Tekst Fred Lammers, journalist / koningshuisdeskundige, door hem uitgesproken bij de opening van de tentoonstelling “NEL KARS, KONINKLIJKE THEATER KOSTUUMS “ ‘Koningin Sophie’, ‘Anna Paulowna de Russische Oranje’, en’ Prinses Marianne, de romantische Oranje’. Museum Swaensteyn, Voorburg. Zojuist was koningin Emma in ons midden. In die slotacte van de nieuwste toneelcreatie van Nel Kars komt de overgrootmoeder van onze huidige koningin naar voren zoals zij voortleeft in de herinnering van het Nederlandse volk. Een oud fragiel dametje in een paars gewaad met veel kant. Het is steeds weer een verrassing Nel Kars in de vorstelijke solotoneel producties waarop zij Nederland sinds 1988 onthaalt letterlijk en figuurlijk te zien veranderen in de personages die zij gestalte geeft. Dat houdt in dat zij in het dagelijks leven kan onderduiken in een grote mate van anonimiteit. Vier Oranjevorstinnen heeft zij de afgelopen achttien jaar in schouwburgen, theaters en besloten voorstellingen laten herleven na eerder op het toneel andere personages uit onze nationale geschiedenis onder de aandacht van velen te hebben gebracht. In de loop van de eeuwen heeft Nederland tal van vrouwen voorgebracht die met ere een plaats in de geschiedenisboeken hebben gekregen. Bij leden van de Oranjefamilie gebeurt dat min of meer automatisch.Onze regerende vorstinnen staan uit hoofde van hun ambt bovenaan in de rij. Maar de nevenfiguren kunnen niet over het hoofd worden gezien. Daarvoor hebben zij zelf wel gezorgd. De vrouwen van de regerende Oranje koningen kwamen op de tweede plaats maar zij hebben zonder uitzondering aan die plaats in de schaduw van de troon inhoud weten te geven. Het was koningin Sophie van Würtemberg, de eerste vrouw van koning Willem de Derde, die Nel Kars als eerste inspireerde. Het kostte weinig moeite Ton Vorstenbosch warm te maken daar een toneelproductie over te schrijven. Nel had hem leren kennen toen zij in 1986 een belangrijke rol speelde in het toneelstuk ‘De nar van de paus’, dat Ton Vorstenbosch schreef ter gelegenheid van het 350-jarig bestaan van de Utrechtse rijksuniversiteit. Nel was in dat stuk Margarieta, de huishoudster van de Nederlandse paus Adrianus de Zesde. Sophie van Würtemberg was lange tijd in de Oranjegeschiedenis een beetje schimmige figuur. Het was algemeen bekend dat haar huwelijk met koning Willem de Derde, om het vriendelijk te zeggen, verre van gelukkig was. Uit de jarenlange briefwisseling met haar Engelse vriendin lady Malet, die de Canadese professor Sydney Jackman ontdekte in de bibliotheek van de Duke University in het Amerikaanse North Carolina, werd duidelijk wat Sophie allemaal moest doorstaan. Met haar gevoel voor dramatiek schreef Sophie in die paar duizend brieven soms tot in details over de vernederingen en zelfs mishandelingen die zij aan het Nederlandse hof moest ondergaan.
Professor Jackman droeg zeshonderd door hem getypte vellen plus nog eens 250 vellen met aantekeningen over aan Hella Haasse die alles bewerkte tot het boeiende boek ‘Een vreemdelinge in Den Haag’. Dat boek gaf veel inspiratie voor de toneelproductie over deze Oranjevorstin. Het paste in de herwaardering voor Sophie die langzamerhand groeide. De prachtige expositie in het Delftse Prinsenhof in 1977 toen het een eeuw was geleden dat Sophie overleed en het postume eerbewijs dat koningin Beatrix tijdens haar staatsbezoek aan Duitsland in 1982 aan Sophie bracht droegen daar verder toe bij. Onze koningin stond er op tijdens dat bezoek ook Stuttgart aan te doen waar Sophie werd geboren, opgroeide en trouwde. In een toespraak in de zaal van het vroegere paleis waar in 1839 het huwelijksdiner van Sophie en toen nog erfprins Willem plaatsvond roemde koningin Beatrix ‘de grote intelligentie,de levendige geest en de buitengewone daadkacht’ van koningin Sophie. Haar optreden en contacten met bekende staatslieden verhoogde het aanzien van Nederland in Europa. Na Sophie kwam de excentrieke koningin Anna Paulowna, de Russische czarendochter, die in Nederland nooit echt uit de verf is gekomen. Daaraan was zij zelf debet door de grote afstand die zij als Russische grootvorstin liet bestaan tussen haar en het klompenvolk in de lage landen. Ook van Anna weten we veel dankzij bewaard gebleven brieven die zij aan haar Russische familieleden schreef en de openhartige dagboeken van haar kamerheer, later vice president van de Raad van State, Aeneas baron Mackay. Prinses Marianne was iemand van geheel ander kaliber. Het verre van onomstreden. verwende zusje van koning Willem de Tweede deed alles wat in die tijd van een Oranjeprinses niet werd verwacht. Uitgehuwelijkt aan een Pruisische prins die het met de echtelijke trouw niet zo nauw nam, iets dat vaker in de Oranjefamilie is voorgekomen, nam zij na jaren van kwelling het heft in eigen handen door er met haar koetsier vandoor te gaan. Dat zij voordat zij officieel was gescheiden van haar Pruisische prins van die koetsier, inmiddels gepromoveerd tot haar secretaris, in verwachting raakte was een schandaal van jewelste. Toch vond Marianne bij Johannes van Rossum het geluk dat zij zo lang had moeten ontberen. Maar de tragiek bleef haar achtervolgen. De zoon die uit de verhouding ver van huis in Italie werd geboren, overleed op twaalfjarige leeftijd. Marianne overleefde ook Van Rossum. Zij ging haar eigen weg, reisde veel, stimuleerde de kunst en deed op ruime schaal aan liefdadigheid waarvan ook de gemeente Voorburg, waar zij bij bezoeken aan Nederland op de buitenplaats Rusthof woonde, de vruchten plukte. Uiteindelijk verzoenden de Oranjes zich met tante Marianne. Haar graf, waarin zij rust met Johannes van Rossum, is nog altijd in het Duitse Erbach te vinden. Stof te over voor drama dat een toneelproductie nodig heeft. Duizenden landgenoten hebben in de loop van de jaren deze vrouwen uit het Huis van Oranje op het toneel tot leven zien komen. Producties die historisch volledig zijn verantwoord! Nel Kars draagt zelf het materiaal bij Ton Vorstenbosch aan. Weinig mensen beseffen wat er allemaal aan vooraf gaat voordat zij de eindresultaten krijgen voorgeschoteld. Perfectionist als Nel Kars is zorgt zij ervoor dat bij de aankleding van haar producties niets over het hoofd wordt gezien. De kostuums die zij draagt zijn vaak getrouwe kopieën
van de kleding die de betrokken vorstinnen droegen. Aan de hand van schilderijen, beschrijvingen en modebladen wordt die kleding vervaardigd. Op de kleinste details wordt gelet. Nu ja klein, wat klein lijkt vraagt meestal een enorme research en creativiteit. Zo draagt koningin Sophie bij haar bezoek aan keizer Napoleon de Derde van Frankrijk de Russische Sint-Catharina-orde, een onderscheiding die haar zeer dierbaar was. Het is een natuurgetrouwe kopie van de originele orde die in het museum van de kanselarij van de Nederlandse Orden op Het Loo in Apeldoorn wordt bewaard. Met een paar vriendinnen werkte Nel er dagen aan om met lovertjes, emailleverf en borduursels iets te vervaardigen dat nauwelijks onderdoet voor de echte orde. Een diadeem vol sterren dat Sophie in de voorstelling draagt heeft ook een bijzondere wordingsgeschiedenis. Nel zocht stad en land af naar materiaal om dat diadeem, waarmee Sophie is te zien op een schilderij van Winterhalter, na te maken. Zij schreef zelfs een Amerikaanse sheriff of die haar kon helpen, wetende dat die ambtenaren ook met sterren zijn getooid. Op een dag ontdekte zij in een warenhuis in een koopjesgraaibak een paar sterrenoorbellen. Het was precies wat zij zocht. Het was echter maar één paar en zij had tien sterren nodig. Op haar vraag aan de chef of hij nog meer van die oorbellen had zocht deze in het magazijn. Hij kwam met nog vier paar oorbellen terug. Nel kon hem wel om de hals vliegen. Toen ze vertelde waarvoor zij die oorbellen nodig had zei de man dat voor de nagekomen vier paar maar de helft hoefde te worden betaald. Had hij ook een bijdrage geleverd aan het toneelstuk. Thuisgekomen gilde Nel: “Ik heb ze!”. Echtgenoot Bob hoefde niet te vragen wat Nel had: de langgezochte sterren! De nepsieraden, in huisvlijt in elkaar geknutseld, zien er zo echt uit dat prinses Juliana toen zij, na op Het Loo een voorstelling van Anna Paulowna te hebben bijgewoond, in een nagesprek met Nel in haar kleedkamer verrukt uitriep dat zij de toneelsieraden mooier vond dan haar echte juwelen. Dat Nel het materiaal ervoor vaak bij de Hema had gekocht vond Juliana helemaal prachtig. Het is echter wel prettig dat Nel voor haar toneelstuk over koningin Emma niet zelf aan het fröbelen hoefde te gaan om de Orde van de Nederlandse Leeuw na te maken. Koningin Beatrix gaf haar een echt exemplaar in langdurig bruikleen. In de maanden, zeg maar het jaar, dat aan een nieuwe productie vooraf gaat struint Nel markten en winkels af op zoek naar stoffen. Naaste vrienden krijgen de nieuwe aankopen te zien en geven dan adviezen en kritisch commentaar. Als een toneelstuk eindelijk in première gaat hebben wij al vele malen naar actes en gedeelten ervan geluisterd. Urenlang is er gepraat over de zoektochten naar noodzakelijke toneelattributen. Prinses Marianne had een potteniste in dienst, een onmisbaar personeelslid in de paleizen die tot taak had de nachtspiegels in de vorstelijke verblijven te legen. De speurtocht naar exemplaren, een prinselijk huishouden waardig, leverde kostelijke verhalen op. Er werden dankzij de inzet van vrienden fraaie po’s gevonden. Sommigen waren beschadigd en moesten gerestaureerd worden. Een po met fraai bloemmotief werd door een bevriende schilderes bijgewerkt. Ter afsluiting moest het gebruiksvoorwerp in de oven. Nel besloot dat thuis te doen, nadat zij eerder alles al had uitgekookt met soda.
Bij een temperatuur van tweehonderd graden, nodig om de verf te harden, kwam een doordringende urinegeur vrij die Nels huis dagenlang praktisch onbewoonbaar maakte. Potteniste , ‘Vrouw Peen’, was afkomstig van de Veluwe. Om haar dialect goed te spreken ging Nel in de leer bij een authentieke bewoner van de Veluwe die in dat dialect voordrachten hield. Nel komt bij haar werk soms in bizarre situaties terecht. Met de Anna Paulownaproductie reisde zij in 1995 met 400 kilo bagage ook naar Rusland. De drie optredens in Moskou waren een geschenk van Nederland aan de Russen in het kader van de viering van het tweehonderdste geboortejaar van Anna. Bij de voorbereidingen van die productie kwam Nel ook in de kapel van de Russisch Orthodoxe Kerk in Den Haag. Met een fotograaf mocht zij daar een kostbaar ikoon fotograferen die zij nodig had als entourage bij de laatste acte van Anna Paulowna. Zij werden inde kapel geconfronteerd met een stel luid weeklagende Russische vrouwen die zich hadden verzameld rond een opgebaarde Rus die kort ervoor het slachtoffer was geworden van een moordaanslag. Voor het maken van de foto’s staakte het gehuil korte tijd en werd de baar opzij geschoven om ruimte te creëren voor de fotograaf. Als je zoiets meemaakt voel je je niet echt prettig! . Voor de huidige Emma-productie is een rol weggelegd voor een diakones. Zij verkoopt Emmabloempjes die precies zijn nagemaakt van de speldjes die in 1929 bij de jaarlijkse Emmabloemcollecte werden aangeboden. Het uniform van de diakones is vervaardigd aan de hand van een bewaard gebleven kostuum in het museum van de diakonessen van het Haagse Bronovo ziekenhuis. Vraag niet wat daar allemaal voor kwam kijken. Technisch is het belangrijk dat de theaterkleding is gemaakt van stoffen die niet kreuken en mooi vallen. Bij het vervaardigen van die kleding krijgt Nel hulp van een bevriende coupeuze. Een pruikenmaakster zorgt voor dat onderdeel. Maar verder is Nel haar eigen souffleur, chauffeur en grimeur. Alle kostuums van vorige producties zijn motvrij opgeborgen en na herhaaldelijk verzoek nu bijeen gebracht in een tentoonstelling die u straks kunt bekijken. Nel was er zelf verbaasd over dat alles nog in zo’n goede staat verkeert, al ging er de afgelopen weken wel het nodige stomen en strijken aan vooraf voordat de kostuums in Swaensteyn op de poppen stonden De attributen die bij de voorstellingen een rol hebben gespeeld zoals de trommel van het prinsje Maurits, het in 1850 op zesjarige leeftijd gestorven zoontje van Sophie, zijn hobbelpaard en zijn borstbeeld en de met een wijze spreuk geborduurde tochtdeken van prinses Marianne kunnen nu allemaal van dichtbij worden bewonderd. Het zal het respect voor Nels eenmansbedrijf nog doen toenemen. Deze week had Nel het gevoel in een kijkdoos te zijn gestapt, de kijkdoos van haar eigen verleden. Aan alles zitten herinneringen, vooral aan de Sophie productie toen haar man Bob haar nog terzijde kon staan.
Bij veel bezoekers zullen de herinneringen ook komen, herinneringen aan vrouwen die een bijzondere plaats in onze samenleving innamen maar ook vrouwen die heel herkenbaar zijn omdat hen niets menselijks vreemd was. Hun verdriet, hun eenzaamheid, hun twijfels, de vragen waarmee zij zaten, de verrukking van Mariannne toen zij bij de doop van prinses Wilhelmina werd genodigd en in de kerk plaats mocht nemen op de eerste rij; madame Kuseljewa,de sigarenrokende kamenierster van koningin Anna die in het park van Soestdijk de Eichhorntjes voert! Dit alles staat in veler geheugen gegrift en krijgt opnieuw gestalte bij het zien van de kostuums op de verstilde modepoppen. Dat de bezoekers evenveel zullen genieten in de kijkdoos die in Swaensteyn is te bewonderen is de wens van Nel die ik graag onderstreep. En nu op naar Swaensteyn want de expositie is hiermee geopend. Fred Lammers
Voorburg, 17 juni 2006