Standpunt
Fysio- en oefentherapie in het cardiologische domein
Op 30 mei 2011 uitgebracht aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Uitgave
College voor zorgverzekeringen Postbus 320 1110 AH Diemen Fax (020) 797 85 00 E-mail
[email protected] Internet www.cvz.nl
Volgnummer Afdeling Auteur
2011056114 Zorg Advies Mw. mr. F.J.L. Roepnarain mw. drs. M.J.A. van Eijndhoven Tel. (020) 797 8707
Doorkiesnummer
Inhoud: pag. Samenvatting 1
1.
Inleiding
1
1.a.
Aanleiding
2
1.b.
Aandoeningen in het cardiologische domein
3
2.
Wet- en regelgeving
3
2.a.
Zorgverzekeringswet (Zvw)
3
2.b.
Besluit zorgverzekering (Bzv)
4
2.c.
De chronische lijst
6
3.
Beoordeling stand van de wetenschap en praktijk
6
3.a.
Methode
7
3.b.
Vraagstelling en uitkomstmaten
7
3.c.
Uitkomstmaten
9
4.
9
Resultaten 4.a.
Algemene resultaten literatuursearch
12
5.
Bespreking en beoordeling stand van de wetenschap en praktijk
14
6.
Vaststelling standpunt
15
7.
Referenties
Samenvatting In dit standpunt rapporteert het CVZ over de resultaten van het onderzoek naar het beschikbare niveau van evidence voor langdurige fysio- of oefentherapie in het cardiologisch domein. Het CVZ heeft haar standpunt gebaseerd op overview van sytematische reviews. Bij het literatuuronderzoek is afzonderlijk gezocht naar literatuur voor drie groepen indicaties: 1. mensen met een verhoogd risico op cardiale aandoeningen, maar zonder manifeste hartaandoeningen; 2. mensen met een manifeste cardiologische aandoening; 3. mensen die een electieve hartoperatie ondergaan, in de preoperatieve fase. De conclusies van het CVZ ten aanzien van de stand van wetenschap en praktijk zijn hieronder per groep indicaties weergegeven. 1. Hoog risico cardiale aandoeningen
Voor oefentherapie bij mensen met hoog risico op cardiale aandoeningen zoals ouderen, ouderen met een inactieve levensstijl, personen met een inactieve leefstijl en personen met hypertensie zijn positieve effecten gevonden direct na de interventie maar ontbreekt lange termijn follow up. •
Het CVZ is van oordeel dat langdurige fysio- en oefentherapie bij ouderen, ouderen met een inactieve leefstijl en personen met een inactieve leefstijl niet voldoet aan het criterium ’stand van de wetenschap en praktijk’.
•
Het CVZ is van oordeel dat langdurige fysio- en oefentherapie bij hypertensie niet voldoet aan het criterium ’stand van de wetenschap en praktijk’.
Voor fysio- of oefentherapie bij hyperlipidemie en roken zijn geen aanwijzingen beschikbaar dat er positieve effecten gevonden worden direct na de interventie. •
2. Cardiale aandoeningen
Fysio- of oefentherapie in de vorm van training voldoet niet aan de ‘stand van wetenschap en praktijk’ voor de indicties hyperlipidemie en roken.
Alleen voor de indicaties chronisch hartfalen en coronair lijden zijn systematische reviews (SR’s) gevonden. Voor de overige indicaties als hartklepchirurgie, chirurgisch gecorrigeerde afwijkingen, harttransplantatie, pacemaker, ICD en ritmechirurgie of het steunhart zijn geen SR’s gevonden. Bij patiënten die in aanmerking komen voor harttransplantatie en een steunhart evenals een deel van de patiënten met hartklepchirurgie, is er sprake van chronisch hartfalen.
Chronisch hartfalen
Het CVZ is van oordeel dat bij chronisch hartfalen hartrevalidatie met training veilig en effectief is en dat er voldoende langdurige follow up gegevens beschikbaar zijn. Hartrevalidatie bij chronisch hartfalen voldoet aan het criterium ’stand van de wetenschap en praktijk’. Er zijn geen aanwijzingen gevonden dat enkelvoudige extramurale fysio- of oefentherapie, die ingezet wordt na afloop van de hartrevalidatie, bewezen effectief is. Blijven bewegen en het slikken van medicatie is wel van belang om de gunstige effecten van de hartrevalidatie vast te houden.
Coronair lijden
Het CVZ is van oordeel dat hartrevalidatie met (aerobe) training voor de volgende cardiologische aandoeningen die op de chronische lijst staan fysiotherapie bewezen effectief is: • myocard-infarct; • stabiele angina pectoris; • status na coronary artery bypass-operatie (CABG). • status na percutane transluminale coronair angioplastiek (PTCA). Hartrevalidatie met training bij deze indicaties voldoet aan het criterium ’stand van de wetenschap en praktijk’. Hartrevalidatie behoort tot de te verzekeren prestatie medischspecialistische zorg. Er zijn geen aanwijzingen gevonden dat enkelvoudige extramurale fysio- of oefentherapie, die ingezet wordt al of niet na afloop van de hartrevalidatie, bewezen effectief is. Blijven bewegen en het slikken van medicatie is wel van belang om de gunstige effecten van de hartrevalidatie vast te houden.
3. Preoperatieve fysiotherapie
Het CVZ is van oordeel dat er aanwijzingen zijn dat kortdurende preoperatieve fysiotherapie bij cardiale ingrepen effectief is. Preoperatieve fysiotherapie maakt (nog) geen onderdeel uit van de richtlijnen. In het kader van dit standpunt doet het CVZ hierover geen uitspraak.
1. Inleiding 1.a. Aanleiding Te verzekeren prestatie
In de Zorgverzekeringswet (Zvw) is fysiotherapie en oefentherapie opgenomen als een te verzekeren prestatie. De wettelijke omschrijving van deze te verzekeren prestatie is opgenomen in hoofdstuk 2.
Waarom aandacht voor fysio- en oefentherapie
De aankondiging om de te verzekeren prestatie fysio- en oefentherapie integraal te onderzoeken was ingegeven door signalen die het CVZ ontving van (koepel- of brancheorganisaties) van patiënten, oefentherapeuten, fysiotherapeuten en zorgverzekeraars over knelpunten in de toepassing van de chronische lijst. In opdracht van het CVZ heeft Regioplan in februari 2008 het rapport ‘Chronische lijst fysiotherapie en oefentherapie: aanpassing of een alternatief’ uitgebracht. Hieruit kwam naar voren dat de beperkingen in het functioneren en niet de aandoeningen uitgangspunt van de te verzekeren prestatie zouden moeten zijn. Ook kwam naar voren dat sommige aandoeningen niet op de chronische lijst staan, terwijl daar, volgens betrokken partijen, wel behoefte aan is. Het betrof onder meer fibromyalgie, artrose, osteoporose zonder fractuur en hartfalen. Voor de korte termijn beval Regioplan aan na te gaan of deze aandoeningen aan de chronische lijst moeten worden toegevoegd, waardoor noodzakelijke zorg in meer gevallen voor vergoeding in aanmerking komt. Voor de langere termijn adviseerde Regioplan na te gaan of een regeling waarbij de beperkingen in het functioneren uitgangspunt zijn tot een adequatere zorg kan leiden.
Kortetermijnscenario
Het CVZ is gestart met het kortetermijnscenario. De Dutch Cochrane Centre (DCC) heeft in opdracht van het CVZ systematisch literatuuronderzoek uitgevoerd naar de effectiviteit van fysio- en oefentherapie bij de hiervoor aandoeningen. Het betreft literatuuronderzoek naar twee indicaties die nu op de chronische lijst staan, te weten: COPD en chronische artritis en enkele indicaties die nu niet op de chronische lijst staan. Over de onderwerpkeuze en de prioritering ervan heeft afstemming plaatsgevonden tussen de KNGF en de VvOCM en het CVZ.
Regulier pakketbeheer
De zogenoemde chronische lijst fysio- en oefentherapie dateert van 1996 en is sinds 1999 niet meer gewijzigd. Ondanks het feit dat langdurige fysio- en oefentherapie bij de op de lijst genoemde indicatie sinds die tijd tot de aanspraken behoort, is het CVZ van oordeel dat de uitkomsten van de uitgevoerde literatuuronderzoeken moeten worden getoetst aan de thans vigerende wet- en regelgeving.
1
Dit betekent dat het CVZ de fysio- en oefentherapie toetst aan het wettelijk criterium stand van de wetenschap en praktijk, dat bij de invoering van de Zvw in de plaats is gekomen van het gebruikelijkheidscriterium is de Ziekenfondswet (ZFW). Ten tijde van de ZFW gold alleen voor huisartsenzorg en medischspecialistische zorg. Met de invoering van de Zvw geldt het wettelijk criterium stand van de wetenschap en praktijk voor alle zorgvormen. Beoordeling
In dit standpunt beoordeelt het CVZ of fysio- en oefentherapie bij aandoeningen in het cardiologische domein voldoet aan het wettelijk criterium stand van de wetenschap en praktijk.
1.b. Aandoeningen in het cardiologische domein Op de zogenoemde lijst chronische fysio- en oefentherapie (zie verder hoofdstuk 2) zijn de volgende aandoeningen in het cardiologische domein opgenomen: • myocard-infarct; • status na coronary artery bypass-operatie (CABG); • status na percutane transluminale coronair angioplastiek (PTCA); • status na hartklepoperatie; • status na operatief gecorrigeerde congenitale afwijkingen. In dit standpunt komen naast de bovengenoemde indicaties ook andere indicaties aan de orde. Dit betreft enerzijds mensen zonder manifeste hartaandoeningen, maar wel met een verhoogd risico op hartaandoeningen en anderzijds mensen die in de preoperatieve fase een electieve hartoperatie ondergaan. Naast de bestaande indicaties op de chronische lijst is ook gekeken naar de beschikbare evidence voor fysiotherapie bij nieuwe indicaties als chronisch hartfalen, harttransplantatie, pacemaker of implanteerbare defibrillator (ICD) of ritmechirurgie en het steunhart (LVAD). Voor meer informatie over de verschillende aandoeningen, de prognose, de behandeling en de prevalentie, verwijzen wij kortheidshalve naar de als bijlage bijgevoegde (medische) achtergrondrapportage.
2
2. Wet- en regelgeving 2.a. Zorgverzekeringswet (Zvw) Te verzekeren risico
In artikel 10, onder a, van de Zvw is bepaald dat het krachtens de zorgverzekering te verzekeren risico de behoefte aan geneeskundige zorg inhoudt. Artikel 11, derde lid, bepaalt dat bij algemene maatregel van bestuur de inhoud en omvang van de te verzekeren prestaties nader kunnen worden geregeld. Deze algemene maatregel van bestuur is het Besluit zorgverzekering.
2.b. Besluit zorgverzekering (Bzv) Stand van de wetenschap en praktijk
In artikel 2.1, tweede lid, van het Bzv is bepaald dat de inhoud en omvang van de vormen van zorg of diensten mede worden bepaald door de stand van de wetenschap en praktijk en, bij het ontbreken van een zodanige maatstaf, door hetgeen in het betrokken vakgebied geldt als verantwoorde en adequate zorg.
Redelijkerwijs aangewezen
In artikel 2.1, derde lid van het Bzv is bepaald dat een verzekerde op een vorm van zorg of een dienst slechts recht heeft voor zover hij daarop naar inhoud en omvang redelijkerwijs is aangewezen.
Geneeskundige zorg
Geneeskundige zorg is één van de te verzekeren prestaties ingevolge de Zvw (artikel 2.4, eerste lid, Bzv). Die zorg omvat onder meer zorg zoals medisch-specialisten, klinisch psychologen en verloskundigen die plegen te bieden, met uitzondering van de zorg zoals tandarts-specialisten die plegen te bieden, alsmede paramedische zorg als bedoeld in artikel 2.6. die plegen te bieden.
Paramedische zorg
Paramedische zorg omvat fysiotherapie, oefentherapie, logopedie, ergotherapie en dieetadvisering.
Aanspraak fysio- en In artikel 2.6, tweede lid, Bzv is bepaald dat fysiotherapie en oefentherapie oefentherapie de zorg omvat zoals die fysiotherapeuten en oefentherapeuten die plegen te bieden ter behandeling van de in bijlage 1 (verder te noemen: de chronische lijst) aangegeven aandoeningen, voor zover de daarbij aangegeven termijn niet is overschreden. Deze zorg omvat voor verzekerden van achttien jaar en ouder niet de eerste twaalf behandelingen. Voor verzekerden jonger dan achttien jaar bestaat fysiotherapie en oefentherapie in andere gevallen dan artikel 2.6, tweede lid, Bzv, tevens uit ten hoogste negen behandelingen van dezelfde aandoening per jaar, bij ontoereikend resultaat te verlengen met ten hoogste negen behandelingen.
3
Verzekerden < 18
Met andere woorden: voor verzekerden tot 18 jaar bestaat aanspraak op fysio- en oefentherapie bij de op de chronische lijst opgenomen aandoeningen vanaf de eerste behandeling, voor zover de daarbij aangegeven termijn niet is overschreden. Voor aandoeningen die niet op de chronische lijst zijn opgenomen, is fysio- en oefentherapie voor verzekerden tot 18 jaar ook vanaf de eerste behandeling een te verzekeren prestatie. Het gaat dan om ten hoogste negen behandelingen van dezelfde aandoening per jaar, bij ontoereikend resultaat te verlengen met ten hoogste negen behandelingen.
Verzekerden > 18
Voor verzekerden van 18 jaar en ouder komen (per 1 januari 2011) de eerste 12 behandeling fysio- en oefentherapie per aandoening voor eigen rekening, dan wel (deels) ten laste van de aanvullende verzekering. Vanaf de dertiende behandeling is fysio- en oefentherapie voor verzekerden van 18 jaar en ouder een te verzekeren prestatie voor de aandoeningen die zijn opgenomen op de chronische lijst, voor zover de daarbij aangegeven termijn niet is overschreden en verzekerde daarop redelijkerwijs is aangewezen.
Bekkenfysiotherapie
Met ingang van 1 januari 2011 omvat fysiotherapie tevens bekkenfysiotherapie in verband met urine-incontinentie. Deze zorg omvat voor de verzekerde van achttien jaar en ouder ten hoogste negen behandelingen.
2.c. De chronische lijst Totstandkoming
De chronische lijst is tot stand gekomen bij de inwerkingtreding van de Regeling paramedische hulp ziekenfondsverzekering per 1 januari 1996. De wettelijke regeling ging op dat moment uit van kortdurende behandelingen (negen behandelingen en eventuele verlenging met nogmaals negen behandelingen) en van langduriger of intermitterende behandeling van de zogenoemde chronische aandoeningen, met aanspraak op het noodzakelijk aantal behandelingen. De chronische lijst is opgesteld in overleg met alle betrokken partijen, waaronder patiënten/consumenten, verzekeraars, aanbieders, verwijzers, de inspectie en wetenschappelijke instituten. Uitgangspunt voor de chronische lijst was de basislijst chronische aandoeningen uit het NIVEL-rapport ‘De omvang van de fysiotherapeutische behandeling naar verschillende patiëntencategorieën’.
Commissie Lijst
Om noodzakelijke tussentijdse aanpassingen aan de chronische lijst mogelijk te maken, heeft de toenmalige minister de Ziekenfondsraad gevraagd een commissie in te stellen. Deze commissie (de zogenoemde Commissie Lijst), was samengesteld uit onafhankelijk deskundigen en kon bij gebleken kennelijke onbillijkheden adviseren over het aanvullend opnemen van aandoeningen op de chronische lijst.
4
Laatste aanpassing
De laatste aanpassing van de chronische lijst is met ingang van 1 januari 1999 in werking getreden.
5
3. Beoordeling stand van de wetenschap en praktijk 3.a. Methode Evidence based medicine
Om vast te stellen of zorg voldoet aan het criterium stand van de wetenschap en praktijk volgt het CVZ de principes van evidence based medicine (EBM) zoals vastgelegd in het rapport ‘Beoordeling stand van de wetenschap en praktijk’ (CVZ 2007, publicatienummer 254). Bepalend voor deze keuze is dat EBM de beide elementen die in het criterium zijn opgenomen, wetenschap én praktijk, combineert en dat die samen één geïntegreerde wettelijke maatstaf vormen. Naast internationale literatuur wordt er dus ook rekening gehouden met de gepubliceerde expertopinie.
Sterk bewijs verdringt zwak bewijs
De EBM-methode richt zich op ‘het zorgvuldig, expliciet en oordeelkundig gebruik van het huidige beste bewijsmateriaal’. Evidence based wil niet zeggen dat er voor alle geneeskundige interventies sprake moet zijn van harde bewijzen of harde eindpunten, maar wel dat de beschikbare evidence systematisch is geselecteerd en op gestructureerde wijze is gewogen en gebruikt. Kern van de methode is dat aan de medisch-wetenschappelijke informatie die is geselecteerd een niveau van bewijskracht wordt toegekend (het toekennen van "levels of evidence"), waardoor een hiërarchie in evidence ontstaat. Kardinaal uitgangspunt bij EBM is verder dat sterke evidence in principe zwakkere evidence verdringt.
Uitgangspunt: zo hoog mogelijk bewijslast
Het CVZ volgt bij zijn beoordeling de stappen die de EBMmethode kent. Belangrijke stappen zijn het gestructureerd zoeken naar, en het beoordelen en classificeren van medischwetenschappelijke literatuur. Hierbij geldt als uitgangspunt dat er voor een positief standpunt over de effectiviteit van een interventie medisch-wetenschappelijke gegevens met een zo hoog mogelijke bewijskracht voorhanden moeten zijn.
Beargumenteerde afwijking mogelijk
Van het vereiste van zo hoog mogelijke bewijskracht kan het CVZ beargumenteerd afwijken. In situaties waarin er geen studie van niveau A1 of (afgeronde) studies op A2-niveau gepubliceerd zijn, betrekt het CVZ in zijn beoordeling evidence van lagere orde (onderzoeken van niveau B, C en D). EBM is, zoals eerder gezegd, niet beperkt tot gerandomiseerde trials, meta-analyses of systematische reviews; een positieve beslissing kan ook op basis van lagere evidence worden genomen. Er gelden in dat geval wel een aantal voorwaarden/kanttekeningen: • de desbetreffende studies en bronnen moeten qua uitkomst consistent en actueel zijn; • nagegaan moet worden waarom er geen evidence van hoger niveau beschikbaar is; • er dienen plausibele, zwaarwegende argumenten te zijn waarom geen bewijskracht van het hoogste niveau bestaat.
6
3.b. Vraagstelling en uitkomstmaten Wat is de effectiviteit van fysiotherapie en oefentherapie in het cardiologisch domein? Hierbij wordt gekeken naar functionele beperkingen die worden behandeld en wat er beschreven wordt over behandeldoelen en de optimale duur van behandeling. Hiervoor is in de literatuur afzonderlijk gezocht naar drie groepen namelijk: 1. mensen met een verhoogd risico op cardiale aandoeningen, maar zonder manifeste hartaandoeningen; 2. mensen met een manifeste cardiologische aandoening; 3. mensen die een electieve hartoperatie ondergaan, in de preoperatieve fase. Daarnaast is gekeken naar de EBM-richtlijnen voor fysio- en oefentherapie binnen het cardiologisch domein. Interventie/ vergelijkende behandeling
Als vergelijkende behandeling wordt elke behandeling zonder een fysiotherapeutische component geaccepteerd, bijvoorbeeld een behandeling met medicijnen, psychotherapie, placebo of geen behandeling. Niet zijn meegenomen de studies waarin de vergelijkende behandeling een fysiotherapeutische component bevat.
Werkwijze
Als werkwijze is gekozen voor een overview of reviews. Die systematische reviews van RCT’s zijn meegenomen waarbij enige vorm van fysio- of oefentherapie vergeleken wordt met gebruikelijke zorg (inclusief afwachtend beleid) of geen behandeling. De methodologische kwaliteit van de systematische reviews is getoetst met het EBRO-formulier (CBO). De kwaliteit van de gevonden bewijs is, mits de informatie in de systematische review dit toeliet, is beoordeeld met GRADE. De kwaliteit van de gevonden richtlijnen is beoordeeld met het AGREE-insturment (Appraisal Instrument for Guidelines, Research and Evaluation).
Onderzoekspopulaties
De onderzochte populaties zijn ingedeeld in 3 hoofdgroepen: 1. personen met een verhoogd risico op cardiale aandoeningen, maar zonder manifeste hartaandoeningen; 2. personen met een manifeste cardiologische aandoening; 3. personen die een electieve hartoperatie moeten ondergaan, in de preoperatieve fase. Voor een nadere invulling verwijst het CVZ naar paragraaf 4b van de medische achtergrondrapportage.
3.c. Uitkomstmaten Hoog risico cardiale aandoeningen
Eén van de volgende uitkomsten moesten zijn onderzocht: • de onderzochte risicofactor (bijvoorbeeld bloeddruk bij mensen met hypertensie); of • één van de uitkomsten van populatie 2.
7
Zie paragraaf 4b van de medische achtergrondrapportage NB Studies die alleen naar de bloeddruk keken bij mensen met een te hoog cholesterol, maar niet naar het cholesterol, werden niet geïncludeerd. Populatie met cardiale aandoeningen
De uitkomstmaten voor onderzoek bij personen met cardiale aandoeningen kunnen worden onderscheiden in primaire en secundaire uitkomstmaten. Primaire uitkomstmaten: • inspanningsvermogen (maximale zuurstofopname); • sterfte; • cardiale sterfte; • myocard Infarct; • cerebrovasculair accident (CVA); • revascularisatie; • gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven; • functionele beperkingen; • behandeldoelen 1; • geestelijke gezondheid (depressie); • gebruik van de gezondheidszorg. Secundaire uitkomstmaten: • cardiac performance tijdens rust (bloeddruk, hart frequentie, left ventricular ejection fraction (LVEF); • cardiac performance tijdens inspanning. Niet meegenomen zijn uitkomstmaten waarbij alleen het gestandaardiseerd gemiddeld verschil (Engels: standardised mean difference, SMD) is opgenomen (effect size of Cohen´s d). De SMD voegt niets toe aan de bovengenoemde uitkomstmaten.
Preventief preoperatief bij hartchirurgie
Uitkomstmaten voor preventieve preoperatieve fysiotherapie: • postoperatieve pulmonaire complicaties (respiratoir falen, reintubatie, pneumonie, atelectase); • postoperatieve ligduur; • postoperatieve mortaliteit.
1 Het begrip behandeldoelen is niet geoperationaliseerd omdat de verwachting was dat de SRs hierover geen informatie zouden geven.
8
4. Resultaten 4.a. Algemene resultaten literatuursearch In de literatuur is gezocht naar drie groepen: mensen met een verhoogd risico op cardiale aandoeningen, maar zonder manifeste hartaandoeningen; mensen met een manifeste cardiologische aandoening, en mensen die een electieve hartoperatie ondergaan, in de preoperatieve fase Werkwijze
Als werkwijze is gekozen voor een overview of reviews. Die systematische reviews van RCT’s zijn meegenomen waarbij enige vorm van fysio- of oefentherapie vergeleken wordt met gebruikelijke zorg (inclusief afwachtend beleid) of geen behandeling. De methodologische kwaliteit van de systematische reviews is getoetst met het EBRO-formulier (CBO). De kwaliteit van de gevonden bewijs is, mits de informatie in de systematische review dit toeliet, is beoordeeld met GRADE. De kwaliteit van de gevonden richtlijnen is beoordeeld met het AGREE-insturment (Appraisal Instrument for Guidelines, Research and Evaluation).
Geïncludeerde systematische reviews(SR’s)
In totaal werden 28 SR’s geïncludeerd. 11 SR’s gingen over hoog risicogroepen, 17 SR’s over patiënten met hartziekten. Er is geen SR gevonden voor preoperatieve fysiotherapie bij hartchirurgie. Er zijn ook geen SR’s gevonden voor de subpopulaties ongezond voedingspatroon, belaste familieanamnese, hartklepchirurgie, harttransplantatie, pacemaker, ICD, ritmechirurgie en LVAD bij mensen met hartaandoeningen. Voor beschrijving van de in en exclusie criteria verwijzen we naar bijlage 1 van de medische achtergrondrapportage.
Follow-up duur
In het onderzoeksrapport van Yolba Smit is de follow up duur bij de interventies niet apart beschreven. Voor de beoordeling door het CVZ van de chronische lijst fysioterapie, is de bewezen effectiviteit van de interventie op langere termijn relevant. Op basis van nadere analyses is de beschikbare informatie over de follow-up duur verzameld en weergegeven in de tabellen 3, 5 en 7 van de medische achtergrondrapportage.
Geïncludeerde richtlijnen
In totaal zijn er voor de 3 hoofdgroepen 12 richtlijnen geselecteerd uit de 46 gevonden richtlijnen. Veel richtlijnen zijn uitgesloten op basis van het ontbreken van informatie over fysiotherapeutische interventies. Het land van oorsprong is van belang geweest bij de selectie van de richtlijnen, met name richtlijnen uit Nederland, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk en Europeese richtlijnen zijn meegenomen. In tweede instantie zijn er nog vier in 2010 gepubliceerde Nederlandse richtlijnen toegevoegd. Voor een volledige beschrijving verwijzen we naar het onderzoeksrapport wat als
9
bijlage 1 is toegevoegd. Er werden geen richtlijnen gevonden over preoperatieve fysiotherapie bij cardiologische interventies. Kwaliteit SR volgens EBRO
•
•
•
Kwaliteit volgens GRADE
•
•
•
Voor hoogrisicogroepen zijn bij 2 van de 11 SR’s de resultaten van de systematische reviews valide en toepasbaar beoordeeld. Voor chronisch hartfalen zijn bij 5 van de 9 SR’s de resultaten van de systematische reviews valide en toepasbaar beoordeeld. Voor coronair lijden zijn bij 4 van de 8 SR’s de resultaten van de systematische reviews valide en toepasbaar beoordeeld. Voor hoogrisicogroepen: voor een groot deel van de uitkomstmaten is GRADE niet mogelijk gebleken. Daar waar GRADE-beoordeling wel mogelijk is, is de waardering laag of erg laag. Voor chronisch hartfalen: voor een groot deel van de uitkomstmaten is GRADE niet mogelijk gebleken. Daar waar GRADE-beoordeling wel mogelijk is, is de waardering laag of erg laag. Gemiddelde GRADE-waardering is beschikbaar voor aerobic fitness gericht op het verhogen van het uithoudingsvermogen. Voor coronair lijden: voor een groot deel van de uitkomstmaten is GRADE niet mogelijk gebleken. Daar waar GRADE-beoordeling wel mogelijk is, is de waardering laag of erg laag. Lage GRADE-waardering is beschikbaar voor cardiorevalidatie alleen gericht op training of alomvattende cardiorevaldiatie voor mortaliteit, myocardinfarct en geestelijke gezondheid. Erg lage GRADE-waardering voor home-based cardiorevalidatie voor mortaliteit en myocardinfact.
Een volledig overzicht is beschikbaar in bijlage 1 van de medische achtergrondrapportage. Kwaliteit richtlijnen Uit een selectie van 12 van 46 gevonden relevante richtlijnen over fysiotherapie in het cardiologische domein, aangevuld met 4vierà posteriori toegevoegde richtlijnen, waren vier richtlijnen duidelijk evidence-based, en elf duidelijk consensusbased, dikwijls door het ontbreken van methodologische informatie. Eén richtlijn was twijfelachtig evidence-based. Twee van de 16 richtlijnen gingen over de preventie van hartziekten; deze twee richtlijnen waren consensus-based. Er zijn slechts vier richtlijnen die evidence based (KNGFi, NICEii, SIGNiii,iv ) zijn. Deze vier richtlijnen hadden op vijf domeinen van de AGREE-scorelijst een gemiddelde score van 60% en scoorden ook minstens 60% op het domein methodologie (zoekstrategie, selectiecriteria, onderbouwing aanbevelingen, externe beoordeling). Elf richtlijnen waren consensus based
10
met name door het ontbreken van methodologische informatie. Bij de NHG standaard 2005v is twijfel over het niveau van evidence, zij beschreven geen zoekstrategie. De a posteriori toegevoegde richtlijnen zijn in 2009 en 2010 gepubliceerd: CBOvi, NVVCvii, KNGFviii en PAAHRix. De NVVC 2010 Beslisboom en de PAAHR richtlijn zijn beiden herzieningen van een deel van de NVVC 2004 richtlijn. Hartrevalidatie
Resultaten hoog risico groepen
In de relevante richtlijnen werd nauwelijks beschreven hoe een hartrevalidatie programma er uit zou moeten zien ten aanzien van de start van het programma, de duur en/of intensiteit en de setting waarbinnen de hartrevalidatie werd gegeven. Daar waar dat wel werd gedaan, was dat altijd gebaseerd op de mening van deskundigeni,x. Hiervoor verwijzen wij naar paragraaf 6a van de medische achtergrondrapportage.
Resultaten Hiervoor verwijzen wij naar paragraaf 6b van de medische chronisch hartfalen achtergrondrapportage. Resultaten coronair Hiervoor verwijzen wij naar paragraaf 6c van de medische lijden achtergrondrapportage. Aanbevelingen en conclusies richtlijnen
Hiervoor verwijzen wij naar paragraaf 6d van de medische achtergrondrapportage.
11
5. Bespreking en beoordeling stand van de wetenschap en praktijk 1. Hoog risico cardiale aandoeningen
Voor oefentherapie bij mensen met hoog risico op cardiale aandoeningen zoals ouderen, ouderen met een sedentaire levensstijl, personen met een sedentaire leefstijl en personen met hypertensie zijn positieve effecten gevonden direct na de interventie maar ontbreekt lange termijn follow up. •
Het CVZ is van oordeel dat langdurige fysio- en oefentherapie bij ouderen, ouderen met een sedentaire levensstijl en personen met een inactieve leefstijl niet voldoet aan het criterium ’stand van de wetenschap en praktijk’.
•
Het CVZ is van oordeel dat langdurige fysio- en oefentherapie bij hypertensie niet voldoet aan het criterium ’stand van de wetenschap en praktijk’.
Voor fysio- of oefentherapie bij hyperlipidemie en roken zijn geen aanwijzingen beschikbaar dat er positieve effecten gevonden worden direct na de interventie. •
Fysio- of oefentherapie in de vorm van training voldoet niet aan de “stand van wetenschap voor de indicaties hyperlipidemie en roken.
2. Cardiale aandoeningen
Alleen voor de indicaties chronisch hartfalen en coronair lijden zijn SR’s gevonden. Voor de overige indicaties als hartklepchirurgie, chirurgisch gecorrigeerde afwijkingen, harttransplantatie, pacemaker, ICD en ritmechirurgie of het steunhart zijn geen SR’s gevonden.
Chronisch hartfalen
Het CVZ is van oordeel dat voor de chronisch hartfalen hartrevalidatie met training veilig en effectief is en dat er voldoende langdurige follow up gegevens beschikbaar zijn. Hartrevalidatie bij chronisch hartfalen voldoet aan het criterium ’stand van de wetenschap en praktijk’. Er is geen aanwijzingen gevonden dat langdurige enkelvoudige extramurale fysio- of oefentherapie, die ingezet wordt al dan niet na afloop van de hartrevalidatie, bewezen effectief is. Blijven bewegen en het slikken van medicatie is wel van belang om de gunstige effecten van de hartrevalidatie vast te houden.
Coronair lijden
Het CVZ is van oordeel dat hartrevalidatie met (aerobe) training voor de volgende cardiologische aandoeningen die staan op de chronische lijst fysiotherapie bewezen effectief is: • myocard-infarct • mtabiele angina pectoris • status na coronary artery bypass-operatie (CABG)
12
•
status na percutane transluminale coronair angioplastiek (PTCA) Hartrevalidatie met training bij deze indicaties voldoet aan het criterium ’stand van de wetenschap en praktijk’. Hartrevalidatie is onderdeel van de te verzekeren prestatie medisch-specialistische zorg. Er zijn geen aanwijzingen gevonden dat langdurige enkelvoudige extramurale fysio- of oefentherapie, die ingezet wordt al dan niet na afloop van de hartrevalidatie, bewezen effectief is. Blijven bewegen en het slikken van medicatie is wel van belang om de gunstige effecten van de hartrevalidatie vast te houden. 3. Preoperatieve fysiotherapie
Het CVZ is van oordeel dat er aanwijzingen zijn dat kortdurende preoperatieve fysiotherapie bij cardiale ingrepen effectief is. Preoperatieve fysiotherapie maakt (nog) geen onderdeel uit van de richtlijnen. In het kader van dit standpunt doet het CVZ hierover geen uitspraak.
13
6. Vaststelling standpunt De Raad van Bestuur van het CVZ heeft dit standpunt vastgesteld op 30 mei 2011. College voor zorgverzekeringen Wnd. Voorzitter Raad van Bestuur
dr. A. Boer
14
7. Referenties KNGF-richtlijn Hartrevalidatie. Ned Tijdschr Fysiother 2005;115(1 suppl):1-54. NICE. Clinical Guidelines and Evidence Review for Post Myocardial Infarction: Secondary prevention in primary and secondary care for patients following a myocardial infarction. In. London: National Collaborating Centre for Primary Care and Royal College of General Practitioners; 2007. iii Scottish Intercollegiate Guidelines Network. Cardiac Rehabilitation. A national clinical guideline. Edinburgh: SIGN, 2002. iv Scottish Intercollegiate Guidelines Network. Management of chronic heart failure. A national clinical guideline. Edinburgh: SIGN, 2007 . v NHG-Standaard Beleid na een doorgemaakt myocardinfarct. Huisarts Wet. 2005;48:220-31. vi CBO. Multidisciplinaire Richtlijn Hartfalen 2010. Utrecht: CBO; 2010. vii NVVC. Beslisboom Poliklinische Indicatiestelling Hartrevalidatie 2010. Utrecht: NVVC, 2010. viii KNGF-standaard Beweeginterventie Coronaire Hartziekten. Ammersfoort: KNGF, 2009. ix PAAHR/NVVC. Richtlijn Hartrevalidatie 2010. Amsterdam: PAAHR/NVVC, 2010. x Jarnason-Wehrens B, Mayer-Berger W, Meister ER, et al. Recommendations for resistance exercise in cardiac rehabilitation. Recommendations of the German Federation for Cardiovascular Prevention and Rehabilitation. Eur J Cardiovasc Prev Rehabil 2004;11:352-61. i
ii
15
Achtergrondrapportage beoordeling stand van de wetenschap en praktijk fysiotherapie in het cardiologisch domein.
ICD-10 code: hoofdgroep 7 van de ICD-9 (code 390-459) Datum:30-05-2011
Uitgave
College voor zorgverzekeringen Postbus 320 1110 AH Diemen Fax (020) 797 85 00 E-mail
[email protected] Internet www.cvz.nl
Volgnummer Afdeling Auteurs
2011051079 ZORG-ZA Mw. M.J.A. van Eijndhoven, arts M&G Mw. J Heymans, MPH, arts Beleid en Advies KNMG Tel. (020) 797 85 56
Doorkiesnummer
Inhoudsopgave
1. Inleiding........................................................................................................................... 1 1.a. Aanleiding ................................................................................................................. 1 2. Achtergrondinformatie ................................................................................................... 3 3. Selectie en resultaten...................................................................................................... 8 3.a. Vraagstelling en werkwijze ...................................................................................... 8 3.b. Populatie en uitkomstmaten.................................................................................... 9 3.b.1. Onderzoekspopulaties....................................................................................... 9 3.b.2. Uitkomstmaten ................................................................................................ 10 3.c. Resultaten inclusie.................................................................................................. 11 4. Kwaliteit......................................................................................................................... 12 4.a. Kwaliteit SR volgens EBRO (CBO)............................................................................ 12 4.b. Kwaliteit op basis van GRADE ................................................................................ 13 4.c. Kwaliteit richtlijnen................................................................................................. 13 5. Effectiviteit .................................................................................................................... 15 5.a. Resultaten hoog risico groepen ............................................................................. 17 5.b. Resultaten chronisch hartfalen .............................................................................. 20 5.c. Resultaten coronair lijden ...................................................................................... 23 5.d. Aanbevelingen in richtlijnen .................................................................................. 28 5.d.1. Richtlijnen bij hoogrisicogroepen voor cardiale aandoeningen .................... 29 5.d.2. Richtlijnen voor patienten met cardiale aandoeningen ................................. 29 5.d.3. Conclusies richtlijnen ...................................................................................... 31 6. Bespreking..................................................................................................................... 33 6.a. Uitgangspunten fysiotherapie ZVW ....................................................................... 33 6.b. Algemene overwegingen........................................................................................ 34 6.c. Conclusies beschikbaar bewijs .............................................................................. 36 7. Inhoudelijke consultatie ............................................................................................... 39 8. Standpunt stand van wetenschap & praktijk ............................................................... 41 9. Literatuurlijst................................................................................................................. 43
Samenvatting In de basisverzekering worden fysio- en oefentherapie vergoed voor chronische patiënten van achttien jaar en ouder vanaf de dertiende behandeling (per 1 januari 2011). Voor verzekerden jonger dan achttien jaar wordt het vergoed vanaf de eerste behandeling. De aandoeningen die in aanmerking komen voor vergoeding zijn opgenomen in Bijlage 1 van het Besluit zorgverzekering. In de praktijk spreekt men van de 'chronische lijst'. Het CVZ rapporteert in dit standpunt over de resultaten van het onderzoek naar het beschikbare niveau van evidence voor langdurige fysio- of oefentherapie in het cardiologisch domein. Hartrevalidatie Zvw Bij de invoering van de Zorgverzekeringwet was het ziekenfondspakket zoals dat op het moment was vastgelegd, het uitgangspunt. In het Verstrekkingenbesluit ziekenfondsverzekering gold dat er alleen aanspraak op fysiotherapie of oefentherapie bestond indien de hulp werd voorgeschreven door een cardioloog overeenkomstig de Richtlijnen Hartrevalidatie in Nederland 1995. In de toelichting op het Verstrekkingenbesluit ziekenfondsverzekering is het volgende te lezen: ‘[…] dat de aanvraag voor langdurige behandeling bij hartaandoeningen dient plaats te vinden door een cardioloog en dat deze daarbij de Richtlijnen Hartrevalidatie in Nederland 1995 in acht dient te nemen. Voor de in artikel 3, eerste lid , onderdeel c genoemde hartaandoeningen is het nut van hartrevalidatie conform de vermelde richtlijnen aangetoond. Hierbij wordt de in de richtlijnen opgenomen revalidatiemodule gehanteerd die door de betrokken beroepsgroep is aanvaard. Deze module gaat uit van maximaal 24 behandelingen.’ Uit bovenstaande destijds van toepassing zijnde wetstoelichting kan geconcludeerd worden dat de chronische fysioof oefentherapie voor de op Bijlage 1 genoemde hartindicaties onderdeel is van hartrevalidatie (medisch-specialistische zorg). Werkwijze
Het CVZ heeft haar standpunt gebaseerd op overview van sytematische reviews. Bij het literatuuronderzoek is afzonderlijk gezocht naar literatuur in drie groepen indicaties: 1. mensen met een verhoogd risico op cardiale aandoeningen, maar zonder manifeste hartaandoeningen; 2. mensen met een manifeste cardiologische aandoening; 3. mensen die een electieve hartoperatie ondergaan, in de preoperatieve fase.
Interventies
Hartrevalidatie versus enkelvoudige ft Langdurige/ intermitterende ft
In de literatuur ontbreekt veelal een specifieke omschrijving van de fysio- of oefentherapeutische interventies. De meerderheid van de interventies betreft (aerobe) trainingen, een beperkt aantal interventies beschrijft krachttraining. Vaak is niet duidelijk of de interventie plaats heeft gevonden onder supervisie van een fysio- of oefentherapeut. Er is bij de beoordeling van de literatuur een poging gedaan om onderscheid te maken tussen (multidisciplinaire) hartrevalidatie (medisch specialistische zorg) en enkelvoudige extramurale fysiotherapie. Dit is niet mogelijk gebleken. Er is geen literatuur gevonden waarin sprake is van een onderbouwing van langdurige en/of intermitterende fysio- of oefentherapeutische interventies (al of niet aansluitend aan hartrevalidatie) binnen het cardiologisch domein.
Behoud van effect
Naast een initieel gunstig effect van de behandeling door middel van oefentherapie, is het voor het CVZ van belang dat de ook op de lange termijn deze positieve effecten blijven bestaan. De lange termijn evidence voor hartrevalidatie bij myocardinfarct bestaat uit een 3 grote internationale studies met follow up van 10-19 jaar. Het CVZ heeft geconcludeerd dat deze lange termijn follow up ook geldt voor de andere indicaties met coronairlijden als basis. Dit betreft de indicaties stabiele angina pectoris, coronaire bypass chirurgie (CABG) en percutane coronaire interventies (PCI/ PTCA).
Aard, duur en intensiteit hartrevalidatie
Alle interventies bevatten vormen van trainingen, maar de intensiteit, duur en samenstelling varieert sterk. In de literatuur 9,12 is geconcludeerd dat er geen verschil aantoonbaar is in resultaten van laag intensieve of hoog intensieve hartrevalidatie. Ook is in de literatuur 9 geen verschil gezien tussen resultaten van hartrevalidatie naar het moment van aanvang (voor of na 6 maanden na interventie, naar de duur (korter dan 12 weken of langer dan 12 maanden) van de interventie. De kwaliteit van het bewijs (GRADE) in de studies is laag tot zeer laag.
Kwaliteit bewijs SR
Kwaliteit bewijs richtlijn
Van de gevonden richtlijnen zijn slechts vier richtlijnen evidence based. In de richtlijnen is nauwelijks beschreven hoe een hartrevalidatieprogramma er uit moet zien ten aanzien van de start, de duur en/ of intensiteit en de setting waarbinnen de hartrevalidatie werd gegeven. Daar waar het wel is gedaan is het gebaseerd op de mening van deskundigen (13,22).
Stand van wetenschap en praktijk
De conclusies van het CVZ ten aanzien van de stand van wetenschap en praktijk zijn hieronder per groep indicaties weergegeven.
1. Hoog risico cardiale aandoeningen
Er zijn positieve effecten gevonden van training in metaanalyses voor ouderen (1 SR, 104 RCT’s) ouderen met een inactieve levensstijl ( 1SR, 41 RCT’s) en inactieve levensstijl (1SR, 24 RCT’s). Er is geen informatie over het behoud van effect in de tijd, er zijn geen follow up gegevens. Er is positief effect in meta-analyses gevonden voor training bij hypertensie in 4 SR’s (62 RCT’s). Er is geen informatie over het behoud van effect in de tijd, er zijn geen follow up gegevens. Er is geen effect in meta-analyses aangetoond voor hyperlipidemie, een tweede recentere SR was meta-analyse niet mogelijk. Er is geen effect in meta-analyses aangetoond voor roken, in een tweede recentere SR was meta-analyse niet mogelijk.
2. Cardiale aandoeningen
Alleen voor chronisch hartfalen en coronairlijden zijn SR’s gevonden. Voor de overige indicaties als hartklepchirurgie, chirurgisch gecorrigeerde afwijkingen, harttransplantatie, pacemaker, ICD en ritmechirurgie of het steunhart zijn geen SR’s gevonden.
Chronisch hartfalen
In meta-analyses zijn de volgende resultaten voor primaire uitkomstmaten gevonden: In 5 SR’s (Davies4, Haykowsky5, Rees7, van Tol8 en Chien35) zijn positieve resultaten gevonden voor trainingen in vergelijking met gebruikelijke zorg, placebo of geen behandeling ten aanzien van inspanningsvermogen. In 3 SR’s zijn overwegend positieve resultaten gevonden van training in vergelijking met gebruikelijke zorg, placebo of geen behandeling t.a.v. de kwaliteit van leven (Spruit34, Davies4, van Tol8). In een review4 werd verbetering van de kwaliteit van leven voor zowel korte als lange termijn (>12 maanden) aangetoond. In één SR4 is specifiek gekeken naar het optreden van schade door trainingsprogramma’s, hiervoor zijn geen aanwijzigingen gevonden. Een SR35 vond geen verschil t.a.v. het aantal ziekenhuisopnames met een cardiale indicatie of kwaliteit van leven bij “home based” hartrevalidatie. Eén SR4 vond geen verschil t.a.v. mortaliteit of ziekenhuisopnames (algemeen) binnen < 1 jaar follow up. Er is een niet significante trend voor reductie van de gepoolde mortaliteit bij training in vier RCT’s met follow up > 1 jaar. Ziekenhuisopnames i.v.m. hartfalen komen significant minder vaak voor na hartrevalidatie4.
Coronair lijden
-
-
-
-
-
-
In meta-analyses van “exercise only” hartrevalidatie en overige vormen van hartrevalidatie werd steeds een statistisch significant verschil gevonden voor sterfte en cardiale sterfte in vergelijking met gebruikelijke zorg of zonder training. Er zijn geen consistente (significante) verschillen aangetoond tussen behandelgroepen voor de uitkomstmaat myocardinfarct. Een SR36 beschrijft minder MI’s, een SR38 beschrijft een significant hoger aantal “cardiac events”. Hartrevalidatie is significant beter dan gebruikelijke zorg voor de uitkomstmaat cardiale mortaliteit, ook na 3,10 en 15 jaar follow up, voor de totale mortaliteit was er een effect op de middellange termijn (tot 5 jaar), niet meer na 10 jaar follow up. Er zijn geen significante verschillen tussen interventie en controlegroep gevonden van hartrevalidatie voor revascularisatie (niet bij CABG als ook bij PCI procedures) Hartrevalidatie geeft in meta-analyses geen verschil in angst en depressie11. In een SR9 zijn (met subgroepanalyse) geen verschillen gezien tussen tussen CR naar moment van aanvang (voor of na zes maanden na interventie), of naar duur (korter dan 12 weken of langer dan 12 maanden) van de interventie. In twee SR’s9,12 werd géén verschil gevonden tussen laag intensiéve of hoog intensieve cardiorevalidatie ( hoog is >1000 units revalidatie, (duur X aantal per week, X minuten per sessie).
Meta-analyse was voor kwaliteit van leven niet mogelijk door grote variatie in meetinstrumenten. In de drie SR’s werd verbetering van kwaliteit van leven bij interventie als controlegroep gevonden. In een SR 37 is beschreven dat significante verbeteringen van kwaliteit van leven wel op korte termijn en niet op lange termijn zijn gevonden. 3. Preoperatieve fysiotherapie
Er zijn geen systematische reviews gevonden. Er zijn wel meerdere RCT’s gevonden waarin deze indicatie is onderzocht. De interventie betreft kortdurende training, twee tot drie weken preoperatief, van de inademingspieren. Er zijn (voldoende) aanwijzingen dat dit een (kosten)effectieve interventie is ten aanzien van het verminderen van postoperatieve longcomplicaties. Preoperatieve fysiotherapie maakt geen onderdeel uit van de bestaande richtlijnen voor cardiologische chirurgische interventies.
1. Inleiding 1.a. Aanleiding Vanuit de basisverzekering worden fysio- en oefentherapie vergoed voor chronische patiënten van achttien jaar en ouder vanaf de dertiende behandeling (per 1 januari 2011). Voor verzekerden jonger dan achttien jaar wordt het vergoed vanaf de eerste behandeling. De aandoeningen die in aanmerking komen voor vergoeding zijn opgenomen in Bijlage 1 van het Besluit zorgverzekering. In de praktijk spreekt men van de 'chronische lijst'. Het CVZ heeft onderzoek laten uitvoeren naar de effectiviteit (de stand van de wetenschap en praktijk) van fysio- of oefentherapie bij de diverse indicaties op de chronische lijst in het cardiologisch domein. In deze rapportage worden de belangrijkste aspecten van de door bureau Yolba Smit uitgevoerde onderzoek (overview) van systematische reviews van oktober 2010 weergegeven. Het rapport, ‘Fysiotherapie en oefentherapie in het cardiologisch domein, heeft het CVZ op zijn website geplaatst (www.cvz.nl). Op de chronische lijst fysiotherapie (2011) staan de volgende hartaandoeningen opgenomen: myocard-infarct (MI)); status na coronary artery bypass-operatie (CABG); status na percutane transluminale coronair angioplatiek (PTCA) status na hartklepoperatie status na operatief gecorrigeerde congenitale afwijkingen; In dit onderzoek zijn naast de bovengenoemde indicaties ook nieuwe indicaties onderzocht. Dit betreft de volgende indicaties: mensen zonder manifeste hartaandoeningen maar wel een verhoogd risico op hartaandoeningen; mensen die in de preoperatieve fase een electieve hartoperatie ondergaan; chronisch hartfalen; harttransplantatie, pacemaker of implanteerbare defibrillator(ICD), ritmechirurgie en het steunhart (LVAD). In het literatuuronderzoek is afzonderlijk gezocht naar literatuur in drie groepen aandoeningen: 1. mensen met een verhoogd risico op cardiale aandoeningen, maar zonder manifeste hartaandoeningen;
1
2. 3.
mensen met een manifeste cardiologische aandoening; mensen die een electieve hartoperatie ondergaan, in de preoperatieve fase.
Groep 1 en 3 zijn voor de chronische lijst nieuwe groepen indicaties. De bestaande indicaties op de chronische lijst horen allemaal bij de groep 2 indicaties, manifeste cardiale aandoeningen. Aan groep 2 zijn daarnaast enkele nieuwe indicaties toegevoegd, dit zijn chronisch hartfalen, harttransplantatie, pacemaker of implanteerbare defibrillator(ICD), ritmechirurgie en het steunhart (LVAD) Het rapport leidt uiteindelijk tot een conclusie bij welke doelgroep of aandoening fysio- of oefentherapie binnen het cardiologische domein zorg is conform de stand van de wetenschap en praktijk.
2
2. Achtergrondinformatie Coronaire hartziekten
Coronaire hartziekten zijn aandoeningen die worden veroorzaakt door vernauwingen in de kransslagaders, die zijn veroorzaakt door aderverkalking (atherosclerose). Deze kunnen aanleiding zijn tot verschillende klachten, waaronder pijn op de borst. Belangrijke ziektebeelden zijn het acute hartinfarct en angina pectoris.
Hartinfarct Een hartinfarct of hartaanval ontstaat wanneer een bloedstolsel (myocardinfarct MI) of een stuk atherosclerotische plaque een kransslagader plotseling afsluit. Door die afsluiting krijgt het bijbehorende gedeelte van de hartspier geen zuurstof meer en sterft af. Het hart ontwikkelt op de plaats van het infarct een litteken (bindweefsel). Dat deel van de hartspier werkt dan niet meer. Als gevolg van het hartinfarct treedt verlies van hartspierweefsel op. Ook kan de elektrische geleiding beïnvloed worden, waardoor de kans op hartritmestoornissen toeneemt. De ernst van een hartinfarct hangt af van de grootte en de plaats van de beschadiging van het hart. Bij grote schade werkt de hartspier en/of de hartkleppen onvoldoende en treedt hartfalen op. Een doorgemaakt hartinfarct kan verschillende gevolgen hebben, waaronder een tekortschietende 'pompfunctie' van het hart: hartfalen. Ook komt angina pectoris voor. Bij ernstige klachten kan een operatie aan de kransslagaders worden uitgevoerd (coronairchirurgie) of een percutane interventie (behandeling met een katheter met verwijden van het vat en plaatsen van een stent). Aanhoudende klachten kunnen tot gevolg hebben dat patiënten nog maar beperkte lichamelijke inspanning kunnen verrichten. Angina pectoris
Angina pectoris('pijn op de borst'), wordt veroorzaakt door een tijdelijk tekort in de bloedtoevoer van het hart. Dit komt vrijwel altijd door een (of meer) vernauwing(en) in een van de kransslagaders, waardoor een deel van de hartspier te weinig zuurstof krijgt. Meestal ontstaat dit gebrek aan zuurstof bij inspanning, dus als het hart harder moet werken en de hartspier meer zuurstof nodig heeft dan het vernauwde bloedvat kan aanvoeren. In tegenstelling tot een hartinfarct verdwijnen de symptomen bij angina pectoris kort nadat de inspanning is beëindigd. Angina pectoris geeft een typische beklemmende, drukkende pijn achter het borstbeen.
Sterfte
Het Kompas Volksgezondheid1 beschrijft dat de kans op overlijden na een acuut hartinfarct is 7-10% binnen 30 dagen. De sterfte aan coronaire hartziekten is in de periode 19802009 sterk gedaald. Dit geldt zowel voor sterfte aan het acute
3
hartinfarct als aan overige coronaire hartziekten. Doordat de sterfte is gedaald, is het aantal mensen dat ooit een hartinfarct heeft gehad (prevalentie) gestegen. Het is onzeker in welke mate verbetering in risicofactoren (minder rokers, gezondere voeding), verbetering van de behandeling (zowel betere preventieve behandeling als intensievere behandeling van het acute hartinfarct, onder andere door dotteren) of toegenomen gebruik van medicatie (ß-blokkers, aspirine, ACE-remmers, statines) hebben bijgedragen aan de daling in de sterfte aan coronaire hartziekten. Vermoedelijk hebben al deze factoren in min of meer gelijke mate hieraan een bijdrage geleverd. Ook spelen leefstijlfactoren een belangrijke rol bij het optreden van coronaire hartziekten, met name voeding (te weinig groente en fruit, te veel verzadigd vet), roken en te weinig bewegen. Onder andere via interactie met genetische factoren beïnvloeden deze factoren belangrijke biologische risicofactoren voor coronaire hartziekten, zoals een verhoogd serum cholesterolgehalte, verhoogde bloeddruk en overgewicht. In 2009 overleden 4.026 mannen en 3.078 vrouwen door een acuut hartinfarct. De sterfte aan overige coronaire hartziekten was lager: 2.158 mannen en 1.403 vrouwen. Coronaire hartziekten zijn daarmee voor mannen voor het eerst de tweede, in plaats van de eerste, doodsoorzaak (na longkanker), voor vrouwen komen ze op de derde plaats. De sterfte aan coronaire hartziekten is in Nederland relatief laag vergeleken met andere West-Europese landen. Vrouwen hebben een hogere kans op overlijden na een acuut hartinfarct (onderbehandeling en onderdiagnostiek, infarct op hogere leeftijd, meer comorbiditeit). Beloop
De prognose van patiënten met coronaire hartziekten is afhankelijk van de ernst van de atherosclerotische afwijkingen van het hart en eventuele andere aangedane organen (hersenen, nier, grote slagaders), de resterende functie van het hart en de aanwezigheid en het niveau van de bekende risicofactoren voor atherosclerose, zoals roken, verhoogd serumcholesterolgehalte en verhoogde bloeddruk.
Kosten
Coronaire hartziekten staat in 2005 in de top drie van
1
diagnosen met de meeste klinische opnamen en opnamedagen. Prevalentie1
Coronaire hartziekten zijn de meest voorkomende hart- en vaatziekten in Nederland. Op 1 januari 2007 hadden 648.300 mensen een coronaire hartziekte: 405.200 mannen en 243.200 vrouwen (schattingen op basis van vijf
4
huisartsenregistraties) (figuur 1). In 2007 kwamen er ongeveer 82.100 patiënten met een coronaire hartziekte bij. Het aantal mensen met een coronaire hartziekte stijgt met de leeftijd. Van de mensen met een coronaire hartziekte hadden er 298.100 angina pectoris. In 2007 kwamen er 36.900 mensen met angina pectoris bij. Het aantal acute hartinfarcten in 2007 werd geschat op 26.500: 15.700 bij mannen en 10.800 bij vrouwen. Figuur 1: Puntprevalentie (per 1.000) van coronaire hartziekten op 1 januari 2007 naar leeftijd en geslacht (Bron: Huisartsenregistraties).
Prognose1
Door de demografie stijgt het absolute aantal patiënten met 45% tussen 2007 en 2025. Uitgaande van alleen demografische ontwikkelingen zal het absoluut aantal personen met een coronaire hartziekte tussen 2007 en 2025 met 45% stijgen. Als de trends uit het verleden zich doorzetten, zal de toename vermoedelijk minder groot zijn. De uiteindelijke uitkomst hangt af van ontwikkelingen in de incidentie (nieuwe ziektegevallen) ten gevolge van risicofactoren in de bevolking en de diagnostiek en behandeling van patiënten. Het aantal mensen dat in het leven ooit een hartinfarct heeft gehad en nog in leven is (de zogenaamde levensprevalentie van een doorgemaakt hartinfarct) is voor zowel mannen als vrouwen meer dan verdubbeld tussen 1971 en 2006 (zie figuur 1). Deze stijging vond bij zowel mannen als vrouwen vooral plaats in de leeftijdsklassen van 65 jaar en ouder. Bij vrouwen trad de stijging vooral op in de perioden 1972-1977 en 1996-1998, bij mannen vond de stijging vooral in de jaren
5
zeventig en tachtig plaats, sinds 1990 is de prevalentie bij mannen ongeveer gelijk. De prevalentie van de verschillende hartaandoeningen zijn verschillend. In het kader van dit rapport is het niet relevant om gedetailleerd in te gaan op de verschillende prevalenties. De prevalentie van hartfalen is relevant vanuit de vraagstelling wat de beschikbare evidence is voor fysiotherapie bij deze indicatie. De prevalentie van hartfalen neemt toe met de leeftijd, vrijwel gelijk voor mannen en vrouwen (figuur 2). Figuur 2: Puntprevalentie (per 1.000) van hartfalen op 1 januari 2007 naar leeftijd en geslacht.
Prognose
Door veranderingen in de verdeling van risicofactoren op populatieniveau verandert de incidentie (en daarmee de sterfte en de prevalentie) van coronaire hartziekten. Een aantal trends in de determinanten (risicofactoren) van coronaire hartziekten is ongunstig en een aantal is gunstig. Dit Indien er daadwerkelijk een daling in de incidentie is opgetreden, betekent dit dat de positieve trends in risicofactoren meer invloed hebben op de trends in coronaire hartziekten dan de negatieve trends in risicofactoren. Gunstige en ongunstige trends in het (recente) verleden die mogelijk doorwerken in de huidige en toekomstige cijfers zijn:
Daling van het percentage personen met een te hoog totaal cholesterolgehalte, met name als gevolg van een sterke toename van het gebruik van cholesterolverlagende medicatie. Daling van het percentage rokers in de tachtiger jaren (en een stabilisatie in de jaren negentig). Daling van de inname van transvetzuren sinds het begin
6
Nieuwe indicaties
van de jaren negentig (na aanpassingen door de voedingsmiddelenindustrie). Toename van het aantal mensen met overgewicht. Toename van het aantal mensen met diabetes mellitus. Daling in de consumptie van groente, fruit en vezels.
Door de verbetering in de zorg voor coronair lijden groeit de groep patiënten met chronisch hartfalen. De laatste jaren is veel aandacht besteed aan ketenzorg bij chronisch hartfalen waarbinnen fysio- en oefentherapie een plek heeft. Chronisch hartfalen is als indicatie in dit onderzoek meegenomen
Er zijn tal van nieuwe interventies ontwikkeld in het cardiologische domein. Deze indicatiegebieden zijn ook in dit onderzoek meegenomen.
Preoperatieve fysiotherapie staat de laatste jaren toenemend in de belangstelling. Preoperatieve fysiotherapie zou postoperatieve complicaties voorkomen en het herstel en de revalidatie postoperatief verbeteren. Dit laatste indicatiegebied is ook in dit onderzoek meegenomen
7
3. Selectie en resultaten 3.a. Vraagstelling en werkwijze Vraagstelling
Wat is de effectiviteit van fysiotherapie en oefentherapie in het cardiologisch domein? Hierbij wordt gekeken naar functionele beperkingen die worden behandeld en wat er beschreven wordt over behandeldoelen en de optimale duur van behandeling. Hiervoor is in de literatuur afzonderlijk gezocht naar drie groepen namelijk: 1. mensen met een verhoogd risico op cardiale aandoeningen, maar zonder manifeste hartaandoeningen; 2. mensen met een manifeste cardiologische aandoening; 3. mensen die een electieve hartoperatie ondergaan, in de preoperatieve fase. Daarnaast is gekeken naar de EBM-richtlijnen voor fysio- en oefentherapie binnen het cardiologisch domein.
Interventie/ vergelijkende behandeling
Als vergelijkende behandeling wordt elke behandeling zonder een fysiotherapeutische component geaccepteerd, bijvoorbeeld een behandeling met medicijnen, psychotherapie, placebo of geen behandeling. Niet zijn meegenomen al die studies waarin de vergelijkende behandeling een fysiotherapeutische component bevat.
Werkwijze
Als werkwijze is gekozen voor een overview van reviews. Die systematische reviews van RCT’s zijn meegenomen waarbij enige vorm van fysio- of oefentherapie vergeleken wordt met gebruikelijke zorg (inclusief afwachtend beleid) of geen behandeling. De methodologische kwaliteit van de systematische reviews is getoetst met het EBRO-formulier (CBO). De kwaliteit van de gevonden bewijs is, mits de informatie in de systematische review dit toeliet, is beoordeeld met GRADE. De kwaliteit van de gevonden richtlijnen is beoordeeld met het AGREE-instrument (Appraisal Instrument for Guidelines, Research and Evaluation).
8
3.b. Populatie en uitkomstmaten 3.b.1. Onderzoekspopulaties Binnen het cardiologisch domein is er sprake van een groot aantal verschillende indicaties. De onderzochte populaties zijn ingedeeld in drie hoofdgroepen: 1. personen met een verhoogd risico op cardiale aandoeningen, maar zonder manifeste hartaandoeningen; 2. personen met een manifeste cardiologische aandoening; 3. personen die een electieve hartoperatie moeten ondergaan, in de preoperatieve fase. 1.
Hoog risico cardiale aandoeningen
Personen uit de algemene bevolking met een hoog risico op hartziekte, maar zonder manifeste hartziekte. Voor dit onderzoek is hoog risico gedefinieerd als: mannen van 60 jaar en ouder, of vrouwen van 65 jaar en ouder; mannen van 50 jaar en ouder, of vrouwen van 55 jaar en ouder, zonder hartziekte maar met één van de volgende risicofactoren: hyperlipidemie; hypertensie; zittende levensstijl; roken; ongezond voedingspatroon; belaste familie anamnese. Deze hoog risico groepen zijn groepen die een 10-jaars sterfterisico van 5% of meer hebben, afgeleid van de SCORErisicofunctie (CBO, 2006). Niet meegenomen zijn de volgende groepen personen: personen zonder een hoog risico, of gemengde populaties waarbij de uitkomsten voor de hoog risico groepen niet afzonderlijk bestudeerd konden worden; personen met een aandoening die een hoog risico voor hartziekte met zich meebrengt, bijvoorbeeld mensen met reuma of met het Down syndroom; personen met diabetes en/of overgewicht (body mass index ≥30).
2.
Populatie met cardiale aandoeningen
Personen met één van de volgende aandoeningen; angina pectoris (AP); myocard infarct (MI); coronair chirurgie (Coronary artery bypass surgery, CABG); percutane coronaire interventie (PCI); hartklepchirurgie;
9
3.
chirurgisch gecorrigeerde congenitale hartafwijking; chronisch hartfalen (CHF); harttransplantatie; pacemaker of implanteerbare defibrillator (ICD) of ritmechirurgie; steunhart (left ventricular assistance device, LVAD).
Preventief Personen die electieve hartchirurgie ondergaan en die preoperatief bij preoperatief fysiotherapie of oefentherapie krijgen, waarbij hartchirurgie een deel van die therapie buiten het ziekenhuis plaatsvindt
3.b.2. Uitkomstmaten 1. Hoog risico cardiale aandoeningen
Eén van de volgende uitkomsten moesten zijn onderzocht: de onderzochte risicofactor (bijvoorbeeld bloeddruk bij mensen met hypertensie); of één van de uitkomsten van populatie 2 (personen met een manifeste cardiologische aandoening. NB Studies die alleen naar de bloeddruk keken bij mensen met een te hoog cholesterol, maar niet naar het cholesterol, werden niet geïncludeerd.
10
2. Populatie met cardiale aandoeningen
De uitkomstmaten voor onderzoek bij personen met cardiale aandoeningen kunnen worden onderscheiden in primaire en secundaire uitkomstmaten. Primaire uitkomstmaten: inspanningsvermogen (maximale zuurstofopname); sterfte; cardiale sterfte; myocard Infarct; erebrovasculair accident (CVA); revascularisatie; gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven; functionele beperkingen; behandeldoelen a; geestelijke gezondheid (depressie); gebruik van de gezondheidszorg. Secundaire uitkomstmaten: cardiac performance tijdens rust (bloeddruk, hart frequentie, left ventricular ejection fraction (LVEF); cardiac performance tijdens inspanning. Niet meegenomen zijn uitkomstmaten waarbij alleen het gestandaardiseerd gemiddeld verschil (Engels: standardised mean difference, SMD) is opgenomen (effect size of Cohen´s d). De SMD voegt niets toe aan de bovengenoemde uitkomstmaten.
3. Preventief preoperatief bij hartchirurgie
Uitkomstmaten voor preventieve preoperatieve fysiotherapie: postoperatieve pulmonaire complicaties (respiratoir falen, reintubatie, pneumonie, atelectase); postoperatieve ligduur; postoperatieve mortaliteit.
3.c. Resultaten inclusie Geïncludeerde systematische reviews(SR’s)
In totaal werden 28 SR’s geïncludeerd. 11 SR’s gingen over hoog risicogroepen, 17 SR’s over patiënten met hartziekten. Er is geen SR gevonden voor preoperatieve fysiotherapie bij hartchirurgie. Er zijn ook geen SR’s gevonden voor de subpopulaties ongezond voedingspatroon, belaste familieanamnese, hartklepchirurgie, harttransplantatie, pacemaker, ICD, ritmechirurgie en LVAD bij mensen met hartaandoeningen..
Follow-up duur
In het onderzoeksrapport van Yolba Smit is de follow up duur bij de interventies niet apart beschreven. Voor de beoordeling door het CVZ van de chronische lijst fysiotherapie, is de
a
Het begrip behandeldoelen is niet geoperationaliseerd omdat de verwachting was dat de SRs hierover geen informatie zouden geven.
11
bewezen effectiviteit van de interventie op langere termijn relevant. Op basis van nadere analyses is de beschikbare informatie over de follow-up duur verzameld en weergegeven in de tabellen 3, 5 en 7. Geïncludeerde richtlijnen
In totaal zijn er voor de drie hoofdgroepen 12 richtlijnen geselecteerd uit de 46 gevonden richtlijnen. Veel richtlijnen zijn uitgesloten op basis van het ontbreken van informatie over fysiotherapeutische interventies. Het land van oorsprong is van belang geweest bij de selectie van de richtlijnen, met name richtlijnen uit Nederland, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk en Europeese richtlijnen zijn meegenomen. In tweede instantie zijn er nog vier in 2010 gepubliceerde Nederlandse richtlijnen toegevoegd. Voor een volledige beschrijving verwijzen we naar het onderzoeksrapport (www.cvz.nl). Er werden geen richtlijnen gevonden over preoperatieve fysiotherapie bij cardiologische interventies.
12
4. Kwaliteit 4.a. Kwaliteit SR volgens EBRO (CBO) Beoordeling kwaliteit SR
Elke SR werd door twee onafhankelijk onderzoekers beoordeeld op kwaliteit, waarbij de onderzoekers in 75% van de gescoorde items gelijk scoorden. In alle gevallen werd met overleg tot een consensus gekomen. Een negatief oordeel werd niet gegeven als eindoordeel, en werd nauwelijks gegeven als oordeel voor een van de subitems. Voor 11 van de 28 SRs was het eindoordeel dat het een valide en toepasbare SR was. 17 van de 28 SRs was het eindoordeel twijfelachtig, zowel door de scores op de methodologische items, als ook door dat de vraagstelling van de reviews niet helemaal met onze vraagstelling overeenkwam. Vaker voorkomende redenen om een ´twijfelachtig´ oordeel te geven op de methodologische vragen waren: Vraag 1 - formulering vraagstelling: controlebehandeling niet benoemd; Vraag 2 - zoekactie: alleen in het Engels, of alleen in Medline; Vraag 3 - selectieprocedure: niet beschreven of die door twee onafhankelijke onderzoekers werd verricht; Vraag 4 - kwaliteitsbeoordeling: idem; Vraag 5 - heterogeniteit: geen exploratie van bestaande heterogeniteit. Vier SR’s verrichtten voor geen van de uitkomsten metaanalyse, met als argument de heterogeniteit van de individuele RCT’s (of de daarin beschreven populaties, uitkomsten etc.).
Hoog risico cardiale aandoeningen
Voor hoogrisicogroepen zijn bij twee van de 11 SR’s de resultaten van de systematische reviews valide en toepasbaar beoordeeld. Dit zijn zijn Liu2 (ouderen) en Dickinson3 (hypertensie).
Chronisch hartfalen
Voor chronisch hartfalen zijn bij vijf van de negen SR’s de resultaten van de systematische reviews valide en toepasbaar beoordeeld. Dit zijn Davies4, Haykowsky5, Hwang6, Rees7 en van Tol8.
Coronair lijden
Voor coronair lijden zijn bij vier van de acht SR’s de resultaten van de systematische reviews valide en toepasbaar beoordeeld. Dit zijn Brown9, Jolliffe10, Jolly11 en Taylor12.
13
4.b. Kwaliteit op basis van GRADE Kwaliteit gevonden uitkomsten
Hoog risicogroepen
In het onderzoek is de GRADE-beoordeling uitgevoerd per uitkomstmaat per doelgroep. Het toekennen van GRADEbeoordeling was slechts in een minderheid van de uitkomsten mogelijk. Voor een GRADE beoordeling is immers informatie nodig over de methodologische kwaliteit van de geïncludeerde studies. Voor een groot deel van de uitkomstmaten is GRADE niet mogelijk gebleken. Daar waar GRADE beoordeling wel mogelijk is, is de waardering laag of erg laag.
Chronisch hartfalen
Voor een groot deel van de uitkomstmaten is GRADE niet mogelijk gebleken. Daar waar GRADE beoordeling wel mogelijk is, is de waardering laag of erg laag. Gemiddelde GRADE waardering is beschikbaar voor aerobic fitness gericht op het verhogen van het uithoudingsvermogen.
Coronair lijden
Voor een groot deel van de uitkomstmaten is GRADE niet mogelijk gebleken. Daar waar GRADE-beoordeling wel mogelijk is, is de waardering laag of erg laag. Lage GRADE-waardering is beschikbaar voor cardiorevalidatie alleen gericht op training of alomvattende cardiorevaldiatie voor mortaliteit, myocardinfarct en geestelijke gezondheid. Erg lage GRADEwaardering voor home-based cardiorevalidatie voor mortaliteit en myocardinfact.
4.c. Kwaliteit richtlijnen Niveau bewijs van richtlijnen
Uit een selectie van 12 van 46 gevonden relevante richtlijnen over fysiotherapie in het cardiologische domein, aangevuld met vier à posteriori toegevoegde richtlijnen, waren vier richtlijnen duidelijk evidence-based, en elf duidelijk consensusbased, dikwijls door het ontbreken van methodologische informatie. Eén richtlijn was twijfelachtig evidence-based. Twee van de 16 richtlijnen gingen over de preventie van hartziekten; deze twee richtlijnen waren consensus-based. Er zijn slechts vier richtlijnen die evidence based (KNGF13, NICE14, SIGN15,16 ) zijn. Deze vier richtlijnen hadden op vijf domeinen van de AGREE-scorelijst een gemiddelde score van 60% en scoorden ook minstens 60% op het domein methodologie (zoekstrategie, selectiecriteria, onderbouwing aanbevelingen, externe beoordeling). 11 richtlijnen waren consensus based met name door het ontbreken van methodologische informatie. Bij de NHG-standaard 200517 is twijfel over het niveau van evidence, zij beschreven geen zoekstrategie. De a posteriori toegevoegde richtlijnen zijn in 2009 en 2010 gepubliceerd: CBO18, NVVC19, KNGF20 en PAAHR21. De NVVC
14
2010 Beslisboom en de PAAHR richtlijn zijn beiden herzieningen van een deel van de NVVC 2004 richtlijn. Inhoud hartrevalidatie
In de relevante richtlijnen werd nauwelijks beschreven hoe een hartrevalidatieprogramma er uit zou moeten zien ten aanzien van de start van het programma, de duur en/of intensiteit en de setting waarbinnen de hartrevalidatie werd gegeven. Daar waar dat wel werd gedaan, was dat altijd gebaseerd op de mening van deskundigen13,22.
15
5. Effectiviteit Effectiviteit
In tabel 1 is een overzicht gepresenteerd van de effectiviteit zoals die blijkt uit meta-analyses van de fysiotherapeutische interventies in het cardiologisch domein voor alle indicaties.
Tabel 1 Overzicht van de effectiviteit van fysiotherapeutische interventies in het cardiologische domein
Hoog risico groepen Ouderen Ouderen met een inactieve levensstijl Inactieve levensstijl Hyperlipidemie Hypertensie Ongezond voedingspatroon Belaste familieanamnese Roken
Negatief effect in metaanalyses
Geen effect in meta-analyses
Positief effect in meta-analyses
Geen informatie uit metaanalyse
-
-
1 SR (104 RCTs)
-
-
-
1 SR (41 RCTs)
-
-
1 SR (15 RCTs)
1 SR (24 RCTs) 4 SRs (62 RCTs) †
1 SR (7 RCTs)
-
-
-
X
-
-
-
-
1 SR (5 RCTs)
-
X 1 SR (12 RCTs)
-
2 SR (29 RCTs)
5 SRs (84 RCTs) †
2 SRs (8 RCTs)
-
-
-
X
-
-
-
X
-
-
-
X
-
-
-
X
-
-
-
X
Chronisch hartfalen Hartklep chirurgie Chirurgisch gecorrigeerde congenitale afwijkingen Harttransplantatie Pacemaker, ICD, ritmechirugie Steunhart Coronair lijden 1 SR (2 1 SR (2 RCTs) ** 4 SRs (167 RCTs) 1 SR (1 RCT) RCTs)* 1 SR (20 RCTs) † Preoperatieve fysiotherapie bij hartchirurgie X † Als er meer dan 1 SR werd gevonden kunnen individuele RCTs meer dan één keer zijn meegeteld *Alleen meta-analyse resultaten voor de uitkomst cardiac events (niet gedefinieerd) ** Alleen meta-analyse resultaten voor uitkomsten op depressie en angst scores Afkortingen: ICD: implantable cardioverter defibrillator; RCT: gerandomiseerde, gecontroleerde studie; SR: systematische review
Uit de bovenstaande tabel blijkt dat er slechts voor twee van de onderzochte groepen SR’s zijn gevonden. Er zijn géén SR’s gevonden voor preoperatieve fysiotherapie bij hartchirurgie. Voor de hartaandoeningen zijn er alleen SR’s gevonden voor chronisch hartfalen en coronair lijden maar niet voor de overige indicaties.
16
Voor een aantal hoogrisicogroepen zijn wel systematische reviews gevonden namelijk voor ouderen, ouderen met een inactieve levensstijl, inactieve leefstijl, hyperlipidemie, hypertensie en roken. De preoperatieve fysiotherapie bij hartchirurgie wordt verder buiten beschouwing gelaten. In de voglende paragraaf bespreken we de aard van de gevonden interventies en de resultaten geclusterd per doelgroep: hoog risico op hartlijden, chronisch hartfalen en coronair lijden.
17
5.a. Resultaten hoog risico groepen Gevonden SR’s
Er zijn 11 SR’s gevonden met betrekking tot interventies bij hoogrisico groepen. In geen van de SR’s zijn specifieke fysiotherapeutische interventies beschreven. Negen van de SR’s onderzochten de effectiviteit van een vorm van training. De controle behandelingen verschilden steeds, ook binnen de SR’s. De controlebehandelingen varieerden van geen behandeling, gebruikelijke zorg, geen training tot sham behandeling.
Exclusie SR’s
In twee van de 11 SR’s (Yucha23 en Dickinson3) is biofeedback de onderzochte interventie is. Beide SR’s zijn voor dit rapport buiten beschouwing gelaten. Biofeedback is geen interventie die behoort bij het gebruikelijke therapeutisch arsenaal van fysiotherapeuten en valt daardoor buiten het domein van dit rapport.
Aard interventie
In tabel 2 staat de aard van de onderzochte interventie beschreven per SR, het aantal in de SR opgenomen RCT’s en het indicatiegebied. Tabel 2: Onderzochte interventies naar aard en uitkomstmaten bij verschillende hoog risicogroepen Auteur/
Aard van de
aantal RCT’s/
therapeutische
doelgroep
ouderen
interventies Trainingsprogramm a’s onder supervisie. Prog. krachttraining met hoge intensiteit op gespecialiseerde oefenmachines, 2 tot 3 maal per week.
Huang (2005)24
In 30/41 RCT’s
41 (41)
werd onder
Inactieve ouderen
supervisie training
Liu (2009)2 104 (121)
Uitkomstmaten
VO2, Piek O2 opname, 6 min loopafstand, loopsnelheid, trapklimmen, mortaliteit, vitaliteit (SF-36 vitality plus scale) VO2( ml/kg/min)
uithoudingsvermogen Murphy (2007)25
Snelwandelen met
Systolische en
24 (24)
een gem. relatieve
diastolische RR,
Inactieve personen
intensiteit: 70,1%
Gewicht,
(50-86%) van max.
vetpercentage, BMI
hartfrequentie.
Tot. Chol., HDL, LDL, Triglyceriden.
Halbert (1999)26 13
Aerobe training
(31)
Tot. Chol., HDL, LDL, Triglyceriden.
hyperlipidemie Haney (2007) 27
Trainingsfrequenti
Geen meta-analyse
18
7 (9)
e 3-5 keer per
hyperlipidemie Dickinson (2006)28 21 (105) hyertensie Halbert (1997)29 15 (29) hypertensie Nishi (1998)30 5 (5) roken Ussher (2008) 31 12 (13) roken
week (5/7) . Oefenen niet nader gedefinieerd.
Systolische en diastolische RR
Oefenen niet nader gedefinieerd.
Systolische en diastolische RR
Oefenen niet nader gedefinieerd.
Stoppen met roken
Gesuperviseerde groepstraining aangevuld met programma thuis. 3/12 alleen gesuperviseerde groepstraining.
Geen meta-analyse
In tabel 3 is weergegeven wat de interventieduur is binnen de gevonden SR’s en wat onderzocht en beschreven is ten aanzien van de follow-up. Tabel 3: Duur en follow up interventies bij hoog risico groepen. Auteur/ jaar/
Duur interventie
Follow up (FU)
Liu (2009)2
Duur 8-12 weken
In 5 RCT’s FU gericht op
Ouderen
(2-104 weken)
vallen/ artrose.
Huang (2005)24
Niet beschreven
FU niet genoemd
Murphy (2007)25
Duur 8-52 weken
FU niet genoemd
Sed. personen
Mediaan 24 weken
Halbert (1999)26
Duur 12 -52 weken
Hyperlipidemie
Mediaan 24 weken
Haney (2007)27
Duur 7-36 weken
Hyperlipidemie
Mediaan 11 weken
Dickinson
Duur 8-52 weken
Geen FU RCT’s met
(2006)28
Mediaan 12 weken
training
Hypertensie Halbert (1997)29 Hypertensie
Duur 4-52 weken
FU niet genoemd
Nishi (1998)30 Roken
Duur 5-12 maanden
Ussher (2008)31 Roken
Duur 4-19 weken
doelgroep
Sed. ouderen
Interventie en follow up
FU niet genoemd Geen meta-analyse
Mediaan 12 weken FU niet genoemd
Mediaan 15 weken Geen meta-analyse
Mediaan 12 weken
Uit tabel 3 blijkt dat er voor de indicatie fysio- of oefentherapie bij hoog risico’s voor cardiale aandoeningen als roken, hypertensie en hyperlipidemie geen SR’s beschikbaar zijn met (langdurige) follow up. Voor ouderen is er wel een review verschenen van Liu2 naar effecten van progressieve krachttraining bij ouderen. Bij enkele van de 104 geïncludeerde
19
RCT’S is gerapporteerd over langdurige follow up. Deze follow up was gericht het voorkomen van vallen of het functioneren bij artrose, maar was niet gericht op hoog-risicofactoren voor cardiologische aandoeningen. Voor onze vraagstelling is deze folow up niet relevant. Effect in metaanalyses
Van verschillende hoogrisicogroepen zijn SR’s gevonden waarbij in de meeste SR’s sprake is van een positief effect in meta- analyses. Dit geld voor ouderen, ouderen met een inactieve levensstijl, inactieve levensstijl en hypertensie.
Stoppen met roken
Voor fysiotherapie gericht op stoppen met roken vinden we één SR (vijf RCT’s) waar in een meta-analyse geen significant verschil tussen de interventie en controlegroep werd gevonden voor fysiotherapie. In een recentere SR (12 RCT’s) met betrekking tot roken is wel een hogere stopfrequentie na de behandeling zichtbaar maar voor deze SR was geen informatie uit een meta-analyse beschikbaar.
Hyperlipidemie
Voor training bij hyperlipidemie (Halbert26) is geen effect in meta-analyses gevonden. In een recentere review (Haney27) is geen informatie uit meta-analyse beschikbaar. In de laatste review is gekeken naar de behandeling van hyperlipidemie bij kinderen en adolescenten. In geen enkele RCT binnen deze SR is gekeken bij kinderen met familiaire hypercholesterolemie.
Resultaten kinderen
In een SR is gericht gekeken naar screening en behandeling van hyperlipidemie bij kinderen en adolescenten maar het is niet mogelijk gebleken om een meta-analyse uit te voeren (Haney27): geen enkele RCT was gericht op oefentherapie bij familiaire hypercholesterolemie; In 5 van de 7 RCT’s is geen significant verschil gevonden voor totaal cholesterol en LDL tussen de interventie en controlegroep; In 3 van de 6 RCT’s is een significant hogere HDL stijging gevonden in de interventiegroep dan de controlegroep; In 3 van de 6 RCT’s is een significant lager triglyceride gehalte gevonden in de interventiegroep dan de controlegroep.
Resultaten volwassenen
De volgende resultaten zijn op basis van meta-analyses gevonden voor volwassenen: er is géén significant verschil aangetoond voor het effect van training op stoppen met roken (Nishi30); training (1 SR Halbert26) bij hyperlipidemie bij volwassenen geeft een significante daling van totaal cholesterol en stijging van HDL en geen verschil voor LDL en triglyceriden; training (1 SR Murphy25) bij inactieve personen geeft een
20
-
-
significante verbetering van de diastolische bloeddruk (maar niet voor de systolische bloeddruk) het gewicht, het vetpercentage en de BMI; training (3 SR’s Huang24, Liu2, Murphy25 ) bij ouderen en/of inactieve personen geeft een significant grotere maximale zuurstofopname; krachttraining (1 SR Liu2) bij ouderen geeft een significante verbetering van de 6-MWD en traplopen maar geen significant verschil in max. zuurstof-opname, de loopsnelheid, de mortaliteit of de vitaliteit.
Voor alle bovenstaande conclusies geldt dat er geen follow up is uitgevoerd . Kortom er is geen bewijs beschikbaar dat de uitkomsten ook op de langere termijn gehandhaafd worden.
5.b. Resultaten chronisch hartfalen Gevonden SR’s
Voor chronisch hartfalen werden negen SR’s gevonden die de effectiviteit van fysio- en oefentherapeutische interventies bij patienten met chronisch harfalen onderzoeken.
Exclusie SR’s
Twee SR’s zijn voor dit CVZ-rapport buiten beschouwing gelaten. Dit betreft de SR’s van Sillen32 en Sbruzzi33. Zij onderzochten interventies bij patiënten met chronisch hartfalen die niet meer instaat waren inspanning te leveren. Dit betreft respectievelijk neuromusculaire elektrische stimulatie en functionele elektrostimulatie. Dit zijn geen fysiotherapeutische interventies die behoren bij het gebruikelijke arsenaal van extramurale fysiotherapeuten. In geen van de SR’s wordt de rol van de fysiotherapeut beschreven. Supervisie door fysio- of oefentherapeuten werd ook weinig tot niet beschreven. Alleen de SR (Spruit34) beschrijft alleen interventies onder supervisie. Uit het overzicht valt op dat er een grote variatie bestaat in de onderzochte interventies. Aerobe training is de meest voorkomende interventie gevolgd door krachttraining. Er is in de RCT’s onvoldoende informatie beschikbaar over de specificaties van de uitgevoerde trainingen. Ook is er een grote variatie in de aard en de intensiteit van de trainingen voor de groep patiënten met hartfalen. Van belang is dat er in de literatuur geen aanwijzingen zijn dat training risico’s of schade geeft bij patiënten met hartfalen. In tabel 3 is de informatie over de aard van de interventies en de uitkomstmaten bij hartfalen beschreven. Behalve het jaar van publicatie is ook aangegeven hoeveel RCT’s binnen de SR’s voldoen aan de inclusiecriteria van dit rapport.
Aard interventie
21
Tabel 4: Aard interventie en uitkomstmaten in SR’s bij chronisch hartfalen Auteur/
Aard van de
aantal RCT’s
therapeutische
Uitkomstmaten
10 (10)
interventies “home-based” CR 1/10 visites aan huis 2/10 oefentherapie met supervisie 3/10 groepstherapie
Davies (2010)4
Alle 19 aerobe training;
Mortaliteit,
19 (19)
5 ook krachtraining.
zorggebruik, Kwaliteit
10 intramurale
van leven,
Chien (2008)35
Inspanningscapaciteit Zorggebruik, Kwaliteit van leven
interventies, 1 interventie extramuraal (thuis). Haykowsky
14 training;
5
(2007) 14 (14)
9/14 aerobe training,
Inspanningscapaciteit Hartfunctie
intensiteit tussen 6080% van basis VO max. 20-60 min. per sessie. 4/14 aerobe + kracht, 1/14 alleen kracht Hwang (2010)
6
4 (8)
4 krachttraining
Inspanningscapaciteit
waarvan in 2 met supervisie.
Rees (2004)
Training veelal aerobe 7
training, slechts 3
29 (29)
alleen krachttraining.
Spruit (2009)34 4 (10)
Krachttraining met supervisie.
van Tol
Aerobe training, soms
(2006) 35(35)
8
i.c.m. calenetics of balspelen.
Inspanningscapaciteit Cardiale mortaliteit, Niet fataal MI of CVA Duur,intensiteit en start interventie Inspanningscapaciteit hartfunctie Inspanningscapaciteit Hartfunctie Kwaliteit van leven
3/35 alleen krachttraining, 13/35 intervaltraining.
Duur interventie en follow-up.
In tabel 5 staat per SR aangegeven wat beschreven is ten aanzien van de therapieduur en de follow up termijn. Daarnaast is aangegeven hoeveel RCT’s binnen de SR relevant waren voor de vraagstelling van het CVZ. Uit het overzicht blijkt dat er voor de indicatie chronisch hartfalen slechts enkele SR’s gevonden zijn met een adequate follow-up duur. Daar waar follow-up duur wel wordt genoemd is de interventieduur veelal meegenomen als onderdeel van de
22
follow-up. In de SR van Tol8 was er slechts in vij van de 35 studies sprake van follow up. Opvallend is dat er in vier RCT’s tijdens de follow up periode een onderhoudsbehandeling in de vorm van oefentherapie werd gegeven. Wanneer onderhoudsbehandeling wordt gegeven blijft het therapieeffect behouden. In de RCT waar geen onderhoudsbehandeling werd gegeven, vallen de trainingseffecten terug naar de uitgangswaarde bij de start van de interventie. Rees7 concludeerde dat training de korte termijn (tot 1 jaar follow up) conditie (exercise capacity) verbeterde. Dit is door van Tol8 bevestigd. Door Hawkowsky5 concludeerde dat training ook effect heeft op het functioneel herstel van het hart aan de hand van uitkomstmaten als ejectiefractie, eind-diastolisch en eind-systolisch volume. Davies4 heeft een update van de van Rees7 uitgevoerd waarbij gericht gekeken is naar de lange termijn follow up ( < 1 jaar en > 1 jaar) voor mortaliteit (totaal), ziekenhuisopnames en kwaliteit van leven. Tabel 5: Therapieduur en follow up bij chronisch hartfalen. Auteur/ aantal
Duur interventie
Follow up (FU)
Chien (2008)35
Duur: 1,5-9 maanden
FU niet genoemd
10 (10)
Mediaan 6 maanden
Davies (2010)4*
Duur: 24-52 weken
RCT’s
19 (19)
FU >= 6 maanden. (FU = inclusief duur
(update Rees)
interventie)
Haykowsky
Duur:: 2-14 maanden
(2007)5 *4 (8)
(mediaan: 6 maanden)
FU niet genoemd
Hwang (2010)6
Duur:: 8-20 weken
14 (14
(mediaan: 11 weken)
Rees (2004)7
Duur: 3-52 weeks
FU incl. interventie.
29 (29)
(gemiddeld: 16
Gemiddelde FU: 20
weken)
weken (variatie 4-
NB veel interventies
60 weken)
FU niet genoemd
van korte duur met FU kort na afronding. Spruit (2009)34 4 (10)
Range: 8-20 weeks
van Tol
Gemiddelde
FU in 5/35 studies.
(2006) *
interventieduur:
In 4 studies tijdens
35(35)
13.0 ±7.8 weken
FU onderhouds-
8
FU niet genoemd
(median: 9 weeks)
training. Sessies van 50 +/- 20
Slechts 1 RCT FU
minuten, gemiddeld
zonder training.
3,7 (+/-1.7) keer per
Hier ging
week.
trainingseffect interventie verloren.
* Cochrane review
23
Effect in metaanalyses
In vier SR’s sprake is van een positief effect uit meta-analyses, dit betrof in totaal 167 RCT’s. In twee SR’s is er geen effect in meta-analyses (22 RCT’s) en in een SR (twee RCT’s) is er sprake van een negatief effect in meta-analyses (tabel 1).
Uitkomsten metaanalyses
In meta-analyses zijn de volgende resultaten voor primaire uitkomstmaten gevonden: in vijf SR’s (Davies4, Haykowsky5, Rees7, van Tol8 en Chien35) zijn positieve resultaten gevonden voor trainingen in vergelijking met gebruikelijke zorg, placebo of geen behandeling ten aanzien van inspanningsvermogen; in drie SR’s zijn overwegend positieve resultaten gevonden van training in vergelijking met gebruikelijke zorg, placebo of geen behandeling t.a.v. de kwaliteit van leven (Spruit34, Davies4, van Tol8); in één review4 werd verbetering van de kwaliteit van leven voor zowel korte als lange termijn (>12 maanden) aangetoond; in één SR4 is specifiek gekeken naar het optreden van schade door trainingsprogramma’s, hiervoor zijn geen aanwijzigingen gevonden; één SR35 vond geen verschil t.a.v. het aantal ziekenhuisopnames met een cardiale indicatie of kwaliteit van leven bij “home based” hartrevalidatie; één SR4 vond geen verschil t.a.v. mortaliteit of ziekenhuisopnames (algemeen) binnen < 1 jaar follow up. Er is een niet significante trend voor reductie van de gepoolde mortaliteit bij training in 4 RCT’s met follow up > 1 jaar; ziekenhuisopnames i.v.m. hartfalen komen significant minder vaak voor na hartrevalidatie4.
5.c. Resultaten coronair lijden Gevonden SR’s
In totaal zijn er acht SR’s geselecteerd voor het indicatiegebied coronairlijden. Ook bij deze indicaties wordt de fysio of oefentherapeutische component zeer beperkt beschreven. Uit slechts een beperkt aantal RCT’s (24/41 Clark36 en 9/32 Jolliffe10) in 2 SR’s blijkt dat de training werd uitgevoerd onder supervisie van een fysio- of oefentherapeut. Er wordt een grote variatie aan interventies beschreven: cardiorevalidatie CR (alleen training), CR volledig, CR home-based en overige vormen van CR. In een review11 zijn psychologische interventies beschreven.
Aard interventie
Binnen de interventies is aerobe training is de belangrijkste interventie. Slechts een kleine SR39 beschreef krachttraining,
24
maar hiervan voldeed slechts één RCT aan de inclusiecriteria voor dit CVZ-rapport. Er is onvoldoende informatie en eenduidigheid over de aard en de intensiteit van de trainingen. In een beperkt aantal RCT’s was de intensiteit van de aerobe training beschreven aan de hand van de VO2-max. Ook de duur van de hartrevalidatie was zeer variabel, van 1 week tot 48 maanden, met een mediane duur van 3 of 6 maanden in de drie SR’s waar hartrevalidatie is beschreven (Brown9, Clark36, Muller-Riemenschneider38). De controlegroepen kregen gebruikelijke zorg (Brown9, Clark36, Jolliffe10, Jolly11, Muller-Riemenschneider38 en Taylor12) en/of leefstijladvies (Muller-Riemenschneider38). Alleen in één SR (Clark36) kregen controlegroepen géén training. Uitkomstmaten
Over een beperkt aantal uitkomstmaten is gepubliceerd. In geen enkele SR zijn de behandeldoelen, het inspanningsvermogen, het gebruik van de gezondheidszorg of de functionele beperkingen, beschreven. Wel zijn beschreven de uitkomstmaten: sterfte (vijf SR’s) cardiale sterfte (drie SR’s) Myocard infarct (zes SR’s) revascularisatie (twee SR’s), geestelijke gezondheidszorg (twee SR’s) en kwaliteit van leven (drie SR’s). Twee SR’s gaven informatie over duur en intensiteit van de behandeling, er blijkt sprake van een grote variatie in interventies. In tabel 6 is de aard van de interventies in de SR’s voor deze groep aandoeningen beschreven.
25
Tabel 6: beschrijving van de aard van de interventies bij coronair lijden.
Duur interventie en follow-up
Auteur, jaar, aantal RCT’s
Aard interventies
Uitkomstmaten
Brown (2003)9 46 (46)
Aerobe training, ten minste 3 x per week, 30 minuten (60-80% van VO2 max.) Onduidelijk of supervisie bij training werd gegeven.
Mortaliteit alg. en cardiaal, niet fataal MI/CVA revascularisatie, start (na event), behandeldosis en duur Kwaliteit van leven.
Clark (2005)36 41 (63)
FT component was beschreven bij 2 / 32 RCT’s. 24/ 41 werd training onder supervisie gegeven.
Mortaliteit alg. niet fataal MI/CVA
Clark (2010)37
Home-based trainingen.
Mortaliteit alg. niet fataal MI/CVA
Jolliffe (2009)10* 32(32)
FT component in 2/32 beschreven, 9/32 beschreven supervisie. Onduidelijk bij de overige RCT’s
Mortaliteit alg. en cardiaal, niet fataal MI/CVA Kwaliteit van leven.
Jolly (2006)11* 2 (24)
RCT’s (2) gericht op mentale gezondheid.
Mentale gezondheid (angst en depressie)
Muller –Riemenschneider (2010)38 13 (43)
Alomvattende cardiorevalidatie CR, oefentherapie CR en psychosociale interventies
niet fataal MI/CVA,
Oliveira (2008)39 1 (11)
Krachttraining onder supervisie
Taylor (2004)12 * 48 (48)
In 29/48 zijn de trainingen beschreven. Gemiddeld 3.7 sessies van 53 minuten per week, intensiteit 76% VO2 max.
Mortaliteit alg. en cardiaal, niet fataal MI/CVA revascularisatie, behandeldosis Kwaliteit van leven
In tabel 7 staat per SR aangegeven wat beschreven is ten aanzien van de therapieduur en de follow up termijn. Daarnaast is aangegeven hoeveel RCT’s binnen de SR relevant waren voor de vraagstelling van het CVZ. Twee SR’s (Jolliffe10 en Brown9) beschreven het beschikbare bewijs uit 3 grote internationale studies; 1. de WHO Kallio trial40 met 10 en 15 jaar follow up gepubliceerd door Hamalainen41,42 2. Dorn de National Exercise and Heart Disease Project (NEPHD) trial 43 met 19 jaar follow up en 3. Bethell 44 11 jaar follow up.
26
De laatste twee trials waren alleen gericht op training. De interventie van de NEPHD trial bestond uit 8 weken, 3 maal er week één uur, onder ECG monitoring op 85% van de maximale hartslag, cardio- en krachttraining. Aansluitend 3 maal per week fietsen, zwemmen of joggen 15 minuten en 25 minuten recreatiesport. De interventie in de WHO Kallio trial40 is een hartrevalidatieprogramma dat enkele weken na een acuut hartinfarct start. De interventie bestaat uit een combinatie van optimale medische zorg, het stimuleren lichamelijke inspanning, het advies stoppen met roken, dieetadviezen en counseling van psychosomatische problemen. De oefentherapie onder supervisie bestaat uit een tailered (inspanningstolerantie bij fietsproef) trainingsprogramma gedurende 3 maanden. Opvallend is wel dat er bij de analyse van de resultaten geen significant verschil tussen de interventie- en controlegroep gevonden werd in de feitelijke mate van lichamelijke inspanning (fietsproef). Geen van deze drie historische studies beschrijft een significante afname van de totale mortaliteit. Hamalainen42 beschrijft een significante afname van (plotselinge) hartdood in de interventiegroep t.o.v. de controlegroep gedurende de eerste drie jaren na het hartinfarct. Na 10 (en 15) jaar blijft dit significante verschil bestaan zonder nieuwe tussentijdse interventies. De bovengenoemde drie studies constateren een afname in het niveau van training over de jaren in de interventiegroep. Zij constateren dat voor gezondheidseffecten op lange termijn zowel het onderhouden van training als het continueren van medicatie noodzakelijk is. Taylor12 beschrijft in een subgroepanalyse een verschil in uitkomst voor mortaliteit met follow up < 12 maanden t.o.v. follow up >12 maanden. De vraag is of 12 maanden follow up wel voldoende is om verschillen in mortaliteit te meten. Clark36 beschreef dat op basis van gepoolde data van 7 trials dat de interventie een beschermend effect had voor totale mortaliteit gedurende de eerste 5 jaar na de interventie. Clark37 heeft gekeken naar de uitkomstmaat kwaliteit van leven. Voor verbetering van de kwaliteit van leven zijn wel korte termijn effecten aangetoond (<12 maanden) maar geen lange termijn effecten. Samenvattend is er voor de uitkomstmaat totale mortaliteit een effect op de middellange termijn (tot 5 jaar) maar niet op de lange termijn (10 jaar of meer).
27
Tabel 7: Therapieduur en follow up bij coronair lijden. Auteur, jaar, aantal RCT’s
Duur interventie
Follow up (FU)
Brown (2003)9 46 (46)
Duur 1 week-30 maanden. Mediaan 3 maanden
3 RCT’s 15, 19 en 11 jaar FU.
Clark (2005)36 41 (63)
Duur 0.75-48 maanden Mediaan 6 maanden
FU 12, 24 en 60 mnd in meta-analyse van alle interventies ook zonder training
Clark (2010)37
“Home-based” oeftherapie, duur niet bekend
FU < 12 mnd versus FU>12 maanden
Jolliffe (2009)10* 32(32)
Duur 4 weken-30 maanden.
3 RCT’s 15, 19 en 11 jaar FU (zie ook Brown)
Jolly (2006)11* 2 (24)
Niet beschreven
n.v.t. alleen mental health opgenomen
Muller-Riemenschneider (2010)38 13 (43)
Duur 6-104 weken Mediaan 24 weken
Alleen inclusie studies FU >12 maanden (post randomisatie?)
Oliveira (2008)39 1 (11)
Duur 10 weken
n.v.t.
Taylor (2004)12* 48 (48)
Niet beschreven
FU tenminste 6 maanden (post randomisatie?)
* Cochrane review Conclusies uit meta-analyses
-
-
-
-
-
In meta-analyses van “exercise only” hartrevalidatie en overige vormen van hartrevalidatie werd steeds een statistisch significant verschil gevonden voor sterfte en cardiale sterfte in vergelijking met gebruikelijke zorg of zonder training. Er zijn geen consistente (significante) verschillen aangetoond tussen behandelgroepen voor de uitkomstmaat myocardinfarct. Een SR36 beschrijft minder MI’s, een SR38 beschrijft een significant hoger aantal “cardiac events”. Hartrevalidatie is significant beter dan gebruikelijke zorg voor de uitkomstmaat cardiale mortaliteit, ook na 3,10 en 15 jaar follow up, voor de totale mortaliteit was er een effect op de middellange termijn (tot 5 jaar), niet meer na 10 jaar follow up. Er zijn geen significante verschillen tussen interventie en controlegroep gevonden van hartrevalidatie voor revascularisatie (niet bij CABG als ook bij PCI procedures) Hartrevalidatie geeft in meta-analyses geen verschil in angst en depressie11. In één SR9 zijn (met subgroepanalyse) geen verschillen
28
-
gezien tussen tussen CR naar moment van aanvang (voor of na 6 maanden na interventie), noch naar duur (korter dan 12 weken of langer dan 12 maanden) van de interventie. In twee SR’s9,12 werd géén verschil gevonden tussen laag intensiéve of hoog intensieve cardiorevalidatie ( hoog is >1000 units revalidatie, (duur X aantal per week, X minuten per sessie).
Meta-analyse was voor kwaliteit van leven niet mogelijk door grote variatie in meetinstrumenten. In de drie SR’s werd verbetering van kwaliteit van leven bij interventie als controlegroep gevonden. In één SR 37 is beschreven dat significante verbeteringen van kwaliteit van leven wel op korte termijn en niet op lange termijn zijn gevonden.
5.d. Aanbevelingen in richtlijnen In richtlijnen worden voor meer indicaties aanbevelingen beschreven dan alleen coronair lijden en chronisch hartfalen. De verschillende aanbevelingen worden hieronder samengevat weergegeven Doel fysiotherapie: KNGF 2009
In de richtlijn van de KNGF45 is de volgende beschrijving van de fysiotherapie opgenomen: De KNGF 2009-richtlijn ziet een duidelijke rol voor fysiotherapeuten bij de behandeling van hartpatiënten, zowel bij de klinische en poliklinische hartrevalidatie (tweedelijns fysiotherapeut) als bij de nazorg of postrevalidatie (eerstelijns fysiotherapeut). De fysiotherapeut dient een beweegprogramma op maat op te stellen aan de hand van de wensen van de patiënt, de individuele trainingsdoelen en eventuele comorbiditeit. Het beweegprogramma bestaat uit de volgende componenten: bewegingsstimulering; vergroten en onderhouden van de fysieke belastbaarheid; bestrijden van beïnvloedbare risicofactoren en het bevorderen van gedragsverandering. De richtlijn ziet als mogelijke trainingsdoelen: het ontwikkelen en onderhouden van een actieve leefstijl; het vergroten van het maximale aerobe uithoudingsvermogen; het vergroten van de kracht van lokale spiergroepen en het spieruithoudingsvermogen; gewichtsvermindering, bestrijden van hoge bloeddruk en verlagen van een verhoogde cholesterolspiegel; functioneel trainen.
29
Deze trainingsdoelen kunnen bereikt worden door het vergroten van het maximale aerobe uithoudingsvermogen, door het trainen van lokale spierkracht en spieruithoudingsvermogen, en door afvallen, bestrijden van hoge bloeddruk en trainen bij een verhoogde cholesterolspiegel. Het uiteindelijke trainingsdoeldoel is volgens de richtlijn uitstroom naar het reguliere sportaanbod, dat wil zeggen zelfstandig bewegen zonder supervisie van de fysiotherapeut. Het beweegprogramma zal worden afgesloten wanneer de persoonlijke doelen zijn behaald en de cliënt zelfstandig het bewegen kan voortzetten. Er wordt een aantal voorbeelden van praktische uitwerkingen gegeven.
5.d.1. Richtlijnen bij hoogrisicogroepen voor cardiale aandoeningen Hoog risicogroepen
In twee richtlijnen worden aanbevelingen gedaan voor fysiek bewegen bij personen zonder symptomen van hartziekte. In geen van beide richtlijnen wordt een uitspraak gedaan over de rol van fysio- of oefentherapeut. Voor beide richtlijnen is het onduidelijk wat kernaanbevelingen zijn en wat de het niveau van evidence is. De volgende aanbevelingen zijn geformuleerd: ESC46: 30 - 45 minuten minimaal vijf dagen per week voor alle leeftijdscategorieën. JBS47 regelmatige aerobische activiteit (snelwandelen of zwemmen) 30 minuten per dag de meeste dagen per week. 5.d.2. Richtlijnen voor patienten met cardiale aandoeningen
Coronair lijden
Vier richtlijnen bevatten algemene aanbevelingen over het nut van fysieke beweging, fysio- en/of oefentherapie (al dan niet als een onderdeel van hartrevalidatie) bij mensen met symptomatische hartziekten (NVVC 200448; KNGF 200313; ESC 200349; SIGN 200215). De NVVC 2004 als SIGN 2002 geven op basis van één SR de aanbeveling dat fysieke training een centrale plaats moet innemen in hartrevalidatieprogramma’s. De overige aanbevelingen zijn op basis van mening van deskundigen of observationeel onderzoek geformuleerd. Twee hiervan48,15 bevatten daarnaast ook aanbevelingen voor specifieke subgroepen. De NVVC 2010 Beslisboom19 is een update van de beslisboom uit 2004, die als een operationalisatie van de NVVC 2004-richtlijn moet gezien worden. De PAAHR richtlijn21 is een gedeeltelijke herziening van de NVVC 200448-richtlijn, waarbij hoofdzakelijk de tekst met betrekking tot psychische en sociale doelen herschreven is. In de relevante richtlijnen werd nauwelijks beschreven hoe een hartrevalidatie programma er uit zou moeten zien aangaande bijvoorbeeld het begin, de duur en/of intensiteit en de setting. Daar waar dat wel werd gedaan, was dat altijd gebaseerd op de
30
mening van deskundigen13,22. Stabiele Angina Pectoris
Vier richtlijnen bevelen hartrevalidatie met een trainingsprogramma aan bij stabiele Angina Pectoris (AP). De NVVC48 baseert aanbevelingen op systematische reviews. De GFCPR22 is het meest specifiek en adviseert eerst 1-2 weken aerobe training, daarna een individueel krachttrainingsprogramma.
Myocardinfarct
Zes richtlijnen beschrijven het nut van regelmatige fysieke beweging, fysio- en/of oefentherapie bij mensen die een Myocardinfarct (MI) doormaakten. NVVC48, SIGN15, NICE14 formuleren hartrevalidatie met een trainingsprogramma en baseren dit op één SR.
Chronisch hartfalen (CHF)
Zeven richtlijnen bevatten aanbevelingen voor fysieke beweging, fysio,- en oefentherapie bij mensen met CHF (NVVC48, CBO18, ESC50,51, GFCPR22, SIGN15,16). SIGN 200716 maakt onderscheid in wel of geen supervisie. Alle richtlijnen zijn het eens over het feit dat patiënten met stabiel hartfalen en NYHA-klasse II-III baat hebben bij hartrevalidatie met een oefencomponent van matige intensiteit en individueel aangepast (niveau bewijs SR). De richtlijnen zijn het ook eens over de aard van de oefentherapie namelijk aerobe training. Krachttraining kan op gedoseerde wijze in de meeste gevallen veilig worden toegevoegd. Regelmatige lichaamsbeweging wordt sterk aanbevolen bij alle patienten met CHF (niveau bewijs SR), datzelfde geldt voor conditietraining bij stabiel CHF. Specifieke behandeldoelen voor patiënten met hartfalen zijn: het verbeteren van het (sub)maximale inspanningvermogen; het afstemmen van de belasting in relatie tot de belastbaarheid; het verminderen van vermoeidheid, kortademigheid en inactiviteit.
Pre en Eerder in het rapport is al aangegeven dat er geen SR’s postoperatieve gevonden zijn voor preoperatieve fysio- of oefentherapie bij fysio- oefentherapie hartchirurgie. Er zijn ook geen richtlijnen gevonden waarin aan preoperatieve fysio of oefentherapie bij hartchirurgie aandacht is besteed. Coronair bypasschirurgie (CABG)
Vier richtlijnen adviseren multidisciplinaire hartrevalidatie met een trainingsprogramma na CABG. De NVVC48en SIGN15 baseren dit op één SR (Cochrane).
31
Percutane coronaire interventie ( PCI)
Vier richtlijnen bespreken hartrevalidatie na PCI. Alle vier concluderen dat hartrevalidatie met trainingsprogramma is aangewezen. De GFCPR is het meest specifiek en adviseert eerst 1-2 weken aerobe training, daarna individueel krachttrainingsprogramma.
Hartklepchirurgie
Een richtlijn50 beveelt op basis van observationeel onderzoek een multidisciplinair revalidatieprogramma (niet nader gespecificeerd) aan zeker bij patiënten met postoperatief hartfalen. Goede kandidaten zijn aortaklepvervanging met normale linkerventrikelfunctie en na mitralisklepherstel en een bewaarde linkerventrikelfunctie. De duur en intensiteit wordt niet aangegeven, wel is evaluatie aangewezen door echocardiografie postoperatief en na revalidatie en een submax. oefentest. Eén Nederlandse richtlijn48 beveelt op basis van observationeel onderzoek hartrevalidatie aan met een trainingsprogramma in gespecialiseerde centra.
Congenitaal hartlijden
Harttransplantatie
Er zijn twee richtlijnen gevonden22,48. Op basis van RCT’s wordt aanbevolen dat hartrevalidatie, bewegingsprogramma’s waaronder fysieke training als voorlichting, psychosociale doelen als leefstijl. De NVVC beschrijft aanvankelijk ademhalingsoefeningen en ADL-vaardigheden daarna wandelen, (trap)lopen en (onbelast)fietsen. Vervolgens poliklinisch aerobetraining al of niet met krachttraining.
Pacemaker en ICD
NVVC48 adviseert op basis van één RCT hartrevalidatie met vooral gericht op voorlichting, psychosociale doelen en ontspanningstherapie. Oefentherapie wordt niet beschreven.
Steunhart
Geen richtlijn gevonden.
5.d.3. Conclusies richtlijnen Hoog-risicogroepen
In twee richtlijnen wordt het nut van fysieke beweging bij personen zonder symptomen van hartziekten aanbevolen. De rol van fysio- of oefentherapie is niet duidelijk, ook wordt geen onderscheid gemaakt naar risicofactoren.
Indicaties hartrevalidatie
Voor verschillende richtlijnen was het moeilijk om de kernaanbevelingen te herkennen en om het niveau van bewijs aan te geven. Voor de volgende indicaties concludeerden meerdere richtlijnen, waaronder minstens één evidence-based richtlijn, dat hartrevalidatie met een oefenprogramma is aangewezen: stabiele angina pectoris; myocard infarct;
32
CABG; PCI; chronisch hartfalen.
Aard hartrevalidatie
In de relevante richtlijnen werd nauwelijks beschreven hoe een hartrevalidatie programma er uit zou moeten zien aangaande bijvoorbeeld het begin, de duur en/of intensiteit en de setting. Daar waar dat wel werd gedaan, was dat altijd gebaseerd op de mening van deskundigen13,22.
Preoperatieve fysiotherapie
Er zijn geen richtlijnen gevonden over het preoperatieve gebruik van fysiotherapie bij hartchirurgie.
33
6. Bespreking 6.a. Uitgangspunten fysiotherapie ZVW Fysiotherapie ZVW
Het kader voor de plaatsing van een indicatie op de chronische lijst fysiotherapie ZVW betekent dat of langdurige en/of intermitterende fysiotherapie bewezen effectief zou moeten zijn. De eerste 12 behandelingen zijn sinds 1 janauri 2011 voor volwassenen uitgesloten in de Zvw. Voor kinderen met een chronische indicatie zijn de eerste behandelingen niet uitgesloten. Voor alle kinderen geldt dat tot de leeftijd van 18 jaar de eerste 18 behandelingen worden vergoed. Al het meerdere wordt alleen vergoed wanneer de indicatie voorkomt op de chronische lijst fysiotherapie en de verzekerde daarop redelijkerwijs is aangewezen.. Op de chronische lijst fysiotherapie staan de volgende hartaandoeningen opgenomen: myocard-infarct (AMI)); status na coronary artery bypass-operatie (CABG); status na percutane transluminale coronair angioplatiek (PTCA) status na hartklepoperatie status na operatief gecorrigeerde congenitale afwijkingen;
Hartrevalidatie ZVW
Bij de invoering van de Zvw was het ziekenfondspakket zoals dat op het moment was vastgelegd, het uitgangspunt. In het Verstrekkingenbesluit ziekenfondsverzekering gold dat er alleen aanspraak op fysiotherapie of oefentherapie bestond indien de hulp werd voorgeschreven door een cardioloog overeenkomstig de Richtlijnen Hartrevalidatie in Nederland 1995. In de toelichting op het Verstrekkingenbesluit ziekenfondsverzekering is het volgende te lezen: ‘[…] dat de aanvraag voor langdurige behandeling bij hartaandoeningen dient plaats te vinden door een cardioloog en dat deze daarbij de Richtlijnen Hartrevalidatie in Nederland 1995 in acht dient te nemen. Voor de in artikel 3, eerste lid , onderdeel c genoemde hartaandoeningen is het nut van hartrevalidatie conform de vermelde richtlijnen aangetoond. Hierbij wordt de in de richtlijnen opgenomen revalidatiemodule gehanteerd die door de betrokken beroepsgroep is aanvaard. Deze module gaat uit van maximaal 24 behandelingen.’ Uit bovenstaande destijds van toepassing zijnde wetstoelichting kan geconcludeerd word dat de chronische fysio- of oefentherapie voor de op Bijlage 1 genoemde hartindicaties onderdeel is van hartrevalidatie. Hartrevalidatie behoort tot de
34
te verzekeren prestatie medisch-specialistische zorg. Beoordelingskader
Voor de beantwoording van de vraag of zorg conform de stand van de wetenschap en praktijk52 is, heeft het CVZ als uitgangspunt dat er gerandomiseerde studies van goede kwaliteit vereist zijn om een ondubbelzinnige positieve conclusie te kunnen trekken over effectiviteit en veiligheid van (nieuwe) interventies. Als deze studies er niet zijn, kán op basis van studies met een lager niveau van bewijskracht een positieve beoordeling volgen, maar dan dient wel deugdelijk beargumenteerd te worden waarom er geen gerandomiseerde studies zijn en ook niet vereist kunnen worden. Uit de uitgevoerde overview blijkt zondermeer dat er RCT’s uitgevoerd en vereist kunnen worden. Het CVZ ziet dan ook geen aanleiding om met lagere evidence genoegen te nemen.
6.b. Algemene overwegingen Interventies
In de literatuur ontbreekt veelal een specifieke omschrijving van de fysio- of oefentherapeutische interventies. De meerderheid van de interventies betreft (aerobe) trainingen, een beperkt aantal interventies beschrijft krachttraining. Vaak is niet duidelijk of de interventie plaats heeft gevonden onder supervisie van een fysio- of oefentherapeut.
Hartrevalidatie versus enkelvoudige ft
Er is bij de beoordeling van de literatuur een poging gedaan om onderscheid te maken tussen (multidisciplinaire) hartrevalidatie en enkelvoudige fysiotherapie. Dit is niet mogelijk gebleken.
Langdurige/ intermitterende ft
Er is geen literatuur gevonden waarin sprake is van een onderbouwing van langdurige en/of intermitterende fysio- of oefentherapeutische interventies (al of niet aansluitend aan hartrevalidatie) binnen het cardiologisch domein.
Hartrevalidatie medisch specialistische zorg Behoud van effect
Hartrevalidatie behoort niet tot de extramurale fysiotherapie maar is onderdeel van de medisch specialistische zorg. Naast een initieel gunstig effect van de behandeling door middel van oefentherapie is het voor het CVZ van belang dat de ook op de lange termijn deze positieve effecten blijven bestaan. De belangrijkste bronnen van lange termijn evidence voor hartrevalidatie bij coronairlijden zijn 3 grote internationale studies; 1. de WHO Kallio trial40 met 10 en 15 jaar follow up gepubliceerd door Hamalainen41,,42 2. Dorn de National Exercise and Heart Disease Project (NEPHD) trial43 met 19 jaar follow up en
35
3.
Bethell44 11 jaar follow up.
De laatste twee trials waren alleen gericht op training. De eerste interventie is een volledig hartrevalidatieprogramma wat enkele weken na een acuut hartinfarct start. Het hartrevalidatieprogramma bestaat uit een combinatie van optimale medische zorg, het stimuleren lichamelijke inspanning, het advies stoppen met roken, dieetadviezen en counseling van psychosomatische problemen. De oefentherapie onder supervisie bestaat uit een tailered (inspanningstolerantie bij fietsproef) trainingsprogramma gedurende drie maanden. Alle drie de studies constateren een afname in het niveau van training over de jaren in de interventiegroep. Zij constateren dat voor gezondheidseffecten op lange termijn zowel het onderhouden van training als het continueren van medicatie noodzakelijk is. Gezien de pathofysiologische overeenkomsten bij de indicaties binnen de groep aandoeningen gebaseerd op coronair lijden is het aannemelijk dat het gevonden bewijs voor hartrevalidatie na een myocard-infarct ook van toepassing is de andere indicaties. Dit betreft de indicaties stabiele angina pectoris, coronaire bypass chirurgie (CABG) en percutane coronaire interventies (PCI/ PTCA). Voor de indicaties harttransplantatie en steunhart zijn geen aparte SR’s gevonden. De onderliggende indicatie voor deze interventies is chronisch hartfalen. Voor een deel van de patienten waar een indicatie bestaat voor hartklepchirurgie is er ook sprake van (chronisch) hartfalen. De gevonden effectiviteit en veiligheid van hartrevalidatie voor chronisch hartfalen is ook van toepassing op de bovengenoemde indicaties. Aard, duur en intensiteit hartrevalidatie
Het meeste bewijs met langdurige follow up bestaat er in de literatuur voor hartrevalidatie na een myocard infarct. Dit bewijs is gebaseerd op een aantal historische studies met langdurige follow up. Alle interventies bevatten vormen van trainingen maar de intensiteit, duur en samenstelling varieert sterk. In twee SR’s9,12 is geconcludeerd dat er geen verschil aantoonbaar is in resultaten van laag intensieve of hoog intensieve hartrevalidatie. Ook is in één SR9 geen verschil gezien tussen resultaten van hartrevalidatie naar het moment van aanvang (voor of na 6 maanden na interventie, noch naar de duur (korter dan 12 weken of langer dan 12 maanden) van de interventie.
36
Kwaliteit bewijs SR
De kwaliteit van het bewijs (GRADE) in de studies is laag tot zeer laag.
Kwaliteit bewijs richtlijn
Van de gevonden richtlijnen zijn slechts vier richtlijnen evidence based. In de richtlijnen is nauwelijks beschreven hoe een hartrevalidatieprogramma er uit moet zien ten aanzien van de start, de duur en/ of intensiteit en de setting waarbinnen de hartrevalidatie werd gegeven. Daar waar het wel is gedaan is het gebaseerd op de mening van deskundigen13,22.
6.c. Conclusies beschikbaar bewijs 1. Hoog risico cardiale aandoeningen
Er zijn positieve effecten gevonden van training in metaanalyses voor ouderen (één SR, 104 RCT’s) ouderen met een inactieve levensstijl (één SR, 41 RCT’s) en inactieve levensstijl (één SR, 24 RCT’s). Er is geen informatie over het behoud van effect in de tijd, er zijn geen follow up gegevens. Er is positief effect in meta-analyses gevonden voor training bij hypertensie in vier SR’s (62 RCT’s). Er is geen informatie over het behoud van effect in de tijd, er zijn geen follow up gegevens. Er is geen effect in meta-analyses aangetoond voor hyperlipidemie, een tweede recentere SR was meta-analyse niet mogelijk. Er is geen effect in meta-analyses aangetoond voor roken, in een tweede recentere SR was meta-analyse niet mogelijk.
2. Cardiale aandoeningen
Alleen voor chronisch hartfalen en coronairlijden zijn SR’s gevonden. Voor de overige indicaties als hartklepchirurgie, chirurgisch gecorrigeerde afwijkingen, harttransplantatie, pacemaker, ICD en ritmechirurgie of het steunhart zijn geen SR’s gevonden.
Chronisch hartfalen
In meta-analyses zijn de volgende resultaten voor primaire uitkomstmaten gevonden: In vijf SR’s (Davies4, Haykowsky5, Rees7, van Tol8 en Chien35) zijn positieve resultaten gevonden voor trainingen in vergelijking met gebruikelijke zorg, placebo of geen behandeling ten aanzien van inspanningsvermogen. In dire SR’s zijn overwegend positieve resultaten gevonden van training in vergelijking met gebruikelijke zorg, placebo of geen behandeling t.a.v. de kwaliteit van leven (Spruit34, Davies4, van Tol8). In één review4 werd verbetering van de kwaliteit van leven voor zowel korte als lange termijn (>12 maanden)
37
Coronair lijden
aangetoond. In één SR4 is specifiek gekeken naar het optreden van schade door trainingsprogramma’s, hiervoor zijn geen aanwijzigingen gevonden. Een SR35 vond geen verschil t.a.v. het aantal ziekenhuisopnames met een cardiale indicatie of kwaliteit van leven bij “home based” hartrevalidatie. Eén SR4 vond geen verschil t.a.v. mortaliteit of ziekenhuisopnames (algemeen) binnen < 1 jaar follow up. Er is een niet significante trend voor reductie van de gepoolde mortaliteit bij training in 4 RCT’s met follow up > 1 jaar. Ziekenhuisopnames i.v.m. hartfalen komen significant minder vaak voor na hartrevalidatie4. In meta-analyses van “exercise only” hartrevalidatie en overige vormen van hartrevalidatie werd steeds een statistisch significant verschil gevonden voor sterfte en cardiale sterfte in vergelijking met gebruikelijke zorg of zonder training. Er zijn geen consistente (significante) verschillen aangetoond tussen behandelgroepen voor de uitkomstmaat myocardinfarct. Een SR36 beschrijft minder MI’s, een SR38 beschrijft een significant hoger aantal “cardiac events”. Hartrevalidatie is significant beter dan gebruikelijke zorg voor de uitkomstmaat cardiale mortaliteit, ook na 3, 10 en 15 jaar follow up, voor de totale mortaliteit was er een effect op de middellange termijn (tot 5 jaar), niet meer na 10 jaar follow up. Er zijn geen significante verschillen tussen interventie en controlegroep gevonden van hartrevalidatie voor revascularisatie (niet bij CABG als ook bij PCI procedures) Hartrevalidatie geeft in meta-analyses geen verschil in angst en depressie11. In één SR9 zijn (met subgroepanalyse) geen verschillen gezien tussen tussen CR naar moment van aanvang (voor of na 6 maanden na interventie), noch naar duur (korter dan 12 weken of langer dan 12 maanden) van de interventie. In twee SR’s9,12 werd géén verschil gevonden tussen laag intensiéve of hoog intensieve cardiorevalidatie ( hoog is >1000 units revalidatie, (duur X aantal per week, X minuten per sessie).
Meta-analyse was voor kwaliteit van leven niet mogelijk door grote variatie in meetinstrumenten. In de drie SR’s werd verbetering van kwaliteit van leven bij interventie als
38
controlegroep gevonden. In een SR 37 is beschreven dat significante verbeteringen van kwaliteit van leven wel op korte termijn en niet op lange termijn zijn gevonden. 3. Preoperatieve fysiotherapie
Er zijn geen systematische reviews gevonden. Er zijn wel meerdere RCT’s gevonden waarin deze indicatie is onderzocht. De interventie betreft kortdurende training, 2 tot 3 weken preoperatief, van de inademingspieren. Er zijn (voldoende) aanwijzingen dat dit een (kosten)effectieve interventie is ten aanzien van het verminderen van postoperatieve longcomplicaties. Preoperatieve fysiotherapie maakt geen onderdeel uit van de bestaande richtlijnen voor cardiologische chirurgische interventies.
39
7. Inhoudelijke consultatie De conceptrapportage is voorgelegd aan de Vereniging van Oefentherapeuten Caesar en Mensendieck (VvOCM), het Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie (KNGF), de Nederlandse Vereniging voor Cardiologie (NVvC), de Nederlandse Orthopeden Vereniging (NOV), de Vereniging voor Revalidatieartsen (VRA), het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) de NPCF en De Hart&Vaatgroep. VvOCM
De VvOCM meldt dat zij aangenaam is verrast door de inhoud van de reviews, omdat daarin alle beschikbare evidence is meegenomen. De VvOCM concludeert dat er voor een aantal cardiologische aandoeningen voldoende bewijs beschikbaar is voor fysio- en oefentherapeutische interventies. Er wordt echter een uitzondering gemaakt voor de hoog-risicogroepen. Mede gezien de beschikbare en gebruikte evidence kunnen zij deze opvatting van CVZ niet delen. Zij zijn van mening dat fysiotherapie en oefentherapie voor patiënten met cardiologische aandoeningen onderdeel dienen te zijn van de zgn. chronische lijst. De VvOCM verwijst in haar reactie ook naar de recente Pakketscan coronaire hartziekten, die CVZ op 11 april 2011 heeft aangeboden aan de minister van VWS. Het CVZ constateert dat dit rapport wat betreft de doelstelling afwijkt van de Pakketscan. In het voorliggende rapport wordt beschreven in hoeverre langdurige of intermitterende fysiotherapie bewezen effectief is bij deze indicaties en daarmee voldoet aan de eisen van de Zvw.
NPCF De Hart&Vaatgroep geeft aan dat de “Achtergrondrapportage De Hart&Vaatgroep beoordeling stand van de wetenschap en praktijk fysiotherapie in het cardiologisch domein” helder is geschreven. Zij zijn verheugd dat de preoperatieve fysiotherapie ook is meegenomen. Zij constateren dat er (zeer) beperkte bewijskracht gevonden wordt voor fysiotherapie in het cardiologisch domein verwachten dat dit is te verklaren door de gekozen methodiek, een overview van SR’s. Dit geldt ook voor het ontbreken van de specifieke omschrijving van de fysio- of oefentherapeutische interventies. Hiervoor zouden de onderliggende RCT’s bestudeerd moeten worden. NVVC
Het NVVC meldt dat het voor het bestuur niet mogelijk is om binnen de gestelde (korte) reactietermijn een gefundeerd advies te geven. Zij geven aan de er wel een aantal zaken zijn die verstrekkende consequenties kunnen hebben voor de patiënt met hart en vaatziekten. Zij verwijzen hiervoor naar de
40
vigerende richtlijnen (http://www.nvvc.nl/richtlijnen/bestaande-richtlijnen). Het CVZ constateert dat zij voor de beoordeling van de effectiviteit zowel gekeken hebben naar de beschikbare evidence op basis van SR’s als naar de internationale richtlijnen.
41
8. Standpunt stand van wetenschap & praktijk 1. Hoog risico cardiale aandoeningen
Voor oefentherapie bij mensen met hoog risico op cardiale aandoeningen zoals ouderen, ouderen met een inactieve levensstijl, personen met een inactieve leefstijl en personen met hypertensie zijn positieve effecten gevonden direct na de interventie maar ontbreekt lange termijn follow up.
Het CVZ is van oordeel dat langdurige fysio- en oefentherapie bij ouderen, ouderen met een inactieve leefstijl en personen met een inactieve leefstijl niet voldoet aan het criterium ’stand van de wetenschap en praktijk’.
Het CVZ is van oordeel dat langdurige fysio- en oefentherapie bij hypertensie niet voldoet aan het criterium ’stand van de wetenschap en praktijk’.
Voor fysio- of oefentherapie bij hyperlipidemie en roken zijn geen aanwijzingen beschikbaar dat er positieve effecten gevonden worden direct na de interventie.
Fysio- of oefentherapie in de vorm van training voldoet niet aan de ‘stand van wetenschap en praktijk’ voor de indicties hyperlipidemie en roken.
2. Cardiale aandoeningen
Alleen voor de indicaties chronisch hartfalen en coronair lijden zijn SR’s gevonden. Voor de overige indicaties als hartklepchirurgie, chirurgisch gecorrigeerde afwijkingen, harttransplantatie, pacemaker, ICD en ritmechirurgie of het steunhart zijn geen SR’s gevonden. Bij patiënten die in aanmerking komen voor harttransplantatie en een steunhart evenals een deel van de patiënten met hartklepchirurgie, is er sprake van chronisch hartfalen.
Chronisch hartfalen
Het CVZ is van oordeel dat voor chronisch hartfalen hartrevalidatie met training veilig en effectief is en dat er voldoende langdurige follow up gegevens beschikbaar zijn. Hartrevalidatie bij chronisch hartfalen voldoet aan het criterium ’stand van de wetenschap en praktijk’. Hartrevalidatie behoort tot de te verzekeren prestatie medischspecialistische zorg. Er is geen aanwijzingen gevonden dat enkelvoudige extramurale fysio- of oefentherapie, die ingezet wordt na afloop van de hartrevalidatie, bewezen effectief is. Blijven bewegen en het slikken van medicatie is wel van belang om de gunstige effecten van de hartrevalidatie vast te houden.
42
Coronair lijden
Het CVZ is van oordeel dat hartrevalidatie met (aerobe) training voor de volgende cardiologische aandoeningen die op de chronische lijst staan fysiotherapie bewezen effectief is: myocard-infarct; stabiele angina pectoris; status na coronary artery bypass-operatie (CABG); status na percutane transluminale coronair angioplastiek (PTCA). Hartrevalidatie met training bij deze indicaties voldoet aan het criterium ’stand van de wetenschap en praktijk’. Er zijn geen aanwijzingen gevonden dat enkelvoudige extramurale fysio- of oefentherapie, die ingezet wordt al of niet na afloop van de hartrevalidatie, bewezen effectief is. Blijven bewegen en het slikken van medicatie is wel van belang om de gunstige effecten van de hartrevalidatie vast te houden.
3. Preoperatieve fysiotherapie
Het CVZ is van oordeel dat er aanwijzingen zijn dat kortdurende preoperatieve fysiotherapie bij cardiale ingrepen effectief is. Preoperatieve fysiotherapie maakt (nog) geen onderdeel uit van de richtlijnen. In het kader van dit standpunt doet het CVZ hierover geen uitspraak.
43
9. Literatuurlijst
RIVM Nationaal Kompas Volksgezondheid. Geraadpleegd in maart 2011 http://www.nationaalkompas.nl 2 Liu C, Latham N. Progressive resistance strength training for improving physical function in older adults. Cochrane Database Syst Rev 2009:CD002759. 3 Dickinson HO. Relaxation therapies for the management of primary hypertension in adults. Cochrane Database of Systematic Reviews 2009:CD004935. 4 Davies EJ, Moxham T, Rees K, et al. Exercise based rehabilitation for heart failure. Cochrane Database Syst Rev 2010:CD003331. 5 Haykowsky MJ, Liang Y, Pechter D, et al. A meta-analysis of the effect of exercise training on left ventricular remodeling in heart failure patients: the benefit depends on the type of training performed. J Am Coll Cardiol 2007;49:2329-36. 6 Hwang CL, Chien CL, Wu YT. Resistance training increases 6-minute walk distance in people with chronic heart failure: a systematic review. J Physiother 2010;56:87-96. 7 Rees K, Taylor RS, Singh S, et al. Exercise based rehabilitation for heart failure. Cochrane Database Syst Rev 2004:CD003331. 8 van Tol BA, Huijsmans RJ, Kroon DW, et al. Effects of exercise training on cardiac performance, exercise capacity and quality of life in patients with heart failure: a metaanalysis. Eur J Heart Fail 2006;8(8):841-50. 9 Brown A, Taylor R, Noorani H, et al. Exercise-based cardiac rehabilitation programs for coronary artery disease: a systematic clinical and economic review. Technology Report No 34 Ottawa: Canadian Coordinating Office for Health Technology Assessment, 2003. 10 Jolliffe J, Rees K, Taylor RR, et al. Exercise-based rehabilitation for coronary heart disease. Cochrane Database Syst Rev 2009;CD001800. 11 Jolly KT. Home-based cardiac rehabilitation compared with centre-based rehabilitation and usual care: A systematic review and meta-analysis. Int J Cardiol 2006;111:343-51. 12 Taylor RS, Brown A, Ebrahim S, Jolliffe J, Noorani H, Rees K, et al. Exercise-based rehabilitation for patients with coronary heart disease: systematic review and metaanalysis of randomized controlled trials. Am J Med 2004;116:682-92. 13 KNGF-richtlijn Hartrevalidatie. Ned Tijdschr Fysiother 2005;115(1 suppl):1-54. 14 NICE. Clinical Guidelines and Evidence Review for Post Myocardial Infarction: Secondary prevention in primary and secondary care for patients following a myocardial infarction. In. London: National Collaborating Centre for Primary Care and Royal College of General Practitioners; 2007. 15 Scottish Intercollegiate Guidelines Network. Cardiac Rehabilitation. A national clinical guideline. Edinburgh: SIGN, 2002. 16 Scottish Intercollegiate Guidelines Network. Management of chronic heart failure. A national clinical guideline. Edinburgh: SIGN, 2007 . 17 NHG-Standaard Beleid na een doorgemaakt myocardinfarct. Huisarts Wet. 2005;48:220-31. 18 CBO. Multidisciplinaire Richtlijn Hartfalen 2010. Utrecht: CBO; 2010. 19 NVVC. Beslisboom Poliklinische Indicatiestelling Hartrevalidatie 2010. Utrecht: NVVC, 2010. 1
44
KNGF-standaard Beweeginterventie Coronaire Hartziekten. Ammersfoort: KNGF, 2009. 21 PAAHR/NVVC. Richtlijn Hartrevalidatie 2010. Amsterdam: PAAHR/NVVC, 2010. 22 Jarnason-Wehrens B, Mayer-Berger W, Meister ER, et al. Recommendations for resistance exercise in cardiac rehabilitation. Recommendations of the German Federation for Cardiovascular Prevention and Rehabilitation. Eur J Cardiovasc Prev Rehabil 2004;11:352-61. 23 Yucha CB, Clark L, Smith M, et al. The effect of biofeedback in hypertension. Appl Nurs Res 2001;14:29-35. 24 Huang G, Gibson CA, Tran ZV, et al. Controlled endurance exercise training and VO2max changes in older adults: a meta-analysis. Prev Cardiol 2005;8:217-25. 25 Murphy MH, Nevill AM, Murtagh EM, et al. The effect of walking on fitness, fatness and resting blood pressure: a meta-analysis of randomised, controlled trials. Prev Med 2007;44:377-8. 26 Halbert JA, Silagy CA, Finucane P, et al. Exercise training and blood lipids in hyperlipidemic and normolipidemic adults: a meta-analysis of randomized, controlled trials. Eur J Clin Nutr 1999;53:514-22. 27 Haney EMH. Screening and treatment for lipid disorders in children and adolescents: Systematic evidence review for the US Preventive Services Task Force. Pediatrics 2007;120:e189-214. 28 Dickinson HO, Mason JM, Nicolson DJ, et al. Lifestyle interventions to reduce raised blood pressure: a systematic review of randomized controlled trials. J Hypertens 2006;24:215-33. 29 Halbert JA, Silagy CA, Finucane P, et al. The effectiveness of exercise training in lowering blood pressure: a meta-analysis of randomised controlled trials of 4 weeks or longer. J Hum Hypertens 1997;11:641-9. 30 Nishi N, Jeuk M, Tatara K. A meta-analytic review of the effect of exercise on smoking cessation. J Epidemiol 1998;8:79-84. 31 Ussher MH, Taylor A, Faulkner G. Exercise interventions for smoking cessation. Cochrane Database Syst Rev 2008:CD002295. 32 Sillen MJ, Speksnijder CM, Eterman RM, et al. Effects of neuromuscular electrical stimulation of muscles of ambulation in patients with chronic heart failure or COPD: a systematic review of the English-language literature. Chest 2009;136:44-61. 33 Sbruzzi G, Ribeiro RA, Schaan BD, et al. Functional electrical stimulation in the treatment of patients with chronic heart failure: a meta-analysis of randomized controlled trials. Eur J Cardiovasc Prev Rehabil 2010;17:254-60. 34 Spruit MA, Eterman RM, Hellwig VA, et al. Effects of moderate-to-high intensity resistance training in patients with chronic heart failure. Heart 2009 ;95:1399-408. 35 Chien CL, Lee CM, Wu YW, et al. Home-based exercise increases exercise capacity but not quality of life in people with chronic heart failure: a systematic review. Aust J Physiother 2008;54:87-93 36 Clark AM, Hartling L, Vandermeer B, et al. Meta-analysis: secondary prevention programs for patients with coronary artery disease. Ann Intern Med 2005;143(9):65972 37 Clark AM, Haykowsky M, Kryworuchko J, et al. A meta-analysis of randomized control trials of home-based secondary prevention programs for coronary artery disease. Eur J Cardiovasc Prev Rehabil 2010;17(3):261-70 20
45
Muller-Riemenschneider F, Meinhard C, Damm K, et al. Effectiveness of nonpharmacological secondary prevention of coronary heart disease. Eur J Cardiovasc Prev Rehabil 2010; 17: 688-700. 39 Oliveira JLM, Galvao CM, Rocha SMM. Resistance exercises for health promotion in coronary patients: evidence of benefits and risks. Int J Evid Based Healthc 2008;6:4319. 40 Kallio V, Hämäläinen H, Hakkila J, et al. Reduction in sudden deaths by a multifactorial intervention programme after acute myocardial infarction. Lancet 1979;314:1091-4. 41 Hämäläinen H, Luurila OJ, Kallio V, et al. Long-term reduction in sudden deaths after a multifactorial intervention programme in patients with myocardial infarction: 10-year results of a controlled investigation. Eur Heart J 1989;10:55-62. 42 Hämäläinen H, Luurila OJ, Kallio V, et al. Reduction in sudden deaths and coronary mortality in myocardial infarction patients after rehabilitation. 15 year follow-up study. Eur Heart J 1995;16:1839-44. 43 Dorn J, Naughton J, Imamura D, et al. Results of a multicenter randomized clinical trial of exercise and long-term survival in myocardial infarction patients: the National Exercise and Heart Disease Project (NEHDP). Circulation 1999;100:1764-9. 44 Bethell HJN, Turner SC, Mullee MA. Cardiac rehabilitation in the community: 11 year follow-up after a randomized controlled trial. Coronary Health Care 1999;3:183–88. 45 KNGF-standaard Beweeginterventie Coronaire Hartziekten. Amersfoort: KNGF, 2009. 46 European Society of Cardiology, Heart Failure Association of the, European Society of Intensive Care M, Dickstein K, Cohen-Solal A, Filippatos G, et al. ESC guidelines for the diagnosis and treatment of acute and chronic heart failure 2008: the Task Force for the diagnosis and treatment of acute and chronic heart failure 2008 of the European Society of Cardiology. Developed in collaboration with the Heart Failure Association of the ESC (HFA) and endorsed by the European Society of Intensive Care Medicine (ESICM). Eur J Heart Fail 2008;10:933-89. 47 British Cardiac Society, British Hypertension Society, Diabetes U. K., Heart U. K., Primary Care Cardiovascular Society, Stroke Association. JBS 2: Joint British Societies' guidelines on prevention of cardiovascular disease in clinical practice. Heart. 2005;91 Suppl 5:v1-52. 48 NHS/NVVC. Richtlijn Hartrevalidatie 2004. In. Den Haag: Nederlandse Hartstichting, 2004. 49 Giannuzzi P, Saner H, Bjornstad H, Fioretti P, Mendes M, Cohen-Solal A, et al. Secondary prevention through cardiac rehabilitation: position paper of the Working Group on Cardiac Rehabilitation and Exercise Physiology of the European Society of Cardiology. Eur Heart J 2003;24:1273-8. 50 Butchart EG, Gohlke-Barwolf C, Antunes MJ, et al. Recommendations for the management of patients after heart valve surgery. Eur Heart J 2005;26:2463-71. 51 Graham I, Atar D, Borch-Johnsen K, et al. European guidelines on cardiovascular disease prevention in clinical practice: full text. Fourth Joint Task Force of the European Society of Cardiology and other societies on cardiovascular disease prevention in clinical practice (constituted by representatives of nine societies and by invited experts). Eur J Cardiovasc Prev Rehabil 2007;14 Suppl 2:S1-113. 52 CVZ. Beoordeling stand van de wetenschap en praktijk. Diemen, 2007. Rapportnr. 254. Beschikbaar via www.cvz.nl. 38
46
Fysiotherapie en oefentherapie in het cardiologische domein een overzicht van systematische reviews, en een beoordeling van bestaande richtlijnen
Eindrapport
19 oktober 2010
Frank Eefting Erik Hulzebos Gert Kwakkel Yolba Smit Ann van den Bruel Benno van Tol Joan Vlayen
1
Contact gegevens: Yolba Smit Grimmweg 6 47559 Kranenburg Duitsland +49 (0)2826 917262
[email protected]
2
1 Inhoud 1
INHOUD
3
2
LIJST VAN FIGUREN
4
3
LIJST VAN TABELLEN
4
4
SAMENVATTING
6
4.A 4.B 4.C 4.D 4.E 4.F 4.G 5
ACHTERGROND DOELSTELLINGEN METHODE: OVERVIEW OF REVIEWS METHODE RICHTLIJNBEOORDELING RESULTATEN OVERVIEW OF REVIEWS RESULTATEN RICHTLIJNBEOORDELING CONCLUSIE INLEIDING
5.A ACHTERGROND 5.B DOELSTELLINGEN 5.C LEESWIJZER 6 6.A 6.B 6.C 6.D 6.E 6.F 7 7.A 7.B 7.C 7.D 7.E 7.F 8
METHODE - OVERVIEW OF REVIEWS GEHANTEERDE DEFINITIES CRITERIA VOOR DE INCLUSIE VAN STUDIES IN DEZE OVERVIEW ZOEKSTRATEGIEËN KWALITEITSBEOORDELING TOEKENNEN VAN NIVEAU VAN BEWIJS (GRADE) DATA VERZAMELING, ANALYSE EN SYNTHESE METHODE – RICHTLIJNEN GEHANTEERDE DEFINITIE TYPE POPULATIES ZOEKSTRATEGIE SELECTIE VAN RICHTLIJNEN BEOORDELING VAN DE RICHTLIJNEN BESCHRIJVING VAN DE RICHTLIJNEN RESULTATEN - OVERVIEW OF REVIEWS
8.A OVERZICHT VAN DE REVIEWS 8.B KWALITEITSBEOORDELING 8.C HOOG RISICO GROEPEN
6 6 6 6 7 8 9 10 10 10 10 11 11 11 14 14 14 14 15 15 15 15 15 15 16 17 18 18 23
3
8.D CHRONISCH HARTFALEN 8.E CORONAIRE AANDOENINGEN 9
RESULTATEN - RICHTLIJNEN
33 45 53
9.A 9.B 9.C 9.D 9.E 9.F 9.G 9.H 9.I 9.J 9.K 9.L
OVERZICHT VAN DE RICHTLIJNEN KWALITEITSBEOORDELING HOOG RISICO GROEPEN MENSEN MET HARTZIEKTEN (ALGEMEEN) CHRONISCH HARTFALEN HARTKLEPCHIRURGIE CONGENITAAL HARTLIJDEN HARTTRANSPLANTATIE PACEMAKER EN ICD STEUNHART CORONAIRE AANDOENINGEN PREOPERATIEVE FYSIOTHERAPIE BIJ HARTCHIRURGIE
53 55 59 60 62 63 63 64 64 65 65 69
10
DISCUSSIE EN CONCLUSIE
70
10.A 10.B 10.C 10.D
BEVINDINGEN KWALITEIT VAN DE REVIEWS EN RISICO OP VERTEKENING HETEROGENITEIT CONCLUSIE EN AANBEVELINGEN VOOR VERDER ONDERZOEK
70 72 72 72
11
AFKORTINGEN
74
12
BIJLAGEN
75
12.A 12.B 12.C 12.D 12.E 13
DETAILED SEARCHES SYSTEMATIC REVIEWS DETAILED SEARCHES GUIDELINES REVIEWS GEËXCLUDEERD NA FULL TEXT BEOORDELING RICHTLIJNEN GEËXCLUDEERD NA FULL TEXT BEOORDELING NIET GESELECTEERDE MAAR WEL RELEVANTE RICHTLIJNEN REFERENTIES
75 88 90 100 104 106
2 Lijst van figuren Figuur 1 Flowchart van de selectie van systematische reviews Figuur 2 Flowchart van de selectie van richtlijnen
17 53
3 Lijst van tabellen Tabel 1 Overzicht van de effectiviteit van fysiotherapeutische interventies in het cardiologische domein ______8 Tabel 2 Terminologie en definities _____________________________________________________________11 Tabel 3 Geïncludeerde systematische reviews, per populatie ________________________________________19
4
Tabel 4 Kwaliteitsbeoordeling* van de 28 geïncludeerde systematische reviews ________________________21 Tabel 5 Kwaliteitsbeoordeling* van de 28 geïncludeerde systematische reviews (vervolg) _________________22 Tabel 6 Overzicht van de kenmerken van elf systematische reviews bij patiënten met een hoog risico op hartziekten _______________________________________________________________________________25 Tabel 7 Overzicht van geselecteerde uitkomsten uit systematische reviews, bij mensen met een hoog risico op hartziekten _______________________________________________________________________________28 Tabel 8 GRADE beoordeling van de uitkomsten over de effectiviteit van fysiotherapie bij mensen met een hoog risico op hartziekten ________________________________________________________________________29 Tabel 9 Samenvatting van de meta‐analyse uitkomsten in systematische reviews over de effectiviteit van fysiotherapeutische interventies, in mensen met een hoog risico op hartziekten_________________________31 Tabel 10 Samenvatting van de meta‐analyse uitkomsten in systematische reviews over de effectiviteit van fysiotherapeutische interventies, in mensen met een hoog risico op hartziekten (vervolg) _________________32 Tabel 11 Overzicht van de kenmerken van negen systematische reviews bij patiënten met chronisch hartfalen 35 Tabel 12 Overzicht van de beschikbare uitkomsten uit systematische reviews bij patiënten met chronisch hartfalen, per type interventie ________________________________________________________________38 Tabel 13 GRADE beoordeling van de uitkomsten over de effectiviteit van fysiotherapie, bij mensen met chronisch hartfalen _________________________________________________________________________________39 Tabel 14 Samenvatting van de meta‐analyse uitkomsten in systematische reviews over de effectiviteit van fysiotherapeutische interventies, in patiënten met chronisch hartfalen ________________________________42 Tabel 15 Samenvatting van de meta‐analyse uitkomsten in systematische reviews over de effectiviteit van fysiotherapeutische interventies, in patiënten met chronisch hartfalen (vervolg) ________________________43 Tabel 16 Samenvatting van de meta‐analyse uitkomsten in systematische reviews over de effectiviteit van fysiotherapeutische interventies, in patiënten met chronisch hartfalen (vervolg) ________________________44 Tabel 17 Overzicht van de kenmerken van acht systematische reviews bij patiënten met coronair lijden _____47 Tabel 18 Overzicht van de beschikbare uitkomsten uit systematische reviews bij patiënten met coronaire aandoeningen, per type interventie____________________________________________________________49 Tabel 19 GRADE beoordeling van de uitkomsten over de effectiviteit van fysiotherapie, bij mensen met coronair lijden ____________________________________________________________________________________50 Tabel 20 Samenvatting van de meta‐analyse uitkomsten in systematische reviews over de effectiviteit van fysiotherapeutische interventies, in patiënten met coronaire aandoeningen____________________________51 Tabel 21 Samenvatting van de meta‐analyse uitkomsten in systematische reviews over de effectiviteit van fysiotherapeutische interventies, in patiënten met coronaire aandoeningen (vervolg) ____________________52 Tabel 22 Overzicht van 12 geselecteerde richtlijnen _______________________________________________54 Tabel 23 Overzicht van 4 a posteriori toegevoegde richtlijnen _______________________________________55 Tabel 24 Overzicht van de gemiddelde AGREE en domeinscores per richtlijn: 12 geselecteerde richtlijnen (Minimale score per item = 1; maximale score per item = 4. Gestandaardiseerde domeinscore = [verkregen score – minimaal mogelijke score]/[maximaal mogelijke score – minimaal mogelijke score] x 100%. _____________58 Tabel 25 Overzicht van de gemiddelde AGREE en domeinscores per richtlijn: 4 toegevoegde richtlijnen (Minimale score per item = 1; maximale score per item = 4. Gestandaardiseerde domeinscore = [verkregen score – minimaal mogelijke score]/[maximaal mogelijke score – minimaal mogelijke score] x 100%. ______________59 Tabel 26 Aanbevelingen over fysieke beweging bij mensen zonder hartziekte __________________________60 Tabel 27 Aanbevelingen over training bij mensen met hartziekte ____________________________________60 Tabel 28 Aanbevelingen over training/hartrevalidatie bij personen met chronisch hartfalen _______________62 Tabel 29 Aanbevelingen over training bij personen die hartklepchirurgie ondergingen ___________________63 Tabel 30 Aanbevelingen over training bij personen met congenitaal hartlijden__________________________64 Tabel 31 Aanbevelingen over hartrevalidatie bij harttransplantatiepatiënten___________________________64 Tabel 32 Aanbevelingen over hartrevalidatie bij patiënten met een ICD _______________________________65 Tabel 33 Aanbevelingen over hartrevalidatie bij personen met stabiele angina pectoris __________________66 Tabel 34 Aanbevelingen over training of hartrevalidatie bij personen die een myocard infarct doormaakten __67 Tabel 35 Aanbevelingen over hartrevalidatie bij personen na coronaire bypass chirurgie _________________68 Tabel 36 Aanbevelingen over hartrevalidatie bij personen na percutane coronaire interventie _____________68 Tabel 37 Overzicht van de effectiviteit van fysiotherapeutische interventies in het cardiologische domein ____70 Tabel 38 Reviews geëxcludeerd na full‐text beoordeling (inclusief zes studies die niet te vinden waren of niet beschikbaar waren) ________________________________________________________________________90 Tabel 39 Richtlijnen geëxcludeerd na full‐text beoordeling_________________________________________100 Tabel 40 Niet geselecteerde, maar wel relevante richtlijnen _______________________________________104
5
4 Samenvatting 4.a
Achtergrond
Het college voor zorgverzekeringen (CVZ) heeft gevraagd om de effectiviteit van fysiotherapie en oefentherapie in het cardiologische domein te onderzoeken, door middel van een overview of reviews, en om de richtlijnen op het gebied van fysiotherapie en oefentherapie bij cardiologische aandoeningen te beoordelen. 4.b •
•
4.c
Doelstellingen Het geven van een overzicht van de effectiviteit van fysiotherapie en oefentherapie in het cardiologisch domein, meer specifiek in drie groepen: (1) mensen met een verhoogd risico op cardiale aandoeningen, maar zonder manifeste hartaandoeningen; (2) mensen met een manifeste cardiologische aandoening; (3) mensen die een electieve hartoperatie ondergaan, in de preoperatieve fase Het geven van een overzicht van de mate waarin richtlijnen voor fysio- en oefentherapie in het cardiologisch domein evidence-based zijn. Methode: overview of reviews
Twee onderzoekers selecteerden onafhankelijk van elkaar de te includeren reviews. De inclusiecriteria waren als volgt: Engelstalige systematische reviews van gerandomiseerde, gecontroleerde studies (RCTs); over één van de drie populaties die in de doelstelling zijn genoemd; de onderzochte interventie kon als een gebruikelijke vorm van fysiotherapie worden aangemerkt binnen de Nederlandse context; de controlebehandeling bevatte geen fysiotherapeutische component; met als uitkomst: populatie (1): (a) de onderzochte risicofactor (bijvoorbeeld bloeddruk bij mensen met hypertensie); of (b) één van de uitkomsten van populatie 2; populatie (2): primaire uitkomsten: inspanningsvermogen (maximale zuurstofopname, anaerobic threshold, 6 minutes walking distance, etc.); sterfte; cardiale sterfte; myocardinfarct; cerebrovasculair accident; revascularisatie; gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven; functionele beperkingen; behandeldoelen; geestelijke gezondheid; gebruik van de gezondheidszorg. Secundaire uitkomsten: cardiac performance tijdens rust (bloeddruk, hart frequentie, left ventricular ejection fraction; cardiac performance tijdens inspanning; populatie (3): postoperatieve pulmonaire complicaties (respiratoir falen, re-intubatie, pneumonie, atelectase); postoperatieve ligduur en postoperatieve mortaliteit. Doorzochte databanken: Medline, PEDro (Physiotherapy Evidence Database), Embase, CINAHL, en alle Evidence Based Medicine (EBM) Reviews. Kwaliteitsbeoordeling: dubbelbeoordeling aan de hand van het CBO beoordelingsformulier ´beoordeling systematische review van RCTs´. Toekennen van niveau van bewijs: GRADE (Grading of Recommendations Assessment, Development and Evaluation) werd gebruikt om - op het niveau van de uitkomsten - levels of evidence toe te kennen aan meta-analyse resultaten, door twee onderzoekers, onafhankelijk van elkaar. Data verzameling, analyse en synthese: data werden, per diagnose, geanalyseerd en samengevat in tabellen. Data werden door één onderzoeker ingevoerd en door een tweede onderzoeker gecontroleerd. 4.d
Methode richtlijnbeoordeling
Twee onderzoekers selecteerden onafhankelijk van elkaar de relevante richtlijnen. Als er meer dan 12 relevante richtlijnen werden gevonden zou er een keuze worden gemaakt voor maximaal 12 richtlijnen die beoordeeld zouden worden. Inclusie: Nederlandstalig of Engelstalige richtlijn van na 1999; over één van de drie populaties; én indien ze een aanzienlijke discussie bevatten over fysiotherapie of gesuperviseerde oefentherapie.
6
Doorzochte databanken: Medline, National Guideline Clearinghouse, de GIN databank en websites van professionele organisaties. De zoektocht werd beperkt tot Engels- en Nederlandstalige richtlijnen (behalve voor de doorzochte websites) en tot richtlijnen gepubliceerd sinds 1999. Keuze van richtlijnen: richtlijnen met de hoogste relevantie voor Nederland hadden de voorkeur (Nederlandse richtlijnen, richtlijnen uit de buurlanden en Europese richtlijnen) en er werd gelet op een zo goed mogelijke verdeling over de verschillende populaties. Aan de selectie van 12 richtlijnen werden op verzoek van het CVZ nog 4 recente Nederlandse richtlijnen toegevoegd. Richtlijnbeoordeling: twee onderzoekers beoordeelden de geselecteerde richtlijnen onafhankelijk van elkaar met het AGREE (Appraisal of Guidelines Research and Evaluation) instrument. Richtlijnbeschrijving: relevante aanbevelingen werden beschreven, met het bijbehorende niveau van bewijs. 4.e
Resultaten overview of Reviews
Er werden 7.516 studies gevonden en 28 systematische reviews geïncludeerd: 11 over hoog risico groepen en 17 over patiënten met hartziekten. Over sommige subgroepen en over preoperatieve fysiotherapie bij hartchirurgie werden geen systematische reviews gevonden. Voor 11 van de 28 systematische reviews was het globale kwaliteitsoordeel dat het een valide en toepasbare review was. Bij 17 van de 28 systematische reviews was het globale kwaliteitsoordeel twijfelachtig, zowel door de scores op de methodologische items, als ook door dat de vraagstelling van de reviews niet helemaal met de vraagstelling overeenkwam. Een samenvattend overzicht van de effectiviteit van een fysiotherapeutische interventies, zoals beschreven in 28 systematische reviews, wordt gegeven in Tabel 1. In de meeste metaanalyses werd er een positief, significant effect van fysiotherapeutische interventies gevonden, in vergelijking met diverse controlegroepen (geen behandeling of placebo, gebruikelijke behandeling, geen training). De bewijskracht voor de effectiviteit van fysiotherapie was laag tot zeer laag in bijna alle gevallen waarin een GRADE beoordeling van de uitkomsten mogelijk was. Van de 11 gevonden systematische reviews over hoog risicogroepen lieten er zeven een positief effect zien op primaire risicofactoren of fitheidsmaten in de meta-analyses. In twee reviews waarin een meta-analyse werd verricht werd geen significant verschil tussen de behandelgroepen gevonden, namelijk bij personen met hyperlipidemie en bij rokers. Voor elk van deze risicogroepen was een meer recentere systematische review beschikbaar, maar dan zonder meta-analyse. Van de negen systematische reviews over chronisch hartfalen gaven er twee geen informatie uit meta-analyses, twee andere reviews lieten overwegend geen significante effecten zien, en vijf reviews lieten overwegend positieve effecten zien. Eén systematische review die het effect van home-based hartrevalidatie bij chronisch hartfalen onderzocht vond geen verschil tussen de behandelgroepen voor wat betreft ziekenhuisopnames voor een cardiac event, of kwaliteit van leven. Een andere systematische review vond geen verschil tussen behandelgroepen voor wat betreft mortaliteit of ziekenhuisopnames in het algemeen; ziekenhuisopnames ten gevolge van hartfalen kwamen wel significant minder vaak voor na hartrevalidatie, in vergelijking met usual care. De vijf systematische reviews die overwegend positief effect lieten zien, vergeleken fysiotherapeutische interventies met usual care, placebo of geen behandeling, en keken naar het inspanningsvermogen en de kwaliteit van leven. Van de acht systematische reviews over coronairlijden gaf er één geen informatie uit metaanalyse; rapporteerde er één een negatief effect van fysiotherapie; vonden vier reviews een positief effect in de meta-analyse; en twee reviews vonden geen verschil. Het negatieve effect betrof cardiac events (niet nader gedefinieerd) in een meta-analyse van 2 kleine RCTs die training vergeleken met usual care of geen training. Deze bevinding is in tegenspraak met een positief effect van comprehensive hartrevalidatie, in vergelijking met usual care, op
7
niet-fatale hartinfarcten in een meta-analyse van 12 RCTs in een andere systematische review. Zeven andere meta-analyses vonden geen significante verschillen tussen de behandelgroepen voor de uitkomst hartinfarct. Van de twee systematische reviews die geen verschil rapporteerden in de meta-analyses had er één betrekking op home-based hartrevalidatie, en de andere meta-analyse betrof twee RCTs waar uitkomsten van depressie en angst scorelijsten werden gemeta-analyseerd. Overwegend positieve, significante metaanalyse resultaten werden in vier systematische reviews gerapporteerd die naar verschillende vormen van hartrevalidatie keken, in vergelijking met usual care of geen training, voor wat betreft sterfte en cardiale sterfte. De odds ratio´s of risk ratio´s lagen tussen de 0,70 en 0,80. Tabel 1 Overzicht van de effectiviteit van fysiotherapeutische interventies in het cardiologische domein Negatief effect in metaanalyses
Geen effect in meta-analyses
Positief effect in metaanalyses
Geen informatie uit meta-analyse
-
-
1 SR (104 RCTs)
-
-
-
1 SR (41 RCTs)
-
-
1 SR (15 RCTs)
1 SR (7 RCTs)
-
1 SR (5 RCTs)
1 SR (24 RCTs) 4 SRs (62 RCTs) † -
X X 1 SR (12 RCTs)
-
2 SR (29 RCTs)
5 SRs (84 RCTs) †
2 SRs (8 RCTs)
-
-
-
X
-
-
-
X
-
-
-
X
-
-
-
X
-
-
-
X
1 SR (2 RCTs)*
1 SR (2 RCTs) ** 1 SR (20 RCTs)
4 SRs (167 RCTs) †
1 SR (1 RCT)
Hoog risico groepen Ouderen Ouderen met een sedentaire levensstijl Sedentaire levensstijl Hyperlipidemie Hypertensie Ongezond voedingspatroon Belaste familieanamnese Roken Chronisch hartfalen Hartklep chirurgie Chirurgisch gecorrigeerde congenitale afwijkingen Harttransplantatie Pacemaker, ICD, ritmechirugie Steunhart Coronair lijden
Preoperatieve fysiotherapie bij hartchirurgie † Als er meer dan 1 SR werd gevonden kunnen individuele RCTs meer dan één keer zijn meegeteld *Alleen meta-analyse resultaten voor de uitkomst cardiac events (niet gedefinieerd) ** Alleen meta-analyse resultaten voor uitkomsten op depressie en angst scores Afkortingen: ICD: implantable cardioverter defibrillator; RCT: gerandomiseerde, gecontroleerde studie; SR: systematische review
4.f
X
Resultaten richtlijnbeoordeling
Uit een selectie van 12 van 46 gevonden relevante richtlijnen over fysiotherapie in het cardiologische domein, aangevuld met vier à posteriori toegevoegde richtlijnen, waren vier richtlijnen volgens AGREE duidelijk evidence-based, en elf duidelijk consensus-based, dikwijls door het ontbreken van methodologische informatie. Eén richtlijn was twijfelachtig evidencebased. Twee consensus-based richtlijnen gingen over de preventie van hartziekten. Voor verschillende richtlijnen was het moeilijk om de kernaanbevelingen te herkennen en om het niveau van bewijs aan te geven. Voor de volgende indicaties concludeerden meerdere richtlijnen, waaronder minstens één evidence-based richtlijn, dat hartrevalidatie met een oefenprogramma is aangewezen: ‐ Stabiele angina pectoris
8
‐ ‐ ‐ ‐
Myocard infarct CABG PCI Chronisch hartfalen
In de relevante richtlijnen werd nauwelijks beschreven hoe een hartrevalidatie programma er uit zou moeten zien aangaande bijvoorbeeld het begin, de duur en/of intensiteit en de setting. Daar waar dat wel werd gedaan, was dat altijd gebaseerd op de mening van deskundigen. Richtlijnen over het preoperatieve gebruik van fysiotherapie bij hartchirurgie werden niet gevonden. Een bredere zoektocht, bijvoorbeeld naar chirurgie in het algemeen, levert misschien wel relevante richtlijnen op. 4.g
Conclusie
De gekozen methode, een overview of reviews, geeft snel inzicht in populaties waarvoor fysiotherapeutische interventies zinvol zijn, maar niet in populaties waarvoor fysiotherapeutische interventies niet zinvol zijn . Bij sommige groepen met een verhoogd risico op cardiaallijden (ouderen, sedentaire ouderen, personen met een sedentaire levensstijl, en personen met hypertensie), bij patiënten met chronisch hartfalen en bij patiënten met coronairlijden werd een gunstig effect gevonden van fysiotherapeutische interventies. Bij de groepen met een verhoogd risico op cardiaal lijden werd het gunstige effect gemeten op primaire risicofactoren of fitheidsmaten, maar niet op sterfte. Bij chronisch hartfalen patiënten werd het gunstige effect gemeten op fitheidsmaten, op hartfalen gerelateerde ziekenhuisopnames en op kwaliteit van leven, maar niet op sterfte. Bij personen met coronairlijden werd een gunstig effect gemeten op sterfte en op hartsterfte. Voor welke subgroepen patiënten (bijvoorbeeld PCI vs. CABG) de interventies effectief zijn, en welke randvoorwaarden nodig zijn voor de implementatie (bijvoorbeeld telemetrie bij hartfalenpatiënten), werd in geen van de reviews gespecificeerd. Om alle onderzoeksvragen te kunnen beantwoorden, en om meer gedetailleerde (klinische) vragen te kunnen beantwoorden, is nader onderzoek nodig, hetzij een systematische review van RCTs, hetzij een nieuwe RCT, afhankelijk van de onderzoekspopulatie en de precieze onderzoeksvraag.
9
5 Inleiding 5.a
Achtergrond
Het college voor zorgverzekeringen (CVZ) heeft gevraagd om de effectiviteit van fysiotherapie en oefentherapie in het cardiologische domein te onderzoeken, middels een overview of reviews, en om de richtlijnen op het gebied van fysiotherapie en oefentherapie bij cardiologische aandoeningen te beoordelen. CVZ is geïnteresseerd in drie afzonderlijke groepen: (1) mensen zonder manifeste hartziekte, maar met een verhoogd risico daarop; (2) cardiologische aandoeningen die op de chronische lijst fysiotherapie staan, en aandoeningen die daar mogelijk aan zouden kunnen worden toegevoegd; (3) intensieve preoperatieve fysiotherapie bij mensen die een electieve hartoperatie ondergaan. Voor al deze groepen bestaan er momenteel knelpunten in de vergoeding van fysio- of oefentherapie. 5.b • • • •
Doelstellingen Het geven van een overzicht van de effectiviteit van fysiotherapie en oefentherapie in het cardiologisch domein, meer specifiek in drie groepen: mensen met een verhoogd risico op cardiale aandoeningen, maar zonder manifeste hartaandoeningen mensen met een manifeste cardiologische aandoening mensen die een electieve hartoperatie ondergaan, in de preoperatieve fase
Hierbij zal worden beschreven welke functionele beperkingen worden behandeld, en wat er beschreven wordt over behandeldoelen, en de optimale duur van behandeling. •
5.c
Het geven van een overzicht van de mate waarin richtlijnen voor fysio- en oefentherapie evidence-based zijn. Leeswijzer
In dit rapport wordt eerst de effectiviteit van fysiotherapie en oefentherapie in het cardiologische domein besproken in de vorm van een overview of reviews (OoR) (Hoofdstuk 8), waarna we de evidence-base van de richtlijnen bespreken (Hoofdstuk 9). Daarna zullen we de bevindingen van beide hoofdstukken bediscussiëren en de belangrijkste conclusies formuleren (Hoofdstuk 10).
10
6 Methode - Overview of reviews De gebruikte methode volgt die van hoofdstuk 22 van het Cochrane Handbook for systematic reviews of interventions (Becker, 2008). Ons doel is om, uit meerdere systematische reviews, het bewijs samen te vatten over fysiotherapeutische of oefentherapeutische interventies, voor zowel verschillende aandoeningen, populaties of problemen, als voor verschillende uitkomsten. 6.a
Gehanteerde definities
De vraagstelling van het CVZ gaat uit van een professional (de fysiotherapeut), die een interventie verzorgd, terwijl de medische literatuur uitgaat van de interventie zelf (training, ontspanningoefeningen etc.). In dit rapport wordt ook uitgegaan van de interventie, waarbij aangegeven wordt of de rol van de fysiotherapeut, oefentherapeut of een andere professional expliciet werd benoemd. Fysiotherapie is verder afgebakend door het in- en excluderen van bepaalde interventies (zie ook verder). Tabel 2 Terminologie en definities Gebruikte termen (synoniemen) Engelstalige variant Training (bewegingsprogramma, beweeginterventie, oefening, Exercise, exercise therapy, training oefenprogramma, oefentherapie) Planmatig toediening van (fysieke) prikkels, teneinde het lichaam te dwingen zodanig te adapteren, dat het zich tot een hoger niveau herstelt (KNGF, 2005) of zich op hetzelfde niveau handhaaft Aerobe training (duurtraining, conditie training) Aerobic exercise, endurance training Training gericht op het vergroten van het maximale aerobe uithoudingsvermogen Krachttraining (weerstandstraining) Strength training, resistance training Gericht op het vergroten van de spierfunctie (kracht; uithoudingsvermogen; coördinatie) van lokale spiergroepen Hartrevalidatie Cardiac rehabilitation In de context van chronisch hartfalen, coronaire hartziekten en andere cardiale incidenten wordt meestal over hartrevalidatie gesproken. Hierbij kan alleen fysieke training worden bedoeld (exercise only), als een combinatie van fysieke training met andere interventies (bijvoorbeeld educatie of psychologische interventies) (comprehensive cardiac rehabilitation, multidisciplinaire hartrevalidatie) Inspanningsvermogen ( aerobe fitness, trainingscapaciteit) Exercise capacity Het vermogen tot leveren van lichamelijke arbeid; veelal wordt dit vertaald in termen van VO2max
6.b 6.b.1
Criteria voor de inclusie van studies in deze overview Type studies
Inclusie: • Systematische reviews (SRs), zowel Cochrane als niet-Cochrane, van gerandomiseerde, gecontroleerde trials (RCTs) • Engelstalig Exclusie: • Geen systematische zoekstrategie • Geen inclusiecriteria vermeld, of geen transparante inclusiecriteria (bijvoorbeeld: de belangrijkste klinische bevindingen) • Geen methodologische beoordeling van de kwaliteit van de geïncludeerde RCTs. Als de SR een grotere populatie behandelde dan de populatie waarin wij geïnteresseerd waren, moest de kwaliteitsbeoordeling voor de subgroep apart beschikbaar zijn
11
6.b.2
Type populaties
Populatie 1: personen uit de algemene bevolking met een hoog risico op hartziekte, maar zonder manifeste hartziekte. Voor dit onderzoek is hoog risico gedefinieerd als: - Mannen van 60 jaar en ouder, of vrouwen van 65 jaar en ouder - Mannen van 50 jaar en ouder, of vrouwen van 55 jaar en ouder, zonder hartziekte maar met één van de volgende risicofactoren: • Hyperlipidemie • Hypertensie • Zittende levensstijl • Roken • Ongezond voedingspatroon • Belaste familie anamnese Deze hoog risico groepen zijn groepen die een 10-jaars sterfterisico van 5% of meer hebben, afgeleid van de SCORE-risicofunctie (CBO, 2006). Exclusie: • Personen zonder een hoog risico, of gemengde populaties waarbij de uitkomsten voor de hoog risico groepen niet afzonderlijk bestudeerd konden worden • Personen met een aandoening die een hoog risico voor hartziekte met zich meebrengt, bijvoorbeeld mensen met reuma of met het Down syndroom. Deze aandoeningen worden afzonderlijk genoemd in de chronische lijst fysiotherapie • Personen met diabetes. Diabetes wordt in een ander onderzoek onderzocht • Personen met overgewicht (body mass index ≥30). Overgewicht wordt in een ander onderzoek onderzocht Populatie 2: personen met één van de volgende aandoeningen • Angina pectoris (AP) • Myocard infarct (MI) • Coronair chirurgie (Coronary artery bypass surgery, CABG) • Percutane coronaire interventie (PCI) • Hartklepchirurgie • Chirurgisch gecorrigeerde congenitale hartafwijking • Chronisch hartfalen (CHF) • Harttransplantatie • Pacemaker of implanteerbare defibrillator (implantable cardioverter defibrillator, ICD) of ritmechirurgie • Steunhart (left ventricular assistance device, LVAD) Populatie 3: personen die electieve hartchirurgie ondergaan en die preoperatief fysiotherapie of oefentherapie krijgen, waarbij een deel van die therapie buiten het ziekenhuis plaatsvindt 6.b.3
Type interventies
Elk type interventie, die als een gebruikelijke vorm van fysiotherapie kan worden aangemerkt binnen de Nederlandse context. We hebben ons daarbij gebaseerd op de mening van de fysiotherapeuten in ons team en op het curriculum voor fysiotherapeuten van het Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie (KNGF) (Royal Dutch Society for Physical Therapy (KNGF), 2008). Hoewel het mogelijk is dat bepaalde bewegingsvormen die wij geëxcludeerd hebben (tai chi, yoga) door fysiotherapeuten gebruikt worden, vormen deze bewegingsvormen geen onderdeel van het domein fysiotherapie en het Nederlandse opleidingspakket. Inclusie: • Training: passieve bewegingstherapie, (an)aerobe training en weerstandstraining
12
• • • • •
Massage, manuele therapie Ademhalingsoefeningen Elektrische stimulatie (bijvoorbeeld transcutaneous electrical nerve stimulation, TENS) Ontspanningsoefeningen (bijvoorbeeld biofeedback) Gemengde behandelingen, met tenminste één van de hierboven beschreven componenten
Exclusie: • Yoga, tai chi, qi gong • Ontspanningsoefeningen (bijvoorbeeld autogene training, mind-body technieken, meditatie en op psychotherapie gestoelde technieken) • Therapie waarbij gebruik gemaakt wordt van dieren (bijvoorbeeld paardrijden) • Balneologie of hydrotherapie zonder trainingscomponent • Inspanningstesten • Studies waarin een eenmalige lichamelijke inspanning wordt onderzocht • Het voorschrijven/adviseren van beweging, of interventies gericht op het motiveren om te bewegen, tenzij expliciet door een fysiotherapeut verricht • Interventies die alleen maar in het ziekenhuis werden verricht 6.b.4
Type controlebehandelingen
Elke behandeling zonder een fysiotherapeutische component, bijvoorbeeld een behandeling met medicijnen, psychotherapie, placebo of geen behandeling. Exclusie: • Een behandeling met een fysiotherapeutische component 6.b.5
Type uitkomsten
Populatie 1: de uitkomst moest één van de volgende zijn: (a) de onderzochte risicofactor (bijvoorbeeld bloeddruk bij mensen met hypertensie); of (b) één van de uitkomsten van populatie 2. Studies die alleen naar de bloeddruk keken bij mensen met een te hoog cholesterol, maar niet naar het cholesterol, werden niet geïncludeerd. Populatie 2: Primaire uitkomsten: - Inspanningsvermogen (maximale zuurstofopname, anaerobic threshold, 6 minutes walking distance (6-MWD), etc.) - Sterfte - Cardiale sterfte - MI (non-fatal MI) - Cerebrovasculair accident (non-fatal cerebrovascular accident (CVA)) - Revascularisatie - Gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven (health-related quality of life (HR-QoL)) - Functionele beperkingen (bijvoorbeeld New York Heart Association (NYHA) class, activities of daily living (ADL)) - Behandeldoelen 1 - Geestelijke gezondheid (depressie) - Gebruik van de gezondheidszorg Secundaire uitkomsten: - Cardiac performance tijdens rust (bloeddruk, hart frequentie, left ventricular ejection fraction (LVEF)) Het begrip behandeldoelen is niet geoperationaliseerd omdat de verwachting was dat de SRs hierover geen informatie zouden geven.
1
13
-
Cardiac performance tijdens inspanning
Exclusie: - Gestandaardiseerd gemiddeld verschil (Engels: standardised mean difference, SMD). Ook vaak effect size genoemd of Cohen´s d. De SMD voegt niets toe aan de bovengenoemde uitkomstmaten. Populatie 3: postoperatieve pulmonaire complicaties (respiratoir falen, re-intubatie, pneumonie, atelectase); postoperatieve ligduur en postoperatieve mortaliteit. 6.c
Zoekstrategieën
Medline, PEDro (Physiotherapy Evidence Database), Embase, CINAHL, en alle Evidence Based Medicine (EBM) Reviews werden doorzocht met behulp van PubMed, PEDro (http://www.pedro.org.au) of OVID®. De EBM Reviews zijn (a) the ACP Journal Club; (b) the Cochrane Database of Systematic Reviews; (c) The Cochrane Central Register of Controlled Trials; (d) the Cochrane Methodology Register; (e) the Database of Abstracts of Reviews of Effects (DARE); (f) the National Health Services Health Technology Assessment Database (NHS HTA); en (g) the NHS Economic Evaluation Database (NHS EED). We zochten met behulp van index termen en tekstwoorden. De termen en woorden werden afgeleid van de populaties en interventies die we wilden includeren (paragraaf 6.b). Databases werden van 13 tot en met 15 januari 2010 doorzocht, en voor populatie 2 werd opnieuw gezocht op 20 juli 2010. In paragraaf 12.a in de bijlagen worden de zoekstrategieën gedetailleerd beschreven. 6.d
Kwaliteitsbeoordeling
Dubbelbeoordeling van de kwaliteit van de te includeren SRs werd uitgevoerd aan de hand van het CBO beoordelingsformulier ´beoordeling systematische review van RCTs´. 6.e
Toekennen van niveau van bewijs (GRADE)
GRADE werd gebruikt om - op het niveau van de uitkomsten - levels of evidence toe te kennen aan meta-analyse resultaten (http://www.gradeworkinggroup.org/). Hierbij wordt er van uitgegaan dat bewijs, gebaseerd op gerandomiseerde studies of SRs van gerandomiseerde studies, een hoge bewijskracht heeft, terwijl bewijs gebaseerd op observationele studies een lage bewijskracht heeft. Het toekennen van een bepaald niveau van bewijskracht gebeurde door twee onderzoekers, onafhankelijk van elkaar. Indien de twee onderzoekers geen consensus bereikten, gaf de mening van een derde onderzoeker of een expert de doorslag. De redenen voor het toekennen van een bepaald niveau van bewijs werden gedocumenteerd. 6.f
Data verzameling, analyse en synthese
De data werden per diagnose geanalyseerd en samengevat. Er werd een overzicht gegeven van de karakteristieken van de SRs, in tabelvorm en beschrijvend. Per uitkomst, en per type interventie, werden de resultaten samengevat in tabelvorm (overview of reviews tabel) en beschreven. In de overview of reviews tabel werd ook de datum van de laatste zoekstrategie en het niveau van bewijs volgens GRADE opgenomen. De data in de tabellen werden door één onderzoeker ingevoerd en door een tweede onderzoeker gecontroleerd.
14
7 Methode – richtlijnen 7.a
Gehanteerde definitie
Voor de selectie van richtlijnen werd de definitie van het Institute of Medicine aangenomen: “Guidelines are systematically developed statements to assist practitioner and patient decisions about appropriate health care for specific clinical circumstances” (Institute of Medicine Committee to Advise the Public Health Service on Clinical Practice Guidelines, 1990). Om een volledig overzicht toe te laten van de mate waarin de richtlijnen over fysio- en oefentherapie in het domein van de cardiologie evidence-based zijn, werden consensusdocumenten (i.e. documenten die niet expliciet gebaseerd zijn op wetenschappelijk bewijsmateriaal) niet a priori uitgesloten. Richtlijnen werden geïncludeerd indien ze minstens één van de drie doelpopulaties betroffen en indien ze een aanzienlijke discussie bevatten over fysiotherapie of gesuperviseerde oefentherapie. 7.b
Type populaties
De populaties waren dezelfden als bij de overview of reviews (zie eerder). 7.c
Zoekstrategie
Relevante richtlijnen werden gezocht in Medline, National Guideline Clearinghouse, de GIN databank en websites van professionele organisaties. Hierbij werden zowel tekstwoorden als geïndexeerde termen gebruikt. Tekstwoorden en termen werden bepaald uitgaande van de doelpopulaties en -interventies. De zoektocht werd beperkt tot Engels- en Nederlandstalige richtlijnen (behalve voor de doorzochte websites) en tot richtlijnen gepubliceerd sinds 1999. De zoektocht wordt in paragraaf 12.b in de bijlagen gedetailleerd weergegeven. 7.d
Selectie van richtlijnen
Twee onderzoekers (AVdB en JV) selecteerden de richtlijnen onafhankelijk van elkaar, zoals hieronder weergegeven. In geval van onenigheid over de inclusie van een richtlijn werd getracht een consensus te bereiken. Indien geen consensus bereikt werd, kon een derde onderzoeker geraadpleegd worden. De titels en abstracts van de richtlijnen die gevonden werden via de zoektocht in elektronische databanken werden beoordeeld op hun relevantie. Een richtlijn werd uitgesloten indien de titel en abstract voldoende informatie bevatten om te bepalen of de richtlijn voldeed aan de inclusiecriteria. Van alle andere richtlijnen werd de full text versie opgevraagd. Als er meer dan 12 richtlijnen geselecteerd zouden worden, zou er een keuze gemaakt worden van maximaal 12 relevante richtlijnen, in overleg met het CVZ. Richtlijnen met de hoogste relevantie voor Nederland hadden hierbij de voorkeur (Nederlandse richtlijnen, richtlijnen uit de buurlanden en Europese richtlijnen) en er werd gelet op een zo goed mogelijke verdeling over de verschillende populaties. 7.e
Beoordeling van de richtlijnen
Twee onderzoekers (AVdB en JV) beoordeelden de (maximaal 12) geselecteerde richtlijnen onafhankelijk van elkaar met het AGREE instrument. (www.agreecollaboration.org). Het AGREE instrument bevat 23 items onderverdeeld in zes domeinen. Elk domein beslaat een aparte dimensie van kwaliteit van richtlijnen; één domein behelst de methodologie, waar o.a. wordt ingegaan op het verzamelen en samenstellen van bewijsmateriaal, en het verband tussen de aanbevelingen en het gevonden bewijsmateriaal. Elk item wordt gescoord op een schaal, die loopt van 4 (‘Zeer Eens’) naar 1 (‘Zeer Oneens’). De schaal meet in hoeverre aan het criterium is voldaan. Domeinscores werden berekend door alle
15
scores van de individuele items in een domein op te tellen en het totaal te standaardiseren door het percentage te nemen van de maximaal mogelijke score voor dat domein: (gestandaardiseerde domeinscore = [verkregen score – minimaal mogelijke score]/[maximaal mogelijke score – minimaal mogelijke score] x 100%). In geval van onenigheid over de score van een item werd getracht een consensus te bereiken. Om een idee te geven van de inter-rater overeenstemming werd het percentage items berekend waarop de twee onderzoekers in dezelfde richting scoorden, i.e. eens (score 4 of 3) of oneens (score 2 of 1). Uiteindelijk werd een gemiddelde score per item berekend, als ook een gemiddelde domeinscore per domein. 7.f
Beschrijving van de richtlijnen
Uit de geselecteerde richtlijnen werden de relevante aanbevelingen beschreven, met het bijbehorende niveau van bewijs.
16
8 Resultaten - Overview of Reviews Er werden 7.516 studies gevonden en 28 SRs geïncludeerd (Figuur 1). De twee onafhankelijke reviewers (YS and JV) waren het eens over de in- en exclusie van alle gevonden studies. Figuur 1 Flowchart van de selectie van systematische reviews
Records identified through database searching (n = 7516) ‐ ‐ ‐ ‐
Embase=2092 CINAHL=426 Medline=3512 All EBM reviews= 416
‐
PEDro=1070
Additional records identified through other sources (n = 0)
Total number of records identified (n = 7516)
Total number of records screened (n = 7516)
Records excluded (n= 6951)
Full-text articles requested (n = 565)
Full-text records unavailable or untraceable (n= 29)
Full-text articles assessed for eligibility (n = 536)
Full-text records excluded, with reasons (n = 508)
Articles included (n = 28)
17
8.a 8.a.1
Overzicht van de reviews Geëxcludeerde reviews
508 Reviews werden, na een beoordeling van het full text artikel, geëxcludeerd (zie Tabel 38 in de bijlagen). De belangrijkste redenen waren dat deze artikelen: • geen systematische reviews waren (geen systematische zoekstrategie, geen expliciete of geen transparante inclusiecriteria, en/of geen kwaliteitsbeoordeling) • andere populaties onderzochten, bijvoorbeeld mensen met een normale bloeddruk, of een mix van mensen met een normale bloeddruk en mensen met een te hoge bloeddruk, waarbij we de gegevens van de mensen met een te hoge bloeddruk niet afzonderlijk konden onderzoeken • andere interventies onderzochten • andere controlegroepen onderzochten, bijvoorbeeld een vergelijking van verschillende fysiotherapeutische interventies • een ander studie type waren, bijvoorbeeld een SR van observationele studies Vier van de 508 SRs werd tijdens de data extractie geëxcludeerd omdat geen van de uitkomsten gebruikt kon worden (Asikainen, 2004;Lloyd-Williams, 2002;Valkeinen, 2010;van Dixhoorn, 2005). Eén van deze SRs berekende voor sommige uitkomsten een gestandaardiseerd gemiddeld verschil, een uitkomstmaat die wij excludeerden, en in de meta-analyse van andere uitkomsten zaten studies die verschillende vormen van fysiotherapie vergeleken (in dit geval ontspanningtherapie met oefentherapie) (van Dixhoorn, 2005). Een andere SR maakte een eigen beoordeling van de uitkomsten van de individuele RCTs, waarbij de effectiviteit van training werd beoordeeld als ´positief´ of ´onbeslist´. Er werd niet beschreven hoe men tot een oordeel was gekomen, of op welke uitkomstmaten het oordeel was gebaseerd. Deze SR beschreef de uitkomsten voor HR-QoL meer uitgebreid, maar alleen voor de interventiegroep en niet voor de controlegroep (LloydWilliams, 2002). De derde SR gaf een onduidelijke beschrijving van de uitkomsten van de individuele RCTs. Van de beschreven veranderingen werd geen 95% CI gegeven en het was meestal niet duidelijk of het om een verandering in de interventiegroep ging, of om het verschil in verandering tussen de interventie en controlegroep (Asikainen, 2004). De laatste SR berekende een gestandaardiseerd gemiddeld verschil als uitkomst, een uitkomstmaat die wij excludeerden (Valkeinen, 2010). 8.a.2
Geïncludeerd reviews
28 SRs werden geïncludeerd: 11 SRs gingen over hoog risico groepen en 17 SRs gingen over patiënten met hartziekten. We vonden geen SRs over preoperatieve fysiotherapie bij hartchirurgie. Tabel 3 geeft een overzicht van de geselecteerde reviews per (sub)populatie. Voor enkele subpopulaties vonden we geen systematische reviews, zoals voor mensen met een ongezond voedingspatroon of een belaste familieanamnese bij de hoog risicogroepen, en voor hartklep chirurgie, harttransplantatie, pacemaker, ICD, ritmechirurgie en LVAD bij mensen met een hartaandoening. 8.b
Kwaliteitsbeoordeling
Elke SR werd door twee onafhankelijk onderzoekers beoordeeld op kwaliteit, waarbij de onderzoekers in 75% van de gescoorde items gelijk scoorden. In alle gevallen werd met overleg tot een consensus gekomen. Een negatief oordeel werd niet gegeven als eindoordeel, en werd nauwelijks gegeven als oordeel voor een van de subitems. Voor 11 van de 28 SRs was het eindoordeel dat het een valide en toepasbare SR was (Tabel 4 en Tabel 5). Bij 17 van de 28 SRs was het eindoordeel twijfelachtig, zowel door de scores op de methodologische items, als ook door dat de vraagstelling van de reviews niet helemaal met
18
onze vraagstelling overeenkwam. Vaker voorkomende redenen om een ´twijfelachtig´ oordeel te geven op de methodologische vragen waren: - Vraag 1 - formulering vraagstelling: controlebehandeling niet benoemd - Vraag 2 - zoekactie: alleen in het Engels, of alleen in Medline - Vraag 3 - selectieprocedure: niet beschreven of die door twee onafhankelijke onderzoekers werd verricht - Vraag 4 - kwaliteitsbeoordeling: idem - Vraag 6 - heterogeniteit: geen exploratie van bestaande heterogeniteit Vier SRs verrichtten voor geen van de uitkomsten meta-analyse, met als argument de heterogeniteit van de individuele RCTs (of de daarin beschreven populaties, uitkomsten etc.).
Tabel 3 Geïncludeerde systematische reviews, per populatie Populatie 1 Hoog risico groepenvoor hartziekten Ouderen Ouderen met een sedentaire levensstijl Mensen met een sedentaire levensstijl Hyperlipidemia
11 1 1 1 2
Systematische reviews
Hypertensie
4
Ongezond voedingspatroon Belaste familie anamnese Rokers
0 0 2
2 Hartaandoeningen Chronisch hartfalen
17 9
Hartklep chirurgie
0
Chirurgisch gecorrigeerde congenitale hartafwijking Harttransplantatie Pacemaker, implanteerbare defibrillator (implantable cardioverter defibrillator, ICD), ritmechirurgie Steunhart (left ventricular assistance device, LVAD) Coronaire aandoeningen (myocard infarct, coronaire chirurgie, percutane coronaire interventie, angina pectoris, coronaire aandoening middels angiografie aangetoond)
0 0 0
3 Preoperatieve fysiotherapiebij hartchirurgie
0
0 8
(Liu, 2009) (Huang, 2005) (Murphy, 2007) (Halbert, 1999) (Haney, 2007) (Dickinson, 2009) (Dickinson, 2006a) (Halbert, 1997) (Yucha, 2001) (Nishi, 1998) (Ussher, 2008) (Chien, 2008) (Davies, 2010a) (Haykowsky, 2007) (Hwang, 2010) (Rees, 2004) (Sbruzzi, 2010) (Sillen, 2009) (Spruit, 2009) (van Tol, 2006)
(Brown, 2003) (Clark, 2005) (Clark, 2010) (Jolliffe, 2009) (Jolly, 2006) (Muller-Riemenschneider, 2010) (Oliveira, 2008) (Taylor, 2004b)
19
20
Tabel 4 Kwaliteitsbeoordeling* van de 28 geïncludeerde systematische reviews
(Huang, 2005)
(Murphy, 2007)
(Halbert, 1999)
(Haney, 2007)
(Dickinson, 2009)
(Dickinson, 2006a)
(Halbert, 1997)
(Yucha, 2001)
(Nishi, 1998)
(Ussher, 2008)
(Chien, 2008)
(Davies, 2010a)
(Haykowsky, 2007)
(Hwang, 2010)
(Rees, 2004)
(Sbruzzi, 2010)
(Sillen, 2009)
(Spruit, 2009)
(van Tol, 2006)
Methode 1. Is de vraagstelling adequaat geformuleerd? 2. Is de zoekactie adequaat uitgevoerd? 3. Is de selectieprocedure van artikelen adequaat uitgevoerd? 4. Is de kwaliteitsbeoordeling adequaat uitgevoerd? 5. Is adequaat beschreven hoe data-extractie heeft plaatsgevonden? 6. Zijn de belangrijkste kenmerken van de oorspronkelijke onderzoeken beschreven? 7. Is adequaat omgegaan met klinische en statistische heterogeniteit van de onderzoeken? 8. Is statistische pooling op een correcte manier uitgevoerd? Algemeen oordeel 9. Zijn de resultaten van de systematische review valide en toepasbaar?
Chronisch hartfalen
(Liu, 2009)
Hoog risico groepen
± Ja
± ±
Ja ±
± ±
± Nee
Ja Ja
± ±
± ±
Ja ±
± Nee
Ja Ja
Ja ±
Ja Ja
Ja ±
Ja Ja
Ja Ja
Ja Ja
Ja ±
± ±
Ja Ja
Ja
±
±
±
±
Ja
Ja
±
±
±
±
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
±
Ja
Ja
±
±
Ja
±
±
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
±
Ja
Ja
Ja
Nee
Ja
Ja
Ja
Ja
±
Ja
Ja
±
Ja
Ja
Ja
Ja
±
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Nee
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
±
Ja
±
Ja
±
Nvt
Ja
Ja
±
±
±
Nvt
±
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Nvt
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Nvt
Ja
Ja
±
Ja
Ja
Nvt
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
±
Ja
Nvt
Ja
Ja
±
±
±
±
Ja
±
±
±
±
±
±
Ja
Ja
Ja
Ja
±
±
±
Ja
* Volgens het CBO formulier voor het beoordelen van een systematische review van randomised controlled trials Afkortingen: ±: twijfelachtig; Nvt: niet van toepassing
21
Tabel 5 Kwaliteitsbeoordeling* van de 28 geïncludeerde systematische reviews (vervolg)
(Clark, 2005)
(Clark, 2010)
(Jolliffe, 2009)
(Jolly, 2006)
(Muller-Riemenschneider, 2010)
(Oliveira, 2008)
(Taylor, 2004b)
Methode 1. Is de vraagstelling adequaat geformuleerd? 2. Is de zoekactie adequaat uitgevoerd? 3. Is de selectieprocedure van artikelen adequaat uitgevoerd? 4. Is de kwaliteitsbeoordeling adequaat uitgevoerd? 5. Is adequaat beschreven hoe data-extractie heeft plaatsgevonden? 6. Zijn de belangrijkste kenmerken van de oorspronkelijke onderzoeken beschreven? 7. Is adequaat omgegaan met klinische en statistische heterogeniteit van de onderzoeken? 8. Is statistische pooling op een correcte manier uitgevoerd? Algemeen oordeel 9. Zijn de resultaten van de systematische review valide en toepasbaar?
(Brown, 2003)
Coronair lijden
Ja Ja
Ja ±
± ±
Ja Ja
Ja ±
± ±
± Ja
Ja Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
±
Ja
Ja
±
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
±
Ja
Ja
Ja
±
±
Ja
Ja
Ja
±
Ja
Ja
Ja
Ja
±
Ja
Ja
Ja
Ja
±
±
Nvt
±
Ja
Ja
Ja
±
Ja
±
Nvt
Ja
Ja
±
±
Ja
Ja
±
±
Ja
* Volgens het CBO formulier voor het beoordelen van een systematische review van randomised controlled trials Afkortingen: ±: twijfelachtig; Nvt: niet van toepassing
22
8.c
Hoog risico groepen
Elf SRs onderzochten het effect van fysiotherapeutische interventies bij mensen met een hoog risico op hartziekten (Tabel 6) (Dickinson, 2006a;Dickinson, 2009;Halbert, 1997;Halbert, 1999;Haney, 2007;Huang, 2005;Liu, 2009;Murphy, 2007;Nishi, 1998;Ussher, 2008;Yucha, 2001). Negen van de 11 SRs hadden betrekking op een vorm van training; twee van de 11 SRs keken naar ontspanningsoefeningen (Dickinson, 2009;Yucha, 2001). De controlebehandelingen varieerden steeds, ook binnen de SRs. Ze varieerden tussen geen behandeling, usual care, attention control, geen training en sham behandeling (zie ook Tabel 9en Tabel 10). 8.c.1
Uitkomsten uit de meta-analyses
Negen van de 11 SRs rapporteerden uitkomsten uit meta-analyses en twee van de 11 SRs rapporteerden alleen beschrijvingen van de onderliggende RCTs. De uitkomsten hadden betrekking op de primaire risicofactor, op het inspanningsvermogen, de mortaliteit en op functionele beperkingen (Tabel 7) waarbij de kracht van het bewijs laag tot zeer laag was (Tabel 8). Er was één SR die meta-analyse resultaten presenteerde over het effect van training op stoppen met roken: het verschil tussen de interventiegroep en de controlegroep was niet significant (Nishi, 1998). Bij mensen met hypertensie daalde de bloeddruk meer in de interventiegroepen dan in de controlegroepen, en zowel voor training (twee SRs bij mensen met hypertensie (Dickinson, 2006a;Halbert, 1997)) als voor ontspanningsoefeningen met biofeedback (twee SRs bij mensen met hypertensie (Dickinson, 2009;Yucha, 2001)) (Tabel 9). Eén SR onderzocht de effecten van training bij mensen met hyperlipidemie, en vond een significante daling van het totaal cholesterol en een significante stijging van het HDL, en geen verschil wat betreft het LDL en de triglyceriden (Halbert, 1999). Eén SR onderzocht het effect van training bij sedentaire mensen en vond een significant grotere verbetering wat betreft de diastolische bloeddruk (maar niet de systolische bloeddruk), het lichaamsgewicht, het vetpercentage en de body mass index (Murphy, 2007) (Tabel 9). Drie SRs keken naar het effect van training op de maximale zuurstofopname, bij ouderen en/of sedentaire mensen, en vonden steeds een significant grotere maximale zuurstofopname in de interventie groep (Huang, 2005;Liu, 2009;Murphy, 2007). Daarnaast rapporteerde één van deze SRs, die specifiek naar het effect van krachttraining bij ouderen keek, een significant grotere verbetering voor de 6-MWD en trap klimmen, maar geen significant verschil wat betreft de maximale zuurstofopname, timed walk, mortaliteit en vitaliteit (Liu, 2009) (Tabel 10). 8.c.2
Overige uitkomsten
Van de twee SRs zonder meta-analyses was er één SR (als basis voor een richtlijn), die specifiek over screening en behandeling van hyperlipidemie bij kinderen en adolescenten ging (Haney, 2007). Een deel van deze SR was ook voor dit onderzoek relevant. Ten eerste werden er geen studies gevonden die het effect van oefentherapie onderzochten bij kinderen met een familiale hypercholesterolemie. Ten tweede werden er 9 RCTs gevonden over de effectiviteit van training bij kinderen met een hyperlipidemie (maar zonder familiale hypercholesterolemie), waarvan er 7 voor ons relevant waren (de andere 2 gingen puur over het geven van informatie over beweging). Vijf RCTs rapporteerden over totaal cholesterol en low-density lipoproteïnen: geen van deze RCTs vond een significant verschil tussen de behandelgroepen. Drie van de zes RCTs die over high-density lipoproteïnen rapporteerden vonden een significant grotere HDL stijging in de interventiegroep vergeleken met de controlegroep, en ook weer drie van de zes RCTs die over triglyceriden rapporteerden vonden een significant lager triglyceride gehalte in de interventiegroep (Haney, 2007). De tweede SR zonder meta-analyse resultaten onderzocht het effect van training, alleen of in combinatie met een stoppen met roken programma, op stoppen met roken (Ussher, 2008). Van de 12 geïncludeerde RCTs lieten er drie een significant hogere abstinentie frequentie
23
zien aan het einde van de behandeling. In één van deze drie RCTs was de hogere abstinentie nog meetbaar na 3 en 12 maanden follow-up (Ussher, 2008). Deze resultaten lijken vergelijkbaar met de meta-analyse van vijf RCTs door Nishi et al., waarbij geen significant verschil werd gevonden in abstinentie tussen de behandelgroepen (Nishi, 1998) (Tabel 9). De SR van Dickinson et al. beschreef, naast de meta-analyse, de sterfte, MI en CVA gemeten in 1 RCT die biofeedback vergeleek met een controle behandeling. Er werden geen significante verschillen gevonden, echter, deze RCT was te klein om een klein verschil tussen groepen te kunnen meten (n=134) (Dickinson, 2009).
24
Tabel 6 Overzicht van de kenmerken van elf systematische reviews bij patiënten met een hoog risico op hartziekten Number of relevant RCTs (total number of RCTs) Elderly (Liu, 2009) 104 (121)
Last search date/ assessment SR *
5-2008
+
Sedentary elderly (Huang, 2005) 41 (41) 2002
±
Sedentary people (Murphy, 2007) 24 (24) 9-2004
Databases searched
Quality assessment RCT
Physiotherapeutic component (PT) and nature of therapy
Treatment duration
Cochrane Bone, Joint and Muscle Trauma Group Specialised Register, Cochrane CRCT, MEDLINE, EMBASE, CINAHL, SPORTDiscus, PEDro, Digital Dissertations
Scoring system based on the Cochrane Bone, Joint and Muscle Trauma Group’s former evaluation tool (no quantative summary given)
PT: not described. Most training programmes took place in gym or clinic settings with all sessions fully supervised. Progressive resistance training involved high intensity training in most trials, with specialised exercise machines, at a frequency of 2 to 3 times a week
Most programmes were 8 to 12 weeks long (range: 2-104 weeks)
MEDLINE, SportDISCUS, HealthSTAR, Current Contents/Chemi cal Medicine, Dissertations Online
Jadad score (range: 0 to 4; mean: 2). 18/41 included studies were nonrandomised controlled trials
PT: not described. In 30/41 of the included controlled trials endurance exercise was supervised
Not available
MEDLINE, Web of Science
Scheme derived from the Cochrane handbook. Quality can be either A, B or C. 9/24 RCTs were rated B, 15/24 were rated C
PT: not described. Brisk walking was the examined intervention. It was estimated that the mean relative intensity of the walking interventions was 70.1% (range 50–86%) of the predicted maximum heart rate
Range: 8-52 weeks (median: 24 weeks)
MEDLINE, EMBASE, Science Citation Index
Scheme derived from the Cochrane handbook. Quality can be either A, B or C. 11/13 RCTs were rated B and 2/13 were rated C
PT: not described. Aerobic exercise was the examined intervention.
Range: 12-52 weeks (median: 26 weeks)
MEDLINE
USPSTF Quality Rating Criteria (range: fair to poor quality trials)
PT: not described. In 5/7 RCTs the exercise frequency ranged from 3 to 5 times/week
Range: 7-36 weeks (median: 11 weeks)
Cochrane Library, MEDLINE, EMBASE, Science Citation Index, ISI Proceedings,
Based on three criteria: blinding, randomisation and allocation concealment.
PT: not described. Biofeedback included biofeedback of heart rate, blood pressure, ECG, forehead muscle tension,
Range: 5-26 weeks (median: 8 weeks) #
±
Hyperlipidemia (Halbert, 1999) 13 (31) 12-1997
±
(Haney, 2007) 7 (9) 9-2005 ± Hypertension (Dickinson, 2009) 12** (25) 2-2007
25
Number of relevant RCTs (total number of RCTs)
Last search date/ assessment SR * +
Databases searched
Physiotherapeutic component (PT) and nature of therapy
Treatment duration
ClinicalTrials.gov, Current Controlled Trials
Allocation concealment was rated A (adequate in 1/12 RCTs, and B (unclear) in 11/12 RCTs
temperature of fingers, hands or feet, skin resistance and breathing. It was generally used in combination with progressive muscle relaxation
MEDLINE, EMBASE, CENTRAL
1/21 RCTs was adequately randomised and in 0/12 RCTs allocation concealment was adequate
PT: not described. Not described. Exercise was the examined intervention
Range: 8-52 weeks (median: 12 weeks)
MEDLINE, EMBASE, Science Citation Index
Scheme derived from the Cochrane handbook. Quality can be either A, B or C. 1/15 RCTs was rated A and 14/15 were rated C
PT: not described. Exercise was the examined intervention
Range: 4-52 weeks (median: 12 weeks)
Modified quality assessment instrument based on Chalmers (17 items). Articles that scored insufficient for 12 or more items were eliminate
PT: not described. Biofeedback included biofeedback of heart rate, blood pressure, ECG, forehead muscle tension, temperature of fingers, hands or feet, skin resistance and breathing
Not available
±
CINAHL, EMBASE, MEDLINE, Evidence Based Medicine (EMED), Dissertation Abstracts, PsycINFO, Alternative and Allied Medicine
4-1995
MEDLINE
Modified DerSimonian´s quality checklist. The maximum score is 13. Range: 7 to 9 (mean: 8)
PT: not described. Exercise was the examined intervention
Range: 5 weeks-12 months (median: 15 weeks)
Specialised Register of the Cochrane Tobacco Addiction Group, MEDLINE, EMBASE, PsycINFO, Dissertation Abstracts, CINAHL
Risk of bias assessed through allocation concealment, definition of abstinence and post-randomisation drop-outs
PT: not described. Most RCTs employed supervised, groupbased exercise supplemented by a home-based programme. 3/12 RCTs did not provide a home programme
Range: 4-19 weeks (median: 12 weeks)
(Dickinson, 2006a) †21 (105) 5-2003 ± (Halbert, 1997) 15 (29) 1995
±
(Yucha, 2001) 14 (20) $ 12-1996
Smoking (Nishi, 1998) 5 (5)
Quality assessment RCT
± (Ussher, 2008) 12 (13) 07-2008
±
* The general assessment of the validity and applicability of the reviews, expressed as + (valid and applicable), ± (doubtful) or – (not valid nor applicable). See also Table 4 † From this study the effectiveness of relaxation therapy was not considered because another, more recent and more elaborate study by the same author is included. Thus only the review of RCTs studying the effectiveness of exercise are considered ** RCTs with a biofeedback component # Across all 25 RCTs $ Only the subgroup analysis of biofeedback vs. inactive control was chosen because the exact nature of the active control treatments was not described but it was stated that other relaxation therapies were included Abbreviations: PT: physiotherapy; RCT: randomised controlled trial; SR: systematic review
26
27
Tabel 7 Overzicht van geselecteerde uitkomsten uit systematische reviews, bij mensen met een hoog risico op hartziekten
Aerobic exercise Resistance/strength exercise Exercise (any type)
Relaxation therapy (biofeedback)
Mortality
Cardiac mortality
Non-fatal MI/CVA
Revascul arisation
Health care usage
Mental health
Health related quality of life
Functional disabilities
(Huang, 2005) (Murphy, 2007)
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
(Liu, 2009)
(Liu, 2009)
-
-
-
-
-
-
(Liu, 2009)
-
-
-
(Haney, 2007)† (Dickinson, 2006a) (Halbert, 1997) (Nishi, 1998) (Ussher, 2008)†
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
(Dickinson, 2009) (Yucha, 2001)
-
(Dickinson, 2009)†
-
(Dickinson, 2009) †
-
-
-
-
-
-
-
-
Primary risk factor
Aerobic fitness/exercise capacity
(Murphy, 2007) (Halbert, 1999)
Treat Treatment ment start/dose/ goals duration
Cardiac perform ance
† Descriptive data from individual trials available Abbreviations: CVA: cerebrovascular accident; MI: myocardial infarction
28
Tabel 8 GRADE beoordeling van de uitkomsten over de effectiviteit van fysiotherapie bij mensen met een hoog risico op hartziekten Assessment Outcomes
High
Mod erate
Low
Smoking cessation
Exercise (any type)
Blood pressure
Exercise (any type) Biofeedback
Very low
Not possible
Aerobic exercise Strength/resistance Biofeedback Other PT modalities† Strength/resistance Other PT modalities†
Aerobic exercise
Body weight/fat/ BMI
Aerobic exercise
Blood lipids
Aerobic exercise
Aerobic fitness
Mortality
Strength/resistance
Aerobic exercise
Strength/resistance
Cardiac mortality
Non-fatal MI/CVA
Revascularisati on
Health care usage
Mental health
Health related quality of life
Functional disabilities
Treatment goals
No evidence
Strength/resistance
Strength/resistance Exercise (any type) Biofeedback Other PT modalities† Aerobic exercise Strength/resistance Biofeedback Other PT modalities† Exercise (any type) Biofeedback Other PT modalities† Aerobic exercise Exercise (any type) Biofeedback Other PT modalities† Aerobic exercise Strength/resistance Exercise (any type) Biofeedback Other PT modalities† Aerobic exercise Strength/resistance Exercise (any type) Biofeedback Other PT modalities† Aerobic exercise Strength/resistance Exercise (any type) Biofeedback Other PT modalities† Aerobic exercise Strength/resistance Exercise (any type) Biofeedback Other PT modalities† Aerobic exercise Strength/resistance Exercise (any type) Biofeedback Other PT modalities† Aerobic exercise Strength/resistance Exercise (any type) Biofeedback Other PT modalities† Aerobic exercise Exercise (any type) Biofeedback Other PT modalities† Aerobic exercise Strength/resistance Exercise (any type) Biofeedback Other PT modalities†
29
Assessment Outcomes
Treatment start/intensity/ duration
Cardiac performance during rest Cardiac performance during exercise
High
Mod erate
Low
Very low
Not possible
No evidence Aerobic exercise Strength/resistance Exercise (any type) Biofeedback Other PT modalities† Aerobic exercise Strength/resistance Exercise (any type) Biofeedback Other PT modalities† Aerobic exercise Strength/resistance Exercise (any type) Biofeedback Other PT modalities†
Outcomes assessed as ´high´ have not been downgraded; outcomes assessed as ´moderate´ have been downgraded one step; outcomes assessed as ´low´ have been downgraded two steps and outcomes assessed as ´very low´ have been downgraded three steps. † Massage, breathing exercises, electrical stimulation, mixed treatments Abbreviations: BMI: body mass index; CVA: cerebrovascular accident; MI: myocardial infarction; PT: physiotherapy
30
Tabel 9 Samenvatting van de meta-analyse uitkomsten in systematische reviews over de effectiviteit van fysiotherapeutische interventies, in mensen met een hoog risico op hartziekten - Last searched Smoking - GRADE Smoking cessation as - Meta-analysis cessation main aim - (95% CI) Aerobic exercise vs. no exercise Sedentary people (Murphy, 2007)
Hyperlipidemia (Halbert, 1999)
-
-
-
-
Systolic blood pressure (mmHg)
Diastolic blood pressure (mmHg)
Body weight (kg)
Fat(%)
Body mass index (kg/m2)
Total cholesterol (mmol/L)
High density lipoproteins (mmol/L)
Low density lipoproteins (mmol/L)
Triglycerides (mmol/L)
9-2004 Not possible MD -1.06 p=0.316$
9-2004 Not possible MD -1.54 p=0.026$
9-2004 Not possible MD -0.95 p<0.001$
9-2004 Not possible MD -0.63 p=0.035$
9-2004 Not possible MD -0.28 p=0.015$
-
-
-
-
12-1997 Not possible MD 0.07 (0.03, 0.10)
12-1997 Not possible MD -0.05 (-0.16, 0.07)
12-1997 Not possible MD -0.15 (-0.23, 0.07)
-
-
Exercise (any type)vs. no exercise or no intervention 5-2003 5-2003 Low Low Hypertension MD -2.4 MD -4.6 (Dickinson, 2006a) (-4.0, -0.7) (-7.1, -2.0) 1995 1995 Very low Very low Hypertension MD -3.6 MD -5.0 (Halbert, 1997) (-6.7, -1.4) (-7.3, -2.7) 04-1995 04-1995 Low Low Smoking OR 2.35 OR 1.85 (Nishi, 1998) (0.65, 5.24) (0.75, 7.31) Relaxation therapy (biofeedback) vs. no intervention or sham intervention 2-2007 2-2007 Low Low Hypertension MD -2.82 MD -5.40 (Dickinson, 2009) (-5.18, -0.46) (-8.71, -2.08) 12-1996 12-1996 Not possible Not possible Hypertension MD -4.8 MD -6.7 (Yucha, 2001) (-7.2, -2.3) (-10.2, -3.2)
-
-
-
12-1997 Not possible MD -0.03 (-0.07, 0.00)
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
$ 95% CI not available. Abbreviations: CI: confidence interval; MD: mean difference; OR: odds ratio
31
Tabel 10 Samenvatting van de meta-analyse uitkomsten in systematische reviews over de effectiviteit van fysiotherapeutische interventies, in mensen met een hoog risico op hartziekten (vervolg) - Date last searched - GRADE VO2 Peak oxygen 6-Minutes walking - Meta-analysis (ml/kg/min) uptake (l/min) distance (meters) - (95% CI) Aerobic exercise vs. no intervention or attention control 2002 Low Sedentary elderly MD 3.78 (Huang, 2005) (3.24, 4.33) 9-2004 Not possible Sedentary people MD 2.73 (Murphy, 2007) P<0.001$ Resistance/strength training vs. no intervention, usual care or attention control 05-2008 05-2008 05-2008 Very low Low Low Elderly (Liu, 2009) MD 52.37 MD 0.10 MD 1.50 (17.38, 87.37) (-0.04, 0.24) (0.49, 2.51)
Timed walk (seconds)
Stair climbing (seconds)
Mortality
Vitality (SF36/vitality plus scale)
-
-
-
-
-
-
-
-
05-2008 Low MD -0.23 (-1.07, 0.62)
05-2008 Very low MD -1.44 (-2.51, -0.37)
05-2008 Low RR 0.89 (0.52, 1.54)
05-2008 Low MD 1.33 (-0.89, 3.55)
$ 95% CI not available Abbreviations: CI: confidence interval; MD: mean difference; RR: risk ratio
32
8.d
Chronisch hartfalen
Negen SRs behandelden de effectiviteit van fysiotherapeutische interventies bij patiënten met chronisch hartfalen (Chien, 2008;Davies, 2010a;Haykowsky, 2007;Hwang, 2010;Rees, 2004;Sbruzzi, 2010;Sillen, 2009;Spruit, 2009;van Tol, 2006) (Tabel 11). Twee reviews waren Cochrane reviews met een gedeeltelijke overlap: (Davies, 2010a) is de update van (Rees, 2004). Omdat de focus van de update op andere uitkomstmaten lag dan de focus van de eerder verschenen review worden beiden hier besproken. Zeven van de negen SRs gingen over training, waarbij vier SRs elk type van training onderzochten (Davies, 2010a;Haykowsky, 2007;Rees, 2004;van Tol, 2006), één SR onderzocht training met een home-based component (Chien, 2008), en twee SRs onderzochten alleen weerstandstraining (alleen of in combinatie met andere training) (Hwang, 2010;Spruit, 2009). Training werd steeds vergeleken met usual care of usual activities, geen interventie of placebo. Twee SRs keek naar de effecten van elektrische stimulatie, hetzij transcutaneous neuromuscular electrical stimulation (NMES) (Sillen, 2009), hetzij functional electrical stimulation (FES) genoemd (Sbruzzi, 2010). Bij NMES/FES worden spiercontracties bewerkstelligd, door een elektrische impuls te geven via elektrodes die op de bovenliggende huid zijn geplaatst, in het geval van CHF op de huid boven de spieren van de bovenbenen. Dit is een nieuwe vorm van training, die bij mensen gebruikt kan worden die bij andere trainingsvormen te veel buiten adem raken. De controlegroepen in deze twee SR kregen geen behandeling of een placebobehandeling. 121 van de 142 RCTs die door de SRs geselecteerd waren, waren ook voor deze overview relevant (Tabel 11). Dit was bijvoorbeeld omdat de vraagstelling van de SR breder was dan onze vraagstelling, of omdat meer patiëntengroepen geïncludeerd werden, zoals in één SR waar bijvoorbeeld ook COPD patiënten werden onderzocht (Sillen, 2009). Studies met patiënten die eerder hartrevalidatie kregen werden in sommige reviews geëxcludeerd (Rees, 2004). De kwaliteitsbeoordeling van de RCTs werd bemoeilijkt door een slechte rapportage van kwaliteitsaspecten, waardoor de kwaliteitsscores gedrukt werden. In geen van de SRs werd de rol van een fysiotherapeut beschreven; supervisie van de oefentherapie of NMES werd ook weinig of niet beschreven, behalve in één SR waar alleen gesuperviseerde oefenprogramma´s werden geïncludeerd (Spruit, 2009). Voor sommige SRs was een indeling in type training mogelijk. De duur van de oefentherapie was zeer variabel, met een range van 3 tot 52 weken (Tabel 11). 8.d.1
Uitkomsten uit de meta-analyses
Voor bijna elke uitkomst waren er gegevens beschikbaar, behalve voor behandeldoelen (Tabel 12). Voor het beperkte aantal meta-analyse- uitkomsten waarvoor een GRADEbeoordeling mogelijk was, werd het niveau van bewijs bijna altijd als laag beoordeeld (Tabel 13). Alle meta-analyses, behalve die over de maximale zuurstofopname bij krachttraining, lieten positief significante verschillen zien in het effect van training op het inspanningsvermogen, in vergelijking met controle (Tabel 14). Meta-analyse resultaten voor sterfte, behandel ´dosis´, en behandelduur lieten geen significante verschillen zien tussen de behandelgroepen. Ziekenhuisopnames voor hartfalen waren significant lager in de interventiegroep, maar voor ziekenhuisopnames in het algemeen of voor ziekenhuisopnames voor cardiac events waren er geen significante verschillen. De kwaliteit van leven was significant beter na training. De meta-analyse resultaten van de uitkomsten van cardiac performance in rust waren niet altijd consistent, voor zover er meerdere SRs beschikbaar waren. Voor de diastolische bloeddruk en het eind-diastolisch volume werden steeds positief significante verschillen ten voordele van de trainingsgroep gerapporteerd. De hartfrequentie, systolische bloeddruk en cardiac output werden in één SR gerapporteerd en verschilden daar niet significant. Voor de LVEF en het
33
eind-systolisch volume werden in één SR geen significante verschillen gevonden, en in een andere SR wel. 8.d.2
Overige uitkomsten
Verschillende SRs beschreven de uitkomsten van individuele RCTs, zonder een meta-analyse van (voor dit onderzoek) relevante uitkomsten. Spruit et al. includeerden 4 relevante RCTs, waarin weerstandstraining werd vergeleken met usual care of placebo (Spruit, 2009). De uitkomsten van deze kleine (n<20) trials zijn moeilijk vergelijkbaar en wisselend, echter, een negatief effect van de weerstandstraining in geen enkele trial gevonden. Een significant betere uitkomst werd beschreven voor de anaerobe threshold, de VO2 max, de 6-MWD en de HR-QoL in steeds één trial, terwijl er in twee andere trials geen verschil in VO2 max, en in één andere trial geen verschil in en HR-QoL, werd gevonden. Twee trials rapporteerden over cardiac performance en vonden geen verschil tussen de behandelgroepen (Spruit, 2009); idem voor een andere RCT over krachttraining (Haykowsky, 2007). Eén SR rapporteerde niet over negatieve effecten (Haykowsky, 2007). Negatieve effecten werden niet gerapporteerd in de RCTs die ten grondslag lagen aan twee SRs (Spruit, 2009;van Tol, 2006). Rees beschrijft dat 17 van de 29 geïncludeerde RCTs expliciet vermelden dat er geen negatieve bijwerkingen waren, terwijl één van de 29 RCTs complicaties van de training rapporteerde. De aard en het aantal complicaties werd niet nader omschreven, anders dan dat deze complicaties alleen bij patiënten met een ejectiefractie van minder dan 30% optraden (Rees, 2004). Chien et al. onderzochten de veiligheid van home-based oefentherapie door het aantal hospitalisaties ten gevolgen van cardiac events te metaanalyseren. Daarvoor waren gegevens uit twee RCTs beschikbaar, en met een OR van 0,75 (95%CI: -0,19-2,92) was er geen verhoogd risico op hospitalisatie (Chien, 2008). Eén SR over krachttraining rapporteerde dat er in drie van de vier relevante trials geen negatieve effecten werden gerapporteerd; in de vierde trial werd één sudden death gerapporteerd. In de tekst van de review werd dit niet verder beschreven (Hwang, 2010). Door (Sillen, 2009) werden de resultaten uit vier individuele RCTs over NMES/FES beschreven, die we hier weergeven voor wat betreft de relevante uitkomsten. De eerste RCT beschreef een significant betere trainingscapaciteit en ademcapaciteit in de interventiegroep in vergelijking met de controlegroep. In de tweede RCT werd een significant beter sociaal en fysiek functioneren gerapporteerd, en minder moeheid, gemeten met een vragenlijst (Medical Outcome Study 36-item short form) maar was er geen verschil in het vervullen van dagelijkse activiteiten, samenhangend met fysiek functioneren. De derde RCT mat een significant betere ademcapaciteit, maximale arbeidscapaciteit, 6-MWD en HR-QoL. In de laatste RCT werd ook weer een significant betere 6-MWD en HR-QoL gemeten, maar geen verschil in de verbetering van ademcapaciteit (Sillen, 2009). In de laatste twee RCTs kreeg de controle groep placebostimulatie. De auteurs van de SR concluderen dat de significant betere uitkomsten lijken te wijzen op fysiologische veranderingen in spiergroepen.
34
Tabel 11 Overzicht van de kenmerken van negen systematische reviews bij patiënten met chronisch hartfalen Number of relevant RCTs (total number of RCTs) (Chien, 2008) 10 (10)
Last search date/assess -ment SR *
7-2006
±
(Davies, 2010a) 19 (19) 1-2008 +
(Haykowsky, 2007) 14 (14) 2006
+
(Hwang, 2010) 4 (8) 9-2009 +
(Rees, 2004) 29 (29) 3-2001 + (Sbruzzi, 2010) 2(7) 1-2009
Databases searched
Quality assessment RCTs
Physiotherapeutic component (PT) and nature of therapy
Treatment duration
MEDLINE, EMBASE, CINAHL, Cochrane LRCT, PEDro, CEPS, MD Consults
PEDro scale (median score: 5.5) (The maximum attainable score is 10)
PT: not described. All interventions had a homebased CR component, 1/10 with home visits, 2/10 with a supervised exercise component and 3/10 with a group exercise component
Range: 1.5-9 months (median: 6 months)
CENTRAL, Cochrane Library, MEDLINE, EMBASE, CINAHL, PsychINFO, Web of Science, CRD databases
Scheme derived from the Cochrane handbook; scores either +, - or ? across 8 items. The overall quality of trials was poor. A number of studies failed to give sufficient detail to assess their potential risk of bias. Nevertheless, none of the studies had objective evidence of imbalance in baseline characteristics
PT: not described. 19/19 trials were on aerobic exercise; 5 trials had an additional resistance training component. Ten trials were completely centre-based and one trial was completely home-based
Range: 24-52 weeks
MEDLINE, Cochrane CRCT, CINAHL, EMBASE
Jadad scale (median score: 1.5)
PT: not described. 14 trials on the effects of exercise: 9/14 trials incorporated aerobic training at an intensity between 60-80% of baseline VO2 max for 20-60 minutes per session. 4/14 trials combined aerobic with strength training and 1/14 trials examined strength training alone
Range: 2-14 months (median: 6 months)
MEDLINE; EMBASE; CEPS; CINAHL, Cochrane LRCT
PEDro scale (median score: 5.5) (The maximum attainable score is 10)
PT: not described. All trials had a resistance exercise component. In 2/4 trials exercise was supervised
Range: 8-20 weeks (median: 11 weeks)
CCTR, MEDLINE, CINAHL
Jadad scale (median: 2)
PT: not described. Exercise therapy usually consisted of aerobic activities, Resistance training alone was performed in 3/29 studies.
Range: 3-52 weeks (mean: 16 weeks)
MEDLINE,
PEDro (median score:
PT: not described. Functional
Range: 6-10
35
±
(Sillen, 2009) 4 (14) 12-2007
±
(Spruit, 2009) 4 (10) 8-2008
±
(van Tol, 2006) 35 (35) 10-2004
+
LILACS, PEDro, Cochrane library
6) and Jadad scales (median score: 2.5)
electrical stimulation was the intervention
weeks (median: 8 weeks)
MEDLINE, CINAHL, EMBASE, Cochrane CTR, PEDro
PEDro scale (median score: 7) (The maximum attainable score is 10)
PT: not described. Neuromuscular electrical stimulation was the intervention
Range: 8-10 weeks
MEDLINE, Science Citation Index Expanded, SSCI, A&HCI
Delphi score (median score: 4.5). (The maximum attainable score is 9)
PT: not described. All interventions were strength/resistance training and supervised
Range: 8-20 weeks (median: 9 weeks)
MEDLINE, CINAHL, EMBASE, Cochrane LRCT, PEDro, SPORTDiscu s, PiCarta, DocOnline
Delphi score (median score: 4). (The maximum attainable score is 9)
PT: not described. Exercise therapy usually consisted of aerobic activities, sometimes combined with calisthenics or ball games. Resistance training alone was performed in 3/35 studies and 13/35 studies used interval training
The average training period lasted 13.0 ±7.8 weeks
* The general assessment of the validity and applicability of the reviews, expressed as + (valid and applicable), ± (doubtful) or – (not valid nor applicable). See also Table 4 Abbreviations: CR: cardiac rehabilitation; PT: physiotherapy; SR: systematic review
36
37
Tabel 12 Overzicht van de beschikbare uitkomsten uit systematische reviews bij patiënten met chronisch hartfalen, per type interventie Modality Aerobic exercise Resistance/strength exercise Cardiac rehabilitation (with a home-based exercise component) Cardiac rehabilitation (any type with exercise) Neuromuscular/functi onal electrical stimulation
Mortality
Cardiac mortality
Nonfatal MI/CV A
Revascul arisation
Health care usage
Mental health
Health related quality of life
Functional disabilities
Treat ment goals
Treatment start/intensit y/duration
Cardiac performance
(Haykowsky, 2007)
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
(Haykowsky, 2007)
(Hwang, 2010) (Spruit, 2009)†
-
-
-
-
-
-
(Spruit, 2009)†
-
-
-
(Haykowsky, 2007)† (Hwang, 2010)† (Spruit, 2009)†
(Chien, 2008)
-
-
-
-
(Chien, 2008)
-
(Chien, 2008)
-
-
-
-
(Rees, 2004) (van Tol, 2006)
(Davies, 2010a)
(Rees, 2004)†
(Rees, 2004)†
-
(Davies, 2010a)
-
(Davies, 2010a) (van Tol, 2006)
-
-
(Rees, 2004)
(Haykowsky, 2007) (van Tol, 2006)
(Sbruzzi, 2010) (Sillen, 2009)†
-
-
-
-
-
-
(Sillen, 2009)†
(Sillen, 2009)†
-
-
-
Aerobic fitness/exercis e capacity
† Data from individual trials available If data from (Davies, 2010a) were available, data from (Rees, 2004) have been left out. (Davies, 2010a) is an update of (Rees, 2004) Abbreviations: CVA: cerebrovascular incident; MI: myocardial infarction
38
Tabel 13 GRADE beoordeling van de uitkomsten over de effectiviteit van fysiotherapie, bij mensen met chronisch hartfalen Assessment Outcomes
High
Moderate
Aerobic fitness – VO2
Aerobic fitness – maximal power output
Low
Very low
Not possible
No evidence
Any type CR
CR homebased Strength/resi stance
Aerobic exercise NMES/FES
Other PT modalities†
Any type CR
Aerobic fitness – anaerobic threshold
Any type CR
Aerobic fitness – 6 minutes walking distance Aerobic fitness – exercise duration
Mortality up to 12 months follow up
CR homebased Strength/resi stance Any type CR
Any type CR
Mortality more than 12 months follow up
Any type CR
Cardiac mortality
Non-fatal MI/CVA
Revascularisati on
Health care usage
- Hospital admission up to 12 month follow up
CR home-based
Any type CR
Aerobic exercise Strength/resistance CR home-based NMES/FES Other PT modalities† Aerobic exercise Strength/resistance CR home-based NMES/FES Other PT modalities† Aerobic exercise Any type CR NMES/FES Other PT modalities† Aerobic exercise Strength/resistance CR home-based NMES/FES Other PT modalities† Aerobic exercise Strength/resistance CR home-based NMES/FES Other PT modalities† Aerobic exercise Strength/resistance CR home-based NMES/FES Other PT modalities† Aerobic exercise Strength/resistance CR home-based Any type CR NMES/FES Other PT modalities† Aerobic exercise Strength/resistance CR home-based Any type CR NMES/FES Other PT modalities† Aerobic exercise Strength/resistance CR home-based Any type CR NMES/FES Other PT modalities† Aerobic exercise Strength/resistance Any type CR NMES/FES Other PT modalities† Aerobic exercise Strength/resistance CR home-based NMES/FES Other PT modalities†
39
Assessment Outcomes
High
Moderate
Low
Very low
- Hospital admission more than 12 month follow up
Any type CR
- Hospital admission heart failure only
Any type CR
Not possible
Mental health
Health related quality of life
CR home-based Any type CR
Functional disabilities
Treatment goals
Treatment start/intensity/ duration
Cardiac performance during rest
Aerobic exercise Any type CR
Cardiac performance during exercise
Any type CR
No evidence Aerobic exercise Strength/resistance CR home-based NMES/FES Other PT modalities† Aerobic exercise Strength/resistance CR home-based NMES/FES Other PT modalities† Aerobic exercise Strength/resistance CR home-based Any type CR NMES/FES Other PT modalities† Aerobic exercise Strength/resistance NMES/FES Other PT modalities† Aerobic exercise Strength/resistance CR home-based Any type CR NMES/FES Other PT modalities† Aerobic exercise Strength/resistance CR home-based Any type CR NMES/FES Other PT modalities† Aerobic exercise Strength/resistance CR home-based Any type CR NMES/FES Other PT modalities† Strength/resistance CR home-based NMES/FES Other PT modalities† Aerobic exercise Strength/resistance CR home-based NMES/FES Other PT modalities†
Outcomes assessed as ´high´ have not been downgraded; outcomes assessed as ´moderate´ have been downgraded one step; outcomes assessed as ´low´ have been downgraded two steps and outcomes assessed as ´very low´ have been downgraded three steps. † Massage, breathing exercises, relaxation therapy, mixed treatments Abbreviations: CVA: cerebrovascular accident; CR: cardiac rehabilitation; FES: functional electrical stimulation; NMES: neuromuscular electrical stimulation; MI: myocardial infarction; PT: physiotherapy
40
41
Tabel 14 Samenvatting van de meta-analyse uitkomsten in systematische reviews over de effectiviteit van fysiotherapeutische interventies, in patiënten met chronisch hartfalen - Date last searched - GRADE Maximal power Anaerobic threshold VO2 (ml/kg/min) - Meta-analysis output (Watts) (ml/kg/min) - (95% CI) Aerobic exercise (control treatment unclear) 2006 Not possible (Haykowsky, 2007) MD 2.98 (2.47, 3.49) Resistance/strength exercise vs. no intervention, usual care or sham intervention 2008 Very low (Hwang, 2010) MD 1.4 (-0.3, 3.1) Cardiac rehabilitation(with a home-based exercise component) vs. usual care or usual activities 7-2006 Very low (Chien, 2008) MD 2.71 (0.67, 4.74) Cardiac rehabilitation (any type with exercise) vs. usual care 03-2001 03-2001 Low Low (Rees, 2004) MD 15.13 MD 2.16 (12.59, 17.67) (1.49, 2.82) 10-2004 10-2004 10-2004 Not possible Not possible Not possible (van Tol, 2006) MD 1.91 MD 14.3 MD 2.06 p<0.0001† p<0.0001† p<0.0001† Neuromuscular/functional electrical stimulation vs. no intervention or sham therapy 01-2009 Not possible (Sbruzzi, 2010) MD 2.78 (1.44, 4.13)
6-Minutes walking distance (meters)
Exercise duration (minutes)
-
-
2008 Very low MD 52 (19, 85)
-
7-2006 Very low MD 41.09 (19.12, 63.06)
-
03-2001 Very low MD 40.87 (17.10, 64.65) 10-2004 Not possible MD 46.2 p<0.0001†
03-2001 Moderate MD 2.38 (1.92, 2.85)
-
-
-
† 95% CI not available Abbreviations: CI: confidence interval; MD: mean difference; VO2: peak oxygen consumption
42
Tabel 15 Samenvatting van de meta-analyse uitkomsten in systematische reviews over de effectiviteit van fysiotherapeutische interventies, in patiënten met chronisch hartfalen (vervolg) - Date last searched All cause Hospital Hospital All cause Hospital - GRADE mortality more admission admission mortality up admission - Meta-analysis than 12 up to 12 more than 12 to 12 months heart failure - (95% CI) months follow month follow month follow follow up only up up up Cardiac rehabilitation(with a home-based exercise component) vs. usual care or usual activities (Chien, 2008)
-
-
-
Cardiac rehabilitation (any type with exercise) vs. usual care 01-2008 01-2008 01-2008 Very low Very low Low (Davies, 2010a) RR 0.79 OR 0.88 RR 1.02 (0.58,1.07) (0.73,1.07) (0.70,1.51)
(Rees, 2004)
(van Tol, 2006)
-
-
-
-
-
-
-
-
01-2008 Very low RR 0.96 (0.90,1.02)
01-2008 Very low RR 0.72 (0.52, 0.99)
-
-
-
-
Hospital admission due to a cardiac event
Health-related quality of life#
Treatment dose
Treatment duration
7-2006 Low OR 0.75 (0.19, 2.92)
7-2006 Low MD 0.49 (-4.38, 5.36)
-
-
No significant difference between programmes of less than 12 weeks duration vs. 12 weeks or more -
01-2008 Very low MD -10.33 (-15.89, -4.77)
-
-
No significant difference between high-dose programmes and low-dose programmes *
-
10-2004 Not possible MD -9.7 p<0.01†
-
#Minnesota living with heart failure questionnaire: a decrease in score indicates an improvement in health-related quality of life † 95% CI not available * High-dose was defined as 30 units of the intervention, or more. A unit was calculated as the number of weeks multiplied by the number of sessions per week, multiplied by the duration of sessions in hours If data from (Davies, 2010a) were available, data from (Rees, 2004) have been left out. (Davies, 2010a) is an update of (Rees, 2004) Abbreviations: CI: confidence interval; MD: mean difference; OR: odds ratio; RR: risk ratio
43
Tabel 16 Samenvatting van de meta-analyse uitkomsten in systematische reviews over de effectiviteit van fysiotherapeutische interventies, in patiënten met chronisch hartfalen (vervolg) - Date last searched - GRADE - MD - (95% CI)
Systolic Heart rate blood (beats/min) pressure (mmHg) Aerobic exercise (control treatment unclear) (Haykowsky, 2007)
-
-
Cardiac performance during rest Diastolic Left ventricular blood End systolic ejection pressure volume (ml) fraction (%) (mmHg)
-
Cardiac performance during maximum exercise Systolic Diastolic Cardiac Heart rate blood blood output (beats/min) pressure pressure (l/min) (mmHg) (mmHg)
End diastolic volume (ml)
Cardiac output (l/min)
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
10-2004 Not possible MD 0.32 p=0.13†
10-2004 Not possible MD 3.5 p=0.01†
10-2004 Not possible MD 5.4 p=0.03†
10-2004 Not possible MD -2.9 p=0.17†
10-2004 Not possible MD 2.5 p<0.01†
2006 Not possible MD 2.59 (1.44,3.74)
2006 Not possible MD -12.87 (-17.80, -7.93)
2006 Not possible MD -11.49 (-19.95, -3.02)
2006 Not possible MD 1.83 (0.45, 3.21) 10-2004 Not possible MD 0.8 p=0.26†
2006 Not possible MD -12.31 (-17.12, -7.49) 10-2004 Not possible MD -0.96 p=0.12†
2006 Not possible MD -9.75 (-16.64, -2.86) 10-2004 Not possible MD -3.13 p=0.02†
Cardiac rehabilitation (any type with exercise) vs. usual care (Haykowsky, 2007)
(van Tol, 2006)
-
-
-
10-2004 Not possible MD -2.6 p=0.27†
10-2004 Not possible MD -1.3 p=0.25†
10-2004 Not possible MD -2.4 p=0.02†
† 95% CI not available Abbreviations: CI: confidence interval; MD: mean difference
44
8.e
Coronaire aandoeningen
Acht SRs beschreven de effectiviteit van fysiotherapeutische interventies bij CAD (Brown, 2003;Clark, 2005;Clark, 2010;Jolliffe, 2009;Jolly, 2006;Muller-Riemenschneider, 2010;Oliveira, 2008;Taylor, 2004b) (Tabel 17). Soms was er maar een beperkt aantal trials of een beperkt aantal uitkomsten relevant, bijvoorbeeld omdat een SRs meerdere vergelijkingen maakte of omdat er trials geïncludeerd werden die wij zouden excluderen. Zo hebben we uit de review van Jolly et al. de uitkomst mortaliteit niet geselecteerd, omdat in de meta-analyse drie van de zes RCTs een voornamelijk psychologische/educatieve interventiegroep kenden (Jolly, 2006). In de SR van (Oliveira, 2008), over het effect van krachttraining, was slechts één van de elf geïncludeerde RCTs relevant voor dit rapport. De overige tien RCTs vergeleken steeds krachttraining met een andere vorm van training. Alle interventies kenden een trainingscomponent, hetzij als exercise only cardiac rehabilitation, hetzij in comprehensive cardiac rehabilitation of als home-based intervention. (In één SR werd één relevante RCT beschreven die over psychosociale interventies ging (Muller-Riemenschneider, 2010)). SRs over de effectiviteit van massage, ademhalingsoefeningen, elektrische stimulatie of ontspanningsoefeningen werden niet gevonden. De rol van de fysiotherapeut werd nauwelijks expliciet beschreven; in twee SRs werd vernoemd dat in twee van de 32 RCTs een fysiotherapeut de training verzorgde (Clark, 2005;Jolliffe, 2009), en was de training in 24 van de 41, respectievelijk in negen van de 32 RCTs, gesuperviseerd (Clark, 2005;Jolliffe, 2009). In de overige SRs werd niet vermeld of de training al dan niet onder supervisie plaatsvond. Er waren zo weinig details over de aard van de training bekend dat een indeling naar type training niet zinvol was. De duur van de hartrevalidatie was zeer variabel, van 1 week tot 48 maanden, met een mediane duur van 3 of 6 maanden in de drie SRs waar de mediane duur beschikbaar was (Brown, 2003;Clark, 2005;Muller-Riemenschneider, 2010) (Tabel 17). De controlegroepen kregen usual care (Brown, 2003;Clark, 2010;Jolliffe, 2009;Jolly, 2006;Muller-Riemenschneider, 2010;Taylor, 2004b) en/of (leefstijl)advies (MullerRiemenschneider, 2010); in één SR waren de controlegroepen steeds groepen die geen training kregen (Clark, 2005). In een andere SR (Muller-Riemenschneider, 2010) werd één RCT geïncludeerd waarin training werd vergeleken met PCI. De trainingsgroep had significant minder cardiac events tijdens de follow-up dan de PCI groep (11.8% vs. 30%, OR: 0,33; 95%CI: 0,12-0,9). Deze RCT werd niet meegenomen in de meta-analyse. Er waren uitkomsten beschikbaar voor de mortaliteit, cardiale sterfte, MI, revascularisatie, geestelijke gezondheid, kwaliteit van leven en de behandeldosis. Over het inspanningsvermogen, CVA, gezondheidszorg gebruik, functionele beperkingen en behandeldoelen waren geen uitkomsten beschikbaar (Tabel 18). Voor die uitkomsten waarover een GRADE-beoordeling mogelijk was, was het niveau van bewijs laag (Tabel 19). 8.e.1
Uitkomsten uit de meta-analyses
In de meta-analyses over exercise only cardiac rehabilitation en any type of cardiac rehabilitation werden steeds statistisch significante verschillen gezien voor sterfte en cardiale sterfte in vergelijking met usual care of geen training. De ORs of RRs varieerden van 0,70 tot 0,80. Comprehensive cardiac rehabilitation was significant beter dan usual care voor de uitkomst cardiale sterfte, terwijl de resultaten voor sterfte inconsistent waren (Tabel 20). De resultaten voor het effect van hartrevalidatie op MI waren inconsistent, waarbij in de meta-analyses meestal geen (significant) verschil werd aangetoond tussen de behandelgroepen. In één SR werden minder MIs gevonden in de interventiegroep (comprehensive CR, 12 RCTs included) (Clark, 2005); echter, in een andere SR werd een significant hoger aantal cardiac events (niet gedefinieerd) gevonden in de interventiegroep
45
(exercise-based CR). Deze laatste meta-analyse omvatte twee recente, kleine trials die niet in de meta-analyse van Clark et al. zaten. Voor de bevinding werd geen verklaring gegeven, behalve dat het twee RCTs betrof van mindere kwaliteit (Muller-Riemenschneider, 2010). De gemeta-analyseerde effecten van hartrevalidatie op revascularisaties, zowel op CABG als PCI procedures, verschilden niet significant tussen de interventie- en controlegroepen. In één SR werden de scores van een depressie-scorelijst, c.q. een angst-scorelijst, gemetaanalyseerd. Er werd geen verschil gevonden tussen de behandelgroep en de controlegroep (Jolly, 2006) (Tabel 21). Een andere SR verrichte subgroep analyses om een verschil in aanvang en duur van hartrevalidatie te onderzoeken (Brown, 2003). Programma´s die binnen 6 maanden na een cardiac event begonnen (respectievelijk korter dan 12 weken duurden) verschilden niet in effectiviteit van programma´s die na 6 maanden begonnen (respectievelijk langer dan 12 maanden duurden) (Tabel 21). De effectiviteit van een hartrevalidatieprogramma in een hogere dosis verschilde niet van een programma in een lagere dosis (meta-analyse in twee SRs,) Een hoge dosis werd gedefinieerd als meer dan 1000 units revalidatie, en een unit werd berekend middels: de duur van de revalidatie in weken*aantal sessies per week*aantal minuten per sessie (Brown, 2003;Taylor, 2004b) (Tabel 21). 8.e.2
Overige uitkomsten
HR-QoL werd kwalitatief beschreven in drie SRs (Brown, 2003;Jolliffe, 2009;Taylor, 2004b). Geen van de auteurs heeft een meta-analyse van HR-QoL data verricht omdat ze de onderliggende RCTs te veel vonden verschillen, vooral daar waar het de meetinstrumenten betrof. Alle drie de SRs concluderen dat de interventiegroepen verbeteringen laten zien wat betreft HR-QoL, maar dat deze verbeteringen ook in de controlegroepen worden gezien. Brown concludeerde: ´there were few studies in which this improvement exceeded that observed in the usual care control groups´, en Taylor: ´in two trials the magnitude of improvement in the cardiac rehabilitation group exceeded that of the control group´ (Brown, 2003;Taylor, 2004b).
46
Tabel 17 Overzicht van de kenmerken van acht systematische reviews bij patiënten met coronair lijden Number of relevant Last search RCTs (total date/assess number of -ment SR * RCTs) (Brown, 2003) 46 (46) 6-2001
+
(Clark, 2005) 41 (63) 2004 ±
(Clark, 2010) 20 (36) ? ± (Jolliffe, 2009) 32 (32) 12-1998
Databases searched
6-2003 +
Treatment duration
Modified Jadad scale(median score: 2)
PT: not described. Unclear whether exercise was supervised or not. Most trials prescribed aerobic exercise, at least three times per week, for at least 30 minutes at intensity 60 to 80% of VO2max.
Range: 1 week-30 months (median: 3 months)
MEDLINE, Cochrane CRCT, EMBASE, CINAHL, SIGLE, Cochrane Effective Practice and Organization of Care Study Registry
Jadad scale (median score: 2)
2/32 trials had a PT component. 24/41 trials had a supervised exercise component
Range: 0.75-48 months (median: 6 months)
19 databases (unspecified)
Jadad scale
PT: not described. All trials were home-based exercise interventions
Not available
Cardiovascular randomised controlled trials register (McMaster University), Central/CCTR, MEDLINE, EMBASE, CINAHL, AMED, BIDS ISI, SPORTDiscus
Concealment of allocation, losses to follow up and blind assessment of outcomes were assessed. The methods of randomisation or confirming blind assessment of outcomes were poorly reported. Losses to follow up were relatively high
2/32 trials had a PT component; for another 9 trials a supervised component was described, though some other trials may have had supervision
Range: 4 weeks- 30 months
MEDLINE, Cochrane CCTR, EMBASE, CINAHL
Modified Jadad scale(median score: 4)
PT: not described
Not described
Quality checklists of the German Institute for Documentation and Information and GRADING according to SIGN. Relevant RCTs ranged from 1++ to 1-
PT: not described. Comprehensive CR, exercise-based CR and psychosocial interventions were described
Range: 6-104 weeks (median: 24 weeks)
PEDro scale (the one relevant RCT
PT: not described. Intervention: supervised
10 weeks
(Muller-Riemenschneider, 2010) 13 (43) 8-2008 30 Databases including MEDLINE, ± EMBASE, Cochrane library
(Oliveira, 2008) 1 (11) 8-2007 ±
Physiotherapeutic component (PT) within the cardiac rehabilitation?
Allied and Complementary Medicine, EMBASE, HealthSTAR, MANTIS, MEDLINE, PASCAL, SciSearch, SPORTDiscus, CINAHL, PEDro, Web of Science
+
(Jolly, 2006) 2 (24)
Quality assessment RCTs
MEDLINE, PEDro, CCTR, CINAHL
47
(Taylor, 2004b) 48 (48) 3-2003
+
MEDLINE, Cochrane CCTR, EMBASE, CINAHL, SciSearch, National Rehabilitation Information centre, PEDro
scored 4)
resistance exercise
Jadad scale (median score: 2)
PT: not described. In 29/48 studies exercise details were reported. On average, patients undertook 3.7 sessions of 53 minutes per week at an intensity of 76% maximum oxygen uptake
Not described
* The general assessment of the validity and applicability of the reviews, expressed as + (valid and applicable), ± (doubtful) or – (not valid nor applicable). See also Table 4 Abbreviations: CR: cardiac rehabilitation; PT: physiotherapy; RCT: randomised controlled trial; SR: systematic review
48
Tabel 18 Overzicht van de beschikbare uitkomsten uit systematische reviews bij patiënten met coronaire aandoeningen, per type interventie Modality Cardiac rehabilitation (Exercise-only)
Aerobic fitness
Mortality
-
(Brown, 2003) (Clark, 2005) (Jolliffe, 2009) (Taylor, 2004b)
(Brown, 2003) (Jolliffe, 2009)
-
(Brown, 2003) (Clark, 2005) (Jolliffe, 2009) (Taylor, 2004b)
(Brown, 2003) (Jolliffe, 2009)
-
(Clark, 2010)
-
Cardiac rehabilitation (comprehensive)
Cardiac rehabilitation (home-based) Cardiac rehabilitation (any type) Psychosocial interventions
-
Cardiac mortality
Non-fatal MI/CVA (Brown, 2003) (Clark, 2005) (Jolliffe, 2009) (MullerRiemenschnei der, 2010) (Brown, 2003) (Clark, 2005) (Jolliffe, 2009) (MullerRiemenschnei der, 2010)†
(Clark, 2010)
Revascularisat ion (CABG, PCI)
(Brown, 2003)
-
-
(MullerRiemenschnei der, 2010)†
Mental health
Health related quality of life
Functional disabilities
Treatment goals
Treatment start/intensity/ duration
-
-
(Brown, 2003)† (Jolliffe, 2009)†
-
-
-
(Jolliffe, 2009)† (Brown, 2003)† (Jolly, 2006) (Jolliffe, 2009)†
-
-
-
(Brown, 2003)
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
(Taylor, 2004b)†
-
-
(Brown, 2003) (Taylor, 2004b)
-
-
-
-
-
-
(Clark, 2005) (Taylor, 2004b) (Taylor, 2004b) (Taylor, 2004b) (Taylor, 2004b)
-
Health care usage
-
† Data from individual trials available
49
Tabel 19 GRADE beoordeling van de uitkomsten over de effectiviteit van fysiotherapie, bij mensen met coronair lijden Assessment Outcomes High
Moderate
Low
Very low
Not possible
Exercise only CR Comprehensive CR Home-based CR Any type CR Other PT modalities†
Aerobic fitness
Mortality
Exercise only CR Comprehensive CR
Homebased CR
Cardiac mortality
Non-fatal MI
Exercise only CR Comprehensive CR
Homebased CR*
Any type CR
Other PT modalities†
Exercise only CR Any type CR Comprehensive CR
Home-based CR Other PT modalities†
Any type CR
Other PT modalities† Exercise only CR Comprehensive CR Home-based CR Any type CR Other PT modalities†
Non-fatal CVA
Revascularis ation
No evidence
Exercise only CR Comprehensive CR Any type CR
Home-based CR Other PT modalities†
Exercise only CR Comprehensive CR Home-based CR Any type CR Other PT modalities† Exercise only CR Mental Home-based CR Comprehensive CR health Any type CR Other PT modalities† Exercise only CR Health Comprehensive CR Home-based CR related quality of life Any type CR Other PT modalities† Exercise only CR Comprehensive CR Functional Home-based CR disabilities Any type CR Other PT modalities† Exercise only CR Comprehensive CR Treatment Home-based CR goals Any type CR Other PT modalities† Exercise only CR Treatment Comprehensive CR Home-based CR start/intensit y/duration Any type CR Other PT modalities† Outcomes assessed as ´high´ have not been downgraded; outcomes assessed as ´moderate´ have been downgraded one step; outcomes assessed as ´low´ have been downgraded two steps and outcomes assessed as ´very low´ have been downgraded three steps. † Massage, breathing exercises, electrical stimulation therapy, relaxation therapy, mixed treatments * The review of (Clark, 2010) meta-analyses ´cardiovascular events´, excluding stroke, transient ischaemic attack and heart failure Abbreviations: CVA: cerebrovascular accident; CR: cardiac rehabilitation; MI: myocardial infarction; PT: physiotherapy Health care usage
50
Tabel 20 Samenvatting van de meta-analyse uitkomsten in systematische reviews over de effectiviteit van fysiotherapeutische interventies, in patiënten met coronaire aandoeningen - Date last searched - GRADE Cardiac Mortality Non-fatal MI - Meta-analysis result mortality - (95% CI) Cardiac rehabilitation (exercise-only) vs. usual care or no exercise 06-2001 06-2001 06-2001 Not possible Not possible Not possible (Brown, 2003) RR 0.78 RR 0.73 RR 0.76 (0.59, 1.03) (0.56, 0.96) (0.59, 0.98) 2004 2004 Low Low (Clark, 2005) RR 0.76 RR 0.72 (0.57, 1.01) (0.54, 0.95) 12-1998 12-1998 12-1998 Not possible Not possible Not possible (Jolliffe, 2009) OR 0.96 OR 0.70 OR 0.74 (0.69, 1.35) (0.51, 0.94) (0.56, 0.98) 08-2008 Very low (Muller-Riemenschneider, OR 1.78* 2010) (1.45, 2.19) 03-2003 Not possible (Taylor, 2004b) OR 0.76 (0.59, 0.98) Cardiac rehabilitation(comprehensive) vs. usual care or no exercise 06-2001 06-2001 06-2001 Not possible Not possible Not possible (Brown, 2003) RR 1.07 RR 0.80 RR 0.87 (0.85, 1.35) (0.65, 0.99) (0.74, 1.02) 2004 2004 Low Low (Clark, 2005) RR 0.62 RR 0.88 (0.44, 0.87) (0.74, 1.04) 12-1998 12-1998 12-1998 Not possible Not possible Not possible (Jolliffe, 2009) OR 0.88 OR 0.75 OR 0.87 (0.70, 1.12) (0.59, 0.97) (0.71, 1.05) 03-2003 Not possible (Taylor, 2004b) OR 0.84 (0.72, 0.99) Cardiac rehabilitation(home-based) vs. usual care (Clark, 2010) Not available Not available Very low Low RR 1.22 RR 0.91 (0.83, 1.80) (0.78, 1.05) Cardiac rehabilitation (any type with exercise)vs. usual care 03-2003 03-2003 03-2003 Not possible Not possible Not possible (Taylor, 2004b) OR 0.79 OR 0.74 OR 0.80 (0.57, 1.09) (0.61, 0.90) (0.68, 0.93)
Revascularisation: CABG
Revascularisation: PCI
06-2001 Not possible RR 0.87 (0.58, 1.29)
06-2001 Not possible RR 0.57 (0.28, 1.16)
-
-
-
-
-
-
-
-
06-2001 Not possible RR 0.81 (0.59, 1.10)
06-2001 Not possible RR 0.84 (0.59, 1.19)
-
-
-
-
-
-
-
-
03-2003 Not possible OR 0.87 (0.65, 1.16)
03-2003 Not possible OR 0.81 (0.49, 1.34)
* For a cardiac event, for which no definition is given Abbreviations: CABG: coronary artery bypass graft; CI: confidence interval; MI: myocardial infarction; PCI: percutaneous coronary intervention; OR: Odds ratio; RR: risk ratio
51
Tabel 21 Samenvatting van de meta-analyse uitkomsten in systematische reviews over de effectiviteit van fysiotherapeutische interventies, in patiënten met coronaire aandoeningen (vervolg) - Date last searched Mental health: Mental - GRADE HADS Start of treatment health: HADS - MD depression (post-event) anxiety score - (95% CI) score Cardiac rehabilitation (any type with exercise) vs. usual care No significant difference between programmes that started within 6 (Brown, 2003) months vs. programmes that started after 6 months* 06-2003 06-2003 Low Low (Jolly, 2006) MD -0.91 MD -0.29 (-2.31, 0.48) (-1.38, 0.81)
(Taylor, 2004b)
-
-
-
Treatment dose
Treatment duration
No significant difference between highdose programmes and low-dose programmes **
No significant difference between programmes of less than 12 weeks duration vs. 12 weeks or more ***
-
-
No significant difference between highdose programmes and low-dose programmes†
-
* Estimates not provided ** Estimates not provided. High-dose programmes defined as a programme with over 1000 units of exercise (duration in weeks, times the number of sessions per week, times the duration of a session in minutes) *** Estimates not provided † High-dose programmes defined as a programme with over 1000 units of exercise (duration in weeks, times the number of sessions per week, times the duration of a session in minutes). OR: 0.81 (95%CI: 0.50, 1.32) vs. OR: 0.75 (95%CI: 0.55, 1.02). Due to a typo it is unclear which OR belongs to which subgroup Abbreviations: CI: confidence interval; HADS: hospital anxiety and depression score; MD: mean difference
52
9 Resultaten - Richtlijnen In totaal werden 1519 records beoordeeld op titel en abstract (Figuur 2). Hiervan werden 140 records full text bekeken. Hier werden nog drie richtlijnen toegevoegd uit de zoektocht op het web, en twee richtlijnen die uit de search naar systematische reviews kwamen, waardoor we in totaal 145 records full text bekeken. Figuur 2 Flowchart van de selectie van richtlijnen
9.a 9.a.1
Overzicht van de richtlijnen Geëxcludeerde richtlijnen
99 van de 145 records werden uitgesloten op basis van de full text evaluatie. (In Tabel 39 in de bijlagen wordt een overzicht gegeven van deze 99 records). De belangrijkste redenen voor exclusie betroffen: (a) een andere interventie (i.e. geen fysiotherapie) en (b) een
53
andere populatie. Vier Nederlandse richtlijnen, gevonden tijdens de zoektocht van de websites, werden niet geïncludeerd omdat ze: • gebaseerd waren op een Europese richtlijn (NVVC: (1) Acuut myocardinfarct met STsegment elevatie) • fysiotherapie of oefentherapie niet vermeldden (NVVC: (2) Acuut myocardinfarct zonder persisterende ST-segment elevatie; (3) Richtlijnen voor de diagnose en behandeling van chronisch hartfalen • slechts enkele zinnen bevatten over hartrevalidatie, met referentie naar de NVVC en KNGF richtlijnen, beiden geïncludeerd (CBO en NHG: (4) Cardiovasculair risicomanagement 2006) 9.a.2
Geïncludeerde richtlijnen
46 Richtlijnen waren relevant voor dit rapport. Er werd besloten 12 van deze richtlijnen te selecteren voor een beoordeling van de kwaliteit met het AGREE instrument en een meer gedetailleerde bespreking (Tabel 22). (In Tabel 40 in de bijlagen wordt een overzicht gegeven van de 34 niet geselecteerde, maar wel relevante richtlijnen). Voor de selectie van deze 12 richtlijnen was het land van oorsprong een belangrijk criterium. Voorrang werd gegeven aan richtlijnen uit Nederland, Duitsland, het Verenigd Koninkrijk (inclusief Engeland en Schotland) en ook aan Europese richtlijnen (European Society of Cardiology, ESC). Een bijkomend belangrijk criterium was zoveel mogelijk relevante populaties te includeren. Na deze selectieprocedure werden op verzoek van het CVZ nog 4 recente Nederlandse richtlijnen toegevoegd (Tabel 23). Hierbij dient opgemerkt te worden dat de NVVC 2010 Beslisboom en de PAAHR richtlijn beiden herzieningen zijn van een deel van de NVVC 2004 richtlijn. Tabel 22 Overzicht van 12 geselecteerde richtlijnen Richtlijn ESC 2005a
ESC 2007
ESC 2005b
ESC 2003
GFCPR 2004
JBS 2005
Complete referentie Corra U, Giannuzzi P, Adamopoulos S, Bjornstad H, BjarnasonWeherns B, Cohen-Solal A, et al. Executive summary of the position paper of the Working Group on Cardiac Rehabilitation and Exercise Physiology of the European Society of Cardiology (ESC): core components of cardiac rehabilitation in chronic heart failure. Eur.J Cardiovasc.Prev.Rehabil. 2005;12(4):321-5 Graham I, Atar D, Borch-Johnsen K, Boysen G, Burell G, Cifkova R, et al. European guidelines on cardiovascular disease prevention in clinical practice: full text. Fourth Joint Task Force of the European Society of Cardiology and other societies on cardiovascular disease prevention in clinical practice (constituted by representatives of nine societies and by invited experts). Eur.J Cardiovasc.Prev.Rehabil. 2007;14 Suppl 2:S1-113 Butchart EG, Gohlke-Barwolf C, Antunes MJ, Tornos P, De CR, Cormier B, et al. Recommendations for the management of patients after heart valve surgery. Eur.Heart J. 2005;26(22):2463-71 Giannuzzi P, Saner H, Bjornstad H, Fioretti P, Mendes M, Cohen-Solal A, et al. Secondary prevention through cardiac rehabilitation: position paper of the Working Group on Cardiac Rehabilitation and Exercise Physiology of the European Society of Cardiology. Eur.Heart J. 2003;24(13):1273-8 Jarnason-Wehrens B, Mayer-Berger W, Meister ER, Baum K, Hambrecht R, Gielen S. Recommendations for resistance exercise in cardiac rehabilitation. Recommendations of the German Federation for Cardiovascular Prevention and Rehabilitation. Eur.J Cardiovasc.Prev.Rehabil. 2004;11(4):352-61 British Cardiac Society, British Hypertension Society, Diabetes U. K., Heart U. K., Primary Care Cardiovascular Society, Stroke Association. JBS 2: Joint British Societies' guidelines on prevention of cardiovascular disease in clinical practice. Heart. 2005;91 Suppl 5:v152
Europa
Beschrijving zoekstrategie ? Nee
Europa
Nee
Europa
Nee
Europa
Nee
Duitsland
Nee
Verenigd Koninkrijk
Nee
Land/ regio
54
Richtlijn KNGF 2003
NHG 2005
NICE 2007
NVVC 2004 SIGN 2002 SIGN 2007
Complete referentie Vogels EM, Bertram RJ, Graus JJ, Hendriks HJ, van Hulst R, Hulzebos HJ, et al. KNGF-richtlijn Hartrevalidatie. Supplement bij het Nederlands Tijdschrift voor Fysiotherapie. 2005;115(1) Grundmeijer HG, Van Bentum ST, Rutten FH, Bakx JC, Hendrick JM, Bouma M, et al. NHG-Standaard Beleid na een doorgemaakt myocardinfarct. Huisarts Wet. 2005;48(5):220-31 Cooper A, Skinner J, Nherera L, Feder G, Ritchie G, Kathoria M, et al. Clinical Guidelines and Evidence Review for Post Myocardial Infarction: Secondary prevention in primary and secondary care for patients following a myocardial infarction. In. London: National Collaborating Centre for Primary Care and Royal College of General Practitioners; 2007 NHS/NVVC. Richtlijn Hartrevalidatie 2004. In. Den Haag: Nederlandse Hartstichting 2004; 2004 Scottish Intercollegiate Guidelines Network. Cardiac Rehabilitation. A national clinical guideline. Edinburgh: SIGN; 2002 Scottish Intercollegiate Guidelines Network. Management of chronic heart failure. A national clinical guideline. Edinburgh: SIGN; 2007
Land/ regio Nederland
Beschrijving zoekstrategie ? Ja
Nederland
Deels (website)
Engeland
Ja
Nederland
Nee
Schotland
Ja
Schotland
Ja
Afkortingen: ESC: European Society of Cardiology; JBS: Joint British Society; GFCPR: German Federation for Cardiovascular Prevention and Rehabilitation; KNGF: Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie; NHG: Nederlands Huisartsen Genootschap; NICE: National Institute for Health and Clinical Excellence; NVVC: Nederlandse Vereniging Voor Cardiologie; SIGN: Scottish Intercollegiate Guidelines network
Tabel 23 Overzicht van 4 a posteriori toegevoegde richtlijnen Richtlijn CBO 2010 NVVC 2010 KNGF 2009
PAAHR 2010
Complete referentie CBO. Multidisciplinaire Richtlijn Hartfalen 2010. Utrecht: CBO; 2010. NVVC. Beslisboom Poliklinische Indicatiestelling Hartrevalidatie 2010. Utrecht: NVVC; 2010. Verhagen S, Jongert M, Koers H, Toereppel K, Walhout R, Staal J. KNGF-standaard Beweeginterventie Coronaire Hartziekten. Ammersfoort: KNGF; 2009. PAAHR/NVVC. Richtlijn Hartrevalidatie 2010. Amsterdam: PAAHR/NVVC; 2010.
Nederland Nederland
Beschrijving zoekstrategie ? Deels Nee
Nederland
Deels
Nederland
Deels
Land/ regio
Afkortingen: CBO: Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg; KNGF: Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie; NVVC: Nederlandse Vereniging Voor Cardiologie; PAAHR: Psychische en Arbeidsgerelateerde Aspecten van Hartrevalidatie
9.b 9.b.1.1
Kwaliteitsbeoordeling Algemeen
Twee onderzoekers beoordeelden elk de 16 geselecteerde richtlijnen met het AGREE instrument, waarbij in 92% (range: 83-96%) van de items de scores overeenstemden. Een overzicht van de gemiddelde scores wordt in Tabel 24 en Tabel 25 gegeven. Bij vier richtlijnen kreeg meer dan de helft van de items een gemiddelde score van minstens 3. Diezelfde vier richtlijnen kregen op 5 domeinen een gemiddelde score van minstens 60%, en scoorden ook minstens 60% op het domein ‘Methodologie’. Tien richtlijnen kregen een matige tot goede score op het domein ‘Onderwerp en Doel’, terwijl 8 richtlijnen matig tot goed scoren op het domein ‘Helderheid en Presentatie’. Op de domeinen ‘Betrokkenheid van de belanghebbenden’ en ‘Onafhankelijkheid van de opstellers’ scoren de meeste richtlijnen slecht. 9.b.1.2
Domein ´Methodologie´
Vier richtlijnen beschreven expliciet de gebruikte zoekstrategie (inclusief databanken en zoektermen. De NHG richtlijn bevatte (nog) geen beschrijving van de zoekstrategie, hoewel 55
op de NHG website wel een algemene zoekverantwoording beschreven staat (http://nhg.artsennet.nl/kenniscentrum/k_richtlijnen/k_nhgstandaarden/k_zoekstrategieen.ht m#Algemene). De gehanteerde selectiecriteria werden in drie richtlijnen duidelijk benoemd. Vijf richtlijnen beschreven expliciet hoe de aanbevelingen tot stand kwamen. Ook in vijf richtlijnen was er een expliciet verband tussen de aanbevelingen en het wetenschappelijke bewijsmateriaal, ondermeer door het toevoegen van niveaus van bewijs. Zeven richtlijnen ondergingen een externe beoordeling, terwijl vier richtlijnen expliciet een procedure voor herziening vermelden. Samenvattend kan gesteld worden dat vier richtlijnen duidelijk evidence-based waren (KNGF 2003, NICE 2007, SIGN 2002 en SIGN 2007) met hoge domeinscores voor ‘Methodologie’. De NHG-richtlijn dient als een randgeval beschouwd te worden. De overige 11 richtlijnen waren grotendeels consensus-based, dikwijls door het ontbreken van methodologische informatie.
56
57
Tabel 24 Overzicht van de gemiddelde AGREE en domeinscores per richtlijn: 12 geselecteerde richtlijnen (Minimale score per item = 1; maximale score per item = 4. Gestandaardiseerde domeinscore = [verkregen score – minimaal mogelijke score]/[maximaal mogelijke score – minimaal mogelijke score] x 100%. Domein 1. Onderwerp en doel 1. Doel 2. Klinische vragen 3. Patiëntenpopulatie Domein score (%) Domein 2. Betrokkenheid van belanghebbenden 4. Alle relevante beroepsgroepen 5. Patiëntenperspectief en –voorkeuren 6. Beoogde gebruikers 7. Pilot test Domein score (%) Domein 3. Methodologie 8. Systematische zoektocht 9. Selectiecriteria 10. Opstellen van aanbevelingen 11. Gezondheidswinst, bijwerkingen en risico’s 12. Expliciet verband 13. Externe beoordeling 14. Procedure voor herziening Domein score (%) Domein 4. Helderheid en presentatie 15. Specifiek en ondubbelzinnig 16. Verschillende beleidsopties 17. Kernaanbevelingen 18. Hulpmiddelen voor toepassing Domein score (%) Domein 5. Toepassing 19. Organisatorische belemmeringen 20. Mogelijke kostenimplicaties 21. Belangrijkste criteria voor toetsing Domein score (%) Domein 6. Onafhankelijkheid van de opstellers 22. Onafhankelijk van financierende instantie 23. Conflicterende belangen Domein score (%)
ESC 2005a
ESC 2007
ESC 2005b
ESC 2003
GFCPR 2004
JBS 2005
KNGF 2003
NHG 2005
NICE 2007
NVVC 2004
SIGN 2002
SIGN 2007
3.5 1.5 3.5 61
3.5 3.5 3 78
2 2 3 44
3.5 1 1 28
2 1.5 2 28
3.5 2 4 72
4 4 4 100
3 2 4 67
3.5 4 4 94
3 2 3.5 61
3.5 2 4 72
3.5 2 3.5 67
2.5 1 3 1 29
3 1 2 1 25
1.5 1 1 1 4
2.5 1 3 1 29
1.5 1 1 1 4
2.5 1 1 1 13
1.5 3.5 3.5 4 71
2 2 3.5 1 38
4 3.5 3.5 1.5 71
4 1.5 4 1 54
4 4 4 1 75
4 4 1.5 1 54
1 1 1 1.5 1 1 1 2
1.5 1.5 1.5 2.5 1.5 1 1 17
1 1 1 3 2 1 1 14
1.5 1 1 1.5 1.5 1 1 7
1 1 1 3 1 1 1 10
1 1.5 1 3 1.5 1 1 14
3.5 2 3.5 3 2 3.5 4 69
2.5 2.5 2 4 1.5 3.5 3 57
4 4 4 3.5 4 4 1 83
1.5 1 2.5 3 4 1.5 1 36
4 3 4 3 4 4 4 90
4 1 4 3.5 4 4 4 83
1.5 1.5 1 1 8
2 3 2 1.5 38
3.5 2 3 1 46
4 2 4 1 58
1.5 1.5 1.5 1 13
2 3 2 1.5 38
3 3.5 2 3.5 67
3.5 3.5 3 4 83
4 3.5 4 3.5 92
3.5 3.5 4 3 83
3.5 3.5 4 3 83
4 3.5 4 3.5 92
3.5 2 1 39
3 1.5 1 28
2 1 1 11
2.5 1 1 17
1.5 1 1 6
2 1.5 4 50
2 2 1 22
3.5 2 1.5 44
2.5 4 3.5 78
2 1.5 1 17
4 4 4 100
3.5 3.5 4 89
1.5 1 8
1 4 50
1 1 0
1 1 0
1 1 0
1 1 0
4 4 100
2 2 33
1.5 4 58
1 1 0
2 3.5 58
2 4 67
58
Tabel 25 Overzicht van de gemiddelde AGREE en domeinscores per richtlijn: 4 toegevoegde richtlijnen (Minimale score per item = 1; maximale score per item = 4. Gestandaardiseerde domeinscore = [verkregen score – minimaal mogelijke score]/[maximaal mogelijke score – minimaal mogelijke score] x 100%. Domein 1. Onderwerp en doel 1. Doel 2. Klinische vragen 3. Patiëntenpopulatie Domein score (%) Domein 2. Betrokkenheid van belanghebbenden 4. Alle relevante beroepsgroepen 5. Patiëntenperspectief en –voorkeuren 6. Beoogde gebruikers 7. Pilot test Domein score (%) Domein 3. Methodologie 8. Systematische zoektocht 9. Selectiecriteria 10. Opstellen van aanbevelingen 11. Gezondheidswinst, bijwerkingen en risico’s 12. Expliciet verband 13. Externe beoordeling 14. Procedure voor herziening Domein score (%) Domein 4. Helderheid en presentatie 15. Specifiek en ondubbelzinnig 16. Verschillende beleidsopties 17. Kernaanbevelingen 18. Hulpmiddelen voor toepassing Domein score (%) Domein 5. Toepassing 19. Organisatorische belemmeringen 20. Mogelijke kostenimplicaties 21. Belangrijkste criteria voor toetsing Domein score (%) Domein 6. Onafhankelijkheid van de opstellers 22. Onafhankelijk van financierende instantie 23. Conflicterende belangen Domein score (%)
9.c
CBO 2010
KNGF 2009
NVVC 2010
PAAHR 2010
1.5 1.5 3.5 39
4 2 3.5 72
3.5 1.5 1.5 39
1.5 4 2.5 56
4 2.5 1.5 1 42
2 1 4 1 33
3.5 1 2.5 1 33
4 3 4 1 67
2 1.5 1.5 3.5 2.5 3.5 1 40
2 3.5 2 2 2 3 1 40
1 1 1 1 1 1 1 0
3.5 1 3 2 3.5 2 1 43
4 4 4 1.5 79
2 2.5 2 3 46
4 1.5 4 3.5 75
2 2 3.5 2.5 50
4 4 4 100
1.5 1 1 6
1 1 2 11
1.5 1 1 6
1.5 3 42
1 1 0
4 1 50
1 1 0
Hoog risico groepen
Twee richtlijnen bevatten aanbevelingen over het nut van fysieke beweging bij personen zonder symptomen van hartziekte (Tabel 26). In de ESC 2007 richtlijn wordt 30 tot 45 minuten fysieke activiteit, gedurende minstens 5 dagen per week, aanbevolen, en dit voor alle leeftijdscategorieën. De aanbeveling in de JBS 2005 richtlijn is gelijkaardig, maar iets gedetailleerder: regelmatige aerobische activiteit (bv. snel wandelen of zwemmen) gedurende minstens 30 minuten per dag, en dit op de meeste dagen van de week. Geen van beide richtlijnen doet echter uitspraak over de rol van fysio- of oefentherapie bij asymptomatische hoog risico personen. Ook wordt er geen onderscheid gemaakt wat betreft de verschillende risicofactoren, zoals sedentaire leefstijl, roken, enz. Voor beide richtlijnen is het moeilijk om uit te maken wat de kernaanbevelingen zijn, en op welk wetenschappelijk bewijsmateriaal de aanbevelingen gebaseerd zijn.
59
Tabel 26 Aanbevelingen over fysieke beweging bij mensen zonder hartziekte Richtlijn ESC 2007
JBS 2005
9.d
Aanbeveling Healthy people should be recommended to choose enjoyable activities which fit into their daily routine, preferably for 30–45 min, 4–5 times weekly at a 60–75% of the age-adapted maximum heart rate Regular aerobic physical activity of at least 30 minutes per day, most days of the week, should be taken (for example, fast walking/swimming)
Niveau van bewijs Observationeel onderzoek RCT
Mensen met hartziekten (algemeen)
Vier richtlijnen bevatten algemene aanbevelingen over het nut van fysieke beweging, fysioen/of oefentherapie (al dan niet als een onderdeel van hartrevalidatie) bij mensen met symptomatische hartziekten (NVVC 2004; KNGF 2003; ESC 2003; SIGN 2002). Twee hiervan bevatten daarnaast ook aanbevelingen voor specifieke subgroepen (NVCC 2004; SIGN 2002). De NVVC 2010 Beslisboom is een update van de beslisboom uit 2004, die als een operationalisatie van de NVVC 2004 richtlijn moet gezien worden. De PAAHR richtlijn is een gedeeltelijke herziening van de NVVC 2004 richtlijn, waarbij hoofdzakelijk de tekst met betrekking tot psychische en sociale doelen herschreven is. Deze twee documenten hebben dan ook weinig toegevoegde waarde, en worden in de tekst hieronder buiten beschouwing gelaten. De kernaanbevelingen van de richtlijnen zijn weergegeven in Tabel 27. De KNGF 2003 richtlijn is niet in de tabel opgenomen, omdat de kernaanbevelingen in vorm van een flowchart zijn weergegeven, en moeilijker te vatten zijn in tekst. Alle richtlijnen zijn het eens dat training een centrale plaats inneemt in de revalidatie van patiënten met symptomatische hartziekte. Vooraleer de training aanvangt, dient er eerst een inspanningstest te gebeuren om de belasting van de training aan te passen aan het huidige belastbaarheidniveau van de patiënt. Voor de meeste patiënten wordt aerobe training van lage tot matige intensiteit aanbevolen. Een frequentie van minstens tweemaal per week lijkt aangewezen (KNGF 2003; SIGN 2002). Patiënten met een laag tot matig risico kunnen ook deelnemen aan krachttraining, mits deze training op een gedoseerde wijze wordt toegepast (NVVC 2004; KNGF 2003; ESC 2003; SIGN 2002). Tabel 27 Aanbevelingen over training bij mensen met hartziekte Richtlijn ESC 2003
NVVC 2004
Aanbeveling Physical activity counseling and exercise training: ‐ Assess current physical activity and exercise tolerance with monitored exercise stress test ‐ Identify barriers to increased physical activity ‐ Provide advice regarding increasing physical activity ‐ Develop an individualized regimen of aerobic and resistance training, specifying frequency, intensity, duration, and types of exercise Fysieke training dient een centrale plaats in te nemen in hartrevalidatieprogramma’s Het is aan te bevelen om vóór deelname aan een bewegingsprogramma een maximale inspanningstest af te nemen voor het bepalen van de risico’s van de fysieke training en voor het opstellen van een trainingsadvies De revalidatiecommissie adviseert om voor het verbeteren van de economie van bewegen van hartpatiënten een bewegingsprogramma aan te bieden dat gericht is op het oefenen van functionele vaardigheden en het verbeteren van balans en coördinatie De revalidatiecommissie is van mening dat patiënten veilig kunnen deelnemen aan krachttraining, mits deze training op een gedoseerde wijze wordt toegepast. De bloeddruk kan bij krachttraining forser toenemen dan bij aerobe training. Hiermee dient rekening gehouden te worden bij patiënten met een sterk
Niveau van bewijs Onduidelijk
SR Mening van deskundigen Mening van deskundigen
Observationeel onderzoek
60
Richtlijn
SIGN 2002
Aanbeveling afgenomen linkerkamerfunctie en patiënten met een niet goed behandelde hoge bloeddruk Het is aan te bevelen om ouderen aan te sporen tot het volgen van een hartrevalidatie met een bewegingsprogramma, aangezien hiervan bij hen vergelijkbare effecten zijn te verwachten als bij jongeren Exercise training should form a core element of cardiac rehabilitation programmes Clinical risk stratification is sufficient for low to moderate risk patients undergoing low to moderate intensity exercise Exercise testing and echocardiography are recommended for high risk patients and/or high intensity exercise training (and to assess residual ischemia and ventricular function where appropriate) Functional capacity should be evaluated before and on completion of exercise training using a valid and reliable measure Low to moderate intensity exercise training can be undertaken as safely and effectively in the home and community as in a hospital setting for low to moderate risk patients Exercise training for high-risk patients and for those who require high intensity exercise should be hospital-based or in a venue with full resuscitation facilities Patients exercising at home should have access to regular review and support by cardiac rehabilitation staff Aerobic, low to moderate intensity exercise, designed to suit a range of fitness levels, is recommended for most patients undergoing exercise training The formal exercise component of cardiac rehabilitation should be offered at least twice a week for a minimum of eight weeks Once weekly group exercise with two equivalent home-based sessions improves exercise capacity as effectively as thrice weekly hospital-based exercise Low to moderate risk patients can undertake resistance training Patients may benefit from supervised aerobic training prior to resistance training to allow them to master the skills of self monitoring and regulating exercise intensity
Niveau van bewijs
Observationeel onderzoek SR Mening van deskundigen Mening van deskundigen Mening van deskundigen RCT
Mening van deskundigen Mening van deskundigen RCT RCT Observationeel onderzoek Observationeel onderzoek Mening van deskundigen
Drie richtlijnen bevatten algemene behandeldoelen die vrij gelijklopend zijn (NVVC 2004; KNGF 2003; ESC 2003;). De volgende fysieke doelen kunnen onderscheiden worden: • Leren kennen van de eigen somatische grenzen • Leren omgaan met somatische beperkingen • Optimalisering van het inspanningsvermogen • Diagnostisch: evaluatie van het inspanningsvermogen en correlatie van klachten met objectiveerbare afwijkingen • Overwinnen van angst voor inspanning • Op functionele manier leren omgaan met hartziekte • Ontwikkelen/onderhouden van een lichamelijk actieve leefstijl De NVVC 2004 richtlijn bespreekt ook het nut van ontspanningstherapie. De volgende gunstige effecten werden waargenomen met ontspanningstherapie: • verlaging van de hartslag in rust (niveau van bewijs: RCT) • verhoging van de belastbaarheid (niveau van bewijs: observationeel onderzoek) • afname van de frequentie van klachten van angina pectoris, zowel bij patiënten die een myocard infarct hebben doorgemaakt, als bij patiënten met een stabiele angina pectoris (niveau van bewijs: RCT) • vermindering van de frequentie van ST-depressies (niveau van bewijs: observationeel onderzoek) • afname van het optreden van hartritmestoornissen (niveau van bewijs: observationeel onderzoek) • vermindering van de kans op nieuwe cardiale pathologie (niveau van bewijs: observationeel onderzoek)
61
Aanbevelingen met betrekking tot specifieke subgroepen met hartziekten worden hieronder besproken. 9.e
Chronisch hartfalen
Zeven geselecteerde richtlijnen bevatten aanbevelingen over fysieke beweging, fysio- en/of oefentherapie (al dan niet als een onderdeel van hartrevalidatie) bij mensen met CHF (NVCC 2004; CBO 2010; ESC 2005a; ESC 2007; GFCPR 2004; SIGN 2002; SIGN 2007) (Tabel 28). De CBO 2010, ESC 2005a en SIGN 2007 richtlijnen behandelen zeer specifiek deze populatie. De SIGN 2002 richtlijn wordt dan ook niet afzonderlijk besproken voor deze populatie. De CBO richtlijn is grotendeels gebaseerd op de ESC 2008 richtlijn over acuut en chronisch hartfalen (European Society of Cardiology, 2008). De SIGN 2007 richtlijn maakt een duidelijk onderscheid tussen niet-gesuperviseerde en gesuperviseerde beweging. Bij patiënten met stabiel hartfalen beveelt de richtlijn regelmatige fysieke activiteit aan van lage intensiteit. Zwemmen en oefeningen in water worden afgeraden bij patiënten met NYHA klasse III of IV gezien de mogelijkheid van verslechtering van het hartfalen. Alle richtlijnen zijn het eens over het feit dat patiënten met stabiel hartfalen en NYHA klasse II-III baat hebben bij hartrevalidatie met een oefencomponent. Deze oefencomponent dient van matige intensiteit te zijn en individueel aangepast. Er is ook een duidelijke eensgezindheid over het type van oefentherapie. Aerobe training vormt de kern van de oefentherapie. Voor patiënten met een meer uitgesproken hartfalen dient de training te beginnen aan een lagere intensiteit en met kortere sessies (NVVC 2004; ESC 2005a). Krachttraining kan in de meeste gevallen veilig toegevoegd worden (CBO 2010; ESC 2005a; ESC 2007; GFCPR 2004). De NVVC adviseert om de training van patiënten met hartfalen te laten uitvoeren door fysiotherapeuten, gecertificeerd door de Nederlandse Vereniging voor Fysiotherapie bij Hart- en Vaatziekten. Ook het CBO adviseert een professionele begeleiding, althans bij aanvang van het trainingsprogramma. De algemene behandeldoelen, weergegeven in de NVVC 2004 richtlijn, werden eerder reeds besproken. Specifieke behandeldoelen voor patiënten met hartfalen zijn het verbeteren van het (sub)maximale inspanningsvermogen, het afstemmen van de belasting in relatie tot de belastbaarheid, en het verminderen van vermoeidheid, kortademigheid en inactiviteit. Tabel 28 Aanbevelingen over training/hartrevalidatie bij personen met chronisch hartfalen Richtlijn SIGN 2007
CBO 2010
ESC 2005a
Aanbeveling Motivational techniques should be used to promote regular low intensity physical activity amongst patients with stable heart failure In patients with NYHA III or IV heart failure, other forms of physical activity are preferable to exercises in water or swimming Consideration should be given to enrolling stable heart failure patients who are in NYHA class II-III into a moderate intensity supervised exercise training programme to give improved exercise tolerance and quality of life Patients should be encouraged to take aerobic exercise within limits dictated by their symptoms Exercise programmes should be individually tailored to the patient following the recommendations in the SIGN guideline on cardiac rehabilitation Regelmatige lichaamsbeweging wordt sterk aanbevolen aan alle patiënten met chronisch hartfalen Conditietraining kan worden geadviseerd aan alle patiënten met stabiel, chronisch hartfalen. Er zijn geen aanwijzingen dat dit voor bepaalde subgroepen (wat betreft de oorzaak, NYHA-klasse, LVEF of gebuikte medicatie) niet zou gelden. Bij aanvang is professionele begeleiding en individuele afstemming aan te bevelen Exercise training as fifth core component of cardiac rehabilitation:
Niveau van bewijs RCT Observationeel onderzoek SR
Mening van deskundigen Mening van deskundigen SR SR
Onduidelijk
62
Richtlijn
NVVC 2004
ESC 2007
GFCPR 2004
9.f
Aanbeveling Exercise training should be prescribed to all stable chronic HF patients as a component of the multifactorial cardiac rehabilitation programme. After careful clinical, functional and risk stratification, and evidence-based medical therapy, exercise training programmes should be individualized for each patient, starting at a lower training intensity and for shorter session times for more debilitated patients. If facilities are available, resistance training may be incorporated as part of the overall exercise programme Het is aangetoond dat patiënten met hartfalen klasse NYHA II-III die optimaal zijn ingesteld met medicatie, baat hebben bij fysieke training Het is aannemelijk dat stabiele patiënten met chronisch hartfalen de fysieke training levenslang moeten continueren Different forms of aerobic training have shown beneficial effects on exercise capacity, the need for rehospitalisation and on quality of life, but there are as yet no data on mortality. Although there is no consensus on the optimal training regimen in CHF both dynamic interval training with moderate intensity and resistance training may be advantageous Aerobic endurance training still forms the basis of training therapies for CHF patients
Niveau van bewijs
RCT Onduidelijk Onduidelijk
RCT
Hartklepchirurgie
Eén richtlijn bespreekt revalidatie bij patiënten die hartklepchirurgie ondergaan (ESC 2005b) (Tabel 29). Deze richtlijn beveelt de beschikbaarheid van een multidisciplinair revalidatieprogramma voor dergelijke patiënten aan, vooral voor patiënten met postoperatief hartfalen. Of deze revalidatie moet aangeboden worden in het ziekenhuis of ambulant hangt af van de lokale beschikbaarheid en het postoperatieve herstel van de patiënt. Goede kandidaten voor oefentherapie zijn patiënten met aortaklepvervanging en een normale linkerventrikelfunctie, en patiënten met een succesvol mitralisklepherstel en een bewaarde linkerventrikelfunctie. Als wetenschappelijk bewijs verwijst de richtlijn naar een observationele studie en een oudere richtlijn waarin oefentherapie eigenlijk niet aan bod komt. Over de aard van de oefentherapie (aerobe vs. krachttraining), de frequentie en de behandeldoelen spreekt de richtlijn zich niet uit. Wel wordt een echocardiografie aanbevolen, postoperatief en na het beëindigen van de revalidatie, met het oog op vergelijking tijdens de follow-up, alsook een submaximale oefentest ongeveer twee weken na de ingreep om een geschikte oefentherapie voor te schrijven. Tabel 29 Aanbevelingen over training bij personen die hartklepchirurgie ondergingen Richtlijn ESC 2005b
9.g
Aanbeveling A multidisciplinary rehabilitation programme should be available for all patients undergoing valve surgery. This is particularly important for patients whose postoperative course has been complicated by heart failure Good candidates for exercise training include patients with aortic valve replacement and normal left ventricular (LV) function and patients who have undergone successful mitral valve repair with preserved LV function
Niveau van bewijs Observationeel onderzoek Observationeel onderzoek
Congenitaal hartlijden
Eén Nederlandse richtlijn bevat aanbevelingen over het nut van hartrevalidatie bij patiënten met een aangeboren hartafwijking (NVVC 2004) (Tabel 30). Volgens de richtlijn kan het merendeel van deze patiënten deelnemen aan hartrevalidatie, waar bewegingsprogramma’s een belangrijk onderdeel van uitmaken. Goed wetenschappelijk bewijsmateriaal bestaat niet ter ondersteuning van deze aanbeveling, maar de auteurs verwijzen wel naar een observationeel onderzoek en de Bethesda consensus conferentie (Graham, Jr., 2005a). Gezien het niveau van diagnostiek, kennis en ervaring dat vereist is voor de revalidatie van patiënten met aangeboren hartafwijkingen, wordt ook aanbevolen dat
63
deze hartrevalidatie wordt aangeboden in een centrum voor aangeboren hartafwijkingen, of door een revalidatieteam in de regio waar kennis en ervaring met deze patiënten voorhanden is. Voor deze aanbeveling wordt geen wetenschappelijk bewijs aangehaald. Over de aard van de oefentherapie (aerobe vs. krachttraining) en de frequentie ervan spreekt de richtlijn zich niet duidelijk uit. Behandeldoelen zijn volgens de richtlijn individueel te bepalen. Eerder werden reeds algemene behandeldoelen uit de NVVC richtlijn besproken. Tabel 30 Aanbevelingen over training bij personen met congenitaal hartlijden Richtlijn NVVC 2004
9.h
Aanbeveling De revalidatiecommissie is van mening dat het merendeel van de patiënten met een aangeboren hartafwijking na de gebruikelijke indicatiestelling daarvoor kan deelnemen aan hartrevalidatie. Inspanningsonderzoek, echocardiografisch onderzoek en Holteronderzoek hebben daarin een belangrijke plaats. Naast bewegingsprogramma’s zijn interventies gericht op (psycho)sociale doelen van groot belang om kennis en acceptatie van de ziekte en de omgang ermee (coping) te verbeteren. Interventie gericht op leefstijldoelen om de progressie van atherosclerose te voorkomen, zijn voor deze groep patiënten meestal niet van toepassing Gezien het niveau van diagnostiek, kennis en ervaring dat vereist is voor de revalidatie van patiënten met aangeboren hartafwijkingen, is de revalidatiecommissie van mening dat deze hartrevalidatie moet worden aangeboden in een centrum voor aangeboren hartafwijkingen, of door een revalidatieteam in de regio waar kennis en ervaring met deze patiënten voorhanden is
Niveau van bewijs Observationeel onderzoek
Mening van deskundigen
Harttransplantatie
Twee richtlijnen bespreken hart revalidatie bij patiënten die een harttransplantatie ondergingen (NVVC 2004; GFCPR 2004) (Tabel 31). De NVVC 2004 richtlijn concludeert dat patiënten die een harttransplantatie hebben ondergaan, baat hebben bij hartrevalidatie, zowel bij de bewegingsprogramma’s (waaronder fysieke training) als bij de interventies gericht op voorlichting, psychosociale doelen en leefstijl. Een Duitse richtlijn beveelt individueel aangepaste en matige krachttraining aan bij klinisch stabiele patiënten, en dit zo snel mogelijk postoperatief. Beide richtlijnen baseren zich voor deze aanbevelingen op gerandomiseerd onderzoek. De NVVC richtlijn geeft ook wat meer toelichting over de aard van de oefentherapie. Postoperatief richt de therapie zich op ademhalingsoefeningen (tegen sputumretentie) en ADL-vaardigheden, nadien gevolgd door wandelen, (trap)lopen en (onbelast) fietsen. Vervolgens kan men poliklinisch starten met aerobe training al dan niet in combinatie met krachttraining. Tabel 31 Aanbevelingen over hartrevalidatie bij harttransplantatiepatiënten Richtlijn NVVC 2004
GFCPR 2004
9.i
Aanbeveling Het is aannemelijk dat patiënten die een harttransplantatie hebben ondergaan, baat hebben bij hartrevalidatie, zowel bij de bewegingsprogramma’s (waaronder fysieke training) als bij de interventies gericht op voorlichting, psychosociale doelen en leefstijl It is recommended that in clinically stable patients, individually adapted, moderate resistance training can begin as soon as possible in the postoperative phase with the aim to counteract the negative side-effects of the operation
Niveau van bewijs RCT
RCT
Pacemaker en ICD
De NVVC 2004 richtlijn bespreekt hart revalidatie bij patiënten die een ICD hebben gekregen (Tabel 32). De richtlijn concludeert dat deze patiënten vooral baat hebben bij interventies gericht op voorlichting en psychosociale doelen (gebaseerd op gerandomiseerd onderzoek), en dat een ontspanningsprogramma van bijzondere waarde lijkt. Over de aard van eventuele oefentherapie en de frequentie ervan spreekt de richtlijn zich niet uit. Ook specifieke behandeldoelen worden niet geformuleerd. De NVVC richtlijn formuleert wel enkele algemene behandeldoelen (zie eerder).
64
Tabel 32 Aanbevelingen over hartrevalidatie bij patiënten met een ICD Richtlijn NVVC 2004
9.j
Aanbeveling Het is aannemelijk dat patiënten die een ICD hebben gekregen, baat hebben bij hartrevalidatie, vooral bij de interventies gericht op voorlichting en psychosociale doelen. Een ontspanningsprogramma lijkt van bijzondere waarde. Voor patiënten die na een infarct een ICD hebben gekregen als preventie voor plotseling overlijden, komen ook interventies gericht op leefstijl in aanmerking om de progressie van atherosclerotische laesies te remmen. Dit laatste geldt niet voor patiënten die een ICD hebben gekregen vanwege lang-QT-syndroom
Niveau van bewijs RCT
Steunhart
Er is (nog) geen richtlijn die het nut van fysieke activiteit, fysio- en/of oefentherapie bij patiënten met een steunhart bespreekt. 9.k
Coronaire aandoeningen
Eén richtlijn bespreekt het nut van beweging bij patiënten met ischemische hartziekten in het algemeen, zonder te specifiëren naargelang de verschillende subpopulaties die hieronder besproken worden (KNGF 2009). De kernaanbevelingen van deze richtlijn worden hier niet in tabelvorm weergegeven, gezien ze moeilijk als dusdanig herkenbaar zijn in de tekst. De richtlijn is voornamelijk gericht op de eerstelijns fysiotherapeut. De KNGF 2009 richtlijn ziet een duidelijke rol voor fysiotherapeuten bij de behandeling van hartpatiënten, zowel bij de klinische en poliklinische hartrevalidatie (tweedelijns fysiotherapeut) als bij de nazorg of postrevalidatie (eerstelijns fysiotherapeut). De fysiotherapeut dient het een beweegprogramma op maat op te stellen aan de hand van de wensen van de patiënt, de individuele trainingsdoelen en eventuele comorbiditeit. Het beweegprogramma bestaat uit de volgende componenten: bewegingsstimulering; vergroten en onderhouden van de fysieke belastbaarheid; bestrijden van beïnvloedbare risicofactoren en het bevorderen van gedragsverandering. De richtlijn ziet als mogelijke trainingsdoelen: ‐ het ontwikkelen en onderhouden van een actieve leefstijl; ‐ het vergroten van het maximale aerobe uithoudingsvermogen; ‐ het vergroten van de kracht van lokale spiergroepen en het spieruithoudingsvermogen; ‐ gewichtsvermindering, bestrijden van hoge bloeddruk en verlagen van een verhoogde cholesterolspiegel; ‐ functioneel trainen. Deze trainingsdoelen kunnen bereikt worden door het vergroten van het maximale aerobe uithoudingsvermogen, door het trainen van lokale spierkracht en spieruithoudingsvermogen, en door afvallen, bestrijden van hoge bloeddruk en trainen bij een verhoogde cholesterolspiegel. Het uiteindelijke trainingsdoeldoel is volgens de richtlijn uitstroom naar het reguliere beweegen sportaanbod, dat wil zeggen zelfstandig bewegen zonder supervisie van de fysiotherapeut.. Het beweegprogramma zal worden afgesloten wanneer de persoonlijke doelen zijn behaald en de cliënt zelfstandig het bewegen kan voortzetten. Er worden een aantal voorbeelden van praktische uitwerkingen gegeven. Aanbevelingen met betrekking tot specifieke subgroepen met coronaire aandoeningen worden hieronder besproken. 9.k.1
Stabiele angina pectoris
Vier richtlijnen bespreken het nut van hartrevalidatie bij patiënten met stabiele angina pectoris (ESC 2007; GFCPR 2004; NVVC 2004; SIGN 2002) (Tabel 33). Deze richtlijnen zijn het
65
eens dat deze groep van patiënten in aanmerking komt voor hartrevalidatie met een trainingsprogramma. Voor de ESC en GFCPR richtlijnen was het moeilijk de aanbevelingen te koppelen aan een niveau van bewijs, omdat ze naar andere richtlijnen verwijzen voor hun wetenschappelijke ondersteuning. De NVVC richtlijn baseert zich op systematische literatuuroverzichten. Wat betreft de aard van de training geeft de GFCPR richtlijn het meest specifieke advies: eerst 1-2 weken aerobe training, nadien een individueel aangepast krachttrainingsprogramma gesuperviseerd door een ervaren oefentherapeut. De NVVC richtlijn bevestigt dat krachttraining bij deze patiënten veilig is. De algemene behandeldoelen van de NVVC richtlijn werden eerder besproken. Tabel 33 Aanbevelingen over hartrevalidatie bij personen met stabiele angina pectoris Richtlijn ESC 2007
GFCPR 2004
NVVC 2004
SIGN 2002
9.k.2
Aanbeveling Patients with stable angina pectoris often obtain marked subjective benefit from gradually increased and regular exercise, but their antianginal and other medical treatment should be optimal before starting such a programme. The intensity and duration should initially be set low and increased step-wise according to the limits imposed by exercise-induced symptoms. Here, the result of pretraining exercise testing will be valuable A medically supervised, individually adapted and controlled resistance training program that is under the supervision of an experienced exercise therapist can be recommended Before these patients, with a low-to-moderate risk, begin resistance training, a 1–2 week aerobic endurance training program should be completed prior to the start of resistance exercise Het is aangetoond dat een multidisciplinair hartrevalidatieprogramma zinvol en effectief is voor patiënten met stabiele angina pectoris Het is aangetoond dat ontspanningstherapie de frequentie van klachten van angina pectoris doet afnemen … bij patiënten met een stabiele angina pectoris Patients with stable angina should be considered for comprehensive cardiac rehabilitation if they have limiting symptoms
Niveau van bewijs Onduidelijk
Onduidelijk
Onduidelijk
SR RCT SR
Myocard infarct
Zes richtlijnen bevatten aanbevelingen over het nut van fysieke beweging, fysio- en/of oefentherapie (al dan niet als een onderdeel van hartrevalidatie) bij mensen die een myocard infarct doormaakten (NVVC 2004; ESC 2007; GFCPR 2004; NHG 2005; NICE 2007; SIGN 2002) (Tabel 34). De NICE en NHG richtlijnen behandelen zeer specifiek deze populatie, en zullen meer gedetailleerd besproken worden. De NICE richtlijn bevat vooreerst enkele algemene aanbevelingen over fysieke beweging bij patiënten die een myocard infarct doormaakten. Net als bij asymptomatische personen is regelmatige fysieke activiteit aangewezen na een myocard infarct. Meer specifiek is dagelijkse fysieke activiteit aangewezen gedurende 20 tot 30 minuten tot een niveau van lichte kortademigheid. Deze aanbeveling komt overeen met de aanbevelingen uit de NHG-richtlijn. Patiënten bij wie dit niveau niet haalbaar is kunnen hun fysieke activiteit best stapsgewijs opdrijven. Aangepast advies van een professional kan hierbij nuttig zijn. Naast deze algemene aanbevelingen bevat de NICE richtlijn ook specifieke aanbevelingen over het nut van hartrevalidatie na het doormaken van een myocard infarct. Alle patiënten dienen een dergelijk revalidatieprogramma met oefencomponent aangeboden te krijgen zodra ze cardiaal en klinisch stabiel zijn. Bij sommige patiënten kan een individuele aanpassing van de oefencomponent door een professional aangewezen zijn. Ook de NHGrichtlijn beveelt hartrevalidatie aan tijdens de herstelfase na een myocard infarct. Gelijkaardige aanbevelingen worden teruggevonden in de ESC 2007 richtlijn, de GFCPR richtlijn en de NVVC richtlijn. De meeste van deze richtlijnen verwijzen naar systematische literatuuroverzichten als wetenschappelijke ondersteuning, en meer bepaald naar de Cochrane review van Jolliffe (Jolliffe, 2009). Over de aard van de oefencomponent spreken de richtlijnen zich niet, of minder duidelijk, uit. Enkel de GFCPR richtlijn specificeert dat een lage dosis weerstandstraining pas ten vroegste kan gestart worden 2 tot 3 weken na het
66
myocard infarct. De wetenschappelijke basis hiervoor is echter onduidelijk. De NVVC richtlijn bespreekt ook algemene behandeldoelen, die eerder reeds aangehaald werden.
Tabel 34 Aanbevelingen over training of hartrevalidatie bij personen die een myocard infarct doormaakten Richtlijn NICE 2007
NHG 2005
NVVC 2004 ESC 2007
GFCPR 2004
SIGN 2002
9.k.3
Aanbeveling Patients should be advised to undertake regular physical activity sufficient to increase exercise capacity Patients should be advised to be physically active for 20–30 minutes a day to the point of slight breathlessness. Patients who are not achieving this should be advised to increase their activity in a gradual, step by step way, aiming to increase their exercise capacity. They should start at a level that is comfortable, and increase the duration and intensity of activity as they gain fitness Advice on physical activity should involve a discussion about current and past activity levels and preferences. The benefit of exercise may be enhanced by tailored advice from a suitably qualified professional All patients (regardless of their age) should be given advice about and offered a cardiac rehabilitation programme with an exercise component If a patient has cardiac or other clinical conditions that may worsen during exercise, these should be treated if possible before the patient is offered the exercise component of cardiac rehabilitation. For some patients, the exercise component may be adapted by an appropriately qualified healthcare professional Patients with left ventricular dysfunction who are stable can safely be offered the exercise component of cardiac rehabilitation Tijdens de herstelfase dient de patiënt gestimuleerd te worden mee te doen aan hartrevalidatie De huisarts geeft ondermeer het volgende advies: Volg een trainingsprogramma. Wandel, fiets, jog of zwem drie- tot vijfmaal per week twintig tot zestig minuten met een zodanige intensiteit dat nog net een gesprek gevoerd kan worden Het is aangetoond dat een multidisciplinair hartrevalidatieprogramma zinvol en effectief is voor patiënten die een myocard infarct hebben gehad Patients recovering from an acute myocardial infarction … should be recommended to start a suitable, increasing physical activity programme. Many patients will benefit from an organized rehabilitation programme provided by a multidisciplinary team. Such a programme may be available on an ambulatory basis or as an inpatient facility in specialized centres, as is the tradition in some central European countries. The rehabilitation programmes, in addition to supervised physical exercise, give a good opportunity for a comprehensive evaluation of the patient’s risk factor status and for further advice and measures aimed at risk reduction A medically supervised, individually adapted and controlled resistance training program that is under the supervision of an experienced exercise therapist can be recommended After a myocardial infarction (MI), low-dose resistance training may be started at the earliest 2–3 weeks post-MI An experienced doctor (internist with experience in cardiac rehabilitation) must be available and individual consultation and patient guidance with the physician and therapist must be guaranteed Comprehensive cardiac rehabilitation is recommended following myocardial infarction
Niveau van bewijs RCT Mening van deskundigen
Mening van deskundigen SR Mening van deskundigen
RCT SR Onduidelijk
SR Onduidelijk
Onduidelijk
Onduidelijk Onduidelijk
SR
Coronaire bypass chirurgie
Vier richtlijnen bespreken hart revalidatie bij patiënten na coronaire bypass chirurgie (ESC 2007; GFCPR 2004; NVVC 2004; SIGN 2002) (Tabel 35). Net als bij stabiele angina pectoris zijn
67
de richtlijnen het eens dat deze groep van patiënten in aanmerking komt voor hartrevalidatie inclusief een fysiek trainingsprogramma. Opnieuw is het moeilijk de kernaanbevelingen te herkennen in de ESC en GFCPR richtlijnen, en wordt er in deze richtlijnen verwezen naar oudere richtlijnen. De NVVC richtlijn baseert zich op een Cochrane review. Volgens de GFCPR richtlijn kan krachttraining ook bij deze patiëntengroep aanbevolen worden, hetgeen bevestigd wordt in de NVVC richtlijn (zie eerder). Algemene behandeldoelen worden in de NVVC richtlijn ook weergegeven (zie eerder). Tabel 35 Aanbevelingen over hartrevalidatie bij personen na coronaire bypass chirurgie Richtlijn ESC 2007
GFCPR 2004
NVVC 2004
SIGN 2002
9.k.4
Aanbeveling Patients … recovering from coronary artery bypass grafting should be recommended to start a suitable, increasing physical activity programme. Many patients will benefit from an organized rehabilitation programme provided by a multidisciplinary team. Such a programme may be available on an ambulatory basis or as an inpatient facility in specialized centers, as is the tradition in some central European countries. The rehabilitation programmes, in addition to supervised physical exercise, give a good opportunity for a comprehensive evaluation of the patient’s risk factor status and for further advice and measures aimed at risk reduction A medically supervised, individually adapted and controlled resistance training program that is under the supervision of an experienced exercise therapist can be recommended Before resistance training is started, the treating physician must confirm that the sternum is stable If there are no complications during the postoperative course, and the patient has a good cardiac performance capacity, a light, low-dose resistance exercise program focusing on the lower extremities can be carried out earlier Het is aangetoond dat een multidisciplinair hartrevalidatieprogramma zinvol en effectief is voor patiënten die een Coronary Artery Bypass Grafting (CABG) hebben ondergaan Comprehensive cardiac rehabilitation is recommended for patients who have undergone coronary revascularisation
Niveau van bewijs Onduidelijk
Onduidelijk
Onduidelijk Onduidelijk
SR
SR
Percutane coronaire interventie
Vier richtlijnen bespreken hart revalidatie bij patiënten na PCI (ESC 2007; GFCPR 2004; NVVC 2004; SIGN 2002) (Tabel 36). Ook hier zijn de richtlijnen het eens dat deze groep van patiënten in aanmerking komt voor hartrevalidatie met een trainingsprogramma. Opnieuw is het moeilijk de kernaanbevelingen te herkennen in de ESC en GFCPR richtlijnen, en wordt er in deze richtlijnen verwezen naar oudere richtlijnen. De NVVC richtlijn baseert zich op een gerandomiseerd onderzoek. Ook hier geeft de GFCPR richtlijn het meest specifieke advies wat betreft de aard van het trainingsprogramma: eerst 1-2 weken aerobe training, nadien een individueel aangepast krachttrainingsprogramma gesuperviseerd door een ervaren oefentherapeut. De NVVC richtlijn bevestigt dat krachttraining bij deze patiënten veilig is (zie eerder). Algemene behandeldoelen worden in de NVVC richtlijn ook weergegeven (zie eerder). Tabel 36 Aanbevelingen over hartrevalidatie bij personen na percutane coronaire interventie Richtlijn ESC 2007
Aanbeveling Patients … following angioplasty … should be recommended to start a suitable, increasing physical activity programme. Many patients will benefit from an organized rehabilitation programme provided by a multidisciplinary team. Such a programme may be available on an ambulatory basis or as an inpatient facility in specialized centers, as is the tradition in some central European countries. The rehabilitation programmes, in addition to supervised physical exercise, give a good opportunity for a comprehensive evaluation of the patient’s risk factor
Niveau van bewijs Onduidelijk
68
Richtlijn GFCPR 2004
NVVC 2004
SIGN 2002
9.l
Niveau van bewijs
Aanbeveling status and for further advice and measures aimed at risk reduction A medically supervised, individually adapted and controlled resistance training program that is under the supervision of an experienced exercise therapist can be recommended It is recommended that training should not be performed earlier than the second to seventh post-interventional day. Even if the post-PTCA/post-stent patient has seemingly good cardiac performance capacity, he should first take part in a 1–2 week aerobic training program Het is aannemelijk dat een multidisciplinair hartrevalidatieprogramma zinvol en effectief is voor patiënten die een Percutane Coronaire Interventie (PCI) hebben ondergaan Comprehensive cardiac rehabilitation is recommended for patients who have undergone coronary revascularisation
Onduidelijk
Onduidelijk Onduidelijk
RCT
SR
Preoperatieve fysiotherapie bij hartchirurgie
Geen enkele richtlijn met aanbevelingen over de rol van fysiotherapie bij de preventie van postoperatieve complicaties na hartchirurgie werd gevonden. Een mogelijke bron van dergelijke aanbevelingen zijn richtlijnen van anesthesiologen, of algemeen chirurgische richtlijnen. Zo publiceerde het CBO een richtlijn over de preventie van perioperatieve pulmonale complicaties bij niet-pulmonale chirurgie bij patiënten met een verhoogd risico op pulmonale complicaties (http://www.cbo.nl/Downloads/313/concept_pulmo_2007.pdf). Deze richtlijn werd echter niet teruggevonden met de zoekstrategie gebruikt voor dit rapport, gezien deze zich focuste op hartchirurgie.
69
10 Discussie en conclusie 10.a Bevindingen We vonden 28 systematische reviews die relevant waren voor onze vraagstelling. Een globaal overzicht van de effectiviteit van fysiotherapeutische interventies, zoals beschreven in deze SRs, wordt gegeven in Tabel 37. In de meeste meta-analyses werd een gunstig effect van fysiotherapeutische interventies gevonden. 10.a.1 Hoog risicogroepen Van de 11 gevonden SRs over hoog risicogroepen lieten er 7 een positief effect zien op primaire risicofactoren of fitheidsmaten in de meta-analyse. In twee SRs waarin een metaanalyse werd verricht werd geen significant verschil tussen de behandelgroepen gevonden, namelijk bij personen met hyperlipidemie en bij rokers. Voor elk van deze risicogroepen was een meer recentere SR beschikbaar, maar dan zonder meta-analyse. Tabel 37 Overzicht van de effectiviteit van fysiotherapeutische interventies in het cardiologische domein Negatief effect in metaanalyses
Geen effect in meta-analyses
Positief effect in metaanalyses
Geen informatie uit meta-analyse
-
1 SR (104 RCTs)
-
Hoog risico groepen Ouderen Ouderen met een sedentaire levensstijl Sedentaire levensstijl Hyperlipidemie Hypertensie Ongezond voedingspatroon Belaste familieanamnese Roken Chronisch hartfalen
-
-
1 SR (41 RCTs)
-
-
1 SR (15 RCTs)
1 SR (7 RCTs)
-
1 SR (5 RCTs)
1 SR (24 RCTs) 4 SRs (62 RCTs) † -
X X 1 SR (12 RCTs)
-
2 SR (29 RCTs)
5 SRs (84 RCTs) †
2 SRs (8 RCTs)
-
-
-
X
-
-
-
X
-
-
-
X
-
-
-
X
-
-
-
X
1 SR (2 RCTs)*
1 SR (2 RCTs) ** 1 SR (20 RCTs)
4 SRs (167 RCTs) †
1 SR (1 RCT)
Hartklep chirurgie Chirurgisch gecorrigeerde congenitale afwijkingen Harttransplantatie Pacemaker, ICD, ritmechirugie Steunhart Coronair lijden
Preoperatieve fysiotherapie bij hartchirurgie † Als er meer dan 1 SR werd gevonden kunnen individuele RCTs meer dan één keer zijn meegeteld *Alleen meta-analyse resultaten voor de uitkomst cardiac events (niet gedefinieerd) ** Alleen meta-analyse resultaten voor uitkomsten op depressie en angst scores Afkortingen: ICD: implantable cardioverter defibrillator; RCT: gerandomiseerde, gecontroleerde studie; SR: systematische review
X
70
10.a.2 Chronisch hartfalen Van de negen SRs over chronisch hartfalen gaven er twee geen informatie uit metaanalyses, twee andere reviews lieten overwegend geen significante effecten zien, en vijf reviews lieten overwegend positieve effecten zien. Eén systematische review die het effect van home-based hartrevalidatie bij chronisch hartfalen onderzocht vond geen verschil tussen de behandelgroepen voor wat betreft ziekenhuisopnames voor een cardiac event, of kwaliteit van leven. Een andere systematische review vond geen verschil tussen behandelgroepen voor wat betreft mortaliteit of ziekenhuisopnames in het algemeen; ziekenhuisopnames ten gevolge van hartfalen kwamen wel significant minder vaak voor na hartrevalidatie, in vergelijking met usual care. De vijf systematische reviews die overwegend positief effect lieten zien, vergeleken fysiotherapeutische interventies met usual care, placebo of geen behandeling, en keken naar het inspanningsvermogen en de kwaliteit van leven. 10.a.3 Coronairlijden Van de acht systematische reviews over coronairlijden gaf er één geen informatie uit metaanalyse; rapporteerde er één een negatief effect van fysiotherapie; vonden vier reviews een positief effect in de meta-analyse; en twee reviews vonden geen verschil. Het negatieve effect betrof cardiac events in een meta-analyse van 2 RCTs die training vergeleken met usual care of geen training. Deze bevinding is in tegenspraak met een positief effect van comprehensive hartrevalidatie, in vergelijking met usual care, op niet-fatale hartinfarcten in een meta-analyse van 12 RCTs in een andere systematische review. Zeven andere metaanalyses vonden geen significante verschillen tussen de behandelgroepen voor de uitkomst hartinfarct. Van de twee systematische reviews die geen verschil rapporteerden in de metaanalyses had er één betrekking op home-based hartrevalidatie, en de andere meta-analyse betrof twee RCTs met als uitkomst mentale gezondheid. Overwegend positieve, significante meta-analyse resultaten werden in vier systematische reviews gerapporteerd die naar verschillende vormen van hartrevalidatie keken, in vergelijking met usual care of geen training, voor wat betreft sterfte en cardiale sterfte. 10.a.4 Richtlijnen Uit een selectie van 12 van 46 gevonden relevante richtlijnen over fysiotherapie in het cardiologische domein, aangevuld met 4 à posteriori toegevoegde richtlijnen, waren vier richtlijnen duidelijk evidence-based, en elf duidelijk consensus-based, dikwijls door het ontbreken van methodologische informatie. Eén richtlijn was twijfelachtig evidence-based. Twee van de 16 richtlijnen gingen over de preventie van hartziekten; deze twee richtlijnen waren consensus-based. Voor verschillende richtlijnen was het moeilijk om de kernaanbevelingen te herkennen en om het niveau van bewijs aan te geven. Voor de volgende indicaties concludeerden meerdere richtlijnen, waaronder minstens één evidencebased richtlijn, dat hartrevalidatie met een oefenprogramma is aangewezen: ‐ Stabiele angina pectoris ‐ Myocard infarct ‐ CABG ‐ PCI ‐ Chronisch hartfalen In de relevante richtlijnen werd nauwelijks beschreven hoe een hartrevalidatie programma er uit zou moeten zien aangaande bijvoorbeeld het begin, de duur en/of intensiteit en de setting. Daar waar dat wel werd gedaan, was dat altijd gebaseerd op de mening van deskundigen (GFCPR 2004, KNGF 2003). Wij vonden geen richtlijnen over het preoperatieve gebruik van fysiotherapie bij hartchirurgie. Een bredere zoektocht, bijvoorbeeld naar chirurgie in het algemeen, levert misschien wel relevante richtlijnen op.
71
10.b Kwaliteit van de reviews en risico op vertekening Wij beoordeelden de validiteit en relevantie van 19 van de 28 SRs als ´twijfelachtig´. Dit kwam deels doordat deze SRs een iets andere vraagstelling, doelgroep of interventie onderzochten dan deze studie. In totaal onderzochten de 28 SRs 872 RCTs (met dubbeltellingen van RCTs), waarvan er 599 RCTs (wederom met dubbeltelling)voor dit rapport relevant waren. Dit heeft ook de extractie van relevante data en de GRADE beoordeling bemoeilijkt. Voor die populaties en/of interventies waar we geen SRs over vonden, bestaan mogelijk wel RCTs. Wij vonden bijvoorbeeld geen SR die over preoperatieve fysiotherapie bij hartchirurgie gingen, echter, hier bestaan wel RCTs over (Hulzebos, 2006) en er wordt aan systematische reviews gewerkt (mondelinge mededeling EH). Soms vonden we geen SR van RCTs, maar wel een SR van observationele studies, bijvoorbeeld over training van kinderen na een Fontan operatie (Takken, 2007). Voor sommige groepen patiënten (harttransplantatie, steunhart, congenitale afwijkingen) bestaan mogelijk geen RCTs. Vijf SRs verrichtten geen meta-analyse, waardoor mogelijk waardevolle informatie verloren ging. Statistische of klinische heterogeniteit werden soms als reden genoemd, echter, er bestaan verschillende methodes om heterogeniteit te beschrijven of te exploreren. Het enkel kwalitatief beschrijven van RCTs in een review kan misleidend zijn (Ioannidis, 2008). Veel van de gerapporteerde uitkomsten waren intermediaire uitkomsten, bijvoorbeeld uitkomsten die iets zeggen over fysieke fitheid. Over uitkomsten als kwaliteit van leven, morbiditeit, gebruik van de gezondheidszorg en mortaliteit werd in mindere mate gerapporteerd. Bij de hoog risicogroepen vonden we geen SRs die over mensen met een hoog risico profiel gingen. Er werd dan ook niet gerapporteerd over het effect op het risico voor hartziekten. 10.c Heterogeniteit De SRs rapporteerden inconsistent over verschillende karakteristieken van de individuele RCTs, wat de interpretatie van de resultaten bemoeilijkte. Het was niet altijd duidelijk of een verschil in rapportage kwam door een gebrek aan informatie in de individuele RCTs. Zo werd de rol van de fysiotherapeut zelden tot nooit besproken, en ook informatie over supervisie van de training werd niet consistent gegeven. Het toekennen van een GRADE waardering was slechts mogelijk in de minderheid van de uitkomsten. Voor een correcte GRADE beoordeling is informatie nodig over de methodologische kwaliteit van de geïncludeerde studies (en dit op het niveau van de individuele studie), inconsistentie over de geïncludeerde studies heen (bijvoorbeeld een maat van heterogeniteit), precisie van de puntschatting (aantal patiënten per groep) en publicatie bias. Telkens als minstens één van deze gegevens ontbrak werd geen GRADE waardering toegekend. Dergelijke gegevens zijn van belang voor de weging van SRs. Immers, een goed uitgevoerde SR van slechte RCTs heeft minder waarde dan een SR van goede RCTs. Dit probleem kan vermeden worden door een review van RCTs te doen, in plaats van een overview of reviews. Waar wel een GRADE waardering kon worden toegekend was deze meestal laag of zeer laag. De heterogeniteit van de interventies is een ander punt wat de interpretatie van de resultaten bemoeilijkt. Op overzichtsniveau kunnen er soms conclusies worden getrokken (zie verder) maar op een meer gedetailleerd niveau is dat niet mogelijk. Optimale therapieduur of dosering, veiligheid of randvoorwaarden voor therapie was nauwelijks onderwerp van onderzoek, en bijvoorbeeld behandeldoelen werden niet besproken in de 28 SRs. 10.d Conclusie en aanbevelingen voor verder onderzoek De gekozen methode, een overview of reviews, geeft snel inzicht in populaties waarvoor fysiotherapeutische interventies zinvol zijn, maar niet in populaties waarvoor
72
fysiotherapeutische interventies niet zinvol zijn . Bij sommige groepen met een verhoogd risico op cardiaallijden (ouderen, sedentaire ouderen, personen met een sedentaire levensstijl, en personen met hypertensie), bij patiënten met chronisch hartfalen en bij patiënten met coronairlijden werd een gunstig effect gevonden van fysiotherapeutische interventies. Bij de groepen met een verhoogd risico op cardiaal lijden werd het gunstige effect gemeten op primaire risicofactoren of fitheidsmaten, maar niet op sterfte. Bij chronisch hartfalen patiënten werd het gunstige effect gemeten op fitheidsmaten, op hartfalen gerelateerde ziekenhuisopnames en op kwaliteit van leven, maar niet op sterfte. Bij personen met coronairlijden werd een gunstig effect gemeten op sterfte en op hartsterfte. Voor welke subgroepen patiënten (bijvoorbeeld PCI vs. CABG) de interventies effectief zijn, en welke randvoorwaarden nodig zijn voor de implementatie (bijvoorbeeld telemetrie bij hartfalenpatiënten), werd in geen van de reviews gespecificeerd. Om alle onderzoeksvragen te kunnen beantwoorden, en om meer gedetailleerde (klinische) vragen te kunnen beantwoorden, is nader onderzoek nodig, hetzij een systematische review van RCTs, hetzij een nieuwe RCT, afhankelijk van de onderzoekspopulatie en de precieze onderzoeksvraag.
73
11 Afkortingen 6-MWD
Six minutes walking distance
ADL
Activities of daily living
AP
Angina pectoris
CABG
coronary artery bypass graft
CAD
Coronair hartlijden
CBO
Centraal BegeleidingsOrgaan, voluit: Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBO
CHF
Chronisch hartfalen
CVA
Cerebrovasculair incident
CVZ
College voor Zorgverzekeringen
ESC
European Society of Cardiology
FES
Functional electrical stimulation
GFCPR
German Federation for Cardiovascular Prevention and Rehabilitation
HDL
High-density lipoprotein
HR-QoL
Health related quality of life
ICD
Implantable cardioverter defibrillator
JBS
Joint British Society
KNGF
Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie
LDL
Low-density lipoprotein
LVAD
Steunhart (left ventricular assistance device)
LVEF
Left ventricular ejection fraction
NHG
Nederlandse Huisartsen Genootschap
NICE
National Institute for Health and Clinical Excellence
NMES
Transcutaneous neuromuscular electrical stimulation
NVCC
Nederlandse Vereniging voor Cardiologie
NVFH
Nederlandse Vereniging voor Fysiotherapie bij Hart- en Vaatziekten
NYHA
New York Heart Association
MI
Myocard infarct
OoR
Overview of reviews
PCI
Percutane coronaire interventie
RCT
Gerandomiseerde, gecontroleerde studie
SIGN
Scottish Intercollegiate Guidelines Network
SR
Systematische review
TENS
Transcutaneous electrical nerve stimulation
74
VO2max
Maximale zuurstofopname
12 Bijlagen 12.a Detailed searches systematic reviews 12.a.1 Medline Medline was searched on January 15, 2010. The search string used was: (population 1 OR population 2 OR population 3) AND Intervention AND study design AND English AND humans. An update for population 2 was performed July 20, 2010 (population 2 AND intervention AND study design AND English). The thesaurus is described here. 12.a.1.1 Population 1
Consists of: risk of cardiovasular high-risk OR cardiovascular risk scores OR (risk AND heart disease) 12.a.1.1.1
Cardiovascular high-risk
(((cardiovascular OR coronary OR CHD OR CVD OR heart OR cv OR cd) AND (risk OR highrisk)) OR "Hypertension"[Mesh] OR hypertensi* OR "Hyperlipidemias"[Mesh] OR hyperlipidemia* OR hypercholesterolaemia* OR "Smoking"[Mesh] OR smoke OR smoking) 12.a.1.1.2
Cardiovascular risk scores
((new AND zealand AND chart*) OR (new AND zealand AND table*) OR (Sheffield table*) OR procam OR (General Rule to Enable Atheroma Treatment) OR (Dundee guideline*) OR (Dundee scor*) OR (shaper scor*) OR (brhs scor*) OR (brhs risk*) OR (Copenhagen risk*) OR precard OR Framingham OR busselton OR (Erica risk*) OR (British Regional Heart study risk scor*) OR (ncep guideline*) OR (smac guideline*)) 12.a.1.1.3
Risk
("Risk Factors"[Mesh] OR (risk AND factor*) OR "Risk Assessment"[Mesh] OR (risk AND assessment) OR (risk AND assessor) OR "Risk Reduction Behavior"[Mesh] OR (risk AND (function OR functions OR equation* OR chart OR charts OR tool OR tools OR appraisal OR calculation* OR calculator* OR engine* OR table* OR tabulation OR threshold* OR (scoring method) OR scheme OR schemes OR (scoring system) OR predicting OR prediction OR (predictive instrument) OR cdss) 12.a.1.1.4
Heart disease
("Death, Sudden, Cardiac/prevention and control"[Mesh] OR ((heart OR cardia*) AND (death OR mortality)) OR "Heart Diseases/prevention and control"[Mesh] OR (heart AND disease*) OR "Cardiovascular Diseases/prevention and control"[Mesh:NoExp] OR cvd OR cd OR chd OR cd OR angina* OR "Angina Pectoris"[Mesh] OR (infarct* AND heart) OR (infarct* AND cardia*) OR (cardia* AND ischaemi*) OR (cardia* AND ischemi*) OR (coronary AND disease) OR (coronary AND thrombos*) OR (coronary AND ischaemi*) OR (coronary AND ischemi*) OR "Myocardial Ischemia"[Mesh] OR "Heart failure"[Mesh] OR (heart AND failure) OR (cardia* AND failure) OR "Ventricular Dysfunction"[Mesh] OR "Myocardial Revascularization"[Mesh] OR "Myocardial Reperfusion"[Mesh] OR CABG OR (bypass AND coronary) OR (bypass AND cardia*) OR "Coronary Artery Bypass"[Mesh] OR (stent* AND cardia*) OR (stent* AND coronary) OR "Stents"[Mesh] OR PCI OR PTCA OR (percutan* AND coronary) OR angioplasty OR "Angioplasty"[Mesh]) 12.a.1.2 Population 2
(Angina* OR "Angina Pectoris"[Mesh] OR (infarct* AND heart) OR (infarct* AND cardia*) OR (cardia* AND ischaemi*) OR (cardia* AND ischemi*) OR (coronary AND disease) OR
75
(coronary AND thrombos*) OR (coronary AND ischaemi*) OR (coronary AND ischemi*) OR "Myocardial Ischemia"[Mesh] OR "Heart failure"[Mesh] OR (heart AND failure) OR (cardia* AND failure) OR "Ventricular Dysfunction"[Mesh] OR (valv* AND prosthesi*) OR "Heart Valve Prosthesis Implantation"[Mesh] OR "Myocardial Revascularization"[Mesh] OR "Myocardial Reperfusion"[Mesh] OR CABG OR (bypass AND coronary) OR (bypass AND cardia*) OR "Coronary Artery Bypass"[Mesh] OR (stent* AND cardia*) OR (stent* AND coronary) OR "Stents"[Mesh] OR PCI OR PTCA OR (percutan* AND coronary) OR angioplasty OR "Angioplasty"[Mesh] OR ("Heart Defects, Congenital"[Mesh] ) OR "Heart Defects, Congenital/surgery"[Mesh] OR (heart AND transplant*) OR (cardia* AND transplant*) OR "Cardiac Surgical Procedures"[Mesh] OR "Heart Transplantation"[Mesh] OR "Heart, Artificial"[Mesh] OR LVAD OR (ventric* AND assist* AND device*) OR (cardia* AND assist* AND device*) OR (heart AND artificial) OR (artificial AND cardia*) OR (heart-assist* AND device*) OR (vascular-assist* AND device*) OR (heart-assist* AND pump*) OR (heart AND assist* AND pump*) OR "Pacemaker, Artificial"[Mesh] OR pacemaker* OR "Defibrillators, Implantable"[Mesh] OR *defibrillator* OR "Catheter Ablation"[Mesh] OR (catheter AND ablation) OR "Arrhythmias, Cardiac/surgery"[Mesh]) 12.a.1.3 Population 3
"Thoracic Surgery"[Mesh] OR "Cardiac Surgical Procedures"[Mesh] OR ((cardiac OR cardial OR heart) AND (surgery OR operation OR surgical)) OR "Heart Valve Prosthesis Implantation"[Mesh] OR "Myocardial Revascularization"[Mesh] OR "Myocardial Reperfusion"[Mesh] OR CABG OR (bypass AND coronary AND (surgery OR operation OR surgical)) OR (bypass AND cardia*) OR "Coronary Artery Bypass"[Mesh] OR "Heart Defects, Congenital/surgery"[Mesh] OR (heart AND transplant*) OR (cardia* AND transplant*) OR "Heart Transplantation"[Mesh] 12.a.1.4 Intervention
"Rehabilitation"[Mesh] OR rehabilitat* OR "Angina Pectoris/rehabilitation"[Mesh] OR "Myocardial Ischemia/rehabilitation"[Mesh] OR "Heart failure/rehabilitation"[Mesh] OR "Ventricular Dysfunction/rehabilitation"[Mesh] OR "Heart Valve Prosthesis Implantation/rehabilitation"[Mesh] OR "Coronary Artery Bypass/rehabilitation"[Mesh] OR "Myocardial Revascularization/rehabilitation"[Mesh] OR "Angioplasty/rehabilitation"[Mesh] OR "Heart Defects, Congenital/rehabilitation"[Mesh] OR "Cardiac Surgical Procedures/rehabilitation"[Mesh] OR "Heart Transplantation/rehabilitation"[Mesh] OR "Physical Exertion"[Mesh] OR "Physical Fitness"[Mesh] OR (physical AND (activity OR activities)) OR "Exercise Test"[Mesh] OR "Exercise Tolerance"[Mesh] OR exertion* OR "Physical Endurance"[Mesh] OR (physical* AND endur*) OR ((strengthening OR stretching) AND muscle*) OR (weight* AND train*) OR "Sports"[Mesh] OR sport* OR training OR "Pliability"[Mesh] OR gait OR rolfing OR jog* OR swim* OR bicycle* OR cycle* OR cycling OR walk* OR row OR rowing OR "Exercise"[Mesh] OR exercis* OR "Exercise Therapy"[Mesh] OR ((exercise OR manual OR manipulat* OR zone) AND (therapy OR therapies)) OR "Physical Therapy Modalities"[Mesh] OR physiotherap* OR (physical AND therap*) OR "Massage"[Mesh] OR massage OR electrotherap* OR electrostimulati* OR "Transcutaneous electrical nerve stimulation" OR "Ultrasonic Therapy"[Mesh] OR (ultrasonic AND therap*) OR "Short-Wave Therapy"[Mesh] OR (short-wave AND therap*) OR (short AND wave AND therap*) OR (thermal AND therap*) OR "Hydrotherapy"[Mesh] OR hydrotherapy* OR "Respiratory Function Tests"[Mesh] OR (lung AND function) OR "Spirometry"[Mesh] OR *spiromet* OR *spirograph* OR (breath* AND exercis*) OR (breath* AND measure*) OR (incentive AND breath*) OR "Breathing Exercises"[Mesh] OR Spirocare OR triflo OR (breath* AND device*) OR "Forced Expiratory Flow Rates"[Mesh] OR (maxim* AND inspira*) OR "Respiratory Therapy"[Mesh:noexp] OR (respirat* AND therap*) 12.a.1.5 Study design
(“meta-analysis” [pt] OR meta-anal* OR metaanal* OR (quantitativ* AND review*) OR “quantitative* overview*” [tw] OR “systematic* review*” [tw] OR “systematic* overview*” [tw] OR “methodologic* review*” [tw] OR “methodologic* overview*” [tw] OR “review” [pt])
76
12.a.2 EMBASE 1980 to 2010 week 1. Search: (Population 1 OR population 2 OR population 3) AND Intervention AND study type. The update for population 2 was run on July 20, 2010 (2010 week 28) (population 2 AND intervention AND study type). 12.a.2.1 Population 1
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48
heart death/pc [Prevention] (534) exp cardiovascular risk/ (60474) exp coronary risk/ (9374) (CHD adj (risk or high?risk)).tw. (2222) (CVD adj (risk or high?risk)).tw. (2036) (cardiovascular adj (risk or high?risk)).tw. (24246) (heart disease adj (risk or high?risk)).tw. (1847) (coronary adj (risk or high?risk)).tw. (3628) (cv adj (risk or high?risk)).tw. (608) (cd adj (risk or high?risk)).tw. (44) exp hypertension/ (228380) hypertens$.tw. (201467) exp hyperlipidemia/ (57568) hyperlipid$.tw. (14715) $cholesterol$.tw. (115353) exp smoking/ (102314) or/1-16 (539933) exp high risk population/ (48430) ((risk or high?risk) adj (score or scoring)).tw. (2693) exp risk assessment/ (192058) ((risk or high?risk) adj assessment$).tw. (19231) exp risk factor/ (261129) ((risk or high?risk) adj factor$).mp. (343046) ((risk or high?risk) adj management).tw. (3800) exp risk management/ (11670) ((risk or high?risk) adj (management or managing)).tw. (3803) exp risk reduction/ (28221) ((risk or high?risk) adj reduc$).tw. (7497) ((risk or high?risk) adj equation$).tw. (185) ((risk or high?risk) adj chart).tw. (36) ((risk or high?risk) adj threshold).tw. (116) ((risk or high?risk) adj predict$).tw. (1954) ((risk or high?risk) adj project$).tw. (116) ((risk or high?risk) adj table).tw. (26) ((risk or high?risk) adj chart).tw. (36) ((risk or high?risk) adj stratif*).tw. (7124) or/18-36 (546360) cardiovascular disease/ (80025) (coronary adj disease$).mp. (7520) heart disease$.tw. (72953) exp heart disease/ (625838) exp myocardial infarction/ (127301) (myocardial adj infarct$).mp. (89700) exp myocardial ischemia/ (46600) exp angina pectoris/ (40859) (angina adj pectoris).mp. (40231) or/38-46 (698952) 37 and 47 (107485)
77
49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69 70 71 72 73 74 75 76 77 78 79 80 81
'new zealand chart$'.tw. (2) 'new zealand table$'.tw. (1) 'sheffield table$'.tw. (28) procam.tw. (151) 'General Rule to Enable Atheroma Treatment'.tw. (2) 'dundee guideline$'.tw. (1) 'dundee risk scor$'.tw. (5) 'dundee scor$'.tw. (1) 'shaper scor$'.tw. (0) (brhs adj3 score$).tw. (3) (brhs adj3 risk$).tw. (3) 'copenhagen risk'.tw. (4) 'copenhagen risk?'.tw. (4) (framingham adj1 (function or functions)).tw. (30) (framingham adj2 risk).tw. (878) 'framingham equation'.tw. (106) 'framingham model$'.tw. (50) 'framingham scor$'.tw. (142) 'framingham guideline$'.tw. (1) 'framingham risk$'.tw. (702) precard.tw. (7) (busselton adj2 risk$).tw. (1) (busselton adj2 score$).tw. (1) 'erica risk score$'.tw. (1) 'dundee scor$'.tw. (1) 'brhs scor$'.tw. (3) 'British Regional Heart study risk scor$'.tw. (1) 'brhs risk scor$'.tw. (2) 'ncep guideline$'.tw. (151) 'smac guideline$'.tw. (1) 'Systemic Coronary Risk Evaluation'.tw. (5) or/49-79 (1391) 17 or 48 or 80 (588906)
12.a.2.2 Population 2
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20
exp myocardial infarction/ (127301) (myocardial adj infarct$).tw. (89575) exp myocardial ischemia/ (46600) exp angina pectoris/ (40859) (angina adj pectoris).tw. (11039) exp heart failure, congestive/ (30410) (heart adj failure).tw. (67911) (cardiac adj failure).tw. (6955) exp heart defects, congenital/ (37323) (heart adj congenital).tw. (8) (cardia$ adj congenital).tw. (26) heart defects congenital/ (7916) congenital heart disease$.tw. (9741) congenital heart defect$.tw. (2808) cardiovascular abnormalities/ (1210) congenital heart abnormalit$.tw. (56) exp heart valve diseases/ (44630) exp heart valve surgery/ (28898) (valve adj (surgery or surgical)).tw. (2454) exp heart transplantation/ (26245)
78
21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50
exp heart-lung transplantation/ (1693) (heart adj transplant$).tw. (11806) (cardiac adj transplant$).tw. (6664) (cardial adj transplant$).tw. (1) (heart adj allograft).tw. (569) angioplasty, transluminal, percutaneous coronary/ (15806) ptca.tw. (5594) (coronary adj angioplasty).tw. (10484) (percutaneous adj coronary).tw. (9341) ((heart or cardiac or cardio$ or myocard$) and revasculari?ation).tw. (15631) exp coronary disease/ (91715) (coronary adj disease$).tw. (7519) heart disease$.tw. (72953) cardiovascular diseases/ (80025) exp heart diseases/ (625838) exp coronary artery bypass/ (27850) (bypass adj graft$).tw. (22371) exp myocardial revascularization/ (12593) cabg.tw. (8178) exp defibrillator/ (10986) defibrillator$.tw. (8612) exp pacemaker/ (16146) pacemaker$.tw. (17311) (catheter adj ablation).tw. (4209) (heart adj artificial).tw. (5) (cardia$ adj artificial).tw. (2) (ventricular adj device$).tw. (24) LVAD.tw. (1080) (cardia$ adj devic$).tw. (182) or/1-49 (778448)
12.a.2.3 Population 3
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23
exp heart Surgery/ (133524) Thorax Surgery/ (7473) exp Coronary Artery Bypass/ (27850) exp Coronary artery surgery/ (48705) Cardiopulmonary Bypass/ (17907) cabg.tw. (8178) (coronary adj3 bypass$).tw. (26203) (heart adj3 bypass$).tw. (1107) ((coronay and artery) adj surgery).tw. (0) (cardiopulmonary adj3 bypass$).tw. (17950) ((heart or cardiac or cardio$ or myocard$) and revasculari?ation).tw. (15631) (cardiac and (surgery or surgical or operation)).tw. (48931) (cardial and (surgery or surgical or operation)).tw. (137) cardiosurgery.tw. (153) (heart and (surgery or surgical or operation)).tw. (42526) (thoracic and (surgery or surgical or operation)).tw. (26719) (myocardial and (surgery or surgical or operation)).tw. (21072) cardiomyoplasty.tw. (692) cardioplegia.tw. (3325) (heart adj3 transplant$).tw. (15731) (cardiac adj transplant$).tw. (6664) (cardial adj transplant$).tw. (1) (valve adj (surgery or surgical or operation)).tw. (2661)
79
24
or/1-23 (214354)
12.a.2.4 Intervention
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52
exp Spirometry/ (10157) Spirography/ (1127) spiromet$.tw. (9666) exp Lung function test/ (28289) Bronchospirography/ (7) bronchospirograph$.tw. (1) bronchospiromet$.tw. (13) lung function.tw. (14997) (breath$ adj3 exercise$).tw. (1126) (breath$ adj3 measur$).tw. (2538) (incentive adj3 breath$).tw. (26) Breathing Exercise.tw. (72) spirograph$.tw. (173) spirocare.tw. (3) Forced Expiratory Flow/ (928) (breath$ adj3 device$).tw. (267) triflo.tw. (14) (maxim$ adj3 inspira$).tw. (1615) respiratory therap$.tw. (899) exp Physical Therapy Modalities/ (24132) physiotherap$.sh. (27336) exp exercise/ (92340) exp Physical Exertion/ (92340) exp Rehabilitation/ (113151) exp Physical Fitness/ (10614) exp Exercise Test/ (16568) exp Exercise Tolerance/ (5741) exp SPORTS/ (41910) exp PLIABILITY/ (146) exp Physical Endurance/ (7777) ((physical adj3 therap*) or physiotherap* or physio-therap*).ti,ab. (19456) ((exercise or manual or manipulat* or zone) adj3 (therapy or therapies)).ti,ab. (3615) exertion$.ti,ab. (8724) exercis$.ti,ab. (123929) sport$.ti,ab. (26546) training.ti,ab. (123171) ((endurance or strength) adj3 training).ti,ab. (4981) (physical adj3 (activity or activities)).ti,ab. (29741) gait.ti,ab. (15803) massage.ti,ab. (3520) rolfing*.ti,ab. (20) ((physical or motion) adj5 (fitness or therapy or therapies)).ti,ab. (12150) (physical$ adj2 endur$).ti,ab. (261) physical therapy.sh. (0) exercise.sh. (79996) rehabilitation.sh. (12758) jog$.ti,ab. (1055) swim$.ti,ab. (14248) bicycl$.ti,ab. (14844) (cycle$ or cycling).ti,ab. (243587) walk$.ti,ab. (37930) (row or rowing).ti,ab. (5768)
80
53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65
(weight adj3 train$).ti,ab. (1109) (muscle adj3 strength$).ti,ab. (8593) Electrotherap*.ti,ab. (595) Electrostimulation.ti,ab. (1297) "Transcutaneous electrical nerve stimulation".ti,ab. (910) (Ultrasonic adj3 therap*).ti,ab. (117) ultrasonic therapy.sh. (0) ((strengthening or stretching) adj4 muscle$).ti,ab. (1133) short wave therapy.sh. (0) (short adj wave adj3 therap*).ti,ab. (39) (Thermal adj3 therap*).ti,ab. (690) Hydrotherap*.ti,ab. (369) or/1-64 (769707)
12.a.2.5 Study
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24
exp review/ (990625) (medline or medlars or embase or pubmed).ti,ab,sh. (37228) (scisearch or psychlit or psyclit).ti,ab,sh. (993) (psycinfo or psychinfo).ti,ab,sh. (2287) cinahl.ti,ab,sh. (2578) ((hand adj2 search$) or (manual$ adj search$)).tw. (2829) ((electronic adj database$) or (bibliographic adj database$)).tw. (3319) ((pooled adj analys$) or pooling).tw. (6034) (peto or dersimonian or (fixed adj effect) or mantel haenszel).tw. (2545) RETRACTED ARTICLE/ (3222) or/2-10 (50726) 1 and 11 (23561) exp meta analysis/ (36577) meta?analys$.tw,sh. (37183) (systematic$ adj5 review$).tw,sh. (31941) (systematic$ adj5 overview$).tw,sh. (458) (systematic$ adj5 overview$).tw,sh. (458) (quantitativ$ adj5 overview$).tw,sh. (118) (methodologic$ adj5 review$).tw,sh. (1706) (methodologic$ adj5 overview$).tw,sh. (129) ((integrative adj5 research adj5 review$) or (research adj5 integration)).tw. (619) (quantitativ$ adj5 synthesi$).tw,sh. (1806) or/13-22 (62099) 12 or 23 (76243)
12.a.3 All EBM Reviews - Cochrane DSR, ACP Journal Club, DARE, CCTR, CMR, HTA, and NHS EED Same thesaurus as Embase used. Searched on January 13, 2010 and updated on July 20, 2010. Limits: English, humans, published in 2010. 1 2 3 4 5 6 7 8 9
exp myocardial infarction/ (6722) (myocardial adj infarct$).tw. (12774) exp myocardial ischemia/ (15635) exp angina pectoris/ (3723) (angina adj pectoris).tw. (3352) exp heart failure, congestive/ (392) (heart adj failure).tw. (8088) (cardiac adj failure).tw. (632) exp heart defects, congenital/ (811)
81
10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66
(heart adj congenital).tw. (2) (cardia$ adj congenital).tw. (2) heart defects congenital/ (392) congenital heart disease$.tw. (382) congenital heart defect$.tw. (98) cardiovascular abnormalities/ (5) congenital heart abnormalit$.tw. (5) exp heart valve diseases/ (831) exp heart valve surgery/ (0) (valve adj (surgery or surgical)).tw. (201) exp heart transplantation/ (563) exp heart-lung transplantation/ (18) (heart adj transplant$).tw. (588) (cardiac adj transplant$).tw. (285) (cardial adj transplant$).tw. (0) (heart adj allograft).tw. (3) angioplasty, transluminal, percutaneous coronary/ (2705) ptca.tw. (1142) (coronary adj angioplasty).tw. (1730) (percutaneous adj coronary).tw. (1934) ((heart or cardiac or cardio$ or myocard$) and revasculari?ation).tw. (3049) exp coronary disease/ (9493) (coronary adj disease$).tw. (1835) heart disease$.tw. (7074) cardiovascular diseases/ (2801) exp heart diseases/ (23653) exp coronary artery bypass/ (4068) (bypass adj graft$).tw. (3892) exp myocardial revascularization/ (6781) cabg.tw. (1888) exp defibrillator/ (0) defibrillator$.tw. (942) exp pacemaker/ (0) pacemaker$.tw. (925) (catheter adj ablation).tw. (317) (heart adj artificial).tw. (5) (cardia$ adj artificial).tw. (0) (ventricular adj device$).tw. (1) LVAD.tw. (33) (cardia$ adj devic$).tw. (8) or/1-49 (45402) heart death/pc [Prevention] (0) exp cardiovascular risk/ (0) exp coronary risk/ (0) (CHD adj (risk or high?risk)).tw. (305) (CVD adj (risk or high?risk)).tw. (232) (cardiovascular adj (risk or high?risk)).tw. (2672) (heart disease adj (risk or high?risk)).tw. (251) (coronary adj (risk or high?risk)).tw. (363) (cv adj (risk or high?risk)).tw. (95) (cd adj (risk or high?risk)).tw. (0) exp hypertension/ (11689) hypertens$.tw. (22858) exp hyperlipidemia/ (3799) hyperlipid$.tw. (1831) $cholesterol$.tw. (12860) exp smoking/ (4084) 82
67 68 69 70 71 72 73 74 75 76 77 78 79 80 81 82 83 84 85 86 87 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 100 101 102 103 104 105 106 107 108 109 110 111 112 113 114 115 116 117 118 119 120 121 122 123
or/51-66 (41415) exp high risk population/ (0) ((risk or high?risk) adj (score or scoring)).tw. (326) exp risk assessment/ (4225) ((risk or high?risk) adj assessment$).tw. (1584) exp risk factor/ (12929) ((risk or high?risk) adj factor$).mp. (14050) ((risk or high?risk) adj management).tw. (132) exp risk management/ (4407) ((risk or high?risk) adj (management or managing)).tw. (132) exp risk reduction/ (363) ((risk or high?risk) adj reduc$).tw. (3080) ((risk or high?risk) adj equation$).tw. (50) ((risk or high?risk) adj chart).tw. (5) ((risk or high?risk) adj threshold).tw. (14) ((risk or high?risk) adj predict$).tw. (128) ((risk or high?risk) adj project$).tw. (6) ((risk or high?risk) adj table).tw. (6) ((risk or high?risk) adj chart).tw. (5) ((risk or high?risk) adj stratif*).tw. (442) or/68-86 (28290) cardiovascular disease/ (0) (coronary adj disease$).mp. (1897) heart disease$.tw. (7074) exp heart disease/ (0) exp myocardial infarction/ (6722) (myocardial adj infarct$).mp. (12791) exp myocardial ischemia/ (15635) exp angina pectoris/ (3723) (angina adj pectoris).mp. (3690) or/88-96 (26759) 87 and 97 (5405) 'new zealand chart$'.tw. (1) 'new zealand table$'.tw. (1) 'sheffield table$'.tw. (3) procam.tw. (4) 'General Rule to Enable Atheroma Treatment'.tw. (1) 'dundee guideline$'.tw. (1) 'dundee risk scor$'.tw. (8) 'dundee scor$'.tw. (1) 'shaper scor$'.tw. (1) (brhs adj3 score$).tw. (1) (brhs adj3 risk$).tw. (1) 'copenhagen risk'.tw. (3) 'copenhagen risk?'.tw. (3) (framingham adj1 (function or functions)).tw. (2) (framingham adj2 risk).tw. (116) 'framingham equation'.tw. (21) 'framingham model$'.tw. (10) 'framingham scor$'.tw. (13) 'framingham guideline$'.tw. (1) 'framingham risk$'.tw. (88) precard.tw. (2) (busselton adj2 risk$).tw. (1) (busselton adj2 score$).tw. (1) 'erica risk score$'.tw. (1) 'dundee scor$'.tw. (1) 83
124 125 126 127 128 129 130 131 132 133 134 135 136 137 138 139 140 141 142 143 144 145 146 147 148 149 150 151 152 153 154 155 156 157 158 159 160 161 162 163 164 165 166 167 168 169 170 171 172 173 174 175 176 177 178 179 180
'brhs scor$'.tw. (1) 'British Regional Heart study risk scor$'.tw. (1) 'brhs risk scor$'.tw. (1) 'ncep guideline$'.tw. (18) 'smac guideline$'.tw. (2) 'Systemic Coronary Risk Evaluation'.tw. (0) or/99-129 (168) 67 or 98 or 130 (44121) exp heart Surgery/ (142) Thorax Surgery/ (0) exp Coronary Artery Bypass/ (4068) exp Coronary artery surgery/ (0) Cardiopulmonary Bypass/ (1998) cabg.tw. (1888) (coronary adj3 bypass$).tw. (5220) (heart adj3 bypass$).tw. (214) ((coronay and artery) adj surgery).tw. (0) (cardiopulmonary adj3 bypass$).tw. (3100) ((heart or cardiac or cardio$ or myocard$) and revasculari?ation).tw. (3049) (cardiac and (surgery or surgical or operation)).tw. (6120) (cardial and (surgery or surgical or operation)).tw. (17) cardiosurgery.tw. (17) (heart and (surgery or surgical or operation)).tw. (6231) (thoracic and (surgery or surgical or operation)).tw. (1602) (myocardial and (surgery or surgical or operation)).tw. (3204) cardiomyoplasty.tw. (8) cardioplegia.tw. (526) (heart adj3 transplant$).tw. (681) (cardiac adj transplant$).tw. (285) (cardial adj transplant$).tw. (0) (valve adj (surgery or surgical or operation)).tw. (220) or/132-154 (18297) 50 or 131 or 155 (84837) exp Spirometry/ (1147) Spirography/ (0) spiromet$.tw. (2205) exp Lung function test/ (16473) Bronchospirography/ (0) bronchospirograph$.tw. (0) bronchospiromet$.tw. (1) lung function.tw. (3132) (breath$ adj3 exercise$).tw. (578) (breath$ adj3 measur$).tw. (709) (incentive adj3 breath$).tw. (27) Breathing Exercise.tw. (61) spirograph$.tw. (26) spirocare.tw. (4) Forced Expiratory Flow/ (0) (breath$ adj3 device$).tw. (115) triflo.tw. (7) (maxim$ adj3 inspira$).tw. (393) respiratory therap$.tw. (236) exp Physical Therapy Modalities/ (7698) physiotherap$.sh. (0) exp exercise/ (9044) exp Physical Exertion/ (0) exp Rehabilitation/ (8408) 84
181 182 183 184 185 186 187 188 189 190 191 192 193 194 195 196 197 198 199 200 201 202 203 204 205 206 207 208 209 210 211 212 213 214 215 216 217 218 219 220 221 222 223 224 225 226 227 228 229 230 231 232 233 234 235 236 237
exp Physical Fitness/ (1369) exp Exercise Test/ (5070) exp Exercise Tolerance/ (1089) exp SPORTS/ (4548) exp PLIABILITY/ (121) exp Physical Endurance/ (2954) ((physical adj3 therap*) or physiotherap* or physio-therap*).ti,ab. (3511) ((exercise or manual or manipulat* or zone) adj3 (therapy or therapies)).ti,ab. (1279) exertion$.ti,ab. (1293) exercis$.ti,ab. (23301) sport$.ti,ab. (1436) training.ti,ab. (15852) ((endurance or strength) adj3 training).ti,ab. (1548) (physical adj3 (activity or activities)).ti,ab. (3339) gait.ti,ab. (1238) massage.ti,ab. (845) rolfing*.ti,ab. (2) ((physical or motion) adj5 (fitness or therapy or therapies)).ti,ab. (2043) (physical$ adj2 endur$).ti,ab. (61) physical therapy.sh. (0) exercise.sh. (6294) rehabilitation.sh. (242) jog$.ti,ab. (185) swim$.ti,ab. (379) bicycl$.ti,ab. (1821) (cycle$ or cycling).ti,ab. (13145) walk$.ti,ab. (5279) (row or rowing).ti,ab. (292) (weight adj3 train$).ti,ab. (457) (muscle adj3 strength$).ti,ab. (1816) Electrotherap*.ti,ab. (144) Electrostimulation.ti,ab. (177) "Transcutaneous electrical nerve stimulation".ti,ab. (455) (Ultrasonic adj3 therap*).ti,ab. (37) ultrasonic therapy.sh. (441) ((strengthening or stretching) adj4 muscle$).ti,ab. (258) short wave therapy.sh. (18) (short adj wave adj3 therap*).ti,ab. (47) (Thermal adj3 therap*).ti,ab. (55) Hydrotherap*.ti,ab. (75) or/157-220 (77023) exp review/ (0) (medline or medlars or embase or pubmed).ti,ab,sh. (5554) (scisearch or psychlit or psyclit).ti,ab,sh. (282) (psycinfo or psychinfo).ti,ab,sh. (624) cinahl.ti,ab,sh. (1318) ((hand adj2 search$) or (manual$ adj search$)).tw. (2455) ((electronic adj database$) or (bibliographic adj database$)).tw. (4348) ((pooled adj analys$) or pooling).tw. (3901) (peto or dersimonian or (fixed adj effect) or mantel haenszel).tw. (5508) RETRACTED ARTICLE/ (0) or/223-231 (14222) 222 and 232 (0) exp meta analysis/ (48) meta?analys$.tw,sh. (668) (systematic$ adj5 review$).tw,sh. (16534) (systematic$ adj5 overview$).tw,sh. (233) 85
238 239 240 241 242 243 244 245 246
(systematic$ adj5 overview$).tw,sh. (233) (quantitativ$ adj5 overview$).tw,sh. (48) (methodologic$ adj5 review$).tw,sh. (3511) (methodologic$ adj5 overview$).tw,sh. (61) ((integrative adj5 research adj5 review$) or (research adj5 integration)).tw. (52) (quantitativ$ adj5 synthesi$).tw,sh. (318) or/234-243 (18343) 233 or 244 (18343) 156 and 221 and 245 (389)
12.a.4 PEDro PEDro was searched using the advanced search option. Studies of general fitness training for healthy populations are not indexed on PEDro. Searches for all systemic reviews (´method´) in the indexed subdisciplines ´cardiothoracics´, ´PAEDIATRICS´, ´GERONTOLOGY´, ´ERGONOMICS & OCCUPATIONAL HEALTH´ and ´NO APPROPRIATE VALUE IN THIS FIELD´ were conducted, in combination with the problems ´frailty´, ´impaired ventilation´, ´muscle weakness´, ´reduced exercise tolerance´, ´reduced work tolerance´ and ´no appropriate value´. An update for population 2 was performed on July 20, 2010. The advanced search option was used, for systematic reviews added since January 14 ,2010, in the indexed subdisciplines ´cardiothoracics´ and ´NO APPROPRIATE VALUE IN THIS FIELD´. 12.a.5 CINAHL CINAHL was searched on January 14, 2010. The search string was build in analogy to the Medline search (population 1 OR population 2 OR population 3) AND Intervention. Search results were limited to English articles, reviews or Systematic reviews and Medline indexed records were excluded. Smart text search was used. An update for population 2 (first part of the search string)was performed on July 20, 2010. The complete search strings were: "((MH "Rehabilitation+") or (MH "Home Rehabilitation+") or rehabilitat* or (MH "Angina Pectoris+/RH") or (MH "Myocardial Ischemia+/RH") or (MH "Heart Failure, Congestive+/RH") or (MH "Ventricular Dysfunction+/RH") or (MH "Heart Valve Prosthesis+/RH") or (MH "Heart Surgery+/RH") or (MH "Surgery, Cardiovascular/RH") or (MH "Angioplasty+/RH") or (MH "Heart Defects, Congenital+/RH") or (MH "Exertion+") or (MH "Physical Fitness+") or (MH "Exercise Test+") or (MH "Exercise Test, Cardiopulmonary") or (MH "Exercise Tolerance+") or (MH "Exertion+") or (MH "Physical Endurance+") or (MH "Sports+") or (MH "Pliability") or (MH "Physical Therapy+") or (MH "Chest Physical Therapy+") or (MH "Physical Therapy Practice, EvidenceBased") or (MH "Physical Therapy Practice, Research-Based") or (MH "Research, Physical Therapy") or (MH "Massage+") or (MH "Ultrasonic Therapy+") or (MH "Hydrotherapy+") or (MH "Respiratory Function Tests+") or (MH "Spirometry") or (MH "Breathing Exercises+") or (MH "Forced Expiratory Flow Rates+") or (MH "Research, Respiratory Therapy") or "physical AND (activity OR activities)" or exertion* or "physical* AND endur*" or "(strengthening or stretching) and muscle" or "weight* AND train*" or sport* or training or gait or rolfing or jog* or swim* or bicycle* or cycle* or cycling or walk* or row or rowing or exercise* or "(exercise OR manual OR manipulat* OR zone) AND (therapy OR therapies)" or physiotherapy* or "physical AND therap*" or massage or electrotherapy* or electrostimulati* or "Transcutaneous electrical nerve stimulation" or "(ultrasonic AND therap*)" OR " (short-wave AND therap*)" OR " (short AND wave AND therap*)" OR " (thermal AND therap*)" or hydrotherapy* or " (lung AND function)" or spiromet* or spirograph* or "(breath* and exercise*)" or "(breath* and measure*)" or "(incentive and breath*)" or spirocare or triflo or "(breath* and device*)" or "(maxim* and inspira*)" or "(respirat* and therap*)") and ("(cardiovascular OR coronary OR CHD OR CVD OR heart OR cv OR cd AND (risk OR high-risk))" OR hypertensi* OR hyperlipidemia* or hyperlipidaemia* OR hypercholesterolaemia* or hypercholesterolemia* OR smoke OR smoking OR (MH "Cardiovascular Risk Factors") OR (MH "Hypertension+") OR (MH "Hyperlipidemia+") OR (MH "Smoking") or "(new AND zealand AND chart*) OR (new AND zealand AND table*) OR (Sheffield table*) OR procam OR (General Rule to Enable Atheroma Treatment) OR (Dundee guideline*) OR (Dundee scor*) OR (shaper scor*) OR (brhs scor*) OR
86
(brhs risk*) OR (Copenhagen risk*) OR precard OR Framingham OR busselton OR (Erica risk*) OR (British Regional Heart study risk scor*) OR (ncep guideline*) OR (smac guideline*)" or (MH "Heart Diseases+") OR (MH "Cardiovascular Diseases") or (MH "Angina Pectoris+") or (MH "Myocardial Ischemia+") or (MH "Heart Failure, Congestive+") or (MH "Ventricular Dysfunction+") or (MH "Angioplasty+") or (MH "Myocardial Revascularization+") or (MH "Myocardial Reperfusion") or (MH "Coronary Artery Bypass+") or (MH "Drug-Eluting Stents") or (MH "Stents+") or (MH "Angioplasty, Transluminal, Percutaneous Coronary") or (MH "Heart Surgery+") or (MH "Cardiac Patients") or (MH "Heart Defects, Congenital+") or (MH "Cardiac Pacing, Artificial+") or (MH "Heart, Artificial+") or (MH "Heart Assist Devices+") or (MH "Pacemaker, Artificial+") or (MH "Defibrillators, Implantable") or (MH "Catheter Ablation") or Angina* or "infarct* and heart" or "infarct* and cardia*" or "infarct* and ischemi*" or "cardia* and ischemi*" or "cardia* and ischaemi*" or "coronary and disease" or "coronary and thrombos*" or "coronary and ischem*" or "coronary and ischaem*" or "heart and failure" or "cardia* and failure" or "valv* and prosthesi*" or cabg or "bypass and coronary" or "bypass and cardia*" or "stent* and cardia*" or "stent* and coronary" or pci or ptca or "percutan* and coronary" or angioplasty or "heart and transplant*" or "cardia* and tansplant*" or lvad or "ventric* AND assist* AND device*" or "cardia* AND assist* AND device*" or "heart and artificial" or "cardia* and artificial" or " heart-assist* AND device*" or "vascular-assist* AND device*" or "heart-assist* AND pump*" or pacemaker or defibrillator* or "catheter and ablation" or (MH "Heart Surgery+") or (MH "Surgery, Cardiovascular") or "(cardiac or cardial or heart or valve or valvular) and (surgery or operation or surgical)" or cabg or "(bypass and (coronary or cardia*) and (surgery or operation or surgical)" or "(heart and transplant*)" or "(cardia and transplant*)")" OR "((MH "Rehabilitation+") or (MH "Home Rehabilitation+") or rehabilitat* or (MH "Angina Pectoris+/RH") or (MH "Myocardial Ischemia+/RH") or (MH "Heart Failure, Congestive+/RH") or (MH "Ventricular Dysfunction+/RH") or (MH "Heart Valve Prosthesis+/RH") or (MH "Heart Surgery+/RH") or (MH "Surgery, Cardiovascular/RH") or (MH "Angioplasty+/RH") or (MH "Heart Defects, Congenital+/RH") or (MH "Exertion+") or (MH "Physical Fitness+") or (MH "Exercise Test+") or (MH "Exercise Test, Cardiopulmonary") or (MH "Exercise Tolerance+") or (MH "Exertion+") or (MH "Physical Endurance+") or (MH "Sports+") or (MH "Pliability") or (MH "Physical Therapy+") or (MH "Chest Physical Therapy+") or (MH "Physical Therapy Practice, EvidenceBased") or (MH "Physical Therapy Practice, Research-Based") or (MH "Research, Physical Therapy") or (MH "Massage+") or (MH "Ultrasonic Therapy+") or (MH "Hydrotherapy+") or (MH "Respiratory Function Tests+") or (MH "Spirometry") or (MH "Breathing Exercises+") or (MH "Forced Expiratory Flow Rates+") or (MH "Research, Respiratory Therapy") or "physical AND (activity OR activities)" or exertion* or "physical* AND endur*" or "(strengthening or stretching) and muscle" or "weight* AND train*" or sport* or training or gait or rolfing or jog* or swim* or bicycle* or cycle* or cycling or walk* or row or rowing or exercise* or "(exercise OR manual OR manipulat* OR zone) AND (therapy OR therapies)" or physiotherapy* or "physical AND therap*" or massage or electrotherapy* or electrostimulati* or "Transcutaneous electrical nerve stimulation" or "(ultrasonic AND therap*)" OR " (short-wave AND therap*)" OR " (short AND wave AND therap*)" OR " (thermal AND therap*)" or hydrotherapy* or " (lung AND function)" or spiromet* or spirograph* or "(breath* and exercise*)" or "(breath* and measure*)" or "(incentive and breath*)" or spirocare or triflo or "(breath* and device*)" or "(maxim* and inspira*)" or "(respirat* and therap*)") and ( "(risk AND factor*)" OR (MH "Risk Assessment") OR "risk AND assessment" OR "risk AND assessor" OR "risk AND (function OR functions OR equation* OR chart OR charts OR tool OR tools OR appraisal OR calculation* OR calculator* OR engine* OR table* OR tabulation OR threshold* OR (scoring AND method) OR scheme OR schemes OR (scoring AND system) OR predicting OR prediction OR (predictive AND instrument)" OR cdss) and ((MH "Death, Sudden, Cardiac/PC") OR (MH "Heart Diseases+/PC") OR (MH "Cardiovascular Diseases/PC") or (MH "Angina Pectoris+/PC") or (MH "Myocardial Ischemia/+PC") or (MH "Heart Failure, Congestive+/PC") or (MH "Ventricular Dysfunction+/PC") or (MH "Angioplasty+") or (MH "Myocardial Revascularization+") or (MH "Myocardial Reperfusion") or (MH "Coronary Artery Bypass+") or (MH "Drug-Eluting Stents") or (MH "Stents+") or (MH "Angioplasty, Transluminal, Percutaneous Coronary") or "(heart OR cardia*) AND (death OR mortality)" or "heart AND disease*" OR cvd OR cd OR chd OR cd OR angina* or 87
"infarct* and heart" or "infarct* AND cardia*" OR "cardia* AND ischaemi*" OR "cardia* AND ischemi*" OR "coronary AND disease" OR "coronary AND thrombos*" or "coronary AND ischaemi*" OR "coronary AND ischemi*" OR "heart and failure" or "cardia* and failure" or cabg or "bypass and coronary" or "bypass and cardia*" or "stent* AND cardia*" OR "stent* AND coronary" OR PCI OR PTCA OR "percutan* AND coronary" OR angioplasty)" 12.b Detailed searches guidelines 12.b.1 Medline Medline was searched on January 15, 2010. The search string used was: (population 1 OR population 2 OR population 3) AND Intervention AND study design AND English AND humans, restricted to the past 10 years. The thesaurus was similar to the thesaurus used for the search for systematic reviews, except study design. 12.b.1.1 Study design
"guideline"[pt] OR "practice guideline"[pt] OR "health planning guidelines"[mh] OR "consensus development conference"[pt] OR "consensus development conference, nih"[pt] OR "consensus development conferences"[mh] OR "consensus development conferences, nih"[mh] OR "guidelines"[mh] OR "practice guidelines"[mh] OR (consensus[ti] AND statement[ti]) 12.b.2 National Guideline Clearing House Searched January 20 2010 with the detailed search: Treatment/Intervention: "physical therapy" or physiotherapy or (physical and therapy) or exercise Clinical Specialty: Cardiology, Preventive Medicine, Thoracic Surgery Publication Date(s): 2010, 2009, 2008, 2007, 2006, 2005, 2004, 2003, 2002, 2001, 2000, 1999 And the frequent searches: ´cardiac rehabilitation´ and ´heart disease, prevention ´. 12.b.3 GIN database Jan 27, 2010 10:59 AM (advanced): Languages: Dutch, English Publication Status: Published Publication Types: Guideline MeSH Terms: Heart Failure, Congestive (C14.280.434) Exercise Movement Techniques (E02.403) Preoperative Care (E04.641) Myocardial Ischemic Disorders / Myocardial Ischemia (C14.280.647) Abnormalities (C16.131) Arrhythmia (C14.280.067) Cardiac Surgical Procedures (E04.100.376) Heart Diseases (C14.280) Cardiovascular Abnormalities (C14.240) Defibrillators, Implantable (E07.695.175) Physical Therapy Techniques (E02.779) Organ Transplantation (E04.936.450) Rehabilitation (E02.831) Thoracic Surgical Procedures (E04.928) Search Type advanced Search Results: 194
88
12.b.4 Websites professional organisations 12.b.4.1 Netherlands
‐ ‐ ‐
Physical therapy, Royal Dutch Society for Physical Therapy (KNGF): https://www.kngfrichtlijnen.nl/567/Welkom-op-de-website.htm Cardiology, Netherlands Society of Cardiology (NVVC): http://www.nvvc.nl/UserFiles/Richtlijnen/Richtlijnen.htm Guidelines, Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg (CBO): http://www.cbo.nl/thema/Richtlijnen/Overzicht-richtlijnen/. Searched by topic: ´cardiovasculaire aandoeningen´, en ´overig´
12.b.4.2 Germany
‐
‐ ‐
Physical therapy: Deutscher Verband fuer Physiotherapie (ZVK): http://www.physioakademie.de/, and the Federal Association of Self-employed Physiotherapists (IFK): http://www.ifk.de/inhalt/ Cardiology, German cardiac Society (DGK): http://leitlinien.dgk.org/ Guidelines: http://leitlinien.net/, German Disease Management Guidelines: http://www.khk.versorgungsleitlinien.de/
12.b.4.3 United Kingdom
‐ ‐ ‐
‐
Physical therapy, Chartered Society of Physiotherapy (CSP): http://csplis.csp.org.uk/olibcgi (searched with keywords ´CSP´ and ´guideline´) Cardiology, British Cardiovascular Society: http://www.bcs.com/pages/file_search.asp (searched with keyword ´guideline´). Guidelines: National Institute for Health and Excellence (NICE): http://guidance.nice.org.uk/Topic?textonly=false. Searched as in NICE guidance by topic: cardiovascular; endocrine, nutritional and metabolic. Guidelines: Scottish Intercollegiate Guidelines Network (SIGN): http://www.sign.ac.uk/guidelines/published/index.html. Topics: ´CHD and stroke´, ´child health´, ´other vascular disease´, ´surgery´ and ´other´.
12.b.4.4 Europe
‐ ‐
Physical therapy, European Region of World Confederation for Physical Therapy (ERWCPT): http://www.physio-europe.org/index.php?action=19 Cardiology, European Society of Cardiology (Escardio): http://www.escardio.org/guidelines-surveys/esc-guidelines/Pages/GuidelinesList.aspx
89
12.c Reviews geëxcludeerd na full text beoordeling Tabel 38 Reviews geëxcludeerd na full-text beoordeling (inclusief zes studies die niet te vinden waren of niet beschikbaar waren) 1 2 3 4
Reference (Adams, 2000) (Arthur, 2006a) (Ades, 1997) (Allen, 2010)
5 (Al-Mukhaini, 2002) 6 (Alpert, 1994) 7 8 9 10 11 12
(Amin, 2006) (Anderson, 1996) (Anderson, 2006) (Anderson, 2002) (Andrawes, 2005) (Angus, 2004)
13 14 15 16
(Appleton, 2004) (Arena, 2008) (Armstrong, 1994) (Aronow, 1997)
17 (Aronow, 1998) 18 (Aronow, 1992) 19 (Arroll, 1992) 20 21 22 23 24 25 26
(Arthur, 2006b) (Ashenden, 1997) (Ashworth, 2009) (Astin, 2003) (Atkinson, 2006) (Auer, 2008) (Baillie, 1994)
27 (Barengo, 2007) 28 (Bartlo, 2007) 29 (Bassey, 2000) 30 (Bassuk, 2003) 31 (Batty, 2002) 32 (Bausewein, 2008) 33 (Beilin, 2004) 34 (Benson, 2008) 35 (Berlin, 1990) 36 37 38 39 40 41 42 43
(Bernadet, 1995) (Beswick, 2008) (Beswick, 2004) (Beswick, 2005) (Bhatt, 2007) (Bird, 2006) (Bittner, 2005) (Bloomer, 2003)
44 (Blumenthal, 1988) 45 (Bobbio, 1989) 46 (Bodner, 2009)
Reason for exclusion Wrong study type (SR of RCTs and observational studies) Unavailable Out of scope (focus on cost-effectiveness) Focus on nursing interventions Compares invasive vs. non-invasive approach in patients with a non-Q wave MI. Is a narrative review based on a Medline search Review. No details on the search strategy. No systematic quality appraisal. Includes other types of studies than just RCTS Review. No details on the search strategy. No systematic quality appraisal. No information on exercise therapy or physiotherapy Out of scope (focus on social support) Provides a framework for further studies Narrative review (no search strategy, no selection criteria, no quality appraisal) Review. No Quality appraisal of included studies. Cohort studies included Observational study Narrative review. No details on literature search, no selection criteria, no quality appraisal Narrative review (no search strategy, no selection criteria, no quality appraisal) Narrative review (no detailed search, no quality appraisal). Narrative review (no detailed search strategy, no selection criteria, no quality appraisal) Narrative review (no detailed search, no quality appraisal). Only a few sentences on exercise therapy. Not on exercise/exercise therapy Systematic review that included randomised and non-randomised studies, healthy and high-risk populations No information on physiotherapeutic interventions. Includes qi gong, tai chi, acupuncture, transcendental meditation and chelation Wrong intervention (by general practitioners or nurses) Wrong comparison (home-based exercise vs. institution-based exercise) Wrong study type (overview of reviews, used for reference tracking) Out of scope (focus on sudden cardiac events) No information on exercise therapy or physiotherapy Wrong interventions (no exercise or physiotherapeutic interventions) Narrative review. No details on literature search, no selection criteria, no quality appraisal No quality appraisal Narrative review (no search strategy, no selection criteria, no quality appraisal) Narrative review. No details on literature search, no selection criteria, no quality appraisal Review that includes observational studies. No quality appraisal Out of scope (mix of interventions - including physiotherapeutic interventions - and a mix of populations - including chronic heart failure interventions-) Narrative review. No details on literature search, no selection criteria, no quality appraisal Out of scope (8/12 included studies on obese children, several non-RCTs included) Systematic review of observational studies Narrative review. No details on literature search, no selection criteria, no quality appraisal Wrong intervention (multifactorial, not physiotherapy or exercise) Out of scope (focus on compliance, adherence9 Out of scope (focus on compliance, adherence10 Narrative review (no selection criteria, no quality appraisal) Narrative review (no search strategy, no selection criteria, no quality appraisal) Narrative review (no search strategy, no selection criteria, no quality appraisal) Out of scope (relationship between training and cardiac hypertrophy) Narrative review. No details on literature search, no selection criteria, no quality appraisal No quality appraisal Does not include studies on physiotherapists but only on other health professions giving
90
Reference 47 (Boulware, 2001) 48 (Braith, 2002)
49 50 51 52 53 54
(Bravata, 2007) (Brennan, Jr., 2002) (Breteler, 1996) (Brezinka, 1996) (Briffa, 2002) (Brodie, 2004)
55 (Brooks, 2001) 56 (Brown, 2009)
57 (Budnick, 2009) 58 59 60 61 62 63 64 65 66 67 68
(Bulpitt, 2005) (Cahalin, 2006) (Campbell, 2007) (Campbell, 1999) (Cannon, 1999) (Carlsson, 1999) (Carroll, 2008) (Carroll, 2004) (Castro, 2009) (Ceconi, 2005) (Chernoff, 2002) (Chintanadilok, 69 2002) 70 (Cleroux, 1999) 71 (Coats, 2001) 72 (Cohn, 1994) 73 74 75 76 77 78 79 80 81 82 83
(Conn, 2009a) (Conn, 2009b) (Cooper, 2002) (Cornelissen, 2005a) (Cornelissen, 2005b) (Cortes, 2006) (Cortes, 2009) (Costa, 2002) (Cowan, 2009) (Cowell, 2004) (Crookes, 1997)
84 85 86 87
(Cropley, 2008) (Cropley, 2008) (Cucherat, 2007) (Cupples, 2001)
88 89 90 91 92 93
(Dacey, 2005) (Dahlof, 1992) (Davies, 2010b) (Davidson, 2007) (Daviglus, 2006) De C;Eales CJ;
94 95 96 97
(Devine, 1995) (DiBianco, 2003) (Dickinson, 2006b) (Dinnes, 1999)
Reason for exclusion stop smoking advice Wrong intervention (counselling, self-monitoring of BP, and structured teaching courses) Narrative review (no search strategy, no selection criteria, no quality appraisal) Includes both RCTs and observational studies. Includes studies undertaken in different patient groups, e.g. arthritis patients or COPD patients; in some RCTs the only difference between intervention and control is the pedometer. Data cannot be separated out for the target groups in our study Clinical lesson Narrative review (no search strategy, no selection criteria, no quality appraisal) Narrative review (no detailed search, no selection criteria, no quality appraisal) Summary of another study we selected for full text review Out of scope (sets the research agenda) Wrong intervention and wrong populations (peri-operative (not preoperative) physiotherapy; mainly no-cardiac surgery) Narrative review (no search strategy, no selection criteria, no quality appraisal) Systematic review of both RCTs and observational studies, of studies that compare different kinds of exercise therapy and of studies that compare exercise therapy with no therapy Narrative review. No details on literature search, no selection criteria, no quality appraisal Review of observational studies Wrong population (no children at high-risk for CVD) Guideline, the results of the underlying SR are not presented in a useable way Narrative review (no search strategy, no selection criteria, no quality appraisal) Narrative review (no search details, no quality appraisal) Out of scope (focus on behaviour change) Narrative review (no search strategy, no selection criteria, no quality appraisal) Narrative review (no search details, no selection criteria, no quality appraisal) Narrative review (no search, no selection criteria, no quality appraisal) Narrative review (no search strategy, no selection criteria, no quality appraisal) Narrative review (no search strategy, no selection criteria, no quality appraisal) No quality appraisal Narrative review. No details on literature search, no selection criteria, no quality appraisal Narrative review. No details on literature search, no selection criteria, no quality appraisal Wrong population and study types (mixed populations of chronic patients, noncontrolled studies included) Examines interventions to increase physical activity Out of scope (focus on attendance) No quality appraisal No quality appraisal Out of scope (focus on referral) On mobilisation as an intervention Narrative review (no search strategy, no selection criteria, no quality appraisal) Narrative review (no search strategy, no selection criteria, no quality appraisal) Narrative review (no search strategy, no selection criteria, no quality appraisal) Narrative review (no search strategy, no selection criteria, no quality appraisal) Wrong intervention (non- exercise, non-physiotherapists interventions such as counselling and drug treatment) On acute, not chronic, medical conditions Out of scope (assesses the relationship between heart rate reduction and mortality) Narrative review (no search details, no selection criteria, no quality appraisal) Wrong intervention (client-centred counselling approach to motivate for physical activity) Wrong intervention (non-pharmacological treatment excluded) Duplicate of (Davies, 2010a) Out of scope (not on physiotherapy or exercise) Narrative review (no search strategy, no selection criteria, no quality appraisal) Untraceable Wrong interventions and study types (mix of interventions with the majority nonphysiotherapy and only a minority on physiotherapeutic interventions e.g. relaxation therapy; mix of study types, including non-controlled studies) Narrative review (no search strategy, no selection criteria, no quality appraisal) Letter Wrong study type (overview of reviews)
91
98 99 100 101 102 103 104 105 106 107 108 109 110 111 112 113 114 115 116 117
Reference (Dishman, 2006) (Dobbels, 2002) (Dodd, 2005) (Mullen, 1992) (Douard, 1994) (Dowling, 2001) (Dracup, 1994) (Drowatzky, 1999) (Duffy, 2004) (Duggan, 2001) (Dunn, 1998) (Durstine, 2001) (Dusing, 2006) (Dusseldorp, 1999) (Duvernoy, 1999) (Eakin, 2000) (Eaton, 1992b) (Eaton, 1992a) (Eaton, 1998) (Ebben, 2006)
118 (Ebrahim, 2000) 119 (Ebrahim, 1998)
120 121 122 123 124 125 126 127 128 129 130 131 132
(Ebrahim, 1997) (Ecder, 2001) (Effgen, 2008) (Engblom, 1993) (Erbs, 2006) (Ernst, 2005) (Eshah, 2009) (Fagard, 2006) (Fagard, 1995) (Fagard, 2005) (Fagard, 2001) (Fagard, 1993) (Fagard, 1999)
133 134 135 136 137 138 139 140 141 142 143 144 145 146 147 148 149
(Fagard, 1997) (Fagard, 2007) (Fahey, 2006) (Faloon, 2009a) (Faloon, 2009b) (Faloon, 2009c) (Fantin, 2005) (Feijts, 2004) (Feldman, 1992) (Fihn, 2001b) (Finlayson, 1997) (Fiore, 2008) (Fleming, 2008) (Fletcher, 1996) (Fodor, 1999) (Forcier, 2006) (Foreyt, 1996)
150 (Forti, 2006) 151 152 153 154 155 156 157
(Foster, 2009) (Franklin, 2004) (Franklin, 2000) (Fredriksen, 2002) (Freitas, 2007) (French, 2006) (Freund, 2009)
Reason for exclusion Out of scope (focus on which interventions increase physical activity) Narrative review (no search strategy, no selection criteria, no quality appraisal) Wrong population (people with Down syndrome, not the general population) Wrong intervention (educational interventions) French Narrative review (no search strategy, no selection criteria, no quality appraisal) Narrative review (no selection criteria, no quality appraisal) Narrative review (no search strategy, no selection criteria, no quality appraisal) Out of scope (focus on multidisciplinary disease management) Wrong intervention (not on exercise or physiotherapy) Wrong intervention (life style physical exercise) Narrative review (no search strategy, no selection criteria, no quality appraisal) Out of scope (on overcoming barriers to effective blood pressure control) Out of scope (focus on psycho educational programmes) Narrative review (no search strategy, no selection criteria, no quality appraisal) Wrong population (mix of healthy, high-risk and diseased persons) Wrong study type (SR of observational cohorts) Wrong types of study included (includes observational and cross-sectional studies) Wrong intervention (physical activity counselling in primary care office) Narrative review (no search strategy, no selection criteria, no quality appraisal) Wrong intervention (multiple risk factor intervention using counselling and educational methods) No quality appraisal Out of scope (focus on multiple risk factor interventions, thus of the RCTs included only a few have an exercise component. If an exercise component is present the effect of exercise cannot be separated out from the other interventions given, such as blood pressure lowering drugs, stop smoking treatment etc.) Narrative review (no search strategy, no selection criteria, no quality appraisal) Wrong population (children with disabilities) Narrative review (no search strategy, no selection criteria, no quality appraisal) Narrative review (no search strategy, no selection criteria, no quality appraisal) Narrative review (no search strategy, no selection criteria, no quality appraisal) Out of scope (focus on the role of nurses in cardiac rehabilitation) Double publication of studies already included Double publication of studies already included Narrative review (no search strategy, no selection criteria, no quality appraisal) No quality appraisal Wrong population (healthy, not high-risk, persons) Wrong population (normotensives and hypertensives combined; no quality appraisal) Wrong study types and populations included (observational studies of mainly healthy subjects) Double publication of studies already included Wrong type of intervention (non-exercise or physiotherapist-led interventions) Clinical lesson Sort of an editorial Sort of an editorial Narrative review (no search strategy, no selection criteria, no quality appraisal) Dutch Out of scope (focus on drug treatment) Treatment guideline Narrative review (no search strategy, no selection criteria, no quality appraisal) Out of scope (no information on exercise or physiotherapy) Out of scope (focus on lifestyle counselling) Narrative review (no search strategy, no selection criteria, no quality appraisal) On dietary intervention Out of scope (on stress response) Narrative review (no search strategy, no selection criteria, no quality appraisal) Narrative review. No details on literature search, no selection criteria, no quality appraisal Wrong intervention (wide range of interventions for promoting physical activity, not by physiotherapists) Wrong study type (editorial) Narrative review (no search strategy, no selection criteria, no quality appraisal) Summary of another study we selected for full text review Wrong intervention (post-operative) Out of scope (focus on attendance) Systematic review (exercise or physiotherapy is not included as an intervention)
92
162 163 164 165
Reference (Fu, 2004a) (Fu, 2004b) (Gallagher, 2003) (Ganley, 2000) (Garcia-Lizana, 2007) (Gary, 2002) (Gensini, 2003) (Geurian, 1992)
166 167 168 169 170 171 172 173 174
(Gillison, 2009) (Glasgow, 1988) (Gluckman, 2005) (Godin, 1989) (Goldberg, 1997) (Goldberg, 2010) (Golding, 2004) (Gorin, 2004) (Gotlib, 2005)
175 176 177 178 179 180 181 182 183 184 185 186 187 188 189 190 191 192
(Gotlib, 2008) (Gotto, 1994) (Grace, 2002) (Greenland, 1988) (Griffiths, 1996) (Grundy, 2002) (Gueyffier, 1996) (Guo, 2008) (Gutin, 1996) (Gwadry-Sridhar, 2004) (Haennel, 2002) (Hager, 1996) (Hajek, 2009) (Halar, 1995) (Hall, 2000) (Halperin, 1999) (Hamer, 2008b) (Hamer, 2008a)
193 194 195 196 197 198 199 200 201
(Hamer, 2006) (Hamm, 2008) (Hancock, 2005) (Hansen, 2005) (Harris, 2004) (Hathaway, 1986) (Hawk, 2007) (Herkner, 2003) (Herman, 2005)
158 159 160 161
202 (Hillsdon, 1996) 203 (Hillsdon, 1995) 204 (Hirth, 1994) 205 (Hobbs, 2004) 206 (Holland, 2005) 207 (Houde, 2002) 208 209 210 211 212 213 214 215
(Hudon, 2008) (Hughes, 2009) (Hunt, 2009a) (Hwang, 2004) (Hwang, 2008) (Hwang, 2009) (Iestra, 2005) (Imms, 2004)
Reason for exclusion Narrative review (no search strategy, no selection criteria, no quality appraisal) Narrative review (no search strategy, no selection criteria, no quality appraisal) On tai chi, qi gong or yoga Narrative review (no search strategy, no selection criteria, no quality appraisal) Wrong intervention (no exercise therapy) Out of scope (focus on programme design) Narrative review (no search strategy, no selection criteria, no quality appraisal) Narrative review (no search strategy, no selection criteria, no quality appraisal) Wrong population (either healthy - no specific cardiovascular risk factors described- or diseased - but CVD cannot be separated out) Narrative review (no search details, no quality appraisal) Narrative review (no selection criteria, no quality appraisal) Narrative review (no search strategy, no selection criteria, no quality appraisal) Narrative review (no search details, no quality appraisal) Continuing medical education Wrong outcome (behavioural change) Wrong intervention (counselling, not by physiotherapists) No RCTs on (the prevention of) cardiac disease included Wrong study type (SR of RCTs and observational studies; no relevant populations involved) Narrative review (no search strategy, no selection criteria, no quality appraisal) Out of scope (focus on gender differences in cardiac rehabilitation) Narrative review (no explicit selection criteria, no quality appraisal) Narrative review (no search strategy, no selection criteria, no quality appraisal) Out of scope (exercise is only mentioned and not examined systematically) Wrong intervention (drug treatment) On tai chi, qi gong or yoga Narrative review (no search strategy, no selection criteria, no quality appraisal) Wrong intervention (heart failure–specific patient education intervention coupled with a post-discharge follow-up assessment) Wrong study type (overview of reviews) Narrative review (no search strategy, no selection criteria, no quality appraisal) Wrong intervention (not on exercise or physiotherapy) Narrative review (no search strategy, no selection criteria, no quality appraisal) Out of scope (focus is not on exercise therapy) Narrative review (no search strategy, no selection criteria, no quality appraisal) Review of cohort studies Wrong intervention (active commuting to work) Out of scope (examines the effect of exercise on the blood pressure response to a stressor) Narrative review (no search strategy, no selection criteria, no quality appraisal) Narrative review Wrong study type (SR of RCTs and observational studies) Narrative review (no search, no selection criteria, no quality appraisal) Wrong study type (SR of a mix of RCT and observational studies) Wrong population (no cardiac patients, or high-risk persons) On mobilisation as an intervention Wrong intervention (not on exercise or physiotherapy) Wrong intervention (interventions to increase activity with exercise behaviour as the dependent variable) Wrong outcome (physical activity promotion) Narrative review. No details on literature search, no selection criteria, no quality appraisal Narrative review (no search strategy, no selection criteria, no quality appraisal) Wrong intervention (multidisciplinary interventions) Wrong populations and study design (both healthy, high-risk and CVD patients included) Out of scope (not a physiotherapeutic intervention to increase level of physical activity) Or: Wrong outcome (increase in level of physical activity) Wrong study type (overview of reviews, no information on exercise or physiotherapy) Focus on recommendations, not on SR Wrong intervention (not on exercise or physiotherapy) Narrative review (no quality appraisal) Narrative review (no quality appraisal) Narrative review (no quality appraisal) Narrative review (no search strategy, no selection criteria, no quality appraisal)
93
Reference (Ioannou, 2005) (Isles, 2003) (Jacobson, 2007) (Jennings, 1998) (Jessup, 2009) (Joanna Briggs 221 Institute, 2008) 222 (Johansson, 2006) 223 (Jovicic, 2006) 216 217 218 219 220
224 225 226 227 228 229 230 231 232 233
(Kahn, 2002) (Kantor, 2010) (Karalis, 2009) (Karmisholt, 2005a) (Karmisholt, 2005b) (Katritsis, 2005) (Kavanagh, 1998) (Kay, 2006) (Kehlet, 2002) (Kelley, 1996)
234 (Kelley, 1997) 235 236 237 238 239 240 241
(Kelley, 1994) (Kelley, 1999a) (Kelley, 1995) (Kelley, 2008b) (Kelley, 2006a) (Kelley, 1999b) (Kelley, 2008a)
242 (Kelley, 2000) 243 244 245 246
(Kelley, 2007a) (Kelley, 2006b) (Kelley, 2004b) (Kelley, 2005b)
247 (Kelley, 2004a) 248 (Kelley, 2005a) 249 (Kelley, 2001b) (Kelley, 2009) 250 (Kelley, 2003a) 251 (Kelley, 2001a) 252 (Kelley, 2003b) 253 254 255 256
(Kelley, 2006c) (Kelley, 2007b) (Kemi, 2010) (Kendrick, 1991)
257 (Kerr, 2000) 258 (Kerzner, 2001) 259 (Keteyian, 2010) 260 261 262 263 264 265 266
(Ketola, 2000) (Khan, 2007) (Khan, 2009a) (Khan, 2005) (Khan, 2006) (King, 1998) (King, 1999)
267 268 269 270
(Kinney, 1996) (Kirk, 2004) (Kitzman, 1993) (Klein, 1996)
Reason for exclusion Narrative review (no search strategy, no selection criteria, no quality appraisal) Wrong type of study (summary of a guideline) Out of scope (only a minor, non systematic part on exercise) Wrong intervention (life style interventions are presented as one group) Focus on recommendations, not on SR Narrative review. No details on literature search, no selection criteria No quality appraisal Wrong intervention (self-management interventions) Wrong intervention (increasing physical activity: informational, behavioural and social, and environmental and policy changes) Narrative review, not on physiotherapy Narrative review (no selection criteria, no quality appraisal) Overview of reviews (used for reference tracking) Overview of reviews (used for reference tracking) Wrong intervention (not on exercise or physiotherapy) Wrong type of study (editorial) Wrong population (abdominal fat is highly correlated with obesity) Wrong intervention (not on exercise or physiotherapy) Wrong population (non-high risk - healthy - persons) Wrong type of studies included (systematic review that includes non-randomised experimental studies) Wrong type of outcome (looks at within group change, not at between group difference) Wrong population (non-high risk - healthy - persons) Wrong population (normotensives) Includes the results of other reviews we found in our search Wrong population (mix of hypertensives and normotensives) Wrong population (mix of hypertensives and normotensives) Wrong population (mix of population at high-risk and healthy - non-high risk - persons) Wrong population (mix of population at high-risk or with CVD and healthy - non-high risk - persons) Wrong population (non-high risk - healthy - persons, or persons with overweight or diabetes) Wrong outcome (primary risk factor in people with cardiac disease) Wrong population (mix of healthy and high-risk populations) Wrong population (mix of population at high-risk and healthy - non-high risk - persons) Wrong population (mix of population at high-risk, CVD populations and healthy - nonhigh risk - persons) Wrong population (non-high risk - healthy - persons) Wrong outcome (blood pressure, in sedentary people) Wrong population (mix of healthy and high-risk populations) Wrong population (mix of normotensives and hypertensives) Wrong population (mix of normotensives and hypertensives) Wrong population (mix of normotensives and hypertensives) Wrong population (mix of population at high-risk, CVD populations and healthy - nonhigh risk - persons) Wrong population (persons with diabetes) Narrative review Wrong study type (letter) Narrative review (no search details, no detailed selection criteria, no systematic quality appraisal) Unavailable Narrative review Wrong study type (no quality appraisal, mix of interventions of which a small minority is exercise) Focus on recommendations, not on SR Focus on recommendations, not on SR Focus on recommendations, not on SR Focus on recommendations, not on SR Wrong intervention (interventions to promote physical activity) Wrong study type (chart review) Wrong interventions and study types (mix of apparently non-physiotherapeutic interventions; mix of study types, including non-controlled studies) Out of scope (examines the effect of diabetes on survival after a myocardial infarction) Narrative review (no search strategy, no selection criteria, no quality appraisal) Narrative review (no search strategy, no selection criteria, no quality appraisal)
94
271 272 273 274 275 276 277 278 279 280 281 282 283 284 285 286 287 288 289 290
Reference (Klein, 2004) (Kloner, 1992) (Kodama, 2009) (Kodama, 2007) (Kohl, III, 2001) (Kojima, 2006) (Kramer, 2006) (Kruk, 2007) (Krummel, 2001) (Kugler, 1994) (Kujala, 2004) (Kuramoto, 2006) (Kwiterovich, 2008) (La Croix, 1997) (LaFontaine, 2003) (LaFontaine, 1994) (LaFontaine, 2008) (LaMonte, 2002) (Lancaster, 2006) (LaPier, 2002)
291 292 293 294 295 296 297 298 299 300 301 302
(Larsen, 2005) (Latal, 2006) (Latham, 2004) (Lattanzio, 2000) (Lavie, 2003) (Law, 1995) (Le, 2008) (Lear, I, 2001) (Lee, 2001) (Lee, 2007a) (Lee, 2007b) (LeMura, V, 1990)
303 (Lenz, 2005) 304 (Lenz, 2008) 305 306 307 308 309 310 311
(Leon, 2001) (Lett, 2005) (Levack, 2006) (Libonati, 2002) (Liesbon, 1999) (Linden, 2006) (Linden, 1996)
312 313 314 315 316 317 318 319 320 321 322 323 324 325 326 327
(Linden, 1994) (Lochner, 2006) (Lockhart, 2000) (Loomba, 2008) (Lopes, 2008) (Low, 1993) (Lowensteyn, 2000) (Lyons, 2002) (Mackie, 2006) (Maddens, I, 2005) (Mandic, 2006) (Manson, 2001) (Margetts, 1999) (Maron, 2002) (Marwick, 2004) (Mayer, 1999)
328 329 330 331
(McAlister, 2001) (McGillion, 2004) (McLeod, 2001) (McMurray, 2010)
Reason for exclusion On tai chi, qi gong or yoga Narrative review (no search strategy, no selection criteria, no quality appraisal) Wrong study type (SR of observational cohorts) Wrong population (normolipidemics and hyperlipidemic subjects mixed) Wrong study type (SR of observational cohorts) Out of scope (focus on mucous clearance) Wrong outcome (pregnancy-related outcomes) Narrative review (no detailed search, no selection criteria, no quality appraisal) Wrong intervention (interventions to change physical activity behaviour) Wrong study type (SR of controlled and non-controlled studies) Wrong study type (overview of reviews) On tai chi, qi gong or yoga Out of scope (no attention to exercise) Narrative review (no search strategy, no selection criteria, no quality appraisal) Narrative review (no search strategy, no selection criteria, no quality appraisal) Wrong study types and populations included (observational studies of healthy subjects) Narrative review (no search strategy, no selection criteria, no quality appraisal) Wrong study type (summary of a study we identified in our search) Wrong intervention (non-physiotherapy or exercise) Narrative review (no search strategy, no selection criteria, no quality appraisal) Narrative review. No details on literature search, no selection criteria, no quality appraisal Wrong study type (SR that included mainly observational studies) Updated by a SR we included Wrong comparison (home-based exercise vs. institution-based exercise) Narrative review (no search strategy, no selection criteria, no quality appraisal) Wrong intervention (not on exercise or physiotherapy) Wrong intervention (dynamic exercise testing) Narrative review (no search strategy, no selection criteria, no quality appraisal) Narrative review (no search strategy, no selection criteria, no quality appraisal) On tai chi, qi gong or yoga On tai chi, qi gong or yoga Wrong study type (SR of uncontrolled data) Narrative review. No details on literature search, no selection criteria, no quality appraisal Wrong study type (review of guidelines) Wrong population and study types (mixed populations of chronic patients, noncontrolled studies included) Narrative review (no quality appraisal; in addition, non-controlled studies included) Wrong intervention (goal setting) Narrative review (no search strategy, no selection criteria, no quality appraisal) Narrative review (no search strategy, no selection criteria, no quality appraisal) Wrong study type (overview of reviews) Wrong intervention (psychological intervention) Wrong study type (SR that meta-analyses within group differences -pre-post differencesof single arms of controlled studies, not between-group differences. This reduces controlled studies to an observational level) Summary of another study we selected for full text review Narrative review (no search strategy, no selection criteria, no quality appraisal) Narrative review (no search strategy, no selection criteria, no quality appraisal) Wrong intervention (early mobilisation and discharge) Narrative review Out of scope (focus is on cost-effectiveness9 Narrative review (no search strategy, no selection criteria, no quality appraisal) Narrative review (no search strategy, no selection criteria, no quality appraisal) Narrative review (no search strategy, no selection criteria, no quality appraisal) Narrative review (no search strategy, no selection criteria, no quality appraisal) Narrative review (no search strategy, no selection criteria, no quality appraisal) Narrative review (no search strategy, no selection criteria, no quality appraisal) Out of scope (focus is not on exercise therapy) Summary of another study we selected for full text review On tai chi, qi gong or yoga Wrong intervention (disease management programmes, in which exercise was part of the programme in some of the included studies) Wrong intervention (psycho educational interventions) Narrative review (no search strategy, no selection criteria, no quality appraisal) Narrative review
95
Reference 332 (Mehta, 2000) 333 (Mernitz, 2004) (Messinger-Rapport, 334 2002) 335 (Metsios, 2008) 336 (Meyer, 1999) 337 (Michaels, 1999) 338 (Miles, 2007) 339 (Mimoso, 2006) 340 (Mital, 1995) 341 (Mithal, 2001) 342 (Molloy, 2008) 343 344 345 346 347 348 349
350
351
352
353 354 355 356 357 358 359 360 361 362 363 364 365 366 367 368 369 370 371 372 373
(Moore, 1997) (Morabia, 2007) (Morgan, 2005) (Mosca, 2004) (Mosca, 2007b) (Moseley, 2002) (Mukherjee, 2004) (MullerRiemenschneider, 2009) (MullerRiemenschneider, 2008) (NIH Consensus Development Panel on Physical Activity and Cardiovascular Health, 1996) (New Zealand Guidelines Group, 2002) (Nocon, 2008) (Nolan, 2008) (Oberg, 2009) (Oberg, 2007) (O'Connor, 1989) (Ogilvie, 2007) (Oguma, 2004) (Oldridge, 1988) (Oldridge, 2002) (O'Sullivan, 2000) (Overend, 2001) (Papadakis, 2005) (Pasquina, 2003) (Paul, 1999) (Pedersen, 2006) (Perk, 2005) (Perkins, 1988) (Pescatello, 2001) (Petitt, 2003) (Petrella, 1999)
374 (Petrella, 1998) 375 376 377 378 379
(Philbin, 1999) (Pichler, 1996) (Piepoli, 2006) (Piepoli, 2004) (Piepoli, 2010)
380 381 382 383
(Pignone, 2001) (Pletcher, 2005) (Prochaska, 2004) (Procter-King, 2007)
Reason for exclusion Narrative review (no detailed search strategy, no selection criteria, no quality appraisal) Unavailable Narrative review (no search strategy, no selection criteria, no quality appraisal) On patients with rheumatoid arthritis as a high-risk group Wrong study type (editorial) Narrative review (no search strategy, no selection criteria, no quality appraisal) Narrative review (no search strategy, no selection criteria, no quality appraisal) Narrative review (no search strategy, no selection criteria, no quality appraisal) Narrative review (no search strategy, no selection criteria, no quality appraisal) Narrative review (no search strategy, no selection criteria, no quality appraisal) Not on therapeutic interventions Wrong intervention (mix of interventions aimed at improving recovery in CABG patients, but excluding cardiac rehabilitation) Editorial Wrong intervention (exercise referral schemes) No quality appraisal Out of scope (SR for a guideline, but the selected articles are nor reviewed in this article) Out of scope (focus on a literature database) Unavailable
Wrong population (non-high risk - healthy - persons)
Wrong intervention (promoting physical activity behaviour in healthy adults)
Focus on recommendations, not on SR Out of scope (guideline with a SR, that includes all types of study designs and all kinds of populations) Wrong study type (SR of observational cohorts) Wrong outcome (heart rate variability) Narrative review (no search strategy, no selection criteria, no quality appraisal) Narrative review (no search strategy, no selection criteria, no quality appraisal) No quality appraisal Wrong outcome (time spent walking) Out of scope (studies physical activity as an exposure) No quality appraisal Out of scope (on the number needed to treat) Narrative review Wrong intervention (post-operative - vs. pre-operative - incentive spirometry) Wrong study type (economic evaluation) Wrong intervention (post-surgical physiotherapy) Wrong study type (SR of observational cohorts) Narrative review (no search details, no quality appraisal) Wrong study type (editorial) Out of scope (on smoking abstinence rates after a myocardial infarction) No quality appraisal Wrong study type (SR of observational cohorts) Narrative review (no search strategy, no selection criteria, no quality appraisal) Wrong study type (SR of both controlled and observational studies; the reported effects of the RCTs are within-group changes, not between-group changes) Wrong intervention (disease management programmes, in which exercise was part of the programme in some of the included studies) Narrative review (no search strategy, no selection criteria, no quality appraisal) Narrative review (no search strategy, no selection criteria, no quality appraisal) No quality appraisal Position paper Narrative review (no search details, no unequivocal selection criteria, no quality appraisal) Narrative review (no search strategy, no selection criteria, no quality appraisal) Wrong intervention (non-physiotherapy or exercise) Expert opinion
96
Reference 384 (Puetz, 2006a) 385 (Puetz, 2006b) 386 387 388 389 390 391 392 393 394 395 396 397 398
(Rainforth, 2007) (Rees, 2002) (Renault, 2008) (Resnick, 2004) (Reynolds, 2001) (Rich, 1999) (Richardson, 2001) (Rigatelli, 2007) (Rigatelli, 2005) (Rigotti, 2007) (Ritter, 1996) (Ritz, 2007) (Ritzenthaler, 2008)
399 400 401 402
(Roccaforte, 2005) (Rodnick, 1991) (Roig, 2008) (Roitman, 2006) (Romero-Corral, 2006) (Rooden, 2005) (Rooney, 1996) (Rose, 1995) (Ross, 2001) (Roussell, 2007) (Roux, 2008) (Rowland, 1996) (Russell, 2006) (Sancier, 1999) (Sandercock, 2005) (Schetchikova, 2002) (Schmelzle, 2008) (Scott, 2004) (Scott, 2002) (Sellier, 1995) (Serruys, 2004)
403 404 405 406 407 408 409 410 411 412 413 414 415 416 417 418 419 420 421 422 423 424 425 426 427 428 429 430 431 432 433 434 435 436 437
(Sharples, 2006) (Shephard, 1988) (Shephard, 1998) (Shephard, 1996) (Shilts, 2004) (Shuldham, 2001) (Simpson, 2003) (Simpson, 2008) (Singh, 2007) (Sleight, 2003) (Smart, 2004) (Smedslund, 2004) (Smidt, V, 2005) (Sorace, 2006) (Sorace, 2008) (Sorensen, 2006) (Sowden, 1997)
438 (Spence, 1999) 439 (Spiecker, 2006) 440 (Stetter, 2002) 441 (Stewart, 2002) 442 (Stokes, 2001) 443 (Stranges
Reason for exclusion Wrong outcome and study type (effect sizes; comparison of observational studies and RCTS) Wrong populations (not focused on cardiac or high-risk populations) No quality appraisal. Only part of the examined relaxation techniques could qualify as physiotherapy Letter commenting on a study we excluded Wrong population (post-operative patients) Summary of another study we selected for full text review Wrong intervention (on early mobilisation) Wrong intervention (multidisciplinary interventions) Narrative review (no search strategy, no selection criteria, no quality appraisal) Narrative review (no detailed search strategy, no selection criteria, no quality appraisal) Out of scope (focus is not on exercise therapy) Out of scope (focus on behavioural counselling and/or pharmacotherapy) Wrong population (mental disorders) Narrative review (no search strategy, no selection criteria, no quality appraisal) Narrative review (no search Wrong intervention (disease management programmes, in which exercise was part of the programme in some of the included studies) Narrative review (no search strategy, no selection criteria, no quality appraisal) Wrong population (mix of all sorts of diseases) Narrative review (no search strategy, no selection criteria, no quality appraisal) Narrative review (no search strategy, no selection criteria, no quality appraisal) Out of scope Wrong intervention (smoking prevention) Narrative review (no search strategy, no selection criteria, no quality appraisal) Wrong population (regional fat is too strongly correlated with obesity) Narrative review (no search strategy, no selection criteria, no quality appraisal) Out of scope (focus on community-based interventions) Narrative review (no search strategy, no selection criteria, no quality appraisal) Narrative review (no search strategy, no selection criteria, no quality appraisal) On tai chi, qi gong or yoga Wrong study type (SR of within-group change) Narrative review with interviews Out of scope (focus on drug therapy) Narrative review (no search strategy, no selection criteria, no quality appraisal) Out of scope (focus on patient referral etc.) Narrative review (no search strategy, no selection criteria, no quality appraisal) Narrative review (no search strategy, no selection criteria, no quality appraisal) Out of scope (no information on exercise or physiotherapy) Narrative review (no search strategy, no selection criteria, no quality appraisal) Narrative review (no search strategy, no selection criteria, no quality appraisal) Wrong population ((healthy) workers) Wrong intervention (goal setting) Wrong intervention (patient education) Wrong study type (SR of observational cohorts) Wrong population (mainly obese or overweight) Narrative review (no quality appraisal) Narrative review (no search strategy, no selection criteria, no quality appraisal) No quality appraisal Wrong intervention (not on exercise or physiotherapy) Not on patients with (high-risk for) cardiac disease Narrative review (no search strategy, no selection criteria, no quality appraisal) Narrative review (no search strategy, no selection criteria, no quality appraisal) Wrong intervention (exercise on prescription) Summary of another study we selected for full text review Mixed populations (normotensives and hypertensives) and interventions (physiotherapeutic and non-physiotherapeutic, e.g. transcendental meditation) Narrative review (no search strategy, no selection criteria, no quality appraisal) Wrong study type and populations (no quality appraisal, mix of study types (randomised and non-randomised) and a mix of populations (cardiac and other diseases) Wrong population and study types (population consists of persons with diabetes and hypertension, non-controlled studies are included) Editorial Narrative review (no search strategy, no selection criteria, no quality appraisal)
97
Reference S.Cappuccio, 2007) 444 (Sutherland, 1994) 445 (Swain, 2002) 446 (Swedberg, 1994) 447 (Tai, 2008) 448 449 450 451 452 453 454 455 456
(Tait, 2007) (Takken, 2007) (Taylor, 1999) (Taylor, 2000a) (Taylor, 2007a) (Taylor, 2005) (Taylor, 2007b) (Taylor, 2004a) (Taylor, 2000b)
457 458 459 460 461 462 463 464 465 466 467 468 469 470 471 472 473 474 475 476 477 478 479 480 481 482 483 484 485 486 487 488 489 490 491
(Taylor, 2010) (Thompson, 1997) (Thompson, 2003a) (Thompson, 2005a) (Thompson, 2001) (Thompson, 2004) (Thrall, 2007) (Tooth, 1996) (Topp, 2006) (Touyz, 2004) (Tresch, 1995) (Ueda, 2005) (Underdown, 2006) (Ussher, 2000) (Valkeinen, 2010) (van Doornen, 1993) (Vescovi, 2000) (Vincent, 2008) (Voit, 2001) (Vuori, 2007) (Walker, 2003) (Warburton, 2007b) (Warburton, 2004) (Washburn, 1998) (Welsch, 2004) (West, 2004) (West, 2003) (Whelton, 2002) (White, 2006) (Whitlock, 2003) (Wiggers, 2003) (Wilcox, 2001) (Williams, 2008) (Williams, 2007b) (Williams, 2001)
492 (Wilson, 1991) 493 (Wilson, 1996) 494 495 496 497 498 499 500 501
(Wilt, 2007) (Windham, 2003) (Winsley, 2002) (Witham, 2004) (Wolfenden, 2008) (Woodgate, 2008) (Worcester, 2008) (Yeh, 2009)
Reason for exclusion Narrative review (no search strategy, no selection criteria, no quality appraisal) Out of scope (research question is whether there is a threshold intensity for aerobic training in cardiac patients) Out of scope (on exercise testing) No quality appraisal Narrative review. No details on literature search, no selection criteria, no quality appraisal Narrative review (no quality appraisal and included studies are not RCTs) Narrative review (no search strategy, no selection criteria, no quality appraisal) Narrative review (no search strategy, no selection criteria, no quality appraisal) Wrong intervention (single session of exercise) Wrong populations (not focused on cardiac or high-risk populations) Wrong study type (overview of reviews) Summary of another study we selected for full text review Protocol Both intervention and control can be considered as physiotherapy. Home-based is defined as: ´structured programme with clear objectives for the participants, including monitoring, follow up visits, letters or telephone calls from staff, or at least self-monitoring diaries´. Home-based rehabilitation sometimes has a centre-based component, and sometimes includes weekly home visits by a physiotherapist Wrong study type (no formal quality appraisal, observational studies included) Editorial Narrative review (no search strategy, no selection criteria, no quality appraisal) Narrative review (no search strategy, no selection criteria, no quality appraisal) Editorial Wrong intervention (acute bout of physical activity) Narrative review (no search strategy, no selection criteria, no quality appraisal) Narrative review (no search strategy, no selection criteria, no quality appraisal) Focus on recommendations, not on SR Narrative review (no search strategy, no selection criteria, no quality appraisal) Narrative review (no search strategy, no selection criteria, no quality appraisal) Wrong population (no cardiac patients, or high-risk persons) Is updated by a SR which is included Outcome is expressed as standardised mean difference Narrative review (no search strategy, no selection criteria, no quality appraisal) Narrative review (no search strategy, no selection criteria, no quality appraisal) Wrong study type (overview of reviews) Wrong intervention (work-site health programme9 Narrative review (no search strategy, no selection criteria, no quality appraisal) Editorial Out of scope (focus on people with spinal cord injuries) Narrative review (no search strategy, no selection criteria, no quality appraisal) Out of scope (focus on people with spinal cord injuries) Narrative review (no search strategy, no selection criteria, no quality appraisal) Letter Narrative review (no search strategy, no selection criteria, no quality appraisal) No quality appraisal Wrong intervention (no physiotherapeutic interventions) Out of scope (examines the applicability of existing SRs to women) Wrong interventions (no exercise or physiotherapeutic interventions) Wrong intervention (exercise counselling) Wrong intervention (interventions to increase walking behaviour) Wrong intervention (exercise referral schemes) Out of scope (on physical unfitness as a risk factor) Wrong populations and intervention (apparently healthy, non high-risk, persons; mix of exercise-based and non-exercise based interventions) Wrong population (workers) Wrong intervention (spirometry as a motivational tool within non-exercise based stop smoking primary care programmes) No quality appraisal Narrative review (no search strategy, no selection criteria, no quality appraisal) Narrative review (no search strategy, no selection criteria, no quality appraisal) Wrong intervention (non-physiotherapy or exercise) Out of scope (on self-efficacy in relation to adherence) Narrative review (no search strategy, no selection criteria, no quality appraisal) On tai chi, qi gong or yoga
98
Reference 502 (Yeh, 2008) 503 (Yu, 2008) 504 505 506 507 508 509
(Yu, 2006) (Yudkin, 1993) (Yung, 2001) (Zafari, 1998) (Zheng, 2009) (Anon. 1996) Drugs & Therapy perspectives 2001 510 17(8):5-8 511 (Taylor, 2006)
512 (Asikainen, 2004)
(Lloyd-Williams, 513 2002) 514 (van Dixhoorn, 2005)
Reason for exclusion On tai chi, qi gong or yoga Wrong study type (SR of qualitative studies) Wrong intervention (disease management programmes, in which exercise was part of the programme in some of the included studies) Out of scope (on the benefits of reducing cardiovascular risk factors) Wrong study type (RCT) Narrative review (no search strategy, no selection criteria, no quality appraisal) Wrong study type (SR of mainly observational studies) Narrative review
Unavailable or untraceable Uses the data of Taylor 2004 to estimate the contribution of risk factor reduction to the cardiac benefits The described outcomes (from individual RCTs) were unclear (meta-analysis was not performed). 95% CI were not given and it was mainly not stated whether the changes described were within-group or between-group changes Used a self-developed scoring system to score the outcomes of the individual RCTs. Effectivity was scored as either ´positive´ or ´undecided´. It was unclear what the criteria for scoring were and which the underlying outcomes were. HR-QoL was described in more detail, but only for the intervention group Outcomes were, in part, the standardised mean difference (which we excluded) and, in part, a comparison of different physiotherapeutic interventions
99
12.d Richtlijnen geëxcludeerd na full text beoordeling Tabel 39 Richtlijnen geëxcludeerd na full-text beoordeling
2
Reference (Vereniging van Integrale Kankercentra (VIKC), 2006) (Fesmire, 2006)
3
(Aronow, 2006)
4
(Anon. 2006)
5
6
(Quality Improvement Team in Chronic Care (CCQI), 2008) (Bairey Merz, 2009)
7
(Bassand, 2007)
8
(Bonow, 2005)
9
(Bonow, 2008)
10 11 12
(Brice, 2001) (Bridgewater, 2006) (Medical Services Commission, 2008a)
13 14 15
(Medical Services Commission, 2008b) (Brosseau, 2006b) (Brosseau, 2006a)
16
(Anon. 2005)
17
(Chambers, 2009)
18
(Chavey, 2001)
19
(Child, 2008)
Task force 9: training in the care of adult patients with congenital heart disease
20
(Chobanian, 2003)
21
(Deanfield, 2003)
The Seventh Report of the Joint National Committee on Prevention, Detection, Evaluation, and Treatment of High Blood Pressure: the JNC 7 report Management of grown up congenital heart disease
22
(Veterans Administration, 2004)
23
(Management of Dyslipidemia Working Group, 2006) (Dipchand, 2005)
1
24
Title Hartfalen
Reason(s) for exclusion Limited discussion on cardiac rehabilitation
Clinical policy: critical issues in the evaluation and management of adult patients with non-ST-segment elevation acute coronary syndromes ACC/AHA guideline update: treatment of heart failure with reduced left ventricular ejection fraction
Not on physiotherapy
API expert consensus document on management of ischemic heart disease Cardiometabolic risk management in primary care
ACCF/AHA/ACP 2009 competence and training statement: a curriculum on prevention of cardiovascular disease Guidelines for the diagnosis and treatment of non-STsegment elevation acute coronary syndromes Task Force 3: valvular heart disease
2008 focused update incorporated into the ACC/AHA 2006 guidelines for the management of patients with valvular heart disease Optimal prehospital cardiovascular care Mitral repair best practice: proposed standards Cardiovascular disease - primary prevention
Hypertension - detection, diagnosis and management Clinical practice guidelines for therapeutic exercises Clinical practice guidelines for intensity and organization of rehabilitation ST-elevation myocardial infarction: New Zealand management guidelines Defining the length of stay following percutaneous coronary intervention Guideline for the management of heart failure caused by systolic dysfunction: part II. Treatment
VHA/DoD clinical practice guideline for the diagnosis and management of hypertension in the primary care setting VA/DoD clinical practice guideline for the management of dyslipidemia Canadian Consensus on cardiac transplantation in pediatric and adult congenital heart disease patients 2004
Discussion of ACC/AHA guidelines on heart failure Not on physiotherapy Part on nonpharmacological treatment in Arabic On education and training of health care professionals Not on physiotherapy On competitive athletes with valvular heart disease Not on physiotherapy
Narrative review Not on physiotherapy Discussion on physical exercise, but not on physiotherapy Not on physiotherapy On stroke patients On stroke patients Only one sentence on rehabilitation Not on physiotherapy Small part on exercise, but not clearly on physiotherapy On education and training of health care professionals Not on physiotherapy
Chapter on physical activity and sports, but not clearly on physiotherapy Not on physiotherapy
Not on physiotherapy
Not on physiotherapy
100
Reference (Douglas, 2003)
Title Management of high blood pressure in African Americans
26
(Finnish Medical Society, 2007a)
27 28
(Finnish Medical Society, 2008) (Edwards, 2005)
29
(Anon. 2003)
30
(Fox, 2006)
31
(Frantz, 2001)
32
(Fuster, 2001)
33
(Graham, Jr., 2005b)
Acute coronary syndromes: unstable angina pectoris and non-ST segment elevation myocardial infarction (NSTEMI) Coronary heart disease (CHD): symptoms, diagnosis and treatment Gender-specific practice guidelines for coronary artery bypass surgery: perioperative management 2003 European Society of Hypertension-European Society of Cardiology guidelines for the management of arterial hypertension Guidelines on the management of stable angina pectoris Recovery from coronary artery bypass grafting at home: is your nursing practice current? ACC/AHA/ESC guidelines for the management of patients with atrial fibrillation Task Force 2: congenital heart disease
34 35 36
(Haskell, 2007) (Hauptman, 2008) (Horstkotte, 2007)
37
(Rajadurai, 2007)
38
(Zambahari, 2007)
39
42
(Institute for Clinical Systems Improvement, 2007c) (Institute for Clinical Systems Improvement, 2008) (Institute for Clinical Systems Improvement, 2009) (Kaplan, 2005)
43
(Kavey, 2007)
Cardiovascular risk reduction in high-risk pediatric patients
44
(Khan, 2009b)
45
(King, 2005)
46
(Krum, 2006)
47
(Lewis, 2009)
The 2009 Canadian Hypertension Education Program recommendations for the management of hypertension: Part 2--therapy Medical director responsibilities for outpatient cardiac rehabilitation/secondary prevention programs Guidelines for the prevention, detection and management of people with chronic heart failure in Australia 2006 Prevention and treatment of atherosclerosis: a practitioner's guide for 2008
48
(American Heart Association Nutrition, 2006)
Diet and lifestyle recommendations revision 2006. A scientific statement from the American Heart Association Nutrition Committee
49
(Mancia, 2007)
2007 ESH-ESC Practice Guidelines for the Management of Arterial Hypertension
50
(Mangano, 2004)
Perioperative medicine: NHLBI working group deliberations and recommendations
25
40
41
Physical activity and public health The heart failure clinic Recommendations for post-discharge patient follow up after cardiac valve interventions: a position paper Management of heart failure
Reason(s) for exclusion Chapter on physical activity, but not clearly on physiotherapy Not on physiotherapy
Not on physiotherapy Not on physiotherapy Discussion on physical exercise, but not on physiotherapy Not on physiotherapy Not on physiotherapy Not on physiotherapy On competitive athletes with congenital heart disease On healthy adults Not on physiotherapy Not on physiotherapy
Management of acute ST segment elevation myocardial infarction 2007 Stable coronary artery disease
Small part on exercise, but not clearly on physiotherapy Small part on cardiac rehabilitation Not on physiotherapy
Hypertension diagnosis and treatment
Not on physiotherapy
Lipid management in adults
Not on physiotherapy
Task Force 5: systemic hypertension
On competitive athletes with systemic hypertension Small part on exercise, but not clearly on physiotherapy; wrong population Chapter on physical activity, but not clearly on physiotherapy Not on cardiac rehabilitation itself Small part on exercise, but not clearly on physiotherapy Small part on physical activity, but not clearly on physiotherapy Small part on physical activity, but not clearly on physiotherapy; focused on general population Chapter on physical activity, but not clearly on physiotherapy Not on cardiac diseases or prevention
101
51
Reference (Maron, 2004)
Title Recommendations for physical activity and recreational sports participation for young patients with genetic cardiovascular diseases
52
(Maron, 2005)
53
(Marwick, 2009)
54
(University of Michigan Health System, 2009) (University of Michigan Health System, 2006) (Michigan Quality Improvement Consortium, 2007) (Michigan Quality Improvement Consortium, 2009) (Milne, 2004)
Task Force 4: HCM and other cardiomyopathies, mitral valve prolapse, myocarditis, and Marfan syndrome Exercise training for type 2 diabetes mellitus: impact on cardiovascular risk Essential hypertension
55 56
57
58
59
Not on physiotherapy
Medical management of adults with hypertension
Not on physiotherapy
Adults with systolic heart failure
Not on physiotherapy
Hypertension guideline 2003 update
Small part on physical activity, but not clearly on physiotherapy Not on physiotherapy
60
61
(Rutten, 2004)
Task force 6: training in specialized electrophysiology, cardiac pacing, and arrhythmia management endorsed by the Heart Rhythm Society Stabiele angina pectoris
62
(Rutten, 2005)
Hartfalen
63
(Nederlands Huisartsen Genootschap, 2010) (Nelson, 2007)
Atrium fibrilleren
65
66
67
(New York State Department of Health, 2007) (National Blood Pressure and Vascular Disease Advisory Committee, 2008) (Acute Coronary Syndrome Guidelines Working, 2006)
68 69 70 71
(NHS Clinical, 2009a) (NHS Clinical, 2009b) (NHS Clinical, 2009c) (NHS Clinical, 2007)
72
(Centre for Clinical Practice, 2009)
73 74
(New Zealand Guidelines Group, 2005) (O'brien, 2000)
75
(Ogihara, 2009)
76
(Ressel, 2003)
77
(Rockson, 2009)
78
(Rosenzweig, 2008)
Not on physiotherapy
Heart failure - systolic dysfunction
(Singapore Ministry of Health, 2006) (Naccarelli, 2008)
64
Reason(s) for exclusion On physical activity in children with congenital heart diseases, not on physiotherapy On competitive athletes with cardiac diseases Wrong population
Lipids
Physical activity and public health in older adults
Prevention of secondary disease: lipid screening and cardiovascular risk
On education and training of health care professionals Very limited discussion on physical activity Very limited discussion on physical activity Not on physiotherapy On physical activity in older adults (including healthy persons), but not clearly on physiotherapy Not on physiotherapy; HIV-infected persons.
Guide to management of hypertension 2008. Assessing and managing raised blood pressure in adults
Not on physiotherapy
(1) Guidelines for the management of acute coronary syndromes 2006. (2) 2007 addendum to the National Heart Foundation of Australia/Cardiac Society of Australia and New Zealand guidelines for the management of acute coronary syndromes 2006 Angina - stable - Management Atrial fibrillation - Management Heart failure - chronic - Management Myocardial infarction - secondary prevention Management Rehabilitation after critical illness
Very limited discussion on cardiac rehabilitation
The management of people with atrial fibrillation and flutter Critical appraisal of the JNC VI, WHO/ISH and BHS guidelines for essential hypertension The Japanese Society of Hypertension Guidelines for the Management of Hypertension (JSH 2009) AHA releases scientific statement on cardiovascular health in childhood Appropriate secondary prevention of acute atherothrombotic events and strategies to improve guideline adherence Primary prevention of cardiovascular disease and type
Not on physiotherapy Not on physiotherapy Not on physiotherapy Based on NICE guideline (already included) Not specifically on cardiac diseases or prevention Not on physiotherapy Review of guidelines published before 2000 No full-text available Not on physiotherapy Small part on physical activity, but not clearly on physiotherapy Wrong population; not
102
Reference
Title 2 diabetes in patients at metabolic risk: an endocrine society clinical practice guideline AACVPR consensus statement. Outcomes evaluation in cardiac rehabilitation/secondary prevention programs: improving patient care and program effectiveness Acute coronary syndromes. A national clinical guideline Management of stable angina. A national clinical guideline Risk estimation and the prevention of cardiovascular disease. A national clinical guideline The ten commandments of caring for patients after open heart surgery AHA/ACC Guidelines for Preventing Heart Attack and Death in Patients With Atherosclerotic Cardiovascular Disease: 2001 update Primary Care Management of Chronic Stable Angina and Asymptomatic Suspected or Known Coronary Artery Disease Evaluation of Primary Care Patients with Chronic Stable Angina Management of acute coronary syndromes clinical guideline Task Force II: blood pressure measurement and cardiovascular outcome Guidelines for the diagnosis and treatment of chronic heart failure: executive summary (update 2005)
79
(Sanderson, 2004)
80
83
(Scottish Intercollegiate, 2007a) (Scottish Intercollegiate, 2007b) (Scottish Intercollegiate, 2007c) (Simani-Oren, 2003)
84
(Smith, Jr., 2001)
85
(Snow, 2004a)
86
(Snow, 2004b)
87
(Anon. 2001a)
88
(Staessen, 2001)
89
(Swedberg, 2005)
90
(Thompson, 2005b)
Task Force 6: coronary artery disease
91
(Vacek, 2004)
Practical strategies for cardiac disease prevention. Basic steps to ensure better heart health
92
(Vahanian, 2007)
Guidelines on the management of valvular heart disease
93
(Warburton, 2007a)
94
(Warnes, 2008)
95
(Williams, 2004)
Evidence-informed physical activity guidelines for Canadian adults Atrial septal defect. In: ACC/AHA 2008 guidelines for the management of adults with congenital heart disease British Hypertension Society guidelines for hypertension management 2004 (BHS-IV)
96
(Williams, 2002a)
Cardiovascular health in childhood
97
(Young, 2008)
Task force 8: training in heart failure endorsed by the Heart Failure Society of America
98
(Zipes, 2006)
99
(Zipes, 2005)
ACC/AHA/ESC 2006 guidelines for management of patients with ventricular arrhythmias and the prevention of sudden cardiac death Task Force 7: arrhythmias
81 82
Reason(s) for exclusion on physiotherapy Narrative review
Not on physiotherapy Not on physiotherapy Not on physiotherapy No guideline Only small part on physical activity Not on physiotherapy
On evaluation, not on treatment Only one sentence on rehabilitation Not on physiotherapy Small part on exercise training, but not clearly on physiotherapy On competitive athletes with coronary artery disease Small part on physical activity, but not clearly on physiotherapy Only limited discussion on physical activity, but not on physiotherapy Wrong population (general population) Not on physiotherapy
Discussion on physical exercise, but not on physiotherapy Wrong population (physical activity in children) On education and training of health care professionals Not on physiotherapy
On competitive athletes with arrhythmias
103
12.e Niet geselecteerde maar wel relevante richtlijnen Tabel 40 Niet geselecteerde, maar wel relevante richtlijnen Reference
Organisation$
Title
Country€
2007 chronic angina focused update of the ACC/AHA 2002 guidelines for the management of patients with chronic stable angina 2009 focused update incorporated into the ACC/AHA 2005 Guidelines for the Diagnosis and Management of Heart Failure in Adults ACC/AHA 2007 guidelines for the management of patients with unstable angina/non-STElevation myocardial infarction AHA/ACC guidelines for secondary prevention for patients with coronary and other atherosclerotic vascular disease ACC/AHA guidelines for the management of patients with ST-elevation myocardial infarction Guidelines for the management of patients with chronic stable angina Core components of cardiac rehabilitation/secondary prevention programs: 2007 update Evidence-based guidelines for cardiovascular disease prevention in women: 2007 update Exercise and heart failure Exercise and physical activity in the prevention and treatment of atherosclerotic cardiovascular disease Exercise standards for testing and training: a statement for healthcare professionals from the American Heart Association Managing abnormal blood lipids. A collaborative approach Resistance exercise in individuals with and without cardiovascular disease: 2007 update Secondary prevention of coronary heart disease in the elderly (with emphasis on patients > or =75 years of age) Australian association for exercise and sports science position statement on exercise and hypertension
US
Search strategy describ ed Limited
US
Partly
US
Limited
US
Yes
US
Limited
US
Partly
US
No
US
Yes
US US
No No
US
No
US
No
US
No
US
No
Australia
No
Position paper of the Belgian Working Group on Cardiovascular Prevention and Rehabilitation: cardiovascular rehabilitation
Belgium
No
Canadian guidelines for cardiac rehabilitation and atherosclerotic heart disease prevention
Canada
Limited
A clinical practice guideline on peri-operative cardiorespiratory physical therapy
Canada
Yes
Canadian Cardiovascular Society consensus conference recommendations on heart failure
Canada
No
1
(Fraker, Jr., 2007)
ACC/AHA
2
(Hunt, 2009b)
ACC/AHA
3
(Anderson, 2007)
ACC/AHA
4
(Smith, Jr., 2006)
ACC/AHA
5
(Antman, 2004)
ACC/AHA
6
(Fihn, 2001a)
7
(Balady, 2007)
8
(Mosca, 2007a)
AHA
9 10
(Pina, 2003) (Thompson, 2003b)
AHA AHA
11
(Fletcher, 2001)
AHA
12
(Fletcher, 2005)
AHA
13
(Williams, 2007a) (Williams, 2002b)
AHA
15
(Sharman, 2009)
16
(Dendale, 2008)
17
(Stone, 2001)
18
(Brooks, 2001)
19
(Arnold, 2006)
Australian Association for Exercise and Sports Science Belgian Working Group on Cardiovascular Prevention and Rehabilitation Canadian Association of Cardiac Rehabilitation Canadian Physiotherapy Cardiorespirat ory Society of the Lung Association CCS
14
ACC/AHA/AC P-ASIM AHA
AHA
104
Reference
Organisation$
20
(Liu, 2001)
CCS
21
(Dafoe, 2006)
CCS
22
(Finnish Medical Society, 2007b) (European Society of Cardiology, 2008) (Van de Werf, 2003) (Anon. 2001b)
23
24 25 26
27
28
29
30
(Heart Failure Society Of America, 2006) (Institute for Clinical Systems Improvement, 2007a) (Institute for Clinical Systems Improvement, 2007b) (Giada, 2008)
Duodecim
2006 The 2001 Canadian Cardiovascular Society consensus guideline update for the management and prevention of heart failure Universal access: but when? Treating the right patient at the right time: access to cardiac rehabilitation Physical activity in the prevention, treatment and rehabilitation of diseases
Country€
Search strategy describ ed
Canada
Partly
Canada
Limited
Finland
Yes
ESC
ESC guidelines for the diagnosis and treatment of acute and chronic heart failure 2008
Europe
No
ESC
Management of acute myocardial infarction in patients presenting with ST-segment elevation Recommendations for exercise training in chronic heart failure patients Non-pharmacologic management and health care maintenance in patients with chronic heart failure Diagnosis and treatment of chest pain and acute coronary syndrome
Europe
No
Europe
No
US
No
US
Partly (on website)
ICSI
Heart failure in adults
US
Partly (on website)
Italian Federation of Cardiology Michigan Health System NHF Australia
Exercise prescription for the prevention and treatment of cardiovascular diseases
Italy
No
Secondary prevention of coronary artery disease Acute coronary syndromes: consensus recommendations for translating knowledge into action Guidelines for the prevention, detection and management of chronic heart failure in Australia, 2006 National Heart Foundation of Australia physical activity recommendations for people with cardiovascular disease Cardiac rehabilitation
US
No
Australia
No
Australia
No
Australia
No
ESC Heart Failure Society of America ICSI
31
(CampbellScherer, 2009) (Brieger, 2009)
32
(Krum, 2006)
NHF Australia
33
(Briffa, 2006)
NHF Australia
34
Title
(New Zealand NZGG New Yes Guidelines Zealand Group, 2002) $ ACC: American College of Cardiology; ACP-ASIM: American College of Physicians – American Society of Internal Medicine; AHA: American Heart Association; CCS: Canadian Cardiovascular Society; ESC: European Society of Cardiology; ICSI: Institute for Clinical Systems Improvement; KNGF: Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie; NHF: National Heart Foundation; NHG: Nederlands Huisartsen Genootschap; NICE: National Institute for Health and Clinical Excellence; NVVC: Nederlandse Vereniging Voor Cardiologie; NZGG: New Zealand Guidelines Group; SIGN: Scottish Intercollegiate Guidelines Network. € US: United States; UK: United Kingdom
105
13 Referenties Quick reference guide for clinicians. Cardiac rehabilitation as secondary prevention. Journal of the American Academy of Nurse Practitioners 1996;8(4):183-95. Management of acute coronary syndromes clinical guideline. S Afr Med J 2001 Octa;91(10 Pt 2):879-95. Recommendations for exercise training in chronic heart failure patients. Eur Heart J 2001b;22:125-35. 2003 European Society of Hypertension-European Society of Cardiology guidelines for the management of arterial hypertension. J Hypertens 2003;21:1011-53. ST-elevation myocardial infarction: New Zealand management guidelines. N Z Med J 2005;118:U1679. API expert consensus document on management of ischemic heart disease. J Assoc Physicians India 2006 Jun;54:469-80. Acute Coronary Syndrome Guidelines Working G. Guidelines for the management of acute coronary syndromes 2006. Med J Aust 2006;184(8 Suppl):S9-S29. Adams CD, Bennett S. Exercise in heart failure: a synthesis of current research. Online Journal of Knowledge Synthesis for Nursing 2000;7(5):10. Ades PA, Pashkow FJ, Nestor JR. Cost-effectiveness of cardiac rehabilitation after myocardial infarction. J Cardiopulm Rehabil 1997 Jul;17(4):222-31. Al-Mukhaini M, Eisenberg MJ, Horlick E. Functional status and quality of life following non-Q wave myocardial infarction. Can J Cardiol 2002 Oct;18(10):1059-66. Allen JK, Dennison CR. Randomized trials of nursing interventions for secondary prevention in patients with coronary artery disease and heart failure: systematic review. J Cardiovasc Nurs 2010 May;25(3):207-20. Alpert BS, Wilmore JH. Physical activity and blood pressure in adolescents. Pediatric Exercise Science 1994;6(4):361-80. American Heart Association Nutrition C, Lichtenstein AH, Appel LJ, Brands M, Carnethon M, Daniels S, et al. Diet and lifestyle recommendations revision 2006: a scientific statement from the American Heart Association Nutrition Committee. Circulation 2006;114(1):82-96. Amin A. Improving the management of patients after myocardial infarction, from admission to discharge. Clinical Therapeutics 2006 Oct;28(10):1509-39. Anderson D, Deshaies G, Jobin J. Social support, social networks and coronary artery disease rehabilitation: a review. Can J Cardiol 1996 Aug;12(8):739-44. Anderson JL, Adams CD, Antman EM, Bridges CR, Califf RM, Casey DE, Jr., et al. ACC/AHA 2007 guidelines for the management of patients with unstable angina/non ST-elevation myocardial infarction: a report of the American College of Cardiology/American Heart Association Task Force on Practice Guidelines (Writing Committee to Revise the 2002 Guidelines for the Management of Patients With Unstable Angina/Non ST-Elevation Myocardial Infarction): developed in collaboration with the American College of Emergency Physicians, the Society for Cardiovascular Angiography and Interventions, and the Society of Thoracic Surgeons: endorsed by the American Association of Cardiovascular and Pulmonary Rehabilitation and the Society for Academic Emergency Medicine. Circulation 2007;116:e148-e304. Anderson MA, Levsen J, Dusio ME, Bryant PJ, Brown SM, Burr CM, et al. Evidenced-based factors in readmission of patients with heart failure. J Nurs Care Qual 2006 Apr;21(2):160-7. Anderson RA. A holistic approach to prevention and health promotion: Influences of physical activity, nutrition, food supplements, and mind-body interactions on longevity and cardiac disease. Clinics in Family Practice 2002 Dec;4(4):773-90.
106
Andrawes WF, Bussy C, Belmin J. Prevention of cardiovascular events in elderly people. Drugs Aging 2005;22(10):85976. Angus LHG. Phase 4 cardiac rehabilitation: A comparison of exercise intensity levels and ratings of perceived exertion between cardiac and non-cardiac participants. British Journal of Cardiology 2004 Jul;11(4):310-1. Antman EM, Anbe DT, Armstrong PW, Bates ER, Green LA, Hand M, et al. ACC/AHA guidelines for the management of patients with ST-elevation myocardial infarction--executive summary: a report of the American College of Cardiology/American Heart Association Task Force on Practice Guidelines (Writing Committee to Revise the 1999 Guidelines for the Management of Patients With Acute Myocardial Infarction). Circulation 2004;110:588-636. Appleton B. The role of exercise training in patients with chronic heart failure. Br J Nurs 2004 Apr 22;13(8):452-6. Arena R, Myers J, Guazzi M. The clinical and research applications of aerobic capacity and ventilatory efficiency in heart failure: an evidence-based review. Heart Fail Rev 2008 Jun;13(2):245-69. Armstrong N, Simons-Morton B. Physical activity and blood lipids in adolescents. Pediatric Exercise Science 1994;6(4):381-405. Arnold JM, Liu P, Demers C, Dorian P, Giannetti N, Haddad H, et al. Canadian Cardiovascular Society consensus conference recommendations on heart failure 2006: diagnosis and management. 2006;22:23-45. Aronow WS. Left ventricular hypertrophy. J Am Geriatr Soc 1992 Jan;40(1):71-80. Aronow WS. Treatment of congestive heart failure in older persons. J Am Geriatr Soc 1997 Oct;45(10):1252-7. Aronow WS. Management of older persons after myocardial infarction. J Am Geriatr Soc 1998 Nov;46(11):1459-68. Aronow WS. ACC/AHA guideline update: treatment of heart failure with reduced left ventricular ejection fraction. Geriatrics 2006 Mar;61(3):22-9. Arroll B, Beaglehole R. Does physical activity lower blood pressure: a critical review of the clinical trials. Journal of Clinical Epidemiology 1992;45(5):439-47. Arthur HM. Improving secondary prevention of cardiovascular disease through increased referral to cardiac rehabilitation. Journal of Clinical Outcomes Management 2006 Octa;13(10):Oct. Arthur HM, Patterson C, Stone JA. The role of complementary and alternative therapies in cardiac rehabilitation: a systematic evaluation. Eur J Cardiovasc Prev Rehabil 2006 Febb;13(1):3-9. Ashenden R, Silagy C, Weller D. A systematic review of the effectiveness of promoting lifestyle change in general practice. Family Practice 1997;14(2):160-76. Ashworth NL. Home versus center based physical activity programs in older adults. Cochrane Database of Systematic Reviews 2009;4, 2009. Asikainen TM, Kukkonen-Harjula K, Miilunpalo S. Exercise for health for early postmenopausal women: a systematic review of randomised controlled trials. Sports Med 2004;34(11):753-78. Astin JA, Shapiro SL, Eisenberg DM, Forys KL. Mind-body medicine: state of the science, implications for practice. J Am Board Fam Pract 2003 Mar;16(2):131-47. Atkinson GD. Chronobiological considerations for exercise and heart disease. Sports Medicine 2006;36(6):487-500. Auer R, Gaume J, Rodondi N, Cornuz J, Ghali WA. Efficacy of in-hospital multidimensional interventions of secondary prevention after acute coronary syndrome: a systematic review and meta-analysis. Circulation 2008 Jun 17;117(24):3109-17. Baillie AJ, Mattick RP, Hall W, Webster P. Meta-analytic review of the efficacy of smoking cessation interventions. Drug and Alcohol Review 1994;13:157-70. Bairey Merz CN, Alberts MJ, Balady GJ, Ballantyne CM, Berra K, Black HR, et al. ACCF/AHA/ACP 2009 competence and training statement: a curriculum on prevention of cardiovascular disease: a report of the American College of Cardiology Foundation/American Heart Association/American College of Physicians Task Force on Competence and Training (Writing Committee to Develop a Competence and Training Statement on Prevention of Cardiovascular Disease): developed in collaboration with the American Academy of Neurology; American Association of
107
Cardiovascular and Pulmonary Rehabilitation; American College of Preventive Medicine; American College of Sports Medicine; American Diabetes Association; American Society of Hypertension; Association of Black Cardiologists; Centers for Disease Control and Prevention; National Heart, Lung, and Blood Institute; National Lipid Association; and Preventive Cardiovascular Nurses Association. J Am Coll Cardiol 2009 Sep 29;54(14):1336-63. Balady GJ, Williams MA, Ades PA, Bittner V, Comoss P, Foody JM, et al. Core components of cardiac rehabilitation/secondary prevention programs: 2007 update: a scientific statement from the American Heart Association Exercise, Cardiac Rehabilitation, and Prevention Committee, the Council on Clinical Cardiology; the Councils on Cardiovascular Nursing, Epidemiology and Prevention, and Nutrition, Physical Activity, and Metabolism; and the American Association of Cardiovascular and Pulmonary Rehabilitation. Circulation 2007;115:2675-82. Barengo NCH. Physical activity and hypertension: Evidence of cross-sectional studies, cohort studies and metaanalysis. Current Hypertension Reviews 2007 Nov;3(4):255-63. Bartlo P. Evidence-based application of aerobic and resistance training in patients with congestive heart failure [with consumer summary]. Journal of Cardiopulmonary Rehabilitation and Prevention 2007;27(6):368-75. Bassand JP, Hamm CW, Ardissino D, Boersma E, Budaj A, Fernandez-Aviles F, et al. Guidelines for the diagnosis and treatment of non-ST-segment elevation acute coronary syndromes. Eur Heart J 2007;28:1598-660. Bassey EJ. The benefits of exercise for the health of older people. Reviews in Clinical Gerontology 2000;10(1):17-31. Bassuk SSM. Physical activity and cardiovascular disease prevention in women: How much is good enough? Exercise and Sport Sciences Reviews 2003 Oct;31(4):176-81. Batty GD. Physical activity and coronary heart disease in older adults. A systematic review of epidemiological studies. Eur J Public Health 2002 Sep;12(3):171-6. Bausewein C, Booth S, Gysels M, Higginson I. Non-pharmacological interventions for breathlessness in advanced stages of malignant and non-malignant diseases. Cochrane Database Syst Rev 2008 Apr 16;(2):CD005623. Becker LA, Oxman AD. Overviews of reviews. In: Higgins JPT, Green S, editors. Cochrane Handbook for Systematic Reviews of Interventions Version 5.0.1. The Cochrane Collaboration; 2008. Beilin LJ. Update on lifestyle and hypertension control. Clin Exp Hypertens 2004 Oct;26(7-8):739-46. Benson AC, Torode ME, Fiatarone Singh MA. Effects of resistance training on metabolic fitness in children and adolescents: a systematic review. Obes Rev 2008 Jan;9(1):43-66. Berlin JA, Colditz GA. A meta-analysis of physical activity in the prevention of coronary heart disease. Am J Epidemiol 1990 Oct;132(4):612-28. Bernadet P. Benefits of physical activity in the prevention of cardiovascular diseases. Journal of Cardiovascular Pharmacology 1995;25(SUPPL. 1):S3-S8. Beswick AD, Rees K, Dieppe P, Ayis S, Gooberman-Hill R, Horwood J, et al. Complex interventions to improve physical function and maintain independent living in elderly people: a systematic review and meta-analysis. Lancet 2008 Mar 1;371(9614):725-35. Beswick AD, Rees K, Griebsch I, Taylor FC, Burke M, West RR, et al. Provision, uptake and cost of cardiac rehabilitation programmes: improving services to under-represented groups. Health Technol Assess 2004 Oct;8(41):iii-x, 1. Beswick AD, Rees K, West RR, Taylor FC, Burke M, Griebsch I, et al. Improving uptake and adherence in cardiac rehabilitation: literature review. J Adv Nurs 2005 Mar;49(5):538-55. Bhatt SP, Luqman-Arafath TK, Guleria R. Non-pharmacological management of hypertension. Indian J Med Sci 2007 Nov;61(11):616-24. Bird SP, Cannon J. The role of resistance exercise in chronic disease: prescription guidelines and application in clinical practice. Critical Reviews in Physical & Rehabilitation Medicine 2006;18(4):317-42. Bittner V. Perspectives on dyslipidemia and coronary heart disease in women. Journal of the American College of Cardiology 2005 Nov 1;46(9):1628-35. Bloomer RJ. Does resistance training stimulate cardiac muscle hypertrophy? Strength & Conditioning Journal 2003;25(2):7-15.
108
Blumenthal JA, Emery CF. Rehabilitation of patients following myocardial infarction. Journal of Consulting & Clinical Psychology 1988;56(3):374-81. Bobbio M. Does post myocardial infarction rehabilitation prolong survival? A meta-analytic survey. Giornale italiano di cardiologia 1989 Nov;19(11):1059-67. Bodner ME, Dean E. Advice as a smoking cessation strategy: a systematic review and implications for physical therapists. Physiother Theory Pract 2009 Jul;25(5-6):369-407. Bonow RO, Carabello BA, Chatterjee K, de Leon ACJ, Faxon DP, Freed MD, et al. 2008 focused update incorporated into the ACC/AHA 2006 guidelines for the management of patients with valvular heart disease: a report of the American College of Cardiology/American Heart Association Task Force on Practice Guidelines (Writing Committee to revise the 1998 guidelines for the management of patients with valvular heart disease). Endorsed by the Society of Cardiovascular Anesthesiologists, Society for Cardiovascular Angiography and Interventions, and Society of Thoracic Surgeons. J Am Coll Cardiol 2008 Sep 23;52(13):e1-142. Bonow RO, Cheitlin MD, Crawford MH, Douglas PS. Task Force 3: valvular heart disease. J Am Coll Cardiol 2005;45:1334-40. Boulware LE, Daumit GL, Frick KD, Minkovitz CS, Lawrence RS, Powe NR. An evidence-based review of patientcentered behavioral interventions for hypertension. Am J Prev Med 2001 Oct;21(3):221-32. Braith RW. Exercise for those with chronic heart failure. Physician & Sportsmedicine 2002;30(9):29-45. Bravata DM, Smith-Spangler C, Sundaram V, Gienger AL, Lin N, Lewis R, et al. Using pedometers to increase physical activity and improve health: a systematic review. JAMA 2007 Nov 21;298(19):2296-304. Brennan FH, Jr. Exercise prescriptions for active seniors: a team approach for maximizing adherence. Physician & Sportsmedicine 2002;30(2):19-29. Breteler MHM, Schotborg MA, Schippers GM. The effectiveness of smoking cessation programs: determinants and outcomes. Psychology & Health 1996;11(1):133-53. Brezinka V, Kittel F. Psychosocial factors of coronary heart disease in women: a review. Soc Sci Med 1996 May;42(10):1351-65. Brice JH, Valenzuela T, Ornato JP, Swor RA, Overton J, Pirrallo RG, et al. Optimal prehospital cardiovascular care. Prehosp Emerg Care 2001;5:65-72. Bridgewater B, Hooper T, Munsch C, Hunter S, von OU, Livesey S, et al. Mitral repair best practice: proposed standards. Heart 2006;92:939-44. Brieger D, Kelly AM, Aroney C, Tideman P, Freedman SB, Chew D, et al. Acute coronary syndromes: consensus recommendations for translating knowledge into action. Med J Aust 2009;191:334-8. Briffa KB. Aerobic exercise reduces blood pressure in both hypertensive and normotensive persons. Australian Journal of Physiotherapy 2002;48(3):238. Briffa TG, Maiorana A, Sheerin NJ, Stubbs AG, Oldenburg BF, Sammel NL, et al. Physical activity for people with cardiovascular disease: recommendations of the National Heart Foundation of Australia. Med J Aust 2006;184:71-5. Brodie DA, Hodges LD, Sandercock GRH. Exercise, fitness and health: research strategies for a changing society. Journal of Exercise Science & Fitness 2004;2(2):85-93. Brooks D, Crowe J, Kelsey CJ, Lacy JB, Parsons J, Solway S. A clinical practice guideline on peri-operative cardiorespiratory physical therapy. Physiotherapy Canada 2001;53(1):9-25. Brosseau L, Wells GA, Finestone HM, Egan M, Dubouloz CJ, Graham I, et al. Clinical practice guidelines for intensity and organization of rehabilitation. Top Stroke Rehabil 2006a;13(2):68-97. Brosseau L, Wells GA, Finestone HM, Egan M, Dubouloz CJ, Graham I, et al. Clinical practice guidelines for therapeutic exercises. Top Stroke Rehabil 2006b;13(2):10-21. Brown A, Taylor R, Noorani H, Stone J, Skidmore B. Exercise-based cardiac rehabilitation programs for coronary artery disease: a systematic clinical and economic review. Technology Report No 34 Ottawa, Canadian Coordinating Office for Health Technology Assessment 2003.
109
Brown ML, Dearani JA, Burkhart HM. The adult with congenital heart disease: medical and surgical considerations for management. Current Opinion in Pediatrics 2009;21(5):561-4. Budnick K, Campbell J, Esau L, Lyons J, Rogers N, Haennel RG. Cardiac rehabilitation for women: a systematic review. Can J Cardiovasc Nurs 2009;19(4):13-25. Bulpitt CJ. Secondary prevention of coronary heart disease in the elderly. Heart 2005 Mar;91(3):396-400. Cahalin LP, Ferreira DC, Yamada S, Canavan PK. Review of the effects of resistance training in patients with chronic heart failure: potential effects upon the muscle hypothesis. Cardiopulmonary Physical Therapy Journal 2006;17(1):1528. Campbell KJ, Hesketh KD. Strategies which aim to positively impact on weight, physical activity, diet and sedentary behaviours in children from zero to five years. A systematic review of the literature. Obes Rev 2007 Jul;8(4):327-38. Campbell NRC, Burgess E, Choi BCK, Taylor G, Wilson E, Cleroux J, et al. Lifestyle modifications to prevent and control hypertension. 1. methods and an overview of the Canadian recommendations [with systematic review]. Canadian Medical Association Journal [Journal de l'Association Medicale Canadienne] 1999;160(9 Suppl.):S1-S6. Campbell-Scherer D. Secondary Prevention of Coronary Artery Disease. University of Michigan Health System; 2009. Cannon CES. Current therapies for secondary prevention after myocardial infarction. Current Opinion in Cardiology 1999;14(2):155-60. Carlsson CM, Carnes M, McBride PE, Stein JH. Managing dyslipidemia in older adults. J Am Geriatr Soc 1999 Dec;47(12):1458-65. Carroll JK, Fiscella K, Epstein RM, Jean-Pierre P, Figueroa-Moseley C, Williams GC, et al. Getting patients to exercise more: a systematic review of underserved populations [with consumer summary]. The Journal of Family Practice 2008;57(3):170-6. Carroll S, Dudfield M. What is the relationship between exercise and metabolic abnormalities? A review of the metabolic syndrome. Sports Med 2004;34(6):371-418. Castro PS, Oliveira FL. Prevention of atherosclerosis and drug treatment of high-risk lipid abnormalities in children and adolescents. J Pediatr (Rio J) 2009 Jan;85(1):6-14. CBO, NHG. Multidisciplinaire richtlijn cardiovasculair risicomanagement 2006. Utrecht: Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBO en Nederlands Huisartsen Genootschap; 2006. Ceconi C. How best to keep the sympathetic nervous system under control in coronary artery disease? Dialogues in Cardiovascular Medicine 2005;10(4):244-8. Centre for Clinical Practice. Rehabilitation after critical illness. London (UK): National Institute for Health and Clinical Excellence (NICE); 2009. Chambers CE, Dehmer GJ, Cox DA, Harrington RA, Babb JD, Popma JJ, et al. Defining the length of stay following percutaneous coronary intervention: an expert consensus document from the Society for Cardiovascular Angiography and Interventions. Endorsed by the American College of Cardiology Foundation. Catheter Cardiovasc Interv 2009;73:847-58. Chavey WE, Blaum CS, Bleske BE, Harrison RV, Kesterson S, Nicklas JM. Guideline for the management of heart failure caused by systolic dysfunction: part II. Treatment. Am Fam Physician 2001;64:1045-54. Chernoff R. Health promotion for older women: benefits of nutrition and exercise programs. Topics in Geriatric Rehabilitation 2002;18(1):59-67. Chien CL, Lee CM, Wu YW, Chen TA, Wu YT. Home-based exercise increases exercise capacity but not quality of life in people with chronic heart failure: a systematic review. Aust J Physiother 2008;54(2):87-93. Child JS, Freed MD, Mavroudis C, Moodie DS, Tucker AL. Task force 9: training in the care of adult patients with congenital heart disease. J Am Coll Cardiol 2008;51:389-93. Chintanadilok J, Lowenthal DT. Exercise in treating hypertension: tailoring therapies for active patients. Physician & Sportsmedicine 2002;30(3):11-50.
110
Chobanian AV, Bakris GL, Black HR, Cushman WC, Green LA, Izzo JL, Jr., et al. The Seventh Report of the Joint National Committee on Prevention, Detection, Evaluation, and Treatment of High Blood Pressure: the JNC 7 report. JAMA 2003;289:2560-72. Clark AM, Hartling L, Vandermeer B, McAlister FA. Meta-analysis: secondary prevention programs for patients with coronary artery disease. Ann Intern Med 2005 Nov 1;143(9):659-72. Clark AM, Haykowsky M, Kryworuchko J, MacClure T, Scott J, DesMeules M, et al. A meta-analysis of randomized control trials of home-based secondary prevention programs for coronary artery disease. Eur J Cardiovasc Prev Rehabil 2010 Jun;17(3):261-70. Cleroux J, Feldman RD, Petrella RJ. Lifestyle modifications to prevent and control hypertension. 4. recommendations on physical exercise training [with systematic review]. Canadian Medical Association Journal [Journal de l'Association Medicale Canadienne] 1999;160(9 Suppl):S21-S28. Coats AJS. Exercise and heart failure. Cardiology Clinics 2001;19(3):517-24. Cohn JN. Prevention of heart failure. Heart Dis Stroke 1994 Jan;3(1):5-8. Conn VS, Hafdahl AR, Brown LM. Meta-analysis of quality-of-life outcomes from physical activity interventions. Nursing Research 2009a;58(3):175-83. Conn VSH. Meta-analysis of interventions to increase physical activity among cardiac subjects. International Journal of Cardiology 2009 Apr 17b;133(3):307-20. Cooper AF, Jackson G, Weinman J, Horne R. Factors associated with cardiac rehabilitation attendance: a systematic review of the literature. Clin Rehabil 2002 Aug;16(5):541-52. Cornelissen VA, Fagard RH. Effect of resistance training on resting blood pressure: a meta-analysis of randomized controlled trials. J Hypertens 2005 Feba;23(2):251-9. Cornelissen VA, Fagard RH. Effects of endurance training on blood pressure, blood pressure-regulating mechanisms, and cardiovascular risk factors. Hypertension 2005 Octb;46(4):667-75. Cortes O, Arthur HM. Determinants of referral to cardiac rehabilitation programs in patients with coronary artery disease: a systematic review. Am Heart J 2006 Feb;151(2):249-56. Cortes OL, Villar JC, Devereaux PJ, DiCenso A. Early mobilisation for patients following acute myocardiac infarction: a systematic review and meta-analysis of experimental studies. Int J Nurs Stud 2009 Nov;46(11):1496-504. Costa FV. Non-pharmacological treatment of hypertension in women. Journal of Hypertension (Supplement) 2002;20(S2):S57-S61. Cowan RE, Malone LA, Nash MS. EXERCISE IS MEDICINE: exercise prescription after SCI to manage cardiovascular disease risk factors. Topics in Spinal Cord Injury Rehabilitation 2009;14(3):69-83. Cowell SJ, Newby DE, Boon NA. Coronary artery disease in the elderly patient. Reviews in Clinical Gerontology 2004;14(2):105-18. Crookes P, Davies S, McDonnell A, Shewan J. Practice nurses and the prevention of cardiovascular disease and stroke: a literature review to promote evidence-based practice. Part II: hypertension, raised blood cholesterol, lack of exercise and obesity. Clinical Effectiveness in Nursing 1997;1(4):198-205. Cropley M, Theadom A, Pravettoni G, Webb G. The effectiveness of smoking cessation interventions prior to surgery: a systematic review. Nicotine Tob Res 2008 Mar;10(3):407-12. Cucherat M. Quantitative relationship between resting heart rate reduction and magnitude of clinical benefits in post-myocardial infarction: a meta-regression of randomized clinical trials. Eur Heart J 2007 Dec;28(24):3012-9. Cupples ME, Dempster M. Improving quality of life for patients with angina pectoris: a team approach to disease management. Disease Management & Health Outcomes 2001;9(9):473-81. Dacey ML, Newcomer AR. A client-centered counseling approach for motivating older adults toward physical activity. Topics in Geriatric Rehabilitation 2005;21(3):194-205.
111
Dafoe W, Arthur H, Stokes H, Morrin L, Beaton L. Universal access: but when? Treating the right patient at the right time: access to cardiac rehabilitation. 2006;22:905-11. Dahlof B, Pennert K, Hansson L. Reversal of left ventricular hypertrophy in hypertensive patients. A metaanalysis of 109 treatment studies. Am J Hypertens 1992 Feb;5(2):95-110. Davidson JA, Moreno PR, Badimon JJ, Lopez-Candales A, Maisonet Giachello AL, Ovalle F, et al. Cardiovascular disease prevention and care in Latino and Hispanic subjects. Endocr Pract 2007 Jan;13(1):77-85. Davies EJ, Moxham T, Rees K, Singh S, Coats AJ, Ebrahim S, et al. Exercise based rehabilitation for heart failure. Cochrane Database Syst Rev 2010a;4:CD003331. Davies EJ, Moxham T, Rees K, Singh S, Coats AJ, Ebrahim S, et al. Exercise training for systolic heart failure: Cochrane systematic review and meta-analysis. Eur J Heart Fail 2010 Julb;12(7):706-15. Daviglus MLL. Preventing cardiovascular disease in the 21st century: Therapeutic and preventive implications of current evidence. American Journal of Cardiovascular Drugs 2006;6(2):87-101. Deanfield J, Thaulow E, Warnes C, Webb G, Kolbel F, Hoffman A, et al. Management of grown up congenital heart disease. Eur Heart J 2003;24:1035-84. Dendale P, Dereppe H, De SJ, Laruelle C, Vaes J, Lamotte M, et al. Position paper of the Belgian Working Group on Cardiovascular Prevention and Rehabilitation: cardiovascular rehabilitation. 2008;63:673-81. Devine EC, Reifschneider E. A meta-analysis of the effects of psychoeducational care in adults with hypertension. Nurs Res 1995 Jul;44(4):237-45. DiBianco R. Update on therapy for heart failure. American Journal of Medicine 2003 Oct 15;115(6):480-8. Dickinson HO, Mason JM, Nicolson DJ, Campbell F, Beyer FR, Cook JV, et al. Lifestyle interventions to reduce raised blood pressure: a systematic review of randomized controlled trials. J Hypertens 2006 Feba;24(2):215-33. Dickinson HOM. Reply [3]. Journal of Hypertension 2006 Octb;24(10):2115-6. Dickinson HO. Relaxation therapies for the management of primary hypertension in adults. Cochrane Database of Systematic Reviews 2009;4, 2009. Dinnes J, Kleijnen J, Leitner M, Thompson D. Cardiac rehabilitation. Quality in Health Care 1999;8(1):65-71. Dipchand A, Cecere R, Delgado D, Dore A, Giannetti N, Haddad H, et al. Canadian Consensus on cardiac transplantation in pediatric and adult congenital heart disease patients 2004: executive summary. Can J Cardiol 2005;21:1145-7. Dishman RK, Buckworth J. Increasing physical activity: a quantitative synthesis. Medicine and Science in Sports and Exercise 2006 Jun 1;28(6):706-19. Dobbels F, De GS, Vanhees L, Schepens K, Fagard R, Vanhaecke J. Depression and the heart: a systematic overview of definition, measurement, consequences and treatment of depression in cardiovascular disease. Eur J Cardiovasc Nurs 2002 Feb;1(1):45-55. Dodd KJ, Shields N. A systematic review of the outcomes of cardiovascular exercise programs for people with Down syndrome. Archives of Physical Medicine and Rehabilitation 2005;86(10):2051-8. Douard HP. Exercise training in patients with chronic heart failure. Heart Failure 1994;10(2). Douglas JG, Bakris GL, Epstein M, Ferdinand KC, Ferrario C, Flack JM, et al. Management of high blood pressure in African Americans: consensus statement of the Hypertension in African Americans Working Group of the International Society on Hypertension in Blacks. Arch Intern Med 2003;163:525-41. Dowling EA. How exercise affects lipid profiles in women: what to recommend for patients. Physician & Sportsmedicine 2001;29(9):45-52. Dracup K, Baker DW, Dunbar SB, Dacey RA, Brooks NH, Johnson JC, et al. Management of heart failure. II. Counseling, education, and lifestyle modifications. JAMA 1994 Nov 9;272(18):1442-6.
112
Drowatzky KL, Ainsworth BE, Durstine JL. From the field. Exercise, lipids, & lipoproteins in women. Clinical Kinesiology: Journal of the American Kinesiotherapy Association 1999;53(2):28-36. Duffy JR, Hoskins LM, Chen MC. Nonpharmacological strategies for improving heart failure outcomes in the community: a systematic review. J Nurs Care Qual 2004 Oct;19(4):349-60. Duggan J. Benefits of treating hypertension in the elderly: should age affect treatment decisions? Drugs Aging 2001;18(9):631-8. Dunn AL, Andersen RE, Jakicic JM. Lifestyle physical activity interventions. History, short- and long-term effects, and recommendations. American Journal of Preventive Medicine 1998;15(4):398-412. Durstine JL, Grandjean PW, Davis PG, Ferguson MA, Alderson NL, DuBose KD. Blood lipid and lipoprotein adaptations to exercise: a quantitative analysis. Sports Med 2001;31(15):1033-62. Dusing R. Overcoming barriers to effective blood pressure control in patients with hypertension. Curr Med Res Opin 2006 Aug;22(8):1545-53. Dusseldorp E, van ET, Maes S, Meulman J, Kraaij V. A meta-analysis of psychoeduational programs for coronary heart disease patients. Health Psychol 1999 Sep;18(5):506-19. Duvernoy CS, Mosca L. Coronary heart disease in women: why the differences matter: they can affect diagnosis, treatment, outcomes, and preventive efforts. Journal of Critical Illness 1999;14(4):209-16. Eakin EG, Glasgow RE, Riley KM. Review of primary care-based physical activity intervention studies: effectiveness and implications for practice and future research. The Journal of Family Practice 2000;49(2):158-68. Eaton CB. Relation of physical activity and cardiovascular fitness to coronary heart disease, Part I: A meta-analysis of the independent relation of physical activity and coronary heart disease. J Am Board Fam Pract 1992 Jana;5(1):3142. Eaton CB. Relation of physical activity and cardiovascular fitness to coronary heart disease, Part II: Cardiovascular fitness and the safety and efficacy of physical activity prescription. J Am Board Fam Pract 1992 Marb;5(2):157-65. Eaton CB, Menard LM. A systematic review of physical activity promotion in primary care office settings. British Journal of Sports Medicine 1998;32(1):11-6. Ebben WP, Leigh DH. The effects of resistance training on cardiovascular patients. Strength & Conditioning Journal (Allen Press) 2006;28(2):54-8. Ebrahim S, Davey SG. Multiple risk factor interventions for primary prevention of coronary heart disease. Cochrane Database Syst Rev 2000;(2):CD001561. Ebrahim S, Smith GD. Systematic review of randomised controlled trials of multiple risk factor interventions for preventing coronary heart disease. BMJ 1997 Jun 7;314(7095):1666-74. Ebrahim S, Smith GD. Lowering blood pressure: a systematic review of sustained effects of non-pharmacological interventions. J Public Health Med 1998 Dec;20(4):441-8. Ecder TK. Therapy of heart failure. Current Opinion in Investigational Drugs 2001;2(1):81-6. Edwards FH, Ferraris VA, Shahian DM, Peterson E, Furnary AP, Haan CK, et al. Gender-specific practice guidelines for coronary artery bypass surgery: perioperative management. Ann Thorac Surg 2005;79:2189-94. Effgen SK, McEwen IR. Review of selected physical therapy interventions for school age children with disabilities. Physical Therapy Reviews 2008;13(5):297-312. Engblom E, Hamalainen H, Kallio V. Rehabilitation after coronary artery bypass surgery. Critical Reviews in Physical & Rehabilitation Medicine 1993;5(4):277-90. Erbs S, Linke A, Hambrecht R. Effects of exercise training on mortality in patients with coronary heart disease. Coronary Artery Disease 2006 May;17(3):219-25. Ernst E. Complementary/alternative medicine for hypertension: a mini-review. Wien Med Wochenschr 2005 Sep;155(17-18):386-91.
113
Eshah NF, Bond AE. Cardiac rehabilitation programme for coronary heart disease patients: an integrative literature review. Int J Nurs Pract 2009 Jun;15(3):131-9. European Society of Cardiology, Heart Failure Association of the, European Society of Intensive Care M, Dickstein K, Cohen-Solal A, Filippatos G, et al. ESC guidelines for the diagnosis and treatment of acute and chronic heart failure 2008: the Task Force for the diagnosis and treatment of acute and chronic heart failure 2008 of the European Society of Cardiology. Developed in collaboration with the Heart Failure Association of the ESC (HFA) and endorsed by the European Society of Intensive Care Medicine (ESICM). Eur J Heart Fail 2008;10(10):933-89. Fagard RH. Physical fitness and blood pressure. J Hypertens Suppl 1993 Dec;11(5):S47-S52. Fagard RH. Prescription and results of physical activity. J Cardiovasc Pharmacol 1995;25 Suppl 1:S20-7.:S20-S27. Fagard RH. Effect of training on left ventricular structure and functioning of the normotensive and the hypertensive subject. Blood Pressure Monitoring 1997;2(5):241-5. Fagard RH. Physical activity in the prevention and treatment of hypertension in the obese. Med Sci Sports Exerc 1999 Nov;31(11 Suppl):S624-S630. Fagard RH. Exercise characteristics and the blood pressure response to dynamic physical training. Med Sci Sports Exerc 2001 Jun;33(6 Suppl):S484-S492. Fagard RH. Effects of exercise, diet and their combination on blood pressure. Journal of Human Hypertension 2005 Dec;19(SUPPL. 3):S20-S24. Fagard RH. Exercise is good for your blood pressure: effects of endurance training and resistance training. Clin Exp Pharmacol Physiol 2006 Sep;33(9):853-6. Fagard RH, Cornelissen VA. Effect of exercise on blood pressure control in hypertensive patients. Eur J Cardiovasc Prev Rehabil 2007 Feb;14(1):12-7. Fahey T, Schroeder K, Ebrahim S. Interventions used to improve control of blood pressure in patients with hypertension. Cochrane Database Syst Rev 2006 Oct 18;(4):CD005182. Faloon W. How to circumvent 17 independent heart attack risk factors. Life Extension 2009a;15(5):54. Faloon W. No more heart attacks! Life Extension 2009b;15(5):7-18. Faloon W. The cholesterol controversy. Life Extension 2009c;15(2):7-16. Fantin F, Rajkumar C, Bulpitt CJ. The assessment of the aging artery. Reviews in Clinical Gerontology 2005;15(2):71-82. Feijts YAEJ, Bongaarts L, Lenssen AF, Wolters PMJC. [Effects of exercise therapy in patients with chronic heart failure: a systematic review]. Ned Tijdsch Fysiother 2004;114(2):30-5. Feldman AM. Can we alter survival in patients with congestive heart failure? JAMA 1992 Apr 8;267(14):1956-61. Fesmire FM, Decker WW, Diercks DB, Ghaemmaghami CA, Nazarian D, Brady WJ, et al. Clinical policy: critical issues in the evaluation and management of adult patients with non-ST-segment elevation acute coronary syndromes. Ann Emerg Med 2006 Sep;48(3):270-301. Fihn SD, Williams SV, Daley J, Gibbons RJ. Guidelines for the management of patients with chronic stable angina: treatment. Ann Intern Med 2001a;135:616-32. Fihn SD, Williams SV, Daley J, Gibbons RJ. Guidelines for the management of patients with chronic stable angina: treatment [with systematic review]. Annals of Internal Medicine 2001b;125(8 Pt 1):616-32. Finlayson JM. The role of exercise in rehabilitation after uncomplicated myocardial infarction. Physiotherapy 1997;83(10):517-24. Finnish Medical Society. Acute coronary syndromes: unstable angina pectoris and non-ST segment elevation myocardial infarction (NSTEMI). Helsinki, Finland: Wiley Interscience; 2007 Nov 28a. Finnish Medical Society. Physical activity in the prevention, treatment and rehabilitation of diseases. Helsinki, Finland: Wiley Interscience; 2007b.
114
Finnish Medical Society. Coronary heart disease (CHD): symptoms, diagnosis and treatment. Helsinki, Finland: Wiley Interscience; 2008 Mar 20. Fiore MC, Jaen CR, Baker TB, Bailey WC, Benowitz NL, Curry SJ, et al. Treating tobacco use and dependence, 2008 update. Clinical Practice Guideline [with systematic review]. Respir Care 2008;53(9):1217-22. Fleming P, Godwin M. Lifestyle interventions in primary care: systematic review of randomized controlled trials. Can Fam Physician 2008 Dec;54(12):1706-13. Fletcher B, Berra K, Ades P, Braun LT, Burke LE, Durstine JL, et al. Managing abnormal blood lipids: a collaborative approach. Circulation 2005;112(20):3184-209. Fletcher GF. The antiatherosclerotic effect of exercise and development of an exercise prescription. Cardiology Clinics 1996;14(1):85-95. Fletcher GF, Balady GJ, Amsterdam EA, Chaitman B, Eckel R, Fleg J, et al. Exercise standards for testing and training: a statement for healthcare professionals from the American Heart Association. 2001;104:1694-740. Fodor JG, Whitmore B, Leenen F, Larochelle P. Lifestyle modifications to prevent and control hypertension. 5. Recommendations on dietary salt. Canadian Hypertension Society, Canadian Coalition for High Blood Pressure Prevention and Control, Laboratory Centre for Disease Control at Health Canada, Heart and Stroke Foundation of Canada. CMAJ 1999 May 4;160(9 Suppl):S29-S34. Forcier K, Stroud LR, Papandonatos GD, Hitsman B, Reiches M, Krishnamoorthy J, et al. Links between physical fitness and cardiovascular reactivity and recovery to psychological stressors: A meta-analysis. Health Psychol 2006 Nov;25(6):723-39. Foreyt JPC. Reducing risk for cardiovascular disease. Psychotherapy 1996;33(4). Forti ND. High-density lipoproteins: Metabolic, clinical, epidemiological and therapeutic intervention aspects. An update for clinicians. Arquivos Brasileiros de Cardiologia 2006;87(5):614-22. Foster C, Hillsdon M, Thorogood M. Interventions for promoting physical activity. Cochrane Database of Systematic Reviews 2009;4, 2009. Fox K, Garcia MA, Ardissino D, Buszman P, Camici PG, Crea F, et al. Guidelines on the management of stable angina pectoris: executive summary: The Task Force on the Management of Stable Angina Pectoris of the European Society of Cardiology. Eur Heart J 2006;27:1341-81. Fraker TD, Jr., Fihn SD, Gibbons RJ, Abrams J, Chatterjee K, Daley J, et al. 2007 chronic angina focused update of the ACC/AHA 2002 Guidelines for the management of patients with chronic stable angina: a report of the American College of Cardiology/American Heart Association Task Force on Practice Guidelines Writing Group to develop the focused update of the 2002 Guidelines for the management of patients with chronic stable angina. 2007;116:276272. Franklin BA. An alternative approach to the delivery of cardiac rehabilitation services: A "Hybrid" model for patient care. Journal of Cardiopulmonary Rehabilitation 2004 Nov;24(6):Nov. Franklin BA, Shephard RJ. Avoiding repeat cardiac events: the ABCDESs of tertiary prevention. Physician & Sportsmedicine 2000;28(9):31-58. Frantz AK, Walters JI. Recovery from coronary artery bypass grafting at home: is your nursing practice current? Home Healthc Nurse 2001;19:417-24. Fredriksen PM. Exercise-based cardiac rehabilitation is effective in reducing cardiac deaths: Commentary. Australian Journal of Physiotherapy 2002;48(4):319. Freitas ER, Soares BG, Cardoso JR, Atallah AN. Incentive spirometry for preventing pulmonary complications after coronary artery bypass graft. Cochrane Database Syst Rev 2007 Jul 18;(3):CD004466. French DPC. llness perceptions predict attendance at cardiac rehabilitation following acute myocardial infarction: a systematic review with meta-analysis. J Psychosomatic Res 2006;61(1). Freund M, Campbell E, Paul C, Sakrouge R, McElduff P, Walsh RA, et al. Increasing smoking cessation care provision in hospitals: a meta-analysis of intervention effect. Nicotine Tob Res 2009 Jun;11(6):650-62.
115
Fu FH, Nie J, Tong TK. part 1. Journal of Exercise Science & Fitness 2004a;2(1):8-22. Fu FH, Nie J, Tong TK. part 2. Journal of Exercise Science & Fitness 2004b;2(2):64-78. Fuster V, Ryden LE, Asinger RW, Cannom DS, Crijns HJ, Frye RL, et al. ACC/AHA/ESC guidelines for the management of patients with atrial fibrillation: executive summary. A Report of the American College of Cardiology/ American Heart Association Task Force on Practice Guidelines and the European Society of Cardiology Committee for Practice Guidelines and Policy Conferences (Committee to Develop Guidelines for the Management of Patients With Atrial Fibrillation): developed in Collaboration With the North American Society of Pacing and Electrophysiology. J Am Coll Cardiol 2001;38:1231-66. Gallagher B. Tai Chi Chuan and Qigong: physical and mental practice for functional mobility. Topics in Geriatric Rehabilitation 2003;19(3):172-82. Ganley T, Sherman C. Exercise and children's health: a little counseling can pay lasting dividends. Physician & Sportsmedicine 2000;28(2):85. Garcia-Lizana F, Sarria-Santamera A. New technologies for chronic disease management and control: a systematic review. J Telemed Telecare 2007;13(2):62-8. Gary R, Rosenberg B. Considerations for implementing a low-intensity, home-based walking program in older women with diastolic heart failure. Topics in Geriatric Rehabilitation 2002;18(1):34-51. Gensini GFC. Evidence-based prevention and rehabilitation of the hypertensive subject: Dietetic and body weight reduction interventions. Monaldi Archives for Chest Disease 2003 Jun;60(2):118-21. Geurian K, Pinson JB, Weart CW. The triglyceride connection in atherosclerosis. Ann Pharmacother 1992 Sep;26(9):1109-17. Giada F, Biffi A, Agostoni P, Anedda A, Belardinelli R, Carlon R, et al. Exercise prescription for the prevention and treatment of cardiovascular diseases: part I. J Cardiovasc Med (Hagerstown) 2008;9:529-44. Gillison FBS. The effects of exercise interventions on quality of life in clinical and healthy populations; a meta-analysis. Social Science and Medicine 2009 May;68(9):1700-10. Glasgow RE, Terborg JR. Occupational health promotion programs to reduce cardiovascular risk. Journal of Consulting & Clinical Psychology 1988;56(3):365-73. Gluckman TJ, Sachdev M, Schulman SP, Blumenthal RS. A simplified approach to the management of non-STsegment elevation acute coronary syndromes. JAMA 2005 Jan;293(3):349-57. Godin G. The effectiveness of interventions in modifying behavioral risk factors of individuals with coronary heart disease. Journal of Cardiopulmonary Rehabilitation 1989;9(6):223-36. Goldberg LR. Heart failure. Ann Intern Med 2010 Jun 1;152(11):ITC61-15. Goldberg TH, Chavin SI. Preventive medicine and screening in older adults. J Am Geriatr Soc 1997 Mar;45(3):344-54. Golding LA. Convincing adults to exercise. ACSM's Health & Fitness Journal 2004;8(6):7. Gorin SS, Heck JE. Meta-analysis of the efficacy of tobacco counseling by health care providers. Cancer Epidemiol Biomarkers Prev 2004 Dec;13(12):2012-22. Gotlib A, Rupert R. Assessing the evidence for the use of chiropractic manipulation in paediatric health conditions: a systematic review. Paediatrics and Child Health 2005;10(3):157-61. Gotlib A, Rupert R. Chiropractic manipulation in pediatric health conditions -- an updated systematic review. Chiropractic & Osteopathy 2008;16(11). Gotto J. Heart disease in the assessment and treatment of hypercholesterolemia: Coronary artery disease and other atherosclerotic disease, family history, and left ventricular hypertrophy. American Journal of Medicine 1994;96(6 A):9s-18s. Grace SL, Abbey SE, Shnek ZM, Irvine J, Franche RL, Stewart DE. Cardiac rehabilitation I: review of psychosocial factors. Gen Hosp Psychiatry 2002 May;24(3):121-6.
116
Graham TP, Jr., Driscoll DJ, Gersony WM, Newburger JW, Rocchini A, Towbin JA. Task Force 2: congenital heart disease. J Am Coll Cardiol 2005 Apr 19a;45(8):1326-33. Graham TP, Jr., Driscoll DJ, Gersony WM, Newburger JW, Rocchini A, Towbin JA. Task Force 2: congenital heart disease. J Am Coll Cardiol 2005b;45:1326-33. Greenland P, Chu JS. Efficacy of cardiac rehabilitation services. With emphasis on patients after myocardial infarction. Annals of Internal Medicine 1988;109(8):650-63. Griffiths A. The benefits of employee exercise programmes: a review. Work & Stress 1996;10(1):5-23. Grundy SM, Becker D, Clark LT, Cooper RS, Denke MA, Howard WJ, et al. Third report of the National Cholesterol Education Program (NCEP) Expert Panel on Detection, Evaluation, and Treatment of High Blood Cholesterol In Adults (Adult Treatment Panel III): final report [with systematic review]. Circulation 2002;106:3143-421. Gueyffier F, Froment A, Gouton M. New meta-analysis of treatment trials of hypertension: improving the estimate of therapeutic benefit. J Hum Hypertens 1996 Jan;10(1):1-8. Guo X, Zhou B, Nishimura T, Teramukai S, Fukushima M. Clinical effect of qigong practice on essential hypertension: a meta-analysis of randomized controlled trials. J Altern Complement Med 2008 Jan;14(1):27-37. Gutin B, Owens S. Is there a scientific rationale supporting the value of exercise for the present and future cardiovascular health of children? The pro argument. Pediatric Exercise Science 1996;8(4):294-302. Gwadry-Sridhar FH, Flintoft V, Lee DS, Lee H, Guyatt GH. A systematic review and meta-analysis of studies comparing readmission rates and mortality rates in patients with heart failure. Arch Intern Med 2004 Nov 22;164(21):2315-20. Haennel RG, Lemire F. Physical activity to prevent cardiovascular disease. How much is enough? Can Fam Physician 2002 Jan;48:65-71. Hager RL. Positive effects of exercise and physical activity on serum lipids in children. Journal of Health Education 1996;27(5):S27-S31. Hajek P, Stead LF, West R, Jarvis M, Lancaster T. Relapse prevention interventions for smoking cessation. Cochrane Database Syst Rev 2009 Jan 21;(1):CD003999. Halar EM. Physical inactivity. A major risk factor for coronary heart disease. Physical Medicine and Rehabilitation Clinics of North America 1995;6(1):55-67. Halbert JA, Silagy CA, Finucane P, Withers RT, Hamdorf PA. Exercise training and blood lipids in hyperlipidemic and normolipidemic adults: a meta-analysis of randomized, controlled trials. Eur J Clin Nutr 1999 Jul;53(7):514-22. Halbert JA, Silagy CA, Finucane P, Withers RT, Hamdorf PA, Andrews GR. The effectiveness of exercise training in lowering blood pressure: a meta-analysis of randomised controlled trials of 4 weeks or longer. J Hum Hypertens 1997 Oct;11(10):641-9. Hall KM, Luepker RV. Is hypercholesterolemia a risk factor and should it be treated in the elderly? Am J Health Promot 2000 Jul;14(6):347-56. Halperin AK, Elnicki DM, Palmer HC, See CJ, Nuss S, Kolar MM, et al. Appalachian perspective on modifiable risk factors in coronary artery disease: how well are we doing? South Med J 1999 Feb;92(2):174-89. Hamer M, Chida Y. Active commuting and cardiovascular risk: a meta-analytic review. Prev Med 2008 Jana;46(1):913. Hamer M, Chida Y. Walking and primary prevention: a meta-analysis of prospective cohort studies. Br J Sports Med 2008 Aprb;42(4):238-43. Hamer M, Taylor A, Steptoe A. The effect of acute aerobic exercise on stress related blood pressure responses: a systematic review and meta-analysis. Biol Psychol 2006 Feb;71(2):183-90. Hamm LF. Cardiac rehabilitation in the United States: From evidence to application. Kardiologia Polska 2008;66(8):921-4. Hancock K, Davidson PM, Daly J, Webber D, Chang E. An exploration of the usefulness of motivational interviewing in facilitating secondary prevention gains in cardiac rehabilitation. J Cardiopulm Rehabil 2005 Jul;25(4):200-6.
117
Haney EMH. Screening and treatment for lipid disorders in children and adolescents: Systematic evidence review for the US Preventive Services Task Force. Pediatrics 2007 Jul;120(1):e189-214. Hansen D, Dendale P, Berger J, Meeusen R. Rehabilitation in cardiac patients: what do we know about training modalities? Sports Medicine 2005;35(12):1063-84. Harris GD, White RD. Lifestyle modifications for the prevention and treatment of cardiovascular disease: an evidencebased approach. Mo Med 2004 May;101(3):222-6. Haskell WL, Lee IM, Pate RR, Powell KE, Blair SN, Franklin BA, et al. Physical activity and public health: updated recommendation for adults from the American College of Sports Medicine and the American Heart Association. Circulation 2007 Aug 28;116(9):1081-93. Hathaway D. Effect of preoperative instruction on postoperative outcomes: a meta-analysis. Nursing Research 1986;35(5):269-75. Hauptman PJ, Rich MW, Heidenreich PA, Chin J, Cummings N, Dunlap ME, et al. The heart failure clinic: a consensus statement of the Heart Failure Society of America. J Card Fail 2008;14:801-15. Hawk C, Khorsan R, Lisi AJ, Ferrance RJ, Evans MW. Chiropractic care for nonmusculoskeletal conditions: a systematic review with implications for whole systems research. Journal of Alternative & Complementary Medicine 2007;13(5):491-512. Haykowsky MJ, Liang Y, Pechter D, Jones LW, McAlister FA, Clark AM. A meta-analysis of the effect of exercise training on left ventricular remodeling in heart failure patients: the benefit depends on the type of training performed. J Am Coll Cardiol 2007 Jun;%19;49(24):2329-36. Heart Failure Society Of America. Nonpharmacologic management and health care maintenance in patients with chronic heart failure. J Card Fail 2006;12:e29-e37. Herkner H, Thoennissen J, Nikfardjam M, Koreny M, Laggner AN, Mullner M. Short versus prolonged bed rest after uncomplicated acute myocardial infarction: a systematic review and meta-analysis. J Clin Epidemiol 2003 Aug;56(8):775-81. Herman PMC. Is complementary and alternative medicine (CAM) cost-effective? A systematic review. BMC Complementary and Alternative Medicine 2005;5(11). Hillsdon M, Thorogood M. A systematic review of physical activity promotion strategies. British Journal of Sports Medicine 1996;30(2):84-9. Hillsdon M, Thorogood M, Anstiss T, Morris J. Randomised controlled trials of physical activity promotion in free living populations: a review. Journal of Epidemiology & Community Health 1995;49(5):448-53. Hirth VA, Schwartz RS. The effects of endurance and resistance training on blood pressure. Physical Medicine & Rehabilitation Clinics of North America 1994;5(2):317-36. Hobbs R. Cardiovascular disease: Different strategies for primary and secondary prevention? Heart 2004 Oct;90(10):1227-3. Holland R, Battersby J, Harvey I, Lenaghan E, Smith J, Hay L. Systematic review of multidisciplinary interventions in heart failure. Heart 2005 Jul;91(7):899-906. Horstkotte D, Lengyel M, Mistiaen WP, Voller H, Reibis R, Bogunovic N, et al. Recommendations for post-discharge patient follow up after cardiac valve interventions: a position paper. J Heart Valve Dis 2007;16:575-89. Houde SC, Melillo KD. Cardiovascular health and physical activity in older adults: an integrative review of research methodology and results. J Adv Nurs 2002 May;38(3):219-34. Huang G, Gibson CA, Tran ZV, Osness WH. Controlled endurance exercise training and VO2max changes in older adults: a meta-analysis. Preventive Cardiology;8(4):217-225 2005. Hudon C, Fortin M, Soubhi H. Single risk factor interventions to promote physical activity among patients with chronic diseases: systematic review. Can Fam Physician 2008 Aug;54(8):1130-7. Hughes JR. How confident should we be that smoking cessation treatments work? Addiction 2009;104(10):1637-40.
118
Hulzebos EH, Helders PJ, Favie NJ, de Bie RA, Brutel dlR, Van Meeteren NL. Preoperative intensive inspiratory muscle training to prevent postoperative pulmonary complications in high-risk patients undergoing CABG surgery: a randomized clinical trial. JAMA 2006 Oct 18;296(15):1851-7. Hunt SA, Abraham WT, Chin MH, Feldman AM, Francis GS, Ganiats TG, et al. 2009 Focused update incorporated into the ACC/AHA 2005 guidelines for the diagnosis and management of heart failure in adults: a report of the American College of Cardiology Foundation/American Heart Association Task Force on Practice Guidelines [with systematic review]. Circulation 2009a;119(14):e391-e479. Hunt SA, Abraham WT, Chin MH, Feldman AM, Francis GS, Ganiats TG, et al. 2009 focused update incorporated into the ACC/AHA 2005 Guidelines for the Diagnosis and Management of Heart Failure in Adults: a report of the American College of Cardiology Foundation/American Heart Association Task Force on Practice Guidelines: developed in collaboration with the International Society for Heart and Lung Transplantation. Circulation 2009b;119:e391-e479. Hwang CL, Chien CL, Wu YT. Resistance training increases 6-minute walk distance in people with chronic heart failure: a systematic review. J Physiother 2010;56(2):87-96. Hwang MS, Yeagley KL, Petosa R. A meta-analysis of adolescent psychosocial smoking prevention programs published between 1978 and 1997 in the United States. Health Educ Behav 2004 Dec;31(6):702-19. Hwang R, Marwick T. Efficacy of home-based exercise programmes for people with chronic heart failure: a metaanalysis. European Journal of Cardiovascular Prevention and Rehabilitation 2009;16(5):527-35. Hwang R, Redfern J, Alison J. A narrative review on home-based exercise training for patients with chronic heart failure. Physical Therapy Reviews 2008;13(4):227-36. Iestra JA, Kromhout D, van der Schouw YT, Grobbee DE, Boshuizen HC, van Staveren WA. Effect size estimates of lifestyle and dietary changes on all-cause mortality in coronary artery disease patients: a systematic review. Circulation 2005 Aug 9;112(6):924-34. Imms C. Occupational performance challenges for children with congenital heart disease: A literature review. Canadian Journal of Occupational Therapy 2004 Jun;71(3):161-72. Institute for Clinical Systems Improvement. Diagnosis and treatment of chest pain and acute coronary syndrome (ACS). ICSI; 2007a. Institute for Clinical Systems Improvement. Heart failure in adults. ICSI; 2007b. Institute for Clinical Systems Improvement. Stable coronary artery disease. ICSI; 2007c. Institute for Clinical Systems Improvement. Hypertension diagnosis and treatment. ICSI; 2008. Institute for Clinical Systems Improvement. Lipid management in adults. ICSI; 2009. Institute of Medicine Committee to Advise the Public Health Service on Clinical Practice Guidelines. Clinical Practice Guidelines: Directions For A New Program. Washington: National Academy Press; 1990. Ioannidis JP, Patsopoulos NA, Rothstein HR. Reasons or excuses for avoiding meta-analysis in forest plots. BMJ 2008 Jun 21;336(7658):1413-5. Ioannou S. Health logic and health-related behaviours. Critical Public Health 2005;15(3):263-73. Isles CA. The SIGN guideline on cardiac rehabilitation. B J Cardiol 2003;10(1):29-34. Jacobson TA, Miller M, Schaefer EJ. Hypertriglyceridemia and cardiovascular risk reduction. Clin Ther 2007 May;29(5):763-77. Jennings G, Wong J. Regression of left ventricular hypertrophy in hypertension: changing patterns with successive meta-analyses. J Hypertens Suppl 1998 Oct;16(6):S29-S34. Jessup M, Abraham WT, Casey DE, Feldman AM, Francis GS, Ganiats TG, et al. 2009 Focused update: ACCF/AHA guidelines for the diagnosis and management of heart failure in adults: a report of the American College of Cardiology Foundation/American Heart Association Task Force on Practice Guidelines [with systematic review]. Circulation 2009;119(14):1977-2016.
119
Joanna Briggs Institute. Smoking cessation interventions and strategies. Best Practice 2008;12(8):1-4. Johansson P, Dahlstrom U, Brostrom A. Factors and interventions influencing health-related quality of life in patients with heart failure: a review of the literature. Eur J Cardiovasc Nurs 2006 Mar;5(1):5-15. Jolliffe J, Rees K, Taylor RR, Thompson D. Exercise-based rehabilitation for coronary heart disease. Cochrane Database of Systematic Reviews 2009;4, 2009. Jolly KT. Home-based cardiac rehabilitation compared with centre-based rehabilitation and usual care: A systematic review and meta-analysis. International Journal of Cardiology 2006 Aug 28;111(3):343-51. Jovicic A, Holroyd-Leduc JM, Straus SE. Effects of self-management intervention on health outcomes of patients with heart failure: a systematic review of randomized controlled trials. BMC Cardiovasc Disord 2006 Nov 2;6(43). Kahn EB, Ramsey LT, Brownson RC, Heath GW, Howze EH, Powell KE, et al. The effectiveness of interventions to increase physical activity. A systematic review. American Journal of Preventive Medicine 2002;22(4 Suppl):73-107. Kantor PF, Mertens LL. Clinical practice: heart failure in children. Part II: current maintenance therapy and new therapeutic approaches. Eur J Pediatr 2010 Apr;169(4):403-10. Kaplan NM, Gidding SS, Pickering TG, Wright JT, Jr. Task Force 5: systemic hypertension. J Am Coll Cardiol 2005;45:1346-8. Karalis DG. Intensive lowering of low-density lipoprotein cholesterol levels for primary prevention of coronary artery disease. Mayo Clin Proc 2009 Apr;84(4):345-52. Karmisholt K, Gotzsche PC. Physical activity for secondary prevention of disease. Systematic reviews of randomised clinical trials. Dan Med Bull 2005 Maya;52(2):90-4. Karmisholt K, Gyntelberg F, Gotzche PC. Physical activity for primary prevention of disease. Systematic reviews of randomised clinical trials. Dan Med Bull 2005 Mayb;52(2):86-9. Katritsis DG, Ioannidis JPA. Percutaneous coronary intervention versus conservative therapy in nonacute coronary artery disease: a meta-analysis. Circulation 2005;111(22):2906-12. Kavanagh T. Exercise training in chronic heart failure: The European experience. European Heart Journal 1998;19(3):363-4. Kavey RE, Allada V, Daniels SR, Hayman LL, McCrindle BW, Newburger JW, et al. Cardiovascular risk reduction in highrisk pediatric patients: a scientific statement from the American Heart Association Expert Panel on Population and Prevention Science; the Councils on Cardiovascular Disease in the Young, Epidemiology and Prevention, Nutrition, Physical Activity and Metabolism, High Blood Pressure Research, Cardiovascular Nursing, and the Kidney in Heart Disease; and the Interdisciplinary Working Group on Quality of Care and Outcomes Research. J Cardiovasc Nurs 2007;22:218-53. Kay SJ, Fiatarone Singh MA. The influence of physical activity on abdominal fat: a systematic review of the literature. Obesity Reviews 2006;7(2):183-200. Kehlet H, Wilmore DW. Multimodal strategies to improve surgical outcome. Am J Surg 2002 Jun;183(6):630-41. Kelley G. Effects of aerobic exercise on ambulatory blood pressure: a meta-analysis. Sports Medicine, Training, and Rehabilitation 1996;7(2):115-31. Kelley G. Dynamic resistance exercise and resting blood pressure in adults: a meta-analysis. J Appl Physiol 1997 May;82(5):1559-65. Kelley G, McClellan P. Antihypertensive effects of aerobic exercise. A brief meta-analytic review of randomized controlled trials. Am J Hypertens 1994 Feb;7(2):115-9. Kelley GA. Effects of aerobic exercise in normotensive adults: a brief meta-analytic review of controlled clinical trials. Southern Medical Journal 1995;88(1):42-6. Kelley GA. Aerobic exercise and resting blood pressure among women: a meta-analysis. Prev Med 1999 Mara;28(3):264-75.
120
Kelley GA, Kelley KS. Aerobic exercise and resting blood pressure in women: a meta-analytic review of controlled clinical trials. J Womens Health Gend Based Med 1999 Julb;8(6):787-803. Kelley GA, Kelley KS. Progressive resistance exercise and resting blood pressure : a meta-analysis of randomized controlled trials. Hypertension 2000 Mar;35(3):838-43. Kelley GA, Kelley KS. Aerobic exercise and HDL2-C: a meta-analysis of randomized controlled trials. Atherosclerosis 2006 Jana;184(1):207-15. Kelley GA, Kelley KS. Aerobic exercise and lipids and lipoproteins in children and adolescents: a meta-analysis of randomized controlled trials. Atherosclerosis 2007a;191(2):447-53. Kelley GA, Kelley KS. Effects of aerobic exercise on non-high-density lipoprotein cholesterol in children and adolescents: a meta-analysis of randomized controlled trials. Prog Cardiovasc Nurs 2008a;23(3):128-32. Kelley GA, Kelley KS. Efficacy of aerobic exercise on coronary heart disease risk factors. Prev Cardiol 2008b;11(2):71-5. Kelley GA, Kelley KS, Franklin B. Aerobic exercise and lipids and lipoproteins in patients with cardiovascular disease: a meta-analysis of randomized controlled trials. Journal of Cardiopulmonary Rehabilitation 2006b;26(3):131-9. Kelley GA, Kelley KS, Tran ZV. Aerobic exercise and lipids and lipoproteins in women: a meta-analysis of randomized controlled trials. J Womens Health (Larchmt ) 2004 Deca;13(10):1148-64. Kelley GA, Kelley KS, Tran ZV. Walking, lipids, and lipoproteins: a meta-analysis of randomized controlled trials. Preventive Medicine 2004b;38(5):651-61. Kelley GA, Kelley KS, Tran ZV. Exercise, lipids, and lipoproteins in older adults: a meta-analysis. Preventive Cardiology 2005a;8(4):206-14. Kelley GA, Kelley KS, Tran ZV. Walking and Non-HDL-C in adults: a meta-analysis of randomized controlled trials. Prev Cardiol 2005b;8(2):102-7. Kelley GAK. Aerobic exercise and resting blood pressure: a meta-analytic review of randomized, controlled trials. Preventive Cardiology 2001a;4(2):73-80. Kelley GAK. Walking and resting blood pressure in adults: a meta-analysis. Preventive Medicine 2001b;33(2 Pt 1):120-7. Kelley GAK. Exercise and resting blood pressure in children and adolescents: a meta-analysis. Pediatric Exercise Science 2003 Feba;15(1):83-97. Kelley GAK. The effects of exercise on resting blood pressure in children and adolescents: A meta-analysis of randomized controlled trials. Preventive Cardiology 2003 Decb;6(1):8-16. Kelley GAK. Aerobic exercise and lipids and lipoproteins in men: a meta-analysis of randomized controlled trials. Journal of Men's Health and Gender 2006 Marc;3(1):61-70. Kelley GAK. Effects of aerobic exercise on lipids and lipoproteins in adults with type 2 diabetes: a meta-analysis of randomized-controlled trials. Public Health 2007 Sepb;121(9):643-55. Kelley GAK. Impact of progressive resistance training on lipids and lipoproteins in adults: a meta-analysis of randomized controlled trials. Preventive Medicine 2009 Jan;48(1):9-19. Kemi OJ, Wisloff U. High-intensity aerobic exercise training improves the heart in health and disease. J Cardiopulm Rehabil Prev 2010 Jan;30(1):2-11. Kendrick JSW. RE: ''A meta-analysis of physical activity in the prevention of coronary heart disease''. American Journal of Epidemiology 1991;134(2):232-4. Kerr K. Relaxation techniques: a critical review. Critical Reviews in Physical & Rehabilitation Medicine 2000;12(1):51-89. Kerzner R, Rich MW. Does multidisciplinary management of chronic heart failure improve clinical outcomes? Journal of Clinical Outcomes Management 2001;8(2):41-9. Keteyian SJ, Fleg JL, Brawner CA, Pina IL. Role and benefits of exercise in the management of patients with heart failure. Heart Fail Rev 2010 Jan 26;1382-4147.
121
Ketola E, Sipila R, Makela M. Effectiveness of individual lifestyle interventions in reducing cardiovascular disease and risk factors. Ann Med 2000 May;32(4):239-51. Khan NA, Hemmelgarn B, Herman RJ, Bell CM, Mahon JL, Leiter LA, et al. The 2009 Canadian Hypertension Education Program recommendations for the management of hypertension: Part 2--therapy. Can J Cardiol 2009 Maya;25(5):287-98. Khan NA, Hemmelgarn B, Herman RJ, Bell CM, Mahon JL, Leiter LA, et al. The 2009 Canadian Hypertension Education Program recommendations for the management of hypertension: Part 2--therapy. Can J Cardiol 2009b;25:287-98. Khan NA, Hemmelgarn B, Padwal R, Larochelle P, Mahon JL, Lewanczuk RZ, et al. The 2007 Canadian Hypertension Education Program recommendations for the management of hypertension: part 2 - therapy. Can J Cardiol 2007 May 15;23(7):539-50. Khan NA, McAlister FA, Lewanczuk RZ, Touyz RM, Padwal R, Rabkin SW, et al. The 2005 Canadian Hypertension Education Program recommendations for the management of hypertension: part II - therapy. Can J Cardiol 2005 Jun;21(8):657-72. Khan NA, McAlister FA, Rabkin SW, Padwal R, Feldman RD, Campbell NR, et al. The 2006 Canadian Hypertension Education Program recommendations for the management of hypertension: Part II - Therapy. Can J Cardiol 2006 May 15;22(7):583-93. King AC, Rejeski WJ, Buchner DM. Physical activity interventions targeting older adults. A critical review and recommendations. American Journal of Preventive Medicine 1998;15(4):316-33. King KM, Humen DP, Teo KK. Cardiac rehabilitation: the forgotten intervention. Can J Cardiol 1999 Sep;15(9):979-85. King ML, Williams MA, Fletcher GF, Gordon NF, Gulanick M, King CN, et al. Medical director responsibilities for outpatient cardiac rehabilitation/secondary prevention programs: a scientific statement from the American Heart Association/American Association for Cardiovascular and Pulmonary Rehabilitation. Circulation 2005;112:3354-60. Kinney MR, Burfitt SN, Stullenbarger E, Rees B, de Bolt MR. Quality of life in cardiac patient research: a meta-analysis. Nursing Research 1996;45(3):173-80. Kirk A, Fisher M, MacIntyre P. Diabetes and survival after myocardial infarction: is cardiac rehabilitation an effective secondary prevention measure? Practical Diab Int 2004;21(7):267-75. Kitzman DW, Higginbotham MB, Sullivan MJ. Aging and the cardiovascular response to exercise. Cardiology in the Elderly 1993;1(6):543-50. Klein AS. Health benefits of exercise. Topics in Clinical Chiropractic 1996;3(4):8-13. Klein PJ, Adams W. Cardiopulmonary physiotherapeutic application of taiji. Cardiopulmonary Physical Therapy Journal 2004 Dec 1;15(4):5-11. Kloner RAB. The guide to cardiology: Effect of exercise training on cardiovascular physiology and the process of cardiac rehabilitation. Cardiovascular Reviews and Reports 1992;13(8):34-47. KNGF. KNGF-richtlijn hartrevalidatie. Nederlands Tijdschrift voor Fysiotherapie 2005;115(1 (Suppl)):1S-60S. Kodama S, Saito K, Tanaka S, Maki M, Yachi Y, Asumi M, et al. Cardiorespiratory fitness as a quantitative predictor of all-cause mortality and cardiovascular events in healthy men and women: a meta-analysis. JAMA 2009 May;%20;301(19):2024-35. Kodama S, Tanaka S, Saito K, Shu M, Sone Y, Onitake F, et al. Effect of aerobic exercise training on serum levels of high-density lipoprotein cholesterol: a meta-analysis. Arch Intern Med 2007 May 28;167(10):999-1008. Kohl HW, III. Physical activity and cardiovascular disease: evidence for a dose response. Med Sci Sports Exerc 2001 Jun;33(6 Suppl):S472-S483. Kojima H, Yamada T, Takeda M, Itou Y, Yoshida M, Kimura M. Effectiveness of cough exercise and expiratory muscle training: a meta-analysis. Journal of Physical Therapy Science 2006;18(1):5-10. Kramer MS, McDonald SW. Aerobic exercise for women during pregnancy. Cochrane Database Syst Rev 2006 Jul;%19;3:CD000180.:CD000180.
122
Kruk J. Physical activity in the prevention of the most frequent chronic diseases: an analysis of the recent evidence. Asian Pac J Cancer Prev 2007 Jul;8(3):325-38. Krum H, Jelinek MV, Stewart S, Sindone A, Atherton JJ, Hawkes AL. Guidelines for the prevention, detection and management of people with chronic heart failure in Australia 2006. Med J Aust 2006;185:549-57. Krummel DA, Koffman DM, Bronner Y, Davis J, Greenlund K, Tessaro I, et al. Cardiovascular health interventions in women: What works? J Womens Health Gend Based Med 2001 Mar;10(2):117-36. Kugler J, Seelbach H, Kruskemper GM. Effects of rehabilitation exercise programmes on anxiety and depression in coronary patients: a meta-analysis. Br J Clin Psychol 1994 Sep;33(Pt 3):401-10. Kujala UM. Evidence for exercise therapy in the treatment of chronic disease based on at least three randomized controlled trials--summary of published systematic reviews. Scand J Med Sci Sports 2004 Dec;14(6):339-45. Kuramoto AM. Therapeutic benefits of Tai Chi exercise: research review. WMJ 2006 Oct;105(7):42-6. Kwiterovich J. Recognition and management of dyslipidemia in children and adolescents. Journal of Clinical Endocrinology and Metabolism 2008 Nov;93(11):4200-9. La Croix AZN. Healthy aging: A women's issue. Western Journal of Medicine 1997;167(4):220-31. LaFontaine T. Special populations. Resistance exercise for persons with coronary heart disease. Strength & Conditioning Journal (Allen Press) 2003;25(5):17-21. LaFontaine T, Dabney S, Brownson R, Smith C. The effect of physical activity on all cause mortality compared to cardiovascular mortality: a review of research and recommendations. Mo Med 1994 Apr;91(4):188-94. LaFontaine T, Roitman J. Contemporary cardiovascular rehabilitation in the new millennium corrected published erratum appears in ACSMS HEALTH FITNESS J 2008 Nov-Dec;12(6):toc. ACSM's Health & Fitness Journal 2008;12(5):21-7. LaMonte MJ, Yanowitz FG. Aerobic exercise for lowering blood pressure: a metaanalysis. Clin J Sport Med 2002 Nov;12(6):407. Lancaster T, Hajek P, Stead LF, West R, Jarvis MJ. Prevention of relapse after quitting smoking: a systematic review of trials. Arch Intern Med 2006 Apr 24;166(8):828-35. LaPier TK, Howell D. Research corner. Functional status deficits in patients recovering from coronary artery bypass: an application of evidence-based practice. Cardiopulmonary Physical Therapy Journal 2002;13(1):12-9. Larsen AID. Exercise training in congestive heart failure a review of the current status. Minerva Cardioangiologica 2005 Aug;53(4):275-86. Latal BH. Psychological adjustment and quality of life in children and adolescents following open-heart surgery for congenital heart disease: A systematic review. BMC Pediatrics 2006;9(1):6. Latham NK, Bennett DA, Stretton CM, Anderson CS. Systematic review of progressive resistance strength training in older adults. The Journals of Gerontology Series A, Biological Sciences and Medical Sciences 2004;59(1):48-61. Lattanzio CNP. Exercise programs for older patients with cardiac disease: A review of home- vs. institution-based interventions. Cardiovascular Reviews and Reports 2000;21(10):532-43. Lavie CJ, Milani RV. Multifactorial approach to the primary and secondary prevention of atherosclerosis. Ochsner Journal 2003;5(1):12-7. Law M, Tang JL. An analysis of the effectiveness of interventions intended to help people stop smoking. Arch Intern Med 1995 Oct 9;155(18):1933-41. Le V-VM. The Blood Pressure Response to Dynamic Exercise Testing: A Systematic Review. Progress in Cardiovascular Diseases 2008 Sep;51(2). Lear SA, I. Cardiac rehabilitation: A comprehensive review. Current Controlled Trials in Cardiovascular Medicine 2001;2(5):221-32. Lee I, Paffenbarger RS, Jr. Preventing coronary heart disease: the role of physical activity. Physician & Sportsmedicine 2001;29(2):37-52.
123
Lee MS, Pittler MH, Guo R, Ernst E. Qigong for hypertension: a systematic review of randomized clinical trials. J Hypertens 2007 Auga;25(8):1525-32. Lee MS, Pittler MH, Taylor-Piliae RE, Ernst E. Tai chi for cardiovascular disease and its risk factors: a systematic review. J Hypertens 2007 Sepb;25(9):1974-5. LeMura LM, V. Central versus peripheral adaptations for the enhancement of functional capacity in cardiac patients: A meta-analytic review. Journal of Cardiopulmonary Rehabilitation 1990;10(6):217-23. Lenz TL. Therapeutic lifestyle changes and pharmaceutical care in the treatment of dyslipidemias in adults. J Am Pharm Assoc (2003 ) 2005 Jul;45(4):492-9. Lenz TL, Monaghan MS. Lifestyle modifications for patients with hypertension. J Am Pharm Assoc (2003 ) 2008 Jul;48(4):e92-e99. Leon AS, Sanchez OA. Response of blood lipids to exercise training alone or combined with dietary intervention. Medicine and Science in Sports and Exercise 2001;33(6 Suppl):S502-S515. Lett HS, Davidson J, Blumenthal JA. Nonpharmacologic treatments for depression in patients with coronary heart disease. Psychosom Med 2005 May;67 Suppl 1:S58-62.:S58-S62. Levack WMM. Is goal planning in rehabilitation effective? A systematic review. Clinical Rehabilitation 2006;20(9):73955. Lewis SJ. Prevention and treatment of atherosclerosis: a practitioner's guide for 2008. Am J Med 2009;122:S38-S50. Libonati JR, Glassberg HL. Exercise and coronary artery disease: assessing causes and managing risks. Physician & Sportsmedicine 2002;30(11):23-9. Liesbon PRA. The scope of coronary heart disease prevention: Introduction. Disease-a-Month 1999;45(12):500-71. Linden W, Moseley JV. The efficacy of behavioral treatments for hypertension. Appl Psychophysiol Biofeedback 2006 Mar;31(1):51-63. Linden W, Stossel C, Maurice J. Psychosocial interventions for patients with coronary artery disease: a meta-analysis. Arch Intern Med 1996 Apr 8;156(7):745-52. Linden WC. Clinical effectiveness of non-drug treatment for hypertension: A meta- analysis. Annals of Behavioral Medicine 1994;16(1):34-45. Liu C, Latham N. Progressive resistance strength training for improving physical function in older adults. Cochrane Database of Systematic Reviews 2009;4, 2009. Liu P, Arnold M, Belenkie I, Howlett J, Huckell V, Ignazewski A, et al. The 2001 Canadian Cardiovascular Society consensus guideline update for the management and prevention of heart failure. 2001;17 Suppl E:5E-25E. Lloyd-Williams F, Mair FS, Leitner M. Exercise training and heart failure: a systematic review of current evidence. Br J Gen Pract 2002 Jan;52(474):47-55. Lochner JR. How effective are lifestyle changes for controlling hypertension? Journal of Family Practice 2006 Jan;55(1):73-4. Lockhart L, McMeeken K, Mark J, Cross S, Tait G, Isles C. Secondary prevention after myocardial infarction: reduction the risk of further cardiovascular events. Coronary Health Care 2000;4(2):82-91. Loomba RS, Arora R. Prevention of coronary heart disease in women. Ther Adv Cardiovasc Dis 2008 Oct;2(5):321-7. Lopes JL, dos Santos JT, de Lima SC, de Barros ALB. Mobilization and early hospital discharge for patients with acute myocardial infarction -- literature review. Acta Paulista de Enfermagem 2008;21(2):345-50. Low KG. Recovery from myocardial infarction and coronary artery bypass surgery in women: psychosocial factors. Journal of Women's Health 1993;2(2):133-9. Lowensteyn I, Coupal L, Zowall H, Grover SA. The cost-effectiveness of exercise training for the primary and secondary prevention of cardiovascular disease. J Cardiopulm Rehabil 2000 May;20(3):147-55.
124
Lyons LMS, Cahalin LP. The effect of diet and exercise on serum lipids and risk of cardiovascular disease: a literature review and case study. Cardiopulmonary Physical Therapy Journal 2002;13(3):3-13. Mackie BD, Zafari AM. Physical activity and the metabolic syndrome. Hospital Physician 2006;42(9):26-38. Maddens M, I. Hypertension in the elderly. Primary Care - Clinics in Office Practice 2005 Sep;32(3 SPEC. ISS.):723-53. Management of Dyslipidemia Working Group. VA/DoD clinical practice guideline for the management of dyslipidemia. Washington (DC): Veterans Administration, Department of Defense; 2006. Mancia G, De BG, Dominiczak A, Cifkova R, Fagard R, Germano G, et al. 2007 ESH-ESC Practice Guidelines for the Management of Arterial Hypertension: ESH-ESC Task Force on the Management of Arterial Hypertension. J Hypertens 2007;25:1751-62. Mandic S, Riess K, Haykowsky MJ. Exercise training for individuals with coronary artery disease or heart failure. Physiotherapy Canada 2006;58(1):21-9. Mangano DT. Perioperative medicine: NHLBI working group deliberations and recommendations. J Cardiothorac Vasc Anesth 2004;18:1-6. Manson JE, Shlipak MG, Wenger NK. Heart disease in older women. Contemporary OB/GYN 2001;46(8):69. Margetts BML. Interaction between physical activity and diet: Implications for blood pressure management in primary care. Public Health Nutrition 1999;2(3 A):377-82. Maron BJ. Hypertrophic cardiomyopathy: a systematic review. JAMA 2002 Mar 13;287(10):1308-20. Maron BJ, Ackerman MJ, Nishimura RA, Pyeritz RE, Towbin JA, Udelson JE. Task Force 4: HCM and other cardiomyopathies, mitral valve prolapse, myocarditis, and Marfan syndrome. J Am Coll Cardiol 2005;45:1340-5. Maron BJ, Chaitman BR, Ackerman MJ, Bayes de LA, Corrado D, Crosson JE, et al. Recommendations for physical activity and recreational sports participation for young patients with genetic cardiovascular diseases. Circulation 2004;109:2807-16. Marwick TH, Hordern MD, Miller T, Chyun DA, Bertoni AG, Blumenthal RS, et al. Exercise training for type 2 diabetes mellitus: impact on cardiovascular risk: a scientific statement from the American Heart Association. Circulation 2009;119:3244-62. Marwick THT. Meta-analysis finds exercise training is safe in people with heart failure and left ventricular dysfunction. Evidence-based Cardiovascular Medicine 2004 Dec;8(4):327-8. Mayer M. Qigong and hypertension: A critique of research. Journal of Alternative and Complementary Medicine 1999 Aug;5(4):Aug. McAlister FA, Lawson FM, Teo KK, Armstrong PW. A systematic review of randomized trials of disease management programs in heart failure. The American Journal of Medicine 2001;110(5):378-84. McGillion M, Watt-Watson J, Kim J, Yamada J. A systematic review of psychoeducational intervention trials for the management of chronic stable angina. J Nurs Manag 2004 May;12(3):174-82. McLeod AA. Later management of documented ischaemic heart disease: Secondary prevention and rehabilitation. British Medical Bulletin 2001;59:113-33. McMurray JJ. Clinical practice. Systolic heart failure. N Engl J Med 2010 Jan 21;362(3):228-38. Medical Services Commission. Cardiovascular disease-primary prevention. Toronto: British Columbia Medical Association; 2008a. Medical Services Commission. Hypertension-detection, diagnosis and management. Toronto: British Columbia Medical Association; 2008b. Mehta RH, Bossone E, Eagle KA. Current concepts in secondary prevention after acute myocardial infarction. Herz 2000 Feb;25(1):47-60. Mernitz H, McDermott AY. Exercise and the elderly: a scientific rationale for exercise prescription. Journal of Clinical Outcomes Management 2004;11(2):106-16.
125
Messinger-Rapport BJS. Prevention of cardiovascular diseases: Coronary artery disease, congestive heart failure, and stroke. Clinics in Geriatric Medicine 2002 Aug;18(3):463-83. Metsios GS, Stavropoulos-Kalinoglou A, Veldhuijzen van Zanten JJ, Treharne GJ, Panoulas VF, Douglas KM, et al. Rheumatoid arthritis, cardiovascular disease and physical exercise: a systematic review. Rheumatology (Oxford) 2008 Mar;47(3):239-48. Meyer K. Exercise training in chronic heart failure: Is it really safe? European Heart Journal 1999;20(12):1999. Michaels ADO. The secondary prevention of myocardial infarction. Current Problems in Cardiology 1999;24(10):61777. Michigan Quality Improvement Consortium. Medical management of adults with hypertension. MQIC; 2007. Michigan Quality Improvement Consortium. Adults with systolic heart failure. MQIS; 2009. Miles L. Physical activity and health. Nutrition Bulletin 2007;32(4):314-63. Milne FJ, Pinkney-Atkinson VJ. Hypertension guideline 2003 update. S Afr Med J 2004;94:209-5. Mimoso J. Evidence on combined therapy after acute coronary syndrome. Revista Portuguesa de Cardiologia 2006 Dec;25(12):1121-4. Mital A, Shrey DE, Broderick TM, Kumar GM, Colon-Brown K, Gustin BW. Cardiac rehabilitation: current status and future trends. Critical Reviews in Physical & Rehabilitation Medicine 1995;7(1):33-49. Mithal M, Mann WC, Stone JH. Functional limitation and disability associated with congestive heart failure. Physical & Occupational Therapy in Geriatrics 2001;18(3):45-56. Molloy GJ, Hamer M, Randall G, Chida Y. Marital status and cardiac rehabilitation attendance: a meta-analysis. Eur J Cardiovasc Prev Rehabil 2008 Oct;15(5):557-61. Moore SM. Effects of interventions to promote recovery in coronary artery bypass surgical patients. Journal of Cardiovascular Nursing 1997;12(1):59-70. Morabia A. Every step you take. Prev Med 2007;44(5):375-6. Morgan O. Approaches to increase physical activity: reviewing the evidence for exercise-referral schemes. Public Health 2005;119(5):361-70. Mosca L, Appel LJ, Benjamin EJ, Berra K, Chandra-Strobos N, Fabunmi RP, et al. Evidence-based guidelines for cardiovascular disease prevention in women. J Am Coll Cardiol 2004 Mar 3;43(5):900-21. Mosca L, Banka CL, Benjamin EJ, Berra K, Bushnell C, Dolor RJ, et al. Evidence-based guidelines for cardiovascular disease prevention in women: 2007 update. J Am Coll Cardiol 2007a;49:1230-50. Mosca LB. Evidence-based guidelines for cardiovascular disease prevention in women: 2007 Update. Circulation 2007 Marb;115(11):1481-501. Moseley AMH. Evidence for physiotherapy practice: A survey of the Physiotherapy Evidence Database (PEDro). Australian Journal of Physiotherapy 2002;48(1):43-9. Mukherjee D, Eagle KA. Treatment of the post-myocardial infarction patient: a concise review. Journal of Clinical Outcomes Management 2004;11(7):436-43. Mullen PD, Mains DA, Velez R. A meta-analysis of controlled trials of cardiac patient education. Patient Educ Couns 1992 Apr;19(2):143-62. Muller-Riemenschneider F, Meinhard C, Damm K, Vauth C, Bockelbrink A, Greiner W, et al. Effectiveness of nonpharmacological secondary prevention of coronary heart disease. Eur J Cardiovasc Prev Rehabil 2010 May 7. Muller-Riemenschneider F, Reinhold T, Nocon M, Willich SN. Long-term effectiveness of interventions promoting physical activity: a systematic review. Preventive Medicine 2008 2009;47(4):354-68. Muller-Riemenschneider F, Reinhold T, Willich SN. Cost-effectiveness of interventions promoting physical activity [with consumer summary]. British Journal of Sports Medicine 2008;43(1):70-6.
126
Murphy MH, Nevill AM, Murtagh EM, Holder RL. The effect of walking on fitness, fatness and resting blood pressure: a meta-analysis of randomised, controlled trials. Prev Med 2007 May;44(5):377-85. Naccarelli GV, Conti JB, DiMarco JP, Tracy CM. Task force 6: training in specialized electrophysiology, cardiac pacing, and arrhythmia management endorsed by the Heart Rhythm Society. J Am Coll Cardiol 2008;51:374-80. National Blood Pressure and Vascular Disease Advisory Committee. Guide to management of hypertension. Canberra: National Heart Foundation of Australia; 2008. Nederlands Huisartsen Genootschap. NHG-standaard Atriumfibrilleren. NHG; 2010. Nelson ME, Rejeski WJ, Blair SN, Duncan PW, Judge JO, King AC, et al. Physical activity and public health in older adults: recommendation from the American College of Sports Medicine and the American Heart Association. Circulation 2007;116(9):1094-105. New York State Department of Health. Prevention of secondary disease: lipid screening and cardiovascular risk. New York: New York State Department of Health; 2007. New Zealand Guidelines Group. Cardiac rehabilitation. Best practice evidence-based guideline. Wellington (NZ): New Zealand Guidelines Group; 2002. New Zealand Guidelines Group. The management of people with atrial fibrillation and flutter. Wellington (NZ): New Zealand Guidelines Group (NZGG); 2005. NHS Clinical KS. Myocardial infarction - secondary prevention - Management. http://www.cks.nhs.uk/mi_secondary_prevention . 2007. 2010. Ref Type: Online Source NHS Clinical KS. Angina - stable - Management. http://www.cks.nhs.uk/angina . 2009a. 2010a. Ref Type: Online Source NHS Clinical KS. Atrial fibrillation - Management. http://www.cks.nhs.uk/atrial_fibrillation . 2009b. 2010b. Ref Type: Online Source NHS Clinical KS. Heart failure - chronic - Management. http://www.cks.nhs.uk/heart_failure_chronic. 2009c. 2010c. Ref Type: Online Source NIH Consensus Development Panel on Physical Activity and Cardiovascular Health. Physical activity and cardiovascular health. JAMA 1996 Jul 17;276(3):241-6. Nishi N, Jenicek M, Tatara K. A meta-analytic review of the effect of exercise on smoking cessation. J Epidemiol 1998 Jun;8(2):79-84. Nocon M, Hiemann T, Muller-Riemenschneider F, Thalau F, Roll S, Willich SN. Association of physical activity with allcause and cardiovascular mortality: a systematic review and meta-analysis. Eur J Cardiovasc Prev Rehabil 2008 Jun;15(3):239-46. Nolan RP, Jong P, Barry-Bianchi SM, Tanaka TH, Floras JS. Effects of drug, biobehavioral and exercise therapies on heart rate variability in coronary artery disease: a systematic review. Eur J Cardiovasc Prev Rehabil 2008 Aug;15(4):386-96. O'brien E, Staessen JA. Critical appraisal of the JNC VI, WHO/ISH and BHS guidelines for essential hypertension. Expert Opin Pharmacother 2000;1:675-82. O'Connor GT, Buring JE, Yusuf S, Goldhaber SZ, Olmstead EM, Paffenbarger RS, Jr., et al. An overview of randomized trials of rehabilitation with exercise after myocardial infarction. Circulation 1989;80(2):234-44. O'Sullivan SE, Bell C. The effects of exercise and training on human cardiovascular reflex control. J Auton Nerv Syst 2000 Jul 3;81(1-3):16-24. Oberg E. Physical activity prescription: our best medicine. Integrative Medicine: A Clinician's Journal 2007;6(5):18-22. Oberg E. Mind-body techniques to reduce hypertension's chronic effects. Integrative Medicine: A Clinician's Journal 2009;8(5):52-5.
127
Ogihara T, Kikuchi K, Matsuoka H, Fujita T, Higaki J, Horiuchi M, et al. The Japanese Society of Hypertension Guidelines for the Management of Hypertension (JSH 2009). Hypertens Res 2009;32:3-107. Ogilvie D, Foster CE, Rothnie H, Cavill N, Hamilton V, Fitzsimons CF, et al. Interventions to promote walking: systematic review [with consumer summary]. BMJ 2007;334(7605):1204-7. Oguma Y, Shinoda-Tagawa T. Physical activity decreases cardiovascular disease risk in women: review and metaanalysis. Am J Prev Med 2004 Jun;26(5):407-18. Oldridge NB, Guyatt GH, Fischer ME, Rimm AA. Cardiac rehabilitation after myocardial infarction. Combined experience of randomized clinical trials. JAMA 1988;260(7):945-50. Oldridge NP. Number needed to treat in cardiac rehabilitation. Journal of Cardiopulmonary Rehabilitation 2002 Jan;22(1):22-30. Oliveira JLM, Galvao CM, Rocha SMM. Resistance exercises for health promotion in coronary patients: evidence of benefits and risks. International Journal of Evidence-Based Healthcare 2008;6(4):431-9. Overend TJ, Anderson CM, Lucy SD, Bhatia C, Jonsson BI, Timmermans C. The effect of incentive spirometry on postoperative pulmonary complications: a systematic review. Chest 2001 Sep;120(3):971-8. Papadakis S, Oldridge NB, Coyle D, Mayhew A, Reid RD, Beaton L, et al. Economic evaluation of cardiac rehabilitation: a systematic review. Eur J Cardiovasc Prev Rehabil 2005 Dec;12(6):513-20. Pasquina P, Tramer MR, Walder B. Prophylactic respiratory physiotherapy after cardiac surgery: systematic review. BMJ 2003 Dec 13;327(7428):1379-84. Paul MH, Wessel HU. Exercise studies in patients with transposition of the great arteries after atrial repair operations (Mustard/Senning): a review. Pediatr Cardiol 1999 Jan;20(1):49-55. Pedersen BK, Saltin B. Evidence for prescribing exercise as therapy in chronic disease. Scandinavian Journal of Medicine & Science in Sports 2006;1(16 Suppl):3-63. Perk J. Exercise training: Only if needed? European Heart Journal 2005 Oct;26(19):1939-41. Perkins KA. Maintaining smoking abstinence after myocardial infarction. J Subst Abuse 1988;1(1):91-107. Pescatello LS, Kulikowich JM. The aftereffects of dynamic exercise on ambulatory blood pressure. Medicine and Science in Sports and Exercise 2001;33(11):1855-61. Petitt DS, Cureton KJ. Effects of prior exercise on postprandial lipemia: a quantitative review. Metabolism 2003 Apr;52(4):418-24. Petrella RJ. How effective is exercise training for the treatment of hypertension? Clin J Sport Med 1998 Jul;8(3):224-31. Petrella RJ. Exercise for older patients with chronic disease. Physician & Sportsmedicine 1999;27(11):79-104. Philbin EF. Comprehensive multidisciplinary programs for the management of patients with congestive heart failure. J Gen Intern Med 1999 Feb;14(2):130-5. Pichler M. Cardiac rehabilitation. Cardiovascular Reviews and Reports 1996 Jul;17(7):16-32. Piepoli MF. Exercise training in heart failure. Current Heart Failure Reports 2006 Apr;3(1):189-96. Piepoli MF, Corra U, Benzer W, Bjarnason-Wehrens B, Dendale P, Gaita D, et al. Secondary prevention through cardiac rehabilitation: from knowledge to implementation. A position paper from the Cardiac Rehabilitation Section of the European Association of Cardiovascular Prevention and Rehabilitation. Eur J Cardiovasc Prev Rehabil 2010 Feb;17(1):1-17. Piepoli MF, Davos C, Francis DP, Coats AJ. Exercise training meta-analysis of trials in patients with chronic heart failure (ExTraMATCH). BMJ 2004 Jan 24;328(7433). Pignone MP, Phillips CJ, Atkins D, Teutsch SM, Mulrow CD, Lohr KN. Screening and treating adults for lipid disorders. American Journal of Preventive Medicine 2001;20(3 Suppl):77-89.
128
Pina IL, Apstein CS, Balady GJ, Belardinelli R, Chaitman BR, Duscha BD, et al. Exercise and heart failure: A statement from the American Heart Association Committee on exercise, rehabilitation, and prevention. Circulation 2003;107:1210-25. Pletcher MJB. Primary prevention of cardiovascular disease in women: New guidelines and emerging strategies. Advanced Studies in Medicine 2005 Sep;5(8):412-9. Prochaska JJ, Delucchi K, Hall SM. A meta-analysis of smoking cessation interventions with individuals in substance abuse treatment or recovery. Journal of Consulting and Clinical Psychology 2004;72(6):1144-56. Procter-King J. A multidisciplinary approach. British Journal of Cardiology 2007;14:S11. Puetz TW, Beasman KM, O'Connor PJ. The effect of cardiac rehabilitation exercise programs on feelings of energy and fatigue: a meta-analysis of research from 1945 to 2005. Eur J Cardiovasc Prev Rehabil 2006 Deca;13(6):886-93. Puetz TW, O'Connor PJ, Dishman RK. Effects of chronic exercise on feelings of energy and fatigue: a quantitative synthesis. Psychological Bulletin 2006b;132(6):866-76. Quality Improvement Team in Chronic Care (CCQI). Cardiometabolic risk management in primary care. Qatif (Saudi Arabia): Qatif Primary Health Care; 2008. Rainforth MV, Schneider RH, Nidich SI, Gaylord-King C, Salerno JW, Anderson JW. Stress reduction programs in patients with elevated blood pressure: a systematic review and meta-analysis. Curr Hypertens Rep 2007 Dec;9(6):5208. Rajadurai J. Management of heart failure. HTA Unit, Medical Development Division, Ministry of Health Malaysia; 2007. Rees K, Taylor RS, Singh S, Coats AJ, Ebrahim S. Exercise based rehabilitation for heart failure. Cochrane Database Syst Rev 2004;(3):CD003331. Rees KE. Secondary prevention of coronary heart disease [4] (multiple letters). British Medical Journal 2002 Mar 9;324(7337):09. Renault JA, Costa-Val R, Rossetti MB. Respiratory physiotherapy in the pulmonary dysfunction after cardiac surgery. Revista Brasileira de Cirurgia Cardiovascular [Brazilian Journal of Cardiovascular Surgery] 2008;23(4):562-9. Resnick B. Research review: exercise training for patients with heart failure: a systematic review of factors that improve mortality and morbidity. Geriatr Nurs 2004 Jul;25(4):250-1. Ressel GW. AHA releases scientific statement on cardiovascular health in childhood. American Heart Association. Am Fam Physician 2003;67:645-6. Reynolds S, Waterhouse K, Miller KH. Head of bed elevation, early walking, and patient comfort after percutaneous transluminal coronary angioplasty. Dimensions of Critical Care Nursing 2001;20(3):44-51. Rich MW. Heart failure disease management: a critical review. J Card Fail 1999 Mar;5(1):64-75. Richardson LG. Women and heart failure. Heart and Lung: Journal of Acute and Critical Care 2001;30(2):87-97. Rigatelli G, Cardaioli P, Hijazi ZM. Contemporary clinical management of atrial septal defects in the adult. Expert Rev Cardiovasc Ther 2007 Nov;5(6):1135-46. Rigatelli G, Rigatelli G. Congenital heart diseases in aged patients: clinical features, diagnosis, and therapeutic indications based on the analysis of a twenty five-year Medline search. Cardiol Rev 2005 Nov;13(6):293-6. Rigotti NA, Munafo MR, Stead LF. Interventions for smoking cessation in hospitalised patients. Cochrane Database Syst Rev 2007 Jul 18;(3):CD001837. Ritter M, Graff LK. Effects of dance/movement therapy: a meta-analysis. The Arts in Psychotherapy 1996;23(2):249-60. Ritz E. Total Cardiovascular Risk Management. American Journal of Cardiology 2007 Aug 6;100(3 SUPPL.):53J-60J. Ritzenthaler KE. Non-pharmaceutical approaches to the prevention and treatment of heart disease: a review of current literature. Nutritional Perspectives: Journal of the Council on Nutrition 2008;31(4):16-24.
129
Roccaforte R, Demers C, Baldassarre F, Teo KK, Yusu S. Effectiveness of comprehensive disease management programmes in improving clinical outcomes in heart failure patients. A meta-analysis. European Journal of Heart Failure 2005;7(7):1133-44. Rockson SG. Appropriate secondary prevention of acute atherothrombotic events and strategies to improve guideline adherence. Postgrad Med 2009;121:25-39. Rodnick JE. Initiating proper blood pressure control. Hosp Pract (Off Ed) 1991 Mar;26 Suppl 2:7-12; discussion 31-3.:712. Roig M, Shadgan B, Reid WD. Eccentric exercise in patients with chronic health conditions: a systematic review. Physiotherapy Canada 2008;60(2):146-60. Roitman JL, LaFontaine T. Special populations. Exercise, atherosclerosis, and the endothelium: where the action is (part II). Strength & Conditioning Journal (Allen Press) 2006;28(1):75-7. Romero-Corral A, Somers VK, Korinek J, Sierra-Johnson J, Thomas RJ, Allison TG, et al. Update in prevention of atherosclerotic heart disease: management of major cardiovascular risk factors. Rev Invest Clin 2006 May;58(3):23744. Rooden CJ, Tesselaar ME, Osanto S, Rosendaal FR, Huisman MV. Deep vein thrombosis associated with central venous catheters - a review. J Thromb Haemost 2005 Nov;3(11):2409-19. Rooney BL, Murray DM. A meta-analysis of smoking prevention programs after adjustment for errors in the unit of analysis. Health Educ Q 1996 Feb;23(1):48-64. Rose, m.I., Swenson JR. Psychosocial assessment and intervention in cardiac rehabilitation. Physical Medicine and Rehabilitation Clinics of North America 1995;6(1):173-89. Rosenzweig JL, Ferrannini E, Grundy SM, Haffner SM, Heine RJ, Horton ES, et al. Primary prevention of cardiovascular disease and type 2 diabetes in patients at metabolic risk: an endocrine society clinical practice guideline. J Clin Endocrinol Metab 2008;93:3671-89. Ross R, Janssen I. Physical activity, total and regional obesity: dose-response considerations. Medicine and Science in Sports and Exercise 2001;33(6 Suppl):S521-S527. Roussell MAK. Effects of lifestyle interventions on high-density lipoprotein cholesterol levels. Journal of Clinical Lipidology 2007 Mar;1(1):65-73. Roux L, Pratt M, Tengs TO, Yore MM, Yanagawa TL, Van Den Bos J, et al. Cost effectiveness of community-based physical activity interventions. Am J Prev Med 2008 Dec;35(6):578-88. Rowland TW. Is there a scientific rationale supporting the value of exercise for the present and future cardiovascular health of children? The con argument. Pediatric Exercise Science 1996;8(4):303-9. Royal Dutch Society for Physical Therapy (KNGF), Dutch Association for Physiotherapy Education (SROF). National diploma supplement national transcript physiotherapy. KNFG and SROF; 2008. Russell SD. Beyond angiotensin-converting enzyme inhibitors and +Ÿ-blockers: nonpharmacologic therapy for chronic heart failure. Johns Hopkins Advanced Studies in Medicine 2006;6(1):16-23. Rutten FH, Bohnen AM, Schreuder BP, Pupping MD, Bouma M. NHG-Standaard Stabiele angina pectoris (Tweede herziening). Huisarts Wet 2004;47(2):83-95. Rutten FH, Walma EP, Kruizinga GI, Bakx HC, Van Lieshout J. NHG-Standaard Hartfalen (Eerste herziening). Huisarts Wet 2005;48(2):64-76. Sancier KM. Therapeutic benefits of qigong exercises in combination with drugs. J Altern Complement Med 1999 Aug;5(4):383-9. Sandercock GRH. Effects of exercise on heart rate variability: Inferences from meta-analysis. Medicine and Science in Sports and Exercise 2005 Mar;37(3):433-9. Sanderson BK, Southard D, Oldridge N. AACVPR consensus statement. Outcomes evaluation in cardiac rehabilitation/secondary prevention programs: improving patient care and program effectiveness. J Cardiopulm Rehabil 2004;24:68-79.
130
Sbruzzi G, Ribeiro RA, Schaan BD, Signori LU, Silva AM, Irigoyen MC, et al. Functional electrical stimulation in the treatment of patients with chronic heart failure: a meta-analysis of randomized controlled trials. Eur J Cardiovasc Prev Rehabil 2010 Jun;17(3):254-60. Schetchikova NV. High blood pressure: a hidden enemy. Journal of the American Chiropractic Association 2002;39(2):30. Schmelzle JR. Update on pharmacologic and nonpharmacologic therapies for smoking cessation. Canadian Family Physician 2008 Jul;54(7):994-9. Scott AK. Hypertension in older adults. Reviews in Clinical Gerontology 2004;14(3):189-98. Scott LA, Ben-Or K, Allen JK. Why are women missing from outpatient cardiac rehabilitation programs? A review of multilevel factors affecting referral, enrollment, and completion. J Womens Health (Larchmt ) 2002 Nov;11(9):773-91. Scottish Intercollegiate GN. Acute coronary syndromes. A national clinical guideline. Edinburgh: SIGN; 2007a. Scottish Intercollegiate GN. Management of stable angina. A national clinical guideline. Edinburgh: SIGN; 2007b. Scottish Intercollegiate GN. Risk estimation and the prevention of cardiovascular disease. A national clinical guideline. Edinburgh: SIGN; 2007c. Sellier P. Physical activity in the cardiac patient. Journal of Cardiovascular Pharmacology 1995;25(SUPPL. 1):S9-S14. Serruys PWA. Therapeutic options for patients with chronic myocardial ischaemia. European Heart Journal, Supplement 2004 Sep;6(E):E2-E11. Sharman JE, Stowasser M. Australian association for exercise and sports science position statement on exercise and hypertension. J Sci Med Sport 2009;12:252-7. Sharples L, Buxton M, Caine N, Cafferty F, Demiris N, Dyer M, et al. Evaluation of the ventricular assist device programme in the UK. Health Technology Assessment 2006 Nov;10(48). Shephard RJ. Does cardiac rehabilitation after myocardial infarction favorably affect prognosis? Physician & Sportsmedicine 1988;16(6):116-26. Shephard RJ. Worksite fitness and exercise programs: a review of methodology and health impact. Am J Health Promot 1996 Jul;10(6):436-52. Shephard RJ. How important is exercise-centered rehabilitation following cardiac transplantation? Critical Reviews in Physical & Rehabilitation Medicine 1998;10(2):101-21. Shilts MK, Horowitz M, Townsend MS. Goal setting as a strategy for dietary and physical activity behavior change: a review of the literature. Am J Health Promot 2004 Nov;19(2):81-93. Shuldham CM. Pre-operative education for the patient having coronary artery bypass surgery. Patient Educ Couns 2001 May;43(2):129-37. Sillen MJ, Speksnijder CM, Eterman RM, Janssen PP, Wagers SS, Wouters EF, et al. Effects of neuromuscular electrical stimulation of muscles of ambulation in patients with chronic heart failure or COPD: a systematic review of the English-language literature. Chest 2009 Jul;136(1):44-61. Simani-Oren L. The ten commandments of caring for patients after open heart surgery. Home Healthc Nurse 2003;21:551-6. Simpson E, Pilote L. Quality of life after acute myocardial infarction: a systematic review. Can J Cardiol 2003 Apr;19(5):507-11. Simpson KA, Singh MA. Effects of exercise on adiponectin: a systematic review. Obesity (Silver Spring) 2008 Feb;16(2):241-56. Singapore Ministry of Health. Lipids. Singapore: Singapore Ministry of Health; 2006. Singh IMS. High-density lipoprotein as a therapeutic target: A systematic review. Journal of the American Medical Association 2007 Aug 15;298(7):786-98.
131
Sleight P. Current options in the management of coronary artery disease. American Journal of Cardiology 2003 Nov 7;92(9 SUPPL. 2):4N-8N. Smart N, Marwick TH. Exercise training for patients with heart failure: a systematic review of factors that improve mortality and morbidity. Am J Med 2004 May 15;116(10):693-706. Smedslund G, Fisher KJ, Boles SM, Lichtenstein E. The effectiveness of workplace smoking cessation programmes: a meta-analysis of recent studies. Tob Control 2004 Jun;13(2):197-204. Smidt Nd, V. Effectiveness of exercise therapy: A best-evidence summary of systematic reviews. Australian Journal of Physiotherapy 2005;51(2):71-85. Smith SC, Jr., Allen J, Blair SN, Bonow RO, Brass LM, Fonarow GC, et al. AHA/ACC guidelines for secondary prevention for patients with coronary and other atherosclerotic vascular disease: 2006 update: endorsed by the National Heart, Lung, and Blood Institute. Circulation 2006;113:2363-72. Smith SC, Jr., Blair SN, Bonow RO, Brass LM, Cerqueira MD, Dracup K, et al. AHA/ACC Guidelines for Preventing Heart Attack and Death in Patients With Atherosclerotic Cardiovascular Disease: 2001 update. A statement for healthcare professionals from the American Heart Association and the American College of Cardiology. J Am Coll Cardiol 2001;38:1581-3. Snow V, Barry P, Fihn SD, Gibbons RJ, Owens DK, Williams SV, et al. Primary care management of chronic stable angina and asymptomatic suspected or known coronary artery disease: a clinical practice guideline from the American College of Physicians. Ann Intern Med 2004 Oct 5a;141(7):562-7. Snow V, Barry P, Fihn SD, Gibbons RJ, Owens DK, Williams SV, et al. Evaluation of primary care patients with chronic stable angina: guidelines from the American College of Physicians. Ann Intern Med 2004 Jul 6b;141(1):57-64. Sorace P, LaFontaine T, Thomas TR. Know the risks: lifestyle management of dyslipidemia. ACSM's Health & Fitness Journal 2006;10(4):18-25. Sorace P, Ronai P, Churilla JR. Resistance training for cardiac patients: maximizing rehabilitation. ACSM's Health & Fitness Journal 2008;12(6):22-8. Sorensen JB, Skovgaard T, Puggaard L. Exercise on prescription in general practice: a systematic review. Scandinavian Journal of Primary Health Care 2006;24(2):69-74. Sowden A. Psychosocial interventions for coronary artery disease. Nurs Stand 1997 Feb 26;11(23):32-3. Spence JD, Barnett PA, Linden W, Ramsden V, Taenzer P. Lifestyle modifications to prevent and control hypertension. 7. Recommendations on stress management [with systematic review]. Canadian Medical Association Journal [Journal de l'Association Medicale Canadienne] 1999;160(9 Suppl):S46-S50. Spiecker M. Heart failure in elderly patients. Experimental Gerontology 2006 May;41(5):549-51. Spruit MA, Eterman RM, Hellwig VA, Janssen PP, Wouters EF, Uszko-Lencer NH. Effects of moderate-to-high intensity resistance training in patients with chronic heart failure. Heart 2009 Sep;95(17):1399-408. Staessen JA, Asmar R, De BM, Imai Y, Parati G, Shimada K, et al. Task Force II: blood pressure measurement and cardiovascular outcome. Blood Press Monit 2001;6:355-70. Stetter F, Kupper S. Autogenic training: a meta-analysis of clinical outcome studies. Appl Psychophysiol Biofeedback 2002 Mar;27(1):45-98. Stewart KJ. Exercise training and the cardiovascular consequences of type 2 diabetes and hypertension: Plausible mechanisms for improving cardiovascular health. Journal of the American Medical Association 2002 Oct 2;288(13):1622-31. Stokes J. Cardiac care and rehabilitation: married, separated or just living together? Coronary Health Care 2001;5:118-20. Stone JA, Cyr C, Friesen M, Kennedy-Symonds H, Stene R, Smilovitch M. Canadian guidelines for cardiac rehabilitation and atherosclerotic heart disease prevention: a summary. 2001;17 Suppl B:3B-30B. Stranges S.Cappuccio. Prevention and management of hypertension without drugs. Current Hypertension Reviews 2007 Aug;3(3):182-95.
132
Sutherland J, Castle C, Friedman R. Hypertension: current management strategies. J Am Board Fam Pract 1994 May;7(3):202-17. Swain DP, Franklin BA. Is there a threshold intensity for aerobic training in cardiac patients? Med Sci Sports Exerc 2002 Jul;34(7):1071-5. Swedberg K. Exercise testing in heart failure. A critical review. Drugs 1994;47 Suppl 4:14-24. Swedberg K, Cleland J, Dargie H, Drexler H, Follath F, Komajda M, et al. Guidelines for the diagnosis and treatment of chronic heart failure: executive summary (update 2005): The Task Force for the Diagnosis and Treatment of Chronic Heart Failure of the European Society of Cardiology. Eur Heart J 2005;26:1115-40. Tai MK, Meininger JC, Frazier LQ. A systematic review of exercise interventions in patients with heart failure. Biol Res Nurs 2008 Oct;10(2):156-82. Tait D. Management of post-myocardial infarction patients in primary care. Pharmacy in Practice 2007 Jan;17(1):2730. Takken TH. Exercise prescription for patients with a Fontan circulation: Current evidence and future directions. Netherlands Heart Journal 2007 Apr;15(4):142-7. Taylor A. The effects of exercise training on patients with chronic heart failure. Phys Ther Reviews 1999;4(3):195-202. Taylor A. The effects of exercise training on patients with chronic heart failure. Coronary Health Care 2000a;4(1):10-6. Taylor AH, Ussher MH, Faulkner G. The acute effects of exercise on cigarette cravings, withdrawal symptoms, affect and smoking behaviour: a systematic review. Addiction 2007 Apra;102(4):534-43. Taylor NF, Dodd KJ, Damiano DL. Progressive resistance exercise in physical therapy: a summary of systematic reviews. Physical Therapy 2005;85(11):1208-23. Taylor NF, Dodd KJ, Shields N, Bruder A. Therapeutic exercise in physiotherapy practice is beneficial: a summary of systematic reviews 2002 to 2005. Australian Journal of Physiotherapy 2007b;53(1):7-16. Taylor RF. Meta-analysis finds exercise-based rehabilitation improves survival in \ people with coronary heart disease. Evidence-based Cardiovascular Medicine 2004 Deca;8(4):368. Taylor RS, Brown A, Ebrahim S, Jolliffe J, Noorani H, Rees K, et al. Exercise-based rehabilitation for patients with coronary heart disease: systematic review and meta-analysis of randomized controlled trials. Am J Med 2004 May 15b;116(10):682-92. Taylor RS, Dalal H, Jolly K, Moxham T, Zawada A. Home-based versus centre-based cardiac rehabilitation. Cochrane Database Syst Rev 2010;(1):CD007130. Taylor RS, Unal B, Critchley JA, Capewell S. Mortality reductions in patients receiving exercise-based cardiac rehabilitation: how much can be attributed to cardiovascular risk factor improvements? European Journal of Cardiovascular Prevention and Rehabilitation 2006 Jun;13(3):369-374 2006. Taylor RSD. Home-based versus centre-based cardiac rehabilitation. Cochrane Database of Systematic Reviews 2000 Jul 13b;(2):CD007130. Thompson DR, Bowman GS. Evidence for the effectiveness of cardiac rehabilitation... including commentary by
133
Thompson PD, Buchner D, Pina IL, Balady GJ, Williams MA, Marcus BH, et al. Exercise and physical activity in the prevention and treatment of atherosclerotic cardiovascular disease: a statement from the Council on Clinical Cardiology (Subcommittee on Exercise, Rehabilitation, and Prevention) and the Council on Nutrition, Physical Activity, and Metabolism (Subcommittee on Physical Activity). Circulation 2003b;107:3109-16. Thompson PDF. From case report to meta analysis - Additional evidence for the benefits of exercise training in cardiac patients. American Journal of Medicine 2004 May 15;116(10):714-6. Thrall G, Lane D, Carroll D, Lip GY. A systematic review of the effects of acute psychological stress and physical activity on haemorheology, coagulation, fibrinolysis and platelet reactivity: Implications for the pathogenesis of acute coronary syndromes. Thromb Res 2007;120(6):819-47. Tooth L, McKenna K. Contemporary issues in cardiac rehabilitation: implications for occupational therapists. British Journal of Occupational Therapy 1996;59(3):133-40. Topp RF. Exercise for the inactive hypertensive patient. Ethnicity and Disease 2006;16(Suppl 4):S27-S34. Touyz RMC. The 2004 Canadian recommedations for the management of hypertension: Part III - Lifestyle modifications to prevent and control hypertension. Canadian Journal of Cardiology 2004 Jan;20(1):55-9. Tresch DDM. Heart failure with normal systolic function: A common disorder in older people. Journal of the American Geriatrics Society 1995;43(9):1035-42. Ueda MS. High density lipoproteins: Overview and update on new findings from diagnostics to therapeutics. Journal of Clinical Ligand Assay 2005 Dec;28(4):216-32. Underdown A, Barlow J, Chung V, Stewart-Brown S. Massage intervention for promoting mental and physical health in infants aged under six months (Cochrane review) [with consumer summary]. Cochrane Database of Systematic Reviews 2006;(4). University of Michigan Health System. Heart failure - systolic dysfunction. Ann Arbor (MI): University of Michigan Health System; 2006. University of Michigan Health System. Essential hypertension. Ann Arbor (MI): University of Michigan Health System; 2009. Ussher MH, Taylor A, Faulkner G. Exercise interventions for smoking cessation. Cochrane Database Syst Rev 2008 Oct 8;(4):CD002295. Ussher MH, Taylor AH, West R, McEwen A. Does exercise aid smoking cessation? A systematic review. Addiction 2000 Feb;95(2):199-208. Vacek JL. Practical strategies for cardiac disease prevention. Basic steps to ensure better heart health. Postgrad Med 2004;115:41-4. Vahanian A, Baumgartner H, Bax J, Butchart E, Dion R, Filippatos G, et al. Guidelines on the management of valvular heart disease: The Task Force on the Management of Valvular Heart Disease of the European Society of Cardiology. Eur Heart J 2007;28:230-68. Valkeinen H, Aaltonen S, Kujala UM. Effects of exercise training on oxygen uptake in coronary heart disease: a systematic review and meta-analysis. Scand J Med Sci Sports 2010 May 12. Van de Werf F, Ardissino D, Betriu A, Cokkinos DV, Falk E, Fox KAA, et al. Management of acute myocardial infarction in patients presenting with ST-segment elevation. The Task Force on the Management of Acute Myocardial Infarction of the European Society of Cardiology. Eur Heart J 2003;24(1):28-66. van Dixhoorn J, White A. Relaxation therapy for rehabilitation and prevention in ischaemic heart disease: a systematic review and meta-analysis. Eur J Cardiovasc Prev Rehabil 2005 Jun;12(3):193-202. van Doornen LJP, de Geus EJC. Stress, physical activity and coronary heart disease. Work & Stress 1993;7(2):121-39. van Tol BA, Huijsmans RJ, Kroon DW, Schothorst M, Kwakkel G. Effects of exercise training on cardiac performance, exercise capacity and quality of life in patients with heart failure: a meta-analysis. Eur J Heart Fail 2006 Dec;8(8):84150. Vereniging van Integrale Kankercentra (VIKC). Hartfalen. Landelijke richtlijn. Versio 1.0. 2006.
134
Vescovi J, Fernhall B. Cardiac rehabilitation and resistance training: are they compatible? Journal of Strength & Conditioning Research (Allen Press Publishing Services Inc ) 2000;14(3):350-8. Veterans Administration DoD. VA/DoD clinical practice guideline for diagnosis and management of hypertension in the primary care setting. Washington (DC): Veterans Administration, Department of Defense; 2004. Vincent HK, Stephenson ML, Omli MR, Vincent KR. Clinical outcomes following postacute comprehensive rehabilitative care in patients with cardiopulmonary disease. Critical Reviews in Physical & Rehabilitation Medicine 2008;20(2):127-58. Voit S. Work-site health and fitness programs: impact on the employee and employer. Work 2001;16(3):273-86. Vuori I. Physical activity and health: metabolic and cardiovascular issues. Advances in Physiotherapy 2007;9(2):50-64. Walker M. Rehabilitation: Quantity and quality will count. British Journal of Cardiology 2003 Nov;10(6):424-5. Warburton DE, Katzmarzyk PT, Rhodes RE, Shephard RJ. Evidence-informed physical activity guidelines for Canadian adults. Can J Public Health 2007a;98 Suppl 2:S16-S68. Warburton DER, Eng JJ, Krassioukov A, Sproule S. Cardiovascular health and exercise rehabilitation in spinal cord injury. Topics in Spinal Cord Injury Rehabilitation 2007b;13(1):98-122. Warburton DER, Mathur S. Skeletal muscle training in people with chronic heart failure or chronic obstructive pulmonary disease. Physiotherapy Canada 2004;56(3):143-57. Warnes CA, Williams RG, Bashore TM, Child JS, Connolly HM, Dearani JA, et al. ACC/AHA 2008 Guidelines for the Management of Adults with Congenital Heart Disease: a report of the American College of Cardiology/American Heart Association Task Force on Practice Guidelines (writing committee to develop guidelines on the management of adults with congenital heart disease). Circulation 2008 Dec 2;118(23):e714-e833. Washburn RA, Figoni SF. Physical activity and chronic cardiovascular disease prevention in spinal cord injury:a comprehensive literature review. Topics in Spinal Cord Injury Rehabilitation 1998;3(3):16-32. Welsch MA, Parish TR. The heart failure syndrome: implications for exercise training. Cardiopulmonary Physical Therapy Journal 2004;15(2):3-14. West R. Cardiac rehabilitation of older patients. Reviews in Clinical Gerontology 2003;13(3):241-55. West R. Short vs. long bed rest after uncomplicated acute myocardial infarction: a systematic review and metaanalysis. J Clin Epidemiol 2004 Jul;57(7):759. Whelton SP, Chin A, Xin X, He J. Effect of aerobic exercise on blood pressure: a meta-analysis of randomized, controlled trials. Ann Intern Med 2002 Apr 2;136(7):493-503. White AR, Rampes H, Campbell JL. Acupuncture and related interventions for smoking cessation. Cochrane Database Syst Rev 2006 Jan 25;(1):CD000009. Whitlock EP, Williams SB. The primary prevention of heart disease in women through health behavior change promotion in primary care. Womens Health Issues 2003 Jul;13(4):122-41. Wiggers LC, Smets EM, de Haes JC, Peters RJ, Legemate DA. Smoking cessation interventions in cardiovascular patients. Eur J Vasc Endovasc Surg 2003 Nov;26(5):467-75. Wilcox S, Parra-Medina D, Thompson-Robinson M, Will J. Nutrition and physical activity interventions to reduce cardiovascular disease risk in health care settings: a quantitative review with a focus on women. Nutr Rev 2001 Jul;59(7):197-214. Williams B, Poulter NR, Brown MJ, Davis M, McInnes GT, Potter JF, et al. British Hypertension Society guidelines for hypertension management 2004 (BHS-IV): summary. BMJ 2004;328:634-40. Williams CL, Hayman LL, Daniels SR, Robinson TN, Steinberger J, Paridon S, et al. Cardiovascular health in childhood: A statement for health professionals from the Committee on Atherosclerosis, Hypertension, and Obesity in the Young (AHOY) of the Council on Cardiovascular Disease in the Young, American Heart Association. Circulation 2002a;106:143-60.
135
Williams DM, Matthews CE, Rutt C, Napolitano MA, Marcus BH. Interventions to increase walking behavior. Medicine and Science in Sports and Exercise 2008;40 7 Suppl(S567):S573. Williams MA, Fleg JL, Ades PA, Chaitman BR, Miller NH, Mohiuddin SM, et al. Secondary prevention of coronary heart disease in the elderly (with emphasis on patients > or =75 years of age): an American Heart Association scientific statement from the Council on Clinical Cardiology Subcommittee on Exercise, Cardiac Rehabilitation, and Prevention. Circulation 2002b;105:1735-43. Williams MA, Haskell WL, Ades PA, Amsterdam EA, Bittner V, Franklin BA, et al. Resistance exercise in individuals with and without cardiovascular disease: 2007 update: a scientific statement from the American Heart Association Council on Clinical Cardiology and Council on Nutrition, Physical Activity, and Metabolism. Circulation 2007a;116:572-84. Williams NH, Hendry M, France B, Lewis R, Wilkinson C. Effectiveness of exercise-referral schemes to promote physical activity in adults: systematic review. British Journal of General Practice 2007b;57(545):979-86. Williams PT. Physical fitness and activity as separate heart disease risk factors: a meta-analysis. Med Sci Sports Exerc 2001 May;33(5):754-61. Wilson MG. Cholesterol reduction in the workplace and in community settings. Journal of Community Health 1991;16(1):49-65. Wilson MG, Holman PB, Hammock A. A comprehensive review of the effects of worksite health promotion on healthrelated outcomes. Am J Health Promot 1996 Jul;10(6):429-35. Wilt TJ, Niewoehner D, Kane RL, MacDonald R, Joseph AM. Spirometry as a motivational tool to improve smoking cessation rates: a systematic review of the literature. Nicotine Tob Res 2007 Jan;9(1):21-32. Windham BG, Bennett RG, Gottlieb S. Care management interventions for older patients with congestive heart failure. Am J Manag Care 2003 Jun;9(6):447-59. Winsley R. Acute and chronic effects of exercise on heart rate variability in adults and children: a review. Pediatric Exercise Science 2002;14(4):328-44. Witham MD, McMurdo MET. Exercise training for older chronic heart failure patients. Reviews in Clinical Gerontology 2004;14(1):55-61. Wolfenden L, Campbell E, Wiggers J, Walsh RA, Bailey LJ. Helping hospital patients quit: what the evidence supports and what guidelines recommend. Prev Med 2008 Apr;46(4):346-57. Woodgate JB. Self-efficacy for exercise in cardiac rehabilitation: review and recommendations. Journal of Health Psychology 2008 Apr;13(3):366-87. Worcester MUC, Le Grande MR. The role of cardiac rehabilitation in influencing psychological outcomes. Stress & Health: Journal of the International Society for the Investigation of Stress 2008;24(3):267-77. Yeh GY, Wang C, Wayne PM, Phillips R. Tai chi exercise for patients with cardiovascular conditions and risk factors: A SYSTEMATIC REVIEW. J Cardiopulm Rehabil Prev 2009 May;29(3):152-60. Yeh GY, Wang C, Wayne PM, Phillips RS. The effect of tai chi exercise on blood pressure: a systematic review. Prev Cardiol 2008;11(2):82-9. Young JB, Abraham WT, Bourge RC, Konstam MA, Stevenson LW. Task force 8: training in heart failure endorsed by the Heart Failure Society of America. J Am Coll Cardiol 2008;51:383-9. Yu DS, Lee DT, Kwong AN, Thompson DR, Woo J. Living with chronic heart failure: a review of qualitative studies of older people. J Adv Nurs 2008 Mar;61(5):474-83. Yu DS, Thompson DR, Lee DT. Disease management programmes for older people with heart failure: crucial characteristics which improve post-discharge outcomes. Eur Heart J 2006 Mar;27(5):596-612. Yucha CB, Clark L, Smith M, Uris P, LaFleur B, Duval S. The effect of biofeedback in hypertension. Appl Nurs Res 2001 Feb;14(1):29-35. Yudkin JS. How can we best prolong life? Benefits of coronary risk factor reduction in non-diabetic and diabetic subjects. BMJ 1993 May 15;306(6888):1313-8.
136
Yung P. Relaxation training as complementary therapy for mild hypertension control and the implications of evidence-based medicine. Complementary therapies in nursing & midwifery 2001 May;7(2):59-65. Zafari AMW. Secondary prevention of coronary heart disease. Archives of Physical Medicine and Rehabilitation 1998 Aug;79(8):1006-17. Zambahari R. Management of acute ST segment elevation myocardial infarction (STEMI) 2007. 2nd edition. HTA Unit, Medical Development Division, Ministry of Health Malaysia; 2007. Zheng H, Orsini N, Amin J, Wolk A, Nguyen VT, Ehrlich F. Quantifying the dose-response of walking in reducing coronary heart disease risk: meta-analysis. Eur J Epidemiol 2009;24(4):181-92. Zipes DP, Ackerman MJ, Estes NA, III, Grant AO, Myerburg RJ, Van HG. Task Force 7: arrhythmias. J Am Coll Cardiol 2005;45:1354-63. Zipes DP, Camm AJ, Borggrefe M, Buxton AE, Chaitman B, Fromer M, et al. ACC/AHA/ESC 2006 Guidelines for Management of Patients With Ventricular Arrhythmias and the Prevention of Sudden Cardiac Death: a report of the American College of Cardiology/American Heart Association Task Force and the European Society of Cardiology Committee for Practice Guidelines (writing committee to develop Guidelines for Management of Patients With Ventricular Arrhythmias and the Prevention of Sudden Cardiac Death): developed in collaboration with the European Heart Rhythm Association and the Heart Rhythm Society. Circulation 2006;114(10):e385-484.
137