Gebiedsplan van aanpak Voor de wijken Overvecht, Noordoost en Oost 1 februari 2006 Inleiding De eerste periode van 'De Utrechtse Opgave' 2002-2004 is afgerond; de tweede periode is inmiddels gestart. Zij het onder een andere naam. Voor de jaren 2005-2009 heeft de gemeente Utrecht met de corporaties een tweede mantelcontract afgesloten onder de naam 'Utrecht Vernieuwt'. Door de tegenvallende resultaten uit de eerste periode, is voor de tweede periode gekozen voor een andere organisatie van de aanpak: gebiedsgerichte monitoring van de voortgang. Na een algemeen plan van aanpak voor 'Utrecht Vernieuwt', zijn de gebiedsplannen van aanpak de volgende producten die ingezet worden om de gestelde doelen te bereiken, te weten: - een goede balans tussen aanbod en vraag, en - kwaliteit die voldoet aan de vraag. Hieronder worden achtereenvolgens besproken de doelstellingen en te bereiken resultaten (paragraaf 1), de ontwikkelingen in het gebied en een toelichting op de onderverdeling van de projecten (paragraaf 2), de projecten met prioriteit (paragraaf 3), de A- en B-projecten (paragraaf 4 en 5), de definiëring van de ontwikkelingsgebieden met C-projecten (paragraaf 6), toekomstige ontwikkelingen (paragraaf 7), geconstateerde knelpunten (paragraaf 8) en een overzicht van de planning en de kosten (paragraaf 9). Op verschillende plaatsen wordt op projectniveau de stand van zaken vermeld. Hierbij wordt de stand van zaken bedoeld van december 2005.
1.1
Doelstelling
Door middel van het gebiedsplan van aanpak voor de wijken Overvecht, Noordoost en Oost: • Wordt de voortgang van de verschillende projecten in deze wijken beter gemonitoord; • Is er meer zicht op de samenhang tussen complexe projecten en de noodzakelijke voorzieningen daar rondom; • Bestaat er bij alle partijen duidelijkheid over de taken en verantwoordelijkheden die zij hebben.
1.2
Welk resultaat willen we bereiken?
In dit gebiedsplan van aanpak maken we een onderverdeling in de verschillende projecten. Door deze onderverdeling wordt per project duidelijk wat de stand van zaken is, hoe de verantwoordelijkheden liggen en welke knelpunten er zijn (paragraaf 4 en 5). Vervolgens definiëren we binnen het gebied Overvecht, Noordoost en Oost enkele deelgebieden waarvoor, gezien de complexiteit en samenhang van de verschillende projecten binnen dat deelgebied, een nader ontwikkelingsplan noodzakelijk is (paragraaf 6). Aanvankelijk stond 'Utrecht Vernieuwt' primair voor een fysieke opgave. Deze is uitgebreid met een fysieksociale opgave, zodat ook het accommodatiebeleid betrokken wordt bij de aanpak van de projecten. Tot slot wordt de sociaalsociale component steeds meer als een integraal onderdeel van de herstructurering onderkend. Het gebiedsplan van aanpak bevat in ieder geval de volgende onderdelen: • Stand van zaken gebiedsvisies en programma's; • Overzicht lopende projecten, knelpunten en oplossingen; • Overzicht relevante stedelijke programma's; • Overzicht niet-DUO-projecten en mogelijke relatie met DUO-projecten; • Actorenanalyse; • Taakafbakening gebiedsmanagers, accountmanagers en projectleiders; • Interne opdrachtgevers;
1
•
1.3
kostenraming.
Totstandkoming gebiedsplan van aanpak
Dit gebiedsplan van aanpak is tot stand gekomen in een werkbijeenkomst met de relevante betrokkenen uit het veld. Voor deze bijeenkomst waren uitgenodigd: de corporaties, de accountmanagers van de Dienst Stadsontwikkeling, vertegenwoordigers van afdeling Wonen, het Ontwikkelingsbedrijf Utrecht, de Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling, Dienst Stadsbeheer, de wijkbureaus en de gebiedsmanagers van het programmateam 'Utrecht Vernieuwt'. In een bijeenkomst van een dag hebben de betrokkenen, onder leiding van een facilitator, gezamenlijk nagedacht over de bestaande plannen, visies en ontwikkelingen in het gebied en de samenhang daar tussen. Vervolgens hebben de aanwezigen de verschillende projecten onderverdeeld, de knelpunten en mogelijke oplossingen besproken. Tot slot zijn de deelgebieden aangewezen waarvoor ontwikkelingsplannen gemaakt worden. NB De dienst Stadsbeheer was niet aanwezig bij de bijeenkomst.
2
2.
Bestaande kader en planning
2.1
Overzicht huidige ontwikkelingen
Landelijk en stedelijk niveau Voor de aanpak van de projecten is het van belang om zicht te hebben op de bestaande kaders en de relevante ontwikkelingen in het gebied. Voor 'De Utrechtse Opgave' en 'Utrecht Vernieuwt' gelden de volgende kaders: • De raamovereenkomst en het daarbij behorende addendum; • Het mantelcontract DUO II; • Het Stedelijke Protocol DUO. In financieel opzicht zijn van belang: • Het ISV budget; • Het Impulsbudget. Op landelijk niveau heeft de gemeente, naast de algemene wettelijke regels, te maken met de normen omtrent de luchtkwaliteit. Op stedelijk gebied is natuurlijk het gemeentebrede beleid van toepassing. Dit is onder andere vastgelegd in de Hoogbouwvisie, de Parkeernota, nota Wonen naar wens, visie wonen 2030, de Structuurvisie, het mobiliteitsplan, het milieubeleidsplan, de detailhandelsnota, grondbeleid etc. Er wordt momenteel een Masterplan voor het Primair Onderwijs opgesteld. Medio 2006 zal dit moeten leiden tot een programmering van de aanpak van de accommodaties. Hierbij spelen zowel factoren op het gebied van onderwijskundige vernieuwing als specifiek vanuit de bouwkundige kwaliteit van de gebouwen. De kwaliteit van het onderwijs is in Overvecht juist een bron van zorg. Tijdens de werkbijeenkomst is door verschillende aanwezigen benadrukt dat de kwaliteit van de scholen voor veel bewoners van belang is bij de keuze voor een woning/wijk. De wijk Overvecht is aangemeld bij VROM in het kader van het 56 wijken beleid. Op ambtelijk niveau is de gemeente Utrecht toegezegd dat de minister positief geadviseerd zal worden over de opname van Overvecht. Deelname aan het 56 wijken beleid betekent voor de gemeente steun van het Rijk in de vorm van expertise en subsidie uit het Impulsbudget. Wijkniveau Er bestaan ook kaders op wijkniveau waarmee rekening gehouden moet worden. In 2004 is de Wijkvisie Overvecht 2003-2013 bestuurlijk vastgesteld. De Wijkvisie geeft de koers van het beleid in Overvecht aan en vormt het fundament van het wijkprogramma. Drie hoofddoelstellingen zijn geformuleerd: het verder versterken van de veiligheid en leefbaarheid van Overvecht, het verbeteren van de sociaal-economische positie van de wijk en de bewoners en het vergroten van de aantrekkelijkheid van Overvecht (waaronder het vergroten van de variatie in de woningen en behouden/versterken van de kwaliteit van de buitenruimte). In 1996 is het Wijkverkeersplan Overvecht bestuurlijk vastgesteld. Hierin is de hiërarchie van wegen op wijkniveau aangegeven; begin 2006 vindt actualisatie van dit beleid plaats naar aanleiding van gesignaleerde verkeersknelpunten en in relatie tot ruimtelijke ontwikkelingen (bv. functie van Carnegiedreef, Tigrisdreef en Gangesdreef). Voor de gehele wijk Overvecht is op 1 september 2005 de Ruimtelijke Visie Overvecht vastgesteld door de gemeenteraad. Deze visie biedt een basisstructuur voor de wijk, inclusief een plan voor het groen in de wijk en geeft aan in welke delen welke woonmilieus gewenst zijn. Naast een ruimtelijk toetsingskader geeft de ruimtelijke visie blijk van het ambitieniveau dat bij de ontwikkeling van Overvecht voor ogen staat. In die zin geeft het binnen de kaders ook de ruimte aan en is uitnodigend voor (particuliere) partijen om te investeren in Overvecht. Voor de Einsteindreef en omgeving wordt momenteel een visie geactualiseerd. Deze is echter nog niet bestuurlijk vastgesteld. Ook voor de Zambesidreef is een visie gemaakt, die als richtinggevend idee ter kennis is gesteld aan het bestuur. Voor de 10 wijken van Utrecht zijn wijkvoorzieningenplannen opgesteld. Hierbij wordt gekeken naar het huidige aanbod van voorzieningen en activiteiten en de vraag daarnaar, rekening houdend met toekomstige ontwikkelingen in de wijken. Deze plannen vormen een goede basis voor een eerste afstemming met de DUO opgave.
3
Het wijkvoorzieningenplan voor Overvecht geeft als conclusie dat er vooral sprake is van een kwalitatief probleem en dat de spreiding van de voorzieningen met name in Overvecht-Noord te wensen over laat. Gemist wordt bijvoorbeeld een forumlocatie, sociaal culturele ruimte en een multifunctioneel buurtcentrum in Overvecht Noord. In Overvecht wordt voorgesorteerd op de benadering van Woonservicezones. Er tekenen zich twee woonservicezones af: Een in Overvecht Noord en een in Overvecht Zuid. Er ligt een inventarisatie voor Overvecht Noord; binnen Overvecht Noord is er een tweetal woonservicezoneclusters in ontwikkeling: rond Loevenhout en rond Rozendael. Verder ontwikkelen zowel verzorgingshuis Zuylenstede als Huis aan de Vecht zich als zorg- en ontmoetingsvoorziening voor de eigen buurt. Sociale wijkontwikkeling De sociale wijkontwikkeling is binnen het gebied het meest van belang in de wijk Overvecht. Binnen deze wijk is gekozen voor een gebiedsgerichte aanpak van vier deelgebieden. Hierbij wordt een combinatie gemaakt van een fysieke en sociale aanpak. Veiligheid staat in Overvecht hoog op de agenda. De vier deelgebieden zijn Haifa/Ankaradreef e.o. (gebied 31), Ivoordreef/ Zambesidreef e.o., Henriëttedreef/Camera Obscuradreef en Wolgadreef e.o. De projecten en activiteiten richten zich vooral op: wonen en woonoverlast, maatschappelijke participatie en sociale activering, veiligheid & leefbaarheid en diversiteit. Onlangs is besloten om Zambesi/Tigrisdreef, waarin de eerste twee gebiedsaanpakken vallen, per 1 januari 2006 te benoemen als urgentiegebied in het kader van Utrecht Veilig! Dit houdt onder andere in dat de gemeente met de politie en het Openbaar Ministerie afspraken maakt over preventie en repressie. Fysieksociale ontwikkeling Omdat het bevorderen van de sociale component (scholen en andere voorzieningen) benoemd is als een van de subdoelen voor 'Utrecht Vernieuwt', is het integrale accommodatiebeleid eveneens van belang. Dit beleid is vastgelegd in het reeds vastgestelde masterplan voortgezet onderwijs, in het masterplan primair onderwijs dat in de maak is en in de wijkvoorzieningenplannen. De dienst Maatschappelijke Ontwikkeling heeft in samenwerking met het Ontwikkelingsbedrijf en de Dienst Stadsontwikkeling de gemeentelijke kapitaalgoederen (althans de accommodaties) en de staat waarin deze verkeren in kaart gebracht. Vervolgens zijn de relaties tussen de accommodaties en DUO onderzocht en in beeld gebracht. Uit dit overzicht blijkt dat mogelijke herschikking van accommodaties, mede als gevolg van de onderhoudssituatie, nieuwe kansen kunnen opleveren voor woningbouw. Dit kan leiden tot een ander inzicht in de aan te pakken complexen en de prioritering daarin. Waarbij het als vanzelfsprekend de inzet is om een positief resultaat te behalen voor zowel 'Utrecht Vernieuwt' als voor de Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling. Openbare ruimte Binnen de Dienst Stadsbeheer is een Speel en Verblijfsruimteplan opgesteld. Dit plan is richtinggevend en wordt gebruikt als toetsingskader. Er is aan het plan geen programma verbonden; er is zodoende in dit kader geen extra geld beschikbaar. De laatste tijd is er veel aandacht besteed aan de parken in Overvecht. Hiervoor is onder andere ook geld beschikbaar gesteld door het Rijk. Park de Gagel en Park de Watertoren zijn onlangs opgeknapt. Het volgende park waaraan groot onderhoud zal worden gepleegd is Park de Vechtzoom. Masterclass Herstructurering In vrijwel alle gemeente hebben publieke en private partijen moeite met rollen en verantwoordelijkheden bij stedelijke vernieuwing. Deze worsteling komt het sterkst tot uiting in de herstructurering van voor- en naoorlogse wijken waar corporaties en gemeenten elkaar treffen, belangen van bewoners in het geding zijn en de doelstelling van stedelijke vernieuwing breed en integraal is (sociaal, economisch, fysiek). Om de gemeentelijke inbreng in dit proces zo goed mogelijk te ondersteunen, heeft de gemeente de Hogeschool van Utrecht gevraagd als pilot een Masterclass te ontwikkelen voor de gemeentelijk betrokkenen bij herstructurering. De wijk Overvecht zal hierbij als casus gebruikt worden.
4
2.2
Onderverdeling projecten
In het kader van 'Utrecht Vernieuwt' werken de corporaties en de gemeente Utrecht samen aan veel verschillende projecten. De projecten verschillen van elkaar in complexiteit en verantwoordelijkheden. Om gezamenlijk scherp te krijgen hoe de taken en verantwoordelijkheden liggen binnen de specifieke projecten (gezien het stadium waarin ze verkeren en hun omgeving), worden de projecten gerubriceerd. In het algemene Plan van Aanpak voor 'Utrecht Vernieuwt' is uitgebreid aangegeven hoe de onderverdeling is en welke consequenties dit heeft voor de verantwoordelijkheden. Gemakshalve wordt hieronder de onderverdeling kort herhaald: A-projecten • Ontwikkeling heeft geen relatie met andere ontwikkelingen in de omgeving • Ontwikkeling valt onder regime DUO I of DUO II • Locatie kan ontwikkeld worden binnen vigerende bestemmingsplan • Locatie kan ontwikkeld worden binnen de huidige eigendomsgrenzen (behoudens ondergeschikte afwijkingen) Renovatieprojecten waarbij bewoners kunnen blijven zullen vaak tot deze categorie behoren. B-projecten • Ontwikkeling heeft (vrijwel) geen relatie met andere ontwikkelingen in de omgeving • Een of meer van de volgende kenmerken zijn van toepassing: ‐ Ontwikkeling is een pré-DUO-project ‐ Locatie kan niet ontwikkeld worden binnen vigerende bestemmingsplan ‐ Locatie kan niet ontwikkeld worden binnen de huidige eigendomsgrenzen Renovatieprojecten waarbij sprake is van herhuisvesting van bewoners zullen vaak onder deze categorie vallen. Realisering van 1000 extra woningen buiten de DUO locaties volgt dezelfde werkwijze als deze categorie, tenzij er sprake is van een C-project. C-projecten • Ontwikkeling heeft relatie met andere ontwikkelingen in de omgeving (bijvoorbeeld DMOprojecten, infrastructuur, particuliere ontwikkelingen, openbaar gebied) • Het is noodzakelijk/wenselijk eerst afstemming te bereiken op gebiedsniveau met alle betrokken partijen alvorens concrete projecten te definiëren en verantwoordelijkheden vast te leggen. • Een of meer van de volgende kenmerken zijn van toepassing: ‐ Locatie kan niet ontwikkeld worden binnen vigerende bestemmingsplan ‐ Locatie kan niet ontwikkeld worden binnen de huidige eigendomsgrenzen 3.
Projecten prioriteitenlijst
De Stuurgroep 'Utrecht Vernieuwt' heeft een prioriteitenlijst opgesteld met zeven complexe en twee minder complexe projecten waaraan in de plannen extra aandacht besteed moet worden. Voor het gebied Overvecht/Noordoost/Oost gaat het om de volgende projecten: Loevenhout (voorheen Titus Brandsma), Maria Hongarijedreef, Talmalaan en de Uithof. Uit paragraaf 5 (de B-projecten) wordt duidelijk op welke wijze met deze prioriteiten omgegaan wordt.
5
4.
A-projecten
4.1
Verantwoordelijkheden
De verantwoordelijkheden bij A-projecten zijn verdeeld zoals hieronder vermeld. De • • • •
corporatie Is initiatiefnemer en verantwoordelijk voor voorbereiding en uitvoering van de projecten; Zorgt voor interne en externe communicatie en draagvlak met betrekking tot het bouwplan; Overlegt en stemt af op eigen initiatief met gemeentelijke instellingen over bouwvergunning, inrichting openbare ruimte, oplevering openbare ruimte, aanpassing erfpachtovereenkomst wat betreft begrenzing en meerwaardeverrekening en de externe communicatie; Bewaakt de voortgang en meldt knelpunten tijdig in de Bende van zes en de Stuurgroep.
De gebiedsmanager • Bewaakt de voortgang en is aanspreekpunt bij het signaleren van knelpunten. Waar hieronder een stand van zaken vermeld staat, wordt de stand van 31 december 2005 bedoeld.
4.2
Overvecht
naam: corporatie: stand van zaken: knelpunten: oplossingen: twee
Vulcanusdreef Mitros Mitros is in overleg met bewoners. Er bestaat geen draagvlak onder de bewoners voor sloop/nieuwbouw. Het gebouw blijft intakt. Er zal onderhoud gepleegd worden. Vervolgens zullen vrijkomende woningen aangeboden worden aan een andere doelgroep (werkende jongeren in plaats van senioren). Over circa decennia zal de corporatie opnieuw draagvlak proberen te krijgen voor de herstructureringsplannen.
naam: corporatie: stand van zaken: knelpunten: oplossingen:
ACA 10 hoog Mitros Voorfase met bewoners moet nog beginnen. Geen -
naam: corporatie: stand van zaken:
3,5 hoog (Peetersdreef) Mitros Het renovatieplan is af, de bewoners(commissie) zijn akkoord en in 2006 wordt gestart met de uitvoering. Geen -
knelpunten: oplossingen: naam: corporatie: stand van zaken: knelpunten: oplossingen:
Dorbeendreef Portaal De corporatie verricht onderzoek naar het draagvlak onder de bewoners. Mogelijke geen draagvlak onder bewoners. -
6
4.3
Noordoost
naam: corporatie: stand van zaken: knelpunten: oplossingen:
4.4
Buchelius Burman Portaal Voorfase met de bewoners moet nog beginnen. Geen -
Oost
naam: corporatie: stand van zaken: knelpunten: oplossingen: aandachtspunt:
Uithof, De Bisschoppen (op prioriteitenlijst) SSH In uitvoering Geen In verband met prioritering separaat aandachtspunt bij de staf 'Utrecht Vernieuwt'.
5.
B-projecten
5.1
Verantwoordelijkheden
De verantwoordelijkheden bij B-projecten zijn verdeeld zoals hieronder vermeld. De corporatie • Is initiatiefnemer en verantwoordelijk voor voorbereiding en uitvoering; • Zorgt voor de interne en externe communicatie en draagvlak met betrekking tot het bouwplan; • Overlegt en stemt af op eigen initiatief met gemeentelijke instellingen over bouwvergunning, inrichting openbare ruimte, oplevering openbare ruimte, aanpassing erfpachtovereenkomst wat betreft begrenzing en meerwaardeverrekening en de externe communicatie; • Bewaakt de voortgang en meldt tijdig knelpunten; • Verantwoordelijk voor de verdere uitwerking en uitvoering na de vaststelling van de nota van uitgangspunten. De gemeente • De bestaande opdrachtgever in de lijn (veelal een accountmanager van een vakdienst) is verantwoordelijk voor de nota van uitgangspunten, waarin de ruimtelijke, procedurele en financiële voorwaarden staan aangegeven; • De interne opdrachtgever en/of projectleider schakelt de gebiedsmanager in bij geconstateerde knelpunten in plaats van zijn lijnverantwoordelijke; • Verantwoordelijk voor de communicatie, besluitvorming en procedures voor zover betrekkinghebbend op de nota van uitgangspunten. De gebiedsmanager • Bewaakt de voortgang en is aanspreekpunt bij het signaleren van knelpunten. Waar hieronder een stand van zaken vermeld staat, wordt de stand van 31 december 2005 bedoeld.
5.2
Overvecht
naam: corporatie:
Maria van Hongarijedreef (op prioriteitenlijst) Mitros
7
stand van zaken: knelpunten: oplossingen:
verantwoordelijkheid: aandachtspunt: relatie parkeren
De voorfase met de bewoners loopt. Voor het complex is een stedenbouwkundige verkenning gemaakt. De plannen passen niet binnen het bestemmingsplan. Mogelijk geen draagvlak bij bewoners voor herstructurering ondermeer vanwege de herhuisvesting.. In het geval er geen draagvlak wordt verkregen dan geen sloop, maar alleen onderhoud en over zes jaar opnieuw naar de mogelijkheden kijken. Een herhuisvestingsmogelijkheid bestaat eventueel wel op de Bruisdreef. Door het vertrek van de Internationale Schakelklas en een uit te geven locatie van het OGU ernaast, ligt daar een potentiële woningbouwlocatie. Mitros heeft in samenwerking met Sir 55+ en een marktpartij voor de Bruisdreef een studie voorbereid voor de bouw van onder andere seniorenwoningen. De Dienst Stadsontwikkeling maakt momenteel voor de Bruisdreef een Nota van Uitgangspunten. De plannen van Mitros lijken vooralsnog niet aan te sluiten bij de gemeentelijke visie. Mitros, OGU en DSO zullen overleg plegen over een mogelijke inpassing van de plannen. Op dit moment wordt voor de locatie een geluidsonderzoek verricht. De mogelijk te bouwen hoeveelheid woningen is afhankelijk van de uitkomst van dat onderzoek. De corporatie moet de voorfase met de bewoners afronden. Parkeren, mogelijk in een parkeergarage langs het spoor. Overleg Mitros en DSO. Parkeeroplossing moet ook bekeken worden in tot parkeerverzoek renovatieplan kantoor Tiberdreef en station Overvecht. In verband met prioritering separaat aandachtspunt bij de staf 'Utrecht Vernieuwt'.
naam: corporatie: stand van zaken: knelpunten: oplossingen:
Camera Obscuradreef Mitros Draagvlakmeting onder bewoners is gaande. Draagvlak onder bewoners Eventueel herhuisvestingsmogelijkheden op de Bruisdreef. Zie ook Maria van Hongarijedreef.
naam: corporatie: stand van zaken:
Loevenhout (vh. Titus Brandsma) (op prioriteitenlijst) Portaal De plannen passen niet binnen het bestemmingsplan. Voor het gebied bestaat een gebiedsvisie. Een Nota van Uitgangspunten is bijna en kan dan bestuurlijk vastgesteld worden. In de Nota van Uitgangspunten zijn afspraken gemaakt over de inrichting financiering van de openbare ruimte. De oorspronkelijke bewoners zijn via de bewonersraad betrokken; een deel van woningen is tijdelijk verhuurd aan studenten via de SSH. Luchtkwaliteit (een algemeen geldend probleem bij juridische procedures). In overleg met de Taskforce Luchtkwaliteit een goede ruimtelijke onderbouwing maken voor de artikel-19 procedure. De gemeente moet de Nota van Uitgangspunten vaststellen. In verband met prioritering separaat aandachtspunt bij de staf 'Utrecht Vernieuwt'.
gereed en knelpunten: oplossingen: verantwoordelijkheid: aandachtspunt:
5.3
Noordoost
naam: corporatie:
Talmalaan en omgeving (op prioriteitenlijst) De Talmalaan is een pre-DUO project en de verantwoordelijkheid ligt bij de gemeente i.c. het OGU. De grond wordt uitgegeven aan
8
Mitros. locatie DUO-complexen zullen op termijn . Bij deze van stand van zaken:
Mitros zal samen met Blauwhoed het programma op deze realiseren. Om het plangebied Talmalaan heen liggen (1, 2, 4, 6 7 en 8) van Mitros. Deze DUO-=complexen gesloopt en herontwikkeld worden (fase 2 en 3 DUO) projecten heeft Mitros het voortouw en de aansturing gemeentezijde loopt via de DSO. Aanvankelijk was het de bedoeling om alleen voor de Talmalaan een stedenbouwkundigplan uit te werken. Maar aangezien ook de aangrenzende DUO-complexen op termijn tot herontwikkeling zullen komen, heeft Mitros op verzoek en met instemming van de gemeente voor het totaal een stedenbouwkundig masterplan ontwikkeld. Dit om de samenhang voor wat betreft de stedenbouwkundig kwaliteit van de gebieden te waarborgen. Om de diverse plannen ruimtelijk op elkaar aan te sluiten is dus gekozen om voor het totale gebied een stedenbouwkundig masterplan te maken. Hierbij is vooraf duidelijk afgesproken dat qua uitvoering, planning en financiën het pre-DUO deel niet gekoppeld kan/mag worden aan het DUO-deel. Het stedenbouwkundigplan voor de Talmalaan zelf is onlangs bestuurlijk vastgesteld; de rest van het stedenbouwkundig masterplan (= voor de duo-deelgebieden) nog niet en moet worden beschouwd als doorkijk naar de toekomst. Het Masterplan voor de DUO-delen is nog niet de inspraak ingegaan en heeft nog geen formele status; het dient wel als integraal ruimtelijk kader te worden beschouwd. Het Masterplan zal geactualiseerd worden en vastgesteld worden als ruimtelijke visie. Het voorlopig ontwerp voor de Talmalaan (niet voor de pre-DUO onderdelen) is gereed en volgens planning wordt gestreefd naar start art. 19 voor de zomer 2006. knelpunten: Specifiek aandachtspunt voor deze projecten is of het door Mitros opgestelde masterplan voldoende status en reikwijdte heeft om als ontwikkelingskader te dienen voor deze projecten. oplossing: Het masterplan wordt geactualiseerd en vastgesteld als ruimtelijke visie. verantwoordelijkheid: Met uitzondering van de Talmalaan geldt voor de overige projecten dat de corporaties de voorfase met de bewoners nog moeten starten. aandachtspunt: De projecten worden allemaal aangemerkt als B-projecten en zullen gefaseerd aangepakt worden. Hoewel er een samenhang bestaat tussen de verschillende projecten, wordt voor het gebied geen ontwikkelingsplan gemaakt, omdat dat gezien de complexiteit niet noodzakelijk is. In verband met prioritering separaat aandachtspunt bij de staf 'Utrecht Vernieuwt'. Het effect van de projecten op de vraag naar maatschappelijke voorzieningen in het gebied zal worden onderzocht in overleg met DMO. naam: corporatie: stand van zaken: knelpunten: oplossingen: aandachtspunt:
Nolenslaan Portaal Voorfase met de bewoners moet nog beginnen. Geen Samenhang met ontwikkelingen van Mitros rond de Talmalaan en omgeving.
naam: corporatie:
Stieltjesstraat BO-EX
9
stand van zaken: knelpunten: oplossingen: verantwoordelijkheid:
6.
De bouwvergunning is verleend. De corporatie wacht op levering van de grond door de gemeente. Een pand op de te leveren grond is momenteel gekraakt waardoor de grond niet geleverd kan worden. De gemeente moet een juridische procedure starten. De gemeente moet de grondlevering afronden.
Ontwikkelingsgebieden en C-projecten
Tijdens de werkbijeenkomst zijn elf projecten aangemerkt als C-projecten. Dit resulteerde in de benoeming van vier deelgebieden waarvoor ontwikkelingsplannen opgesteld moeten worden. Het ontwikkelingsplan is een gezamenlijk product van de gemeente en de corporaties en zal een ruimtelijk, programmatisch en financieel kader bieden. Het plan wordt aan gemeentezijde vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders en dient vervolgens als basis voor de samenwerkingsovereenkomsten met de corporaties. Het opstellen van een ontwikkelingsplan moet gezien worden als een zware voorfase. Wanneer uit het ontwikkelingsplan blijkt dat de perspectieven haalbaar zijn, kan een start gemaakt worden met een Nota van Uitgangspunten voor het deelgebied of de deelprojecten.
6.1
Verantwoordelijkheden
De gemeente • Is procesverantwoordelijk voor de opstelling van het ontwikkelingsplan. De gemeente betrekt de corporatie(s) hierbij vanaf het begin. Het ontwikkelingsplan is een gezamenlijk product, dat wil zeggen een onderhandelingsresultaat en wordt door partijen (en eventuele andere investeerders) vastgesteld. • Is verantwoordelijk voor de communicatie, besluitvorming en procedures voor zover betrekkinghebbend op het ontwikkelingsplan. Het ontwikkelingsplan definieert deelprojecten, onderlinge samenhang, planning, procedures en verantwoordelijkheden. De gebiedsmanager • Is verantwoordelijk voor het totstandkomen van het ontwikkelingsplan. NB Indien de DUO-projecten vervolgens zelfstandig kunnen worden uitgevoerd zijn het Aprojecten of B-projecten en gelden daarvoor aangegeven regimes. Waar hieronder een stand van zaken vermeld staat, wordt de stand van 31 december 2005 bedoeld.
6.2
Deelgebied Haifa-/Ankaradreef en omgeving (gebied 31)
Binnen het deelgebied Haifa-/Ankaradreef e.o. liggen complexen van Mitros en Portaal. Het betreffen 10-hoog flats die toe zijn aan onderhoud. De corporaties hebben aangegeven het gebied gezamenlijk te willen herontwikkelen en kiezen voor ingrijpende herontwikkeling. Het streven is differentiatie in bevolkingsopbouw te bewerkstelligen door differentiatie in het aanbod. In de STUW-notitie 'plannen tot 2010' (15 september 2005) staat omschreven op welke manier de corporaties de herstructurering in Overvecht willen aanpakken. Grofweg gaat de STUW uit van de volgende verdeling van taken en verantwoordelijkheden: De gemeente levert PvE's en (globale) randvoorwaarden. De woningbouwprogramma's worden vastgelegd binnen ruime bandbreedtes; Binnen de randvoorwaarden gaan de corporaties voor eigen rekening en risico aan de slag met alle onderdelen van de vernieuwing (ook met bijvoorbeeld groen, infra en maatschappelijk vastgoed); Gemeente draagt de grond over tegen een prijs die bij de start van het project wordt vastgelegd. Daarna zijn alle mee- en tegenvallers voor rekening van de corporatie;
10
-
De gemeente vervult voortvarend haar publieke taak (bijvoorbeeld planologische procedures); Na het project levert de corporatie de openbare ruimte weer terug aan de gemeente; De corporaties zorgen ervoor dat binnen het gebied een rechtspersoon ontstaat die volledig verantwoordelijk is voor de totale opgave;
De boven beschreven aanpak wil de STUW ook uitwerken en overeenkomen voor het deelgebied Haifa-/Ankaradreef. Mitros en Portaal hebben ten aanzien van dit gebied al overeenstemming bereikt over: - De nieuwe rechtspersoon die verantwoordelijk is voor de vernieuwing; - De hoofdlijnen en de richting van de vernieuwing; - De planning en wijze waarop de bewoners betrokken worden. De intenties van de corporaties met het gebied zijn: - Volledige herontwikkeling van het gebied, inclusief de (groene) locatie Carnegiedreef; - Eerste bouwen dan slopen; - Een bijdrage leveren aan schoon, heel en veilig en participeren in sociale projecten; - Samen met bewoners een plan opstellen over 'beheer tijdens de uitvoering'; - Op korte termijn een instandhoudingbeurt in de Mitrosflats; - Indicatie van het eindbeleid: - woonmilieu is suburbaan (iets woningverlies ten opzichte van de huidige situatie) - eenderde huur en tweederde koop - 50% grondgebonden - De soort woningen wordt deels bepaald door de woonwensen van de terugkeerders. Bij de integrale aanpak van het gebied zal de gebiedsgerichte aanpak in het kader van de sociale wijkontwikkeling worden meegenomen. De aanpak van het deelgebied wordt aangemerkt als het 'sleutelproject' voor Overvecht. Wanneer de gemeente en de corporaties veel energie steken in het maken van sluitende afspraken én in de wijze waarop de communicatie met bewoners en andere belanghebbenden in de wijk plaatsvindt, kan dit een positief effect hebben op vervolgprojecten. Opgave Stel een ontwikkelingsplan op waarin programma, ruimtelijke inpassing en financiële afspraken dusdanig uitgewerkt zijn, dat een samenwerkingsovereenkomst tussen de gemeente en corporaties gesloten kan worden. Begrenzing van het deelgebied Het deelgebied wordt begrensd door de Klopvaart, Rio Brancodreef, langs de St. Maartendreef en St. Eustatiusdreef, door het park, langs verpleegtehuis Rozendael, Tigrisdreef en de Eufraatdreef. Dit betreft het kerngebeid. Daarnaast wordt in ieder geval ook gekeken naar aanpalende ontwikkelingen bij verpleegtehuis Rozendael en de Openbare Basisschool Overvecht aan de Beiroetdreef. Het geactualiseerde Wijkverkeersplan kan opleveren dat er "grijs" beschikbaar kan komen voor andere doeleinden (bv. bij Carnegie-, RioBranco- en Eufraatdreef). De ruimtelijke ontwikkelingen van Rozendael betreffen uitsluitend de vervanging van zusterhuis (zijde Gangesdreef). Gezien de voorgeschiedenis is het niet waarschijnlijk dat een verplaatsing van de huidige woonwagenlocatie haalbaar is. Deelnemende partijen Mitros, Portaal en de gemeente Utrecht Overige belanghebbende binnen het deelgebied: Openbare Basisschool Overvecht aan de Beiroetdreef, verpleegtehuis Rozendael. (ambtelijk) betrokkenen Bart van der Laag, Sarah Klein Haneveld (Portaal) Wim Duijster, Frans Zeulenvoet, Marion van der Put, Wil de Waal (Mitros) Marianne van der Horst (wijkmanager Overvecht) André ten Bode (accountmanager DSO) Jeroen Schenkels (DSO, groenbeleid) Leon Borlee (DSO, Stedenbouw)
11
Saskia van der Kruit (DSO, Wonen) Ruud Ditewig (DSO, Verkeer) Marjan van Diem (DSB) Paul Raaijmakers (DMO, accommodatiebeleid) Frank Hazeleger (accountmanager OGU)
6.3
Deelgebied Ivoordreef en omgeving (gebied 30)
Binnen het deelgebied Ivoordreef en omgeving staan complexen van BO-EX en Mitros. De complexen van BO-EX zijn opgenomen als twee renovatie complexen en een hertsructureringsproject op de DUO-lijst. BO-EX kan er voor kiezen de complexen afzonderlijk van elkaar als losstaande projecten aan te pakken. De corporatie heeft echter aangegeven door middel van een gebiedsaanpak mogelijkheden te zien voor herstructurering en verdere verdichting. Hierdoor zou het complex van Mitros aan de Klipspringerdreef ook mee kunnen lopen in de planontwikkeling. Voor Mitros heeft de aanpak van hun eigendom, gezien de staat waarin het verkeert, geen prioriteit, maar de corporatie is desondanks wel bereid mee te praten over de gebiedsaanpak. Ook voor dit deelgebied heeft de STUW gepleit voor een aparte aanpak van de herstructurering (zie voor de aanpak 6.2). Ten aanzien van de Ivoordreef en omgeving hebben BO-EX en Mitros overeenstemming bereikt over: Het feit dat de corporaties hier samen projectmatig aan de slag gaan; De hoofdlijnen en de richting van de vernieuwing; De planning en de wijze waarop bewoners betrokken worden. De corporaties willen graag voor 1 januari 2006 met de gemeente overeenstemming bereiken over de uitgangspunten en randvoorwaarden waarbinnen de corporaties deze vernieuwingsoperatie gaan uitvoeren. Voordat gestart kan worden met het maken van een ontwikkelingsplan voor het deelgebied, moet in een voorfase onderzocht worden hoe de plannen zich verhouden tot de bestaande visies. Bij de integrale aanpak van het gebied zal de gebiedsgerichte aanpak in het kader van de sociale wijkontwikkeling worden meegenomen. Opgave Stel een ontwikkelingsplan op waarin programma, ruimtelijke inpassing en financiële afspraken dusdanig uitgewerkt zijn, dat een samenwerkingsovereenkomst tussen de gemeente en corporaties gesloten kan worden. De eerste stap zal zijn het geven van een status aan de visie Einsteindreef. Begrenzing van het deelgebied Het deelgebied wordt begrensd door de Carnegiedreef, Gambiadreef, Kwangodreef, Kasaidreef, Oranjerivierdreef en de Einsteindreef. Dit betreft het kerngebied. Daarnaast kan ook gekeken worden naar de mogelijkheden rondom het kerngebied met betrekking tot onderwijslocaties. In dat geval wordt het gebied tot en met de Ghanadreef en de Grotetrekdreef bij de planontwikkeling betrokken. Deelnemende partijen Mitros, BO-EX en de gemeente Utrecht Overige belanghebbenden in het deelgebied: een particuliere flat aan de Tafelbergdreef, een gezondheidscentrum/apotheek, Mattheusschool, kerk aan de Ivoordreef, bewonersplatsform Overvecht. (ambtelijk) betrokkenen Rolf van der Weide (BO-EX) Wim Duijster (Mitros) Marianne van der Horst (wijkmanager Overvecht) André ten Bode (accountmanager DSO) Paul Raaijmakers (DMO) Abdelkader Tharioui (accountmanager DMO) Frank Hazeleger (accountmanager OGU)
12
afdeling afdeling afdeling afdeling
6.4
Wonen Stedenbouw Milieu Verkeer
Deelgebied Lodewijk Napoleonplantsoen en omgeving
Binnen het deelgebied Lodewijk Napoleon en omgeving liggen complexen van Mitros. De woningen zijn toe aan noodzakelijk onderhoud en stonden al op de DUO I lijst. Mitros wil daarom niet te lang wachten met het uitsluitsel geven over wat er met de complexen gaat gebeuren. De bewoners van de complexen zijn tot nu toe nog weinig betrokken. Op basis van een stedenbouwkundige studie blijkt dat na sloop anderhalf keer de hoeveelheid sociale huurwoningen teruggebouwd kan worden. Het deelgebied leent zich dus voor verdichting. De projecten zijn op zichzelf niet ingewikkeld. Toch is er gekozen voor een ontwikkelingsplan door de aanwezigheid van de Kranenburgschool, een school voor bijzonder onderwijs, binnen het deelgebied. Het bestuur van de school heeft aan de gemeente aangegeven te willen uitbreiden. En uitbreiding op de huidige locatie is echter niet mogelijk. Wanneer een uitbreiding gerealiseerd kan worden door verplaatsing van de school, ontstaan binnen het deelgebied mogelijke nieuwe woningbouwlocaties. De uitbreiding van de school is urgent, omdat de school op grond van nieuwe onderwijsnormen recht heeft op meer meters dan waartoe ze nu de beschikking heeft. Opgave eerste fase Verken welke mogelijkheden een eventueel vertrek van de Kranenburgschool biedt voor mogelijke woningbouwprojecten. Begrenzing van het deelgebied Het deelgebeid wordt begrensd door de Koningsweg, Kranenburgerweg, Bosch van Drakensteinlaan en de Tamboersdijk. Deelnemende partijen Mitros en de gemeente Utrecht. Overige belanghebbenden binnen het deelgebied: Kranenburgschool. (ambtelijk) betrokkenen Wim Duijster (Mitros) Bart Andriessen (wijkmanager Oost) Marjon van Caspel (accountmanager DSO) Paul Raaijmakers (DMO) Hans Horck (accountmanager OGU) afdeling Wonen afdeling Stedenbouw afdeling Milieu
7.
Huidige en mogelijke toekomstige ontwikkelingen
Tijdens de werkbijeenkomst zijn nog enkele potentiële toekomstige ontwikkelingen naar voren gebracht. Deze zijn nog niet geformuleerd binnen DUO, maar spelen wel binnen het accommodatiebeleid. Het gaat hierbij om de volgende gebieden: -
De Martijnschool aan de Karl Marxdreef komt vrij; De locatie van de welzijnsvoorziening aan de Stroyenborchdreef komt vrij, de voorziening wordt verplaatst naar sportpark de Dreef; College de Klop komt vrij. Na de realisering van multifunctioneel centrum Sportpart de Dreef komt op termijn Jongerencentrum Transit beschikbaar en eventueel buurthuis Einsteindreef (dat is vooralsnog benut als Moederkindcentrum).
13
-
Door het vertrek van de Internationale Schakelklas en een uit te geven locatie van het OGU ernaast, ligt aan de Bruisdreef een potentiële woningbouwlocatie
Op welke manier deze locaties ingevuld zullen worden is nog niet bekend. Maar ze bieden mogelijke perspectieven als toekomstige woningbouwlocaties binnen de beperkingen van de NRU en de regelgeving op milieugebied. Overige ontwikkelingen en fysieke ingrepen in het gebied zijn: - Woningbouw bij fort Blauwkapel is in uitvoering; - Winkelcentrum Overkapel wordt herontwikkeld met woningbouw. De Nota van Uitgangspunten is gereed, de bouwaanvraag wordt eind 2005 ingediend; - Winkelcentrum de Gagelhof is gereed; - Er vindt aan de Jeanne d'Arcdreef woningbouw plaats; - Centrumkwadrant Overvecht, uitbreiding met winkels, woningen en voorzieningen; - Bij winkelcentrum de Klop wordt een garagebedrijf gesloopt en vervangen door tot startershuisvesting; - Politiebureau aan de Kaap Hoorndreef is gesloopt en vervangen door nieuwbouw. De oude locatie ligt braak ten behoeve van kantoren/woningbouw; - Het ziekenhuis Mesos vertrekt, de locatie die daarmee vrijkomt wordt ingevuld met woningbouw; - Aan de Jaap Edendreef is een losse kavel beschikbaar voor een kinderdagverblijf; inmiddels denkt de eigenaar aan de vestiging van een andere maatschappelijke bestemming: senioren daklozenopvang. - Aan de Camposdreef is een welzijnspand gesloopt; - Aan de Ibisdreef en Piramidedreef komen schoolpanden vrij (startnotities zijn gereed); - Het pand van het ROC aan de Kretadreef komt vrij. De panden aan de Amazonedreef en Pahud de Montangesdreef zijn verkocht aan ontwikkelaars; - Het winkelcentrum Arno/Tiberdreef wordt aan de tijd aangepast; - Na jaren van leegstand wordt het kantoorpand aan de Tiberdreef weer door een huurder betrokken; Na verbouwing is er aanvulling op aantal parkeerplekken buiten gebouw nodig. Dit is vooralsnog een knelpunt. - Het verzorgingshuis Tamarinde is gerenoveerd. Ernaast ligt een locatie (vml. Warande) waar een nieuwbouwplan is voor wonen en (gehandicapten-)zorg. - In verpleeghuis Rozendael komt per 2007 een transmuraal expertisecentrum (poliklinische functies van Mesos, huisartsenpost etc.) Het zusterhuis wordt vervangen door nieuwbouw.
8.
Geconstateerde aandachtspunten
Tijdens de drie werkbijeenkomsten werden verschillende algemene aandachtspunten en vragen naar voren gebracht door de aanwezigen. Deze opmerkingen zijn niet opgenomen in de gebiedsplannen van aanpak, maar worden separaat opgepakt door de gebiedsmanagers. Voor de wijk Overvecht is een wijkspecifiek aandachtspunt naar voren gebracht. Grondexploitatie Overvecht Voor de wijk Overvecht is een eeuwigdurende lening afgesloten. Dit houdt in dat de grond niet wordt afgeschreven. Dit is een knelpunt voor de gebiedsexploitatie. Een oplossingsrichting is dat met concernafdeling Sector Financiën afspraken gemaakt worden over de boekwaarde van de grond in Overvecht.
9.
Planning en kosten
Achtereenvolgens zullen voor de benoemde deelgebieden ontwikkelingsplannen gemaakt worden. De volgorde van aanpak zal zijn: 1. 3. 4.
Haifa-/Ankaradreef en omgeving Lodewijk Napoleonplantsoen en omgeving Ivoordreef en omgeving
start eerste kwartaal 2006 start januari start april
14
Vooruitlopend op verschillende ontwikkelingsplannen zullen eerst gesprekken plaatsvinden in kleine comités bij wijze van voorfase. Voor het opstellen van een gemiddeld ontwikkelingsplan is een budget vastgesteld van 45.000 euro.
15