G Informatie Geregeld

G Informatie Geregeld

G1

VERZEKERINGEN G1.1

COLLECTIEVE VERZEKERINGEN

Jong Nederland vindt het noodzakelijk, dat leiding en leden goed verzekerd zijn. Daarom profiteert iedereen die ingeschreven is bij de landelijke organisatie Jong Nederland, van twee verzekeringen. Deze zijn in de landelijke contributie opgenomen. Het gaat om: • een aansprakelijkheidsverzekering • een ongevallenverzekering. Je bent verzekerd: • op alle momenten, dat je in functie bent als leider, bestuurslid of medewerker bij Jong Nederland • op het moment, dat je deelneemt aan activiteiten of cursussen van Jong Nederland Je jeugdleden zijn verzekerd: • gedurende de tijd, dat zij zich onder toezicht van een leider bevinden • bij het uitvoeren van een opdracht, die zij van een leider, bestuurslid uit de afdeling, het district of van de landelijke organisatie kregen Schakelen jullie bij activiteiten extra hulp in, dan zijn deze helpers ook verzekerd gedurende de tijd dat zij bezig zijn met de Jong Nederland-activiteit. Een paar voorbeelden: tijdens je clubbijeenkomst, de fietspuzzeltocht in groepjes naar een weekendkamp, tijdens een introductiecursus, tijdens een districtstoernooi, tijdens deelname aan de afdelingsraad. Op kampen en weekenden ben je alleen via Jong Nederland verzekerd, als iemand van de aanwezige leiding op dat kamp een kampvergunning heeft (G2.1).

G1.2

ZELF AF TE SLUITEN VERZEKERINGEN

Naast deze verzekeringen, waar ieder ingeschreven lid van Jong Nederland onder valt, moet iedere afdeling, afhankelijk van zijn bezittingen en activiteiten, zelf verzekeringen afsluiten. Jong Nederland heeft een contract met haar verzekeringsmaatschappij, dat zij een aantal verzekeringen aan Jong Nederland-afdelingen collectief aanbiedt. Deze zijn niet in de contributie inbegrepen. Je kiest zelf of je deze extra verzekering wilt afsluiten. Het gaat om: • een reisverzekering • een afdelingseigendommenverzekering • een opstalverzekering

Jong Nederland: Speels, Vrolijk en Uitdagend

G Over deze verzekeringen vind je informatie in het inschrijfboekje, dat iedere secretaris krijgt toegestuurd. De landelijke organisatie Jong Nederland biedt aan afdelingen die zich aanmelden een bestuursaansprakelijkheidsverzekering. De bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering (BAV) Sinds kort is de wet zodanig veranderd dat ook bestuurders van een stichting (G4) hoofdelijk aansprakelijk gesteld kunnen worden voor hun bestuursbeslissingen. In de meeste gevallen zal dat over beslissingen betreffende financiële zaken en over het afsluiten van contracten gaan. Als de stichtingsstatuten goed zijn opgesteld wat de verantwoordelijkheden van de bestuurders betreft, zijn de meeste risico's afgedekt. Over het algemeen geldt, dat jullie risico's lopen wanneer jullie een wanbeleid voeren. Voordelen van een verzekering via Jong Nederland. Wanneer je een bovengenoemde verzekering via Jong Nederland afsluit: • is de premie relatief laag • heb je geen administratieve rompslomp • en heb je de zekerheid, dat je goed verzekerd bent. De polissen zijn namelijk aangepast aan de Jong Nederland-situaties, waarvoor de verzekering telt. Wie een grote activiteit organiseert leent daarvoor vaak materiaal bij andere afdelingen. Leg van te voren goed vast, dat de afdeling, die uitleent daar zelf, of via een eigen verzekering, verantwoordelijk voor blijft. Het is meestal niet mogelijk geleende materialen tegen schade te verzekeren.

G1.3

WANNEER MOET JE EXTRA VERZEKERINGEN OVERWEGEN?

• Bezit je een eigen gebouw dan zijn een opstal- met brandverzekering onontbeerlijk. • Ligt je clubhuis afgelegen, dan is een inbraak- en/of glasverzekering aan te raden. De premie is voor clubhuizen meestal wel extra hoog. • Bezit je afdeling veel materialen: zoals tenten, grote spelattributen, pionierhout, dan is een afdelingseigendommenverzekering zinvol. • Wie met zijn groep op kamp gaat moet nakijken of een extra reis/kampverzekering noodzakelijk is. Door de administratieve samenwerking met Scouting Nederland is het mogelijk deze tegen gunstige voorwaarden af te sluiten. Formulieren en informatie bij het Infocentrum (C2.15). • Maak je gebruik van particuliere auto's om naar verder weg gelegen programma's te gaan: een kamp, toernooi, kaderschouw, maak dan alleen gebruik van voertuigen, die een inzittendenverzekering hebben.


G Hoe groot de verleiding ook is: prop nooit meer kinderen of leiding in een auto dan wettelijk is toegestaan. Dat zijn meestal vijf personen. Bij een 'overbezetting' keert de verzekering namelijk niet per persoon, maar per voertuig uit. Vergelijk het met een onderverzekering. Dat kan de gedupeerden heel wat geld kosten! Wanneer ben je goed verzekerd? Omdat dit afhankelijk is van de situatie van iedere afdeling is dit niet in zijn algemeenheid te zeggen. Wanneer je zelf niet 100% zeker weet, dat het bij jullie in orde is, vraag dan om een gesprek met de verzekeringsagent van Jong Nederland (G1.5). Neem met hem jullie situatie en bezit door en bekijk daarop de reeds afgesloten verzekeringen. Is het in orde? Prima. Zo niet, dan geeft hij advies hoe je je optimaal kunt verzekeren.

Let er wel op dat je je niet oververzekerd. Dat is zonde van het geld.De reisverzekering kan bijvoorbeeld ook zaken dekken, die al onder de afdelingseigen-dommenverzekering vallen. Denk daarbij aan de Europadekking en de reis-bagageverzekering. Ook is er overlap tussen opstal- en inbraakverzekering mogelijk.

G1.4 EEN GESPREK MET EEN VERZEKERINGSADVISEUR In dit gesprek komen punten naar voren, die je van te voren kunt voorbereiden. Het is makkelijk als je de volgende zaken bij je hebt: • een overzicht van leden: aantal en opbouw in leeftijd • tekening of plattegrond van je clubhuis • lopende polissen van verzekeringen inclusief de collectieve Jong Nederlandverzekeringen • overzicht van het soort activiteiten, dat jullie doen: risico's, vervoer naar activiteiten verder weg • gegevens over eventuele inbraken, gesneuvelde ruiten • overzicht van het materiaal, dat jullie bezitten • de subsidieverordening van de gemeente. Ook hierin kunnen verzekeringseisen staan. De vraag, die in dit gesprek vaak als eerste op tafel komt is: 'Hoeveel kost ons dat?' Maar je moet eigenlijk gelijk een tweede vraag stellen: 'Wat kan ons een eventuele schade gaan kosten?' Laat je daardoor leiden bij de keuze welke verzekeringen je afsluit. Veel mensen, dus ook afdelingsbesturen, kijken pas naar hun verzekeringspapieren als er schade is. Helaas blijkt dan regelmatig, dat er sprake is van onderverzekering of van uitsluiten van bepaalde zaken. Maak, om teleurstelling te voorkomen, er een gewoonte van verzekeringen


G eenmaal per jaar als vast bespreekpunt op een bestuursvergadering te zetten. Bijvoorbeeld, wanneer het inschrijfboekje binnen is.

G1.5

VRAGEN OVER VERZEKERINGEN?

Het totale verzekeringspakket, dat Jong Nederland voor haar leden heeft afgesloten, staat altijd uitgebreid beschreven in het jaarlijkse inschrijfboekje. Iedere secretaris krijgt dit in oktober toegestuurd. Heb je een zaak voor de verzekering, dan weet de secretaris welke weg bewandeld moet worden. Hij vindt de gegevens hierover in dit inschrijfboekje. Met vragen over verzekeringen kun je ook terecht bij het Infocentrum (C2.15). Je kunt ook direct contact opnemen met de verzekeringsagent bij Lippmann, de maatschappij waar de verzekeringen zijn ondergebracht. De heer A.M. Overvliet Neerstraat 66 6041 KD Roermond telefoon op het werk 0475 - 319925 telefoon privé 0485 - 478782 fax privé 0485 - 478051 e-mail adres [email protected] Wil je meer informatie over aansprakelijkheid en verzekeringen? Dan heeft Scouting Nederland een module 'aansprakelijkheid en verzekeringen'. Hij is te bestellen bij Scouting Nederland: 033 -4960260.


G G2

REGELINGEN RONDOM KAMPEN G2.1

EEN KAMPVERGUNNING AANVRAGEN

Om ook tijdens een kamp of weekend via Jong Nederland verzekerd te zijn kun je een kampvergunning aanvragen. Hoe doe je dat? • Je vraagt een kampformulier aan bij het Infocentrum (C2.15). • Je vult het in • en stuurt dit naar het Infocentrum (C2.15). Een leider, die voldoet aan de eisen, die Jong Nederland stelt aan leiders, die met een groep op kamp gaan, krijgt een kampvergunning. Eisen voor een kampvergunning • Een van de op het kamp aanwezige leiders moet zijn kamp/bivakbrevet hebben. Dit brevet krijg je wanneer je een kamp/bivakcursus gevolgd hebt. • Leiding: - van dertig jaar en ouder, - die vijf jaar staat ingeschreven bij jong Nederland - met 5 jaar kamp/bivakervaring kan vrijstelling krijgen. Neem in dat geval contact op met het Infocentrum (C2.15). • De leider, die de vergunning aanvraagt, moet uiteraard ingeschreven zijn bij Jong Nederland. Nut van het inzenden van het kampformulier • De verzekeringsmaatschappij, die de collectieve verzekeringen van Jong Nederland-afdelingen regelt vergoedt bij kampen, trektochten en weekeinden alleen als de groep een kampvergunning heeft (zie G1.1). • Niet-leden van Jong Nederland, die bijvoorbeeld als kookstaf, fourageur of gastlid meegaan vallen tijdens kamp of bivak onder de verzekering. Mits zij vooraf opgegeven zijn op het kampformulier.

G2.2

EXTRA VERLOF VOOR EEN WEEKJE KAMP

De overheid, maar ook veel bedrijven, kan aan leiding van een Jong Nederlandafdeling extra verlof geven. Dit betekent dat je een paar extra vrije dagen kunt krijgen om een kamp te kunnen leiden 'als de dienst het toelaat'. Bij het Infocentrum (C2.15) kun je het benodigde formulier aanvragen. De aanvraag wordt ondersteund met een brief van het Landelijk Bestuur. Of het extra verlof verleend wordt beslist de werkgever.


G INSCHRIJVEN BIJ JONG NEDERLAND

G3 G3.1

JE AFDELING INSCHRIJVEN

Ieder jaar worden afdelingen uitgenodigd om zich opnieuw in te schrijven bij de landelijke organisatie van Jong Nederland. Ingeschreven staan betekent: • deel kunnen nemen aan landelijke activiteiten • ondersteuning krijgen: cursussen, advies • de lage prijs betalen in de Jong Nederland Winkel • Idee thuisgestuurd krijgen als je kaderlid bent • gratis binnen de aansprakelijkheids- en ongevallenverzekering van Jong Neder-land vallen. Subsidie door de overheid Op basis van de inschrijfgegevens ontvangt Jong Nederland subsidie van VWS. Voor ieder ingeschreven lid, zowel de jeugd- als kaderleden tot 25 jaar, ontvangt Jong Nederland een per jaar vastgesteld bedrag. Dit ligt rond de dertig gulden. Voor wie ouder is, tellen andere bedragen en regels. Voor Jong Nederland is het dus van levensbelang dat je afdeling zich volledig inschrijft. Minder leden betekent minder subsidie en dat betekent weer minder activiteiten en ondersteuning. Hoe schrijf je in? Ieder jaar in oktober ontvangt de secretaris: • een overzicht van de gegevens van de afdeling, zoals ze bekend zijn bij de landelijke organisatie • en een inschrijfboekje. Iedere secretaris heeft al een mutatieblok. Alle nieuwe leden en wijzigingen van bekende leden kunnen hierop ingevuld worden. Hoe je het formulier invult, vind je in het inschrijfboekje. De uiterste inschrijfdatum is 1 januari. De dan bij de landelijke organisatie bekende gegevens bepalen: • de subsidiehoogte van het ministerie • de contributie die aan de landelijke organisatie betaald moet worden.

G3.2

NIEUWE LEDEN EN WIJZIGINGEN

Nieuwe leden kun je altijd doorgeven. Je hoeft niet te wachten tot december. Je vult de gegevens in op een formulier uit het mutatieblok. Dit stuur je naar het Infocentrum (C2.15). Het voordeel van direct inschrijven is dat: • leden en leiders direct binnen de verzekering vallen • zij direct deel kunnen nemen aan cursussen en activiteiten • kaderleden direct Idee ontvangen. • nieuwe leiders direct het boekje 'Welkom bij Jong Nederland' thuis gestuurd krijgen, of dit via hun eigen afdeling ontvangen. Wacht ook niet met het doorgeven van wijzigingen: bijvoorbeeld een ander adres. Je


G loopt het risico, dat Idee niet aankomt en andere post je niet bereikt. Gebruik je mutatieblok. Twee maal per jaar ontvangt de secretaris een tussentijds bestandsoverzicht van de ledenadministratie. Deze uitdraai controleert hij. Fouten of wijzigingen geeft hij door aan het Infocentrum. Heb je veel wijzingen en nieuwe leden en is je mutatieblok niet toereikend? Bij het Infocentrum (C2.15) kun je een nieuw blok vragen.

G3.3

VERKLARING LEDENADMINISTRATIE

Het ministerie vraagt niet alleen om aantallen, maar wil ook, dat • Jong Nederland-afdelingen beschikken over een bestandsoverzicht met daarop de namen, adressen en geboortedata van hun eigen jeugd- en kaderleden. • iedere Jong Nederland-afdeling beschikt over een bestandsoverzicht van haar jeugd- en kaderleden en over de betalingsbewijzen van de contributie, die aan de afdeling betaald is. (F3.3) Iedere Jong Nederland-afdeling moet een verklaring hiertoe ondertekenen en meesturen met de inschrijving. Deze wilsverklaring en de wijze waarop je hem moet invullen vind je ook in het inschrijfboekje. Dit, omdat er jaarlijks veel dingen veranderen bij de overheid.


G G4

EEN STICHTING OPRICHTEN G4.1

VOORDELEN VAN EEN STICHTING

• Bestuursleden van een stichting kunnen niet hoofdelijk aansprakelijk gesteld worden, tenzij er sprake is van wanbeleid. • Fondsen (F3.7) en subsidies (F3.4) worden makkelijker of alleen gegeven aan stichtingen in plaats van aan particuliere personen.

G4.2

HOOFDELIJK AANSPRAKELIJK

Voorbeeld • Een bestuur van een afdeling, die geen stichting is, kan, buiten haar schuld om, niet aan haar financiële verplichtingen voldoen. De schuldeiser wil geld zien. Heeft de afdeling het niet, dan verhaalt hij het bedrag op de bestuursleden persoonlijk. De bestuursleden zijn dan hoofdelijk (persoonlijk) aansprakelijk. • Nu heeft het bestuur wel een stichting opgericht. Deze stichting kan, buiten haar schuld om, niet aan de financiële verplichtingen voldoen. De schuldeisers kunnen hun vorderingen op de stichting proberen te verhalen. Maar zij kunnen niet aan de bezittingen komen van de bestuursleden van de stichting. Deze zijn niet hoofdelijk (persoonlijk) aansprakelijk. Een voorbeeld: door een aantal onvoorziene omstandigheden buiten de schuld van de bestuursleden om heeft Jong Nederland Zieuwent geen geld om de verbouwing van de toiletten in het clubhuis te betalen. De aannemer is de schuldeiser. Hij eist het bedrag van Jong Nederland. De stichting Jong Nederland wordt failliet verklaard. De schuldeiser kan echter niet het spaarbankboekje van de penningmeester en de auto van de voorzitter eisen om de schuld te verrekenen. De bestuursleden van de stichting houden hun eigen bezittingen. Om geen persoonlijke risico's te lopen door je vrijwilligerswerk wordt iedere afdeling aangeraden een stichting te worden. Wanneer echter de slechte financiële situatie is ontstaan door onverantwoordelijke beslissingen door de bestuursleden dan kunnen zij wel persoonlijk aansprakelijk gesteld worden. (G1.2 BAV)

G4.3

OPRICHTEN VAN EEN STICHTING

Dit doe je door het opstellen en ondertekenen van een notariële akte. • Je neemt contact op met een notaris. Vaag hem gelijk wat de kosten zijn voor dit adviesgesprek. Het eerste halfuur is meestal gratis. • Je stelt stichtingsstatuten op. De notaris heeft standaardstatuten. Deze kun je aanpassen aan je eigen situatie. De notaris, een bevriend jurist of een jurist van de Kamer van Koophandel kan je hierbij adviseren.


G • Het bestuur en de afdelingsvergadering bespreken het voorstel. Ze geven waar nodig aanvullingen en wijzigingen. Dan verklaren ze de statuten accoord. • Bij de notaris wordt door het bestuur een akte van oprichting opgesteld en ondertekend. • De stichting wordt ingeschreven bij de Kamer van Koophandel. Dit betekent dat je afdeling wordt opgenomen in het stichtingenregister. Hierin staat: - de naam van jullie stichting - de namen van de bestuurders - het adres van de stichting • Iedere stichting krijgt een nummer waaronder hij ingeschreven staat. • Aan deze inschrijving zijn jaarlijks kosten verbonden. Iedere regio heeft een eigen Kamer van Koophandel. Je vindt het adres in het telefoonboek. De kosten, die verbonden zijn aan het opstellen van een akte bij een notaris zijn afhankelijk van het werk dat de notaris moet verrichten. Overleg dit van te voren.

G4.4

HET STICHTINGSBESTUUR

De stichting heeft een eigen bestuur. Meestal wordt dit gekozen door de afdelingsraad. Dit hoeft echter niet. In Jong Nederland-afdelingen is het stichtingsbestuur vaak gelijk aan het afdelingsbestuur. Omdat in de stichting vooral financiële zaken geregeld worden kun je overwegen om een aparte penningmeester voor de stichting te zoeken. De belangrijkste taken van een stichtingsbestuur zijn: • het gebouw onderhouden • het gebouw beheren • voor de aanschaf van grote spelen kampeermaterialen zorgen • subsidies regelen (F3.4) • fondsen werven(F3.7) • continuïteit


G G5

ARBO G5.1

ARBO EN JONG NEDERLAND

Veiligheid, gezondheid en welzijn worden steeds belangrijker in onze samenleving. Denk daarbij maar aan de brand in Volendam bijvoorbeeld. Ook Jong Nederland heeft hiermee te maken. Zowel de landelijke organisatie als de plaatselijke afdelingen. De wetgever heeft daarom de Arbeidsomstandighedenwet gemaakt, kortweg Arbowet. Er is bepaald dat de Arbowet van toepassing is op alle organisaties waar sprake is van een gezagsverhouding. Dit betekent dat ook Jong Nederland aan de Arbo-wet moet voldoen. Er is immers sprake van een gezagsverhouding, zowel binnen een afdeling (bestuur, leiding, leden) als binnen de landelijke organisatie (bestuur, beroepskrachten, afdelingen. Jong Nederland vindt het belangrijk dat ook vrijwilligers veilig en gezond kunnen werken. Ook al worden ze niet betaald, er wordt veel echt werk verzet en de organisatie is afhankelijk van vrijwilligers. Je hebt als Jong Nederland afdeling zelf de verantwoordelijkheid voor veiligheid en gezondheid van je vrijwilligers. De landelijke organisatie heeft de verantwoordelijkheid om de beroepskrachten en landelijke vrijwilligers goede arbeidsomstandigheden te bieden. en om de afdelingen te wijzen op de Arbo wet. Daarnaast willen we de afdelingen ondersteuning bieden.

G5.2

DE ARBO WET

De Arbo-wet is dus van toepassing op alle organisaties waar sprake is van een gezagsverhouding en verplicht organisaties tot het voeren van een Arbobeleid. Bij arbeidsomstandigheden zijn er 3 aspecten waar aandacht aan besteedt moet worden: 1. Veiligheid. Hierbij kun je denken aan bv. brandveiligheid, veilige speeltoestellen en een ontruimingsplan. 2. Gezondheid. Hierbij kun je denken aan het gebruik van gevaarlijke stoffen zoals verf, legionellabacteriën en hygiëne. 3. Welzijn. Dit gaat over zaken als ongewenste intimiteiten, pestgedrag en sfeer in de groep.


G STAPPEN VOOR EEN ARBO-BELEID G5.3

Stap 1: De Arbo-wet stelt een Risico Inventarisatie en Evaluatie (RIE) verplicht als eerste stap naar een Arbobeleid. Bij het uitvoeren van een RIE ga je kijken in je eigen afdeling waar mogelijk problemen kunnen liggen op het gebied van arbeidsomstandigheden. Dit kun je vrij gemakkelijk doen door de Arbolijst in te vullen. Jong Nederland heeft deze lijst zo gemaakt dat alles wat in orde is met JA beantwoord kan worden. Als een vraag met NEE beantwoord wordt, betekent dit dat daar nog aandacht nodig is, dat je over dat punt nog na moet denken. Overigens zul je tijdens het invullen merken dat er al veel zaken in je afdeling geregeld zijn, maar nooit vastgelegd zijn. In de Arbolijst worden 2 soorten vragen gesteld. Wetsvragen (dit zijn vragen waaraan je volgens de wet moet voldoen) en bewustzijnsvragen (dit zijn vragen die je aan het denken zetten over bepaalde onderwerpen. Bij voorbeeld de vraag: wordt de ledenadministratie door de secretaris gedaan? Als je de vraag met Ja kunt beantwoorden, prima! Als je met nee hebt beantwoord, zou je je af kunnen vragen wie dat dan wel doet. Als bekend is wie het dan wel doet, prima! Maar het zou zelfs zo kunnen zijn dat het niet geregeld is in je afdeling. Dan is er een probleem en zul je er wat mee moeten doen. De Arbolijst is verdeeld in hoofdstukken per onderwerp. Hoofdstuk O gaat over Organisatie, hoofdstuk G gaat over het gebouw en Hoofdstuk A over algemene zaken. Stap 2: De tweede stap is het maken van een Plan van aanpak. Dit klinkt moeilijker dan het is. Bij het invullen van de Arbolijst zijn er vragen die met NEE beantwoord zijn. Dat betekent dat je aan deze punten nog moet werken en er over na moet denken. Aan de hand van deze vragen moet een Plan van Aanpak gemaakt worden. Hierin geef je de punten aan waar je als afdeling aan gaat werken, op welke termijn je ze wilt uitvoeren en wie daarvoor verantwoordelijk is. Je kunt zelf de prioriteiten aangeven, dus wat je als eerste wilt uitvoeren (en dus belangrijk vindt) en wat nog wel even kan wachten (en wat je dus minder belangrijk vindt. In deze Arbolijst zit een blanco Plan van Aanpak Hierin kun je per onderwerp aangeven wat de actiepunten zijn, wanneer ze klaar moeten zijn, wie daar voor verantwoordelijk is en wat eventueel de financiële gevolgen zijn. Eigenlijk een invuloefening dus.

Stap 3: Dit is de uitvoering van je Plan van Aanpak. Je hebt in je afdeling afspraken gemaakt over wie welk onderdeel van het Plan van Aanpak voor zijn rekening neemt. Deze personen gaan hiermee aan de slag. Als een actiepunt financiële gevolgen heeft, is het handig als dit in de begroting van je afdeling kan worden meegenomen. Stap 4: Vervolgens ga je elk jaar, bijvoorbeeld in de afdelingsvergadering, het plan van aanpak evalueren met alle vrijwilligers. Kijk welke punten gerealiseerd zijn en welke niet en wat er nog moet gebeuren. Op basis hiervan komt er weer een nieuw Plan van aanpak, waarmee je in het nieuwe jaar aan de slag gaat.


G Stap 5: Vervolgens ga je elke 3 jaar (als er grote wijzigingen zijn eerder, je kunt dit zelf bepalen) opnieuw een RIE uitvoeren. Hieruit komt weer een nieuw plan van aanpak, en de hele procedure begint weer opnieuw. Zo blijf je actief letten op de risico’s. Met deze 5 stappen heb je je Arbobeleid in principe geregeld. Het is wel belangrijk om er constant aandacht aan te besteden. Zorg ervoor dat iedereen in je afdeling op de hoogte is hiervan, en vertel ook nieuwe vrijwilligers over jullie Arbobeleid.

G5.4

HET

NUT

VAN

ARBO-BELEID

Wat is nu het nut van Arbobeleid? Je kunt risico’s toch nooit helemaal uitsluiten zul je zeggen. Dat klopt. Maar je kan als afdeling wel je best doen om risico’s op te sporen en proberen te verminderen. Sterker nog, de wet schrijft dit voor. Bij ongelukken of calamiteiten kun je dan in ieder geval laten zien (Plan van Aanpak, registraties etc.) dat je er alles aan gedaan hebt om een risico te verkleinen. Je bent dus verantwoordelijk bezig geweest. Dit kan ook van belang zijn in verzekeringskwesties (claims). Daarnaast is het goed als je je als afdeling eens bewust wordt van eventuele gevaren. Dit is van belang voor de hele afdeling. Dus niet alleen voor bestuursleden, maar ook voor de leiding en zelfs de leden (ouders). Hiermee ben je al een heel eind op de weg naar goede arbeidsomstandigheden. “Het kost alleen maar geld” hoor je vaak over Arbo. Natuurlijk kosten sommige maatregelen die je moet treffen geld. En dat is lastig en niet leuk. Maar Arbo is wel belangrijk. Je wilt als afdeling toch verantwoordelijk bezig zijn?! Bovendien kun je het je als afdeling niet permitteren om een slecht imago te krijgen. Ook niet op het gebied van arbeidsomstandigheden.

G5.5

ARBO-DIENST

Werkgevers zijn verplicht zich aan te sluiten bij een gecertificeerde Arbodienst. Bedrijven zijn ook verplicht om de RIE te laten toetsen door de Arbodienst. De minister heeft echter besloten om vrijwilligersorganisaties twee jaar uitstel te geven voor die verplichting In die twee jaar moeten zij dan wel aantonen dat zij er zelf mee aan de slag gaan, door middel van het maken van een RIE, Plan van Aanpak. Anders komt na 1 januari 2002 de verplichting alsnog. Sommige afdelingen hebben een beroepskracht in dienst (Melkert). Als er in 1 week per jaar meer dan 40 uur betaalde arbeid wordt verricht, ben je als afdeling in ieder geval verplicht je aan te sluiten bij een arbodienst.

G5.6

CONTROLE


G De Arbeidsinspectie controleert of organisaties zich houden aan de Arbowet. Dit doen ze door het controleren van bedrijven of organisaties. Bij zo’n controle moet je kunnen laten zien dat je over een RIE beschikt. Is dat niet zo dan wordt direct een boete opgelegd. Ook als de inspecteur tijdens de controle andere overtredingen op het gebied van arbeidsomstandigheden vaststelt, wordt een boete opgelegd. Verder ben je verplicht om ernstige ongevallen (waarbij ziekenhuisopname nodig is) te melden bij de Arbeidsinspectie. Voor overtredingen van de Arbo-wet staat per beboetbaar feit een boete van maximaal fl. 10.000,- . Voor overtredingen van het Arbobesluit en de Arboregeling staat per beboetbaar feit een boete van maximaal fl 25.000,-. Al met al bedragen waar je niet vrolijk van wordt. Voor adressen arbeidsinspectie zie bijlage.


G G6

WERKWIJZEREGELINGEN WERKWIJZE ARBO-BELEID G6.1

HOE GA JE AAN DE SLAG MET DE RIE?

1. Beslis of je een speciaal werkgroepje in het leven roept, of dat je taken verdeelt onder het bestuur en/of leiding. Benoem wel een projectleider als aanspreekpunt. 2. Maak (met het bestuur of het aparte ARBO werkgroepje) een planning voor het hele ARBO traject zoals dat hier beschreven is. Leg vast wanneer je begint en wanneer het Plan van Aanpak klaar moet zijn. 3. Vertel tijdens de afdelingsvergadering uitgebreid en op tijd over het doel en nut van de RIE. Het is belangrijk voor het hele ARBO traject om draagvlak te creëren bij de achterban. 4. Leg vast wie welk deel van de Arbolijst in gaat vullen. Kies deze personen op basis van hun functie en/of kennis. (Het onderdeel Organisatie is iets voor het Dagelijks Bestuur terwijl het onderdeel Gebouw op het lijf van de beheerder is geschreven). Spreek af wanneer de lijst ingevuld moet zijn. 5. Voorzie iedereen van een lijst, bij voorkeur persoonlijk overhandigen. Houdt een aantal kopieën achter de hand (Ben je ‘m kwijt? Wat jammer, hier heb je een nieuwe). 6. De invulpersonen gaan aan de slag met het invullen van de lijst. 7. Neem de ingevulde lijsten weer in en verwerk ze tot één totaallijst. 8. Maak een lijst met alle ‘nee’-antwoorden. Dit is het concept voor het Plan van Aanpak. Zie Plan van Aanpak in de bijlage. 9. Bespreek het concept Plan van Aanpak in de bestuursvergadering en/of in de werkgroep. 10. Ga nu prioriteiten stellen. Wat vindt je belangrijk. Pak dat als eerste aan. Wat minder belangrijker is, kan later aangepakt worden. Met andere woorden, probeer de risico’s in te schatten. 11. Stel je daarvoor nu voor elk punt de volgende vragen: • • • • •

Ontdek het gevaar Wie lopen er gevaar? Wat is de kans dat het gevaar ontstaat en het risico wat daar uit voort vloeit? Wat gaan we er aan doen? Doe dit elk jaar met het plan van aanpak, totdat je alle punten hebt afgewerkt.

12. Maak het definitieve Plan van Aanpak, waarin je de punten met prioriteit vermeld. (zie bijlage). Dit document kan dienen als bewijsmateriaal indien er zich toch een ongeluk voor doet. Je kunt dan aantonen dat er wel degelijk is nagedacht en dat de


G risico’s zo klein mogelijk worden gemaakt. Door het opstellen van een RIE (met behulp van de Arbolijst) en het Plan van Aanpak zullen er al een aantal kleine zaken worden opgelost die daardoor al preventief werken om ongelukken te voorkomen. 13. Maak van het Plan van Aanpak (ARBO in het algemeen) een vast agendapunt op de bestuurs- en/of afdelingsvergadering. Zo blijft iedereen alert. G6.2

SCHATTEN VAN RISICO’S

Om prioriteiten te kunnen stellen is het van belang te weten wat nu eigenlijk het risico is van het actiepunt. Een risico is eigenlijk de kans dat een ongewenste gebeurtenis plaatsvindt x de Schade die daaruit voort kan vloeien, ofwel RISICO = KANS x SCHADE. Bijvoorbeeld: De kans dat een vliegtuig boven op het clubhuis stort is zo klein dat het niet zinvol is om hiermee rekening te houden, de kans is dus verwaarloosbaar. Als het vliegtuig toch op het clubhuis mocht storten, dan is de schade enorm. Kortom: risico = kans x schade, dus in dit geval is het risico = nul (nihil) x veel schade = nihil. Je hoeft hier dus geen rekening mee te gaan houden, tenzij je clubhuis in het verlengde van een start- en landingsbaan van een vliegveld staat. Op kamp wordt gebarbecued. Het is warm weer, zonder koelkast, elke groep barbecuet apart, zonder toezicht van de leiding en tot overmaat van ramp staat er ook nog kip op het menu. Dan is de kans op voedselvergiftiging aanwezig, zeg maar gerust hoog. Uitgaande van ‘normale’ voedselvergifitiging blijft de schade waarschijnlijk beperkt tot enkele dagen buikloop. Met andere woorden het risico = hoge kans x beperkte schade = gemiddeld risico. Als het meezit.

De risico’s kun je onderscheiden in: nihil, laag, gemiddeld, hoog en zeer hoog. Het is duidelijk dat actiepunten met een zeer hoog risico de hoogste prioriteit krijgen in het plan van aanpak. Dit zijn actiepunten waarmee je direct aan de slag moet gaan. Misschien kun je er zelfs al mee beginnen voordat het geheel in de afdelingsvergadering besproken gaat worden.


G G6.3

PLAN VAN AANPAK Op de pagina hierna is een voorbeeld Plan van Aanpak afgedrukt. Vermeld per actiepunt de volgende gegevens: • • • • • •

Nummer van het actiepunt Omschrijving van het actiepunt Prioriteit Verantwoordelijke(n) Datum waarop het klaar moet zijn. Eventuele kosten.

Bespreek in de bestuurs- en/of afdelingsvergadering telkens het Plan van Aanpak. Zo kun je de voortgang in de gaten houden, en blijft iedereen alert en op de hoogte van het reilen en zeilen met betrekking tot Arbo. G6.4

WIE SCHRIJFT DIE BLIJFT

Als je dingen oplost is dit niet voldoende voor de Arbo wet. Je moet dingen ook kunnen aantonen. Je kunt wel zeggen dat je dingen hebt geregeld en soms is dat ook wel gemakkelijk te zien, bijvoorbeeld het duidelijk vermelden van de alarmnummers bij de telefoon. Maar dat er actie is ondernomen tegen legionellarisico’s en dat asbestplaten zijn gesaneerd zul je toch echt moeten kunnen laten zien met de juiste papieren. Dit kan door middel van het opstellen van een soort logboek. Een exemplaar van de RIE (en dus ook van het Plan van Aanpak) zou ter inzage moeten liggen in het clubgebouw. Dat wil niet zeggen dat de hele administratie in het clubhuis moet liggen, maar je moet wel in staat zijn om binnen redelijke termijn het e.e.a. op papier te hebben staat voor instanties die daarom vragen.


G Voorbeeld Plan van Aanpak


G G6.5

BEWUSTE KEUZES

Moet elke NEE verplicht een actiepunt opleveren? Dit is niet altijd het geval. De vragenlijst is opgesteld met twee bedoelingen: -

Voldoen aan de wettelijke eisen Bewustwording van bepaalde zaken

Wanneer je besluit een ‘signaalantwoord’ te negeren, is dat een keuze. De verantwoordelijkheid voor de Arbo-wet ligt uiteindelijk bij je eigen afdeling. Het kan zijn dat een onderwerp in je afdeling helemaal niet van toepassing is. Probeer te voorkomen dat je te makkelijk denkt: “Antwoord is nee, we hebben er ook geen zin in, dus we doen er niks mee”. Het belangrijkste bij het maken van Arbokeuzes is dat ze bewust gemaakt worden, dat er beleid achter zit. Arbobeleid.

G6.6

AANVULLINGEN EN IDEEËN

De Arbolijst is niet compleet. We hebben ons best gedaan om de lijst zo volledig mogelijk te maken. Misschien kom je tijdens het invullen zaken tegen in je afdeling die nog niet op de lijst staan. We horen dit graag, zodat we de lijst up to date kunnen houden. Dus als je ideeën of aanvullingen hebt, mail, bel of schrijf dan het infocentrum.


G BELANGRIJKE ARBO ONDERWERPEN

G7

G7.1

HORECA, SPORT- EN RECREATIE INRICHTINGEN MILIEUBEHEER Het kan zijn dat jullie clubgebouw valt onder het besluit horeca, sport- en recreatieinrichtingen milieubeheer. Als gevolg hiervan moet je als beheerder van een gebouw dat wordt verhuurd of voor dagactiviteiten wordt gebruikt, dit melden bij de milieuafdeling van je gemeente. Deze melding kost niets en is verplicht. Het nalaten van deze melding kan bij controle echter wel een boete opleveren van zo’n fl 1500,- (Є 680,67). Op grond van dit besluit moet je gebouw aan een aantal voorwaarden voldoen, die bij je gemeente bekend zijn. Een zeer bekende is het brandvoorschrift, bv. Waar het gaat om brandveilig maken van versieringen en aankleding. In overleg met de gemeente kun je dan kijken wat er evt. aangepakt moet worden. Het levert je tevens weer een aantal normen op voor het voldoen aan de ARBO wet. Informeer hiervoor bij je gemeente.

G7.2

GEBRUIKERSVERGUNNING

De gebruikersvergunning is een gemeentelijke regeling waaraan je als afdeling moet voldoen. De gebruikersvergunning is niet opgenomen in deze Arbolijst. We noemen hem hier wel, omdat het van belang is voor de veiligheid van je gebouw. De gebruikersvergunning stelt namelijk eisen aan je accommodatie afhankelijk van waar je de accommodatie voor gebruikt. Veel van deze eisen komen overeen met de Arbo-wet, bijvoorbeeld op het gebied van brandveiligheid. Je gemeente kan je hier alles over vertellen. G7.3

LEGIONELLA PREVENTIE

Het ministerie van VROM heeft een norm opgesteld, de tijdelijke regeling legionellapreventie. Mogelijk valt jullie afdeling onder deze regeling. Het is daarom goed om na te gaan of er wat moet gebeuren. De regeling is van toepassing op eigenaren van collectieve watervoorzieningen. Dit zijn watervoorzieningen met tappunten waar meerdere mensen gebruik van kunnen maken. Denk bijvoorbeeld aan de douches in je blokhut of aan de wasbakken op het kampterrein. Er moet dan een risico-analyse uitgevoerd worden, en er moeten maatregelen genomen worden als blijkt dat er inderdaad legionellagevaar is. Let wel, dit komt dus boven op de ARBO verplichting. Nadere informatie in Idee nummer 2 2001.


G G7.4

NUTTIGE ARBO TIPS

• Veiligheid attractie- en speeltoestellen Voor nadere informatie over het besluit veiligheid attractie- en speeltoestellen kun je bellen met de NUSO, 030-2544880. Daar is ook het handboek veiligheid speeltoestellen verkrijgbaar. Het besluit komt erop neer dat alleen Jong Nederlanders die zelf hebben meegewerkt aan bouwwerken als torens, bruggen, schommels, kabelbanen enz. deze toestellen mogen gebruiken. • Legionella Voor nadere informatie over legionella kun je terecht op de site van het ministerie van VROM, www.minvrom.nl en bij je gemeente. • Calamiteitenplan Raadpleeg voor het maken van een calamiteitenplan de gemeente en/of de plaatselijke brandweer. Bekijk ook of er nagedacht is over activiteiten op het water. Vaak kunnen hulpdiensten op het water niet altijd snel ter plekke zijn. Dus moet je zelf beter op dergelijke situaties voorbereid zijn. Dit geldt ook voor kamperen. Zie hiervoor ook het veiligheidsplan kamp van Jong Nederland de Fakkel. • Tapinstallatie Heeft je afdeling een tapinstallatie? Zorg dan voor goede ventilatie van de ruimte waar de koolzuurgasflessen staan. Eventueel weggelekt gas mag zich niet ophopen. Het risico van koolzuurgas is dat het bij ontsnapping de zuurstof verdringt waardoor verstikkingsgevaar ontstaat. Informeer bij je leverancier. • Toiletten Per 15 personen is minimaal 1 toilet vereist. Voor mannen mag een deel vervangen worden door urinoirs, als er dan tenminste 1 toilet per 25 mannen overblijft. • Tillen De norm voor het tillen van een gewicht recht voor het lichaam met gebruik van de beenspieren is 25 kg. Bij gedraaid tillen is de norm, afhankelijk van het draaien, veel lager (tot zelfs minder dan 10 kg). • Arbo-wet Op internet staat een schat aan informatie over de Arbo-wet. Zoek op Arbo of kijk op www.arbopagina.nl. • HACCP-regels Dit Europese richtlijnen voor hygiëne bij het bereiden en verstrekken van voedsel tegen vergoeding.


G G7.4

VEILIGHEIDSPLAN KAMP DE FAKKEL

Ook op kamp is ARBO van toepassing. Jong Nederland de Fakkel heeft hiervoor een kampveiligheidsplan opgesteld. Wellicht kun je dit gebruiken om ook voor jouw afdeling een kampveiligheidsplan te maken. Om de veiligheid op kamp op een goede manier te regelen en daar door met een gerust hart op kamp te kunnen gaan moeten we een aan tal veiligheidsaspecten van tevoren bekijken en daarover afspraken maken. Vergunning en verzekering. Het zomerkamp is via de gebruikelijke formulieren bij de landelijke or ganisatie Jong Nederland aangemeld, zodat een vergunning voor dat kamp aanwezig is en de verschillende verzekeringen ook gelden tijdens het zomerkamp. EHBO. We zorgen er voor dat er voldoende EHBO-materialen aanwezig zullen zijn.Zoals altijd is ‘de keuken’ de plaats waar mensen met verwondingen zich moeten melden.Bij ernstige gevallen waarbij slachtoffers niet zelf naar de keuken kunnen komen, moet zo snel mogelijk contact ge zocht worden met de EHBO-ers zodat die naar de plaats van het onge val kunnen gaan. Coördinatie. Alle gebeurtenissen/meldingen moeten lopen via één persoon die ver antwoordelijk is voor de coördinatie van de hulpverlening: Walther. Alle bijzondere gebeurtenissen en acties worden bij hem gemeld ! Personeel. Op het kampterrein zijn de volgende personen aanwezig met voldoende kennis van zaken van EHBO: Kirsten, Toos en Peter. Tevens zijn op het terrein mensen aanwezig die de cursus bedrijfs hulpverlening (BHV) gevolgd hebben: Erik, Walther en Toos. Dokter en ziekenhuis. Op zaterdag (of eerder) moet uitgezocht worden welke huisartsen waar en hoe te bereiken zijn Ook moet uitgezocht worden welk ziekenhuis met een EHBO-afdeling het best bereikbaar is en hoe. Dergelijke gegevens zijn bekend in de keuken. Materialen. Op het kampterrein moeten de volgende zaken aanwezig zijn: EHBOmaterialen, blusmiddelen, mobiele telefoons, portofoons, reflecterende armbanden.De electriciteits-contactdozen in de slaaptenten zijn afgesloten voor de kinderen. Alle kinderen krijgen op zaterdag de in structie van alle electrische materialen en kabels af te blijven. Kinderen hebben geen toegang tot gevaarlijke materialen (zoals


G bijlen, messen, lampolie e.d.).Kinderen hebben geen toegang tot de materialenopslag. Activiteiten. T.a.v. van álle activiteiten gelden de vastgelegde interne ‘veiligheidsregels’. Daarbij valt te denken aan: voldoende toezicht tijdens ‘vuur’-activiteiten, voldoende begeleiding tijdens fietstochten, tijdens (bijvoorbeeld) een dropping, bij het gebruik vanbijlen, etc. etc. Daarnaast gelden ook nog reeds lang geleden vastgestelde regels als: kinderen mogen niet in de keuken komen wanneer daar gekookt wordt en kinderen mogen niet zonder toestemming het kampterrein verlaten. Vuur, roken en olielampen zijn niet toegestaan ín tenten. Bereikbaarheid. Als afdeling wordt ervoor gezorgd dat we altijd bereikbaar zijn en dat ouders weten hoe en waar met ons contact opgenomen kan worden. Groepen die ‘op pad’ gaan proberen ook zoveel als mogelijk bereikbaar te zijn voor de achterblijvende stafleden op het kampterrein. Deelnemerslijsten. Te allen tijde moeten deelnemerslijsten beschikbaar zijn, zowel van leden als van vrijwilligers. Deze lijsten moeten in het bezit zijn van de algemene coördinator, van de keukenstaf én bij de contactadressen in Eindhoven. De contactadressen beschikken bovendien over alle mobiele telefoonnummers die op het kampterrein aanwezig zullen zijn. Chauffeurs en alcohol. Op het kampterrein moet altijd minimaal één chauffeur beschikbaar zijn die géén alcohol gebruikt heeft.Vrijwilligers die nog kinderen moeten vervoeren in een auto gebruiken géén alcohol. In auto’s/busjes dragen alle inzittenden gordels indien die aanwezig zijn. Bijzondere gebeurtenissen. Wanneer bij calamiteiten de blokhut óf het kampterrein ontruimd moet worden, verzamelen de groepsstafleden hun groep op een veilige plaats. Elke groep controleert de aanwezigheid van alle leden en stafleden. Indien er iemand vermist wordt, gaan tenminste twee volwassenen zoeken.Nooit alleen. Meld ook deze zoekacties ! Ook wanneer een groep compleet is, wordt dit bij de algemene coördinator gemeld. De coördinator controleert de aanwezigheid van alle niet-groepsgebonden stafleden. Terrein-bescherming. Omdat we dit jaar op een zgn. ‘open’ kampeerterrein verblijven hebben we de volgende maatregelen genomen: • • •

het kampeerterrein én de weg naar de toiletten moet goed verlicht worden. de buitengrenzen van het terrein worden afgezet met rood-wit markeringslint. élke stafgroep zorgt voor een regelmatige controle van de eigen tenten.


G

• • • • •

tijdens dergelijke routine-controles wordt ook ín tenten gekeken naar de aanwezigheid van alle kinderen. in gezamenlijk overleg zijn er ’s avonds op het kampeerterrein op een centraal punt áltijd minimaal drie wakende stafleden aanwezig tot het moment dat meerdere (= minimaal 6) stafleden gaan slapen. de drie wakende stafleden beschikken minimaal over één mobiele telefoon en over drie zaklampen. de drie staftenten worden zó geplaatst dat álle slaaptenten van de kinderen ‘gezien’ en ‘gehoord’ kunnen worden door stafleden in de staftenten. alle kinderen krijgen op zaterdag een ‘nachtinstructie’. Alle kinderen móéten het volgende weten: -wáár zijn de wakende en slapende stafleden te bereiken, -hoe te handelen bij toiletgang (melding en route) en -een rood-wit markeringslint passeren betekent het kampterrein verlaten.

verleg met de gemeente kun je dan kijk


G DE ARBO LIJST

G8 G8.1

ONZE AFDELING

Vul onderstaande gegevens in en voeg dit straks bij je plan van aanpak. Zo heb je alle belangrijke gegevens bij elkaar.

Algemeen: Afdelingsnaam: Afdelingsnummer: Inschrijfnr. Kvk: Naam clubgebouw: Adres: Postcode en plaats: Telefoonnr:

Groepen: Leeftijdsgroep

Aantal leden

Minioren Maxioren Junioren Senioren 16-plus Leiding Bestuur Overige Totaal

Status clubgebouw: Status:

huur / onderhuur / eigendom / anders nl.

Type:

vrijstaand / aangebouwd / deelgebruik / kelder

Fundering:

palen / betonplaat / kruipruimte

Ligging:

stadswijk / dorp / platteland / park / bos


G Beheerder: Naam beheerder: Adres: Postcode en plaats: Tel. Nr.:

Indeling: Totale oppervlakte: Sanitair:

m2

Aantal douches: Aantal toiletten:

Aantal spellokalen: m/v gescheiden m/v gescheiden

ja / nee ja / nee

Gebruik clubgebouw: Dag

Dagdelen eigen gebruik Ochtend Middag Avond

Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag Zaterdag Zondag Dag

Dagdelen gebruik derden Ochtend Middag Avond

Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag Zaterdag Zondag

Plattegronden: Voeg bij dit formulier een plattegrond van: -

het clubgebouw met daarop aangegeven: vluchtwegen, blusmiddelen, telefoontoestel het buitenterrein met daarop aangegeven: vluchtroutes, verzamelpunt, aanrijroute hulpdiensten, gevaarlijke punten (sloten etc.)


G G8.2

DE

ORGANISATIE

O.1 De stichting 1 2 3 4 5 6 7

JA

NEE

N.V.T.

JA

NEE

N.V.T.

JA

NEE

N.V.T.

Zijn jullie een stichting? Heeft de stichting een Dagelijks Bestuur (DB)? Worden de leden regelmatig herkozen volgens de daarvoor geldende regels? De stichting heeft onroerende goederen in eigendom? Kan dit volgens de statuten? Er is geen aparte stichting die de accommodatie beheert? Als er een aparte stichting is die de accommodatie beheerd, wordt deze dan gecontroleerd door de groep? Totaal

O.2 Het Bestuur 1 2 3 4 5

Is vastgelegd en bekend wie waarvoor verantwoordelijk is? Wordt er gelet op belangenverstrengeling? (bv mag een voorzitter tevens penningmeester zijn?) Is er een huishoudelijk reglement? Wordt dit regelmatig ge-update? Worden bestuursvergaderingen genotuleerd? Totaal

O.3 Administratie 1 2 3 4 5 6

Wordt de ledenadministratie door de secretaris gedaan? Zijn van alle leden wilsverklaringen beschikbaar in de afdelingsadministratie? Wordt er een inschrijfformulier gehanteerd? Worden alle leden opgegeven aan de landelijke organisatie? Wordt de financiële administratie door de penningmeester gedaan? Vindt er regelmatig kascontrole plaats? Totaal


G O.4 Verzekeringen 1 2 3 4 5

6 7 8 9 10

JA

NEE

N.V.T.

JA

NEE

N.V.T.

JA

NEE

N.V.T.

Aansprakelijkheidsverzekering Zijn de leden en vrijwilligers WA verzekerd? Ongevallenverzekering Zijn de leden en vrijwilligers verzekerd voor ongevallen? Zelf af te sluiten verzekeringen Heeft jullie afdeling een reisverzekering? Heeft jullie afdeling een afdelingseigendommenverzekering? Heeft jullie afdeling een bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering? Onroerend goed verzekeringen Heeft jullie afdeling een opstal- en brandverzekering voor jullie gebouw (indien eigendom)? Heeft jullie afdeling een inbraak- en/of glasverzekering? Is op basis van de voorwaarden van de verzekering herbouw mogelijk tegen de nu geldende prijzen? Mag er volgens de polisvoorwaarden verhuurd worden aan derden? Vergoed de polis extra kosten voor asbest in geval van brand e.d.? Totaal

O.5 Contributie 1 2 3 4 5

Wordt de hoogte van de contributie regelmatig aangepast aan de gestegen kosten? Is er de mogelijkheid in perioden te betalen? Is er beleid m.b.t. betalingsachterstanden van mensen met een minimaal inkomen? Is er mogelijkheid tot automatische afschrijving? Wordt achterstand in contributie geaccepteerd? Totaal

O.6 District 1 2

Zijn jullie aangesloten bij een district? Nemen jullie deel aan districtsvergaderingen? Totaal


G O.7 Jong Nederland JA 1 2 3 4

5 6 7 8 9 10 11 12 13 14

15 16 17 18 19 20 21 22 23 24

Introductiecursus Is de introductiecursus verplicht in jullie afdeling? Wordt nieuwe leiding op introductiecursus gestuurd? Kamp/bivak cursus (zie ook kampen) Zijn er mensen in de afdeling die de kamp/bivak cursus gevolgd hebben? Wordt de mogelijkheid geboden om de kamp/bivak cursus te volgen als vrijwilligers dat aangeven? Overige cursussen Is er voor de vrijwilligers de mogelijkheid om cursussen te volgen? Beschikken de bestuursleden over voldoende capaciteiten? Wordt bij onvoldoende capaciteiten training aangeboden? Algemeen Worden stagaires speciaal begeleid? Worden cursussen door de stichting betaald? Is er een programma waarmee nieuwe leiding wordt opgevangen en ingewerkt? Krijgen nieuwe vrijwilligers voorlichting en instructie over risico’s, afspraken en maatregelen? Is de leiding zich bewust van de voorbeeldrol die zij vervullen t.o.v. leden? Zijn hierover afspraken gemaakt? Worden vrijwilligers aangesproken op eventueel fout gedrag? PR Wordt er controle uitgeoefend op de PR zodanig dat PRactiviteiten niet averechts werken? Wordt de naam Jong Nederland gevoerd in de afdelingsnaam? Hanteren jullie de huisstijl van Jong Nederland? Wordt er structureel aan werving van vrijwilligers gedaan? Is er een clubblad? Is er een redactie voor het clubblad? Heeft het bestuur vooraf een vorm van controle op de inhoud? Vindt er sponsoring plaats om de kosten te drukken? Wordt alles zomaar in het clubblad geplaatst? Is dat ergens vastgelegd? Totaal


NEE

N.V.T.

G O.8 Beleid JA 1 2 3 4 5 6

7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20

21 22 23 24

Algemeen Heeft het bestuur geformuleerd wat zij in de vereniging wil bereiken ( beleidsplan?) Is het beleidsplan bekend in de afdeling? Wordt de leidinggroep betrokken bij het voorbereiden van het beleidsplan? Hebben de senioren/16-plussers inspraak in het programma? Zijn er gemengde groepen en zo ja, wordt er dan apart geslapen? Is er bij elke gemengde groep in ieder geval 1 vrouw in het leidingteam? Rookbeleid Zijn er ruimtes aangewezen waar niet gerookt mag worden? Zijn er afspraken over roken tijdens de vergadering? Wordt er gerookt in het zicht van de leden? Mag er bij activiteiten met ouders gerookt worden? Wordt het rookbeleid gehanteerd bij verhuur aan derden? Mogen jeugdleden roken tijdens de groepsbijeenkomst? Alcohol en drugs Zijn er afspraken over het gebruik van alcohol en drugs tijdens groepsbijeenkomsten en kampen? (zie ook protocol Jong Nederland)? Zijn deze afspraken voldoende bekend bij de vrijwilligers? Zijn er afspraken over het gebruik van alcohol en drugs in de accommodatie buiten de groepsbijeenkomsten? Is het jeugdleden verboden om alcohol of drugs te gebruiken tijdens groepsbijeenkomsten/kampen? Is het alcohol protocol aanwezig in de afdeling? Ongewenste intimiteiten Is het protocol Óngewenste Intimiteiten van Jong Nederland bekend bij de vrijwilligers? Is er een vertrouwenspersoon bij wie men terecht kan met klachten over ongewenste intimiteiten? Is het protocol Ongewenste Intimiteiten aanwezig in de afdeling? Pesten Is er informatie beschikbaar over pesten in jullie afdeling? Zijn er afspraken over hoe om te gaan met pesten? Ongewenst gedrag? JA Is duidelijk afgesproken wat onder ongewenst gedrag (anders dan hierboven) wordt verstaan? Zijn er afspraken over hoe met dit ongewenst gedrag om te gaan?

NEE

N.V.T.

NEE

N.V.T.


G 25

26 27

28 29

30 31 32 33 34 35

36 37 38

Vrijwilligersbeleid JA Wordt er structureel aandacht besteed aan de waardering van de inzet van de vrijwilligers?

NEE

N.V.T.

NEE

N.V.T.

Is er een regeling voor de vergoeding van onkosten voor de vrijwilligers? Is er structureel aandacht voor het functioneren en het welzijn van de vrijwilligers? Minderhedenbeleid Is er aandacht voor minderheden? Wordt bewust geprobeerd de club toegankelijk te maken voor minderheden? Arbo beleid Worden nieuwe vrijwilligers voorgelicht over zaken die betrekking hebben op Arbo en veiligheid? Is er een procedure waarin de melding, registratie en rapportage van ongevallen geregeld is? Zijn de vrijwilligers op de hoogte van deze procedure? Kun je binnen de organisatie bij iemand terecht voor vragen over Arbo? Worden ongelukjes/ongevallen e.d. opgeschreven? Besteden jullie regelmatig aandacht aan de resultaten hiervan? Gehandicaptenbeleid Is de accommodatie toegankelijk voor gehandicapten? Is er een gehandicaptentoilet? Worden gehandicapten aangenomen als lid? Totaal

O.9 EHBO JA 1 2 3 4 5

Is de EHBO kist voldoende gevuld en is er iemand belast met het onderhoud? Heeft de EHBO kist een vaste plek die iedereen weet te vinden? Is er in iedere groep minimaal 1 leiding die een geldig EHBO diploma heeft? Zit er in de EHBO kist een “Aspivin” (gifzuigpompje)? Zit er in de EHBO kist een teken-pincet? Totaal


G G8.3

HET

GEBOUW

G.1 Veiligheid JA

NEE

N.V.T.

Algemeen

1

Er is een maximum aan het aantal in het gebouw aanwezige personen?

2

Er steken geen spijkers uit de muur op kinder/oog hoogte?

3

Is het dak beveiligd tegen kinderen die erop kunnen klimmen? Nooduitgangen en vluchtwegen

4 5 6 7 8 9

Zijn er voldoende nooduitgangen? Zijn de nooduitgangen/vluchtwegen vrij van obstakels? Is er indicatieverlichting (bordjes UIT en NOODUITGANG)? Zijn nooduitgangen voorzien van panieksluiting? Voldoen jullie aan de eisen die de lokale brandweer/gemeent aan het gebouw stelt m.b.t. veiligheid? (gebruikersvergunning) Worden de vluchtwegen ook regelmatig gecontroleerd? (gaan de deuren en ramen nog wel open en worden ze niet geblokkeerd door bv opslag van meubilair?) Telefoon

10 11 12

Hebben jullie een telefoon in het gebouw? Is de telefoon vrij te gebruiken voor alarmnummers? (kwartje erbij, voor kinderen bereikbaar) Zijn de alarmnummers duidelijk vermeld en actueel?

13

Is er een lijst van huisartsen/ziekenhuizen bij de telefoon aanwezig? Calamiteiten

14

Weet de brandweer/politie waar ze eventueel een sleutel kunnen halen van jullie gebouw? Hebben jullie een ontruimingsplan? Heeft de juiste instantie (brandweer?) het ontruimingsplan goedgekeurd? Zijn alle gebruikers van het gebouw op de hoogte van het ontruimingsplan? Is het ontruimingsplan nog actueel? Houden jullie wel eens een brand- of ontuimingsoefening? Krijgt de leiding instructie hierover?

15 16 17 18 19


G 20

Is er een sleuteladres in de buurt in geval van calamiteiten? Preventie

21

Is er een inbraakalarm installatie?

JA 22 23 24 25

26 27 28 29 30 31 32 33

34 35 36

De groepstijden staan niet vermeld op het clubgebouw zodat ongenode gasten niet bij voorbaat weten wanneer de kust veilig is? Staan nood-telefoonnummers op het clubhuis? Verkeert het hangen sluitwerk in goede staat? Er liggen buiten geen losse materialen die gebruikt kunnen worden om binnen te komen (losse tegel, paal)? Brandveiligheid Zijn er blusmiddelen aanwezig en herkenbaar door pictogrammen? Zijn de blusmiddelen bereikbaar? Worden de blusmiddelen jaarlijks gekeurd en wordt dit geregistreerd? Zijn de gebruikers van het gebouw geïnformeerd over het gebruik van de blusmiddelen? Is er een brandmeld installatie? Zijn er rookmelders aanwezig en werken deze? Maken jullie gebruik van vuurdovende prullenbakken? Worden binnendeuren gesloten bij vertrek zodat een evtentuele brand zoveel mogelijk beperkt wordt tot 1 ruimte? Jullie zorgen ervoor dat oudpapier opslag in of buiten het gebouw geen verhoogd brandrisico oplevert? Toegang tot het clubhuis? Het is geregeld dat niet iedereen sleutels bij kan maken? Is er een sleutelplan? De alarmcodes zijn niet bij meer mensen bekend dan strikt noodzakelijk? Totaal


NEE

N.V.T.

G G.2 Hygiene JA 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18

NEE

N.V.T.

Schoonmaak Worden de groepsruimtes regelmatig schoongemaakt? Is er een schoonmaakrooster voor het gebouw? Worden jeugdleden betrokken bij de schoonmaak en het onderhoud? Wordt met regelmaat een grote schoonmaak gehouden in het gebouw? Schoonmaakmiddelen en materialen Zijn er voldoende harde en zachte bezems aanwezig? Zijn er voldoende dweilen aanwezig? Worden de dweilen regelmatig gewassen? Zijn er voldoende stoffers en blikken? Zijn er voldoende theedoeken en vaatdoeken in de keuken? Worden de theedoeken en vaatdoeken regelmatig gewassen? Zijn er geschikte handschoenen t.b.v. het werken met schoonmaakmiddelen? Is er een bruikbare stofzuiger? Worden de ramen regelmatig gelapt? Maakt de blokhut een opgeruimde indruk? Ruikt het fris in het gebouw? Is duidelijk het verschil te zien tussen schoonmaakgerei en doeken voor de keuken en voor het sanitair? Wordt bij de aanschaf van schoonmaakmiddelen rekening gehouden met het milieu? Afval Kan het vuil weggegooid worden in afgesloten vuilnisbakken? Totaal

G.3 Electriciteit JA 1

NEE

Schakelaars zijn buiten bereik van kleine kinderen?


N.V.T.

G 2 3 4 5

Zijn de stopcontacten in de groepsruimtes (minioren) beveiligd? Is de groepenkast beveiligd tegen toegang door onbevoegden? Zijn er reservestoppen aanwezig van de juiste sterkte om na het springen van een stop de stroomvoorziening weer te kunnen herstellen? Zijn er vrijwilligers die weten hoe ze een stop moeten vervangen? Totaal

G.4 Keuken JA 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11

12

NEE

Worden de gasslangen van het fornuis jaarlijks gecontroleerd en regelmatig vervangen? Werkt de afvoer goed en verspreidt het afvoerputje geen onaangename geuren? Kan bij het afwassen de vuile vaat van de schone vaat worden gescheiden? Is ventilatie mogelijk in de keuken? Worden de filters in de afzuigkap regelmatig schoongemaakt of vervangen? Is er een koelkast aanwezig? Wordt deze regelmatig schoongemaakt? Wordt er gelet op de houdbaarheidsdata van producten in de koelkast? Wordt de keuken regelmatig schoongemaakt? De vaatwasmachine (indien aanwezig) is beveiligd tegen openen tijdens het draaien? Tapinstallatie Indien er een tapinstallatie aanwezig is, wordt de ruimte waar de koolzuurgasflessen staan voldoende geventileerd, zodat weggelekt gas zich niet kan ophopen? Worden de aansluitingen van de koolzuurgasflessen regelmatig gecontroleerd en wordt dit genoteerd? Totaal

G.5 Sanitair JA 1

Word het sanitair regelmatig voldoende schoonge-


NEE

N.V.T.

N.V.T.

G 2 3 4 5 6 7 8 9

maakt? Zijn er voldoende handdoeken in de wasruimte? Worden die handdoeken regelmatig gewassen? Is er zeep aanwezig? Is er voldoende sanitair? Kunnen kleine kinderen bij de wasbak en de kraan? Zijn er 1 of meer douches? Zijn deze voorz ien van thermostaatkranen om ongelukken met (jonge) kinderen te voorkomen? Zijn er maatregelen genomen tegen het risico van legionella bacteriën? Totaal

G.6 Berging/opslag JA 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15

NEE

Algemeen Is er een aparte berging voor materialen en gereedschappen? Is de berging groot genoeg? De berging is niet toegankelijk voor jeugdleden cq onbevoegden? Is de bergruimte doelmatig ingericht? Zijn er nog kleinere bergingen/kasten? Zijn ook deze doelmatig ingericht? Stellingen Zijn stellingen/kasten zo geplaatst dat deze niet kunnen omvallen/scharen? Is bekend wat het draagvermogen van de aanwezige stellingen/kasten is? Wordt hier ook rekening mee gehouden? Tillen/hijsen Is de opslag van materialen zo ingericht dat er niet zwaar getild hoeft te worden? Hebben jullie voorzieningen voor het transport van zwaar materiaal? Gassen Heeft jullie gebouw een deugdelijke berging voor gasflessen en tankjes, die voldoet aan de wettelijke eisen? Zijn jullie bekend met de wettelijke eisen voor (maximale) opslag van gassen? Kisten en verpakkingen Zijn kisten en andere verpakkingen vrij van splinters en beschadigingen? Is met het gewicht van kisten e.d. rekening gehouden met de beperkte kracht van jeugdleden/leiding?


N.V.T.

G 16 17 18 19 20 21

22 23 24

Zijn kisten afsluitbaar en goed schoon te houden? Trappen en liften Is de trap voorzien van stevige anti-slip bekleding of is deze ruw genoeg om uitglijden te voorkomen? Heeft de trap leuningen? Zijn de leuningen zo aangebracht dat de handen niet klem kunnen lopen? Is de trap niet te steil (m.a.w. kan er normaal, voorwaarts worden afgegaan)? Indien de trap steil is, is deze dan niet toegankelijk voor jeugdleden? JA

NEE

N.V.T.

JA

NEE

N.V.T.

Wordt de lift jaarlijks gekeurd? Heeft de lift een alarmsignaal en is dit goed hoorbaar? Wanneer er verder niemand in het gebouw is, is er de mogelijkheid om in geval van nood de buitenwereld te bereiken (telefoon in de lift)? Totaal

G.7 Meubilair 25 26 27 28

29 30 31

32 33 34

Algemeen Is het meubilair afgestemd op de leeftijd van de gebruikers? Is het meubilair stapelbaar? Veiligheid Zijn kasten geborgd tegen omvallen/omtrekken? Zijn klaptafels en banken geborgd tegen onbedoeld inklappen? Kapstokken Zijn er voldoende kapstokken? Hangen de kapstokken voor de kinderen op de juiste hoogte en beschermd? Zijn de kapstokken zodanig beschermd dat stoeiende kinderen niet met hun hoofd tegen de kapstok aan kunnen vallen? Wettelijke eisen Voldoet al het meubilair aan de wettelijke eisen? Wordt bij ‘krijgertjes’gekeken naar de wettelijke eisen? Zijn er krukken en/of bureaustoelen met minder dan 5 poten? Totaal


G


G G.8 Binnenklimaat JA 1 2 3 4 5 6

7 8 9 10 11

12 13 14 15 16 17 18

Ventilatie Beschikt de ‘vergaderruimte’ over voldoende ventilatie? Is er voldoende mechanische ventilatie in de accommodatie? Zijn afzuiging van de keuken en sanitair gescheiden systemen? Is de capaciteit van de afzuiging voldoende bij intensief douchen? Kunnen de ramen open? Is er voldoende natuurlijke ventilatie in de accommodatie? Verwarming Als er centrale verwarming is, wordt de ketel dan periodiek onderhouden? Als er een open haard is, wordt de schoorsteen dan periodiek geveegd? Mag er, indien aanwezig, onder alle omstandigheden een haardvuur worden gestookt? Mag dit door iedereen gebeuren? Wordt er op gelet dat in de open haard alleen ongeverfd hout gestookt wordt? Verlichting Is het verlichtingsniveau toereikend voor de activiteiten die er plaatsvinden? Is de verlichting beschermd tegen bv. ballen? Geluid Is de akoestiek in de ruimte acceptabel (niet teveel galm)? Is de situatie zodanig dat geluid uit de ene ruimte acitivteiten in een andere ruimte niet kan storen? (Lucht)vochtigheid De luchtvochtigheid ligt binnen acceptabele grenzen? Er komt geen schimmelvorming voor? Er zijn geen vochtproblemen in het algemeen? Totaal


NEE

N.V.T.

G G.9 Onderhoud JA 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15

16 17 18

19 20 21

NEE

N.V.T.

Planning Zijn er afspraken over de uitvoering van onderhoudswerkzaamheden? Worden de werkzaamheden afgestemd op eventuele lichamelijke beperkingen? Zijn er voorschriften voor diverse (onderhouds)werkzaamheden? Zijn er voorschriften voor alleen werken? Legionella Zijn er maatregelen genomen die de kans op besmetting van drinkwater door legionella beperken? Beveiliging/veiligheid Zijn kasten met gevaarlijk gereedschap voorzien van (kinder)sloten? Zijn er tijdens ‘gevaarlijke’ onderhoudswerkzaamheden minimaal 2 personen aanwezig? Worden er bij het werken boven 2,5 meter hoogte extra veiligheidsmaatregeln getroffen? Worden er veiligheidsmaatregelen getroffen als het dak gerepareerd wordt etc.? Wordt er tijdens het gebruik van bijtende middelen en slijpapparatuur met een veiligheidsbril gewerkt? Is er veiligheidskleding? Zijn er persoonlijke beschermingsmiddelen? Wordt bij machinelawaai gebruik gemaakt van gehoorbescherming? Is de vloer glad en veilig (geen splinters)? Is de hardheid van de vloer afgestemd op het gebruik (of omgekeerd)? Gereedschappen Is electrisch gereedschap voorzien van deugdelijke snoeren, stekkers en dergelijke? Wordt ‘gevaarlijk’gereedschap tijdens pauzes niet onbeheerd achtergelaten? Worden middelen/apparaten met een electriciteitssnoer die regelmatig in beweging zijn periodiek op draadbreuk gecontroleerd en wordt dit geregistreerd? Ladders Zijn de ladders en of steigers goedgekeurd? Zijn de ladders deugdelijk en stabiel? Worden de ladders tijdens gebruik gezekerd?


G 22 23 24 25

26

JA

NEE

N.V.T.

JA

NEE

N.V.T.

Er is in de accommodatie geen asbesthoudend materiaal verwerkt of aanwezig? Zijn eventueel aanwezige asbesthoudende materialen onbeschadigd (bv plaatmateriaal of eterniten dakbedekking)? Staan gevaarlijke stoffen zoals chloor, spiritus, petroleum, wasbenzine e.d. buiten bereik van kinderen? Wordt er bij verfwerk binnen gebruik gemaakt van verven op water- of acrylbasis (i.v.m. bevatten en inademen oplosmiddelen)? Storingen/tekortkomingen Is er een procedure voor het melden van storingen en tekortkomingen? Totaal

G.10 Huur en verhuur 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

Huur Is er regelmatig overleg met de eigenaar van de accommodatie? Is er duidelijkheid over de vraag wie welke kosten draagt bij reparaties? Is er een huurcontract? Verhuur algemeen Wordt bij verhuur aan derden rekening gehouden met behoeften van de eigen groepen? Is er een standaard huurcontract en wordt dit gebruikt? Zijn er bij verhuur aan derden beperkingen (bv. geen feesten en partijen) c.q.hebben jullie zelf een dergelijke beperking bepaald? Staat de verzekering huur aan derden toe? Verhuur voor overnachtingen Mag er volgens eventuele vergunningen in het clubhuis worden overnacht? Is er een aparte ruimte beschikbaar als slaapzaal? Is er een aparte ruimte waar leiding kan slapen? Totaal


G G.11 Buitenterrein JA 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19

20

21

NEE

N.V.T.

Algemeen Maakt het terrein een opgeruimde indruk? Fietsenstalling Is er gelegeheid om de fietsen goed te stallen? Is er voldoende stallingscapactiteit? Vuilniscontainers Gaat het vuil iedere week met de ophaaldienst mee? Is de vuilopslag op voldoende afstand van het hoofdgebouw? Staan containers vast (bijv. kettingen)? Terreingesteldheid Is het terrein rondom de blokhut verhard? Zijn gevaarlijke situaties in de directe nabijheid van de accommodatie geïnventariseerd en zo mogelijk verbeterd? Is er een veilige aan/afvoerroute voor met name de jeugdleden (avond)? Is er een voorziening die voorkomt dat leden direct de openbare weg op kunnen rennen? Is er een mogelijkheid om buiten te schuilen bij regen? Is het verharde deel van het terrein voldoende onderhouden (losliggende, uitstekende tegels)? Is het onverharde deel van het terrein voldoende onderhouden (kuilen, struikelgevaar)? Is het terrein voldoende overizichtelijk? Toegankelijkheid Zijn er afspraken over auto’s op het terrein? Is er een hek om het terrein? Is dit hek veilig? Het terrein om de accommodatie is eigen terrein? Is dit duidelijk voor iedereen die het terrein onbevoegd wil betreden? Brandveiligheid Er liggen geen losse materialen die uitnodigen tot brandstichting? Speeltoestellen Staan er permanente speeltoestellen opgesteld die eigendom zijn van de groep en voldoen die aan het besluit veiligheid attractie- en speeltoestellen?


G JA 22

23 24 25 26 27 28 29 30

31 32 33 34 35

36 37 38

Er worden geen tijdelijke speeltoestellen op het terrein gelaten zonder dat er toezicht is? Verlichting Is er voldoende buitenverlichting? Is deze verlichting beschermd tegen vandalisme? Planten en bomen etc. Er zijn geen gevaarlijke planten in de omgeving? Er zijn geen risicovolle bomen in de omgeving (vallende takken)? Het is niet mogelijk om erg hoog te klimmen of te klimmen in bomen met rot hout, waardoor klimmen gevaarlijk wordt. Het terrein is niet toegankelijk voor honden? Indien wel toegankelijk voor honden; worden er maatregelen genomen om overlast door ontlasting te voorkomen? Wordt tijdens snoeiwerk van grotere takken het terrein in de directe omgeving afgezet? Kampvuur Er is een kampvuurkuil? Is bij de kampvuurkuil rekening gehouden met windrichtingen, vluchtwegen en een voldoende ruime opzet? Zijn er (gemeentelijk) regels die gelden voordat gestookt mag wordene en voldoen jullie daaraan? Is de directe omgeving van de kampvuurkuil brandveilig? Is bij iedereen bekend aan welke regels voldaan moet worden voordat gestookt kan worden? (kampvuurprocedure) Sociale controle Staat de groep op goede voet met de buren? Zijn er buren die, qua terreingesteldheid, het terrein kunnen overzien? Weten de buren wie ze moeten waarschuwen in geval van problemen? Totaal


NEE

N.V.T.

G G8.3

ACTIVITEITEN

A.1 Algemeen JA 1 2 3

4 5 6

7 8 9

NEE

N.V.T.

Communicatie Is het noodzakelijk dat leiding/leden tijdens een activiteit met elkaar in verbinding staan of contact met elkaar kunnen leggen, is dat dan mogelijk? Zijn er afspraken over onderlinge bereikbaarheid tijdens activiteiten (telefoonlijstje 06-nummers)? Heeft de groep zelf communicatiemiddelen ter beschikking? Dropping, survivaltochen, speurtochten Is er een veiligheids- en calamiteitenplan tijdens droppings en tochten? Worden jeugdleden begeleid bij droppings en speurtochten? Wordt er gebruik gemaakt van veiligheidsvesten als leden op de openbare weg activiteiten uitvoeren wanneer trottoirs ontbreken (bijv. polderwegen)? Weer Wordt bij buitenactiviteiten rekening gehouden met de juiste kleding voor het juiste weertype? Wordt rekening gehouden met weersveranderingen wanneer leden zich langdurig buiten ophouden? Worden er slecht weerprogramma’s achter de hand gehouden bij het plannen van buitenprogramma’s? Totaal


G A.2 Spelmateriaal JA 1 2 3

4 5 6

7 8 9 10 11 12 13

14 15 16 17 18

Algemeen Wordt het spelmateriaal regelmatig schoongemaakt? Wordt het spelmateriaal goed onderhouden? Wordt bij spelen rekening gehouden met de gevaren ervan (harde ballen e.d.)? Kaart en kompas Zijn gebruikte stafkaarten recent? Zijn de kompassen in goede staat? Wordt voldoende instructie gegeven alvorens jeugdleden met kaart en kompas het veld in te sturen? Pionieren Wordt het pionierhout onder de juiste omstandigheden bewaard? Wordt het pionierhout regelmatig gecontroleerd en zo nodig vervangen en wordt dit geregistreerd? Worden touwen regelmatig gecontroleerd en zo nodig vervangen? Worden touwen onder de juiste omstandigheden bewaard? Worden takels en katrollen regelematig gecontroleerd en zo nodig vervangen? Treffen jullie voldoende veiligheidsmaatregelen bijj het maken van pionierobjecten? Worden er bij de permanente pionierobjecten en/of gebruik van de pionierobjecten door derden de wettelijke veieligheidseisen gehanteerd die voor speeltoestellen gelden? Is bekend waar men op moet letten bij het maken van kabel- en tokkelbanen? Is er iemand aangewezen die toeziet op het juist uitvoeren van deze constructies? Zijn de materialen en voorzieningen aanwezig om dergelijke banen veilig te kunnen bouwen? Klimmen en abseilen Vinden klimactiviteiten en abseilen onder deskundige leiding plaats met daarvoor bestemd materiaal? Wordt het klimmateriaal regelmatig gecontroleerd?


NEE

N.V.T.

G JA 19

20 21 22 23

24 25 26 27

28

NEE

N.V.T.

Wordt er een logboek bijgehouden t.a.v. het gebruik van klimtouwen en worden deze touwen tijdig vervangen? Wateractiviteiten Leidinggevenden die wateractiviteiten begeleiden (inclusief zwembadbezoek) hebben altijd minimaal 2 zwemdiploma’s? Jeugdleden moeten in het bezit zijn van 2 zwemdiploma’s alvorens ze alleen in het diepe mogen zwemmen? De leiding is geoefend in reddend zwemmen? Tijdens acitiviteiten op open water worden zwemvesten gedragen? Hakken en zagen Hebben jeugdleden toestemming nodig om een zaag of bijl te gebruiken? Bij gebruik van zagen en bijlen door jeugdleden is altijd toezicht van leidinggevenden? Bijlen en zagen worden altijd op de juiste wijze opgeborgen? Bijlen zagen worden op de juiste wijze onderhouden? Electrische apparaten Is er vastgelegd waar en hoe tijdens groepsbijeenkomsten en activiteiten apparaten zoals magnetron, oven, waterkokers, fritespannen e.d. mogen worden gebruikt? Totaal


G A.3 Kampen en weekenden JA 1 2

3 4 5

6 7 8

9 10 11 12

13 14 15 16 17 18 19 20

Zijn er afspraken gemaakt over het gebruik van alcohol en/of drugs door leiding, bestuur en leden tijdens de bijeenkomsten of het kamperen? Is er voor de medewerkers een rooster van ‘vrije tijd’ tijdens weekenden of kampen? Verantwoordelijkheden Is er op de kampen 1verantwoordelijke coördinator (kampleider)? Gaat er per kamp/weekend minimaal 1 persoon mee die een kamp/bivak cursus gevolgd heeft? Worden er eisen gesteld aan de kampvaardigheid van de jeugdleden? Kamplocatie Is er inspraak over de keuze van de kamplocatie? Is er sprake van bepaalde eisen die jullie stellen aan een locatie en zijn die vastgelegd? Wordt er op kamp aandacht besteed aan de plaats waar de tenten (denk bijvoorbeeld aan risicovolle bomen, windrichting en regenoverlast) komen te staan? Is tijdens het kamperen goed bekend wat de vluchtwegen zijn op de kamplocatie? Is tijdens het kamperen bekend wat de alarmnummers zijn? Is tijdens het kamperen bekend waar de EHBO- en brandblusmiddelen hangen? Wordt er aandacht besteed aan de veiligheid bij het programmeren? Sanitair Is er voldoende sanitair aanwezig? Is het mogelijk om na gebruik de handen te wassen? Zijn er door de kamplocatie maatregelen getroffen tegen het risico van legionella? Hebben jullie daar bewijs van gezien? (logboek) Hygiene Worden tenten regelmatig gelucht? Worden slaapzakken regelmatig gelucht? Kampeermaterialen Wordt rekening gehouden met brandveiligheid van tenten (materiaalkeuze)? Hebben de tenten vaste grondzeilen?


NEE

N.V.T.

G JA 21 22 23

24 25 26 27 28 29

30 31 32 33 34 35 36

NEE

N.V.T.

Heeft de groep een mogelijkheid om natte tenten te drogen? Zijn er reservematerialen mee op kamp om in geval van nood kleine (nood)reparaties aan tenten uit te voeren? Is er bewust gekozen voor de afmetingen van de tenten? Gastanks en formuis Zijn alle gebruikte gastanks goedgekeurd? Wordt gelet op de keuringsdata van gastanks? Worden alleen gastanks gehaald bij een officiële dealer? Zijn gasslangen goedgekeurd? Worden slangen en aansluiting afgesopt voor ingebruikname? Worden gastanks veilig geplaatst (uit de zon, weg van open vuur)? Persoonlijke uitrusting Worden door jullie paklijsten verstrekt (o.a. voor minioren)? Wordt er onder toezicht weer ingepakt bij vertrek? Worden er aanbevelingen gedaan over te gebruiken slaapuitrusting (luchtbedden, matjes etc.)? Worden er aanbevelingen gedaan over te gebruiken slaapzakken (materiaal, temperatuurbereik)? Worden leden voorgelicht over aanschaf juiste type rugzak? Wordt er met tochten gelet op overbelasting (te veel meenemen in rugzak)? Zijn er afspraken m.b.t. het dragen en/of in bezit hebben van messen? Totaal


G A.4 Voeding op kamp/weekend 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

11 12 13 14 15 16

JA

NEE

N.V.T.

JA

NEE

N.V.T.

Voeding Koken jeugdleden zelf? Hebben jeugdleden invloed op de samenstelling van het menu? Wordt er dagelijks een warme maaltijd ingepland? Wordt er bij het samenstellen van het menu rekening gehouden met de schijf van 4? Is er een kookstaf? Hygiene Is er een mogelijkheid bederfelijke etenswaren te koelen? Wordt gelet op houdbaarheidsdata? Worden etenswaren weggegooid na overschrijding van de THT datum? Is er aandacht voor en instructie over hygiene op kamp bij de voedselbereiding? Worden er maatregelen getroffen tegen de aanwezigheid van vliegen? Voedsel klaarmaken Wordt rauw vlees gescheiden gehouden van andere c.q. reeds bereide voedingsmiddelen? Wordt toegezien op het op de juiste wijze bereiden van eten door jeugdleden, met name of vlees voldoende gegaard wordt? Worden de handen gewassen alvorens met het bereiden van het voedsel te beginnen? Wordt het voedsel goed afgedekt? Worden pannen e.d. niet op de grond geplaatst? Wordt de kampkeuken dagelijks schoongemaakt? Totaal

A.5 Vervoer 1

2 3

Algemeen Wordt er op toegezien dat de autogordels aanwezig zijn en gebruikt worden? Eigen vervoermiddelen Worden de eigen vervoermiddelen (aanhangers e.d.) goed onderhouden? Zijn de vervoermiddelen indien nodig APK gekeurd en verzekerd?


G JA 4 5

6 7 8 9 10 11 12 13 14

NEE

N.V.T.

Is er een procedure voor het melden van tekortkomingen of mankementen aan eigen vervoermiddelen? Zijn alle vrijwilligers op de hoogte van deze procedure? Fietsen Worden de fietsten van jeugdleden gecontroleerd voordat ze naar het kamp fietsen? Is er een instructie waarin vermeld staat hoe er met kinderen in een groep gereden (gefietst) moet worden? Zijn er plakmiddelen beschikbaar? Gaan jeugdleden altijd in groepjes op pad met de fiets? Gaat er altijd leiding mee? Heen en terug Wordt er op toegezien dat er in personenbus of auto het maximaal aantal toegestane personen niet overschreden wordt? Wordt bij gebruik van personen auto’s (brengen door ouders) rekening gehouden met de drukte die dit oplevert bij en op de kamplocatie? Hebben de auto eigenaren die rijden voor de club een inzittendenverzekering? Worden er routebeschrijvingen verstrekt? Totaal

Uitgave: Jong Nederland Leusden, 2001 De Arbolijst van Jong Nederland is tot stand gekomen met medewerking van Scouting Nederland en Scouting Zuid-Holland. Met dank aan: Jaap de Neef, Jong Nederland de Fakkel te Eindhoven, Walther van Maren


G Informatie Geregeld

Recommend Documents