Gebruikershandleiding GooVerCNC RDworks V5.0 V1.2
Inhoudstabel 1. Overzicht:………………………………………………………………………………..... 4 1.1. Laser graveer-/snijmachine introductie 1.2. Ondersteunde software formaten 1.3. Computer systeem vereisten 2. Software Basis gegevens………………………………………………………………….. 5 2.1 De menu interfaces 2.2. Taal keuze en bedrijfsgegevens: 3. Uitgebreide instellingen………………………………………………………………….. 6 3.1. Pagina setting 3.2. Openen 3.3. Opslaan, opslaan als…. 3.4. Importeer 3.5 File parameter settings 4. Basis grafische creatie……………………………………………………………………. 9 4.1 Lijn: 4.2 Polylijn / Polygon 4.3 Rechtkoek 4.4 Ellips 4.5 Punt 4.6 Tekst 4.7 Capure: 4.8 Laag kleur: 4.9 Object wijzigen 4.10 Object afmeting wijzigen/controleren 4.11 Object uitlijnen 4.12 Zoom functie 4.13 Groeperen/niet groeperen 5. Importeren en klaar maken voor machine…………………………………………….. 13 5.1 Toon te volgen weg 5.2 Insnijding/uitsnijding 5.3 Volgorde van opdracht bepalen 5.4 Curves optimaliseren 5.5 BMP aanpassing, alleen te gebruiken met een Raster object 5.6 Vector sluiten 5.7 Automatisch optimaliseren 5.8 Combineer analyse 5.9 Verwijderen dubbele lijnen 5.10 Offset gebruiken 5.11 Data analyseren 5.12 Preview met tijdsberekening en afstandsberekening
2
6. Werken met raster afbeeldingen……………………………………………………….. 17 6.1 Aanpassen helderheid en contrast 6.2 Grijswaarden inverteren 6.3 Aanpassen resolutie 6.4 Rastering/ dithering 6.4.1 Pas je afbeelding aan naar een net structuur 6.4.2 Maak van je afbeelding een Dot structuur 6.4.3 Zwart/wit 6.4.4 Grijswaarden 6.4.5 Verscherpen 6.4.6 Vind lijnen 7. Systeem instellingen…………………………………………………………………….. 18 7.1 Spiegelen assen 7.2 Kleine cirkels compensatie 7.3 Uitloop voor lasergraveren 7.4 Systeem info 8. Gebruikers parameters………………………………………………………………….. 19 8.1 Opdracht 8.1.1 Snij opdracht 8.1.2 Graveer opdracht / scan 8.1.3 Dot snijden 8.2 Uitvoeren: 8.3 Doc 8.4 Test 8.5 Gebruiker 8.6 Aanpassen
3
1. Overzicht: 1.1. Laser graveer/snij machine introductie Met onze Laser graveer/snijmachine systeem zijn de mogelijkheden zeer uiteenlopend vandaar deze handleiding om U te gidsen naar een uniek en hoogstaand resultaat van Uw laser gaveer/snij opdrachten. Uw systeem is uitgerust met een RDCAM lasercontroller board met support in verschillende talen. De vertaling naar het Nederlands werd door ons voorzien, hiervoor kan je dus enkel support genieten bij ons. 1.2. Ondersteunde software formaten De software kan 2 verschillende formaten inlezen: - Vectorieel formaat: DXF, DWG, AI, PLT, DST, DSB, ….. - Raster formaat: BMP, JPG, GIF, PNG, MNG, ….. 1.3. Computer systeem vereisten -
Windows XP, VISTA, 7, 8, ….. CPU 586, Pentium 3 of hoger Geheugen: 1GB of meer
4
2. Software Basis gegevens 2.1 De menu interfaces Na het starten van de software, verschijnt volgend opstartscherm.
Menu: Het hoofdmenu van de software met volgende mogelijkheden: - Bestand: openen, sluiten, opslaan, importeren, ….. van een bestand - Edit: bewerken, knippen, plakken , zoomen, verschuiven van een geopend bestand - Teken: Tekenen van een lijn, rechthoek, ellips, ….. - Configureer: systeem, parameters en pagina settings - Handle, Handeling: Sluiten polylijnen, optimaliseren, dubbele lijne verwijderen,…. - Bekijk: aan/uit zetten van de verschillende toolbars - Help: Over ons en taal voorkeur Grapisch: de toolbar met de formaat gegevens, positie bepaling, draaihoek, ….. Systeem: Toolbar met de snelkoppelingen naar editeer functies Uitlijning: Verschillende bestanden t.o.v. elkaar uitlijnen Wijzigen: Tekenen, spiegelen, centreren, draaien,….. van een geselecteerd bestand
5
Controle paneel: het laser controle scherm. Hierin bepaalt U gans de setting van de te maken opdracht. Laag bemapling, uitvoer wijze, as controle, ….. 2.2. Taal keuze en bedrijfsgegevens: In het taalkeuze menu kan U kiezen in welke taal U de software wenst te gebruiken: Nederlands, Engels, …… Bedrijfsgegevens van ons indien U vragen hebt kan u ons door middel van deze gegevens contacteren. Tevens vind U in dit scherm de versie van onze software.
3. Uitgebreidere settings 3.1. Pagina setting Klik in het menu op configureer en kies vervolgens voor Pagina setting. De volgende pagina komt te voorschijn: Pagina afmeting: Software pagina breedte en pagina hoogte, gebruik dezelfde instelling als je machine.
Raster: Hiermee kan je een raster instellen om objecten handmatig uit te lijnen. Keyboard: met deze setting kan je de afstand bepalen dat een bestand zich verplaats, draait wanneer door de gebruiker de pijltjes toetsen worden gebruikt.
Kleur config: Achtergrondkleur, werkbereik en raster kleur bepalen.
Bevestigen of afbreken
6
3.2. Openen Klik in het menu op bestand en kies vervolgens open… volgend scherm komt tevoorschijn: Of via de snelkoppeling:
Opgeslagen RLD project bestanden kunnen hier geopend worden. In de rechter onderhoek kan het scherm vergroot of verkleint worden. 3.3. Opslaan, opslaan als…. Klik in het menu op bestand en kies vervolgens opslaan of opslaan als….volgend scherm komt tevoorschijn: of via de snelkoppeling:
Hier kunnen RLD project bestanden opgeslagen worden om nadien terug geopend worden. In de rechter onderhoek kan het scherm vergroot of verkleind worden. 7
3.4. Importeer De software gebruikt in normale omstandigheden het RLD project bestand formaat, dit wil zeggen dat andere bestandsformaten geopend dienen te worden door de functie importeer. Deze is te gebruiken via het menu Bestand en vervolgens de functie importeer… Of via snelkoppeling:
Selecteer preview om een voorvertoning te bekijken. Bij een vectorieel formaat zullen de lagen bij het importeren gerespecteerd worden indien ook de verschillende lagen een verschillende kleur hebben.
8
3.5 File parameter settings Klik in het menu op configureer en kies vervolgens file para settings….volgend scherm komt tevoorschijn PLT precisie: Deze setting is afhankelijk van het gekozen uitvoerformaat van de PLT file in de CAD en/of andere software. DXF unit: Cad tekst mee importeren ter info Auto Sluit curves: De vectoren worden automatisch gesloten indien de sluit fout zich in de opgegeven tolerantie bevindt. Combineer lijnen: Combineert lijnen in de opgegeven tolerantie. Exporteer setting: Percentage waarin het exporteren moet gebeuren Snelheidsweergave waarin de opdrachten worden uitgevoerd.
4. Basis grafische creatie 4.1 Lijn: Klik menu teken, lijn om een vector te tekenen van punt A naar punt B. Klik op punt A om punt A vast te zetten, ga naar de positie van punt B en klik opnieuw. Maatvoeringen kunnen gewijzigd worden in het grafische scherm links boven in ons werk scherm. 4.2 Polylijn / Polygon Kies in het menu teken voor polygon. Hiermee kunt U een vector tekenen met meerdere punten. Kies een positie voor punt A, klik met de rechtermuis knop om deze te verzegelen. Vervolgens kiezen we een positie voor punt B en klikken opnieuw met de rechter muis knop om deze te verzegelen, zo gaan we verder voor de resterende punten. De polylijn hoeft niet sluitend te zijn. Maatvoeringen kunnen gewijzigd worden in het grafische scherm links boven in ons werk scherm. 4.3 Rechthoek Voor het tekenen van een rechthoek. Kies een willekeurige positie op het werkvlak en klik met de rechter muisknop om PUNT A van de rechthoek te verzegelen. Hou de muisknop ingedrukt en ga vervolgens naar de diagonale hoek om ook hier punt B vast te leggen. Punt B wordt verzegelt nadat de muisknop wordt losgelaten. Maatvoeringen kunnen gewijzigd worden in het grafische scherm links boven in ons werk scherm.
9
4.4 Ellips Voor het tekenen van een ellips. Gaan we terug te werk zoals bij het maken van een rechthoek. Maatvoeringen kunnen gewijzigd worden in het grafische scherm links boven in ons werk scherm. 4.5 Punt In sommige gevallen kan het nodig zijn een vectorpunt te plaatsen in een opdracht. Met deze functie bieden we deze mogelijkheid. Door in het menu teken de optie punt te kiezen en vervolgens op het werkvlak te gaan staan en een rechtermuis klik uit te voeren bekomt men het punt. Maatvoering kan gewijzigd worden in het grafische scherm links boven in ons werk scherm. 4.6 Tekst Kies voor teken, tekst om deze optie te activeren, volgend scherm komt te voorschijn:
Kies lettertype, teksthoogte in mm en typ je gewenste tekst. Na het klikken op OK zal deze ingevoegd worden in je werkblad. Met de optie variabele tekst is het mogelijk actuele zaken zoals datum, uur, week, …te plaatsen in een bestand. In het keuze vak serie nr. en Data kan men verschillende opties meegeven. Als vb. Serie nummer weergave: Prefix: voorvoegsel van de serienummer Suffix: achtervoegsel van de serienummer Start SN: eerste serienummer SN Inc: serienummer verhogen met opgegeven waarde
10
Extend: Enable reset: reset vastleggen op Uw waarde Enable prefix ZERO: Nul niet weergeven in voorvoegsel Bvb 10 i.p.v. 0010 Enable SN array: herhalingsfrequentie instellen op X/Y as en de afstand tussen 2 serienummers bepalen. Met de iconen kan de richting en vervolgrij verkozen worden. Knop1 horizontaal/verticaal Knop 2: van boven naar beden en volgende rij van beneden naar boven of van boven naar beneden, nieuwe rij opnieuw van boven naar beneden.
4.7 Capure: Kies teken en vervolgens Capture. Bij een aangesloten scanner/camera is het mogelijk om via deze functie een afbeelding/ document te importeren. 4.8 Laag kleur: Via het Lagen menu onderaan kan men op het werkvlak een nieuwe laag toevoegen. Kies eerste een getekend lijnstuk en vervolgens de gewenste kleur. Indien de kleur uniek is in het project zal automatisch een nieuwe laag worden toegevoegd in het controlepaneel. 4.9 Object wijzigen Met behulp van de bewerkingstools, spiegelen horizontaal, verticaal, centreren en roteren ben je in de mogelijkheid 1 of meerdere lijnstukken en/of project files te wijzigen. Deze opties zijn te vinden onder het menu Teken of in het werkvlak aan de linkerzijde. De optie copy matrix zorgt ervoor dat het gekozen object automatisch het aantal malen gekopieerd wordt volgens de opgegeven waarde in het scherm. X/Y aantal, afstand tussen twee objecten U kan er tevens voor kiezen de software zelf te laten bereken hoeveel exemplaren er uit een werkstuk kunnen vervaardigd worden. Deze optie vindt U rechts van uw werkscherm, regel/kolom herhaling. Met de knop materiaal geeft U het materiaal formaat NADAT de afstand en dislocation als verplaatsing is ingegeven. Door middel van te klikken op het icoon rechts kan het nulpunt van de opdracht verplaatst worden.
11
4.10 Object afmeting wijzigen/controleren In het grafische menu kan U de afmeting van het geïmporteerde, ontworpen object terug vinden. Door het slotje te openen of te sluiten zullen de breedte/hoogte verhouding los of vast van elkaar gewijzigd worden. De eerste parameters, in ons geval X450 en Y300 geven het nulpunt aan De tweede afmeting 140.470 en 58.201 de breedte, hoogte maat. Het vierkant rechts met het centrale vierkantje geeft onze nulpunt positie weer., hier dus centraal. 4.11 Object uitlijnen Met deze knoppen zijn we in de mogelijkheid verschillende objecten met elkaar uit te lijnen. Van Links naar rechts: Links, rechts, boven onder, midden horizontaal, midden verticaal centreren Vervolgens Met gelijke breedte Met gelijke hoogte Breedte gelijk maken Hoogte gelijk maken Breedte/hoogte gelijkmaken Wanneer U de objecten één voor één kiest zullen de objecten uitgelijnd worden aan het laatste geselecteerd object. Deze functies zijn ook terug te vinden in het menu teken/uitlijnen 4.12 Zoom functie Met deze knoppen ben je in de mogelijkheid in en/of uit te zoomen
Deze functies zijn ook terug te vinden in het edit menu. Van links naar rechts: Verplaatsen van het werkblad Inzoomen Uitzoomen Werkblad weergeven Geselecteerde object(en) inzoomen Alle objecten weergeven (ook buiten het werkblad indien die er zijn) Inzoomen volgens muisselectie 4.13 Groeperen/niet groeperen Met deze knoppen ben je in staat om verschillende objecten t.o.v. elkaar te fixeren. Deze functie is ook terug te vinden in het edit menu.
12
5. Importeren klaar maken voor machine Vervolgens gaan we ons nu richten naar het importeren, klaar maken van een file voor bewerking. Ook hier hebben we tal van mogelijkheden en functies ter beschikking. Boven aan ons werkblad vinden we de volgende knoppen: Van links naar rechts: Toon te volgen weg aan/uit Insnijding/uitsnijding activeren Volgorde van opdracht bepalen Curves optimaliseren BMP aanpassing, alleen te gebruiken met een Raster object Vector sluiten Automatisch optimaliseren Combineer analyse Verwijderen dubbele lijnen Offset gebruiken Data analyseren Preview met tijdsberekening en afstandsberekening 5.1 Toon te volgen weg Door middel van deze knop zal de software je tonen welke weg de laser machine gaat volgen om je werk tot een goed eind te brengen 5.2 Insnijding/uitsnijding Insnijding: Automatisch verleggen van het startpunt van een vector, aan te geven in mm, lijnstuk of cirkel, binnen of buitenwaarts, hoek Uitsnijding: Automatisch verleggen van het eindpunt van een vector, aan te geven in mm, lijnstuk of cirkel, binnen of buitenwaarts, hoek
13
5.3 Volgorde van opdracht bepalen
Met deze optie kan de gebruiker zelf de werkvolgorde vastleggen. Door de objecten 1 voor 1 naar het rechter vlak te trekken zal de volgorde gewijzigd worden. Door nadien op Ok te drukken wordt de volgorde opgeslagen. Meerdere malen wijzigen is uiteraard mogelijk. Indien er toch bij het wijzigen in het rechtse deel een fout werd gemaakt is het mogelijk om met de op en neer knop deze alsnog te verplaatsen. 5.4 Curves optimaliseren Met deze functie kan men gebogen lijnen in meerder stukken optimaliseren naar een mooi gebogen lijnstuk. 5.5 BMP aanpassing, alleen te gebruiken met een Raster object Hierop komen we terug in hoofdstuk 6 in deze handleiding 5.6 Vector sluiten Soms kan het zijn dat door het niet sluitend tekenen van een lijn er materiaal aanwezig is dat er eigenlijk niet had mogen zijn. Met deze optie kan je de software dit automatisch doen sluiten. We gebruiken een tolerantie maat om ervoor te zorgen dat niet alles tot 1 lijn wordt omgevormd.
14
5.7 Automatisch optimaliseren Met deze functie kunnen we de software de meeste gunstigste weg en tijd laten berekenen Volgorde layers aanhouden Van binnen naar buiten werken
Blok optimalisatie
Op basis van startpunten optimaliseren Automatisch startpunt en richting aanpassen
5.8 Combineer analyse Indien lijnen kort bij elkaar liggen kunnen we tijd besparen door 2 lijnen te combineren tot 1 lijn het object wordt verplaatst. 5.9 Verwijderen dubbele lijnen Soms kan het zijn dat in een object een dubbele lijn of een gedeeld lijnstuk zit. Met deze optie kunnen we die eenvoudig verwijderen. 5.10 Offset gebruiken Met deze functie kunnen we op een eenvoudige wijze een vector offset geven naar binnen of buiten. 5.11 Data analyseren Maak een analyse van je object en laat de software je object bekijken op fouten. Er wordt niets verwijderd of aangepast.
15
5.12 Preview met tijdsberekening en afstandsberekening De software is uitgerust met een preview functie om snelle analyse te kunnen maken en je ontwerp op fouten te controleren. We vinden volgende informatie op het preview scherm Van boven naar onder: Materiaal grootte Totale verwerkingstijd Lasertijd zonder verplaatsingstijd, tijd dat de lazer daadwerkelijk lazert Verplaatsings afstand (niet functioneel) Daadwerkelijk afstand dat de laser werkzaam is
In ons voorbeeld hebben we 2 lijnstukken van 500mm 113mm uit elkaar geplaatst en de start punten liggen 29.7 mm verschillend op de X as. Verder kan je tijdens de simulatie de actuele positie, snelheid en vermogen volgen Om het geheel wat sneller te analyseren kan je de real time versnellen en/of vertragen.
16
6. Werken met raster afbeeldingen In voorgaande hebben we reeds meermaals gesproken over het importeren van raster afbeeldingen. In volgende punten gaan we bekijken naar de mogelijkheden van de bewerkingen. Elke afbeelding zal automatisch bij het inlezen worden omgezet naar grijswaardes. 6.1 Aanpassen helderheid en contrast Met deze optie is het mogelijk de afbeelding zowel positief als negatief op een schaal van 100% aan te passen 6.2 Grijswaarden inverteren Met deze optie ben je in de mogelijkheden wit naar zwart te converteren en omgekeerd alle tussenliggende grijswaardes volgen uiteraard. 6.3 Aanpassen resolutie Pas de resolutie van je raster afbeelding aan om fijner te kunnen werken. 6.4 Rastering/ dithering 6.4.1 Pas je afbeelding aan naar een net structuur Met deze optie ga je de afbeelding als het ware met een netstructuur overtrekken. Hoe hoger de resolutie hoe moeilijker Een grotere netwaarde geeft fijnere mazen in de netstructuur Lagere netwaarde geeft een grotere netstructuur Ideale resolutie voor deze toepassing is tussen 500 en 1000 en een netstructuur 30-40 6.4.2 Maak van je afbeelding een Dot structuur Deze functie zal je afbeelding aanpassen aan dots en geeft de mogelijkheid deze te lazeren op materialen die snel reageren op de lazer. 6.4.3 Zwart/wit De afbeelding kent enkel twee tinten alles tussen zwart en wit wordt aangepast naar zwart of wit. Hiervoor gebruikt de software een niet aan te passen parameter. De functie maakt U het mogelijk snel afbeeldingen om te zetten naar zwart/wit 6.4.4 Grijswaardes Bij het inlezen van een kleuren afbeelding zal deze automatisch naar deze omgezet worden. 6.4.5 Verscherpen Deze functie zal de contouren in je afbeelding verscherpen en meer naar het zwarte trekken. 6.4.6 Vind lijnen Met deze functie zal de software de lijnen proberen te vinden in afbeeldingen. Deze kunnen dan gebruikt worden om straks een snij opdracht uit te voeren Alle functies kunnen gecombineerd of van het bronbestand uitgevoerd worden.
17
7. Systeem instellingen
7.1 Spiegelen van de assen Principieel is het onmogelijk de nulpunten te verplaatsen. Deze zijn door ons geblokkeerd ingesteld om schade aan de machine te voorkomen. Echter voor ervaren gebruikers hebben we deze functie toch geïntegreerd in de software. Zo kan je op een snelle en eenvoudige wijze de assen spiegelen. Dit kan handig zijn om bvb op transparante stukken langs achteraan te graveren. We raden echter aan deze optie alleen te gebruiken bij voldoende kennis en vaardigheid in het gebruik van de lasermachine. 7.2 Kleine cirkels compensatie In bepaalde gevallen kan het handig zijn de machine automatisch snelheid limieten bij kleine cirkels mee te geven om ervoor te zorgen dat de stabiliteit van het laserwerk optimaal blijft. De software zal automatisch de snelheid bij detectie van een kleine cirkel aan passen. Indien de actuele lager ligt dan de waarde die meegegeven werd in de limiet zal de software niet ingrijpen. 7.3 Uitloop voor lasergraveren Met deze parameter is het mogelijk een uitloop afstand/snelheid mee te geven. Om de acceleratie en vooral de aandrijving van de as te sparen is het raadzaam om bij hoge snelheden de machine van uitloop te voorzien. Ook het lazer resultaat zal hierdoor geoptimaliseerd worden. Bij niet aangegeven waardes zal de machine deze zelf bepalen.
18
7.4 Systeem info In deze tab kan door middel van een paswoord, gepersonaliseerd, alle info verkregen worden vanuit de machine. Hieronder verstaan we, totale tijd dat de machine aan stond, tijd reeds functioneel gewerkt, Laatste proces tijd, totale laser tijd, aantal processen; Totaal aantal op de X as, totaal tijd op de Y as, Onze controller versie. Hier kan men bij het uitkomen van een upgrade deze in de controller inlezen. 8. Gebruikers parameters 8.1 Opdracht Hier gaan we de wijze van bewerking en tegelijk de volgorde tussen de verschillende lagen vast leggen. We hebben de keuze tussen snijden, graveren en dot markeren.
Rasterafbeeldingen kunnen NOOIT met een snij opdracht uitgevoerd worden. Deze optie wordt dan ook gelijk geblokkeerd in onze opdrachten fiche. 8.1.1 Snij opdracht Bij het klikken op een laag zal automatisch volgend scherm verschijnen Onze software is voorzien van een bibliotheek zodat U snel en op eenvoudige wijze reeds uitgevoerde parameters kan herophalen. U kan tevens ten gepaste tijde zaken aanpassen, verwijderen of toevoegen.
Links vindt U alle lagen terug. Laag: bepaalt door een specifieke kleur Uitvoeren: Uit of aan zetten. Indien U de laag niet wil uitvoeren kiest U neen Koeling, deze optie is standaard voorzien maar niet funktioneel op de meeste machines
19
Uitvoeren als: Snij of graveer functie. Graveer opdracht laser zal een gesloten vlak volledig graveren, Snij functie de Lazer volgt de lijn. Geavanceerd kan de machine de Z as gaan bewegen indien je opdracht of realisatie dit noodzakelijk vindt. Laser1, 2: Min/Max Hier geeft U een Minimum en maximum vermogen. Bij snijden is min/max vermogen gelijk. Laser2 is enkel voor machines met 2 laserbuizen. 8.1.2 Graveer opdracht / scan
Bij scannen is er mogelijkheid om met een verschillende min/max waarde te werken. De min. waarde staat voor wit en de max is dan de zwart waarde. Tevens kan U kiezen op welke wijze het graveren wordt uitgevoerd. Overstriking: Vooral van toepassing op letterfont graveren Intagilo, contouren worden weggelaten bij graveren. D.w.z. slanker graveren Rillievi: contouren worden mee gegraveerd vetter graveren Scan mode: X swing, heen en weer graveren volgens de X as X unilateralign, 1 richting graveren volgens de X as Y swing, heen en weer graveren volgens de Y as Y unilateralign, 1 richting graveren Volgens de Y as Interval: herhalingsfrequentie in mm In de optie geavanceerd kan men na het graveren kiezen om het gegraveerde object uit te snijden. Opgelet: ronde voorwerpen worden rechthoekig uitgesneden.
20
8.1.3 Dot snijden Laser gaat op de snijlijnen dots plaatsen volgens de ingegeven waardes. Hierdoor ontstaat een kartel rand die naderhand eenvoudig uitgescheurd kan worden. 8.2 Uitvoeren: Dit tab blad is speciaal ontworpen voor rond graveren.
Activeren door vinkje te plaatsen Cirkel pulse: Y as precisie= Pi*1000*diameter werkstuk Diameter werkstuk 8.3 Doc Speciale opgeslagen parameters per opdracht uitlezen
8.4 Test Via software scherm bedienen van de machine.
21
8.5 Gebruiker
Hoewel alles in de controller door ons werd geoptimaliseerd, vonden we het noodzakelijk ook de gebruikers de mogelijkheid te geven nog bijkomende zaken te kunnen optimaliseren. Let echter wel, de machine is beveiligd tegen te hoge en/of andere waardes. Het lijkt ons logisch ook hier melding te maken van het gegeven dat indien U nog niet voldoende vertrouwd bent met de settings U beter wacht om hierin wijzigingen aan te brengen. Indien U denkt klaar te zijn voor deze, gelieve dan even met ons contact te nemen voor een uitgebreide handleiding. 8.6 Aanpassen
Deze toepassingen werden reeds besproken in voorgaande stappen.
22