D E
P L I G T D E S
G E B E B S» AANGEDRONGEN
DE. VERHORING
DER
DOOR
GEBEDEN,
WELKE
D E K E R K OPZOND T O T G O D , O M D E VERLOSSING V A N PETRUS UIT D E GEVANGENIS, VOORGESTELT
JL JE JE M
IN E E N
JEL JE JD JE OVER
HAND.
XII vers 5.
Uit het Engehch vertaalt.
Te
By H.
V A N
UT R E C
HTi
O T T E R Li O
O,
Boekverkoper op de Oude Gragt tuffchen de Bcfem- en Bakkerbruf.
.17 8*.
Het krachtig Gebed des regtveerdigen vermag veel JACOBÜS 5: 16.
VOORBERÏGT. JO)EEZE Leerrede wierd my ter
hand gefield, mei
verzoek, om die in het Nederduitfch te vertalen: vervolgens wierd dezelve door verfcheide Godvrugïigen geheven, die "er uitfieekend veel genoegen in vonden, en hunne begeerte betuigden, dat dezelve door den druk gemeen wierd gemaakt, ah zynde een gepast middel om Gods Volk, en alle wixare liefhebbers van het dierbaar Vaderland aan te moedigen, om byzonder in deezentyd,'ernftig,ootmoedig en gelovig aan te houden in het gebed, om alle heil voor Land en Kerk by ' sJieeren troon te zoeken. >
Dit
c
bewoog my, om deeze Leerrede thans ter
drukperfe over te geven: Verwyl het genigt der [toffe en de nadrukkelyke wyze van voorfiel, geene verdere aanpryzing noodig heeft.
a
V O O R B E R I G T . En offchoon dezelve in het naburig Ksningryk ge-
predikt is, zyn verfcheyde opwekkingen daar in vervat , niet minder nodig en toepaffelyk op ons Land, in deezen^ tyd. Mogt de kragtige werking van den Geest der genade en der gebeden, het voorftel in deeze bladeren vervat, tot
een zegenfiellen!en ons Vader-
land op nieuw een getuige zyn en blyven,- dat God van Nederland een hoorder des gebeds is!
HAJSh
de
<
H A N D .
3 >
ir. vers 5.
Petrus dan wierd ik de gevangénisfe
bewaard,
maar van de gemeente wierd. een gedurig geled tot God voor hem gedaan.
H e r o d e s , een vervolger van de gemeente, ftrekte zyne handen uit om fommige van dcszelfs lev den te kwellen; hy doodde Jacobus den Broeder van Johannes met den zweerde, en om dat hy zag dat het den Joden behaagde, ging hy voort o m ook Petrus te vangen.
H y zette hem in de gevan-
genis, ketende hem aan twee andere perfonen vast, en gaf hem over aan de zorg van zestien foldatcn ; van welke vier te gelyk nagt en dag de wagt over hem hielden; en na Paaflchen was hy voornemens hem ter dood te laten brengen: maar in de zelfde nagt, voor de uitvoering van zyn vonnis, wierd Petrus wonderlyk bevryd tegen het voornemen van Herodes, tegen de verwagting der gevangenen, en tegen het voornemen van zyne bewaarders. A s
Door vvel-
*C
4
>
welke middelen is dit ter uitvoer gebragt? Door het gebed der gemeente; van den tyd af dat Petrus gevangen was genomen, wierd het gebed zonder ophouden voor hem gedaan: en toen de gemeente wist dat zyne vonnis - velling de naast volgende dag vast gefield war,, hadden zy befleten, om de ganfche nagt met God voor hem te worstelen in het gebed. Eehdragtdyk bczet&n zy den genade troon, met hunne ernftige en hartelyke verzoeken voor de verlosfing van Petrus, en zy zyn verhoord. Terwyl zy biddende waren, gaf God hun den gevangene als een antwoord op hunne gebeden. Over deeze zaak, wilde ik fommige beoefFenende aanmerkingen maken tot gebruik van Gods Vo^k in deeze tyden.
Het geen ik voor het tegenwoor-
dige alleen betrekkeïyk tot ware gelovigen zal aanbinden, ik hoop dat G o d hun geven z a l , om my met voordeel en bevordering voor hunne zielen te horen! Myne Broederen! gy weet den benaauwden ftaat van onze zaken.
Geheel Europa is in verwarring;
onze zaken hier te Land zyn onbeftendig; en buiten 's Lands zyn wy in oorlog met vyanden :die zig zeiven beroemen in hunne overwinningen. dierbaarfïe dingen zyn in het grootfte gevaar.
Onze De
Heere fchynt ons overgegeeven te hebben aan onze bloedige vervolgers.
Ziet rondom u ! G y hebt geen uit-
< 5 > tóztgt van vcrlosfing by'ecnige menfcheïyke raiddekn:°waar zullen wy dan om hnlne gaan? God moet onze cenige toevlugt zyn: als wy op Hem ter vei> •losfing konnen vertrouwen, dan wil Hy ons verlossen; en hebben wy eenig vertrouwen op Hem, da» zullen wy het ook door gebeden uitdrukken- Ea tot onze.bemoediging in het bidden, en om een zegen op onze gebceden te verwagen, toten wy de gebeurtenis die voor ons ligt overdenken; en mogt God my zoo beuïeren tot fnreken, en u tot hcoren, dat.Wy rcogten bidden zonder op bonden, gclyk zy in den Text deeden, tot'dat onze uitkomst zy gelyk de hunne! ö dat God over ons wilde uitwonen den. Geeft der genade, der gebeden, en der imekingen, en ons een biddend volk maken, tot dat hy ons van alle onze vyanden bevryd, en ons een gelukkig Volk maakt!
Laaten wy tot dat cynde eenige beoefFencndc gebruiken van den Text maken , en in aanmerking neemen: VOOR EERST, dat, wanneer de opregttn ik fenig gevaar of moeijelykfieden zyn, en het God belieft • hen te verlosfen, Hy dan in hun hart geeft, om voor hunne bevrydinge te bidden. Wy hebben hier van in de Schrift meenig voor• beeld, en meenig üitdrakkelyk voorftcl waar op wy .
deeze leere gronden. \
A 3
Wy
< 6 > W y zyn nooit bekwaam om regt te bidden zonder den Godlyken bvfiand.
„ Het is het ampt van
„ den Heiligen Geest, om ons in onze zwakheden „ te helpen: want als wy niet weeten wat wy bid„ den zullen, zeg: de Apostel, gelyk het behoord, „ dan bidt de Geest zelfs voor ons" Ram. 8: $6. H y helpt onze zwakheden voor dat wy bidden, door ons onze gebreken te doen zien, en hy helpt ons va het bidden, in dat te begecren, het geen hy weet dat onze Hemelfchc Vader ons geven w i l ; zodanig gaf hy in hun hart, om zonder ophouden voor Petrus vcrlosfing te bidden. Indien hy hen in hunne zwakheden niet had geholpen, elke onhandigheid was-zoo tegen, dat zy geen hoop op hunne gebeden k . den hebben: maar n
H y verfierkte hun geloof, en zy zagen over alle zwarigheden heen, zy zagen een geopenden weg voor Petras ontkoming, niet tegenfiaande de wreedheid van Herodes, de geilrengheid en veelheid van de wachten, de geflotenheid van het gevangenhuis, en de nabyheid van Petrus dood.
Z y wisten, G o d
was magtig, en zy geloofden dat het zoo zyn z o u ; dat H y , om de ccre van Zyn naam, hem bevryden z o u , en daarom zy baden zonder ophouden. Myne Broederen! vind gy u zclven meer tot bidden opgewekt in de tegenwoordige beroerende tyden? Z y n uwe harten zeer bereid om te bidden, dat
<
7 >
dat G o d van deeze beroeringen een ^gj» ken, en om voor ons de zeegèmngen van den Pro U n d f c h e n Godsdienst te bewaren ? Beteed gy veel tyd met G o d : worstelt gy met hem in gebeeden: hebt gy beüoten om hem niet te laten gaan tot dat hy u hoort en antwoordt? Indien de zaak zo , dan zullen wy zekerlyk bewaard worden: als 'slleeren Volk gebragt word tot vurig en ernlbg bidden; als zy dikwils in hun binnekamer gaan en om den vreede van ons Jerufalembidden; dan nebben wy geen nood, dan behoeven wy niet te wanhopen; hoewel alle dingen tegen ons werken gelyk in het geval van Petrus, nogtans, indien G o d m onze harten geeft om te bidden om behoudenis, gelyk H y deed in de harten der qpregten onder hen , dan mogen wy ons zeiven desgelyken zegenend antwoord als zy, op onze gebeeden beloven. i s
E n dit is myne TWEEDE BEOEFENENDE A A N G I N G dat het gelovig gebed nooyt zonder zegen wederkeert. Petrus is gekeetend, bewaart in het gevangenhuis" zyne vyanden waren veel; zyne vrienden w e * - ' - Z y n e vyanden hadden alle wereldfcmagtom hem te vermelen; zyne vrienden hadden G o d eeniglyk om zig by te vervoegen om zyne verloffing, cn tot hem gingen z y ; zyne vyanden zweeren t faamen; zyne vrienden bidden; de famenfweenng tegen Petrus leven k o n , menfehelyker wys gefproken, A 4
v e r
''
<$> renêzk -wetêes^ morgen reïiest fey flerven | r r s » her gebed fcragt God U n ü . 1 tot zyne h a * en byfefid; de deuren van het gevangenhufe waal ren veyllg geCoten; caar het gebet! erende den Hecfel, en God ers ons de krogt van het gebed te doen zien, ü è P O T M zyne vrienden, cerwyl zy biddende m a a ; ak of-God ze. de das Oen gy
ÉBÓi
WTTjfTTlir
W L
r
—
r r i ' i i W M ^ jTii_
'
1-, 't
dus ten voSen de middelen van z^ne verfoffir» wyzence. Het gebed van". £ & jggsg Kng, hy LOB den hemel openen en fkdren. Ais het gebed « n éésen regtveerd%en zco veel vehno. gen heeft, wat koenen niet de verëensrde gebeeden reei regtveerdigen. doen ' Gebed im aïfen as grnfcnd omwimen, en de overfcad hebfa» hemel en op ssrde; be km opkliimren tot G e i , en voor zyn genadetrcoo ^gen, zonder te vertrek ten, tot dat de Heere ar-woord; en wanneer '-et t^mwocru wordt, komt hez needer net g e ^ en *Be menfchek&e magt a t ccderwerping noodzaken.
£
t
r
' * ^ ' en gy zul: my " ^ o te bevryden van de benanwtneid en God heeft deeze beloften afeyd vervuld; daar is geen voorbeeld ïn de Heü%e Scèrift, wsnaeer de C T
u
V 1 Z
Kerk
< 9 > Kerk 2% verêeragde in een algemeen verzoek aan. God; of hy beeft het ahyd gehoord en beanewoord; en inderdaad, hoe zoo de unkonst ook komen feilen? ïngegeeven zynde door den Heyhgen Geeft voorgedragen door Jefus Christus, en-ver^ j. i.-r:.-er.ca- re-'.r-vcrk r-T.cr
zelfe gedaan: hy ftek bet voor als zyn eigen; es • -.. G d ~- Vi.';-- he: cebed var. ~~ veelgehefden Zoon aften? Zoo ver is Hy van het af te (ban, dar Hy het 2% voorikfr, Hem 200 verTnakdvk te zvn, sebyk de aangenaam!!e geer voor ons is:want dte%eekr Jóhannes van onzenHeere Jezus, onder het caraéter van den Engel des Verbond?, Openb. t. „ daarvrierd Czegt hy) " hem rrA ï -:^. ;^r n . Ir. h* --jade cyrex „ mit di gebeeden der Amgw, of dm gouden „ altaar die roer dm troon iras, en de rook ran „ fut reabrerk, kram met de gebeden van de hst„ hgcm voor des troon , opklimmende {met aan„ neemimj roet God, uit de hand des Engels. L.".:-:-" c~zt z~- ----~ - :di--er. ~ : : ie .•• -"> de geur van zyne verdiensten! en dan hebt gy het woord van zyne beloften , dat wat gy den Vader rel" ': iii7. vr. ~~t~ . er." he: rul: -?r.rar.z:r.. Nu rnvne Christen Vrienden en Broederen! (wan: tot zuftea fpreek ik nu aHeea) zeden dar gy van A ^ ' r
5
aJ
y
:
<
I© >
deeze waarheden overtuigt zyt, zyt gy bezorgt om die te beoeffenen? Laaten wy te rag zien, en elk van ons, onze eigen confcientien onderzoeken: Hoe veel tyd hebben wy dezen dag hefteed, om te bidden voor de benauwtheid van onze mede^ fchepfelen? Veeïe zyn in gevangenis; hebben wy voor hun gebeden ? Verfcheyden Christenen zyn in benauwtheid, onze Hervormde Broeders in Vrankryk worden vervolgd; onze Broederen in den bloede, zoo wel als in het geloof lyden in America; de Christen wereld is in oorlog en beroering, en het Proteftandfche belang naby de vernieling; zyn wy deezen dag ernftig met G o d in het gebed geweest, dat H y een einde geliefde te maken van alle deeze ellenden? hoe regtveerdig kan G o d ons verfteeken laten van zyne hulp, als wy met l Icm niet pleitende geweest zyn, om de hulp voor anderen; en als 'er iemand van ons is, wiens gewecten hem onderrigt, dat hy deezen dag, geen medclyden heeft gehad, met Christus verdrukte leeden, laat zulk een mensch zig zelvcn nu verootmoedigen, en zeggen : ö Hcere! fluit my niet buiten de harten van uwe kinderen, om myne koudheid 't hunwaards! hoe zal ik hulp verwagtcn door anderer gebeeden, die zelf gebrekkig ben geweest, in myne gebeden voor hun? Waar was myne vuurige broederlyke liefde! daar ik dat niet wilde doen voor een broeder, dat ik aan een
<
e
c
n
ÏI
>
vyand fchuldig ben, te weeten om voor hem te
bidden.
6 Heere vergeeft de overtreedinge van uw
Dienaar-! en ftorc op my neder den Geest der gebeden en fmekingen! D i t gedaan zynde, neemt voor, nooit 's nagts uwe oogen te fluiten tot dat g Y
uw belang in G o d bevorderd hebt.
G y hebt een
flcutel die alle floten kan ontfluiten: laat dan geen Christen in ketenen by u liggen, het zy Hghamelvke of gecltclvke ketenen; indien hy ziek is: bid hem gezond; als hy arm is, bid hem r y k ; als hy beroerd is in zyn gemoed, bid de vertrooffing voor h e m ; het is door gebrek van onze gebeeden, dat menfehen zoo lang onder hunne lasten blyven. Als wy hem gefamenlyk aan G o d wilden aanbevcelen; hy zou elk van hun verlosfen; of, dat het zelfde is, hy zou de droefenisfen heiligen cn verzagten,
en
het tot zulk een zecgen maken als ecne verloffing. Kunt gy niets anders voor uwe Broeders doen, bidt. gy moogt anders geene hulpmiddelen voor hun hebben- maar de armfte Christen heeft vryen toegang tot G o d , en als hy dien gebruikt in het gebed, zal dit hem zelf, en hun teffens een weezenlyken dienst doen; want in dit geval is het bidden voor anderen een klaarder bewys van genade, dan voor ons zeiven te bidden. D e w y l dan de tyden ons zoo luidkeels toeroepen, laat ons in gebede ons vercenigen voor alle zulken
*£ 12 > kea die in het gemoed beroerd zyn, of in het Ü^mn of in goederen lyden! laten wy verfchynen als de leeden van één Iighaam, werkende door denzelfden Gee.t, onder een hoofd! laat ons alle Jrier in overeenftemmen' op welken affland wy mogen zyn, om op een en het zelfde uur elkander te ontmoeten by den genade troon, en welk uur konnen wy uitkiezen meer gefchikt voor deeze heilige bezigheid, dut meer vry is van wereldfc verhindering, dan 's avonds van 8 tot 9 nuren op 's lleeren dag ? de publicque dienst van dicu dag is dan voorby: het gemoed is dan verzaameld en .ernftig, door wat gepaster middelen konnen wy hopen dat het in een zoete geitelthcid., zal bewaard worden, dan dien dag met eene godsdienftige daad te befluiten ? Indien Gods Volk met God intreeden wilde in een heilig Verbond, en zig zeiven verpligten , ter befteeding van dat gedeelte van den dag ja hjn•nc.byzondcrc binnekamers, gedurende deeze beroerende tyden; zy zouden onfeilbaar in hunne verzoeken gelukken. Zegt my J wanneer de Kerk zig verenigde in gebeeden, o f het immer mislukt k?.in wat plaats, in welk geval ,; o f voor wat Volk? daar is geen een voorbeeld, dat zy ooit lulden. De gebeden zyn gedaan met gelukkige uitkomst voor goede en kwade, menfehen binnen en buiten de K e r k ; — gebeden zyn gedaan met gelukkige uitkomst op het Land en op de zee; , gebeden
heb-
<
Ï3
>
ben overwonnen, boven den .grond, onder den grond, in fpclonkan, in kuylen en onderaardfe h o o i e n , — gebeeden hebben ftervende menfehen, arme menfehen,
gevangehen, krygsgevangenen verlost.
—
Gebeden zyn met vrugt gefchied, tegen verzoekingen en droeffeniflen, tegen het geweld van vervolgers, en tegen de duivelen, en zy hebben overwonnen: en waarom zou nu het gebed niet zoo alvermogend zyn;
als eertyds?
onderftéllcnlwy onze
volkszonden,
fchreeuwende
overluid om wraak:
laten onze gebeeden nog luider om bermhartigheid roepen! wanneer een Elia opftond voor een hartnekkig Ifiaël; en een Amos voor het wederhorig Juda: G o d bewees bermhartigheid; Amos waren menfehen
en Elia en
van gelyke beweegingen
als w y ; laat ons door hare uitkomst aangemoedigt, en fterk aandringende zyn by den genadetroon, terwyl G o d ons een uur tot bidden toeftaat, laat ons niet ontmoedigt worden, als of het te laat was; ons gevaar is inderdaad groot: maar terwyl. G o d ons roept in zyn W o o r d , is het niet te laat om tot hem te roepen in het gebed; hy ziet dikwils den zinkenden mensch, eer hy hem te hulpe komt; onze uiterlte nood, is zynebekwaamegeleegentheid; teen Petrus binnen weinig uuren zou
fterven,
toen was . het
Gods tyd om hem te verlosfen. Maar misfehien zullen fommigen van u zeggen, ik
< H
>
fk heb lang biddende en wagtende geweest, cn nog zie ik !geen uitkomst: zoo deed ook de gemeente, zy baden voor Petrus, week na week, zonder ophouden , dag en nagt; en nog is het gevangenhuis gefloten, en hy in de keetenen.
E n nu zy hebben
nog maar ééne nagt meer te wagtcn, en zy wagten en bidden, tot dat Petras onder hen komt; indien wy dan maar één dag of één uur meer te befteeden hebben', laat het ons in het gebed befteeden; niet twyffelende, o f G o d die het gebed hoort, w i l antwoorden, de verlofïïnge zal"komen, al was het, het laatfte uur, als het gelovig gebed het verwagt. Gods W o o r d , en de ondervinding bewyzen, dat het altoos zoo was, en weezen z a l ; twist dan niet: maar gelooft alleenlyk. Gaat — toont uwe gebreeken aan G o d als uw verzoenden Vader; verzoekt onderfteuning van Christus den Godmtnsch, uw Zaligmaker en Middelaar; en van G o d den Heiligen Geest, als den ingever van uwe gebeeden; fielt uw geloof te werk eer gy begint, en zegt met den Propheet: Ik zal roepen, en de Heere zal antwoorden, en wanneer uw gebed ten einde i s , gelooft dat gy op een bequamen tyd en wyze zult geantwoord worden; bidt alzo; laat uw geloof in uwe verzoeken intreeden, en die ondertcekenen en eindigen, cn G o d zal eer zig zeiven verloochenen, dan uwe begeerte afflaan.
Maar dit ftuk verdient onze nadere opmer-
< i5 > merking. Meenige welmeenende en emftige per/oven worden wel eens ontmoedigt, om dat God het uit ftelt, om hunne verzoeken te verkenen. Laat ons naar de gebeurtenis die wy nu behandelden gaan om licht in deeze byzonderheid, en laat dat het derde beoefenende gebruik zyn, dat wy van de» text maken, de kerk had lang in het gebed geweest; maar God antwoorde niet dan op het laatfte uur, dat was zyn tyd, die altyd de beste is, indien hy niet onmiddelyk antwoordt, dan ftelt hy het uit om wyze en goede reedenen. i.Hy wilonsvoorig gedrag omtrent hem onsindagtig maken, hoe dikwils riep hy ons door zyn woord, door zyne zeegeningenjen oordcelen: maar wy wilden niet hooren ; hy heeft ons gebeeden, wederom, en wederom, om onze zonden te verlaaten, en tot hem te komen: maar wy wilden niet antwoorden, en daarom is het eene régtveerdige beftraffing, dat wy ook roepen, cn niet gehoord worden. 2. God fchynt niet te hooren, om ons op te fporen, om ernftiger te bidden. Hy fchynt doof, op dat wy zouden uitfpreeken, en traag, op dat wy crnftig zouden zyn. Dus legt Daniël het uit, in het negende Capittel. God ftelt uit, en vertrekt, zegt hy, maar het is eeniglyk, óm my te beproeven; daarom bad hy met meer ernst en yver. „ ó Heere hoor! 0 Heere vergeef! „ ó Heere merk op onze fmekingen en doed het! „ om
< ió* > '„ »m uw ent wule o myn God ! en hy vervolgt te bidden met zulk eene heftigheid, dat terwyl hy nog {prak , den Engel Gabriel tot hem met een antwoord gezonden wierd.
Hoewel het God uitftelde, nog-
tans wilde H y antwoorden: en indien zyn uitllel ons heeft beginnen te ontmoedigen, laat ons dan ten 3. den loop zyncr voorzienigheid nagaan, en verflcrkt worden in de vcrwagting.
Ziet hoe de landman wagt,
hy zaayt nog maayt niet op denzelfden dag; maar zyn koomligt enigen tyd verborgen en dood, jaa het groeit nederwaards, eer het opwaards fchiet, en wanneer het opgekomen is, dan ontvangt het nog meenige floot, nogtans wagt de Landman, om dat hy de ervarenheid heeft,
dat het op zyn tyd uit-
fpruit; zoo moeten wy ook doen, wanneer wy ons zaad gezaayd hebben, cn onze gebeeden fchynen begraven en dood, en alle dingen na ons bidden erger met ons fchynen, dan zy te vooren waren, nog moeten wy wagten, en ondervinding leeren verkrygen, door de goede uitkomst van ons en anderen: nooyt was het zaad van bidden gezaayt; of er was een oogst, offchoon het een laate herfst was. „ Maar ik wenschte dat de oogst gekomen „ was, zegt iemand,, ik heb al zoo lang biddende „ geweest, zonder uitkomst." Hoe lang hebt gy gebeden? Abraham bad dertig Jaar om een kind, Ifaac bad twintig Jaar, cn hunne gebeeden zyn op het
<
l?
>
het laatfte verhoord geworden. Hoe lang hebben de oude gelovigen wel gebeden om de menschwording van den Vorst des leevens Christus? — Vier duizend jaaren, voor dat hy kwam, en nogtans kwam hy: daarom houd aan! „ Maar zegt gy, ik heb al„ le middelen gebruikt, ik ben biddende geweest, ' en heb anderen aangezet om te bidden, maar tot nog " toe heb ik geen antwoord. Doch konPetrus niet het zelfde zeggen? 'er was geen Chriften in Jerufalem, of hy had voor hem gebeden, en nogtans bleef hy in de gevangenis.
Maar gy denkt, de zaak word erger met u , hoe meer gy bidt: hoe meer gy bidt om geloof, l hoe minder gy hebt; hoe meer gy bidt tegen de , verzoekingen, hoe meer zy u bezetten"; is dit niet gelyk wy zeiden, het koorn moet nederwaards gaan, voor het opwaards gaat? was het zoo niet met Abraham en Sara, welkers jaren al meer en meer klommen, terwyl zy baden? Maai- gy denkt dat uwe zonden fterker groenen, door te bidden, neen! dat kan niet zyn: gy voelt alleen uwe zonden meer dan voorheen, het ismet om dat de zonde fterker is; maar om dat gy gezonder zyt, want deze bewegingen der zonden, zyn gene bewegingen van leven, maar voortekenen Van dèn dood der zonde-.wordt vertroost! de doodspynen zyn wel op uwe lusten, zy zyn worstelende
<
18 >
om te leven; maar houd aan in den gebede, gy zult haast eene gelukkige vcrlosfing hebben. Maar gy zegt „ uwe vertroostingen komen te „ laat, ik ben vermoeid van het wagten",zegt nooit het is te laat,
zoo lang G o d u gebiedt te bid-
den , en zoo lang gy kunt bidden, en Gods Volk een hart heeft om voor u te bidden.
N u Petrus
verlost werd in den middernagt, of in den morgenftond, was het eyen zo goed, als o f hy over een maand was verlost geweest.
G o d ftelt het uit, niet
om dat hy het ons niet vergunnen w i l ; maar om dat. hy ons werkzaam w i l houden, en bewegen om hem met groter ernft te vragen: indien uw verzoek niet overeenkomstig Zyn w i l is, Iaat af van 't gebed, maar indien het naar Zyn wil i s , blyft 'er dan om aanhouden, onderhoudt het gebed, gelyk zy in den Text deden, tot dat Petrus onder hen kwam. Gedenkt
aan de arme W e d u w e ,
en leert van
haar, niet flaauw nog moede te worden in uwe ge? beden, —
zy had te doen met een Rigter, en
niet met een Vader, een hard geftreng Rigter, en zy was alleen, —
zy was een eenvoudige re-:
denaarfter, en nogtans verkreeg zy haar verzoek door haare aanhoudendheid. die G o d niet en vreesde,
Indien nu een Rigter en geen mensch ont-
zag, dus bewogen wierd, zal G o d dan zyne ftitverküomen geen regt doen, die nagt en dag tot hem roe-
<
19 >
roepen, offchoon hy lankmoedig is over haar? W e l ke eene bemoediging is. dit niet in het bidden, of-, fchoon G o d het lang uitftek! we zien hier, dat uitftel geen afflaan is, ó Heere helpt ons geloof! dat, 'daar wy uw bevel, uwe beloften, uw Dienaars, uw eigen gezegenden Zoon op onze zyde hebben, wy nooit door eenig uitftel afgezet worden; maar gefterkt om onze verzoeken voor te dragen, zoo lang als 'er één uur of één minute over is, laat ons met geloof en lydzaamheid bidden, niet twyffelende, of de Heere wil ome verlosfing daar ftellen, niet alleen na uitftel; maar na dat alle menfehelyke middelen feilen, en dit is de vierde omftandigheid inde gebeurtenis voor ons, onzen aandagt weerdig.
Vele menfehen zyn tot iTruikelen gereed, wanneer zy geene uitwendige middelen ter vcrlosfing zien: offchoon zy het woord der beloften in hun hand hebben, nog geraken zy in verzoeking om te denken, dat hun geval buiten hope is, wanneer zy geen weg van uitkomst zien; en als het gebeurt, pa veel en lang uitftel, dan is het nog zeer moedbeneemende; maar wy moesten bedenken, dat het den Heere nooit aan middelen ontbreekt: Petrus had goede reden, om door eigen ondervinding te zeg' gen.
„ D e Heere weet zyn Volk uit te redden".—
H y is nooit verlecgcn om hen te verlosfen, wanneer zy naar zynen wille B 2
bidden.
Zyne wysheid
< ao > "heid is oneindig, om middelen uit te vinden, zyne kracht almagtig om die ter uitvoer te brengen. als het nodig i s , om die te fcheppen.
Ja
H y is de
Heer der Heijrfcharen ! • alle ichepfelen, en alle elementen, gehoorfamen H e m ; als wy zyne hulp op zee o f op het Land nodig hebben, H y is de Heer van alles als wy in de gevangenis z y n , H y kan alle kerkers openen; H y kan vrienden en vyanden, ja alle dingen doen medewerken ten goede: ziet dan niet op het gebrek van middelen, maar ziet op zyne beloften, die .zonder, ja tegen middelen werken kan.
Werpt uwe zorgen op G o d , en H y w i l
voor u zorgen.
Is uw last armoede ? werpt het op
H e m , en H y w i l u helpen; is het zonden o f droefheid? Wat het ook z y , H y kan het wegnemen, en u ontlasten. Maar nog zyt gy bevreest, om dat gy geene middelen weet: onderftellen w y , dat zy in Petrus geval zo hadden geredeneerd, als gy doet: hadden wy een vriend aan het H o f , om zyn belang by Herodes waar te nemen! o f , hadden we een vriend in de W a c h t , die wy konden omkopen ! o f als de C i pier wilde toelaten, dat wy by Petrus kondea komen , dan mogten wy eenige hope hebben; maar nu alle menfehelyke middelen feilen,
waarom is
het nodig om langer te bidden? Maar zy hadden meer geloof dan w y , ,dan dat zy dus geredeneert zou-
<
21
y
zoude hebben. Z y wisten dat G o d middelen buiten hun bereik had; als menfehen Petrus niet konden vertonen, een Engel zou dit doen: als gy gelooft, dan wil hy middelen uitvinden of fcheppen, om u te verlofien, alle dingen zyn mogelyk den genen die gelooft.
Maar gy ziet zoo veel hinderpalen in den
w e g , dat uw geval wanhopig fchynt, en dat het niet mogelyk is, om u te helpen. Doch wat zyn zwarigheden by Hem,die het woord fpreekt, en de geheele natuur gehoorzaamt? zyne magt is door geene plaats uitgefloten, en is overal alwaar zyne heerfchappy is* vereifcht uw geval meer magt dan het geval van Petrus ? gaat naar de gevangenis, daar is een ftrenge wagt; gaat de wagt voorby, daar is een deur;
gaat die
voorby, daar is een keten; breekt daar door, daar is nog een yzere poort; en komt ten laatfte tot Petrus , hy is vast geketend aan twee mannen; maar wat'baten alle deeze tegen G o d ? Indien Petrus vrienden door alle deze mismoedigmakingen door konnen breeken in het gebed, dan wil G o d door alle zwarigheden heen breeken,- en door nog duizend meer tot hun troost. Ja maar zegt het zwak geloof,. „ G o d werkt te„ genwoordig geene wonderen meer: maar is dan 2yn naam niet fteeds, de wonderlyke G o d ? is zynkracht en wysheid nu niet zoo groot als ooit? Z y n zyne beloften nu niet zoo goed en vast als tevoren? B 3
fe
*C £4 > is zyne liefde, en zyn onze behoeften nu niet zoo veei en fterk als ooit ? Hebben wy nog niet fteeds den zeiven lief hebbenden Zaligmaker, en hetzelfde belang met hem ? Alle dingen zyn nog als zy te vooren waren.
E n indien .wy dezelfde middelen
gebruiken, dan zullen wy onfeilbaar dezelfde uitkomften vinden; en G o d w i l meer dan overvloedig doen, boven het geen wy bidden of denken; wy hebben 'sHeeren belofteri en onze eigen bevinding hier in voor ons, wat mensch heeft 'er eenige kennis aan G o d in dezen heiligen plige, die ooit bevond, dat zyne gebeden Zonder uitkómst waren? Wanneer fprak gy ooit tot uwHemelfchen Vader, dat hy u niet antwoordde, met eenige verligting of vertroosting? Wanneer bad gy ooit, dat uw hart niet eenigzins verkwikt wierd? Vreest dan niet dat de Heere thans geen wonderen doen wil? is 'er iets te moeijclyk voor God ? Heeft hy eenige beloften gedaan, die hy niet kan volbrengen ? neen zeker! het geloof vindt in hem gene verandering nog fchaduwe van omkeering; maar ondervindt dat hy de G o d is, die het gebed hoort, dat hy dezelfde is, gisteren, 'hecden, en voor altoos. Veel meer beoeffenende aanmerkingen, kon deeze gefchiedenis opleveren; maar hier houde ik op. Laten deeze vier ofts «u genoeg zyn. $kn Eerste,
wanneer G o d voorneemt zyn Volk te
< 23 > te bevryden, van eenige moeijelykheid, of be~ naauwtheid, dan geeft hy in hunne harten, om voor hunne vcrlosfing te bidden. qen tweede, hunne gebeden zyn nooit vrugteloos, alhoewel
<
2
4
>
overal in dit koningryk, of 'er geene noodzakelykheid voor uw gebed is: is 'er wel een hoek in het Eyland, dat niet van ondeugd ovcrvloeyt? en overtreft het getal van vloekers en zweerers niet ver het getal van zulken, welke treuren en bidden? Ja zo ver, dat ik vreeze dat 'er voor één gebed, duizend •vloeken en profane eeden zyn:- en offchoon G o d ons heeft geflraft, nog zyn wc niet verootmoedigd nog hervormd; wy onthouden ons zeiven, noch van onze vermaken, noch van onze zonden; wy hebben ons lange afgekeerd, en nu zyn onze Vrienden binnen en buiten 'sLands met zonden omringd, die zo tergende zyn ,
en met vyanden die zo ontelbaar
en magtig zyn, dat wy tot dit uitterfte zyn gebragt, dat wy ons door het gebed een weg door alles heen moeten maken, o f anders moeten wy vergaan. Menfehelyke verbeeldingen konnen niet verzinnen, hoe wy langer onder onze drukkende kwaden (taande zouden kunnen blyven, ten zy wy om bermhartigheid .en hulp van den Hemel roepen.
Laten wy
G o d tot onze toevlugt en fterkte maken, en dan zullen wy hem bevinden eene zeer fpoedige hulpe' i n benaauwtheden.
Laat yder van ons, die weet
wat belang wy in G o d hebben, en wat kracht het gebed heeft, nu in ernst ons zeiven tot deezen pligt vervoegen; en dan behoeven wy niet te vreezen, dat, terwyl G o d ons een tyd van bidden vergunt, hy alzo
< 25 > alzo ook een tyd voor onze verlosfinge van alle onze beroeringen wil vinden. Maar hier is nu ons grootfte gevaar. Gods volk is niet opgewekt, om hartelyk en ernïlig in het gebed te zyn, 'Er fchynt onder hen eene grote koelheid en agterlykheid in dien pligt te zyn; dat is het ergfte teken van dc tyden. Wy hebben maar één hulpmiddel, en dat nemen wy niet by de hand. Myne Christen Vrienden en Broederen! indien dit u geval zy, bid dan dat God u den Geest der gebeden en derfmekingen geve!Ik héb by uaangedrongen, door verfcheiden beweegredenen, om uw phgt te doen, in deze beroerende tyden: gy weet en ziet wat dit is, gaat nu, en beoeffend het! Uw wapen is het gebed; gave God u genade, om het te gebruiken; als gy het gelovig gebruikt, dan zal het overwinnen; Ja het zal alles vermogen m Hemel en op aarde. Wat u ontbreekt, het gebed kan het vervullen: zyt gy begeerig geworden , om uwe verdorvenheden vermindert te hebben , bidt 'er tegen: wenscht gy uwe genadens vermeerdert, bidt 'er om: wilt gy bedroefde Kerken vertroost hebben, en onze eige Kerk en Koningryk tot ftilheid en vrcede herftelt hebben, Gy kunt die en ons verlosfen door het gebed. Als God voorneemt ons met grooter
<
|6
>
beroeringen en vervolgingen te beproeven, het gebed is noodzakelyk, op dat gy 'ef beftand tegen moogtzyn. Door alle deze redenen kunt gyzien, dat 'er grote noodzake is om te bidden; en als gy bidt, dat daar grote hope is van uitkomst.' O c h ! laat ons dan alle beuzelagtige zaken ter zy*de (tellen, en alleen hier op bedagt zyn! Laat ons zoo veel praten nalaten, van het geen de regeerders raakt: laten onze onderwerpen zyn , het geen de byzondere Christenen raakt; laat ons meer bidden, en minder (preken; meer (preken tot G o d , minder van menfehen; wat gy ook tegen hen te zeggen hebt, brengt het vpor h u n , in het gebed tot G o d ; D i t is de Christen pligt; gave G o d , dat het ook de Christelyke oeffening ware! Laat my toe nog deze eene aanmerking op uw gemoed te leggen. Wanneer de publicque oefFeningen van 's Heeren dag geëindigd z y n , neemt dan den Bybel o p , en leest de gefchiedenis, die wy nu, verr handelt hebben, ziet o f zy niet meer bemoedigingen voor het gebed behelst, dan ik u nu heb voorgcfteld. —
Bidt dan om den vrede van ons Jerufalem.
E n terwyl uw hart met dit onderwerp is aange •
daan, beoeffent het: gaat naar den genadetroon, op het vast gefielde uur, cn brengt uwe belangen'tot hera die op den troon z i t ; Laaf uw avond niet bedeed worden, met anderer zaaken; maar neemt uw eigen pligt
<
2?
>
pligt waar; hoe minder zy den hunnen betragten, hoe meerder gy voor hun bidden moet; en in plaats van te zeggen, gelyk ik meenig belyder van den Godsdienst hoor zeggen: „ och! dat we meer publicque „ Vasten mogten hebben, meer publicque byeenkomften om te bidden! meer algemeene hervormingen!" &c. Gaat gy in uw bidkaamer, en 'bevordert uw eigen hervorming zoo fpoedig als gy kunt; en hoe meer gy groeit in de genadens, hoe meer gy in het bidden zult groeijen, voor u zeiven, en voor anderen; laat ons allen met één hart en met ééne Item nu beginnen, en mogt God ons vergunnen , om zonder ophouden te bidden, gelyk zy in den text deden, tot dat wy desgelyke verlosfinge verkrygen!
En wat aangenamer, wat gevoegelyker, wat Godvrugtiger woorden, konnen wy vinden? dan het korte gebed van deze Kerk, voor dezen dag, waar mede ik fluite: „ Almagtig en Eeuwig God! die het bellier „ over alle dingen hebt, in den Heemel en op aarde; hoort genadiglyk de gebeden van uw volk! '„ en verleen ons uwen vrede, alle de dagen van „ ons leeven! door Jezus Christus onzen Heere. A
M
E N,