13 GEBRUIK VAN DE RIJBAAN LES 2 GESCHEIDEN RIJBANEN
:
MIDDENBERM, EEN BOMENRIJ OF EEN GROEN VOORZIENING BEHOREN OOK BIJ DE WEG. (VERBOD OM IN TE RIJDEN D.M.V. BORD MOGELIJK)
FIETSSTROOK
:
VERBODEN RIJSTROOK TE VOLGEN ALS ER SPRAKE IS VAN EEN DOORGETROKKEN STREEP. BIJ EEN ONDERBROKEN STREEP MAG JE OP DE STROOK VOORSORTEREN MITS JE DE FIETSERS EN BROMFIETSERS MAAR NIET HINDERT.
OBSTAKELS
:
STAAT HET OBSTAKEL AAN JOUW KANT DAN MOET JE STOPPEN. (TENZIJ HET ANDERS WORDT AANGEGEVEN DOOR BORDEN)
HIER WORDT DOOR BORDEN AANGEGEVEN DAT U ALS EERSTE MAG
ALGEMENE INFORMATIE RIJBAAN VERSMALLING
:
WORDT MEESTAL AANGEGEVEN DOOR EEN VERKEERSBORD.
ZEBRAPAD
:
VOETGANGERS EN BESTUURDERS VAN INVALIDEVOERTUIGEN DIE TE KENNEN GEVEN TE WILLEN OVERSTEKEN MOET JE VOOR LATEN GAAN.
WEGRIJDEN BUS
:
BINNEN BEBOUWDE KOM MOET JE EEN BUS DIE RICHTING AANGEEFT VOOR LATEN GAAN. BUITEN DE BEBOUWDE KOM HOEFT DAT NIET. (I.V.M. DE HOGE SNELHEID)
IN- EN UITSTAPPENDE PASSAGIERS :
- BIJ EEN TRAMHALTE ZONDER VLUCHTHEUVEL MOET JE DE PASSAGIERS VOOR LATEN GAAN DIE IN- EN UITSTAPPEN. - BIJ EEN TRAMHALTE MET VLUCHTHEUVEL HOEF JE VOETGANGERS ALLEEN MAAR VOOR TE LATEN GAAN BIJ INTENSIEF VOETGANGERS VERKEER.
14 STILSTAANDE TRAM ZONDER VLUCHTHEUVEL
ALS JE EEN STILSTAANDE TRAM WILT VOORBIJRIJDEN AAN DE ZIJDE WAAR PASSAGIERS IN- EN UITSTAPPEN, MOET JE DE PASSAGIERS DE GELEGENHEID GEVEN OM IN EN UIT TE STAPPEN EN DE TRAM OF HET TROTTOIR TE BEREIKEN. ALS ER DUS GEEN VLUCHTHEUVEL AANWEZIG IS MOET JE ALTIJD STOPPEN ACHTER DE TRAM EN WACHTEN TOTDAT DE TRAM WEER GAAT RIJDEN
STILSTAANDE TRAM MET VLUCHTHEUVEL
ALS ER VOOR DE PASSAGIERS EEN VLUCHTHEUVEL AANWEZIG IS, HOEF JE DE PASSAGIERS NIET DE GELEGENHEID TE GEVEN OM OVER TE STEKEN TENZIJ JE TE MAKEN HEBT MET INTENSIEF VOETGANGERSVERKEER.
TRAMS MAG JE AAN TWEE KANTEN INHALEN
DIT MAG ZOWEL RECHTS AL LINKS. DE SITUATIE TER PLAATSE BEPAALT OF JE RECHTS OF LINKS INHAALT. ALS HET MOGELIJK IS OM DE TRAM AAN TWEE KANTEN IN TE HALEN, DAN HAAL JE DE TRAM RECHTS IN OMDAT LINKS INHALEN VAAK GEVAARLIJK KAN ZIJN. DENK BV AAN TEGEMOETKOMEND VERKEER OF UITSTAPPENDE PASSAGIERS VAN DE TRAM DIE VOOR DE TRAM LANGS LOPEN.
VLUCHTHEUVELS
:
ZIJN VOORZIEN VAN RICHTINGSBORDEN. VOORBIJRIJDEN AAN DE ZIJDE DIE WORDT AANGEGEVEN DOOR DE PIJLEN.
EENRICHTINGSWEG
:
- VOLLEDIGE EENRICHTINGSWEG. (GEEN ONDERBORD) - ONVOLLEDIGE EENRICHTINGSWEG (ONDERBORD)
VOLLEDIGE EENRICHTINGSWEG
ONVOLLEDIGE EENRICHTINGSWEG
EENRICHTINGSWEG
:
EEN ÉÉNRICHTINGSWEG MAG JE MAAR VAN EEN KANT INRIJDEN. DIT KUN JE ZIEN AAN DE BORDEN C3 EN C4. VANAF DE ANDERE KANT MAG JE ER DUS NIET INRIJDEN. DIT KUN JE ZIEN AAN BORD C2.
LINKS AFSLAAN
:
ALS JE OP EEN ÉÉNRICHTINGSWEG RIJDT EN JE WILT LINKS AFSLAAN MOET JE DAT DOEN DOOR ZOVEEL MOGELIJK LINKS VOOR TE SORTEREN.
PARKEREN OP EEN EENRICHTINGSWEG
ALS JE OP EEN ÉÉNRICHTINGSWEG WIL PARKEREN MAG JE DAT ZOWEL LINKS ALS RECHTS DOEN. OP EEN ÉÉNRICHTINGSWEG MAG JE NIET KEREN.
15 VERWAR BORD D4 NIET MET BORD C3.
BORD D4 GEEFT EEN VERPLICHTE RIJRICHTING. BORD C3 EN C4 BETEKENEN ÉÉNRICHTINGSWEG.
EENRICHTINGSWEG MET ONDERBORDEN
DEZE ONDERBORDEN GEVEN AAN DAT ER VAN DE ANDERE KANT WEL VERKEER IN MAG RIJDEN. WELK VERKEER DAT IS KAN JE ZIEN OP DE ONDERBORDEN.
DOORDAT ER VERKEER VAN DE ANDERE ZIJDE KAN KOMEN BIJ EEN ÉÉNRICHTINGSWEG MET ONDERBORDEN, MAG JE OP EEN ÉÉNRICHTINGSWEG MET ONDERBORDEN NIET LINKS VOORSORTEREN, MAAR DOE JE DIT TEGEN DE AS VAN DE WEG. GESCHEIDEN RIJBANEN
:
DE RIJBAAN KAN GESCHEIDEN ZIJN DOOR EEN BERM OF DOOR WATER. ALS DE RIJBAAN GESCHEIDEN IS DOOR MIDDEL VAN EEN BERM MOET JE DE RECHTER RIJBAAN VOLGEN. TER VERDUIDELIJKING WORDT DIT OOK VAAK AANGEGEVEN DOOR BORD C2 EN D2.
WANNEER DE RIJBAAN IS GESCHEIDEN DOOR MIDDEL VAN WATER MAG JE AAN BEIDE KANTEN VAN HET WATER RIJDEN. BIJ SMALLE RIJBANEN, DENK MAAR EENS AAN GRACHTEN, KAN DIT VAAK NIET EN DAN WORDT DIT OOK AANGEGEVEN DOOR MIDDEL VAN DE BORDEN C2 EN C3. RIJBAANVERSMALLING
:
OP SOMMIGE PLAATSEN WORDT DE RIJBAAN VERSMALD. BV ALS ER NIET GENOEG RUIMTE IS, OF BIJ EEN SMALLE BRUG. OP DIT SOORT PUNTEN WORDT ER MEESTAL DOOR DE VERKEERSBORDEN F5 EN F6 GEREGELD WIE ER HET EERST DOOR MAG RIJDEN. DEZE BORDEN GELDEN ALLEEN VOOR BESTUURDERS EN DUS NIET VOOR VOETGANGERS. VOETGANGERS MOET JE DUS ALTIJD VOORLATEN BIJ WEGVERSMALLINGEN. WEGVERSMALLINGEN KUNNEN OOK GEREGELD WORDEN DOOR MIDDEL VAN VERKEERSLICHTEN.
16 WEGWERKZAAMHEDEN
:
VOETGANGERSOVERSTEEKPLAATS
BIJ WEGWERKZAAMHEDEN HEB JE OOK VAAK TE MAKEN MET WEGVERSMALLINGEN. DEZE WORDEN DAN VAAK AANGEGEVEN DOOR DE BORDEN J17, J18 EN J19. ALS JE ZO EEN BORD ZIET IS HET DE BEDOELING DAT JE TIJDIG DE JUISTE RIJSTROOK KIEST.
JE BENT VERPLICHT OM VOETGANGERS EN BESTUURDERS VAN EEN INVALIDENVOERTUIG DIE OP EEN VOETGANGERSOVERSTEEKPLAATS OVERSTEKEN OF DIT VAN PLAN ZIJN, VOOR TE LATEN GAAN. JE MOET VOETGANGERS EN BESTUURDERS VAN INVALIDENVOERTUIGEN DUS NIET ALLEEN VOOR LATEN GAAN ALS ZE AL BEGONNEN ZIJN MET OVERSTEKEN, MAAR OOK ALS ZE NOG STAAN TE WACHTEN EN ZO TE ZIEN VAN PLAN ZIJN OVER TE STEKEN. HET IS VERBODEN OM VLAK VOOR OF OP EEN VOETGANGERSOVERSTEEKPLAATS EEN ANDER VOERTUIG IN TE HALEN. JE MAG HIER DUS OOK GEEN FIETSERS INHALEN.
SNELHEDEN VOLGAFSTAND
:
DE DOOR JOU GEREDEN SNELHEID IS VAN BELANG MET BETREKKING TOT JE VOLGAFSTAND. OOK DE AFSTAND DIE ACHTERLIGGERS OP JOU HOUDEN IS UITERAARD OOK BELANGRIJK.
SNELHEID AANPASSEN
:
BIJ DE VOLGENDE OMSTANDIGHEDEN PAS JE JE SNELHEID AAN. • WINKELSTRATEN • SCHOLEN • PLAATSEN WAAR KINDEREN SPELEN • EEN SLECHT WEGDEK • EEN GLAD WEGDEK • HET WEER • TRAM- EN BUSHALTES • OVERSTEEKPLAATSEN • LANGZAAM RIJDEND OVERIG VERKEER • VERKEERSDREMPELS. DEZE ZIJN AANGELEGD VOOR DIVERSE PASSEERSNELHEDEN. MEEST GANGBAAR IS EEN PASSEERSNELHEID VAN 20 TOT 30 KILOMETER PER UUR.
SNELHEID IN METER PER SECONDE
OM HET AANTAL AFGELEGDE METERS PER SECONDE TE BEREKENEN KAN JE DE VOLGENDE FORMULE GEBRUIKEN DEEL JE SNELHEID DOOR 4. BIJ DEZE UITKOMST TEL JE 10 PROCENT VAN DEZE UITKOMST OP. DE UITKOMST I ONGEVEER GELIJK AAN HET AANTAL METERS DAT JE PER SECONDE RIJDT.
AFSTAND HOUDEN
DE AFSTAND DIE JE MOET HOUDEN T.O.V. JE VOORLIGGER IS ONGEVEER 2 SECONDEN. BIJ LAAGSTAANDE ZON, MIST, REGEN EN SNEEUWVAL ZUL JE NOG MEER AFSTAND MOETEN HOUDEN. OOK BIJ HET VOLGEN VAN AUTO’S MET CARAVAN, VRACHTAUTO’S EN AUTOBUSSEN ZUL JE MEER AFSTAND MOETEN HOUDEN OMDAT JE DE WEG VOOR JE NIEHOUDEN HEB JE WEL EEN MINIMALE AFSTAND. TIJDENS SLECHTE WEERSOMSTANDIGHEDEN, ZOALS EEN LAT OF NIET GOED KAN OVERZIEN.
17 SNELHEID BIJ MIST
:
HALVEER JE SNELHEID, VERDUBBEL JE AFSTAND
STOPAFSTAND
:
DE STOPAFSTAND VARIEERT PER KEER DE ENE KEER KORTER OF LANGER DAN DE ANDERE KEER. DIT HEEFT TE MAKEN MET DE VOLGENDE OORZAKEN: DE SNELHEID WAARMEE GEREDEN WORDT. WELKE SOORT WEGDEK. STAAT VAN HET WEGDEK. STAAT VAN HET VOERTUIG? MET NAME DE CONDITIE VAN DE BANDEN, REMMEN EN VERING. HOE HARD REM JE GEWICHT BIJ STOPAFSTAND ALS JE ALLEEN RIJDT IS DE REMWEG KORTER DAN ALS JE VEEL PASSAGIERS EN BAGAGE VERVOERT.
REACTIETIJD
DE TIJD DIE JE NODIG HEBT OM DAADWERKELIJK TE GAAN REMMEN NADAT JE IETS GEZIEN HEBT NOEMEN WE DE REACTIETIJD. ALS JE GOED UITGERUST BENT IS JE REACTIETIJD AANZIENLIJK KORTER DAN WANNEER JE MOE BENT OF ONDER INVLOED VAN ALCOHOL, DRUGS OF MEDICIJNEN. DE GEMIDDELDE REACTIETIJD IS ONGEVEER 1 SECONDE.TEL JE BIJ DE REACTIETIJD DE REMWEG OP EN JE HEBT DE STOPAFSTAND.
NADERINGSSNELHEID
:
LET OP DE TOESTAND VAN HET WEGDEK, HET WEER, CONDITIE VAN DE AUTO EN DE BELADING.
STOPAFSTAND
:
ZIE NADERINGSSNELHEID.
VEILIGE VOLGAFSTAND
:
LET OP DAT JE SOMS PLOTSELING MOET REMMEN.
MAXIMUMSNELHEID MAXIMUMSNELHEID BUITEN DE BEBOUWDE KOM
:
AUTOSNELWEG 120 KM/U. AUTOWEG 100 KM/U. ANDERE WEGEN 80 KM/U. TENZIJ ANDERS AANGEGEVEN DOOR BORDEN.
MAXIMUMSNELHEID BINNEN DE BEBOUWDE KOM
:
ALLE WEGEN 50 KM/U. TENZIJ ANDERS AANGEGEVEN. OP EEN WOONERF STAPVOETS (5 a 10 km) 30 KM BIJ EEN 30 KM/U ZONE
MAXIMUMSNELHEID MET AANHANG: WAGEN
BUITEN BEBOUWDE KOM 80 KM/U.
ADVIES- EN VARIABELE SNELHEDEN WEINIG TIJDWINST
:
ALLEEN OP LANGERE STUKKEN WANNEER JE EEN HOGE SNELHEID KAN AANHOUDEN HEB JE WAT TIJDWINST.
ADVIESSNELHEDEN
:
HET IS RAADZAAM OM DEZE OP TE VOLGEN MAAR HET IS NIET VERPLICHT.
GA TIJDIG NAAR RECHTS
:
PLAATS OP DE WEG IS UITERST RECHTS.
18 IN- EN UITRITTEN VERLAAGDE TROTTOIRBAND
:
STOEPRAND IS VERLAAGD.
LINKS GELEGEN INRIT IN
:
LET OP HET VOORSORTEREN.
RECHTS GELEGEN INRIT IN
:
EVENTUEEL REMSIGNAAL GEVEN. UITERST RECHTS VOORSORTEREN. ERVEN
STAPVOETS RIJDEN
:
OP EEN WOONERF. (15 KM/U )
RECHTS VOORRANG
:
OP EEN WOONERF HEBBEN ALLE BESTUURDERS VAN RECHTS VOORRANG.
PARKEREN BESTEMDE WEGGEDEELTEN.
:
ALLEEN OP EIGEN TERREIN OF OP DAARVOOR
OOK GEWONE REGELS
:
RECHTS HOUDEN. LINKS INHALEN.
UITRIT
:
BIJ HET VERLATEN OF OPRIJDEN VAN EEN WOONERF MOET JE AL HET VERKEER VOOR LATEN GAAN. ( JE HEBT TE MAKEN MET EEN UITRIT BIJ EEN ERF, VERLAAGD TROTTOIR OF EEN VERLAAGDE TROTTOIRBAND.)
