Uitgave: Datum:
02 Donderdag 6 januari 2011
GEBRUIKERSHANDLEIDING MASTER
RIONED Afdeling Verkoop Centaurusweg 45 5015 TC Tilburg Postbus 5070 5004 EB Tilburg Telefoon : 013-5479100 Telefax : 013-5479104
© Copyright 01/11 Rioned/RIOR B.V. Tilburg - Nederland Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van RIONED. Dit geldt ook voor de bijbehorende tekeningen en schema’s. RIONED behoudt zich het recht voor om onderdelen op elk gewenst moment te wijzigen, zonder voorafgaande of directe kennisgeving aan de afnemer. De inhoud van dit handboek kan eveneens gewijzigd worden zonder voorafgaande waarschuwing. Deze handleiding is alleen geldig voor deze machine. Voor informatie betreffende afstellingen, onderhoudswerkzaamheden of reparaties waarin deze handleiding niet voorziet, wordt u verzocht contact op te nemen met de technische dienst van uw leverancier.
Voorwoord Deze gebruikershandleiding is een handleiding die bedoeld is voor de professionele gebruiker. Deze gebruikershandleiding is bedoeld om de machine te kunnen bedienen en dient altijd bij de machine bewaard te blijven. De foto's en/of tekeningen zijn bedoeld als hulp bij de tekst. De gebruikershandleiding geeft eerst een overzicht van de belangrijkste veiligheidsaspecten. Daarna wordt uitgelegd hoe de machine is opgebouwd en hoe hij in grote lijnen werkt. De technische specificaties geven informatie over werkingskarakteristieken, prestaties onder normale bedrijfsomstandigheden en constructie gegevens. Vervolgens komt de bediening aan de beurt. Hierin wordt stap voor stap uitgelegd hoe u het beste de machine in gebruik kunt nemen en kunt bedienen. Met het hoofdstuk “Onderhoud” kan de gebruiker kleine onderhoudswerkzaamheden verrichten. Hoofdstuk “Storingen opsporen en verhelpen” is bedoeld om simpele mankementen eenvoudig op te lossen. De “exploded views en onderdeellijsten” zijn bedoeld om originele reserve onderdelen te bestellen en bieden tevens hulp voor het monteren van deze onderdelen. Tenslotte geeft het hoofdstuk “Bijlage(n)” informatie over o.a. elektrische en/of hydraulische aansluitingen.
01/11
3
01/11
4
INHOUDSOPGAVE
1
INLEIDING.......................................................................................................................... 7 1.1
2
Werking ....................................................................................................................... 7
VEILIGHEID....................................................................................................................... 9 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6
Aanduidingen van de instructies in de gebruikershandleiding.................................... 9 Beschrijving veiligheidsvoorzieningen ....................................................................... 9 Persoonlijke beschermingsmiddelen ........................................................................... 9 Waarschuwingen ......................................................................................................... 9 Personeelskwalificatie en opleiding .......................................................................... 10 Gevaren die kunnen ontstaan door het niet naleven van de veiligheidsvoorschriften .. 10 2.7 Veiligheidsbewust werken......................................................................................... 10 2.8 Veiligheidsvoorschriften voor de gebruiker en het onderhoudspersoneel ................ 10 2.9 Veiligheidsvoorschriften voor onderhouds-, inspectie- en montage werkzaamheden .. 10 2.10 Aanbrengen van wijzigingen en fabricage van onderdelen....................................... 10 2.11 Ongeoorloofd gebruik ............................................................................................... 10 3
TECHNISCHE SPECIFICATIES ................................................................................... 13 3.1 3.2
4
OPBOUW ........................................................................................................................... 15
5
BEDIENING ...................................................................................................................... 17 5.1 5.2 5.3 5.4
6
7
Accessoires ................................................................................................................ 23 Hulpstukken die aangekoppeld kunnen worden:....................................................... 24
EXPLODED VIEWS......................................................................................................... 27 8.1 8.2
9
Algemeen................................................................................................................... 21 Schoonmaken veertransporteur ................................................................................. 21 Groot periodiek onderhoud........................................................................................ 21 Onderhoudschema ..................................................................................................... 22
TOEBEHOREN................................................................................................................. 23 7.1 7.2
8
Transport.................................................................................................................... 17 Bedieningsorganen .................................................................................................... 17 Voor het ontstoppen .................................................................................................. 18 Ontstoppen................................................................................................................. 18
ONDERHOUD................................................................................................................... 21 6.1 6.2 6.3 6.4
Exploded view Master............................................................................................... 28 Stuklijst Master.......................................................................................................... 29
BIJLAGE(N) ...................................................................................................................... 31 9.1 9.2
01/11
Algemeen.................................................................................................................. 13 Motor ........................................................................................................................ 14
EG-verklaring van overeenstemming........................................................................ 31 Vertegenwoordigers .................................................................................................. 32 5
9.3 9.4 9.5 9.6 10
01/11
Service ....................................................................................................................... 32 Geluidsmeetrapport ................................................................................................... 33 Elektrisch schema...................................................................................................... 34 Veiligheidsadviezen .................................................................................................. 35
INDEX ................................................................................................................................ 37
6
1
INLEIDING
Gefeliciteerd met de aankoop van deze machine. Bij juist gebruik zal deze machine u jaren van dienst zijn. Lees voor in gebruik name deze handleiding door en zorg ervoor dat u de machine overeenkomstig de instructies gebruikt. Raadpleeg bij problemen uw dealer. Deze machine is gebouwd door: RIONED Postbus 5070 5004 EB Tilburg Nederland Telephone : 013-5479100 Telefax : 013-5479104 Deze machine mag uitsluitend gebruikt worden voor het reinigen en ontstoppen van rioolbuizen en afvoerleidingen van ∅ 75 mm tot ∅ 250 mm met behulp van speciaal daartoe gefabriceerde reinigingsveren van ∅ 20 mm diameter. De machine mag alleen gebruikt worden door geautoriseerd personeel. De machine mag niet gebruikt worden in een explosieve omgeving. Vul de trommel uitsluitend met de daartoe voorgeschreven veren. In deze gebruikershandleiding treft u alle informatie omtrent bediening en onderhoud aan. Bij juiste opstelling, bediening en regelmatig onderhoud wordt de machine gegarandeerd volgens de algemene leveringsvoorschriften. Als blijkt dat de bedienings- en onderhoudsvoorschriften niet of ondeskundig worden opgevolgd, vervalt de garantie. 1.1 Werking
De elektrische motor drijft via een V-snaaroverbrenging de hoofdas aan. Op deze hoofdas zit de veertrommel bevestigd. Hierin zit de veer die in de leiding ingevoerd moet worden. Met behulp van de veertransporteur en de rotatierichting kan de veer: A B C
01/11
Uit de trommel worden gedraaid. In de trommel worden gedraaid. Op dezelfde plaats worden gehouden.
7
01/11
8
2
VEILIGHEID
Houd rekening met uw verantwoordelijkheid voor uw medemensen bij het verrichten van werkzaamheden met deze machine. Deze handleiding bevat aanwijzingen van fundamentele aard die bij gebruik en onderhoud strikt dienen te worden opgevolgd. Daarom is het noodzakelijk dat de gebruikershandleiding door bevoegd bedienend personeel gelezen wordt en bij de machine beschikbaar blijft. Naast de algemene voorschriften in dit hoofdstuk genoemd, dient men tevens de in andere hoofdstukken aangegeven specifieke veiligheidsvoorschriften strikt op te volgen. 2.1 Aanduidingen De in de gebruikershandleiding opgenomen veiligheidsinstructies, die bij het niet opvolgen gevaar van de instructies in kunnen opleveren voor personen, zijn met algemene gevaarsymbolen aan gegeven. de gebruikershandleiding Veiligheidsteken volgens DIN 4844-W9
• Noodstop 2.2 Beschrijving veiligheidsvoorzieningen Uw machine is voorzien van een noodstop. Door middel van het bedienen van deze drukknop valt de machine direct stil. Gebruik de noodstop niet om de machine onder normale gebruiksomstandigheden te stoppen. Alleen gebruiken bij (dreigend) gevaarlijke situaties. Na gebruik, gevaar wegnemen en de noodstop ontgrendelen (Uittrekken) teneinde opnieuw te kunnen werken. Zorg dat de noodstop altijd goed bereikbaar is. •
Beschermkappen
Uw machine is voorzien van diverse beschermkappen over draaiende delen. Het is verboden deze beschermkappen te verwijderen tenzij er onderhoud aan de machine gepleegd moet worden. U dient dan de machine stop te zetten en de stekker uit het stopcontact te halen. •
Geleidespiraal
De geleideveer beschermt u tegen de draaiende veer zodat u niet klem (kleding) komt te zitten tussen de veeropeningen die ontstaan als de veer buigt. 2.3 Persoonlijke be- • schermingsmidde- • len •
Veiligheidsbril. Werkhandschoenen (aanbevolen). Stofmasker (aanbevolen).
2.4 Waarschuwin- Zet de bedieningshandels nooit vast op wat voor manier dan ook, tenzij dit is aangegeven. gen Draag geen loshangende kleding. Let op de veiligheidsaanwijzingen (zie hoofdstuk 9.6 Veiligheidsadviezen blz.: 35)! Materialen waarin asbest verwerkt is, of steen met van kristallen voorzien kiezelzand, kunnen beter niet bewerkt worden. Deze stoffen zijn schadelijk voor de gezondheid. Niet in het huis van de machine boren, daar anders de isolatie onderbroken wordt. Snoer altijd buiten het werkbereik van de machine houden.Als de veer draait mag deze nooit vast worden gepakt. Ook niet met hulpmiddelen of iets dergelijks.
01/11
9
Laat de veer nooit buiten de afvoerleiding draaien (Slingeren van de veer). Start de machine niet met ingeschakelde veertransporteur. Zorg voor een stabiele opstelling van de machine. Laat de machine niet zonder toezicht werken. 2.5 Personeelskwa- Het personeel dat belast wordt met de bediening, het onderhoud en de inspectie, dient over de verlificatie en opleiding eiste kwalificaties voor deze werkzaamheden te beschikken. De mate van verantwoordelijkheid, bevoegdheden van het personeel en het toezicht op het personeel, dient door de gebruiker zorgvuldig te worden vastgelegd. Indien bij het personeel de noodzakelijke kennis niet aanwezig is, dan dient de gebruiker voor de nodige scholing te zorgen. Indien nodig kan dit, in opdracht van de gebruiker, door de fabrikant of leverancier worden verzorgd. Verder dient de gebruiker zich ervan te overtuigen dat de inhoud van de gebruikershandleiding volledig door het personeel begrepen wordt. 2.6 Gevaren die Het niet naleven van de veiligheidsvoorschriften kan zowel gevaar voor personen als voor het mikunnen ontstaan lieu en de machine tot gevolg hebben. door het niet naleven van de veilig- Het niet naleven van de voorschriften kan leiden tot het verlies van enig recht op schadevergoeding. heidsvoorschriften Het niet naleven van de voorschriften kan resulteren in: • • •
2.7 Veiligheidsbewust werken
falen van belangrijke functies van de machine; falen van voorgeschreven methodes voor onderhoud en reparatie; het blootstellen van personen aan gevaren van elektrische of mechanische aard;
De in de gebruikershandleiding genoemde veiligheidsvoorschriften, de bestaande nationale voorschriften ter voorkoming van ongelukken alsmede de interne arbeids-, bedrijfs- en veiligheidsvoorschriften van de gebruiker dienen te worden opgevolgd.
2.8 Veiligheids• voorschriften voor de gebruiker en het • onderhoudspersoneel •
Bescherming tegen bewegende delen (b.v. koppelingen) mogen niet verwijderd worden als de machine in bedrijf is. Lekkages van gevaarlijke stoffen moeten zodanig afgevoerd worden dat er geen gevaar ontstaat voor personeel en het milieu. Wettelijke bepalingen dienen te worden nageleefd. Gevaren welke door elektriciteit veroorzaakt worden moeten worden uitgesloten.
2.9 Veiligheids• voorschriften voor onderhouds-, inspectie- en montage • werkzaamheden •
De gebruiker dient er voor te zorgen dat alle onderhouds- inspectie- en montagewerkzaamheden door bekwaam en gekwalificeerd personeel uitgevoerd worden. Deze medewerkers dienen de gebruikershandleiding grondig te bestuderen. Werkzaamheden aan de machine mogen alleen tijdens stilstand worden verricht. De in de gebruikershandleiding omschreven handelwijze voor het stoppen (uit bedrijf nemen) van de machine, dient in acht te worden genomen. Direct na afloop van de werkzaamheden moeten alle veiligheids- en beschermingsvoorzieningen weer aangebracht worden resp. functioneel worden gemaakt. Alvorens de machine weer te starten dienen de instructies strikt te worden opgevolgd.
• •
2.10 Aanbrengen van wijzigingen en fabricage van onderdelen
Het aanbrengen van wijzigingen aan de machine is alleen dan toegestaan indien de fabrikant hiervoor schriftelijk toestemming heeft gegeven. Het gebruik van originele onderdelen en door de fabrikant goedgekeurde toebehoren, komt de veiligheid ten goede. Het toepassen van andere onderdelen ontheft de fabrikant van aansprakelijkheid voor de daaruit ontstane schade.
2.11 Ongeoorloofd De veiligheid tijdens bedrijf van de geleverde machine wordt alleen gegarandeerd indien het gebruik van de machine in overeenstemming is met de gebruikershandleiding. De grenswaarden zoals gebruik aangegeven in hoofdstuk technische specificaties en bijlage(n) mogen in geen geval worden over01/11
10
schreden. Indien de machine niet werkt of storingen vertoont is het verboden om met de machine verder te werken. U wordt verzocht telefonisch contact op te nemen met RIONED. Telefoonnummer: 013-5479100 In deze gebruikershandleiding treft u informatie omtrent bediening en onderhoud aan. Bij juiste opstelling, bediening en regelmatig onderhoud wordt de machine gegarandeerd volgens de algemene leveringsvoorschriften. Als blijkt dat de bedienings- en onderhoudsvoorschriften niet of ondeskundig worden opgevolgd dan vervalt de garantie.
01/11
11
01/11
12
3
TECHNISCHE SPECIFICATIES
3.1
Algemeen
Omschrijving (symbool)
01/11
Eenheid
Type
: Master
Totale lengte (l)
: 0,65 m
Totale hoogte (h)
: 0,80 m
Totale breedte (b)
: 0,57 m
Massa (droog) (m)
: 42 kg
Veerlengtes (l)
: 5 m, 10 m, 15 m, 20 m en 25 m
Maximale veerlengte
: 60 m
Veerdiameter
: ∅ 20 mm
Veren geschikt voor buisdiameters van
: ∅ 75 tot ∅ 250
Plaats typeplaat
: Achter, op de beschermkap
Plaats chassisnummer
: Achter, links op dwarsbalk
Geluidsniveau
: zie hoofdstuk 9.4 Geluidsmeetrapport blz.: 33
Meetpositie
: zie hoofdstuk 9.4 Geluidsmeetrapport blz.: 33
In en uitvoersnelheid veer
: 0 - 6 m/min
Draairichting
: Links en rechtsom
Bouwjaar (maand/jaar)
: 01/11
13
3.2
Motor
Omschrijving (symbool)
01/11
Eenheid
Type
: AEG
Vermogen (P)
: 450 W
Netspanning
: 230 V, 50 Hz.
Toerental
: 1300 min-1
Draaistroom
: 3,7 A
Condensator
: 20μF / 400 V
Beveiliging
: Thermisch
Isolatieklasse
: IP 54
14
4
OPBOUW
De veermachine bestaat uit de volgende hoofdonderdelen: Afbeelding 4.1
A B C D E F G H I J K L M N O P Q
Elektrische motor Sterknoppen Drukstuk Startknop (Groen) Stopknop (Rood) Linksom draaien (Zwart) Veertransporteur Veergeleidebuis Geleide spiraal Toebehoren koffer Steunwiel Frame Wielen Draagbeugel Sterknop draagbeugel Noodstop Trommel
P
K
N
E
D
F
A
L
O
Q H
J
C G
M
I
B
Afbeelding 4.1 Veermachine Master
01/11
15
01/11
16
5
BEDIENING
Als u belast wordt met de bediening, het onderhoud of de inspectie, dient u over de vereiste kwalificaties voor deze werkzaamheden te beschikken. Indien bij u de noodzakelijke kennis niet aanwezig is, mag u de veermachine niet gebruiken. Verder dient u zich ervan te overtuigen dat de inhoud van de gebruikershandleiding volledig door u begrepen wordt.
5.1 Transport
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
Trek de stekker uit het stopcontact. Rol het snoer om de draagbeugel (Zie Afbeelding 4.1 N blz.: 15). Koppel de aangekoppelde veer los en berg deze op. Laat de vaste veer, die in de trommel vast zit, net uit de veertransporteur steken. Draai de sterknop van de draagbeugel los (Zie Afbeelding 4.1 O blz.: 15). Schuif de draagbeugel (Zie Afbeelding 4.1 N blz.: 15) uit het frame (Zie Afbeelding 4.1 L blz.: 15) totdat deze niet meer verder kan. Draai de sterknop weer vast. Kantel de veermachine m.b.v. de draagbeugel naar u toe. U kunt nu de veermachine verplaatsen.
Door het steunwiel te gebruiken kunt u de Master plat leggen en ergens onder rijden! 5.2 Bedieningsorganen
1. 2.
3. 4. 5.
6.
7.
01/11
Sterknop (Zie Afbeelding 4.1 B blz.: 15): Door het losdraaien van de twee sterknoppen kunt u de veertransporteur demonteren. Drukstuk (Zie Afbeelding 4.1 C blz.: 15): Door het verdraaien van het drukstuk kunt u het veertransport in werking stellen of buiten werking stellen. a Drukstuk rechtsom: Veertransporteur in werking. Veer roteert en wordt getransporteerd. b Drukstuk linksom: Veertransporteur buiten werking. Veer roteert, maar wordt niet getransporteerd. Drukknop “Groen” (Zie Afbeelding 4.1 D blz.: 15): Met deze drukknop zet u de veermachine in werking. De trommel begint te draaien. Drukknop “Rood” (Zie Afbeelding 4.1 E blz.: 15): Met deze drukknop zet u het draaien stil. Drukknop “Zwart” (Zie Afbeelding 4.1 F blz.: 15) (Alleen in combinatie met drukknop “Groen”): Deze drukknop kunt u alleen gebruiken in combinatie met de “Groene” drukknop. Door de “Zwarte” en de “Groene” gelijktijdig in te drukken gaat de trommel de andere kant op draaien. Noodstop (Zie Afbeelding 4.1 P blz.: 15) (“Rode” knop met geel achtervlak): Uw machine is voorzien van een noodstop. Door middel van het bedienen van deze drukknop valt de machine direct stil. Gebruik de noodstop niet om de machine onder normale gebruiksomstandigheden te stoppen. Alleen gebruiken bij (dreigend) gevaarlijke situaties. Na gebruik, gevaar wegnemen en de noodstop ontgrendelen (Uittrekken) teneinde opnieuw te kunnen werken. Zorg dat de noodstop altijd goed bereikbaar is. Veertransporteurhandel (Zie Afbeelding 4.1 G blz.: 15): Door het bedienen van deze handel wordt het veertransport geregeld (Groene knop alleen). a Hefboom maximaal omhoog: Veer op maximale snelheid in. b Hefboom maximaal omlaag: Veer op maximale snelheid uit. 17
c
5.3 Voor het ontstoppen
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15.
5.4 Ontstoppen
1.
Hefboom horizontaal: Geen veertransport.
Koppel een veer met een diameter van 16 mm aan de vaste veer. Draai het drukstuk (Zie Afbeelding 4.1 C blz.: 15) los. Druk op de groene startknop. Houdt de veertransporteurhandel naar boven. Draai voorzichtig het drukstuk aan. De veer wordt in de veertrommel gevoerd. Druk op de rode stopknop als het begin van de veer bij de veertransporteur is gekomen. Laat de veertransporteurhandel los. De veer zit nu opgerold in de veertrommel. Koppel de veergeleidespiraal aan de veertransporteur. Druk op de groene startknop. Houdt de veertransporteurhandel naar beneden. Draai voorzichtig het drukstuk aan. De veer wordt uit de veertrommel gevoerd. Druk op de rode stopknop als het begin van de veer uit de geleidespiraal is gekomen. Laat de veertransporteurhandel los. Draai het drukstuk los. Koppel de gewenste reinigingskop (zie hoofdstuk 7.2 Hulpstukken die aangekoppeld kunnen worden: blz.: 24) aan de veerkoppeling.
Zet de veermachine zo dicht mogelijk bij de invoeropening.
Gebruik de ontstoppingsveer nooit zonder geleidespiraal ( Afbeelding 5.4.1). Wanneer de geleidespiraal niet toereikend is gebruikt men een telescoopinvoerbuis of een andere geleidebuis ( Afbeelding 5.4.3). Laat de machine nooit zonder toezicht draaien!
Afbeelding 5.4.1 Foutieve manier van werken: Veer geleiden zonder geleidespiraal.
01/11
18
Afbeelding 5.4.2 Juiste manier van werken: Hand aan transporthandel en geleidespiraal.
2. 3. 4. 5. 6.
Voer de veer in de leiding die gereinigd moet worden ( Afbeelding 5.4.2). Controleer of het drukstuk los is. Druk op de groene start knop (Zie Afbeelding 4.1 D blz.: 15). Druk de veertransporteurhandel omlaag. Draai het drukstuk aan. De veer wordt nu ingevoerd. Afhankelijk van de stand van de veertransporteurhandel beweegt de veer zich sneller of langzamer in en uit de veertrommel.
Draai het drukstuk verder aan wanneer er slip optreedt tijdens het veertransport. Bij teveel slip keert u de draairichting om!
Bij blijvende slip stopt u meteen de machine!
De veer zit vast in de leiding en moet handmatig uit de leiding getrokken worden. Ook kan het zijn dat de drukrollen versleten zijn en vervangen dienen te worden. 7.
01/11
Wanneer er weerstand van de veer in de leiding optreedt, wat merkbaar is door opdrukken van de veer in de geleidespiraal, direct de transportrichting omkeren. Dit doet u door de veertransporteurhandel in de stand “Veer in” (Omhoog) te plaatsen. Daarna de verstopping doorboren met langzaam heen en weer gaande beweging van de veer.
19
8.
Bij terughalen van de veer in de trommel de transporthandel omhoog plaatsen om de veer met maximale snelheid terug te voeren. Hierbij de machine ongeveer 0,5 meter van de invoeropening terug plaatsen zodat men kan zien wanneer de reinigingskop uit de invoeropening komt.
9.
Houd de transporthandel in z’n neutrale stand, als de veer geheel uit de opening is, zodat de veer op zijn plaats blijft draaien. Draai het drukstuk los. Stop het draaien door de rode stopknop (Zie Afbeelding 4.1 E blz.: 15) in te drukken.
Afbeelding 5.4.3 Veer m.b.v. een telescoopinvoerbuis geleiden.
10. 11.
Maak na enige ontstoppingen de drukrollen schoon en gebruik een anti roest spray voor het beschermen tegen roest. Deze spray is ook ideaal voor het voorkomen van roest op de veren.
01/11
20
6
ONDERHOUD
Let op! Stop steeds eerst de motor en haal de stekker uit het stopcontact voordat u met onderhouds- of reparatiewerkzaamheden begint.
6.1 Algemeen
Uitgezonderd het veertransporteurhuis is de machine onderhoudsvrij. Gebruik alleen originele reserveonderdelen ter reparatie (zie hoofdstuk 8 EXPLODED VIEWS blz.: 27). Maak regelmatig het veertransporteurhuis schoon. Controleer regelmatig de lagers in de drukrollen. Houdt voor eenlangdurige werking de machine schoon.
6.2 Schoonmaken veertransporteur
De veertransporteur voor de aandrijving van de veer zit buiten de machine. Door middel van de twee sterknoppen los te draaien kan de veertransporteur eenvoudig verwijderd en schoon gemaakt worden. Zie voor de nummers tussen haakjes de exploded view (zie hoofdstuk 8 EXPLODED VIEWS blz.: 27). 1. 2. 3.
4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14.
15. 16.
Verwijder drukstuk (25) van de veertransporteur. Draai de twee sterknoppen (59) los. Til de veertransporteur (5) uit de twee borggaten op het frame (91). Houdt hierbij de geleidebuis (94) stevig vast anders deze tegen de veertrommel (36) aanschiet! De geleidebuis komt los van de trommel. Trek de veertansporteur van de geleidebuis. Haal met behulp van een seegerringtang de seegerring (8) van de veertransporteur. Verwijder de kantelschijf (9). Draai de onderste kantelschijf-bout (12) los. Haal met behulp van een seegerringtang de seegerring (13) uit de veertransporteur. Verwijder de CTP platen (14) met de Axiale Naald Lager (15) uit de veertransporteur. Handeling 1 t/m 9 geldt ook voor het andere drukstuk. Draai de bovenste kantelschijf-bout (12) los. Verwijder het bovenste drukstuk (21). Maak alles grondig schoon. Controleer of de drukrollagers (18) vervangen moeten worden. Vervangen drukrollagers: a Tik de as (17) uit het drukstuk. b Verwijder de shimmen (71) en het druklager (18). c Plaats de nieuwe schimmen en nieuwe druklagers in het drukstuk. d Tik m.b.v. een rubbere hamer de as (17) terug in het drukstuk. Voorzie de drukrollen van nieuw vet. Monteer alles weer in omgekeerde volgorde.
6.3 Groot periodiek Laat uw veermachine van tijd tot tijd inspecteren en onderhouden door de technische dienst van Rioned. Op deze wijze bent u verzekerd van een constante kwaliteit en een lange levensduur. onderhoud
01/11
21
6.4 Onderhoudschema
01/11
Standtijden Veertransporteur schoonmaken
: Iedere keer voor ingebruikneming en bij sterke vervuilingen
Drukrollen controleren
: Eenmaal per maand. Vervangen bij slijtage.
Carrosserie reinigen
: Wekelijks of bij sterke vervuilingen
Smering bewegende onderdelen
: Elke 50 bedrijfsuren of minimaal 1x per 6 maanden.
22
7.1 Accessoires
01/11
7
TOEBEHOREN
1.
Invoergeleide buis: Voor het geleiden van de veer op moeilijke plaatsen.
2.
Metalen toebehoren koffer.
3.
Veertrommel leeg.
4.
Reparatie en snelkoppelingen: Voor het aan elkaar koppelen van veren of het repareren van gebroken veren.
5.
Anti-roest-spray.
6.
Montagegereedschap: Voor het monteren en demonteren van de koppelingen en hulpstukken. 23
7.2 Hulpstukken die aangekoppeld kunnen worden:
01/11
1.
Terughaalkop: Voor het verwijderen van obstakels uit leidingen bijvoorbeeld textiel, doeken etc.
2.
Vierbladboor en zesbladboor: Voor het uitfrezen van ver dichtgegroeide leidingen kan de vierbladboor of zesbladboor onschatbare diensten bewijzen.
3.
Snijmes: Voor het uitfrezen van grotere leidingen, waarbij de mesdiameter gekozen kan worden die passend is voor de te reinigen leiding.
4.
Ketting(slag)kop: Voor het brandschoon maken van stalen en gietijzeren leidingen.
5.
Nokkenkettingslagkop: Voor het schoon maken van sterk vervuilde leidingen.
24
01/11
6.
Boorkop: Voor lichte ontstoppingen in bochtige leidingen.
7.
Zaagbladboor: Te gebruiken voor boomwortels.
8.
Trechterboor: Voor lange bochtige leidingen.
9.
Spitskop: Voor leidingen aangeslagen met kalk, of urinesteen.
25
01/11
26
8
01/11
EXPLODED VIEWS
27
8.1 Exploded view Master.
01/11
28
8.2 Stuklijst Master
Pos. 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 22A 23 24 25 25A 26 27 28 29 30 32 33 34 36 37 38 39 40 42 43 45 46 47 48 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 69 70 71 72 81 84 89 91 92 93 94 95
Artikelnummer 31-035-214-025 31-025-500-145 36-050-640-200 13-350-001-005 30-101-050-010 13-350-001-007 31-025-500-060 13-350-001-009 30-012-000-010 32-205-008-055 13-350-001-012 31-025-500-148 45-003-003-047 45-002-003-047 13-350-001-016 13-350-001-017 45-004-000-202 32-214-006-010 13-350-001-020 13-350-001-021 45-002-001-226 45-003-001-226 13-350-001-023 13-350-001-024 13-350-001-031 13-350-001-025 73-045-008-020 13-350-001-027 30-100-032-008 13-350-001-029 13-350-001-030 13-350-001-032 13-350-001-033 30-040-000-004 13-350-001-036 73-045-008-020 45-001-002-512 32-201-006-016 31-035-500-006 32-211-006-008 34-366-114-034 34-364-201-400 79-115-001-015 31-029-000-014 13-350-001-048 32-206-000-008 13-350-001-055 32-201-008-075 13-350-001-057 13-350-001-058 30-102-048-010 32-206-000-006 32-201-006-025 13-350-001-062 13-350-001-064 45-001-001-512 32-215-002-008 64-072-180-006 31-037-152-235 12-300-019-310 85-050-505-204 12-300-020-100 13-350-003-085 85-050-500-375 13-350-003-076 13-350-003-094 13-350-003-095
Omschrijving Artikelnummer Datum
01/11
Nummer 4 2 2 1 2 1 1 1 1 1 3 2 4 2 2 3 3 3 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 4 4 4 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 2 2 1 1 2 1 1 2 2 6 1 1 1 1 1 1 2 1 1
Omschrijving SLUITRING 21 X 40 X 2,5 SEEGERRING J 45 DIN 472 WIEL + BAND MASSIEF 200 X 50 X 20 VEERTRANSPORTEUR KPL MASTER STERKNOP M 10 X 50 DIN 6335 GELEIDEVEER MASTER 20 MM 89/90 SEEGERRING A 60 DIN 471 KANTELSCHIJF VT HANDGREEP M 10 X 65 TBV VT MASTER + KING TAPEIND M 8 X 55 DIN 939 KANTELSCHIJF - BOUT M 8 X 55 DIN 939 SEEGERRING J 48 DIN 472 CTP AS 3047 30 X 47 X 0,8 ANL AXK 3047 30X47X5 DRUKSTUK ONDER KPL MASTER LOOPROL-AS MASTER LR 202 NPP 15 X 40 X 11 BOLVORMIGE SCHROEF M 6 X 10 DIN 964 SLUIT/BEVESTIGINGSMOER DRUKSTUK BOVEN KPL MASTER 89/9 ANL AXK 1226 13X26X2,8 CTP AS 1226 13 X 25 X 0,8 DRUKVEER - VEERTRANSPORTEUR DRUKSTUK - VEERTRANSPORTEUR EXCENTRIEKHOUDER MASTER + KING EXENTRIEKVORK SPANSTIFT 8 X 20 DIN 1481 EXENTRIEKHANDEL VEERTR/DRUKREG KOGELKNOP M 8X32-DIN 319 VEERTRANSPORTEURHUIS LEEG MAS LAGERBUS MASTER VEERGELEIDEBUISJE MASTER VASTE VEER 20 MM KPL MET RND KOPP 12MM MNL BORGCLIP 4MM VEERTROMMEL MASTER ALUMINIUM LEEG SPANSTIFT 8 X 20 DIN 1481 RNL HK 2512 25 X 32 X 12 TAPBOUT M 6 X 16 DIN 933 SLUITRING M6 DIN 125A IMBUS STELSCHROEF M 6 X 8 DIN 916 V-SNAARSCHIJF 43 SPA 1 V-SNAAR A 55 1400 SMEERBOUT M 14 X 25 VEERRING M 14 TROMMELAS MASTER-25,0MM MOER M 8 DIN 934 BOKWIEL P 100 TAPBOUT M 8 X 75 DIN 933 AFSTANDSBUS BOKWIEL MASTER 89 VERLENGSTUK STERKNOP DIN 6336 M 10 BIN ROND 48 MOER M 6 DIN 934 TAPBOUT M 6 X 25 DIN 933 HAAK VASTE VEER DRUKSTUK ONDER MASTER AFSTANDSBUS MASTER HK 1512 15 X 21 X 12 PLAATSCHROEF 3/8 X 8 DIN 7971 SMEERNIPPEL 180 GR M 6 OPVULRING MESSING VERBINDINGSNIPPEL 19 MM MNL X M 10 UW WAAIER VOOR AEG MOTOR AMEB X DRUKSTUK LEEG BOVEN SNELKOPP 20 MM MNL L SP5,75 FRAME MASTER 1990 KPL MET WIELEN BESCHERMKAP ETC ELECTROMOTOR AEG 220V 0,45 KW TBV MASTER WIELAS T B V ALLROUND '90+MASTER '90 INVOERGELEIDEBUIS NIEUW KPL TBV MASTER DRAAGBEUGEL TBV MASTER 90 MASTER 10-350-010-000 21-10-2005
29
01/11
30
9
BIJLAGE(N)
9.1 EG-verklaring RIOR B.V. / RIONED van overeenstem- Centaurusweg 45, Tilburg, Nederland ming verklaart dat:
Veerontstoppingsmachine RIONED Master,
•
in overeenstemming is met de Machinerichtlijn 2006/42/EG en 2006/95/EG
•
voldoet aan de bepalingen van de volgende andere EG-richtlijnen: 2004/108/EG
•
voldoet aan de geharmoniseerde Europese Normen: NEN-EN-ISO 12100-1, NEN-EN-ISO 12100-2, NEN-EN-ISO 13850, NEN-EN-ISO 13857, NEN-EN-349 en EN 60204-1, EN61029-1
Gedaan te Tilburg, Nederland, Maandag, 18 januari 2010
J.Pieters Managing Directeur
01/11
31
9.2 Vertegenwoordigers ZUID NEDERLAND
Godfried Boerenkamp Vertegenwoordiger Mobiel 06-46062830 WEST NEDERLAND M.R. Groenewege Vertegenwoordiger Mobiel 06-51.145.821 MIDDEN/NOORD/OOST/NEDERLAND C. Mulderij Vertegenwoordiger Mobiel 06-53.960.852 Adviseur België / Conseiller Belgique R.Kiek Tel.: +32 (0)478-280933 / +32 (0)3-3851176
9.3 Service
01/11
Rioned Centaurusweg 45 5015 TC Tilburg Tel.: 013-547 91 00 Fax: 013-547 91 04
32
9.4 Geluidsmeetrapport
01/11
33
9.5 Elektrisch schema
01/11
34
9.6 Veiligheidsadvi ezen
ATTENTIE: Bij het gebruik van elektrische gereedschappen moeten tegen schok, verwondingen en brandgevaar, in principe steeds de volgende veiligheidsmaatregelen in acht worden genomen. Lees en let goed op deze adviezen voor u een machine gebruikt. 1. 2.
3.
4.
5.
6. 7.
8.
9. 10.
11. 12.
13.
14.
15.
16.
17.
01/11
Houd het werkgebied op orde. Een wanordelijke werkomgeving leidt tot ongelukken. Houd rekening met omgevingsinvloeden. Laat elektrische gereedschappen niet in de regen liggen. Gebruik elektrische gereedschappen niet in een vochtige of natte omgeving. Zorg voor een goede verlichting. Gebruik elektrische gereedschappen niet in de buurt van brandbare vloeistoffen of gassen. Voorkom een elektrische schok. Vermijd lichaamscontact met geaarde objecten, zoals metalen buizen, radiatoren, C. V: kachels, koelkasten enz. Houd kinderen uit de buurt. Laat andere personen niet aan het gereedschap of snoer komen, houd ze weg van het werkgebied. Berg het gereedschap veilig op. Niet in gebruik zijnde elektrische gereedschappen moeten in droge, afgesloten ruimten, buiten het bereik van kinderen bewaard worden. Overbelast het gereedschap niet. Men werkt beter en veiliger binnen het aangegeven vermogensbereik. Gebruik het juiste gereedschap. Gebruik geen machines met een te laag vermogen of voorzetapparatuur voor een te zware belasting. Gebruik de machines voor een doel of karwei, waarvoor zij bestemd zijn. Draag geschikte werkkleding. Draag geen slobberende kleding of sieraden. Deze kunnen door de bewegende delen gegrepen worden. Bij het werken in de open lucht zijn rubber- werkhandschoenen en schoenen met profielzolen aan te bevelen. Draag bij lang haar een haarnet. Gebruik een veiligheidsbril. Gebruik ook een stofmasker bij stof verwekkende werkzaamheden. Gebruik het snoer niet verkeerd. Draag de machine niet aan het snoer en gebruik het snoer niet om de stekker uit het stopcontact te trekken. Bescherm het snoer tegen hitte, olie en scherpe kanten. Zorg voor een veilige houding. Vermijd een abnormale lichaamshouding en zorg voor een stabiel evenwicht. Onderhoud het gereedschap zorgvuldig. Houd het gereedschap scherp en schoon om beter en veiliger te kunnen werken. Volg de onderhoudsvoorschriften en de adviezen omtrent het verwisselen van gereedschappen op. Controleer regelmatig het snoer en laat dit bij beschadiging door een erkende vakman vernieuwen. Houd de handgrepen droog en vrij van olie en vet. Trek de stekker uit het stopcontact. Als het apparaat niet in gebruik is, tijdens het onderhoud en het verwisselen van gereedschappen. Voorkom het per ongeluk inschakelen. Draag geen aangesloten machines met de vinger aan de schakelaar. Controleer of de schakelaar bij aansluiting aan het lichtnet, uitgeschakeld staat. Verlengsnoer bij het gebruik buiten. Gebruik buiten, alleen voor dit doel goedgekeurde en overeenkomstig gekenmerkte verlengsnoeren. Wees steeds opmerkzaam. Let steeds op tijdens het werk, ga met verstand te werk, gebruik de machine niet als men niet geconcentreerd is. Controleer het elektrisch gereedschap op beschadigingen. Voor het verdere gebruik van de machine moeten veiligheidsinrichtingen of beschadigde delen, zorgvuldig op een uitstekende en doelgerichte functie, worden beproefd. Controleer of de functie van de bewegende delen in orde is; of deze niet klemmen, of er geen delen gebroken zijn, of alle andere delen perfect en juist zijn gemonteerd en of alle andere voorwaarden, die het functioneren van het apparaat zouden kunnen beïnvloeden, juist 35
18.
19.
01/11
zijn. Indien in de gebruiksaanwijzing niets anders heeft aangegeven, moeten beschadigde veiligheidsinrichtingen en machinedelen, door een servicewerkplaats vakkundig worden gerepareerd of worden verwisseld. Beschadigde schakelaars moeten door een service werkplaats worden vervangen. Gebruik geen apparatuur, waarvan de schakelaar niet aanen uitgeschakeld kan worden. Attentie. Gebruik in het belang van persoonlijke veiligheid, alleen toebehoren en hulpapparaten, die in de gebruiksaanwijzing of in de catalogus worden aanbevolen. Het gebruik van andere dan de vermelde toebehoren of hulpgereedschappen, kan verwondinggevaar opleveren. Reparatie uitsluitend door een elektrotechnicus. Elektrische handgereedschappen moeten aan de desbetreffende veiligheidsbepalingen voldoen. Reparaties mogen derhalve uitsluitend worden verricht door elektrotechnische vakmensen, anders kan gevaar voor de gebruiker ontstaan.
36
10
INDEX
A
H handschoenen .....................9 hefboom ............................17 hoofdas ...............................7 hoofdonderdelen ...............15
aansprakelijkheid ............. 10 algemeen .......................... 21
K
B
ketting(slag)kop ................24 kleding ................................9 kwaliteit ............................21
bedieningsorganen ........... 17 beschermkappen ................. 9 boorkop ............................ 25
D drukknop “groen” ............. 17 drukknop “rood” .............. 17 drukknop “zwart” ............. 17 drukrollen ......................... 21 drukstuk ............................ 17 drukstuk ............................ 19
lagers ................................21 let op .................................21 levensduur ........................21 leverancier ........................10 leveringsvoorschriften ........7
fabrikant ........................... 10
G garantie ..............................7, .......11 geautoriseerd personeel ...... 7 geel achtervla ................... 17 gekwalificeerd personeel .. 10 geleidebuis ....................... 18 geleidespiraal ..................18, .......19 geleideveer ......................... 9 gevaarsymbolen ................. 9
01/11
schade .............................. 10 scholing ............................ 10 slip ................................... 19 snijmes ............................. 24 spitskop ............................ 25 standtijden ........................ 22 stekker .............................. 17 sterknop ........................... 17 stopcontact ....................... 17
T technische dienst .............. 21 telefoonnummer ............... 11 telescoopinvoerbuis ......... 18 toezicht ............................. 10 trechterboor ...................... 25
M
E
F
S
L
milieu ................................10 montagegereedschap ........23
eg-verklaring van overeenstemming 31
reserveonderdelen ............ 21 rioned ............................... 21
N nokkenkettingslagkop .......24 noodstop ...........................17 noodstop ...........................17
O onderhoudsvoorschriften ....7 onderhoudsvrij ..................21 ondeskundig .......................7 opleiding ...........................10 originelen onderdelen .......10
V veermachine ..................... 15 veertransporteur ................ 7, ....... 10 veertransporteurhandel .... 17 veertransporteurhandel .... 19 veertrommel ....................... 7 veiligheidsbril .................... 9 veiligheidsinstructies ......... 9 veiligheidsteken ................. 9 veiligheidsvoorschriften .. 10 verantwoordelijkheid ........ 9, ....... 10 vierbladboor ..................... 24
W weerstand ......................... 19 werking .............................. 7
R
Z
recht op schade vergoeding 10 reinigingskop .................. 18, ...... 20
zaagbladboor .................... 25 zesbladboor ...................... 24
37
01/11
38