opstarten vanuit Mijn Dealingroom door op een willekeurige fondsregel met de rechtermuisknop één klik te geven. Vervolgens kunt u Technische Analyse selecteren, waarna dit pakket in een apart scherm wordt opgestart. U kunt de Technische Analyse ook openen via de knop Technische Analyse bovenin de pagina. De gebruikersinterface van Technische Analyse bestaat uit vier delen die u kunt gebruiken voor het selecteren, presenteren en analyseren van gegevens, voor benchmarking, voor het zoeken naar instrumenten, voor het beheren van gebruikers, etc. Dit zijn van boven naar beneden: 1 De Optiebalk: Algemene Functies (bovenste balk, bovenin het venster). Deze biedt toegang tot de algemene functies. 2
De Grafiekbalk: Grafiekinstellingen (tweede balk, onder de optiebalk). Hiermee kunnen verschillende grafiekinstellingen worden aangepast via pulldownmenu's en pictogrammen.
3
Het Selectiegebied (linkerhelft van het venster). Hierin kunnen instrumenten, indicatoren en instellingen worden geselecteerd.
4
Het Grafiekgebied (rechterhelft van het venster). Hierin wordt de geselecteerde grafiek weergegeven en kan deze worden aangepast en geanalyseerd.
Version 1.0 (15 May 2013), KW
5/41
Technische Analyse: Gebruikershandleiding
2.
De Optiebalk: Algemene Functies De volgende algemene standaardfuncties zijn op elk moment beschikbaar via de optiebalk:
2.1.
§
Search Fund [zoeken fonds] om instrumenten te zoeken op symbool, naam of ISIN-code.
§
Back/Forward [vorige/volgende] om gemakkelijk door de weergegeven lijst te bladeren.
§
Benchmark om maximaal vier benchmarks aan de grafiek toe te voegen.
§
Print [afdrukken] om de huidige grafiek af te drukken zoals op het scherm weergegeven.
§
E-mail om de huidige grafiek als een PNG-bijlage per e-mail te versturen.
§
Contact voor toegang tot veel gestelde vragen en de mogelijkheid vragen te stellen.
§
Help toegang tot de ondersteuningspagina’s.
§
About [Info] voor copyrightinformatie over Technische Analyse.
Search Fund [ zoeken fonds]
U kunt de functie ‘Search Fund‘ [zoeken fonds] gebruiken om te zoeken naar een specifiek instrument op basis van het symbool, de naam (of een deel daarvan), of de ISIN-code. Om het zoeken te beperken tot een specifieke beurs, kunt u de beurs selecteren in het pull-downmenu rechts van het invoerveld voor de functie ‘Search Fund’ [zoeken fonds]. Om het zoeken te starten klikt u op naast het pull-downmenu voor de beurs of drukt u op Enter nadat u een zoekterm hebt ingevuld in het veld. Er verschijnt dan een zoekvenster met daarin alle zoekresultaten, met vermelding van de beurs, -ISIN, actuele koers, mutatie ten opzichte van slotkoers, omzet (indien beschikbaar) en tijdstip waarop de koers tot stand is gekomen. Klik op het vakje aan het begin van de regel om één of meer instrumenten selecteren door. Onderaan het venster met zoekresultaten kunt u aangeven of de geselecteerde instrumenten moeten worden toegevoegd aan een van de bestaande lijsten of aan een nieuwe lijst.
Version 1.0 (15 May 2013), KW
6/41
Technische Analyse: Gebruikershandleiding
2.2.
Back/Forward [vorige/volgende]
Gebruik deze functie om achteruit of vooruit te bladeren door uw huidige lijst of portefeuille en zo de grafiek van het vorige of het volgende instrument weer te geven. De huidige grafiekinstellingen, zoals tijd, frequentie, type grafiek, etc., veranderen niet.
2.3.
Benchmark
Hiermee kunt u maximaal vier instrumenten of indices uit uw huidige lijst of portefeuille als benchmarklijnen aan het grafiekgebied toevoegen. Voeg een benchmark toe door een naam te selecteren in de pop-uplijst en daarop te dubbelklikken. Als u een vijfde benchmark selecteert zal deze in de plaats komen van de vierde lijn in de grafiek. Verwijder een benchmarklijn uit de grafiek door deze te deselecteren. Klik daarvoor op het vakje aan de linkerkant. Verwijder een benchmark uit de lijst door te klikken op het vakje aan de rechterkant. Klik op de knop ‘Delete Benchmark ’ [verwijder benchmark] onderaan het venster om alle benchmarks te verwijderen. Benchmarks worden op 100% gesteld per de eerste datum in de grafiek en worden als gekleurde lijnen aan de grafiek toegevoegd. Om de benchmarks te kunnen identificeren worden symbolen in dezelfde kleur weergegeven in de linkerbovenhoek van de grafiek:
Version 1.0 (15 May 2013), KW
7/41
Technische Analyse: Gebruikershandleiding
2.4.
Print [afdrukken]
U kunt de op het scherm zichtbare grafiek afdrukken zoals weergegeven, inclusief benchmarks, indicatoren en bijschriften, in standaard lettertypen en kleine letterformaten of in een aanpasbaar formaat van maximaal 1024 x 800 pixels.
2.5.
E-mail
In plaats van de grafiek af te drukken kunt u met de optie ‘E-mail’ de grafiek "zoals weergegeven" per e-mail verzenden als een PNG-bijlage. Klik op het pictogram voor een pop-upvenster waarin u het adres van de verzender en de ontvanger invult en de gewenste maat van de grafiek (maximaal 1024 x 800 pixels). Standaard is het huidige formaat van de grafiek ingevuld. (Denk er hierbij aan dat de omvang van de grafiek de omvang van de bijlage bepaalt.) U kunt aan de bijlage een bericht toevoegen.
2.6.
Contact Klik op de knop ‘Contact’ voor de veel gestelde vragen over Mijn Dealingroom. U kunt hier ook een vraag stellen.
2.7.
Help Via de knop ‘Help’ opent u de ondersteuningspagina in een apart venster.
2.8.
About [info] Via de knop ‘About‘ [info] ziet u copyrightinformatie over Technische Analyse.
Version 1.0 (15 May 2013), KW
8/41
Technische Analyse: Gebruikershandleiding
3.
De Grafiekbalk: Grafiekinstellingen Met de grafiekbalk kunt u de instellingen voor de weergegeven grafieken bepalen.
Hieronder volgt een beschrijving van de instellingen: §
Time [tijdsperiode] om de in de grafiek weergegeven periode in te stellen.
§
Frequency [frequentie] om de tijdsafstand tussen de meetpunten in te stellen.
§
Chart Style [grafiektype] om het soort grafiek te kiezen, zoals bar chart, candlestick en line.
§
Scale [schaal] om aan te gegeven of de grafiek een logaritmische of lineaire schaal moet hebben.
§
Zoom om in de grafiek in- en uit te zoomen en te herstellen.
§
Cursor om uit verschillende soorten cursors te kiezen.
§
Quote Data [koersdata weergeven] om de tool tip met koersgegevens in- of uit te schakelen. De tool tip wordt getoond als u de muiscursor boven de grafiek houdt.
§
Drawing tools [tekenen] om analyses en andere grafische elementen aan de grafiek toe te voegen.
§
Volume on/off [omzet tonen] om de omzetgrafiek toe te voegen.
§
News flags on/off [nieuws melden] om in de grafiek aan te geven of er nieuws is geweest voor een bepaald fonds.
§
Split flags on/off [splitsing melden] om in de grafiek aan te geven als aandelen zijn gesplitst.
Version 1.0 (15 May 2013), KW
9/41
Technische Analyse: Gebruikershandleiding
3.1.
Time [tijdsperiode]
Selecteer de tijdsperiode die de grafiek moet beslaan, van intradag tot tien jaar. Binnen deze algemene tijdsperiodes, met uitzondering van intradag, kunt u in grafieken inzoomen tot elke gewenste periode, met een minimum van vijf dagen. Zie ook ‘Zoom’.
3.2.
Frequency [frequentie]
Hiermee bepaalt u het aantal meetpunten voor de grafiek per tijdsperiode. Intradaggrafieken hebben standaard een frequentie van een minuut, maar om een beter overzicht te krijgen kan ook worden gekozen voor een interval van 3, 5, 15, 30 of 60 minuten. Voor andere tijdsperiodes zijn gegevens op dag-, weekof maandbasis beschikbaar.
Version 1.0 (15 May 2013), KW
10/41
Technische Analyse: Gebruikershandleiding
3.3.
Chart Style [grafiektype]
Selecteer het gewenste type grafiek in de lijst van beschikbare stijlen: bar, candlestick, line, mountain, equi-volume, step, high/low bands, pointed of pointline. In bar-, candlestick- en equi-volumegrafieken worden twee kleuren gebruikt, groen en rood, om onderscheid te maken tussen koersstijgingen en koersdalingen.
3.4.
Scale [schaal]
Hiermee kunt u de verticale schaal van de grafiek instellen als lineair in absolute waarden, als procentueel (voor benchmarkvergelijkingen) of als logaritmische schaal.
3.5.
Zoom
Via de knop met het vergrootglas schakelt u de zoomfunctie in het grafiekgebied in of uit. Als deze functie is ingeschakeld kunt u met de muis naar elk willekeurig deel van de grafiek gaan. Als u daar de linker muisknop ingedrukt houdt terwijl u de muis zijwaarts beweegt kunt u een tijdsperiode selecteren die u nader wilt onderzoeken. Als u de muisknop loslaat zoomt u in op het geselecteerde gebied. Terwijl u de tijdsperiode markeert, worden de geselecteerde data bovenaan de grafiek weergegeven. Via de knop ‘1:1’ wordt het inzoomen ongedaan gemaakt en wordt de tijdsperiode die is gekozen bij de instelling ‘Time’ [tijd] hersteld. U kunt het inzoomen ook ongedaan maken door met de rechter muisknop in het grafiekgebied te klikken.
Version 1.0 (15 May 2013), KW
11/41
Technische Analyse: Gebruikershandleiding
3.6.
Cursor
Om gemakkelijk en nauwkeurig te kunnen navigeren kunt u voor het grafiekgebied kiezen uit vier soorten cursors. Zie ook de knop voor de optie ‘Quote Data’ [koersdata weergeven], waarmee een tool tip met grafiekgegevens wordt toegevoegd op de plaats van de cursor. Om te leren hoe de verschillende cursors werken kunt u deze het beste uitproberen:
3.7.
§
Met de eerste knop selecteert u de standaard cursorpijl.
§
Met de tweede knop selecteert u het dradenkruis, waarmee tool tips worden toegevoegd voor de datum en de verticale waarde die overeenkomen met de cursorpositie.
§
Met de derde knop reduceert u het dradenkruis tot de verticale tijdweergave en tool tip.
§
Als u klikt op de vierde knop krijgt u alleen een horizontale lijn en een tool tip te zien op de cursorpositie volgens de geselecteerde schaal.
Quote Data [koersdata weergeven]
De knop ‘Quote Data’ [Koersdata weergeven] gebruikt u voor het in- en uitschakelen van de tool tip met de datum en bijbehorende koersgegevens. Deze worden weergegeven op de verticale positie van de cursor in het grafiekgebied. Zie ook ‘Cursor’.
3.8.
Drawing Tools [tekenen]
Version 1.0 (15 May 2013), KW
12/41
Technische Analyse: Gebruikershandleiding
Deze functie biedt verschillende mogelijkheden om opmerkingen te plaatsen bij de weergegeven grafiek en om deze aan te passen. Via het pull-downmenu kiest u elementen die u kunt toepassen bij:
3.8.1.
§
het maken van analyses (zoals Fibonacci-lijnen, Gann-lijnen en Gannfans)
§
het tekenen (van lijnen voor trendkanalen en limieten)
§
het invoeren van tekst
§
patroonherkenning
§
het verwijderen van opmerkingen via de opties van ‘Delete’ [verwijderen].
Fibonacci lines [Fibonacci-lijnen] (N.B.: de analyse-elementen worden hier slechts kort beschreven. Om deze instrumenten optimaal te kunnen toepassen is een grondige kennis van technische analyse vereist.) Fibonacci time zones [Fibonacci-tijdzones] worden gebruikt om periodieke koers- en marktbewegingen te analyseren op basis van de Fibonacci-reeks. (De Fibonacci-reeks begint met 0 en 1 en elk volgend getal is gelijk aan de som van de twee voorgaande getallen: 0, 1, 1, 2, 3, 5, 8, 13, 21, 34, 55, 89, etc.) De theorie achter de toepassing van Fibonacci-getallen bij technische analyse is gebaseerd op de aanname dat belangrijke omslagpunten in de markt zich voordoen met tussenpozen die deze reeks volgen. Gebruik deze functie om verticale Fibonacci-lijnen aan de grafiek toe te voegen. Houd de muisknop ingedrukt om lijnen te trekken langs de tijdlijn. U kunt een bestaande verzameling lijnen verplaatsen door op de eerste lijn te klikken en de lijnen naar de gewenste positie te slepen. Fibonacci Retracements [Fibonacci-berekeningen] worden gebruikt bij de Elliott Wave-theorie. Deze retracements zijn gebaseerd op de afgeronde wiskundige limiet van Fibonacci-quotiënten: .618, het kwadraat daarvan, d.w.z. .382, en de derdemacht .236. (De betekenis van deze getallen voor de wavetheorie kan worden afgeleid door te bedenken dat de eerste twee getallen beide even ver verwijderd liggen van de gemiddelde waarde .5 en dat het verschil tussen beide getallen gelijk is aan het derde getal.) Volgens de wave-theorie worden marktbewegingen gevolgd door correcties waarvan de omvang gelijk is aan de retracementwaarden. Een sterke trend zal derhalve worden gevolgd door een omslag van tenminste 35%, terwijl een zwakke trend zal worden gevolgd door een correctie van maximaal 62%. Gebruik deze functie om Fibonacci-retracements aan de grafiek toe te voegen. Klik nadat u deze functie hebt geselecteerd op de gewenste 0%-positie in de grafiek, houd de muisknop ingedrukt, sleep de cursor naar de 100%-positie en laat de knop los. Om retracements te verplaatsen selecteert u de retracementlijnen. Klik op één van de buitenste lijnen en sleep de lijnen naar de gewenste positie.
Version 1.0 (15 May 2013), KW
13/41
Technische Analyse: Gebruikershandleiding
3.8.2.
Gann lines [Gann-lijnen] Bij deze elementen (die omhoog of omlaag zijn gericht) worden marktbewegingen geanalyseerd via geometrische figuren. Kies ‘Gann Lines‘ [Gann-lijnen] om 9 op gelijke afstand van elkaar gelegen weerstandslijnen aan de grafiek toe te voegen. Selecteer het element, klik op de gewenste 0%-positie in de grafiek, houd de muisknop ingedrukt, sleep de cursor naar de 100%-positie en laat de knop los. Al aanwezige Gann-lijnen kunnen worden geselecteerd en naar een nieuwe positie worden gesleept of kunnen langer of korter worden gemaakt Gann-fans worden gebruikt bij de theorie dat steun- en weerstandslijnen voor trends in grafieken vaak bepaalde geometrische hoeken vormen. Gann gaf hoeken aan van 7,5°, 15°, 18,75°, 26,25°, 45°, 63,75°, 71,25°, 75° en 82,5°. Gebruik een opwaartse Gann-fan om de fanlijnen aan het beginpunt van een opwaartse trend toe te voegen en de potentiële steun- en weerstandspunten langs de fanlijnen te beoordelen. Een neerwaartse fan wordt tegenovergesteld gebruikt, voor het beoordelen van neerwaarts gerichte trends.
3.8.3.
Drawing [tekenen] U kunt kiezen uit de volgende tekenelementen: lijnen, limietlijnen, pijlen, rechthoeken, ellipsen en bogen. U kunt willekeurige lijnen aan de grafiek toevoegen door het element te selecteren, te klikken op het beginpunt in de grafiek en terwijl u de muisknop ingedrukt houdt de cursor naar het gewenste eindpunt van de lijn te slepen. U kunt al aanwezige lijnen oppakken aan een van beide uiteinden en naar een nieuwe positie slepen. Gebruik lijnen om uit de vrije hand trendkanalen en steunen weerstandslijnen toe te voegen. Limit lines [limiet lijnen] geven horizontale lijnen aan die parallel lopen aan de tijdlijn. De bijbehorende limietwaarde wordt boven de limietlijnen aangegeven terwijl u deze aanbrengt. Al in de grafiek aanwezige limietlijnen kunnen naar een nieuwe positie worden gesleept. Arrows [pijlen] kunnen worden toegevoegd om de aandacht te vestigen op bepaalde patronen of segmenten van de grafiek. Ze kunnen ook worden gebruikt als alternatief voor uit de vrije hand getrokken lijnen. U kunt specifieke delen van de grafiek markeren of commentaar bij de grafiek aanpassen met rechthoeken, ellipsen of bogen. Selecteer één van deze elementen, klik op het beginpunt in de grafiek, houd de muisknop ingedrukt, versleep de muis tot het element het gewenste formaat heeft en laat de muisknop los.
3.8.4.
Text [tekst] Met deze functie kunt u tekst aan de grafiek toevoegen - bijvoorbeeld opmerkingen, uitleg of advies - en tekst aanpassen. Als u deze functie selecteert verschijnt er een apart venster waarin u het lettertype, de kleur, etc. kunt instellen. De geselecteerde stijl wordt getoond in een voorbeeldvenster.
Version 1.0 (15 May 2013), KW
14/41
Technische Analyse: Gebruikershandleiding
Bestaande tekst kan door op de tekst te dubbelklikken naar een nieuwe positie worden gesleept of worden aangepast.
3.8.5.
Pattern recognition [patroonherkenning] Technische Analyse biedt vijf mogelijkheden voor patroonherkenning, waarmee de meest gebruikelijke patronen kunnen worden geïdentificeerd. Bedenk hierbij dat de tijd en de middelen die nodig zijn om met Technische Analyse patronen te kunnen herkennen worden bepaald door de beschikbare historie en de geselecteerde frequentie. Patroonherkenning kan niet worden toegepast voor intradaggrafieken. Triangles [driehoeken] zijn grafiekpatronen met een steeds kleiner wordende amplitude, d.w.z. de trendkanalen worden steeds smaller. Over het algemeen gaat men ervan uit dat triangles een bevestiging vormen van een trend en dat bestaande trends zich zullen voortzetten als deze zich eenmaal hebben geconsolideerd tot een driehoekspatroon. Flags [vlaggen] zijn kortdurende trendbevestigende patronen. Evenals triangles kenmerken vlaggen zich door een afnemende amplitude. Vlaggen gaan vaak gepaard met een daling van de omzet, die vervolgens weer sterk kan toenemen als het vlagpatroon eindigt. (De elders in deze paragraaf beschreven wimpels (pennants) zijn een speciaal soort vlagpatroon). Channels [kanalen] zijn trendbevestigende patronen waarbij de koers zich beweegt tussen twee parallelle trendlijnen. Opwaartse trendkanalen vormen een bevestiging van een bullmarkt, terwijl neerwaartse kanalen een teken zijn van een bearmarkt. Vaak gaat men ervan uit dat horizontale trends zich na een onderbreking met een kortdurende omzettoename zullen voortzetten. Head-Shoulder [hoofd-schouder] wijzen op een trendomslag. Het einde van een opwaartse trend wordt vaak aangegeven door een kop-schouderpatroon, dat drie toppen heeft waarvan de tweede de hoogste is. De dalen tussen de drie toppen vormen de zogenaamde neklijn. Als de koers de neklijn doorbreekt na de rechterschouder (d.w.z. na de derde top) wordt dit meestal geïnterpreteerd als een verkoopsignaal. Omgekeerde kop-schouderpatronen worden tegenovergesteld geïnterpreteerd: Deze markeren het einde van een neerwaartse trend. Omgekeerde kopschouderpatronen gaan vaak gepaard met een omzetdaling. Pennants [wimpels] zijn een speciaal soort vlaggen (zie hierboven), waarbij de twee trendlijnen in de loop der tijd symmetrisch naar elkaar toe lopen.
3.8.6.
Delete [verwijderen] Met ‘Delete‘ [verwijderen] verwijdert u afzonderlijke toevoegingen uit de grafiek. Selecteer eerst het element door hierop te klikken (bepaalde elementen selecteert u door op het einde hiervan te klikken) en kies vervolgens ’Delete’. U kunt geselecteerde toevoegingen ook verwijderen met de Delete-toets van uw toetsenbord. Patronen verwijdert u door deze opnieuw te selecteren.
Version 1.0 (15 May 2013), KW
15/41
Technische Analyse: Gebruikershandleiding
Met ‘Delete all [alles verwijderen] verwijdert u alle toevoegingen uit de grafiek, zoals analyse-elementen, tekenelementen, tekst en patronen. Ter bevestiging klikt u op een willekeurige plaats binnen het grafiekgebied.
3.9.
Volume on/off [omzet weergeven] Met deze knop kunt u een omzetgrafiek toevoegen aan de grafiek voor het geselecteerde fonds. De koerswijzigingen in de geselecteerde periode worden aangegeven in de kleuren groen en rood.
3.10.
News flags on/off [nieuws melden] Klik op deze knop om in de grafiek te laten aangegeven of er tijdens de voor de grafiek geselecteerde tijdsperiode nieuws is geweest over het betreffende fonds.
3.11.
Split flags on/off [splitsing melden] Klik op deze knop om in de grafiek voor het fonds te laten aangegeven of er een eventuele splitsing heeft plaatsgevonden.
Version 1.0 (15 May 2013), KW
16/41
Technische Analyse: Gebruikershandleiding
4.
Het Selectiegebied In het selectiegebied bepaalt u wat er in de grafiek moet worden weergegeven. In de grafiekbalk geeft u aan hoe de grafiek moet worden weergegeven.
Het selectiegebied biedt 4 opties, die toegankelijk zijn via de grijze en witte tabs aan de rechterkant van het selectiegebied: §
List/portfolio [lijst/portfolio] opent een selectie lijsten en instrumenten.
§
Indicators [indicatoren] bevat een groot aantal indicatoren die u kunt gebruiken bij het maken van technische analyses.
§
Chart Settings [grafiekinstellingen], hier bepaalt u de instellingen voor het grafiekgebied.
§
Advanced Search [uitgebreid zoeken], hier zoekt u instrumenten op basis van het soort instrument of de beurs.
Version 1.0 (15 May 2013), KW
17/41
Technische Analyse: Gebruikershandleiding
Met de Algemene Functies onderaan het venster kunt u aangepaste instellingen opslaan en laden. Om het selectiegebied te verbergen en het grafiekgebied te maken klikt u een tweede maal op een tab. De tabs schuiven dan naar de linker kant van het scherm. Door nogmaals op een tab te klikken wordt het selectiegebied weer zichtbaar.
4.1.
List/Portfolio [lijst/portfolio] Via deze optie krijgt u toegang tot koerslijsten voor beschikbare indices en voor door uw persoonlijke lijsten. Hieruit kunt u één instrument selecteren dat vervolgens wordt weergegeven in het grafiekgebied.
4.1.1.
Selecteer een Lijst Gebruik het pull-downmenu ‘List‘ of ‘Portfolio‘ bovenaan het selectiegebied om een standaardlijst, persoonlijke lijst of een portefeuille te selecteren.
4.1.2.
Selecteer een Instrument Selecteer een instrument waarvan een grafiek gemaakt moet worden door in de lijst te klikken op de regel met het gewenste instrument.
4.1.3.
Weergeven/sorteren De lijst toont standaard de naam van het instrument (of de index), het symbool, de meest recente koers (soms echter als een vertraagde koers) en het verschil ten opzichte van de vorige slotkoers. Om een lijst opnieuw te sorteren op basis van een bepaalde kolom klikt u op de titel van die kolom. Klik nogmaals op de titel van de kolom om de sorteervolgorde om te keren.
4.1.4.
Instrumenten kopiëren, verplaatsen of verwijderen Voor het kopiëren van een instrument uit een lijst of om deze naar een andere tabel te verplaatsen klikt u op het pictogram in de rechterkolom. Er verschijnt dan een pop-upvenster met de bijbehorende opties. U kunt instrumenten naar bestaande lijsten verplaatsen of kopiëren, of naar een nieuw te maken lijst. U verwijdert een instrument uit de lijst door het instrument te selecteren en de Delete-toets op uw toetsenbord in te drukken. U kunt ook klikken op het pictogram in de rechterkolom en in het pop-upvenster de optie verwijderen kiezen.
4.1.5.
Lijsten maken, verwijderen, opslaan U kunt een nieuwe lijst maken, lijsten verwijderen of lijsten opslaan met de Algemene Functies onderaan het selectiegebied. Voor de huidige sessie kunt u alle lijsten aanpassen of verwijderen; maar alleen aangepaste lijsten kunnen permanent worden aangepast of verwijderd. Standaard indexlijsten worden bij het starten van de volgende sessie hersteld naar hun oorspronkelijke vorm.
Version 1.0 (15 May 2013), KW
18/41
Technische Analyse: Gebruikershandleiding
4.2.
Indicators [indicatoren] Bij het maken van technische analyses worden voor het beoordelen van marktbewegingen en trends verschillende indicatoren gebruikt. Technische indicatoren zijn het resultaat van wiskundige en logische bewerkingen op basis van historische koersgegevens. Technische Analyse bevat ruim 30 indicatoren, variërend van klassiekers zoals het voortschrijdend gemiddelde en de RSI tot nieuwe vindingen zoals de Aroon indicator.
Version 1.0 (15 May 2013), KW
19/41
Technische Analyse: Gebruikershandleiding
In dit selectiegebied vindt u een lijst van beschikbare indicatoren via drie tabbladen. Onder de tab ‘All indicators‘ [alle indicatoren] vindt u de volledige lijst gesorteerd naar weergave-optie. Onder de eerste titel ‘Chart window’ ziet u alle indicatoren die rechtstreeks in het grafiekvenster worden getekend. Via de opties onder ‘Indicator window‘ [indicatievenster] wordt onderin het grafiekgebied een kleiner venster toegevoegd waarin indicatoren worden weergegeven die zijn gebaseerd op een andere verticale schaal. Bij deze vensters bevat de titelbalk van het venster twee pictogrammen. Met het eerste pictogram opent u het venster waarin u de parameters voor de indicator kunt bewerken (zie Indicatoren bewerken), met het tweede verwijdert u het aparte indicatorvenster. De tab ‘Cyclical analysis‘ [cyclische analyse] biedt toegang tot momentumoscillatoren, die handig zijn bij zijwaarts bewegende markten, en tot indicatoren voor de omzet en volatiliteit, waarmee de amplitude van koersen en omzetten kan worden bewaakt. Onder de tab ‘Trend analysis‘ [trend analyse] vindt u trendindicatoren, die nuttig zijn tijdens trendfases, en trendbevestigende indicatoren, die de kracht van een trend aangeven en kunnen worden gebruikt om onderscheid te maken tussen verschillende trendfases. In deze lijsten ziet u steeds de naam van een indicator, gevolgd door de actuele parameterinstelling voor die indicator tussen haakjes. Voor indicator ‘1. Simple Moving Average‘ is de standaardinstelling bijvoorbeeld 14 dagen.
4.2.1.
Indicatoren weergeven Om een indicator weer te geven klikt u op het vakje links van de naam van de indicator om deze te selecteren. De indicator wordt direct toegevoegd aan het grafiekgebied.
4.2.2.
Indicatoren bewerken Klik om de parameters voor een indicator te wijzigen op het pictogram rechts van de haakjes. Er verschijnt dan een pop-upvenster met een invoerveld voor de parameters. De standaard parameterwaarden worden naast het invoerveld weergegeven tegen een grijze achtergrond. Daaronder vindt u een korte uitleg over de indicator. Bewerk de parameter(s) en klik op de knop ‘Ok‘ om de instellingen voor de indicator te wijzigen. De aangepaste instellingen verschijnen in het rood in de keuzetabs voor de indicatoren.
4.2.3.
Indicatoren uit grafieken verwijderen Verwijder een indicator uit het grafiekgebied door deze te selecteren. Klik op het vakje links van de naam van de indicator. De indicator wordt direct verwijderd uit het grafiekgebied. Afzonderlijke indicatorvensters kunnen ook worden gesloten door bij de grafiek op het pictogram te klikken.
Version 1.0 (15 May 2013), KW
20/41
Technische Analyse: Gebruikershandleiding
4.2.4.
Sets maken, verwijderen, opslaan U kunt nieuwe indicatorsets maken en sets verwijderen of opslaan met de Algemene Functies onderaan het selectiegebied. U kunt een aangepaste lijst van geselecteerde indicatoren en/of aangepaste parameters maken. N.B.: de ‘standaard’ set kan niet worden verwijderd.
4.2.5.
Lijst met beschikbare indicatoren Hieronder volgt een slechts summiere beschrijving van de diverse indicatoren. Om deze instrumenten optimaal te kunnen toepassen is een grondige kennis van technische analyse vereist.
4.2.5.1.
Simple Moving Average [voortschrijdend gemiddelde] Het Simple Moving Average (SMA) geeft de gemiddelde koers van een effect weer gedurende een bepaalde periode, waarbij uitschieters van de grafiek worden geëgaliseerd. Als de koers boven het gemiddelde uitkomt, wijst dit op een opwaartse beweging vanaf een bodem, wat gezien wordt als een koopsignaal. Zakt de koers onder het gemiddelde, dan wijst dit op een neerwaartse beweging vanaf een top. Dit wordt beschouwd als een verkoopsignaal.
4.2.5.2.
Exponential Moving Average [exponentieel voortschrijdend gemiddelde] Het Exponentieel Voortschrijdend Gemiddelde (EVM) is gebaseerd op de gewogen gemiddelde prijs van een effect over een bepaalde periode. Hierbij worden uitschieters in de koersgrafiek geëgaliseerd. Een EVM wordt exponentieel gewogen in het voordeel van recente koersen. Als de koers boven het gemiddelde uitkomt, wijst dit op een opwaartse beweging vanaf een bodem, wat gezien wordt als een koopsignaal. Zakt de koers onder het gemiddelde, dan wijst dit op een neerwaartse beweging vanaf een top, wat wordt beschouwd als een verkoopsignaal.
4.2.5.3.
Weighted Moving Average [gewogen voortschrijdend gemiddelde] Voor het Weighted Moving Average (WMA) wordt de gewogen gemiddelde koers van een effect gedurende een bepaalde periode berekend, en worden uitschieters van de grafiek geëgaliseerd. Een WMA wordt lineair gewogen in het voordeel van recente koersen. Als de koers boven het gemiddelde uitkomt, wijst dat op een opwaartse beweging vanaf een bodem en is er sprake van een koopsignaal. Als de koers onder het gemiddelde zakt wijst dan op een neerwaartse beweging vanaf een top en is er sprake van een verkoopsignaal.
4.2.5.4.
Bollinger Bands Twee Bollinger bands liggen aan weerszijden van een voortschrijdend gemiddelde waarbij de afstand tussen elke band en het gemiddelde overeenkomt met de huidige volatiliteit van het effect. Er ontstaat een verkoopsignaal als de koers van een effect bij de bovenste band een weerstand tegenkomt en een koopsignaal als de koers bij de onderste band een steunniveau raakt.
Version 1.0 (15 May 2013), KW
21/41
Technische Analyse: Gebruikershandleiding
4.2.5.5.
Envelopes Envelopes zijn banden die op een vaste afstand om een gemiddelde heen liggen. Meestal is die afstand een bepaald percentage van dat gemiddelde. Bij envelopes wordt, anders dan bij de Bollinger Bands, geen rekening gehouden met de volatiliteit. Afhankelijk van de breedte van de Envelop kan een koers die een band van de Envelop raakt worden geïnterpreteerd als trendvolgend of als anti-trend.
4.2.5.6.
Parabolic Stop and Reversal System Het Parabolic Stop and Reversal (SAR)-systeem genereert in- en uitstapsignalen. Als de koers boven de indicator komt wijst dit op een opwaartse trend en moet dit worden beschouwd als een koopsignaal. De indicator kruipt vervolgens steeds dichter naar de koers toe tot de maximale acceleratie wordt bereikt. Zit de koers echter onder de indicator, dan is dat een verkoopsignaal. De SAR wordt vaak in combinatie met andere indicatoren gebruikt voor het vaststellen van uitstapsignalen.
4.2.5.7.
ZigZag De ZigZag is geen indicator als zodanig omdat de positie en richting achteraf kunnen wijzigen. De ZigZag wordt vooral gebruikt om grafiekbewegingen toe te lichten en te vereenvoudigen en wordt toegepast bij Elliott Wave-analyses. Het ZIgZag-percentage geeft de koersbeweging aan die begint als een tegengestelde golf.
4.2.5.8.
Accumulation Distribution Line De Accumulation Distribution Line (AD-lijn) is gebaseerd op de veronderstelling dat koersbewegingen meer betekenis krijgen als de omzet hoger wordt. Als de AD-lijn stijgt betekent dit dat de vraag naar het effect toeneemt. Een AD-lijn die tegengesteld is aan de trend voor het betreffende effect vormt een voorbode van het einde of in ieder geval een afzwakking van de trend.
4.2.5.9.
Aroon De Aroon-indicator bestaat uit een opwaartse en een neerwaartse lijn die de kracht van een trend weergeven. Als de Aroon up boven de Aroon down-lijn ligt wijst dit op een positieve ontwikkeling en vice versa. Waarden boven de 50 geven een trend aan; waarden boven de 70 wijzen op een sterke trend.
4.2.5.10.
Aroon Oscillator De Aroon Oscillator geeft een trend en de kracht daarvan aan. Deze oscillator wordt berekend op basis van het verschil tussen de waarde van de Aroon up en de Aroon down (zie Aroon) Een waarde boven 0 wijst op een positieve trend en een waarde boven 50 wijst op een sterke positieve trend. Bij een waarde onder 0 is de trend negatief en onder -50 sterk negatief.
Version 1.0 (15 May 2013), KW
22/41
Technische Analyse: Gebruikershandleiding
4.2.5.11.
Average Directional Movement Index De Average Directional Movement Index ADX is gebaseerd op een geëgaliseerde Directional Movement Index. De ADX geeft de kracht van een trend aan maar niet de richting. Een stijgende ADX-lijn bevestigt de trend, terwijl een dalende indicator wijst op een verzwakking of omslag van de trend. De ADX wordt vaak gebruikt bij het implementeren van acties die worden ingegeven door andere indicatoren. Voor het egaliseren van de ADX worden dezelfde parameters gebruikt als voor de DMI waarop deze ADX is gebaseerd.
4.2.5.12.
Average True Range De Average True Range bestaat uit het gemiddelde van drie maxima: de hoogste koers van de huidige periode minus de laagste koers van de voorgaande periode, de hoogste koers van de huidige periode minus de slotkoers van de voorgaande periode en de laagste koers van de huidige periode minus de slotkoers van de voorgaande periode. Extreme ATR-waarden wijzen op overdrijvingen en zijn dus een signaal dat er een trendomslag op handen is.
4.2.5.13.
Chaikin Money Flow De CMF-indicator geeft de kracht aan van de vraag naar en het aanbod van een effect. De indicator wordt berekend door de slotkoers in verhouding tot de onderzochte periode te bepalen, deze te vermenigvuldigen met de omzet en deze cijfers voor de betreffende periode bij elkaar op te tellen. Een CMF van meer dan 0 geeft aan dat er meer vraag is naar een effect; een CMF van minder dan 0 geeft aan dat er meer aanbod is.
4.2.5.14.
Chaikin Oscillator De Chaikin Oscillator is gebaseerd op het verschil tussen twee exponentiële gemiddelden van de Accumulation Distribution lijn (zie AD-lijn.) Een waarde boven 0 wordt beschouwd als positief, een waarde onder 0 als negatief. Als de koersgrafiek en de indicator uit elkaar bewegen wijst dat op een op handen zijnde trendomslag.
4.2.5.15.
Commodity Channel Index De Commodity Channel Index (CCI) is een maatstaf voor de actuele positie van commodities (en prijzen van andere effecten) in een cyclische, zijwaarts bewegende markt. Meestal is een waarde boven +100 een signaal van een sterke opwaartse trend, terwijl een waarde onder -100 wijst op een sterke neerwaartse trend. De CCI wordt ook vaak gebruikt om te ver naar beneden of naar boven doorgeschoten effecten op te sporen.
4.2.5.16.
Directional Movement Index De Directional Movement Index (DMI) geeft aan of er voor een effect sprake is van een trend of niet. Als de +DM de -DM opwaarts snijdt is dit een koopsignaal. Snijdt de -DM de +DM opwaarts dan is dat een verkoopsignaal. Om onjuiste of dubbelzinnige signalen te voorkomen moet het DMI-signaal in de volgende periode worden bevestigd door een koersbeweging in de aangegeven richting.
Version 1.0 (15 May 2013), KW
23/41
Technische Analyse: Gebruikershandleiding
4.2.5.17.
Fast Stochastic Een stochastic geeft de positie aan van een koers binnen het koersbereik voor de huidige periode. Stochastics zijn handig bij het beoordelen van zijwaarts bewegende markten. Als indicator %K boven %D uitkomt terwijl %D minder is dan 20 dan is dat een koopsignaal; komt indicator %K onder %D uit terwijl %D groter is dan 80, dan is dat een verkoopsignaal. Fast Stochastics zijn niet geëgaliseerd (dit in tegenstelling tot Slow Stochastics) en bevatten daarom meer ruis uit de markt.
4.2.5.18.
MACD De Moving Average Convergence/Divergence (MACD) geeft het verschil aan tussen het snelle exponentieel voortschrijdende gemiddelde, EVM, en het langzame EVM, waarbij de snelle EVM voortdurend convergeert en divergeert. Een MACD van meer dan 0 wijst op een opwaartse trend, een MACD van minder dan 0 op een neerwaartse trend. Als de MACD in de buurt begint te komen van 0 terwijl de koers nog steeds nieuwe records bereikt dan kan dat wijzen op een afzwakking of omslag van de trend.
4.2.5.19.
Momentum Het Momentum is een oscillator die de snelheid van koersbewegingen aangeeft door de snelheid van de koersverandering aan de koers zelf te relateren. De positie en de waarde van het momentum bepalen de snelheid en richting van de koersbeweging. Omslagpunten (niet extremen) wijzen op een verzwakking van de trend. (Zie ook Rate of Change Oscillator, die het momentum in procenten meet.)
4.2.5.20.
Money Flow Index De Money Flow Index geeft aan of er binnen een koersbeweging sprake is van koop- of verkoopdruk. De interpretatie is vergelijkbaar met die van de Relative Strength Index: een waarde boven 80 geeft aan dat een effect overbought is, terwijl een waarde onder 20 een signaal is dat effecten oversold zijn. Als de koers en de indicator divergeren wijst dat op een verzwakking van de trend.
4.2.5.21.
Negative Volume Index De Negative Volume Index wordt gebruikt om de kracht van de trend te bepalen of om een koersbeweging te bevestigen door de omzet te meten. Deze index geeft een neerwaartse trend aan als deze het langetermijngemiddelde overschrijdt. (Zie ook Positive Volume Index.)
4.2.5.22.
On Balance Volume De On Balance volume indicator (OBV) relateert het koersmomentum aan de omzet, door de omzet op te tellen bij de indicator op de dagen dat de koers stijgt en deze ervan af te trekken op dagen dat de koers daalt. Als er sprake is van een divergentie tussen de OBV en de koers, dan kan dat wijzen op een op handen zijnde trendomslag.
Version 1.0 (15 May 2013), KW
24/41
Technische Analyse: Gebruikershandleiding
4.2.5.23.
Positive Volume Index De Positive Volume Index wordt gebruikt om de kracht van de trend te bepalen of om een koersbeweging te bevestigen door de omzet te meten. Deze index geeft een opwaartse trend aan als deze het langetermijngemiddelde overschrijdt. (Zie ook Negative Volume Index.)
4.2.5.24.
Rate of Change Oscillator De Rate of Change Oscillator geeft de procentuele koersverandering gedurende een bepaalde periode aan (vergelijkbaar met het Momentum.) De positie en waarde van de indicator bepalen de snelheid en richting van de koersbeweging. Omslagpunten (niet extremen) wijzen op een verzwakking van de trend.
4.2.5.25.
Relative Strength Index Cutler of Wilder De Relative Strength Index (RSI ) geeft de kracht aan van de koersontwikkeling van een effect. Hiervoor wordt het koersgemiddelde op dagen met een hoger slot vergeleken met het koersgemiddelde op dagen met een lager slot. Een waarde boven 70 geeft aan dat de effecten overbought zijn, terwijl een waarde onder 30 aangeeft dat ze oversold zijn. De RSI kan worden gebruikt om een verzwakking van een trend te herkennen. Als de trend tegengesteld is aan de richting van de grafiek kan dat wijzen op een correctie. Cutler’s RSI is gebaseerd op een simple moving average en RSI van Wilder is gebaseerd op een exponential moving average.
4.2.5.26.
Slow Stochastic Een stochastic geeft de positie aan van een koers binnen het koersbereik voor de huidige periode. Stochastics zijn handig bij het beoordelen van zijwaarts bewegende markten. Als indicator %K boven %D uitkomt terwijl %D minder is dan 20 dan is dat een koopsignaal; komt indicator %K onder %D uit terwijl %D groter is dan 80, dan is dat een verkoopsignaal. Slow stochastics zijn geëgaliseerd en bevatten minder ruis uit de markt
4.2.5.27.
StochRSI Voor de StochRSI wordt de stochastische formule toegepast op de Rate of Change Oscillator, waardoor een oscillator ontstaat die gevoeliger is voor de RSI. Er wordt een koopsignaal afgegeven als de StochRSI stijgt binnen het oversold-gebied (onder .20) en een verkoopsignaal als deze daalt binnen het overbought-gebied (boven .80).
4.2.5.28.
Trend Confirming Indicator De TCI wordt berekend door een korter voortschrijdend gemiddelde te delen door een langer voortschrijdend gemiddelde. De TCI wordt dan gevolgd door een derde voortschrijdend gemiddelde. Er wordt een positief signaal afgegeven als de indicator boven de 100 komt of als deze boven het gemiddelde uitkomt. Zakt de indicator onder de 100, of komt het onder het gemiddelde uit, dan wordt dit beschouwd als een negatief signaal.
Version 1.0 (15 May 2013), KW
25/41
Technische Analyse: Gebruikershandleiding
4.2.5.29.
Ultimate Oscillator De Ultimate Oscillator vormt een combinatie van een kort, middellang en lang momentum, gewogen ten gunste van de kortere-termijnwaarden. De indicator schommelt rond de middenwaarde van 50 en genereert een verkoopsignaal als deze vanaf een niveau boven de 50 begint te dalen en een koopsignaal als deze vanaf een niveau onder de 50 begint te stijgen.
4.2.5.30.
Vertical/Horizontal Filter De VHF kan worden gebruikt om onderscheid te maken tussen een trend in een koersbeweging en een zijwaarts bewegende markt. Een hogere VHF wijst op een sterkere trend. Een oplopende VHF wijst op het begin van een trend, terwijl een dalende VHF wijst op het begin van een zijwaartse beweging.
4.2.5.31.
Williams %R De Williams %R legt een verband tussen enerzijds het verschil tussen de hoogste koers gedurende een bepaalde periode en de huidige koers, en anderzijds de langere termijn. Hiervoor wordt de stochastische interpretatie gebruikt: als de indicator daalt vanuit het overbougt-gebied (onder .20) geeft dat een negatief signaal en als de indicator stijgt vanuit het oversold-gebied (boven .20) is dat een positief signaal.
4.3.
Patterns/Candlestickpatronen Voor het tekenen van een candlestick hebt u een openings-, hoogste, laagste en slotkoers nodig. Om candlestickpatronen te kunnen tekenen selecteert u daarom het grafiektype bar, candlestick of equi-volume. Als de slotkoers hoger is dan de openingskoers verschijnt er een holle (witte) candlestick. Is de slotkoers lager dan de openingskoers, dan verschijnt er een dichte (donkerrode) candlestick. Het holle of dichte gedeelte van de candlestick wordt de "body" genoemd. De lange dunne lijnen boven en onder de body geven aan hoe ver de koers gedurende de dag boven of onder de openings- of slotkoers uit is gekomen. Dit worden de schaduwen genoemd. De hoogste koers wordt gemarkeerd door de bovenkant van de bovenste schaduw en de laagste koers door de onderkant van de onderste schaduw. Bij het analyseren van een grafiek voor een bepaalde periode kunnen verschillende soorten patronen worden onderscheiden, afhankelijk van de volgorde waarin de verschillende candlesticks zich voordoen.
4.3.1.
Patronen weergeven Om een patroon zichtbaar te maken, selecteert u eerst het grafiektype bar, candlestick of equi-volume. Klik hiervoor op het vakje links van de naam van het patroon. De patronen worden direct toegevoegd aan het grafiekgebied. Een bepaald patroon zal alleen worden weergegeven als de candlesticks in de grafiek optreden in een bepaalde volgorde die past bij dit patroon.
Version 1.0 (15 May 2013), KW
26/41
Technische Analyse: Gebruikershandleiding
4.3.2.
Patronen uit grafieken verwijderen Om een patroon uit het grafiekgebied te verwijderen, deselecteert u deze. Klik hiervoor op het vakje links van de naam van het patroon. Het patroon wordt direct verwijderd uit het grafiekgebied.
4.3.3.
Overzicht van beschikbare patronen Hieronder volgt een korte beschrijving van de beschikbare candlestickpatronen. N.B.: er is een grondige kennis van dit onderwerp vereist om deze patronen optimaal te kunnen toepassen.
4.3.3.1.
Bullish Engulfing Een Bullish Engulfing-patroon doet zich voor als een candle met een grote groene body zich voordoet na een candle met een rode body en deze omsluit. De Engulfing doet zich voor tijdens een neergaande trend en geeft aan dat de koers opent op een nieuw laagtepunt, waarna kopers tegen hogere koersen gaan kopen en de koers sluit op of boven de openingskoers van de vorige dag. Dit geeft aan dat het momentum van de neerwaartse trend is afgenomen en de bulls mogelijk sterker beginnen te worden.
4.3.3.2.
Morning Star patroon Een Morning Star-patroon doet zich voor als de eerste dag wordt gekenmerkt door een lange rode candle en de volgende dag door een korte candle en een gap in de richting van de vorige trend, gevolgd door een lange groene candle op de derde dag. Bij een neerwaartse trend versterkt de markt de negatieve trend met een lange rode candle op de eerste dag, die op de tweede dag wordt gevolgd door een gap in de richting van de trend. Op de tweede dag bewegen de koersen zich echter binnen een smalle bandbreedte en ligt de slotkoers op of vlakbij het niveau van de openingskoers. Dit scenario geeft over het algemeen aan dat er kans is op een rally, doordat veel posities zijn gewijzigd. De trendomslag wordt bevestigd door de groene candle op de derde dag.
Version 1.0 (15 May 2013), KW
27/41
Technische Analyse: Gebruikershandleiding
4.3.3.3.
Bullish Island Reversal Dit omkeersignaal doet zich voor als de koers van een effect een neerwaartse gap laat zien, een tijdje onder de gap blijft en vervolgens een gap naar boven laat zien, boven het niveau van de eerste gap. Bij dit koerspatroon is er sprake van een groep koersen die door twee gaps worden gescheiden van de rest. De tweede gap, die tegenovergesteld is aan de eerste, geeft een sterk signaal af van een trendomslag. De eerste blijft intact tot de tweede gap wordt gesloten.
4.3.3.4.
Bullish Hammer Tijdens een neerwaartse trend ontstaat er na het openen van de markt een sterke verkoopbeweging. Aan het einde van de handelsdag sluit de markt echter op of in de buurt van het hoogste niveau voor die dag. Dit wijst op een verzwakking van de eerdere negatieve stemming, vooral als de real body groen is (het slot is hoger dan de openingskoers). Omdat de betrouwbaarheid van een Hammer gering is, kan de trendomslag worden bevestigd door een hogere openingskoers en een nog hogere slotkoers op de volgende handelsdag.
Version 1.0 (15 May 2013), KW
28/41
Technische Analyse: Gebruikershandleiding
4.3.3.5.
Bullish Inverted Hammer De markt opent onder het slot van de vorige dag, waarna de bulls voor een korte rally zorgen. Deze is echter niet sterk genoeg om te zorgen voor een slotkoers boven het slot van de vorige dag. Omdat beleggers met een shortpositie hierdoor op verlies blijven staan, biedt de Inverted Hammer mogelijkheden voor een rally. De nadering van de trendomslag wordt bevestigd als de openingskoers de volgende handelsdag boven de body van de Inverted Hammer ligt.
4.3.3.6.
Bullish Abandoned Baby Tijdens een neerwaartse trend wordt de neergaande beweging versterkt door een lange rode dag en ontstaan er op de tweede dag gaps. Op de tweede dag bewegen de koersen zich echter binnen een smalle bandbreedte en ligt de slotkoers op of vlakbij het niveau van de openingskoers. Dit scenario wijst duidelijk op een potentiële rally, doordat veel posities zijn gewijzigd. De trendomslag wordt bevestigd op de derde dag en blijkt duidelijk uit de gap naar boven.
4.3.3.7.
Three White Soldiers Tijdens een neerwaartse trend is er op drie achtereenvolgende dagen sprake van een lange groene candle en ligt de slotkoers steeds hoger dan op de vorige dag. Dit geeft over het algemeen aan dat de markt sterker zal gaan worden, doordat er een omslag gaande is die is gebaseerd op gematigde opwaartse stappen.
Version 1.0 (15 May 2013), KW
29/41
Technische Analyse: Gebruikershandleiding
4.3.3.8.
Piercing Line Tijdens een neerwaartse trend ontstaan er gaps, maar maakt de markt vervolgens een krachtige rally door, waardoor de slotkoers uitkomt boven het middenpunt van de vorige dag. Dit patroon geeft aan dat het mogelijk is dat de bulls op de markt zullen verschijnen en steun zullen gaan bieden aan de trendomslag. Het Piercing Line-patroon is het tegenovergestelde van de Dark Cloud Cover.
4.3.3.9.
Positive Harami Na een dag met een lange rode candle aan de onderkant van een neerwaartse trend volgt een dag met een witte candle en een openingskoers die hoger ligt dan het slot van de vorige dag. De koers wordt opgedreven doordat veel shortposities worden afgedekt, wat verdere aankopen stimuleert. De Haramiindicator moet de volgende dag worden bevestigd door een candlestick die de omslag volgt.
Version 1.0 (15 May 2013), KW
30/41
Technische Analyse: Gebruikershandleiding
4.3.3.10.
Upside Gap Een opwaartse trend wordt gevolgd door twee dagen met een lange groene candle, met daartussen een gap omhoog. De derde dag wordt gekenmerkt door een rode candle die echter de gap opvult. Dit kan worden gezien als een ondersteuning voor de opwaartse trend en wordt waarschijnlijk veroorzaakt door tijdelijke winstnemingen.
4.3.3.11.
White Marubozu Marabozu's hebben geen schaduw aan de boven- of onderkant. De hoogste en laagste koers worden vertegenwoordigd door de openings- of slotkoers. Er ontstaat een White Marubozu als de openingskoers tevens de laagste koers is en de slotkoers de hoogste koers. Dit geeft aan dat de koersbeweging vanaf de eerste tot en met de laatste transactie is bepaald door kopers.
4.3.3.12.
Dark Cloud Cover Tijdens een opwaartse trend ontstaan er gaps in de markt, maar dalen de koersen vervolgens tot onder het middenpunt van de vorige dag. Het Dark Cloud Cover-patroon geeft aan dat beleggers met shortposities mogelijk kunnen profiteren van de openingskoers van de volgende dag: dit is een waarschuwing voor bullish beleggers. Het Dark Cloud Cover-patroon is tegenovergesteld aan de Piercing Line.
Version 1.0 (15 May 2013), KW
31/41
Technische Analyse: Gebruikershandleiding
4.3.3.13.
Negative Harami Na een dag met een lange groene candlestick aan de bovenkant van een uptrend, volgt een rode candlestick met een openingskoers die lager is dan het slot van de vorige dag. De omzet is over het algemeen gering en de dag eindigt met een slotkoers die lager ligt dan de openingskoers van de vorige dag en zich binnen de body van de eerste dag bevindt. Dit is een signaal dat de kracht van de huidige opwaartse trend afneemt. De Harami-indicator moet de volgende dag worden bevestigd door een candlestick die de omslag volgt.
4.3.3.14.
Downside Gap Een neerwaartse trend wordt gevolgd door twee dagen met een lange rode candlestick met daartussen een gap naar beneden. De derde dag gaat gepaard met een groene candlestick waardoor de gap tussen de twee rode dagen wordt opgevuld. Dit moet worden geïnterpreteerd als een steun voor de neerwaartse trend.
Version 1.0 (15 May 2013), KW
32/41
Technische Analyse: Gebruikershandleiding
4.3.3.15.
Black Marubozu Marabozu's hebben geen schaduw aan de boven- of onderkant. De hoogste en laagste koers worden vertegenwoordigd door de openings- of slotkoers. Er ontstaat een Black Marubozu als de openingskoers tevens de hoogste koers is en de slotkoers de laagste koers. Dit geeft aan dat de koersbeweging vanaf de eerste tot en met de laatste transactie is bepaald door verkopers.
4.3.3.16.
Bearish Engulfing De Engulfing doet zich voor tijdens een uptrend en geeft aan dat de koers opent op een nieuw hoogtepunt, waarna een verkoopbeweging met hoge omzetten volgt en de koers sluit op, of onder de openingskoers van de vorige dag. Dit geeft aan dat de opwaartse trend is verzwakt en dat de bears misschien sterker beginnen te worden.
Version 1.0 (15 May 2013), KW
33/41
Technische Analyse: Gebruikershandleiding
4.3.3.17.
Evening Star Tijdens een opwaartse trend wint de markt aan kracht gedurende een dag met een lange groene candlestick en ontstaan er op de tweede dag gaps. Op de tweede dag bewegen de koersen zich echter binnen een smalle bandbreedte en ligt de slotkoers op, of vlakbij het niveau van de openingskoers. Dit scenario geeft over het algemeen aan dat er sprake is van een afbrokkeling van het vertrouwen in de huidige trend. De trendomslag wordt bevestigd door de rode candle op de derde dag.
4.3.3.18.
Bearish Island Reversal Dit patroon geeft een omkeersignaal af en doet zich voor als er een gap naar boven ontstaat in het koersverloop, de koers vervolgens een tijdje boven de gap blijft en er vervolgens een gap naar beneden ontstaat onder het niveau van de eerste gap. Bij dit koerspatroon is er sprake van een groep koersen die door twee gaps worden gescheiden van de rest. De tweede gap, die tegenovergesteld is aan de eerste, geeft een sterk signaal af van een trendomslag. De omslag blijft intact tot de tweede gap wordt gesloten.
Version 1.0 (15 May 2013), KW
34/41
Technische Analyse: Gebruikershandleiding
4.3.3.19.
Hanging Man Gedurende een opwaartse trend ontstaat er na het openen van de markt een sterke verkoopgolf. Aan het einde van de handelsdag sluit de markt echter op of in de buurt van het hoogste niveau voor die dag. Hieruit kan worden geconcludeerd dat er mogelijk nog meer verkoopbewegingen aan komen. Omdat de betrouwbaarheid van een Hanging Man gering is, kan de trendomslag worden bevestigd door een rode candlestick of een grote gap naar beneden op de volgende handelsdag, met een lagere slotkoers.
4.3.3.20.
Shooting Star Tijdens een opwaartse trend ontstaat er een gap naar boven, boven het niveau van de slotkoers van de vorige dag. De koers trekt aan tot een nieuw hoogtepunt, zwakt af en sluit in de buurt van het laagste niveau: een bearishomslag van het momentum. De trendomslag wordt bevestigd als de openingskoers de volgende handelsdag onder de body van de Shooting Star Iigt.
Version 1.0 (15 May 2013), KW
35/41
Technische Analyse: Gebruikershandleiding
4.3.3.21.
Bearish Abandoned Baby Tijdens een opwaartse trend wint de markt aan kracht tijdens een dag met lange groene candle en ontstaat er op de tweede dag een gap. Op de tweede dag bewegen de koersen zich echter binnen een smalle bandbreedte en ligt de slotkoers op of vlakbij het niveau van de openingskoers. Dit scenario geeft duidelijk aan dat er sprake is van een afbrokkeling van het vertrouwen in de huidige trend. De trendomslag wordt bevestigd door de rode candle op de derde dag, die extra betekenis krijgt door de gap naar beneden.
Version 1.0 (15 May 2013), KW
36/41
Technische Analyse: Gebruikershandleiding
4.4.
Chart settings [grafiekinstellingen] Met deze optie binnen het selectiegebied kunt u de lay-out en het uiterlijk van grafieken bepalen.
Hieronder volgt een beschrijving van de verschillende instellingen, waarbij de standaardinstellingen vet zijn weergegeven.
4.4.1.
Chart type [grafiektype] U kunt kiezen uit twee soorten grafieken. Als u kiest voor ‘Plain’ [gewoon] worden de lijnen of punten van grafieken zwart weergegeven. Als u kiest voor ‘Two tone’ [twee kleuren] worden dalende koersen rood weergegeven en stijgende koersen groen.
Version 1.0 (15 May 2013), KW
37/41
Technische Analyse: Gebruikershandleiding
4.4.2.
Line Style [lijnstijl] Een alternatief voor de lijnsoort ‘Normal’ [normaal] is de ‘Thick line’ [dikke lijn], die u kunt gebruiken als normale lijnen niet goed worden weergegeven bij het afdrukken van grafieken of als deze per e-mail worden verzonden.
4.4.3.
Show info [toon info] Met deze optie voegt u extra informatie toe. Selecteer ‘News’ [nieuws] om in de grafiek alle dagen te markeren waarop er nieuws bekend is gemaakt over het geselecteerde instrument of bedrijf. Om het nieuwsbericht te bekijken klikt u in de grafiek op het pictogram ‘N’. Er verschijnt dan een nieuw venster met daarin het nieuwsbericht of een lijst van alle relevante nieuwsberichten. Met ‘Splits’ voegt u informatie over aandelensplitsingen toe aan de grafiek. Het pictogram ‘S’ geeft de datum van de splitsing aan. Ga met de muis naar het pictogram voor een tool tip met de splitsingsverhouding.
4.4.4.
Grid [raster] Op de achtergrond van de grafiek kunnen afzonderlijk horizontale en verticale rasterlijnen worden weergegeven.
4.4.5.
Chart background [grafiekachtergrond] In het label ‘Chart info’ [grafiekinformatie] op de achtergrond ziet u het productlogo. U kunt ook kiezen voor het symbool van het geselecteerde instrument, met of zonder beursafkorting, voor de lokale ID, de ISIN of voor geen label. Voor de ‘Chart background’ [grafiekachtergrond] zelf, kan het witte ontwerp worden verruild voor een ontwerp in een andere kleur.
4.4.6.
Tool tips Met een tool tip krijgt u in de grafiek onder de cursor de datum en de openings-. hoogste, laagste en slotkoers te zien. Deze tool tip kan worden uitgeschakeld of in de grafiek worden gemarkeerd door een rode cirkel. U kunt tool tips activeren in alle grafiekvensters of alleen in het venster waarin de cursor zich bevindt.
4.4.7.
Chart profile [grafiekprofiel] Deze optie maakt het mogelijk om aangepaste instellingen na de huidige sessie te blijven gebruiken. N.B.: grafiekprofielen zijn alleen beschikbaar voor ingelogde gebruikers en niet bij anonieme sessies. Het huidige profiel kan als standaard worden ingesteld, zodat het de volgende keer dat u Technische Analyse start direct beschikbaar is. Het is ook mogelijk om de huidige grafiekbalkinstellingen, zoals tijd, frequentie en type grafiek te bewaren voor volgende sessies. Ook kunnen aan grafiekprofielen standaard of aangepaste sets indicatoren worden toegewezen.
Version 1.0 (15 May 2013), KW
38/41
Technische Analyse: Gebruikershandleiding
4.4.8.
Profiel maken, verwijderen, opslaan U kunt nieuwe grafiekprofielen maken, profielen verwijderen of profielen opslaan via de Algemene Functies onderaan het selectiegebied. Bij elke optie verschijnt er een pop-upvenster waarin u de naam van het profiel moet opgeven, moet bevestigen of het profiel moet worden verwijderd (indien mogelijk) of de naam van een bestand moet opgeven.
4.5.
Advanced Search Met deze optie kunt u sneller en gerichter zoeken naar instrumenten als de snelle zoekfunctie te veel resultaten oplevert.
Als u wilt zoeken naar een specifiek instrument vult u hier een zoekterm in. Dat kan in de vorm van de naam of het symbool. Selecteer vervolgens het soort instrument en/of een specifieke beurs. Klik op de knop ‘Ok’ om het zoeken te starten. Version 1.0 (15 May 2013), KW
39/41
Technische Analyse: Gebruikershandleiding
4.6.
Algemene Functies Via de balk onderaan de selectiegebieden List/Portfolio, Indicators en Chart Settings hebt u toegang tot generieke algemene functies. Deze zijn van toepassing op de huidige geselecteerde tab van het selectiegebied. Hieronder ziet u een voorbeeld van de functies voor List/Portfolio:
4.6.1.
Create... [maken] Met deze optie maakt u een nieuwe lege lijst met instrumenten, een set indicatoren of een profiel voor grafiekinstellingen. In het pop-upvenster dat verschijnt geeft u een naam op voor het item dat u hebt gemaakt.
4.6.2.
Delete... [verwijderen] Met deze optie verwijdert u de actieve lijst met instrumenten, een set indicatoren of een profiel voor grafiekinstellingen. U wordt eerst gevraagd om te bevestigen dat het item inderdaad verwijderd moet worden.
4.6.3.
Save [opslaan] Met deze optie bewaart u een lijst met instrumenten, een set indicatoren of een profiel voor grafiekinstellingen onder een nieuwe of bestaande naam.
4.6.4.
Ok Met deze optie minimaliseert u het selectiegebied en wordt het grafiekgebied uitgerekt over de hele breedte van het venster. Als u het selectiegebied weer zichtbaar wilt maken klikt u op een van de grijze tabs aan de linkerkant van het venster.
Version 1.0 (15 May 2013), KW
40/41
Technische Analyse: Gebruikershandleiding
5.
Het Grafiekgebied Het grafiekgebied is de "werkbank" waarop de geselecteerde grafiek plus eventuele indicatoren, lijnen en bijschriften die u daaraan hebt toegevoegd te zien zijn. Dit zit heel eenvoudig in elkaar:
In de vetgedrukte kop van de grafiek ziet u de naam van het instrument, de huidige koers en de verandering ten opzichte van de laatste slotkoers - zowel absoluut als procentueel. Daaronder ziet u het symbool van het instrument en de ISIN-code en het tijdstip waarop de laatste koers tot stand is gekomen. De grafiek toont alle geselecteerde grafieken en indicatoren. In dit voorbeeld de bar chart voor AEGON. De omzetgrafiek ziet u in een apart veld onderaan het scherm. De hoogte van de grafieken kan aangepast worden door de scheidingslijn (gemarkeerd met een rood ovaal) te verslepen via de linkermuisknop.
Version 1.0 (15 May 2013), KW
41/41