FRONS Jaargang 34, nummer 4 Winter 2014
De kunst van het lezen Omnia mutantur, nihil interit Romeins Verkeer Colosseum: van conservatisme tot exploitatie
Leidse Classici
Colofon Vierendertigste jaargang, nummer 4, winter 2014-15. Verschijnt vier maal per jaar.
Redactie Saskia Aerts
Leanne Jansen
Lineke Brink
Renske Janssen
Bas Clercx
Alisha Meeder
Erik-Jan Dros
Anne van Schaik
Bijdragen worden hartelijk verwelkomd op
[email protected] of in het postvak van Frons bij het secretariaat Klassieke Talen, Doelensteeg 16, gebouw 1174, postbus 9515, 2300 RA Leiden. Kopij gaarne per e-mail als Word- of platte tekst-document met alleen de nodige opmaakkenmerken inleveren. Teksten in het Grieks verwelkomen wij het liefst in Unicode. Ook gebruikt de redactie een style-sheet met regels voor opmaak en weergave, die u kunt inzien. Afbeeldingen alstublieft los aanleveren, bij voorkeur digitaal in JPEG-formaat (dus niet ingevoegd in Word-documenten).
Contributie
Een jaarabonnement op Frons kost € 11 voor studenten (€6,- voor leden van Sophia Aeterna), € 17 voor niet-studenten. Abonnees ontvangen per post per collegejaar vier afleveringen van Frons. De contributie kan worden overgemaakt op giro 4359334 ten name van Frons, blad voor Leidse classici. Voor de verzending is het van belang dat u bij deze transactie uw postadres vermeldt! Nabestellen is slechts beperkt mogelijk.
Advertenties
Een advertentie in Frons bereikt een ruim publiek van classici en hun verwanten. Indien u interesse heeft om te adverteren, of bedrijven of instellingen kent die deze interesse hebben, kunt u dat laten weten aan Bas Clercx (e-mail via
[email protected]) of een ander lid van de redactie. De tarieven zijn zeer gunstig! Eenmalig: halve pagina € 25, hele pagina € 40, achterpagina € 50. Jaargang: halve pagina € 100, hele pagina € 160, achterpagina € 200.
3
Inhoudsopgave Woord van de redactie
4
De kunst van het lezen
5
Saskia Aerts & Bas Clercx Leanne Jansen
Oefen met de FRONS voor de Grote Ken Uw Klassieken! Pubquiz
12
Omnia mutantur, nihil interit.
13
Romeins Verkeer
15
Winterkleurplaat
17
Vraag het aan tante Terentia!
18
Oefen met de FRONS voor de Grote Ken Uw Klassieken! Pubquiz 2
19
Colosseum: van conservatisme tot exploitatie
20
Oefen met de FRONS voor de Grote Ken Uw Klassieken! Pubquiz 3
24
Vooruitzicht Sophia Aeterna
25
Oefen met de FRONS voor de Grote Ken Uw Klassieken! Pubquiz 4
26
Saskia Aerts
Leonie Henkes
Cornelis van Tilburg Alisha Meeder
Anne van Schaik Saskia Aerts Saskia Aerts Saskia Aerts
Erik-Jan Dros Saskia Aerts
4
Woord van de redactie Voor u ligt de Winterfrons. U zult hem lezen na de jaarwisseling, wanneer de winter op zijn ergst is. Toch zult u zien dat de dagen langzaam langer worden en dat de rest van de natuur mee verandert. U zult waarschijnlijk al gezien hebben de afgelopen edities dat de Frons zelf ook flink een metamorfose heeft ondergaan. Zo hebben we natuurlijk een nieuwe cover, maar ook qua inhoud zijn er verschillen. De Frons zelf heeft minder pagina’s, er is meer aandacht voor de klassieken in Leiden (onder het mom van de transitie van zelfstandige commissie naar lijfblad van Sophia Aeterna) en de toon van kopij is populairder van aard geworden. Zulke veranderingen leiden tot nieuwe vormen van redigeren en hierbij sluipen zo nu en dan fouten in. Heeft uw daarom vragen of opmerkingen, dan zou ik u willen vragen die te melden via ons nieuwe emailadres,
[email protected]. Uiteraard hebben we ook andere zaken te melden deze editie van de Frons. Leanne Jansen en Leonie Henkes zullen aandacht besteden aan het thema verandering. Leanne Jansen heeft Eva Weenen geïnterviewd over haar werkervaringen in het leven bij een uitgever, het leven buiten de klassieken. Leonie Henkes heeft een review geschreven over de voorstelling Metamorfosen van theatergroep De Appel. Daarna zal Cornelis van Tilburg u wat vertellen over de feestelijke boekpresentatie van zijn Romeins Verkeer: Weggebruik en verkeersdrukte in het Romeinse Rijk. Hierbij was ook de minister van Infrastructuur en Milieu Melanie van Schultz van Haegen aanwezig en zo’n bijzondere gelegenheid kan natuurlijk niet onvermeld blijven. Vervolgens is er ruimte voor een winterse kleurplaat gemaakt door Alisha Meeder, als remedie tegen winterdepressie. Ook Tante Ter(r)entia zal ingaan op de problemen van de winter door antwoord te geven op een nijpende kwestie van een classicus: hoe verhelp ik wintertenen? Hierna zal Saskia Aerts uitweiden over de transformatie waar het Colosseum momenteel doorheen gaat. Ze neemt door welke richting het behoud van dit monument vroeger inging en waar die in de toekomst heen zal gaan. Hierop volgt een voorproefje van de vermaarde Ken Uw Klassieken! Pubquiz. U kunt uw kennis alvast slijpen om bij te komen van de feestdagen en ter voorbereiding van de pubquiz die in maart weer georganiseerd zal worden. Ten slotte zal Erik-Jan u de plannen van Sophia Aeterna voorleggen. Hij zal bovendien een oproep doen die onvergankelijk roem zal brengen aan degene die hier gehoor aan geeft. Dan rest er niets anders dan u veel leesplezier te wensen met deze Winterfrons! Klassieke groeten,
Saskia Aerts & Bas Clercx
5
De kunst van het lezen Leanne Jansen
Leanne Jansen is al jaren redactielid van de Frons en u heeft regelmatig een stuk van haar hand mogen lezen. Ze is als Research Master student vooral geïnteresseerd in retorica, de receptie daarvan en Neo-Latijnse auteurs; het liefst in een combinatie van die drie! Naar aanleiding van de reeks ‘Classici buiten de Klassieken’, georganiseerd door ons aller Sophia Aeterna, in deze Frons een interview met de kersverse alumna Eva van Weenen. Eva is in 2009 begonnen met de bachelor Griekse en Latijnse Taal en Cultuur en heeft in oktober dit jaar, na vijf jaar studeren, een stage en een halfjaar in het buitenland, haar masterdiploma in Classics behaald. Vanaf 1 augustus is ze werkzaam bij Uitgeverij Prometheus in Amsterdam als bureauredactrice. In dit interview reflecteert ze op haar studietijd, op de kansen die ze gekregen en gegrepen heeft, en de manieren waarop ze haar klassieke achtergrond inzet in haar huidige baan. Beschrijf de studie Klassieken in drie woorden. Het eerste woord is variatio – jazeker! Klassieken lijkt nauw, omdat je maar twee talen studeert, maar eigenlijk is het juist een brede studie, omdat je zoveel verschillende genres kunt bespreken. En toch kun je tegelijkertijd een heel college besteden aan de betekenis van één partikel… Dat uitzoomen en inzoomen vind ik kenmerkend voor Klassieke Talen. Je kunt daarnaast alle kanten op: je kunt de oudheid bestuderen, maar ook de late Middeleeuwen, de Renaissance, zelfs het fascisme van de 20e eeuw in Italië. Als je altijd alles interessant vindt, zoals ik, is dat een groot voordeel. Mijn tweede kernwoord is blikverbreding. Je leest over mensen van lang geleden, samen met de context die daarbij hoort, waardoor je een heel andere wereld, van vroeger, goed gaat begrijpen. En daardoor begrijp je ook meer van de wereld van nu. Sommige problemen die nu nog bestaan, bijvoorbeeld wat betreft de politieke situatie in Italië nu, spelen al tweeduizend jaar een rol. Bepaalde actuele sociale dilemma’s speelden toen ook al, minderhedenproblematiek bijvoorbeeld. Je ziet bovendien een andere cultuur dan je eigen, dat vond ik erg interessant, om te leren hoe mensen tweeduizend jaar geleden dachten over politiek, of filosofie. Mijn laatste woord is sociale cohesie – (begint te lachen) wat ik soms ook wel als sociale controle ervaren heb. Iedereen kent elkaar, alles is klein, dat is echt een wezenlijk aspect van de studie. Je kent snel je medestudenten en je docenten, met hun bijbehorende expertises. De lijntjes zijn kort. Sociale controle… Dat klinkt toch ook een beetje negatief. Ik heb er persoonlijk geen last van gehad, maar ik kan me voorstellen dat sociale controle in sommige gevallen moeilijk is. Docenten kennen ook alle studenten;
6
De kunst van het lezen
je begint niet altijd aan een vak met een schone lei, je docenten hebben op een gegeven moment een bepaald beeld van je. Maar het is ook juist goed dat er veel ruimte is voor individuele aandacht. Ik denk dat ik hier meer en beter gestudeerd heb dan in een massastudie. Je glipt er door die sociale controle niet zo makkelijk tussenuit. Wat is je leukste ervaring geweest op de opleiding? Als ik echt een moment moet noemen was dat de Siciliëreis in mijn tweede jaar, dat was gewoon een schoolreisje. We hebben natuurlijk veel geleerd, prachtige presentaties gegeven over bijvoorbeeld Griekse theaters, maar we hebben vooral veel plezier gehad. Verder vond ik het tijdens mijn studie heel leuk dat je je altijd kon verdiepen als je daar behoefte aan had. Symposia of Forum-Antiquumlezingen heb ik vaak bezocht, ze waren een mooi inkijkje in de wetenschap. Niet dat ik telkens dacht “Bied me een plek aan!” maar over het algemeen was het interessant. Tot slot heb ik een halfjaar in Bologna gestudeerd, dat vond ik een heel waardevolle studie-ervaring. Ik heb mijn kennis van het Italiaans vergroot en andere vakken gevolgd dan hier in Leiden worden aangeboden. Is je een speciale Forumlezing bijgebleven? De lezing over vrouwenberoepen in de oudheid, omdat de spreekster (prof. Lin Foxhall van Leicester University, red.) een speciaal weefgetouw voor een beetje sneue mensen had meegenomen. Normaal moest je zo’n weefgetouw met drie of vier mensen bedienen; dat deed je als getrouwde vrouw met de familie van je man. Maar als je niet getrouwd was kon dat niet! In dat geval was er een soort soloweefgetouw en deze professor ging dat demonstreren. Ze kon het om haar middel binden en om bijvoorbeeld een verwarmingsbuis, zodat ze alsnog fijn kon weven. Dat biedt toch mogelijkheden… En was er ook een vervelende ervaring? Dat waren mijn scripties. (Allebei?) Allebei. Wat vond je dan zo verschrikkelijk? Het proces van het onderzoek was interessant. Maar wat ik niet leuk vond was dat het nooit af was, dat bleef voor mij een beetje onbevredigend. Het schrijven van zo’n scriptie, het dichttimmeren, het telkens maar weer verwijzen, het is niks voor mij. Het idee van een scriptie is goed, om je kennis te laten maken met de wetenschap en om als student te laten zien of jij vaardig bent in het bedrijven daarvan, maar ik ben gewoon niet zo’n wetenschapper. Dat er in de Klassieken nooit een definitief antwoord is vind ik te frustrerend. Maar ja, dat heb je met alfawetenschap, dat is nooit definitief.
De kunst van het lezen
7
Hoe ben je bij Uitgeverij Prometheus terechtgekomen? Toen ik in de zomer 2013 terugkwam uit Bologna had ik een beetje afstudeerpaniek. Het kwam ineens allemaal heel dichtbij omdat ik alleen mijn scriptie nog moest schrijven. Ik wist niet wat ik wilde, maar ik wilde in elk geval niet afstuderen. Ik zag onverwachts een advertentie waarin stond dat ze mensen zochten bij Prometheus, echt zo’n gesponsorde advertentie op Facebook. En in een “ik houd in elk geval van boeken!”-achtige vibe heb ik me daarvoor opgegeven. Het was een lucky shot. Ik dacht, ik probeer het gewoon en in het ergste geval ben ik met vier maanden weer weg. Gelukkig vond ik het wél heel leuk. Ik heb daar vier maanden stage gelopen voor vier dagen per week en daarna hebben ze me gevraagd om oproepkracht te blijven. Uiteindelijk bleek dat er iemand weg zou gaan van de plek waar ik nu zit – heel toevallig, want de bureauredactie bestaat maar uit vier personen onder wie al twee stagiaires; ik had echt geluk – en toen ben ik gevraagd voor deze functie, wat me een tijdelijk contract heeft opgeleverd. Wat is er zo leuk aan de uitgeverijwereld? Boeken! Ik wist al wel dat ik boeken leuk vond, maar ik vind ook het hele proces van het boeken maken leuk. Eén van de beste kanten van mijn baan is dat ik gewoon betaald boeken mag lezen. En het gaat om de inhoud, maar het is, bij bureauredactie, sterk gecombineerd met de talige kant. Dat vond ik aan Latijn en Grieks ook interessant: het gaat om de literatuur, maar je kijkt tegelijkertijd heel precies naar wat er in een tekst staat. De nadruk ligt nu wederom op de taal. Wat ik daarnaast erg leuk vind is dat werken in een uitgeverij ook weer heel divers is, net zoals mijn studie. We geven letterlijk tegelijkertijd vijftien à twintig verschillende boeken uit, van een proefschrift over sterrenkunde, tot een literaire roman, tot een dieetboek. Wordt je werk dan niet te technisch? Verlies je het literaire aspect van een boek dan niet uit het oog? Nee, dat vind ik niet. Ik moet zeggen dat ik normaal gesproken inderdaad meer bezig ben met die talige aspecten, maar dat is niet zo erg aangezien we tweehonderd boeken per jaar uitgeven en ik niet al die tweehonderd boeken interessant vind... Soms is het dan juist fijn dat het vooral om de taal gaat. Taal vind ik altijd interessant, ongeacht de inhoud van een boek. Kun je iets meer vertellen over wat je nu precies doet? Ik ben vooral de hele dag bezig met teksten, meestal manuscripten. Een manuscript komt bij bureauredactie als het inhoudelijk al af is. Als het ingeleverd is en de redacteur het bekeken heeft, komt het bij ons en wij gaan het dan talig en stilistisch afmaken. Wij maken het boek klaar voor de zetter: we doen alvast een globale check om het aan te passen aan de huisstijl en de meest voorkomende fouten eruit te halen. Vanaf dat moment gebeurt alles vanaf het papier, niet op de computer.
8
De kunst van het lezen
Er komt een proef en die ziet er al uit als een boek, met een voorlopige opmaak. Deze gaat vervolgens naar een externe corrector, en tegelijkertijd naar de auteur, dan terug naar ons, opnieuw terug naar de zetter, enzovoort. Zo gaat het een aantal keer op en neer naar de zetter totdat alle fouten eruit zijn en wij en de auteur tevreden zijn. We maken de teksten dus klaar voor het zetten, corrigeren fouten (voornamelijk taalfouten, maar ook inhoudelijke missers, zoals foutgespelde namen of inconsequenties, moeten verbeterd worden), we beoordelen het werk van de corrector en we kijken naar de technische aspecten: staat de tekst bijvoorbeeld netjes op de pagina, klopt de inhoudsopgave met de rest van het boek? Daarnaast komen alle teksten die het gebouw verlaten eerst bij bureauredactie. Niet alleen de boeken, maar ook de omslagen, persberichten, al het promotiemateriaal, nieuwsbrieven, zelfs de visitekaartjes. Verder onderhouden we het contact met correctoren en met de auteurs – wat ik vooral leuk vind als het de grote namen betreft. Prometheus is een relatief klein bedrijf, met ongeveer vijftien vaste medewerkers, daardoor is er veel samenwerking tussen de afdelingen. We zijn nooit met één boek tegelijk bezig, maar over het algemeen met ongeveer vijftien boeken. Ik ben dus op een normale dag bijvoorbeeld een paar uur met het ene boek bezig, lees dan wat persberichten en ga vervolgens over tot het andere boek. Heb je al rare of gekke dingen meegemaakt? Zeker, in het contact met auteurs gebeurt regelmatig iets bijzonders. Die mensen zijn supergedreven en willen het allerbeste voor hun boek. Natuurlijk is dat net zozeer ons doel, maar het is ook onze taak om de praktische kant, zoals de tijdsplanning, in de gaten te houden en dan moet je soms toch compromissen sluiten... Auteurs zijn daarnaast vaak excentrieke mensen en dat zorgt voor leuke en grappige situaties! Zijn er veel sociale verplichtingen? Moet je ook proberen om nieuwe auteurs te werven? Een uitgeverij heeft meestal niet echt mensen nodig die een boek willen schrijven. Er komen per dag drie of vier manuscripten per post binnen en per jaar geven we er daar ongeveer één van uit. Alle andere boeken krijgen we via literaire agenten, of van vaste auteurs. Er zijn veel sociale momenten, de meeste boeken hebben ook wel een boekpresentatie, maar dat is meestal alleen voor vrienden en familie. Het sociale gedeelte is eerder een taak voor de pers en voor de medewerkers bij promotie. Soms ga ik naar de presentatie van een groot boek, maar voor veel auteurs ben ik natuurlijk vooral een gezicht achter de schermen. Wat heb je in die functie concreet aan je studie Klassieken? Er is een aantal vaardigheden dat ik enorm ontwikkeld heb bij Klassieke Talen. Bijvoorbeeld precisie en taalgevoel, ook voor het Nederlands. Je bent zo intensief bezig met hoe een andere taal om te zetten is in je eigen taal, dat je automatisch
De kunst van het lezen
9
bezig bent met het Nederlands. Verder ben ik door Klassieken gewend om teksten op een talige manier te benaderen en dat is nu per definitie mijn taak. Ik mag het echt wel zeggen als ik iets niet mooi vind, inhoudelijk gezien, maar ik beperk mijn focus meestal tot het talige. Je bent als classica daarnaast gewend om teksten uit te pluizen – op een hoger niveau, maar met name ook op woordniveau. Ik heb nu regelmatig discussies over of iets met een hoofdletter moet, of waar een koppelteken moet komen te staan. Dat soort dingen vallen je juist op als je bij Klassieke Talen zo lang teksten hebt geanalyseerd en vertaald. Heb je het gevoel dat je tijdens je studie voldoende bent begeleid en voorgelicht om je zo goed mogelijk voor te bereiden op het ‘Echte Leven’? Op zich was ik voorbereid op dit ‘Echte Leven’, maar dat komt voor tachtig à negentig procent doordat ik stage heb gelopen op mijn huidige werkplek. Ik heb ook niet echt moeite gedaan om die begeleiding binnen de studie te zoeken. Een vraag als “Wat moet ik hierna gaan doen?” vind ik iets wat je voor jezelf op moet lossen en niet iets wat door je studieadviseur voor je gedaan moet worden. En het was wel duidelijk hoe ik binnen Klassieken verder had kunnen gaan, wat betreft onderzoek en onderwijs. Het is denk ik ook een vraag waar je zelf iets voor moet proberen. Mijn stage bij Prometheus was een probeersel en ik vond het toevallig heel leuk, daarom ben ik er blijven werken. Klassieken heeft me dus voorbereid in de zin dat ik vaardigheden op heb gedaan waardoor ik bij Prometheus ben aangenomen. Zou je opnieuw GLTC zijn gaan studeren als je weer mocht kiezen, met de kennis die je nu hebt over carrièreperspectieven? Ja. Want ik denk dat als je doet wat je wilt doen, je altijd op de goede plek terechtkomt. Ik denk niet dat je een studie moet kiezen omdat je er geld mee denkt te kunnen verdienen of er veel banen in het vooruitzicht liggen. Ik heb het echt wel lastig gevonden dat ik me, voordat ik ging studeren, zo lang afvroeg met welke studie ik op de goede plek terecht zou komen, maar nu ben ik van mening dat je vooral moet doen wat je leuk vindt. En ik doe dan nu niet per se iets wat helemaal verweven is met Klassieke Talen, maar ik ben er wel deels gekomen dóór Klassieke Talen. Wat mis je het meest aan het studentenleven? Vrijheid wat betreft tijd, dat je je eigen rooster kunt bepalen. Dat vind ik tegen verwachting in lastig. Ik snap oprecht nu pas waarom het zo druk is op zaterdag in de stad…! Het studeren zelf mis ik niet, al mis ik het Latijn of Grieks soms een beetje. Ik ben redelijk vaak bezig met eventjes iets uitzoeken of opzoeken, met inhoudelijk iets nakijken, bijvoorbeeld of een bepaalde naam of uitdrukking klopt. Ik heb wel het idee dat ik nog steeds intellectuele uitdaging heb. Laat je je nog weleens inspireren door classici die je tijdens je studie hebt ontmoet? Ja, op de manier dat ik me laat inspireren door wat ik heb geleerd bij Klassieke Ta-
10
De kunst van het lezen
len. Er is niet één ‘mantra’ die ik heb geleerd van mijn lievelingsdocent, maar het zijn eerder algemene lessen, zoals dat als je iets wilt bereiken je hard moet werken. Tijdens de studie gold voor mij: je moet gewoon dingen doen. Je kunt niet even een samenvatting lezen en dan je tentamen goed maken. Er heerst wel een bepaalde werkmentaliteit. Wat ik ook heb geleerd is dat als iets een beetje tegenvalt, je niet meteen zou moeten stoppen. Ik heb bijvoorbeeld in mijn eerste jaar een moment gehad waarop ik dacht “Ik ga iets anders doen!”. Toen heb ik toch doorgezet en is het alleen maar beter geworden. Dat is iets waaraan ik nu nog wel eens terugdenk. Als ik het zoveelste dieetboek zit te lezen, wat ik soms echt even niet meer leuk vind, dan denk ik aan dat ene blok in het eerste jaar waarvan ik toen ook dacht “Wat saai...” – (lacht) ik zal dit maar niet specificeren, dat ging immers ook weer voorbij. Hou je het voor mogelijk dat je ooit nog terug zult keren in het vak, ofwel in de wetenschap ofwel voor de klas? Zeg nooit nóóit, maar de wetenschap is niet iets voor mij. En wat betreft het onderwijs ben ik er nog niet uit. Een paar jaar geleden was ik er helemaal klaar mee, toen ik net een tijd had lesgegeven, nu sta ik er weer wat gematigder tegenover. Diep in mij klopt misschien toch een onderwijshart. Voor nu ben ik hier echter helemaal op mijn plek. Het bezig zijn met boeken en taal trekt me enorm; ik denk niet dat ik snel een baan zou verlaten waar ik boeken mag lezen voor geld. Dat is toch eigenlijk mijn droombaan. Krijg je ook te maken met vooroordelen over classici in je nieuwe baan? Wat is de grappigste? Ik krijg wel veel vooroordelen te horen, maar vooral positieve. Dat verbaasde me een beetje. Binnen mijn afdeling staan classici goed bekend. Wat mijn baas betreft zijn classici zeer goede medewerkers, vooral in hun taalgevoel. Voor mijn werk moet je supergedetailleerd lezen, het gaat echt om heel kleine fouten, om enkele letters, waar je snel overheen kijkt. Classici doen dat blijkbaar minder snel doordat ze echt goed zijn in Nederlands. Ik heb mijn collega’s wel eens gevraagd naar negatieve vooroordelen die ik zelf al gehoord had, bijvoorbeeld dat classici soms sociaal minder begaafde nerds zijn, maar dat kenden ze helemaal niet. Dat is overigens binnen de uitgeverij dan weer een vooroordeel over de bureauredactie! Ik trek dat zogenaamde “antisociale grijze-muisimago” blijkbaar aan… Wat zou je tot slot willen meegeven – een advies, vermaning, of anekdote – aan de huidige studenten GLTC en Classics? Wat ik wil meegeven is eigenlijk alles in één. Het belangrijkste dat ik wil zeggen als werkende classica is dat je je niet al te veel zorgen moet maken over het vinden van die baan. Veel niet-classici denken dat je met Klassieken niet zoveel kunt, maar dat is volgens mij onzin. Die zogeheten, zo geroemde academische vaardigheden
De kunst van het lezen
11
bestaan echt! Ik merk nu dat wij classici serieus andere academische vaardigheden opdoen dan bij andere studies. Het doen van Klassieke Talen maakt je daardoor niet alleen geschikt voor een functie binnen de classiciwereld, maar ook daarbuiten. Ik ben blij dat ik me niet al die jaren gek heb laten maken door sceptische ooms en tantes die mij al aan de bedelstaf zagen. Het komt wel goed. Je kunt beter je energie besteden aan het grijpen van kansen om jezelf een bepaalde kant op te ontwikkelen. Onder andere doordat ik naar Bologna ben gegaan, stage heb gelopen en langer over mijn studie heb gedaan, zit ik nu waar ik wil zijn. Ik heb die stage ook niet gedaan omdat ik me zorgen maakte over mijn positie op de arbeidsmarkt, maar omdat ik nog niet wilde afstuderen, en voor mezelf graag wilde weten welke kant ik op moest. Je moet gewoon af en toe de kansen grijpen die voorhanden zijn; er komt vanzelf iets op je pad. Ben jij ook geïnteresseerd geraakt in een stage bij een uitgeverij? Prometheus is regelmatig op zoek naar nieuwe stagiairs/stagiaires! Informatie is te vinden op www.uitgeverijprometheus.nl onder het kopje Contact / Vacatures. En voor wie nog meer succesverhalen wil horen van oud-studenten, op 10 maart a.s. is er in Lipsius/227 een nieuwe aflevering van ‘Classici buiten de Klassieken’, aanvang 13.00u!
12
Oefen met de FRONS voor de Grote Ken Uw Klassieken! Pubquiz Saskia Aerts
Het nieuwe jaar is weer begonnen en dat betekent dat het voorjaar er weer snel aankomt! Het voorjaar is niet alleen vanwege de eerste zonnestralen en de aangenamere temperaturen een fijne tijd van het jaar, maar nog meer vanwege een fijne week in classici-land – de Week van de Klassieken! Deze prachtige week in maart met dit jaar als thema ‘Te Wapen!’ begint net als voorgaande jaren met de Grote Ken Uw Klassieken! Pubquiz op donderdag 19 maart in het Rijksmuseum van Oudheden hier te Leiden. Aangezien vrijwel alle classici, zowel de studenten als de (universitair) docenten, zich fanatiek inzetten tijdens deze quiz, biedt de FRONS met dank aan organisator Hugo Koning een aantal oefenvragen uit eerdere jaren. Deze vragen staan verspreid in vier rondes over het tijdschrift, zodat u na elk artikel weer even uw kennis van de klassieken op de proef kan stellen met vijf pittige vragen. Wij wensen u veel plezier en succes! Ronde 1 1) De negen boeken van Herodotus’ Historiën zijn naar de Muzen genoemd. Naar welke muze is het eerste boek vernoemd? 2) Hoe heette de laatste koning van Rome? 3) Uit hoeveel boeken bestaat de Dionysiaca, het epos van Nonnus? 4) Wat is de naam van de filosofe die in 415 n. Chr. door een christelijke meute in Alexandrië gelyncht werd? 5) Wat is het laatste woord van de Aeneis?
13
Omnia mutantur, nihil interit. Leonie Henkes
Leonie Henkes is vierdejaars student Klassieke Talen. Haar interesses liggen vooral bij toneel. Zo heb je haar vorig jaar kunnen zien als spetterende organisator van het toneelstuk Electra. Maar ook scholia kunnen haar bekoren. “Hoe kan het Appeltheater dit de volgende keer overtreffen?” schoot door mijn hoofd bij het zien van de marathonvoorstelling Herakles in 2012. Ook eerdere stukken met een klassiek thema als Tantalus (2003), Odysseus (2008) en Bacchanten (2010) kregen allen louter positieve recensies. Bij het zien van de aankondiging dat de Appel Ovidius’ Metamorfosen op de planken zou brengen, kon ik een gevoel van blijdschap niet onderdrukken. Al snel vroeg ik mij af of het theatergezelschap mij nu weer huiswaarts zou laten keren met een grijns van oor tot oor. Meteen daarna realiseerde ik mij dat ik tot nu toe na iedere voorstelling van de Appel met zo’n grijns naar huis was gegaan. Er moet na zoveel keer “FANTASTISCH!” toch een voorstelling komen waarvan ik zeg “Ik heb betere voorstellingen gezien van de Appel…” en mijn grijns omklapt naar een diep bedroefde uitdrukking als van een oud Grieks theatermasker. Met een twintigtal classici gingen wij dus naar de zwanenzang van Aus Greidanus sr. En classici zijn toch wat kritisch publiek als het om voorstellingen over de klassieke oudheid gaat. Een enkeling had zelfs een Latijnse tekst van de Metamorfosen bij zich! Bij aanvang van de voorstelling was het donker. Al snel werd er een deur geopend waaruit een bijna helder licht de duisternis deed afnemen. Een eerste metamorfose voltrok zich toen een vrouw in regenjas en met vuilniszak in de hand haar kleding verwisselde, lippenstift afveegde en zich als een oude vrouw ging voordoen. De andere acteurs en actrices volgden haar voorbeeld. Deze massale kostuumwissel luidde het begin van de mensheid in, maar ook het begin van onze voorstelling de Metamorfosen. Een tweede metamorfose volgde al snel: de kritische toeschouwer met Latijnse uitgave in de arm transformeerde in een kind dat in een verhaal wordt meegezogen en er niet meer uit wil. Net als de Metamorfosen zelf werd het boek uitgebeeld in kleine theatervoorstellingen in één groot theaterstuk, elk in een iets andere vorm. Met weinig decor, een ‘muur’ van steentjes, maar met een prachtige dansscène beeldden Pyramus en Thisbe hun liefde uit. Geen woorden kwamen eraan te pas, de dans zei alles. Daphne spreekt alles uit wat zij wil, maar Apollo ziet alleen zijn geliefde laurierkrans. Actaeon met zijn enorme gewei wordt niet herkend door zijn trouwe honden en Icarus vliegt in een slapstickachtige scène te dicht bij de zon, waardoor hij vast komt te zitten in de touwen die aan zijn vleugels zijn bevestigd. We zagen Phaëton, Prometheus en Narcissus. Hermaphroditus en Orpheus, die in gebarentaal vertelt hoe hij Eurydice tweemaal verliest. De cycloop zingt een tenenkrommend lied voor zijn Galatea, en Tiresias ondergaat een metamorfose van man naar vrouw in een
14
Omnia mutantur, nihil interit.
indrukwekkend schimmenspel. Niets is wat het lijkt. Tragedies en komedies zijn er om opgevoerd te worden. Wij classici lezen de stukken en denken dat we ze begrijpen en weten hoe een personage zich voelt. Ik denk dat wij dat verkeerd denken. Ik denk – en weet eigenlijk zeker – dat mensen als de acteurs van het Appeltheater het ons moeten laten zien. Zij moeten ons laten zien hoe Medea zich gevoeld moet hebben, wat Antigone ertoe dreef te doen wat zij deed, en zij moeten Orestes zijn verhaal laten uitbeelden. De Ilias is een jaar geleden opgevoerd en na deze werkelijk prachtige en indrukwekkende uitbeelding van Ovidius’ Metamorfosen kan naar mijn mening elke tekst als theaterstuk worden opgevoerd. De in gebarentaal uitgebeelde tragedie van Orpheus kwam helemaal tot zijn recht in dit stuk. En zelfs bij het lied voor Galatea voelde ik hoe gênant het moet zijn geweest voor Polyphemus.
Een prachtige metamorfose van “maar een tekst” naar een indrukwekkende uitbeelding van de verhalen die wij alleen lezen. Een enorme aanrader voor wie nog niet is geweest. Wil je de Metamorfosen naar mijn mening beter begrijpen of zelf ‘voelen’, GA! Wil je dat helemaal niet maar houd je van toneel, GA! Ik ging met een grote grijns weer terug naar huis. Een grijns die er voorlopig niet af ging. Hoe krijgen ze het toch voor elkaar…
15
Romeins Verkeer Cornelis van Tilburg
Cornelis van Tilburg is PhD bij Oude Geschiedenis. Zijn interesses gaan uit naar antiek verkeer en andere (geneeskundige) infrastructuren in de oudheid. Kort na 2000 vatten Henk Singor en Frits Naerebout het plan op om een boekenreeks te publiceren over de oudheid: kleine, gemakkelijk leesbare Nederlandstalige boekjes voor een vriendelijke prijs. De serie werd uitgegeven door Amsterdam University Press en zou uiteindelijk 8 boekjes gaan tellen. In 2005 werden de eerste vier gelanceerd. Een ervan was van mij: Romeins Verkeer: Weggebruik en verkeersdrukte in het Romeinse Rijk. Het was een populaire versie van mijn toenmalige grote werk dat uiteindelijk als Engelstalig boek bij Routledge zou worden gepubliceerd: Traffic and Congestion in the Roman Empire (2007, herdruk 2012). Romeins Verkeer zou binnen de serie (kortweg ‘De Oudheid’ genaamd), een succes worden; binnen enkele jaren was het uitverkocht. Regelmatig vroegen mensen mij wanneer er eindelijk eens een herdruk kwam. Uiteindelijk bleek Primavera Pers (aan de Sint Jacobsgracht te Leiden) hiertoe bereid. In plaats van de overwegend zwart-witillustraties van de eerste druk werden het kleurenillustraties en ook het formaat werd anders. De opzet bleef echter gehandhaafd. Achtereenvolgens worden de geschiedenis van het wegennet, de aanleg ervan, de gebruikers (de mensen en de voertuigen) en de congestie – de drukte op de wegen en de maatregelen die de overheden namen – behandeld, waarbij ook Frits Naerebout en Tess Doorewaard waardevolle bijdragen hebben geleverd. Zo zien we dat Pompeji, Rome en Xanten ie-
16
Romeins Verkeer
der een eigen geschiedenis en stadsplanning hebben, met de daarbij behorende verkeerssituaties. Het boek beperkt zich ook tot het wegverkeer. De vele kleurenillustraties tonen alle onderwerpen die aan bod komen: foto’s en reconstructietekeningen van wegen, bruggen, tunnels, voertuigen en stadspoorten. Eind augustus was het boek klaar. De uitgever slaagde erin contact te leggen met minister Melanie Schultz van Haegen, die aan de Vliet woont – op een steenworp afstand van de uitgeverij. Op 2 september was het zover: mij viel de eer ten deel de minister toe te spreken, in de open lucht, prachtig, rustig weer, op de Molensteegbrug. Kort daarvoor was ik tot de ontdekking gekomen dat het vermoedelijke tracé van de Romeinse limes-weg – de noordelijke grens van het Romeinse Rijk, langs de (Oude) Rijn, van Katwijk naar Lobith en verder langs de Rijn Duitsland in om uiteindelijk in Constanza in Roemenië aan de Zwarte Zee te eindigen – niet alleen dwars door Leiden liep, maar ook de Vliet kruiste, en wel vrijwel precies op de plaats van het huis van Melanie Schultz van Haegen, die toevallig ook nog eens minister van Verkeer, Infrastructuur en Milieu is… Een verbinding die ouder is dan de verbinding Leiden-Den Haag. Na enkele toespraken gingen wij aan de pro secco, waarbij de minister nog anderhalf uur bij ons bleef. Ook haar twee kinderen waren present, en een van hen vroeg mij: ‘O mijnheer, is Julius Caesar bij ons thuis geweest?’ Waarop ik antwoordde: ‘Julius Caesar niet, die is niet zover naar het noorden geweest. Maar wel Tiberius Claudius Drusus, een stiefzoon van keizer Augustus. Ook niet de minste.’ Het boek kost € 19,50. Zie http://hum.leidenuniv.nl/nieuws-1/romeins-verkeer.html voor meer informatie, in terviews en links.
17
Winterkleurplaat Alisha Meeder
18
Vraag het aan tante Terentia! Anne van Schaik
Tante Terentia is al eeuwen getrouwd met ome Cicero en is daarom een expert op ieder mogelijk gebied. Van problemen met de imperativi van deponentia tot aan de beslissing om een psychologische oorlogvoering te beginnen: tante Terentia weet wat je moet doen! Beste tante Terentia, Ik heb last van wintertenen. Heeft u hier een oplossing voor? Groeten, Een classicus met dikke sokken Beste classicus met dikke sokken, Ik heb Tiro eens in de boeken (ze waren allemaal in het Grieks, dus ik moest wel…) laten zoeken naar het verschijnsel waar jij last van hebt. Volgens hem lijdt jij aan de kwaal die de Grieken χίμετλον noemen. Het zou worden veroorzaakt door de kou in het winterseizoen. Wat je eraan moest doen, dat wist die Griek me dan weer niet te vertellen, want “dát stond er niet bij”. Ik heb jouw ome Cicero toen voor de honderdste keer gevraagd hoe lang ik de incompetentie van die Griek nog moest dulden, maar ja, híj ziet het probleem niet. Het is altijd Tiro voor en Tiro na. Soms vergeet hij gewoon dat Terentia ook nog bestaat. Ome Cicero heeft ondertussen ontdekt dat ik voor de Frons schrijf. Hij vond het maar niets dat ik ‘zulke vrouwelijke zwetspraat’ had verspreid. Maar wat schetste mijn verbazing? Gistermiddag betrapte ik hem, terwijl hij zijn eigen naam onder mijn column schreef! Hij was gewoon jaloers op het succes van zijn vrouw! En dat terwijl zijn publicatielijst duidelijk veel langer is dan de mijne. Omdat hij blijkbaar dacht dat hij jullie vragen ook wel zou kunnen beantwoorden, heb ik hem jouw vraag voorgelegd. En wat denk je? Hij is al dagen bezig met het schrijven van een antwoord (het wordt natuurlijk een fikse redevoering “In pernionem”), maar volgens mij is hij nog steeds niet bij het werkwoord van zijn eerste zin aangekomen. Dat bewijst maar dat hij het antwoord eigenlijk niet weet en dat gewoon probeert te verbloemen door veel woorden te gebruiken. Zo zie je maar, Cicero, dat jij je niet moet bemoeien met mijn zaken! Maar goed, het ging natuurlijk om jou, classicus met dikke sokken, en jouw vraag! Gelukkig denk ik dat ik een antwoord op jouw vraag gevonden heb! Het probleem –voor zover ik uit Tiro’s boeken kon opmaken- lijkt twee belangrijke onderdelen te hebben. Ten eerste: de winter als veroorzaker van de kwaal en ten tweede: je tenen die onder de kou lijden. De oplossing moet dan ook gezocht worden in het
Vraag het aan tante Terentia!
19
uitschakelen van een van deze twee elementen. Ofwel je haalt de winter weg van de tenen, ofwel je haalt de tenen überhaupt weg. Indien je voor de eerste optie kiest, is het misschien een idee om veel offers te brengen aan Sol en Ceres en om Hestia te vriend te houden. De tweede optie is dan wel wat rigoureuzer, maar biedt je wel een permanente oplossing voor het probleem waar je mee te maken hebt. Veel succes! -Tante Terentia
Oefen met de FRONS voor de Grote Ken Uw Klassieken! Pubquiz 2 Saskia Aerts Ronde 2 6) Wie was de eerste directeur van het Rijks Museum van Oudheden? 7) Antieke bronnen zijn het over het algemeen erg oneens over de volgorde van de werken van Heracles. Maar ze zijn het wel eens over het eerste werk. Wat was het eerste werk van Heracles? 8) Wie is de beroemde Romeinse naamgenoot van de keeper van het Braziliaanse voetbalelftal? 9) Hoe luidt het supinum 2 van het werkwoord ducere? 10) In welk jaar vond de Slag in het Teutoburgerwoud plaats?
20
Colosseum: van conservatisme tot exploitatie Saskia Aerts
Saskia Aerts is onze huisfilosoof. Droomduidingen zullen bij haar aantonen dat ze onderbewust thee drinkt met Nietzsche, Plato en Hermias Als er iets het symbool is van Italië in het algemeen en van Rome in het bijzonder, dan is het wel het Colosseum. Dit grootste amfitheater ter wereld, dat overigens ook de Italiaanse vijf eurocent muntjes siert, is gebouwd in de eerste eeuw na Christus in opdracht van keizer Vespasianus en werd daarna vooral gebruikt voor bloederige gladiatorenspelen en andere publieke spektakels, zoals executies en gevechten met wilde dieren. Het gebouw trekt elk jaar ongeveer vijf miljoen bezoekers en geldt dan ook als grote trekpleister van de stad Rome. Helaas is het monument de afgelopen jaren flink in verval geraakt en vielen er bijvoorbeeld regelmatig stenen naar beneden van de vrijwel zwart gekleurde muren. Aangezien de Italiaanse overheid niet genoeg publieke fondsen had voor een dergelijke restauratie – en deze bovendien vrij laag op de politieke agenda stond – heeft modeconcern Tod’s 25 miljoen euro geschonken om het unieke theater op te knappen. Hoewel de muren nu al redelijk schoongemaakt zijn, dient de restauratie volgens archeoloog Daniele Manacorda verbonden aan universiteit Roma Tre naar een hoger niveau te worden getild. Manacorda stelt dan ook voor om de oude vloer aan de binnenkant van het theater, de echte arena waarop de gevechten plaatsvonden, te herstellen, zodat het bezoekers meteen duidelijk wordt hoe het bouwwerk er in de Oudheid moet hebben uitgezien. Op het moment zien zij namelijk de gangen en vertrekken onder de arena, de plaats waar de gladiatoren zich voorbereidden op de wedstrijd en de wilde dieren in kooien zaten. Hoewel dit voor de geïnteresseerde zeer de moeite waard is
Colosseum: van conservatisme tot exploitatie
21
om te bekijken, verbaast de gemiddelde toerist zich over de binnenkant van het bouwwerk. Tot in de negentiende eeuw had het Colosseum wel een arena, maar deze is door archeologen weggehaald in hun opgravingsactiviteiten. Volgens Manacorda zou het herstellen van het monument in zijn oude staat een grote toegevoegde waarde hebben voor de beleving, aangezien hij meent dat het Colosseum met zijn arena ook “zijn ziel is kwijtgeraakt”. Dit voorstel dat al enige tijd lag te rusten, kreeg recent weer de nodige aandacht toen de Italiaanse minister van Cultuur Dario Franceschini begin november het volgende twitterde: “Het idee van de archeoloog Manacorda om de arena van het Colosseum te restaureren bevalt me zeer. Er is alleen wat moed voor nodig.” Deze tweet zette hij kracht bij met een foto uit het archief, waarop de binnenkant van het Colosseum wordt getoond mét arena. Volgens Franceschini is het goed mogelijk om het amfitheater ‘bruikbaar’ te maken, terwijl de waarde van het monument beschermd blijft. “Het vernietigen van de arena heeft van het Colosseum een surreële plaats gemaakt. De restauratie zou het mogelijk maken dat het niet slechts een plaats van massatoerisme is maar één die allerlei evenementen van het huidige leven kan herbergen,” aldus de minister. Het idee dat het Colosseum gebruikt zou gaan worden voor ‘entertainment’ heeft vervolgens een discussie doen oplaaien over het juiste gebruik van het monument dat toch symbool staat voor de glorietijd van het oude Rome. Critici zijn bang dat het bouwwerk door de Italiaanse staat gebruikt zal gaan worden voor in hun ogen verkeerde doeleinden, zoals rockconcerten, om hieruit winst te kunnen behalen. Dergelijke evenementen zouden ernstige schade toe kunnen brengen aan de structuur van het monument dat al beschadigd is door aardbevingen en op een vrij zachte ondergrond staat. Hoewel Manacorda zelf eerder dacht aan poëzievoordrachten of een kinderkoor, zijn critici bovendien van mening dat dergelijke
22
Colosseum: van conservatisme tot exploitatie
frivole activiteiten de intrinsieke waarde van het Colosseum als symbool van de grandeur van Rome en Italië aan zouden tasten. Al eerder kreeg de Italiaanse staat veel kritiek vanwege de donaties die het ontving voor de restauraties van verschillende monumenten, zoals de eerdergenoemde donatie van Tod’s voor die van het Colosseum. Op dezelfde manier heeft het luxe merk Fendi 2,12 miljoen euro geschonken voor de restauratie van de Trevifontein, en worden de Spaanse Trappen in een nieuw jasje gestoken met geld van Bulgari (1,5 miljoen euro). Vele critici uitten hun angst dat de monumenten gebruikt zouden gaan worden voor het maken van reclame door deze gulle merken, waardoor het cultureel erfgoed commercieel geëxploiteerd zou raken. Franceschini geeft eerlijk toe dat de Italiaanse overheid al jaren niet in staat is om de monumenten te restaureren, wat de slechte staat waarin zij verkeren verklaart. De deuren staan volgens hem wijd open voor donoren, van welk kaliber dan ook. Toch is het opvallend dat wanneer het op het Colosseum aankomt er een gevoelige snaar wordt geraakt. De Italianen zijn in principe namelijk niet tegen het ge-
Colosseum: van conservatisme tot exploitatie
23
bruiken van monumenten voor entertainment. De Thermen van Caracalla te Rome maar ook de Arena van Verona worden bijvoorbeeld al jaren gebruikt voor operaconcerten. Het Colosseum daarentegen lijkt een unieke status te hebben voor zowel Rome als heel Italië, waardoor elke verandering van de status quo als een bedreiging wordt gezien. Giorgio Croci, bouwkundig ingenieur en expert op het gebied van het Colosseum, vertelt dat de bezwaren niet slechts praktisch van aard zijn, maar eerder betrekking hebben op de status van het Colosseum als icoon van Italië. Restauratie is altijd controversieel, aangezien het aanpassen van het monument aan het huidige ‘normale’ leven beneden zijn waardigheid wordt geacht. Het behouden van de status quo van het Colosseum lijkt dan ook typisch te zijn voor een zeker Italiaans conservatisme. Praktische bezwaren daargelaten, steigert de gemiddelde Italiaan wanneer er gesproken wordt van eventuele veranderingen aan het monument dat de stabiliteit en langdurigheid van de Italiaanse geschiedenis symboliseert. De glorietijd van het Romeinse Rijk is één van de weinige zaken waar bijna alle Italianen trots op zijn, en aantasting van monumenten uit die tijd, met name het iconische Colosseum, doet veel stof opwaaien. Paradoxaal genoeg staat hetzelfde Colosseum symbool voor de afbraak van dit rijk, voor vernietiging van de glorie van Rome, als dood lichaam achtergelaten op het slagveld. Natuurlijk zou het herstellen ervan niet het herstellen van de eer van Rome betekenen, maar het zou wel nieuw leven kunnen blazen in dit unieke bouwwerk dat al jaren op een dergelijke hergeboorte wacht. Pas dan kan het Colosseum ook het symbool worden van hoe het huidige Italië zou kunnen zijn – niet langer conservatief maar zich aanpassend aan het tijdsbeeld zonder zijn eigen identiteit te verliezen. Wat vindt u van de voorgestelde restauratie van het Colosseum? Laat vooral uw mening horen op de Facebookpagina van de FRONS!
24
Oefen met de FRONS voor de Grote Ken Uw Klassieken! Pubquiz 3 Saskia Aerts Ronde 3 11) Vanuit welke Ionische stad begon de Ionische Opstand? 12) Welk van de volgende titels is niet een tragedie van Seneca? Agamemnon, Oedipus, Orestes, Thyestes, of Hercules Furens? 13) Begin 2014 zijn op een papyrus twee tot nu toe onbekende gedichten van Sappho aangetroffen. In één van de gedichten (‘The Brothers Poem’ genoemd) noemt Sappho twee van haar broers. Geef de naam van één van deze broers van Sappho. 14) Op zaterdag 5 april 2014 viert de Vereniging Classici Nederland een lustrum. Hoeveel jaar bestaat de VCN dan? 15) In Monty Pythons voetbalwedstrijd tussen Griekse en Duitse filosofen valt slechts één doelpunt. Wie scoort die goal?
25
Vooruitzicht Sophia Aeterna Erik-Jan Dros
Erik-Jan Dros is de ab-actis van Sophia Aeterna ‘14-’15. Hij houdt de lezer op de hoogte van alles wat er gaande is bij Sophia. Als bestuur van Sophia willen we alvast vooruitkijken naar het einde van het collegejaar. Het lijkt nog ongelofelijk ver weg, het eerste semester is immers pas net afgelopen, maar zoals zeker de ouderejaars al weten, vliegen de weken veel te snel voorbij, stapelen de deadlines zich razendsnel op en zit je voor je het weet al weer in een lekker zomerzonnetje te genieten van een hapje en een drankje tijdens de barbecue. Het is dan ook geen wonder dat op het moment van schrijven de almanakcommissie al druk bezig is om verslagen, foto’s, verhalen en dergelijke te verzamelen om een zo dik mogelijke almanak te leveren aan het einde van het collegejaar en daarbij hebben zij ook jou nodig! De almanakcommissie heeft namelijk geluiden opgevangen dat er verschillende persoonsfiguren zijn, waaronder een aanzienlijk deel van het bestuur, die vragen om een eigen Sophia-lied. Om deze zoektocht enigszins te promoten en bespoedigen willen wij iedereen aanmoedigen om ook zelf de pen ter hand te nemen, een zelf te kiezen instrument te stemmen en de fantasie te laten borrelen om zo een leuk, fraai, grappig, mooi, ontroerend of gewoon zeer treffend lied te schrijven. Het bestuur zelf heeft natuurlijk ook niet stil gezeten en heeft ook iets weten te produceren! Nee, de genialiteit spat er niet bepaald vanaf, maar het staat natuurlijk ieder vrij het te zien als voorbeeld, inspiratie of schrikbeeld: Sophia Aeterna-lied (op de wijs van de intro van ‘Eye of the Tiger’): So So Phi A So Phi A Ae-ter-naaa (4x) Liederen mogen gestuurd worden naar
[email protected] of ingeleverd worden in het postvakje van de studievereniging in het Huizinga. De leukste inzendingen krijgen een plaatsje in de almanak en zullen hopelijk in ons collectieve geheugen belanden!
26
Oefen met de FRONS voor de Grote Ken Uw Klassieken! Pubquiz 4 Saskia Aerts Ronde 4 16) Geef (voor twee punten) de comparativus en superlativus van ταχύς (‘snel’). Er zijn twee punten te verdienen. Geef van beide vormen de nominativus mannelijk enkelvoud. 17) Welke oudhistoricus en classicus won in 1902 de nobelprijs voor de literatuur? 18) Wie is de auteur van De aquae ductu urbis Romae? 19) Welke band zingt ‘Julius Caesar and the Roman Empire couldn’t conquer the blue sky’? 20) Hoeveel lettergrepen telt de hendecasyllabus? Dat waren de oefenvragen! Hopelijk bent u zo enthousiast geworden dat u snel een team vormt voor de Grote Ken Uw Klassieken! Pubquiz op donderdag 19 maart aanstaande! De quiz begint om 19.00 uur in het Rijksmuseum van Oudheden. Een team bestaat uit minimaal twee en maximaal vijf leden. U kunt zich als team binnenkort inschrijven op de website van het RMO.
27 Beste Lezer, De Frons wordt vier maal per jaar uitgegeven. Voor iedere Frons zijn we telkens op zoek naar nieuwe kopij. Hiervoor zorgt de commissie grotendeels, maar wij zouden u op het hart willen drukken dat kopij van freelancers, van zowel binnen als buiten de studie, van harte welkom zijn. Stuurt u vooral kopij op, in het formaat zoals dat staat aangegeven in de colophon, en dan zullen wij kijken waar en wanneer er plaats is voor uw artikel. Hiervoor nemen wij zo spoedig mogelijk contact met u op. De volgende Frons zal in het voorjaar uitgegeven worden (maart). De laatste Frons van dit collegejaar zal extra speciaal zijn, omdat we dan ons lustrum vieren. Wij kijken uit naar uw inzendingen! Hartelijke groet, De Redactie