juli 2013
BESCHRIJVING VAN DE OPLEIDING VOOR DE OFFICIELE PROGRAMMABOEKEN
Master in de huisartsgeneeskunde Master in family medicine (master-na-master van 120 studiepunten)
Algemene informatie: De Master in de huisartsgeneeskunde wordt interuniversitair georganiseerd (KU Leuven, Universiteit Gent, Universiteit Antwerpen, Vrije Universiteit Brussel). -
-
-
-
het opleidingsprogramma van de master huisartsgeneeskunde is opgesteld conform de vereisten bepaald in de Europese Richtlijnen 1986/457/EEG, 1993/16/EG, 2001/19/EEG en 2005/36/EC. De huisartsopleiding is een driejarige opleiding die op dit moment bestaat uit de vierde master geneeskunde afstudeerrichting huisartsgeneeskunde (cfr. artikel 3 van het Vlaams Decreet dd. 23/03/1995), plus het eerste en tweede jaar van de master na master huisartsgeneeskunde. Voor de studenten die starten met de master geneeskunde vanaf academiejaar 2012-2013 zal de master na master opleiding huisartsgeneeskunde vanaf academiejaar 2018-2019 bestaan uit drie jaar i.p.v. twee jaar (cfr. Vlaams Decreet XXII dd. 21/12/2012). De opleiding is meer praktisch dan theoretisch van aard. De praktische opleiding wordt enerzijds gedurende ten minste zes maanden gegeven in een erkend ziekenhuis dat over de nodige uitrusting en diensten beschikt (meestal tijdens de vierde master geneeskunde), en anderzijds gedurende ten minste zes maanden in een erkende huisartsenpraktijk of een erkend centrum waar artsen eerstelijnszorg verstrekken. In praktijk lopen de meeste huisartsen-in-opleiding 24 maanden stage bij een huisarts-praktijkopleider. de vijf onderdelen van het opleidingsprogramma zijn analoog voor het eerste en tweede jaar van de master huisartsgeneeskunde. De opleidingsonderdelen van jaar 2 vormen een verdieping en bouwen verder op de onderdelen van jaar 1. Nederlandstalig onderwijs modeltraject: de master huisartsgeneeskunde is in principe een voltijdse opleiding. De opleiding kan ook geheel of ten dele gevolgd worden via een halftijds programma waarbij de duur van de opleiding dan verdubbeld wordt gedurende de halftijdse opleidingsperiode. Voor een volledig halftijds opleidingstraject: de student spreidt dan de activiteiten van een academiejaar over twee academiejaren. De studiepunten voor elk studiejaar worden dan gehalveerd naar 30 (=50%): o 12 maanden praktijkstage half-tijds gedurende 4 jaar o minimum 20 u participatie aan de intervisiesessies “begeleide praktijkreflectie” (seminaries) gedurende 4 jaar o masterproef: spreiden over 4 jaar deeltijds i.p.v. 2 jaar voltijds. voor elk onderdeel van het programma is enkel een diplomacontract mogelijk. De opleiding kan NIET gevolgd worden met een examencontract of creditcontract.
-
overzicht van de onderdelen van het opleidingsprogramma: Studiepun Studiepun Studie-ten jaar 1 -ten jaar 2 uren Praktijkstages 33 33 990
Evaluatievorm jaar 1 beoordeling stage door coördinator en praktijkopleider, beoordeling portfolio door stagecoördinator
Evaluatievorm jaar 2 beoordeling stage door coördinator en praktijkopleider, beoordeling portfolio door stagecoördinator 1
Begeleide praktijkreflectie Verdieping van kennis en inzicht in de huisartsgeneeskunde
6 3
6 3
180 90
Consultatie-, communicatie- en managementsvaardigheden Masterproef
6
6
180
12
12
360
en praktijkopleider casussen beoordeling reflectieverslag op afgelegde kennistoets (multiple choice) stationsproef (OSCE)
en praktijkopleider mondeling examen kennistoets (multiple choice)
procesbeoordeling door de promotor n.a.v. het indienen van het protocol (projectplan) bij het Ethisch Comité
beoordeling scriptie, beoordeling mondelinge presentatie en verdediging
beoordeling videoconsultaties
Algemene visie van waaruit de opleiding vertrekt: De Master in de huisartsgeneeskunde heeft als doel om een kwalitatief hoogstaande specialisatieopleiding tot huisarts aan te bieden waarbij de huisarts-in-opleiding op een wetenschappelijk onderbouwde interactieve manier de kennis, vaardigheden en attitudes van het vakgebied verwerft. De basisopties voor de opleiding sluiten perfect aan bij het concept van begeleide zelfstudie ("selfdirected learning"): - de reflectieve praktijkvoering staat centraal: leren en praktijk zijn voortdurend met elkaar vervlochten bij elk onderdeel van de opleiding - zelfverantwoordelijkheid en zelfsturing (als voorbereiding op levenslang leren) - een sociaal constructivistisch onderwijskundig model: de opleiding is erg interactief, studenten en opleiders zijn in al hun leerwerkzaamheden samen en al doende aan het leren. Leren gebeurt via een echte netwerkorganisatie waarbij de opleiders zelf blijven leren met analoge instrumenten als de studenten zelf. - de praktijkgerichte opleiding is wetenschappelijk onderbouwd (“evidence based medicine”) - een sterke aansluiting op het beroepsveld - vanuit een toekomstgericht model van huisartsgeneeskunde en eerstelijnsgezondheidszorg wordt een opleiding aangeboden met een sterke aandacht voor maatschappelijke relevantie.
Eindtermen: Een student(e) die slaagt in het eindexamen moet in staat zijn om adequaat te functioneren als huisarts in de Vlaamse en Europese samenleving, om zich permanent bij te scholen en om nieuwe situaties kritisch en wetenschappelijk te benaderen. De eindtermen zijn beschreven in de brochure “Eindtermen van de opleiding huisartsgeneeskunde” die gebaseerd zijn op de “educational agenda” van EURACT (European Academy of Teachers in General Practice) (zie http://www.icho.be > brochures). Er is ook een lijst voorzien van toetselementen (volgens de rollen van de CAN MED’s (http://rcpsc.medical.org/canmeds/index.php)) waarmee studenten en opleiders een overzicht krijgen van de verschillende competenties. De normen voor een master na master zijn vastgelegd in de “descriptors” op de bijeenkomst in 1 Dublin : een goede huisarts is per definitie een “problem-solver” die elke patiënt benadert als een unieke en individuele nieuwe casus. Hij/zij wordt bij uitstek opgeleid om zelfstandig, wetenschappelijk onderbouwd en origineel na te denken. 1
“Shared Dublin Descriptors for the Bachelor’s, Master’s and Doctoral awards”, Report from a Joint Quality Initiative meeting in Dublin on 23/03/2004. 2
Studenten die slagen in hun eindexamen voldoen dan ook aan de volgende norm-omschrijvingen: - het accent ligt op uitdieping (eerder dan op een algemeen vormende opleiding) waarbij de masterproef een essentiëel onderdeel is van de opleiding; - kennis, begrip en probleemoplossende vaardigheden kunnen toepassen in een nieuwe en ongewone omgeving in een bredere (of mulidisciplinaire) context. Kennis kunnen integreren, kunnen omgaan met complexiteit en een beoordeling kunnen maken met onvolledige of beperkte informatie door o.a. te reflecteren over sociale en ethische verantwoordelijkheden; - een kans tot originaliteit in het ontwikkelen en toepassen van ideeën (vaak binnen een onderzoekscontext). Inzicht hebben in de wetenschappelijk-disciplinaire kennis eigen aan het vakdomein, een eigen bijdrage kunnen leveren tot het vakgebied via vaardigheden als ontwerpen, onderzoeken, analyseren en diagnosticeren (op het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar); - bevindingen kunnen meedelen, kennis en wetenschappelijke onderbouw kunnen duidelijk maken aan een gespecialiseerd en niet-gespecialeerd publiek; - leermogelijkheden om levenslange bijscholing autonoom en zelfgestuurd te kunnen aanpakken. Alle studenten en alle opleiders beschikken online over verschillende hulpmiddelen: - de eindtermen van de opleiding huisartsgeneeskunde - aanbevelingen hoe de eindtermen te bereiken - een toetslijst - voor elke centraal georganiseerde opleidingsmodule worden doelstellingen en hun verband met de eindtermen geëxpliciteerd op de website (www.icho.be > mijn icho > mijn opleidingen). Het gebruik van de toetslijst wordt ook aanbevolen voor de opvolging van het leertraject van elke student bij: - het zelf opstellen en opvolgen van de eigen leeragenda, - de opvolgingsgesprekken door de praktijkopleider, - de opvolgingsgesprekken door de stagemeester-coördinator.
Onderwijsvisie: Bij elk opleidingsonderdeel wordt “leren” en “praktijk” bewust vervlochten, is er begeleide zelfstudie en wordt er in interactie met anderen aan de eigen ontwikkeling gewerkt. -
-
-
zelfsturing wordt gestimuleerd op diverse vlakken: de keuze van een praktijkopleider, het opstellen van de eigen leeragenda, het zelf bijhouden van een portfolio, zich inschrijven voor de centraal georganiseerde opleidingsmodules, het gebruik van zelfevaluatie-instrumenten, het zelf kiezen en uitwerken van een project/masterproef, het zich eigen maken van een attitude van kritisch omgaan met medische literatuur en levenslang leren, het leren interdisciplinair samenwerken, enz.... het ISHO-netwerk wil een krachtige en stimulerende leeromgeving zijn waarbij studenten en opleiders de kans krijgen om maximaal te leren via het reële praktijkveld. Ze leren samen, interactief en via dezelfde leermiddelen. het groot aandeel praktijkstages geeft een belangrijke rol aan impliciet leren, sociaal leren en leren in context.
Voorwaarden om het 1ste jaar van de master Huisartsgeneeskunde te mogen starten: 1. geslaagd zijn in de opleiding arts of master in de geneeskunde (zoals ook bepaald in artikel 28 van de Europese Richtlijn 2005/35/EG) met de afstudeerrichting huisartsgeneeskunde 2. beschikken over een recent geschiktheidsattest (dat uitgereikt wordt na het slagen in de geschiktheidstoets op het einde van de opleiding arts of master in de geneeskunde, afstudeerrichting huisartsgeneeskunde), conform bepaling MB 01.03.10.. 3. beschikken over een “opleidingsplaats” in het kader van de wettelijke contingentering
3
4. uiterlijk binnen de drie maanden na de start van hun praktijkstage beschikken over een stageplan dat werd goedgekeurd door de Nederlandstalige Kamer van de Erkenningscommissie van de Hoge Raad voor Geneesheer-Specialisten en Huisartsen (FOD Volksgezondheid). 5. de Nederlandse taal voldoende machtig zijn om de taken van een huisarts adequaat te kunnen uitvoeren (cfr. ook artikel 53 van de Europese Richtlijn 2005/35/EG).
Voorwaarden om het 2de jaar van de master huisartsgeneeskunde te mogen starten: ste
1. minimaal geslaagd zijn voor het opleidingsonderdeel “praktijkstage” van het 1 jaar master in de huisartsgeneeskunde (strenge volgtijdelijkheid) 2. geïndividualiseerd traject (GIT) of Individueel studieprogramma (ISP): overdracht niet-behaalde credits toegestaan met een maximum van 15 punten met betrekking tot volgende opleidingsonderdelen: - Begeleide praktijkreflectie I - Verdieping van kennis en inzicht in de huisartsgeneeskunde I - Consultatie-, communicatie- en managementvaardigheden I - Masterproef I 3. Een student kan slechts vrijstelling krijgen van de seminaries (Begeleide praktijkreflectie I) indien hij/zij ook effectief geslaagd was voor het vak praktijkstage. 4. Op het einde van de opleiding moet de student evenwel geslaagd zijn voor alle ste de opleidingsonderdelen van zowel het 1 als het 2 jaar van de master huisartsgeneeskunde (full credit systeem).
Modeltraject: Voltijds. Er is momenteel slechts één afstudeerrichting mogelijk waarbij alle onderdelen van het opleidingsprogramma dienen gevolgd te worden.
Vrijstellingen: 1) voor studenten die in de opleiding arts of master in de geneeskunde de afstudeerrichting prespecialisatie (ziekenhuisarts) volgden en die het semester i.v.m. de specifieke afstudeerrichting huisartsgeneeskunde nog dienen te volgen: - worden vrijgesteld van het semester ziekenhuisstage in het vierde jaar van de opleiding arts of master in de geneeskunde voor zover de stage gelopen werd in ziekenhuisdiensten die door de bevoegde opleidingsverantwoordelijken voor de afstudeerrichting huisartsgeneeskunde erkend zijn als stageplaatsen voor de huisartsenopleiding, - kunnen het vierde jaar van de opleiding arts of master in de geneeskunde, deeltijds programma, afstudeerrichting huisartsgeneeskunde volgen (met verminderd inschrijvingsgeld). 2) studenten die een (gedeelte van een) aso-opleiding gevolgd hebben (van master-namasteropleiding specialistische geneeskunde), kunnen een vrijstelling aanvragen voor een gedeelte van de praktijkstage en deelname aan intervisiesessies “begeleide praktijkreflectie” op voorwaarde dat hun stage als aso plaatsvond in een ziekenhuisdienst die relevant is voor de huisartsgeneeskunde én op voorwaarde dat de Nederlandstalige Kamer van de Erkenningscommissie Huisartsgeneeskunde van de Hoge Raad voor Geneesheer-Specialisten en Huisartsen (FOD Volksgezondheid) akkoord gaat met deze verkorting van de stageduur. De maximale verkortingsduur bedraagt in elk geval 6 maanden. 3) studenten die op het einde van het eerste jaar van de Master in de huisartsgeneeskunde slagen voor de kennistoets (opleidingsonderdeel “Verdieping van kennis en inzicht in de huisartsgeneeskunde”), krijgen hierdoor een vrijstelling voor dat opleidingsonderdeel voor het tweede jaar van de master in de huisartsgeneeskunde.
4
Geldigheidsduur: -
-
de geldigheid van het geschiktheidsattest bedraagt 5 jaar. Indien een student langer dan 1 jaar wacht om het eerste jaar van de master huisartsgeneeskunde aan te vatten, moet hij een geactualiseerd geschiktheidsattest aanvragen bij de vakgroep huisartsgeneeskunde van de universiteit waar hij is ingeschreven. Indien een student langer dan 5 jaar wacht om het eerste jaar van de master huisartsgeneeskunde aan te vatten dient hij/zij opnieuw de proeven voor de geschiktheidstoets af te leggen. De twee jaar van de master Huisartsgeneeskunde moeten in principe een aaneengesloten periode vormen. Onderbrekingen moeten ernstig gemotiveerd zijn en dienen toegestaan te worden door de Nederlandstalige kamer van de Erkenningscommissie van de FOD Volksgezondheid die hiervoor bevoegd is. Een onderbreking mag de totale duur van de opleiding niet verkorten tenzij de Erkenningscommissie dit uitdrukkelijk heeft toegestaan. Een wettelijk voorziene vakantieperiode of beperkte ziekteperiode wordt niet als onderbreking beschouwd. Gegronde onderbrekingen worden toegestaan voor 1 jaar (en in elk geval nooit langer dan 2 jaar). Een onderbreking in het kader van onderzoeksactiviteiten wordt toegestaan voor een periode van maximum 4 jaar. Een onderbreking wegens activiteiten in het kader van ontwikkelingssamenwerking wordt toegestaan voor een periode van maximum 6 jaar (cfr. federale regelgeving via de relevante richtlijnen/ministeriële besluiten).
Voorwaarden om te mogen deelnemen aan het examen van het 1ste jaar van de masteropleiding huisartsgeneeskunde: -
min. 40 uren participatie het voorbije jaar aan de begeleide praktijkreflectie het is wenselijk dat het verzoek aan het Ethisch Comité aangaande de masterproef ingediend is beoordeling van de praktijkstage door de coördinator en praktijkopleider moet beschikbaar zijn.
Voorwaarden om te mogen deelnemen aan het examen van het 2de jaar van de masteropleiding huisartsgeneeskunde: -
min. 40 uren participatie het voorbije jaar voor de begeleide praktijkreflectie het is wenselijk dat de scriptie i.v.m. de masterproef ingediend is beoordeling van de praktijkstage door de coördinator en de praktijkopleider moet ingediend zijn.
Inschrijvingsgeld: Tarieven van het geldige academiejaar kunnen teruggevonden worden op http://www.vub.ac.be/sites/vub/files/reglementen/studiegelden/samenvatting-studiegelden-20132014.pdf
Opbouw/structuur van de opleiding: De opleiding in het eerste en tweede jaar van de Master in de huisartsgeneeskunde is opgebouwd uit volgende onderdelen: 1) 24 maanden praktijkstage onder de begeleiding van een praktijkopleider die aangesteld is door de universiteiten (die in principe een Vlaamse huisarts-praktijkopleider is en die ook erkend is door de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu via het advies van de Hoge Raad van Geneesheer-Specialisten en Huisartsen): -
in elk geval minstens 6 maanden bij een aangestelde huisarts-praktijkopleider maximum 12 maanden in ziekenhuisdiensten maximum 12 maanden bij een huisarts-praktijkopleider in het buitenland die door ICHOvzw aanvaard wordt
5
Deze praktijkstage vormt de hoofdmoot van de opleiding en moet gezien worden als een geïntegreerde combinatie van "leren" en "werken". Het gedeelte "werken" is onderworpen aan een aantal voorwaarden: -
-
-
volgens een Richtlijn van de Erkenningscommissie van de FOD Volksgezondheid dient een haio minimum 38u en maximum 48u per week te werken (studie- en zelfstudieactiviteiten inclusief; wachten exclusief); medische nevenactiviteiten mogen enkel mits voorafgaandelijk akkoord van de praktijkopleider en de Erkenningscommissie (dus behorende tot het stageplan); betaalde medische nevenactiviteiten buiten het stageplan zijn niet toegestaan de bepalingen van het Koninklijk Besluit en de Ministeriële Besluiten i.v.m. het sui generis sociaal statuut van de huisartsen-in-opleiding, alsook de wet op de arbeidsduur van artsen en artsen-inopleiding van 12/12/2010, alsook de bepalingen van de standaard opleidingscontracten en het huishoudelijk reglement van SUivzw een haio doet gemiddeld 10 à 15 prestaties per dag waardoor hij nog heel wat ruimte heeft voor bespreking, opzoekingswerk, zelfstudie, enz. in de POC is overeengekomen dat elke haio dinsdagnamiddag en dinsdagavond plus nog een andere halve dag per week tijd beschikbaar heeft voor intervisiegroepen, thematische opleidingen, zelfstudie, enz.
Enkele elementen die systematisch zijn ingebouwd om het leerproces continu te faciliteren tijdens het werken gedurende de praktijkstage: - dagelijkse patiëntenrapportering - wekelijkse thematische uitdieping en uitgebreide casusbespreking - nadruk op evidence based medicine in de totale stagebegeleiding - maandelijkse leergesprekken/functioneringsgesprekken/feedbackgesprekken - inbedding van het praktijkproject in de relevante werking van de opleidingspraktijk - permanente ondersteuning via de ICHO-webstek: een elektronisch portfolio, infotheek, website over opzoeken in de literatuur, internet ondersteunde thematische opleidingslijnen, ... 2) 51u seminaries per academiejaar: tweewekelijks komen de haio's in kleine groepen samen gedurende drie uren voor intervisiebesprekingen die begeleid worden door een aangestelde en speciaal daarvoor getrainde stagemeester-coördinator: casusbesprekingen, vergelijkingen tussen de praktijkervaringen en de bevindingen uit de evidence based medicine, het presenteren van uitgewerkte thema's, bespreking en opvolging van de masterthesis, literatuurbesprekingen, externe sprekers, persoonlijke belevingen van de beroepsuitoefening (en studie-en beroepsmotivatie), ... Elke haio dient minstens 80% aanwezig te zijn op deze seminaries zoniet wordt zijn stageperiode niet erkend door de FOD Volksgezondheid. 3) Een centraal opleidingsaanbod: elke haio kan zich vrijwillig inschrijven voor een 30-tal verschillende themaopleidingen: thematische opleidingsbijeenkomsten (drie uur), thematische opleidingslijnen (meerdere samenkomsten van sessies van drie uren), internetondersteunde thematische opleidingslijnen (afstandsonderwijs), andere opleidingsmodules die worden aangeboden door de vakgroepen huisartsgeneeskunde van de 4 samenwerkende universiteiten. 4) Elke haio werkt aan een project in het kader van zijn masterproef. 5) Elke haio kan aanvullende stages doen bij andere artsen en andere hulpverleners in functie van zijn eigen specifieke leeragenda. 6) Zelfstudieactiviteiten: casussen, presentaties, zelfreflecties, literatuurverkenning, opzoekingswerk, registraties, ... 7) Evaluatie en toetsing: 1ste jaar van de master huisartsgeneeskunde * evaluatie over de praktijkstages, deelname aan de seminaries en portfolio * evaluatie van 2 casussen * evaluatie van het reflectieverslag aangaande feedback op afgelegde kennistoets (MCQ) * een stationsproef (OSCE) * masterproef (aanvraagformulier ethisch comité) 6
2de jaar van de master huisartsgeneeskunde * evaluatie over de praktijkstages, deelname aan de seminaries en portfolio * een mondeling examen (voor 2 jury's elk bestaande uit 2 examinatoren) * een kennistoets (MCQ) * evaluatie consultvoering (video-opnames van consultaties) * masterproef (scriptie + mondelinge presentatie en verdediging)
7