Prod_CM4_2006
02-06-2006
12:46
Pagina 1
4 voor professioneel PC CAD-gebruik
Juni 2006 jaargang 17
● Studenten in Eindhoven bouwen een racewagen ● MicroStation V8 XM beschikbaar op BE Conference ● HiCAD neXt 2006 en HELiOS neXt 2006 ● Het nieuwe kind in de Revit-familie kan rekenen www.cadplaza.nl
Prod_CM4_2006
02-06-2006
12:46
Pagina 3
COLOFON CAD-Magazine is een vaktijdschrift voor (potentiële) gebruikers van PC CAD, GIS, Mapping en Visualisatiesystemen en informeert over de ontwikkelingen en toepassingsgebieden, alsmede over software- en hardware-producten, leveranciers en gebruikers. CAD-Magazine verschijnt 8x per jaar in Nederland en België. Directie/uitgevers: Dhr. R. Groothuis Dhr. K. van der Lei
[email protected] [email protected]
Redactie:
[email protected] Tel.: (0527) 619 000 Fax: (0527) 620 989 Hoofdredacteur: Dhr. Ing. L.J.A. Koops
[email protected] Redacteur: Dhr. Drs. R. Takken
[email protected] Aan deze uitgave werkten mee: Sietse Pots Wil Barendsz Peter Schädle Jaap Dubbelaar Edwin Schalk Jean-Pierre van Gastel Rob Sman Bert Hobelman Jan Viguurs Renso Kuster Johan Vreede Mik van Leeuwen Peter Poeliejoe Advertentie-exploitatie:
[email protected] Tel.: (0527) 619 000 Fax: (0527) 620 989 Dhr. W. Westerhof Abonnementenservice:
[email protected] Tel.: (0527) 619 000 Fax: (0527) 620 989 Mw. Y.B. Jonker Mw. L. Pels Ontwerp: A.F. van der Kolk / CMedia Productions, Emmeloord
Het einde van een tijdperk Aan alles komt een eind en dat is natuurlijk maar goed ook. Want in de vaart der volkeren raken telkens weer handelingen of voorwerpen in onbruik omdat ze overbodig zijn of hopeloos ouderwets. Weliswaar zijn er nog steeds mensen die zich per paard en wagen vervoeren, maar dat is tijdens een dagje uit en niet als er een spoedeisende vergadering moet worden bijgewoond. Alhoewel de file er wel een stuk levendiger zou uitzien als we ons nog steeds op die manier zouden verplaatsen, maar dit terzijde. Een van de handelingen die langzaam wordt weggeschoven is het programmeren. CAD-Magazine publiceerde lang geleden nog wel LISP-artikelen voor AutoCAD, maar die bleken op een gegeven moment nauwelijks nog toegevoegde waarde te hebben. De reden was eenvoudig: AutoCAD ontwikkelde zich tot een steeds completer pakket waardoor de routines geen toegevoegde waarde meer konden bieden, simpelweg omdat ze functies in het leven riepen die inmiddels standaard in de software beschikbaar waren. De laatste jaren blijkt de vraag naar VBA ook steeds meer af te nemen. En ja, de vooruitziende lezer voelt het al aankomen: in het vorige nummer was al geen VBA-artikel meer te vinden en dat zal voorlopig zo blijven. De lezersgroep voor deze rubriek is namelijk dusdanig uitgedund dat we onze ruimte beter aan andere zaken kunnen besteden. Ook voor de rubriek MicroStation geldt dat we binnen afzienbare tijd zullen afstappen van het MDL-programmeerwerk. Deze rubriek zal echter niet verdwijnen maar een andere invulling krijgen die meer in de vorm van Tips & Tricks algemene wetenswaardigheden over MicroStation naar voren brengt. Zo ver is het echter nog niet, dus de hardcore MDL-fans kunnen in dit nummer nog genieten van hun programmeerrubriek. Ze zijn echter gewaarschuwd, want het einde is in zicht.
Druk: Drukkerij Giethoorn ten Brink, Meppel Uitgever: CMedia Productions B.V. Noordzijde 2b, 8302 GL Emmeloord Postbus 231, 8300 AE Emmeloord Abonnementen: Uitgebreide informatie over een abonnement op CAD-Magazine vindt u in de rubriek Lezersservice. CAD-Magazine op Internet: www.cadmagazine.nl www.cadmagazine.nl/banenmarkt www.cadplaza.nl ISSN 1386-1689
Lambert-Jan Koops Hoofdredacteur CAD-Magazine
Niets uit deze uitgave mag geheel of gedeeltelijk worden overgenomen en vermenigvuldigd zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. © Copyright 2006 CMedia Productions B.V.
CADMagazine Juni 2006-4
3
Prod_CM4_2006
02-06-2006
12:46
Pagina 4
CADMagazine 2006-4
EliteCAD V11 met eigen kernel en 3D-techniek De meest in het oog springende nieuwe ontwikkelingen binnen versie 11 van EliteCAD is de ‘real-time’ geïntegreerde visualisatie. Het is niet mogelijk in deze bijdrage alle nieuwe mogelijkheden die EliteCAD V11 biedt individueel te bespreken. Het kunnen plannen van parametrische 3D-leidingsystemen en extruderen van 2D-contouren over 3D-bouwdelen dient echter wel aandacht te krijgen. CAD-Wereld, Pagina 6.
Studenten in Eindhoven bouwen een racewagen Het Formula Student Racing Team van de Technische Universiteit Eindhoven bestaat uit zo’n zestig studenten die een innovatieve raceauto ontwikkelen. De organisatie is opgedeeld in een managementteam, teamleden en een adviescommissie. Samen doen ze met hun model mee aan een internationale competitie waarin ze door innovatie, snelheid en managementvaardigheden zo hoog mogelijk proberen te eindigen. In de praktijk, Pagina 38.
MicroStation V8 XM beschikbaar op BE Conference De BE Conference is meer dan alleen maar een bijeenkomst van MicroStation-gebruikers. Het is het moment waarop Bentley de plannen voor de toekomst bekendmaakt, nieuwe releases vrijgeeft en de winnaars van de BE Awards bekendmaakt. Dit jaar speelden de thema’s snelheid, samenwerking en leren een belangrijke rol. Evenementen, Pagina 46.
Lay-out functies PlotMaker geïntegreerd in Archicad 10 In mei is Archicad 10 door ontwikkelaar Graphisoft vrijgegeven voor de markt. In juni is vervolgens de Nederlandstalige versie van het pakket beschikbaar gekomen. Zoals de traditie dat vereist is ook de nieuwe release geschikt voor zowel Windowsals Macintosh-omgevingen. Dat is hetzelfde gebleven, er is ook veel veranderd. CAD-Wereld, Pagina 10.
4
CADMagazine Juni 2006-4
Prod_CM4_2006
02-06-2006
12:46
Pagina 5
CADMagazine 2006-4
Verder…
Pagina
3ds Max & Plug-Ins: Detailveranderingen en een nieuw formaat
54
Archicad:
Complexe wandprofielen in Archicad
52
Boeken:
Leerboek en naslagwerk AutoCAD 2007
51
CAD-Wereld:
HiCAD neXt 2006 en HELiOS neXt 2006 Visuele botsingscontrole en complexe surfaces Cosmic Blobs Lab Rat Edition 1.2 3D Fundamenteel anders dan 2D
8 12 14 16
CAM:
Visuele controle NC-programma in GibbsCAM
40
Column:
CAD sociëteit Googlen
57 49
Evenementen:
Nieuwe omgeving op oude plaats voor Océ Open House in teken van samenwerking en globalisering Het nieuwe kind in de Revit-familie kan rekenen
41 42 44
Hardware:
Mutoh Europe terug op de CAD-markt
36
In de Praktijk:
Holland Railconsult maakt de marges steeds kleiner De hoogste woontoren van Nederland
30 32
Inventor:
Inventor 11 Frame Generator
56
MicroStation:
Vector- en rasterreferenties in MicroStation
58
Solid Edge:
De Solid Edge Embedded Client
64
SolidWorks:
Gebruik van samenstellingconfiguraties in SolidWorks
61
Zoals Altijd:
Adverteerdersindex 66, Agenda 24, CAD-Wereld 20, Lezersservice 66, Software 34 Trainingswijzer 33
Voorplaat: In dit nummer een kijkje in de keuken van het Formula Student Racing Team. Deze groep studenten bouwt een eigen raceauto binnen een internationale competitie van ontwikkelteams. Op pagina 38 vertellen de studenten welke innovatieve ideeën ze hiervoor hebben bedacht en waarom er maar liefst zestig mensen nodig zijn voor een dergelijk project. www.formulastudent.tue.nl CADMagazine Juni 2006-4
5
Prod_CM4_2006
02-06-2006
12:46
Pagina 6
CAD-Wereld
Aandacht voor IFC binnen BIM
E l i t e C A D V 1 1 m e t e i g e n ke r n e l e n 3 D - t Door: Mik van Leeuwen en Peter Schädle
De meest in het oog springende nieuwe ontwikkelingen binnen versie 11 van EliteCAD is de ‘real-time’ geïntegreerde visualisatie. Het is niet mogelijk in deze bijdrage alle nieuwe mogelijkheden die EliteCAD V11 biedt individueel te bespreken. Het kunnen plannen van parametrische 3D-leidingsystemen en extruderen van 2D-contouren over 3D-bouwdelen dient echter wel aandacht te krijgen.
Het kantoor van Aegon als ongerenderd model in EliteCAD.
EliteCAD versie 10 is in Nederland op de markt gebracht door CadVisual. Het product biedt 3D modelleerfunctionaliteit met een directe koppeling naar 2D. Met EliteCAD is het mogelijk om direct kozijnen in muren te slepen, te detailleren en deze eigenschappen globaal of selectief door te kopiëren. Daarnaast kan van elk onderdeel een vrije vorm extrusie worden gegenereerd voor de profilering. Deze functies zijn overigens op alle bouwdelen toepasbaar. EliteCAD biedt vrije vormen functionaliteit, waardoor in principe alle vormen te ontwerpen zijn. Gebouwen zijn elke kant op rekken, zonder dat dit bijvoorbeeld de houtzwaarte van kozijnen beïnvloed. Door het toepassen van een Bouwkundig Informatie Model (BIM) zijn er binnen CAD-systemen extra mogelijkheden beschikbaar zoals energiesimulatie, 4D-planning en construc6
CADMagazine Juni 2006-4
tieberekeningen. EliteCAD genereert een BIM-model dat universeel overdraagbaar is door middel van IFC-export. De gebruiker dient er echter op te letten dat het totaal van de gebruikte softwaresystemen volledig IFC compliant zijn, en niet een afgeleide ervan, zoals door sommige ontwikkelaars, uit marktbeschermende overwegingen, wordt toegepast. Visualisatie Binnen EliteCAD V11 kiest gebruiker, desgewenst al bij de definiëren van de parametrische bouwdelen, de te verwerken materialen. Het is uiteraard ook mogelijk deze ergens tijdens de ontwerpcyclus toe te wijzen met behulp van drag en drop-technieken. Voor belichting wordt, binnen een virtuele halve sfeer, de diffuse lichtweergave van een halfbewolkte dag weergegeven. Hierdoor wordt het mogelijk waar dan
ook in het ontwerpproces, met één druk op de knop een fotorealistische weergave te genereren. Tijdens het reguliere ontwerp- en tekenwerk merkt de ontwerper hier, met betrekking tot de verwerkingsnelheid van EliteCAD, niets van. Mocht de uiteindelijke weergave speciale materiaaleffecten of belichting nodig hebben, dan is dit mogelijk. Bumpmapping Visualiseringberekeningen als Radiosity, Phong en Raytracing worden alle gelijktijdig uitgevoerd en maken realistische weergaven met lichtverdeling, spiegeling, glans en dieptewerking mogelijk. Door de ‘Supersampling’-technologie worden pixels dusdanig slim berekend dat de ‘trapweergave’, zoals die nog wel eens voorkwamen bij schuine lijnen, tot het verleden behoort. Speciale effecten als Bumpmapping dragen zorg voor een correcte diepteweergave van de verwerkte materialen. Wijzigingen in het ontwerp worden direct doorgerekend zodat een nieuwe, aangepaste, visualisering meteen beschikbaar is. De materialen kunnen worden gekozen uit een relationele database. De materiaaltoewijzing kan ook op gevels, plattegronden, aanzichten en zelfs in doorsneden worden weergeven. Afvoeren en leidingen Het tekenen van afvoeren en leidingen in 2D is van oudsher een zaak van noeste arbeid. Zodra echter de complexiteit van het leidingennet toeneemt, is het bijna ondoenlijk deze zo tekenen, dat de uiteindelijke montage geheel foutloos kan verlopen. Als dan ook nog eens keer op keer wijzigingen moeten worden doorgevoerd is het einde zoek en faalkosten het resultaat. Daarnaast is er bij bouwbedrijven een groeiende behoefte om leidingen maatvast te kunnen tekenen binnen het gebouw. Dit omdat er bij het bestellen van prefabelementen op de juiste plaats sparingen of kepen kunnen worden aangebracht. EliteCAD biedt in versie 11 de mogelijkheid volledige afvoer- en leidingnet-
Prod_CM4_2006
02-06-2006
12:46
Pagina 7
ke r n e l e n 3 D - t e c h n i e k draaid. Een hulplijnenconstructie is ook mogelijk, maar het toepassen van de ‘gedraaide’ cursor werkt efficiënter. De uitdaging ligt in dit geval niet bij functies als rekken en draaien, maar in het perfect laten corresponderen van deze coördinaatsystemen, waardoor het uiteindelijke 3D-model accuraat en van hoge kwaliteit is. 2D-contouren over 3D-bouwdelen Het is mogelijk om contouren over een bouwdeel te extruderen in EliteCAD 11. Zo kan de gebruiker bijvoorbeeld een 2D-contour inlezen uit een bibliotheek of bij een leverancier downloaden en deze toepassen als profilering van het raamhout. Hierdoor is het mogelijk om een kozijn tot in detail te modelleren, net als de rest van het gebouw. De balans tussen het 2D- en 3D-tekenwerk is echter belangrijk. Het is zelden nodig om het gehele gebouw tot in detail te modelleren, vaak ligt de grens bij bijvoorbeeld de plinten of hang- en sluitwerk. In EliteCAD is het traditioneel werken in 2D CAD ook mogelijk, waarbij de gebruiker de balans zelf bepaalt. Een startend 3D CAD Ingenieur begint bijvoorbeeld met een abstract 3D-model aangevuld met traditionele 2D-details. Wie meer ervaren is met 3D-modelleren zal zijn 2D-tekenwerk laten afnemen en meer in 3D werken.
Deze hal is een uitbreiding van het bestaande gebouw.
ten te tekenen en zodoende de gewenste tekeningen aan de prefableveranciers te kunnen bieden. Wandlagen opbouwtypen Het kan voorkomen dat de fundering afwijkt van de erop staande constructie. Binnen EliteCAD is het mogelijk een meervoud van al dan niet dragende wandlagen over elkaar heen te leggen. Een geselecteerde laag kan in de plattegrond worden weergegeven terwijl zich daaronder bevindende wandopbouw wordt weergegeven. Het handige hiervan is dat er toch gewoon raam- en deurkozijnen in kunnen worden geplaatst en de bijbehorende eigenschappen parametrisch aanpasbaar zijn. Deze weergave is naast de plattegrond ook mogelijk in 3D, doorsnede of aanzicht. Gedraaid Coördinatensysteem Indien twee of meer coördinaatsystemen over elkaar heen liggen in verschillende hoeken, zoals dat veel bij bestaande, oude, gebouwen maar ook in moderne architectuur voorkomt, kan de cursor van EliteCAD worden ge-
Systeemversnelling De driedimensionale planning heeft duidelijk de voorkeur boven de 2D-variant. Gevels, doorsneden en plattegronden zijn aan elkaar gerelateerd.
Een wijziging in het ene bouwdeel veroorzaakt automatisch een wijziging in de daaraan verbonden bouwde(e)l(en). Iets wat in een combinatie met traditionele 2D-systemen niet mogelijk is. Het werken in 3D vergt veel van de kernel voor wat betreft verwerkingsnelheid en gegevensbeheer. EliteCAD 11 bevat een in eigen beheer ontworpen kernel en bijbehorende 3D-technologieën. Hierdoor is het mogelijk om een totaal project binnen één model te beheren in render modus. Projecten in EliteCAD bestaan uit een bestand wat zowel gegevens- en bestandbeheer mogelijk maakt. Interoperabiliteit; De Cadvisual Groep is aangesteld om voor Messerli Informatik de nietDuitstalige markten te bedienen. Op verzoek van klanten buiten Zwitserland, en geheel in lijn met de denkwijze en bedrijfsfilosofie van Cadvisual, is nu IFC in versie 11 opgewaardeerd tot de 2.X standaard en IDM certificatie. EliteCAD is in staat om uit te wisselen met behulp van DXF/DWG, IGES en ook CATIA-bestanden. Cadvisual legt zich toe op het toepassen van IFC binnen BIM projecten. Hiertoe biedt het bedrijf naast EliteCAD een tiental software gereedschappen voor het engineeren en uitvoeren van BIM. Cadvisual is tevens de oprichter van de Benelux-afdeling van BuildingSmart, een open forum dat zich ten doel stelt producentonafhankelijke en dus open uitwisselingstandaard door middel van IFC gemeengoed te maken. www.cadvisual.nl www.buildingsmart.info
CADMagazine Juni 2006-4
7
Prod_CM4_2006
02-06-2006
12:46
Pagina 8
CAD-Wereld
Ook aandacht voor kennisgebaseerd ontwerpen
HiCAD neXt 2006 en HELiOS neXt 2006 Door de redactie.
Op de Hannover Messe presenteerde ISD Software und Systeme de nieuwste versies van de CAD- en PDM-oplossingen HiCAD neXt en HELiOS neXt. Beide pakketten zijn per direct beschikbaar gekomen voor de eindgebruikers. Daarnaast werkt het bedrijf momenteel aan een tool voor het zogenaamde kennisgebaseerde ontwerpen.
HiCAD neXt met individueel configureerbare gebruikersinterface, MAE Götzen.
HiCAD neXt
is een CAD-systeem met 2D-/3D-associativiteit, geïntegreerde branche-oplossingen en PDM-componenten. Het idee van een contextgevoelige gebruikersinterface wordt in het programma consequent toegepast, van iconenmenu's tot en met het start center. In HiCAD neXt 2006 zijn honderden veranderingen doorgevoerd in vergelijking met de vorige versie. Dit is met name te merken aan de toename van de beschikbare functies. Zo is er de de Designvariantentechniek voor automatisering van het ontwerpproces. Daarnaast zijn er verschillende uitbreidingen bij de branch-oplossingen te vinden en is er een nieuwe module beschikbaar voor volgbuigstempels. Verder heeft ISD de normdeel-/pofielcatalogus geïnternationaliseerd en een ROHR2-interface toegevoegd voor piping. Ook is de KISSsoft-interface toegevoegd voor 3D-tandwielen. ©
8
CADMagazine Juni 2006-4
Integratie PDM en CAD Gefundeerd op een onafhankelijke relationele database regelt het PDMprogramma Helios neXt het beheer van data en documenten en kan het automatisch de processen aansturen die van deze informatie gebruik maken. Helios neXt kent mogelijkheden om documenten alleen te bekijken of om zowel te bekijken alsmede te wijzigen. Dit is middels het vrijgavebeheer flexibel in te stellen. In de 2006-versie van HELiOS neXt valt de nieuwe open structuur en integratie met CAD-systemen van derden op. Het gaat hierbij om de samenwerking met pakketten als Inventor, SolidWorks en AutoCAD. Deze mogelijkheid moet een basis vormen voor integratie bij de eindgebruiker. Verder is de Vault-server doorontwikkeld en is in de nieuwe versie datareplicatie mogelijk over verschillende vestigingen. Ook kent HELiOS neXt
2006 verder ontwikkelde Office interactie door het met referenties toepassen van database-attributen in Officetemplates. Tenslotte is er nog een classificatiemodule voor onderdelen/ documenten en zijn er Workflow-uitbreidingen voor Projecten/Mappen. Naast de presentatie van de nieuwe versies gaf ISD ook inzicht in de overige ontwikkelingsdoelen. Voorbeelden op CAD-gebied zijn het optimaliseren en individueel aanpassen van de gebruikersinterface, Knowledge Based Engineering en uitbreidingen op European Solid Modeler (ESM)-kernel. Deze 3D-kernel is door ISD zelf ontwikkeld en de basis van de HiCAD NeXt. Kennisdatabase De hoofdpunten voor ontwikkeling op het PLM-gebied zijn de integratie met andere IT-systemen, zoals ERP, CRM en SCM en de automatisering van complexe procesketens. Een ander belangrijk thema is het Knowledge Based Engineering, oftewel het opslaan van reeds opgedane kennis in een database en productconfiguratoren in HiCAD neXt. ISD heeft samen met de Leerstoel voor Machinebouwinformatica van de Universiteit Bochum een oplossingsconcept bedacht voor het genereren van productconfigurators. Het doel van het daaruit ontstane KoViP-project is het creëren van een softwaretool, waarmee automatisch regelgebaseerde productconfigurators zijn te ontwikkelen. De tool gaat hierbij uit van gestandaardiseerde modules, diensten, bibliotheken en interfaces zodat de gebruiker in een voor hem bekende omgeving kan werken. www.isdbenelux.nl
Superieure printkwalite
Prod_CM4_2006
02-06-2006
12:46
Pagina 10
CAD-Wereld
Veel extra functie voor complexe elementen
Lay-out functies PlotMaker geïnte greerd i Door de redactie.
In mei is Archicad 10 door ontwikkelaar Graphisoft vrijgegeven voor de markt. In juni is vervolgens de Nederlandstalige versie van het pakket beschikbaar gekomen. Zoals de traditie dat vereist is ook de nieuwe release geschikt voor zowel Windows- als Macintosh-omgevingen. Dat is hetzelfde gebleven, er is ook veel veranderd.
Verlopende arceringen op gegenereerde aanzichten.
Graphisoft heeft volgens eigen zeggen geprobeerd om Archicad 10 gebruikers in staat te stellen om hun ideeën sneller om te zetten in 3D-modellen, met minder fouten en betere documentatie. Dat moet onder meer kunnen dankzij het gebruik van schuine wanden, kolommen en balken. Deze zijn zowel grafisch als numeriek onder elke hoek te plaatsen, met correcte bouwkundige representatie. Het is hierbij mogelijk om deuren en ramen verticaal of in lijn met de geometrie van een opening in complexe wanden te plaatsen. De complexe elementen zijn over meerdere verdiepingen te plaatsen. Wanden, kolommen, balken en daken worden automatisch weergegeven op verdiepingen die zij doorkruisen. Archicad 10 geeft hierbij een weergave overeenkomstig de bouwkundige standaard, de juiste combinatie van een projectie en een horizontale doorsnede op anderhalve meter, ook met betrekking tot wandopeningen. Verbindingen van wanden zijn weer te geven op ba10
CADMagazine Juni 2006-4
sis van prioriteiten per laag. Daarnaast kan de gebruiker in de nieuwe versie eigen profielen definiëren met behulp van de profielmanager. Hierbij zijn arceringen in te zetten voor verschillende materialen en is een complete verzameling aan te leggen. Dit zowel in 3D als in alle 2D-views. Alle basisbewerkingen en nieuwe opdrachten voor complexe elementen werken in de plattegrond, de doorsnede/aanzicht en 3D-views. De gebruiker kan dus in elke willekeurige omgeving werken aan het model. Lay-outs Archicad 10 biedt een verdergaande samensmelting van ontwerpen en tekenen door verbeterde automatische documentatie en de interne toepassing van lay-outs. Alle lay-out functies van PlotMaker zijn bijvoorbeeld geïntegreerd in Archicad. Dit resulteert in een enkele interface en gelijksoortige opdrachten en objecten op de lay-out. Daarnaast is de gehele projectstructuur
is direct beschikbaar vanuit de Navigator: projectview, viewsets, layouts en documentatiesets. Bovendien is drag & drop mogelijk van alle views naar lay-outs. Deze functie is met name toegevoegd voor het publiceren en plotten van ontwerpen. De tekeningmanager in Archicad 10 is een overzichtelijk venster voor het beheren van tekeningen en het updateproces. Het controlemechanisme op twee niveaus zorgt ervoor dat alleen die tekeningen worden doorgerekend die daadwerkelijk veranderd zijn. Hierdoor kan het updateproces sneller verlopen dan in voorgaande versies. De gebruiker kan pagina’s van PDFbestanden importeren en deze als tekeningen plaatsen op een lay-out of in het model. De volledig geïntegreerde, interactieve lijsten van gebruikte elementen zijn in de nieuwe release van Archicad WYSIWYG-tabellen geworden. Wijzigingen in de lijsten werken door in het model waardoor de gebruiker meer vrijheid heeft om de lijsten
Prod_CM4_2006
06-06-2006
11:53
Pagina 11
,
.
r geïnte greerd in Archicad 10
Correcte bouwkundige weergave op alle verdiepingen.
vorm te geven. De automatische lijsten van tekeningen, views, lay-outs zijn ook op lay-outs te plaatsen waardoor het proces van het maken van tekeninglijsten versnelt. Het mechanisme van TeamWork is uitgebreid naar het maken van de lay-outs in Archicad 10. Samenwerken in één model kan hierdoor in het gehele proces, tot en met de documentatie. De gebruiker kan een onbeperkt aantal pensets vastleggen en opslaan onder een naam. Deze zijn toe te passen op views, tekeningen of lay-outs voor een precieze weergave van tekeningen. Archicad 10 kent lineair en radiaal verlopende arceringen van twee kleuren voor het gebruik in ontwerppresentaties. Deze zijn toe te passen in elke view. In doorsneden en aanzichten zijn tevens automatisch de kleurschakeringen van een shading te gebruiken op basis van lichtval en materiaal.
Info-tag Naast nieuwe functies heeft Graphisoft ook aandacht besteed aan de gebruikersinterface. Uiteraard met de bedoeling om meer overzicht en een hogere gebruikerssnelheid te genereren. Zo lichten in Archicad 10 elementen op als de gebruiker er met de muis boven staat. Vervolgens verschijnt er een info-tag, zodat te zien is welk element wordt geselecteerd bij een muisklik. Deze feature is met name handig bij het selecteren van overlappende elementen, bij het dimensioneren en bij overnemen van objectparameters. Om de gebruiker direct te informeren over geselecteerde elementen verandert in de nieuwe versie ook de kleur van een geselecteerd element. Dit niet alleen in 2D-situaties maar ook in 3D. De navigatie in 3D is overigens ook aangepast in Archicad 10. Graphisoft heeft gekozen voor een meer game-achtige ma-
nier van navigeren bij het rondwandelen in een gebouw of het bekijken van een model. Dit geldt zowel voor de parallelle als perspectivische projectie. De in het pakket aanwezige automatische guide-lines voorspellen de gebruikersintenties tijdens het werk. Raakt de gebruiker tijdens het tekenen even een rand of hoekpunt aan, dan verschijnen er guidelines om richtingen, hoeken of speciale punten te vinden. Hierdoor is grafische input sneller toe te voegen en hoeft de ontwerper nog maar één hand te gebruiken bij deze handeling. Meer informatie over Archicad 10 is te vinden op de websites van Graphisoft en Kubus informatiesystemen. Hier zijn ook links naar verschillende demonstratiefilmpjes te vinden die de nieuwe features toelichten. www.graphisoft.com www.kubusinfo.nl
CADMagazine Juni 2006-4 11
Prod_CM4_2006
02-06-2006
12:46
Pagina 12
CAD-Wereld
AutoCAD 2007 Deel 3
V i s u e l e b o t s i n g s c o n t ro l e e n c o m p l exe s Door: Jean-Pierre van Gastel
In deel 1 en deel 2 over AutoCAD 2007 viel al het een en ander te lezen over de vele nieuwe mogelijkheden op het gebied van 3D in AutoCAD 2007. In dit artikel ga ik daar nog dieper op in om de vele krachtige, nieuwe 3D-mogelijkheden aan de tand te voelen.
Afbeelding 1: Het Presspull-commando.
Een compleet nieuwe werkwijze om vanuit 2D een 3D-element te maken is te vinden in de vorm van het Presspull-commando. Na het activeren van het commando selecteert de gebruiker een 2D-object, waaraan direct dynamisch een hoogte is te geven, net zoals bij een extrusie. Een heel groot verschil met het extrusiecommando is dat AutoCAD automatisch detecteert of er materiaal moet worden toegevoegd of dat er materaal moet worden weggehaald, zie afbeelding 1. Een nadeel van deze methode is overigens wel dat achteraf de diameter van bijvoorbeeld een cilinder niet aan te passen is door middel van 3D grips. Revolve – Sweep - Loft Het commando Revolve om cilindrische delen te maken, is niet veel veranderd. Het enige verschil is dat een open contourlijn automatisch wordt omgezet naar een surface bij het gebruik maken van het Revolve-commando. Het Sweep-commando is nieuw in AutoCAD 2007 en geschikt om elke 2D-vorm uit te trekken over een 2D- of 3D-pad. Ook hier geldt dat een open contour automatisch wordt omgezet 12
CADMagazine Juni 2006-4
of andersom, zie afbeelding 3. Indien dit nog niet genoeg is kunnen er ook nog zogenaamde Guides worden ingezet. Dit zijn extra 2D- of 3D-contouren aan de zijkant die als een soort geleide rails kunnen dienen tijdens het maken van het 3D-oppervlak. Een loft is overigens nog aan te passen in het nieuwe Loft Settings dialoogvenster. De instellingen in het dialoogvensters bepalen of de Loft recht of vloeiend moet verlopen door de verschillende 2D-elementen. Eventueel is zelfs in graden in te stellen hoe de start en eindhoek mogen verlopen van de Loft. Complexe surfaces Het werken met de ‘oude’ AutoCAD surfaces is eigenlijk af te raden. Om die reden zitten ze ook wat verscholen in de software. Door gebruik te maken van open contouren in combinatie met het nieuwe Loft-, Extrude-, Revolveen Sweep-commando maakt de gebruiker immers de meest complexe surfaces aan in enkele ogenblikken. Om een gewoon platte surface te tekenen bestaat er nu het commando Planar Surface. Letterlijk vertaald is een Planar Surface een plat vlak. Dit is eventueel nog wel aan te passen met betrekking tot het aantal segmenten. Dit aanpassen gebeurt via het Properties Palette waar zowel de U- en V- isolines zijn aan te passen voor respectievelijk de x- en y-richting. Elke Surface is om te zetten naar een Solid
naar een surface en een gesloten object naar een solid. Voordat de Sweep wordt gemaakt, zijn er opties om de 2D-vorm automatisch te torderen, te verschalen of uit te lijnen over het 2Dof 3D-pad, zie afbeelding 2. Voor hele complexe Solids of Surfaces is het nieuwe Loft-commando beschikbaar. Deze functie bestaat al heel lang, maar zat tot nu toe niet in AutoCAD. Met een Loft kan de gebruiker automatisch een huid maken die is gebaseerd op verschillende 2D-doorsnedes. Dit is bijvoorbeeld mogelijk door gebruik te maken van een aantal cirkels en rechthoeken. Door deze in een bepaalde volgorde te selecteren met het Loftcommando zal AutoCAD 2007 automatisch de 2Dobjecten met elkaar verbinden. Op deze wijze ontstaan er dus vrij gemakkelijk overgangen van Afbeelding 2: Een 2D-vorm is automatisch te torderen, te verschalen of rond naar vierkant uit te lijnen over het 2D- of 3D-pad.
Prod_CM4_2006
02-06-2006
12:46
Pagina 13
CAD-Wereld
e n c o m p l exe s u r f a c e s
Afbeelding 3: Overgangen van rond naar vierkant en andersom.
Afbeelding 5: Complexe solids in AutoCAD 2007.
den. Nog steeds moet er een selectie worden gemaakt op de eerste en de tweede set met solids die de gebruiker wil controleren. Vervolgens komt er echter een nieuw dialoogvenster tevoorschijn en wordt het overlappende Solid-gedeelte direct in de kleur rood weergegeven in het ontwerp. Tevens wordt er daarbij automatisch ingezoomd op dit gedeelte, zie afbeelding 4. In het nieuwe dialoogvenster is automatisch te schakelen tussen de verschillende solids of verder in te zoomen, te pannen of het ontwerp te draaien middels het 3D Orbit-commando. Uiteraard zijn er instellingen terug te vinden Afbeelding 4: Overlappende solid-gedeelten worden rood weerdie bepalen wat de visugegeven in het ontwerp. ele weergave is van de solids die elkaar raken. Om hele comOverlappingen Om te controleren of Solids elkaar ra- plexe solids te bouwen, zijn in ken bestaat er in AutoCAD al langer AutoCAD 2007 solids en surfaces door het Interference Chec- commando. In elkaar heen te gebruiken. Met andere AutoCAD 2007 is het werken met dit woorden: een Surface kan dienen als commando een stuk duidelijker gewor- snijvlak voor het doorsnijden van een met een zelf in te stellen dikte. Met het nieuwe commando Thicken Surface volstaat het om van een 2D-oppervlak te selecteren en vervolgens een dikte in te typen. AutoCAD 2007 zal vervolgens de surface automatisch omzetten naar een solid.
solid. Het commando Slice heeft namelijk de optie gekregen om een surface te selecteren die vervolgens wordt gebruikt als snijvlak. Een voorbeeld van de zeer complexe solids die zo in AutoCAD 2007 te ontwerpen zijn is te vinden in afbeelding 5. In AutoCAD 2007 kan haast elke 2Dvorm omgezet worden naar een Surface met het nieuwe Convert to Surface-commando. Concreet zijn 2D solids, Regions, open polylijnen met een dikte, lijnen met een dikte, bogen met een dikte en platte 3D-faces om te zetten naar een surface. Vervolgens is het mogelijk om deze met het commando Thicken Surface weer om te zetten in een Solid. Met het nieuwe Convert to Solid-commando kunnen bestaande 2D-elementen automatisch geconverteerd worden naar een 3D Solid. Voorbeelden hiervan zijn een polylijn met een dikte en een cirkel met een dikte.
CADMagazine Juni 2006-4 13
Prod_CM4_2006
02-06-2006
12:47
Pagina 14
CAD-Wereld
Een 3D-pakket voor kinderen
Cosmic Blobs Lab Rat Edition 1.2 Door: Peter Poeliejoe
Cosmic Blobs is een 3D-programma, dat duidelijk bedoeld is voor kinderen. Dat blijkt bijvoorbeeld uit het kleurgebruik, de gebruikers interface en de geluiden die bij elke actie te horen zijn. Het pakket van SolidWorks is dan ook bedoeld om kinderen spelenderwijs wegwijs te maken in de wereld van 3D-software.
De Modeling Mode van Cosmic Blobs.
I
n eerste instantie is Cosmic Blobs erg onwennig door de ongebruikelijke gebruikersinterface. Overal staan afbeeldingen van laboratoriumartikelen en gereedschappen en veel daarvan bewegen. Zodra er echter een vertegenwoordiger van de doelgroep, namelijk een kind, plaatsneemt achter het scherm is elk probleem snel verdwenen. Ineens blijkt er ongekende mogelijkheden in het stukje software te zitten. Eigenlijk is één en ander gewoon erg intuïtief, maar de gemiddelde volwassene doet daar kennelijk wat langer over om dat door te krijgen. De uitgebreide tooltips zijn vaak 14
CADMagazine Juni 2006-4
voldoende om op gang te komen. De manier van werken is in drie stappen onder te verdelen, die in het programma ook als drie afzonderlijke modi aanwezig zijn: Modeling Mode, Decoration Mode en Animation Mode. De drie modi zijn te bereiken door op één van de drie knoppen geheel links onderaan te drukken. De linker knoppenbalk blijft altijd staan, de rest wijzigt per modus. In Modeling Mode, zie afbeelding 1, kan een model worden opgebouwd uit basisvormen, maar er kan ook een complete vorm als uitgangspunt wor-
den gebruikt. Standaard is er al een redelijk aantal meegeleverd en op de website van het programma zijn er nog veel meer te vinden. Elke vorm kan aangepast worden door met het gereedschap te ‘kneden’. Denk hierbij aan acties als uitrekken, indrukken, buigen, verschalen, enzovoorts. Om een symmetrische vorm te houden kan er eerst een spiegelvlak worden geplaatst. Blobs zijn ook samen te voegen tot één vorm. Om het model bij het bouwen aan alle zijden te kunnen bekijken is de ‘lab rat’ beschikbaar, zie afbeelding 2. Dit is een laboratoriumrat in een glazen
Prod_CM4_2006
02-06-2006
12:47
Pagina 15
bol die door klikken en slepen in de ruimte verdraait. Met hem draait dan het hele model mee, een beetje als de 3D orbit in AutoCAD. Aan de linkerzijde staan vooral dit soort zaken, bedoeld om het model, of het zicht erop, te verdraaien of te zoomen. Animaties In Decoration Mode is het mogelijk het model te schilderen met volle kleuren of texturen en er ‘stickers’ op te plakken. Dit zijn plaatjes als cijfers en letters, ogen, neuzen, bliksemschichten en nog veel meer kleurig spul. Met De Lab Rat regelt de wijze het gummetje zijn die weer te van het bezichtigen van het verwijderen. In Animation model. Mode zijn eenvoudige animaties te maken. Dit kan door een pad te tekenen waarlangs het model zich moet bewegen en de beweging van de blob zelf te definiëren. Een eenvoudige animatie is vrij snel gemaakt, maar een echt goede animatie opbouwen kost wel iets meer tijd. Het eindresultaat van het bouwen en schilderen is op te slaan als het native format (.blob) of te exporteren als een VRML-bestand. Een wat vreemd neveneffect van het gebruik van Cosmic Blobs was dat de overige openstaande programma’s enigszins gingen flikkeren langs de randen. Het effect is weer weg als Cosmic Blobs wordt afgesloten en het programma heeft zelf nergens last van. Cosmic Blobs is er voor Windows en Mac. Minimale systeemeisen zijn voor Windows: Windows 98SE tot XP, een PIII 1.0 GHz processor, 256MB RAM, een 3D-videokaart met 32Mb en 200Mb ruimte op de harde schijf, geen eisen waar de gemiddelde huis-, tuin- en keuken-pc moeite mee zou moeten hebben. Voor de Mac geldt: Mac OS X 10.3 Panther; 10.4 Tiger, G4 1.25 GHz processor, en eveneens 256Mb RAM en 200Mb vrije schijfruimte. Uiteraard geldt voor beide dat een snellere processor en vooral meer geheugen het geheel veel plezieriger laten lopen. Conclusie Er is een vijf dagen demoversie te downloaden van de website van Cosmic Blobs. Hier is ook een PDF van het handboek te vinden, evenals wat instructiefilmpjes, een aantal howto's en een Help Center. Deze laatste laat steeds een compleet scherm zien, waarbij op elk icoon kan worden geklikt om een uitgebreide uitleg daarover te krijgen. De hoeveelheid informatie is erg uitgebreid en gewoon goed te noemen. Alles is in het Engels, maar zo visueel opgezet dat het zonder volledige beheersing van deze taal ook wel lukt om er wijs uit te worden. Al met al is Cosmic Blobs een leuke manier om kinderen een eerste kennismaking te bieden met het 3D-modelleren voor de prijs van een computerspel. Het is opvallend hoe snel complexe bewerkingen worden uitgevoerd binnen een vriendelijke omgeving. www.cosmicblobs.com
Prod_CM4_2006
02-06-2006
12:47
Pagina 16
CAD-Wereld
Werken in Alibre Design
3D Fundamenteel anders dan 2D Door: Bert Hobelman
Sinds 2004 is AniVizzion in Arnhem de distributeur voor Alibre Design in Nederland. Dit pakket wijkt af van de traditionele 2D CAD-programma’s. Het is in de eerste plaats voornamelijk bedoeld voor technische toepassingen, zoals die in machinefabrieken, maar daarnaast ook voor fabrikanten die hun onderdelen in 3D ontwerpen en een prototype maken.
Een samenstelling in Alibre Design.
Een vraag die bij de meeste 2D-gebruikers opkomt als ze met Alibre Design werken is: “Hoe trek ik een lijn?” De werkwijze van een 3D parametrisch CAD-systeem is fundamenteel anders dan in een 2D CAD-systeem. De gebruiker ‘tekent’ het onderdeel niet meer, maar ‘ontwerpt’ het onderdeel in 3D. Het maken van de tekening kan aan de computer worden overgelaten. In feite zijn het een aantal stappen die worden genomen om een samenstelling van onder-
delen volledig uit te werken. Om te beginnen wordt een basisfiguur uitgezet in een Sketch-omgeving. Dit lijkt nog het meest op een 2D CAD-programma, maar er is meteen al een verschil. In plaats van een lijn direct een lengte mee te geven, worden afmetingen bepaald door te bematen. Een voordeel hierbij is dat de lengte van een deel van een ontwerp afhankelijk kan worden gemaakt van een andere lengte die elders in het ontwerp voortkomt. Bijvoorbeeld een gat dat zich altijd op éénderde van de lengte van een profiel bevindt, ook als de afmetingen van het profiel wijzigen. Het is zelfs mogelijk om alle maten in een Excelbestand te plaatsen. Een onderdeel kan zo op maat worden gemaakt door alleen een tabel aan te passen.
Naar 3D Als de Sketch op maat is, kan op verschillende manieren een 3D-object worden gemaakt. Bijvoorbeeld met behulp van Extrusie-, Revolve- of Loft-commando’s. Ook kan materiaal van een 3D-object worden verwijderd met Cut- en Hole-functies. Afronden of afschuinen van randen komt veel voor, dus daar zijn speciale functies voor. Door verschillende van deze mogelijkheden te combineren, ontstaat al snel een 3D-model. Dit wordt niet alleen geometrisch juist weergegeven, maar staat ook toe dat de verschillende maten worden aangepast. Dit met het gevolg dat alle relevante data mee wijzigen. Alibre Design Professional kent ook Configuraties. Verschillende stadia of variaties van het ontwerp kunnen worden opgeslagen in zo’n configuratie. Hiermee is het dus mogelijk om meerdere varianten van een ontwerp in één enkel bestand te bewaren. De Samenstelling Nadat meerdere onderdelen gemaakt zijn, is het tijd om een samenstelling te maken. In de samenstelling gaat het niet meer om het bewerken van onderdelen, maar ook om de manier waaraan ze aan elkaar zijn gekoppeld. Bij het maken van een samenstelling verschijnen andere commando’s op het scherm om het voor de gebruiker overzichtelijk te houden. Ook hier geldt weer dat alle verbanden in de samenstelling worden geplaatst, zoals die in de werkelijkheid ook aanwezig zijn. Dus ook de samenstelling wijzigt mee als een onderdeel wordt aangepast. Daarnaast kan de beweging van de samenstelling, voor zover aan de orde, worden gesimuleerd door een onderdeel met de muis te bewegen. In een samenstelling is het nog steeds mogelijk om een onderdeel te bewerken. Het scherm van Alibre Design toont dan weer dezelfde bewerkingsfuncties als wanneer een nieuw onderdeel wordt gemaakt. Wel zijn dan de rest van de onderdelen van de samenstelling zichtbaar.
Prod_CM4_2006
02-06-2006
12:47
Pagina 17
CAD-Wereld
Beheer Het beheer van tekeningen kan eventueel in de zogenaamde Repository. Van alle bestanden wordt hier bijgehouden wie er aan heeft gewerkt, welke onderdelen er bij horen en welke versies er van zijn. Oudere versies zijn altijd nog beschikbaar zodat een ontwerper kan zien hoe een bepaald ontwerp er vijf versies geleden uitzag. Als meerdere gebruikers aan een project werken, is van elk bestand aan te geven welke rechten iemand heeft op een tekening. Zo wordt soms alleen ‘redline’-rechten aan iemand verleend waardoor deze persoon commentaar kan geven op een tekening door als het ware met een dikke rode stift opmerkingen kan plaatsen in de tekening. Het ontwerp zelf kan dan echter niet worden gewijzigd.
Maten in de 2D-schets sturen het 3D-model. Hier in een plaatwerkonderdeel.
Standaard nderdelen zijn beschikbaar via de ingebouwde Part Library. Deze onderdelen komen rechtstreeks uit de database van Alibre die tienduizenden elementen bevat. Een andere mogelijkheid is de Part Solutions-bibliotheek, die zelfs nog meer onderdelen bevat, maar iets trager in gebruik is. Een Internetverbinding is hierbij wel noodzakelijk. Eenmaal binnengehaalde onderdelen blijven ook offline beschikbaar. Om te verduidelijken hoe de samenstelling er uitziet, kan Alibre Design een Exploded View of doorsneden maken. Toch 2D Het maken van de uiteindelijke werktekening gaat automatisch. Na het kiezen van de grootte van het tekenvel, de schaal en eventuele andere gegevens die in de rechteronderhoek moeten komen, worden de gekozen aanzichten automatisch geplaatst in de tekening. Alle maten die tijdens het ontwerpen van een onderdeel al
ingevoerd zijn, worden desgewenst automatisch geplaatst. Om de tekening af te maken staan er functies als doorsneden, detailuitsneden, vorm en plaatstoleranties tot de beschikking van de constructeur. Ook de stuklijst wordt automatisch ingevoegd. Zelfs als hier een maat wordt aangepast zal dat door het hele model doorwerken, dus ook in 3D. Vaak wordt van een ontwerp een visualisatie gemaakt. Hierbij wordt het model voorzien van de juiste materiaaleigenschappen om zo een duidelijk eindbeeld te krijgen. In Alibre Design gaat dit door middel van Photorender. Middels zogenaamde studio’s geeft de gebruiker aan in welk licht en met welke achtergrond het model moet worden gerenderd. Tot slot kan een sterkteberekeningsprogramma een model aan een virtuele belasting onderwerpen. De resultaten zijn als HTML-bestand beschikbaar voor printen of versturen.
Lesprogramma’s Het ontwerpen volgens deze werkwijze is in lijn met veel andere parametrische solid modelers. Gebruikers die al ervaring hebben met solid modeling zullen weinig moeite hebben om met Alibre te ontwerpen. Uitwisselen van bestanden gaat via DWG, DXF, STEP, IGES of SAT. Verder wordt er veel aandacht besteed aan lesprogramma’s die standaard in Alibre Professional aanwezig zijn. Een opvallende eigenschap van Alibre Professional is de mogelijkheid om online hulp te vragen aan een zogenaamde Alibre Consultant of een Alibre Assistant. In zo’n geval wordt er een teamsessie gestart waarbij beide partijen het 3D-model kunnen zien en bewerken. Dat bewerken gaat uiteraard door één persoon tegelijk, maar de andere gebruiker kan realtime mee kijken en eventueel commentaar geven. Deze functie is ook geschikt om twee of meer constructeurs via internet samen aan een onderdeel te laten werken terwijl ze niet in elkaars buurt zijn. www.anivizzion.nl
CADMagazine Juni 2006-4 17
Prod_CM4_2006
06-06-2006
11:54
Pagina 19
CAD-Wereld
Pakket beschikbaar in Nederlandse versie
DDS 3D InstallatieCAD op basis van IFC Door de redactie.
Op de vakbeurs voor Verwarming, Sanitair en Klimaat- en Koudetechniek heeft Data Design System (DDS) Benelux een 3D CAD-systeem voor installateurs gelanceerd. Het pakket wordt verkocht onder de naam DDS 3D InstallatieCAD en is een Nederlandse uitvoering van software die al beschikbaar is in Duitsland en Scandinavië.
Een driedimensionale weergave van een leidingsysteem in DDS 3D InstallatieCAD.
D
DS is een zelfstandige, Nederlandse verkoop- en serviceorganisatie en onderdeel van Cadvisual International Holdings. Cadvisual houdt zich sinds 2003 bezig met de import, lokalisatie en implementatie van 3D-softwareproducten voor de bouw, en heeft momenteel zeven werkmaatschappijen die producten voeren voor 3D architectonisch ontwerp, 3D terreinplanning en wegenbouw, 3D modelnavigatie, 3D/4Dprojectplanning, IDM, een IFC-koppelbare Specificatie van eisen DataBase, 3D IFC modelserver, 3Ddocumentbeheer, 3D- IFC gebaseerde energiesimulaties en IFC gebaseerd Technisch Facilitair Beheer. IFC Het uitgangspunt van Cadvisual is dat het gehele communicatieproces, vanaf het samenstellen van het programma van eisen (PVE) van een bouwkundig project tot en met het technisch facility management, alle projectinformatie als intelligente 3D CAD informatie doorgeeft. Dit
gebeurd op basis van de Industry Foundation Classification (IFC). Dit is een open, producentonafhankelijke, objectgeoriënteerde standaard voor het uitwisselen van 3D CAD-gegevens. De IFC is in de jaren negentig in het leven geroepen door de International Alliance for Interoperability. IFC maakt het werken met een Bouw informatiemodel mogelijk, waardoor alle projectdeelnemers aan één centraal virtueel 3D-gebouwmodel gegevens kunnen ontlenen en toevoegen. Hierdoor komt uiteindelijk een digitaal as-built model tot stand wat als bron kan dienen voor bijvoorbeeld een Facility Managementsysteem of documentbeheersoftware. Symbolen en normen DDS 3D InstallatieCAD werkt volledig in 3D en maakt gebruik van een open systeem met betrekking tot de productbestanden en -database. Een voorbeeld van deze laatste zijn 2BA en TU die samen met Nederlandse symbolen en normen beschikbaar
zijn. Daarnaast is uitwisseling met andere ontwerp- en planningomgevingen mogelijk door middel van im- en export van 2D/3D DXF/DWG en IFC. Verder zijn ook hoeveelhedenstaten en materiaallijsten direct naar calculatiesoftware te exporteren. Naast de uitwisseling op digitaal niveau zijn ook hardcopy bestanden te gebruiken. Zo zijn papieren bouwtekeningen na het inscannen geschikt als onderlegger voor een tekening. De software zal voor het sanitair en de verwarming de U-waardes van de bouwelementen automatisch bepalen binnen het IFC 3D CAD-model en deze verwerken in de resultaten voor de energievoorzieningsplanning Daarnaast worden alle bouwdelen voorzien van technische gegevens. De software zal zelf verwarmingselementen en leidingen toewijzen en koppelen. Ook pijpenstelsels en kranen worden automatisch op maat gezet. Voor de klimaattechniek geldt dat het programma de luchtkanalen en rookgasafvoer automatisch dimensioneert. Hierbij is het mogelijk om drukverliesberekeningen met hydraulische callibratie uit te voeren. Alle wijzigingen in het basisontwerp worden automatisch doorgevoerd in alle schema’s, tekeningen, rapportages, stuklijsten en 3D-visualisaties die binnen de DDS 3D InstallatieCAD gekoppeld zijn aan het ontwerp. Voor het maken van de visualisaties heeft DDS een ingebouwde renderingsmodule beschikbaar. Verder zullen op zéér korte termijn koppelingen met VABI en Intellec software beschikbaar komen voor de uitwisseling van modellen. www.cadvisual.nl www.dds-cad.nl www.building-smart.net
Prod_CM4_2006
02-06-2006
12:47
Pagina 20
CAD-Wereld
Electrical-producten via Aceri Aceri Nederland was altijd verantwoordelijk voor de verkoop en ondersteuning van Electrical Designer en Autocad Electrical. Sinds januari 2006 heeft deze dealer echter de rol gekregen van distributeur voor deze Electrical producten. Aceri zal dus voortaan via een beperkt dealerkanaal de directe verkoop verzorgen. Deze dealerselectie is samengesteld door Autodesk zodat het expertiseplatform gecontroleerd zal zijn door de gehele Benelux. Alleen de door Autodesk geselecteerde partners mogen deze producten verkopen en ondersteunen. Greenock Engineering is samen met Cadix Automatisering en het Belgische CADService benaderd door Aceri Nederland en Autodesk om Autocad Electrical als engineering oplossing te gaan voeren. Greenock Engineering organiseert hierom een aantal workshops waarin gebruikers kosteloos kennis kunnen maken met AutoCAD Electrical. www.aceri.nl www.greenock.nl
Revit autorisatie voor ALFA Development Met ingang van 1 juni is ALFA Development geautoriseerd als dealer van Autodesk Revit Building en AutoCAD Revit Series (ARS). Doordat ALFA Development deelneemt in Het Digitale Huis is ook de continuïteit van aansluiting op deze nieuwe Nederlandse standaard tot stand gekomen met koppelingen naar bestek, begroten, bouwbesluitcontrole applicaties en een bouwdeelbibliotheek.Voor bestaande ALFA-gebruikers is een upgrade naar ARS verkrijgbaar. Zowel ALFA als Revit zijn ook los verkrijgbaar. www.alfadevelopment.nl
ARKEY Interieur versie 3.1
De module ARKEY Interieur is gebaseerd op het CAD-systeem ARKEY. 20
CADMagazine Juni 2006-4
Versie 3.1 biedt een bouwbibliotheek met selecteergereedschap om muren, ramen en deurente plaatsen. Voor het inrichten wordt gebruik gemaakt van 2D/3D-meubelbibliotheken van bekende meubelfabrikanten. Daarnaast bevat de bibliotheek accessoires zoals planten, lampen en keuken en bureaumaterialen. De nieuwe versie van de interieurmodule bevat een compleet vernieuwde tapijtfunctie. Verder zijn nieuwe bibliotheken van Gesika, Kembo en Renz aan het programma toegevoegd en zijn er een tiental bibliotheken aangepast. www.arkey.nl
Bierflesmachine wint ontwerpwedstrijd Autodesk De Inventor Design Contest, de ontwerpwedstrijd van Autodesk, heeft nu al voor de vierde keer plaats gevonden. De winner is Alexander Schlosser van de RICAO-Maschinenbau GmbH in Duitsland, die ervan door mocht gaan met de eerste prijs voor zijn ontwerp van de snelste bierkurk-sluitmachine ter wereld. De tweede prijs was weggelegd voor Atlas Copco in België voor het ontwerp van de industriële droger FD95. Meer dan 300 landen hebben deelgenomen aan de wedstrijd. www.autodesk.nl
Bentley verbindt MicroStation aan Google Earth Gebruikers van MicroStation kunnen vanaf nu gebruik maken van Google Earth-omgevingen voor het bekijken van 2D- en 3D-modellen. Op deze manier is het bijvoorbeeld mogelijk om een gebouw te visualiseren op een plek waar het nog gebouwd moet worden, waarbij Google Earth de achtergrondinformatie verzorgt. Uiteraard gaat het hierbij niet alleen om het beeld maar ook om de geassocieerde content zoals andere gebouwen, vervoerssystemen en grenzen. Het MicroStation-bestand kan hierbij links bevatten naar meer gedetailleerde data, bijvoorbeeld in de vorm van Excel-, Word- of PDFbestanden. Alle levels in MicroStation zijn beschikbaar voor de Google Earth-gebruiker, zodat deze willekeurige delen van het model aan en uit kan zetten. Verder is het mogelijk om voorgeconfigureerde perspectieven aan te maken voor
andere gebruikers. De geometrie van MicroStation-gebruikers die het coördinaatsysteem hebben gedefinieerd voor hun ontwerp zal automatisch worden geëxporteerd naar de correcte locaties in Google Earth. www.bentley.com/earthtools
Bentley start ProjectWise StartPoint ProjectWise StartPoint is een samenwerkingstool van Bentley, die gebaseerd is op Microsoft Office SharePoint technologie. De tool is bedoeld voor zowel MicroStation-, MicroStation PowerDraft- als AutoCAD-gebruikers en beheert de kritische relaties binnen CAD-bestanden. Het pakket vereist geen andere server software naast SharePoint en is bedoeld als instapprogramma voor organisaties die willen groeten naar high-end ProjectWise-mogelijkheden. De gebruikte technologie en producten van Microsoft SharePoint bieden bestandsbeheer met behulp van check-in/check-out functies, versiebeheer en zoekfeatures. De website en het gebruikersgedeelte zijn bovendien aan te passen aan persoonlijke wensen. Naast deze standaard SharePointmogelijkheden biedt ProjectWise StartPoint het beheer van relaties voor MicroStation Reference Files en AutoCAD X-Refs. Ook ondersteunt het systeem MicroStation V8 XM Edition Link Sets tussen CADen Office-bestanden. Daarnaast is het mogelijk om PDF’s en andere plotbestanden vanuit MicroStation direct op te slaan in SharePoint-technologie. Tenslotte kunnen MicroStation workspaceprofielen worden aangewezen aan individuele DGN-bestanden voor standaardisatie van bestanden. ProjectWise StartPoint is inbegrepen in MicroStation V8 XM Edition. AutoCAD-gebruikers kunnen een gratis downloadable plug-in installeren. In beide gevallen is de aankoop van een ProjectWise gebruikerslicentie vereist. www.bentley.com/projectwise
Gratis Bentley-software voor studenten Bentley Systems maakt bekend dat het BE Careers Network de gratis MicroStation PowerDraft CAD-software voor studenten en docenten nu in de volgende negen talen aanbiedt:
Prod_CM4_2006
02-06-2006
12:47
Pagina 21
CAD-Wereld
vereenvoudigd Chinees, traditioneel Chinees, Tsjechisch, Engels, Duits, Italiaans, Koreaans en Spaans. De downloads bevatten de MicroStation PowerDraft-applicatie, een lesprogramma van achttien weken voor leraren en een studentenhandleiding die gratis door de school mag worden gereproduceerd. De software, handleiding en het lesprogramma zijn in negen talen te vinden op de onderstanaande website. Het stimuleringsprogramma van Bentley biedt speciale licenties voor studenten, faculteiten en hogescholen. Naast studentenlicenties in de vorm van gratis downloads van MicroStation PowerDraft, biedt het programma een Afdelingslicentie. Deze biedt toegang tot een volledige reeks softwareapplicaties voor de volledige afdeling met grote korting. De reeks bestaat uit 45 applicaties voor architectuur, geospatial, het ontwerpen van productielocaties, civiele techniek en ruimtelijke ordening. De ‘subscription’ voor deze software is per ‘seat’ en wordt aangeboden voor minder dan één procent van de commerciële verkoopprijs. De licentie omvat tevens gratis training voor docenten, toegang tot relevant cursusmateriaal, technische ondersteuning, software updates en gratis kopieën voor studenten. Tevens is er een faculteitslicentie beschikbaar. Deze licentie biedt hetzelfde als de afdelingslicentie, plus licenties voor een ongelimiteerd aantal gebruikers met korting. www.becareers.org
Bouwstudio 2007 voor AutoCAD Bouwstudio is een bouwkundige applicatie waarmee tekenaars 2Dontwerp-, bestek- en werktekeningen kunnen maken. De nieuwe versie is geschikt gemaakt voor AutoCAD 2007. In bouwkundig tekenwerk komt veel herhaling voor; bijvoorbeeld repeterende gevelkozijnen. Dergelijke blokken worden centraal opgeslagen in een projectbibliotheek en daarna in meerdere tekeningen gebruikt. Voor het tekenen en beheren van gevelkozijnblokken is aan Bouwstudio een nieuwe kozijnmerkenfunctie toegevoegd. Deze maakt gebruik van de AutoCAD Blockeditor, zodoende volstaat het om van ieder uniek gevelkozijn slechts één blok te tekenen.
Dit blok is geschikt om geplaatst te worden in zowel gevel-, plattegronden doorsnedetekeningen. Ook is het mogelijk om met deze blokken door de kozijnmerkenfunctie automatisch een kozijnstaat op te zetten. Verder zijn in de nieuwe versie van Bouwstudio kruisingen en T-aansluitingen van wanden aangepast en is het mogelijk om wandopeningen die vervallen te sluiten. Bouwstudio is voor maximaal twee werkplekken gratis te gebruiken, wie meer licenties nodig heeft dient daarvoor bij te betalen. Het programma is te downloaden op onderstaande site. www.bouwstudio.nl
CMedia Productions BV verwerft HOI-certificering Cmedia, uitgeverij van de vakbladen CAD-Magazine, GeoInformatics en GIS-Magazine heeft een HOI certificering gekregen. Betrouwbare oplagecijfers zijn belangrijk. Enerzijds voor de adverteerders en mediabureaus die hun mediakeuze deels op deze cijfers baseren. Anderzijds voor de uitgeverij zelf, die door betrouwbare en gecontroleerde oplagecijfers aan te leveren een kwaliteitsstempel verwerft waarmee zij zich onderscheidt van vakgenoten. HOI, Instituut voor Media Auditing is een onafhankelijke organisatie met als doel het publiceren van betrouwbare, onderling vergelijkbare en overzichtelijke oplagecijfers of andere verspreidingsdata van in Nederland verschijnende media. www.hoi-online.nl www.cadmagazine.nl www.geoinformatics.com www.gismagazine.nl
Cadac Bibliotheek en Helpfile voor Autodesk Revit
De Cadac Group heeft een uitbreiding op de standaard Revit-bibliotheek beschikbaar gesteld. Deze bibliotheek bevat naast tal van parametrische bouwkundige componenten als muren, puien, trappen en vloeren ook ele-
menten voor de vaste en losse inrichting van het gebouw. Ook bevat de bibliotheek 2D-profielen, die als basis kunnen dienen voor 3D-kozijnen. Bestaande 3D-kozijnen zijn met deze profielen om te zetten zijn naar andere typen. Uitwerken van ontwerpen in Revit naar werktekeningen en detailleringen is mogelijk met de Cadac Bibliotheek. Deze bevat 2D-details zoals de KVTdetails. Daarnaast is er een verzameling symbolen voor annotaties, brandbeveiliging en elektriciteit. Naast de bibliotheek voor Revit is er een Nederlandstalige helpfile beschikbaar. De Cadac Bibliotheek en de Nederlandstalige help worden gratis meegeleverd aan ieder die bij Cadac een nieuwe licentie Autodesk Revit Building of Autodesk Revit Series aanschaft, of zijn bestaande AutoCAD-licenties opwaardeert naar een Revit-product. www.cadac.com
Dynamische bouwdeelbibliotheek
De CAD Factory heeft een uitgebreide bouwkundige bibliotheek met dynamische blokken voor AutoCAD 2006 gemaakt. De bibliotheek bestaat uit blokken van bouwdelen en producten. Ieder blok van een bouwdeel kent twee zogenaamde ‘Visability states’ en is zodoende te gebruiken in ontwerp als bestek en werktekeningen. Bij blokken van producten worden parameters aangeboden die op het product van toepassing zijn, bijvoorbeeld lateihoogte en breedte. Alle blokken gebruiken laagnamen volgens GB CAS 3.0. CADMagazine Juni 2006-4 21
Prod_CM4_2006
02-06-2006
12:47
Pagina 22
CAD-Wereld
De bibliotheek is opgezet met i-drop technologie en is via een standaardbrowser in combinatie met AutoCAD 2006 te gebruiken. Wanneer op een webpagina de cursor van de muis verandert in een‘druppelaar’ kan de tekenaar een i-drop package naar zijn AutoCAD tekening slepen. Zo wordt in één handeling een blok uit de bibliotheek in een tekening geplaatst. Op de onderstaande website is de bibliotheek gedeeltelijk gratis te gebruiken. Voor bedrijven die de complete bibliotheek willen gebruiken is er de mogelijkheid om licentiehouder te worden en krijgen zodoende het gebruiksrecht om de bibliotheek op hun locale netwerk te installeren. www.bouwstudio.nl
Winnaars 2006 Co-Design Competition bekend CoCreate Software heeft de winnaars van de 2006 Co-Design Competition bekendgemaakt. In totaal zijn er in acht verschillende categorieën evenzoveel winnaars gekozen door de bezoekers van de wedstrijdsite. Het gaat om Liebherr Ehingen, FLUXGERÄTE en MAFI Transport-Systeme uit Duitsland, GAW Pildner-Steinburg en Josef Bertsch uit Oostenrijk, Hewlett Packard en Lawrence Berkeley National Lab uit de VS en Norden Machinery uit Zweden. De tweede wereldwijde wedstrijd van CoCreate liet een variëteit aan producten zien, zoals tunnelboormachines, energiecentrales op basis van biomassa em pretzelmachines. De winnende ontwerpen zijn te zien op de website van CoCreate. www.cocreate.com
AutoManager Meridian voor PDMWorks Cyco Software heeft de beschikbaarheid bekendgemaakt van de Cyco AutoManager Meridian Enterprise Connector voor SolidWorks PDMWorks. De connector integreert met bedrijfsbrede IT-systemen en kan daardoor de ontwerpafdeling koppelen met de rest van de bedrijfsorganisatie. Zo is technische documentatie voor iedere afdeling beschikbaar, gedurende de gehele lifecycle van een product. Hierbij is het mogelijk om meerdere CAD-systemen tegelijk te ondersteunen, zoals SolidWorks, AutoCAD, Inventor en MicroStation. www.cyco.com
Ontwerp je eigen sportauto Iedereen kan via Design Contest een eigen sportauto ontwerpen. Na inschrijving via de website kunnen deelnemers aan de start verschijnen door de 3D-software van de wedstrijdsite te downloaden. Iedereen met ontwerpaspiraties kan aan deze ontwerpwedstrijd meedoen. De Design Contest is ook voor educatieve doeleinden een uitgelezen kans. De wedstrijd is zeer geschikt als kant-en-klaar project voor scholen, docenten en leerlingen. De Design Contest speelt zich volledig af via de website. Hierdoor is het verloop van de wedstrijd voor iedereen toegankelijk en inzichtelijk. Er zijn twee verschil-
Dx ADV_SP_ETM_CAD_Magazine__NL.1 1
10.05.2006 11:41:05
Prod_CM4_2006
02-06-2006
12:47
Pagina 23
CAD-Wereld
lende categorieën deelnemers, namelijk studenten/amateurs en professionals. Inschrijven gaat eenvoudig via de website. Na inschrijving download de deelnemer gratis de benodigde software. Ook zijn er zeer uitgebreide Nederlandstalige handleidingen beschikbaar, zodat iedereen mee kan doen. Deelnemers kunnen het ontwerp tussentijds opslaan en er op een later tijdstip verder aan bouwen. De wedstrijd eindigt op 30 juni 2007. Naast een vakjury en een adviescommissie hebben ook de deelnemers en het publiek een stem in het geheel. De weging van deze vier jury’s in de totaalscore is respectievelijk 40, 25, 20 en 15 procent. In de vakjury zijn diverse vakmensen vertegenwoordigd, zoals Jos Vroomans van ANWB Autokampioen, Michael Pilarczyk van RTL Autowereld, Toni Broekhuijsen van Autoweek, Hans Tragter van de UT Twente, Rens Horn van HTS Autotechniek en Fedde Talsma van Volvo Cars. Uiteraard zijn er verschillende prijzen te winnen. Als maandprijs is er een driedimensionale uitvoering van het eigen ontwerp. Verder maken de deelnemers onder andere kans op een Burton Car, een Formule 1 Driving Experience, waardebonnen om een rijbewijs te halen en vele andere prijzen. www.designcontest.nl
Ontwikkeling GB CADAfsprakenstelsel 4 Het GB CAD-Afsprakenstelsel (GB CAS) is primair bedoeld voor gestructureerd tekenwerk van 2D CAD-tekeningen en informatieuitwisseling. In de afgelopen jaren zijn er veel ontwikkelingen geweest op het gebied van CAD-tekenen. Niet alleen de ontwikkeling van nieuwe technieken en inzichten maar ook het driedimensionaal tekenen is de afgelopen jaren sterk toegenomen. Denk daarbij ook aan objectgeoriënteerd tekenen. Vanwege de ontwikkelingen op het vlak van CAD-tekenen is het GB CAS nodig toe aan een vernieuwing. De Stichting Geïntegreerd Bouwen (GB), als eigenaar/beheerder/uitgever, is inmiddels gestart met werkzaamheden die moeten leiden tot een nieuwe en geheel herziene uitgave. Samen met gebruikers zal GB in de komende maanden de ervaring, ken-
nis en wensen op dit gebied bundelen in een nieuwe uitgave. De nieuwe uitgave zal via de onderstaande website worden aangeboden en zal onder meer bestaan uit een document waarin de afspraken zijn vastgelegd en uit enkele tools voor het gebruik van de afspraken en optimalisatie daarvan, zoals templates. Met deze tools is bijvoorbeeld te controleren of een tekening (bestand) conform het GB CAS is opgebouwd. Verder komen er migratietools beschikbaar waarmee tekeningen die gemaakt zijn op basis van het GB CAS 3 kunnen worden omgezet naar de GB CAS 4-omgeving. De website zal medio april 2006 operationeel zijn en vanaf dat moment dienen als informatiebron over de voortgang van de ontwikkeling van het GB CAS 4. Vanaf september 2006 is het nieuwe GB CAS versie 4 beschikbaar. www.gbcas.nl
HiCAD neXt 2006 met ROHR2-Interface HiCAD064-1.jpg: Geen onderschrift. Met HiCAD neXt 2006 is het mogelijk om HiCAD piping-data via een directe interface te verwerken in het programma ROHR2 van SIGMA Ingenieurgesellschaft. ROHR2 is een CAE-systeem voor de eenduidigheid van onderdelen en de statische en ook dynamische structuuranalyse van complexe leidingsystemen en algemene staafvakwerken. De software zal van een in HiCAD neXt opstellingsplan gekozen leiding informatie over de leidingsystemen en drukvaten, armaturen en flenzen, compensatoren en reduceerstukken in een transferbestand schrijven. Dit zijn bijvoorbeeld geometriedata, diameter en wanddikte, materiaal, inbouwpunten en -relaties of uitleggings- en bedrijfsdata. Deze transferdata zijn in ROHR2 in te lezen. De in ROHR2 benodigde, maar door HiCAD neXt niet geleverde waarden, zijn als default in te stellen en eventueel later in ROHR2 interactief te wijzigen. www.isdbenelux.nl
IGOS Next Generation 6.3 NedGraphics CAD/GIS heeft de laatste jaren gewerkt aan de doorontwikkeling van het CAD-pakket IGOS. Met de release van IGOS Next Generation 6.3 is het Neder-
landstalige pakket volledig gemoderniseerd. Naast de compleet vernie uwde gebruikersinterface is het pakket ook onder de motorkap flink onder handen genomen. Zo verloopt de uitwisseling van bestanden volledig op basis van XML en heeft IGOS Next Generation naast de aansluiting op NedGeodata Warehouse ook een standaard Oracle-aansluiting. Ook is er sprake van een vernieuwde DWG-ondersteuning. Naast IGOS Next Generation Basis zijn ook alle modules en koppelingen vrijgegeven voor IGOS Next Generation 6.3. www.nedgraphics.nl
IntelliCAD 6.2 Het IntelliCAD Technology Consortium heeft een nieuwe release van IntelliCAD vrijgegeven. De 6.2-versie bouwt voort op de voorgaande versies met betrekking tot het ondersteunen van grote bestanden. Het weergeven en invoegen van tekeningen met grote polyface meshes gaat bijvoorbeeld acht keer sneller dan in dan in voorgaande versies. De nieuwe kleurfeatures bevatten de ondersteuning van echte kleuren, met meer dan 16 miljoen kleuren, en zogenaamde color books die het mogelijk maken om verzamelingen van kleuren te beheren. In de nieuwe versie is het mogelijk om Adeko Raster toe te voegen aan IntelliCAD Professional. Het rasterprogramma bevat functies voor het werken met afbeeldingsbestanden in tekeningen. Daarnaast zijn er nieuwe methodes en eigenschappen toegevoegd aan de IntelliCAD COM API. Andere nieuwe features zijn de beschikbaarheid van thumbnails bij het doorzoeken van tekenbestanden en de mogelijkheid om WAV-bestanden toe te voegen aan een tekening. www.intellicad.org
Rectificatie In het vorige nummer is een onderschrift weggevallen op pagina 33. De afbeelding in het artikel over RAU was een rendering van het Community College in Leiden, gemaakt door CIIID. www.rau.nl
Prod_CM4_2006
02-06-2006
12:47
Pagina 24
Agenda De agenda bevat aankondigingen van gratis workshops, seminars, themadagen en andere kosteloze activiteiten van CADleveranciers en dealers. Daarnaast is er natuurlijk ook aandacht voor relevante beurzen in Nederland en België. De agenda is doorlopend en beslaat in ieder geval de evenementen tot aan de volgende uitgave van CAD-Magazine. Hiervoor kunnen beurzen, gratis seminars en workshops per e-mail worden aangemeld bij de redactie:
[email protected]. Vermeld de datum, plaats, website en een korte inhoud, en geef als onderwerp van uw mail 'Agenda'.
16 juni, Webdemo AutoCAD Electrical Veenendaal www.autocad-electrical.com
29 juni, Solid Edge, 3D CAD Oldenzaal www.boschengineering.nl
20 juni, AutoCAD 2007 (LT) Seminar Heerhugowaard www.samenwerkendeautomatiseerders.nl
30 juni, Introductie Solid Edge Innovate to PLM Oldenzaal www.boschengineering.nl
22 juni, Seminar Normmanagement Delft www2.nen.nl
Juli
22 juni, Workshop Autodesk Data Management oplossing Amsterdam www.cadcompany.nl 22 juni, Avondsessie 3D CAD ook voor het MKB toegankelijk en betaalbaar Limburg www.boschengineering.nl 22 juni, Workshop CAE software Femap Oldenzaal www.boschengineering.nl 22 juni, Seminar Arch-X voor architecten ’s-Hertogenbosch www.ICN-Solutions.nl 23 juni, Workshop Solid Edge 3DCAD in Vogelvlucht Eindhoven www.boschengineering.nl 23 juni, CAD "inloopmiddagen" Boxtel www.quandes.nl 27 juni, Workshop AutoCAD Electrical Veenendaal www.autocad-electrical.com 27 juni, Seminar AutoCAD Electrical ’s-Hertogenbosch www.ICN-Solutions.nl 29 juni, Workshop Autodesk Revit Building Amsterdam www.cadcompany.nl 29 juni, Seminar Productconfiguratie in het ontwerpproces Ntb www.boschengineering.nl
24
CADMagazine Juni 2006-4
04 juli, Seminar Arch-X ’s-Hertogenbosch www.ICN-Solutions.nl 05 juli, Seminar Autodesk REVIT Building inclusief NL content ‘s-Hertogenbosch www.ICN-Solutions.nl 06 juli, Seminar Autodesk Inventor, Van 2D naar 3D ’s-Hertogenbosch www.ICN-Solutions.nl 13 juli, Workshop AutoCAD Electrical Amsterdam www.cadcompany.nl 14 juli, Workshop Solid Edge 3DCAD in Vogelvlucht Oldenzaal www.boschengineering.nl 21 juli, Webdemo AutoCAD Electrical Veenendaal www.autocad-electrical.com 25 juli, Workshop AutoCAD Electrical Veenendaal www.autocad-electrical.com 27 juli, Solid Edge, 3D CAD Oldenzaal www.boschengineering.nl Augustus 01 augustus, Seminar Arch-X ‘s-Hertogenbosch www.ICN-Solutions.nl 02 augustus, Seminar Autodesk REVIT Building inclusief NL content ‘s-Hertogenbosch www.ICN-Solutions.nl
Prod_CM4_2006
02-06-2006
12:47
Pagina 26
CAD-Wereld
SITaR voor projectteams MatrixOne introduceert een nieuwe methode die bedoeld is voor de gezamenlijke ontwikkeling van complexe digitale ontwerpen. SITaR, wat staat voor Submit, Integrate, Test and Release, biedt verspreide projectteams stappen om grootschalige ontwerpen op te delen in modulaire componenten. Deze zijn gelijktijdig te ontwikkelen en vervolgens te integreren, te testen en vrij te geven. Ontwerpteams van halfgeleiders kunnen het totale project beheren. De SITaR-methode ondersteunt frontend ontwerpcomponenten, waaronder RTL- en softwaremodules, back-end lay-outcomponenten, tests, documentatie en andere ontwerpzaken. Dit alles in één configuratiebeheeromgeving. SITaR biedt de mogelijkheid iedere component afzonderlijk te ontwerpen en te ontwikkelen, waarna een chipintegrator het ontwerp samenstelt voor tests en release. Ieder teamlid kan een eigen versie opslaan, problemen traceren en de status rapporteren. www.matrixone.com
onder meer bestaan uit een document waarin de afspraken zijn vastgelegd en uit enkele tools voor het gebruik van de afspraken en optimalisatie daarvan, zoals templates. Met deze tools is bijvoorbeeld te controleren of een tekening conform het GB CAS is opgebouwd. Verder komen er migratietools beschikbaar waarmee tekeningen die gemaakt zijn op basis van het GB CAS 3 kunnen worden omgezet naar de GB CAS 4-omgeving. De website zal medio april 2006 operationeel zijn en vanaf dat moment dienen als informatiebron over de voortgang van de ontwikkeling van het GB CAS 4. Vanaf september 2006 is GB CAS versie 4 beschikbaar. www.gbcas.nl
Pythagoras GIS+CAD
COINS toegetreden tot PAIS
Nieuwe versie GBCAS Het GB CAD-Afsprakenstelsel (GB CAS) is primair bedoeld voor gestructureerd tekenwerk van 2D CAD-tekeningen en informatieuitwisseling. In de afgelopen jaren zijn er veel ontwikkelingen geweest op het gebied van CAD-tekenen. Niet alleen de ontwikkeling van nieuwe technieken en inzichten maar ook het driedimensionaal tekenen is de afgelopen jaren sterk toegenomen. Denk daarbij ook aan objectgeoriënteerd tekenen. De huidige versie van het GB-CAS, versie 3, is al ruim tien jaar oud, maar wordt nog steeds gebruikt en bewijst nog steeds zijn nut. Ondanks én vanwege de ontwikkelingen op het vlak van CAD-tekenen is het GB CAS nodig toe aan een vernieuwing. De Stichting Geïntegreerd Bouwen (GB), als eigenaar/beheerder/uitgever, is inmiddels gestart met werkzaamheden die moeten leiden tot een nieuwe en geheel herziene uitgave. Samen met gebruikers zal GB in de komende maanden de ervaring, kennis en wensen op dit gebied bundelen in een nieuwe uitgave. De nieuwe uitgave zal via de onderstaande website worden aangeboden en zal 26
CADMagazine Juni 2006-4
combineren zijn. De grafische weergave van de mate van afwijking van een oppervlakte in de tekening en de oppervlakte in de databank kunnen onder andere voor kadastrale toepassingen zeer nuttig zijn. Het automatisch aanmaken van een legende is mogelijk, evenals het gebruik van viewports, eventueel met meer of minder details en andere thematiek. Pythagoras CAD+GIS is een open applicatie. Met Pythagoras VBA en het Pythagoras-objectmodel zijn applicaties te ontwikkelen naar wens van de gebruiker. Eigen formulieren, toegangsrechten op de interne of externe database, toegang tot externe databases via ODBC, rapportering, mail merge, automatische, eventueel real-time ontvangen van data, zijn enkele mogelijkheden. www.pythagoras.net
Pythagoras GIS+CAD, is een nieuw product van ADW Software. De software is wat betreft de grafische interface gebaseerd op het landmeetkundig en civiel technisch programma Pythagoras. Het is dan ook bestemd voor de implementatie van geografische informatiesystemen. Pythagoras GIS+CAD is bedoeld voor gemeenten, kadaster, nutsbedrijven, ruimtelijke ordening en voor wetenschappelijk onderzoek met als doel de analyse en het in kaart brengen van ruimtelijke informatie. Pythagoras GIS+CAD is niet beperkt tot geografische analyse. Binnen eenzelfde omgeving kunnen de gebruikers grafische informatie aanmaken en bijhouden, deze bekijken en bijhouden, analyseren en vervolgens de gegevens rapporteren of weergeven. Eigen lijnstijlen, symbolen, arceringen laten het toe thematiek weer te geven. Verschillende thematische kaarten zijn te combineren om een visuele analyse te vergemakkelijken. In Pythagoras GIS+CAD zijn er zoekmogelijkheden waarin binnen één expressie zowel gegevens uit een databank als grafische kenmerken te
Een van de samenwerkende initiatieven van Platform Afstemming Informatietechnische Structuur (PAIS) is de ProRail Projectobjectenboom. Deze methodiek om databestanden in bouw- en infraprojecten te structureren en beheersbaar te houden is nu opgenomen in het COINS-project, waarna COINS is toegevoegd aan PAIS. Het totaal aantal projecten binnen PAIS blijft daarmee op zes. In de komende tijd wordt veel aandacht besteed aan het afstemmen van COINS en de overige initiatieven binnen PAIS, om eventuele overlap te voorkomen. Het COINS-project streeft naar innovatie van het proces van ontwerpen en bouwen in de civiele industrie. Het project COINS richt zich daarbij op beter gebruik van gegevens van de ruimtelijke objecten. Het project wordt uitgevoerd onder de vlag van CUR in Gouda. Deelnemers zijn bouwondernemingen, ingenieursbureaus en opdrachtgevers. www.coinsweb.nl www.paisbouw.nl
NEN-Catalogus op cd-rom vernieuwd De NEN-Catalogus op cd-rom is opnieuw uitgebracht, deze keer met meer dan 60 duizend normen. De cd-rom bevat een zoekmachine voor zoeken op nummer, trefwoord of
Prod_CM4_2006
02-06-2006
12:47
Pagina 27
CAD-Wereld
ICS-code, het internationale normenclassificatiesysteem voor normen over eenzelfde onderwerp. Daarnaast biedt de software de mogelijkheid om eigen bedrijfs,- of buitenlandse normen en gegevens toe te voegen. Ook zijn eigen normbibliotheken en overzichtslijsten samen te stellen voor beheer van papieren én digitale normen. Daarnaast is directe koppeling met digitale full text-normen mogelijk. De gebruiker kan een keuze maken tussen de stand-alone- of de netwerkversie can de NENCatalogus. De stand-alone versie is geschikt voor installatie op één werkstation en een netwerkversie is voor een onbeperkt aantal gebruikers. Met de netwerkversie hebben alle collega's die op uw bedrijfsnetwerk zijn aangesloten, direct toegang tot de catalogus, inclusief de gegevens die u zelf hebt toegevoegd. Het kan zijn dat het installeren van de stand-alone versie van de NEN-Catalogus cd-rom niet helemaal optimaal verloopt. De producent heeft hiervoor echter een patch beschikbaar gesteld op de website. www.nen.nl
SCIA versterkt aanbod voor BIM Softwareontwikkelaar SCIA kreeg op 14 februari 2006 Nemetschek als referentie-aandeelhouder. Dankzij deze nauwe samenwerking wil SCIA het aanbod in het BIM-concept en CADsoftware voor architectuur- en engineering-toepassingen uitbreiden. Op het gebied van BIM legt SCIA sterk de nadruk op het integrerende aspect van de software. Hierdoor maakt een project onmiddellijk de overgang van de tekenfase naar de berekeningsfase, om uiteindelijk bij de uitvoeringsfase uit te komen. Dit allemaal in de vorm van SCIA PT-software. Deze beschikt over objectgeoriënteerde technologie waarbij elk element van de structuur een intelligent object is. Ook is het systeem parametrisch. Het programma kan daarnaast overweg met XMl en verschillende industrie-interfaces voor de uitwisseling van gegevens. De gebruiker kan normen voor verschillende landen. Naast de focus op BIM heeft SCIA zich versterkt met een supporten consultancy-dienst, die tot doel heeft om gebruikers met alle mogelijke problemen te helpen. www.scia-online.com
ESPRIT 2006 Autodesk Inventor gecertificeerd
ESPRIT is het CAD/CAM systeem van Somatech Applicaties en bedoeld voor toeleveranciers in verspaning, gereedschapmakers en matrijzenmakers.. De intergratie van de software met Autodesk Inventor is verder uitgebreid. ESPRIT is voor Inventor series 11 gecertificeerd. Het programma is volgens de Autodesk-richtlijnen ontwikkeld binnen het Autodesk certified application program en voldoet daarmee aan de normen voor certificering. De 'ESPRIT Autodesk Inventor 11 add-in' is beschikbaar voor alle Inventor-gebruikers en voor hun ESPRIT CAM-software. Door de add-in te installeren komen er in zowel Inventor als ESPRIT twee commando's beschikbaar om Inventor-bestanden in ESPRIT te openen of te importeren. Met de optie binnen Inventor wordt ESPRIT automatisch geopend om een samenstelling of onderdeel weer te geven. ESPRIT hiernaast ook bestanden in van Solidworks, Solid Edge en andere CAD-systemen. www.somatech.nl
Lustrumeditie Contest
SCIA
User
SCIA heeft het startsignaal gegeven voor haar User Contest 2007. Deze wedstrijd is open voor alle constructieprojecten die met SCIA.ESA, Nemetschek en Geodelft-software ontworpen en/of berekend zijn. Dit jaar zijn er ook een aantal nieuwigheden, zoals nieuwe wedstrijdcategorieën en extra prijzen. Net als bij de vorige editie zijn verschillende categorieën voorbehouden voor projecten ontworpen en berekend met SCIA.ESA. De categorie Allplan (Nemetschek) is, door het succes bij de vorige editie, onderverdeeld in twee subcategorieën: Allplan Architecture en Allplan Engineering. Volledig nieuw in deze wedstrijd is de categorie Geotechnics, waarin grond-
mechanische projecten welkom zijn, ontworpen door gebruikers van Mserie-software van Geodelft. De wedstrijd biedt de deelnemers een kans om de resultaten van hun technische kennis en vakkundigheid aan de rest van de wereld te tonen, en wel door middel van 5 duizend exemplaren van het meer dan tweehonderd bladzijden dikke ‘SCIA User Contest Book’, meer dan 12 duizend eNewsbrieven in vijf talen. Bovendien wordt het winnende project in elk van de zes categorieën beloond met een cheque ter waarde van duizend euro. Deelname kan met projecten die al uitgewerkt zijn. De deelnemer moet enkel nog zijn projecten elektronisch naar SCIA doorsturen. Meer informatie en de mogelijkheid tot inschrijven is te vinden op onderstaande website. Op de site van SCIA is tevens het ‘User Contest Book’ van de vorige editie te bestellen. www.scia-online.com/contest2007
StabiCAD LT versie 3.1
In StabiCAD LT versie 3.1 is veel aandacht geschonken aan symbolen en functies in de diverse modules. Deze nieuwe release heeft met name nieuwe functionaliteit voor de installatietechniek en de brandweer beschikbaar gekregen. Bij alle modules met rapportage zijn in de nieuwe versie de beschikbare rapporten direct vanuit CAD-menu’s te tonen. Het nieuwe symbool 'variabel ligbad' plaatst een ligbad, waarbij de gebruiker de afmetingen kan opgeven. Ook de locatie van de aansluitpunten is hierbij vrij instelbaar. Ook het symbool 'toilet met variabele aansluitpunten' is nieuw. Bij het gebruik hiervan kan de gebruiker zelf de locatie van de aansluitpunten kiezen. De weergave van radiatorinformatie is instelbaar in StabiCAD LT versie 3.1. Hierdoor is het mogelijk delen van de radiatorinformatie, zoals fabrikant en vermogen, wel of niet zichtbaar te maken in de tekening. Er zijn flexibele leidingreeksen toegevoegd aan het pakket, zoals Unicore, CADMagazine Juni 2006-4 27
Prod_CM4_2006
02-06-2006
12:47
Pagina 29
CAD-Wereld
Comar, Techtup en Comap. Daarnaast zijn er extra iconen in de CADmenu's bijgekomen. In de nieuwe versie van StabiCAD LT is de functionaliteit voor het maken en gebruiken van het brandkranenboek van de module Veiligheid verder uitgebreid en voortaan als losse module-optie beschikbaar. Met de bestaande functionaliteit van StabiCAD LT is het mogelijk pagina’s over een GBKN met brandkranen ‘heen te leggen’. Zo krijgt de gebruiker een plattegrondenboek met de op de kaart ingevulde brandkranen. Met StabiCAD LT is ook een plattegrond met brandkraanposities van het waterleidingbedrijf te openen en zelf brandkranen op de plattegrond in te voegen. Met de zogenaamde paginaverkenner is het mogelijk door de pagina’s te navigeren en te zoomen. Vanuit deze functie zijn afzonderlijke pagina’s, of een selectievan pagina’s, af te drukken, te verwijderen en te hernoemen. Bijvoorbeeld het hernoemen van pagina’s naar wijken. De wijknamen die aan de pagina’s worden meegegeven, plaatst StabiCAD LT direct op de pagina. Met de paginaverkenner zijn pagina’s op een grafische manier te selecteren vanuit de tekening. De selectie wordt dan teruggekoppeld naar de bladfunctie, waar vanuit dan bovenstaande bewerkingen weer zijn uit te voeren. Ook zijn er nieuwe rapporten toegevoegd waarmee het mogelijk is een straatnamenindex te maken of het aantal en soort brandkranen per pagina weer te geven. www.stabiplan.nl
Wereldwijde afstemming objectenbibliotheken Op donderdag 26 januari 2006 is door de Noorse stuurgroep van het Norwegian BuildingSMART project en Stichting STABU een overeenkomst gesloten voor samenwerking tussen BARBi en LexiCon. Met ondertekening van de zogenaamde ‘Letter of Intent’ onderschrijven beide partijen de strategische voordelen van samenwerking zoals verbreding van het internationale draagvlak voor een op ISO 12006-3 gebaseerde objectenbibliotheek zoals als bijvoorbeeld STABU LexiCon en BARBi, validatie van de inhoud door verschillende partijen, uitbreiding van ondersteunende talen en toepasbaarheid in
verschillende applicaties. In Nederland heeft de Stichting STABU de afgelopen jaren veel energie gestoken in de ontwikkeling van een objectenbibliotheek LexiCon, die het mogelijk maakt dat computers informatie kunnen uitwisselen op het gebied van CAD, bestekken en kosteninformatie. Dit project maakt deel uit van de ruggengraat voor de ICTtoepassing in de bouw, PAIS genaamd, en wordt gefinancierd door PSIBouw. In de Noorse bouwindustrie loopt al vanaf begin 1998 het LexiCon-achtige project BARBi. De gebruikte taal voor de Nederlandse en Noorse objectenbibliotheek is gedefinieerd in de internationale norm ISO 12006-3 Building construction - Organization of information about construction works Part 3: Framework for object-oriented information. Van alle internationale ontwikkelaars van objectenbibliotheken zijn BARBi en LexiCon het meest gevorderd. De achterban van zowel BARBi als LexiCon kende de nodige strijd over de juiste interpretatie van de ISOstandaard 12006-3. Na twee jaar discussie is nu overeenstemming bereikt die in de ‘Letter of Intent’ is vastgelegd. In deze ‘Letter of Intent’ wordt veel verwezen naar bestaande technische documentatie omdat deze de enige zekerheid biedt dat goede afspraken worden vastgelegd. Gezamenlijk kan er nu sturing worden gegeven aan het internationale samenwerkingstraject ‘International Framework for Dictionaries’; de harmonisatie van de objectenbibliotheken wereldwijd. www.stabu.org
Tensor Cad
Met Tensor Cad is het mogelijk om technische werktekeningen te maken. Het programma biedt de mogelijkheid om bematingen met toleranties, arceringen, lijndikte en allerlei andere
andere parameters in te stellen. Aangezien Tensor een Windowstoepassing is kan informatie met andere Windows-applicaties worden uitgewisseld. Zo kan bijvoorbeeld een bibliotheek van onderdelen in Excel worden voorzien van afbeelingen. Ook kan door middel van het klembord van Windows de inhoud van een Tensor-tekening direct in een tekstverwerker worden geplakt. Tensor heeft een eigen scriptprogrammeertaal. Hierdoor is het mogelijk om zelf nieuwe toepassingen te bouwen door de functies in Tensor te combineren. Een voorbeeld is het maken van een automatische stuklijst. Ook kan de gebruiker door middel van een dialoogvenster waarden invoeren voor een parametrisch opgebouwd standaardonderdeel. DXF- en IGESbestanden worden volledig door Tensor ingelezen. De IGES-vertaler is gebaseerd op de IGES 3.5-formaat. Solids en surfaces worden in Tensor naar een draadmodel omgezet. www.tensorcadcam.com
Vabi presenteert PDA-software De VSK stond voor Vabi Software in het teken van een nieuwe ontwikkeling: PDA-software om warmteverlies- en EPAU-berekeningen te maken. Een gereedschap om op locatie gegevens op te nemen en berekeningen te maken. Een uitgebreide uitvoer kan de gebruiker daarna op kantoor via de desktop genereren. Samen met de ISSO organiseert het een aantal regiobijeenkomsten, waar de mogelijkheden van de PDA-software uitgebreid aan bod komen. De bijeenkomsten worden vanaf 12 april gehouden en starten om 19.00 uur. De locaties zijn Dodrecht, Bunnik, Alkmaar, Eindhoven en Zwolle. Deelname is gratis. Voor meer informatie en aanmelding kunnen geïnteresseerden terecht op onderstaande site. www.vabi.nl.
Prod_CM4_2006
02-06-2006
12:47
Pagina 30
In de praktijk
Berekening redt brug van de schroothoop
Holland Railconsult maakt de mar ges stee Door: Sietse Pots
Het is lastig werken in de railinfrastructuur. Neem de drassige bodem en het gebrek aan ruimte in Nederland, tel daar de toenemende concurrentie en de vraag naar efficiënt gebruik van tijd, geld en middelen bij op, en deze conclusie is snel gemaakt.
Holland Railconsult werkt aan projecten als de Betuwelijn en de HSL-Zuid.
A
ls voormalig onderdeel van de Nederlandse Spoorwegen heeft Holland Railconsult een rijke historie op het gebied van spoorontwerp. Het bedrijf is sinds 1839 betrokken bij het ontwerp en de aanleg van vrijwel de gehele Nederlandse spoorweginfrastructuur. Na de verzelfstandiging in 1995 heeft het ingenieurs- en adviesbureau haar werkzaamheden verbreed van spooraanleg naar infrastructuur en vervoersoplossingen in de breedste zin van het woord. Holland Railconsult is onder meer actief in projecten als de Betuwelijn en de HSL-Zuid. Ook is het Utrechtse bedrijf betrokken bij de aanleg van de Hanzelijn, die een verbinding moet gaan vormen tussen Lelystad en Zwolle. Bij Holland Railconsult zijn circa 1300 mensen werkzaam. Grote projecten als de Betuweroute en de HSL-Zuid, maar ook kleinere projecten zoals de aanleg van voetgangertunnels of stationsgebouwen vragen tegenwoordig om een optimalisering van tijd, ruimte en geld. “Nederland is nu eenmaal volgebouwd”, zegt René Dorleijn, senior adviseur Technische Automatisering van 30
CADMagazine Juni 2006-4
Holland Railconsult. “Het vergt daarom veel creativiteit, flexibiliteit en efficiëntie om nieuwe projecten op te zetten.” Sinds de loskoppeling van de NS, nu zo’n tien jaar geleden, is het voor een ingenieursbureau als Holland Railconsult zaak om een stevige positie in de markt in te nemen. Differentiatie Zo’n tien jaar na de verzelfstandiging is railinfrabeheerder ProRail nog altijd de grootste afnemer van Holland Railconsult. Om haar marktpositie te behouden, richt het Utrechtse bedrijf, naast de ‘traditionele’ werkzaamheden ten aanzien van spooraanleg, haar pijlen ook op projecten voor andere opdrachtgevers. Dit houdt vaak andere aandachtspunten en werkwijzen in. Steeds vaker wordt bijvoorbeeld in opdracht gewerkt van aannemers die kiezen voor de meest kostenefficiënte bouwoplossing. Daarnaast zijn, als gevolg van andere contractvormen, vaak meerdere bedrijven betrokken bij de realisatie van een project. De tijd dat één ingenieursbureau werd ingehuurd voor de realisatie van een compleet project lijkt voorbij te zijn.
“We hebben onze vleugels dan ook uitgeslagen”, vertelt Dorleijn. “We richten ons ook op het buitenland en bieden naast infrastructuur tevens vervoersoplossingen aan in de breedste zin van het woord. Dat houdt in dat we ons bezig houden met capaciteit-, veiligheid- en inpassingvraagstukken van onze klanten, maar ook met bijvoorbeeld assetmanagement. Momenteel zijn er zo’n vijftig vakdisciplines binnen het bedrijf.”In de loop der jaren heeft de afdeling ‘civiele techniek’ van Holland Railconsult tal van softwareprogramma’s ontwikkeld en aangekocht. Momenteel zijn er zo’n 150 in gebruik. Naast complexe productiesoftware is tien jaar geleden het programma Mathcad van Mathsoft in gebruik genomen. “Dit pakket sluit aan op de gebruikte ontwerpsoftware. Bovendien is het een nuttig middel gebleken om ontwerpen te optimaliseren,” aldus Dorleijn. Inzichtelijkheid MathCAD wordt niet alleen gebruikt voor formules en uitkomsten, maar omdat de totstandkoming van de berekening inzichtelijk is, valt er ook het werk van anderen mee te controleren. Volgens Dorleijn is dat wel eens anders geweest. “Hiervoor werd door ontwerpers op grote schaal met Excel gewerkt. Voor degene die een Excel-bestand aanmaakt en hierin de gegevens invoert om er vervolgens mee te rekenen, is het geheel nog wel te overzien. Zodra een collega met het Excel-bestand aan de slag gaat, is het echter vaak noodzakelijk een toelichting te schrijven om de totstandkoming van berekeningen uit te leggen. Al met al erg onoverzichtelijk en tijdrovend.” “Het controleren van berekeningen was altijd een heel karwei,” zegt Dorleijn. “Het is nu veel makkelijker een aaneenschakeling van formules te bekijken en te controleren.” Hesselink beaamt dit. “Vroeger moest een formule drie keer worden herberekend ter controle. Nu kan je het in één keer goed uitrekenen en is het ook goed te controleren door collega’s.”
Prod_CM4_2006
02-06-2006
12:47
Pagina 31
de mar ges steeds kleiner met elkaar. Als iets geoptimaliseerd moet worden dan kan dat nu heel eenvoudig met een extra rekenslag, en daarin zit het geld niet.” Ook kleine foutjes die grote gevolgen kunnen hebben, zijn tot een minimum beperkt. “Vergeet-me-nietjes waar je vroeger erg alert op moest zijn, zijn ingevoerd in het programNaast infrastructuur richt Holland Railconsult zich ook op ma. Eenheden worden op assetmanagement. elkaar aangepast,” zegt Hesselink. “Vroeger moesTijdwinst ten we erg nauwgezet zijn met eenheHet aanpassen van een berekening den. Met de huidige software kunnen komt vaak voor bij het werk van de in- we verschillende eenheden, bijvoorgenieurs. Gegevens van projecten wor- beeld millimeters en meters, door elden steeds preciezer naarmate de ont- kaar gebruiken. Mits de eenheid wordt werpfase vordert. Het is daarbij belang- vermeld, rekent het programma alles rijk om eerder werk opnieuw te kunnen steeds om naar consistente eenheden.” gebruiken. Bij herberekeningen scheelt dit veel tijd, legt collega-ontwerper Optimalisatie Nazeh Al-Zubi uit: “Als vroeger een De mogelijkheden tot overdracht en constructie niet voldeed aan de eisen, controleerbaarheid van berekeningen moest je deze aanpassen en daarna he- door collega’s onderling levert veel inlemaal opnieuw berekenen. terne tijdwinst op. Maar ook extern Tegenwoordig kunnen we de aanpass- wordt optimalisatie van tijd en middeingen eenvoudig doorvoeren in de be- len verlangd. Dankzij nieuwe ICT-toerekening en meteen een nieuwe uit- passingen kunnen berekeningen veel komst uitdraaien”. Dorleijn vult aan: opleveren doordat foutenmarges aan“Vroeger konden we de berekenings- merkelijk verkleinen. Al-Zubi maakt in processen niet zo makkelijk integreren de praktijk vaak mee hoe de software het materiaalgebruik kan optimaliseren. “Voor het storten van een onderwater-betonvloer kan bijvoorbeeld worden bekeken hoe met zo weinig mogelijk middelen een constructie kan worden gebouwd die aan alle eisen voldoet. Meer heipalen ter ondersteuning van de betonvloer of minder, een dikkere of een dunnere betonlaag: met de applicatie die ik hiervoor op MathCAD heb ontwikkeld, kan je nauwkeuriger berekenen hoe de materialen optimaal gebruikt kunnen worden. Het programma rekent zelf de meest efficiënte vorm uit,” zegt Al Zubi. Ook het belang van het werken met kleinere foutenmarges is volgens De engineeringafdeling van Holland Railconsult schrijft zelf applicaties voor het berekenen van hem een belangrijk gegeven. ”Dankzij optimaal materiaalgebruik. de software is het mogelijk met kleine-
re marges te werken. Het programma onderwerpt de berekeningsuitkomsten automatisch aan de toetsingen en richtlijnen die bepalen of een constructie stevig genoeg is. De berekeningen worden steeds zekerder, waardoor we steeds dichter tegen de grens kunnen ontwikkelen.” Schroothoop Het doorrekenen van een model kan veel opleveren, zoals treffend bleek tijdens de herberekening van de Calandbrug op de Maasvlakte. “Deze brug vormt een onderdeel van de Betuweroute. Volgens herberekeningen zou de brug, gebouwd in de jaren ’60, het goederenverkeer van de Betuweroute niet kunnen verdragen”, verhaalt Hesselink. “Met behulp van geavanceerde FEM-computermodellen en Mathcad-rekenbladen zijn op het scherpst van de snede aanvullende herberekeningen uitgevoerd. Dankzij de automatisering van deze berekeningsprocessen hebben we deze complexe berekeningen kunnen uitvoeren voor alle onderdelen van de brug, in plaats van alleen een paar ijkpunten. Hierdoor konden we toch binnen een zeer kort tijdsbestek uitsluitsel geven over de noodzakelijke versterkingen. Zonder deze berekeningen was de brug waarschijnlijk op de schroothoop beland.” Toekomst Dorleijn benadrukt het belang van optimalisatie voor de toekomst: “Nieuwe opdrachtgevers en nieuwe contractvormen stellen nieuwe eisen aan het ontwerpproces. Daarnaast is er vraag naar lichtere en duurzamer constructies, wat inhoudt dat nauwkeurigere berekeningen en efficiëntere ontwerpprocessen nodig zijn.” Een andere manier van werken, zegt ook Hesselink. “De hedendaagse rekenprogrammatuur maakt het ons mogelijk om beter en flexibeler in te spelen op deze veranderende vraag vanuit de markt. Hierdoor kunnen we ook in de toekomst scherpe prijzen aanbieden in openbare aanbestedingen.” www.hr.nl CADMagazine Juni 2006-4 31
Prod_CM4_2006
02-06-2006
12:47
Pagina 32
In de praktijk
Montevideo-project vraagt om nieuwe regels
De hoogste woontoren van Neder land Door: Lambert-Jan Koops
Op 21 maart 2005, exact twee jaar na de start van de bouw, tilt de bouwkraan om 9.49 uur een gigantische M op Montevideo en bereikt het gebouw zijn hoogste punt van 152,317 meter. Het duurt echter tot 19 december 2005 voor Burgemeester Ivo Opstelten het hoogste gebouw van Nederland opent. Deze woontoren telt 192 appartementen, 6.000 vierkante meter kantoorruimte en heeft 1.800 vierkante meter beschikbaar voor restaurants en bars. En natuurlijk zijn er nog twee lagen beschikbaar als parkeerruimte.
Karel Koppens (l) en Jan Hendriks presenteren het Montevideo-project.
Montevideo bestaat uit een compositie van in elkaar grijpende volumes, waarvan een deel boven de kade zweeft. Het gebouw refereert aan de hoogbouw van New York, Chicago en Boston uit de periode tussen de twee wereldoorlogen: bakstenen gebouwen, met een verfijnde detaillering en kleurgebruik, veel dakterrassen en loggia’s. De eerste twee verdiepingen zijn geconstrueerd uit staal en dragen de ruim 152 meter hoge toren en de 16 meter uitkragende Waterappartementen. De 27 verdiepingen daarboven zijn gerealiseerd met een betonnen klimkist. Vanaf de achtentwintigste verdieping is verder in staal gebouwd, waardoor de vloeren van deze appartementen vrij indeelbaar zijn. Dit maakt de afwisselende ruimtelijke opbouw van het gebouw mogelijk: de 192 woningen bestaan uit maar liefst 54 verschillende woningtypes en verschillende verdiepingshoogten verdeeld over de Loft-, City- Sky- en Waterappartementen. 32
CADMagazine Juni 2006-4
W-Installatie ENVO Groep is een onderneming met drie pijlers, namelijk ENVO Installatietechniek, ENVO Service en Onderhoud en ENVO Brandbeveiliging. De bedrijven werken bij alle projecten intensief samen. ENVO Installatietechniek en ENVO Brandbeveiliging voeren projecten uit van een enkele woning tot grote utiliteitsen industriële bouwwerken. Op die manier raakte het Geldropse bedrijf ook betrokken bij het Montevideo-project. “Het is een indrukwekkend gebouw,” zegt de werkvoorbereider van Envo, die voor de werkvoorbereiding deed voor het Rotterdamse project. Samen met zijn collega’s was hij verantwoordelijk voor de complete W-installaties. Dit in nauwe samenwerking met het bedrijf ETB Vos uit Dordrecht dat de complete elektra installatie, brandmeldinstallatie en noodstroom voorzieining heeft aangelegd. Hierbij waren meerde raakvlakken van de di-
verse installatieonderdelen aan de orde. De uitwisseling tussen de beide ondernemingen bleek goed mogelijk te zijn, vooral omdat beide gebruik maakten van StabiCAD. “Tekentechnisch hebben we dan ook weinig problemen gehad,” stelt de projectleider van Envo B.V. voor het Montevideo-project. “We konden alles middels DWG uitwisselen en in de ontwerpfase alle tekeningen over elkaar heen leggen. Zo werden de knelpunten opgespoord en aangepakt. Na het definiëren van de tekeningen konden we sparingtekeningen maken welke weer in DWG files aan de aannemer Besix Branch Nederland B.V. werden verstrekt. Ook het Architectenbureau Mecanoo alsmede de adviseur en constructeur leverde hun tekeningen in DWG files aan. Zo konden onder andere aan de hand van deze tekeningen de diverse prefab delen gemaakt worden zonder dat er ook maar iemand aan te pas was gekomen om zaken in te meten.” Verdieping 27a De grootste problemen zaten hem voor ENVO in de opbouw van de woontoren. De verdiepingen 0 tot en met 27a bleken namelijk een gewapend betonnen kern te hebben. Als daar een leiding doorheen moest worden gelegd was het uitkijken geblazen, want de kern bevat betonijzer welke op sommige plaatse zo dik waren als een pols. “Dit bleek met name op verdieping 27a problemen op te leveren,” stelt de werkvoorbereider van ENVO B.V.. “Dit was namelijk de technische ruimte voor alle woningen van verdieping 2 tot en met 27. Deze technische ruimte is dan ook zeker drie of vier keer opnieuw ontworpen, met telkens weer nieuwe problemen die we moesten oplossen. Uiteindelijk hebben we het gedaan zoals het kon maar niet zoals we het zouden willen. Dat kwam overigens niet alleen door de betonnen kern, maar ook omdat op deze verdieping de betonconstructie overging in een staalconstructie. Iets wat het bouwkundig ook allemaal weer lastiger maakte.”
Prod_CM4_2006
02-06-2006
12:47
Pagina 33
n Neder land We kregen bijvoorbeeld te maken met installaties van derden, zoals de stadsverwarming, KPN, CAI, PTT,waterleidingbedrijf e.d. Vroeger werd daar dan een schetsje van gemaakt, wat feitelijk ook gewoon een 3D-projectie is, maar nu doen we dat rechtstreeks digitaal in 3D.” De projectleider van Envo. vult zijn collega aan: “Als je een dergelijk project gewoon netjes opzet in 3D, heb je daar later weer plezier Een van de technische ruimtes in de woontoren. van, zeker in het geval van prefabtekeningen, revisies of meerWerkvoorbereiding In totaal is ENVO zo’n twee en een en minderwerk. Omdat het allemaal half jaar bezig geweest met het project. koopappartementen waren was er dus “Gemiddeld werkten we met zo’n 12 a een grote diversiteit aan woningen.” 13 personen aan deze opdracht,” zo Veel van de maatvoering werd direct vertelt de projectleider van Envo B.V. gedaan in StabiCAD. Dat moest ook “waarbij we de eerste vier maanden in- wel, legt de werkvoorbereider van tensief hebben gebruikt voor de werk- Envo uit. “Bij het betonstorten werden voorbereiding van de diverse installa- de riolering, sprinklerinstallatie en de elektriciteitsleidingen mee ingestort. ties op de lager gelegen verdiepingen. Hierbij is een projectteam in de vorm Vandaar ook dat het van het grootste van een projectleider, werkvoorberei- belang was dat alles al zou kloppen, der en CAD-tekenaar constant aan het want je wilt niet dat die zaken te dicht ontwerpen geweest. Eigenlijk hebben bij elkaar liggen.” we daarbij alleen maar gewerkt met ons StabicAD-pakket. We hebben ook Toestemming vragen nog wel geprobeerd, om de afdrukkos- De bouw van Montevideo kent in ten te kunnen beperken, door met Nederland geen vergelijkbare projecVoloView te werken, maar dat bleek ten. Dat had soms tot gevolg dat er bij verschrikkelijk onpraktisch te zijn. We heel veel instanties bij langs gegaan konden er geen maten in aflezen en moest om goedkeuring te krijgen voor ook nog eens geen delen van tekenin- hun ontwerp. Voor de riolering in gen afdrukken, maar alleen hele teke- Nederland zijn voorschriften pas ningen zelf. Daar hadden we dus niks een paar jaar geleden aanaan. Ik heb echter wel gehoord dat de functionaliteit van die tool inmiddels verbeterd is, dus misschien dat we er in de toekomst nog eens een keer naar kijken.” Opzet in 3D Tijdens het project werd er veel gewerkt in 3D. “Dat moest haast wel,” vertelt de werkvoorbereider van Envo.
gepast voor hoogbouw. Op dit moment vinder er door deze ontwikkeling nog steeds wijzigingen plaats in herziene versies. Dat betekende dat we nauw hebben samengewerkt met de fabrikant van de riolering en hemelwaterafvoersystemen om tot een goed werkend resultaat te komen. Overigens gelde dit voor meerdere disciplines. Tenslotte maak je niet iedere dag zo’n gebouw in Nederland. Ook tijdens de bouw bleek de bijzondere status van het project. Zo bepaald de norm “Een Brandwerend gebouw installeren” dat ook tijdens de bouw al bluswater beschikbaar moet zijn als een gebouw een hoogte bereikt van meer dan 50 meter, Dat betekende dus dat de invoer van de dienstleiding en het brandblussysteem al in orde moest zijn. Dat lijkt gemakkelijk, maar naar mate de bouw vordert wordt het gevaar dat er met de installatie iets mis kan gaan groter doordat een tegelzetter ergens wat water voor nodig had en dat gewoon uit de brandslang of brandkraan haalde terwijl deze verzegeld waren. Logisch, zou je denken, alleen vergat hij dan wel dat daarmee ook het brandalarm in werking werd gezet kon worden en dat hij door de grote drukken op het leidingnet schade kon veroorzaken.” www.envo.nl www.montevideo-kopvanzuid.nl www.stabiplan.nl
Een 3D-weergave van de technische ruimte.
CADMagazine Juni 2006-4 33
Prod_CM4_2006
06-06-2006
14:01
Pagina 34
Software
Brink Groep partner 4Projects Brink Groep en het Engelse 4Projects hebben op 7 maart 2006 een partnerschap gesloten voor de Benelux. 4Projects is producent van de gelijknamige tool, die middels het gebruik van Internet de uitwisseling van informatie en de workflow binnen bouwprojecten mogelijk maakt en projectmanagement ondersteunt. De overeenkomst behelst samenwerking ten aanzien van de doorontwikkeling van het product en de mogelijkheid voor Brink Groep om het product exclusief op de Nederlandse markt te brengen. De verkoop en ondersteuning van 4Projects krijgt een plaats binnen de automatiseringsactiviteiten van Brink Groep en aan op de bestaande productportfolio. In vervolg hierop wordt het product onder de naam IBIS4PROJECTS op de markt gelanceerd. Brink Groep heeft voor IBIS4PROJECTS een plaats ingeruimd op de komende beurzen ‘Bouw&ICT’ en de BouwRAI, waar het voor het eerst aan de Nederlandse markt zal worden getoond. www.brinkgroep.nl
Nieuwe Video and Image Processing Blockset The MathWorks kondigt de nieuwste versie van de Video and Image Processing Blockset aan. Deze breidt de functionaliteit van Simulink uit, waardoor engineers met behulp van Model-Based Design geïntegreerde video- en beeldverwerkingssystemen kunnen ontwikkelen. De Video and Imaging Processing Blockset 2 voegt nieuwe blokken toe aan de bibliotheek en vult de bestaande blokken aan met
34
CADMagazine Juni 2006-4
functionaliteiten voor onder andere het volgen van doelwitten, region of interest-verwerking, blob-analyses, projectieve transformaties, piramiding, kleurconversie en kleurverwerking. Met deze functionaliteiten zijn video- en beeldverwerkingssystemen te ontwikkelen. Engineers die componenten voor consumentenelektronica ontwikkelen, vinden in de Video and Image Processing Blockset-functionaliteiten voor beeldverwerking van digitale camera’s, camcorders en digitale video-uitzendsystemen voor satellieten draadloze verzending. De software wordt ook gebruikt door engineers die medische systemen ontwikkelen, zoals MRI, ultrasone systemen, CT-scansystemen en endoscopie. Voor de automobielindustrie heeft de Video and Image Processing Blockset 2 nieuwe blokken voor blob-analyse, target tracking en Hough transform. Dankzij de mogelijkheid om objecten en hun eigenschappen te identificeren en te detecteren, kunnen automotive engineers camera’s en videosystemen ontwikkelen, die onder meer waarschuwen wanneer het voertuig het rijvak verlaat, rijvakken in de dode hoek detecteren en airbags inschakelen. Door de Video and Image Processing Blockset 2 bij Model-Based Design toe te passen, kunnen engineers video- of beeldverwerkingssystemen/ componenten in een software-omgeving modelleren en simuleren alvorens de hardware-implementatie begint. Bovendien geeft de Video and Image Processing Blockset 2 de gebruikers de mogelijkheid om snel naar designcompromissen te integreren en tools te gebruiken om designs van floating-point naar fixedpoint datatypes te migreren. Model-
Based Design biedt ook mogelijkheden voor de ontwikkeling van algoritmen, de visualisering en de pre- en postanalyse, samen met de automatische generatie van C-code uit Simulink-modellen, voor de toepassing op DSP’s en embedded microprocessors. De Video and Image Processing Blockset 2 is leverbaar voor Microsoft Windows-, UNIX/ Linux- en Macintosh-platformen. www.mathworks.com/products/ viprocessing
FeatureCAM herkent complexe gaten
Delcam heeft een grote verandering aangekondigd met betrekking tot de automatische feature herkenning van FeatureCAM, die automatisch complexe gaten herkent en maakt voor speciale toepassingen. De geüpgrade software maakt het voor de gebruiker mogelijk om de dimensies van de niet-standaard gaten te specificeren, evenals de geometrische features, speciale tools en de exacte verwerkingsparameters. Hierdoor kan de software hydraulische verbindingen, SAE-poorten en stempelgebaseerde fittings automatisch herkennen en aanmaken volgens de gewenste specificaties. De herkenning is hierbij te koppelen aan data die direct zijn geïmporteerd uit CAD-programma’s. www.featurecam.com
Prod_CM4_2006
02-06-2006
12:47
Pagina 35
Software
Distributed Computing Toolbox 2
The MathWorks introduceert de Distributed Computing Toolbox 2, een programmeeroplossing waarmee ingenieurs applicaties voor gedistribueerde gegevensverwerking kunnen ontwikkelen. Deze versie ondersteunt externe schedulers en communicatie tussen de processen, zodat distributie en parallelle verwerking van algoritmen op een cluster van computers met behulp van MATLAB mogelijk wordt. Ingenieurs kunnen hierdoor hun reken- en geheugenintensieve projecten aanpakken en zelf distributed computing-applicaties ontwikkelen. Distributed Computing Toolbox 2 ondersteunt externe schedulers, zoals LSF van Platform Computing. Met behulp van de API kunnen gebruikers de distributed computing tools van The MathWorks integreren in hun bestaande omgeving. Een scheduler kan bijvoorbeeld batch jobs ondersteunen of gebruik maken van The MathWorks jobmanager, onderdeel van de MATLAB Distributed Computing Engine. Een belangrijke verbetering van Distributed Computing Toolbox 2 ten opzichte van de vorige versie is de communicatie tussen processen (IPC), die het mogelijk maakt om pa-
rallelle applicaties te verwerken. De nieuwe versie bevat communicatiemogelijkheden gebaseerd op de Message Passing Interface (MPI), de communicatiestandaard voor parallel programmeren. Omdat Distributed Toolbox 2 op alle hardware werkt waarop MATLAB draait, kunnen de gebruikers hun parallelle applicaties opnieuw toepassen op nieuwe hardware of besturingssystemen zonder dat ze hun applicatie hoeven aan te passen. www.mathworks.nl
om applicaties te visualiseren en te analyseren.MATLAB 7.2 is onmiddellijk beschikbaar voor de Microsoft Windows-, UNIX/Linuxen Macintosh-platformen. Het maakt deel uit van The MathWorks Release 2006a die ook een nieuwe versie omvat van MATLAB Compiler, Statistics Toolbox en Neural Networks Toolbox. www.mathworks.nl
Multidisciplinaire simulaties met MD Nastran
MATLAB ondersteunt Windows XP Professional x64 MATLAB 7.2 is een nieuwe versie van MATLAB die ook Windows XP
Professional x64 ondersteunt. Gebruikers kunnen hierdoor zwaardere, meer gegevensintensieve applicaties uitvoeren door gebruik te maken van het grotere geheugen van Windows XP Professional x64 Edition. MATLAB 7.2 omvat tevens nieuwe functionaliteiten voor de analyse en visualisering van tijdreeksdata, inclusief een interactieve grafische interface. Door engineers in staat te stellen om data en tijd gelijktijdig te bewerken, wordt het risico op fouten verlaagd en is er minder tijd nodig
MSC Software annonceert een nieuwe versie van Nastran; MD Nastran. MD Nastran is een volledig geïntegreerde multidisciplinaire oplossing waarin de verschillende technologieplatformen, zoals Marc, Dytran en LS-Dyna, zijn gecombineerd. Ingenieurs kunnen hierdoor werken met één enkel gemeenschappelijk datamodel in plaats van verschillende modellen voor losstaande analyses. MD Nastran vermindert ook het aantal simulatietechnologieën die zich verspreid binnen organisaties bevinden, waardoor kosten worden bespaard. www.mscsoftware.com
CADMagazine Juni 2006-4 35
Prod_CM4_2006
02-06-2006
12:47
Pagina 36
Hardware
Printers voorzien van nieuwe koppen
Mutoh Europe terug op de CAD-markt Door de redactie.
De producent van grootformaatprinters Mutoh heeft een terugkeer naar het CAD-segment aangekondigd met de introductie van een nieuwe lijn van inkjetprinters: de MUTOH rj-900 DrafStation series. De nieuwe DrafStations zijn de eerste grootformaatprinters voor de CAD-markt in de Benelux sinds de printers van de Falcon CAD RJ-800 series op de markt kwamen.
De MUTOH rj-900 DrafStation series bevat een nieuw soort piëzo-printkop.
A
lhoewel Mutoh in Europa de laatste jaren weinig aandacht heeft besteed aan de CAD-markt heeft het moederbedrijf Mutoh Industries in Japan in de tussentijd wel dit marktsegment bedient. Vandaar ook dat de nieuwe modellen van de DrafStation series zijn ontwikkeld door de Japanse afdeling van de onderneming. De serie bestaat uit twee modellen, namelijk de RJ-901 en de RJ900 die respectievelijk 24 en 42 inch breed zijn en een bijbehorend printbereik hebben van 604 en 1074 millimeter. Beide printers leveren een resolutie van 1.440 x 2.880 dpi. Nieuwe printkop De nieuwe DrafStation Printer series bevat een nieuw soort ‘Wide Model’ piëzo-printkop. Deze CMYK-printkop bevat een totaal van 1440 nozzles in acht lijnen van 180. Hierbij zijn de 36
CADMagazine Juni 2006-4
spuitkoppen natuurlijk verdeeld per kleur, zodat er 360 nozzles beschikbaar zijn voor elke inktsoort. Naast de eerder genoemde maximale resolutie is het ook mogelijk om af te drukken op 360 x 360, 720 x 360, 720 x 720 en 1440 x 1440 dpi. De nieuwe printers worden geleverd met inktcasettes van 110 milliliter. Voor cyaan, magenta en geel zijn de inkten watergebaseerd terwijl zwart met een speciale gepigmenteerde inkt wordt afgedrukt. Hierdoor is deze laatste kleur beter bestand tegen UV-licht en snel drogen, wat weer een versnelde afwerking van schetsplotten op goedkope media mogelijk moet maken. Communicatie De printers van de RJ-900 series bieden een systeem waarbij alle werkzaamheden aan het apparaat, zoals het laden van de media en het vervangen
van de inktcassettes, zijn uit te voeren aan de voorkant van de printer. Voor de communicatie zijn zowel HPGL/HP-GL2 en RTL-pass beschikbaar terwijl er standaard LAN en USB 2.0-interfaces aanwezig zijn. Het interne geheugen bedraagt 128 Mb voor de RJ-901 en 256 voor de RJ-900. Er is een Windows system driver beschikbaar in verschillende talen, alsook een dedicated AutoCAD HDI driver. Presets voor mediatypen DrafStation printers beschikken over een nieuw ontworpen mechanisme voor het verplaatsen van de media. Daarnaast zijn er presets aanwezig voor het afdrukken op verschillende mediatypen, zoals gewoon papier, filmes, gecoat papier en glossy presentatiepaper. De standaard Windows system driver van de RJ-900 series maakt het mogelijk om op afstand de status van de printer te monitoren. Hiermee kan de beheerder zien wat de plotstatus is, het inktniveau en de hoeveelheid beschikbare media. De DrafStation printers zijn beschikbaar vanaf mei 2006. www.mutoh.be
Prod_CM4_2006
02-06-2006
12:47
Pagina 37
Trainingswijzer
Postbus 3302 5203 DH ‘s-Hertogenbosch Tel. (073) 750 67 50 Fax. (073) 750 67 51
• AutoCAD (LT) Basis, Update, 3D en Gevorderden
E-mail:
[email protected]
Werktuigbouwkunde
Bouwkunde
• Autodesk Revit • Autodesk Architectural Desktop Electrotechniek
• AutoCAD Electrical Visualisatie
• Autodesk VIZ
Dankzij onze Autorized Training Center status garanderen wij trainers én faciliteiten op een door Autodesk bepaald kwaliteitsniveau. Bel voor een informatiepakket of kijk voor data en prijzen op de trainingskalender via www.innotiv.nl . Hier kunt u ook onze brochure downloaden.
TEC / CAD College BV
www.inventor-professional.nl
Autodesk Authorized Training Center Nijmegen
www.cadix.nl
Kijk op Internet www.cadcollege.nl of vraag de brochure aan. Bel (024) 3565677 of mail naar
[email protected]
Cadmes B.V. Australiëlaan 8 5232 BB ‘s-Hertogenbosch Tel. (073) 645 62 22 Fax (073) 645 62 42
[email protected] Contactpersoon: Dhr. G. Thelissen
SolidWorks Basis Training SolidWorks Advanced Training SolidWorks API Training SmarTeam Basis Training ProfiDB Training DBWork Training Cosmos Works Training Cosmos Training Cimatron Training
Als Authorized Training Center verzorgt Cadmes de bovenstaande trainingen, zowel intern ('s-Hertogenbosch, Eindhoven, Gent en Gosselies) als op locatie. Neem voor uitgebreide trainingsinformatie en data contact met ons op. Bel (073) 645 62 22 of mail naar
[email protected].
www.cadmatch.nl
Autodesk Authorized System Center
www.3Deveryday.nl
E-mail:
[email protected]
Kerkenbos 1018 B 6546 BA Nijmegen T: (024) 356 56 77 F: (024) 354 19 31 E:
[email protected] CP: Leonie Bergsma
Cadix Opleidingen
Trainingslocaties onder andere in Breda, Goes, Oosterhout (NB), Rotterdam en Velsen-Noord. Bel: 0162-490101 Mail:
[email protected]. Meer informatie: www.cadmatch.nl.
Innotiv Training Center verzorgt training voor AutoCAD, Autodesk Inventor en MicroStation gebruikers. Behalve het verzorgen van training op iedere door ú gewenste locatie (maatwerk), organiseren wij met grote regelmaat training op vaste locaties in ; Zoetermeer, Amersfoort, Arnhem en Sittard.
Autodesk HBO instituut Behaal uw HBO diploma! TEC biedt de mogelijkheid u verder te bekwamen tot een Autodesk Certified Engineer (ACE). U doorloopt een bepaald traject van cursussen, maakt een praktische eindopdracht, bij voorkeur passend binnen uw werk en bij uw eigen werkgever en verdedigt deze. Slaagt u, dan heeft u een AutoCAD HBO diploma verdiend! De opleiding is Inclusief materialen als boeken en software. Toelatingseisen: MBO. Studierichtingen: ondermeer System Manager (AutoCAD) en Mechanical Designer (Inventor).
Uw trainingen een heel jaar lang in CAD-Magazine en op www.cadmagazine.nl voor € 1300,–
Naast een basis training Inventor kunt u ook kiezen voor een van onze ééndaagse trainingen, bijvoorbeeld: Sheet Metal, Large Assembly of Parametrisch ontwerpen. Trainingen geven wij klassikaal of bij u op locatie, ook avondtrainingen zijn mogelijk.
Innotiv Training Center Het Rond 18 2711 BW ZOETERMEER tel : 079 3 43 67 37 fax: 079 3 42 31 11
Het CAD-Centrum TEC, ook wel genoemd het CAD College, verzorgt sinds 1984 kennis-over-dracht in de vorm van CAD -opleidingen, -leerboeken en educatieve software. Bij de cursus ontvangt u een uitgebreid Nederlandstalig leer- en naslagwerk van R. Boeklagen die tevens uw docent is. U krijgt een Autodesk-certificaat bij de cursussen en een HBO-diploma bij de opleidingen.
Opleidingen in diverse trainingslokalen in Nederland, of op locatie is mogelijk. Voor uitgebreide trainingsomschrijvingen kunt u kijken op www.ICN-Solutions.nl. Bel voor onze speciale (maatwerk)aanbiedingen, groepskortingen en trainingskalender!
Werktuigbouwkunde • Autodesk Inventor Series • Autodesk Inventor Professional • Autodesk Mechanical • Autodesk Electrical • Autodesk VIZ Datamanagement • Autodesk Vault • Autodesk Productstream • Autodesk Streamline • AM Meridian • Custom made add-in programs
* Inventor Basis Stnd (4 dagen) * Inventor Basis Extra (5 dagen) * Inventor Gevorderd * Inventor Professional * Inventor Release Update * Thema Training
• AutoCAD Basis • AutoCAD Update • AutoCAD Gevorderden • AutoCAD 3D • AutoCAD Optimalisatie • AutoCAD & VBA Basis • AutoCAD & VBA Gevorderden • Inventor Basis • Inventor Gevorderden • Inventor Professional
Datamanagement
Autodesk Authorized Training Center voor: - CAD Algemeen - Werktuigbouw Contactpersoon: Cindy Schmit - GIS E-mail:
[email protected] - Bouw - EDM/PDM Cursuslocaties: Drachten, Emmen, - Software ontwikkeling Utrecht, Den Haag en Deventer Kijk voor ons complete cursusaanbod en actuele data: www.cadix.nl
tel. : 020-6124780 fax : 020-6124730 E-mail :
[email protected]
Contactpersoon: Dhr. Peter Sterk
• Autodesk Vault • Autodesk Product Stream
Ampèrelaan 1c 9207 AM DRACHTEN Tel. (0800) 235 22 34
* AutoCAD Basis * AutoCAD Update * AutoCAD Gevorderd * AutoCAD Mechanical
kijk op : www.inventor-professional.nl
Algemeen
• Autodesk Inventor (professional) • Autodesk Inventor leidingen en pijpen • Autodesk Inventor stressanalyses • AutoCAD Mechanical
Hofstede van Erkel Bilderdijkkade 13a 1053 VA Amsterdam
www.innotiv.nl
Autodesk Authorized Training Center
Training Center Autodesk Inventor Professional
www.cadcollege.nl
ICN Solutions B.V.
Omschrijving training(en)
www.cadmes.nl
[email protected] Wij verzorgen trainingen in Oosterhout (NB) of bij u op locatie.
Bedrijf/trainingsinstituut:
NedGraphics CAD/GIS Ir. D.S. Tuynmanweg 10 4131 PN VIANEN tel: 0347 329 626 fax: 0347 329 666
Autodesk Authorized Training Center AutoCAD Basis AutoCAD Upgrade AutoCAD Applicatiebeheer/Gevorderden Autodesk MAP Microstation V8 Autodesk Civil 3D
E-mail:
[email protected] Contactpersoon: mevrouw K. van ’t Reve Voor meer informatie: www.nedgraphics.nl
www.nedgraphics.nl
Uw specialist in CAD trainingen 3 dagen • AutoCAD basis 1 dag • AutoCAD Update 1 dag • AutoCAD Optimalisatie 2 dagen • AutoCAD 3D • AutoCAD Visual Basic training2 dagen 1 dag • SketchUp training • Diverse overige trainingen (o.a. Word, Excel, Windows, MS Project)
www.cad-automatisering.nl
contactpersoon: ing. K.J.C. van Dam
Omschrijving training(en)
www.icn-solutions.nl
Bedrijf/trainingsinstituut: CCO Automatisering Innovatiepark 4b 4906 AA Oosterhout Tel. (0162) 45 66 40 Fax. (0162) 45 66 48
Bovenstaande Trainingscentra vindt u ook op www.cadmagazine.nl
SUMMER SALE! Solid Edge, Femap, Teamcenter
0541 534258 bosch engineering
CADMagazine Juni 2006-4 37
Prod_CM4_2006
02-06-2006
12:47
Pagina 38
In de praktijk
Innovatie als wedstrijdonderdeel
S t u d e n t e n i n E i n d h ov e n b o u w e n e e n r a c Door: Lambert-Jan Koops
Het Formula Student Racing Team van de Technische Universiteit Eindhoven bestaat uit zo’n zestig studenten die een innovatieve raceauto ontwikkelen. De organisatie is opgedeeld in een managementteam, teamleden en een adviescommissie. Samen doen ze met hun model mee aan een internationale competitie waarin ze door innovatie, snelheid en managementvaardigheden zo hoog mogelijk proberen te eindigen.
D
e teamleden van het Formula Student Racing Team zijn degenen die het feitelijke ontwerp van de auto in handen hebben. Ze zijn opgedeeld in vijf verschillende groepen met elk hun eigen specialiteit: Electronics, Drive Train, Power Train, Chassis en Suspension. Elke groep heeft een eigen captain die samen met zijn collega’s een keer per week samenkomt voor overleg en feedback. Ruud van der Aalst is de Technische Manager en in deze functie ook aanwezig bij deze bijeenkomsten. Hij legt uit dat het team zich hierbij niet alleen richt op het snelheidsaspect van de raceauto. “Het is een ontwerpwedstrijd waar we aan meedoen, geen racewedstrijd. Dat betekent dat het er om gaat om binnen het kader van de wedstrijdvoorwaarden een zo slim mogelijke ontwerp te bouwen. Uiteraard gaan we wel met de auto rijden, maar de ranglijst wordt niet alleen bepaald op basis van de snelste ronde maar vooral op basis van onderbouwde/doordachte innovativiteit van het ontwerp. Hierbij zijn vaak grote namen aanwezig om technisch talent te scouten. 38
CADMagazine Juni 2006-4
Eisen Momenteel maakt de Eindhovense groep zich op voor deelname aan twee wedstrijden. De eerste zal in juli worden gehouden in Brentington in Engeland, terwijl er in september een afvaardiging zal vertrekken naar Italië. Het bezoek aan verder weg gehouden evenementen is niet begroot in het budget van de TUE-groep, maar dat hoeft ook niet, want de groep heeft zijn handen vol aan deze twee bijeenkomsten. De ontwerpdoelen die ze zich zichzelf stellen zijn in de eerste plaats dat het voertuig van 0 naar 100 kilometer per uur moet kunnen optrekken in 4 seconden. En dit alles in een auto die niet meer zou mogen kosten dan 20 duizend euro als hij gemaakt zou moeten worden in een serie van duizend auto’s per jaar. En dat is inclusief de loonkosten. Deze zijn voor wat betreft het uurloon vastgesteld door de organisatie, zodat boekhoudkundige trucs met het uitbesteden naar lage lonenlanden uitgesloten zijn. “Dat is ook wel zo eerlijk,” zegt Van der Aalst, “want er doen bijvoorbeeld ook teams uit India mee
en als die met lokale tarieven zouden mogen rekenen zouden bevoordeeld zijn.” Speerpunten Het ontwerp van de verschillende onderdelen van de auto vind plaats in Unigraphics NX. De FSRTE02, zoals de officiële naam van het voertuig van de Eindhovense studenten luidt, heeft de motor van een Suzuki GSX R600 motorfiets. Deze valt met zijn 600 cc binnen de maximaal toegestane motorinhoud van 610 cc. Een krachtigere motor heeft geen zin volgens het Formula Student Racing Team, het gaat immers om het model en niet op de topsnelheid. “Er zijn zelfs team die nog een veel kleinere motorinhoud kiezen en hun auto essentieel anders bouwen zodat zij een veel lager gewicht met een kleinere motor hebben.” Naast de motor kent de FSRTE02 een drietal speerpunten: het chassis, het stuur en de ophanging. De basis van de auto, het chassis, wijkt sterk af van datgene wat andere teams doen. “Wij hebben gekozen om het chassis te vervaar-
Prod_CM4_2006
02-06-2006
12:47
Pagina 39
In de praktijk
bouwen een racewagen
Het stuurhuis van de FSRTE02 bevat een koppeling die geheel spelingvrij is.
digen uit aluminium honingraatpanelen. In onze ogen is dat een veel betere keuze dan de buizenstructuur waar veel van onze concurrenten voor kiezen, en wel om twee redenen. Ten eerste is een chassis opgetrokken uit een plaat veel stijver bij hetzelfde gewicht. In de tweede plaats is een honingraat plaat veel lichter in relatie tot een massieve plaat terwijl er niets aan stijfheid verloren gaat,” zo legt Van der Aalst uit. “Momenteel zijn we testen aan het doen voor het veiligheidsrapport dat bij onze auto hoort. We moeten namelijk de organisatie wel kunnen bewijzen dat het lijmen van honingraatplaten een veilige en betrouwbare methode is. Dat is het overigens sowieso wel, want deze methode wordt bijvoorbeeld ook toegepast bij het bouwen van stadsbussen. De negatieve klank die mensen horen bij de term lijmen is gebaseerd op hun eigen ervaring met plakband en heeft niets te maken met professionele lijmmethode die wij gebruiken.” Koppeling stuur Het stuurhuis van de FSRTE02 is gebouwd volgens een concept dat soortgelijk is aan de wielaandrijving van een locomotief. Bovenin, aan de as waarop het stuur is bevestigd, zitten twee excentrische schijven 90 graden verdraaid. Om deze schijven zitten stangen omlaag die op een gelijk systeem van schijven onderin aankomen. Deze schijven onderin zitten om een as die in het stuurhuis gaat. Als nu aan de stuuras bovenin wordt gedraaid draait de as
onderin precies net zo als de stang die deze bewegingsoverdracht verzorgt. Er zijn echter twee van dergelijke stangen nodig om een dood punt te voorkomen. “Het grote voordeel van dit innovatieve ontwerp is vooral dat de koppeling tussen stuur en stuurhuis geheel spelingvrij is, we zijn dan ook erg tevreden over deze overdrachtmethode,” zo vertelt Van der Aalst. De ophanging is van het type wishbone suspension. De suspension is opgebouwd door middel van aluminium connection rods. Bij deze ophanging is het zeer belangrijk om een goede geometrie van deze connecties te kiezen. Met behulp van berekeningen en simulaties heeft het team een uiteindelijke keuze kunnen maken waarvan het denkt dat het voor ons doel de optimale is.
torcel ontwikkeld zodat we het blok kunnen testen.” Tandwielen en plan B Een ander punt dat de nodige analyseaandacht heeft gekregen van het ontwerpteam zijn de kettingwielen. Hiervoor worden geen roestvrijstalen of aluminium exemplaren gebruikt, maar magnesium wielen die keramisch versterkt zijn en voorzien zijn van een tefloncoating, zodat ze zelfsmerend zijn. “We zijn hierbij natuurlijk op zoek naar een optimale verhouding tussen gewicht en betrouwbaarheid. Vandaar ook dat we een eindige elementenanalyse hebben uitgevoerd binnen Unigraphics. Daarna hebben we enkele modellen getest en daarbij bleek dat de fysische tests dezelfde resultaten opleverde als onze simulatie. We zijn echter nog niet klaar met dit onderzoek, want er moeten nog verschillende zaken onderzocht worden. Mocht het onderzoek niet vergevorderd genoeg zijn om toe te passen dan kunnen we echter altijd nog overstappen op plan B: het gebruik van aluminium tandwielen die al beproefd zijn. Wat dat betreft hebben we voor alle kritische onderdelen binnen ons ontwerp een back-up plan achter de hand als er iets niet gaat zoals we hadden verwacht.” www.formulastudent.nl
Veersysteem “We hebben een eigen veer/dempersysteem bedacht, dat weliswaar bestaat uit standaardonderdelen, maar toch een nieuw idee bevat. Het gaat hier om de rijeigenschappen van de auto zoals roll en bump demping/stijfheid. Het voordeel van ons ontwerp is dat de roll en bump demping/stijfheid met het veersysteem apart zijn in te stellen, ondanks dat ze van hetzelfde onderdeel afhankelijk zijn. Daarnaast kunnen voor zowel de voor- als achterwielen hetzelfde systeem gebruiken, wat scheelt in de productiekosten.” Het veersysteem is getest met behulp van Matlab Simulink voor het simuleren van de auto. Daarnaast zijn er de nodige eindige volume analyses gemaakt met het programma GT Power. “Hiermee hebben we gekeken naar de optimalisatie van de luchtinlaat, de werking van het motorblok en de uit- De roll en bump demping/stijfheid van de raceauto is volledig laat. Bovendien in te stellen met het door de studenten van de TU ontwikkelde hebben we een mo- veersysteem.
CADMagazine Juni 2006-4 39
Prod_CM4_2006
02-06-2006
12:47
Pagina 40
CAM
Brede uitwisseling met CAD-pakketten
Visuele controle NC-programma in GibbsCAM Door de redactie.
GibbsCAM, van Gibbs and Associates uit Californië, is een CAM-applicatie die verschillende CNC-machines ondersteund en compatibel is met een groot aantal CAD-programma’s. De gebruiker kan binnen het programma zelf kiezen hoe hij de aansturing wil laten plaatsvinden.
Certified Application, een Solid Edge Certified Select Product, en een SolidWorks Certified CAM Product.
Visueel controleren Met GibbsCAM zijn gebruikers in staat om bewerkingsprocessen te maken om ze daarna visueel te controleren met geïntegreerde processimulatie. Dit maakt het mogelijk om op tijd mogelijke fouten te traceren voordat het programma naar de machine wordt overgezet. Updaten van gereedschapbanen gebaseerd op wijzigingen in het ontwerp, kunnen eenvoudig worden gedaan omdat GibbsCAM volledige associativiteit behoudt tussen geometrie, processen en gereedschapbaan. Binnen het programma is het verder mogelijk om meerdere processen in één bewerking te definiëren, zoals centerboren, boren en tappen of voorfrezen, seminafrezen en nafrezen. Processen zijn offline op te slaan in een bibliotheek van gestandaardiseerde processen. Hierbij zijn ze later weer te gebruiken in vergelijkbare jobs.
Geometrie wijzigen GibbsCAM heeft ook de mogelijkheid van wireframe, surface en solid modeling. Dit geeft de gebruiker de mogelijkheid om direct geometrie aan te maken die moet worden NCbewerkt. Daarnaast is het mogelijk om geometrie te wijzigen of te repareren die wordt ingelezen van een ander systeem en om klemmen en opspanmiddelen te tekenen. De gebruiker kan starten met een basispakket voor productie frezen of draaien. Deze modules zijn later uit te breiden voor de ondersteuning van frees/draai-bewerkingen, complex rotatiefrezen, 3-assig multi-surface
Synchronisatiepunten Wanneer het programmeren is afgerond, maken de GibbsCAM postprocessoren een NC-code met zoveel mogelijk intelligentie van de machine. Deze output verzekert de gebruiker van het wat er binnen GibbsCAM is gemaakt ook zo op de machine wordt uitgevoerd. Dat is inclusief het postprocessen van complexe multitask bewerkingscentra, met meerdere spindels en turrets, met synchronisatiepunten en speciale utility operations zoals werkstuk overnames, automatisch stafaanvoer en het beladen en ontladen van werkstuk. www.cncconsult.nl
GibbsCAM werkt met bestanden van AutoCAD, Inventor, CATIA V4 en V5, Pro/ENGINEER Wildfire, Solid Edge en SolidWorks.
G
ibbsCAM is een grafische applicatie met drag-and-drop interacties en intuïtieve commando’s voor de gebruikersinvoer. Het programma beschikt over een platte menustructuur zonder veel menu’s en submenu’s. GibbsCAM’s data uitwisseling maken het mogelijk om een groot aantal formaten te kunnen inlezen, zowel industriestandaarden zoals IGES, STEP en VDA-FS alsook natieve formaten van pakketten als AutoCAD, Inventor, CATIA V4 en V5, Pro/ENGINEER Wildfire, Solid Edge en SolidWorks. Daarnaast zijn ook de bestanden van de kernelformaten ACIS en Parasolid te gebruiken. GibbsCAM heeft samenwerkingsbanden met verschillende CAD-producenten en is een Autodesk Inventor 40
CADMagazine Juni 2006-4
machining, 4- en 5-assig simultaanfrezen en draadvonken. Doordat er telkens een uitbreiding kan plaatsvinden, kan de CAM-oplossing meegroeien met de behoeftes van het bedrijf. Hetzelfde geldt voor het verwerken van wireframe-, surface- en solid-geometrie binnen alle modules.
Prod_CM4_2006
02-06-2006
12:47
Pagina 41
Evenement
Open huis toont nieuwe producten
Nieuwe omgeving op oude plaats voor Océ Door: Lambert-Jan Koops
Zo’n vijf maanden na de officiële opening werd het pand van Océ in ‘s-Hertogenbosch gebruikt voor het open huis van Océ-Nederland. Hiervoor was een groot aantal klanten en prospects uitgenodigd. Zij kregen onder de noemer ‘Océ InMotion’ van 24 tot en met 28 april niet alleen een rondleiding, maar konden ook de nieuwste producten van de hardwareleverancier bekijken.
De Océ CS2044.
O
p woensdag 7 december 2005 opende minister Laurens Jan Brinkhorst van Economische Zaken het deels nieuwe en deels gerenoveerde kantoor van Océ-Nederland in ’s-Hertogenbosch. De verbouwing levert extra vierkante meters op voor de kantoormedewerkers van het bedrijf dat hiermee vooruitloopt op de te verwachten groei van de komende jaren. Lex Hoge, product manager bij Océ-Nederland: “We merken toch dat de investeringsbereidheid is toegenomen waar die een aantal jaar geleden op slot zat. Wat dat betreft merken we toch dat de economie aantrekt.” Ook zonder sterk verbeterende macroomstandigheden heeft Océ-Nederland echter niet te klagen over aandacht. Het aantal bezoekende gasten lag elke dag tussen de 100 en 150, tot tevre-
denheid van Hoge en zijn collega’s, die ook op dergelijke hoeveelheden hadden gerekend. Kleursystemen Océ heeft ondanks de niet zo sterke vraag zelf de afgelopen jaren niet stilgezeten. Zo waren er verschillende nieuwe modellen te vinden op de beursvloer van InMotion. Voor grootformaat prints waren dit de Océ CS2044 & CS2024 kleursystemen. Deze nieuwe modellen hebben een printbreedte van respectievelijk 44 en 24 inch. Omdat de gebruiker kan kiezen voor de standaard Windows driver of voor één van de twee optionele RIP’s, kan hij de workflow afstemmen op zijn eigen wensen. Met Onyx CADPro zijn vectorbestanden te printen zonder
dat ze in hun oorspronkelijke toepassing hoeven te worden geopend. Voor gebruikers die kleurengraphics willen printen, is Onyx GraphicsPro uitgerust met PostScript-verwerking, een uitgebreide PANTONE-kleurenbibliotheek voor precieze PANTONE Colour Matching, uiteenlopende mediaprofielen en andere relevante instellingen. Het is mogelijk om de beide toestellen in een later stadium nog uit te breiden. Dit is mogelijk door een RIP toe te voegen aan de basisprinter. Bovendien kunnen gebruikers van Onyx CADPro migreren naar Onyx GraphicsPro als ze graphics in kleur willen printen. Nieuwigheid Hoge richtte echter met name de aandacht op een product dat al iets langer op de markt is: de scanner van de Océ TCS500 die sinds februari beschikbaar is. “Dit model is voorzien van een nieuwigheid, “ zo legde Hoge uit. “Er zit namelijk een nieuwe lamp in, die direct gebruiksklaar is. Daarnaast wordt een nieuwe en speciaal voor Océ ontwikkelde lens gebruikt, die het beeld op de camera projecteert. Een groot voordeel hierbij is dat er slechts één camera wordt gebruikt, waardoor er geen ongewenste kleurverschillen en verschuivingen in de scan kunnen ontstaan. Deze innovaties tonen aan dat Océ met meer bezig is dan alleen de uitbreiding van de kantoorruimte.” www.oce.nl
Prod_CM4_2006
02-06-2006
12:47
Pagina 42
Evenement
“De grote winst zit niet in nieuwe functies”
Open House in teken van samenw erking e Door: Lambert-Jan Koops
Op 24 april werd in Eindhoven in het PSV-stadion het Open House gehouden door UGS. Martien Merks, directeur van UGS Benelux stelde in zijn openingstoespraak dat er dit jaar een viertal steekwoorden van toepassing waren op het jaarlijks terug kerende evenement. De boodschap van UGS had te maken met de woorden coöperatief, innovatief, internationalisering en globalisering.
Harry van Raaij, oud-voorzitter van PSV was gastspreker tijdens het Open House.
D
e eerste officiële spreker van de dag was niemand minder dan Harry van Raaij, oud-voorzitter van PSV. Hij legde een handig bruggetje met de steekwoorden van Merks om vervolgens de overeenkomsten tussen een voetbalclub en het bedrijfsleven te bespreken. Daarbij hield hij de meeste aanwezigen makkelijk bij de les, want wie is er nu niet geïnteresseerd in voetbal? Het echte werk begon toen Paul Vogel zijn spreekbeurt kwam houden. Hij is Senior Vice President van UGS voor Europa, het Midden-Oosten en Afrika en vertelde het een en ander over de status van het bedrijf. Het ging hierbij met name om wereldwijde cijfers en namen van klanten, maar Vogel wist ook te melden dat de Benelux een van de snelst groeiende regio’s binnen Europa is. Zo is het aantal seats het afgelopen jaar met meer dan tien procent toegenomen. 42
CADMagazine Juni 2006-4
Na Vogel kwam ook Merks met cijfers. Hij ging vooral in op het klantenonderzoek dat UGS elk jaar houdt en welke acties daar aan verbonden zijn. Zo zal zowel het Enterprise en Midmarket team van de organisatie worden uitgebreid en zal UGS verdere partnerschappen aangaan met systeemintegrators. Daarnaast komt er een nieuwe formule voor de PLM gebruikersgroep, die groter zal worden neergezet en meer steun zal krijgen van UGS. Dyson Uiteraard was er niet alleen maar aandacht voor getallen tijdens het Open House. Zo konden de bezoekers kijken naar een demonstratie in NX en Teamcenter. Hierbij liepen Bas Verschuren en Christophe Vandervelde het praktijktraject na van de Dyson stofzuiger. Deze stofzuiger liet tijdens de marktrelease in 2005 een sterke
trendbreuk zien met al zijn voorgangers omdat de makers een volledig nieuw ontwerp hadden uitgewerkt. Het presentatieduo liet de verschillende stappen zien die hadden geleid tot de nieuwe stofzuiger en gingen hierbij in op specifieke problemen rondom het plaatsen van de motor en het aanpassen van de wendbaarheid. Hierbij kwam het delen van data via Teamcenter natuurlijk veelvuldig aan bod terwijl ook een simulatie werd gegeven van de manier waarop het opgezogen stof achter zou moeten blijven in de stofzuiger. Dit laatste vond plaats in de nieuwe module van NX waarmee luchtstromen na te bootsen zijn. Solid Edge V18 Op de open dag was ook Russel Brook aanwezig in zijn functie van Solid Edge Global Product Marketing Manager. Als verantwoordelijke voor de release van V18 kon hij inmiddels terugkijken op vier maanden gebruik van de nieuwe versie. “Omdat verreweg de meeste van onze klanten een maintenance package hebben, werkt bijna iedereen inmiddels met V18. Ik heb het gevoel dat deze upgrade goed ontvangen is door de eindgebruikers. Vooral ook omdat er allerlei add-ons, zoals advanced rendering en featureherkenning, nu standaard in de software zitten. Daarmee maken we het gebruik van deze features vooral makkelijker. Want zo duur waren deze extraatjes niet, het is vaak het bijkomende werk van het aanschaffen en installeren dat de drempel voor dit soort zaken hoger legt.” Een van de dingen waar Brook en zijn collega’s zich momenteel op toeleggen is het schaalbaar maken van datamanagement. Inmiddels zijn er drie oplossingen voorhanden: Insight, Teamcenter Expres en Teamcenter Engineering. De mid-market is momenteel echter het doel, zo stelt Brook. “PLM is vooral groot geworden door de uitgebreide pakketten voor de grote bedrijven. Deze gingen in de jaren tachtig voor de verbetering van de individuele productiviteit van de werkne-
Prod_CM4_2006
02-06-2006
12:47
Pagina 43
Evenement
samenw erking en globalisering
Op de beursvloer was er aandacht voor de partners van UGS alsook voor het aloude netwerken.
mer, in de jaren negentig voor de teamproductiviteit en daarna richtten ze zich op de time to market en dus PLM. Tegenwoordig krijgen de kleine en middelgrote bedrijven meestal producten aangeboden die iets doen aan de productiviteitsverbetering. Wij denken echter dat de behoefte van deze bedrijven precies hetzelfde is als die van de grote, als ze willen overleven in een wereldwijde markt. Vandaar onze aandacht voor datamanagement voor de mid-market.” Mid-market producten Bedrijven op de mid-market kenmerken zich door een kleine IT-afdeling en
relatief weinig trainingsmogelijkheden en hebben moeite met het beheer van de grote hoeveelheid 3D-data die bij hun ontwikkelingsproces hoort. “Dat betekent dat de producten voor deze doelgroep makkelijk te kopen, te installeren, te leren, te gebruiken en te managen moeten zijn. Daarom bieden we bijvoorbeeld zowel stand-alone als geïntegreerde software aan. Daarom werkt alles onder Windows en is het schaalbaar zodat er makkelijk extra gebruikers aan kunnen worden toegevoegd.” De laatste versie van SolidWorks is dus niet alleen voor CAD-gebruik bedoeld. Er moet volgens Brook een grotere vi-
sie achter de aanschaf van zijn software zitten. Eentje die te maken heeft met PLM, met ketenmanagement en samenwerking. “We volgende de trends in de industrie en we zien dat dit soort zaken nodig zijn. De verschuiving van 2D naar 3D is geen discussiepunt meer, het introduceren van nieuwe ontwerpfuncties brengt geen grote extra productiviteitswinst meer met zich mee. Wie in deze markt vooruit wil, zal op andere punten zijn winst moeten behalen, namelijk samenwerking en hergebruik van informatie.” www.ugsplm.nl
CADMagazine Juni 2006-4 43
Prod_CM4_2006
02-06-2006
12:47
Pagina 44
Evenement
Revit Structure 3 vooral bedoeld voor constructeurs
Het nieuwe kind in de Revit-famil ie kan r Door: Lambert-Jan Koops
Revit Building heeft een broertje gekregenn: Revit Structure 3 is op 10 mei officieel gelanceerd op de Nederlandse markt. Uiteraard binnen het kader van een Bouw Informatie Model (BIM) waarbij de koppelingen naar applicaties van derden niet wordt geschuwd.
Revit Structure is bedoeld voor staal- en bewapeningsberekeningen en is bovendien gekoppeld met externe technische analyse- en ontwerpprogramma’s.
O
p 10 mei vond in Londen de presentatie plaats van Revit Structure 3, een pakket dat volgens Autodesk volledig is gericht op BIM. Autodesk verstaat hier onder: een digitale benadering van het ontwerpen, afleveren en managen van gebouwen die helpt met het verminderen van inefficienties en risico’s tijdens het gehele bouwproces. Dat is een wel heel erg algemene kreet maar enig doorvragen leverde meer specifieke richtlijnen op voor een BIM. Het is een werkmethode waarbij alle aspecten van een gebouw volledig digitaal beschikbaar zijn, zodat de gebruiker gecoordineerde, up to date en toegankelijke informatie over het project tot zijn beschikking heeft. De nadruk ligt hem hierbij op gecoordineerd en up to date: van elke verandering worden de gevolgen direct doorgevoerd in het hele model zodat er geen misverstanden kunnen ontstaan over de status van onderdelen of deelprojecten. Uiteraard was de bovenstaande definitie ook al van toepassing op het BIM 44
CADMagazine Juni 2006-4
zoals dat wordt ondersteund door Revit Building. Bovendien zijn de beide pakketten gebaseerd op een gemeenschappelijk Revit-platform, waarmee natuurlijk de uitwisselbaarheid tussen beide varianten is gegarandeerd. Maar was is exact het verschil tussen dit nieuwe pakket en Revit Building? Waar de Building-variant vooral bedoeld is voor architecten, de creatievelingen, daar is Structure bedoeld voor de ingenieurs, de rekenaars. Met Structure zijn bijvoorbeeld staalen bewapeningsberekeningen uit te voeren, bovendien is het bidirectioneel gekoppeld met externe technische analyse- en ontwerpprogramma’s, zoals ETABS en SAP2000 van Computer and Structures, RISAFloor en RISA3D software van RISA Technologies, ROBOT Millennium van Robobat en ook producten van andere partners. Revit Structure ondersteunt de bekende formaten zoals DWG, DXF, IFC en DWF en kent daarnaast objectinteroperabiliteit met Architectural Desktop en Autodesk Building Systems.
Het pakket ondersteunt de traditionele workflow, waar structureel modelleren begint met DWG-bestanden, die beschikbaar zijn gesteld door de architect die werkt met AutoCAD of Autodesk Architectural Desktop. Tevens kan Revit Structure 3D-modellen met de technische eigenschappen van Architectural Desktop exporteren. Analyse Autodesk Revit Structure combineert een fysiek model van het gebouw met een analytisch model. Het fysieke model wordt gebruikt voor het opstellen en coördineren van tekeningen, en het analytische model voor technische analysetoepassingen van derden. Alle tijdens de analyse toegevoegde wijzigingen worden automatisch gevolgd door een update van zowel het fysieke model alsook de constructiedocumenten. Een parametrische wijzigingstechnologie coördineert deze updates overall in uw projectweergaven en constructietekeningen.
Prod_CM4_2006
02-06-2006
12:47
Pagina 45
Evenement
it-famil ie kan rekenen RISA-3D Als Autodesk Authorized Developer heeft RISA Technologies met Autodesk samengewerkt aan de compatibiliteit tussen de bouwkundige analyse- en ontwerpsoftware RISA3D en Revit Structure. RISA-3D is koppelbaar met Revit Structure, zodat de structurele analysegegevens tussen de fysieke modellen kunnen worden uitgewisseld. Analytische informatie in het model van Revit Structure kan daarna geïmporteerd worden naar RISA-3D en ontwerpwijzigingen tijdens de analyse kunnen terug geïmporteerd worden naar het Revit Structure model. ETABS De integratie van de bouwkundige analyse- en ontwerpsoftware ETABS en Autodesk Revit Structure biedt een methode voor het uitwisselen van Materialen mixen Met behulp van de 2D-tekentools van Revit Structure kan de gebruiker details met bijkomende aanmerkingen vanuit de weergaven van het 3D-model of vanuit een scheet creëren, of importeren uit conventionele CAD-bestanden. Ook zijn hele sheets of typische details in DWG-formaat te importeren uit vroegere projecten. Speciaal voor details uit staal of gewapend beton zoals lassymbolen, verankeringbouten,
informatie tussen aspecten van de civieltechnische workflow. Het model kan worden voorbereid in de omgeving van Revit Structure met de modelinformatie en dan direct beschikbaar worden gesteld in ETABS voor analyse, ontwerp en optimalisatie. Het model van Revit Structure wordt automatisch geüpdatet met de laatste door ETABS geproduceerde ontwerpinformatie. ROBOT Millenium ROBOT Millennium is structureel analyseprogramma en ontwerpsoftwareapplicatie met de mogelijkheid om bijna ieder structuurtype te modelleren en te analyseren. De eindige elementen analyse van ROBOT Millennium en geavanceerde rekenschema’s maken een directe analyse van de Revit Structure geometrie mogelijk, zoals gebogen muren en vloewapeningsstaven en draagconstructies zijn doelmatige tekentools beschikbaar. In Revit structure is het mogelijk om meerdere materialen te gebruiken, zoals staal, ter plaatse gestort beton, geprefabriceerd beton, metselwerk of hout. De gebruiker kan eventueel ook verschillende materialen in hetzelfde model mixen. Revit Structure beschikt over een volledige set van technische ontwerptools,
ren /panelen in elk vlak, verstevigingen en kernelementen en muren en vloeren met openingen van alle mogelijke vormen. Met de modelleer- en analysemogelijkheden van Robot Millennium kunnen gebruikers van Revit Structure hun modellen direct analyseren. Hiervoor hoeven ze het oorspronkelijke model niet aan te passen, door het bijvoorbeeld te verseenvoudigen. Met in Robot Millennium gegenereerde gegevens is het mogelijk om constructiecomponenten te wissen en de wijzigingen te laten oplichten in Revit Structure. Daarnaast is het mogelijk om met het rekenprogramma componenteninformatie toe te voegen, zoals staalgegevens en gebruikersgedefinieerde namen toe te passen.
zoals muren, balksystemen, balken, spanten, dwarsbalken, voorgefabriceerde betonnen elementen, betonnen wapeningsstaven, stalen verbindingen, verankeringen, metalen brugdekken en nog veel meer. De parametrische definities maken herzieningen aan ieder objecttype mogelijk. Nieuwe objecten, details of symbolen worden grafisch gecreëerd en opgeslagen in families. www.autodesk.nl
CADMagazine Juni 2006-4 45
Prod_CM4_2006
02-06-2006
12:47
Pagina 46
Evenement
Uitwisseling voor kleine projecten via StartPoint
M i c ro S t a t i o n V 8 X M b e s c h i k b a a r o p B E C Door: Lambert-Jan Koops
De BE Conference is meer dan alleen maar een bijeenkomst van MicroStation-gebruikers. Het is het moment waarop Bentley de plannen voor de toekomst bekendmaakt, nieuwe releases vrijgeeft en de winnaars van de BE Awards bekendmaakt. Dit jaar speelden de thema’s snelheid, samenwerking en leren een belangrijke rol.
LEARN. Dit is een nieuw eLearning subscrition-programma dat OnDemand trainingen biedt en meteen na de BE Conference wordt uitgerold door het Bentley Institute. Op het moment dat Flynn zijn speech gaf was er reeds achthonderd uur aan training beschikbaar, maar dat zal binnen korte tijd drie keer zo veel zijn. Al met al moet dit onderdeel er voor zorgen dat hiermee op elke pc training beschikbaar is. Iedereen met een licentie kan zo op elk gewenst moment, in elk gewenst tempo de beschikbare cursussen volgen. Om het belang van training te benadrukken gaf Flynn aan het eind van de toespraak nog even aan wat de productiviteitscijfers van de afgelopen tien jaar waren. Waar de gemiddelde productiviteitstoename drie procent per jaar was, daar was deze voor de bouw- en engineeringsindustrie slechts een procent. De enige manier om hier echt iets aan te veranderen is door te blijven leren, aldus de COO.
Een geannoteerde PDF schuift in een 3D-model in Bentley V8 XM.
D
e National Association for Stock Car Auto Racing (NASCAR) was in Charlotte in dezelfde week dat de BE Conference werd gehouden. Vandaar ook dat Bentley de kreet speedweek hanteerde voor de bijeenkomst. Bovendien waren er verschillende nevenactiviteiten die aansloten bij de NASCAR races, zo had de organisatie een racebaan aangelegd op de beursvloer waar de bezoekers met zes afstandbestuurbare auto’s tegen elkaar konden racen. In samenhang daarmee probeerde Bentley het tempo van de BE Conference aangenaam hoog te houden. De keynote werd ook dit jaar geopend door Tony Flynn. Hij verwelkomde de tweeduizend aanwezigen en ging meteen in op de opleidingsproblemen die momenteel spelen in de markt. Veel bedrijven moeten nieuw aangenomen engineers zelf opleiden omdat deze niet goed overweg 46
CADMagazine Juni 2006-4
kunnen met de software. Dat kost tijd en moeite, die niet gewenst is op de werkvloer. Zo gaven veel ondervraagden bijvoorbeeld aan dat Volgens de ontwerpbureaus zou er op scholen en universiteiten veel meer aandacht worden besteed aan het daadwerkelijke gebruik van de ontwerppakketten. Flynn riep de aanwezigen echter op om ook zelf iets te doen aan het probleem, bijvoorbeeld door scholen te benaderen en te vragen om meer praktijkuren, of door stagiairs aan te nemen. Opleidingen Met de aandacht voor scholieren kwam Flynn natuurlijk al snel terecht bij het Bentley Institute. De omzet van de opleidingstak van het bedrijf is in het afgelopen jaar verdubbeld en zal nog meer groeien volgens het Bentley-management. Onder andere met behulp van het nieuwe Bentley
Startpoint Greg Bentley ging zoals altijd in op de bedrijfsresultaten van Bentley. Uiteraard kwamen de gedane overnames aan bod, zowel die van Speedikon en STAAD in het voorgaande jaar, als die van Logos, CADScript en GEF-Ris van 2006. Daarnaast zijn er echter ook andere zaken die een positief effect moeten hebben op de omzet van Bentley. De eerste is natuurlijk de release van MicroStation V8 XM. Daarnaast was Greg Bentley de eerste die StartPoint noemde. Dit is een samenwerkingstool van Bentley, die gebaseerd is op Microsoft Office SharePoint technologie. De tool is bedoeld voor zowel MicroStation-, MicroStation PowerDraft- als AutoCAD-gebruikers en beheert de relaties binnen CAD-bestanden. De gebruikte technologie en producten van Microsoft SharePoint bieden bestandsbeheer met behulp van check-in/check-out functies, versiebe-
Prod_CM4_2006
02-06-2006
12:47
Pagina 47
h i k b a a r o p B E C o n fe re n c e gratis downloadable plugin installeren, want zoals Kieth Bentley later nog zou melden, viel het niet te verwachten dat Autodesk dit stukje software zelf zou distribueren. In alle gevallen is een ProjectWise gebruikerslicentie vereist bij het gebruik van StartPoint. StartPoint vereist geen andere server software naast Microsoft SharePoint. Greg Bentley stelde dan ook dat zijn bedrijf hiermee vooral mogelijkheden beschikbaar stelde van software waar de Bentley-klanten toch al voor hebben betaald, want nagenoeg alle bedrijven hebben wel een SharePoint-licentie. Daarnaast is StartPoint en vooral bedoeld als instapprogramma voor organisaties die relatief kleine projecten doen, niet op Bentley LEARN is het nieuwe eLearning subscritionmeerdere locaties werken programma van het het Bentley Institute zo vertelde en MicroStation, PowerTony Flynn. draft of AutoCAD gebruiken. Bij eventuele groei is heer en zoekfeatures. De website en het natuurlijk de bedoeling dat de behet gebruikersgedeelte zijn bovendien drijven die StartPoint gebruiker dooraan te passen aan persoonlijke wen- groeien naar ProjectWise, dat meer sen. Naast deze standaard SharePoint- high-end-mogelijkheden biedt. mogelijkheden biedt ProjectWise StartPoint het beheer van relaties voor Beheren MicroStation Reference Files en ProjectWise bleek een belangrijk onAutoCAD X-Refs. Ook ondersteunt derwerp te zijn voor Greg Bentley. Zo het systeem MicroStation V8 XM liet hij allerlei schema’s zien met Edition Link Sets tussen CAD- en daarin bedrijfsprocessen die door Office-bestanden. Verder is het moge- ProjectWise te beheren zijn. Dit onder lijk om PDF’s en andere plotbestan- de noemer Distributed Enterprise den vanuit MicroStation direct op te waarmee Bentley wil aangeven dat slaan in SharePoint-technologie. bedrijven tegenwoordig allerlei proTenslotte kunnen MicroStation cessen tegelijk laaten plaatsvinden op workspaceprofielen worden aangewe- verschillende locaties. Uiteraard kon zen aan individuele DGN-bestanden dit gegeven niet genoemd worden zonder ook een kleine opmerking te voor standaardisatie van bestanden. ProjectWise StartPoint is inbegrepen maken over concurrent Autodesk. in MicroStation V8 XM Edition. Want waar Bentley vooral interoperaAutoCAD-gebruikers kunnen een biliteit zoekt met een uiteenlopende
reeks van partners, zoals Microsoft, Google en Oracle, daar brengt Autodesk een afgeschermd formaat op de markt waar je niet mee kunt uitwisselen, aldus Greg Bentley. Ook tijdens de Technology Keynote was er aandacht voor de Distributed Enterprise. Hierbij kreeg Buddy Cleveland in eerste instantie het woord en hij maakte daar gebruik van door te stellen dat eigenlijk elk project een distributed proces is. Want ook bij kleinschalige ontwikkelingen worden data van meerdere bronnen gebruikt en moet informatie uit het hoofd, van papier en uit de computer worden gecombineerd. MicroStation V8 XM Onder leiding van Bhupender Singh werd een kijkje genomen in de keuken van MicroStation V8 XM. Zo kregen de aanwezigen te zien hoe een geannoteerde PDF als 2D-bestand werd weergegeven in een 3D-mode in de nieuwe versie van het pakket. De PDF lag hierbij precies op de plaats waar het de doorsnede van het 3D-model vormde, iets wat de afwezigen wel een applausje waard was. Ondertussen was Singh al weer verder en voerde hij veranderingen door die vervolgens ook werden doorgevoerd in de PDF. Verder stelde hij de aanwezigen gerust dat het bestandsformaat van de nieuwe release onveranderd was ten opzichte van de voorganger. Ondanks de toegevoegde mogelijkheden is het zelfs mogelijk om binnen een bedrijven met zowel MicroStation V8 als met MicroStation V8 XM te werken binnen een project. Een ander punt dat Singh naar voren bracht was het zoekwerk binnen een organisatie. Nog steeds gaat er binnen bedrijven veel tijd verloren aan het zoeken naar bestanden of informatie. Om dit tijdverlies tegen te gaan zijn er binnen ProjectWise nieuwe zoekmogelijkheden beschikbaar. Dankzij de spatial indexing die het programma in de V8 XM-versie heeft gekregen kunnen gebruikers nu zoeken met CADMagazine Juni 2006-4 47
Prod_CM4_2006
02-06-2006
12:47
Pagina 48
Evenement
geografische parameters. Singh demonstreerde dit aan de hand van een waterleidingnetwerk waarbij hij alleen de leidingen wilde zien die binnen een aangewezen gebied lagen en voldeden aan bepaalde doorsnede-eisen. De gezochte leidingen werden vervolgens weergegeven in de kaart, waarna ze meteen beschikbaar waren voor vervolgbewerkingen. Trends Keith Bentley had slechts drie onderwerpen waar hij wat over wilde vertellen: de trends in de industrie, hardware en platforms. Voor wat betreft de ontwikkelingen in softwareland stelde hij vast dat er de neiging is om steeds meer informatie uitwisselbaar te maken. Gesloten natieve formaten zijn voor de eindgebruiker een risico op lange termijn omdat er een kans bestaat dat een een einde komt aan de ontwikkeling van de programma’s die het formaat ondersteunen. Vandaar ook dat er een neiging is om formaten te gebruiken die open zijn. Als voorbeeld gaf hij MS Office 2007 dat bestandsformaten gebruikt die zijn gebaseerd op een gecomprimeerde vorm van XML. In theorie zou je zelf een programma kunnen schrijven dat de data in die formaten kan inlezen. Het DGN-formaat van Bentley is ook open, zij het niet in XML. Het bestandsformaat gebruikt echter wel XML voor interne processen. Keith Bentley sloot dan ook niet uit dat er in de toekomst een moment komt waarop DGN volledig op XML zal zijn gebaseerd. Of dit daadwerkelijk zal gebeuren hangt echter ook af van andere ontwikkelingen, bijvoorbeeld op besturingsgebied. Met betrekking tot de nieuwe versie en de hardware die daar voor nodig is, gaf Kieth Bentley aan dat er geen reden is voor ongerustheid: elk systeem dat goed genoeg is voor MicroStation V8, kan ook overweg met de XM-editie. Wie nieuwe hardware aanschaft kan volgens de COO het beste een 64-bit computer kopen en investeren in de grafische kaart. Wie op een 32-bit systeem blijft werken zal zien dat al zijn geheugen wordt opgeslokt door de software en wie extra investeert in een dual processor, zal zien dat hij daar alleen wat aan heeft bij het renderen van afbeeldingen en verder niet. Met de vrijgave van MicroStation V8 XM is er een grote nieuwe release uitgekomen. Voorlopig zal Bentley zich richten op kleinere updates van het pakket. Prioriteiten hierbij zijn geometrische relaties en constraints, 3D-geometrie, integratie van AutoCAD 2007 DWG’s en natuurlijk de ondersteuning van Windows Vista, op het moment dat dit voor de markt beschikbaar komt. BE Awards Bij een grote bijeenkomst hoort ook een groot feest. Een van de traditionele hoogtepunten van de BE Conference is dan ook elk jaar weer de uitreiking van de BE Awards. Ook dit jaar werden de genomineerden, 260 in totaal, weer groots onthaald bij de gala-uitreiking van deze Bentleyprijzen. Onder de leiding van Peter Sagal, in de VS bekend van het radioprogramma ‘Wait, wait, don’t tell me’, werden de 34 winnaars bekendgemaakt. Acht daarvan hadden een link met GIS-projecten. De gelukkigen waren: Comcast voor Geospatial Communication, Ville de Saguenay voor Geospatial Government, de U.S. Army Corps of Engineers voor Geospatial Managed
Prod_CM4_2006
02-06-2006
12:47
Pagina 49
COLUMN
ProjectWise StartPoint wordt het instapprogramma voor bestandsbeheer van Bentley.
Environment, Municipio de Tampico voor Geospatial Mapping and Cadastre, Hydro Tasmania Consulting voor Geospatial Modeling, Maharashtra Jeevan Pradhikaran voor Geospatial Public Works, AES Torino S.p.A. voor Geospatial Utilities en de City of Mississauga voor Geospatial Web Publishing. Productiviteitsverbetering De Technology Keynote voor GeoSpatial was in de handen van Styli Camateros, vice-president van Bentley Geospatial. Hij stelde vast dat het onmogelijk is om nog een grote productiviteitsverbetering te bewerkstelligen als je alleen kijkt naar de uitvoering van individuele taken. “De grote winst zit hem in de verbetering van de workflow. Dat is dan ook een van de speerpunten die wij hebben bepaald voor het verbeteren van GIS voor infrastructuur. Andere zijn openheid van systemen, bijvoorbeeld door het gebruik van de Oracle 10g database, en het creeren van een enkele omgeving voor alle fasen van de dataverwerking. Momenteel leggen we steeds koppelingen, maar eigenlijk zou je alle gerelateerde taken willen uitvoeren in een enkele omgeving.” Een van de directe doelen bij de technologische ontwikkeling binnen Bentley GeoSpatial is het geschikt maken van GIS voor infrastructuur. “Echt GIS, met functies voor demografische, marketing en milieuanaly-
ses, is aan ons niet besteed. Wij focussen volledig op de eigenaar/ beheerder van infrastructuur en de problemen die ze tegenkomen. Het belangrijkste daarbij is het indexeren van alle typen data. We zijn tegen het idee dat alle data in een enkele database zou moeten zitten, we willen gewoon alle beschikbare data kunnen doorzoeken en opvragen vanuit onze software. We bemoeien ons dan ook helemaal niet met de brongegevens. Vergelijk het maar met Google, die doen ook niets met de oorspronkelijke data, het enige wat zij doen is het indexeren van gegevens en ervoor zorgen dat deze direct te gebruiken zijn,” aldus Camateros. Met de release van MicroStation V8 XM denkt Camateros dat de basis is gelegd voor het geschikt maken van GIS voor infrastructuur. “We zijn nu waar we enkele jaren geleden wilden zijn. Natuurlijk zullen er voor de verschillende partijen in de markt nog wel uiteenlopende wensen zijn. Dat komt omdat er zo veel uiteenlopende organisaties gebruik maken van GIS voor infrastructuur, zoals telecombedrijven, lokale overheden, nutsbedrijven en de nationale overheid. De fundering is echter gelegd met XM en daar zal iedere infrastructuurbeheerder gebruik van kunnen maken.”
Googlen Wat zeven jaar(!) geleden begon met ‘zoeken’, is inmiddels uitgegroeid tot een wereldwijd werk-woord dat geen nadere toelichting behoeft. De ambitie van de twee gewezen studenten om de we-reld te veranderen bleek haalbaar. Hun ambitie is inmiddels vertaald in een bedrijfsmissie: wereld-wijd de meest veelomvattende bron van kennis worden. Zie het maar als de vliegtuigmaatschappij die hun missie, ooit begonnen als ‘vliegen’, expliciet maakt: mensen en middelen zo snel mogelijk van A naar B brengen. Een snelle blik in de keuken van Google, zie labs.google.com, illustreert de breedte van Google’s definitie van ‘kennis’. Natuurlijk zijn er de bekende toepassingen als Google Desktop, Google Maps en Google Groups – de stap van zoeken naar kennis blijft overzichtelijk. Bij Picasa, voor het behe-ren van foto’s op uw computer, is dat al minder duidelijk. Letterlijk vergezocht is Google Mars: kijken naar beelden van Mars. Om niet meer te noemen: de recente overname van SketchUp door Google, gevolgd door de gratis versie Google SketchUp, deed heel wat collega-columnisten in de, al dan niet digitale, pen klimmen. Wie beter kijkt, ontdekt een knap staaltje van ondernemerschap. Google heeft in korte tijd veel collegae achter zich gelaten: kent u AltaVista en Ilse nog? Collegae die hun kernactiviteit precies definieerden als ‘zoeken’. Naar nu blijkt: te precies. ‘Kennisbron’ als kernbegrip laat ruimte voor de ondernemer. Want ondernemerschap laat zich niet dwingen binnen te strakke kaders. En bovendien, ondernemerschap blijft bij haar wortels. Google blijft all about search. Het mooiste voorbeeld daarvan is het recent geïntroduceerde Google Trends: See what the world is searching for.
Edwin Schalk commercieel directeur DeltaPi
CADMagazine Juni 2006-4 49
Prod_CM4_2006
02-06-2006
12:47
Pagina 51
Boeken
Ook nieuwe uitgave voor AutoCAD LT
Leerboek en naslagwerk AutoCAD 2007 Door de redactie.
TEC / CAD College BV geeft in Nederland en België al jaren boeken uit voor AutoCAD. De uitgeefpoot komt ook dit aar uit met een nieuw leerboek en -naslagwerk voor AutoCAD 2007. Er zijn verschillende aanvullingen doorgevoerd in vergelijking met voorgaande uitgaven. De aanpassingen hebben met name betrekking op de nieuwe mogelijkheden van release 2007, met name op het gebied van 3D.
Het hoofdstuk over 3D is volledig herschreven in de uitgave over AutoCAD 2007.
D
e nieuwe, gebonden uitgave over AutoCAD 2007 is, zoals altijd, verzorgd door Ronald Boeklagen. Het boek is voorzien van voorbeelden en illustraties alsook achtergrondinformatie en tips. Het is een van oorsprong Nederlandstalig leerboek met Nederlandse tekennormen. Alle CAD-tekentechnieken worden behandeld. Naast basisinformatie, over Dynamische blokken en toolpalettes, zijn ook specialistische zaken als Sheetsets en fotorealistisch renderen terug te vinden. Tevens leert de gebruiker AutoCAD aan te passen aan zijn werkzaamheden. Door de grafische overzichten van alle functies en mogelijkheden is dit boek tevens geschikt als naslagwerk.
Beginners en experts Het 2D-tekenen is in het AutoCADboek uitgebreid met Parametrisch tekenen in vergelijking met de voorgaande versie. Daarnaast legt Boeklagen de nadruk op de tekenregels in zijn nieuwe boek. Alle nieuwe functies van versie 2007, met name op het gebied van 3D, komen aan bod. Het deel over 3D is volledig opnieuw geschreven. Er zijn hoofdstukken voor beginners en hoofdstukken voor experts. Niet-ingewijden kunnen in de hoofdstukken voor beginners basisinformatie vinden om direct te kunnen tekenen. Degenen die het basiswerk onder de knie hebben, kunnen vervolgens de diepte in met de delen voor experts. De functies die nieuw zijn toegevoegd in de
software van 2007 staan apart aangegeven, zodat ook ervaren gebruikers de toegevoegde features kunnen vinden. Voor de oefeningen uit het boek kan de lezer terecht op de Internetsite van de uitgever. Daar treft de lezer tientallen filmpjes aan, waarin de opgaven uit het boek worden voorgedaan. Als de lezer het leuk vindt kan hij, na de oefeningen uit het boek te hebben doorgenomen, een toets afleggen via de CADCollege Tools op Internet om te controleren of hij alles goed heeft begrepen. Daar zijn bovendien ook duizenden symbolen te downloaden. Indeling Het boek ‘AutoCAD 2007, Computer Ondersteund Ontwerpen’ is opgebouwd uit vijf delen. Het hoofdstuk 2D-tekenen beslaat 700 pagina's, 3D-ontwerpen 300, Koppelen en samenwerken 50, Aanpassen met VBA 450 en het naslaggedeelte bestaat uit 250 pagina’s. Ook voor de LT-uitgave van AutoCAD 2007 is het boek verkrijgbaar. Dit boek is eveneens opgebouwd uit vijf delen. Het hoofdstuk 2D-tekenen beslaat hier 560 pagina's, 3D-ontwerpen 110, Samenwerken 60, Aanpassen (menu's, lijnsoorten, arceerpatronen) 80 en het naslaggedeelte bestaat uit 120 pagina's. De boeken zijn te bestellen via onderstaande website of bij TEC. De boeken zijn ook verkrijgbaar in de boekhandel onder vermelding van het ISB-Nummer. Dit is ISBN 90-72487-49-4 voor het AutoCAD 2007-boek en ISBN 90-72487-50-8 voor de LT-versie. www.cadcollege.nl
Prod_CM4_2006
02-06-2006
12:47
Pagina 52
Archicad
Archicad achtergrond deel 1
Complexe wandprofielen in Archi cad Door: Jan Viguurs
In Archicad 10 is een nieuwe feature te vinden waarmee profielen van wanden, kolommen en balken zijn aan te passen. De aanpassingen worden vervolgens in 3D getoond, waarbij ontmoetingen automatisch met boolean modelling-berekeningen worden opgelost. Uiteraard zijn ook de bouwkundige representatie op plattegrond, aanzicht en doorsnede correct. In dit artikel meer over de wijze waarop deze functionaliteit een architect helpt met ontwerp en tekenwerk.
Schuine, polygoon en trapeziumvormige wanden zijn standaard.
A
rchicad 10 biedt een aantal mogelijkheden om flexibel om te gaan met de vormen en situaties in renovatieprojecten. De eerste verbetering in Archicad 10 op het gebied van wanden betreft de mogelijkheid om wanden onder elke hoek schuin te zetten of een trapeziumvorm te geven. Deze veelvoorkomende situaties hoeven niet met de Profiel Editor te worden opgelost, maar kunnen met aangrijpingspunten in doorsnede of 3D view worden opgerekt in elke gewenste richting. Het speciale pop-up paletje dat tijdens een bewerking verschijnt, biedt verschillende keuzes aan. Uiteraard kunnen nog steeds ramen worden geplaatst in de wanden. Hierbij is aan te geven hoe deze de wand moeten volgen: met de hellingshoek van de wand of verticaal. Pak de aangrijpingspunten met de muis en versleep het raam in de gewenste positie. Complexe profielen Een Custom Profile is bedoeld voor een specifiek element. Het kan individueel worden aangemaakt en bewerkt en aanpassingen hebben alleen invloed op dat specifieke element. Custum Profiles zijn te maken door te 52
CADMagazine Juni 2006-4
kiezen voor Capture Profile of Selection waardoor het profile van de geselecteerde wanden, kolommen of balken meteen te wijzigen is. Bewerk het profile in de Profielmanager die verschijnt en sluit af door met de knop Apply To Selection het profiel toe te passen op de eerder geselecteerde elementen. In het geval van kolommen en balken kunnen deze ook nog eens onder een hoek worden gezet.Profile Attributes zijn herbruikbare (standaard-) profielen. Zij kunnen worden toegepast op meerdere elementen en aanpassingen in de Profielattributen worden automatisch doorgevoerd op alle elementen met
dat profiel. Om een dergelijk profiel toe te wijzen aan een element is het tabblad Structure in de Settings Dialoog van de wand, kolom of balk beschikbaar. Als bij het element de eigenschap Complex Profile aanstaat, is middels een pop-up venster een profiel te selecteren op basis van naam en grafische preview. Opmerking: De Attribuutmanager bevat ook een nieuw tabblad voor Profielen waarmee het mogelijk is om alle bewerkingen op attributen ook op profielen als geheel uit te voeren. Hierdoor zijn bijvoorbeeld Profielen van eerdere projecten in te lezen in het huidige project.
Met de Profiel Editor is elk gewenst profiel aan te maken.
Prod_CM4_2006
02-06-2006
12:47
Pagina 53
n Archi cad
De Profiel Editor met gevolg voor 3D en doorsnede weergave.
Profiel manager De Profielmanager en de Profiel Editor bevatten alle functies nodig zijn om profielen te maken, wijzigen en te beheren. Ze zijn geoptimaliseerd om de profielen en hun attributen te bewerken. Er zijn verschillende lagen terug te vinden in deze vensters. De Construction Layer bevat arceringen die daadwerkelijke componenten van een profiel vertegenwoordigen. De materialen van arceringen en lijntypes worden gebruikt voor 3D-weergave en weergave op aanzichten en doorsneden. Het is mogelijk om in een doorsnede te tekenen gewenst is, de rest past zich daarop aan. Lijnen, circels en teksten op de Drafting Layer zijn tekenhulpmiddelen. Deze worden niet in het daadwerkelijke profiel gebruikt maar zijn handig voor zaken als annotaties en dimensioneren tijdens het opbouwen en later weer bewerken van een profiel. Lijnen die de grens van het verschaal-
bare deel van het profiel aangeven: de zogenaamde ‘Stretch Zone’ staan op de Horizontal- en Vertical Stretch Zones Layers. Bij het oprekken van het profiel wordt alleen dat deel van het profiel opgerekt dat zich tussen deze lijnen bevindt. Als een profiel zoals in de afbeelding bijvoorbeeld een kroonlijst bevat, dan dient die uiteraard niet mee te worden opgerekt als de wand wat hoger wordt. Profielen zijn aldus niet statisch, maar passen zich dynamisch aan de situatie aan bij het oprekken van de profielen in zowel horizontale als verticale richting. De Opening Reference Layer bevat een of meer lijnsegmenten waarmee is aan te geven in welke mate ramen en deuren moeten hellen in de profielwand, aangenomen dat bij het raam of de deur is aangegeven dat ze de helling van de wand moeten volgen. Archicad 10 berekent de hellingshoek van het raam door uit te gaan van het invoegpunt van het raam en neemt dat punt
Zoeken en selecteren profielen op basis van naam en preview.
als zijde van de wand voor het bepalen van de vorm van de opening indien dat op een opening-referentie-lijn ligt. Als dat niet zo is wordt het raam of de deur verticaal in de complexe wand geplaatst. Opening-referentie-lijnen kunnen aan beide zijden van de wand worden geplaatst, waardoor de openingen altijd correct zijn aan te maken. De Component Parameters zijn beschikbaar op een separaat tabblad van de Profielmanager. Daarin zijn nog speciale zaken betreffende het gedrag van een profiel te regelen. Dit zijn in eerste instantie de prioriteit en kerncomponent voor juiste wandverbindingen bij ontmoetingen met andere wanden. Daarnaast zijn oppervlakte materialen en contouren in te stellen, maar ook de componenten en materialen die in de materiaallijsten moeten terugkomen. De Profiel-Manager is naar voren te halen tonen en te verbergen via het Window > Palette Display menu. Een Profiel Attribuut is te kiezen van de Profile chooser pop-up. Terugvinden Bij het werken met profielen ontstaat al snel de behoefte om te kunnen zoeken naar alle elementen die met een bepaald profiel zijn getekend. Bijvoorbeeld als de gebruiker deze wil vervangen door een ander profiel. Graphisoft heeft daar in Archicad 10 aan gedacht door een extra keuze aan te brengen in de dialogen voor zoeken en selecteren. Hierin zijn op basis van de naam en een grafische preview van een profiel eenvoudig alle elementen te selecteren die met een bepaald profiel zijn getekend. Met de knop Capture Selection in het dialoogvenster voor Zoeken en Selecteren wordt direct het profiel van een in het model geselecteerd object gebruikt als zoekcriterium. Meer informatie over Archicad is te vinden op www.graphisoft.com en www.kubusinfo.nl. Voor vragen of opmerkingen is de auteur van dit artikel te bereiken via
[email protected]. CADMagazine Juni 2006-4 53
Prod_CM4_2006
02-06-2006
12:47
Pagina 54
3ds-Max & Plug-Ins
Autodesk VIZ 2007 deel 1
Detailveranderingen en een nieuw formaat Als er een nieuwe versie van AutoCAD uitkomt, worden meestal alle andere producten van Autodesk ook voorzien van een nieuw versienummer. Zo ook Autodesk VIZ dat net als AutoCAD in een 2007-versie is verschenen.
Afbeelding 2: Alle informatie met betrekking tot de lichtopbrengst in een bepaalde scène.
U
Afbeelding 1: Het zwart- of witpunt aanpassen.
iteraard is Autodesk VIZ in staat om het nieuwe AutoCAD 2007 DWG-formaat te lezen en te schrijven. Dit bestand is te importeren in Autodesk VIZ of via de File Link Manager te koppelen aan een scène in het programma. In de gebruikerssnterface van Autodesk VIZ 2007 zijn er geen directe vernieuwingen terug te vinden. De vernieuwingen zijn meer terug te vinden op detailniveau en deze maakten al deel uit van Autodesk 3ds Max 8. Rendering Renderen is nog steeds de belangrijkste functie van Autodesk VIZ 2007. Mental Ray maakt al enkele jaren deel uit van Autodesk VIZ en is in de nieuwe versie aangepast op een aantal kleine details. De belangrijkste zijn dat het renderen met Mental Ray sneller gaat met betrekking tot van Final Gathering en dat het nauwkeuriger is. Mental Ray heeft in Autodesk VIZ 2007 versienummer 3.4 en dat houdt in dat er maximaal acht processors zijn in te zetten voor het renderen. Een rendering in Autodesk VIZ 2007 is op te slaan in het nieuwe OpenEXR-formaat wat ontwikkeld is door Industrial Light & Magic van George Lucas. Dit is een open formaat, waarbij geen verlies optreed met betrekking tot compressie en
54
CADMagazine Juni 2006-4
kleurdiepte. Het OpenEXR-bestand kan een kleurdiepte van maar liefst 32 bits per kanaal bevatten: zowel voor rood, groen, blauw als alpha. Door al deze informatie is het OpenEXRbestand vergelijkbaar met een HDR-bestand. Een uitgerenderd OpenEXR-bestand is dan ook prima te gebruiken als reflection map. Bij het selecteren van een OpenEXRbestand kan de gebruiker eventueel nog het zwart- of witpunt aanpassen in een diagram en daarmee de reflecties beïnvloeden, zie afbeelding 1. Extra informatie Het samenwerken met Autodesk Combustion voor het maken van een compositie is met Autodesk VIZ 2007 gemakkelijker geworden. Door het toekennen van een uniek nummer in het materiaal van een object of een zogenaamd G-Buffer channel wordt er extra informatie opgeslagen in een afbeelding. Deze nummers zijn weer bruikbaar in Autodesk Combustion, bijvoorbeeld door een 3D-object uit een rendering te verwijderen op basis van een toegekend nummer. Ook is het mogelijk om achteraf de textuur van een 3D-object te veranderen door middel van dit nummer. En dat allemaal zonder de scène opnieuw te renderen. Door gebruik te maken van Render Elements zijn alle objecten
Prod_CM4_2006
02-06-2006
12:47
Pagina 55
n nieuw formaat
Afbeelding 3: Editable Poly-objecten zijn handiger dan Editable Mesh modeling.
waaraan een uniek nummer is toegekend, apart te renderen, als losse lagen. Wat ook nieuw is in Autodesk VIZ 2007 is het apart uitrenderen van Illuminatie (HDR) en Luminatie (HDR). Dit is concreet alle informatie met betrekking tot de lichtopbrengst in een bepaalde scène. Hiermee is het analyseren van belichting in een scène makkelijker geworden, zie afbeelding 2. Modelleren Met betrekking tot het modelleren in Autodesk VIZ 2007 zijn er met name aanpassingen te vinden op het gebied van het werken met Editable Poly-objecten. Het is bijvoorbeeld makkelijker om selecties te maken in een Editable Poly-object en zo op een selectie een materiaal toe te kennen. Een edge-selectie is met behulp van nieuwe spinners snel te maken. Door de Control-toets ingedrukt te houden worden er extra edges geselecteerd. Deze selectie is dan weer om te zetten naar bijvoorbeeld een Polygon-selectie door het indrukken van de Shift-toets. Het Bridgecommando is ook verder uitgebreid in Autodesk VIZ 2007. De gebruiker kan tussen verschillende Edges een Bridge maken door met de muis te slepen. Als er Edges worden verwijderd dan zorgt de Clean Remove ervoor dat ook de
ongewenste overgebleven Vertex verdwijnen. Bij het verbinden van de verschillende Edges met behulp van Connect is er volledige controle over de positie waar de nieuwe Edges mogen worden aangemaakt. Bij het gebruik van het Chamfer-commando is er een optie aanwezig om een Open Chamfer te maken, waardoor er bijvoorbeeld een opening ontstaat in plaats van extra vlakken. Kortom: wie werkt met ontwerptools kan het beste Editable Poly-objecten gebruiken, omdat dit veel tijd bespaart ten opzichte van Editable Mesh modeling, zie afbeelding 3.
Animatie De meeste basishandelingen zijn in Autodesk VIZ prima uit te voeren op het gebied van animatie. Er zitten natuurlijk geen special effects in, zoals bij Autodesk 3ds Max is. Wie mechanische animaties maakt kan de nieuwe Limit Controller goed gebruiken. Met deze nieuwe controller kan er een maximale en minimale waarde worden ingesteld bij een animatie zoals bijvoorbeeld voor verplaatsing, rotatie of verschaling. De Limit Controller is toe te voegen aan een object in de Curve Editor en respecteert het ingestelde bereik van de Controller, zie afbeelding 4. Als in Autodesk VIZ 2007 bijvoorbeeld een Noise Controller wordt gebruikt, dan is deze niet gebonden aan de lengte van de animatie en heeft het direct effect op het object. ongeacht op welk frame het object zelf geanimeerd is. Door gebruik te maken van de nieuwe Respect Animation Range is het mogelijk om bijvoorbeeld de Noise Controller alleen actief te maken zodra het object in het gebied komt waarin het is geanimeerd. Al met al zijn er een groot aantal kleine aanpassingen te vinden in Autodesk VIZ 2007. In het volgende en tevens laatste deel komen de nieuwe functies voor scèneen projectmanagement aan bod.
Afbeelding 4: De Limit Controller is toe te voegen aan een object in de Curve Editor. CADMagazine Juni 2006-4 55
Prod_CM4_2006
02-06-2006
12:47
Pagina 56
Inventor
Staalconstructies eenvoudig opzetten
Inventor 11 Frame Generator Door: Rob Sman
Een werktuigbouwkundig ontwerp kan onder meer bestaan uit constructies van standaardprofielen. Het opbouwen daarvan was altijd al mogelijk in Inventor, maar kon een tamelijk bewerkelijk proces zijn. Vooral wanneer er meer bij kwam kijken dan alleen maar rechttoe, rechtaan balkjes plaatsen. Met de komst van Inventor 11 doet de Frame Generator zijn intrede en wordt het opbouwen van dergelijke constructies aanzienlijk eenvoudiger.
In luttele minuten te construeren; dit is het resultaat van de Tutorial.
D
e Frame Generator (FG) bestaat uit een aantal functies die verzameld zijn in een eigen Panel. Wie klikt op het driehoekje naast Assembly Panel ziet daarna onder meer de keuze voor het FG-panel verschijnen. Uiteraard is dit Panel alleen beschikbaar in de samenstellingsomgeving. Enerzijds omdat de constructie zal bestaan uit meer dan één onderdeel en anderzijds omdat voor het opzetten van de constructie andere onderdelen worden gebruikt. Dat kunnen natuurlijk gewoon de andere onderdelen in het ontwerp zijn, maar vaak betreft het een onderdeel dat specifiek is aangemaakt om als uitgangspunt te dienen. Van de onderdelen kunnen dan punten, ribben en sketchelementen worden geselecteerd als invoer voor het creëren van de onderdelen van de staalconstructie. Sketches die deel uitmaken van de samenstelling kunnen echter niet worden gebruikt, en ook onderdelen die door de FG zijn 56
CADMagazine Juni 2006-4
aangemaakt, zijn hiervoor niet te gebruiken. De eerste functie van de FG is de Insert-functie. Eigenlijk is dit de enige functie die onderdelen voor het frame creëert. De andere dienen voor het bewerken van de geplaatste onderdelen. Voorts vinden we op het FG-panel een tweetal Design Accelerators voor het uitvoeren van sterkteberekeningen. Zodra Insert wordt geactiveerd, verschijnt een dialoogbox waarin een keuze kan worden gemaakt voor de te gebruiken standaard, profiel en afmeting. Ook materiaal en kleur zijn hier te bepalen. Voor het plaatsen van het gekozen profiel moet een keuze worden gemaakt voor een ander onderdeel. Dit kan By Edge, met allerlei mogelijkheden, zoals bogen en splines, of By End Point, hetgeen uiteraard altijd in een recht profiel zal resulteren. Bovendien kan de gebruiker opgeven welk punt van het profiel door deze
keuzes wordt gedefinieerd. Om het helemaal af te maken mag ten opzichte van het gekozen punt nog een offset en rotatie worden opgegeven. Alle gemaakte keuzes worden in preview getoond, zodat er niets meer mis kan gaan. Onderdelen Wanneer in de Insert-dialoogbox OK wordt gekozen, worden de onderdelen van het Frame aangemaakt. Wanneer op de ‘gewone’ manier een onderdeel aan een samenstelling wordt toegevoegd, moet vooraf de naam worden opgegeven. Nu mag dat achteraf; er wordt een dialoogbox getoond met namen die Inventor voor de onderdelen voorstelt. Zo’n naam bestaat uit een omschrijving van het profiel en een volgnummer. Normaliter volstaat het die namen te accepteren. Meestal zullen de onderdelen voor een frame in een subsamenstelling worden aangemaakt. Die moet de gebruiker dan wel zelf eerst aanmaken en activeren. Herstructureren achteraf is natuurlijk ook mogelijk. Met het plaatsen van de onderdelen is iets bijzonders aan de hand. Ze worden allemaal voorzien van de eigenschap Grounded, maar zelfs als je die opheft kan zo’n onderdeel alleen maar tijdelijk worden versleept met de muis. Muisknop loslaten en het onderdeel vliegt terug naar zijn plaats. Maar er is geen sprake van assembly-constraints, en ook zijn de onderdelen niet Adaptive! Desalniettemin zullen ze zich aanpassen aan wijzigingen aan de geometrie die is gekozen om ze te creëren. Veranderen De functie Change is voor het achteraf wijzigen van de definitie. De bijbehorende dialoogbox is grotendeels gelijk aan die van Insert. Inventor gaat er van uit dat deze functie alleen wordt gebruikt om een andere afmeting te kiezen voor de geplaatste onderdelen. Voor wijzigingen in de plaatsing moet de gebruiker Change
Prod_CM4_2006
02-06-2006
12:47
Pagina 57
Inventor
zowel de informatie over de subsamenstelling als die van de onderdelen daarbinnen in de stuklijst te tonen. Als een stuklijst met de onderdelen in de tekening voorkomt, staan de lengtes van de onderdelen al in de Quantity kolom weergegeven. De stuklijst is aan te Een in de buis stekend profiel wordt gekapt met de passen door er op te Notch-functie, maar kan daarna toch nog worden verdubbelklikken. De onlengd tot hij aansluit. derdelen hebben een eigenschap hebben die Orientation aanvinken. De overige STOCK NUMBER heet. Deze is in functies waarmee de frameonderdelen de tabel in te voegen met de Column te wijzigen zijn, hebben allemaal te Chooser. Verwijder kolommen die maken met het laten aansluiten en niet nodig zijn. Naast het icoon voor trimmen van de profielen. Trim de Colums Chooser is er de GroupTo Frame maakt het mogelijk om een functie. Een groep is te maken door te profiel te trimmen met behulp van filteren op STOCK NUMBER. andere delen van het frame. Trim- Verwijder de vinkjes voor Display Extend To Face doet dat met vlakken Item Numbers en Display Group van onderdelen. Miter maakt verstek- Participants. De dialoogbox is met hoeken aan de onderdelen en Notch OK te sluiten. Nu zijn de gelijksoortikapt onderdelen uit met behulp van ge profielen tot één item samenandere onderdelen. Lengthen spreekt gevoegd en de lengtes bij elkaar voor zich maar kan alleen worden opgeteld. Om daarover nog wat meer toegepast op uiteinden van profielen controle te krijgen is de Quantitydie niet met één van de eerder kolom te wijzigen. Kies binnen de genoemde functies zijn aangepast. Dit Edit Parts List dialoog met de rechtermet uitzondering van een bewerking muisknop de kolom QTY. Kies met Notch, die wél mag worden vervolgens in het contextmenu voor verlengd. Rebuild maakt alle wijzi- Format Column. Ga in de volgende gingen ongedaan. Het is wennen dat dialoogbox door naar het tabblad al deze bewerkingen in de browser Substitution en kies vervolgens voor niet zichtbaar zijn als features. Wie Enable Substitution. Alle invoerveleen Miter heeft toegepast op twee den zijn nog grijs zolang niet is profielen en de offset wil wijzigen om bepaald om welk kenmerk, ofwel de grootte van de opening te verande- property, het gaat. Hier moet in de ren, moet Miter gewoon opnieuw toe- bovenste lijst gekozen worden voor passen. Het maakt daarbij niet uit dat Custom Properties. Maak een New er al een Miter is. Property en vul hiervoor G_L in. Wie in het model binnen een onderdeel Leren naar de Parameters dialoogbox gaat, In de Tutorials, te vinden in het Help- zal zien dat daar een parameter met menu, staat een oefening die de ge- die naam voorkomt, die ook al voor bruiker vertrouwd maakt de hierboven Export is geselecteerd. Met andere genoemde functies en de werkmetho- woorden: het is mogelijk om deze in diek. Wel ontbreekt daar mijns inziens de stuklijst op te roepen. De waarde een belangrijk stukje. Het heeft niet van G_L is de lengte van het onderzozeer met het modelleren te maken, deel. Nu de Property is gekozen gaat maar wel met de stuklijst. Het is na- het in het veld ernaast om de Sum Of melijk vrij eenvoudig om van de in All Values. Onder in de dialoogbox is het frame voorkomende profielen de nu de weergave geheel aan te passen totaallengtes in de stuklijst weer te la- door de eenheden en aantal decimalen ten geven. Van het ontwerp zijn de no- te kiezen. dige views in een tekening te plaatsen. Vaak zal een frame daarin voorkomen De auteur is bereikbaar via als subsamenstelling. Naar keuze is
[email protected]
COLUMN CAD sociëteit Nee! Snauwde ik haar toe. “Er is niets en gestresst ben ik al helemaal niet”en smeet de hoorn op de haak. Stampend liep ik de kamer uit en met een klap gooide ik de deur van de voordeur achter me dicht. De straat op. Langzaam kwam ik tot rust en slenterde verder door de donkere straten van het Belgische Hasselt. De koude buitenlucht deed me goed. De problemen op kantoor met de implementatie van de nieuwe CAD-versie gleden een beetje van me af. Een half uur verstreek. Per toeval zag ik de uitnodiging: ‘Hedenavond CAD-workshop problemen oplossen’. Dat was precies wat ik nodig had: een spontane avond met gelijkgestemden. Een soort sociëteit met het rode pluche, dikke sigaar in de ene hand een glas twintig jaar oude whisky in de ander en maar filosoferen over het verbeteren van de CAD-wereld. Het bespreken op niveau van complexe CADaangelegenheden. Ik zag het helemaal zitten. Resoluut stapte ik naar binnen. Eenmaal in de gang richting de zaal bekroop mij een naar gevoel. Onder woorden brengen kon ik het niet, maar het voelde niet ok. Aan het eind werd ik meer dan vriendelijk begroet: “Hallo ik ben Hans. Goed dat je gekomen bent, je bent meer dan van harte welkom. Komen is een grote stap voorwaarts. Na een avond praten en workshops tekent zich weer licht af in de tunnel.” Het zweet brak me uit. Plots zag ik het en alle signalen, indrukken en gevoelens vielen als puzzelstukjes op hun plaats. Ik stond oog in oog met een enorm spandoek met de tekst: Centrum Alcohol en Drugsproblemen (CAD) Heet u van harte welkom Wilt u er over praten? Uw reacties naar:
[email protected] Wil Barendsz
CADMagazine Juni 2006-4 57
Prod_CM4_2006
02-06-2006
12:47
Pagina 58
MicroStation
Bestanden op coördinaat positioneren
Ve c t o r- e n r a s t e r r e f e r e n t i e s i n M i c r o S Door: Johan Vreede
Veel tekeningen worden opgebouwd met referentiebestanden als onderlegger. Dit gebeurt met name bij kaartmateriaal of wanneer een uitgangssituatie wordt gebruikt waarop ontwerpwijzigingen moeten plaatsvinden. Programmeertechnisch is het vooral zaak de juiste commando’s voor het koppelen en ontkoppelen te gebruiken en het verversen van het beeld niet te vergeten. de tekening meteen in beeld moet komen. Bij het koppelen kan voor de naam van het referentiebestand ook gebruik worden gemaakt van environmentvariabelen, gevolgd door een dubbelpunt. In het geval van topografische bestanden zullen de bestanden in de regel met hun nulpunten op elkaar moeten liggen. In MicroStation termen heet dit ‘coincident’. Daarvoor is overigens ook het speciale commando Attachments.AddCoincident beschikbaar. Afkoppelen gebeurt met:
Raster- en vectorbestanden gekoppeld.
Een referentiekoppeling is in feite een model waaraan wordt gerefereerd vanuit het huidige model. Het model waarnaar wordt gerefereerd kan zich zowel in het huidige ontwerpbestand bevinden, als in een ander bestand. Sinds versie 8 van MicroStation worden referenties Attachments genoemd. Dit zijn koppelingen naar een object in de tekenomgeving waarbij het object in dit geval de tekening zelf voorstelt of een model binnen die tekening. MicroStation maakt voor het koppelen van referentiebestanden onderscheid tussen vectorbestanden en rasterbestanden. De vectorreferenties worden als attachment gekoppeld aan een model in de tekening, de rasterreferenties worden als attachment gekoppeld aan de tekening, waarbij de attachments als models worden behandeld. De zichtbaarheid is gekoppeld aan een view, hetgeen betekent dat het rasterbestand in alle models in die view zichtbaar zal zijn Vectorbestanden koppelen Het feitelijk koppelen van een vectorbestand gebeurt door aan de collectie Attachments van het object ActiveModelReference een lid toe te voegen: Set refatt = ActiveModelReference.Attachments.Add (
, <modelnaam>, , , ,, True, True) Hierbij is filenaam de naam van het te koppelen bestand, modelnaam de naam van een model binnen dat bestand, en logicalnaam en beschrijving bedoeld voor unieke identificatie. De punten punt_0 en punt_1 geven aan hoe de oorsprong van het master-bestand en reference-bestand op elkaar passen en de overige twee opties geven aan of 58
CADMagazine Juni 2006-4
A c t i v e M o d e l R e f e re n c e . A t t a c h m e n t s . R e m o v e ActiveModelReference.Attachments.FindByLogicalName( ) Voor het afkoppelcommando is een attachmentobject nodig. In dit geval wordt het juiste attachmentobject gevonden via de methode FindByLogicalName.
Dialoogbox met instellingsmogelijkheden.
Event-triggers Het koppelen en ontkoppelen van referentiebestanden is een actie die getriggerd kan worden. Er zijn speciale event-handlers beschikbaar voor de behandeling van attachments. Deze zijn, zoals gebruikelijk, ondergebracht in een speciale Klasse die deze events implementeert: Implements IattachmentEvents. Het afvangen van deze events moet echter wel worden gestart met AddAttachmentEventsHandler. De volgende basisevents zijn nodig: Beforeattach, Afterattach, Beforedetach, Afterdetach, Attachment-
Prod_CM4_2006
02-06-2006
12:47
Pagina 59
MicroStation
nties in MicroStation Modified. Deze dienen ook allemaal in de klasse opgenomen te zijn. In de voorbeeldroutine is een triggerevent opgenomen bij het aankoppelen van een nieuwe referentie. Met behulp van een logbestand is zo bij te houden wie wanneer welk bestand heeft gekoppeld. De referenties worden overigens als collectie behandeld. Dit houdt in dat een volgnummer binnen de collectie niet noodzakelijkerwijs overeen komt met de positie in de lijst, het slotnummer, die een bestand inneemt. Rasterbestanden koppelen Rasterbestanden zijn, zoals gezegd, niet gekoppeld aan een model maar aan het ontwerpbestand. Daarvoor is een speciaal object beschikbaar: het object RasterManager. Koppelen gebeurt als volgt: RasterManager.Rasters.Attach , , , , , Hierbij zal de bedoeling van filenaam, logicalnaam en beschrijving duidelijk zijn. Daarnaast stelt views een array met viewnummers voor, bepaalt attachmode of het bestand als tijdelijke of permanente referentie moet worden beschouwd, en bepaalt accesmode de toegang tot het bestand. Voor het afkoppelen van de rasterbestanden geldt dat het betreffende rasterbestand eerst geselecteerd moet zijn om vervolgens te kunnen worden afgekoppeld. Alle geselecteerde bestanden worden vervolgens in een enkel afkoppelcommando afgekoppeld. Of een rasterbestand is geselecteerd, is in te stellen bij het attribuut ExtendedInformation. For j = 1 To RasterManager.Rasters.Count RasterManager.Rasters(j).ExtendedInformation.IsSelecte d = True Next RasterManager.Rasters.Detach For Each vw In ActiveDesignFile.Views vw.Redraw Next De views moeten dan ververst worden om het resultaat zichtbaar te maken. De naameigenschap, welk bestand, van een rasterbestand is ondergebracht in het attribuut RasterInformation. Geo-referentie Rasterbestanden zijn net als vectorbestanden ‘op coördinaat’ te positioneren. Kort gezegd komt het er op neer dat van een pixel in het rasterbestand vastgelegd is welk coördinaat dit voorstelt en eventueel welk coördinatenstelsel wordt gebruikt. Met drie coördinaten is de exacte plaats en grootte
Dialoogbox met logbestand.
van het rasterbestand vast te leggen. Deze informatie wordt opgeslagen in het rasterbestand, de zogenaamde GeoRefInformation. Het toevoegen van deze positie-informatie en eventuele bewerkingen van het rasterbestand gebeurt in de regel met speciaal daarvoor ontwikkelde software, bijvoorbeeld Bentley Descartes. De voorbeeldroutine In deze voorbeeldroutine wordt gewerkt met een keuzevenster waarin de te koppelen of ontkoppelen referentie(s) kunnen worden geselecteerd. De map waarin gezocht moet worden is instelbaar. Bovendien de gebruiker kiezen tussen het koppelen van vector- of rasterbestanden. MicroStation maakt hierin uitdrukkelijk onderscheid en hanteert daarvoor verschillende commando’s. Dit heeft te maken met de behandeling van het geheugengebruik van met name het grafisch geheugen. In de meeste gevallen is controle vereist of een reference al gekoppeld is. De gebruiker zou er voor kunnen kiezen om de referentie niet nogmaals te koppelen. Indien hij dat wel doet zal de referentie een unieke logische naam moeten krijgen. In de voorbeeldroutine wordt dan ook eerst gecontroleerd of de gekozen logische naam al voorkomt. Bij het koppelen van rasterbestanden is dat in dit voorbeeld overigens achterwege gelaten. Het verzamelen van de bestandsnamen gebeurt op een klassieke basic manier, met behulp van het statement dir$. Moderne programmeertechnieken maken gebruik van een filesystemobject. Zie hiervoor diverse voorbeelden op Internet. De basismap waarin naar bestandengezocht wordt, wordt met behulp van de publieke variabele lufo_dir vastgelegd. Deze variabele is via de knop ‘Map’ te wijzigen. De knoppen ‘Bekijken’ en ‘Wissen’ hebben betrekking op het logbestand. Daarbij wordt onder meer gebruik gemaakt van het Windows Scripting Object Wscript, waarmee Notepad met het betreffende logbestand te openen is. De voorbeeldroutine is bedoeld om een eigen programma voor het behandelen van referentiekoppelingen op te zetten. Succes.
CADMagazine Juni 2006-4 59
Prod_CM4_2006
02-06-2006
12:47
Pagina 61
SolidWorks
Productvarianten op het hoogste niveau
Gebruik van samenstellingconfiguraties in SolidWorks Door: Renso Kuster
In een eerder artikel vorig jaar heb ik al verteld wat de mogelijkheden zijn van configuraties. Daarbij heb ik me beperkt tot de toepassing daarvan voor onderdelen. Ik wil nu ingaan op de mogelijkheden hiervan voor samenstellingen. De toepassing van configuraties is een zeer krachtige tool voor het maken van ontwerpvarianten voor velerlei toepassingen.
Afbeelding 1: De vier plankjes die moeten worden aangestuurd met de productconfigurator.
C
onfiguraties aanmaken bij onderdelen geschied op twee verschillende manieren. De eerste methode is via de configuratiemanager, welke is gesitueerd aan de linkerkant van het SolidWorks-scherm. Hierin maakt de gebruiker handmatige configuraties aan. Er is ook een methode voor het snel aanmaken van een grote hoeveelheid configuraties. Hiervoor gebruikt de ontwerper de functionaliteit van een design table. Dit is een MS Excel-bestand welke embedded in het SolidWorks-bestand wordt opgeslagen. Hierin is alle MS Excel-functionaliteit ter beschikking om snel veel varianten te maken. Deze manier van
werken is gelijk aan de werkwijze zoals deze in het eerdere artikel is beschreven. Variabelen Om verschillende varianten van een samenstelling te maken zal de gebruiker verschillende parameters moeten aansturen. De belangrijkste parameters die hij wil aansturen zullen de verschillende configuraties van de onderdelen zijn. De ontwerper maakt dus op samenstellingniveau geen varianten van de onderdelen zelf aan door de maten ervan direct te sturen. Hij moet van te voren al de verschillende varianten van de modellen heb-
ben. Door de verschillende configuraties van de onderdelen aan te roepen ontstaan samenstellingvariaties. Verder kan de gebruiker alles variëren wat er op samenstellingniveau is gedefinieerd. Een van deze mogelijkheden zijn de posities van de onderdelen. Deze worden bepaald door de mates, binnen configuraties kan de gebruiker hier twee dingen mee doen. Hij de eigenschappen van een mate wijzigen, bijvoorbeeld een distance mate heeft in de ene configuratie een maat van 100 millimeter en in de tweede configuratie een maat van. Dit is te doen door te dubbelklikken op de maat van de mate en de maat aan CADMagazine Juni 2006-4 61
Prod_CM4_2006
02-06-2006
12:47
Pagina 62
SolidWorks
Afbeelding 2: Dimensies toevoegen in de productconfigurator.
te passen naar de gewenste waarde en daarbij de optie All configurations om te zetten naar this configuration. Hierdoor wordt de wijziging alleen doorgevoerd op de configuratie waar de gebruiker op dat moment in werkt. Dezelfde optie is ook aanwezig als de ontwerper kiest voor edit-feature in plaats van dat hij dubbelklikt op de waarde van de mate. Het andere wat met mates kan, is het veranderen van het mate-type. In de ene configuratie zit een onderdeel gefixeerd middels een coincident-relatie, maar in de andere configuratie middels een angle mate. Dit is te bereiken door in de nieuwe configuratie de mate-coincident op suppress te zetten met de rechtermuisknop. Vervolgens maakt de gebruiker een nieuwe angle-mate aan. Als hij dan terugschakelt naar de originele situatie ziet hij dat de coincident nog steeds actief is, maar de nieuwe angle mate op suppress staat. Ook kunnen direct alle maten worden gestuurd van alle features die aangemaakt zijn op samenstellingsniveau. Hiermee bedoel ik samenstellingscuts en -holes, patronen, referentiegeometrie en schetsen. Zeker deze laatste twee geven extra mogelijkheden om toch vanuit de samenstellingconfiguratie een onderdeel van formaat direct aan te sturen. Productconfigurator Als een ontwerper de twee laatst beschreven opties van een samenstellingconfiguratie gebruikt, referentiegeometrie en schetsen, is het heel gemakkelijk om een soort van productconfigurator te bouwen. Deze productconfigurator werkt dan middels 62
CADMagazine Juni 2006-4
MS Excel, door daar maten en opties in te geven de gebruiker zijn samenstelling precies maken volgens zijn specificaties. Stel dat de gebruiker een productconfigurator wil bouwen waarmee hij een model aanstuurt met een viertal plankjes zoals in afbeelding 1. De ontwerper wil kunnen kiezen of de plankjes wel of niet afgeronde kanten hebben. Als eerste opent hij hiervoor een nieuwe, lege samenstelling en maakt hij een schets op het topvlak, waarbij de linkeronderhoek vastligt op het origin. Tevens dienen er dimensies te worden toegevoegd, zoals weergegeven in afbeelding 2. Vervolgens maakt de gebruiker een nieuwe schets op het right plane, hierin zet hij 1 hoek vast op het origin en een andere hoek op een hoekpunt van de eerste schets. Hierdoor is de breedte bepaald, alleen de hoogte moet nog worden ingegeven met een maat van 80 millimeter. Er zijn nu twee schetsen gemaakt op samenstellingniveau, welke gestuurd kunnen worden door de samenstellingconfiguratie. Hierna moeten nog twee planes worden aangebracht. Het eerste plane is parallel aan het topplane en heeft als tweede referentie het hoekpunt van de schets. Het tweede plane is parallel aan het rightplane en heeft ook als tweede referentie een hoekpunt van de andere schets. Het resultaat hiervan is te zien in afbeelding 3. Dit dient te worden opgeslagen, op een vaste locatie, met de naam configurator. Vervolgens maakt de gebruiker in de samenstelling een nieuw onderdeel aan, met als reference plane het top plane. SolidWorks opent direct een schets op
dit vlak. Selecteer sketch1 in de featuremanagertree en kies de functie convert entities. Deze schets extrudeert de gebruiker vervolgens met een dikte van 10 millimeter. Vervolgens maakt hij een tweede part aan en deze plaatst hij op het right plane als eerste referentie. Ook hierbij wordt de vorm in de sketch overgenomen, maar dan van sketch2. Ook deze dient te worden geëxtrudeerd met een dikte van 10 millimeter. De twee nieuw gecreëerde onderdelen kopieert de gebruiker beide eenmaal middels te slepen terwijl hij de ctrl-toets ingedrukt houdt. Deze twee onderdelen zijn vast te leggen met mates aan de twee gecreëerde planes en aan de andere onderdelen. Designtable Beide onderdelen dienen een voor een te worden geopend en moeten hierin twee extra configuraties krijgen met de namen ‘Met Afschuining’ en ‘Met Afronding’. Vervolgens dient de gebruiker bij de juiste configuraties een feature aan te maken waarbij alle randen respectievelijk afgeschuind en afgerond zijn, beide met een waarde van 3 millimeter. Nu moet de designtable worden gemaakt die uiteindelijk als configurator zal dienen. Om het makkelijk te maken moeten hiervoor eerst alle maten aanstaan. Dit kan door met de rechtermuisknop te klikken op het item annotations en te kiezen voor ‘show feature dimensions’. Via het menu Insert is nu te kiezen voor het invoegen van designtable. Als de lege designtable op het scherm staat, kan de gebruiker dubbelklikken op een van de drie maten. SolidWorks zal ze vervolgens invoeren in de table. Vervolgens dubbelklikt de gebruiker op één van de onderdelen. Met de tekst die automatisch wordt toegevoegd is de de suppression state van een onderdeel te wijzigen. Dat is niet gewenst, dus moet de tekst worden aangepast van $STATE in $CONFIGURATION. Deze tekst kopieert de gebruiker drie keer waarin hij elke keer de juiste bestandnaam invult en het instance-nummer. Dit laatste geeft aan hoe vaak een onderdeel voorkomt in de samenstelling. De juiste instance-nummering staat genoemd in de feature-manager tussen <> achter het onderdeel. Als waarde is bijvoorbeeld default in te vullen. Nu onstaat een
Prod_CM4_2006
02-06-2006
12:47
Pagina 63
SolidWorks
ven aan dat het commentaarregels zijn die zijn toegevoegd. Achter deze teksten een lege kolom en vervolgens weer de teksten Hoogte, Breedte, Diepte en Uitvoering. Bij de eerste drie komt Afbeelding 3: Het tweede plane is parallel aan het rightp een fictieve waarde ,lane en heeft ook als tweede referentie een hoekpunt van de in de kolom achter andere schets. de tekst. In de kolom achter Uitdesigntable met daarin één configura- voering komt een MS Excel keuzetie. Normaliter zou de gebruiker de lijst, deze is te vinden in het menu databel uitbreiden met een aantal extra ta, validation. In de lijst komen exact configuraties volgens de waarde die de nemen zoals ze in de configuraties hij graag ziet. Het is echter de bedoe- van de onderdelen zijn genoemd. Dit ling om er een echte configurator van voorkomt later typefouten in de configurator. Tenslotte moeten de cellen te maken. Een aantal regels onder de tekst, zoals van de configuratie zijn doorverwedie nu in de tabel staat, moet viermaal zen met de waardes zoals ze achter de in kolom 1 de tekst $user_notes onder tekst staan. Het enige wat nu nodig is, elkaar komen. Daarmee is aangege- zijn de tekstvelden. Dus hierna zijn
alle velden die behoren tot de configuratie op hide te zetten. Als nu een willekeurige waarden is ingevuld, of als de gebruiker kiest uit de keuzelijst, zullen alle onderdelen veranderen van maat, positie en uitvoering. De configurator werkt dan correct. Dit voorbeeld is relatief simpel maar het is uit te breiden naar vele complexere modellen. Conclusie Configuraties op samenstellingniveau zijn een zeer krachtig tool om varianten van een complete samenstelling te maken. Wie wat creatiever met SolidWorks en MS Excel omgaat krijgt echter nog een keur aan extra mogelijkheden. Wanneer u nog vragen heeft naar aanleiding van dit artikel of u wilt het beschreven voorbeeld ontvangen kunt altijd contact opnemen middels email: [email protected]
Prod_CM4_2006
02-06-2006
12:47
Pagina 64
SolidEdge
Integratie met Teamcenter
De Solid Edge Embedded Client Door: Jaap Dubbelaar
De Solid Edge Embedded Client is de Teamcenter integratie voor Solid Edge zodat men vanuit de CAD applicatie toegang krijgt tot deze PDM omgeving. In dit artikel wordt een overzicht gegeven van de belangrijkste datamanagement functies van deze gecombineerde toepassingen.
Het kiezen van een Revision Rule bij het openen van een samenstelling in de Solid Edge Embedded Client van Teamcenter.
Teamcenter
is de PDM-oplossing van UGS die inmiddels de PLM-basis vormt voor uiteenlopende applicaties, ook van andere leveranciers. Eind 2005 is Teamcenter Express geïntroduceerd als onderdeel van de UGS Velocity Series. Dit is een ingerichte datamanagementomgeving, speciaal gericht op het midden- en kleinbedrijf. Teamcenter Express maakt gebruik van standaard Microsoft onderdelen zoals Windows 2003 Server en MS SQL Server die ook voor het MKB inmiddels gemeengoed zijn en daarom in eigen beheer operationeel kunnen worden gehouden. De Solid Edge Embedded Client (SEEC) dankt zijn naam aan het feit dat er vrijwel niets te zien is van de integratie met Teamcenter en de manier van werken voor de gebruiker niet wijzigt na invoering van PDM. Aan het begin van een sessie verschijnt het log-
64
CADMagazine Juni 2006-4
inscherm om toegang te krijgen tot het systeem. Met een Autologin-functie kan de gebruiker ook kiezen voor inloggen via de Windows netwerk loginnaam. Hierna ‘kijkt’ de gebruiker bijvoorbeeld bij de File Open-functie, rechtstreeks in Teamcenter alsof hij in een map op lokale disk werkt. Direct zijn alle zoekfuncties, al of niet voorgedefinieerd, beschikbaar om de benodigde bestanden te vinden. Check-in / Check-out Als de gebruiker het Solid Edge-bestand gevonden heeft en hij volgens zijn profiel ook geautoriseerd is om hieraan te werken, kan hij deze openen waarbij automatisch een Check-out wordt gedaan om te voorkomen dat een andere gebruiker tegelijkertijd dit bestand kan wijzigen. Na het beëindigen van de werkzaamheden zal bij een File/Close ook direct een Check-in
worden uitgevoerd zodat, de laatste wijzigingen in de centrale database worden verwerkt. Bij het openen van een bestand kan de gebruiker zo genaamde Revision Rules toepassen om bijvoorbeeld de laatst vrijgegeven versie te openen. Bij een samenstelling is in het File/Openvenster direct de stuklijst zichtbaar te maken. Hierbij kan de gebruiker kiezen voor het tegelijkertijd uitchecken van onderdelen die in de samenstelling voorkomen. Dit omdat al bekend is dat ook deze dienen te worden gewijzigd. Zo worden de bestanden geblokkeerd voor anderen en staan deze klaar om aangepast te worden. Dit wordt een expliciete Check-out genoemd. Een impliciete Check-out wordt uitgevoerd op het moment dat de gebruiker binnen een samenstelling met een dubbelklik een onderdeel opent voor wijzigen. Binnen de EdgeBar is altijd zichtbaar welke bestanden zijn uitgecheckt en door welke gebruiker. Attributen en Viewables Binnen Solid Edge kan de gebruiker de metadata over de bestanden ingeven via het File/Properties-formulier. Deze voorziet in een aantal standaardattributen die verder kunnen worden uitgebreid met bedrijfspecifieke varianten via de Custom Properties. Tijdens een Check-in en Check-out worden ze, indien gewenst in twee richtingen, gesynchroniseerd met de Teamcenter-databas. Zo zijn de juiste gegevens ook beschikbaar zijn via de Teamcenter Client of Portal. Voor het Item-id en revisie wordt gebruik gemaakt van een geheel aan de bedrijfsstandaard aan te passen nummergenerator. Dubbele nummers binnen het systeem worden daarmee voorkomen. De Assign-functie geeft automatisch het eerstvolgende vrije nummer en revisienummer of letter aan een onderdeel of tekening. Ook wordt tijdens een Check-in automatisch een lichtgewicht viewbestand in de JT-standaard aangemaakt en opgeslagen bij het betreffende onderdeel. Deze is direct te bekijken binnen de
Prod_CM4_2006
02-06-2006
12:48
Pagina 65
Een Solid Edge-samenstelling geopend in de Teamcenter client in BOM view.
Teamcenter Clients zodat ook de nietCAD gebruikers binnen het bedrijf de modellen en tekeningen kunnen bekijken. Revisions en Workflow Een belangrijke functie van een PDMsysteem is het bijhouden van revisies en het controleren van een vrijgaveprocedure. Het aanmaken van een nieuwe revisie is direct in Solid Edge mogelijk via de functie Revise in het File-menu en onder de rechtermuisknop beschikbaar binnen de assemblytree van een samenstelling. De Assignfunctie zal het eerst volgende revisienummer of letter afgeven. Zoals gezegd wijzigt de manier van werken voor de gebruiker na invoering van de Teamcenter-integratie vrijwel niet. Er zijn geen speciale menu’s of knoppen nodig voor het bedienen van het PDM-systeem. Alle bestanden zijn via zoekfuncties binnen de EdgeBar te vinden en via Drag&Drop te plaatsen vanuit de Library Tab. Zodra Teamcenter staat aangevinkt in het Application-menu geeft Solid Edge direct toegang tot Teamcenter bij alle commando’s die bestanden openen of aanmaken. Voorbeelden hiervan zijn Create-In-Place, Devide Part, Mirror Assembly en Familie Of Parts. Om sneller bestanden te kunnen openen wordt gebruik gemaakt van een lokale cachefolder op het werkstation van de gebruiker. Bij het openen wordt gekeken of de lokale versie nog up-todate is ten opzichte van de versie op de
Teamcenter-server. Indien dit het geval is wordt netwerkverkeer voorkomen en direct de lokale versie geopend. Alleen bestanden die lokaal niet bestaan of niet meer van de laatste versie zijn, worden deze opgehaald van de server. Implementatie Doordat Teamcenter Express en de Solid Edge Embedded Client volledig productiegereed zijn na installatie is een zeer snelle implementatie mogelijk binnen een bedrijf. De complete inrichting van gebruikersrollen, Workflow, Attributen, databasestructuur, Rapporten, Searches, bestandtypen en dergelijke zijn gericht op de werkwijzen binnen het MKB. Voor het importeren van eerder aangemaakte bestanden is een Bulkload Utility beschikbaar evenals Backup- en Restore-functies. Naast de Solid Edgeintegratie bestaan er al langere tijd koppelingen met andere CAD-applicaties zoals AutoCAD, Inventor, SolidWorks, ProEngineer, Catia en natuurlijk NX (Unigraphics). Teamcenter kent daarom ook uitbreidingen als Multi-site, Classificatie, ERP-integraties en Teamcenter Community Collaboration. Aanvullende informatie over Solid Edge is te vinden op www.solidedge.com en www.solidedge.nl. Eventuele vragen of opmerkingen zijn welkom via: [email protected]