GAZET LOKEREN
ERKENNING INTENSIEVE ZORGEN NIEUWE MIDCARE VRIJWILLIGER SCHOONHEIDSZORGEN ANDULLATIETHERAPIE MENTOREN-STUDENTEN OMAN MEDISCH HOEKJE: FLEBOLOGIE
Verantwoordelijke uitgever : D. Van Vaerenberg. AZ Lokeren, Lepelstraat 2 , 9160 Lokeren
• • • • • • •
Afgiftekantoor Lokeren P 608720 PB BC30131
Driemaandelijks tijdschrift (januari - februari - maart 2014) Jaargang 8 - nummer 1
Beste lezer, Het lijkt onwaarschijnlijk dat ik alleen zit met dit gevoel. Ik maak me sterk dat velen van mijn generatie het ook zo aanvoelen. De tijd is ongrijpbaar en naarmate mijn leeftijd vordert, ervaar ik dit steeds meer. Weg zijn de voorbije 365 dagen, sneller dan ooit. 2013 behoort tot de geschiedenis of beter nog tot ons collectief geheugen. Een arsenaal aan gebeurtenissen dat van pas kan komen als je ‘de slimste mens’ wil worden of kans wil maken om de quiz te winnen tegen collega’s. Eind november was de 2de editie een groot succes qua opkomst en qua behaalde scores. Sfeerbeelden en de uitslag van de bollebozen vind je op pagina 25. In het AZ Lokeren werd in 2013 één en ander verbouwd, gereorganiseerd en geheroriënteerd. Dit vroeg om flexibiliteit, begrip, inzet, medewerking en goede wil van alle artsen en van alle medewerkers over de diverse departementen heen. Dan heb ik het over het herverdelen van equipes, verbouwingswerken door externen en de eigen technische dienst, verhuizen van afdelingen, inrichten van tijdelijke verpleegposten en dienstlokalen. De medewerkers van de facilitaire dienst zorgden er telkens weer voor dat alles netjes bleef. Toen collega’s van een Brussels centrumziekenhuis, namelijk AZ Sint-Jan, hier door mij een rondleiding kregen, uitten zij meerdere keren dat het hen opviel hoe ‘proper’ het ziekenhuis erbij ligt. Een pluim op de hoed van Patricia Naudts en haar voltallige team. Dit mag ook eens benadrukt worden. Afdelingsnamen werden gewijzigd, informaticatoepassingen hierop systematisch aangepast. Als ik al dacht dat 2 equipes van werkvloer omwisselen het grote werk was, kwam ik bedrogen uit. De gevolgen voor de apotheek,
boekhouding, facturatie, MZG, de aankoopdienst en de personeelsdienst waren legio. Daarnaast dien ik nog de opnamedienst en de keuken te vermelden en mea culpa als ik nog iemand vergat, die de gevolgen ondervond van de omwisseling van de 3de en de 4de verdieping. Uiteraard moesten ook de artsen zich aanpassen aan de nieuwe situatie. Spraakverwarring diende te worden vermeden. Nieuwe afdelingsnamen werden boven de doopvont gehouden: doel was om in de keuze van nieuwe namen voor de afdelingen de ‘architectonische’ koppeling met een verdieping weg te laten. Vrij snel slaagden we er in om de nieuwe namen voor 3 afdelingen in te burgeren bij iedereen. Een beetje euforisch zou ik zeggen: de modale Lokeraar heeft het nu over heelkunde A, heelkunde B en de afdeling interne/midcare. Heel wat dienstroosterplanningen ondergingen wijzigingen in het voorbije jaar. Telkens had dit wat voeten in de aarde, niet in het minst voor de medewerkers, die in de gewijzigde uurregeling moeten werken en hun leven naast het werk hierop herinrichten. Respect daarvoor. De kleedkamers kregen in november hun nieuwe bestemming in de kelder van de nieuwbouw en op de oude plaats startten alweer verbouwingswerken. We blijven met zijn allen ijverig bezig, ook in 2014. Gelukkig Nieuwjaar aan iedereen! Voor de volgende editie van de gAZet zijn inhoudelijke suggesties welkom. Laat gerust weten waarover je wil schrijven, het artikel dient ten laatste half februari 2014 bezorgd te worden aan
[email protected] of rechtstreeks aan één van de redactieleden. Marleen Van Rijsselberghe
Colofon
Inhoud
REDACTIERAAD: D. VAN VAERENBERG, M. VAN RIJSSELBERGHE, D. VAN WINCKEL, G. VERNIERS, L. TORFS, A. VAN DAMME, A. VAN DRIESSCHE, V. DE SCHOUWER WERKTEN MEE AAN DIT NUMMER: C. BASTIAEN, DR. A. GOEMINNE, S. ONGENA, P. VAN BOCKSTAEL, A. VAN EEGHEM, A. VAN PETEGHEM, DR. A. VERBERT VORMGEVING: S. WULTEPUTTE, E. DE WAELE FOTOGRAFIE: L. TORFS, F. VAN BUYTEN, ARCHIEF AZL DRUKWERK: GEERS OFFSET N.V. CONTACTPERSOON: L. TORFS, TEL: 09 340 83 88, E-MAIL:
[email protected] VU: D. VAN VAERENBERG, ALGEMEEN DIRECTEUR AZ LOKEREN, LEPELSTRAAT 2, 9160 LOKEREN
Voorwoord
3
Erkenning IZ
4
Nieuwe midcare
8
Week van de patiëntveiligheid
10
Vrijwilliger schoonheidszorgen
11
Andullatietherapie 12 Mentoren - studenten
14
Prijspuzzel 16 Navelstrengbloeddonatie 17 SIS-kaart 18 Cozo 18 Oman 20
WWW.AZLOKEREN.BE
Medisch hoekje : Flebologie
22
Prenatale lessen & kraambeurs
24
Quiz AZL
25
Info uit de Raad van Beheer
26
Personalia 27
2
Voorwoord “Alles komt terug” is een gekend gezegde. In een ziekenhuis geldt dat op het eerste gezicht niet, maar wat daar zeker wel telt is: “Alles komt later”. Zo dus ook … de economische crisis. Voor het eerst sinds de oprichting van het AZL hebben wij het afgelopen jaar een stapje terug moeten zetten inzake opnames. We kunnen ons enerzijds troosten in de gedachte dat dit niet alleen in ons ziekenhuis is, maar landelijk. De gehele gezondheidssector heeft lang gedacht dat wat ook het inkomen van de mensen mag zijn, dit weinig invloed heeft op de medische consumptie. Want gezondheid is niet te koop, zeggen de mensen. Gezondheidszorg is een ‘product’ met een hoge elasticiteit coëfficiënt heet dat in economische termen. Maar toch… zoals thans blijkt: aan alles zijn grenzen, de bomen groeien niet tot in de lucht. Door de kleine structuur van AZL – met z’n voordelen maar ook nadelen – zullen wij zelfs wat minder op de noodrem moeten duwen dan wat vandaag gebeurt in andere ziekenhuizen. Wij koesteren de hoop (hopelijk geen ijdele) dat alles nog wel zal meevallen in vergelijking met anderen. Bij onze grote broer UZ Gent verliezen noodgedwongen 150 mensen hun baan, met alle miserie van dien. Maar ook in kleinere ziekenhuizen in de regio is er sprake van een tiental afvloeiingen.
Het idee dat het overal moeilijk, misschien zelfs nog moeilijker gaat dan in het ziekenhuis aan de Durme, mag anderzijds geen voorwendsel zijn om bij de pakken te blijven zitten. Elke economische crisis heeft ook zijn opportuniteiten. Eén ervan – die onze topprioriteit moet worden in 2014 – is het verhogen van het welzijn van de patiënt. Op alle echelons heerst vandaag nog onvoldoende het besef dat patiënten, in wezen ‘klanten’ zijn. De kwaliteit van de zorg is één zaak en niet voor discussie vatbaar, maar de beleving daarvan door de patiënt is een andere zaak en op dat vlak is nog een weg af te leggen. Naast patiëntveiligheid dient er meer aandacht besteed te worden aan het welzijn van de patiënt. Dit gaat over comfort, over vriendelijkheid, over onthaal, kortom dit gaat over de totaalbeleving die iemand meemaakt vanaf de eerste stap in het ziekenhuis tot en met het ontslag. 2014 moet op dat vlak een actiejaar worden! * ** Ondertussen wil ik wel iedereen prettige feestdagen toewensen en het allerbeste voor het nieuwe jaar. Met alle medewerkers van AZL heffen we graag het glas op vrijdag 10 januari a.s. op onze inmiddels vertrouwde stek bij Sporting Lokeren. Just be there!
Luc De Block voorzitter raad van beheer AZL
3
Op weg naar de erkenning van intensieve zorgen Door de bril van Marleen Van Rijsselberghe, directeur verpleging Het ziekenhuis werkte in het jaar 2013 naar de erkenning toe van de afdeling intensieve zorgen voor 6 bedden vanaf 1 september. Ik spreek hier niet enkel voor mezelf als ik zeg dat dit een belangrijke mijlpaal is in de geschiedenis van het AZ Lokeren. Historisch was op de dienst intensieve zorgen eveneens de midcare ondergebracht (normaal 4 bedden, het laatste jaar 2 bedden). Met de betrokken actoren waren er ontelbare formele en informele overlegmomenten, vooral met de artsen. Soms dacht ik (ik niet alleen) aan de processie van Echternach: 3 stappen vooruit, 2 stappen achteruit. Echter, na zeer vele uren vergaderen, overleggen, discussiëren, afwegen enz. kon iedereen zich scharen achter de uitwerking voor de erkenningsaanvraag en de consequenties daarvan.
Wat voorafging in 2012 De toekomst van de dienst intensieve zorgen is in de loop van 2012, naar aanleiding van de visitatie in mei 2012 en het visitatierapport in september 2012, besproken op diverse echelons in het ziekenhuis, dit in nauw overleg met de artsen. Bij het erkenningsbezoek in 2012 stimuleerde het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid het ziekenhuis voor de aanvraag van een erkenning voor intensieve zorgen. Bovendien moest de midcare volledig worden afgezonderd,
zowel architectonisch als organisatorisch. Eind 2012 kwam er een advies van de medische raad en een beslissing van de beheerraad dat het ziekenhuis zich engageerde om een erkenning van 6 bedden intensieve zorgen aan te vragen en dat de midcare zou georganiseerd worden binnen een verpleegafdeling. Stap Volledige splitsing van de personeelsbestaf-
1
fing op spoed en intensieve zorgen
Op 14 januari 2013 ging er een nieuwe dienstregeling van start voor de verpleegkundige equipes van spoed en intensieve zorgen, waarbij zij voor het eerst volledig ‘gesplitst’ werden: de scheiding van een Siamese tweeling. Want het dient gezegd: gedurende vele jaren was er een intense samenwerking tussen de verpleegkundigen van de twee diensten, waarvoor dank. In de nieuwe dienstregeling van intensieve zorgen werden gedurende elke shift minimaal 2 verpleegkundigen voorzien. Op spoed werd de 3de nachtdienst voortaan aangesteld
4
als nachtsupervisor voor het volledige ziekenhuis. De nachtsupervisor zorgt ervoor dat alle verpleegkundigen op de diensten in het ziekenhuis voldoende hulp en ondersteuning krijgen. Hiertoe overlegt hij/zij bij het begin van de nacht met alle ‘Florences van dienst’. De tijdelijke hospitalisatie van de spoed werd door de technische dienst netjes afgewerkt, zodat er maximaal 4 patiënten effectief kunnen verblijven. Dit geldt altijd in de nachtsituatie, ook overdag waar nodig en mogelijk. Bedside monitoring en een centrale in de verpleegpost op spoed waren al voorzien.
Stap Oplossing voor korte postoperatieve obser-
2
vaties van patiënten buiten de openingsuren van de ontwaakzaal
Intensieve zorgen nam in het verleden een aantal patiënten postoperatief op voor een zuivere ‘recoveryfunctie’, op tijdstippen waarop de ontwaakzaal niet bemand is: na 20.30 uur in de week en in het weekend. Het gaat over meer dan 200 patiënten op jaarbasis. Als de dienst intensieve zorgen zou afslanken naar 6 bedden leek het wenselijk om een oplossing te zoeken voor de observatie van de ontwakende patiënt buiten de openingsuren van de ontwaakzaal. Deze oplossing werd gecreëerd vanuit het operatiekwartier door middel van een aanpassing in de dienstregeling van de verpleegkundigen in de late uren en tijdens de wachtdiensten. Vanaf 1 april 2013, echt geen aprilgrap, ging de aangepaste dienstregeling op het operatiekwartier van start. In de periode vóór zij naar de gewone kamer kunnen, worden patiënten opgevolgd door de verpleegkundige van het operatiekwartier. De regel, dat patiënten met bepaalde ingrepen naar intensieve zorgen
moeten voor minstens één nacht, bleef behouden. Het zijn enkel de patiënten die korte controle nodig hebben, die op het operatiekwartier geobserveerd blijven. Stap Neveneffecten voor de afdeling interne
3
geneeskunde
Midcare diende te worden ondergebracht in een verpleegeenheid. Daarvoor werd de afdeling interne geneeskunde gekozen. Het team werd over deze keuze ingelicht in februari 2013. In deze vergadering werd de toekomstige organisatie toegelicht, voor zover dit al kon. Er werd gesteld dat in de toekomst met 2 nachtdiensten zou worden gewerkt en het team hiertoe in beperkte mate zou worden uitgebreid. Op de midcare (maximaal 4 patiënten) zou er telkens 1 verpleegkundige worden toegewezen in vroege dienst, late dienst en nachtdienst. Daarnaast diende personeel te worden voorzien voor de andere patiënten van de afdeling. In een race tegen de tijd was er een nieuwe dienstregeling klaar begin augustus; deze zou ingaan op maandag 2 september.
Het team werd versterkt met enkele nieuwkomers en verpleegkundigen die intern gemuteerd werden. Gedurende de maand september werd nog beroep gedaan op interimkrachten omdat de uitbreiding van het team nog niet volledig in orde was. De start verliep dus niet echt optimaal, maar dankzij de inzet van velen was de nieuwe midcare een feit. De positieve betrokkenheid van de artsen was zeer welkom en zorgde er mee voor dat het veranderingsproces stilaan in de plooi viel. Speciale vermelding verdient Angie Van Peteghem, hoofdverpleegkundige interne/midcare. Zij werkte, met veel enthousiasme en inzet, achter en voor de schermen mee aan de ingrijpende wijziging op haar afdeling. Uiteraard kon zij dit niet alleen, maar kon zij gaandeweg rekenen op alle teamleden. Stap Verbouwingen en idee tot omwisseling van
4
afdelingen
Intussen was vanaf 17 mei een ziekenhuisafdeling gesloten voor verbouwingen teneinde de verbinding van
het oude en het nieuwe gebouw te realiseren ter hoogte van de verpleegpost. De bedbezetting in het ziekenhuis liet dit toe, maar noopte wel tot enige creativiteit op de afdelingen die open bleven. De verbouwingen moesten starten op de 4de verdieping (werken dienden van boven naar onder te worden uitgevoerd). De medewerkers van de 4de verdieping werden herverdeeld over de andere diensten en afdelingen van het ziekenhuis. Dit bleef zo tot 15 september. ‘Ontheemd’ hebben deze medewerkers het beste van zichzelf gegeven en de medewerkers van de andere afdelingen en diensten probeerden hen te ontvangen met open armen. Allemaal bedankt daarvoor. Omdat de 4de verdieping vrij snel een echte bouwwerf was, is toen ad hoc beslist om de verbouwing voor de midcare simultaan op dezelfde afdeling te doen en toekomstgericht de 3de verdieping integraal te verhuizen naar de 4de verdieping. Het betreft hier de medewerkers, patiënten en de artsen van interne geneeskunde. In de zomerperiode werd een dossier opgesteld voor de aankoop van de bedside monitoring op de midcare, met
2 centrales en een link naar de cardiologen. De levering gebeurde eind augustus. Vorming voor de medewerkers over het gebruik van de monitors en de centrale werd intern georganiseerd en gebeurde door de firma. Er werd opgestart met een basisles cardiologie van 2 uur, een vorming hartritmestoornissen van 3,5 uur en een practicum van 3 uur voor de verpleegkundigen van de afdeling interne/midcare. Deze opleiding werd herhaald waar nodig, met oprechte dank hiervoor aan Jan Foubert. Een aantal verpleegkundigen kregen de kans om op intensieve zorgen het gebruik van de monitoring in de praktijk aan te leren en vragen te stellen aan Sabine Ongena, hoofdverpleegkundige intensieve zorgen. De verhuis van de 3de naar de 4de verdieping kon gebeuren op zaterdag 31 augustus en de opstart van de midcare heeft plaatsgevonden op 2 september. Verpleegkundigen dienden vanaf dat ogenblik te werken in een nieuw dienstrooster. De eerste patiënt werd op de nieuwe midcare gehospitaliseerd op 3 september. Dr. Goeminne werd aangesteld als verantwoordelijke arts voor de midcare. Ik wens hier nogmaals
5
te benadrukken dat de positieve inbreng van de artsen, die patiënten hospitaliseren op de midcare, hartverwarmend was. Hun ondersteuning naar het team was en is onvoorwaardelijk. Vragen kunnen te allen tijde gesteld worden, bijkomende uitleg wordt verschaft. Stap Intussen op intensieve zorgen Het volledige dossier voor de aanvraag van de erkenning van intensieve zorgen kon aan het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid worden overgemaakt op 10 juli 2013. Het bezoek van de inspecteur vond plaats op dinsdag 30 juli. Mondeling werd toen meegedeeld dat onze erkenning effectief zou kunnen ingaan op 1 september. Dit is nadien schriftelijk bevestigd. Een arts-intensivist werd aangetrokken. Dr. Frauke Beyls werd vanaf 1 september diensthoofd van de afdeling. Zij is anesthesist-intensivist en de contactpersoon voor het team van intensieve zorgen. Met de artsen werd een regeling getroffen waarbij alle artsen, die dit vanuit de wetgeving kunnen doen, de 24-uurs permanentie op intensieve zorgen verzekeren. Een kamer van de vroegere midcare werd grondig verbouwd en ingericht als bureel-kamer voor de permanentiearts. De tweede kamer van de vroegere midcare zal toekomstgericht nog worden heringericht en toegevoegd aan de dienstruimtes voor medewerkers en artsen. Op deze manier kan ook materiaal en apparatuur efficiënter worden gestockeerd. De afbouw van bedden op intensieve zorgen kon doorgaan op maandag 16 september. Vanaf dat ogenblik zijn enkel de 6 boxen van de afdeling in exploitatie: de individuele kamers met bedside monitoring. Vanaf 1 oktober werd voor de 2de keer in hetzelfde jaar een nieuwe dienstregeling ingevoerd
5
6
op de afdeling. Immers: een afbouw van bedden hield ook een optimalisatie in van de verpleegkundige bestaffing conform de norm. Deze norm is 2 verpleegkundigen in elke ploegdienst. Verpleegkundigen van intensieve zorgen werden aangemoedigd om de opleiding bijzondere beroepstitel spoed-intensieve zorgen te volgen. Op dit ogenblik zijn 4 verpleegkundigen simultaan aan deze banaba-opleiding (bachelor na bachelor) bezig: 2 verpleegkundigen volgen de lessen in Brugge, 2 anderen in Gent. Sabine Ongena en dr. Beyls verzorgen een verdere uitwerking van procedures. Stap Heelkunde A en B en interne/midcare Op 16 september werd ongeveer de helft van de kamers op de 3de verdieping opnieuw opengesteld met de medewerkers van de 4de verdieping. De verpleegpost en dienstruimtes werden ingericht in kamers, teneinde daar ook de verbinding tussen het oude en het nieuwe gebouw af te werken. Door al dat verhuizen ontstond een Babylonische spraakverwarring over welke afdeling nu waar werd ondergebracht. Vandaar de keuze om niet meer over de verdiepingen te spreken, maar wel namen voor de afdelingen te gebruiken. Hiermee kom ik terug op mijn artikel in de colofon. Hierbij graag een warme oproep tot het lezen ervan.
6
Slotbeschouwing Op het einde van een werkjaar maakt een mens wel eens de balans op. Alles valt stilaan in de plooi, mede dankzij de inzet en de flexibiliteit van velen. Respect daarvoor. Het ziekenhuis timmert verder aan de weg… Dank aan iedereen die deze weg met ons bewandelt.
Vlnr. Sabine Ongena, Marleen Van Rijsselberghe
“Met vol vertrouwen bouw ik graag mee aan een mooie toekomst voor de dienst intensieve zorgen van het AZ Lokeren.” “Het is alweer vier maanden geleden dat ik startte als anesthesist-intensivist in het AZ Lokeren. Als diensthoofd van intensieve zorgen is voor mij op deze dienst een belangrijke taak weggelegd. Bij mijn start in september was het al duidelijk dat er zowel vanuit het verpleegkundig team als vanuit het artsenkorps een grote vraag was naar meer structuur, duidelijke afspraken en een eenduidiger beleid op intensieve zorgen. Naast de klinische zorg voor de kritiek zieke patiënten, ben ik bijgevolg ook de aanspreekpersoon wanneer het intensieve zorgen betreft en is het de bedoeling om de dienst ook structureel en organisatorisch verder uit te bouwen. En daar zijn we volop mee bezig: gedurende die eerste verkennende maanden werden al hier en daar veranderingen en nieuwe afspraken doorgevoerd. De functie van permanentiearts werd ingevoerd en wordt verder geoptimaliseerd. Tevens zijn momenteel belangrijke gesprekken lopende betreffende de nieuwe tarificatie die vanaf januari 2014 zal ingaan voor patiënten die op intensieve zorgen verblijven en de veranderingen die hiermee gepaard zullen gaan wat de werking van de dienst betreft. Het ‘leiden’ van een dienst is nieuw voor mij. Het is niet te vergelijken met het klinisch aspect van mijn taak. Maar ik zie het als een mooie uitdaging om van intensieve zorgen een goed draaiende dienst te maken met oog voor kwaliteitsvolle zorg, maar met evenveel aandacht voor het creëren van een aangename en efficiënte werksfeer. Dat kan ik natuurlijk niet alleen. Het is iets wat ik samen met het enthousiaste team van
Sabine Ongena, hoofdverpleegkundige intensieve zorgen: “De komst van dr. Beyls is positief onthaald, zowel door de verpleegkundigen als door de patiënten en hun familie. Dr. Beyls is rond 7.45 uur op de dienst intensieve zorgen en volgt de opgenomen patiënten op. Hierdoor kunnen eventuele problemen aangepakt worden. De weaning van een beademde patiënt (geleidelijk leren te ontwennen van een beademingstoestel) kan dus in de ochtend beginnen als de arts hiervoor haar toestemming geeft. Rond 10.30 uur toert dr. Beyls op de afdeling, want dan beschikt ze over de resultaten van de onderzoeken. Ze geeft informatie aan de patiënten; ook aan de familie tijdens het bezoek om 11 uur. Dit wordt zeer gewaardeerd. De opvolging van de patiënten (zowel chirurgische als beademde patiënten) gebeurt van dichtbij. Continuïteit in de medische zorg is verzekerd. In de namiddag komt dr. Beyls opnieuw langs, rond het tijdstip van het bezoek van 15 uur. De samenwerking met dr. Beyls verloopt vlot. Ze denkt mee om intensieve zorgen verder uit te bouwen, procedures na te kijken en aan te passen. Verder overleg met de verschillende medische disciplines is gepland. De introductie van een inslapende arts wordt als zeer positief ervaren. Deze arts kan de verpleegkundigen op ieder moment in de nacht bijstaan. Doordat intensieve zorgen over 6 erkende bedden beschikt, werken de verpleegkundigen per shift met 2, zij zijn op elkaar aangewezen. 4 mensen zijn gestart met de banaba spoed-intensieve zorgen, wat niet enkel van de studenten een inspanning vereist, maar ook van de collega’s die regelmatig dienen te veranderen van dienstrooster. Ik wens dan ook iedereen te bedanken voor de inspanningen en ik wens de studenten een goed resultaat toe.”
IZ-verpleegkundigen en de vele collega-artsen zal moeten verwezenlijken. Een open communicatie, duidelijke afspraken en lage drempels voor vragen, suggesties of opmerkingen zullen er hopelijk toe leiden dat dit proces (verder) vlot verloopt. Ik ben er mij van bewust dat er op verschillende vlakken nog heel wat gesleuteld en bijgestuurd kan worden om de zorg voor de patiënten én de werking van de dienst te optimaliseren. Maar ik ben ervan overtuigd dat een goed functionerende IZ-dienst een meerwaarde aan het ziekenhuis zal bieden en daar wens ik mij als kersvers diensthoofd voor de volle 100% mee voor in te zetten. Met vol vertrouwen bouw ik daarom graag mee aan een mooie toekomst voor de dienst intensieve zorgen van het AZ Lokeren.”
Dr. Frauke Beyls
7
Verhuis van de dienst midcare naar in De erkenning van de dienst intensieve zorgen bracht een aantal veranderingen met zich mee, ook voor de afdeling midcare. Eén van de voorwaarden voor erkenning was immers de scheiding van beide diensten, zodat ze volledig autonoom werden. Het leek een logische keuze midcare onder te brengen op de dienst inwendige geneeskunde.
Steeds paraat met raad en daad
vooral voor de verpleegkundigen van de dienst interne geneeskunde was de opstart van de vernieuwde midcare een hele aanpassing. Angie Van Peteghem, hoofdverpleegkundige, schrok even toen ze te horen kreeg dat haar afdeling voortaan ook midcare zou herbergen, maar ze zag het toch vooral als een uitdaging. De pathologie die op midcare aan bod komt is immers interessant, maar moeilijk. Haar team werd echter goed op weg geholpen door Jan Foubert (verpleegkundige deeltijds werkzaam op de consultatie cardiologie), o.a. door extra bijscholingen (“heel goed gegeven”), die intensief waren. Ook de betrokken artsen stonden en staan steeds paraat met raad en daad. Angie beseft dat het voor haar verpleegkundigen geen evidentie is, al die veranderingen op korte tijd: de opstart van midcare en de verhuis brachten ook nieuwe uurroosters met zich mee, nieuwe collega’s, nieuwe verantwoordelijkheden. Intussen ging er wat tijd overheen en de evolutie verloopt positief. Ze ziet nu dat veel verpleegkundigen graag dienst hebben op midcare.
Veranderingen zijn nooit eenvoudig en
gAZet sprokkelde enkele reacties van de
Op de 4de verdieping waren verbouwingen bezig, en er werd geopteerd de kamers 406, 407 en 408 om te bouwen tot een spiksplinternieuwe ruimte (vanaf nu kamer 407) met plaats voor 4 bedden met monitors en een volledig uitgeruste balie (centrale monitorruimte) voor de verpleegkundige die de patiënten 24 uur op 24 in de gaten houdt. Op maandag 2 september 2013 kon de vernieuwde midcare van start gaan: de verpleegkundigen van interne hadden de nodige extra bijscholingen achter de rug en de verbouwingswerken waren afgerond. De dagen ervoor was volop gewerkt aan de verhuis van de afdeling van de 3de naar de 4de verdieping.
8
betrokken verpleegkundigen bij elkaar. Ook zij schrokken toen ze het nieuws vernamen over de verhuis. Woorden als “twijfel”, “schrik voor het onbekende”, “onzekerheid” kwamen regelmatig terug, maar ook de term “uitdaging” kwam naar voor.
Beklimmen van de Mont Ventoux Unanimiteit was er over de kwaliteit van de gegeven opleidingen. Eén van de verpleegkundigen verwoordde het als volgt: “Het was een heel pakket leerstof om te verwerken. Een pluim wel voor Jan, hij gaf de bijscholingen echt goed. En de rest leer je door op midcare zelf te werken.” Al vergeleek een andere verpleegkundige het ook met het beklimmen van de Mont Ventoux, want “Herken maar eens in wat bergtoppen een hartafwijking.” Na enkele weken is de balans bij diezelfde verpleegkundigen positief. Er werd veel bijgeleerd door op de dienst zelf te werken, en het is overwegend boeiend. Alles verloopt vlot: het werk zelf, maar ook de omgang met de patiënten en hun familie. Werken op midcare is anders dan op de gang, maar vooral volgend aspect wordt geapprecieerd: “Je kan je echt
ar interne, een nieuwe uitdaging
Annick Van Driessche
concentreren op de patiënten, er is meer voldoening, een beter contact. Je spendeert meer tijd met de patiënten en staat dichter bij de familie. Er is een beter overzicht, al moet je goed alleen kunnen werken”, en “Er is meer tijd voor de patiënten, je kan al eens een babbel doen. Qua verzorging is het minder zwaar, al is het technischer en soms stressvoller.”
Praktisch De verantwoordelijke arts voor midcare is dr. Ann Goeminne, diensthoofd cardiologie, terwijl de medische staf alle artsen omvat die behoren tot het departement interne geneeskunde. Het verpleegkundig team is eveneens van de dienst interne, met aan het hoofd Angie Van Peteghem. Net als op de dienst intensieve zorgen zijn de bezoekuren niet dezelfde als op de algemene afdelingen. Bezoek wordt slechts toegelaten tussen 15 en 16 uur en van 19 tot 20 uur. Er wordt gevraagd zich telkens slechts met maximum 2 bezoekers tegelijk aan te melden en geen kinderen jonger dan 12 jaar mee te brengen. Midcare heeft ook een eigen telefoonnummer: 09 340 84 65.
Welke patiënten komen op midcare terecht? Cardiologische patiënten met volgende pathologie: instabiele angor, ritmestoornissen, pericarditis, decompensatie, post-pacemaker, monitoring na syncope, stabiele longembolen en post-coronaro. Neurologische patiënten met cerebrale bloeding, bewustzijnsverlies of na CVA/TIA, alsook patiënten met gastroenterologische problemen: stabiele gastro-intestinale bloeding, pancreatitis of stabiele sepsis. Exclusiecriteria: alle patiënten die geïsoleerd moeten worden, en alle beademde patiënten of patiënten met arteriële bloeddrukmeting.
Dr. Ann Goeminne: “Ik zie de toekomst van midcare enthousiast tegemoet!” “Ik ben aangesteld als verantwoordelijke arts van de midcare. Maar laat me dat onmiddellijk nuanceren. In de praktijk is de dienst cardiologie verantwoordelijk. Dr. Maudens heeft van bij aanvang ook heel erg zijn schouders onder dit project gezet, en aangezien er altijd één van ons beiden van wacht is, zijn wij een gemakkelijk en concreet aanspreekpunt voor de verpleegkundigen. Dat kan gaan over praktische verpleegkundige zaken zoals vochtbalansen opstellen, medicatie IV toedienen enz. Vooral bij de opstart was dit zeer belangrijk. Verpleegkundigen consulteren ons ook in verband met de bedbezetting, vooral als er overbezetting is. We worden gecontacteerd voor iedere patiënt die gemonitord wordt en bij wie er iets verdacht vastgesteld wordt. Omdat de streefdatum 1 september 2013 was en dit voor velen net na het verlof kwam, was de opstart er dan toch opeens en sommigen waren wat overdonderd.
Mits enkele kleine praktische problemen durf ik toch te stellen dat alles in feite vlot verlopen is. Ik heb de indruk dat de verpleegkundigen ‘hun draai’ gevonden hebben en dat voelen wij ook. Nogal wat verpleegkundigen zijn echt gemotiveerd om de gegevens en curves op de monitor en de centrale te bekijken en te begrijpen. Het is de bedoeling om, althans voor de dienst cardiologie, geleidelijk aan patiënten met zwaardere pathologie te hospitaliseren. Zo creëren we een goede oplossing voor patiënten die ‘te goed’ zijn voor de afdeling intensieve zorgen maar die een te zware pathologie hebben om in een gewone kamer te op te volgen. Ik vind het niet onbelangrijk te vermelden dat we ook van onze patiënten heel positieve feedback ontvangen. Zij waarderen dat het op de midcare rustig is en licht. De patiënten voelen zich veilig door de monitoring en de aanwezigheid van een verpleegkundige.
Wat vaak terugkomt, is het feit dat de verpleegkundige wat meer tijd voor hen heeft en ze zich meer gehoord voelen. Ik denk dat dit aspect zeer belangrijk is, want bij iemand met een cardiaal probleem staat de leefwereld meestal acuut op zijn kop. De mensen zijn angstig en zitten met veel vragen die ze gemakkelijker aan de verpleegkundige dan aan de arts stellen. Vandaar dat ik, samen met de collega’s, de toekomst van de midcare echt enthousiast tegemoet zie, net als iedereen (zowel artsen als verpleegkundigen) die er met een positieve ingesteldheid tegenaan kijkt.”
Dr. Ann Goeminne
9
Uw veiligheid, onze zorg! Week van de patiëntveiligheid van 18 – 22 november
‘Creëer in het ziekenhuis een veilige omgeving voor de patiënt’. Deze ene zin is de reden waarom er het hele jaar door zowel nationaal als in ons ziekenhuis acties ondernomen worden om de veiligheid te verbeteren. Het AZL zet patiëntveiligheid al een tiental jaren op de eerste plaats. Geert Verniers is sinds 15 jaar kwaliteitscoördinator in het AZ Lokeren. In zijn job is het bevorderen en bewaken van patiëntveiligheid een van zijn belangrijkste opdrachten. “In onze missie en visie staat duidelijk vermeld dat patiëntveiligheid een belangrijk aandachtspunt is voor alle zorgverleners”, verduidelijkt Geert. “Om deze visie concreet te maken, werden in het ziekenhuis meerdere projecten opgestart om patiëntveiligheid te verbeteren zoals het meld- en leersysteem, de identificatiebandjes, de safe surgery checklist, de patiëntveiligheidskaart, het project valpreventie enz. Tijdens de ‘Week van de p a t i ë n t v e i l i g h e i d ’ k o n d e n medewerkers, patiënten en bezoekers in de hall van het ziekenhuis meer
10
informatie bekomen over de verschillende acties die het AZ Lokeren onderneemt om de patiëntveiligheid te verhogen.
Ludieke actie Het operatiekwartier is een zeer complexe organisatie met veel wisseling van patiënten en dat is nu net de omgeving waar incidenten kunnen plaatsvinden. Iedereen heeft al voorbeelden gehoord in de media waarbij scharen of kompressen achterblijven in de buikholte of waarbij een ingreep gebeurt aan het verkeerde lidmaat van de patiënt. Om dit te vermijden, is in het AZ Lokeren een checklist geïntroduceerd om barrières in te bouwen zodat mogelijke vergissingen tijdig herkend worden. Door middel van een checklist vóór de narcose, vóór het snijden en vóór het verlaten van de operatiezaal worden specifieke aandachtspunten nagegaan. Belangrijk hierbij is dat de chirurg vóór het insnijden expliciet de checklist luidop doorloopt om zich ervan te vergewissen dat hij/zij bij de juiste patiënt de juiste ingreep uitvoert. Geert: “Voor een patiënt geopereerd wordt,
wordt die eerst bevraagd door de anesthesist. Daarna wordt de patiënt in slaap gedaan en gebeuren voorbereidende werken. Voor we echt opereren, is er een time-out. Dan wordt nog eens gecontroleerd of het om de juiste patiënt gaat en de juiste ingreep. Om de chirurgen te wijzen op de checklist, ging tijdens de ‘Week van de patiëntveiligheid’ de hele week, net voor elke operatie, een zwaailicht aan.” (zie coverfoto)
Bedankt Het AZ Lokeren bedankt de medewerkers van het operatiekwartier om mee te werken aan dit project: de zorgverleners die de stand bemanden om iedereen van de juiste info te voorzien, dr. de Rouck om patiëntveiligheid bij haar collegaartsen te bevorderen, en Alain Pieters, hoofdverpleegkundige. Alle medewerkers van het operatiekwartier kregen op het einde van deze speciale week een fluohesje aangeboden om extra veilig de weg op te gaan.
Geert Verniers legt de verschillende acties, die het AZ Lokeren voert om de patiëntveiligheid te verhogen, uit aan de apotheekmedewerkers.
Annie, vrijwilliger schoonheidszorgen voor chemopatiënten “De negatieve kanten van de ziekte kan ik niet wegnemen, maar ik kan het wel draaglijker maken.” Linn Torfs Annie Ongena (55) is van opleiding scheikundige maar bleef na de geboorte van haar eerste zoon thuis. Ze zocht invulling in haar leven en begon met vrijwilligerswerk. Ze kwam terecht in de Zorgbib, de bibliotheekdienst van het Rode Kruis, die ook in het AZL actief is. Het contact met de patiënten vond ze het leukste aan het vrijwilligerswerk. Dat merkte ook de psychologe van het AZL die haar vroeg om vrijwilliger schoonheidszorgen te worden.
“Simpelweg puur genieten en ontspannen, even proberen om die vreselijke ziekte te vergeten.” “Ik geef elke laatste vrijdag van demaand een namiddag schoonheidszorgen aan chemopatiënten”, legt Annie uit. “Ik doe dit nu al 3 jaar en niet alleen in het AZL. Elke chemopatiënt kan gratis beroep doen op 6 behandelingen per jaar, wat betekent dat ze ongeveer om de 2 maanden terugkomen. Sommigen komen gedurende 1 jaar, anderen komen al van zolang ik mij herinner. Elke schoonheidsbehandeling duurt 75 minuten en bestaat uit een gezichtsreiniging, een gezichtsmassage, een masker en een handmassage. Voor de dames kan er ook nog wat make-up bij, indien ze dit wensen.” Annie is als vrijwilliger aangesloten bij de Stichting tegen kanker en kreeg een cursus van 3 maanden. Cursisten krijgen niet enkel massagetechnieken en bijvoorbeeld de anatomie van de huid aangeleerd, maar ook
het sociale komt aan bod. “Er wordt heel wat gebabbeld tijdens zo’n sessie schoonheidszorgen”, vertelt Annie, “maar als ik merk dat patiënten het moeilijk hebben met de verwerking van hun ziekte en nood hebben aan ondersteuning dan stuur ik ze door. Wij zijn natuurlijk geen psychologen.” “Ik doe dit vrijwilligerswerk deels uit idealisme en menslievendheid en deels omdat het zorgen voor mensen er gewoon ingebakken zit,” legt Annie gepassioneerd uit. “Het inspireert me om mensen te helpen en hen een stukje van zichzelf te laten herontdekken. De nevenverschijnselen als gevolg van de soms ellenlange behandelingstrajecten kan ik niet wegnemen, maar ik kan het wel draaglijker maken. Simpelweg puur genieten en ontspannen, even proberen om die vreselijke ziekte te vergeten. Mensen een beter gevoel geven en hen een beetje op weg helpen om deze moeilijke periode door te komen. Sommigen stralen gewoon wanneer ze buiten stappen. En als ze dan op de koop toe deugddoende complimentjes krijgen gaan ze zich weer wat sterker voelen en groeit ook het zelfvertrouwen. Ik geef een beetje maar krijg daar bergen voor terug en dat bezorgt mij een enorme energieboost.”
“Ik bewaar steeds een zekere afstand met de patiënt, ook om mezelf te beschermen. Ik neem niets mee naar huis, dat heb ik beloofd aan mijn echtgenoot. En alles wat er gezegd wordt, blijft tussen vier muren. Ik beleef natuurlijk veel mooie momenten, er wordt soms heel wat afgelachen, maar er is ook plaats voor ontroering. Vaak krijg ik de opmerking dat ze voor dit verwenmoment wel graag even naar het ziekenhuis komen.”
Contact: via de verpleegafdeling interne op het nummer 09 340 84 60, vraag naar Lynn Parthoens of Brigitte De Ryck, onze oncoverpleegkundigen.
De schoonheidszorgen vinden plaats in de vergaderzaal van de kraamafdeling.
11
Andullatietherapie in de rugschool van het AZ Lokeren Bron: Le Soir, 26.09.2013
Sinds kort beschikt de dienst fysiotherapie van het AZ Lokeren over een toestel voor andullatietherapie. Andullatie is een nieuwe, niet-medicamenteuze, compleet pijnloze en niet-invasieve methode die via een massagematras veel klachten bij meerdere chronische aandoeningen verzacht. Gedurende de massagesessies van 15 minuten ervaart de patiënt zowel infrarode warmte als volledige mechanische lichaamsvibraties welke biologische resonanties opwekken. Wij waren benieuwd wat de eerste ervaringen waren van deze therapie. Daarom spraken we af met Marlies Rogier, ergotherapeut in het AZ Lokeren. In haar werk geeft ze advies rond ergonomie en geeft ze les in de rugschool. Concreet legt ze aan patiënten uit wat de beste manieren zijn om met je rug om te gaan in het dagelijkse leven om eventuele verdere letsels te voorkomen en klachten te verminderen.
Evenwicht rond rug en nek herstellen Op de dienst fysiotherapie van het AZ Lokeren werken dagelijks meerdere kinesisten, ergotherapeuten, logopedisten enz. Zij zorgen voor patiënten met locomotorische klachten. Ze beschikken over de modernste technologieën om bijvoorbeeld mensen met tijdelijke en chronische rugklachten te helpen. Dit doen ze in een speciale discipline van de dienst fysiotherapie: de rugschool. Buiten de klassieke apparaten die gebruikt worden om rugoefeningen aan te leren, beschikt de dienst nu ook over een systeem voor andullatietherapie. De therapie is sinds juli 2013 geïntroduceerd en de artsen van de dienst fysiotherapie, dr. Deschuttere en dr. Blanken, zijn erg enthousiast over het nieuwe systeem. Hun Antwerpse collega’s konden al enkele positieve resultaten voorleggen waardoor de artsen snel overtuigd waren van het voordeel van deze therapie. Marlies legt uit wie de patiënten zijn die het meeste baat hebben bij deze therapie: “De meerderheid van onze patiënten hebben chronische pijnklachten ter hoogte van de wervels in de hals, middenrug en onderrug. Daardoor hebben deze patiënten vaak verkrampte spieren. Ook mensen met chronische rugpijn, hernia, artrose enz. kunnen baat hebben bij deze therapie. Samengevat, deze patiënten hebben zwakke rugspieren en ons doel, hier in de rugschool, is om deze spieren op verschillende manieren te versterken, om dat evenwicht rond de rug en nek te herstellen.”
Ideaal moment van rust Over het algemeen zijn de reacties van de patiënten zeer positief: “aangenaam”, “ontspannend”, “afname van de pijn”, enz. In de rugschool wordt de andullatietherapie na
12
de gewone therapie gegeven. De oefeningen zijn vaak zeer intensief en een sessie met andullatietherapie is na zo’n inspanning een ideaal moment van rust. Iedereen komt in principe in aanmerking voor deze therapie, uitgezonderd patiënten die leiden aan hevige pijnen of die juist zijn geopereerd. Bij hevige pijnen wordt de vibratie als onaangenaam ervaren en na een operatie dient een patiënt te wachten totdat de wonden goed geheeld zijn. Doch, patiënten die leiden aan chronische pijn kunnen door deze therapie, indien ze het goed verdragen en geen medicijnen nemen, geholpen worden. De daling van het pijnniveau bij de andullatietherapie wordt bekomen door enerzijds een combinatie van vibraties en anderzijds de warmte van een infraroodlamp. Deze combinatie resulteert in een weldadige behandeling.
Na 15 minuten resultaat Marlies beschrijft de werking van de therapie: “We zien dat de andullatie de bloedsomloop stimuleert. Het bevordert de afbraak van afvalstoffen in het lichaam en dankzij de betere afvoer van deze afvalstoffen vermindert het gevoel van stijfheid in de spieren.” Eén sessie bestaat uit een kwartier op de matras liggen na de behandeling bij de kinesist. Op dit moment is er slechts één matras beschikbaar, en de dienst fysiotherapie heeft ook nog niet de mogelijkheid onderzocht of langere sessies betere resultaten geven. Maar al na 15 minuten is er een verschil merkbaar, toch vragen sommige patiënten om wat langer op de matras te mogen liggen omdat het hen zoveel deugd doet. In de toekomst zou de dienst willen onderzoeken wat de specifieke effecten van deze therapie op diverse pathologieën zijn. De andullatietherapie wordt aan alle patiënten van het AZ Lokeren aangeboden, indien zij voldoen aan de voorgestelde criteria. Het is de arts die beslist of een patiënt in aanmerking komt. Marlies is zelf zeer enthousiast over de andullatietherapie. Wij vroegen haar of ze later, indien nodig, zelf gebruik zou maken van deze therapie. Zonder aarzelen antwoordt ze: “Volgens mij is er een zeer mooie toekomst voor deze therapie weggelegd. We beginnen de therapie meer en meer te leren kennen. Ook kinesisten die een eigen praktijk hebben, zien de voordelen van de andullatie. Patiënten zijn ook zeer geïnteresseerd in de techniek die erachter schuilt en vragen actief of ze het kunnen uitproberen.”
Marlies Rogier begeleidt een patiënt bij andullatietherapie.
13
Studenten en mentoren verpleegkunde
“Elke goed begeleide student van vandaag kan onze enthousiaste collega van morgen worden.” door Peter Van Bockstael
Libby: “Een zeer aangename stageperiode!”
De laatste 20 jaar is er heel wat gewijzigd in het onderwijslandschap en ook binnen de opleiding verpleegkunde is dat zeker niet anders. Toen ik afstudeerde, midden jaren ’80, was het nog vrij eenvoudig om de opleiding verpleegkunde te schetsen. De A2-opleiding was vooral gericht op praktijkervaring met veel stages en de A1-opleiding beklemtoonde vooral een theoretische achtergrond. Het was een opleiding van 3 jaar en je wist perfect wat je in het 1ste, 2de en 3de jaar kreeg van theoretische bagage, stages en stageopdrachten. De A2-verpleegkundige studeerde toen af binnen het ASBO (Aanvullend Secundair Beroepsonderwijs) als gediplomeerd of gebrevetteerd verpleegkundige. De A1-verpleegkundige was toen gegradueerd verpleegkundige, al dan niet met een optie ziekenhuis, pediatrie, sociale, geriatrie of psychiatrie.
14
De opleiding voor A2-verpleegkundigen onderging enkele naamswijzigingen in Vlaanderen. Er werd eerst gesproken over de 4de graad, later over de Hogere Beroepsopleiding Verpleegkunde (HBO). Momenteel is deze opleiding
opgedeeld in 6 modules van een half jaar en na 3 jaar kunnen studenten afstuderen. Door deze afgestudeerden de naam van ‘gegradueerd verpleegkundige’ te geven, ontstaat vaak verwarring omdat de vroegere A1-verpleegkundigen ook als dusdanig werden benoemd. In de gAZet jaargang 4 – nummer 3 (juli – september 2010) werd hieromtrent op p. 18 al een overzicht gegeven. Het AZ Lokeren vermijdt deze verwarring door de A2-verpleegkundigen als gediplomeerd verpleegkundige te benoemen. De opleiding voor A1-verpleegkundigen is ook onderhevig geweest aan heel wat structurele wijzigingen en sinds enkele jaren wordt dit een professionele bacheloropleiding voor verpleegkunde genoemd. In de benaming van het bachelordiploma wordt er ook niet langer melding gemaakt van de optie ziekenhuis, pediatrie enz. ook al heeft de student wel degelijk een specifiek opleidingstraject gevolgd. Door al die wijzigingen werd het er helaas niet altijd eenvoudiger op om te weten welk type verpleegkundige of studentverpleegkundige er nu juist wordt bedoeld.
Stagebegeleiding: een belangrijke taak voor de verpleegkundige Als rode draad doorheen de opleiding verpleegkunde is het aspect stage nog steeds een essentieel en zeer belangrijk deel gebleven. Maar ook hier zagen we de voorbije jaren toch wel wat wijzigingen. ‘In mijnen tijd’ ging je gegarandeerd tijdens elke stageperiode één of meerdere keren samen met de stagemonitrice van de school de patiënten van de afdeling verzorgen. Je kreeg op de werkvloer dus de kans om met een leerkracht van de school een aantal verzorgingen of technieken uit te voeren waarop je dan ook werd geëvalueerd. Deze bedbegeleiding is nog steeds een vast gegeven binnen de opleiding HBO (vroegere A2-opleiding, weet je nog…) maar is niet meer standaard voorzien binnen de bacheloropleiding verpleegkunde. Het begeleiden van de studenten tijdens hun stage wordt nu, nog meer dan vroeger, een belangrijke taak voor de verpleegkundigen op de werkvloer. Ze staan in voor de begeleiding van de studenten, helpen hen om hun stagedoelstellingen te behalen met betrekking tot bijvoorbeeld het inoefenen van bepaalde technieken en geven bijsturing waar nodig om de studenten de mogelijkheid te geven om verder te groeien binnen hun opleidingstraject. Op elke afdeling waar er studenten verpleegkunde stage lopen, zijn er daarom een aantal verpleegkundige mentoren voorzien. Deze verpleegkundigen werken al een aantal jaren op de afdeling en kennen dus ook het reilen en zeilen van het verpleegkundige werk perfect. Zij hebben zich geëngageerd om de studenten wat extra omkadering en ondersteuning te geven tijdens de stage op de afdeling. De mentoren maken dan ook vaak tijd vrij om aan de studenten extra uitleg te geven of hen te helpen bij het inoefenen van bepaalde technieken. Ze volgen de student mee op tijdens de stage en helpen zo mee om de stagedoelstellingen te behalen.
Feedback en bijsturing Het betekent echter niet dat studenten verpleegkunde enkel met de mentoren werken. Het is trouwens organisatorisch onmogelijk te regelen dat er steeds een mentorverpleegkundige aanwezig is tijdens de stage-uren van de studenten. De studenten verpleegkunde zullen dan
vlnr. Kim, Jolien en Nathalie
ook moeten samenwerken met álle verpleegkundigen van de afdeling. De mentorverpleegkundige houdt wel een zekere supervisie op de werking van de studenten en is het aanspreekpunt voor de collega verpleegkundigen van de afdeling. Het werken met studenten is niet altijd even gemakkelijk en zeker niet eenvoudig op momenten dat er bijsturing moet voorzien worden en er feedback moet gegeven worden rond zaken die minder goed gaan. Voor de opleiding tot ‘een goede verpleegkundige’ is het essentieel dat die bijsturing en feedback zeker gegeven wordt. Anders kan de studentverpleegkundige ook niet groeien en niet leren uit de gemaakte fouten. Er wordt door onze mentoren enorm veel tijd en energie gestopt in het werken met en begeleiden van studenten. Ze doen dit mentorenwerk vanuit hun hart, binnenin hun gewone werkopdracht als verpleegkundige. Ik hoop dat er ooit vanuit de overheid een mogelijkheid wordt voorzien om via subsidiëring te zorgen dat mentoren een aantal uur per week extra vrijgemaakt worden om met studenten te werken. Dit zou de opleiding tot verpleegkundige zeker ten goede komen. Tot slot wil ik alle mentoren oprecht bedanken voor hun inzet en hun enthousiasme waarmee ze de studenten al jarenlang begeleiden en ik hoop dat we op hetzelfde elan de stagebegeleiding kunnen blijven waarmaken. We mogen niet vergeten dat elke goed begeleide student van vandaag misschien onze enthousiaste collega van morgen kan worden.
Mentoren: “Er zijn studenten die zich echt 100% inzetten, waarvan ik denk: ‘Jij mag wel mijn collega worden.’” Nathalie: “Ik heb zelf gevraagd om mentor te worden. Het mentorschap houdt in dat ik studenten begeleid, hen medicatiebeheer uitleg, leer infusen plaatsen, leer bloed prikken enz. De student stelt in het begin van de stage een aantal doelstellingen vast en samen proberen we deze doelstellingen te halen. De student dient zelf aan te geven wat hij/zij wil leren, welke handelingen nodig zijn om de stage succesvol te beëindigen. Daarnaast overleg ik ook met de stagebegeleider van school om tussentijdse evaluaties te doen. Het belangrijkste, vind ik, is dat studenten leren praten met
15
de patiënt, daar halen ze de meeste informatie uit. Ze moeten moeite doen om te babbelen en contact te leggen. Ook vind ik het belangrijk dat ze beleefd blijven en goed omgaan met opbouwende kritiek. De studenten zijn veel mondiger geworden. Er zijn studenten die zich echt 100% inzetten, waarvan ik denk: ‘Jij mag wel mijn collega worden.’” Kim: “Er zijn vrij veel mentoren op de afdeling. Het is ook niet zo dat elke student één vaste mentor heeft. Elke dag wordt er een mentor aan een student gekoppeld. Een eerstejaars blijft meestal erg dicht bij de mentor werken. Zeker de eerste week moeten we hen intensiever begeleiden. Na die week vinden ze meestal hun draai en kunnen ze zelfstandiger werken, dan weten ze wat ze moeten doen. De meesten doen echt hun best. Tweede- en derdejaars zijn zelfstandiger. Ik vind dat je als mentor streng moet zijn. Ik hamer op handhygiëne en de studenten moeten de patiënten goed leren verzorgen op een correcte manier.”
Studenten: “Alle verpleegkundigen werken mee om je een goede begeleiding te geven.” Jolien: “Ik krijg elke dag een andere mentor toegewezen. Dat is een voordeel, je werkt met iedereen en je kan alle werkmethodes leren kennen. Ik kan altijd bij de mentoren met vragen terecht. Ze nemen je mee op toer en ik kan zelf aangeven welke technieken ik wil oefenen. Soms, als ze weten
wat ik wil leren, komen ze me halen. Ik ben nu één week bezig met mijn stage en ik vind het hier fijn en studentvriendelijk. Hiervoor heb ik ook nog stage gedaan op geriatrie en heelkunde B. Ik zou later graag komen werken in het AZ Lokeren.” Libby: “Ik loop nu mijn laatste dag stage op spoed. Wat een aangename periode. Ze hebben me verschillende technieken laten inoefenen. De verpleegkundigen hebben geduld en laten me veel zelf doen. Ik vind de artsen zeer vriendelijk en sociaal. Ik heb veel bij hen mogen assisteren: hechtingen, gipsen enz. en bij een ingreep mocht ik alles klaarleggen en aangeven. Op spoed is er niet echt een mentorschap omdat er niet continu patiënten zijn. Alle verpleegkundigen werken mee om je een goede begeleiding te geven. Als ik iets kan verbeteren, dan zeggen ze het mij ook, wat ik zeer positief vind. Peter (Van Bockstael, red.) komt soms langs om te vragen hoe het gaat en of er eventuele problemen zijn. Dat vind ik heel geruststellend.” Contact Peter Van Bockstael Begeleidingsverpleegkundige vorming, training en opleiding tel. 09 340 83 80
[email protected]
De prijspuzzel OPGAVE: RAAD JE PLAATJE !
Waar is deze foto genomen? De inzet is nog steeds twee tickets voor de cinema.
Antwoorden kunnen voor 1 maart 2014 opgestuurd worden naar
[email protected] of via het postvakje van het directiesecretariaat.
Prijsvraag vorige editie De oplossing van de puzzel van de gAZet editie juli 2013 was: de vergaderzaal 5de verdieping. Sabine Ongena (hoofdverpleegkundige intensieve zorgen) is door een onschuldige hand als winnaar uit de bus gekomen en mag op onze kosten met z’n tweeën een avondje naar de cinema.
16
Navelstrengbloeddonatie Doe iets ongelooflijks, red bij de geboorte van je kind een ander leven! Sinds oktober 2013 zijn we op de kraamafdeling gestart met navelstrengbloeddonatie. Dit gebeurt in nauwe samenwerking met het UZ Gent, meer specifiek met de navelstrengbloedbank onder leiding van dr. C. Matthys. De navelstreng van de baby is bijzonder. In de navelstreng zit bloed dat veel stamcellen bevat. Stamcellen zorgen voor de aanmaak van nieuwe cellen. Navelstreng en placenta zijn afvalproducten die meestal gewoon worden weggegooid, tenzij de ouders de toestemming geven om het aanwezige bloed op te vangen voordat de placenta wordt uitgedreven. Uit het bloed worden dan de stamcellen gehaald die in de navelstrengbloedbank jarenlang kunnen worden bewaard. Deze stamcellen zijn wonderbaarlijk: ze kunnen patiënten met leukemie genezen. Ook andere bloedziekten of aangeboren afwijkingen in het bloed kunnen worden genezen met stamcellen. Er bestaan verschillende types van stamcellen. Het is dus belangrijk om een grote variatie aan weefseltypes te verzamelen in een navelstrengbloedbank.
Veiligheid van moeder en kind primeert De navelstrengbloedbank behoort tot een wereldwijd netwerk van navelstrengbloedbanken. Als een patiënt, waar ook ter wereld, stamcellen nodig heeft, dan kunnen de artsen in dat wereldwijd netwerk op zoek gaan naar de meest geschikte stamcellen. Hoe meer stamcellen er beschikbaar zijn, hoe groter de kans dat de artsen de juiste stamcellen vinden voor hun patiënt. Het betreft een vrijwillige donatie. De navelstrengbloedbank neemt alle kosten op zich voor het verzamelen, testen en opslaan van de stamcellen. Alle testgegevens en informatie worden vertrouwelijk behandeld. De meeste moeders kunnen navelstrengbloed schenken tenzij de geboorteomstandigheden het niet toestaan. Veiligheid van moeder en kind primeert. De navelstrengbloedgift wordt getest op kwaliteit en veiligheid. Eens de veiligheid gewaarborgd is, wordt de navelstrengbloedgift opgenomen in de navelstrengbloedbank. De vroedvrouwen staan enorm achter dit initiatief. Samen met de artsen van de afdeling doen zij hun uiterste best om dit zoveel mogelijk te promoten bij aanstaande ouders. In de praktijk vergt het een kleine extra moeite, maar dat is te verwaarlozen bij het idee dat je hiermee een ander leven kan redden! Cindy Bastiaen - hoofdvroedvrouw AZL
17
Geen SIS-kaart meer nodig in het AZ Lokeren Vanaf 1 januari 2014 zal je met je elektronische identiteitskaart (eID) kunnen inschrijven voor opnames en consultaties in het AZ Lokeren. SIS-kaarten niet meer vernieuwd vanaf 1 januari 2014
Vanaf 1 januari 2014 worden er geen nieuwe SIS-kaarten meer afgeleverd en kaarten waarvan de geldigheid verstreken is, worden niet meer hernieuwd. Hierdoor zal de SIS-kaart op termijn verdwijnen. Bij de apotheek kan je dan ook met je eID terecht.
Geen eID?
Er wordt een ISI+kaart voorzien voor personen die geen eID hebben, maar wel sociale dekking genieten om zich in België te laten verzorgen. Het gaat dan onder meer over kinderen onder 12 jaar (voor kinderen onder de twaalf jaar geldt tevens de kids-ID), grensarbeiders, vreemdelingen die bijdragen aan de sociale zekerheid of gepensioneerden die in het buitenland verblijven. De gratis ISI+kaart zal worden uitgereikt door de ziekenfondsen.
Betere zorg door uitwisseling van medische gegevens patiënten De patiënt zoekt steeds de beste zorg. Alle zorgverleners die een patiënt behandelen dienen de juiste informatie over de gezondheidstoestand te hebben: onderzoeksresultaten, resultaten van medische beeldvorming, ontslagbrieven en operatieverslagen. Maar die gegevens worden vaak in dossiers bij verschillende zorgverleners bewaard. Het Collaboratief Zorgplatform (CoZo) maakt de snelle en beveiligde elektronische uitwisseling van deze gezondheidsgegevens mogelijk tussen de zorgverleners die de patiënt behandelen. Met respect voor de rechten van de patiënt en enkel met zijn toestemming. Momenteel zijn 22 ziekenhuizen en de huisartsenorganisaties uit hun regio aangesloten bij CoZo. Wanneer een patiënt zich aansluit bij CoZo, dan wordt de huisarts nog beter op de hoogte gehouden van zijn medisch dossier in het ziekenhuis zodat hij de behandeling grondiger kan opvolgen. Het CoZo-project maakt deel uit van het nationale eHealthproject. Dit project heeft tot doel om op een efficiënte wijze een snelle en veilige elektronische uitwisseling van de gezondheidsgegevens mogelijk te maken tussen alle zorgverleners die patiënten behandelen in België.
18
Veilige uitwisseling van medische gegevens Het Collaboratief Zorgplatform is een streng beveiligd elektronisch platform. Enkel de zorgverleners die je op een bepaald moment behandelen, kunnen toegang krijgen tot jouw gegevens. • Je beslist zelf welke zorgverleners toegang krijgen tot welke gegevens. Je kan bepaalde zorgverleners of gegevens uitsluiten. Enkel artsen waarmee je een behandelrelatie hebt, kunnen gegevens uit jouw dossier raadplegen als je daarvoor de toestemming hebt gegeven. Deze behandelrelaties worden na enige tijd automatisch beëindigd, bijvoorbeeld na stopzetting van een behandeling in een ziekenhuis of bij verandering van huisarts. • De zorgverlener krijgt enkel toegang tot de relevante delen van jouw medisch dossier via een beveiligde verbinding. Hij moet zijn identiteit bewijzen door middel van zijn elektronische identiteitskaart. • Je kan op elk moment opvragen welke zorgverleners jouw gegevens geconsulteerd hebben. • Jouw gezondheidsgegevens worden steeds bewaard bij de zorgverleners of –voorzieningen die een dossier aangemaakt hebben. Enkel als het nuttig is voor jouw behandeling, worden de gegevens uitgewisseld met andere zorgverleners. Ze worden dus niet op een centraal punt opgeslagen. De uitwisseling kan als volgt worden weergegeven in een tekening:
therapeutische relatie
dossier J. Janssens UZ Gent
Controle toestemming patiënt
patiënt J. Janssens
Controle therapeutische relatie Consultatie gegevens
J. Janssens -> AZ Lokeren J. Janssens -> UZ Gent J. Janssens -> alle Vlaamse ziekenhuizen dossier J. Janssens AZ Lokeren
alle Vlaamse ziekenhuizen
Praktisch In het AZL zal bij opname door de medewerkers van de opnamedienst bevraagd worden of de patiënt zijn gegevens wil delen met alle zorgverleners waar hij op dat moment een therapeutische relatie mee heeft. De registratie van deze toestemmingsverklaring (informed consent) wordt dan ingegeven in de computer. Indien de patiënt toezegt dan is er een akkoord dat de elektronische uitwisseling van gezondheidsgegevens mag plaatsvinden. Deze service is volledig gratis.
“Door bij CoZo aan te sluiten bespaarde ik mijn dochter vervelende dubbele onderzoeken.” “Dankzij CoZo ben ik gerust: ik weet dat mijn huisarts op de hoogte is van alle onderzoeken en behandelingen die ik in het ziekenhuis onderging.” “Ik ben aangesloten bij CoZo. Mijn behandelende arts kan zo makkelijker mijn onderzoeken opvolgen.”
19
Verpleegkundige voo
“We woonden vlakbij de zee, achter de stad lagen de bergen en al na een uurtje rijden zat je midden in de natuur.”
Op 3 december 2012 vertrok Sofie De Wael, verpleegkundige op heelkunde B, voor 5 maanden samen met haar kinderen Lena toen 5 - en Wout - op dat ogenblik 3 - naar Muscat, de hoofdstad van Oman. Sofie reisde haar echtgenoot Bart achterna. Hij was al in augustus 2012 naar Oman vertrokken om er te gaan werken als technisch coördinator in de splinternieuwe ‘Royal Opera House’. Het leek hem een unieke gelegenheid en na veel wikken en wegen besloot het gezin de kans te grijpen en zich samen in dit avontuur in het Midden-Oosten te storten. Toen Sofie en de kinderen in Muscat aankwamen, had Bart al kunnen zorgen voor een huis en een wagen en hij kende intussen het reilen en zeilen in het land en zijn hoofdstad. De kinderen waren nog te jong om te beseffen waar ze aan begonnen, maar ze waren zeer enthousiast om te vertrekken omdat ze hun papa al een tijdje hadden moeten missen. Het leek Sofie en Bart het ideale moment om dit verblijf in Oman te ondernemen: Lena en Wout waren nog niet schoolplichtig en de ervaring van een tijdje in het buitenland te leven leek minstens evenveel waard als wat ze op de kleuterschool konden leren. Er werd wel overlegd met de school, er was ondersteuning via e-mail en de kinderen maakten dezelfde oefeningen als hun klasgenootjes in Lokeren. De kinderen kregen in Oman veel nieuwe prikkels te verwerken, zelfs nu nog praten ze regelmatig over hun avontuur in Muscat. Sofie en de kinderen kwamen in mei 2013 terug thuis met een pak positieve herinneringen, wel iets vroeger dan gepland, vooral omdat het overdag te warm werd voor Lena en Wout om dingen te ondernemen. Bart volgde kort daarna.
Idyllische witte stranden
Het verblijf in Oman was voor het hele gezin een mooie ervaring, elke dag was uniek. Bart had veel vrije tijd, waardoor het gezin ruimschoots de gelegenheid had het land te verkennen. Sofie: “We waren aangenaam verrast over de pracht van het land. En Oman is onderbevolkt, het is er dus zeer rustig.” Het gezin bezocht verschillende parken en wadi’s in Oman. Een wadi is een oase in een vallei, vol palmbomen en ideaal om te zwemmen tussen de rotsen. Ook het bezoek aan Misfhat, een bergdorpje aan de top van een dadelplantage, liet een diepe indruk na. Sofie, Bart en de kinderen gingen regelmatig kamperen aan idyllische witte stranden. Kamperen kan in Oman vrijelijk, en het is overal rustig. Sofie: “In de ochtend kon je de tent laten staan voor een daguitstap, en als je ’s avonds terugkwam, stond alles nog onaangeroerd.”
20
Ook Muscat zelf werd volop verkend: de Sultan Qaboos Moskee met het grootste tapijt ter wereld, de vele paleizen, enkele musea. De hoofdstad is een lange uitgestrekte kuststad, ongeveer 20 km lang en 1 km breed, gelegen tussen de zee en een kleine bergketen. Het groen in de stad is grotendeels artificieel, het regent immers bijna nooit in de streek (gemiddeld 2 dagen per jaar). De temperatuur in de winter is rond de 32°C, in de zomer kan dit oplopen tot 50°C. “We woonden vlakbij de zee, achter de stad lagen de bergen en al na een uurtje rijden zat je midden in de natuur. De
snelwegen zijn er modern en rustig”, zo zegt Sofie. Bovendien: “In een exotische omgeving zijn ook de alledaagse dingen prachtig. Extra voordelen waren natuurlijk het mooie strand en de vele zwembaden in de buurt.” Het gezin maakte ook van de gelegenheid gebruik om op reis te gaan naar Dubai en Sri Lanka.
Pronken met hoge hakken
Een ander land, een andere cultuur. Is er dan sprake van een cultuurschok? En hoe is het om als buitenlandse vrouw in een moslimland te verblijven? Sofie stelt dat de inwoners van Oman zeer respectvol zijn: “Oman is een moslimland, er zijn natuurlijk regels, maar als bezoeker ondervind je daar weinig van, je kan alles doen zoals in België. Uiteraard moet je zelf ook respect tonen. De mensen zijn vriendelijk en warm, ze hebben een groot samenhorigheidsgevoel. Ze zijn trots op hun cultuur en land en ze willen dit graag delen. Ze tonen interesse, willen met
voor 5 maanden naar Oman
je babbelen zonder dat dit opdringerig wordt.” Volgens Sofie speelt de vrouw in Oman een zeer actieve rol in de maatschappij. Veel topfuncties binnen bedrijven worden uitgeoefend door vrouwen. In de klederdracht zie je wel gradaties, van zeer westers tot volledig gesluierd. “Maar zelfs de meer gesluierde vrouwen pronken met hun hoge hakken en luxueuze accessoires in de vele shoppingmalls”, zegt Sofie. Zelf heeft ze geen enkele negatieve ervaring ondervonden als vrouw in Oman, en ze had overal een veilig gevoel. Wie lang van huis is, mist ook wel eens dingen uit het thuisland. Voor Sofie waren dat vooral de culturele uitstapjes: “Een concert, musea, de bibliotheek enz. In België zijn we echt wel verwend op dat vlak”. Het grootste gemis betrof uiteraard de familie, vrienden en collega’s. Gelukkig bestaat Skype, zo kon er dagelijks even gebeld worden met de (schoon)ouders, die zelf
vooral hun kleinkinderen misten. Omgekeerd mist Sofie nu ook Oman: de mensen, de stranden, de rust van de zee, het leven zonder stress en het zorgeloze bestaan dat het gezin daar had. Alle herinneringen aan de natuur, het prachtige weer en de kampeeruitjes zitten in haar hoofd en roepen nog steeds warme herinneringen op telkens ze er aan terugdenkt. Annick Van Driessche Wikipedia: Oman, of officieel het Sultanaat Oman, is een land in het Midden-Oosten (West-Azië), aan de zuidoostkust van het Arabische schiereiland met als buurlanden de Verenigde Arabische Emiraten, SaoediArabië en Jemen. Het staat bekend als één van de Golfstaten.
21
Medisch hoekje
Naar een nieuwe aanpa
de endov
DR. ANS VERBERT - ARTS-SPECIALIST IN DE VAATHEELKUNDE Flebologie is de wetenschap van de aders, meer in het bijzonder van spataders of varices. De laatste jaren is er toch een belangrijke evolutie geweest in de diagnostiek en behandeling van varices en dit is in belangrijke mate te danken aan de ontwikkeling van het duplexonderzoek. Met de recente aankoop van een nieuw duplextoestel in het AZ Lokeren kunnen we dan ook de diagnostiek verfijnen en de behandelingsmogelijkheden uitbreiden zodat voor elke patient een op maat gemaakte behandeling kan voorgesteld worden. Varices komen voor bij ongeveer 15% van de mannelijke bevolking en 25% van de vrouwelijke bevolking. Ze vormen de meest frequente vaataandoening van de benen en staan zo op de derde plaats van chronische aandoeningen na diabetes en hart- en vaatziekten. Risicofactoren voor het ontwikkelen van varices zijn erfelijkheid, obesitas, een staand beroep, sedentair leven met weinig beweging, zwangerschappen, roken, dragen van knellende kledij en het vrouwelijk geslacht.
werkend afvoerend bloedvat op het onderbeen) of insufficiënte perforant (onvoldoende werking van de verbindingen tussen de diepe en oppervlakkige aders) kunnen bijdragen tot de oppervlakkige veneuze insufficiëntie. In zeldzame gevallen is er ook sprake van diepe veneuze insufficientie, doch hiervoor bestaan geen operatieve behandelingsmogelijkeden. Door een gericht duplexonderzoek te doen, kunnen we voor elke patient de optimale behandeling voorstellen.
Duplexonderzoek
Vaak veroorzaken varices alleen maar esthetische hinder, doch regelmatig ondervindt de patiënt ook subjectieve last onder de vorm van zwaartegevoel of vermoeide benen, jeuk, zwelling ter hoogte van de enkel en in een vergevorderd stadium kunnen ook huidafwijkingen ontstaan: okerdermatitis (bruine verkleuring van de huid), variceus eczeem (rode droge schilferende plekken) of zelfs niet-helende ulcera (chronische, nietgenezende wonde) ter hoogte van het onderbeen. Zeer uitgesproken spataders zijn ook een belangrijk risico voor het ontwikkelen van tromboflebitis (ontsteking van de vaatwand met vorming van bloedproppen) of zelfs spontane bloedingen. Zelden is een ingreep voor varices echt medisch noodzakelijk: alleen in het geval van niet-helende ulcera of recidiverende tromboflebitiden zullen we een ingreep opdringen. In alle andere gevallen zullen de verschillende mogelijkheden met de patient overlopen worden en kan een ingreep overwogen worden als de patient de spataders esthetisch te storend vindt of als de subjectieve last te uitgesproken is. De patient zal in eerste instantie op de raadpleging bevraagd worden en klinisch onderzocht worden door de vaatchirurg. Aanvullend is een duplexonderzoek onontbeerlijk om de oorzaak van de varices en de uitgebreidheid in het licht te stellen. In 80% van de gevallen is insufficiëntie van de vena saphena magna (VSM - een onvoldoende werkende grote oppervlakkige ader die aan de binnenzijde van het been loopt) de oorzaak van de varices. Doch ook een insufficiënte vena saphena parva (VSP - een onvoldoende
22
Stripping De conservatieve behandeling bestaat uit de preventie van risicofactoren (vermijden knellende kledij, mobiliseren, vermijden van blootstelling aan warmte enz.) en het dragen van therapeutische compressiekousen. Dit kan de klachten aanzienlijk verminderen en zal de vooruitgang van de spataders wat vertragen. De klassieke crossectomie en stripping van de VSM of VSP is jarenlang de gouden standaard geweest voor de behandeling van varices. Stripping is een techniek waarbij de behandelende arts de lekkende ader verwijdert. Bij deze behandeling zal de arts een insnede maken in de lies en de desbetreffende ader opzoeken. De ader wordt verbonden en met behulp van een katheter uit het been gehaald. De kronkelige zijtakjes worden via mini-insneden opgevist en naar buiten getrokken. De zichtbare zijtakken worden via mini-incisies verwijderd (Muller flebectomieën).
Nieuwe techniek: de laserbehandeling
npak van varices:
oveneuze laserbehandeling
Sinds 2003 zijn in België ook de endoveneuze technieken meer en meer ontwikkeld. Het betreft de endoveneuze laserablatie (EVLT) of endoveneuze radiofrequentie ablatie (VNUS), waarbij de ader langs de binnenkant wordt gecoaguleerd door respectievelijk laserlicht of ultratonen. Dit betekent dat de ader, met behulp van de echografie, wordt aangeprikt ter hoogte van het onderbeen of bovenbeen. Vervolgens wordt de laserkatheter in de ader opgeschoven tot in de lies. Nadien wordt vocht ingespoten rond de ader, enerzijds om een beter contact met de laserkatheter te bekomen, anderzijds om het verweefsel rond de ader te beschermen tegen de hoge energie die door de laser wordt afgegeven. Door de laserkatheter dan progressief terug te trekken wordt de ader als het ware 'dichtgeschroeid'. De ader zit dan nog wel ter plaatsen, maar is niet meer doorgankelijk. Op het einde van de procedure worden de zichtbare zijtakjes via kleine incisies verwijderd (Muller flebectomieën).
Het grote voordeel van deze endoveneuze technieken is dat een incisie in de lies/kniekuil vermeden wordt en dat er minder pijnklachten en ecchymosevorming (blauwe plekken) optreden. Verscheidene studies tonen aan dat er duidelijk minder analgesienood (verminderde gevoeligheid) en een snellere werkhervatting te merken is in vergelijking met de klassieke techniek. Er zijn echter enkele contra-indicaties voor deze nieuwe
techniek: - Zeer magere patienten met een erg oppervlakkige vene: de gecoaguleerde vene kan zeer langdurig als een harde streng voelbaar blijven, met bruine pigmentatie van de bovenliggende huid. - Erg tortueus verloop (krommingen) of lokale blebs (ophopingen) op de vene: het kan hierdoor onmogelijk zijn de laserfiber op te voeren tot in de lies. - Doorgemaakte tromboflebitis (ontsteking van de vaatwand met vorming van bloedproppen) waardoor de fiber eveneens niet kan opgevoerd worden. - Fors uitgezette venen met diameters van meer dan 1,5 – 2 cm. De nevenwerkingen van deze techniek zijn beperkt. In sommige gevallen kan een ontstekingsreactie ontstaan rond de gecoaguleerde vene (periflebitis). Een kortdurende behandeling met NSAID’s (ontstekingsremmers) is meestal voldoende om dit probleem te verhelpen. Af en toe kan er tijdelijk een brandend gevoel en hypergevoeligheid optreden (neuralgie), veelal rond de knie. Dit is bijna altijd van voorbijgaande aard. Zowel de klassieke behandeling als de endoveneuze behandeling gebeurt via dagopname en ook de nazorgen zijn vergelijkbaar.
Voor meer informatie kan je steeds terecht op de raadpleging van dr. Pype of dr. Verbert. Een afspraak kan gemaakt worden via het telesecretariaat op tel. 09 340 83 85 (alle werkdagen van 8-11.45 uur en van 13-16.45 uur).
23
Prenatale lessen en kraambeurs voor aanstaande ouders Prenatale lessen
De prenatale lessen geven aanstaande ouders de kans zich voor te bereiden op de bevalling waarbij ze een kijkje kunnen nemen op de kraam- en verlosafdeling. De eerste les behandelt borstvoeding, terwijl de tweede les uitgebreid ingaat op arbeid en bevalling. Borstvoeding januari: 14 of 21 februari: 18 of 25 maart: 18 of 25 april: 15 of 22 mei: 13 of 20 juni: 17 of 24 juli: 15 of 22 augustus: 19 of 26 september: 23 of 30 oktober: 14 of 21 november: 18 of 25 december: 16
Arbeid en bevalling januari: 16 of 23 februari: 20 of 27 maart: 20 of 27 april: 17 of 24 mei: 15 of 22 juni: 19 of 26 juli: 17 of 24 augustus: 21 of 28 september: 25 oktober: 2 of 16 of 23 november: 20 of 27 december: 18
Aanstaande ouders kunnen een keuze maken uit bovenstaande data en zich inschrijven op het nummer 09 340 83 85 (kantooruren) of tijdens de kraambeurs. De lessen kunnen ook apart worden gevolgd. De lessen starten stipt om 19.30 uur op de kraamafdeling van het AZ Lokeren.
Kraambeurs
Tijdens de kraambeurs valt er heel wat te ontdekken. Aanstaande ouders kunnen zich op deze avond over diverse onderwerpen informeren. De beurs wordt immers georganiseerd in samenwerking met een aantal partners zoals Kind & Gezin en de burgerlijke stand van de stad Lokeren. Verder zullen ook onze vroedvrouwen, sociaal verpleegkundigen, tabakologen en kinesisten je van heel wat nuttige informatie en tips voorzien. Data: 11 maart 2014, 10 juni 2014, 16 september 2014, 9 december 2014 De beurs is vrij en doorlopend toegankelijk van 19.30 uur tot 21.30 uur in de cafetaria van het AZ Lokeren.
24
Toffe 2de editie van de personeelsquiz Bob Bekaert Je hebt het waarschijnlijk al gemerkt. Sommige personeelsleden zijn plots een heel stuk slimmer geworden en komen te pas en te onpas met leuke weetjes aandraven. De verklaring is eenvoudig: zij namen deel aan de 2de personeelsquiz in de cafetaria van WZC Ter Durme (op 30 oktober 2013). Dit jaar deden er maar liefst 23 ploegen mee, waarvan meer dan de helft ploegjes van AZL waren. Vijf gewone vragenrondes, twee alfabetrondes, een fotoronde en de gevreesde lijstjesronde zorgden voor een spannende strijd. Uiteindelijk bleek team ‘Schitterend’ van Dilia De Bondt, voormalig diensthoofd van de personeelsdienst, net iets sterker dan ‘Kwiskunde’, het team van Kathleen Verstuyven en Nicole De Beule (beiden onthaal). Team ‘Kwiskunde’ won niet, maar heeft zich toch maar mooi tot slimste team van AZL gekroond. Nadat iedereen een mooie prijs uitgekozen had, kwam er een eind aan een leuke avond. Vanaf nu kan het studeren beginnen voor de volgende editie.
de top 5 Max
26
18
24
24
20
24
24
24
26
200
100%
SCHITTEREND
24
15
24
24
15
22
22
22
23
191
90,95%
KWISKUNDE
26
14
22
22
16
24
22
20
24
190
90,48%
DE VROETERS
24
15
20
24
15
22
24
20
23
187
88,10%
BONEY M
23
16
22
20
15
22
24
20
23
185
88,10%
A-SOCIAAL
24
17
18
24
14
22
24
18
22
183
87,14%
Caroline Geltmeyer en haar partner Michael De Maertelaere. Iedereen was geslaagd en het was amusement tot op het einde!
De winnaars van de 2de personeelsquiz: het team ‘Schitterend’. Vlnr. Dilia De Bondt, Marcel Seys, Bram D’hooghe, Jacques Van Avermaet
25
Info
UIT DE RAAD VAN BEHEER EIGEN LABO VOOR HET AZ LOKEREN
Het AZ Lokeren start op 1 januari 2014 met een eigen ziekenhuislabo. Dit labo bevindt zich op de 5de verdieping van het ziekenhuis. De vroegere afdeling pediatrie is volledig omgebouwd tot een modern, nieuw routinelabo, uitgerust met de nieuwste toestellen, die uiteraard voldoen aan alle kwaliteitsvereisten. De voorbije maanden is dan ook zeer intensief gewerkt om de verbouwingen rond te krijgen en een geschikte infrastructuur te voorzien, om de nodige apparatuur aan te kopen, te installeren, te valideren en ervoor te zorgen dat al het personeel de noodzakelijke opleidingen krijgt. In dit nieuwe labo zullen 3 klinisch biologen, 1 hoofdlaborant, 8 laboranten en 3 secretaressen werkzaam zijn. Dr. Leen Sergooris, arts klinisch bioloog, zal fungeren als laboratoriumdirecteur van deze nieuwe dienst en zal dan ook de leiding op zich nemen. Voor de opbouw van een nieuw labo heeft het AZL tot nu toe voor apparatuur een totaalbedrag van € 620 000 uitgegeven. Voor bloedafname en de afgifte van alle stalen, gelieve je vanaf 1 januari 2014 te wenden tot het labo op de 5de verdieping van het AZL. Het labo is open op weekdagen van 7.30 – 18 uur en op zaterdag van 7.30 – 13 uur. Je kan het labo contacteren op het nummer 09 340 81 84 en via e-mail op
[email protected]
NIEUWE WEBSITE
De huidige website bestaat al menige jaren en is dringend aan vernieuwing toe. Er zijn een aantal toepassingen die niet kunnen gebeuren, zoals uitgebreide fotogalerijen, pdf’s plaatsen, lay-out aanpassen, geen toegang op tablets, smartphones enz. Een goede website is voor onze organisatie van cruciaal belang want dit is voor velen de allereerste kennismaking met het ziekenhuis. De nieuwe website van het AZL wordt gebruiksvriendelijk, gemakkelijk te onderhouden, modern en interactief. De bezoeker dient in één oogopslag te weten waar hij naartoe kan om alle info binnen handbereik te hebben. Het AZL wil met de nieuwe website de verschillende doelgroepen aansturen en uniforme en duidelijke info bieden aan bezoekers. Vanuit de visie om sturend te zijn in de ontwikkeling van het zorgaanbod is het noodzakelijk dat de nieuwe website veel interactiever wordt dan de huidige. Daarnaast zal de huisstijl van AZL gebruikt worden doorheen de nieuwe website om zo de zorgvoorziening beter te profileren naar de buitenwereld toe. Het AZL trekt € 10 080 incl. BTW uit voor dit project en hoopt vóór de zomer van volgend jaar met een nieuwe website van start te gaan.
Uitgebeeld
Standhouder geweigerd op kraambeurs AZL
the voice of joerop Een kraam is toch een kraam?
c
26
Filip en Linn - AZ lokeren
NAAM
DATUM
PLAATS
FUNCTIE
Ruben Laureys
01.09.2013
pediatrie
bachelor in de verpleegkunde
Amy Van den Durpel
01.09.2013
interne/midcare
gediplomeerd verpleegkundige
Pierre Sigin
30.09.2013
dienst ziekenvervoer
autobestuurder-ambulancier
Davy De Geest
01.10.2013
ziekenhuislabo
hoofdlaborant
Jolien Van Goethem
01.10.2013
spoed
bachelor in de verpleegkunde
Silke Eeckelaert
01.10.2013
medische beeldvorming
bachelor in de verpleegkunde
Philippe Baeckelandt
14.10.2013
technische dienst
losse werkman
Linsy Van Hove
21.10.2013
spoed
steward
Melissa Dissenbergen
16.11.2013
operatiekwartier
bachelor in de verpleegkunde
Personalia
hartelijk welkom aan onze nieuwkomers
Lore Mannaerts is in het vorige nummer verkeerdelijk benoemd als huishoudhulp. Zij is bachelor in de verpleegkunde op spoed. Onze welgemeende excuses hiervoor.
WE FELICITEREN DE JONGE OUDERS MET DE GEBOORTE VAN HUN BABY !! Filip Van Buyten (administratief medewerker telesecretariaat) en Nele Van Slycken (administratief medewerker personeelsdienst) zijn de trotse ouders geworden van Emma, geboren op 12 september 2013. Els Poppe (ergotherapeut geriatrie) en Johan Peeters (verpleegkundige geriatrie) zijn de trotse ouders geworden van Lukas op 14 oktober 2013. Jasper Smet (administratief medewerker personeelsdienst) werd papa van Isaac op 30 oktober 2013. Katrien Vermeir is adoptiemama geworden van een dochter, Lize, geboren op 10 november 2013 en bij Katrien gekomen op 19 november 2013. Cathérine Boateng (verpleegkundige heelkunde A) is bevallen op 05.11.2013 van een zoontje, Rayan. Rosana Horvatova (verpleegkundige interne / micare) is bevallen op 08.11.2013 van Laura. Tim D’Hooghe (manager informaticadienst) werd papa van Finn op 29 november 2013.
WE WUIVEN UIT NAAM Marie-José De Meester
DATUM 30.09.2013
PLAATS kraamafdeling
FUNCTIE vroedkundige
Greta Van Bockstael
30.09.2013
intensieve zorgen
gediplomeerd verpleegkundige
innige deelneming bij het overlijden van De heer Geert Dossche, partner van Elly Remans (logistiek assistent dagziekenhuis), overleed op 4 oktober 2013. De heer Petrus Suy, vader van Lieve Suy (verpleegkundige dagziekenhuis), overleed op 4 oktober 2013. Bunnens Marie-José, overleden op 23 oktober 2013. Moeder van Christiane De Nul (administratief medewerkster MZG – archief ). Mevr. Simona Van Kerckhove, moeder van Marie-Christine Marchand (hoofd administratief medewerker facturatiedienst), overleed op 26 oktober 2013. Mevr. Lucie Van Damme, moeder van Marie-Ange Buysse (verpleegkundige operatiekwartier), overleed op 26 oktober 2013. De heer André Vanhuffel, schoonvader van Sylvia Heyman (diëtist keuken), overleed op 28 oktober 2013. Joke Lanoye (verpleegkundige pediatrie in loopbaanonderbreking) is op 27 augustus mama geworden van Cisse. Cisse kampte met ernstige gezondheidsproblemen en is op 17 september overleden. Hij is het kleinkind van Herman Lanoye (hoofdverpleegkundige heelkunde A) en Paulette Van Rumst (verpleegkundige dagziekenhuis). Christiane De Maesschalck (lid van de raad van beheer) is eveneens oma van Cisse. Onze oprechte deelneming. De redactieleden verontschuldigen zich indien bepaalde personalia niet opgenomen zijn in bovenstaande rubrieken omdat de melding ons niet bereikte.
27
28
De raad van beheer en de directie van het AZ Lokeren wensen je het allerbeste voor het nieuwe jaar!