Kinderdagverblijf
Gabrielle Petit Alle details tellen Keizerin Charlottelaan 1 - 1020 Laken
Opdrachtgever: Stad Brussel Gebruiker: Kinderdagverblijf Gabrielle Petit, Stad Brussel Architect: R2D2 Architecture en P. & Ph. Lambert Budget: 1.200.000 euro excl. BTW (bouw) Vergunning: 2000 Einde van de werkzaamheden: 2001 Oppervlakte: 700 m2
15
Toen de stad Brussel in 1998 besliste in Laken een kinderkribbe te bouwen, stond ze erop een proefproject voor ecobouw op te zetten. Het resultaat is het kinderdagverblijf Gabrielle Petit, genoemd naar een belangrijke verzetsvrouw die tijdens de Eerste Wereldoorlog werd gefusilleerd. Het ontwerp van het gebouw kwam in 1998-1999 tot stand door een partnership tussen het bureau R²D² Architecture en Pascal en Philippe Lambert. Een door de Stad Brussel samengesteld comité van experts stond in voor de follow-up. Het doel van deze follow-up was het integreren van de concepten ecobouw, bioklimaatarchitectuur en duurzame ontwikkeling. De kinderkribbe werd in juli 2001 ingehuldigd en kan zesendertig kinderen opvangen. Het is een van de eerste openbare gebouwen die tot stand kwamen op basis van een omvattende aanpak in het teken van ecobouw. De kinderkribbe ligt vlakbij het Koning Boudewijnstadion (Heizel). Filosofie
ecoconstructies
De kinderkribbe Gabrielle Petit toont goed aan dat ecoconstructie niet per se synoniem hoeft te zijn met hoge technologie, maar eerder een kwestie is van gezond verstand en een weldoordachte aanpak. Door de toepassing van een hele reeks eenvoudige principes en technieken is deze kinderkribbe een heel aangename en milieuvriendelijke verblijfplaats geworden. Hoewel het project een belangrijke voorbeeldfunctie heeft, moest het toch binnen aanvaardbare begrotingsperken blijven. De meerkosten voor de bouw (maximum 10%) worden snel teruggewonnen dankzij energiebesparende maatregelen.
16
Het denkwerk begon al bij de keuze van de vestigingsplaats (dicht bij openbaarvervoerverbindingen). Ook het personeel werd bij het reflectieproces betrokken. De integratie in de omgeving werd bestudeerd in het licht van bioklimatologische principes: indeling en oriëntatie (beschut tegen de wind), mogelijkheid
Leefmilieu Brussel - BIM
om tijdens de winter van zonlicht te profiteren, goede isolatie en thermische inertie, mechanische ventilatie en ademende materialen, zonweringen, lage-temperatuurvloerverwarming enzovoort. Voorts primeerde de logica van de ecobouw bij de materiaalkeuze: er werden vooral natuurlijke en recycleerbare materialen gebruikt. Het was ook de bedoeling om al te specifieke technieken te vermijden. Vaak moet er dan een beroep worden gedaan op gespecialiseerde ondernemers of op heel specifieke materialen die slechts bij één leverancier verkrijgbaar zijn. Deze kinderkribbe kon echter door een traditionele ondernemer worden gebouwd en de materialen waren bij meerdere leveranciers verkrijgbaar. Daardoor was er bij de openbare aanbesteding door de Stad Brussel een gezonde vorm van concurrentie mogelijk. Resultaat De sterke punten van de kinderkribbe Gabrielle Petit zijn voornamelijk het resultaat van een verzorgd ontwerp vanuit de principes van ecobouw, bioklimaatarchitectuur en duurzame ontwikkeling. Die werkwijze werd aangemoedigd door de Stad Brussel, die een comité van experts verzocht in te staan voor de follow-up van het ontwerp. Ondanks een incident in 2003, dat geen enkel verband hield met het ecologisch ontwerp van het gebouw, is deze kinderkribbe een mooi voorbeeld van een geslaagd project inzake kindercomfort, tot grote tevredenheid van de ouders. Dit gebouw bewijst hoe belangrijk een weloverwogen strategie is voor de kwaliteit van het milieu en voor duurzame ontwikkeling.
De zuidelijke gevel, voorzien van grote ruiten om in de winter van het > daglicht en de warmte van de zon te genieten, is uitgerust met zonneblinden die in de zomer de rechtstreekse zonnestralen tegenhouden. De richting van die zonneblinden werd speciaal berekend om in de zomer bescherming te bieden tegen de zon, die dan hoog aan de hemel staat, en in de zomer de stralen van de lage zon door te laten.
>
De inplanting van het gebouw voldoet aan de principes van de bioklimatologische architectuur: het is naar het zuiden gericht om de natuurlijke energie optimaal te benutten.
Milieutroeven
ecoconstructies
Een goede oriëntatie: genieten van de zon en... zich beschermen tegen overdadige hitte!
18
Volgens de principes van de bioklimaatarchitectuur moet een bouwwerk zo goed mogelijk in de omgeving worden geïntegreerd en moet de architectuur afgestemd worden op de mogelijkheden van het buitenklimaat. Wat de algemene indeling betreft, gelden hierbij twee belangrijke richtlijnen: aan de zuidkant moet het gebouw opengewerkt worden en aan de noordkant moet het tegen afkoeling worden beschut. De kinderkribbe Gabrielle Petit is aan
Leefmilieu Brussel - BIM
de zuidelijke kant voorzien van grote ramen, zodat in de winter kan worden geprofiteerd van natuurlijk licht en van de toevoer van zonlicht. De noordzijde wordt beschut door een beplante helling en bij de binneninrichting werden aan die kant de bufferlokalen ondergebracht, die voor de helft in de helling ingebed liggen. In die onverwarmde lokalen bevinden zich de technische installaties en de opslagplaatsen. Die lokalen helpen de bewoonde lokalen dus nog beter isoleren tegen de buitenomgeving De invallende zonne-energie wordt tijdens de winter benut, maar kan ‘s zomers erg hinderlijk zijn. Daarom werden er aangepaste
Comfort en gezondheid zonweringen geïnstalleerd. Aan de zuidgevel zijn die zonweringen zo geconcipieerd dat ze de zonnestralen tegenhouden in de zomer, als de zon hoog aan de hemel staat, en dat ze het zonlicht doorlaten in de winter, wanneer de zon laag aan de horizon staat. Een bioklimatologisch bouwwerk moet normaal gezien ook zo compact mogelijk zijn: hoe kleiner het buitenoppervlak, hoe kleiner het warmteverlies. Dit concept is moeilijker toepasbaar in het geval van een kinderkribbe. Omwille van het gemak en de veiligheid van de kinderen wordt die immers het best volledig gelijkvloers ingericht. De bovenverdieping is dan ook voorbehouden voor lokalen die uitsluitend voor het personeel bestemd zijn. Overdag warmte opslaan, die ’s nachts weer wordt afgegeven De goede oriëntatie van de woonruimten maakt het mogelijk de zonnewarmte te benutten en warmteverlies te beperken. Om de overdag opgeslagen energie beter te bewaren en ’s nachts weer af te geven, werd aan het gebouw een hoge thermische inertie verleend, door gebruik te maken van materialen die als warmteaccumulerende massa’s werken. ‘s Zomers wordt het omgekeerde principe toegepast: de ventilatie werkt dan ’s nachts, om het gebouw af te koelen en de overdag opgeslagen warmte vrij te laten. Die thermische inertie wordt bevorderd door metselwerk van betonblokken en puimsteen die in aanraking komen met de binnenlucht, en door isolatie met cellulose, dat een grotere thermische massa biedt.
Ook het ademhalingscomfort wordt verhoogd, door het gebruik van mechanische ventilatie. Hierdoor wordt er voldoende luchtverversing en luchtcirculatie gegarandeerd ondanks de hoge dichtheid van het gebouw. Hoog presterende en comfortabele verwarming Volgens de principes van de bioklimaatarchitectuur is lage-temperatuurvloerverwarming sterk aanbevolen. Ook in deze kinderkribbe wordt dat type van verwarming toegepast. Het draagt niet alleen bij tot een geringer energieverbruik, maar zorgt ook voor aanzienlijk comfort, in het bijzonder voor heel jonge kinderen. De werking van de vloerverwarming op heel lage temperatuur (maximum 25 °C) helpt de problemen te voorkomen die aanvankelijk misschien met deze verwarmingstechniek gepaard gingen. Materialen die de kwaliteit van de binnenlucht respecteren Van alle maatregelen ter verbetering van het comfort van de kinderen in het dagverblijf is de minst zichtbare wellicht de belangrijkste: de keuze voor ecologische materialen die geen negatieve invloed hebben op de gezondheid. Talrijke materialen die doorgaans voor de binneninrichting worden gebruikt, bevatten immers vluchtige stoffen die vanaf een bepaald blootstellingsniveau schadelijk kunnen zijn. Natuurlijke ecologische materialen hebben dat nadeel niet. Daarom genoten materialen zoals linoleum, natuurlijke verf en natuurlijke olie in dit geval de voorkeur.
Zelfregeling van de vochtigheidsgraad via de wanden Verzorgde akoestiek In de bioklimaatarchitectuur wordt ook gepleit voor een goede isolatie, om warmteverlies tegen te gaan, en voor het gebruik van ademende materialen, om de vochtigheid te regelen. Zo bestaan de wanden van het gebouw uit isolerende metselblokken op basis van puimsteen en koud gegoten cement. Voor de afwerking is gebruikgemaakt van natuurlijk vezelhoudend pleister dat daarna is ingestreken met natuurlijke, ademende verf. Zulke vochtregelende materialen dragen ook sterk bij tot een beter comfort.
Ten slotte werd er ook voor het geluidscomfort van de kinderen en van het personeel gezorgd. De geluidshinder van buitenaf wordt tegengehouden door aangepaste beglazing aan de straatkant. Binnen zijn er in de verlaagde plafonds akoestische panelen aangebracht die het geluid absorberen en die ervoor zorgen dat de kreten van de kinderen minder sterk resoneren.
Kinderdagverblijf Gabrielle Petit
19
Energie Sterke isolatie
Bioklimatisch ontwerp
Het is al even aan bod gekomen met betrekking tot het comfort: de kinderkribbe Gabrielle Petit is heel goed geïsoleerd. Die goede isolatie levert een K-waarde van 34 op. Hoe lager de K-waarde, hoe beter de isolatie. We kunnen de waarde van dit gebouw vergelijken met de voorschriften terzake van de Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening (GSV): de K-waarde die moet worden nageleefd bij de bouw van een schoolgebouw, moet lager zijn dan of gelijk aan 65. Een K-waarde van 34 is dus een heel goed resultaat, dat het energieverbruik van de verwarming direct vermindert.
De voorschriften van de bioklimaatarchitectuur hebben niet alleen invloed op het comfort, zoals reeds uitgelegd; zij dragen ook bij tot een aanzienlijke energie-efficiëntie. De keuze van de oriëntatie en het benutten van zonlicht tijdens de winter helpen het verwarmingsverbruik tijdens de winter immers aanzienlijk beperken. Bij koud maar zonnig weer is er bijna geen verwarming meer nodig. Dat kan zelfs soms wat problematisch zijn voor de afstelling, als gevolg van de grote inertie van het gebouw en van het verwarmingssysteem. Als er in de winter veel zon is, kan de temperatuur in het gebouw soms iets te hoog oplopen voordat de verwarming stilvalt. Het zou handig zijn zulke zonnige dagen op basis van weersvoorspellingen te voorzien.
De lucht verversen maar de warmte behouden In een goed geïsoleerd gebouw is het warmteverlies in de winter vooral te wijten aan de ventilatie. De warme binnenlucht moet immers ververst worden door koude buitenlucht. Het ligt dus voor de hand dat je beter eerst de warmte aan de lucht onttrekt alvorens de lucht te verwijderen. Dat gebeurt hier met een warmtewisselaar, die de warmte van de afgezogen lucht helpt terug te winnen om met die warmte de instromende lucht voor te verwarmen.
Zonne-energie
Verwarming met hoog rendement
Afstandsbeheer
Het voordeel van de hier geïnstalleerde vloerverwarming is dat het systeem op zeer lage temperatuur werkt en dus een beter productierendement oplevert. Als de watertemperatuur hoger moet zijn, gaat immers veel meer warmte verloren bij de warmwaterproductie en -verdeling. Om alle warmte die vrijkomt bij de gasverbranding, zo veel mogelijk terug te winnen, werkt de verwarmingsketel met condensatie. De verbrandingsrook wordt zo veel mogelijk gekoeld tot hij condenseert, dit om de latente warmte in de waterdamp terug te winnen. Dankzij het systeem van verwarming op zeer lage temperatuur is er gedurende het hele stookseizoen een optimale condensatie verzekerd.
Alle installaties moeten heel precies afgesteld worden om optimaal te functioneren en een maximaal energievoordeel op te leveren. Met behulp van automatische systemen verloopt dat natuurlijk vlotter. Dankzij een afstandsbeheersysteem kan de Stad Brussel alles op afstand beheren. De werking van de verwarmingsinstallatie en van het ventilatiesysteem kan vanuit de beheercentrale van de stad Brussel permanent in real time worden gemonitord en gestuurd.
De zonne-energie wordt rechtstreeks benut om de binnenruimten te verwarmen, maar wordt ook teruggewonnen door 20 m² thermische zonnepanelen om het sanitair warm water te produceren. In het tussenseizoen dient het warme water dat door de zonnepanelen wordt geproduceerd, ook voor de vloerverwarming.
De interieurruimte is afgestemd op het comfort van kinderen: de verlaagde plafonds zijn voorzien van akoestische panelen, en de gekozen materialen bevorderen de kwaliteit van de lucht in het interieur.
Kinderdagverblijf Gabrielle Petit
21
>
Materialen ontwerp en milieu Ecologische materialen Dankzij haar ecobouwfilosofie scoort de kinderkribbe Gabrielle Petit op dit vlak uiteraard heel hoog. Bij de keuze van materialen ging de voorkeur steevast naar natuurlijke en lokale producten, waarvan de fabricage het minst energie verbruikt en die de laagste negatieve milieu-impact hebben. Zo werd het hele geraamte vervaardigd uit een massieve lokale houtsoort, met name snelgroeiend naaldhout zoals gewone spar en douglasspar. De blokken voor het metselwerk zijn vervaardigd uit natuurlijke materialen die weinig energieverbruik vergen bij de vervaardiging, namelijk puimsteen en koud gegoten cement. Het dak is gemaakt van een lokale houtsoort die gevuld is met cellulose. Die cellulose is dan weer afkomstig van gerecycleerd en versnipperd krantenpapier en dient als isolatiemiddel. Dergelijke cellulose zit ook verwerkt in het geraamte van de muren op de bovenverdieping. Alle gebruikte hout, ook in het interieur, is van lokale oorsprong of draagt het FSC-label, garantie dat het niet afkomstig is van een woud waar meer wordt gekapt dan toegestaan. De vloerisolatie is op mosbasis en ook de vloerbedekking is natuurlijk: linoleum (op basis van lijnzaadolie, natuurlijk en bactericide), terracotta tegelvloer, massief parket, fijn aardewerk. Voor de afwerking werden natuurlijk pleister en natuurlijke minerale verven gebruikt. Groendak Van de keuze voor ecologische materialen merk je misschien niet zo veel, maar een andere ecologische keuze is veel opvallender: over het hele dak van de kinderkribbe ligt een dunne laag aarde met overvloedige vegetatie. Die dakbedekking bestaat uit een EPDMmembraan op basis van kunstrubber. Dat is een inert chemisch materiaal dat zowel bij de fabricage als bij het gebruik een erg geringe milieu-impact heeft en dat wordt gekenmerkt door een zeer lange levensduur. Die laag is bedekt met een mengsel van aarde en puimsteen dat op natuurlijke wijze volledig is ingenomen door mos. Het groendakconcept heeft talrijke voordelen, onder andere een betere isolatie en de retentie van regenwater.
Het dak is volledig beplant, wat tal van voordelen biedt voor het milieu. Het regenwater dat op het dak valt, wordt ook gerecupereerd.
>
>
Wist u dit al? De meerkosten en het extra gewicht die een “extensief” groendak met zich meebrengen in vergelijking met een klassiek plat dak, blijven redelijk in verhouding tot de talrijke voordelen en het onderhoudsgemak. Het dak mag maximaal een hellingshoek van 30 ° hebben en wordt bedekt met traaggroeiende planten (sedum). Zo’n dak mag echter niet worden betreden en kan dus in geen geval als terras dienstdoen. Groendaken hebben verschillende voordelen: • een beter beheer van het regenwater (buffereffect: het water hoopt zich op in de onderlaag en stroomt voor een deel pas achteraf weg. Een ander deel van het water verdampt); • esthetisch natuurlijk uitzicht, verbetering van de stadsesthetiek; • een stukje natuur binnenbrengen in een stedelijke omgeving; • betere bescherming van het dak tegen uv-stralen en allerlei invloeden; • verbetering van het akoestisch comfort (vermindering van contactgeluid van regen of hagel); • Temperatuurregeling – verbetering van het thermisch comfort (klimaatregeling van het gebouw in de zomer dankzij de verdamping van het water); • verbetering van de luchtkwaliteit (vastzetten van stofdeeltjes).
Het geraamte van het gebouw en talrijke gevelelementen zijn uit hout gemaakt. Al het gebruikte hout is ter plaatse gewonnen massief hout of hout met FSC-label.
Confort etWater Santé Terugwinning van regenwater Zelfs van een dak dat volledig met plantengroei is bedekt, kan regenwater worden teruggewonnen. Van al het regenwater dat op een rijkelijk begroeid dak valt, kan 50 à 70 % worden teruggewonnen. Dat gebeurt ook in de kinderkribbe Gabrielle Petit. In een regenput van 15 m³ wordt het regenwater van het hele dak vergaard. Dit water wordt dan gebruikt voor de spoelinrichtingen van de toiletten, voor de wasmachines, voor het besproeien van de directe omgeving van het gebouw en voor de schoonmaak. Door de terugwinning van regenwater en het groendakconcept kan tevens worden voorkomen dat er bij onweders te veel regenwater in de riolen terechtkomt. Dat is precies één van de oorzaken van de overstromingsproblemen die zich steeds vaker in de stad voordoen. Daarom werd ook het waterdoorlatende vermogen van de directe omgeving van het gebouw gevrijwaard door stukken volle grond en beplante percelen te behouden of door de parking niet met tarmac te bedekken.
“De ecologische aanpak van het project berustte op twee krachtlijnen. Enerzijds de nood aan een omvattende aanpak die rekening hield met de fysieke relatie van het gebouw met zijn omgeving: poging tot integratie van het toekomstige kinderdagverblijf in zijn buurtcontext, analyse van de knelpunten, beperking van onmiddellijke hinder, zoeken naar geschikte oplossingen om de kwaliteit van de inrichting te verbeteren. Anderzijds, het rekening houden met ecologische criteria bij de planning, bouw en inrichting: besparing op en beheer van de natuurlijke hulpbronnen, beperking van lucht-, wateren bodemverontreiniging, beperking van de restafvalproductie door " ecoproducten " te gebruiken en door recycling van bouwen afbraakmaterialen aan te moedigen, verbetering van de levenskwaliteit van de gebruikers (gezondheid en hygrometrisch, akoestisch en visueel comfort).
ecoconstructies
Deze bouwprincipes moeten tot een optimaal resultaat leiden, zonder de eventuele negatieve gevolgen van een zienswijze die zich enkel en alleen laat leiden door het " ecologische " criterium en geen rekening houdt met andere aspecten, zoals de architecturale waarde, het budget, de bouwspecifieke aspecten en ook - en zelfs vooral - het standpunt van de gebruiker.”
Leefmilieu Brussel - BIM
De volledige zuidelijke gevel is uitgerust met zonneblinden.
>
26
Vincent Szpirer, R²D² Architecture
>
Confort et Jaarlijks verbruik Santé • Elektriciteit:
42.6 kWh/m²
richtwaarde: 71.2 kWh/m²
• Gas:
146.2 kWh/m²
richtwaarde: 455.9 kWh/m²
• CO2-uitstoot:
47.7 kg/m²
richtwaarde: 128 kg/m²
• Water:
5.14 m³/pers.
• Oppervlakte per persoon: 14 m² (50 personen) Het verbruik in een kinderkribbe ligt gewoonlijk heel hoog, want de kamertemperatuur moet voortdurend aangenaam blijven voor de kinderen, ook als ze gewassen worden. In het kinderdagverblijf Gabrielle Petit kunnen de kinderen zeker op een uitstekend comfort rekenen. Tegelijk wordt het verbruik perfect onder controle gehouden dankzij alle gerealiseerde ontwerpinspanningen.
nom du bâtiment
27