Frequentiebanden en technische eigenschappen toegestaan voor de verschillende klassen van radioamateurvergunningen. HAREC-vergunningen Sectie
CEPT HAREC
Toegestaan vermogen in watt
1 W EIRP of ERP 5 W EIRP 200 (*)
Frequentiebanden MHz Van 0,1357
Tot 0,1378
0,472 0,501 1,81
0,479 0,504 1,83
1,83 1,85 1,85 2,00 3,5 3,8 7,0 7,1 7,1 7,2 10,1 10,15 14,0 14,35 18,068 18,168 21,0 21,45 24,89 24,99 28,0 29,7 50 (**) 50,0 52,0 10 W EIRP 69,950 69,950 50 70,1900 70,4125 200 (*) 144,0 146,0 430,0 440,0 50 (**) 1240,0 1260,0 1260,0 1300,0 2300,0 2450,0 5650,0 5725,0 5725,0 5850,0 10000,0 10450,0 10450,0 10500,0 24000,0 24050,0 24050,0 24250,0 47000,0 47200,0 75500,0 76000,0 76000,0 81000,0 142000,0 144000,0 144000,0 149000,0 241000,0 248000,0 248000,0 250000,0 (*) 1500 W op voorwaarde van melding aan het BIPT (**) 200W op voorwaarde van melding aan het BIPT 10 200 (*)
08/2013
Status (I)
Toegestane klassen van uitzending
S
Alle klassen van uitzending zijn toegestaan
S S Zie verwij zing PEX S P PEX S S PEX
A1A Alle klassen van uitzending zijn toegestaan
Verwijzingen (II)
6 1
2
2 2 2 2 2
S
PEX P S S
PEX S PEX P S PEX S PEX
7, 8 8 2 3 9 3, 4 3, 5 3, 4 2, 5 2 2, 5 2 2 2 2 2 2 2
Basisvergunningen Sectie
ON2/O N9A
Toegestaan vermogen in watt
50
10 50
Sectie
Toegestaan vermogen in watt
ON3
50
08/2013
Frequentiebanden MHz De/van 1,810
À/tot 1,830
1,830 1,850 3,500 7,000 7.100 10,100 14,000 18,068 21,000 24,890 28,000 50,000 144,000 430,000
1,850 2,000 3,800 7,100 7.200 10,150 14,350 18,168 21,450 24,990 29,700 52,000 146,000 440,000
Frequentiebanden MHz De/van 3,500 7.000 10,110 14,000 14,250 18,080 21,040 21,320 24,900 28,040 50,125 144,000 430,000
À/tot 3,700 7.100 10,150 14,085 14,350 18,168 21,100 21,450 24,990 29,700 52,000 146,000 440,000
Status (I)
Toegestane klassen van uitzending
Verwijzingen (II)
Zie verwij zing PEX S P PEX S S PEX
Alle klassen van uitzending zijn toegestaan behalve ATV en DATV
1
2
2 2 2 2 2
S PEX P
2 3
Status (I)
Toegestane klassen van uitzending
P PEX S PEX
Alle klassen van uitzending zijn toegestaan behalve ATV en DATV
Verwijzingen (II)
2 2 2 2 2
S PEX P
2 3
I. Status P - primaire dienst. PEX - primaire en exclusieve dienst. S - secundaire dienst. De stations van een secundaire dienst mogen geen storingen veroorzaken op stations van een primaire dienst en genieten geen bescherming tegen storingen door stations van een primaire dienst. II. Verwijzingen. (1) De stations van de amateurdienst in de frequentieband 1,81 - 1,83 MHz mogen geen storingen veroorzaken op stations van de primaire of secundaire dienst en genieten geen enkele bescherming tegen storingen veroorzaakt door stations van de primaire dienst. (2) De frequentiesegmenten: 7,000 14,000 18,068 21,000 24,890 28,000 144,000 5830,000 10,450 24,000 47,000 75,500 142,000 241,000
-
7,100 14,250 18,168 21,450 24,990 29,700 146,000 5850,000 10,500 24,050 47,200 81,000 149,000 250,000
MHz MHz MHz MHz MHz MHz MHz MHz GHz GHz GHz GHz GHz GHz
mogen worden gebruikt voor de amateursatellietdienst, met hetzelfde statuut als de amateurdienst. (3) De amateursatellietdienst mag werken in de banden 435,0 - 438,0 MHz, 1260,0 - 1270,0 MHz, 2400,0 - 2450,0 MHz, 5650,0 - 5670,0 MHz op voorwaarde dat daaruit geen nadelige storing voortvloeit voor andere diensten. (4) Het gebruik van de banden 1260,0 - 1270,0 en 5650,0 en 5670,0 MHz door de amateurdienst per satelliet is beperkt tot de richting aarde-ruimte. (5) De frequentiebanden 2400 2483,5 MHz, 5725,0 - 5875,0 MHz, 24,0 - 24,25 GHz en 244,0 246,0 GHz worden gebruikt voor hoogfrequente industriële, wetenschappelijke, medische en huishoudelijke doeleinden. Storingen veroorzaakt door die toepassingen moeten worden aanvaard. (6) Maximumbandbreedte 100 Hz (7) Maximumbandbreedte 10 kHz (8) Verplicht voorafgaande verklaring aan het BIPT (9) Deze frequentieband mag niet worden gebruikt voor onbemande automatische stations
08/2013
Symbolen van de klassen van uitzending 1. EERSTE symbool (modulatievorm van de draaggolf) N = Ongemoduleerde draaggolf A = Amplitudemodulatie met dubbelzijband * B = Amplitudemodulatie met onafhankelijke zijbanden H = Amplitudemodulatie met enkelzijband, volledige draaggolf * R = Amplitudemodulatie met enkelzijband, gereduceerde of variabele draaggolf * J = Amplitudemodulatie met enkelzijband, onderdrukte draaggolf* C = Amplitudemodulatie met restzijband (rudimentaire zijband)* F = Frequentiemodulatie ** G = Fasemodulatie ** D = De uitzending waarvan de draaggolf zowel amplitude- als frequentie-fasegemoduleerd is, hetzij tegelijk dan wel in een van tevoren vastgestelde volgorde P = Ongemoduleerde pulstrein K = Pulstrein, amplitudegemoduleerd L = Pulstrein, gemoduleerd in lengte of duur M = Pulstrein, gemoduleerd in positie of fase Q = Pulstrein, waarbij de draaggolf frequentie- of fasegemoduleerd is gedurende de pulstijd V = Pulstrein, welke een combinatie is van het bovenstaande of op een andere wijze tot stand is gekomen W = Gevallen, welke door bovenstaande symbolen niet worden gedekt en waarbij een uitzending bestaat uit een draaggolf, die tegelijk dan wel in een van tevoren vastgestelde volgorde wordt gemoduleerd met een combinatie van twee of meer van de volgende wijzen : amplitude, frequentie, fase of puls X = Andere gevallen * Inclusief uitzendingen waarbij de hulpdraaggolf (subcarrier) frequentie- of fasegemoduleerd wordt. ** Indien niet gekend is of fase- dan wel frequentiemodulatie wordt gebruikt, gebruikt men het symbool “F”. 2. Het TWEEDE symbool (type signaal dat de draaggolf moduleert) 0 = geen modulatie aanwezig 1 = één enkel kanaal met gekwantificeerde of digitale informatie zonder gebruik van een modulerende hulpdraaggolf 2 = één enkel kanaal met gekwantificeerde of digitale informatie met gebruik van een modulerende hulpdraaggolf 3 = één enkel kanaal met analoge informatie 7 = twee of meer kanalen met gekwantificeerde of digitale informatie 8 = twee of meer kanalen met analoge informatie 9 = samengesteld systeem, dat één of meer kanalen bevat met gekwantificeerde of digitale informatie en één of meer kanalen met analoge informatie X= Andere gevallen
08/2013
3. Het DERDE symbool (soort informatie die uitgezonden wordt) N = geen informatie (hierbij inbegrepen informatie van een constante, niet-variabele aard, zoals bv. bij standaardfrequenties, radarpulsen, enz.) A = morsetelegrafie bestemd om op het gehoor opgenomen te worden B = telegrafie bestemd voor automatische ontvangst C = facsimile D = datatransmissie E = telefonie F = televisie W = combinatie van bovenstaande X = andere gevallen - = aanduiding dat één code ofwel een combinatie van codes van toepassing is.
08/2013