Functiebeschrijving: Jurist staatshervorming

DEPARTEMENT BESTUURSZAKEN AFDELING BELEID - DIENST CORPORATE HR https://bz.vonet.be/corporateHR

Identificatiecode: Functiefamilie: Organisatieondersteunende functie

Functiebeschrijving: Jurist staatshervorming

Voor akkoord Naam leidinggevende(n):

Datum + Handtekening(en)

- Vincent Vandenameele - Dirk Vanderpoorten Beleidsdomein: Werk en Sociale Economie Entiteit: Departement Naam functiehouders

Handtekening(en)

DEPARTEMENT BESTUURSZAKEN AFDELING BELEID – DIENST CORPORATE HR [email protected] https://bz.vonet.be/corporateHR

DEEL 1: CONTEXTINFORMATIE 1. Functietitel (M/V) jurist staatshervorming

2. Organisatie Het Departement Werk en Sociale Economie (WSE) staat in voor de beleidsontwikkeling, de handhaving en de evaluatie van de beleidsuitvoering van het Vlaams beleid voor Werk en Sociale Economie. Daarnaast is haar opdracht het duurzaam ondersteunen, versterken en stimuleren van de werkgelegenheid in de reguliere sector, de nonprofitsector en in de sociale economie in Vlaanderen. Zij voert, door middel van labeling, erkenningen, vergunningen, subsidie- en andere maatregelen, de programma’s betreffende de bevordering van de werkgelegenheid uit die de Vlaamse overheid beslist. Het departement bestaat uit 6 afdelingen, nl. Algemene Diensten, Werkgelegenheidsbeleid, Sociale Economie en Duurzaam Ondernemen, Juridische Diensten en Erkenningen, ESF en Toezicht en Handhaving. De functie van jurist situeert zich in de afdeling juridische diensten en erkenningen.

2


3. Context 3.1. Hoofdactiviteit van de afdeling / dienst De afdeling juridische diensten en erkenningen neemt binnen het Departement Werk en Sociale Economie (WSE) een sleutelrol in, en : – verleent juridische ondersteuning aan de secretaris-generaal en aan de afdelingen van het Departement; – coördineert afdelings- en entiteitsoverschrijdende projecten (zoals bijvoorbeeld de coördinatie en de uitvoering van de staatshervorming); – vertegenwoordigt het beleidsdomein op diverse fora (bijvoorbeeld de werkgroep EU-handel, werkgroep multilateraal beleid, Strategisch Overleg Orgaan Internationale Aangelegenheden, DGE-vergaderingen FOD Buitenlandse Zaken, Intergouvernementele vergaderingen, overleg op de Permanente vertegenwoordiging, …); – staat in voor de kwaliteitsbewaking van de regelgeving binnen het beleidsdomein; – coördineert de samenwerking tussen de juridische diensten van de verschillende entiteiten binnen het beleidsdomein; – is belast met de voorbereiding van de beslissingen tot oplegging van administratieve geldboeten; – zorgt voor de opvolging van de federale, Europese en internationale regelgeving en beleid gerelateerd aan het beleidsdomein (Europese Unie, de Raad van Europa, de Internationale arbeidsorganisatie (IAO), de UNO, de Wereldhandelsorganisatie (WTO), de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO)); – coördineert de samenwerking met andere bestuursniveaus op federaal niveau, Europees, of internationaal vlak (bilaterale samenwerkingsakkoorden, IAO, OESO, VN, WTO); – zorgt voor de ontvangst van buitenlandse delegaties.

3.2. Omgeving: factoren die het functioneren beïnvloeden – Noodzakelijke afstemming met het beleidsniveau (de twee functionele kabinetten); – Nauw overleg of samenwerking met andere entiteiten en bestuursniveaus, én dit zowel  op Vlaams niveau : binnen het beleidsdomein (Vlaams Subsidieagentschap voor Werk en Sociale Economie (VSA WSE), Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en beroepsopleiding (VDAB), Syntra Vlaanderen, ESF- Agentschap Vlaanderen) als buiten het beleidsdomein (Departement Internationaal Vlaanderen, Vlaamse vertegenwoordiging binnen de Permanente vertegenwoordiging van België),…;  op federaal vlak : met federale overheidsdiensten of sociale zekerheidsinstellingen (de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg (FOD WASO), de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid, FOD Buitenlandse Zaken, Rijksdienst voor

3


Sociale Zekerheid (RSZ), de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid (KSZ), de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA), de Federale Sociale inspectiediensten) of met andere gemeenschappen of gewesten;  op Europees of internationaal vlak : Permanente Vertegenwoordiging, Europese Commissie of buitenlandse delegaties.

3.3. Interne organisatie 3.3.1. Rapporteringslijnen Aan welke functie rapporteert de functiehouder? Welke andere functies rapporteren aan diezelfde functie?

Afdelingshoofd juridische diensten en erkenningen

Intern : Juristen van de beleidscel/ juridische ondersteuning Administratief ondersteuners van het secretariaat en administratieve ondersteuning Diensthoofd en medewerkers van de dienst economische migratie Extern : - attaché Werk en Sociale Economie (de Vlaamse vertegenwoordiging binnen de Permanente vertegenwoordiging van België);

Welke functies rapporteren aan de functiehouder?

nvt

4


3.3.2. Organogram

4. Kwantitatieve gegevens Aantal personeelsleden waaraan wordt leiding gegeven: Budgetten (met vermelding van het type impact dat de functiehouder heeft):

nvt Het team Juridische Dienstverlening en Externe Relaties - als onderdeel van de handhavingsketting inzake sociale misdrijven en in de dossiers die niet strafrechtelijk worden vervolgd – staat in voor de voorbereiding van beslissingen tot oplegging van administratieve geldboeten. Het op te leggen bedrag aan administratieve geldboeten wordt voor 2013 geraamd op ca. 18.000 euro, maar kan stelselmatig stijgen.

5


Bijkomende kwantitatieve gegevens:

Het team Juridische Dienstverlening en Externe Relaties neemt vanuit de beleidscoördinerende opdracht van het Departement WSE een sleutelrol in een groot aantal projecten die een weerslag hebben op het beleidsdomein. Voorbeelden van dergelijke projecten zijn : de staatshervorming, de administratieve lasten(verlaging), … Vanuit deze filosofie neemt het team Juridische Dienstverlening en Externe Relaties ook een sturende of coördinerende rol in contacten met andere bestuursniveaus op federaal, Europees of Internationaal vlak, en zorgt het voor de ontvangst van buitenlandse delegaties; De bestuursniveaus betreffen o.m. : - op federaal vlak : met de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg (FOD WASO), de FOD Sociale Zekerheid, de FOD Buitenlandse Zaken, of met andere gemeenschappen of gewesten; - op Europees of internationaal vlak : de Permanente Vertegenwoordiging, de Europese Commissie, de Raad van Europa, de Internationale arbeidsorganisatie (IAO), de VN, de Wereldhandelsorganisatie (WTO), de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO). Daarnaast kan het team Juridische Dienstverlening en Externe Relaties tevens een (inhoudelijk) sturende of coördinerende rol nemen in grotere of complexere cross functionele projecten die gerelateerd zijn aan de domeinen werk, sociale zekerheid, sociale inspectiediensten en E-gov. Deze projecten zijn zowel entiteitsoverschrijdend, beleidsdomeinoverschrijdend, als met andere bestuursniveaus. De stafmedewerker kan gevraagd worden aan dergelijke projecten mee te werken of om deze te leiden.

6


DEEL 2: DOEL EN RESULTAATSGEBIEDEN 5. Doel Als jurist sta je de interne/externe klanten van het Departement WSE en het beleidsdomein WSE bij via de ontwikkeling en het uitbouwen van specifieke juridische ondersteuning, teneinde ertoe bij te dragen dat de organisatie en haar medewerkers zo optimaal en efficiënt mogelijk kunnen functioneren en de organisatiedoelstellingen kunnen bereikt worden. Bij de realisatie van dit doel heb je volgende verantwoordelijkheden: – verleent juridische ondersteuning aan de secretaris-generaal en aan beide afdelingen van het departement; – analyseert in overleg met de adviseur Juridische Dienstverlening en Externe Relaties, en de secretaris-generaal de behoeften van de organisatie en de interne/externe klanten; – neemt een (inhoudelijk) sturende of coördinerende rol in grotere of complexere cross functionele projecten die gerelateerd zijn aan de domeinen werk, sociale zekerheid, sociale inspectiediensten en Europa (bijvoorbeeld de Staatshervorming). – vertegenwoordigt het beleidsdomein in diverse fora; – staat in voor de opstelling van regelgeving en de kwaliteitsbewaking van regelgeving binnen het beleidsdomein Werk en Sociale Economie; – coördineert de samenwerking tussen de juridische diensten van de verschillende entiteiten binnen het beleidsdomein; – zorgt voor de opvolging van de federale, Europese en internationale regelgeving en beleid gerelateerd aan het beleidsdomein; – draagt bij tot de realisatie van de strategische en operationele doelstellingen van het departement; – zorgt voor een vlotte informatiedoorstroming en uitwisseling zowel, naar de adviseur Juridische Dienstverlening en Externe Relaties, de secretaris-generaal, als naar de klanten; – bouwt een professioneel netwerk uit met andere entiteiten en én dit zowel binnen als buiten het beleidsdomein;

7


6. Resultaatgebieden 6.1. Behoefteanalyse Analyseren van de behoeften van de organisatie en interne klanten teneinde een correct beeld te krijgen van de opportuniteiten en de noden.

Voorbeelden van activiteiten:  Anticiperen op juridische problemen en knelpunten gerelateerd aan het beleidsdomein;  Behoeften en opportuniteiten inzake nieuwe juridische ontwikkelingen of regelgeving detecteren, voorstellen, en bespreken met de adviseur Juridische Dienstverlening en Externe Relaties, de secretaris-generaal en de afdelingshoofden;  Opvolgen van ontwikkelingen en tendensen in de Federale, Europese en internationale regelgeving gerelateerd aan het beleidsdomein;  uitvoeren van juridische probleemanalyses of impactanalyses in materies gerelateerd aan het beleidsdomein;  Analyseren van juridische ad hoc vragen en problemen gerelateerd aan het beleidsdomein;  Evalueren van de juridische dienstverlening of samenwerkingsvormen met andere entiteiten of bestuursniveaus in materies gerelateerd aan het beleidsdomein;  opmaak van operationele doelstellingen;

6.2. Dienstverlening uitbouwen Op basis van het beleid en de behoefteanalyse definiëren, implementeren en bijsturen van de dienstverlening binnen het functionele domein teneinde de interne klanten en de organisatie op de best mogelijke manier te ondersteunen. Context: zulks gebeurt in overleg en in samenwerking met het lijnmanagement.

Voorbeelden van activiteiten:  Voorstellen doen van de juridische dienstverlening in materies gerelateerd aan het beleidsdomein, en bespreken met de adviseur Juridische Dienstverlening en Externe Relaties, de secretaris-generaal en de afdelingshoofden;  Akkoord bereiken rond de dienstverlening;  De continue werking van de organisatie meehelpen verzekeren door een degelijke juridische dienstverlening;  Het beleid van de entiteit vertalen naar doelstellingen voor de eigen dienst;  Definiëren van langere termijnplanning in complexere dossiers of dossiers die op een langere termijn lopen zoals bijvoorbeeld de staatshervorming, of cross functionele projecten;  Administratie uitvoeren die bij de dienstverlening hoort;

8


 Interne klanten ondersteunen bij de implementatie van regelgeving,…;

6.3. Werkinstrumenten Ontwikkelen of aanpassen van concepten, systemen, methoden en technieken in nauw overleg met de interne klant teneinde door algemeen toepasbare of maatgerichte producten en diensten de gedefinieerde dienstverlening te kunnen uitvoeren.

Voorbeelden van activiteiten:  Werkinstrumenten en hulpmiddelen ontwerpen, verbeteren en/of toegankelijker maken, wegwijs maken in juridische databanken (bijvoorbeeld Vlaamse Codex, Staatsblad, …);  Innovatieve ideeën ontwikkelen;  Meewerken aan projecten van productontwikkeling bijvoorbeeld op het vlak van het ontwerp, de oprichting, de ontsluiting, de keuze of de implementatie van nieuwe databanken of applicaties;  Uitwerken van procedures en richtlijnen (bijvoorbeeld handleidingen voor de opstelling van regelgeving, ...);  Ontwikkelen van opleidingen;

6.4. Adviesverlening Zowel op vraag als pro-actief interne klanten adviseren vanuit het functionele domein teneinde deskundige oplossingen aan te bieden voor vraagstukken of problemen van juridische aard

Voorbeelden van activiteiten:      

Advies en bijstand verlenen aan klanten naar aanleiding van door hen opgeworpen vragen; Vertalen van beleidsvisies in kwalitatieve juridisch regelgeving; Adviseren over de toepassing en het gebruik van diensten, in materies gerelateerd aan het beleidsdomein; Fungeren als contactpersoon reguleringsmanagement; Behartigen van juridische briefwisseling; Antwoorden op vragen van klanten (deze klanten zijn : kabinetten, afdelingen van het departement, andere entiteiten van het beleidsdomein, individuele burgers en/of ondernemingen);  Fungeren als aanspreekpunt voor het eigen vakgebied;

9


 Klanten adviseren over de opstelling van of interpretatie van Vlaamse, Federale, Europese en internationale regelgeving in materies gerelateerd aan het beleidsdomein;  Actief deelnemen aan werkgroepen en vergaderingen (bijvoorbeeld de werkgroepen staatshervorming, …);

6.5. Kwaliteitsborging Opvolgen, evalueren en eventueel bijsturen van de voortgang of resultaten van processen en dienstverlening teneinde een optimale kwaliteit en efficiëntie te garanderen conform de afspraken, richtlijnen en regelgeving.

Voorbeelden van activiteiten:      

Bewaken van correcte toepassingen van reglementaire bepalingen, procedures en normen in materies gerelateerd aan het beleidsdomein; Erop toezien dat wet- en regelgeving worden gerespecteerd in materies gerelateerd aan het beleidsdomein; Verzamelen en verwerken van gegevens, opmaken van overzichten en verslagen, rapporteren van indicatoren; Rapporteren over Federale regelgeving, Europese en internationale beleidsadviezen en regelgeving in materies gerelateerd aan het beleidsdomein; Input leveren voor managementrapportering; Toezien op naleving van kwaliteitsnormen (bijvoorbeeld bij de opstelling van juridische (en/of beleids)adviezen, de opstelling van nieuwe reglementering,…);  Voorstellen doen voor verbetering;  Proces afstemmen met andere processen;

6.6. Communicatie en contacten Communiceren over de dienstverlening teneinde de (interne) klanten te informeren en hen te stimuleren om van de dienstverlening gebruik te maken.

Voorbeelden van activiteiten:  Verzekeren van een vlotte doorstroming van relevante informatie binnen de organisatie, naar de klanten en de collega’s;  De dienstverlening pro-actief kenbaar maken aan de klant (bijvoorbeeld door de opstelling van adviezen, documenten, rapporten, of de duiding, of duiding van nieuwe regelgeving);  Deelnemen aan en organiseren van werkgroepen, vergaderingen, infosessies (bijvoorbeeld personeelsvergaderingen, interne projectgroepen, werkgroepen staatshervorming, …));  Uitbouwen en onderhouden van professionele netwerken met andere entiteiten, en bestuursniveaus, én dit  op Vlaams niveau : binnen het beleidsdomein (functionele kabinetten, Vlaams Subsidieagentschap voor Werk en Sociale Economie (VSA WSE),

10


   

Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en beroepsopleiding (VDAB), Syntra Vlaanderen, ESF- Agentschap Vlaanderen) als buiten het beleidsdomein (Departement DAR, Dienst Wetsmatiging, Departement Bestuurszaken,…);  op federaal vlak : met de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg (FOD WASO), de FOD Sociale Zekerheid) of met andere gemeenschappen of gewesten; Rapporteren over nieuwe federale, Europese en internationale regelgeving in materies gerelateerd aan het beleidsdomein; Feedback vragen aan klanten (bijvoorbeeld inzake de dienstverlening); Fungeren als contactpersoon reguleringsmanagement; Coördineren van samenwerking met andere bestuursniveaus;

6.7. Kennis m.b.t. het vakgebied Actief bijhouden en uitwisselen van kennis en ervaring m.b.t. het vakgebied teneinde de kwaliteit van de dienstverlening te optimaliseren.

Voorbeelden van activiteiten:  Uitbouwen en onderhouden van professionele netwerken met andere entiteiten, én dit zowel binnen (functionele kabinetten, Vlaams Subsidieagentschap voor Werk en Sociale Economie (VSA WSE), Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en beroepsopleiding (VDAB), Syntra Vlaanderen, ESF-Agentschap),als buiten het beleidsdomein (bijvoorbeeld Dienst Wetsmatiging, Departement DAR, Departement Bestuurszaken,…);  Bijhouden van vakliteratuur;  Opvolgen van ontwikkelingen en tendensen in Federale, Europese en internationale regelgeving in materies gerelateerd aan het beleidsdomein;  Op de hoogte blijven van nieuwe methoden, theorieën en technieken;  Deelnemen aan interne en externe vormingsactiviteiten op het vakgebied;

6.8. Projectcoördinatie en -deelname Leiden/coördineren van of deelnemen aan in uitvoering zijnde of nieuwe (cross functionele) projecten teneinde bij te dragen aan de realisatie van de afgesproken projectdoelstellingen.

Voorbeelden van activiteiten:  Meewerken aan (cross functionele) projecten (bijvoorbeeld de Staatshervorming,…);  Leveren van specifieke vakinhoudelijke input voor die projecten;  Het opvolgen van de werkzaamheden;

11


6.9. Optimalisatie van de dienstverlening Organiseert overleg en/of neemt beslissingen over de dienstverlening ten einde ervoor te zorgen dat de dienstverlening zo optimaal mogelijk is.

Voorbeelden van activiteiten:  Overlegt met de afdelingen rond de timing, planning en uitvoering van regelgeving, enz.

DEEL 3: COMPETENTIEPROFIEL 7. Waardegebonden en gedragscompetenties 7.1. Voortdurend verbeteren Voortdurend verbeteren van het eigen functioneren en van de werking van de entiteit, door de bereidheid om te leren en mee te groeien met veranderingen II. Ontwikkelt zich binnen de eigen functie en werkt actief mee aan het verbeteren van de uitvoering van taken. -

Maakt zich vertrouwd met nieuwe materies die relevant zijn voor de eigen taak (bv. nieuwe regelgeving, informaticatoepassingen, werkmethoden …) Informeert zich over nieuwe ontwikkelingen met betrekking tot de eigen functie (leest vakliteratuur, neemt deel aan congressen …) Past nieuwe richtlijnen, kennis, informatie en inzichten toe in de praktijk Gaat na of en hoe nieuwe tendensen en ontwikkelingen in de eigen functie ingezet kunnen worden Zoekt actief naar mogelijkheden om de uitvoering van het takenpakket te verbeteren en werkt die mogelijkheden verder uit tot concrete voorstellen

12


7.2. Samenwerken Met het oog op het algemeen belang een bijdrage leveren aan een gezamenlijk resultaat op het niveau van een team, entiteit of de organisatie, ook als dat niet meteen van persoonlijk belang is Niveau II. Helpt anderen en pleegt overleg -

Steunt de voorstellen van anderen en bouwt daarop voort om tot een gezamenlijk resultaat te komen Stemt de eigen inbreng/prioriteiten/aanpak af op de behoeften van de groep Houdt rekening met de gevoeligheden en met de verscheidenheid van mensen Biedt hulp aan bij problemen, ook al valt de taak niet onder de eigen opdracht Vraagt spontaan en proactief de mening van anderen

7.3. Klantgerichtheid Met het oog op het dienen van het algemeen belang, de legitieme behoeften van verschillende soorten (interne en externe) klanten onderkennen en er adequaat op reageren Niveau II. Onderneemt acties om voor de klant de meest geschikte oplossing te bieden bij vragen en problemen die minder voor de hand liggen -

Past binnen de bestaande procedures en planning de dienstverlening of het product aan om de klant verder te helpen Geeft de klant waar hij recht op heeft op de best mogelijke wijze Levert, rekening houdend met bestaande procedures, sneller of meer dan afgesproken is aan de klant Gaat expliciet na of de klant tevreden is met de aangeboden oplossing en dienstverlening Probeert zelf een antwoord te geven op een vraag of klacht. Verwijst zo nodig door of zoekt hulp Biedt een zo optimaal mogelijke oplossing voor de klant Legt een grote stressbestendigheid en flexibiliteit aan de dag in functie van de dienstverlening

7.4. Betrouwbaarheid Handelen vanuit de codes van integriteit, zorgvuldigheid, objectiviteit, gelijke behandeling, correctheid en transparantie uitgaande van de basisregels, sociale en ethische normen (diversiteit, milieuzorg…). Afspraken nakomen en zijn/haar verantwoordelijkheid opnemen Niveau II. Brengt sociale en ethische normen in de praktijk -

Neemt de verantwoordelijkheid op zich voor zijn eigen handelen (past geen paraplupolitiek toe) Leeft de deontologie na die eigen is aan de functie of het functieniveau Spreekt anderen erop aan als ze niet conform bestaande regels en afspraken handelen

13


-

Handelt consequent: neemt in soortgelijke omstandigheden soortgelijke standpunten in of een soortgelijke houding aan. Kan inschatten of informatie al dan niet verder kan of mag worden verspreid Vertoont voorbeeldgedrag rond basisregels en afspraken

7.5. Probleemanalyse (analytisch denken) Een probleem duiden in zijn verbanden. Op een efficiënte wijze op zoek gaan naar aanvullende, relevante informatie I. Ziet de essentie van het probleem -

Verzamelt informatie over de achtergronden en oorzaken Maakt duidelijk onderscheid tussen hoofd- en bijzaken bij het analyseren van een probleem Omschrijft duidelijk de kern van het probleem Verwerft een algemeen inzicht in de problematiek Gaat systematisch te werk bij het analyseren van een probleem

7.6. Oordeelsvorming (synthetisch denken) Meningen uiten en zicht hebben op de consequenties ervan, op basis van een afweging van relevante criteria Niveau I. Formuleert hypothesen; trekt logische conclusies op basis van de beschikbare gegevens -

Formuleert hypothesen voor problemen waarover onvoldoende informatie beschikbaar is Formuleert een diagnose op basis van de verzamelde informatie, komt tot een synthese Betoont een gezonde kritische ingesteldheid Weegt alternatieven tegen elkaar af Redeneert logisch, ziet de voor de hand liggende effecten van acties

7.7. Initiatief Kansen onderkennen en uit eigen beweging acties voorstellen of ondernemen I. Neemt het initiatief om binnen het eigen takendomein acties te initiëren (reactief en ad hoc) -

Doet eerst zelf al het mogelijke om een probleem op te lossen alvorens de hulp van anderen in te roepen Gaat uit zichzelf achter informatie aan Ziet werk liggen en gaat over tot actie

14


-

Kan problemen die zich voordoen zelf afwerken Onderneemt uit eigen beweging gerichte acties om het concrete probleem op te lossen

7.8. Mondelinge uitdrukkingsvaardigheid Spreken in een taal zodat het publiek tot wie u zich richt u begrijpt I. Weet de eigen boodschap vlot en begrijpelijk te verwoorden -

Communiceert duidelijk en ‘to the point’ Legt (technische) gegevens op een begrijpelijke wijze uit Beperkt het gebruik van jargon Antwoordt doelgericht en beknopt Is goed verstaanbaar (volume, articulatie, tempo) Spreekt vlot Ondersteunt zijn boodschap met aangepast non-verbaal gedrag

7.9. schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid Een schrijfstijl hanteren die past bij de boodschap en de doelgroep. Niveau II. Structureert zijn boodschap en hanteert een gepast taalgebruik afhankelijk van de situatie of het publiek -

Stelt eenduidig leesbare documenten op die beknopt en ter zake zijn Levert teksten met een duidelijke structuur (zowel inhoudelijk als vormelijk, en de inhoud en vorm zijn op elkaar afgestemd) Gebruikt een stijl die aangepast is aan de situatie (zakelijk, onderhoudend, informatief …) Gebruikt een taal die aan het publiek aangepast is (bv. licht jargon toe, schrijft leesbare teksten …) Houdt in taalgebruik en boodschap rekening met de behoeften en beperkingen van de verschillende doelgroepen

15


8. Vaktechnische competenties 8.1. Diploma Master in de Rechten, specialisatie publiek recht

8.2. Ervaring Minstens 6 jaar ervaring in een gelijkaardige functie

8.3. Functiespecifieke kennis – Je hebt kennis van de Vlaamse overheid en de federale overheid – Je hebt kennis van het werkveld en van de instellingen in de materies gerelateerd aan het beleidsdomein (werk, sociale zekerheid, en sociale inspectiediensten); – Je hebt een grondige kennis van het publiek recht (grondwettelijk en administratief recht); – Taalkennis : passieve en actieve kennis van het Frans en Engels; 8.4. Strekt tot aanbeveling Bij voorkeur kennis van en ervaring met staatshervorming

16

Functiebeschrijving: Jurist staatshervorming

Recommend Documents