Functiebeschrijving
Functiebeschrijving Opleidingshoofd Professionele Bachelor Jobidentificatie Een opleiding is een geheel van samenhangende onderwijs-, studie- en toetsactiviteiten dat aansluit bij een bepaalde vooropleiding en dat in geval van succesvolle voltooiing bekroond wordt met een diploma (art. 3 structuurdecreet).
Doel van de functie Verantwoordelijkheid nemen voor de onderwijsinhoudelijke inrichting en de professionele bezetting van de opleiding, het volgen van de kwaliteit daarvan en deze bijsturen waar dat nodig is. Daartoe is het opleidingshoofd bevoegd tot het aansturen en motiveren van medewerkers om de opleiding binnen de krijtlijnen van het departement en de strategische kaders van de ArtesisPlantijn hogeschool vorm te geven. Het opleidingshoofd fungeert als aanspreekpunt en gezicht van de opleiding. Het is bovendien de verantwoordelijkheid van het opleidingshoofd om de belangen van de opleidingen in- en extern te behartigen. Als lid van het departementaal overleg draagt het opleidingshoofd bij aan de optimalisatie van de interne werking, de kwaliteit en de ontwikkeling van het departement en de hogeschool.
Resultaatsgebieden Resultaatsgebied 1: Het opmaken van een beleidsplan voor de opleiding en toezien op de implementatie ervan teneinde de doelstellingen van het departement binnen de context van de opleiding te operationaliseren. Dit op vlak van onderwijs, wetenschappelijk onderzoek en maatschappelijke dienstverlening. Dit omvat onder meer de volgende taken: Ondersteunen van de langetermijnvisie voor het departement. Operationaliseren van de doelstellingen van het departement binnen de opleiding waarvoor verantwoordelijkheid bestaat. Inventariseren van de behoeften bij medewerkers, studenten en werkveld. Uitwerken van de onderwijsvisie van de opleiding in overleg met het team van de opleiding Omzetten van de visie voor de opleiding naar een beleidsplan met daarin concrete acties voor de korte en lange termijn, passend binnen het budget dat aan de opleiding is toegekend. Toezien op en aansturen van de uitvoering en realisatie van de acties die zijn benoemd in het beleidsplan. Voorleggen van het opgemaakte beleid aan de relevante stakeholders.
Pag. 2 / 6
Resultaatgebied 2: Het aansturen en monitoren van ontwikkeling van het curriculum voor de opleiding en haar afstudeerrichtingen. Dit omvat onder meer de volgende taken: Initiëren van de actualisatie van de onderwijsinhoud van het programma. Organiseren van overleg met het lectorenteam en toewijzen van bijsturingsopdrachten; Stimuleren van initiatieven betreffende onderwijsvernieuwing. Voeren van supervisie op de internationale dimensie van de opleiding. Voeren van supervisie op de opmaak en actualisering van de ECTS-fiches, actualisatie van de opleidingstabel en concordantietabel. Resultaatgebied 3: Het bewaken van de kwaliteitsnormen en initiëren van verbeteringsprojecten teneinde de accreditatie voor de opleiding te behalen en te behouden. Dit omvat onder meer de volgende taken: Coördineren van de activiteiten op het gebied van kwaliteitszorg van de opleiding door het bijhouden van het kwaliteitshandboek, het plannen van de metingen, het opmaken van de jaarlijkse opleidingsplannen en het opvolgen van de uitvoering ervan. Het voeren van supervisie op de voorbereiding van kwaliteitsvisitaties Het coördineren van / voeren van supervisie op de opmaak van het dossier voor de accreditatie-aanvraag. Resultaatgebied 4: Het leiding geven aan en coördineren van de organisatie van opleidingsactiviteiten. Dit omvat onder meer de volgende taken: Leiding geven aan het team van de opleiding en de taakverdeling die daarbinnen plaatsvindt. Voorzitten van het opleidingsoverleg met betrokken docenten en lectoren. Adviseren in situaties aangaande de gelijkwaardigheid van diploma’s. Coördineren van de bespreking van examenresultaten. Resultaatgebied 5: Het voeren van personeelsmanagement van de opleiding. Het stimuleren van de persoonlijke groei van de medewerkers van de opleiding. Instaan voor het scheppen van een warme, open en dynamische organisatiecultuur binnen de hogeschool waarin leren, ruimte voor creativiteit en waardering voor elkaars filosofische, ideologische en godsdienstige opvattingen vanzelfsprekend zijn. Dit omvat onder meer de volgende taken: Aansturen, faciliteren, coachen, motiveren, ontwikkelen en evalueren van de medewerkers van de opleiding. Ondersteunen van het departementshoofd bij het toekennen van de opdrachten aan het onderwijzend personeel en het opmaken van taakstellingsfiches in overeenstemming met het evaluatiereglement van Artesis-Plantijn Hogeschool. Stimuleren dat medewerkers elkaar wederzijds aanspreken op hun verantwoordelijkheden.
Pag. 3 / 6
Rekruteren en selecteren van nieuwe medewerkers voor het team van de opleiding, volgens de binnen Artesis Plantijn hogeschool geldende procedures. Opvolgen van de professionele ontwikkeling van de medewerkers, voeren van functionerings- en evaluatiegesprekken en identificeren van aandachtspunten. Voorstellen van professionaliseringsactiviteiten (vb. opleiding) voor medewerkers aan het departementshoofd.
Resultaatgebied 6: Het fungeren als inhoudelijk aanspreekpunt van de opleiding voor internen en externen. Zorg dragen voor de eenduidige inhoudelijke communicatie en informatievoorziening rond de opleiding. Het vertegenwoordigen van de opleiding in relevante interne en externe overlegsituaties. Dit omvat onder meer de volgende taken: Informeren van het opleidingsteam over in- en externe relevante aangelegenheden. Aanspreekpunt zijn voor studenten van de opleiding. Vertegenwoordigen van de opleiding in relevante projectgroepen binnen het departement of de hogeschool. Initiëren en onderhouden van contacten met voor de opleiding relevante in- en externe stakeholders. Supervisie voeren over externe representatieopdrachten gerelateerd aan de opleiding. Opvolgen van de inhoud van de infobrochures en de website en deze bijsturen waar nodig. Coördineren van de PR - initiatieven van de opleiding.
Positionering Hiërarchisch leiding geven: Formuleren, opvolgen en evalueren van de jaarafspraken van de medewerkers binnen het departementaal overeengekomen beleid. Instaan voor het aansturen, coachen en verder ontwikkelen van de medewerkers van de opleiding. Het opleidingsniveau van de werknemers aan wie hiërarchisch wordt leiding gegeven kan zowel Universitair (Hoger Onderwijs Lange Type), Graduaat (Hoger Onderwijs Korte Type) als Hoger secundair Onderwijs zijn. Krijgt leiding van: Het opleidingshoofd rapporteert aan het departementshoofd en wordt in hoofde van zijn functie door het departementshoofd geëvalueerd.
Graad van autonomie Het voorbereiden van en inhoudelijk bijdragen aan departementaal beleid, departementale beleidsbeslissingen en de invulling van samenwerking met externe organisaties. Opstellen van het opleidingsplan, beheren van het opleidingsbudget en het aansturen van medewerkers. Plannen en doelstellingen worden afgestemd met het departementshoofd. Over de voortgang van processen binnen de opleiding en behaalde resultaten legt het opleidingshoofd verantwoording af aan het departementshoofd.
Pag. 4 / 6
Technische Expertise 1. Opleidingsniveau Basisopleiding die vereist is om de functie uit te oefenen: Doctoraat X Master X Bachelor (met minimum 6 jaar ervaring) Hoger Secundair Onderwijs Lager Onderwijs Bijzondere specialisaties/vaardigheden (talenkennis, IT-kennis, specifieke vaardigheden, productkennis, technieken, specifiek diploma, ...) Kennis van het werkveld van de opleiding; Specifieke specialisatie relevant aan het werkveld; Een duidelijke visie op het vakgebied van de opleiding; Kennis van en ervaring uit de hedendaagse onderwijspraktijk; Kennis van en ervaring met courante administratieve software pakketten; 2. Relevante ervaring Totale noodzakelijke ervaring om de functie correct en autonoom uit te voeren: Minder dan 1 jaar relevante ervaring vereist; 1 tot 3 jaar relevante ervaring vereist ; X 3 tot 5 jaar relevante ervaring vereist; X 5 tot 8 jaar relevante ervaring vereist (voor Bachelors); 10 of méér jaar relevante ervaring vereist. 3. Interpersoonlijke relaties X intern gericht (>50%) - binnen AP Hogeschool; extern gericht (>50%) - buiten AP Hogeschool; zowel intern als extern gericht zijn (ongeveer 50/50).
Pag. 5 / 6
Competentieprofiel MANAGEN VAN INFORMATIE Het opleidingshoofd beschikt over het vermogen om: binnen de context van de opleiding concreet werkbare oplossingen te destilleren en werkbare adviezen te geven; gegevens te integreren door het leggen van de juiste verbanden tussen voor de opleiding relevante inhouden en deze zodanig te interpreteren dat sluitende conclusies ontstaan; gegevens efficiënt en effectief te decoderen en deze origineel te verwerken; ambigue informatie te hanteren en eigen kennis en expertise correct in te schatten. MANAGEN VAN TAKEN Het opleidingshoofd beschikt over het vermogen om: de strategie, tactische of operationele beleidslijnen te vertalen in concreet meetbare objectieven; de stand van zaken met regelmaat op te volgen en consequent en adequaat bij te sturen indien nodig in de functie van de te bereiken objectieven. efficiënte en overzichtelijke plannen uit te werken in logische stappen en in de functie van de prioriteiten; tijdig beslissingen te nemen op basis van (on)volledige informatie en daarop acties te initiëren; onverwachte situaties te hanteren en handelen op eigen initiatief. MANAGEN VAN MENSEN (teams aansturen) Het opleidingshoofd beschikt over het vermogen om: medewerkers duidelijke instructies te geven, de resultaten van het werk op te volgen en daarin bij te sturen en discipline te behouden; anderen te erkennen en te waarderen voor hun inzet en hun kwaliteiten en aan hen op grond van inzicht, kunnen en beschikbare middelen verantwoordelijkheden toe te kennen; de eigen stijl van leidinggeven aan te passen om daarmee het goed functioneren van anderen te bevorderen; op een constructieve en aanvaardbare manier zowel positieve als negatieve feedback te geven aan medewerkers over hun functioneren; anderen op een brede basis consulteren over opleidingsrelevante onderwerpen en ervoor zorgen dat ieder het gevoel heeft daaraan te kunnen bijdragen. MANAGEN VAN INTERPERSOONLIJKE RELATIES Het opleidingshoofd beschikt over het vermogen om: een relatie op te bouwen met anderen, binnen en buiten de organisatie, door hun vertrouwen te winnen op basis van persoonlijke geloofwaardigheid en expertise; ideeën en opvattingen op een open manier delen met anderen en deze ertoe uitnodigen hetzelfde te doen; gerichte vragen te stellen aan gesprekspartners om hun kennis, achtergrond en interesse te leren kennen; aandacht te hebben voor wat anderen bezighoudt, inspelen op behoeften en zich inleven in de situatie van de ander; goede relaties doorheen verschillende organisatieniveaus in stand te houden , zowel hoger als lager.
Pag. 6 / 6
MANAGEN VAN ZICHZELF (staat in voor de eigen ontwikkeling en is betrokken bij de organisatie). Het opleidingshoofd beschikt over het vermogen om: zich continu nieuwe inzichten eigen te maken in functie van professionele noden of groei; het eigen functioneren kritisch in vraag te stellen en niet zomaar aan te nemen alles perfect te doen; een flexibele houding aan te nemen tegenover veranderende omstandigheden en er zich, indien nodig, aan te passen; gepast en doelgericht te reageren als men wordt geconfronteerd met frustratie, tegenwerking of druk; op een gedisciplineerde manier te werk te gaan in overeenstemming met eigen principes en verwachtingen van de organisatie.