GEBIEDSGERICHT WELSTAND
UGCHELEN
N O V E M B E R
2 0 0 6
november 2006
welstandsnota Ugchelen
C O L O F O N Gebiedsgericht Welstand Ugchelen In opdracht van Gemeente Apeldoorn productie: Stoa …stedenbouw openbare ruimte architectuur te Ede in samenwerking met AmerAdviseurs BV Ruimtelijke Ordening te Amersfoort Werknummer 30-116a Vastgesteld door de gemeenteraad van Apeldoorn op ………..
2
november 2006
welstandsnota Ugchelen
I N H O U D S O P G A V E
P A G I N A
1. inleiding
5
doel, functie en status
5
leeswijzer
5
2. welstandsthema’s
6
algemeen
6
de thema’s in het kort
6
3. beoordelingskader bouwplannen
9
werkwijze
9
hoofdkenmerken
9
welstandsniveaus
10
4. thema’s Ugchelen
12
agrarisch buitengebied
12
bossen
15
lintbebouwing
18
moderne architectuur en stedenbouw
22
parken en groenzones
25
sport en recreatie
27
woonerven, structuralistische architectuur en stedenbouw
29
thematische architectuur en stedenbouw
31
traditionalistische architectuur in blokverkaveling
34
tuinwijken, volkswoningbouw
38
villagebieden
41
bijlage 1: begrippenkader kenmerken
44
kaarten gebied Ugchelen
5
overzicht welstandsthema’s
8
overzicht welstandsniveaus
11
3
november 2006
welstandsnota Ugchelen
Bellevue: architectuur en welstandsbeleid
Kadernota
Architectuur als cultuur
‘Over welstand gesproken’
Cultuurhistorische analyses per deelgebied
Bestemmingsplannen (Wro) Welstandscriteria per deelgebied (Ww) Monumentenbeleid (Mw)
Inrichtingsplannen openbare ruimte
4
november 2006
1 .
welstandsnota Ugchelen
I N L E I D I N G
doel, functie, status De gewijzigde woningwet van 1 januari 2003 schrijft voor dat gemeenten een welstandsnota voor hun grondgebied moeten opstellen, waarin criteria zijn opgenomen waaraan bouwplannen kunnen worden getoetst. Die criteria worden verdeeld in algemene criteria en criteria die specifiek gelden voor een bepaald gebied, de gebiedscriteria. De algemene criteria zijn opgenomen in de Kadernota “Over Welstand Geschreven”(Gemeente Apeldoorn, mei 2004). Deze nota geeft naast de algemene criteria een overzicht van het vastgestelde welstandsbeleid van de gemeente Apeldoorn. De criteria die specifiek voor bepaalde gebieden gelden, zijn opgenomen in aparte gebiedsnota’s. De voorliggende nota “Gebiedsgericht Welstand Ugchelen” omvat de gebiedscriteria die specifiek voor het dorp Ugchelen gelden. Deze nota is daarmee een deeluitwerking van de Kadernota “Over Welstand Geschreven”.
gebied Ugchelen (bestemmingsplangrens) De grens van het gebied van deze welstandsnota loopt vrijwel samen met de grens van het Bestemmingsplan voor Ugchelen. Een uitzondering vormt het gebied Veldekster dat in ontwikkeling is, op basis van een eigen beeldkwaliteitplan, met daarin eigen vormgevingseisen. Deze nota ”Gebiedsgericht Welstand Ugchelen” wordt na vaststelling door de gemeenteraad geacht onderdeel te zijn van de Gemeentelijke Welstandsnota, zoals bedoeld in artikel 12 van de Woningwet. De criteria in de nota 1
worden dan beleidsregels , zoals bedoeld in artikel 1:3 en 4:81 t/m 4:84 van de Algemene Wet Bestuursrecht.
leeswijzer Het gebied van Ugchelen is in deze nota onderverdeeld in gebieden met verschillende welstandsthema’s. Thema’s zijn gebieden met bepaalde kenmerken die aanleiding geven voor specifieke bij dat gebied behorende welstandscriteria, bijvoorbeeld het thema Lintbebouwing of het thema Bedrijventerreinen. Op de bij deze nota behorende “Overzichtskaart Welstandsthema’s”, wordt de begrenzing van de verschillende themagebieden aangegeven. In hoofdstuk 4 worden de thema’s beschreven en worden de bijbehorende welstandscriteria genoemd. Voorts wordt op de kaart “Overzicht Welstandsniveaus” aangegeven voor welk gebied een zwaar, een normaal, dan wel een soepel welstandsbeleid wordt toegepast. De begrenzing van die gebieden komt veelal overeen met de grenzen van de themagebieden.
1
Onder beleidsregel wordt verstaan een bij besluit vastgestelde algemene regel, niet zijnde een algemeen bindend voorschrift, omtrent de afweging van belangen, de vaststelling van
feiten of de uitleg van wettelijke voorschriften bij het gebruik van bevoegdheden van een bestuursorgaan
5
november 2006
2 .
welstandsnota Ugchelen
W E L S T A N D S T H E M A ’ S
In dit hoofdstuk worden de verschillende thema’s die in Ugchelen voorkomen kort toegelicht en worden de bijbehorende gebiedsgrenzen aangegeven. De thema’s vormen de kapstok voor de uitwerking van het gebiedsgerichte welstandsbeleid voor Ugchelen.
algemeen Ugchelen ligt in het zuidelijke deel van de stad Apeldoorn en is als voormalig zelfstandig dorp nu geheel onderdeel geworden van de stad. Toch is er sprake van oude lintbebouwing en enige centrumvorming waarin het voormalige dorp nog herkend kan worden. Voorts hebben beken en sprengen en de daarmee verbonden papiermolens en wasserijen een belangrijk stempel gedrukt op de structuur van het dorp. Deze bedrijven liggen van oudsher aan de e
beken en de latere lintbebouwing ligt aan de oude hoofdwegen. Na de 2 wereldoorlog zijn tussen de oude linten nieuwe planmatige woonwijken ontstaan, elk met de kenmerken van de tijd waarin ze werden gebouwd. (Zie voor een uitgebreide beschrijving de “Cultuurhistorische Analyse Ugchelen” (Stoa,december 2005).
de thema’s in het kort Agrarisch buitengebied Het agrarisch buitengebied van Apeldoorn kenmerkt zich in de relatieve kleinschaligheid die samenhangt met de ontginning van zandgronden. Bouwland werd geclusterd tot “marken” op de hoger gelegen gronden van de Ugchelse Enk. Het sterk versnipperde grondeigendom leidde tot een kleinschalig half open landschap met boerenerven als kleine clusters van bebouwing. Dit landschap met daarin de Ugchelse enk vormt een fraaie buitenrand van Ugchelen. Dit landschap is in ruimtelijke zin kwetsbaar en vraagt om bijzondere aandacht in het welstandstoezicht. Bossen De combinatie van agrarisch buitengebied en bos, met de bijbehorende afwisseling in open en gesloten, maakt dit landschap tot karakteristiek voor de rand van Ugchelen. Glooiingen met beken en enken versterken het beeld. In het bos is bebouwing schaars, maar wordt wel vaak zichtbaar in de randen geplaatst. Dat vraagt om extra aandacht vanuit de open gebieden. Soms zijn complexen in het bos gebouwd zonder een directe functierelatie met het bos, maar wel gebruikmakend van de fraaie omgeving. Het hotel restaurant de Cantharel en de papierfabriek VHP horen daaronder. Bij de welstandsbeoordeling staat de inpassing van gebouwen in de bosomgeving centraal. Om die reden zijn deze complexen onderdeel van het thema “bos”. Lintbebouwing De oude bebouwingslinten bepalen in belangrijke mate het nog dorpse karakter van Ugchelen. De waarde van de bebouwingslinten ligt in de stedenbouwkundige karakteristiek van vrijstaande objecten met vergelijkbare massa en een historisch gegroeide diversiteit in architectuur en inrichting. Veel woningen hebben een nokrichting loodrecht op de straat bij een lage goothoogte en een steile dakhelling (de z.g. “Apeldoornse huisjes”). Daar waar deze huisjes door herhaling een complex vormen, is extra aandacht nodig voor het handhaven van deze karakteristieke ritmiek. Het karakter wordt versterkt indien ook grindbermen aanwezig zijn. (Voorbeelden: 12 woningen aan de G.P. Duringlaan en 11 woningen aan de Mettaweg, beide in combinatie met grindbermen). Op enkele plaatsen in het lint komen ook andere functies voor dan wonen, zoals enkele winkels en kleine bedrijven. De bebouwing heeft dan een grotere omvang, maar wel staat er dan veelal een bedrijfswoning aan de weg. Moderne architectuur en stedenbouw De planmatige woonwijken kenmerken zich door een grote mate van homogeniteit per wijkdeel en/of buurt. Typerend is de gestempelde structuur met herhalingen van gelijke complexen met eenvoudige bouwmassa’s in rechthoekige half)open bouwblokken en open strokenverkaveling. De waarde van dit type woonwijk is met name de stedenbouwkundige opzet met een groene setting, abstracte heldere composities en blokvormige massa’s. De architectonische waarde van de verschillende complexen verschilt onderling sterk. Een voorbeeld van deze planmatige stedenbouw in Ugchelen is het complex Schoolbeek en een aangrenzende cluster aan de Batenburg.
6
november 2006
welstandsnota Ugchelen
Parken en groenzones Parken en groenzones liggen in Ugchelen verspreid in het stedelijk gebied. De groenzones volgen op verschillende plaatsen de historische beken en sprengen en krijgen dan een extra betekenis. De weinige bebouwing in dit gebied is kleinschalig of ondergeschikt en onderling sterk verschillend. Sport en recreatie Dit thema is specifiek van toepassing op de voetbalvelden van Albatros. De bebouwing is beperkt en heeft specifieke eigen kenmerken. Woonerven, structuralistische architectuur en stedenbouw De hier bedoelde woonwijken, veelal uit de 70er jaren, kenmerken zich door een gevarieerde bebouwing en overwegend groene uitstraling. Vaak is er door de samenhang per bouwblok toch sprake van enige rust. Het is van belang dat die samenhang bewaard blijft bij uitbreidingen of aanbouwen aan woningen. De omgeving van de Voorhoevestraat - Karhulstraat behoort tot dit type 70-er jaren wijk Thematische architectuur en stedenbouw Vanaf ca 1980 is er bij de ontwikkeling van woonbuurten extra aandacht voor de stedenbouwkundige opzet in combinatie met de eigentijdse interpretatie van historische typologieën en bouwstijlen. Dit leidt tot thematisch opgezette heldere openbare ruimte in combinatie met een sterke, expressieve architectuur. Tussen de bouwblokken onderling is er echter een groot onderscheid in vormgeving en sfeer. Verspreid vindt men in Ugchelen op een aantal plaatsen voorbeelden van thematische architectuur en stedenbouw, zoals aan de Zuster Klijnstralaan en aan de Steenbeek - Altena. Traditionele architectuur in blokverkaveling Dit thema betreft de vlak naoorlogse planmatige woonwijken (50er en 60er jaren). Het beeld wordt voornamelijk bepaald door de herhaling van identieke bouwblokken in een groot verband van rechthoekige verkavelingpatronen. De Appèlwoningen (Kinkelenburg e.o.) horen daarbij en voorts complexen aan De Cloese, de Tonissenlaan en de Boogaardslaan. Tuinwijken, volkswoningbouw Het gaat om complexen uit vooral de 20er en 30er jaren. Deze complexen zijn in hun oorspronkelijke opzet zowel stedenbouwkundig als architectonisch met zorg ontworpen. De groep woningen aan de Casimirlaan vallen onder deze beschrijving. De bijzonder ruime opzet van dit complex in het overgangsgebied naar het bos geeft dit gebied een extra kwaliteit die om een zorgvuldige aanpak bij veranderingen vraagt. Villagebieden De villagebieden zijn hoofdzakelijk ontworpen en aangelegd in de periode 1880 tot 1940. Doordat ook in latere periodes villa’s zijn toegevoegd is er spraken van een grote variatie in bouwperioden en stijlen, met een nadruk op e
e
de laatste decennia van de 19 eeuw en begin 20 eeuw. De villagebieden worden gekenmerkt door voornamelijk vrijstaande huizen met een gemiddeld hoge architectuurhistorische en architectonische kwaliteit. De ruime tuinen zorgen voor een sterke groene omgeving. De "Steine-buurt" is een voorbeeld. Twee-onder-een-kap woningen en kleine complexen vormen een uitzondering op de sterk individuele vormgeving van de woningen. …
7
november 2006
welstandsnota Ugchelen
8
november 2006
3 .
welstandsnota Ugchelen
B E O O R D E L I N G S K A D E R
B O U W P L A N N E N
werkwijze De beoordelingskaders zijn per welstandsthema uitgewerkt en hebben betrekking op de welstandsbeoordeling van regulier vergunningplichtige bouwplannen. De Commissie Ruimtelijke Kwaliteit (CRK) beoordeelt ingekomen plannen en adviseert het gemeentebestuur op grond van de beoordelingskaders zoals die in deze uitwerking zijn vastgelegd. Deze gebiedsgerichte criteria geven richting aan de zorg en aandacht voor de vormgeving van een gebouw, voor zowel initiatiefnemers van een bouwplan, als de gemeente en de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit. De gebiedscriteria zijn gekoppeld aan de gebiedskenmerken. Met deze kenmerken wordt aangegeven welke elementen voor de kwaliteit en beleving van de bebouwde omgeving belangrijk zijn. Wanneer een bouwaanvraag niet aan één of meer welstandscriteria voldoet, kan een negatief welstandsoordeel worden gegeven op basis van argumentatie die voortvloeit uit het beoordelingskader. Daarnaast vormen de criteria discussiepunten waarmee de aanvrager een dialoog kan aangaan met de CRK. Naast een toetsende functie hebben de criteria een stimulerende werking. Door vooraf een beeld te geven van de belangrijkste kenmerken en de gewenste kwaliteit in een gebied kan de aanvrager en/of ontwerper daarmee rekening houden en gestimuleerd worden een bouwplan met hoge ruimtelijke kwaliteit te maken. Wanneer een bouwplan afwijkt van de geformuleerde gebiedsgerichte criteria maar door bijzondere schoonheid wél aan redelijke eisen van welstand voldoet, kan de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit teruggrijpen op de algemene welstandscriteria uit de kadernota. De CRK motiveert in zo’n geval de afwijking van de gebiedsgerichte criteria en adviseert burgemeester en wethouders hierover (gemotiveerd afwijken). Bij bouwplannen die de bestaande structuur van de buurt of wijk vervangen of doorbreken is er sprake van een grote (her)ontwikkeling en derhalve een aparte procedure voor welstandsbeoordeling. 2
Voor de licht-bouwvergunningplichtige bouwwerken , zoals dakkapellen, schuren, carports, erfafscheidingen e.d. stelt de gemeente sneltoetscriteria vast. De sneltoetscriteria staan in de kadernota "Over Welstand Geschreven".
hoofdkenmerken Bij het beoordelen van bouwplannen wordt gekeken naar een viertal onderstaande hoofdkenmerken: situering Hier komt de situering van een gebouw aan de orde, d.w.z. de positie van het gebouw/bouwwerk in relatie tot de belendingen en de publieke ruimte. Onderdelen: verkavelingtype, positie onderling, afstand onderling, plaatsing op kavel, bouwrichting, herhaling/ritmiek. massa en vorm Het gaat hier om de hoofdvorm en -massa van een gebouw in relatie tot of met de omgeving. In de ruimtelijke verschijningsvorm zijn de massa en de vorm van het gebouw de intermediair tussen stedenbouwkundige en architectonische kenmerken. Onderdelen: opbouw hoofdmassa, profiel ruimte, samenstelling massa, kapvorm en richting, relatieve omvang, vormbehandeling. gevelkarakteristiek Het gaat hier om de verschijningsvorm en/of aanzichten van een gebouw. Naast de relatie met de omgeving wordt hier met name de karakteristiek van het gebouw als object beschreven en gewaardeerd. Onderdelen: gerichtheid en oriëntatie, bouwstijl, geleding, indeling, geveltypering en plasticiteit. detaillering, kleur en materiaal Het gaat hier om de verschijningsvorm van een gebouw. Kleur, detaillering en materiaal zijn zeer beeldbepalend voor de verschijningsvorm van een gebouw, straat en/of gebied. Onderdelen: gaafheid/oorspronkelijkheid, materiaalgebruik, kleurtoon en toepassing, decoraties en ornamenten.
2
Wat vergunningvrij en vergunningplichtig is, is vastgelegd in de Algemene Maatregel van Bestuur "Besluit bouwvergunningplichtige en lichtvergunningplichtige bouwwerken".
9
november 2006
welstandsnota Ugchelen
welstandsniveaus Dit rapport geeft aan in welke gebieden de gemeente meer regulering wenst en in welke gebieden minder. Dit gebeurt door het vastleggen van welstandsniveaus, dat het ambitieniveau aangeeft ten aanzien van de ruimtelijke kwaliteit. Apeldoorn kent vier niveaus: zwaar, normaal, soepel en vrij. De laatste (welstandsvrij) komt in Ugchelen niet voor. Binnen dezelfde welstandsniveaus kan de wijze van welstandstoetsing verschillen. Voor zowel nieuw te ontwikkelen als te waarborgen cultuurhistorische gebieden kan een zwaar welstandsniveau gelden, terwijl er mogelijk verschil bestaat in de manier waarop de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit bouwplannen in beide gebieden beoordeelt. Ook tussen twee gebieden met een zelfde gebiedsthema kunnen verschillen zijn in de zwaarte van het welstandstoezicht. Deze nuancering en specificatie van de verschillende welstandsniveaus komen tot uiting in deze nota. Het welstandsniveau wordt bepaald door de waarde van de hoofdopzet, de ontsluitingen, de openbare ruimte en/of de bebouwing. Om die waarde vast te stellen is gekeken naar het bestaande ruimtelijke kwaliteitsbeleid en de cultuurhistorische, landschappelijke, stedenbouwkundige en architectonische betekenis van een structuur of gebied. Daarnaast zijn de openbaarheid en dynamiek bepalend voor de gewenste kwaliteitszorg, zoals bij winkelcentra en andere voorzieningen die veel mensen trekken en sociale knooppunten vormen. In dergelijke gevallen is het maatschappelijke belang van kwaliteit groter, waardoor er hogere eisen worden gesteld aan de vormgeving van de bebouwde en onbebouwde omgeving. Daarnaast is ook de mogelijke kwetsbaarheid van het straatbeeld meegenomen in de waardering. De gevoeligheid voor aantasting van het beeld is afhankelijk van het verschil tussen de oorspronkelijke en huidige opvattingen over ruimte, gebruik en schoonheid. Het gemeentelijk beleid is erop gericht om de welstandsbeoordeling niet strenger te maken dan nodig is. Daar waar de ruimtelijke kwaliteit minder afhankelijk is van welstand wordt een soepele beoordeling voorgestaan. Voor het dorp Ugchelen wordt als basis uitgegaan van een “normaal” welstandsniveau. Dat wil zeggen dat voor het gehele dorp de bouwplannen door welstand worden beoordeeld tegen de achtergrond van de kenmerken in de bestaande omgeving. Veranderingen in het bestaande beeld zijn zeer wel mogelijk, maar met respect voor de kwaliteit van de omgeving en de architectuur. In enkele gebieden is vanwege de kwetsbaarheid van de kenmerken een grotere aandacht van welstand vereist. Het gaat om drie gebieden: 1. de oude linten; 2. de beken en sprengen met de groenzones daarlangs; en 3. de overgang van de dorpsrand naar het buitengebied. Deze drie gebieden worden in belangrijke mate gezien als bepalend voor het karakter van Ugchelen. De welstandsbeoordeling zal in deze gebieden sterker zijn gericht op het behoud van dit karakter dan in gebieden met een “normaal welstandsniveau”. Ze vallen daarom onder het welstandsniveau “zwaar”. Ook zijn er in Ugchelen gebieden waar het welstandsbeoordeling soepeler kan zijn dan gemiddeld. Het gaat om gebieden die minder kwetsbaar zijn door een lage dichtheid en dus een grote onderlinge afstand tussen woningen, zoals in de Steine-buurt en om gebieden die minder structuurbepalend zijn voor Ugchelen, zoals verschillende latere woonwijken tussen de oude linten. De kaart “Welstandsniveaus” geeft aan welk welstandsniveau voor welk gebied van toepassing is. Per gebied worden hierna in hoofdstuk 4 de gebiedskenmerken beschreven, gevolgd door een beschrijving van de welstandsniveaus. In die beschrijving per niveau wordt aangegeven hoe met de beschreven kenmerken moet worden omgegaan. In het algemeen geldt: hoe zwaarder het niveau, hoe kleiner de marge om af te wijken van dat kenmerk. Omschrijving van de niveaus: 1. niveau zwaar Versterken, herstellen of handhaven van de bestaande kenmerken. Een eigentijdse ingreep is mogelijk met behoud van de kwaliteit van de omgeving en architectuur. 2. niveau normaal Benaderen van bestaande kenmerken. Veranderen is mogelijk met respect voor kwaliteit van de omgeving en architectuur. 3. niveau soepel
1 0
november 2006
welstandsnota Ugchelen
Veranderen, afwijken of vernieuwen van bestaande kenmerken is mogelijk. De basiskwaliteit van de omgeving mag niet achteruit gaan. 4. welstandsvrij Betreffende kenmerken zijn welstandsvrij en mogen veranderd worden. Verlies van ruimtelijke kwaliteit wordt geaccepteerd. De beschreven kenmerken gelden alleen als aanbeveling. (Deze categorie komt nu in Ugchelen niet voor)
1 1
november 2006
4 .
T H E M A ’ S
A G R A R I S C H
welstandsnota Ugchelen
U G C H E L E N B U I T E N G E B I E D
waardebepaling en beleidsuitgangspunten De ontwikkelingsgeschiedenis van het agrarische buitengebied van Apeldoorn uit zich nog altijd in de (relatieve) kleinschaligheid die samenhangt met de ontginning van zandgronden. Om landbouwgrond te ontginnen op de overgang van de stuwwal naar de Gelderse Vallei werd bouwland geclusterd op hoger gelegen engen, essen of enken, zoals de Ugchelse Enk. Bij de enken lagen de kernen met boerderijen. Vanuit deze clusters ontstonden de ‘marken’ waarin boeren zich verenigden om de woeste gronden te ontginnen. De marken werden vanaf de tweede e
helft van de 19 eeuw ontbonden en verdeeld onder de zogenaamde geërfden (de leden van een marke). In die tijd had de landbouw een min of meer zelfvoorzienend karakter. De sterke versnippering van grondeigendom en de spontane ontginning van woeste gronden door landarbeiders (keuters), uit zich in kleinschalige boerderijen met bijbehorende gronden. e
Ondanks schaalvergroting van de boerenbedrijven in de 20 eeuw, is de kleinschalige oorsprong van de Apeldoornse boerderijen nog altijd zichtbaar in het landschap. De boerenerven zijn kleine clusters van bebouwing in een open of half open landschap. Ze worden gekenmerkt door een sterke verwevenheid met het omringende landschap en weinig verharde buitenruimte. De gebouwen op een boerenerf hebben onderling een sterke (functionele) samenhang. De oudere boerderijen in het buitengebied lijken willekeurig in het landschap te liggen. De jongere boerderijen zijn vaker gebouwd aan de weg of maken zelfs deel uit van een bebouwingslint. Op boerenerven is sprake van een sterke hiërarchie in bebouwing: de boerderij is het hoofdgebouw, de schuren en andere bijgebouwen zijn daaraan in schaal, materiaal en detaillering ondergeschikt. Een aantal boerderijen verandert van functie (vaak worden het woonhuizen), waardoor bestaande gebouwen verbouwd moeten worden en/of nieuwe gebouwen moeten worden toegevoegd. Dit geldt in mindere mate ook voor bedrijfsmatige boerderijen, die gemoderniseerd worden. In beide gevallen kan het karakter van het boerenerf (zoals dat hierboven omschreven is) gehandhaafd blijven. Bij uitbreiding, verbouwing of renovatie dient het oorspronkelijke karakter van het pand en het erf als uitgangspunt. Bij (vervangende) nieuwbouw dient aangesloten te worden bij de situering, massa en vorm van de aanwezige bebouwing in de omgeving. Gebruik van eigentijdse en afwijkende gevelkarakteristieken en detailleringen, kleuren en materialen is beargumenteerd mogelijk. De hiërarchie op het erf is daarbij uitgangspunt. Een ruime zone ten zuidwesten van het dorp valt onder het thema Agrarisch Buitengebied. De Ugchelse enk is daarvan een onderdeel. Naast boerderijen komt er ook andere bebouwing voor in het Agrarisch Buitengebied. Het gaat om woningen en om enkele kleine bedrijven. Voor de beoordeling van bouwplannen is de ligging van die andere bestemmingen in het Agrarisch Buitengebied heel bepalend. Behalve de vormkenmerken van de reeds aanwezige bebouwing is dus vooral de context belangrijk bij het inpassen van nieuwe bouwplannen.
1 2
november 2006
welstandsnota Ugchelen
situering (bestemmingsplan is maatgevend) verkavelingtype
Boerderijen en schuren zijn geclusterd en hebben onderling een functionele
positie onderling
Hiërarchische ordening op het boerenerf.
ordening, maar zijn verder vrij gesitueerd in het landschap. afstand onderling
Overwegend grote afstand tussen boerenerven. Afstand tussen gebouwen op erf gevarieerd.
plaatsing op kavel
Gevarieerd. Bijgebouwen overwegend aan achterzijde van boerderij.
bouwrichting
Gevarieerd.
herhaling / ritmiek
Geen herhaling en ritmiek.
welstandsniveau zwaar
Versterken, herstellen of handhaven van bestaande kenmerken. Een eigentijdse ingreep is mogelijk met behoud van de kwaliteit van de omgeving en architectuur.
welstandsniveau normaal Benaderen van bestaande kenmerken. Veranderen is mogelijk met respect voor kwaliteit van de omgeving en de architectuur.
1 3
november 2006
welstandsnota Ugchelen
massa en vorm (bestemmingsplan is maatgevend) opbouw hoofdmassa
Eén bouwlaag met kap. De goothoogte is relatief laag. Kappen zijn verhoudingsgewijs groot en visueel dominant.
profiel ruimte
Informeel. Boerenerf voornamelijk onverhard.
samenstelling massa
Enkelvoudig.
kapvorm en –richting
Evenwijdig en haaks, overwegend zadeldak, in geval van dwarshuisboerderij schilddak op voorhuis.
relatieve omvang
Middelgroot tot groot. Sterk onderscheid in hoofdgebouw en bijgebouwen.
vormbehandeling
Eenvoudig.
welstandsniveau zwaar
Versterken, herstellen of handhaven van bestaande kenmerken. Een eigentijdse ingreep is mogelijk met behoud van de kwaliteit van de omgeving en architectuur.
welstandsniveau normaal Benaderen van bestaande kenmerken. Veranderen is mogelijk met respect voor kwaliteit van de omgeving en de architectuur.
gevelkarakteristiek bouwstijl
Typische vormgeving hallehuisboerderijen en dwarshuisboerderijen.
geveltypering
Topgevel of door wolfseind afgeknotte gevel.
gerichtheid en oriëntatie
Met voorgevel of zijgevel gericht naar de weg.
geleding
Neutraal.
indeling
Traditioneel geordend.
plasticiteit
Weinig schaduwwerking. Vlak.
welstandsniveau zwaar
Versterken, herstellen of handhaven van bestaande kenmerken. Een eigentijdse ingreep is mogelijk met behoud van de kwaliteit van de omgeving en architectuur.
welstandsniveau normaal Benaderen van bestaande kenmerken. Veranderen is mogelijk met respect voor kwaliteit van de omgeving en de architectuur.
detaillering, kleur en materiaal gaafheid/
Gevarieerd. Boerderijen zelf nog deels oorspronkelijk, boerenerven en bijgebouwen
oorspronkelijkheid
vaak aangepast aan hedendaagse eisen.
materiaalgebruik
Steenachtig, voornamelijk baksteen en houten kozijnen en luiken.
kleurtoon en
Overwegend roodbruin metselwerk. Daken van oudere boerderijen bedekt met riet,
toepassing
van jonge boerderijen ook met rode of (gesmoorde) grijze dakpannen.
decoraties en
Overwegend ingetogen detaillering.
ornamenten welstandsniveau zwaar
Versterken, herstellen of handhaven van bestaande kenmerken. Een eigentijdse ingreep is mogelijk met behoud van de kwaliteit van de omgeving en architectuur.
welstandsniveau normaal Benaderen van bestaande kenmerken. Veranderen is mogelijk met respect voor kwaliteit van de omgeving en de architectuur.
1 4
november 2006
welstandsnota Ugchelen
B O S S E N waardebepaling en beleidsuitgangspunten Het bosgebied van Apeldoorn is relatief jong. De oerbossen zijn in de middeleeuwen gekapt, om onder meer als e
brandstof te dienen voor de ijzerproductie. De meeste bossen zijn ingeplant vanaf de tweede helft van de 19 eeuw toen veel maalschappen en marken werden opgeheven, waardoor de woeste gronden (heide, veen, zand en moeras) verdeeld werden. Vooral na de oprichting van de Heidemaatschappij zijn veel boscomplexen ingeplant door Veluwse grootgrondbezitters. Na 1900 bebosten de Dienst Staatsbosbeheer en het Kroondomein woeste gronden, zandverstuivingen en heide. De naaldbossen werden vooral aangelegd vanwege het dreigend houttekort. Ze dienden onder meer als stuthout voor Nederlandse en Belgische kolenmijnen. De resterende oude malen- of markebossen bestaan uit beuken en eiken. Bebouwing in het bosgebied is schaars. De meeste bebouwing bestaat uit woonhuizen en is gesitueerd aan de weg. Er bestaat onderscheid tussen direct aan de weg gesitueerde woningen en verder terug gelegen bebouwing, die wordt omringd door kleine stukken landbouwgrond of weide. De woningen staan solitair in het bos of vormen zeer bescheiden clusters. Bij uitbreiding, verbouwing of renovatie dient het oorspronkelijke karakter van het pand als uitgangspunt. Wanneer dit in overeenstemming is met het bestemmingsplan en welstandsniveau, zijn er over het algemeen mogelijkheden voor uitbreiding aan de achter- en zijkanten. Daarbij is het van belang dat de uitbreiding in schaal en vormgeving ondergeschikt is aan de bestaande hoofdmassa. Bij (vervangende) nieuwbouw biedt het individuele karakter van de bebouwing ruimte voor het toepassen van een afwijkende architectonische vormentaal. Daarbij dient aangesloten te worden bij de situering, massa en vorm van de aanwezige bebouwing in de omgeving. Wanneer de bebouwing geheel op zichzelf staat is het van belang de overgang van het gebouw naar de omgeving zorgvuldig vorm te geven. Afhankelijk van het gebied en het welstandsniveau kan de ontwerper zich - juist vanwege het individuele karakter - bij de gevelkarakteristiek, detaillering, kleur en materiaal veel vrijheden veroorloven. In alle gevallen dient de overgang tussen percelen en het bos ‘vloeiend’ te worden vormgegeven en dienen harde erfafscheidingen te worden voorkomen. Soms zijn complexen in het bos gebouwd zonder een directe functierelatie met het bos, maar wel gebruikmakend van de fraaie omgeving. Het hotel restaurant de Cantharel en de papierfabriek VHP horen daaronder. Bij de welstandsbeoordeling staat de inpassing van gebouwen in de bosomgeving centraal. Om die reden zijn deze complexen onderdeel van het thema “bos”.
1 5
november 2006
welstandsnota Ugchelen
situering (bestemmingsplan is maatgevend) verkavelingtype
Vrijstaand.
positie onderling
Gevarieerd.
afstand onderling
Grote onderlinge afstand.
plaatsing op kavel
Gevarieerd.
bouwrichting
Gevarieerd.
herhaling / ritmiek
Door sterke individualiteit en gebrek aan ordening geen herhaling en ritmiek.
welstandsniveau zwaar
Versterken, herstellen of handhaven van bestaande kenmerken. Een eigentijdse ingreep is mogelijk met behoud van de kwaliteit van de omgeving en architectuur.
welstandsniveau normaal Benaderen van bestaande kenmerken. Veranderen is mogelijk met respect voor kwaliteit van de omgeving en de architectuur. welstandsniveau soepel
Veranderen, afwijken of vernieuwen van bestaande kenmerken is mogelijk. De basiskwaliteit van de omgeving mag daarbij niet achteruit gaan.
1 6
november 2006
welstandsnota Ugchelen
massa en vorm (bestemmingsplan is maatgevend) opbouw hoofdmassa
Overwegend één of twee lagen met kap. Ook platte voorbeelden aanwezig.
profiel ruimte
Gevarieerd. Informele straatinrichting.
samenstelling massa
Gevarieerd.
kapvorm en –richting
Gevarieerd.
relatieve omvang
Gevarieerd.
vormbehandeling
Gevarieerd.
welstandsniveau zwaar
Versterken, herstellen of handhaven van bestaande kenmerken. Een eigentijdse ingreep is mogelijk met behoud van de kwaliteit van de omgeving en architectuur.
welstandsniveau normaal Benaderen van bestaande kenmerken. Veranderen is mogelijk met respect voor kwaliteit van de omgeving en de architectuur. welstandsniveau soepel
Veranderen, afwijken of vernieuwen van bestaande kenmerken is mogelijk. De basiskwaliteit van de omgeving mag daarbij niet achteruit gaan.
gevelkarakteristiek bouwstijl
Gevarieerd, afhankelijk van bouwperiode.
geveltypering
Gevarieerd.
gerichtheid en oriëntatie
Eén- of meerzijdig.
geleding
Gevarieerd, zowel verticaal, neutraal als horizontaal.
indeling
Gevarieerd.
plasticiteit
Gevarieerd.
welstandsniveau zwaar
Versterken, herstellen of handhaven van bestaande kenmerken. Een eigentijdse ingreep is mogelijk met behoud van de kwaliteit van de omgeving en architectuur.
welstandsniveau normaal Benaderen van bestaande kenmerken. Veranderen is mogelijk met respect voor kwaliteit van de omgeving en de architectuur. welstandsniveau soepel
Veranderen, afwijken of vernieuwen van bestaande kenmerken is mogelijk. De basiskwaliteit van de omgeving mag daarbij niet achteruit gaan.
detaillering, kleur en materiaal gaafheid/
In hoge mate gaaf / oorspronkelijk.
oorspronkelijkheid materiaalgebruik
Steenachtig, voornamelijk baksteen, houten geveldelen en houten kozijnen.
kleurtoon en
Gevarieerd. Veel voorkomend is roodbruin metselwerk, soms in een licht kleur
toepassing
gepleisterd, stuc- of schilderwerk. Daken bedekt met rode of (gesmoorde) grijze dakpannen of riet
decoraties en
Gevarieerd. Zowel ambachtelijke rijke detailleringen als minimale ingetogen
ornamenten
detaillering.
welstandsniveau zwaar
Versterken, herstellen of handhaven van bestaande kenmerken. Een eigentijdse ingreep is mogelijk met behoud van de kwaliteit van de omgeving en architectuur.
welstandsniveau normaal Benaderen van bestaande kenmerken. Veranderen is mogelijk met respect voor kwaliteit van de omgeving en de architectuur. welstandsniveau soepel
Veranderen, afwijken of vernieuwen van bestaande kenmerken is mogelijk. De basiskwaliteit van de omgeving mag daarbij niet achteruit gaan.
1 7
november 2006
welstandsnota Ugchelen
L I N T B E B O U W I N G waardebepaling en beleidsuitgangspunten In bebouwingslinten is geen sprake van samenhangende bebouwing maar meer van vrijstaande en individueel vormgegeven woningen van gelijke bouwmassa. De meeste bebouwing is relatief dicht naast elkaar gesitueerd of in een ensemble samengesteld met over het algemeen een besloten karakter. De waarde van de bebouwingslinten is dan ook te vinden in de stedenbouwkundige karakteristiek van vrijstaande objecten met vergelijkbare massa en een historisch gegroeide diversiteit in architectuur en inrichting. Opvallend zijn de veel voorkomende Apeldoornse huisjes die zich in serie of solitair langs deze linten bevinden. Ook de (dubbele) woning met mansardedak, symmetrische gevel en middenrisaliet (vooruitstekende gevelpartij met de ingang midden in de gevel) is een veel voorkomende woningtype. De historische linten met hun bebouwing zijn kenmerkend voor het voormalige dorp Ugchelen. Alle belangrijke voorzieningen zijn gesitueerd aan de linten. Meer dan de grote hoeveelheid naoorlogse woningen, waarmee het achterliggende terrein is opgevuld, bepaalt de lintbebouwing het karakter en de uitstraling van Ugchelen. De waarde van de bebouwingslinten ligt in de stedenbouwkundige karakteristiek van vrijstaande objecten met vergelijkbare massa en een historisch gegroeide diversiteit in architectuur en inrichting. Veel woningen hebben een nokrichting loodrecht op de straat bij een lage goothoogte en een steile dakhelling (de z.g. “Apeldoornse huisjes”). Daar waar deze huisjes door herhaling een complex vormen, is extra aandacht nodig voor het handhaven van deze karakteristieke ritmiek. Het karakter wordt versterkt indien ook grindbermen aanwezig zijn. (Voorbeelden: 12 woningen aan de G.P. Duringlaan en 11 woningen aan de Mettaweg, beide in combinatie met grindbermen). Op enkele plaatsen in het lint komen ook andere functies voor dan wonen, zoals winkels, voorzieningen en enkele bedrijven, waaronder voormalige wasserijlocaties. Ook de winkelbebouwing van het nieuwe dorpscentrum valt onder het thema lintbebouwing. De bebouwing heeft bij die andere functies een grotere massa, of soms is er sprake van een complex van bij elkaar behorende gebouwen. Bij bedrijven staat er dan wel vaak een bedrijfswoning aan de weg. Ontwikkelingen in het lint zijn met name op kleine schaal te vinden. Het gaat dan om incidentele sloop en nieuwbouw of het invullen van vrije kavels. Enerzijds is het historische karakter van de bestaande bebouwing kwetsbaar voor ingrepen. Anderzijds kunnen dankzij het individuele karakter van de bebouwing eigentijdse (of zelfs contrasterende) invullingen plaatsvinden, zonder afbreuk te doen aan de kwaliteit van de omgeving en de karakteristiek van het bebouwingslint. Het bouwen binnen de marges van belendende voorgevellijnen en met vergelijkbare korrelgrootte en massa kan daartoe bijdragen. Kwetsbaarheden zijn te vinden in functieveranderingen en de kleinschaligheid van de woningen waardoor uitbreidingen gewenst zijn en nieuwbouw in een andere schaal wordt uitgevoerd. Bedrijfsmatige activiteiten en winkelfuncties kunnen het woonkarakter aantasten. Bij woninguitbreidingen, verbouwingen of renovatie dient het oorspronkelijke karakter van het pand als uitgangspunt. Aan de achterkant van de woning zijn over het algemeen meer mogelijkheden aanwezig om het woningoppervlakte te verruimen. Bij (vervangende) nieuwbouw dient aangesloten te worden bij de situering, massa en vorm van de oorspronkelijke of reeds aanwezige bebouwing. Interpretatie van bestaande detailleringen, kleuren en materialen en gebruik van eigentijdse en afwijkende detailleringen, kleuren en materialen is beargumenteerd mogelijk om de historische groei van het lint en individualiteit per pand te versterken.
1 8
november 2006
welstandsnota Ugchelen
1 9
november 2006
welstandsnota Ugchelen
situering (bestemmingsplan is maatgevend) verkavelingtype
Bebouwingslint met vrijstaande, twee-onder-één-kap en soms geschakeld in serie van 2 tot 4 woningen.
positie onderling
Voorgevels vrijwel op één lijn. Kleine verspringingen in voorgevellijn.
afstand onderling
Verschillende afstanden tussen woningen. Relatief weinig tussenruimte.
plaatsing op kavel
Midden op kavel met ondiepe voortuinen en diepe achtertuinen.
bouwrichting
Evenwijdig en haaks op de weg. Apeldoornse huisjes altijd haaks op de weg.
herhaling / ritmiek
Soms ensemblevorming met herhaling hoofdvorm (bijv. identieke kap).
welstandsniveau zwaar
Versterken, herstellen of handhaven van bestaande kenmerken. Een eigentijdse ingreep is mogelijk met behoud van de kwaliteit van de omgeving en architectuur.
welstandsniveau normaal Benaderen van bestaande kenmerken. Veranderen is mogelijk met respect voor kwaliteit van de omgeving en de architectuur. welstandsniveau soepel
Veranderen, afwijken of vernieuwen van bestaande kenmerken is mogelijk. De basiskwaliteit van de omgeving mag daarbij niet achteruit gaan.
massa en vorm (bestemmingsplan is maatgevend) opbouw hoofdmassa
Eén, twee of drie lagen met kap. Hoge verdiepingshoogten. Langs hoofdroutes sporadisch solitaire appartementencomplexen.
profiel ruimte samenstelling massa
Breed en gevarieerd. Compact en enkelvoudig met veelal aanbouwen aan achterzijde en soms aan zijgevel.
kapvorm en –richting
Evenwijdig en haaks vaak zadeldak, mansardekap of schilddak. Apeldoornse huisjes zijn overwegend voorzien van een steil zadeldak met de noklijn haaks op de weg.
relatieve omvang
Klein en fijnkorrelig tot middelgroot, pandbreedte tot circa 7,5 meter
vormbehandeling
Rechthoekig en kantig soms afgewisseld met vloeiende vormen.
welstandsniveau zwaar
Versterken, herstellen of handhaven van bestaande kenmerken. Een eigentijdse ingreep is mogelijk met behoud van de kwaliteit van de omgeving en architectuur.
welstandsniveau normaal Benaderen van bestaande kenmerken. Veranderen is mogelijk met respect voor kwaliteit van de omgeving en de architectuur. welstandsniveau soepel
Veranderen, afwijken of vernieuwen van bestaande kenmerken is mogelijk. De basiskwaliteit van de omgeving mag daarbij niet achteruit gaan.
2 0
november 2006
welstandsnota Ugchelen
gevelkarakteristiek bouwstijl
Gevarieerd, afhankelijk van bouwperiode. Regelmatig voorkomende stijlen zijn traditionele baksteenarchitectuur (waaronder de Apeldoornse huisjes) en e
e
(overgangs)architectuur van eind 19 en begin 20 eeuw met neorenaissancistische kenmerken. geveltypering
Gevarieerd. Regelmatig toepassing erker.
gerichtheid en oriëntatie
Voornamelijk eenzijdig gericht naar publieke ruimte. Soms voordeur in zijgevel.
geleding
Gevarieerd, zowel verticaal, neutraal als horizontaal.
indeling
Gevarieerd. Bij Apeldoornse huisjes eenvoudige indeling met beneden grotere ramen en boven veelal twee kleinere ramen.
plasticiteit
Over het algemeen vlak met eventueel bescheiden toevoegingen aan de voorgevel in de vorm van een erker.
welstandsniveau zwaar
Versterken, herstellen of handhaven van bestaande kenmerken. Een eigentijdse ingreep is mogelijk met behoud van de kwaliteit van de omgeving en architectuur.
welstandsniveau normaal Benaderen van bestaande kenmerken. Veranderen is mogelijk met respect voor kwaliteit van de omgeving en de architectuur. welstandsniveau soepel
Veranderen, afwijken of vernieuwen van bestaande kenmerken is mogelijk. De basiskwaliteit van de omgeving mag daarbij niet achteruit gaan.
detaillering, kleur en materiaal gaafheid/
Gevarieerd. Geen samenhangend gevelbeeld. Oorspronkelijkheid regelmatig
oorspronkelijkheid
verstoord door individuele toevoegingen.
materiaalgebruik
Steenachtig, voornamelijk baksteen en houten kozijnen.
kleurtoon en
Gevarieerd. Veel voorkomend is roodbruin metselwerk, soms in een licht kleur
toepassing
gepleisterd, stuc- of schilderwerk. Daken bedekt met rode of (gesmoorde) grijze dakpannen.
decoraties en
Gevarieerd. Zowel ambachtelijke klassieke detailleringen als minimale ingetogen
ornamenten
detaillering.
welstandsniveau zwaar
Versterken, herstellen of handhaven van bestaande kenmerken. Een eigentijdse ingreep is mogelijk met behoud van de kwaliteit van de omgeving en architectuur.
welstandsniveau normaal Benaderen van bestaande kenmerken. Veranderen is mogelijk met respect voor kwaliteit van de omgeving en de architectuur. welstandsniveau soepel
Veranderen, afwijken of vernieuwen van bestaande kenmerken is mogelijk. De basiskwaliteit van de omgeving mag daarbij niet achteruit gaan.
2 1
november 2006
M O D E R N E
welstandsnota Ugchelen
A R C H I T E C T U U R
E N
S T E D E N B O U W
waardebepaling en beleidsuitgangspunten Deze planmatige woonwijken kenmerken zich door een grote mate aan homogeniteit per wijkdeel en/of buurt. Typerend is de gestempelde structuur met herhaling van gelijke complexen met eenvoudige bouwmassa’s in rechthoekige (half)open bouwblokken en open strokenverkaveling. De bebouwing bestaat vaak uit een mix van hoog- en laagbouw. De waarde van dit type woonwijk is met name de stedenbouwkundige opzet met een groene setting, abstracte heldere composities en blokvormige bouwmassa’s. De architectonische waarde van de verschillende complexen verschilt onderling sterk. Slechts twee bescheiden woningbouwprojecten vallen in Ugchelen onder de definitie moderne architectuur en stedenbouw: een complex bejaardenwoninkjes bij de Nederlands Hervormde kerk aan de Hoendeloseweg en een complex eengezinsrijwoningen in strokenbouw aan de Ugchelsegrensweg (de Schoolbeek). Bij woninguitbreidingen, verbouwingen of renovatie dient het oorspronkelijke karakter van het pand als uitgangspunt. Aan de achterkant van de woning zijn over het algemeen meer mogelijkheden aanwezig om het woningoppervlakte te verruimen. De voorkeur gaat uit naar collectieve woninguitbreiding per bouwblok/architectonische eenheid met een eenduidige vormgeving passend in het bestaand architectuurbeeld. Bij (vervangende) nieuwbouw, verbouwingen of renovatie dient aangesloten te worden bij de situering, massa en vorm van de oorspronkelijke of reeds aanwezige bebouwing.
2 2
november 2006
welstandsnota Ugchelen
situering (bestemmingsplan is maatgevend) verkavelingtype
Gestempelde structuur van (half)open bouwblokken en strokenbouw met rijtjeswoningen en gestapelde woningbouw in groene setting. Regelmatig gecombineerd met twee-onder-één-kap en vrijstaande woningen.
positie onderling
In voorgevellijn en vrijstaand in groene setting.
afstand onderling
Geen. Bij twee-onder-één-kap en vrijstaande woningen ruime tussenruimte.
plaatsing op kavel
Over gehele breedte van kavel. Bij twee-onder-één-kap en vrijstaande woningen gecentreerd op respectievelijk twee kavels of één kavel.
bouwrichting
Rijtjeswoningen in langsrichting. Twee-onder-één-kap en vrijstaande woningen
herhaling / ritmiek
Ritmiek door herhaling van gelijkvormige bouwmassa’s en identieke gevelindeling.
welstandsniveau soepel
Veranderen, afwijken of vernieuwen van bestaande kenmerken is mogelijk. De
divers.
basiskwaliteit van de omgeving mag daarbij niet achteruit gaan.
massa en vorm (bestemmingsplan is maatgevend) opbouw hoofdmassa
Rijtjeswoningen: 1 (bungalow/patiowoning) of 2 bouwlagen met kap of plat dak. Gestapelde woningbouw: portiek- en galerijflats tot 5 lagen met plat dak.
profiel ruimte
Relatieve brede symmetrische profielen.
samenstelling massa
Homogeen en enkelvoudige massa’s. Symmetrie.
kapvorm en –richting
Zadeldaken in langsrichting en platte daken.
relatieve omvang
Middelgroot tot groot.
vormbehandeling
Eenvoudig en veelal kantig met rechte vormen.
welstandsniveau soepel
Veranderen, afwijken of vernieuwen van bestaande kenmerken is mogelijk. De basiskwaliteit van de omgeving mag daarbij niet achteruit gaan.
2 3
november 2006
welstandsnota Ugchelen
gevelkarakteristiek bouwstijl
Modern en functionalistisch (zakelijk en eenvormig) met vaak nog traditionele invloeden. Industriële bouwmethoden bepalend voor beeld door in de gevel zichtbare betonvloeren en prefab gevel- en kozijnpanelen.
geveltypering
Standaard gevel, veel gebruik van kozijnpuien.
gerichtheid en oriëntatie
Laagbouw eenzijdig gericht op publieke ruimte. Middelhoogbouw tweezijdig.
geleding
Horizontaal en/of verticaal.
indeling
Eenvoudig en traditioneel, soms gestileerd.
plasticiteit
Vlak. Bij gestapelde woningbouw vaak diepte in de gevel door (gedeeltelijk)
welstandsniveau soepel
Veranderen, afwijken of vernieuwen van bestaande kenmerken is mogelijk. De
inpandige balkons. basiskwaliteit van de omgeving mag daarbij niet achteruit gaan.
detaillering, kleur en materiaal gaafheid/
Oorspronkelijke samenhang staat onder druk door de behoefte aan modernisering
oorspronkelijkheid
en vergroting van de woning.
materiaalgebruik
Steen gecombineerd met kunststof panelen en kozijnen. Uniformiteit per bouwblok of complex.
kleurtoon en
Roodbruin en lichtbruin tot zandkleurig metselwerk en rode of gesmoorde (grijze)
toepassing
pannen. Opvallend en onderscheidend kleurgebruik voornamelijk in boeiboorden, betonelementen zoals balustrades en in gevel-/kozijnpanelen. Uniformiteit per bouwblok of complex.
decoraties en
Geen tot weinig decoraties en ornamenten. Detaillering functioneel en eenvoudig.
ornamenten
Uniformiteit per bouwblok of complex. Oudere portiekflats vaak nog met veel
welstandsniveau soepel
Veranderen, afwijken of vernieuwen van bestaande kenmerken is mogelijk. De
aandacht voor detaillering en ornamenten vormgegeven. basiskwaliteit van de omgeving mag daarbij niet achteruit gaan.
2 4
november 2006
P A R K E N
welstandsnota Ugchelen
E N
G R O E N Z O N E S
waardebepaling en beleidsuitgangspunten Verspreid over Apeldoorn is een aantal (wijk)parken en groenzones gesitueerd. In parkgebieden is relatief weinig bebouwing aanwezig die meestal gecombineerd is met recreatievoorzieningen als kinderboerderijen. De bebouwing is veelal kleinschalig en wordt vaak aan het zicht onttrokken door het vele groen. In Ugchelen zijn de groenzones sterk verbonden met de Ugchelsebeek en de Schoolbeek of Steenbeek. Ter plaatse van deze sprengen lopen het bos en de groenzones naadloos in elkaar over. Voor de materialisering wordt gedacht aan natuurlijke materialen, passend bij de kwaliteit en de sfeer van de groenzones en het park. Van belang is dat duurzame materialen worden gebruikt. In een historisch dorp als Ugchelen is het sprengenstelsel met omringend groen van groot belang voor de kwaliteit van de openbare ruimte.
situering (bestemmingsplan is maatgevend) verkavelingtype
Vrijstaande objectmatige bebouwing.
positie onderling
Onbepaald.
afstand onderling
Grote onderlinge afstand in parken en groenzones. Onbepaald op begraafplaatsen.
plaatsing op kavel
Onbepaald.
bouwrichting
Onbepaald.
herhaling / ritmiek
Door sterke individualiteit en gebrek aan ordening geen herhaling en ritmiek.
welstandsniveau zwaar
Versterken, herstellen of handhaven van bestaande kenmerken. Een eigentijdse ingreep is mogelijk met behoud van de kwaliteit van de omgeving en architectuur.
welstandsniveau soepel
Veranderen, afwijken of vernieuwen van bestaande kenmerken is mogelijk. De basiskwaliteit van de omgeving mag daarbij niet achteruit gaan.
2 5
november 2006
welstandsnota Ugchelen
massa en vorm (bestemmingsplan is maatgevend) opbouw hoofdmassa
Voornamelijk één bouwlaag.
profiel ruimte
Landschappelijke ruimte, vaak geen relatie met andere bebouwing.
samenstelling massa
Gevarieerd.
kapvorm en –richting
Gevarieerd.
relatieve omvang
Klein tot middelgroot.
vormbehandeling
Gevarieerd.
welstandsniveau zwaar
Versterken, herstellen of handhaven van bestaande kenmerken. Een eigentijdse ingreep is mogelijk met behoud van de kwaliteit van de omgeving en architectuur.
welstandsniveau soepel
Veranderen, afwijken of vernieuwen van bestaande kenmerken is mogelijk. De basiskwaliteit van de omgeving mag daarbij niet achteruit gaan.
gevelkarakteristiek bouwstijl
Gevarieerd, afhankelijk van de bouwperiode.
geveltypering
Gevarieerd.
gerichtheid en oriëntatie
Alzijdige oriëntatie, maar met hoofdentree vaak eenzijdig gericht naar publieke ruimte.
geleding
Gevarieerd.
indeling
Gevarieerd.
plasticiteit
Gevarieerd.
welstandsniveau zwaar
Versterken, herstellen of handhaven van bestaande kenmerken. Een eigentijdse ingreep is mogelijk met behoud van de kwaliteit van de omgeving en architectuur.
welstandsniveau soepel
Veranderen, afwijken of vernieuwen van bestaande kenmerken is mogelijk. De basiskwaliteit van de omgeving mag daarbij niet achteruit gaan.
detaillering, kleur en materiaal gaafheid/
Samenhang in architectuurbeeld.
oorspronkelijkheid materiaalgebruik
Natuurlijke materialen, passend bij de kwaliteit en de sfeer van de groenaanleg.
kleurtoon en
Materiaaleigen kleuren.
toepassing decoraties en
Gevarieerd. Zowel ambachtelijke rijke detaillering als minimale ingetogen
ornamenten
detaillering.
welstandsniveau zwaar
Versterken, herstellen of handhaven van bestaande kenmerken. Een eigentijdse ingreep is mogelijk met behoud van de kwaliteit van de omgeving en architectuur.
welstandsniveau soepel
Veranderen, afwijken of vernieuwen van bestaande kenmerken is mogelijk. De basiskwaliteit van de omgeving mag daarbij niet achteruit gaan.
2 6
november 2006
S P O R T
welstandsnota Ugchelen
E N
R E C R E A T I E
beschrijving, waardebepaling en beleidsuitgangspunten Over het algemeen bestaan sportparken en recreatieterreinen uit grote open ruimtes met sport- en kampeervelden en parkeergelegenheden (soms in directe relatie met het landschap), veelal omrand met hoog opgaand groen dat het zicht op de bebouwing ontneemt. De ruimte is veelal functioneel ingericht. De bebouwing is divers maar heeft over het algemeen een utilitair karakter en kent een eenvoudige vormgeving die voornamelijk bestaat uit één of twee lagen met plat dak of een eenvoudig zadeldak, lessenaardak of gebogen kapvorm. De combinatie van solitaire bebouwing en open ruimtes in een 'groene omlijsting', is het belangrijkste kenmerk van sport- en recreatieterreinen. Ontwikkelingen in de vorm van toevoegingen en uitbreidingen zijn goed mogelijk in deze gebieden. Grootschalige ontwikkelingen bestaan voornamelijk uit nieuwe complexen met vaak een individuele vormgeving. Kleinschalige bebouwing zal bestaan uit toevoegingen, uitbreiding en vernieuwing van het bestaande als gevolg van ouderdom of groei. Het welstandstoezicht is gericht op het handhaven van de aanwezige kwaliteit van de bouwwerken en de landschappelijke en stedenbouwkundige setting. Bij toevoeging of uitbreiding dient de vormgeving van het bestaande hoofdgebouw als uitgangspunt. Nieuwbouw of vervanging van bestaande bebouwing kan individueel ontworpen worden, waarbij expliciete en/of eigentijdse vormgeving mogelijk is. Relatief beperkte reclame-uitingen, die vooral gericht zijn op het complex zelf (zoals borden rond een sportveld), verdienen de voorkeur. Evenals het bevestigen van de naamsaanduiding naast of boven de hoofdentree. Uitgangspunt blijft dat de reclame op een logische plaats tegen het gebouw aangebracht dient te worden, b.v. bij de entree, en afgestemd dient te zijn op de massa c.q. gevelgeleding en -indeling. Bij plaatsing van reclame-uitingen op de dakrand wordt uitgegaan van losse letters. Aan de randen van sport- en recreatieterreinen die grenzen aan woonwijken, groengebieden, landelijk gebied en natuurgebieden zijn geen lichtbakken of felle kleuren toegestaan. Bij nieuwbouw is het goed de reclame te integreren in de architectuur van de gevel en beperken tot één gevel of dakrand bij plaatsing op het dak. In Ugchelen gaat het in dit thema om het sportcomplex de Albatros, dat aan de rand van het dorp licht, op de Ugchelse enk.
2 7
november 2006
welstandsnota Ugchelen
situering (bestemmingsplan is maatgevend) verkavelingtype
Vrijstaande objecten.
positie onderling
Onbepaald.
afstand onderling
Onbepaald.
plaatsing op kavel
Onbepaald.
bouwrichting
Onbepaald.
herhaling / ritmiek
n.v.t.
welstandsniveau normaal Benaderen van bestaande kenmerken. Veranderen is mogelijk met respect voor kwaliteit van de omgeving en de architectuur.
massa en vorm (bestemmingsplan is maatgevend) opbouw hoofdmassa
1 en 2 lagen met kap of plat dak.
profiel ruimte
Landschappelijke ruimte, vaak geen relatie met andere bebouwing.
samenstelling massa
Samengestelde en gevarieerde bouwmassa's.
kapvorm en –richting
Meestal plat, soms eenvoudig zadeldak, lessenaarsdak of gebogen kapvorm.
relatieve omvang
Middel- tot grootschalig.
vormbehandeling
Eenvoudig met kantige, rechte vormen of juist thematisch met kantige en vloeiende vormen.
welstandsniveau normaal Benaderen van bestaande kenmerken. Veranderen is mogelijk met respect voor kwaliteit van de omgeving en de architectuur.
gevelkarakteristiek bouwstijl
Gevarieerd, afhankelijk van de bouwperiode. Utilitair.
geveltypering
n.v.t.
gerichtheid en oriëntatie
Alzijdige oriëntatie, maar met hoofdentree vaak eenzijdig gericht naar publieke ruimte.
geleding
Gevarieerd.
indeling
Gevarieerd.
plasticiteit
Gevarieerd.
welstandsniveau normaal Benaderen van bestaande kenmerken. Veranderen is mogelijk met respect voor kwaliteit van de omgeving en de architectuur.
detaillering, kleur en materiaal gaafheid/
Verschillend, kan verstoord zijn of juist herkenbaar voor een bepaalde bouwperiode.
oorspronkelijkheid materiaalgebruik
Gevarieerd.
kleurtoon en
Gevarieerd, vaak materiaaleigen kleuren.
toepassing decoraties en
Geen tot weinig decoraties en ornamenten. Detaillering functioneel en eenvoudig..
ornamenten welstandsniveau normaal Benaderen van bestaande kenmerken. Veranderen is mogelijk met respect voor kwaliteit van de omgeving en de architectuur.
2 8
november 2006
welstandsnota Ugchelen
W O O N E R V E N , S T R U C T U R A L I S T I S C H E A R C H I T E C T U U R E N S T E D E N B O U W waardebepaling en beleidsuitgangspunten Deze woonwijken kenmerken zich door een introverte en besloten opzet. De vormgeving is per bouwblok samenhangend, maar de diversiteit in het gevelbeeld is groot door de afwisselingen in voorgevellijnen, bouwhoogten en gevelindelingen. Desondanks is er door de samenhang per bouwblok toch sprake van enige rust in het straatbeeld. Het is van belang dat deze samenhang per bouwblok, of zelfs per cluster van dezelfde bouwblokken behouden blijft. Kleinere woninguitbreidingen aan de woningen aan de straatzijde kunnen de rust en de samenhang binnen het bebouwingsbeeld verstoren. Het woonerf aan de Karhulstraat en Voorhoevestraat ligt ingeklemd tussen een villawijk, bosgebied en het historisch dorpsgebied. Voor het welstandstoezicht zal in deze wijken het accent liggen op het behoud van samenhang van de afzonderlijk vormgegeven woonblokken, buurten en complexen als stedenbouwkundig of architectonisch geheel. Hierbij zijn voornamelijk de hoofdvorm, toevoegingen aan gevel en dakvlakken en gevelwijzigingen belangrijke items. Ook de zichtbaarheid van het bouwwerk vanaf de openbare ruimte is een belangrijk aandachtspunt bij de welstandsbeoordeling. Door de verkavelingen zijn zij- en achtertuinen en -gevels soms zichtbaar vanaf de openbare ruimte. Deze zij- en achterkanten moeten worden behandeld als voorzijdes.
2 9
november 2006
welstandsnota Ugchelen
situering (bestemmingsplan is maatgevend) verkavelingtype
(Half)open bouwblokken met rijtjeswoningen geclusterd rondom woonerven en – pleintjes of hofjes. Soms gecombineerd met (geschakelde) twee-onder-één-kap en vrijstaande woningen.
positie onderling
Verspringingen en verdraaiingen in voorgevellijn.
afstand onderling
Geen. Bij twee-onder-één-kap en vrijstaande woningen relatief kleine tussenruimte.
plaatsing op kavel
Over gehele breedte van kavel. Bij twee-onder-één-kap en vrijstaande woningen gecentreerd op respectievelijk twee kavels of één kavel.
bouwrichting
Wisselend met regelmaat of onbepaald.
herhaling / ritmiek
Ritmiek door toevoegingen aan voorzijde, zoals bergingen, vooraanbouwen etc.
welstandsniveau soepel
Veranderen, afwijken of vernieuwen van bestaande kenmerken is mogelijk. De basiskwaliteit van de omgeving mag daarbij niet achteruit gaan.
massa en vorm (bestemmingsplan is maatgevend) opbouw hoofdmassa
Rijtjeswoningen: 1 tot 3 bouwlagen met kap of plat dak. Vaak afwisselende bouwhoogten binnen één bouwblok.
profiel ruimte
Relatieve brede profielen.
samenstelling massa
Samengesteld uit meerdere massa’s.
kapvorm en –richting
Divers, veel voorkomend zijn zadeldaken, asymmetrische daken en platte daken. Vaak ook samengestelde kapvorm met platte en schuine gedeelten.
relatieve omvang
Middelgroot.
vormbehandeling
Gevarieerd door samenstelling van massa’s en veelal kantig met rechte vormen.
welstandsniveau soepel
Veranderen, afwijken of vernieuwen van bestaande kenmerken is mogelijk. De basiskwaliteit van de omgeving mag daarbij niet achteruit gaan.
gevelkarakteristiek bouwstijl
Modern en functionalistisch met vaak nog traditionele invloeden.
geveltypering
Standaard gevel.
gerichtheid en oriëntatie
Twee of meerzijdig.
geleding
Horizontaal en/of verticaal.
indeling
Eenvoudig en traditioneel, soms gestileerd.
plasticiteit
Vlak.
welstandsniveau soepel
Veranderen, afwijken of vernieuwen van bestaande kenmerken is mogelijk. De basiskwaliteit van de omgeving mag daarbij niet achteruit gaan.
detaillering, kleur en materiaal gaafheid/
Oorspronkelijke samenhang vaak nog aanwezig.
oorspronkelijkheid materiaalgebruik
Steen gecombineerd met kunststof panelen en kozijnen. Uniformiteit per bouwblok of complex.
kleurtoon en
Verschillend kleur metselwerk en dakpannen of dakbeplating. Opvallend en
toepassing
onderscheidend kleurgebruik voornamelijk in boeiboorden en in gevel/kozijnpanelen. Uniformiteit per bouwblok of complex.
decoraties en
Geen tot weinig decoraties en ornamenten. Uniformiteit per bouwblok of complex.
ornamenten welstandsniveau soepel
Veranderen, afwijken of vernieuwen van bestaande kenmerken is mogelijk. De basiskwaliteit van de omgeving mag daarbij niet achteruit gaan.
3 0
november 2006
T H E M A T I S C H E S T E D E N B O U W
welstandsnota Ugchelen
A R C H I T E C T U U R
E N
waardebepaling en beleidsuitgangspunten Vanaf circa 1980 kenmerkt de woningbouw zich door extra aandacht voor de stedenbouwkundige opzet van buurten en wijken en de eigentijdse herinterpretatie van historische typologieën en bouwstijlen. Door de heldere opzet van de openbare ruimte, de grote variatie in woningtypen en de sterke samenhang van de bebouwing op straat of blokniveau, maar het grote onderscheid tussen de bouwblokken onderling, onderscheiden deze gebieden zich van de andere planmatige woningbouw. Van belang zijn samenhang op straat of blokniveau en architectonische expressie ter ondersteuning van de samenhang of op geëigende locaties gerelateerd aan de stedenbouwkundige structuur. In de Ugchelen bevinden zich enkele zeer kleinschalige woningbouwprojecten van dit gebiedstype. Door de jonge leeftijd van de bebouwing zijn voornamelijk ontwikkelingen te verwachten in de categorie kleine bouwwerken. Door de sterke architectonische samenhang kunnen juist deze kleine bouwplannen het straatbeeld aantasten. Het uitgangspunt voor welstandstoezicht is dat er reeds zorgvuldige aandacht is besteed aan het ontwerpen van het samenhangend totaalbeeld en dat de vormgegeven eenheid per straat, blok of woning zoveel mogelijk behouden blijft. Voor het welstandstoezicht zal in deze wijken het accent liggen op het behoud van samenhang van de afzonderlijk vormgegeven woonblokken, buurten en complexen als stedenbouwkundig of architectonisch geheel. Hierbij zijn voornamelijk de hoofdvorm, toevoegingen aan gevel en dakvlakken en gevelwijzigingen belangrijke items.
3 1
november 2006
welstandsnota Ugchelen
situering (bestemmingsplan is maatgevend) verkavelingtype
Vaak rijtjeswoningen met variaties in verkavelingtypen gekoppeld aan stedenbouwkundige opzet van de hele buurt of wijk. Zoals bijvoorbeeld rijtjeswoningen in rechte en gebogen stroken of gesloten en open bouwblokken. Vaak gecombineerd met urban villa’s, (geschakelde) twee-onder-één-kap en vrijstaande woningen. Gestapelde woningbouw veelal langs hoofdroutes, belangrijke ruimten en ter accentuering van hoeken.
positie onderling
Per bouwblok bepaald.
afstand onderling
Geen. Bij twee-onder-één-kap en vrijstaande woningen relatief ruime tussenruimte.
plaatsing op kavel
Over gehele breedte van kavel. Bij twee-onder-één-kap en vrijstaande woningen gecentreerd op respectievelijk twee kavels of één kavel.
bouwrichting
Wisselend met regelmaat of onbepaald.
herhaling / ritmiek
Per bouwblok ritmiek door massa, gevelindeling of toevoegingen aan voorzijde.
welstandsniveau zwaar
Versterken, herstellen of handhaven van bestaande kenmerken. Een eigentijdse ingreep is mogelijk met behoud van de kwaliteit van de omgeving en architectuur.
welstandsniveau normaal Benaderen van bestaande kenmerken. Veranderen is mogelijk met respect voor kwaliteit van de omgeving en de architectuur. welstandsniveau soepel
Veranderen, afwijken of vernieuwen van bestaande kenmerken is mogelijk. De basiskwaliteit van de omgeving mag daarbij niet achteruit gaan.
massa en vorm (bestemmingsplan is maatgevend) opbouw hoofdmassa
Rijtjeswoningen: 1 tot 3 bouwlagen met kap of plat dak. Gestapelde woningen: 3 tot 11 woonlagen.
profiel ruimte
Relatief brede profielen vaak gecombineerd met groenzones en waterlopen.
samenstelling massa
Gevarieerd, per bouwblok bepaald.
kapvorm en –richting
Divers, veel voorkomend zijn zadeldaken, asymmetrische daken, lessenaardaken en platte daken.
relatieve omvang vormbehandeling
Middelgroot tot groot. Gevarieerd met zowel kantige als vloeiende afgeronde vormen. Soms ook expressieve vormen.
welstandsniveau zwaar
Versterken, herstellen of handhaven van bestaande kenmerken. Een eigentijdse ingreep is mogelijk met behoud van de kwaliteit van de omgeving en architectuur.
welstandsniveau normaal Benaderen van bestaande kenmerken. Veranderen is mogelijk met respect voor kwaliteit van de omgeving en de architectuur. welstandsniveau soepel
Veranderen, afwijken of vernieuwen van bestaande kenmerken is mogelijk. De basiskwaliteit van de omgeving mag daarbij niet achteruit gaan.
3 2
november 2006
welstandsnota Ugchelen
gevelkarakteristiek bouwstijl
Van eigentijdse expressieve architectuurstijlen met opvallende vormen, materialen en kleuren tot historiserende woonbebouwing met sterke verwijzingen naar het dorpse, landelijke en traditionele karakter. Van neo-traditioneel tot neo-modern (kubistisch, staal, beton en glas) met een postmodernistische inslag in de architectuur door de vele historische verwijzingen.
geveltypering
Traditioneel of gestileerd
gerichtheid en oriëntatie
Eén- of meerzijdig.
geleding
Horizontaal en/of verticaal. Soms figuratief en experimenteel.
indeling
Traditioneel of gestileerd en soms expressief.
plasticiteit
Per bouwblok bepaald
welstandsniveau zwaar
Versterken, herstellen of handhaven van bestaande kenmerken. Een eigentijdse ingreep is mogelijk met behoud van de kwaliteit van de omgeving en architectuur.
welstandsniveau normaal Benaderen van bestaande kenmerken. Veranderen is mogelijk met respect voor kwaliteit van de omgeving en de architectuur. welstandsniveau soepel
Veranderen, afwijken of vernieuwen van bestaande kenmerken is mogelijk. De basiskwaliteit van de omgeving mag daarbij niet achteruit gaan.
detaillering, kleur en materiaal gaafheid/
Oorspronkelijke samenhang nog aanwezig.
oorspronkelijkheid materiaalgebruik
Per bouwblok bepaald. Uniformiteit per bouwblok of complex.
kleurtoon en
Per bouwblok bepaald. Uniformiteit per bouwblok of complex.
toepassing decoraties en
Per bouwblok bepaald. Uniformiteit per bouwblok of complex..
ornamenten welstandsniveau zwaar
Versterken, herstellen of handhaven van bestaande kenmerken. Een eigentijdse ingreep is mogelijk met behoud van de kwaliteit van de omgeving en architectuur.
welstandsniveau normaal Benaderen van bestaande kenmerken. Veranderen is mogelijk met respect voor kwaliteit van de omgeving en de architectuur. welstandsniveau soepel
Veranderen, afwijken of vernieuwen van bestaande kenmerken is mogelijk. De basiskwaliteit van de omgeving mag daarbij niet achteruit gaan.
3 3
november 2006
welstandsnota Ugchelen
T R A D I T I O N A L I S T I S C H E B L O K V E R K A V E L I N G
A R C H I T E C T U U R
I N
waardebepaling en beleidsuitgangspunten Het beeld van de naoorlogse planmatige woonwijken wordt voornamelijk bepaald door de herhaling van identieke bouwblokken in een groot verband van rechthoekige (half)open verkavelingpatronen. Verstoringen van dit bebouwingsbeeld doen zich dan ook met name voor aan de voorkant en bij hoekwoningen omdat aanbouwen, bijgebouwen en schuttingen in de voor- en zijtuinen vaak op gespannen voet staan met de stedenbouwkundige karakteristiek van de woonwijk. In bijna alle behandelde woonbuurten zijn de woninguitbreidingen in de vorm van dakkapellen, aan- en uitbouwen aan de achterzijde gesitueerd of collectief uitgevoerd, waardoor het samenhangend straatbeeld behouden is gebleven. Wanneer woningen afzonderlijk aan particulieren zijn verkocht, bestaat het gevaar dat de architectonische samenhang in het straatbeeld verdwijnt. Ugchelen kent woningbouwcomplexen uit het begin van de jaren zeventig van de twintigste eeuw, waar sprake is van een mengvorm van traditionalistische blokverkaveling en het jongere woonerf. In de stedenbouwkundige opzet is het woonblok nog niet losgelaten, maar wordt door verbredingen in de woonstraten en een minder overzichtelijk straatprofiel de overgang reeds ingezet naar het latere woonerf. De woningen voldoen echter nog geheel aan de definitie van traditionalistische architectuur. De Appèlwoningen (aan de Kinkelenburg e.o.) horen daarbij en voorts complexen aan De Cloese, de Tonissenlaan en de Boogaardslaan. Voor de Appèlwoningen is ook de cultuurhistorische betekenis van belang: De woningen werden gebouwd n.a.v. het appèl van de toenmalige wethouder voor openbare werken aan de Apeldoornse bevolking tot doorschuiven en vrijmaken van goedkope huurwoningen. Dat leidde tot een voor die tijd buitengewoon woningtype, gebaseerd op systeembouw. De nu nog aanwezige samenhang in het complex vraagt om extra aandacht bij veranderingen. Bij woninguitbreidingen, verbouwingen of renovatie dient het oorspronkelijke karakter van het pand als uitgangspunt. Aan de achterkant van de woning zijn over het algemeen meer mogelijkheden aanwezig om het woningoppervlakte te verruimen. De voorkeur gaat uit naar collectieve woninguitbreiding per bouwblok/architectonische eenheid met een eenduidige vormgeving passend in het bestaand architectuurbeeld. Bij (vervangende) nieuwbouw, verbouwingen of renovatie dient aangesloten te worden bij de situering, massa en vorm van de oorspronkelijke of reeds aanwezige bebouwing. Interpretatie van bestaande detailleringen, kleuren en materialen, en gebruik van eigentijdse en afwijkende detailleringen, kleuren en materialen is beargumenteerd mogelijk, mits de samenhang per architectonische/bouwkundige eenheid behouden blijft. Belangrijke aandachtspunten daarbij zijn: samenhang per bouwblok, herhaling en ritmiek, gevelgeleding, -indeling, entrees en kleur- en materiaalgebruik.
3 4
november 2006
welstandsnota Ugchelen
3 5
november 2006
welstandsnota Ugchelen
situering (bestemmingsplan is maatgevend) verkavelingtype
Rijtjeswoningen in strokenverkaveling of (half)open bouwblokken. Gestapelde woningbouw veelal langs hoofdroutes.
positie onderling
Rijtjeswoningen in rechte voorgevellijn.
afstand onderling
Geen
plaatsing op kavel
Zowel aan straat als iets teruggelegen met voortuin.
bouwrichting
Evenwijdig aan de weg.
herhaling / ritmiek
Ritmiek door herhaling van gelijkvormige bouwmassa’s en identieke gevelindeling.
welstandsniveau zwaar
Versterken, herstellen of handhaven van bestaande kenmerken. Een eigentijdse ingreep is mogelijk met behoud van de kwaliteit van de omgeving en architectuur.
welstandsniveau normaal Benaderen van bestaande kenmerken. Veranderen is mogelijk met respect voor kwaliteit van de omgeving en de architectuur. welstandsniveau soepel
Veranderen, afwijken of vernieuwen van bestaande kenmerken is mogelijk. De basiskwaliteit van de omgeving mag daarbij niet achteruit gaan.
massa en vorm (bestemmingsplan is maatgevend) opbouw hoofdmassa
Rijtjeswoningen: 2 bouwlagen met kap Gestapelde woningbouw: portiekflats tot 5 lagen met plat dak of zadeldak.
profiel ruimte
Homogeen en symmetrisch. Afstand is gelijk aan 1 tot 2 maal de pandhoogte inclusief voortuinen. Continuïteit in de as door rechte voorgevellijnen
samenstelling massa
Enkelvoudig of samengestelde massa’s op hoeken of bij twee-onder-één-kap woningen. Symmetrie.
kapvorm en –richting
Zadeldak vaak met vliering, sporadisch lessenaardak of plat dak bij gestapelde woningbouw.
relatieve omvang
Klein en fijnkorrelig tot middelgroot, pandbreedte tot circa 7,5 meter
vormbehandeling
Eenvoudig, traditioneel en veelal kantig met rechte vormen.
welstandsniveau zwaar
Versterken, herstellen of handhaven van bestaande kenmerken. Een eigentijdse ingreep is mogelijk met behoud van de kwaliteit van de omgeving en architectuur.
welstandsniveau normaal Benaderen van bestaande kenmerken. Veranderen is mogelijk met respect voor kwaliteit van de omgeving en de architectuur. welstandsniveau soepel
Veranderen, afwijken of vernieuwen van bestaande kenmerken is mogelijk. De basiskwaliteit van de omgeving mag daarbij niet achteruit gaan.
3 6
november 2006
welstandsnota Ugchelen
gevelkarakteristiek bouwstijl
Traditionele baksteenarchitectuur met minimaal aangetast gevelbeeld.
geveltypering
Standaard gevel.
gerichtheid en oriëntatie
Voorgevel gericht op publieke ruimte, straat of plein.
geleding
Evenwichtig en geschakeerd en over het algemeen een eenvoudige gevelindeling met samenhang in het gevelbeeld met horizontale belijning.
indeling
Traditioneel, eenvoudig en ingetogen. Zijgevels voorzien van raamopeningen.
plasticiteit
Vlakke gevels met weinig dieptewerking door kozijnen en deuren.
welstandsniveau zwaar
Versterken, herstellen of handhaven van bestaande kenmerken. Een eigentijdse ingreep is mogelijk met behoud van de kwaliteit van de omgeving en architectuur.
welstandsniveau normaal Benaderen van bestaande kenmerken. Veranderen is mogelijk met respect voor kwaliteit van de omgeving en de architectuur. welstandsniveau soepel
Veranderen, afwijken of vernieuwen van bestaande kenmerken is mogelijk. De basiskwaliteit van de omgeving mag daarbij niet achteruit gaan.
detaillering, kleur en materiaal gaafheid/
Samenhang per bouwblok vaak nog behouden maar soms door individuele
oorspronkelijkheid
toevoegingen aangetast. Oorspronkelijke samenhang staat onder druk van de behoefte aan modernisering en vergroting van de woning.
materiaalgebruik
Steenachtig, voornamelijk baksteen en houten kozijnen. Uniformiteit per bouwblok of complex.
kleurtoon en
Donkere aardkleuren / roodbruin metselwerk en rode of gesmoorde (grijze) pannen.
toepassing
Uniformiteit per bouwblok of complex.
decoraties en
Eenvoudige detaillering zoals klein dakoverstek, gemetselde negge en
ornamenten
metselversieringen, houten goot- en daklijsten, weinig tot geen ornamenten.
welstandsniveau zwaar
Versterken, herstellen of handhaven van bestaande kenmerken. Een eigentijdse ingreep is mogelijk met behoud van de kwaliteit van de omgeving en architectuur.
welstandsniveau normaal Benaderen van bestaande kenmerken. Veranderen is mogelijk met respect voor kwaliteit van de omgeving en de architectuur. welstandsniveau soepel
Veranderen, afwijken of vernieuwen van bestaande kenmerken is mogelijk. De basiskwaliteit van de omgeving mag daarbij niet achteruit gaan.
3 7
november 2006
T U I N W I J K E N ,
welstandsnota Ugchelen
V O L K S W O N I N G B O U W
waardebepaling en beleidsuitgangspunten De complexen zijn in hun oorspronkelijke opzet zowel stedenbouwkundig als architectonisch met zorg ontworpen. Kenmerkend is dat ze oorspronkelijk als samenhangend geheel zijn ontworpen met specifieke architectonisch / stedenbouwkundige kenmerken. De woonbuurtjes worden dan ook als een bijzonder geheel gewaardeerd vanwege de samenhang en de relatie tussen bebouwing en openbare ruimte. In de loop der jaren is de oorspronkelijke inrichting van deze wijken vaak gewijzigd om tegemoet te komen aan de behoefte aan parkeerplaatsen, veilige speelplaatsen en (meer) groen. Het karakteristieke beeld van de woningen is kwetsbaar door de behoefte aan modernisering en vergroting van de woningen. De samenhang kan worden verstoord wanneer woningen individueel worden gerenoveerd of gewijzigd. De samenhang van de bebouwing is tot nu toe bewaard gebleven doordat wijzigingen en toevoegingen grotendeels collectief per bouwblok zijn uitgevoerd. Wijzigingen zijn met name te vinden in het realiseren van verblijfsruimten in de kapverdieping door het toevoegen van dakramen en dakkapellen. Daarnaast zijn achteraanbouwen en bijgebouwen op het achtererf veel voorkomende toevoegingen. Op termijn kunnen de bouwblokken door ouderdom aan renovatie of vervanging toe zijn. Sloop en nieuwbouw is daarbij een mogelijkheid. Om het bijzondere karakter en de cultuurhistorische betekenis te waarborgen, is behoud van de oorspronkelijke stedenbouwkundige opzet van belang. Een eigentijdse invulling van het architectuurbeeld is goed mogelijk. Ugchelen kent één tuinwijk: het complex woningwetwoningen aan de Casimirlaan, ten zuiden van de rijksweg A1, in de overgang van het dorp naar het buitengebied. Opvallend is de samenhang in architectuur aan de straatzijde en de relatief kleine woningen op zeer ruime kavels. Deze combinatie van goedkopere woningen op dure kavels komt in de hedendaagse stedenbouw niet meer voor. Bij woninguitbreidingen, verbouwingen of renovatie dient het oorspronkelijke karakter van het pand als uitgangspunt. Aan de achterkant van de woning zijn over het algemeen meer mogelijkheden aanwezig om het woningoppervlakte te verruimen. De voorkeur gaat uit naar collectieve woninguitbreiding per bouwblok/architectonische eenheid met een eenduidige vormgeving passend in het bestaand architectuurbeeld. Bij (vervangende) nieuwbouw, verbouwingen of renovatie dient aangesloten te worden bij de situering, massa en vorm van de oorspronkelijke of reeds aanwezige bebouwing. Interpretatie van bestaande detailleringen, kleuren en materialen en gebruik van eigentijdse en afwijkende detailleringen, kleuren en materialen is beargumenteerd mogelijk, mits de samenhang en eenheid per architectonische en/of bouwkundige eenheid behouden blijft. Verbijzondering op koppen van een blok, een plein of een hoek van de straat is mogelijk bij vernieuwing, handhaven of wijzigingen.
3 8
november 2006
welstandsnota Ugchelen
situering (bestemmingsplan is maatgevend) verkavelingtype
Geschakeld, twee-onder-één-kap in gesloten en open woonblokken. Soms vrijstaand met ruime kavels.
positie onderling
In rechte voorgevellijn met eventueel verspringingen in middendeel of op hoeken.
afstand onderling
Bij twee-onder-één-kap en vrijstaande woningen ruime tussenruimte.
plaatsing op kavel
Bij twee-onder-één-kap en vrijstaande woningen gecentreerd op kavel of respectievelijk op twee kavels.
bouwrichting herhaling / ritmiek
Vooral in langsrichting met dwarse accenten in middendeel bouwblok of op hoeken. Ritmiek door herhaling van identieke gevelindeling en oorspronkelijke toevoegingen zoals topgevels en dakkapellen.
welstandsniveau zwaar
Versterken, herstellen of handhaven van bestaande kenmerken. Een eigentijdse ingreep is mogelijk met behoud van de kwaliteit van de omgeving en architectuur.
3 9
november 2006
welstandsnota Ugchelen
massa en vorm (bestemmingsplan is maatgevend) opbouw hoofdmassa profiel ruimte
1 bouwlaag met kap zonder dakopbouwen. Symmetrisch. Continuïteit door rechte voorgevellijn of gevarieerd door topgevels of vooruitstekend middendeel. Afstand is gelijk aan 1 tot 2 maal de pandhoogte inclusief voortuinen.
samenstelling massa
Enkelvoudig of samengestelde massa’s op hoeken of bij twee-onder-één-kap woningen. Symmetrie.
kapvorm en –richting
Samenhangend per bouwblok zowel mansardedaken als zadeldaken met een hellingshoek < 45° in langsrichting.
relatieve omvang
Klein en fijnkorrelig tot middelgroot, pandbreedte tot circa 7,5 meter
vormbehandeling
Eenvoudig, traditioneel en veelal kantig met rechte vormen.
welstandsniveau zwaar
Versterken, herstellen of handhaven van bestaande kenmerken. Een eigentijdse ingreep is mogelijk met behoud van de kwaliteit van de omgeving en architectuur.
gevelkarakteristiek bouwstijl geveltypering
Traditionele baksteenarchitectuur. Standaard gevel met topgevels of vooruitstekend middendeel (risaliet) op hoeken of in het midden.
gerichtheid en oriëntatie geleding
Voorgevel gericht op publieke ruimte, straat of plein. Evenwichtig en geschakeerd en over het algemeen een eenvoudige gevelindeling met samenhang in het gevelbeeld door belijning.
indeling plasticiteit
Traditioneel, eenvoudig en ingetogen. Zijgevels voorzien van raamopeningen. Vlakke gevels met weinig dieptewerking door kozijnen en deuren, met op hoeken en gecentreerd in bouwblok regelmatig een verspringing.
welstandsniveau zwaar
Versterken, herstellen of handhaven van bestaande kenmerken. Een eigentijdse ingreep is mogelijk met behoud van de kwaliteit van de omgeving en architectuur.
detaillering, kleur en materiaal gaafheid/
Samenhang per buurt vaak nog behouden maar soms door individuele
oorspronkelijkheid
toevoegingen aangetast.
materiaalgebruik
Steenachtig, voornamelijk baksteen en houten kozijnen.
kleurtoon en
Donkere aardkleuren / roodbruin metselwerk en rode dakpannen.
toepassing
Kleurstelling van kozijnen en deurposten in een lichte kleur (wit of licht crème); draaiende delen in een donkere kleur.
decoraties en
Eenvoudige detaillering zoals klein dakoverstek, gemetselde negge en
ornamenten
metselversieringen, houten goot- en daklijsten, weinig tot geen ornamenten.
welstandsniveau zwaar
Versterken, herstellen of handhaven van bestaande kenmerken. Een eigentijdse ingreep is mogelijk met behoud van de kwaliteit van de omgeving en architectuur.
4 0
november 2006
welstandsnota Ugchelen
V I L L A G E B I E D E N De villagebieden in Apeldoorn zijn hoofdzakelijk ontworpen en aangelegd in de periode van 1880 tot 1940. Doordat ook in latere perioden villa’s zijn toegevoegd is er sprake van een grote variatie in bouwperioden en –stijlen, met e
e
nadruk op de laatste decennia van de 19 eeuw en eerste decennia van de 20 eeuw. De villagebieden worden gekenmerkt door voornamelijk vrijstaande woonhuizen met een gemiddeld hoge architectuurhistorische en architectonische kwaliteit. Twee-onder-één-kap woningen en kleine complexen vormen uitzonderingen op de sterk individuele vormgeving van de woningen. De villagebieden in Ugchelen zijn gerealiseerd vanaf de jaren zeventig. Voor het omvangrijke villagebied aan de oostkant van Ugchelen is in 1970 een speciaal uitbreidingsplan gemaakt. Tussen de jongere villa’s, staan enkele vroeg naoorlogse en zelfs vooroorlogse villa’s en bungalows. De villa’s staan op bescheiden kavels, vergeleken met de vooroorlogse villagebieden. Meeste villa’s hebben een compacte hoofdmassa, in veel gevallen aangevuld met aanbouwen die in vormgeving overduidelijk ondergeschikt zijn aan de hoofdmassa. De overgang tussen privé en openbaar wordt benadrukt door erfafscheidingen. Zowel tuinen als openbaar gebied hebben een groen karakter. De bouw van grootschalige projecten of complexmatige bebouwing vormt de grootste bedreiging voor de villagebieden, doordat het sterk individuele karakter van de bebouwing hierdoor wordt aangetast. Zolang nieuwbouw en verbouwingen passen in het vrijstaande en individuele karakter van de gebieden is er op het gebied van architectonische vormgeving veel mogelijk. Bij woninguitbreidingen, verbouwingen of renovatie dient het oorspronkelijke karakter van het pand als uitgangspunt. Wanneer dit in overeenstemming is met het bestemmingsplan en welstandsniveau, zijn er over het algemeen mogelijkheden voor uitbreiding aan de achter- en zijkanten. Daarbij is het van belang dat de uitbreiding in schaal en vormgeving ondergeschikt is aan de bestaande hoofdmassa. Bij (vervangende) nieuwbouw biedt het individuele karakter van de bebouwing ruimte voor het toepassen van een afwijkende architectonische vormentaal. Daarbij dient aangesloten te worden bij de situering, massa en vorm van de oorspronkelijke of reeds aanwezige bebouwing. Afhankelijk van het gebied en het welstandsniveau kan de ontwerper zich - juist vanwege dit individuele karakter - bij de gevelkarakteristiek, detaillering, kleur en materiaal meer vrijheden veroorloven.
4 1
november 2006
welstandsnota Ugchelen
4 2
november 2006
welstandsnota Ugchelen
situering (bestemmingsplan is maatgevend) verkavelingtype
(Overwegen) vrijstaand.
positie onderling
Verspringingen in voorgevelrooilijn.
afstand onderling
Variërend van dicht naast elkaar tot grote onderlinge afstand.
plaatsing op kavel
Midden op kavel met relatief ondiepe voortuinen en diepe achtertuinen.
bouwrichting
Evenwijdig en haaks op de weg. Door vierkante hoofdvorm veelal onbeslist.
herhaling / ritmiek
Door sterke individualiteit geen herhaling en ritmiek.
welstandsniveau soepel
Veranderen, afwijken of vernieuwen van bestaande kenmerken is mogelijk. De basiskwaliteit van de omgeving mag daarbij niet achteruit gaan.
massa en vorm (bestemmingsplan is maatgevend) opbouw hoofdmassa
Eén of twee lagen met kap. Hoge verdiepingshoogten op begane grond.
profiel ruimte
Smal met incidentele verbredingen en informeel profiel.
samenstelling massa
Gevarieerde hoofdvorm: zowel compact en enkelvoudig als samengesteld; veelal met aanbouwen. Duidelijk onderscheid hoofdmassa en aanbouwen.
kapvorm en –richting
Gevarieerde kapvormen, met hellende dakvlakken, zowel enkelvoudig als samengesteld. In veel gevallen dominante kappen.
relatieve omvang
Middelgroot tot groot.
vormbehandeling
Gevarieerd.
welstandsniveau soepel
Veranderen, afwijken of vernieuwen van bestaande kenmerken is mogelijk. De basiskwaliteit van de omgeving mag daarbij niet achteruit gaan.
gevelkarakteristiek bouwstijl
Eenvoudige, sobere vormgeving jaren zestig en zeventig.
geveltypering
Gevarieerd.
gerichtheid en oriëntatie
Alzijdige oriëntatie, maar met hoofdentree vaak eenzijdig gericht naar publieke ruimte.
geleding
Gevarieerd, zowel verticaal, neutraal als horizontaal.
indeling
Gevarieerd.
plasticiteit
Vlak.
welstandsniveau soepel
Veranderen, afwijken of vernieuwen van bestaande kenmerken is mogelijk. De basiskwaliteit van de omgeving mag daarbij niet achteruit gaan.
detaillering, kleur en materiaal gaafheid/
In hoge mate gaaf / oorspronkelijk.
oorspronkelijkheid materiaalgebruik
Steenachtig, voornamelijk baksteen en houten kozijnen.
kleurtoon en
Gevarieerd. Veel voorkomend is geel en roodbruin metselwerk. Daken bedekt met
toepassing
rode of (gesmoorde) grijze dakpannen.
decoraties en
Minimale ingetogen detaillering.
ornamenten welstandsniveau soepel
Veranderen, afwijken of vernieuwen van bestaande kenmerken is mogelijk. De basiskwaliteit van de omgeving mag daarbij niet achteruit gaan.
4 3
november 2006
B I J L A G E
welstandsnota Ugchelen
1 :
B E G R I P P E N K A D E R
K E N M E R K E N
In deze bijlage zijn alle behandelde kenmerken nader toegelicht.
situering Bij dit hoofdkenmerk komt de plaatsing en de situering van een gebouw aan de orde, d.w.z. de positie van het gebouw in relatie tot de belendingen en de publieke ruimte. verkavelingtype Beschrijft het type verkaveling van de gebouwen. Het gaat hierbij om de typologie, oriëntatie en relatie tussen gebouwen, gerelateerd aan de onderliggende stedenbouwkundige opzet. Mogelijke variaties zijn: geschakeld, tweeonder-één-kap, vrijstaand, gesloten bouwblok, (half)open bouwblok, strokenverkaveling, e.d. positie onderling Beschrijft de onderlinge plaatsing van gebouwen. Het gaat hierbij om de plaatsing in de diepte van de kavel en betreft de wandvorming in de daarvoor bestemde zone. De wandvorming is optimaal bij gebruik van voorgevellijnen en minder groot bij rangschikking die volgen uit de toepassing van marges of andersoortige differentiaties. Mogelijke variaties zijn: in de voorgevellijn, wisselend, trapsgewijs, vaste marges, gevarieerd, e.d. afstand onderling Beschrijft de onderlinge afstand tussen gebouwen. Het gaat hierbij om de plaatsing in de breedte van de kavel en betreft de onderlinge aansluiting van de gebouwen c.q. de beslotenheid of doorzichtigheid van de ruimtevormende wand in relatie tot de kavel- en gebouwbreedte. Mogelijke variaties zijn: gesloten, halfgesloten, vrijstaand, open, gevarieerd e.d. plaatsing op kavel Het gaat hierbij om de plaatsing van het gebouw in relatie tot de kavel waarop het gesitueerd wordt. Mogelijke variaties zijn: gehele breedte, links , midden of rechts op kavel e.d. bouwrichting Beschrijft de opstellingsrichting van een gebouw. Het gaat hierbij om de hoofdrichting van het gebouw of de richting van de hoofdvorm in de zone van de ruimtevormende wand. Mogelijke variaties zijn: evenwijdig aan of dwars op de weg, wisselend met een bepaalde ordening of gevarieerd e.d. herhaling, ritmiek Beschrijft de mate aan samenhang door herhaling of ritmiek van een verzameling gebouwen. Het gaat hier om de herhaling van gebouwen of onderdelen daarvan in een bepaalde ordening of systematiek, waardoor een samenhang ontstaat. Mogelijke variaties zijn: samenhangend, onsamenhangend e.d.
massa en vorm Het gaat hier om de hoofdvorm en –massa van een gebouw in relatie tot of met de omgeving. In de ruimtelijke verschijningsvorm is de massa en de vorm van het gebouw het intermediair tussen stedenbouwkundige en architectonische beeldaspecten. opbouw hoofdmassa Beschrijft de combinatie van opstandhoogte en bovenbelijning van een gebouw. Met betrekking tot gebouwen gaat hier om de hoogte van het gevelwandvlak en de belijning van de bovenbegrenzing door bijvoorbeeld een kap. Mogelijke variaties zijn: één, twee, drie of meerdere bouwlagen met of zonder kap e.d.
4 4
november 2006
welstandsnota Ugchelen
profiel ruimte Beschrijft het dwarsprofiel van de ruimte. Het gaat hier om de karakteristiek van het dwarsprofiel van een ruimte en de daarin /-naast gelegen bebouwing. Mogelijke variaties zijn smal, breed, symmetrisch, a-symmetrisch, homogeen, gevarieerd e.d. samenstelling massa Beschrijft de compositie en samenstelling van de hoofdvolumes cq. de plasticiteit van de bebouwing. Het gaat hierbij om de afstemming tussen hoofd-, aan- en bijgebouwen. Gebouwen kunnen hierdoor hoofdzakelijk enkelvoudig of samengesteld van samenstelling, en homogeen of gevarieerd van vorm zijn. Mogelijke variaties zijn: enkelvoudig of samengesteld, homogeen of gevarieerd e.d. kapvorm en –richting Het gaat hierbij om de vorm en richting van de kap. Mogelijke variaties zijn: plat, zadel, schild, mansarde, lessenaar, samengesteld, langs, dwars, divers e.d. relatieve omvang Beschrijft de verhoudingen van de hoofdafmetingen van een gebouw. Het gaat hier om de onderlinge verhoudingen tussen de driedimensionale afmetingen van een gebouw. Mogelijke variaties zijn: klein, middelgroot, groot, zeer grootschalig e.d. vormbehandeling Beschrijft de modellering of aard van de vorm. Het gaat dan om de kenmerken die de weergave zijn van een vormkarakteristiek. Mogelijke variaties zijn: eenvoudig, gevarieerd, kantig, vloeiend, thematisch, experimenteel, gevarieerd e.d.
gevelkarakteristiek Het gaat hier om de verschijningsvorm en/of aanzichten van een gebouw. Naast de relatie met de omgeving wordt hier met name de karakteristiek van het gebouw als object beschreven. geveltypering Beschrijft de typering van de gevels. Mogelijke variaties zijn: standaard gevel, lijstgevel, topgevel, (versierde) tuitgevel, (verhoogde) halsgevel, trapgevel en klokgevel e.d. gerichtheid en oriëntatie Beschrijft de zijde(n) die voor een gebouw gezichtsbepalend en, bezien vanaf de publieke ruimte, beeldbepalend zijn. Het gaat hierbij om de wisselwerking tussen het gebouw en de (publieke) ruimte. Mogelijke variaties zijn: gericht op publieke ruimte, privé-ruimte, twee- of meerzijdig, gevarieerd e.d. geleding Beschrijft het hoofdaccent van de gevelindeling qua belijning en/of reliëf. Mogelijke variaties zijn: verticaal, horizontaal, evenwichtig, figuratief of experimenteel, gevarieerd e.d. indeling Beschrijft de vorm en indeling van de gesloten en open vlakken zoals ramen en deuren. Het gaat hierbij om vormen en maatverhoudingen van de gevelindeling en de relatie ervan met het gehele gebouw. Mogelijke variaties zijn: traditioneel, gestileerd, neutraal en geordend, gevarieerd en chaotisch e.d. plasticiteit Beschrijft de mate aan dieptewerking door het reliëf van bijvoorbeeld negge, kolommen, penanten, metselwerk en andere gevelelementen. Het gaat hierbij om reliëf, vormen, maatverhoudingen van bijvoorbeeld negge, kolommen, penanten, metselwerk en andere gevelelementen en de relatie ervan met de gehele gevel. Variaties kunnen zijn: schaduwwerking, vlak, ongelijk, rijk aan dieptewerking, e.d.
4 5
november 2006
welstandsnota Ugchelen
detaillering, kleur en materiaal Het gaat hier om de karakteristieken die invulling geven aan de verschijningsvorm van een gebouw. Juist kleur, detaillering en materiaal zijn zeer beeldbepalend voor de verschijningsvorm van een gebouw, straat en/of gebied. gaafheid, oorspronkelijk Beschrijft de mate aan oorspronkelijkheid van een bestaand gebouw. Het gaat hierbij om mogelijke vernieuwende of juist verouderde elementen die het (gewenste) straatbeeld verstoren of juist versterken. Mogelijke variaties zijn: verstoord, vernieuwd, herkenbaar, hoofdzakelijk origineel, oorspronkelijk, gevarieerd e.d. materiaalgebruik Beschrijft de aard en stofuitdrukking van het materiaalgebruik. Het gaat hierbij om de stofuitdrukking van de aan de buitenkant van een gebouw toegepaste materialen t.a.v. de expressie van het gebouw en haar omgeving. Mogelijke variaties zijn: steenachtig, metaal, kunststof, hout, coatings, glas, glanzend, dof, gevarieerd e.d. kleurtoon en toepassing Beschrijft de specifieke kleurtoepassing en/of kleurtoon. Het gaat hierbij om de helderheid van de kleurtoepassingen en het typerende kleurgebruik of variaties met betrekking tot de expressie van een gebouw. Mogelijke variaties zijn: donker, middentoon, licht, uniform, gevarieerd, ingetogen, contrasterend e.d. decoraties en ornamenten Beschrijft constructieve details, ornamenten en decoraties. Het gaat hierbij om de bijzondere verrijking die ruimte en bebouwing ondervindt van (constructieve) details en bijzondere ornamentiek. Mogelijke variaties zijn: eventuele kenmerkende ornamenten en decoraties, fijn, matig, grof, weinig gelijkvormig, gevarieerd e.d.
4 6