2
In Nederland is een zakelijkere wind gaan waaien, ook waar het gaat om zorg en hulpverlening. We willen best solidair zijn met mensen die hulp nodig hebben, maar dan moet ons geld wel goed besteed worden. Mensen die hun eigen problemen niet zelf oplossen, geven we steeds vroeger op. Dat is dan je eigen schuld. En regels zijn regels. Burgers worden geacht zelfredzaam te zijn. Voor veel mensen is dit een goede ontwikkeling, zij worden door de hardere aanpak geprikkeld om aan de slag te gaan en hun weg naar de maatschappij terug te vinden. Maar veel mensen lukt dit niet. Zij raken verstrikt in de doolhof aan organisaties en procedures of ze passen niet in het algemene plaatje. Daardoor worden ze niet geholpen, en vallen ze door de mazen van het net. De vraag is of we daaraan wat willen doen. Is dat een 1 De namen in deze folder zijn gefingeerd, de cases zijn echter wel gebaseerd op verhalen van hulpverleners, die deze gevallen met de werkgroep LinksGroen besproken hebben.
risico dat we accepteren en laten we het daarbij? Of doen we ons best, om ook deze mensen een plaats te geven in onze samenleving? Deze folder gaat over Nijmegenaren die door de mazen van het net zijn gevallen of dreigen te vallen. Wat zijn de oorzaken dat zij niet de hulp krijgen die zij nodig hebben? Het gaat ook over de Nijmeegse overheid, hulpverleners en burgers. Wat kunnen zij doen om mede Nijmegenaren dat extra steuntje te geven dat zij nodig hebben om hun weg terug te vinden? Deze folder is een initiatief van betrokken Nijmegenaren en is gebaseerd op interviews met de mensen die hulp nodig hebben, hulpverleners en betrokken medeburgers2.
Hoe is het landelijk gesteld met mensen die hulp nodig hebben? In 2006 had ongeveer 10% van de huishoudens in Nederland een inkomen onder de lage-inkomensgrens. De inkomenspositie van 65 plussers steeg iets, eenoudergezinnen en allochtonen liepen het grootste risico om onder deze grens te komen of te blijven3.
Jessy is 7 en leeft samen met haar moeder van een bijstandsuitkering. De moeder van Jessy kan slecht met geld omgaan en heeft forse betaalachterstanden. Verschillende aanmaningen komen binnen, maar verdwijnen ongeopend in de prullenbak. Het waterbedrijf is één van de bedrijven waarvan de rekening niet betaald is. Na vier aanmaningen sluit het waterbedrijf de watertoevoer af. Jessy kan daardoor niet meer tanden poetsen of onder de douche. 3
2 Infobronnen: De Driestroom, Wijkpost, Interlokaal, de Grift, Gelderse Organisatie Maatschappelijke Activering, Diaconie en KerkinActie. 3 Armoedebericht 2006. SCP/ CBS. De lage-inkomensgrens is een voor alle jaren vergelijkbaar bedrag, gecorrigeerd voor inflatie. De situatie van 2004 wordt als basis genomen. In dit jaar was dit een jaarinkomen van 10.287 euro, of een maandinkomen van 860 euro. Dit bedrag is ongeveer gelijk aan (de koopkracht van) een bijstands uitkering voor een alleenstaande in 1979. Foto: Chantal Heijnen
Kees (31) komt na zeven maanden detentie weer vrij. Vroeger kregen ex-gedetineerden automatisch reclassering aangeboden, tegenwoordig niet meer. Kees staat er dus alleen voor, ook omdat er geen familie of vrienden zijn om hem te helpen. Hij moet op zoek naar onderdak, want zonder officieel woonadres wil het CWI zijn uitkeringsaanvraag niet in behandeling nemen. Als hij binnen twee maanden een woning heeft gevonden, heeft hij recht op uitkering en zal hij ook een voorschot ontvangen. Hij vindt op tijd een kamer voor e 300,- per maand maar kan zonder uitkering of voorschot de eerste maand huur en de borg niet betalen. De huisbaas weigert uitstel en de Sociale Dienst geeft hem geen voorschot op de uitkering. De Sociale Dienst weet namelijk nog niet zeker of de aanvraag van Kees rechtmatig is, want hij kan niet bewijzen dat hij een woonadres heeft. Kees heeft uiteindelijk geen kamer en geen uitkering. 1
Foto: Chantal Heijnen
Van alle Nijmegenaren had in 2005 ongeveer 17% een laag inkomen6. Bijna 7000 inwoners (4,4%) leefde van een bijstandsuitkering. Van de groep met uitkering is 60% alleenstaand en 23% vormt een eenoudergezin. Van de groep met uitkering blijft 83% al langer dan 12 maanden in de uitkering7. Eind 2006 is het aantal mensen met een laag inkomen gedaald tot circa 6000. De regionale en lokale overheid doet al veel om mensen te helpen en de mazen in het net te dichten. Zo start de provincie Gelderland een proef project voor budgetbeheer voor daklozen zonder woonadres. Mensen zonder (vast) woonadres kunnen normaal niet bij officiële instanties terecht. De gemeente Nijmegen werkt aan het verkorten van de wachtlijsten van de Gemeentelijke Krediet Bank. In de Nijmeegse wijken Oudwest en Dukenburg lopen projecten om mensen ook gebruik te laten maken van (hen) onbekende regels. Ook komt er financiering voor SNOV8 voor het helpen van uitgeprocedeerde asielzoekers. Aan één kant helpt de gemeente Nijmegen om de problemen op te lossen. Aan de andere kant is de gemeente strenger geworden. De gemeente spreekt ook de klant die hulp nodig heeft aan op zijn eigen verantwoordelijkheid en op het nakomen van afspraken. De gemeente geeft voorrang aan het bestrijden van fraude, boven het verlenen van hulp. De ‘ideale’ klant is dus de zelfstandige klant die zijn administratie op orde heeft, de regels kent en zich aan de regels houdt. Dit levert problemen op voor groepen die niet aan het plaatje voldoen.
4
In 2006 schrijft Kerkinactie een rapport over armoede en hulpverlening in Nederland4. In dit rapport concludeert Kerkinactie dat 78% van de bijna 1700 diaconieën in het land hulpbehoevenden extra ondersteunt. Dit gebeurt materieel, met geld en/of spullen, maar ook immaterieel. De immateriële hulp is voor een groot deel (50,5%) ‘het verwijzen en begeleiden naar instanties en regelingen’ en ‘het invullen van formulieren’ (33,8%). Veelgenoemde redenen voor de problemen zijn dan ook ‘de ingewikkelde formulieren’, ‘het vastlopen in bureaucratie’ en ‘onbekendheid met regelgeving’. De groepen mensen die naar verhouding het meest in de problemen komen, zijn5: • Alleenstaande ouders met kinderen (46,2%) • Mensen zonder betaald werk (44,0%) • Asielzoeker (40,6%) • Ouderen (37,2%) • Mensen met psychische problemen (31,5%) • Mensen met een chronische ziekte of handicap (27,0%) • Mensen met een onvolledige AOW (15,2%) Kerkinactie vraagt in zijn rapport aan de overheid om de wetten en regels begrijpelijker te maken, om makkelijkere formulieren te maken en beter met klanten om te gaan. Bij kwetsbare mensen, die naar verhouding vaak in de problemen komen, moet de overheid meer naar de mens kijken, en niet alleen naar de wet of naar de regel. De overheid moet de blik verleggen van regels en straffen, naar ondersteuning van kwetsbare mensen. 4 “Armoede in Nederland. Onderzoek naar financiële hulpverlening door diaconieën van de protestantse Kerk Nederland” Kerkinactie, november 2006. 5 Het totaal van deze percentages komt uit boven de 100%. Dat komt doordat veel mensen in meerdere ‘probleemgroepen’ vallen. We noemen dat ook wel multiproblematiek.
5
Joyce (18) leefde een jaar op straat, maar kreeg daarna een plek in een opvanghuis. Zij moet nu binnen een maand haar bankafschriften laten zien, om een uitkering te kunnen krijgen. Maar Joyce heeft in haar tijd als dakloze nooit bankafschriften bewaard. Nu heeft ze meer dan een maand nodig om deze weer van de bank te vragen en te krijgen en ze te kunnen laten zien. De aanvraag voor een uitkering is daardoor vervallen en daarom moet opnieuw een uitkering worden aangevraagd. Totdat die aanvraag is goedgekeurd heeft Joyce nog steeds geen uitkering.
Een heleboel liefdadigheidsorganisaties helpen mensen met problemen die de gemeente zou kunnen of moeten voorkomen of verhelpen. Van onderdak tot hulp bij regels, van dagbesteding en psychische hulp tot eten. Begin 2006 is in Nijmegen een voedselbank opgericht die ondertussen al ongeveer 100 klanten telt. Kerkinactie Nijmegen hielp eind 2005 bijna 80 daklozen per maand, met onderdak of het omgaan met geld. Vluchtelingenwerk ondersteunde in 2005 ongeveer 80 uitgeprocedeerde asielzoekers. Andere organisaties helpen mensen met schulden, bijvoorbeeld met het betalen van huur, elektriciteit, gas en water. Zo proberen ze te voorkomen dat de schulden blijven opstapelen, tot deze mensen uit huis gezet worden. 6 17% van de Nijmegenaren hoort tot de 10% armste Nederlanders. (Inkomensverdeling van huishoudens per 10% groep (2e, 3e en 4e dociel) van de landelijke verdeling van het besteedbaar huishoudensinkomen naar gemeente.) 7 Kernkaart Werk & Bijstand Nijmegen 2005, www.gemeenteloket.szw.nl/kernkaart 8 Stichting Noodopvang Vluchtelingen Nijmegen.
Foto: Chantal Heijnen
Het mag duidelijk zijn, dat er in Nijmegen veel gebeurt om zwakkeren te helpen. Toch zijn er nog te veel voorbeelden van mensen die door het vangnet glippen. Wat gaat er mis? We hebben veel gesprekken gehouden en daarbij veel praktijkvoorbeelden besproken. Daaruit komt een aantal oorzaken naar boven, waaronder: • Bureaucratie. Veel mensen raken verstrikt in de bureaucratie van overheid en hulpverlening. Zij vinden hun weg niet doordat er zoveel organisaties zijn. Zij vinden het moeilijk formulieren (goed) in te vullen, en worden van het kastje naar de muur gestuurd, zoals Kees. • Regels zijn regels. De meeste regels werken prima voor een meerderheid van de mensen, maar helpen enkele anderen juist van de wal in de sloot. Wanneer de overheid alleen let op het volgen van regels, durven veel ambtenaren en hulpverleners geen uitzondering meer te maken. Daardoor verdwijnt de aandacht voor de problemen waarin mensen zitten en krijgen ze geen hulp. Een voorbeeld hiervan is Joyce.
Toon is 39 en arbeidsongeschikt vanaf zijn 17e. Hij is een slimme vent en heeft veel vrijwilligerswerk gedaan. Hoewel niemand precies weet wat er ‘mis’ is met Toon, wordt hij toch als onbemiddelbaar gezien en ontvangt hij een uitkering en een waslijst aan behandelingen en medicijnen. Toon wil graag aan het werk en heeft duidelijke ideeën over de behandeling en de opleiding die hij daarvoor nodig heeft. Deze zijn echter anders dan normaal, waardoor de hulpverlening hem niet kan helpen en Toon zelf voor de kosten opdraait.
6
•
7
Emoties. Voordat mensen aankloppen bij overheid of hulpverlening, kan er in hun leven al veel gebeurd zijn. Daardoor kunnen sommigen van hen hun emoties niet onder controle houden. Ook problemen met de taal of cultuurverschillen kunnen tot frustraties leiden. Psychische klachten, zoals bij Myra, kunnen zorgen voor een verkeerde indruk van de problemen. Wanneer mensen woede of verdriet laten gaan, worden zij vaak bestraft en dat verergert de situatie.
Myra (46) heeft psychische klachten. Ze verliest daardoor haar baan. Bij het CWI kan ze moeilijk haar onzekerheid tonen. Daarom doet ze alsof ze veel kan en grote plannen heeft. Maar ze doet niet genoeg aan haar sollicitatieplicht. Ze schrijft haar sollicitatiebrieven niet altijd op tijd en vertelt dat niet altijd aan het CWI. Ook gaat ze niet naar haar afspraak bij het reïntegratiebureau. Daarop volgt een strafmaatregel: Myra krijgt 2 maanden lang 10% minder uitkering. Maar omdat niemand bekijkt wat de oorzaak is, verandert dit niets aan haar situatie en wordt ze niet geholpen om het anders te doen.
•
•
Multiproblematiek. Vaak hebben mensen meerdere problemen. Een hulporganisatie is vaak goed in het oplossen van één of enkele problemen. Als er meerdere problemen tegelijk zijn, kunnen de verschillende organisaties die het best samen oplossen. Vaak gebeurt dit niet of niet genoeg, zoals bij Toon. Afhankelijkheid. Sommige mensen zijn afhankelijk van anderen die hen verzorgen, bijvoorbeeld kinderen. Die afhankelijke mensen worden gestraft, wanneer hun verzorgers steken laten vallen, zoals bij Jessy en haar moeder. Vrienden. Bij problemen zijn vrienden, buren of familie belangrijk. Soms vallen die vrienden weg bij problemen, zoals bij Kees. Soms wil of durft iemand ze zelf niet om hulp te vragen, zoals Achmed.
8 9 Het wetsvoorstel van staatssecretaris Van Hoof over een sneller voorschot, is eind november 2006 door de Eerste Kamer aangenomen.
Achmed is 62 en heeft zijn hele leven gewerkt met losse contracten. In januari 2006 wordt zijn contract niet verlengd. Hij vraagt WW aan. Na vijf maanden krijgt hij een voorschot, de WW is nog steeds niet rond. Achmed komt rood te staan. Uit schaamte hierover wil hij geen hulp vragen bij vrienden en familie. Daardoor raakt hij zeer depressief. Hij solliciteert wel, maar wordt vanwege zijn leeftijd nergens aangenomen. Een hulpverlener belt voor Achmed meerdere malen naar het UWV maar dit helpt niet. Ook doorverwijzing naar een hulporganisatie helpt niet, omdat daar niet de specifieke kennis aanwezig is voor de problemen die Achmed heeft.
•
•
•
De overheid begint en helpt “buddyprojecten”. Dit zijn projecten waarin mensen elkaar helpen bijvoorbeeld bij het invullen van formulieren, het omgaan met geld en het zoeken van de juiste organisaties. De buddy’s (de helpende mensen) krijgen hiervoor een opleiding en ontvangen een onkostenvergoeding. De overheid zorgt ervoor dat het eigen personeel een goede afspiegeling van de bevolking is. In een stad als Nijmegen moet het personeelsbestand dus ook multicultureel en meertalig zijn. De overheid traint het personeel in het omgaan met andere culturen, om misverstanden door cultuurverschillen te voorkomen. De overheid denkt ook aan mensen die niet goed kunnen lezen en schrijven. Voor deze mensen is er extra hulp of speciale documenten, zodat zij net als ieder ander te weten kunnen komen wat hun rechten en plichten zijn.
9
Foto: Marleen de Betue
De overheid moet deze mensen, haar klanten, helpen hun problemen op te lossen. Dit kan door meer te kijken naar het helpen van mensen, waarvoor de regels bedoeld zijn. Hieronder noemen wij vast een aantal ideeën: • Ambtenaren die werken met zwakkeren, krijgen extra training, om zich meer op de klant te richten en minder op de regels. Dat betekent natuurlijk niet dat de regels niet meer belangrijk zijn, maar de het doel van de regels is ook om de mensen te kunnen helpen. Daarbij moeten ambtenaren hun klanten zo veel mogelijk vertrouwen. • De overheid spreekt met hulpverlenende organisaties niet alleen over getallen, bijvoorbeeld hoeveel mensen ze in hoeveel uur met hoeveel geld moeten of mogen helpen. Er komen ook afspraken over kwalitatieve prestaties. De kwaliteit is belangrijker dan de precieze getallen. Dus leefbaarheid van de wijk of de tevredenheid van de klant is belangrijker dan het aantal contacturen per week of per klant. Het gaat niet om hoeveel er wordt gedaan, maar om wat er wordt bereikt. • De overheid biedt klanten de keuze, om hun zaken door anderen te laten regelen. Een klant die weet dat hij slecht met geld om kan gaan, kan de Sociale Dienst vragen de huur meteen van de uitkering te betalen. • Sociale dienst, UWV en CWI verkorten hun wachttijden, zodat uitkeringen binnen vier weken na aanvraag kunnen worden betaald. Een voorschot wordt bij de voorlopige vaststelling van rechtmatigheid direct aangeboden9.
•
De overheid geeft mensen een tweede kans, zoals dit in gemeente Arnhem gebeurt. Dit betekent dat mensen die diep in de problemen zijn gekomen, en bijvoorbeeld uit hun huis zijn gezet, nog één laatste kans krijgen. Bij die tweede kans krijgen zij hulp en strenge regels, waardoor het hun heel duidelijk is wat wel en niet kan. De overheid houdt bij haar beleid rekening met de positie van afhankelijke mensen. Dit gebeurt bijvoorbeeld als ouders in de schulden raken, een uitkering aanvragen of andere hulp nodig hebben. Dan wordt ook gekeken naar oplossingen voor die afhankelijke mensen. Kinderen mogen nooit lijden onder fouten van hun ouders en moeten een normaal leven kunnen leiden.
Ook de hulpverleners willen hun klanten helpen hun problemen op te lossen. Hierbij kunnen zij meer kijken naar passende hulp en de mens achter het probleem. Hieronder noemen wij vast een aantal ideeën: • De hulpverlenende organisaties werken per wijk samen. Signalen van maatschappelijk werk, ouderenorganisaties, wijkposten, wijkverpleegkundigen, scholen, etc. moeten gebruikt worden om goede hulp te geven. • Hulpverleners moeten ook meer naar kwaliteit dan naar getallen kijken (zie de aanbeveling onder overheid). • Hulpverleners houden zich zoveel mogelijk aan de regels, maar laten zich in de eerste plaats leiden door medemenselijkheid. Hulpverleners helpen elkaar daarbij. • Hulpverleners letten vooral op preventie. Hierbij proberen ze probleemgroepen te helpen, voordat de problemen ontstaan. • Hulpverlenende instanties zorgen ervoor dat het eigen personeel een goede afspiegeling van de bevolking is, zodat zij hun klanten met uiteenlopende (culturele) achtergrond goed kunnen begrijpen en helpen. • Hulpverleners zorgen dat er bij burgers begrip ontstaat voor ‘medeburgers in nood’. Dit kan bijvoorbeeld door ook burgers te laten helpen, waar dat mogelijk is. Foto: Marleen de Betue
10
Foto: Marleen de Betue
•
Ondersteun elkaar: • Sluit je niet af voor medeburgers in nood. Bedenk hoe jij mensen een beetje vooruit kunt helpen, of vertel hulpverleners over de problemen, zodat die te hulp kunnen komen. • Geef je op als buddy en help anderen met het invullen van formulieren, het schrijven van (sollicitatie)brieven of het langsgaan bij de overheid of (hulp)organisaties. Een begeleider kan helpen bij het gesprek, aantekeningen maken, vragen stellen en een veiliger gevoel geven in een vreemde omgeving. • Word vrijwilliger bij een hulporganisatie die de zwakkeren in de samenleving helpt. Die organisaties kunnen vaak nog mensen gebruiken10.
• • •
Overheid, maak maatwerk mogelijk en geef hulp verleners de ruimte om hun beroep uit te oefenen; Hulpverleners, streef naar passende hulp en houd oog voor de mens achter het probleem; Medeburgers, ondersteun elkaar, zodat mensen niet door de mazen van het net vallen!
Werkgroep LinksGroen, april 2007 Een onafhankelijke werkgroep opgezet door GroenLinks Nijmegen, met leden en niet-leden van GroenLinks, die deels werken bij Nijmeegse en Gelderse maatschappelijke organisaties.
10 Zie bijvoorbeeld www.vrijwilligerscentrale.nl/nijmegen.
11
In Nijmegen wordt veel aandacht besteed aan hulpverlening. Er zijn veel organisaties die ieder voor zich een onderdeel voor hun rekening nemen. Desondanks worden sommige mensen niet bereikt of niet geholpen. Het beleid is simpelweg niet geschikt voor hun specifieke situatie. Voor hen werkt het vangnet niet. Zij glippen door de mazen van het net. We hebben gesprekken gevoerd met die mensen en hun hulpverleners. Over hun problemen en mogelijke oplossingen gaat deze brochure. Werkgroep LinksGroen mei 2007
nijmegen Korte Nieuwstraat 6, kamer 18 6511 PP Nijmegen Postbus 1362 6501 BJ Nijmegen e-mail
[email protected] telefoon (024) 329 23 70 fax (024) 323 59 92