Gebruik subsidie- en fiscale instrumenten Agentschap NL in de S&Z-agrosectoren in 2010
Oktober 2011
Datum Status
Oktober 2011 Definitief
Pagina 1 van 1
Definitief | Gebruik subsidie- en fiscale instrumenten Agentschap NL in de S&Z-agrosectoren in 2010 | Oktober 2011
Colofon
Projectnaam Projectnummer Versienummer Publicatienummer Locatie Projectleiders Contactpersoon
Aantal bijlagen Auteurs Dit rapport is tot stand gekomen in samenwerking met overige collega’s van Agentschap NL:
Gebruik subsidie- en fiscale instrumenten Agentschap NL in de S&Z-agrosectoren in 2010 S&Z agrosectoren 2010 Oktober 2011 Utrecht ir. N. Smailbegovi,
ir. N. Smailbegovi, ir. E. Soeriowardojo M. Koekoek BBA ir. J. Dijkstra ir. T. Bolder J. Strang ir. L. Smeets M. Peperkamp MSc ir. R. Smit ing. T. Bongertman drs. ing. R. van Kraaij drs. M. van den Berg ir. J. van Bergen ir. F. van Erp drs. R. Kemper drs. A. Duijnhouwer
Hoewel dit rapport met de grootst mogelijke zorg is samengesteld kan Agentschap NL geen enkele aansprakelijkheid aanvaarden voor eventuele fouten.
Pagina 2 van 47
Inhoudsopgave
1. 2. 3.
Inleiding........................................................................................................................6 Werkwijze .....................................................................................................................7 Resultaten inventarisatie instrumentgebruik agro-sectoren ..................................................8
A. 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7
SUBSIDIE INSTRUMENTEN (Agentschap NL)................................................................8 Energie Onderzoek Subsidie (EOS) ....................................................................................8 Innovatie Agenda Energie (IAE) ........................................................................................11 Stimuleringregeling Duurzame Energieproductie (SDE) ........................................................12 Subsidieregeling Milieu en Technologie (M&T) .....................................................................13 Innovatievouchers ...........................................................................................................14 Sterktes in de Regio (ofwel Pieken in de Delta PID) .............................................................15 Innovatie Prestatie Contracten (IPC) ..................................................................................16
B. 3.8 3.9 3.10
FISCALE INSTRUMENTEN (Agentschap NL) ..................................................................17 Energie-investeringsaftrek (EIA)........................................................................................17 Milieu-investeringsaftrek (MIA) en Willekeurige afschrijving Milieu-investeringen (Vamil) .........19 Wet bevordering speur- en ontwikkelingswerk (WBSO) ........................................................22
C. OVERIGE PROGRAMMATISCHE INSTRUMENTEN (Agentschap NL) ................................25 3.11 Reductie Overige Broeikasgassen (ROB) .............................................................................25 3.12 Duurzame Energie in Nederland (DEN) ...............................................................................25 3.13 Programma Gecombineerde Luchtwassystemen (PGL)..........................................................25 3.14 Small Business Innovation Research Programma (SBIR).......................................................26 3.15 Innovatiekrediet ..............................................................................................................27 3.16 Besluit Borgstelling MKB Kredieten (BMKB) .........................................................................27 3.17 Groen beleggen en financieren ..........................................................................................27 4. Conclusies en aanbevelingen.............................................................................................29 5. Bijlagen..........................................................................................................................30 Bijlage 1: Lijst EOS projecten 2010 (S&Z-sectoren) .....................................................................30 Bijlage 2: Lijst IAE projecten 2010 (S&Z-sectoren) ......................................................................31 Bijlage 3: Lijst PID projecten 2010 (S&Z-sectoren) ......................................................................32 Bijlage 4: Lijst EIA aanvragen 2010 (S&Z-sectoren) .....................................................................38
Definitief | Gebruik subsidie- en fiscale instrumenten Agentschap NL in de S&Z-agrosectoren in 2010 | Oktober 2011
Management samenvatting In opdracht van het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I) heeft Agentschap NL (AgNL) het gebruik van zijn subsidie- en fiscale instrumenten in het budgetjaar 2010 door de land- en tuinbouw-, bosbouw- en voor de eerste keer VGI-sector in kaart gebracht. Deze sectorbrede rapportage geeft een goed beeld van het gebruik van de subsidie- en fiscale instrumenten en van de activiteiten, waarmee de agrarische ondernemingen bijdragen aan de ambities van het convenant Schone en Zuinige Agrosectoren (verder te noemen S&Z-agrosectoren) en daarmee aan de verduurzaming van de S&Zagrosectoren. In een gefaseerde en gestructureerde aanpak zijn 10 subsidie en fiscale instrumenten en 7 overige programmatische instrumenten op gebruik van de subsidie- en fiscale instrumenten geanalyseerd en daarmee is een bestand verkregen van circa 20.000 relevante aan agro-gerelateerde investeringsprojecten en activiteiten.
Tabel 1 – Overzicht subsidieregelingen (AgNL)
Subsidie regelingen
Beschikbaar budget (miljoen)
EOS
2009 Toegekend aan S&Z-agrosectoren (miljoen)**
Beschikbaar budget (miljoen)
2010* Toegekend aan S&Z-agrosectoren (miljoen)
€ 47,30
€ 1,70
€ 30,00
€ 2,54
nb
nb
€ 92,22
€ 1,48
€ 2.524,00
nb
€ 2.126,00
nb
€ 8,00
€ 0,26
€ 5,00
€ 0,57
Innovatievouchers
€ 26,25
€ 5,39
€ 23,50
€ 1,38
PID
€ 55,34
€ 2,67
€ 49,18
€ 27,18
IPC
€ 35,00
€ 0,15
€ 30,00
€ 0,30
ROB
€ 0,75
€ 0,27
€ 0,00
€ 0,00
KRW
€ 40,00
nb
nvt
nvt
€ 2.736,64
€ 10,44
€ 2.355,90
€ 33,45
IAE*** SDE (12 of 15 jr) M&T
Totaal
* Het overzicht betreft verzamelde informatie per 12 september 2011 ** Toekende subsidie excl. VGI-sector *** Voor de periode 2008-2012 is EUR 438,0 miljoen beschikbaar gesteld
Van de onderzochte subsidieprogramma’s is een budget van EUR 33,45 miljoen aan deze S&Zagrosectoren (exclusief meerjarige projecten en activiteiten) toegekend. Ten opzichte van 2009 is er sprake van een aanzienlijke stijging (200% hogere benutting t.o.v. 2009) van de toegekende investering in energiebesparing en verduurzaming (EUR 33,45 miljoen in 2010 t.o.v. EUR 10,44 miljoen in 2009). Het aandeel van het gebruik van PID-regeling 2010 inclusief VGI-sector is relatief groot (EUR 27,18 miljoen) en heeft hiermee het totale subsidiebedrag van 2010 beïnvloed (80% t.o.v. het totale subsidiebudget). De verklaring voor deze aanzienlijke stijging van de toegekende subsidies aan de S&Z-agrosectoren ligt in de feiten dat voor de eerste keer ook de VGI-sector in deze rapportage is meegenomen (EUR 16,78 miljoen) en dat aan de glastuinbouwsector toegeschreven aanvragers in 2010 een behoorlijke subsidie is toegekend (EUR 9,00 miljoen). Ten opzichte van 2009 was in het budgetjaar 2010 circa 14% lager budget voor de subsidies beschikbaar gesteld, maar toch hebben de S&Z-agrosectoren meer gebruik gemaakt van de beschikbare middelen dan in het voorgaande jaar.
4
Definitief | Gebruik subsidie- en fiscale instrumenten Agentschap NL in de S&Z-agrosectoren in 2010 | Oktober 2011
Tabel 2 – Overzicht EIA en MIA/Vamil (AgNL)
Fiscale regelingen
Beschikbaar budget (miljoen)
2009 Netto voordeel (miljoen)
Beschikbaar budget (miljoen)
2010* Netto voordeel (miljoen)
EIA**
€ 145,00
€ 14,18
€ 150,00
€ 6,81
MIA/Vamil
€ 168,00
€ 94,72
€ 168,00
€ 127,93
€ 313,00
€ 108,90
€ 318,00
€ 134,74
Totaal
* Het overzicht betreft geregistreerde 2010 meldingen EIA per 1 april 2011 en MIA/Vamil per 18 maart 2011 ** Het netto voordeel is ongeveer 11% van de toegekende investering (44% van de investeringskosten van energiebesparende bedrijfsmiddelen kan van de fiscale winst afgetrokken worden)
Voor wat betreft de fiscale instrumenten EIA en MIA/Vamil is tot de peildata (1 april 2011 resp. 18 maart 2011) aan de S&Z-agrosector een fiscale aftrek van EUR 134,74 miljoen toegekend . Ten opzichte van 2009 is er sprake van een stijging met 24% ten opzichte van 2009 (EUR 134,74 miljoen in 2010 t.o.v. EUR 108,90 miljoen in 2009), terwijl de beschikbare budgetten in de afgelopen jaren op een gelijk niveau zijn gebleven. Dit onderzoek heeft geleid tot enkele (interne) aanbevelingen die de beschikbaarheid van data en het gewenste inzicht in het gebruik van de instrumenten ondersteuning van S&Z-agrosectoren nog verder kunnen verbeteren. Daarnaast is het van cruciaal belang om in overleg met de opdrachtgever bij de opdrachtverstrekking te bepalen welke beleidsrelevante informatie de opdrachtgever jaarlijks van de uitvoerder (Agentschap NL) wenst te ontvangen. Agentschap NL kan hiermee dan bij het inregelen van deze instrumenten rekening houden. Door de opdracht/analyse jaarlijks te herhalen neemt het inzicht in de ontwikkeling van dit gebruik en in de effectiviteit van het overheidsinstrumentarium toe. De analyse en informatie krijgen hiermee beleidsrelevante betekenis. In overeenstemming met de opdrachtgever zal Agentschap NL voor de glastuinbouw op de verkregen data en informatie een nadere inhoudelijke analyse uitvoeren. Deze analyse, voorzien van conclusies en aanbevelingen zal binnenkort aan het Ministerie van EL&I worden uitgebracht. Tenslotte wil ik mijn dank uitspreken naar de collega’s binnen de verschillende afdelingen van Agentschap NL die door het aanleveren van informatie en gevoerde gesprekken, hebben bijgedragen aan de totstandkoming van deze rapportage. Bijzonder dank gaat uit naar mevrouw J. Visser-Bartelds en de heren A. Moerkerken en J. Alderden voor hun bijdragen in het leveren van de verschillende aanbevelingen en algehele ondersteuning bij de uitvoering van dit onderzoek.
5
Definitief | Gebruik subsidie- en fiscale instrumenten Agentschap NL in de S&Z-agrosectoren in 2010 | Oktober 2011
1 Inleiding In opdracht van het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I) heeft Agentschap NL1 het gebruik in het budgetjaar 2010 van zijn subsidie- en fiscale instrumenten geanalyseerd die door land- en tuinbouwbedrijven en agro-gerelateerde bedrijven zijn benut. Deze instrumenten zet het Rijk in voor het versterken van het innoverende vermogen en de verduurzaming van de S&Z-agrosector. Het onderzoek levert waardevolle informatie voor het beleid en de uitvoering daarvan, zoals over de penetratiegraad van de diverse instrumenten, de mate waarin de verschillende instrumenten (door diverse sectoren) worden benut en over de effecten van deze instrumenten op het innoverende vermogen en de verduurzamingsdoelstellingen van deze pijler onder de Nederlandse economie. Door deze meting jaarlijks te herhalen ontstaat in de tijd een scherp beeld van de werking van de diverse instrumenten, inclusief eventuele tekortkomingen en hiaten in het instrumentenpalet van de overheid. Hoofdstuk 1 geeft een inleiding op deze rapportage. Hoofdstuk 2 beschrijft de werkwijze en de aanpak. Hoofdstuk 3 geeft per subsidie en fiscale regeling naast algemene informatie meer specifieke informatie, zoals: de looptijd, de mate van uitputting, gesignaleerde knelpunten in de uitvoering en eventueel andere opvallende zaken. Daarnaast brengt dit hoofdstuk per instrument de resultaten van het onderzoek in beeld. Hoofdstuk 4 beschrijft conclusies en aanbevelingen van dit onderzoek. Hoofdstuk 5 bevat overzichten van de geanalyseerde regelingen.
1 Agentschap NL (onderdeel van het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie) stimuleert, in opdracht van de Rijksoverheid, duurzame economische groei door een brug te slaan tussen markt en overheid, zowel nationaal als internationaal. Bedrijven, kennisinstellingen en overheden kunnen bij Agentschap NL terecht voor advies, kennis en financiële ondersteuning.
6
Definitief | Gebruik subsidie- en fiscale instrumenten Agentschap NL in de S&Z-agrosectoren in 2010 | Oktober 2011
2 Werkwijze Na de LNV- opdrachtverstrekking is Agentschap NL in december 2010 gestart met de uitvoering van dit project. Er is gekozen voor een gestructureerde aanpak, waarbij in overleg met de secretarissen van S&ZAgrosectoren allereerst de relevante programma’s en regelingen zijn geïnventariseerd. Vervolgens is een format voor de aan te leveren data vastgesteld. Het aangeleverde format diende als leidraad voor de verzameling van gegevens. Doordat de diverse regelingen op punten verschillen als het gaat om registratie van gegevens was het noodzakelijk per regeling met de betreffende programmabeheerder aparte afspraken te maken. Voor de WBSO-regeling is gekozen voor een afwijkende benadering. Voor deze regeling is de inventarisatie gebaseerd op een aantal zorgvuldig geselecteerde trefwoorden. De verzamelde informatie is grotendeels gebaseerd op de zogenaamde BIK-2 en SBI-codes3. Hiermee is uiteindelijk een bestand met gevraagde informatie opgebouwd. De resultaten van deze inventarisatieronde zijn met de programmabeheerders die gevraagde informatie hebben aangeleverd besproken en op juistheid en volledigheid gecheckt. De verkregen overzichten zijn in een Excel bestand gezet, dat als basis is gebruikt voor deze rapportage en dat een goed uitgangspunt biedt voor het verzamelen van gegevens in volgende jaren. De toegevoegde waarde van deze Excel-database is dat de effectiviteit van de verschillende instrumenten voortschrijdend in de tijd kan worden gevolgd.
2 De Bedrijfsindeling Kamers van Koophandel (BIK-code) is de indeling die gebruikt wordt om de bedrijfsactiviteit van de onderneming in te kunnen delen. De BIK-code is een branch-code waarmee een groep van ondernemingen kan worden uitgeduid die een vergelijkbare activiteit hebben. 3 De Standaard Bedrijfsindeling (SBI) is een hiërarchische indeling (met behulp van codes) van economische activiteiten en geven een indruk van de kernactiviteit van de ondernemingen. Het CBS gebruikt de SBI onder meer om bedrijfseenheden in te delen naar hun hoofdactiviteit. Bij de WBSO-regeling worden bedrijven aan de hand van deze code geregistreerd (SBI’93).
7
Definitief | Gebruik subsidie- en fiscale instrumenten Agentschap NL in de S&Z-agrosectoren in 2010 | Oktober 2011
3 Resultaten inventarisatie instrumentgebruik agro-sectoren A. SUBSIDIE INSTRUMENTEN (Agentschap NL) Deze paragraaf geeft per instrument een overzicht van door Agentschap NL toegekende subsidies aan bedrijven in de onderscheiden agrarische sectoren en aan agro-gerelateerde MKB-ondernemingen. Subsidies zijn tijdelijke, veelal eenmalige bijdragen van de overheid aan (onderzoek-, ontwikkelings- en samenwerkings-) projecten, investeringen en (kennisoverdracht) activiteiten, waarmee zij de ambities op het terrein van onder meer innovatie-, milieu-, energie- en andere duurzaamheidsvraagstukken ondersteunt.
3.1
Energie Onderzoek Subsidie (EOS) website: www.agentschapnl.nl/eos
Met als doel het realiseren van een duurzame energievoorziening beoogt het programma Energie Onderzoek Subsidie (EOS) de technische kennis over energie-efficiency en duurzame energie uit te breiden door onderzoek van Nederlandse kennisinstellingen en bedrijven te steunen. EOS beslaat het traject van idee tot aan marktintroductie. Afhankelijk van het type project en de perspectieven van het project kan op verschillende EOS-regelingen een beroep worden gedaan. Met ingang van 2010 worden de speerpunten gebruikt uit de EOS herijking 2009. Deze staan beschreven in het vernieuwde EOS-onderzoeksprogramma, welke is te downloaden via de internetsite van het EOSprogramma.
EOS DEMO Demonstratie geeft subsidie aan projecten die voor Nederland nieuwe of vernieuwende technologieën demonstreren. Een demonstratieproject betreft een nieuw systeem, een nieuwe functie (met bestaande technologie), een nieuwe aanpak of een combinatie van nieuwe en bestaande technologieën. Een succesvolle demonstratie wordt doorgaans gevolgd door marktintroductie van de technologie, methode of systeem. De regeling is gericht op het realiseren van een duurzame energiehuishouding in Nederland. Het budget voor 2010 bedroeg EUR 7,2 miljoen en de openstelling van de subsidie was vanaf 1 januari tot en met 8 april 2010.
EOS KTO (Korte Termijn Onderzoek) Voor onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten (tot aan een eerste prototype) en haalbaarheidsstudies kan beroep worden gedaan op EOS KTO. Projecten moeten gericht zijn op onderzoek naar en ontwikkeling van producten, processen of diensten, moeten innovatief en duurzaam zijn en de Nederlandse economie een impuls geven. De regeling is bedoeld voor bedrijven, die in een project samenwerken met andere bedrijven of kennisinstellingen. Het totale budget voor 2010 bedroeg EUR 8,8 miljoen. De belangrijkste wijzigingen ten opzichte van de Tijdelijke subsidieregeling Korte Termijn Onderzoek (2008 en 2009) zijn hieronder aangegeven:
• •
Zowel Onderzoeks- en Ontwikkelingsprojecten (O&O-projecten) als Haalbaarheidsstudies. Indiening kan alleen plaatsvinden in vastgestelde periodes door bedrijven die samenwerken met andere bedrijven en/of kennisinstellingen. 8
Definitief | Gebruik subsidie- en fiscale instrumenten Agentschap NL in de S&Z-agrosectoren in 2010 | Oktober 2011
• • •
Projecten moeten passen binnen een speerpunt van het EOS-onderzoeksprogramma. Het subsidiepercentage is 25% voor het gedeelte van het O&O-project dat als ontwikkeling wordt gezien en 50% voor het gedeelte dat als onderzoek wordt gezien. Een toeslag op het subsidiepercentage is mogelijk bij O&O-projecten: 10% voor de deelnemer die MKB-er is, 10% voor het gehele project als een Nederlandse kennisinstelling deelneemt of één van de deelnemers gevestigd is in een lidstaat van de Europese Unie, en niet behoort tot de groep van een in Nederland gevestigde deelnemer de subsidie voor haalbaarheidsstudies is 50% van de projectkosten en 40% voor niet MKB-ers voorafgaand aan experimentele ontwikkeling.
In 2010 waren de volgende budgetten hiervoor beschikbaar: • Haalbaarheidsprojecten – EUR 0,8 mln., openstelling van 11 februari tot en met 14 oktober 2010; • Onderzoeksprojecten – EUR 8,0 mln., openstelling van 1 januari tot en met 26 augustus 2010.
EOS LT (Lange Termijn Onderzoek) De regeling Energie Onderzoek SUBSIDIE; Lange Termijn (EOS LT) is bedoeld voor onderzoek naar een toekomstige duurzame energietechnologie. Deze regeling geeft financiële ondersteuning aan veelbelovende onderzoeken die op termijn leiden tot een duurzame energiehuishouding. Projecten moeten de Nederlandse kennispositie versterken, de economie een krachtige en duurzame impuls geven en de weg vrijmaken voor marktintroductie. De regeling Energie Onderzoek Subsidie: Lange Termijn (EOS: Lange Termijn) ECN Consortia geeft financiële ruimte aan onderzoekers met veelbelovende plannen die op termijn leiden tot een duurzame energiehuishouding. Bij dit onderdeel van de subsidieregeling gaat het om projectvoorstellen die door samenwerkingsverbanden worden ingediend. Uitsluitend de projecten die passen in bepaalde onderdelen van het onderzoeksprogramma en in nauwe samenwerking met ECN komen hiervoor in aanmerking. Het gaat om onderzoek dat de Nederlandse kennispositie versterkt en de weg vrijmaakt voor de introductie van innovatieve energietechnologieën. Onderzoek dat de economie een krachtige en duurzame impuls geeft. In 2010 waren hiervoor de volgende budgetten beschikbaar: EOS LT – EUR 8,5 mln., openstelling van 1 januari tot en met 4 maart 2010; • EOS LT ECN Consortia – EUR 4 mln., openstelling van 1 januari tot en met 4 maart 2010. •
EOS NEO (Nieuw Energie Onderzoek) Met de subsidieregeling EOS: Lange Termijn nieuw energieonderzoek (EOS NEO) wil het Ministerie van Economische Zaken energieonderzoek stimuleren dat niet-conventioneel en nieuw is en dat bijdraagt aan een schone, betrouwbare en betaalbare energiehuishouding. Het gaat hier om de hele keten, van bron, via conversie en transport, tot gebruik. Projecten moeten de potentie hebben om uit te groeien tot een nieuw energieonderzoeksgebied of een nieuwe richting binnen een bestaand energieonderzoeksgebied. In 2010 waren de volgende budgetten hiervoor beschikbaar: Haalbaarheidsprojecten (NEOH) – EUR 0,5 mln., openstelling van 1 januari tot en met 14 oktober • 2010; Onderzoeks- en Ontwikkelingsprojecten (NEO) – EUR 1,0 mln., openstelling van 1 januari tot en • met 9 september 2010;
9
Definitief | Gebruik subsidie- en fiscale instrumenten Agentschap NL in de S&Z-agrosectoren in 2010 | Oktober 2011
Tabel 3 – Overzicht EOS regeling 2010 Regeling
Toegekende Beschikbaar aanvragen budget (miljoen)
Totaal toegekend budget (miljoen)
S&Zagrosectoren toegekend
Toegekend budget (miljoen)
DEMO 2010
14
€ 7,20
€ 7,20
3
€ 1,28
KTO 2010
12
€ 8,00
€ 8,00
0
€ 0,00
KTOH 2010
21
€ 0,80
€ 0,80
1
€ 0,03
LT 2010
14
€ 12,50
€ 12,35
1
€ 1,18
NEO 2010
10
€ 1,00
€ 1,00
0
€ 0,00
NEOH 2010 Totaal
12
€ 0,50
€ 0,50
1
€ 0,05
83
€ 30,00
€ 29,85
6
€ 2,54
Grafiek 1 – EOS toegekende aanvragen 2010 (83 aanvraag) Toegekende aanvragen (83 aanvragen)
NEOH 2010; 12 € 0,50 mln.
DEMO 2010; 14 € 7,20 mln.
NEO 2010; 10 € 1,00 mln.
KTO 2010; 12 € 8,00 mln.
KTOH 2010; 21 € 0,80 mln.
LT 2010; 14 € 12,35
Grafiek 2 – EOS toegekende budgetten S&Z-aanvragen (6 aanvragen) Toegekend budget € 2,54 mln.
NEOH 2010; 1; € 0,05 mln.
DEMO 2010; 3; € 1,28 mln.
LT 2010; 1; € 1,18 mln.
KTOH 2010; 1; € 0,03 mln.
In het kader van de EOS-regeling 2010 zijn in totaal 83 aanvragen met een totale bijdrage van EUR 29,85 miljoen toegekend. Een EOS-project gaat gepaard met grote investeringen met in potentie aanzienlijke energiebesparingen en energie-efficiencyverbeteringen.
10
Definitief | Gebruik subsidie- en fiscale instrumenten Agentschap NL in de S&Z-agrosectoren in 2010 | Oktober 2011
Van de 18 vanuit de land- en tuinbouw en VGI-sector ingediende aanvragen zijn er zes aanvragen met een totale bijdrage van EUR 2,54 miljoen toegekend. De verslechterde economische omstandigheden hebben mogelijk geleid tot uitstel of annuleren van vernieuwende projecten. Daarnaast is het mogelijk dat projecten die in aanmerking komen voor de EOSregeling worden ingediend bij andere regelingen (zoals de MEI-regeling). Deze regelingen zijn niet binnen de scoop van deze opdracht meegenomen. Een overzicht van de toegekende S&Z-projecten is in Bijlage 1 terug te vinden.
3.2
Innovatie Agenda Energie (IAE) website: www.agentschapnl.nl/innovatieagenda-energie
Voor de structurele verduurzaming van de energievoorziening is het bestaande beleid van stapsgewijze verbeteringen niet genoeg. Er zijn ingrijpende veranderingen nodig. Dat vraagt om een beter gebruik van de kennis die er is en om vernieuwend ondernemerschap. Daarom heeft de Rijksoverheid in 2008 de Innovatieagenda Energie laten opstellen. Voor de Innovatieagenda Energie is EUR 438,0 miljoen beschikbaar gesteld in de periode van 2008-2012. Innovatie speelt een grote rol bij het realiseren van verduurzaming van de energievoorziening. Er zijn veel factoren die innovatie belemmeren. De Rijksoverheid heeft de ambitie om deze belemmeringen zo veel mogelijk op te heffen, en de innovatiemotoren in deze sectoren op gang te brengen of beter te laten draaien. De Rijksoverheid wil met de Innovatieagenda Energie een bijdrage leveren aan: de transitie naar een duurzame energievoorziening in Nederland; • 30% minder uitstoot van broeikasgassen in 2020 vergeleken met 1990; • verbetering van de energie-efficiency met 2% per jaar; • realisatie van een aandeel van 20% aan hernieuwbare bronnen in 2020; • het versterken van de positie van het Nederlandse bedrijfsleven en de Nederlandse • kennisinstellingen in de energiewereldmarkt; meer innovatieve ondernemers in de energiesector. •
De Innovatieagenda Energie richt zich op: onderzoek naar en ontwikkeling van nieuwe duurzame technieken en systemen; • toepassen van nieuwe duurzame energiesystemen en daarvan leren, zodat de complexiteit • afneemt en de kosten dalen; inpassen van duurzame systemen door het wegnemen van belemmeringen. • De Innovatieagenda Energie kent diverse regelingen die ieder zijn gericht op een van de acht thema’s: Groene Grondstoffen, Nieuw Gas, Duurzame Elektriciteitsvoorziening, Duurzame Mobiliteit, Ketenefficiency, Gebouwde Omgeving, Kas als Energiebron en Interconnectief. In 2010 zijn vier projecten met S&Z-agrorelevantie getraceerd (Bijlage 2). Voor deze vier projecten is EUR 1,48 miljoen subsidie toegekend.
11
Definitief | Gebruik subsidie- en fiscale instrumenten Agentschap NL in de S&Z-agrosectoren in 2010 | Oktober 2011
3.3
Stimuleringregeling Duurzame Energieproductie (SDE) website: www.agentschapnl.nl/sde
Iedereen die energie wil produceren op een manier die het milieu nauwelijks belast, kan gebruik maken van de Stimuleringregeling Duurzame Energieproductie (SDE). Het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie ondersteunt met deze regeling projecten die nog net niet uit de kosten komen. Duurzame energie is energie die niet wordt opgewekt door fossiele brandstoffen (zoals aardolie, aardgas of steenkool) te verbranden, maar door schone, onuitputtelijke bronnen. Duurzame energie wordt daarom ook wel hernieuwbare energie genoemd. De Stimuleringsregeling Duurzame Energieproductie bevatte in 2010 de onderstaande thema’s: Windenergie op land; • Zon-PV (klein en groot); • Afvalverbranding; • Stortgas of biogas uit AWZI/RWZI; • Biomassa; • Waterkracht; • Warmtekrachtkoppeling (WKK); • Voor de bovenstaande categorieën gelden een subsidieperiode van 12 of 15 jaar. Het totale SDE-budget voor 2010 bedroeg EUR 2.126 miljoen. Tabel 4 – Budgetten SDE regeling 2010 Gepubliceerd budget (miljoen)
Categorie Hernieuwbare elektriciteit Windenergie op land
€ 937,0
Zon-PV klein (1,0 - 15 kWp)
€
69,0
Zon-PV groot (15 – 100 kWp)
€
24,0
Afvalverbranding
€ 238,0
Stortgas of biogas uit AWZI/ RWZI
€
Biomassa
€ 400,0
13,0
Waterkracht
€
Warmtekrachtkoppeling
€ 168,0
63,0
Hernieuwbare gas Stortgas of biogas uit AWZI/ RWZI
€
Biomassa
€ 190,0
Totaal SDE 2010
24,0
€ 2.126,0
Omdat categorieën waterkracht en stortgas of biogas uit AWZI/ RWZI niet van toepassing zijn op de landbouwsectoren, zijn deze verder buiten beschouwing gelaten.
12
Definitief | Gebruik subsidie- en fiscale instrumenten Agentschap NL in de S&Z-agrosectoren in 2010 | Oktober 2011
Tabel 5 – Overzicht SDE regeling 2010 (S&Z gerelateerde categorieën)*
Aantal toezeggingen
Categorie Windenergie op land Zon-PV klein (1,0 - 15 kWp) Zon-PV groot (15 - 100 kWp) Afvalverbranding Biomassa Warmtekrachtkoppeling Totaal SDE 2010
Toegezegd vermogen (MW)
Toegezegd budget (miljoen)
Gepubliceerd budget (miljoen)
66
464
€ 883,20
€ 937,00
4.218
20
€ 68,50
€ 69,00
131
5
€ 24,00
€ 24,00
4
54
€ 147,80
€ 238,00
36
47
€ 590,00
€ 590,00
0
0
€ 0,00
€ 168,00
4.455
590
€ 1.713,50
€ 2.026,00
* Het overzicht betreft geregistreerde aanvragen SDE 2010 (peildatum 1 maart 2011). De aanname is dat van de alle ZonPV groot projecten 75% binnen de Landbouwsector valt.
Grafiek 3 – Toegekende subsidie 2010 (S&Z gerelateerde categorieën)* Toegekende subsidie en toegezegd vermogen
Afvalverbranding; 54MW € 147,8 mln
Biomassa; 47MW € 590,0 mln
Zon-PV groot ; 5MW € 24,0 mln
Zon-PV klein; 20MW € 68,5 mln
Windenergie op land; 464MW € 883,2 mln
* De grafiek betreft toegekende aanvragen SDE 2010 (peildatum 1 maart 2011)
In het kader van deze regeling zijn in 2010 ruim 53.000 aanvragen ingediend, waarvan er 4.457 zijn gehonoreerd (Jaarbericht 2010 SDE en MEP, peildatum 1 maart 2011). Aan deze toegekende aanvragen is in totaal een subsidiebudget van EUR 1.768,5 miljoen toegekend. Van deze toegekende aanvragen is in totaal een subsidiebedrag van EUR 1.713,5 miljoen aan de S&Z gerelateerde categorieën toegekend. Het grootste budget van deze regeling is naar ‘Windenergie op land’ gegaan (EUR 883,2 miljoen).
3.4
Subsidieregeling Milieu en Technologie (M&T) website: www.agentschapnl.nl/milieutechnologie
In totaal was in 2010 EUR 5 miljoen subsidie beschikbaar voor innovatieve milieu-innovaties van MKBbedrijven in de industrie. Zowel projecten ter voorbereiding van de marktintroductie (marktonderzoek, partners zoeken, onderzoek naar verdere financiering, etc.) als technische projecten (ontwikkeling, haalbaarheid) zijn ondersteund. De subsidieregeling was opengesteld van 1 januari tot en met 8 september 2010.
13
Definitief | Gebruik subsidie- en fiscale instrumenten Agentschap NL in de S&Z-agrosectoren in 2010 | Oktober 2011
Tabel 6 – Overzicht M&T regeling S&Z-agrosectoren Titel
Doelstelling
R&D v. componenten voor landbouw machines tbv minder gebruik meststoffen en bestrijdingsmiddelen Niet-technische aspecten van high pressure processing van voedingsmiddelen
Het gebruik van een sensorsysteem om de precieze dosering van mest en bestrijdingsmiddelen te bepalen. Het onderzoeken van de niet-technische belemmeringen van de introductie van een nieuwe techniek om onder hoge druk c.q. energiearm te kunnen pasteuriseren.
Innovatief algenteeltsysteem voor de productie van duurzame grondstoffen voor de industrie
Een aangepaste manier om algen te kweken. Dit is een niet-technisch project om de markt in kaart te brengen.
Plantaardig impregneermiddel voor textiel- en lederwaren in spuitbus op milieuvriendelijk drijfgas.
Het zoeken naar een biologische vervanger voor chemicaliën die voor het impregneren van leder worden gebruikt.
Ontwikkeling milieuvriendelijk product om onkruidgroei binnen de gewassenteelt tegen te gaan
Een milieuvriendelijke manier om onkruidgroei tegen te gaan. Gebaseerd op het lichtdicht afsluiten van de bodem.
E-ster electronenstralen voor effectieve ontsmetting van groentezaden
De ontwikkeling van laag energetische elektronenstralen voor het ontsmetten van zaden.
Toegekende subsidie
€
96.250
€ 62.000
€
79.493
€ 82.500
€ 188.175
€
60.700
€ 569.118
In 2010 zijn zes projecten (tabel 6) met S&Z-agrorelevantie getraceerd. Voor deze zes projecten is EUR 0,57 miljoen subsidie toegekend (ofwel 11% van beschikbaar budget).
3.5
Innovatievouchers website: www.agentschapnl.nl/innovatievouchers
Met een innovatievoucher kan een ondernemer een kennisvraag over het vernieuwen van een product, proces of dienst laten beantwoorden. Ook kan een voucher ingezet worden om de kosten van het aanvragen en verkrijgen van een octrooi te vergoeden. Innovatievouchers moeten worden besteed bij publieke kennisinstellingen, zoals universiteiten, hogescholen en onderzoeksinstellingen die zijn opgenomen op een speciaal daarvoor samengestelde lijst. Op deze lijst zijn tal van onderzoeks-, onderwijs- en kennisinstellingen opgenomen die zijn verbonden met de agrarische, meer specifiek de glastuinbouwsector. Een innovatievoucher kan breed worden ingezet voor bijvoorbeeld literatuur- en marktonderzoek, procesautomatisering, innovatiestrategie, veredeling, en andere kennisvragen. De regeling beoogt innovatie te stimuleren, het kennisniveau te verbeteren en te diepen, en het leggen van verbindingen tussen bedrijven en onderzoek(instellingen). Sinds 2008 kunnen ook bedrijven uit de primaire landbouw vouchers bij Agentschap NL aanvragen. Ook in 2010 waren er twee soorten vouchers beschikbaar; ‘kleine’ vouchers ter waarde van EUR 2.500,en ‘grote’ vouchers ter waarde van EUR 7.500,- Voor de grote vouchers geldt een eigen bijdrage van de ondernemer van minimaal een derde van het totale bedrag. In de eerste maanden van 2010 is het budget voor 2010 uitgeput.
14
Definitief | Gebruik subsidie- en fiscale instrumenten Agentschap NL in de S&Z-agrosectoren in 2010 | Oktober 2011
Tabel 7 – Innovatievouchers 2010 S&Z-agrosectoren
LNV (SBI-code 01 en 02)
Aantal aanvragen
Aantal verleende aanvragen
Kennis-groot
309
149
Kennis-klein
475
399
Octrooi-groot
10
6
Octrooi-klein
11
6
805
560
Totaal
In het kader van deze regeling zijn in 2010 in totaal 805 land- en tuinbouw en bosbouw gerelateerde aanvragen gemeld. Van deze 805 aangemelde aanvragen zijn in totaal 560 vouchers met een financiële claim van EUR 1,30 miljoen toegekend aan land- en tuinbouw en bosbouw gerelateerde bedrijven.
3.6
Sterktes in de Regio (ofwel Pieken in de Delta PID) website: www.agentschapnl.nl/pid
Het centrale uitgangspunt van de Subsidieregeling Pieken in de Delta is het stimuleren van gebiedsspecifieke economische sterkten in zes Nederlandse gebieden: het uitbouwen en versterken van clusters die belangrijk zijn om van Nederland een concurrerende en dynamische economie te maken in een sterk en innovatief Europa. Via PID kunnen (samenwerkingsverbanden van) bedrijven, decentrale overheden (o.a. gemeenten), onderzoeks- en onderwijsinstellingen subsidie aanvragen voor een groot aantal activiteiten die het ondernemers- en vestigingsklimaat in Nederland versterken. In 2010 hebben twee tenders gelopen. De eerste tender van 2010 was geopend van 15 maart tot en met 27 april 2010 en de tweede tender van 2010 was geopend van 4 oktober tot en met 12 november 2010. De pieken zijn geografisch ingedeeld in zes programmagebieden: 1. Noordvleugel van de Randstad (Noord-Holland, Utrecht, Flevoland): richt zich op de versterking van de creatieve industrie, toerisme en congressen, logistiek, life sciences en zakelijke dienstverlening en kennisnetwerken in de Noordvleugel van de Randstad. 2. Zuidvleugel van de Randstad (Zuid-Holland): richt zich op de versterking van het Haven en Industrie Complex, toeleveranciers van de glastuinbouw, het life sciences cluster en Den Haag internationaal. 3. Noord-Nederland (Groningen, Friesland, Drenthe): richt zich op energie, water, sensortechnologie en agribusiness in Noord-Nederland. Voor het programma Noord-Nederland (provincies Friesland, Groningen en Drenthe) kunt u een subsidieaanvraag indienen bij het Samenwerkingsverband Noord Nederland (SNN), 4. Oost-Nederland (Gelderland en Overijssel): richt zich op de versterking van de kennisconcentraties Food & Nutrition, Health en Technologie in Oost-Nederland. 5. Zuidoost-Nederland (Limburg en Oost- en Midden-Brabant): richt zich op de ontwikkeling van high tech systemen en materialen, food en nutrition, life sciences en medische technologie in Zuidoost-Nederland. 6. Zuidwest-Nederland (Zuidwest Brabant en Zeeland): richt zich op de versterking van het toerisme, logistiek, maintenance (procesindustrie) in Zuidwest-Nederland.
15
Definitief | Gebruik subsidie- en fiscale instrumenten Agentschap NL in de S&Z-agrosectoren in 2010 | Oktober 2011
De regeling Pieken in de Delta ondersteunt twee soorten projecten: 1. Gebiedsgerichte projecten: deze projecten moeten bijdragen aan de versterking van het ondernemers- en vestigingsklimaat en het organiserende vermogen van de regio versterken; 2. Gebiedsgerichte innovatieprojecten: deze projecten moeten nieuw zijn voor Nederland. Ook moeten ze een bijdrage kunnen leveren aan duurzame economische groei in Nederland. Een gebiedsgericht innovatieproject heeft betrekking op industrieel onderzoek en/of experimentele ontwikkeling. Ook is het mogelijk om subsidie aan te vragen voor combinatieprojecten (een combinatie van 1 en 2). Er zijn voor de regeling ‘Sterktes in de Regio’ 14 S&Z-projecten gehonoreerd. Deze 14 projecten hebben een budget van EUR 27,18 miljoen geclaimd. Bijlage 3 geeft een overzicht van de toegekende en afgewezen (S&Z-agrosectoren) projecten in het budgetjaar 2010.
3.7
Innovatie Prestatie Contracten (IPC) website: www.agentschapnl.nl/ipc
De subsidieregeling Innovatie Prestatie Contracten (IPC) is bedoeld voor meerjarige innovatietrajecten van groepen van 15 - 35 MKB-ondernemers met een gezamenlijke focus en waarbij samenwerking en kennisoverdracht centraal staan. Het totale budget voor de IPC-regeling voor 2010 bedroeg EUR 30 miljoen. De aanvragen voor IPC-subsidie worden door Agentschap NL behandeld en beoordeeld. Agentschap NL werkt samen met Syntens, het innovatienetwerk voor ondernemers. Vanuit de S&Z-agrosectoren (incl. VGI) zijn zes projecten in het kader van deze regeling gehonoreerd. Voor deze zes projecten is een budget ad. EUR 0,30 miljoen toegekend.
16
Definitief | Gebruik subsidie- en fiscale instrumenten Agentschap NL in de S&Z-agrosectoren in 2010 | Oktober 2011
B. FISCALE INSTRUMENTEN (Agentschap NL) Fiscale instrumenten zijn een tweede vorm waarmee het Rijk gewenste ontwikkelingen stimuleert. Deze instrumenten worden ook wel fiscale ‘bijdrage’ of fiscale ‘stimulans’ genoemd. Bij deze vorm van financiële ondersteuning kan de ondernemer een bedrag in mindering brengen op het belastbare inkomen en daarmee zijn fiscale winst en belastingdruk verlagen. De fiscale bijdrage kan hij overigens combineren met een (project)subsidie. Om gebruik te kunnen maken van de instrumenten moet er echter wel sprake zijn van (fiscale) winst. Bij het ontbreken van fiscale winst, wat in de afgelopen jaren bij veel land- en tuinbouwbedrijven het geval was, ontviel voor de ondernemer de aantrekkelijkheid van deze regeling en ontbrak de prikkel tot het doen van milieu- en energiesparende investeringen.
In deze paragraaf volgt een overzicht van verschillende fiscale instrumenten die het Agentschap NL beheert. De informatie heeft een voorlopig karakter, omdat aanvragen voor deze regelingen tot 1 april 2011 kunnen worden ingediend en de informatie pas nadien kan worden gecompleteerd.
3.8
Energie-investeringsaftrek (EIA) website: www.agentschapnl.nl/eia
De Energie-investeringsaftrek (EIA) is een fiscale regeling van de Ministeries van Financiën en Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. Met de EIA wil de overheid het Nederlandse bedrijfsleven aansporen tot energiebesparing en toepassing van duurzame energie. Ondernemers die investeren in deze opties kunnen 44% (peildatum 2010) van de (toegekende) investeringskosten aftrekken van de fiscale winst. Het directe financiële voordeel is afhankelijk van het belastingpercentage. Het bedraagt ongeveer 11% van de goedgekeurde investeringskosten. De EIA kan toegepast worden naast de ‘gewone’ investeringsaftrek. Het budget voor 2010 bedroeg EUR 150,0 miljoen. Jaarlijks wordt de energielijst herzien. Naast de groslijst van generieke bedrijfsmiddelen die voor investeringsaftrek in aanmerking komen, zijn voor de glastuinbouw binnen de regeling de categorieën specifieke bedrijfsmiddelen (schermen, WKK, rookgasreiniger) en diverse bedrijfsmiddelen onderscheiden. De land- en tuinbouw gerelateerde investeringsactiviteiten zijn op basis van de BIK-codes (Bedrijfsinformatie-codes) uit het totale EIA-bestand geselecteerd. Ter beschikking gestelde informatie voor dit rapport is geselecteerd aan de hand van locatie BIK codes (d.w.z. locatie waar de investering heeft plaatsgevonden), hierbij is er vanuit gegaan dat deze juist zijn opgegeven. De cijfers in dit rapport/ overzicht kunnen niet vergeleken worden met andere monitoringscijfers. Dit in verband met andere peildatum en andere opzet van monitoring. De categorie ‘EIA divers’ heeft betrekking op de investeringen in de verwerkende industrie (vlees, groente en fruit), de zuivel- en suikerindustrie. In onderstaande tabellen en grafieken zijn de resultaten samengevat.
17
Definitief | Gebruik subsidie- en fiscale instrumenten Agentschap NL in de S&Z-agrosectoren in 2010 | Oktober 2011
Tabel 8 – Financieel overzicht EIA 2010 S&Z-agrosectoren (toegekende budgetten)*
Aantal aanvragen
Onderwerp EIA Glastuinbouw EIA Landbouw en Jacht EIA Bosbouw EIA Diversen Totaal
Gemeld investeringsbedrag (miljoen)
Toegekend bedrag (miljoen)
Netto voordeel EIA 2010** (miljoen)
324
€ 41,44
€ 19,18
€ 2,11
1.040
€ 36,11
€ 27,58
€ 3,03
23
€ 0,37
€ 0,31
€ 0,03
337
€ 47,69
€ 14,84
€ 1,63
1.724
€ 125,60
€ 61,91
€ 6,80
* Het overzicht betreft geregistreerde meldingen EIA 2010 t/m 1 april 2011, waarbij aangetekend dat het aantal meldingen hoger ligt omdat een melding voor een investering niet per vennoot / maat wordt weergegeven ** Het netto voordeel is ongeveer 11% van de toegekende investering (44% van de investeringskosten van energiebesparende bedrijfsmiddelen kan van de fiscale winst afgetrokken worden) (peildatum 2010)
Grafiek 4 – Toegekend investeringsbedrag EIA 2010 S&Z-agrosectoren
Toegekend bedrag (Totaal € 61,91 mln.) EIA Diversen; € 14,84 mln.
EIA Glastuinbouw; € 19,18 mln.
EIA Bosbouw; € 0,31 mln.
EIA Landbouw en Jacht; € 27,58 mln.
Tabel 9 – Overzicht EIA 2010 t.o.v. 2009 (S&Z-sectoren) 2010 Gemeld investeringsAantal bedrag aanvragen (miljoen)
Onderwerp EIA Land- en tuinbouw EIA Bosbouw
1.364 23
Totaal
1.387
2009 Gemeld Gemiddelde investerings- Gemiddelde investeringen Aantal bedrag investeringen (miljoen) aanvragen (miljoen) (miljoen)
€ 77,55
0,06
2.082
€
0,37
0,02
6
€ 77,92
0,06
2.088
€ 80,60
0,04
€
0,12
0,02
€ 80,72
0,04
* Het overzicht betreft geregistreerde meldingen EIA t/m 1 april 2011 (EIA 2010) resp. 8 april 2010 (EIA 2009)
18
Definitief | Gebruik subsidie- en fiscale instrumenten Agentschap NL in de S&Z-agrosectoren in 2010 | Oktober 2011
De cijfers 2010 voor de S&Z-agrosectoren laten een lager aantal EIA-investeringsmeldingen zien dan over het fiscale jaar 2009. In totaal zijn er over het fiscale jaar 2010 (peildatum 1 april 2011) 1.364 land- en tuinbouw (incl. glastuinbouw) en 23 bosbouw EIA-aanvragen gemeld. In 2009 ging het op basis van de cijfers, die op de peildatum 8 april 2010 beschikbaar waren, om 2.082 meldingen vanuit de land- en tuinbouw en 6 meldingen uit de bosbouw. De economische crisis en verslechterde inkomsten van veel land- en tuinbouwbedrijven lijken hiervoor de verklarende factoren. Ook het gemelde investeringsbedrag van land- en tuinbouw voor 2010 is op een lager niveau uitgekomen (EUR 77,55 mln. in 2010 t.o.v. EUR 80,60 mln. in 2009) terwijl het gemelde investeringsbedrag voor bosbouw op een hoger niveau is uitgekomen (EUR 0,37 mln. in 2010 t.o.v. EUR 0,12 mln. in 2009). Een uitgebreid overzicht van EIA aanvragen per ultimo 1 april 2011 is in Bijlage 4 terug te vinden.
3.9
Milieu-investeringsaftrek (MIA) en Willekeurige afschrijving Milieuinvesteringen (Vamil) website: www.agentschapnl.nl/vamil_mia
De Milieu-investeringaftrek (MIA) en Willekeurige afschrijving Milieu-investeringen (Vamil) zijn twee fiscale aftrekregelingen, die ondernemers kunnen benutten voor investeringen in bepaalde milieuvriendelijke technieken en apparatuur uit de MIA/Vamil Milieulijst. Deze Milieulijst wordt jaarlijks geactualiseerd en vastgesteld. Het doel van de MIA is het stimuleren van investeringen in milieuvriendelijke apparatuur door het Nederlandse bedrijfsleven. Het doel van de Vamil is het stimuleren van de marktintroductie van milieuvriendelijke bedrijfsmiddelen. De MIA biedt ondernemers die investeren in milieuvriendelijke bedrijfsmiddelen een extra belastingaftrek. Tot 40 procent van het investeringsbedrag mag worden afgetrokken van de fiscale winst. Het percentage van de aftrek is afhankelijk van de milieueffecten en de gangbaarheid van het bedrijfsmiddel. Het voordeel per bedrijfsmiddel is in de Milieulijst door middel van een lettercode weergegeven. Als een bedrijfsmiddel wordt aangeschaft waarvan de code in de Milieulijst begint met een A, B, D, E, F of G mag 15%, 30% of zelfs 40% van het investeringsbedrag extra ten laste worden gebracht van de winst over het kalenderjaar waarin het bedrijfsmiddel is aangeschaft. Voor MIA is in 2010 een budget van EUR 113,0 miljoen beschikbaar. De Vamil biedt een liquiditeits- en rentevoordeel. Ondernemers die Vamil voor een bedrijfsmiddel toepassen mogen dit bedrijfsmiddel willekeurig ofwel vrij afschrijven. De lettercode bij het bedrijfsmiddel in de Milieulijst bepaalt of Vamil toegepast kan worden. Begint de code op de Milieulijst met een A, B, C of F dan is voor dat bedrijfsmiddel willekeurige afschrijving mogelijk. Voor Vamil is in 2010 een budget van EUR 55,0 miljoen beschikbaar. Agentschap NL en de Belastingdienst voeren de MIA- en Vamil regeling uit. Agentschap NL neemt hierbij de procedurele en inhoudelijke controle van de meldingen voor zijn rekening. De Belastingdienst controleert de belastingaangifte en neemt een besluit over het al dan niet toekennen van de fiscale faciliteit. In verband met de economische crisis heeft het kabinet extra geld voor de jaren 2009 en 2010 beschikbaar gesteld, waaronder EUR 30,0 miljoen per jaar voor de MIA/Vamil-regelingen. Dit extra MIA/Vamil-budget heeft al in 2009 gevolgen gehad voor de samenstelling van de Milieulijst en de hoogte van de voordeelpercentages.
19
Definitief | Gebruik subsidie- en fiscale instrumenten Agentschap NL in de S&Z-agrosectoren in 2010 | Oktober 2011
Tabel 10 – Overzicht MIA/Vamil regelingen 2010 S&Z-agrosectoren* Gemeld Aantal investeringsmeldingen bedrag (miljoen)
Sector Landbouw (BIK H1) Bosbouw (BIK H2)
10.020
€ 1.007,10
€ 0,10
€ 1,76
€ 0,07
27
Anders
61 Totaal 2010:
10.108
Gemiddeld meldingsbedrag (miljoen)
€ 11,94
€ 0,20
€ 1.020,79
€ 0,10
* Het overzicht betreft geregistreerde MIA/Vamil meldingen 2010 t/m 18 maart 2011
Tabel 11 – MIA/Vamil regelingen 2010 S&Z-agrosectoren* Aantal aanvragen
1.316 83 243 13 256
Sector
Akkerbouw Fruitteelt Glastuinbouw Dienstverlening
Gemeld investeringsbedrag (miljoen)
MIA netto- Vamil netto- Totaal nettovoordeel voordeel voordeel (miljoen) (miljoen) (miljoen)
€ 50,06
€ 3,69
€ 0,37
€ 4,06
€ 3,37
€ 0,29
€ 0,12
€ 0,41
€ 75,45
€ 7,05
€ 3,02
€ 10,07
€ 3,41
€ 0,12
€ 0,12
€ 0,24
€ 25,97
€ 2,28
€ 1,03
€ 3,31
1.755
Veehouderij Melkveehouderij (rundvee- en melkgeitenhouderij
€ 211,23
€ 19,61
€ 8,20
€ 27,81
2.501
Varkenshouderij
€ 276,10
€ 25,28
€ 10,62
€ 35,91
1.479
Pluimveehouderij
€ 217,73
€ 19,72
€ 8,21
€ 27,94
€ 17,17
€ 1,19
€ 0,15
€ 1,34
€ 126,61
€ 10,32
€ 4,89
€ 15,20
192
Tuinbouw (bloembollen)
2.182
Overige
27
Bosbouw
61
Anders
10.108
€ 1,76
€ 0,13
€ 0,03
€ 0,17
€ 11,94
€ 1,08
€ 0,38
€ 1,47
€ 1.020,79
€ 90,78
€ 37,15
€ 127,93
* Het overzicht betreft geregistreerde MIA/Vamil meldingen 2010 t/m 18 maart 2011
Voor de S&Z-agrosectoren (inclusief VGI sector) ligt het totale aantal MIA/Vamil toegekende meldingen in 2010 op 10.108 (geregistreerd MIA/Vamil meldingen 2010 tot en met 18 maart 2011). Het totale nettovoordeel van deze aanvragen bedraagt EUR 127,93 miljoen. Het hoogste aantal meldingen komt uit de varkenshouderij (2.501). Deze 2.501 gemelde investeringen hebben in totaal EUR 35,91 miljoen geclaimd.
20
Definitief | Gebruik subsidie- en fiscale instrumenten Agentschap NL in de S&Z-agrosectoren in 2010 | Oktober 2011
Grafiek 5 – Gemelde investeringen 2010 S&Z-agrosectoren (10.108 aanvragen) Gemelde investeringen (€ 1.020,79 mln.) Anders € 11,94 mln.
Akkerbouw € 50,06 mln.
Fruitteelt € 3,37 mln.
Bosbouw € 1,76 mln.
Glastuinbouw € 75,45 mln.
Overige € 126,61 mln.
Dienstverlening € 3,41 mln. Veehouderij € 25,97 mln.
Tuinbouw (bloembollen); € 17,17 mln.
Melkveehouderij € 211,23 mln. Pluimveehouderij € 217,73 mln.
Varkenshouderij € 276,10 mln.
Grafiek 6 – Nettovoordeel MIA/Vamil 2010 S&Z-agrosectoren (10.108 aanvragen) Netto-voordeel MIA/ Vamil (€ 127,93 mln.)
Bosbouw € 0,17 mln.
Anders € 1,47 mln.
Akkerbouw € 4,06 mln.
Glastuinbouw € 10,07 mln. Dienstverlening € 0,24 mln.
Overige € 15,20 mln.
Veehouderij € 3,31 mln.
Tuinbouw (bloembollen) € 1,34 mln. Pluimveehouderij € 27,94 mln.
Fruitteelt € 0,41 mln.
Melkveehouderij € 27,81 mln. Varkenshouderij € 35,91 mln.
21
Definitief | Gebruik subsidie- en fiscale instrumenten Agentschap NL in de S&Z-agrosectoren in 2010 | Oktober 2011
Tabel 12 – MIA/Vamil regelingen 2010 t.o.v. 2009 (S&Z-agrosectoren/ excl. VGI)* 2010 2009 Gemeld Gemeld investerings- Gemiddelde investerings- Gemiddelde Aantal bedrag investeringen Aantal bedrag investeringen Onderwerp aanvragen (miljoen) (miljoen) aanvragen (miljoen) (miljoen) MIA/Vamil Landbouw MIA/Vamil Bosbouw en Visserij Totaal
10.020
€
1.007,10
0,10
5.456
€
711,89
0,13
27
€
1,76
0,07
127
€
12,59
0,10
€ 1.008,86
0,10
5.583
€ 724,48
0,13
10.047
* Het overzicht betreft geregistreerde MIA/Vamil meldingen 2010 per 18 maart 2011 resp. voor alle in 2009 aangevraagde bedrijfsmiddelen (MIA/Vamil 2009)
In totaal zijn er over het fiscale jaar 2009 5.583 MIA/Vamil-aanvragen van de S&Z-agrosectoren (excl. VGI) gemeld. Over het fiscale jaar 2009 hebben deze sectoren in totaal EUR 724,48 miljoen aan investeringen gemeld. Op basis van de verzamelde gegevens 2010 zijn in totaal 10.047 aanvragen van deze sectoren ontvangen. Deze 10.047 aanvragen hebben in totaal EUR 1.008,86 miljoen aan investeringen gemeld. Ten opzichte van 2009 is er spraken over een aanzienlijke stijging van het aantal meldingen en gemelde investeringen. Gemiddelde investering per aanvraag is 30% gestegen in 2010 ten opzichte van 2009.
3.10
Wet bevordering speur- en ontwikkelingswerk (WBSO) website: www.agentschapnl.nl/wbso
De WBSO (Wet Bevordering Speur- en Ontwikkelingswerk) is een fiscale stimuleringsregeling waarmee de Nederlandse overheid een deel van de loonkosten voor speur- en ontwikkelingswerk compenseert. De WBSO is bedoeld voor iedere ondernemer die binnen zijn bedrijf onderzoek laat doen naar technologische vernieuwing. In 2010 werd het WBSO-budget incidenteel met € 60,0 miljoen verhoogd. In het Aanvullend Beleidsakkoord voor de WBSO heeft het kabinet nog eens € 300,0 miljoen extra beschikbaar gesteld voor 2009 en 2010. Dat maakt dat er in 2009 € 614,0 miljoen en in 2010 € 700,0 miljoen voor ondernemers beschikbaar was. Dit stimuleerde zowel grote als kleine bedrijven om ook tijdens de economische crisis te blijven innoveren. De WSBO kent vier verschillende soorten projecten: •
Ontwikkeling van producten, processen of programmatuur;
•
Technisch wetenschappelijk onderzoek;
•
Analyse technische haalbaarheid;
•
Technisch onderzoek;
De WBSO kent drie faciliteiten, te weten: •
Een tegemoetkoming in de loonkosten die gemoeid zijn met S&O in de vorm van een vermindering van de af te dragen loonheffing;
•
Een aftrek S&O voor zelfstandige ondernemers;
•
Een extra tegemoetkoming voor startende ondernemers of ondernemingen;
22
Definitief | Gebruik subsidie- en fiscale instrumenten Agentschap NL in de S&Z-agrosectoren in 2010 | Oktober 2011
Vanuit alle sectoren zijn in 2010 aan bedrijven 31.500 aanvragen toegekend. Om een beeld te krijgen van aan de landbouw gerelateerde projecten is op basis van een reeks unieke trefwoorden het totale projectenbestand van de WBSO 2010 geanalyseerd en met behulp van de zogenaamde SBI codes4 in 8 categorieën uitgesplitst.
Grafiek 7 – WBSO regeling 2010 S&Z-agrosectoren Aantal gevonden projecten in 2010 obv de trefwoordenlijst 40.000 Aantal projecten toegekend
35.000
Aantal unieke projecten toegekend 34.246
30.000
26.532
25.000
22.216
20.000 13.145
15.000
10.481 10.000 5.961 5.000 1.086 444
361 92
Akkerbouw
Bloembollen/ Bolbloemen
5.893
4.280 1.800
2.960 456 192
0 Milieu/Energie
Paddenstoelenteelt
Techniek
Tuinbouw / Glastuinbouw
Universeel
Veehouderij
De bovenstaande grafiek dient als volgt gelezen te worden: Alle projecten die een trefwoord kenden werden een keer geteld. Dus een project dat 3 verschillende trefwoorden van de lijst in zich herbergde, werd drie keer meegeteld! Deze aantallen worden weergegeven door de blauwe balken ofwel de reeks ‘Aantal projecten toegekend’ Vervolgens is gekeken naar het aantal unieke projecten. Deze telling kent een zekere mate van willekeurigheid omdat het project is toegewezen aan het trefwoord dat het eerste door de query werd gedetecteerd. Deze aantallen worden weergegeven door de paarse balken ofwel de reeks ‘Aantal unieke projecten toegekend’. De tellingen van de unieke aantallen projecten is nader beschouwd door de bedrijven die de projecten hebben ingediend te analyseren. In grafiek 7 is per categorie de verdeling weer per SBI- categorie in beeld gebracht tussen MKB (middenen kleinbedrijf) en GRB (grootbedrijf). De tabel bevestigt het beeld dat ook binnen de landbouw het vooral de MKB is dat gebruik maakt van de WBSO.
4 SBI-gegevens geven een indruk van de kernactiviteit van de ondernemingen: een groot deel van de bedrijven is hoofdzakelijk actief in branches zoals de vervaardiging van producten van metaal, machines en • apparaten, vervaardiging van kunststof en rubber en de vervaardiging van overige elektrische machines en apparaten; een kleiner maar opvallend aandeel wordt ingenomen door bedrijven actief in overige zakelijke dienstverlening, milieudienstverlening en • computerservice en informatietechnologie. Dit is wellicht tekenend voor de toenemende verspreiding van moderne technologie in de landbouw; te denken valt bijvoorbeeld aan de ICT.
23
Definitief | Gebruik subsidie- en fiscale instrumenten Agentschap NL in de S&Z-agrosectoren in 2010 | Oktober 2011
Grafiek 8 – Verdeling bedrijven per categorie (S&Z-sectoren)
Verdeling bedrijven per categorie naar MKB en GRB 91%
Veehouderij
9%
86%
Universeel
14%
Tuinbouw/ Glastuinbouw
92%
8%
Techniek
92%
8%
97%
Paddenstoelenteelt
3%
89%
Milieu/Energie
11%
Bloembollen/ Bolbloemen
85%
15%
Akkerbouw
87%
13%
0%
20%
40%
60%
Midden- en Kleinbedrijf
80%
100%
Grootbedrijf
Het aantal bedrijven en instellingen dat in 2010 gebruik heeft gemaakt van de WBSO-regeling is toegenomen met 17% ten opzicht van 2009 (19.450 in 2010 t.o.v. 16.620 in 2009). Een volledig overzicht van de ingediende aanvragen en het gebruik van de WBSO-regeling in 2010 is in jaarverslag terug te vinden (Focus op speur- en ontwikkelingswerk, Agentschap NL april 2011).
24
Definitief | Gebruik subsidie- en fiscale instrumenten Agentschap NL in de S&Z-agrosectoren in 2010 | Oktober 2011
C. OVERIGE PROGRAMMATISCHE INSTRUMENTEN (Agentschap NL) Naast de in hoofdstuk 2 en 3 genoemde subsidie- en fiscale instrumenten voert Agentschap NL een aantal ondersteunende programma’s uit. In een aantal gevallen maken de in hoofdstuk 2 en 3 genoemde instrumenten onderdeel uit van die programma’s. Deze programma’s bieden naast financiële steun ook (organisatorische) ondersteuning, bijvoorbeeld in de vorm van informatievoorziening.
3.11
Reductie Overige Broeikasgassen (ROB) website: www.agentschapnl.nl/rob
Agentschap NL voert in opdracht van het Ministerie van I&M en met betrokkenheid van het Ministerie van EL&I activiteiten uit ter reductie van overige broeikasgassen onder de noemer Reductieprogramma Overige Broeikasgassen (kortweg ROB). De activiteiten van ROB voor de agrarische sector zijn erop gericht om kennis te ontwikkelen over de emissies van lachgas en methaan uit agrarische activiteiten en ook op maatregelen om deze emissies te verminderen. In dit kader zet ROB gericht opdrachten uit bijvoorbeeld onderzoek naar emissies, maar ook naar maatregelen om emissies te verminderen die relatief makkelijk en kosteneffectief toepasbaar zijn op het agrarische bedrijf. Zo zijn in het verleden bijvoorbeeld veel haalbaarheids- en demonstratieprojecten over mestvergisting gefinancieerd. Sinds 2009 heeft ROB geen subsidies meer. Wel wordt er een SBIR ingezet gericht op een kosteneffectieve reductie van methaanuitstoot uit mestopslagen (zie 3.16 Small Business Innovation Research Programma). In 2010 waren de activiteiten van ROB, naast de tweede fase van de SBIR, vooral gericht op kennisoverdracht aan de agrarische sector. Die activiteiten betreffen de virtuele kenniscommunity Agriconnect en activiteiten samen met NAJK en met de melkveeacademie, waarin onder andere best practices in beeld komen. Daarnaast is onderzocht verricht naar de emissies van broeikasgassen bij opslag van vaste mest. Ook is in samenwerking met het MJA programma geadviseerd aan de zuivelsector voor de aanpak van de overige broeikasgassen in de melkveehouderij.
3.12
Duurzame Energie in Nederland (DEN) website: www.agentschapnl.nl/duurzameenergie
Duurzame Energie Nederland (DEN) stimuleert het gebruik van duurzame energiebronnen, zoals wind, zon, biomassa, water of aardwarmte. Daarnaast zorgt het bureau Energieprojecten voor een zorgvuldige en snelle realisatie van de vergunningverlening rond grote energieprojecten. Het DEN-programma draagt op verschillende manieren bij aan het verduurzamen van de energieproductie. Voor het vergemakkelijken van het vergunningtraject is er het Steunpunt Vergunningverlening Bio-energie. Het Duurzame Energiecentrum is de helpdesk van DEN. Agentschap NL beantwoordt de vragen van gemeenten, projectontwikkelaars en andere initiatiefnemers.
3.13
Programma Gecombineerde Luchtwassystemen (PGL)
website: www.agentschapnl.nl/pgl
PGL heeft als doel een versnelde inzet van een nieuwe generatie emissiereducerende technieken, vooral luchtwassystemen. De nieuwe luchtwassystemen zijn gericht op vermindering van de uitstoot van fijnstof, ammoniak en geur door de intensieve veehouderij. De Ministeries van VROM en LNV (tegenwoordig de Ministeries van I&M en EL&I) voeren samen het 'Programma Gecombineerde Luchtwassystemen' (PGL) 25
Definitief | Gebruik subsidie- en fiscale instrumenten Agentschap NL in de S&Z-agrosectoren in 2010 | Oktober 2011
uit. Het beleidsdoel van het PGL is vermindering van de uitstoot van ammoniak, fijnstof en geur in de intensieve veehouderij. Het programma bevordert de introductie en ontwikkeling van gecombineerde luchtwassystemen door middel van onderzoek, demonstraties en investeringsregelingen. In 2010 heeft LNV (tegenwoordig EL&I) in totaal EUR 5 miljoen beschikbaar gesteld voor de subsidie Gecombineerde luchtwassystemen. Naast het nationale budget stelde de provincie Overijssel EUR 1,5 miljoen beschikbaar voor aanvragen uit deze provincie. Per aanvraag kon het maximum 35% vergoed gekregen worden van de kosten die onder de subsidie vielen. Het programma bestaat uit vier sporen: 1. Gecombineerde luchtwassystemen beoordelen en opnemen in Nederlandse regelgeving; 2. Stimulering aanschaf; 3. Optimalisatie van de techniek van de gecombineerde luchtwasser; 4. Monitoring kwaliteit en emissie op nationaal niveau;
3.14
Small Business Innovation Research Programma (SBIR) website: www.agentschapnl.nl/sbir
Via het Small Business Innovation Research (kortweg SBIR) programma besteedt de overheid maatschappelijk relevant innovatief onderzoek uit bij innovatieve bedrijven. Bedrijven kunnen inschrijven op tenders van het SBIR programma en krijgen hiermee een kans om nieuwe innovatieve producten, processen en diensten te ontwikkelen voor door de overheid relevant geacht vraagstukken. Het SBIR programma is een initiatief van het Ministeries van EL&I, I&M, OCW en VWS en de projecten worden via tenders aanbesteed. Een SBIR-project bestaat uit drie fasen: 1. Haalbaarheidonderzoek (maximumduur 6 maanden); 2. Onderzoek en ontwikkeling (maximumduur 2 jaar); 3. Marktrijp maken van een product, proces of dienst. De overheid financierde alleen de 1e en 2e fase van een project. In 2010 zijn de volgende tenders uitgevoerd met een link met landbouw en energiebesparing c.q. reductie van emissie. Agrologisitiek en Biomassa De tender Agrologistiek en Biomassa bestaat uit 2 openstellingen, waarvoor LNV (nu EL&I) EUR 3,68 miljoen beschikbaar heeft gesteld (fase 1 en 2 samen). De oproep Agrologistiek is bedoeld voor voorstellen om het aantal vervoerskilometers in het transport van agro-producten terug te dringen. De oproep biomassa is bestemd voor innovatieve voorstellen gericht op het beter benutten van biomassa voor de ‘Biobased economy’. In 2010 konden voorstellen voor fase 2 (onderzoek & ontwikkeling) worden ingediend voor Agrologistiek en voor Biomassa. Van de 12 ingediende offertes voor Agrologistiek zijn er 3 gehonoreerd. Van de 11 ingediende offertes voor Biomassa zijn er ook 3 gehonoreerd. Luchtwassystemen veehouderij Met de tender Luchtwassystemen veehouderij 2009 hebben de Ministeries van VROM (nu I&M) en LNV (nu EL&I) in april 2009 een oproep geplaatst voor innovatieve ideeën voor het optimaliseren van veehouderijsystemen teneinde de ammoniak-, geur- en fijnstofemissies te reduceren. Voor deze tender is EUR 1,3 miljoen ter beschikking gesteld (fase 1 en 2 samen). Er zijn 10 haalbaarheidsonderzoeken uitgevoerd en daarvan zijn 3 offertes gehonoreerd voor fase 2 (onderzoek en ontwikkeling).
26
Definitief | Gebruik subsidie- en fiscale instrumenten Agentschap NL in de S&Z-agrosectoren in 2010 | Oktober 2011
Innovatieve oplossingen voor reductie van methaanemissie uit buitenmestopslagen Met de tender Innovatieve oplossingen voor reductie van methaanemissie uit buitenmestopslagen hebben de Ministeries van VROM (nu I&M) en LNV (nu EL&I) in 2009 ondernemers opgeroepen om voorstellen in te dienen. Het gaat hierbij om het ontwikkelen van nieuwe kosteneffectieve technieken om methaanuitstoot uit buitenmestopslagen te verminderen met minstens 75%. Er zijn 5 haalbaarheidsonderzoeken uitgevoerd waaruit 2 offertes zijn gehonoreerd voor fase 2 (onderzoek en ontwikkeling). Budget totaal fase 1 (uitgevoerd en afgerond in 2010) EUR 0,15 miljoen en fase 2 EUR 0,36 miljoen. Integraal duurzame stal- en houderijsystemen Met de tender Integraal duurzame stal- en houderijsystemen daagt het Ministerie van EL&I ondernemers uit om projectvoorstellen in te dienen die uiteindelijk leiden tot integraal duurzame stal- en houderijsystemen: stal- en houderijsystemen die het dierenwelzijn sterk verbeteren en daarnaast beter zijn voor milieu, diergezondheid, energie, arbeidsomstandigheden en beter passen in het landschap. Voor deze tender is EUR 2,20 miljoen beschikbaar (fase 1 en 2 samen). Er zijn 11 haalbaarheids-onderzoeken uitgevoerd in 2010. Begin 2011 zijn vanuit deze haalbaarheidsonderzoeken 3 offertes voor fase 2 (onderzoek en ontwikkeling) gehonoreerd.
3.15
Innovatiekrediet
website: http://nlinnovatie.nl/innovatiekrediet Het Innovatiekrediet was een regeling van het Ministerie van Economische Zaken die werd uitgevoerd door NL Innovatie. Het geld was bestemd voor de financiering van veelbelovende innovatieve projecten die binnen enkele jaren leiden tot nieuwe producten, een technische ontwikkeling van een nieuw product of de ontwikkeling van een medicijn waarbij nog een klinische studie is vereist. Het ging om projecten die wellicht meer technisch risico's in zich bergen, maar die van groot belang waren/zijn voor de toekomst van dat bedrijf.
3.16
Besluit Borgstelling MKB Kredieten (BMKB) website: www.agentschapnl.nl/bmkb
Stimuleren van kredietverlening van banken aan het midden- en kleinbedrijf (mkb). De overheid staat garant voor een deel van de banklening.
3.17
Groen beleggen en financieren
website: www.regelingen.agentschapnl.nl/content/groen-beleggen-en-financieren
De Regeling groenprojecten is in het leven geroepen om projecten te stimuleren die een positief effect op het milieu hebben. De overheid stimuleert deze projecten onder meer door de financiering van 'groenprojecten' aantrekkelijk te maken. Doordat de overheid een belastingvoordeel geeft aan 'groene' spaarders en beleggers kan de bank een lening aan een investeerder met een lager rentetarief verstrekken voor een groenproject. De Regeling groenprojecten is in 2010 geheel vernieuwd. De gewijzigde regeling biedt nieuwe projecten een kans op groene financiering. Deze projecten lopen uiteen van behoud van natuur, bos en landschap, tot duurzame aquacultuur, duurzame energieopwekking, duurzame binnenvaart, ruimtelijke herstructurering van bijvoorbeeld bedrijventerreinen en duurzame utiliteit- en woningbouw. Daarmee is de 27
Definitief | Gebruik subsidie- en fiscale instrumenten Agentschap NL in de S&Z-agrosectoren in 2010 | Oktober 2011
regeling aangepast op de laatste ontwikkelingen op het gebied van milieutechnologie en de huidige speerpunten van milieubeleid. De systematiek is onveranderd gebleven, zoals de vereiste samenwerking tussen beleggers, banken en projectbeheerders.
De Regeling groenprojecten is een gezamenlijke regeling van: -
het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (I&M);
-
het Ministerie van Financiën;
-
het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I).
Het Ministerie van Infrastructuur en Milieu coördineert de uitvoering van de Regeling groenprojecten. NL Milieu & Leefomgeving/ Agentschap NL en Dienst Regelingen van het Ministerie van EL&I toetsen namens de minister de projecten. Na beoordeling geeft Dienst Regelingen of NL Milieu & Leefomgeving namens deze de Groenverklaring af. De procedure duurt gemiddeld vijf weken.
Tabel 13 – Afgegeven groenverklaringen op basis van Regeling groenprojecten 2010 (S&Z gerelateerde onderwerpen) Afgegeven groenverklaringen 2010
Categorie
Natuur, bos en landschap (a)
Toegekend projectvermogen 2010 (miljoen)
83
€
185,32
132
€
113,12
14
€
51,33
3
€
15,25
Windenergie (f2)
16
€
78,59
Zonnecellen (f3)
58
€
5,39
Zonnecollectoren (f4)
11
€
1,82
3
€
18,57
20
€
19,00
340
€
488,40
Biologische landbouw (b) GLK, Aquacultuur en mestveestallen Biogasopwaardeerinstallatie (f1a)
Aardwarmte (f5) Warmtepompen (g1) Totaal:
28
Definitief | Gebruik subsidie- en fiscale instrumenten Agentschap NL in de S&Z-agrosectoren in 2010 | Oktober 2011
4 Conclusies en aanbevelingen In het kader van de EL&I-opdracht is deze rapportage opgesteld. De rapportage bevat een uitgebreid overzicht van subsidie- en fiscale instrumenten met land- en tuinbouw-, bosbouw- en VGI-relevantie die door Agentschap NL in 2010 zijn uitgevoerd. Anderzijds geeft het rapport inzicht in openstelling, de beschikbare budgetten en budgetuitputting van de verschillende regelingen en in de mate waarin het agrocomplex van het instrumentarium gebruik maakt. Van de onderzochte subsidieprogramma’s 2010 is een budget van ruim EUR 33,45 miljoen (exclusief SDE) aan de projecten en activiteiten in de S&Z-agrosectoren toegekend. Ten opzichte van 2009 is er sprake van een aanzienlijke stijging van de toegekende investering in energiebesparing en verduurzaming (EUR 33,45 miljoen in 2010 t.o.v. EUR 10,44 miljoen in 2009). Het aandeel van het gebruik van PIDregeling 2010 inclusief VGI-sector is relatief groot (EUR 27,18 miljoen) en heeft de totaal toegekende subsidie van 2010 in de S&Z-agrosectoren beïnvloed. De aanzienlijke stijging van de toegekende subsidies aan de S&Z-agrosectoren ligt in de feiten dat voor de eerste keer ook de VGI-sector in deze rapportage is meegenomen (EUR 16,78 miljoen) en dat aan de glastuinbouwsector toegeschreven aanvragers in 2010 een behoorlijke subsidie is toegekend (EUR 9,00 miljoen). Ten opzichte van 2009 was in het budgetjaar 2010 circa 14% lager budget voor de subsidies beschikbaar gesteld. Er kon aan de hand van de databases, zoals voor deze rapportage beschikbaar zijn gesteld, voor de sommige subsidieregelingen niet vastgesteld worden welk aandeel de S&Z-agrosectoren inneemt. Voor subsidieregeling is de aanvrager niet verplicht om de BIK- en/of SBI-codes aan te leveren. Wegens het ontbreken van deze gegevens is het onmogelijk op een eenvoudige en snelle manier een uitdraaien maken van de gevraagde informatie. Voor wat betreft de fiscale instrumenten (EIA en MIA/Vamil) is aan de S&Z-agrosectoren een fiscale aftrek van EUR 134,74 miljoen toegekend. Ten opzichte van 2009 is er sprake van een stijging met 24% ten opzichte van 2009 (EUR 134,74 miljoen in 2010 t.o.v. EUR 108,90 miljoen in 2009) terwijl de beschikbare budgetten in de afgelopen twee jaren op een gelijk niveau zijn gebleven.
Het onderzoek betreft alleen de subsidie- en fiscale instrumenten die door Agentschap NL worden uitgevoerd. Alle andere, niet door Agentschap NL uitgevoerde regelingen, zijn niet meegenomen in dit onderzoek.
29
Definitief | Gebruik subsidie- en fiscale instrumenten Agentschap NL in de S&Z-agrosectoren in 2010 | Oktober 2011
5 Bijlagen Bijlage 1: Lijst EOS projecten 2010 (S&Z-sectoren) Referentie DEMO11007
Sector Titel Landbouw/ Opwerking van Akkerbouw en biogas naar groen veehouderij gas en 'foodgrade' CO2
DEMO11029
Glastuinbouw
Pilot Greenportkas 2
DEMO11039
Glastuinbouw
Tuinbouwkas voorzien van daglichtinstallatie en duurzame WKK
EOSLT10036 Glastuinbouw
Climate Adaptive Glastuinbouw: Inverse Modelling
Doelstelling/ projectbeschrijving Landbouwbedrijf Kloosterman wil in dit project de bestaande vergister met gasmotor uitbreiden met een gasopwerkings-installatie. De vergister heeft nog capaciteit over maar de warmte kan niet verder worden afgezet, daarom kiest men om ‘groen gas’ te maken en dit in te voeden in het gasnet. De Norit Haffmans gasopwerkingsinstallatie levert bovendien ‘foodgrade’ CO2 die met tankwagens aan de frisdrankenindustrie wordt geleverd. Het project start op 1 september 2010 en is op 1 april 2011 gereed, het omvat aansluiting aan het gasnet van Enexis. Dit pilotproject en bouwt voort op het concept semi-gesloten kassen met warmtepomp (EOSDEMO05012) en betekent een volgende stap naar een energie-nul kassysteem (Kas als Energiebron).Door de warmtevraag sterk te verlagen met geoptimaliseerd dubbelglas (ontwikkeling Scheuten Glas), het ventilatieenergieverbruik sterk te vermideren (’ventilatie op maat’) door gebalanceerde ventilatie met warmteterug-winning nemen de grootte, de investeringskosten en het energieverbruik van de warmtepomp met bodemopslag sterk af. Het resterende stroomverbruik wordt (buiten deze pilot) opgewekt met eigen windmolen, zon-pv en groene stroom. De Pilot kan ingepast worden in het activiteitenprogramma van de tuinbouw Floriade van 2012 in Venlo. Na 2 gebruiksjaren zal de tuinder deze Pilot vervangen door de grootschalige versie van 96.000 m2. Een kas van 10.400 m2 wordt voorzien van een duurzaam energiesysteem tevens daglichtinstallatie. In het dubbelglas kasdek is een fresnellens opgenomen, die het directe zonlicht 60-voudig concentreert in een brandlijn, waar een beweegbaar zonnecel-systeem groene stroom en duurzame warmte opwekt. Daarmee wordt meer energie opgewekt dan de kas op jaarbasis vraagt (114%,dus een energie-leverende kas). Bij bewolkt weer wordt het systeem uit het brandpunt geschoven, waardoor er meer diffuus licht voor de teelt beschikbaar is, een voordeel voor de potplantenteelt (beoogde meeropbrengst). Het systeem zou redelijk economisch haalbaar zijn en toepasbaar op 10% van het tuinbouwareaal, met kleine aanpassingen op 50% Sinds 2005 is met de gesloten ’geconditioneerde’ kas de energieneutrale kas al dichterbij gekomen. De tuinders kunnen deze vernieuwing amper bijbenen en maken een inhaalslag met het Nieuwe Telen. Intussen lopen alweer nieuwe ontwikkelingen op componentniv
Toegekende subsidie € 188.816
€ 293.591
€ 800.000
€ 1.177.192
30
Definitief | Gebruik subsidie- en fiscale instrumenten Agentschap NL in de S&Z-agrosectoren in 2010 | Oktober 2011
KTOH03028
Glastuinbouw
Lucht op Maat
Het project heeft als doel de akoestische meetmethodiek te beoordelen op zijn toepasbaarheid op het gebied van klimaatmonitoring en klimaatsturing. Daarmee kan informatie worden verkregen over het kasklimaat die nauwkeuriger en beter is, waardoor in de glastuinbouw een aanmerkelijke verbetering gerealiseerd wordt zowel energietechnisch als voor de teelt. Variabelen die gemeten worden zijn luchttemperatuur, luchtverplaatsing, warmte, vochttransport en drukverschillen. Akoestische meetapparatuur in de vorm van nieuwe typen klimaatsensoren, biedt ten opzichte van de oude methodieken een nauwkeurige, zeer snelle en directere meting met aanvullende stuurgrootheden. zuinige In de tuinbouw wordt jaarlijks 50.000 ton van substraat gebruikt, een soort minerale wol matten waarop de planten worden geteeld. De eisen aan het substraat zijn dat het grote hoeveelheden vocht en voedingsstoffen moet vasthouden. Het energiegebruik voor de productie is hoog, door de hoge baktemperaturen (>9000C) of smelttemperaturen (>13000C) bij de verschillende procede’s. IBR Consult ziet kansen voor 90% energiebesparing, door een ander materiaalgebruik met een ander ‘bak’procédé. Men denkt aan een ‘geschuimd’ mineraal mengsel dat met microwave techniek wordt verhard.
€ 30.909
NEOH05017
Glastuinbouw
Energie productie substraat
€
45.000
€ 2.535.508
Bijlage 2: Lijst IAE projecten 2010 (S&Z-sectoren) Referentie Sector SBIRH03018 Glastuinbouw
EVTD01003
Titel Integratie van PV Panelen in kasdekken
Melkveehouderij/ Demonstratie mono-vergisting Zuivelbedrijf
Doelstelling/ projectbeschrijving Alkupro wil voor één van zijn populairste kasdeksystemen, het ‘Venlo’ principe, een directe integratie van PV-panelen ontwikkelen. Naast de grootste afzetmarkt tuinbouw wordt met dit produkt ook een verdere uitbouw naar utiliteit/ woningbouw nagestreefd. Er zijn al projecten in de utiliteit- en woningbouw uitgevoerd met glasgevels en kasoverkappingen. Integratie van PV is daarbij de volgende stap. Alkupro ontwikkelt de machines die de ingekochte aluminium- en kunststofprofielen verder bewerken. Alkupro levert aan voornamelijk Nederlandse kassenbouwbedrijven, die deze kassen wereldwijd plaatsen. HoSt heeft een techniek ontwikkeld waarmee dagverse mest kan worden vergist met een hoge gasopbrengst en lage exploitatiekosten. Hierdoor kan een kleine vergistingsinstallatie economisch rendabel worden bedreven zonder toevoeging van co-producten. De eerste pilotinstallatie is inmiddels gerealiseerd bij kalvermester. Voor een vergelijkbare vergister voor varkensmest is EOS-Demo verleend. In dit project bouwt HoSt een soortgelijke installatie bij melkveebedrijf en zuivelproducent den Eelder. De vergister krijgt een verwerkingscapaciteit van 5000 ton mest en 250 ton gras/voerresten per jaar. Hieruit wordt 224.000 m3 biogas geproduceerd. De jaarlijkse CO2-
Toegekende subsidie € 16.000
€ 232.556
31
Definitief | Gebruik subsidie- en fiscale instrumenten Agentschap NL in de S&Z-agrosectoren in 2010 | Oktober 2011
UKP01030
Glastuinbouw/ Woningbouw
UKP02028
Glastuinbouw
reductie bedraagt 488 ton. Het project omvat een collectieve warmte- en koude voorziening voor de woonwijk en het verpleeghuis. De collectieve duurzame energievoorziening maakt ’s winters gebruik van een warmtepomp en warmtekoudeopslag (WKO). In de winter wordt er meer koude door de warmtepomp geproduceerd dan ’s zomers nodig voor het collectieve systeem (duurzame comfortkoeling in woningen en verpleeghuis). Er is dus koude over, terwijl de gesloten kas van Prominent in de zomers koude tekort komt. Het doel is om de collectieve energievoorziening te regenereren met de koelvraag (zonnewarmte overschot is restprodukt) in de gesloten kas van Prominent, daarbij gebruik makend van energieopslag in de bodem. De warmte is het restprodukt bij het “koelen”van de gesloten kas. Hierdoor wordt aanzienlijk bespaard op de CO2 uitstoot en de fossiele energiebehoefte. Aardwarmtenetwerk Glastuinbouwbedrijf Ammerlaan Grond & Pijnacker Hydrocultuur VOF te Pijnacker en het nabijgelegen (< 500m) zwembad en sport- en ontspanningscentrum de Viergang alsook het Stanislas College (allen partner in dit project), zijn voornemens om op korte termijn hun warmtebehoefte duurzaam in te vullen. Ammerlaan (41.500 m2 kassen) wil door middel van een aardwarmtebron zijn eigen bedrijf voorzien van warmte. Deze subsidieaanvraag heeft betrekking op het bovengrondse netwerkdeel van het aardwarmteproject: een buffer, een distributienetwerk van ca. 500 m, en warmtewisselaars en energiemeters bij de afnemers. Kassenwarmte Project Hoogeland en De Naaldhorst
€
€
800.000
430.446
€ 1.479.002
Bijlage 3: Lijst PID projecten 2010 (S&Z-sectoren)
Titel Milde conservering naar de markt
Sector verse en houdbare voeding (biofunctional food, Danone)
Doelstelling/ Projectbeschrijving De doelstelling van dit project is het ontwikkelen van nieuwe producten en technologieën op het gebied van milde conservering. Het betreft producten/ technologieën m.b.t. verse en houdbare voeding, medische componenten, methoden voor het steriliseren van medische instrumenten, apparatuur voor het mild conserveren, technische materialen voor 3-D laser printen van RVS machineonderdelen, nieuwe verpakkingsmaterialen- en concepten voor High Pressure Processing (HPP).
Toegekende subsidie
Zo nee, reden afwijzing
€ 2.904.288
32
Definitief | Gebruik subsidie- en fiscale instrumenten Agentschap NL in de S&Z-agrosectoren in 2010 | Oktober 2011
HubWays
logistiek sierteelt
De sierteelt in Nederland is geconcentreerd in de greenports, welke kunnen worden vergeleken met de logistieke ‘mainports’ zoals Schiphol en Rotterdam. In deze greenports is een concentratie van bedrijven aanwezig, die sterk met elkaar verbonden zijn. Doordat alle belangrijke partners zo dicht bij elkaar zitten, is er een intensieve uitwisseling van kennis en wordt er op tal van terreinen met elkaar samengewerkt en gehandeld. Een logisch gevolg hiervan is dat er ook een sterke logistieke relatie is tussen de verschillende greenports. Vanuit de sierteeltsector willen de aanvragers onderzoeken hoe de regierol van de knooppunten praktisch kan worden ingericht om effciënter goederen te vervoeren. Dit houdt in dat met het project ‘HubWays’ de aanvragers, bestaande uit bedrijven en/of (kennis) instellingen, inhoud willen geven aan de ‘regierol van de knooppunten’. Het project heeft als doel; het ontwikkelen en realiseren van een neutraal regieconcept waarbij logistieke processen op de marktplaatsen en transporten tussen deze marktplaatsen worden geclusterd en geoptimaliseerd.
€ 1.806.350
Greenport Campus Zuid-Holland fase 2
toeleveranciers glastuinbouw
€ 1.808.368
Me(ea)t the future
vleesverwerking/ slachterijen
BioEnergie Ketensamenwerking
veehouderij/ procesindustrie
Greenport Campus Zuid-Holland (fase 2) heeft als doelstelling het stimuleren en ondersteunen van innovatie in het Greenportcluster. Primaire doelgroepen zijn hierbij het technisch toeleverend bedrijfsleven van het Greenportcluster. De doelstellingen worden bereikt door middel van actieve ondersteuning bij het innovatieproces en door stroomlijnen van het aanbod aan vak-opleidingen voor het cluster. Dit project omvat deels de voortzetting, verbreding en verdieping van de programmalijn Glastuinbouw-techniek uit Greenport Campus fase 1 (PID081037). Naast het inhoudelijke programma, wordt in het project toegewerkt naar een duurzame verankering van de samenwerking binnen Greenport Campus. Doel van deze verankering is de stimulerende effecten van Greenport Campus op de Zuid-Hollandse economie een blijvend karakter te geven aan innovatie en kennisontwikkeling voor het Greenportcluster in Zuid-Holland. Ontwikkeling machine om 30% meer restvlees dat achterblijft op botten en dergelijke alsnog te verwerken tot hoogwaardig voedsel. Ontwikkelen keten voor het omzetten van biogas (vergisters) naar Liquid Bio Methane (LBM) voor toepassing in procesindustrie.
More Energy from wastewater by an anaerobic MBR (MEMBeR)
voedingsmiddelenindustrie
Vanwege de hoge organische stof belasting en de biogaspotentie hiervan, vormen technieken voor anaerobe afbraak van organische stof in het afvalwater in potentie interessante concepten voor de
€ 2.260.660
€ 1.450.837
€ 1.493.144
33
Definitief | Gebruik subsidie- en fiscale instrumenten Agentschap NL in de S&Z-agrosectoren in 2010 | Oktober 2011
levensmiddelenindustrie. Door de verdergaande intensivering van het watergebruik in de industrie is te verwachten dat het afvalwater zelfs steeds minder geschikt wordt voor de traditionele anaerobe zuiveringstechnieken. Ook geldt dat het effluent van bestaande anaerobe technieken ongeschikt is voor hergebruik. Analoog aan de Membraan Bio Reactor (MBR) zou bij anaerobe afvalwaterbehandeling de retentie van slib en organische stof ook door middel van membranen kunnen plaatsvinden; een Anaerobe Membraan Bioreactor (AnMBRconcept). Norit wil in samenwerking met Saxion, Waterstromen, Boermarke en Haffmans op korte termijn een commerciële doorbraak forceren voor dit AnMBRconcept, zodat de Nederlandse Watertechnologie sector, en in het bijzonder Norit en haar partners en toeleveranciers in Oost Nederland, wereldwijd zich een leidende positie kunnen verwerven in dit nieuwe marktsegment. Nieuwe concepten voor suikerreductie
suikerindustrie F&N
Doelstelling van dit project is om nieuwe laagsuiker zuivel- en vruchtensappenconcepten te ontwikkelingen die binnen 2 tot 5 jaar moeten leiden tot markt-introducties van voedingsmiddelen met sterk gereduceerde suikerconcentraties. Het streven is om minimaal 30% suikerreductie te bewerkstelligen. Binnen het project wordt specifiek gewerkt aan oplossingen voor zuivelproducten en vruchtensappen. De uitdaging daarbij is om de beloningswaarde van de nieuwe voedingsmiddelen met minder calorieën vergelijkbaar te laten zijn met die van calorische varianten. De laagsuikerproducten dienen daarom qua smaak en energetische beloning dezelfde beleving op te roepen als de huidige producten. Om de nieuwe laagsuiker voedingsconcepten te kunnen ontwikkelen zijn nieuwe effectieve analysemethoden nodig om de balans tussen minder calorieën, een goede zoetheidsperceptie en een bevredigende energetische beleving te kunnen meten. Daarom worden in het project ook innovatieve analysemethoden ontwikkeld.
€ 4.098.740
Deboflex
vleesverwerking/ slachterijen
In dit project wordt een technologie ontwikkeld voor het ontbenen van varkensdelen. Door middel van CT scans, 3D camera’s en robotica en intelligent gereedschap wordt deze bewerking gemechaniseerd. Resultaat is een onderscheidende en octrooieerbare varkensdelen ontbeen lijn.
€ 4.727.662
Greenport Holland International
toeleveranciers glastuinbouw
Greenport Holland International (GHI) is een initiatief vanuit Greenport Nederland. GHI is ontstaan uit de visie dat Nederlandse
€ 861.610
34
Definitief | Gebruik subsidie- en fiscale instrumenten Agentschap NL in de S&Z-agrosectoren in 2010 | Oktober 2011
bedrijven nieuwe vormen van samenwerking moeten vinden, om zo middels technologische innovatie het potentieel op de wereldmarkt voor tuinbouwprojecten te benutten. De samenwerkende kennisintensieve glastuinbouw toeleveranciers, overheid, onderwijs en onderzoek & wetenschap werken samen om de concurrentiepositie van het tuinbouwcluster te versterken. Dit doen zij om onder de vlag van GPH te werken aan business development, internationale marketing en communicatie van het merk ‘Greenport Holland’, het faciliteren van cluster- samenwerking en consortiumvorming en het formeren van één loket, zodat buitenlandse initiatieven professioneler en slagvaardiger kunnen worden bediend en geïnitieerd. Provirs
gewasbescherming glastuinbouw
De moderne intensieve glastuinbouw wordt geconfronteerd met een steeds grotere virusdruk. Voor virussen is geen chemische bestrijding mogelijk. Virussen leiden tot substantieel productieverlies en hoge kosten en kunnen momenteel niet bestreden worden. Valto heeft een concept bedacht voor een biologisch antivirus preparaat (provir). Dit is een verzwakte virusstam die gewonnen wordt uit tabaksbladeren die hier speciaal voor worden gekweekt. Samen met Groen Agro Control is een haalbaarheidstudie gedaan waarbij is aangetoond dat de nieuwe beschermende virussen effectief zijn. Proeven betroffen o.a. de besmetting met het pepinomozaïekvirus. De volgende stap en het doel van dit project is om samen met de Universiteit Leiden provirs geschikt te maken voor brede toepassing in de glastuinbouw in binnen- en buitenland en het verkrijgen van officiële toelating. Dit vergt nog een deel onderzoek en een aantal ontwikkelingen. Het onderzoek betreft de onderbouwing van het werkingsmechanisme van provirs en het kunnen meten van de effectiviteit.
€ 1.135.000
Ontwikkeling Dry Hydoponics
toeleveranciers glastuinbouw
Centraal in dit project staat de inrichting van een praktijkopstelling met Dryhydroponics teeltsysteem bij een slateler in het Westland. Projectfases: 1. de ontwikkeling van de mechanisatie van de teelt- en logistieke handelingen in de kas voor de productie van kortcyclisch bladgewas (SLA); 2. de ontwikkeling van een vijvertechniek en waterbehandelingsgtechniek voor de flexibele en gezonde teelt; 3. onderzoek naar de robuustheid van het systeem op het gebied van ziektebeheersing, emissiebeperking en
€ 3.384.322
35
Definitief | Gebruik subsidie- en fiscale instrumenten Agentschap NL in de S&Z-agrosectoren in 2010 | Oktober 2011
teeltbeheersing; 4. onderzoek naar en ontwikkeling van een brede toepasbaarheid van het systeem voor andere gewassen waaronder naast andere bladgewassen ook hoog-opgaande gewassen als freesia, chrysant of prei. In het project werken 4 bedrijven uit de toeleverende sector samen met een slateler en de WUR Glastuinbouw in Bleiswijk. KEC Installatie- en koudetechniek
mbo onderwijs
Industriële algenteelt
bio-energie
Energiebesparing, koolstofdioxide-reductie en het opwekken van duurzame energie zijn de belangrijkste aandachtspunten die echter gespecialiseerde kennis vereisen om de doelstellingen te kunnen behalen. In deze gespecialiseerde kennis speelt de branche van installatie- en koudetechniek een grote rol. Technologie in deze branche ontwikkelt zich snel omdat de eisen van de markt en regelgeving steeds verder aangescherpt worden. Innovaties stellen op alle fronten nieuwe eisen aan werknemers, waardoor de behoefte is ontstaan om het onderwijs in de installatie- en koudetechniek aan te passen en te vernieuwen. In Rotterdam wordt nu de vestiging van een Kennis en Expertisecentrum Installatie- en Koudetechniek voorbereid. In het centrum worden kennis en expertise van bedrijven in de branche samengebracht en ingebracht in (hernieuwde) MBO opleidingen en maatwerktrajecten waarmee bedrijven knelpunten met betrekking tot de kwaliteit van de medewerkers kunnen oplossen. Bedrijven voorzien het centrum van apparatuur waardoor studenten en medewerkers kunnen leren werken aan de nieuwste technologieën in de branche. Algen, in vele tienduizenden soorten, bieden een breed scala aan interessante inhoudstoffen. Variërend van pigmenten, kostbare vetzuren, oliën en voedingsrijke eiwitten tot de basale koolhydraten. De grondstoffen waarop algen ‘leven’ worden uit het water gehaald en met behulp van zonlicht omgezet in de meest ingewikkelde moleculen. Die grondstoffen zijn vaak de afvalstoffen van andere processen en dat biedt potentie om gericht algen te kweken. Enerzijds om afvalstoffen, zoals industrieel afvalwater en rookgassen via algenkweek om te zetten in biomassa en anderzijds om de biomassa te valoriseren tot economisch interessante eindproducten met een brede waaier aan toepassingen in de food- en non-food industrie. Om dat te realiseren moeten grondstoffen, algen, raffinageprocessen en afzetmarkten aanwezig zijn. Kortom, een complete waardeketen. Deze benodigde factoren dienen optimaal op elkaar afgestemd te worden. Niet alleen qua biologie, en
€ 292.806
€ 315.345
36
Definitief | Gebruik subsidie- en fiscale instrumenten Agentschap NL in de S&Z-agrosectoren in 2010 | Oktober 2011
kweektechniek maar ook ruimtelijk en economisch. Dit project wordt opgezet door drie clusters in de regio Zuidwest Delta. Ontwikkeling keten verwerking reststromen ten behoeve van bio-energie voor de procesindustrie.
Biofunctionals
Sectoroverstijgend
Shared Experiences
toeleveranciers glastuinbouw
Kennis en infomatieuitwisseling vanuit Tomatoworld.
onvoldoende co-financiering
AgriTalk
toeleveranciers glastuinbouw
onvoldoende co-financiering
BOOST
voedingsmiddelen en voedingssupplementen (biofunctionals)
AgriTalk beoogt structurele verbeteringen in de tuinbouwketen op gang te brengen en te faciliteren door het wegnemen van blokkades die hiervoor bestaan vanwege ICT systemen die nooit zijn ingericht op het uitwisselen van gegevens in de keten. Om aan de tekortkomingen van deze ICT systemen op een kostenefficiënte en snelle manier tegemoet te komen wordt een gedeelde ICT voorziening (datahub) ontworpen en aan de sector aangeboden. Om aan te tonen dat een dergelijke voorziening daadwerkelijk leidt tot rendementsverbeteringen bij een aantal ketendeelnemers en de datahub daartoe uit te rusten met de juiste functionaliteit wordt eerst bedrijfseconomische onderzoek uitgevoerd dat wordt ondersteund door informatie technologische verdieping waarna ‘proof of concept’ wordt geleverd en kennisoverdracht zal plaatsvinden. Identificeren en toepassen van nucleotiden en andere compunds uit reststromen van landbouw, verwerkende en voedingsmiddeleninsdustrie.
Venlo 2.0 High Tech tuinbouw
toeleveranciers glastuinbouw
Ontwikkeling van een integraal high tech voedingstuinbouw productie systeem dat getest wordt in een proefkas op de Greenport Venlo (Floriade 2012).
budgettekort; te lage ranking
PERFORM
gezondheidszorg
Realisatie Open Innovation Lab voor het ontwikkelen van gepersonificeerde voeding voor oncologiepatiënten.
budgettekort; te lage ranking
Making the most out of food
sectoroverstijgend
Doelstelling van dit project is de opzet van innovatieve waardeketens en de ontwikkeling van nieuwe businessmodellen voor de verwaarding van agro- en foodreststromen in de regio ZuidoostNederland. Daarbij wordt ingezet op de cascadering van reststromen en dus op een zo hoogwaardig mogelijk verwaarding (toegevoegde waarde voor economie, ecologie en maatschappij) binnen de potentiële markten energie, hoogwaardige materialen en food & pharma. Daarbij wordt ingezet op betrokkenheid van regionale partijen in het gehele spectrum van kennis & onderzoek, productie, verwerking en toepassing. Deze regio biedt een uitstekende mogelijkheid tot lokale en regionale clustervorming en ontwikkeling van nieuwe businessmodellen voor de verwaarding van A&F-reststromen.
budgettekort; te lage ranking
€ 636.020
Budgettekort; te lage ranking
37
Definitief | Gebruik subsidie- en fiscale instrumenten Agentschap NL in de S&Z-agrosectoren in 2010 | Oktober 2011
Kas 3.0
toeleveranciers glastuinbouw
Inspiring Greenport Center
toeleveranciers glastuinbouw
Ontwikkeling van innovatie kasconcepten ten behoeve van grote projecten in het buitenland (project lijkt op Greenport Holland International. Ondernemers binnen het tuinbouwcluster zijn overwegend sterk kostprijs georiënteerd. Alleen kostprijsfocus, biedt het Nederlandse cluster onvoldoende perspectief. De Nederlandse kracht moet liggen op het gebied van tuinbouwgerelateerde marketinginnovatie. De cluster moet zich onderscheiden op het leveren van toegevoegde waarde en concepten die herkenbaar en exporteerbaar zijn. Dit ontwikkelingspad borgt de centrumfunctie en de dominante positie van de Nederlandse Greenport. Doelstelling van Inspiring Greenport Centert is het stimuleren van ondernemers om met de focus op meerwaarde te ondernemen en op basis van collectieve activiteiten het centrum internationaal als inspirerend marketinginnovatie-centrum. Het project betreft drie onderdelen: 1. Ondernemers doelgroep: Het creëren van (product- en sector-) ambassadeurs en daadkracht bij ondernemers in het mondiaal toonaangevende centrum van de tuinbouw ten einde hen te laten ondernemen met meerwaarde.2. Business to Business: Het aantrekken van (internationale) zakenpartners naar de cluster en haar ondernemers in de regio. 3. Verbindingen overige stakeholders
budgettekort; te lage ranking budgettekort; te lage ranking
€ 27.175.152
Bijlage 4: Lijst EIA aanvragen 2010 (S&Z-sectoren) Aantal aanvragen
Gemeld investeringsbedrag
Toegekend bedrag
Status
Code
Omschr. code aangevraagd
EIA Gtb schermen (1121) 19
€
1.120.777
€
962.783
AFG
220403
Horizontale energieschermen
1
€
52.000
€
-
AIB
220403
Horizontale energieschermen
6
€
572.564
€
438.963
AFG
220403
Horizontale energieschermen
4
€
133.472
€
-
AIB
220403
Horizontale energieschermen
1
€
161.680
€
-
GDS
220403
Horizontale energieschermen
3
€
488.926
€
-
OPG
220403
Horizontale energieschermen
2
€
24.197
€
-
AFG
220404
Gevelschermen
7
€
216.726
€
216.726
AFG
220404
Gevelschermen
1
€
7.498
€
-
AIB
220404
Gevelschermen
2
€
29.492
€
-
OPG
220404
Gevelschermen
1
€
73.738
€
73.738
AFG
220405
Buitenschermen
2
€
275.000
€
256.858
AFG
220405
Buitenschermen
49
€
3.156.070
€
1.949.068
-schermen
38
Definitief | Gebruik subsidie- en fiscale instrumenten Agentschap NL in de S&Z-agrosectoren in 2010 | Oktober 2011
EIA Gtb WKK (1121) 13
€
8.576.043,00
€ 8.148.399,00
AFG
231001
3
€
2.329.697,00
€
-
AIB
231001
5
€
1.918.215,00
€
-
OPG
231001
21
€
12.823.955
€
8.148.399
919.805
€
919.805
Warmtekrachtinstallatie met behulp van een zuigermotor Warmtekrachtinstallatie met behulp van een zuigermotor Warmtekrachtinstallatie met behulp van een zuigermotor
Warmtekrachtinstallatie met behulp van 231001 een zuigermotor
EIA Gtb RGR (1121) 8
€
1
€
150.000
€
-
9
€
1.069.805
€
919.805
AFG
221213
Rookgasreiniging voor CO2-bemesting
OPG
221213
Rookgasreiniging voor CO2-bemesting
OPG
221213 Rookgasreiniging voor CO2-bemesting
EIA Gtb Divers (1121) 1
€
5.775
€
5.775
AFG
210102
HR-luchtverwarmer
1
€
14.900
€
-
AIB
210103
Steunventilator
3
€
17.265
€
17.265
AFG
210301
Debietregeling ventilator
2
€
106.282
€
39.922
AFG
210301
Debietregeling ventilator
3
€
22.861
€
-
AIB
210301
Debietregeling ventilator
1
€
7.200
€
-
OPG
210301
Debietregeling ventilator
3
€
117.030
€
117.030
AFG
210303
Ethyleenmeter
1
€
92.040
AIB
210401
HR-glas
15
€
166.855
€
166.855
AFG
210403
Isolatie voor bestaande constructies
3
€
44.303
€
26.197
AFG
210403
Isolatie voor bestaande constructies
2
€
63.585
€
-
AIB
210403
Isolatie voor bestaande constructies Isolatie voor bestaande constructies
1
€
4.097
€
-
GDS
210403
10
€
136.230
€
136.230
AFG
210404
Isolatie van koel- of vriesruimten
1
€
61.000
€
-
AIB
210404
Isolatie van koel- of vriesruimten
1
€
55.497
€
-
AFG
210501
Energie-efficient verlichtingssysteem
1
€
5.040
€
5.040
AFG
210502
Besparingssysteem voor verlichting of klimaat
2
€
17.569
€
17.569
AFG
210506
LED verlichtingssysteem
1
€
52.000
€
-
OPG
210506
LED verlichtingssysteem
3
€
12.511
€
12.511
AFG
210908
Energie- of aardgastussenmeter
1
€
40.650
€
-
AFG
220212
Energiezuinige koel- of vriesinstallatie
15
€
234.154
€
234.154
AFG
220212
Energiezuinige koel- of vriesinstallatie
1
€
18.550
€
16.625
AFG
220212
Energiezuinige koel- of vriesinstallatie
2
€
196.838
€
-
AIB
220212
Energiezuinige koel- of vriesinstallatie
7
€
57.380
€
57.380
AFG
220213
Heetgasontdooisysteem
1
€
31.752
€
-
AIB
220213
Heetgasontdooisysteem
18
€
791.994
€
791.994
AFG
220218
Hogedrukverneveling in tuinbouwkassen
1
€
249.000
€
238.901
AFG
220218
Hogedrukverneveling in tuinbouwkassen
2
€
238.825
€
-
AIB
220218
Hogedrukverneveling in tuinbouwkassen
1
€
125.000
€
-
OPG
220218
Hogedrukverneveling in tuinbouwkassen
2
€
324.594
€
-
AIB
220304
Injectiebeluchting voor tuinbouwkassen
1
€
10.120
€
-
GDS
220304
Injectiebeluchting voor tuinbouwkassen
5
€
118.579
€
118.579
AFG
220305
Luchtcirculatiesysteem in tuinbouwkassen
1
€
19.500
€
11.270
AFG
220305
Luchtcirculatiesysteem in tuinbouwkassen
39
Definitief | Gebruik subsidie- en fiscale instrumenten Agentschap NL in de S&Z-agrosectoren in 2010 | Oktober 2011
1
€
48.000
€
-
OPG
220305
10
€
526.068
€
526.068
AFG
220402
Luchtcirculatiesysteem in tuinbouwkassen Kasdek of kasgevel
1
€
190.000
€
-
GDS
220402
Kasdek of kasgevel
1
€
36.869
€
36.869
AFG
220405
1
€
102.648
€
79.823
AFG
220503
1
€
14.850
AIB
220503
Buitenschermen LED-belichtingssysteem voor tuinbouwgewassen LED-belichtingssysteem voor tuinbouwgewassen
1
€
11.000
€
-
AIB
220801
Warmtewisselaar voor warmteterugwinning in tuinbouwkassen
1
€
251.518
€
182.326
AFG
220801
Warmtewisselaar voor warmteterugwinning in tuinbouwkassen
2
€
81.805
€
-
AIB
220801
Warmtewisselaar voor warmteterugwinning in tuinbouwkassen
2
€
57.707
€
-
OPG
220801
3
€
12.787
€
12.787
AFG
220813
3
€
290.106
€
-
AIB
220813
1
€
8.850
€
-
GDS
220813
Warmtewisselaar voor warmteterugwinning in tuinbouwkassen Warmteterugwinningssysteem op koel- of persluchtinstallaties Warmteterugwinningssysteem op koel- of persluchtinstallaties Warmteterugwinningssysteem op koel- of persluchtinstallaties
1
€
9.860
€
9.860
AFG
220814
Systeem voor benutting van afvalwarmte
2
€
12.090
€
12.090
AFG
220909
1
€
340.324
€
-
OPG
221005
Energiezuinige klimaatregeling in tuinbouwkas Transportleiding voor levering van gasvormig CO2 aan tuinbouwkassen
2
€
53.940
€
53.940
AFG
241207
Lichtgewicht aramide koelcontainer
3
€
218.600
€
123.325
AFG
241207
Lichtgewicht aramide koelcontainer
1
€
45.373
€
45.373
AFG
250102
Aardwarmtewinningssysteem
1
€
240.072
€
217.027
AFG
250102
Aardwarmtewinningssysteem
12
€
7.012.462
€
-
AIB
250102
Aardwarmtewinningssysteem
1
€
196.360
OPG
250102
Aardwarmtewinningssysteem
4
€
69.700
€
69.700
AFG
251102
Fotovoltaisch zonne-energiesysteem
1
€
11.902
€
-
AIB
251102
Fotovoltaisch zonne-energiesysteem
1
€
540.000
€
540.000
AFG
251103
Windturbine
2
€
1.725.927
€
1.725.927
AFG
251105
Ketel gestookt met biomassa
1
€
126.356
€
116.956
AFG
251105
Ketel gestookt met biomassa
1
€
180.000
€
-
AIB
251105
Ketel gestookt met biomassa
1
€
180.800
€
-
OPG
251105
3
€
38.487
€
38.487
AFG
251201
2
€
418.000
€
-
OPG
251201
Ketel gestookt met biomassa Warmte- of koudeopslag in de bodem (aquifer) Warmte- of koudeopslag in de bodem (aquifer)
7
€
299.415
€
293.655
AFG
310000
6 onderwerpen onder dit nummer
2
€
60.000
€
-
AIB
310000
2 onderwerpen onder dit nummer
1
€
46.350
€
-
OPG
310000
Klimaatcomputer
2
€
193.310
€
-
AFG
320000
Aanschaf en installatie energiezuinig doek
23
€
855.352
€
855.352
AFG
320000
11 onderwerpen onder dit nummer
1
€
84.383
€
-
AIB
320000
Belichtingsarmaturen
2
€
706.065
€
606.607
AFG
320000
2 onderwerpen onder dit nummer
1
€
1.048.788
€
-
AIB
320000
Assimilatiebelichting
7
€
621.602
€
-
AIB
320000
5 onderwerpen onder dit nummer
40
Definitief | Gebruik subsidie- en fiscale instrumenten Agentschap NL in de S&Z-agrosectoren in 2010 | Oktober 2011
2
€
88.022
€
-
GDS
320000
2
€
365.230
€
-
OPG
320000
1
€
82.052
€
73.058
AFG
410000
2 onderwerpen onder dit nummer Technische voorzieningen voor energiebesparing Nieuwe duurzame en energiezuinige groenlabel kas
1
€
146.895
€
-
OPG
410000
Eff.verhogende voorzieningen bedrijfsgebouw/ kantoor
1
€
499.732
€
499.732
AFG
420000
Luchtbehandelingskasten
1
€
125.000
€
-
AIB
420000
Technische voorzieningen voor energiebespar.
235
€
21.733.633
€
8.132.259 AFG
211101
Warmtepomp
EIA Gtb warmtepomp (1121) 2
€
33.554
€
33.554
2
€
244.310
€
-
AIB
211101
Warmtepomp
1
€
130.000
€
-
OPG
211101
Warmtepomp
4
€
770.763
€
-
AIB
221103
Warmtepomp
1
€
1.475.000
€
-
OPG
221103
Warmtepomp
10
€
2.653.627
€
33.554
OPG
€
9.140
AFG
Warmtepomp
EIA Land & jacht (1) 1
€
16.236
210000
Energiezuinige dakbeplating op de loods
1
€
20.650
€
9.200
AFG
210000
Aanbrengen dak van isolatieplaten op verwerkingsruimte
1
€
3.400
€
3.400
AFG
210103
Steunventilator
2
€
46.950
€
46.950
AFG
210106
Direct gasgestookt stralingspaneel
99
€
1.775.258
€
1.775.258
AFG
210301
Debietregeling ventilator
4
€
563.676
€
512.655
AFG
210301
Debietregeling ventilator
1
€
95.000
€
-
AIB
210301
Debietregeling ventilator
4
€
127.970
€
-
AIB
210301
Debietregeling ventilator
1
€
90.158
€
-
OPG
210301
Debietregeling ventilator
3
€
56.705
€
56.705
AFG
210303
Ethyleenmeter
1
€
41.540
€
-
AIB
210303
Ethyleenmeter
1
€
116.025
€
90.549
AFG
210401
HR-glas
41
€
499.279
€
499.281
AFG
210403
Isolatie voor bestaande constructies
10
€
260.579
€
169.873
AFG
210403
Isolatie voor bestaande constructies
1
€
7.999
€
-
AFG
210403
Isolatie voor bestaande constructies
3
€
52.300
€
-
AIB
210403
Isolatie voor bestaande constructies
5
€
125.258
€
-
OPG
210403
Isolatie voor bestaande constructies
28
€
1.011.183
€
1.011.183
AFG
210404
Isolatie van koel- of vriesruimten
6
€
617.422
€
318.015
AFG
210404
Isolatie van koel- of vriesruimten
2
€
162.538
€
-
OPG
210404
Isolatie van koel- of vriesruimten
41
€
221.363
€
221.363
AFG
210501
Energie-efficient verlichtingssysteem
1
€
1.945
€
-
OPG
210501
Energie-efficient verlichtingssysteem
5
€
27.417
€
27.417
AFG
210502
Besparingssysteem voor verlichting of klimaat
1
€
26.294
€
-
AIB
210502
2
€
26.092
€
26.092
AFG
210505
1
€
17.860
€
7.798
AFG
210505
1
€
5.950
€
-
GDS
210505
Besparingssysteem voor verlichting of klimaat Daglichtsysteem met spiegel- of prismastuurelementen of spiegelende kokers Daglichtsysteem met spiegel- of prismastuurelementen of spiegelende kokers Daglichtsysteem met spiegel- of prismastuurelementen of spiegelende kokers
41
Definitief | Gebruik subsidie- en fiscale instrumenten Agentschap NL in de S&Z-agrosectoren in 2010 | Oktober 2011
12
€
88.118
€
88.118
AFG
210506
LED verlichtingssysteem
1
€
62.749
€
4.978
AFG
210705
Luchtontvochtiger met tussengeschakelde warmtewisselaar
1
€
45.368
€
-
AFG
210705
Luchtontvochtiger met tussengeschakelde warmtewisselaar
32
€
1.443.914
€
1.443.914
AFG
210801
Koude- of warmteterugwinningssysteem uit ventilatielucht
2
€
64.225
€
64.225
AFG
210801
Koude- of warmteterugwinningssysteem uit ventilatielucht
9
€
248.246
€
248.246
AFG
210801
Koude- of warmteterugwinningssysteem uit ventilatielucht
3
€
121.244
€
-
AIB
210801
1
€
71.171
€
-
OPG
210801
1
€
16.994
€
-
GDS
210801
Koude- of warmteterugwinningssysteem uit ventilatielucht Koude- of warmteterugwinningssysteem uit ventilatielucht Koude- of warmteterugwinningssysteem uit ventilatielucht
2
€
4.400
€
4.400
AFG
211001
HR-Pomp
12
€
194.244
€
194.244
AFG
211101
Warmtepomp
1
€
1.176
€
-
OPG
211101
Warmtepomp
1
€
11.000
€
11.000
AFG
220102
Gasgestookte (stoom)convectieoven
1
€
3.550
€
3.550
AFG
220109
Warmtewisselaar met helixwerking of schotten van strekmetaal
4
€
23.669
€
23.669
AFG
220114
Direct gasgestookte condenserende boiler
4
€
316.209
€
-
AFG
220212
Energiezuinige koel- of vriesinstallatie
1
€
296.322
€
-
AIB
220212
Energiezuinige koel- of vriesinstallatie
1
€
98.500
€
-
AFG
220212
Energiezuinige koel- of vriesinstallatie
45
€
2.074.009
€
2.074.009
AFG
220212
Energiezuinige koel- of vriesinstallatie
6
€
331.189
€
117.097
AFG
220212
Energiezuinige koel- of vriesinstallatie
8
€
385.334
€
-
AIB
220212
Energiezuinige koel- of vriesinstallatie
2
€
306.419
€
-
OPG
220212
Energiezuinige koel- of vriesinstallatie
14
€
209.169
€
209.169
AFG
220213
Heetgasontdooisysteem
98
€
347.973
€
347.973
AFG
220216
Melkvoorkoeler
2
€
7.900
€
-
AIB
220216
Melkvoorkoeler
1
€
5.875
€
-
GDS
220216
Melkvoorkoeler
1
€
71.665
€
71.665
AFG
220402
Kasdek of kasgevel
1
€
8.000
€
8.000
AFG
220403
Horizontale energieschermen
1
€
105.000
€
105.000
AFG
220405
Buitenschermen
2
€
6.420
€
6.420
AFG
220602
HR-elektromotor
1
€
16.410
€
-
OPG
220602
1
€
112.000
€
112.000
AFG
220802
143
€
690.153
€
690.153
AFG
220813
1
€
16.590
€
13.705
AFG
220813
1
€
3.400
€
-
GDS
220813
HR-elektromotor Condenserende warmtewisselaar voor stoomketels of productie- of droogprocessen Warmteterugwinningssysteem op koel- of persluchtinstallaties Warmteterugwinningssysteem op koel- of persluchtinstallaties Warmteterugwinningssysteem op koel- of persluchtinstallaties
1
€
7.644
€
7.644
AFG
220814
Systeem voor benutting van afvalwarmte
1
€
475.000
€
475.000
AFG
221102
Organic Rankine Cycle of Kalinacyclus
2
€
55.960
€
55.960
AFG
221104
Afvalgestookte installatie
1
€
8.594
€
8.594
AFG
221215
Gasgestookte hogedrukreiniger
42
Definitief | Gebruik subsidie- en fiscale instrumenten Agentschap NL in de S&Z-agrosectoren in 2010 | Oktober 2011
1
€
84.000
€
84.000
AFG
231001
Warmtekrachtinstallatie met behulp van een zuigermotor
3
€
11.511
€
11.511
AFG
240606
Teruglevervoorziening remenergie van elektrische motoren
1
€
18.000
€
14.425
AFG
241207
Lichtgewicht aramide koelcontainer
30
€
705.954
€
705.954
AFG
250101
Zonnecollectorsysteem
3
€
532.183
€
381.155
AFG
250101
Zonnecollectorsysteem
2
€
86.500
€
-
AIB
250101
Zonnecollectorsysteem
1
€
34.500
€
-
GDS
250102
Aardwarmtewinningssysteem
3
€
222.912
€
-
AFG
251102
Fotovoltaisch zonne-energiesysteem
140
€
7.463.010
€
7.052.441
AFG
251102
Fotovoltaisch zonne-energiesysteem
13
€
4.582.564
€
4.416.230
AFG
251102
Fotovoltaisch zonne-energiesysteem
1
€
96.234
€
-
AIB
251102
Fotovoltaisch zonne-energiesysteem
2
€
462.674
€
-
AIB
251102
Fotovoltaisch zonne-energiesysteem
5
€
282.500
€
-
OPG
251102
Fotovoltaisch zonne-energiesysteem
3
€
228.340
€
-
GDS
251102
Fotovoltaisch zonne-energiesysteem
6
€
228.082
€
-
AIB
251102
Fotovoltaisch zonne-energiesysteem
4
€
51.234
€
51.234
AFG
251103
Windturbine
3
€
136.312
€
87.000
AFG
251103
Windturbine
26
€
538.399
€
538.399
AFG
251105
Ketel gestookt met biomassa
5
€
551.313
€
397.236
AFG
251105
Ketel gestookt met biomassa
3
€
178.699
€
-
AIB
251105
Ketel gestookt met biomassa
5
€
280.132
€
-
OPG
251105
2
€
1.160.369
€
1.160.369
AFG
251106
2
€
720.702
€
680.994
AFG
251106
1
€
278.404
€
-
OPG
251106
1
€
8.997
€
8.997
AFG
251201
Ketel gestookt met biomassa Warmtekrachtinstallatie gestookt met biomassa Warmtekrachtinstallatie gestookt met biomassa Warmtekrachtinstallatie gestookt met biomassa Warmte- of koudeopslag in de bodem (aquifer)
3
€
186.329
€
186.329
AFG
251202
Grondwarmtewisselaar
1
€
259.132
€
-
AFG
251205
Biobrandstofproductie-installatie
10
€
250.421
€
250.421
AFG
310000
10 onderwerpen onder dit nummer
1
€
13.092
€
5.410
AFG
310000
Verbouw varkensschuur tot kantoor
5
€
178.001
€
-
AIB
310000
4 onderwerpen onder dit nummer
45
€
214.594
€
214.594
AFG
320000
27 onderwerpen onder dit nummer
1
€
2.072
€
-
AIB
320000
Frequentieregeling vacuumpomp
3
€
14.794
€
-
GDS
320000
3 onderwerpen onder dit nummer
1
€
16.300
€
16.300
AFG
410000
Technische voorziening voor energiebesparing
1
€
178.096
€
-
AIB
410000
Nieuwe werkplaats geisoleerd
1
€
12.950
€
-
AFG
420000
Frequentiegestuurde vacuumpomp
6
€
46.185
€
46.185
AFG
420000
5 onderwerpen onder dit nummer
2
€
65.312
€
58.580
AFG
420000
2
€
1.083.257
€
-
AIB
420000
2 onderwerpen onder dit nummer Hatch Brood energiezuinige broedkast voor pluimvee
1
€
232.200
€
-
AIB
440000
Energiezuinige tractor Fendt 820 Vario
1
€
40.500
€
40.500
AFG
450000
PV-systeem met een Power-One inverter
1
€
3.689
€
285
AFG
450000
Zonnedrinkbak
1.040
36.113.299
27.582.161
43
Definitief | Gebruik subsidie- en fiscale instrumenten Agentschap NL in de S&Z-agrosectoren in 2010 | Oktober 2011
EIA Bosbouw (2)
23
4
€
81.361
€
81.361
AFG
210501 Energie-efficient verlichtingssysteem
1
€
2.080
€
2.080
AFG
210506 LED verlichtingssysteem
1
€
30.052
€
-
OPG
2
€
28.884
€
28.884
AFG
1
€
13.050
€
-
AIB
210506 LED verlichtingssysteem Koude- of warmteterugwinnings-systeem uit 210801 ventilatielucht Koude- of warmteterugwinnings-systeem uit 210801 ventilatielucht
7
€
98.055
€
98.055
AFG
211101 Warmtepomp
1
€
10.860
€
-
OPG
220911 Condensatoren
2
€
76.325
€
76.325
AFG
251102 Fotovoltaisch zonne-energiesysteem
4
€
24.610
€
24.610
AFG
310000 3 onderwerpen onder dit nummer
€
365.277
€
311.315
EIA Diversen (15, 151, 153, 155, 1583) 1
€
5.535
€
5.535
AFG
210206
Warmtewisselaar voor vrije koeling
8
€
118.396
€
118.396
AFG
210301
Debietregeling ventilator
2
€
42.262
€
42.262
AFG
210401
HR-glas
2
€
152.586
€
-
AIB
210401
HR-glas
1
€
10.588
€
-
OPG
210401
HR-glas
1
€
20.000
€
-
AFG
210403
Isolatie voor bestaande constructies
6
€
57.360
€
57.360
AFG
210403
Isolatie voor bestaande constructies
1
€
35.000
€
-
AIB
210403
Isolatie voor bestaande constructies
7
€
171.533
€
171.533
AFG
210404
Isolatie van koel- of vriesruimten Isolatie van koel- of vriesruimten
1
€
43.475
€
-
OPG
210404
15
€
151.464
€
151.464
AFG
210501
Energie-efficient verlichtingssysteem
2
€
13.691
€
13.691
AFG
210502
Besparingssysteem voor verlichting of klimaat
2
€
117.109
€
-
AIB
210502
Besparingssysteem voor verlichting of klimaat
9
€
83.083
€
83.083
AFG
210506
LED verlichtingssysteem
2
€
40.000
€
40.000
AFG
210706
Droog- of bevochtigingsrotor
1
€
19.500
€
-
AIB
210706
3
€
673.526
€
673.526
AFG
210801
3
€
1.123.376
€
-
AIB
210801
Droog- of bevochtigingsrotor Koude- of warmteterugwinningssysteem uit ventilatielucht Koude- of warmteterugwinningssysteem uit ventilatielucht
1
€
10.000
€
10.000
AFG
210803
Systeem voor benutting van afvalwarmte
1
€
1.350.000
€
-
AIB
210803
Systeem voor benutting van afvalwarmte
1
€
36.786
€
-
AIB
210908
Energie- of aardgastussenmeter
18
€
527.668
€
461.891
AFG
211101
Warmtepomp
2
€
163.148
€
-
AIB
211101
Warmtepomp
1
€
65.600
€
-
OPG
211101
Warmtepomp
17
€
406.518
€
406.518
AFG
220101
Gasgestookt HR-frituurtoestel
1
€
52.788
€
-
AIB
220101
Gasgestookt HR-frituurtoestel
1
€
32.200
€
-
GDS
220101
Gasgestookt HR-frituurtoestel Gasgestookte (stoom)convectieoven
24
€
581.005
€
581.005
AFG
220102
1
€
592.905
€
556.275
AFG
220102
Gasgestookte (stoom)convectieoven
1
€
18.040
€
-
OPG
220102
Gasgestookte (stoom)convectieoven
1
€
9.388
€
9.388
AFG
220112
Gasgestookte heetwatertoestel voor (vaat)spoelmachines of (vaat)wasmachines
44
Definitief | Gebruik subsidie- en fiscale instrumenten Agentschap NL in de S&Z-agrosectoren in 2010 | Oktober 2011
1
€
14.415
€
14.415
AFG
220114
Direct gasgestookte condenserende boiler
27
€
955.109
€
955.109
AFG
220212
Energiezuinige koel- of vriesinstallatie
1
€
29.750
€
-
AIB
220212
Energiezuinige koel- of vriesinstallatie
3
€
121.948
€
59.123
AFG
220212
Energiezuinige koel- of vriesinstallatie
4
€
2.940.100
€
-
AIB
220212
Energiezuinige koel- of vriesinstallatie
3
€
1.565.146
€
-
OPG
220212
Energiezuinige koel- of vriesinstallatie
6
€
64.731
€
64.731
AFG
220213
Heetgasontdooisysteem
2
€
7.151
€
7.151
AFG
220214
Ontdooikap
9
€
46.520
€
46.520
AFG
220215
Energiezuinige professionele koel- of vrieskast
8
€
83.666
€
64.301
AFG
220602
HR-elektromotor
3
€
109.513
€
-
OPG
220602
HR-elektromotor
1
€
470.000
€
470.000
AFG
220705
Absorptiedroging
1
€
400.000
€
-
AIB
220705
Absorptiedroging
1
€
1.844.566
€
-
AIB
220713
Stoomdroger
1
€
229.500
€
229.500
AFG
220715
4
€
193.763
€
193.763
AFG
220802
1
€
75.955
€
69.868
AFG
220802
1
€
2.285
€
2.285
AFG
220809
8
€
118.269
€
118.269
AFG
220813
3
€
55.170
€
-
AIB
220813
1
€
20.200
€
20.200
AFG
220814
Systeem voor benutting van afvalwarmte
1
€
250.000
€
-
AIB
220814
Systeem voor benutting van afvalwarmte
1
€
426.000
€
336.500
AFG
220814
Systeem voor benutting van afvalwarmte
1
€
30.000
€
30.000
AFG
220908
Energie of aardgas tussenmeter
2
€
194.969
€
-
AIB
220908
Energie of aardgas tussenmeter
1
€
58.880
€
-
OPG
220911
Condensatoren
1
€
26.306
€
-
AFG
220912
Energiezuinige UPS
1
€
225.150
€
119.229
AFG
220912
Energiezuinige UPS
2
€
89.021
€
89.021
AFG
221103
Warmtepomp
1
€
20.525
€
-
AIB
221215
4
€
285.436
€
-
AIB
231001
Gasgestookte hogedrukreiniger Warmtekrachtinstallatie met behulp van een zuigermotor
1
€
4.295.159
€
-
AIB
231002
Warmtekrachtinstallatie anders dan met behulp van een zuigermotor
2
€
27.400
€
27.400
AFG
250101
Zonnecollectorsysteem
1
€
20.728
€
-
AFG
251102
Fotovoltaisch zonne-energiesysteem
1
€
72.159
€
72.159
AFG
251102
Fotovoltaisch zonne-energiesysteem
1
€
35.000
€
33.840
AFG
251102
Fotovoltaisch zonne-energiesysteem
1
€
28.000
€
22.016
AFG
251105
5
€
548.373
€
548.373
AFG
251106
1
€
363.175
€
119.302
AFG
251106
1
€
42.000
€
-
AIB
251201
Ketel gestookt met biomassa Warmtekrachtinstallatie gestookt met biomassa Warmtekrachtinstallatie gestookt met biomassa Warmte- of koudeopslag in de bodem (aquifer)
3
€
3.012.250
€
-
AIB
251203
Biogasopwaardeerinstallatie
Luchtontvochtiger met tussengeschakelde warmtewisselaar Condenserende warmtewisselaar voor stoomketels of productie- of droogprocessen Condenserende warmtewisselaar voor stoomketels of productie- of droogprocessen Warmteterugwinning bij (vaat)spoelmachines of (vaat)wasmachines of wasdrogers Warmteterugwinningssysteem op koel- of persluchtinstallaties Warmteterugwinningssysteem op koel- of persluchtinstallaties
45
Definitief | Gebruik subsidie- en fiscale instrumenten Agentschap NL in de S&Z-agrosectoren in 2010 | Oktober 2011
1
€
67.235
€
-
OPG
251203
2
€
67.766
€
67.766
AFG
310000
Biogasopwaardeerinstallatie 2 onderwerpen onder dit nummer
1
€
107.740
€
-
AFG
320000
Doorstroompasteur voor zuivelbereiding
48
€
6.634.102
€
6.634.102
AFG
320000
44 onderwerpen onder dit nummer
5
€
2.362.333
€
1.005.418
AFG
320000
5 onderwerpen onder dit nummer
8
€
1.572.466
€
-
AIB
320000
8 onderwerpen onder dit nummer
1
€
14.300
€
-
GDS
320000
Flashvat
5
€
4.354.231
€
-
OPG
320000
5 onderwerpen onder dit nummer
1
€
18.440
€
10.485
AFG
410000
Energiebesparing d.m.v. frequentieregelaar
1
€
307.200
€
-
AIB
410000
Kingspan Thermaroof isolatie
1
€
24.671
€
24.671
AFG
420000
Generieke bedrijfsmiddelen
5
€
6.033.140
€
-
OPG
420000
3 onderwerpen onder dit nummer
€
47.686.442
337 1.724
€ 125.602.108
€ 14.837.444 € 61.914.005
* Het overzicht betreft geregistreerde meldingen EIA 2010 t/m 1 april 2011, waarbij aangetekend moet worden dat alle meldingen nog niet afgehandeld waren. Statussen: AFG - Afgehandeld, toegekend bedrag is bekend; AIB - Aanvraag in behandeling; OPG - Opgeschort, aanvraag in behandeling)
46
Definitief | Gebruik subsidie- en fiscale instrumenten Agentschap NL in de S&Z-agrosectoren in 2010 | Oktober 2011
Agentschap NL NL Energie en Klimaat Croeselaan 15| 3521 BJ Utrecht Postbus 8242 | 3503 RE Utrecht T +31 (0) 88 602 70 00
© Agentschap NL | oktober 2011 Publicatie-nr. …………..
Hoewel deze publicatie met de grootst mogelijke zorg is samengesteld kan Agentschap NL geen enkele aansprakelijkheid aanvaarden voor eventuele fouten.
Agentschap NL is een agentschap van het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. Agentschap NL voert beleid uit voor diverse ministeries als het gaat om duurzaamheid, innovatie en internationaal. Agentschap NL is hét aanspreekpunt voor bedrijven, kennisinstellingen en overheden. Voor informatie en advies, financiering, netwerken en wet- en regelgeving. De divisie NL Energie en Klimaat versterkt de samenleving door te werken aan de energie- en klimaatoplossingen van de toekomst.
47