Bart van der Meer WM/SM theorie les 10 Amice
niow.nl
Bewerkt door Reina Welling
http://www.youtube.com/watch?v=IuD7UXaq hUE
Fysiologie
• Huid • Spijsvertering
De 3 hoofdlagen
Meest oppervlakkig (perifeer) gelegen Bevat geen zenuwen en bloedvaten Haren, nagels, talg en zweetklieren behoren tot de epidermis Celdeling vanuit basaalcellenlaag/matrix/ g moederlaag • in deze laag o.a. vorming van pigment (melanine) • pigment beschermt het DNA van de celkern tegen UV licht
1
5 lagen:
Basaalcellenlaag/ Stratum Cylindricum Stekellaag/ Stratum Spinosum Korrellaag/ Stratum Granulosum Doorschijnende laag/ Stratum Lucidum Hoornlaag/ Stratum Corneum
Huidbarrière/ Reinse barrière
Produceren Histamine Komt vrij als een ‘vreemde stof’ in de huid komt of beschadiging Veroorzaakt sterke doorbloeding/ vasodilatatie Huid wordt rood en kan gaan jeuken
L: Tussen opperhuid en onderhuid D: 2-3 mm dik B: - Dicht bindweefsel - Bindweefselvezels (50% elastisch, 50% collageen) - Mestcellen F: - Vormt de eigenlijke huid met de opperhuid - Bloedvaten zorgen voor lichaamstemperatuur
Roept u maar Bloedvaten Lymfevaten y Receptoren Zenuwen Zweetklier Talgklier Haarzakje met spiertje
Vetweefsel: De dikte varieert per persoon Vrouwen hebben een dikkere laag dan mannen Deze D llaag iis goed dd doorbloed bl d voor d de afgifte f ift en opname van voedings- en afvalstoffen
Onderste laag van de huid Losmazig bindweefsel Voornamelijk met vet gevuld
www.huidweb.nl
2
Bepalend voor lichaamsvormen Opslag vetten / energie reserves / vitamines Isolerend Bescherming voor stoten en pijnen van buitenaf Verbinding van lederhuid en onderliggende weefsels Bescherming voor onderliggende weefsels
Grens tussen inwendig en uitwendig milieu
Bescherming tegen • • • • •
bacteriën en chemische stoffen mechanisch geweld (eeltvorming) Straling (pigment en verdikking hoornlaag) Uitdroging Bescherming en afweer door mastcellen met histamine en o.a. lymfocyten
Belangrijke zintuigen (tast, pijn en warmte) die informatie verschaffen over de omgeving
Constant houden lichaamstemperatuur (door zweetregulatie en vasomotoriek) schoolplaten.com
Vormen van vitamine D
Huidademhaling (poriën)
Emotionele uitingen (blozen)
Belangrijke functie van de huid waar je eigenlijk al een heleboel van af weet. Want wat doet iemand die zich hier bevindt? En als E l di diegene zich i h hier bevindt?
Lichaam heeft niet overal dezelfde temperatuur
Men onderscheid: Lichaamskern inwendige organen buik en borstholte, hersenen, diepere spieren = 37ºC Lichaamsschil huid, onderhuids vetweefsel, oppervlakkige l kki spieren i = schommelende h l d ttemp.
Regeling geschiedt (reflectorisch) door: Warmteregulatiecentrum in de hersenen (hypothalamus) Ontvangt informatie van koude en warmte receptoren in de huid
3
De spieren zijn de grootste kachel van ons lichaam. Bij de verbranding van eiwitten, vetten en koolhydraten komt warmte vrij vrij.
• • • •
De warmteproductie wordt willekeurig verhoogd door te bewegen (rondje lopen) en onwillekeurig door te bewegen (bibberen).
Op de onderstaande site staat een duidelijke, overzichtelijke omschrijving van het menselijk lichaam. Dit is een mooie samenvatting van een flink deel van de toetsstof. http://jansimons.nl/levoland/wereldorienterende dossiers/menslichaam/menselijklichaam.htm#AL COHOL
Longen Koud eten en drinken Huid:
Geleiding (bijv. op de koude ondergrond liggen) Stroming (bijv (bijv. op de fiets of tijdens zwemmen) Straling (uitzenden warmtestralen) Verdamping/transpiratie verdampen van vocht (zweet) kost warmte die wordt onttrokken aan de huid Voelbaar Niet voelbaar
Heb je (bij het sporten) wel eens pijn in je zij gehad?
Zo ja, aan welke kant?
Welk orgaan veroorzaakt dit?
En voor de huid is dit een aanrader: http://www.bioplek.org/animaties/mens_overige n/huid.html
Betekent het vereenvoudigen, het verkleinen (verteren) van voedingsstoffen (spijs) Waarom verkleinen? zodat het geschikt is om in het bloed te worden opgenomen. Dat gebeurt in verschillende organen van het spijsverteringskanaal.
Zijn stoffen (eiwitten) die voedingsstoffen zodanig bewerken dat deze kunnen worden opgenomen in het bloed.
Amylase (Koolhydraten) Protease (Eiwitten) Lipase (Vetten)
De (spijs)vertering (het verkleinen) komt tot stand m.b.v. enzymen (stoffen die voeding splitsen)
4
Koolhydraten
bewerkt door Amylase tot Glucose
Eiwitten
bewerkt door Protease tot Aminozuren
Vetten
bewerkt door Lipase
Mond Mond – keelholte Slokdarm Maag Dunne darm Dikke darm Endeldarm de da Anus
Spijsverteringsstelsel:
• Weg die het voedsel aflegt (“mond tot kont”)
Spijsverteringsstelsel:
• Organen die rol spelen bij de spijsvertering
tot Vetzuren
Spijsverteringskanaal:
Welke horen bij de twee systemen?
Het spijsverteringskanaal is in principe een lange gespierde holle buis van ongeveer 7 (!) meter. Het begint bij de mond en eindigt bij de anus. De wand van het kanaal bestaat uit (van binnen naar buiten) • cilindrisch epitheel met slijmproducerende cellen = slijmvlies • glad spierweefsel (1 laag verloopt circulair en 1 laag verloopt in de lengte richting) • bindweefsel met elastische vezels
Lever Galblaas Alvleesklier
De wand van de maag heeft nog een extra schuin verlopende spierlaag De wand van de slokdarm heeft nog een extra laagje bindweefsel
3 spierlagen ◦ lengte ◦ circulair ◦ schuin (extra)
5
Mond:
◦ Opname voedsel, kauwen, vermengen met speeksel ◦ Oppervlakte vergroting voedselbrok ◦ Enzym Amylase werkt in op de Koolhydraten
Tanden en kiezen
Tong: mengt voedsel en speeksel, en duwt hap naar achterkant mond.
Speeksel:
Bevat amylase = Begin koolhydraatsplitsing = natuurlijk tandpasta Laat voedselbrok goed door slokdarm glijden Varieert afhankelijk van soort voedsel
Tijdens doorslikken voedselbrok: Huig sluit de neusholte af Strottenklepje sluit de luchtpijp (Q) af
Via peristaltiek gaat voedsel naar de maag Wand slokdarm: ◦ ◦ ◦ ◦
slijmvlies bindweefsel spierweefsel bindweefsel
Ligging: links bovenin de buikholte Hol orgaan Binnenkant geplooid Productie maagsap door buisvormige klieren
6
Bevat:
Enzym pepsine voor de eerste bewerking van de eiwitten Enzym lipase (heel weinig) voor bewerking vetten Zoutzuur/HCL • heeft kiemdodende werking op met voedsel meegekomen ziektekiemen • zorgt voor activatie van het enzym
Slijm (bescherming van de maagwand)
Intrinsic factor (nodig nodig voor opname vit. B12 in dunne darm)
Tussen de maag en het begin van de dunne darm (= twaalfvingerige darm) bevindt zich een sluitspier: de pylorus of portierspier. Deze spier zorgt ervoor dat het voedsel met kleine beetjes tegelijk in de dunne darm komt.
Ca. 6-8 meter lang (dus veel zenuwen) 3 delen:
Maakt darmsap: P.A.L.
Nuchtere darm
Kronkeldarm:
◦ Papil van Vater = plaats waar de afvoerbuis van de Lever + Alvleesklier in uitmonden
◦ 12-vingerige darm ◦ Nuchtere darm ◦ Kronkeldarm ◦ Protease ◦ Amylase ◦ Lipase
Opname van de bewerkte voedingsstoffen!
12-vingerige darm:
◦ Hier vindt de grootste opname plaats van de bewerkte voedingsstoffen
7
Bevat enzymen: welke? Laatste fase van de voedselvertering vindt plaats in de nuchtere darm en de kronkeldarm O Opname van de d nu verkleinde kl i d voedselbestanddelen gebeurt in de darmvlokken met uitzondering van niet in water
opgeloste vetzuren. Die worden door de chylvaten (lymfevaatjes) opgenomen
Dikke darm
(bestaat ook uit drie delen)
Darmvlok bevat :
• Slagadertje • Adertje • Chylvaatje (= lymfevaatje in dunne darmvlok)
Opname:
• aminozuren + glucose via adertje via poortader naar lever • Vetzuren chylvaatje via lymfesysteem weer in bloed
Opstijgende tak + blinde darm + appendix (rechts) Dwars lopende tak karteldarm Afdalende tak (links) Endeldarm/Rectum
In dikke darm GEEN voedingsstoffen meer, dus ook geen darmvlokken en enzymen Compressie voedselresten Terugresorptie van water en zouten Darmflora: ◦ Colibacteriën (eencellig, plantaardig, anaeroob) rotting; vertering plantaardige resten; vorming vit. K (bloedstolling (bloedstolling))
8
Endeldarm Ophoping onverteerbare resten = faeces
Anus: Uitscheiding faeces
Twee belangrijke organen die geen deel uitmaken van het “kanaal”, maar wel een belangrijke invloed op de spijsvertering hebben.
Bestaat uit twee sluitspieren 1. Uitwendige sluitspier dwarsgestreept spierweefsel, dus willekeurig 2. Inwendige sluitspier glad spierweefsel, dus onwillekeurig
Grootste klier van ons lichaam Ligging rechts in de buikholte naast de maag Bestaat uit twee kwabben Heeft aderlijk haarvaten net (vena porta)
Controle bloed: ontgifting
Opslag van
Productie van
• ijzer (voor aanmaak Hb) • glucose in de vorm van glycogeen • Gal • Stollingseiwitten: fibrinogeen en protrombine • Bloedeiwitten: albuminen, globulinen voor osmotische druk
Omzetting van
pro-vit.A vit. A • aminozuren lichaamseigen eiwitten (= assimilatie) • ammoniak (afval eiwitstofwisseling) ureum
•
Ligt tussen de twee kwabben van de lever Functie: • Opslag van Gal
Gal: bevat afbraakstoffen v.d. rode bloedcellen; dit geeft kleur aan de ontlasting
Afbraak van
• dode rode bloedcellen
9
Alvleesklier/Pancreas
Zonder afvoerbuis; rechtstreeks in het bloed Maakt hormonen in de eilandjes van Langerhans Hormonen: ◦ Insuline ◦ Glucagon
Met afvoerbuis, via papil van Vater in 12vingerige darm
Insuline:
◦ Glucose Glycogeen (= glucose in opgeslagen vorm = vast) ◦ Maakt celwand doorlaatbaar voor glucose bloedsuikerverlagend
Wat?
◦ PAL
Protease Amylase Lipase
http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/2011 1117_spijsvertering01 Andere aanraders:
Spijsverteringssap (± 1liter per 24 uur) bevat • enzymen PAL • natrium bicarbonaat aan de dunne darm afgegeven om de zure voedselbrij uit de maag te neutraliseren • water en slijm
Wordt ook wel de speekselklier van de buik genoemd. Ligging: onder-achter de maag Exo-endocriene klier
Glucagon:
◦ Glycogeen Glucose bloedsuikerverhogend
Opdracht: • Beschrijf de functie en ligging van alle organen van het spijsverteringsstelsel.
• Youtube: “Anatomie Anatomie voor beginners spijsvertering” spijsvertering = vijfdelige serie waar ze live een lichaam opensnijden en vertellen over de spijsvertering. (laatste deel = http://www.youtube.com/watch?v=kl1qld_hFio) • Biodoen: VWO – bovenbouw – fysiologie – vertering en voeding
10
11