ICT op natuurstroom Groene werkplek rendeert Duurzamer bedrijfsvoering dankzij IT Fors besparen dankzij ‘vergroening’ datacenter
inhoud Colofon Greening the Enterprise is een speciale uitgave van IT Executive. Deze uitgave verschijnt in een oplage van 25.000 en wordt meegestuurd met IT Executive en uitgereikt aan de bezoekers van de conferentie Greening the Enterprise, 21 november in Utrecht.
Redactie Coördinator: Marco van der Hoeven/Mediabureau Leiden Hoofdredacteur: Fred van der Molen Adjunct-hoofdredacteur: Sytse van der Schaaf Eindredacteur: Ruben Acohen Medewerkers: Paulus Eras, Mirjam Hulsebos, Jan van der Lugt, Lucas Megens, Marieke Vos E
[email protected]
Ondernemingen ontkomen niet aan milieuvriendelijke ict [4] IBM’s Kevin Leahy: ’tot 80 procent stroombesparing mogelijk in datacenter’ [8] De zakelijke desktop heeft zijn langste tijd gehad [10]
Advertentie-exploitatie
Concept: Villa-DTP Realisatie: Wendelmoet Faberij de Jonge, colorscan Amsterdam-Voorhout
Drukwerk
in duurzaamheidsprogramma [12]
Virtualisatie: besparingen op hardware nog aanzienlijk groter dan op energie [15]
HP’s holistische kijk op de itinfrastructuur [18]
Senefelder Misset
Auteursrecht Auteursrecht voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever worden openbaar gemaakt of verveelvoudigd. Op iedere inzending van een bijdrage of informatie zijn van toepassing de Standaardpublicatievoorwaarden van Wolters Kluwer Nederland BV, gedeponeerd ter griffie van de arrondissementsrechtbank te Amsterdam onder nr. 217/1999; een kopie kan kosteloos bij de uitgever worden opgevraagd. Op al onze aanbiedingen en overeenkomsten zijn van toepassing de Algemene Voorwaarden van Kluwer BV, gedeponeerd ter griffie van de Rechtbank te Amsterdam op 6 januari 2003 onder depotnummer 3/2003. Op alle overeenkomsten tussen Uitgever en Afnemer met betrekking tot advertentie-plaatsingen (daaronder begrepen alle overeenkomsten met adverteerders en bemiddelaars) zijn in aanvulling op deze Algemene Voorwaarden van toepassing de laatstgeldende versie van de Regelen voor het Advertentiewezen, uitgegeven door de raad van Orde en Toezicht voor het Advertentiewezen (ROTA), hierna: ‘de Regelen’. Bij tegenstrijdigheid van de Algemene Voorwaarden met de Regelen prevaleren de Regelen. Een exemplaar van de Algemene Voorwaarden en de Regelen zal op eerste verzoek gratis worden toegezonden. U kunt beide ook vinden op www.adformatie. nl/algemene-oorwaarden.html.
Onderzoek: energieverbruik nóg een ondergeschoven kindje [20]
De groene werkplek, producten die energieverbruik drukken [28] Zuinig printen: dubbelzijdig heeft meer kanten [32]
Webhoster Strato op weg naar klimaatneutrale productie [34]
Eigen Huis bespaart met groen rekencentrum 20 procent energiekosten [36] Partners in Greening the Enterprise Platinum sponsors IBM HP CISCO/WebEx VMWare Gold Sponsors SUN Evoswitch Pecoma Partners Marqit Mediaplaza Milieu Magazine ICT office IT Executive
advertorial Sun helpt ondernemingen te besparen op kosten en energie [22]
advertorial Een CO2-neutraal datacenter, volgens Evoswitch [24]
advertorial Pecoma levert gratis energiescan aan grotere bedrijven [26]
Energie besparen en duurzaamheid
Vormgeving
Cisco en gemeente Amsterdam samen
3 FOCUS OP
Salesmanager: Rob de Kleijnen T 06-53403470 E
[email protected] Sr. accountmanager: Erik van Heest T 06-13221012 E
[email protected]
Ondernemingen ontkomen niet aan milieuvriendelijke ict
Idealisme dan wel opportunisme Cijfers zijn er ondertussen meer dan genoeg: ict kost energie, heel veel energie. Op alle niveaus van ict-gebruik is er voordeel te behalen door te besparen, èn door ict slimmer in te zetten. Groene it staat in het middelpunt van de belangstelling, niet alleen bij leveranciers maar ook bij Energie besparen en duurzaamheid
afnemers. De redenen voor deze duidelijke trend zijn divers, maar het lijkt een combinatie van welbegrepen eigenbelang en het oprechte verlangen bij te dragen aan een schonere wereld. Greening the enterprise levert geld op, en spaart het milieu. Marco van der Hoeven
FOCUS OP
Het bekendste cijfer over het effect dat ict heeft op het milieu komt van onderzoeksbureau Gartner. Eerder dit jaar maakten de analisten van dit bureau bekend dat het aandeel van ict in de uitstoot van CO2 wereldwijd 2 procent bedraagt. Dit betekent dat ict bijna evenveel bijdraagt aan de CO2-uitstoot al het mondiale vliegverkeer, en meer nog dan de metaalindustrie. Ook op kleinere schaal is onderzoek gedaan naar milieuaspecten van ict, met verrassende resultaten. Zo bleek uit onderzoek van dienstverlener Pecoma dat een normale werkplek die staat uitgeschakeld even veel stroom verbruikt door ‘lekkage’ als een normaal draaiende laptop. Nog een vergelijking: voor één zoekopdracht via Google is evenveel stroom nodig als het één uur laten branden van een spaarlamp. Kortom, in relatief korte tijd is het effect van ict op het milieu in het middelpunt van de belangstelling komen te staan, in ieder geval bij de leveranciers van ict. Ook grootgebruikers zijn zich steeds meer bewust geworden van de enorme hoeveelheden energie die ict heb kost. Nog niet zo lang gelden was zowel bij aanbieders als gebruikers de link tussen ict en milieu zo goed als non-existent. Hoe heeft deze radicale verandering in perceptie plaats kunnen vinden?
Het eerste onderdeel van de verklaring is een snelle ontwikkeling van het moreel besef dat bedrijven niet alleen moeten streven naar winstmaximalisatie en aandeelhouders- dan wel ‘shareholders’-waarde, maar dat ook duurzaam ondernemen een plaats moet krijgen in de bestuurskamer en het jaarverslag. De publieke opinie neigt in toenemende mate naar het standpunt dat bedrijven niet alleen mogen nemen van de wereld, maar dat ze ook iets terug moeten geven.
Economische motieven Die mentaliteitsverandering is niet in de laatste plaats veroorzaakt door de niet aflatende campagne van voormalig Amerikaans vice-president Al Gore, die uitdraagt dat de aarde warmer wordt door een groeiende CO2-uitstoot die door menselijk handelen wordt veroorzaakt. Zijn boodschap is gericht op zowel consumenten als bedrijven, en het eerder genoemde aandeel van ict in CO2-emissie maakt het de moeite waard dit aspect nader onder de loep te nemen in het kader van maatschappelijk verantwoord ondernemen. Maar niet alleen ideële motieven liggen ten grondslag aan de aandacht voor milieu en duurzaam ondernemen. Ook harde economische ontwikkelingen spelen het streven naar energiezuinige bedrijfsvoering in de kaart. In de eerste plaats is de olieprijs al maanden aan een ongekende stijging bezig. Ondertussen is zelfs de magische grens van honderd dollar per vat in beeld gekomen, en niet alleen door de ongunstige dollarkoers. Energie wordt onophoudelijk duurder. En energie wordt schaarser. De vraag naar energie stijgt exponentieel, niet alleen
Zonder maatregelen verdubbelt energieverbruik datacenters VS binnen vijf jaar.
Energiebesparing op en met ict is in de eerste plaats een mentaliteitskwestie
Het EPA schat dat het energiegebruik in datacentra in 2006 61 miljard kWh bedroeg, in totaal 1,5 procent van het totale energiegebruik in de Verenigde Staten. De kosten hiervoor bedragen 4,5 miljard dollar. De federale overheid zelf neemt hiervan tien procent voor zijn rekening. Wanneer er geen maatregelen worden genomen, verdubbelt dit energiegebruik binnen vijf jaar. Op basis van dit rapport wil de Amerikaanse regering verdere maatregelen nemen om de CO2-emissie door ict-gebruik in te dammen onder meer door zelf het goede voorbeeld te geven. NATIONALE WETGEVING In Brussel werkt de Europese Commissie ondertussen aan de zogenoemde Ecodesign-richtlijn (EuP, Energy using Products), waarmee de nationale wetgeving van de lidstaten met betrekking tot elektronische
DUURZAME ENERGIE Webhostingbedrijf Strato gaat nog een stap verder door alle stroom voor zijn datacenters te betrekken bij het bedrijf NaturEnergie, dat zijn duurzame energie opwekt
Het streven naar CO2-neutraal werken komt in zwang bij ict-bedrijven.
door middel van waterkrachtcentrales in de Rijn. Vanaf 1 januari volgend jaar moet de stroom van Strato daar worden betroken, waarmee het bedrijf kan claimen volledig CO2-neutraal te werken. Deze maatregel zorgt voor een reductie in CO2-uitstoot van 15.000 ton per jaar. Een van de opvallendste initiatieven waar een ict-bedrijf zich bij heeft aangesloten, is het Clinton Global Initiative. Naast Al Gore zet ook zijn voormalige baas Bill Clinton zich in voor duurzaam energiegebruik. In het kader van het Clinton Global Initiative zijn netwerkleverancier Cisco en de steden San Francisco, Amsterdam en Seoel een samenwerkingsverband aangegaan met als doel om met slimme inzet van IT te komen tot vermindering van de CO2-uitstoot. Onderdeel hiervan is onder meer het groener maken van IT in de datacenters, maar belangrijker nog dan de reductie van energie die IT zelf consumeert is de constatering dat IT, mits goed toegepast, een enorme besparing oplevert in de energiekosten. Cisco zelf geeft het goede voorbeeld. Met behulp van 132 hoogwaardige videoconference- faciliteiten in grote steden over de hele wereld zijn tot nu toe 28.813 vergaderingen georganiseerd, waarmee dure vliegreizen over de hele wereld zijn uitgespaard. Behalve een aanzienlijk >>
Energie besparen en duurzaamheid
apparatuur zoveel mogelijk moet worden gelijkgetrokken. De Ecodesign-richtlijn heeft tevens tot doel om fabrikanten te bewegen bij het maken van hun producten rekening te houden met milieu-aspecten tijdens de volledige levenscyclus van de producten. In Nederland is het ministerie van Economische Zaken nu aan het inventariseren hoe ict en milieu zich tot elkaar verhouden. Daarom heeft het ministerie TNO Informatie- en Communicatietechnologie opdracht gegeven een verkennend onderzoek te doen naar ‘de relatie tussen ict en duurzaam energiegebruik in een gebouwde omgeving.’ Op basis van die onderzoeken gaat het ministerie kijken naar maatregelen en beleid om energiebesparing te realiseren. Het actiefst op milieugebied is de decentrale overheid. Met name de gemeente Amsterdam, waar zich veel datacenters vestigen, handhaaft Europese en Nederlandse regels. Die regels hebben vooral betrekking op stroomgebruik en de bijbehorende CO2-uitstoot. Op basis van de verwachte CO2-belasting geeft de gemeente al dan niet een vergunning af. Als de uitstoot erg hoog is, wordt die vergunningverlening doorverwezen naar de gemeente, en in het uiterste geval zelfs naar de Rijksoverheid. Ook ict-bedrijven zelf nemen maatregelen. Bij branchevereniging ICT~Office staat energiezuinig werken hoog op de agenda, wat resulteert in een kernprogramma met de werktitel Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen dat op 1 januari 2008 van start moet gaan. Een lange reeks internationale ict-bedrijven heeft los van gemeenschappelijke initiatieven zelf maatregelen aangekondigd om het effect van hun bedrijfsvoering op het milieu te minimaliseren. Met name het streven naar klimaatneutraal werken is populair. De aangedragen oplossingen zijn divers. Zo heeft Evoswitch op basis van TNO-adviezen een reductie in energiegebruik bereikt van 20 procent. De energie die de datacenters van Evoswitch wél gebruiken, wordt gecompenseerd door het aanplanten van bomen.
5 FOCUS OP
in Europa, maar meer nog in opkomende markten als China en India. In het tempo waarin de huidige economische groei zich voltrekt, dreigen de bestaande natuurlijke energiebronnen en –reserves op termijn niet meer aan de vraag te kunnen voldoen. En ook hier is het de moeite waard om te kijken naar ict, niet alleen als bron van energiegebruik, maar ook als bron van energiebesparing. Over de hele wereld zijn overheden op verschillend niveau actief om de milieueffecten van energie te verwerken in wet- en regelgeving. De Verenigde Staten lopen hierin duidelijk voorop, met als aanjager het Environmental Protection Agency (EPA). In een recent rapport, dat op verzoek van het Congres is opgesteld, beschrijft het EPA de effecten die de overgang naar een digitale economie heeft op het milieu, vooral met betrekking op de groeiende hoeveelheid data en de bijbehorende servers en datacentra.
Energie besparen en duurzaamheid
CO2-reductie heeft dat een kostenvoordeel opgeleverd van 47 miljoen dollar. Dit initiatief zou wel eens voor radicale veranderingen kunnen gaan zorgen van de manier waarop we nu tegen werken aankijken. Onderdeel ervan is het opzetten van het prototype van een satellietkantoor, waarvan er vele zouden moeten verrijzen in de buurt van knooppunten als snelwegen of vliegvelden in Nederland. Hier zouden werknemers dan op telewerkplekken aan de slag kunnen, zonder daarvoor lang in de file te moeten staan.
FOCUS OP
6
EENVOUDIGE MAATREGELEN Maar ook eenvoudige maatregelen kunnen al veel onnodige kosten besparen, kosten waar voorheen nooit over is nagedacht. Zo blijkt dat op de werkplek met heel eenvoudige maatregelen, eigenlijk zonder extra investeringen, het energiegebruik drastisch omlaag kan. Diverse bedrijven bieden daarvoor energiescans aan waaronder Pecoma. Deze ict-dienstverlener heeft de scan eerst op de eigen organisatie losgelaten, en bleek met energiebesparende maatregelen op zestig werkplekken al 20.000 euro per jaar te kunnen besparen. En dat zijn nog niet eens ingrijpende maatregelen, maar betreffen zaken als het volledig uitzetten van pc’s en minder printen van e-mailberichten en andere elektronische documenten. De winst die te behalen valt op energiebesparing bij datacenters is zo mogelijk nog vele malen groter dan bij de werkplek. Met
Koeling van servers slokt een groot deel van het energiegebruik op
name de koeling van servers, zeker als ze dicht bij elkaar geplaatst staan, slokt een groot deel van het energiegebruik op. Door de stijgende stroomprijs duurt het niet lang meer of de kosten van het energiegebruik door servers zijn hoger dan die voor de aanschaf van de hardware. Alleen al een effectiever gebruik van warme en koude luchtstromen en een
Naast Al Gore zet ook zijn voormalige baas Bill Clinton zich in voor duurzaam energiegebruik..
strategische plaatsing van servers kan geld schelen. Ook hoeft er niet altijd gebruik te worden gemaakt van een koeling die op volle kracht draait terwijl het buiten koud is. Daarnaast zijn veel serverparken nooit echt doorgelicht op efficiënt gebruik van de servers, wat betekent dat er veel winst behaald kan worden met het consolideren van servers, of zelfs vervangen van servers door mainframes. Elders in deze uitgave zullen vele voorbeelden de revue passeren, maar een cruciaal uitgangspunt is dat ict-verantwoordelijken bij bedrijven inzicht krijgen in de hoeveelheid stroom die ict gebruikt, èn waar die stroom naartoe gaat. Dan wordt al snel duidelijk waar winst te behalen valt. Kortom, de eerste stap is bewustwording. En juist op dat vlak kan nog wel het een en ander gebeuren. Uit een bescheiden steekproef die voor IT Executive is gedaan
onder Nederlandse it-managers, blijkt dat bij 57 procent van de respondenten energiegebruik geen onderdeel uitmaakt van hun budget. Niet verwonderlijk is dan ook dat 67 procent van de respondenten helemaal geen inzicht heeft in het energiegebruik door IT. Dit geeft aan waar het knelpunt zit. Energiebesparing op en met ict is in de eerste plaats een mentaliteitskwestie. IT managers moeten eerst inzien dat ict veel energie gebruikt, en daarmee zowel het milieu belast als veel geld kost. Energiebesparing levert op beide vlakken veel winst op. En is de motivatie die ten grondslag ligt aan de maatregelen belangrijk? Maakt het uit of het opportunisme is of idealisme of en combinatie van beiden? Eigenlijk niet, uiteindelijk telt alleen dat duurzaam ondernemen met ict goed is voor zowel het eigen bedrijf als onze leefomgeving. •
Kevin Leahy: ‘Cio’s kunnen tot 80 procent besparen op stroomgebruik datacenter’
tacenters niet eens op de agenda van de cio. Maar door een combinatie van stijgende energieprijzen, groeiende tekorten en de opkomst van duurzaam ondernemen is dat in hoog tempo veranderd. Kevin Leahy van IBM vertelt it-managers waarmee ze geld kunnen besparen. Zo is met een aantal eenvouKevin Leahy
dige maatregelen al snel 5 tot 10 procent minder
stroom te gebruiken, en wie er echt werk van maakt, bespaart tot 80 procent. Marco van der Hoeven De redenen dat groene it hoog op de agenda van de raad van bestuur staat zijn divers. Maar de gemeenschappelijke factor is dat er maar weinig ondernemingen en instellingen zijn die niet nadenken over energiezuiniger werken in datacenters. Op sommige locaties in de wereld wordt dit gedreven door harde grenzen aan de groei. Zo is het in het centrum van steden als Londen en New York eenvoudigweg niet meer mogelijk voldoende stroom te rijgen om een datacenter in te richten. In India en China kan de bestaande infrastructuur de groei van de economie weer niet bijhouden. Bedrijven die daar willen groeien, zullen zuiniger met de beschikbare energie moeten omgaan. Maar ook bedrijven die wel voldoende elektriciteit kunnen afnemen op hun vestigingen lopen tegen grenzen aan, in dit geval financiële. In een markt waar steeds meer stroom wordt gebruikt, stijgen de prijzen van die elektriciteit nog veel harder, zodat het voor balans en aandeelhouders een goede strategie is om ook die kosten eens grondig onder de loep te nemen. Waar de kosten van hardware vrijwel gelijk zijn gebleven, zijn de kosten van stroom in een paar jaar tijd verachtvoudigd.
Voorts is sprake van een maatschappelijke ontwikkeling, waarbij van steeds meer van bedrijven wordt verlangd dat zij bij hun activiteiten ook aandacht schenen aan het milieu: duurzaam ondernemen. En juist een bedrijfsmiddel dat zoveel stroom verbruikt als it, komt in aanmerking voor milieuvriendelijke maatregelen. Reductie van stroomverbruik is immers rechtstreeks te vertalen in reductie van CO2 die bij de stroomproductie wordt uitgestoten. Soms speelt de overheid daarin een dwingende rol. Zo kunnen elektriciteitsbedrijven in de Verenigde Staten zich niet meer uitsluitend richten op het verkopen van meer stroom. Voordat zij van de overheid toestemming krijgen om meer stroom op te werken, moeten ze kunnen aantonen dat de oude hoeveelheid stroom zo efficiënt mogelijk wordt gebruik. Hierdoor wordt ook aan leverancierskant steeds meer nagedacht over de manier waarop stroom door de afnemers gebruikt wordt. Radicale verandering Kevin Leahy reist voor IBM de wereld over om ondernemingen te wijzen op de mogelijkheden die zij hebben om te besparen op stroomverbruik in datacenters. Leahy, met
een achtergrond in de energiebranche, is al enkele jaren bezig deze boodschap uit te dragen, maar pas sinds kort vindt hij ook echt een gretig gehoor: “Als ik enkele jaren geleden over stroom begon te praten begreep niemand waar ik het over had. Nu is het echter plotseling een ontzettend belangrijk onderwerp geworden. Het is een radicale verandering; energiegebruik is zo verwaarloosd geweest.” “Sommigen hebben geen idee. Een van mijn klanten had een memo gekregen van zijn baas dat het bedrijf groener moest worden, en hij wilde weten hoe hij daaraan kon bijdragen. Omdat het belangrijk was voor zijn baas, was het plotseling ook belangrijk geworden voor hem. Hij was er tot op dat moment totaal niet mee bezig geweest.” Het gevolg van deze onachtzaamheid is dat het leeuwendeel van het stroomverbruik in een datacenter, niet minder dan 55 procent, niet eens gebruikt wordt voor de computers, maar voor het koelingssysteem. En van de 45 procent die wél voor it bestemd is, wordt ongeveer twintig procent gebruikt voor actieve systemen. Leahy: “Daar is dus enorme winst te behalen. We praten dan over besparingen op stroomgebruik van gemiddeld 45 procent. En dan gaat het bij datacenters al snel om heel grote bedragen. Sommige klanten hebben zelfs 80 procent bespaard, maar 45 procent is in ieder geval te halen.” De besparingen beginnen al bij heel eenvoudige zaken, zoals de bouw van het datacenter, het op de juiste manier aanleggen van de kabels, geautomatiseerd datamanagement en het gebruik van buitenlucht om datacenters te koelen. Leahy: “Er gebeuren allemaal dingen die vroeger nooit gebeurden.” Ook IBM zelf investeert onder het motto Big Green Datacenters in milieuvriendelijke datacenters. Het bedrijf heeft daarvoor al een investeringsruimte >>
FOCUS OP
Tot voor kort stond de energieconsumptie in da-
Energie besparen en duurzaamheid
Tips voor ‘groentjes’
Energie besparen en duurzaamheid FOCUS OP
8
Servercentrum IBM
van één miljard dollar vrijgemaakt. Daarnaast wil IBM de rekencapaciteit van de eigen systemen, en die van de klanten, verdubbelen zonder dat de bestaande carbon footprint groter wordt. [zie kader] VERMENIGVULDIGINGSEFFECT Kevin Leahy heeft nog heel wat evangelisatiewerk voor de boeg, met name bij de eindgebruikers. “Als ik bij klanten kom, merk ik dat de it-manager meestal geen idee heeft hoeveel stroom hij nu eigenlijk gebruikt. De meeste mensen die de leiding hebben over een datacenter, hoeven de elektriciteit niet eens te verantwoorden in hun budget. Daarom adviseer ik klanten altijd om de kosten van hun energie te koppelen aan het gebruik. Dan wordt pas duidelijk hoeveel je kunt besparen. Als je een cio zegt dat je 45 procent van het stroomverbruik kunt verminderen, wordt het plotseling wel belangrijk. Wanneer het onderdeel is van het budget, wordt het belangrijk en gaan ze maatregelen nemen.” Een van die maatregelen is het consolideren van het serverpark door gebruik te maken van efficiëntere servers. Met nieuwe servers die de rekenkracht verdubbelen zonder dat het stroomverbruik groter wordt, is het eenvoudig het bestaande serverpark te reduceren. Leahy: “Het interessante hieraan is dat er daarbij ook nog eens een duidelijk vermenigvuldigingseffect meespeelt. Iedere dollar die
je aan de kant van it verdient, komt twee tot drie keer terug in het datacenter door alle andere aspecten die meespelen, zoals de koeling.” Een andere technologische oplossing waarmee serverparken kleiner kunnen worden, is virtualisatie. Maar ook eenvoudigere maatregelen sorteren direct effect. Bij datacenters waar de werkbelasting binnen een werkdag erg fluctueert, kunnen servers die tijdelijk niet gebruikt worden gedurende die tijd ook worden uitgezet. Leahy ziet vaak dat een groot deel van een serverpark niet gebruikt wordt, terwijl wel alle servers en de bijbehorende koeling aanstaan. “Ik kwam pas bij een klant die een jaar geleden een heel nieuw datacenter had gebouwd, maar er stond nog bijna niets op de servers. Toch stonden die servers al twaalf maanden allemaal aan. Het is duidelijk nog geen onderdeel van het bedrijfsproces om machines uit te zetten die je niet gebruikt, zoals je dat doet met je lichten thuis.” KLOKSNELHEID TERUGBRENGEN In de servers gebruiken de processoren de meeste stroom. Ze draaien over het algemeen met een kloksnelheid die helemaal niet nodig is voor de berekeningen die ze moeten maken. Leahy: “Je kunt dus ook de kloksnelheid terugbrengen als je die hoge snelheid niet nodig hebt. De meeste software heeft helemaal geen extra snelheid nodig. Je hoeft alleen maar in de gaten
te houden wanneer dat wel zo is. Dat is technisch allemaal al mogelijk. Zo kun je al snel 70 tot 80 procent besparen op je processorkosten.” Niet alles is technologie. “Vaak is het niet meer dan gewoon logisch nadenken. Neem een voorbeeld aan wat de mensen thuis al doen. In datacenters worden servers vaak dicht bij elkaar gezet. Dan wordt het in die hoek vaak heel heet. Daar moeten de koelers dan weer op volle kracht werken. Je kunt echter eenvoudig de inrichting van je datacenter anders aanpakken. Zet die servers verder uit elkaar, dan is er al heel wat minder koeling nodig.” Een stap verder is het volledig in kaart
Kosten hardware zijn vrijwel gelijk gebleven, maar kosten stroom zijn in een paar jaar verachtvoudigd
brengen van de warmte in een datacenter, met een zogenoemde 3d-thermal map. “Je moet weten waar de warme plekken zijn. Daarvoor moet je eerst een driedimensionale thermische plattegrond maken, maar die zorgt wel voor enorme besparingen. Een klant in Denver had miljoenen besteed aan zijn datacenter, maar hij gaf niets uit aan temperatuurmeting. Niet minder dan 55 procent van zijn stroomkosten ging naar de koeling, die voortdurend op volle kracht draaide terwijl het in Denver buiten vaak koel is. Maar als je dat niet meet, heb je er geen idee van. Het gaat hierbij om normale best practices waarvan geen gebruik wordt gemaakt. Er bestaat geen datacenter waar je niets kunt doen. Denk aan virtualisatie van bestaande systemen, waardoor het
aantal servers omlaag kan. En in nieuwe datacenters kun je nog meer doen. De payback is enorm, niet alleen financieel maar ook richting milieu.” OPSLAG Eenzelfde verhaal geldt voor opslag. Ook opslag kost iedere minuut stroom, terwijl er energiezuinige alternatieven bestaan. Leahy: “’Information lifecycle management’ kan ook veel geld besparen. Niet alle data hoeft op een harde schijf te staan. Denk aan medische data, die na een bepaalde
IBM vertelt niet alleen aan klanten hoe ze beter en groener kunnen werken, het heeft deze zomer zelf ook een radicale verandering aangekondigd in de eigen datacenters. Bijna de helft van de eigen servers in datacenters wereldwijd, in totaal 3.900, zullen worden geconsolideerd tot ongeveer dertig mainframes die draaien op Linux. De afgeschreven servers zullen volledig worden gerecycled. Naar verwachting zal deze drastische stap een energiebesparing opleveren van zo’n tachtig procent. Daarnaast zullen ook de kosten voor het onderhoud van de systemen en de software de komende jaren aanzienlijk dalen. Deze maatregel is onderdeel van het Big Green-project, dat eerder dit jaar werd gelanceerd om het energiegebruik bij IBM en zijn klanten te reduceren. De totale oppervlakte van de datacenters die IBM beheert, bedraagt enkele miljoenen vierkante meters. In de afgelopen tien jaar is het aantal datacenters al teruggebracht van 155 naar zeven. Deze stap is onderdeel van de strategische beslissing mainframes in te zetten als instrument om energiekosten in datacenters beter in de hand te houden. De omzet die IBM genereert uit mainframes laat al vijf kwartalen achter elkaar een sterke stijging zien. Volgens IBM kan één mainframe honderden, en soms duizenden, individuele servers vervangen. Voor gebruikers scheelt dat ook nog eens in softwarekosten, omdat die gebaseerd zijn op een prijs per processor.
‘Men is nog niet gewend om machines uit te zetten die niet worden gebruikt, zoals je dat doet met je lichten thuis’ tijd niet meer direct beschikbaar hoeft te zijn, maar soms vele jaren ongebruikt opgeslagen wordt. Dat hoeft helemaal niet iedere seconde op een draaiende hoge-snelheidsschijf te staan die veel stroom kost, die gegevens kunnen net zo goed op een lage-snelheidsschijf en later zelfs op tape worden gezet. Informatie is dan wel altijd beschikbaar, maar soms wat minder snel. Dat is een kwestie van goed organiseren.” “Er zijn zoveel mogelijkheden om energie te besparen. Waar je moet beginnen, hangt af van je situatie. Wanneer je grote hoeveelheden data hebt die je nooit gebruikt, ligt daar je kans. Wanneer je veel servers hebt staan die maar beperkt worden gebruikt begin je daar. In sommige gevallen worden servers slechts voor 1 procent gebruikt. Maar het begint allemaal met de vraag: wat weet ik en wat zijn de mogelijkheden? Heb ik erover nagedacht?” •
Energie besparen en duurzaamheid
MAINFRAME VERVANGT SERVERS
FOCUS OP
9
Het hoofdkantoor van IBM te Armonk, NY.
De zakelijke desktop heeft zijn langste tijd gehad
Virtualiseren of opknippen? Na de virtualisatie van de servers in het rekencentrum lijken nu ook de desktops aan de beurt. Inmiddels zijn er echter meerdere verschillende concepten beschikbaar, met blade-PC’s als de meest recente ontwikkeling.
Energie besparen en duurzaamheid
Lucas Megens
FOCUS OP
10
Virtualisatie staat deze jaren enorm in de belangstelling. Onder druk van hoge energiekosten, ruimtegebrek, en problemen met beheer, koeling en stroomvoorziening worden servers gevirtualiseerd en geconsolideerd. Het resultaat zijn compacte rekken vol blade-servers waarop de oude systemen in de vorm van virtuele machines voortleven. Besparingen zitten ‘m vooral in lagere energiekosten. Daarnaast is het hiermee nu heel eenvoudig geworden nieuwe (virtuele) machines uit te rollen. De ontwikkeling van virtualisatie voor X86-servers heeft een wat vreemde omweg gemaakt. Virtualisatie als technologie is afkomstig van de IBM-mainframes uit de jaren ‘70. VMware, op dit moment veruit de grootste speler in virtualisatiesoftware, is echter niet begonnen met het virtualiseren van server-systemen. Hun software werd in eerste instantie gebruikt door programmeurs die op hun werkstation ook verschillende test-omgevingen wilden opzetten. Vanuit die positie is VMware inmiddels uitgegroeid tot de marktleider in server-virtualisatie. Dat virtualisatie juist in het rekencentrum zo’n grote opgang heeft gevonden, is niet toevallig. Daar kunnen op relatief eenvoudige wijze grote voordelen worden behaald. Met die besparingen in de zak kijkt men nu verder naar virtualisatie van de desktop. Een eerste stap werd daar al jaren geleden gemaakt met behulp van thin clients. Sun pionierde met zijn Java-stations en zijn Sun Ray thin clients. In de pc-wereld speelde Citrix met zijn Presentation Server (voorheen MetaFrame) een belangrijke rol. Inmiddels is dit
SBC-concept (Server-Based Computing) ingehaald door allerlei vormen van virtualisatie. Niet voor niets maakte Citrix onlangs bekend XenSource, de commerciële leverancier van de Xen hypervisor, over te nemen. Bij de laatste ontwikkelingen op de desktop gaat het echter niet om de virtualisatie van het operating system en de applicaties, maar om de splitsing van de hardware. Bij de blade-PC wordt de desktop opgesplitst in het systeem zelf en de display. De gebruiker krijgt een thin client voor zich, terwijl de PC in de vorm van een blade in het rekencentrum draait. Dat betekent dat de afzonderlijke blades geen eigen koeling, voeding en netwerkaansluiting meer hebben, maar die delen met de andere blades in hetzelfde chassis. Meestal is de opslag gecentraliseerd, zodat ook geen aparte harde schijven nodig zijn.
Sun Ray thin client
Kiezen De voordelen van de blade-PC’s zijn vergelijkbaar met die van gevirtualiseerde desktops, ook wel virtuele PC’s genoemd. Het beheer van hardware en software wordt veel eenvoudiger. Omdat er geen data meer op de werkplek aanwezig is, is deze oplossing veel veiliger dan de traditionele desktop. En wordt een thin client gestolen, dan is dat jammer, maar er worden geen bedrijfsgegevens meegenomen. Daarnaast kunnen belangrijke besparingen op het stroomverbruik worden behaald. Volgens Kees Verton, de marketing manager van HP’s Personal Systems Group, verbruikt hun Blade PC maar 25 Watt. Tel daarbij nog eens 15 tot twintig Watt bij op voor de thin client. Dan blijft het totaal ver onder de 250 Watt die een normale PC verstookt. Met de Blade PC’s erbij kunnen gebruikers nu kiezen tussen drie verschillende oplossingen. De eerste is de klassieke SBCaanpak waarbij applicaties voor meerdere gebruikers op een centrale terminal server draaien. De tweede is een volledig gevirtualiseerde desktop-omgeving die ergens op een server in het rekencentrum draait.
Een blade-PC plus bureaustation gebruikt maar 40 tot 45 Watt. Dan blijft ver onder de 250 Watt die een normale PC verstookt zichzelf heeft. Bij SBC en de virtuele PC wordt de hardware gedeeld met anderen en zijn de prestaties afhankelijk van de taken die de andere gebruikers op dezelfde server uitvoeren. Andere voordelen van de Blade PC die Verton noemt zijn de kosten van de overstap. Omdat een Blade PC uit dezelfde hardware is opgebouwd als een gewone PC kan daar de standaard versie van Windows XP of Vista Business op worden gedraaid. Bovendien zijn er geen onduidelijkheden over de licenties; er hoeft alleen een Client Access License te worden bijgekocht. Met name de meerkosten van de licenties voor een volledig gevirtualiseerde omgeving kunnen volgens Verton reden zijn om voor Blade PC’s te kiezen. Tenslotte moeten 16-bits applicaties nog
kan draaien
getest worden voordat ze in een virtuele machine kunnen worden uitgerold. SESSIE-BEHEER HP maakt het klanten gemakkelijk om meerdere pools met verschillende systemen aan hun gebruikers aan te bieden. Deze loggen in op de Session Allocation Manager (SAM) en kunnen daarbij voor een specifiek soort systeem kiezen. Wil je aan een document werken, dan neem je een gevirtualiseerde PC. Heb je een werkstation nodig, dan kies je voor een zware Blade PC. Thin client concepten zijn van origine echter geen voor de hand liggende oplossingen voor de gebruikers van werkstations. Ingewikkelde grafische modellen, video en zware graphics lenen zich immers niet zomaar om over een netwerkverbinding getransporteerd te worden. HP maakt in die gevallen dan ook gebruik van een speciaal protocol. Hun Remote Graphics Software (RGS) comprimeert zo klein en snel dat ook typische werkstation-toepassingen nu via een thin client gebruikt kunnen worden. Bovendien heeft HP nog kans gezien om het USB-protocol erbij te voegen. Ook IBM gebruikt voor zijn blade-PC’s een eigen protocol. Dat blade-PC’s met name interessant zijn voor zware gebruikers, zie je terug in hun portfolio. IBM voert alleen een werkstation in blade-formaat. Volgens Raymond Canninga, product advocate voor IBM’s BladeCenter en System x, richt
IBM zich met de HC10 bijvoorbeeld op gebruik voor CAD/CAM en financiële handel. Waar HP een software-client gebruikt voor de weergave van het RGS-protocol, heeft IBM gekozen voor een speciale thin client. Op de desktop staat een kastje voor de versleuteling en de compressie van scherm- en USB-informatie. Dat betekent ook dat deze werkstation blades niet zomaar op afstand - bijvoorbeeld vanaf een laptop - gebruikt kunnen worden. Volgens Canninga is dat echter geen probleem. Deze blades zijn bedoeld voor hele specifieke toepassingen. Blade-PC’s voor office productivity ziet Canninga niet verschijnen. Met een bezettingsgraag lager dan tien procent zijn die bij uitstek geschikt om in een virtuele omgeving gedraaid te worden. Net als de Blade PC’s van HP is de HC10 van IBM hier pas sinds een paar maanden verkrijgbaar. Volgens Canninga hebben de eerste klanten al belangstelling getoond. Behalve het stroomverbruik en de slechte beveiliging van werkstations, is ook de herrie die ze maken een belangrijk argument om ze naar het rekencentrum te verplaatsen. Wel komt IBM binnenkort met de Connection Broker. Net als de Session Allocation Manager van HP biedt deze een universele ingang voor de gebruikers. Het beheer van de werkstation blade geschiedt op identieke wijze als dat van andere blades. De Director-software wordt standaard meeleverd met elk BladeCenter-chassis. •
Energie besparen en duurzaamheid
De BladeCenter S wordt getest in een akoestische kamer om te kijken of het systeem in een kantooromgeving
11 FOCUS OP
En ertussenin zit de Blade PC, waarbij de eindgebruiker ook op een thin client werkt maar toch een eigen fysiek systeem tot zijn beschikking heeft. Belangrijke vraag is natuurlijk waarom je een Blade PC zou gebruiken als je die ook volledig kunt virtualiseren. Volgens Verton wil HP alle drie mogelijkheden aanbieden en is bepalen klanten zelf welke oplossingen ze willen inzetten. Voor de gebruiker maakt het in ieder geval geen verschil. Deze krijgt in alle drie gevallen zijn eigen omgeving op het scherm van zijn thin client. En ook voor het beheer maakt het niet uit. Alle drie concepten worden via de zelfde management software beheerd. Veruit het belangrijkste argument om toch aan aparte hardware vast te houden voor een gebruiker is de gegarandeerde performance. De Blade PC is de enige van de drie oplossingen waarbij de gebruiker het hardware-systeem nog helemaal voor
Cisco en Amsterdam samen in duurzaamheidsprogramma
Slimmer werken dankzij IT Niet alleen Al Gore werpt zich op als ambassadeur van het milieu, ook zijn voormalige baas Bill Clinton zet zich in voor duurzaam energiegebruik. Daar is onder meer het Clinton Global Initiative uit voortgekomen, waar in Nederland de gemeente Amsterdam aan deelneemt. NetwerkleveEnergie besparen en duurzaamheid
rancier Cisco, initiatiefnemer achter de samenwerking, heeft een aantal mensen volledig vrijgemaakt om het Clinton Global Initiative te begeleiden. Er is dan ook sprake van een intensieve samenwerking tussen Cisco en de gemeente Amsterdam. Marco van der Hoeven
FOCUS OP
12 Binnen het kader van het Clinton Global Initiative zijn Cisco en de drie steden -San Francisco, Amsterdam en Seoel- een samenwerkingsverband aangegaan, het zogenaamde. Connected Urban Development-programma, om met slimme inzet van it te komen tot vermindering van de CO2-uitstoot. Daarbij gaat het niet alleen om het groener maken van it in de datacenters, al maakt dit wel onderdeel uit van het programma. Belangrijker nog dan de reductie van energie die it zelf consumeert, is de constatering dat it - mits goed toegepast - een enorme besparing oplevert in de energiekosten. De betrokkenheid van Cisco bij het Clinton Global initiative is ruim een jaar geleden ontstaan, toen ceo John Chambers een programma lanceerde waarbij hij aankondigde zowel intern als extern te gaan werken aan een stevige reductie van CO2emissies door middel van slimmer gebruik van it. Zo heeft Cisco onder meer de eigen netwerktechnologie ingezet om minder te gaan reizen. Doelstelling is om uiteindelijk te komen tot een reductie van de CO2emissie van 20 procent (zie kader). Ook de externe campagne van Cisco heeft deze doelstelling. Bas Boorsma, in Nederland bij Cisco verantwoordelijk voor het Clinton Global Initiative: “Je moet
een hoogwaardige oplossing hebben om te komen tot een vervanging voor transport. E-werken zien wij als werken waar dan ook, wanneer dan ook, zonder dat technologie daarbij een obstakel is, sterker nog: het juist faciliteert. Nederland heeft goede verbindingen, maar het kan nog veel beter. Wanneer je overal voldoende bandbreedte hebt, kun je overgaan tot een virtuele aanwezigheid die zo goed is dat mensen geneigd zijn de auto te laten staan.”
Boorsma refereert hierbij aan een van de doelstellingen van het Connected Urban Development-programma. CUD heeft drie pijlers: slimmer werken, slim transport en groene it. Onderdeel hiervan is het opzetten van zogenoemde satellietkantoren in de buurt van knooppunten als snelwegen of vliegvelden. Boorsma: “Niet alle ondernemingen kunnen medewerkers voorzien van werkplekken die door bijvoorbeeld de Arbo-dienst goedgekeurd zijn. Daar kunnen satellietkantoren een rol in kunnen spelen, bijvoorbeeld als je een keten van dergelijke kantoren om Amsterdam kunt plaatsen, zodat je letterlijk duizenden auto´s onttrekt aan het verkeer.” Verkeerscongestie Het eerste satellietkantoor wordt ondertussen als prototype ingericht in de buurt van Almere. “Amsterdam heeft al een intensieve samenwerking met Almere op het gebied van de zogenoemde Noordvleugel, waar verkeerscongestie een groot probleem is, aldus Ronald Prins, directeur milieu en bouwtoezicht bij de gemeente
Bas Boorsma (Cisco): “Wanneer je overal voldoende bandbreedte hebt, kun je een virtuele aanwezigheid creëren die zo goed is dat mensen geneigd zijn de auto te laten staan.”
Energie besparen en duurzaamheid
13 FOCUS OP
Amsterdam. “Wanneer je in het hele land een substantieel aantal van dergelijke kantoren realiseert heeft het ook zin. In Almere gaan we nu eerst uitzoeken hoe het allemaal werkt. Je hoeft mensen niet zoveel meer te laten reizen. Je kunt hen gewoon laten werken op de plek waar ze op dat moment zijn. “ Boorsma: “We realiseren ons dat transport niet verdwijnt. Mensen blijven van A naar B gaan, willen elkaar ook graag ‘face to face’ blijven ontmoeten. Maar je kunt hen wel in bredere zin helpen door hun reisgedrag beter te organiseren.” Daarom werkt Cisco in samenwerking met de gemeente Amsterdam met het MIT in Boston aan de zogenoemde Personal Travel Telepresence-faciliteit. Op de rug onder andere burgemeester Job Cohen en minister Jacqueline Cramer. Assistant (PTA). “De PTA is een concept waar allerlei informatiestrogebruiken is dat het teveel tijd kost. Dat milieu en duurzaamheid bezig houden: “Zij men samenkomen, gericht op de reiziger argument willen we weghalen. Daarvoor zien dat er nu kritische massa ontstaat, die nu niet voldoende informatie heeft. moet nog wel veel gebeuren; het is een terwijl ze zich voorheen vaak een roepende Het biedt een aantal informatiestromen technisch hoogstandje. We streven ernaar in de woestijn hebben gevoeld.” op mobieltje, routeplanner of laptop, over om in 2010 een prototype te hebben.” Vanwege de radicale veranderingen die bijvoorbeeld files: waar staan ze, wat zijn Het Clinton Global Initiative wordt gekunnen voortkomen uit de gevonden oplosde alternatieven, waar zijn de vertragingen dragen op hoog niveau. Zo zijn naast Bill singen, bestaat er echter ook weerstand: van het alternatief, en geeft antwoord op Clinton en John Chambers de burgemees“Je hebt op alle niveaus mensen die niet vragen als: kan ik nu alvast mobiel een ters van Amsterdam, San Francisco en Seweten wat ze ermee moeten. De grootste parkeerplek reserveren, of gebruikmaken oel persoonlijk betrokken bij het initiatief. bezwaren komen voort uit het feit dat de van een plek in een satellietkantoor?” Op die manier hopen de initiatiefnemers problematiek rond duurzaamheid zich nooit daadwerkelijk bruikbare, repliceerbare, laat regeren vanuit één ambtelijke dienst. resultaten te boeken. Prins: “Met het Dit soort zaken gaat alle diensten aan. De Clinton Global Initiative proberen we schaalbare oplossingen die het moeten wereldwijd fundamentele zaken aan te pak- gaan doen, moeten door alle afdelingen en ken. We proberen niet achter de waan van ministeries gedragen worden.” ‘Met het Clinton de dag aan te lopen, en al die duizenden Ook bij dit soort initiatieven is een Global Initiative dingen op het gebied van duurzaamheid en businessmodel belangrijk. “De investerinproberen we wereldwijd klimaatverandering die je iedere dag om de gen moeten zich terugverdienen, en de oren vliegen. Het doel is grote zaken op de opbrengst moet aantrekkelijk zijn. Mensen fundamentele zaken agenda te krijgen, en daarvoor oplossingen die er moeite mee hebben zijn vaak degete vinden.” nen die duurzaamheid hebben benaderd als aan te pakken’ een pakket strafmaatregelen. Zij moeten DRAAGVLAK vooral zien wat de voordelen zijn. Het Boorsma: “Het is belangrijk om te onmooie aan het Connected Urban Developderstrepen dat dit op hoog niveau wordt ment-pogramma is dat we goed kunnen Prins: “Wanneer je mensen uit de auto gedragen. Daardoor krijg je ook binnen de laten zien waar die voordelen zitten.” in diverse vormen van openbaar vervoer stedelijke besturen en ambtelijke apparaPrins: “Het moet aantrekkelijk zijn om mee wilt krijgen, moet je een systeem creëren ten meer draagvlak.” De reacties zijn volte doen. Mensen zijn eenduidige wezens van deur tot deur. Het meest gebruikte gens hem overwegend enthousiast, vooral die vanuit een ‘what’s in it for me’- prinargument om het openbaar vervoer niet te van mensen die zich al veel langer met cipe handelen, en als het hen moeite >>
MINDER REIZEN
Energie besparen en duurzaamheid
Cisco heeft ondertussen de eerste resultaten bekend gemaakt van het programma om door middel van telewerken minder te gaan reizen. Het bedrijf heeft momenteel 132 hoogwaardige Telepresence-faciliteiten in grote steden over de hele wereld. De bezettingsgraad is hoog, 44 procent, tegen nog niet een procent bij standaard-videoconferentievoorzieningen. Tot nu toe zijn 28.813 vergaderingen via deze apparatuur verlopen, een gemiddelde van 753 per maand. Zo’n 6.000 reizen zijn daarmee uitgespaard, wat naast een aanzienlijke CO2-reductie al een kostenvoordeel heeft opgeleverd van 47 miljoen dollar.
FOCUS OP
14
Job Cohen
kost is het lastig ze over te halen. Je moet hen de voordelen laten ervaren. Dat onderdeel staat hoog op de agenda, en we denken er hard over na hoe we dat kunnen bereiken. Het gaat om de ‘mindset’. Overigens helpt de hoge energieprijs ons. Je kunt eenvoudig uitleggen dat energiebesparing veel geld oplevert.”. Boorsma pleit voor een realistische benadering: “Je mag ook de beperkingen van het programma zien. Onze ambitie is niet dat het morgen allemaal anders is. We geven een startschot met tastbare experimenten die voor iedereen inzichtelijk zijn, met een beeld van de veranderingen die eraan komen. Een mobiele functie die een betere ervaring met het openbaar vervoer mogelijk maakt, hoef je niet uit te leggen. Maar om te komen tot een situatie waarbij de mensen een bepaald aantal dagen uit de kantooromgeving worden gehaald, duurt een stuk langer; daar gaat zeker een generatie overheen. Maar je moet wel ergens beginnen.” HET GOEDE VOORBEELD Het Connected Urban Development-programma heeft voorlopig een looptijd van vijf jaar. Cisco heeft een bedrag vrijgemaakt van vijftien miljoen dollar. Boorsma: “Dat bedrag is wel variabel, het kan meer of minder worden, afhankelijk van de gang van zaken. Het grootste deel investeren we in het mogelijk maken van
onderzoek, bijvoorbeeld met MIT, maar ook met lokale academische partners.” Hoewel het programma vanwege de flexibiliteit beperkt blijft tot de drie oorspronkelijk deelnemende steden, bestaat er wel veel belangstelling vanuit andere gemeenten. Naast de samenwerking met Almere, is er ook met andere gemeenten overleg. Zo zijn er gesprekken gaande tussen Amsterdam en Rotterdam over duurzaamheid, maar ook kleinere gemeenten zijn geïnteresseerd in het programma. Amsterdam is zelf al volop bezig met een beleid dat gericht is op duurzaamheid.
‘Doelstelling is om uiteindelijk te komen tot een reductie van de CO2-emissie van 20 procent’
Zo is de gemeente onder meer in gesprek met ict-dienstverleners. Prins: “We willen kijken hoe je die weilanden vol met servers slimmer krijgt. De grote providers hebben allemaal een eigen datacenter met servers. Die kun je ook bij elkaar brengen in bijvoorbeeld serverflats. Door de grote schaal kun je daar veel mee winnen.” Milieu speelt eveneens een rol bij de uitbreiding van Amsterdamse bedrijventerreinen. Prins: “Aan de Zuid-as komt de tweede bouwstroom op gang, en daarvoor gaan we duurzaamheidseisen opstellen. Denk aan
de eis dat een international die daar een kantoor gaat vestigen, moet zorgen voor teleconferentiefaciliteiten om vliegbewegingen te verminderen. ‘Smart building’concepten zullen in ieder geval onderdeel van de duurzaamheidseisen uitmaken.” De gemeente steekt ook de hand in eigen boezem; er is nog veel te doen. Prins: “Toen ik hier acht jaar geleden kwam werken, was ik verbijsterd over het feit dat iedereen alles zelf deed. Zo heeft de gemeente Amsterdam 350 panden in gebruik, en in de helft daarvan staat meestal een eigen server. Dat is niet altijd de meest efficiënte zaak. Inmiddels zijn we zover dat we een centrale regie opzetten. “We hebben een directie ICT die nu opdracht heeft een plan te schrijven waarin de it geregeld wordt vanuit één serverpark van de gemeente. Daarnaast werkt iedereen nu met een pc op het netwerk, maar je kunt ook met slimme terminals gaan werken. Over de achterliggende gedachte is niet veel discussie meer, alleen het uitrollen heeft wat meer voeten in de aarde.” Juist het goede voorbeeld is volgens Boorsma belangrijk: “De heilige-graalwoorden van het programma zijn ‘repliceerbaarheid’ en ‘schaalbaarheid’. De belofte is niet dat we de drie deelnemende steden CO2-neutraal maken, maar dat we door middel van al die maatregelen in de steden tot experimenten komen die leiden tot inzichten, modellen, pilots en diensten die succesvol zijn binnen de deelnemende steden en die bovendien repliceerbaar zijn op de plaatsen met de snelste groei, zoals in China of India. Voor hen is het onder meer belangrijk dat ze middelen en handreikingen krijgen. En het mag de groei van hun economie niet schaden.” •
Besparingen op hardware nog aanzienlijk groter dan op energie
energiekosten zijn zeker niet het belangrijkst. Het ‘groene’ argument blijkt bij eigenaren en beheerders van rekencentra nauwelijks nog een rol te spelen. Lucas Megens Besparingen op energiekosten zijn een leuke bijkomstigheid van virtualisatie, maar zeker niet het belangrijkste verkoopargument. De besparingen in hardware en onderhoud, en de opbrengsten in flexibiliteit wegen veel zwaarder. Bovendien zijn fail-over en disaster recovery veel eenvoudiger te regelen. “Klanten willen wel groener worden,” zegt Jeremy van Doorn, senior systems engineer bij VMware, “maar ze willen daarvoor geen extra investeringen doen. Ze komen met vragen over de flexibiliteit en de total cost of ownership (tco). Dat ze groener worden, is meer een bijproduct van virtualisatie. Klanten zeggen achteraf: ‘We hebben gevirtualiseerd, nu kunnen we onszelf als groen naar buiten profileren’.” Als je aan het rekenen slaat, blijken de besparingen op energiekosten ook heel beperkt ten opzichte van andere opbrengsten. Van Doorn geeft een voorbeeld van een Luxemburgs bedrijf dat tweehonderd serversystemen had draaien. Zij hebben dat aantal kunnen terugbrengen tot twintig ‘dual core’ machines. Daarmee zijn de energiekosten voor de systemen zelf en de koeling ervan van 182 duizend dollar per jaar verminderd tot 27 duizend, een besparing van ruim anderhalve ton. Toch valt dit bedrag in het niet als je dat vergelijkt met bijvoorbeeld de kosten van de hardware. Tweehonderd systemen en hun ’fail-overs’, die elk zijn voorzien van een dubbele netwerkaansluiting, bevatten bij elkaar achthonderd ’host-adapters’. In de nieuwe situatie, waarbij elke server en
zijn fail-over vier netwerkaansluitingen bevat, zijn nog maar 160 adapters nodig. Met een prijs ‘van rond de zevenhonderd dollar per stuk, loopt dat verschil al in de ettelijke tonnen. En dan zijn nog niet eens de kosten voor de kabels en de switches in ogenschouw genomen. “Dat is veel interessanter dan het groene aspect,” is dan ook de conclusie van Van Doorn. Een consolidatie van tweehonderd naar twintig ‘dual-core’ servers is volgens Van Doorn nog conservatief. “We meten met onze Capacity Planner hoeveel resources onze klanten daadwerkelijk verbruiken. Die informatie slaan we op in een grote database. Daaruit blijkt dat van de gemid-
Beheerconsole van VMware
delde x86-server maar 10 tot 15 procent van de processorkracht wordt gebruikt.” Meestal worden gevirtualiseerde systemen voor tachtig procent belast, zodat nog wat ruimte overblijft. Op die manier kom je volgens Van Doorn op een bezetting van vier tot acht virtuele machines per processorkern. Dat consolidatie toch nog een fikse besparing op energie oplevert, heeft te maken met het relatief hoge stroomverbruik van ongebruikte systemen. “Een gemiddelde server heeft een voeding van 400 tot 500W. Zelfs een modern systeem verbruikt nog dertig procent als deze niets staat te doen. Dat is toch tussen de 100 en 150W.” Beheerkosten Hoewel VMware zelf het stroomverbruik het liefst altijd meeneemt in zijn roiberekeningen, is het eigenlijk alleen bij grote bedrijven een interessante post. Behalve het relatief beperkte belang ten opzichte van de andere opbrengsten van virtualisatie, helpt ook de allocatie >>
15 FOCUS OP
Virtualisatie levert enorme besparingen en andere voordelen op. Lagere
Energie besparen en duurzaamheid
‘Groen’ geen argument voor virtualisatie
Energie besparen en duurzaamheid FOCUS OP
16
van de stroomkosten niet mee. “Er komt geen enkele klant naar ons toe met ‘groen’ als onderdeel van de investering,” aldus Van Doorn. “Omdat de stroomkosten niet in zijn budget vallen, interesseert het de it-directeur voor geen meter. Daarmee valt het hele groene element in het water.” Behalve de besparingen in hardware blijken vooral de beheerkosten een belangrijk argument voor virtualisatie en consolidatie. ‘Disaster recovery’ op het niveau van virtuele machines is vele malen eenvoudiger dan op applicatieniveau. In de meeste gevallen is dat slechts een kwestie van het kopiëren van ’images’ via de opslag. Hetzelfde geldt voor het uitrollen van nieuwe servers of testomgevingen. “Klanten kijken naar fte’s,” zegt Van Doorn. Naast de voor-
Omdat de stroomkosten niet in zijn budget vallen, interesseert het de it-manager voor geen meter
SERVERS VOOR VIRTUALISATIE Hoewel ’blade’-systemen vaak als het summum in consolidatie en standaardisatie worden gezien, zijn ze voor sterke virtualisatie minder geschikt. Al die onafhankelijke virtuele machines stellen immers zware eisen aan i/o- en netwerkcapaciteit. Een maximum van vier netwerkkaarten per chassis wordt al gauw een bottleneck. Daarnaast creëren ‘blades’ die continu op tachtig procent van hun volle vermogen draaien, problemen in veel bestaande rekencentra. De hitte die deze ‘high-density’ systemen afgeven is vaak de oorzaak van zogenaamde hotspots, plaatsen waar de koeling niet voldoende is. Dat maakt blades beter geschikt voor situaties waar een gebrek aan ruimte heerst. Bij virtualisatie maakt men liever gebruik van zwaardere servers. Volgens Van Doorn zijn de systemen van HP hiervoor beter geschikt dan die van Dell. Inmiddels komt daar echter verandering in. De meeste grote leveranciers hebben de afgelopen tijd servers speciaal voor gevirtualiseerde omgevingen aangekondigd. Deze voorzien in meer i/o-, netwerk- en geheugencapaciteit. VMware zelf maakt het deze leveranciers makkelijker met de introductie van ESX 3i. Dit is een ‘embedded hypervisor’ die op een flash-geheugen van 32 MB past. Voorheen nam het op Red Hat gebaseerde systeem minimaal 2 GB in beslag. Omdat daarmee ook geen harde schijf meer nodig is, gaat het stroomverbruik van het systeem omlaag en de betrouwbaarheid omhoog. Bovendien verdwijnt hiermee de Service Console, volgens Van Doorn verantwoordelijk voor de helft van de VMware-patches.
delen voor ’disaster recovery’ en serverbenutting noemt hij ook standaardisatie als een belangrijk voordeel van virtualisatie. “Virtualisatie maakt je veel schaalbaarder. Op de korte termijn kost het aanleggen van de gevirtualiseerde omgeving extra mankracht, maar op de langere termijn heb je minder fte’s nodig.” Om voor-de-hand-liggende redenen spreekt VMware bij klanten echter liever niet direct over fte’s. Beheerders spelen een belangrijke rol bij de acceptatie en implementatie van een gevirtualiseerde omgeving. De nadruk op besparingen op beheer-fte’s zou natuurlijk op weerstand stuiten. Dat er straks meer ruimte komt voor pro-actief management is beter te verkopen. MILIEUASPECTEN Dat de klanten van VMware kennelijk nauwelijks belangstelling hebben voor de milieuaspecten van virtualisatie wil niet zeggen dat VMware zelf daar niets mee doet. Versie 3.5 van de VMware Infrastructure-suite die binnenkort verschijnt, bevat Distributed Power Management (DPM) als nieuw onderdeel. Deze maakt deel uit van de Distributed Resource Scheduler (DRS) en optimaliseert het energieverbruik over de virtualisatieservers heen. “Als iemand tien servers heeft staan die ‘s nachts niet worden gebruikt, dan worden de virtuele machines allemaal naar één systeem verplaatst,” vertelt Van Doorn. “De andere systemen krijgen een harde ’shutdown’. Pas als ze weer nodig zijn, worden ze via het netwerk weer opgestart.” Heb je ‘s nachts juist extra rekencapaciteit nodig, bijvoorbeeld voor het uitvoeren van batch-klussen, dan kun je de pc’s van het bedrijf virtualiseren en na kantoortijd juist toevoegen aan de rekenclusters. Een laatste optimalisatie is ’transparant page sharing’. Omdat veel ’images’ dezelf-
groener worden, maar ze willen daarvoor geen extra investeringen doen.”
‘Klanten willen vooral op de kosten besparen’
Groene argumenten blijken bij de keuze voor een gevirtualiseerde infrastructuur echter geen rol te spelen. “Groen is soms wat klanten naar ons toe lokt,” zegt Van Doorn, “maar nooit waarom de handtekening wordt gezet. Klanten willen vooral op de kosten besparen. Een lagere CO2uitstoot wordt achteraf pas in het groene jaarverslag gezet.” •
17
ROBECO VIRTUALISEERT ZIJN REKENCENTRUM Robeco verhuisde vorig jaar zijn rekencentrum in Rotterdam naar een datacenter van de Rabobank. Om de risico’s beperkt te houden werden alle systemen eerst gevirtualiseerd. In een half jaar tijd werden ‘images’ gemaakt van alle systemen. Deze werden vervolgens via de ‘storage’ gerepliceerd naar het Rabo-rekencentrum. Daar hoefden de virtuele machines alleen te worden aangemeld om te worden opgestart. Mocht er bij de overgang iets mis gaan, dan konden de oude systemen weer ingeschakeld worden. Voorheen had Robeco ongeveer driehonderd Wintel-machines en honderd AIXsystemen staan. Inmiddels is het merendeel daarvan ondergebracht op een BladeCenter van IBM met in totaal 32 blades. Voor de Windows-systemen wordt gebruik gemaakt van VMware. De AIX-systemen draaien in logische Unix-partities. Hoewel Robeco met deze gevirtualiseerde oplossing ook flink op zijn stroomkosten heeft kunnen besparen, noemt Willem van Vianen, de manager infrastructure delivery, andere blijvende opbrengsten. “We hebben heel veel oude apparatuur eruit kunnen gooien, en daarmee fiks bespaard op de onderhoudscontracten. Bovendien is het nu veel gemakkelijker om nieuwe systemen aan te maken. De standaardisatie daarvan is veel eenvoudiger geworden. En alles wordt beheerd vanuit één enkele interface.” “Moest je vroeger een systeem voor een nieuwe dienst bestellen, dan was je zo zes, zeven weken verder,” aldus Van Vianen. “Nu kan dat binnen één dag.” Hetzelfde geldt voor het opzetten van een testomgeving en het uitbreiden van de capaciteit van productiesystemen. “Je kunt heel gemakkelijk virtuele capaciteit bijschakelen, en weer terugzetten als je die niet meer nodig hebt,” vertelt system engineer Jan Otten. “Bovendien heb ik daarvoor de netwerk- en ‘storage’beheerders niet meer nodig.” Al met al kan de it-afdeling van Robeco nu veel meer tijd besteden aan andere dan operationele zaken. Daarnaast is het gemakkelijker geworden om diensten aan te bieden. Op dit moment wordt nagedacht over een productportfolio en een tarievensysteem.
FOCUS OP
de onderdelen bevatten - vaak zijn het zelfs kopieën van elkaar - loont het zeer de moeite om te zoeken naar identieke geheugenpagina’s. Volgens Van Doorn kan het geheugengebruik op die manier met dertig procent worden teruggebracht. Virtualisatie draait op alle niveaus vooral om het optimaal benutten van de ‘resources’. Dat levert automatisch besparingen op de stroom- en koelingskosten, en dus een kleinere belasting van het milieu.
Energie besparen en duurzaamheid
Jemery van Doorn (VMware): “Klanten willen wel
Een holistische kijk op de it-infrastructuur
Energie besparen en duurzaamheid
Het datacenter is het systeem
FOCUS OP
18
Beeld TeleCity
Datacenters zijn het zorgenkindje van de ict. Ze verbruiken enorm veel stroom, worden te heet en te vol. De oorzaak van deze problemen blijkt niet specifiek op één plek te zitten maar verspreid over de hele it-infrastructuur. HP pleit daarom voor een holistische aanpak. Lucas Megens Datacenters nemen op dit moment meer dan één procent van het totale Amerikaanse energieverbruik voor hun rekening. Dat zal hier in Europa niet veel anders zijn. En als we niet ingrijpen, dan gaan we over vijf jaar naar de drie procent. Daarmee groeit de stroomrekening met gemiddeld 15 procent per jaar, nog afgezien van de stijgende energieprijzen zelf. Helaas is er niet één oorzaak van deze ontwikkeling aan te wijzen. Als je wat beter kijkt, blijkt de hele it-infrastructuur inefficiënt te zijn. Alle onderdelen op alle niveaus dragen bij aan een enorme verspilling van energie. Op het laagste niveau zien we de processors en andere componenten die meestentijds niets staan te doen. Zo bevatten serverprocessors pas sinds kort energiebesparende technologie. Voorheen was dat voorbehouden aan chips die voor notebooks en andere mobiele apparaten waren bedoeld.
Hetzelfde geldt bijvoorbeeld voor harde schijven. Behalve dat ‘solid state disks’ (sdd’s) en hybride schijven veel sneller zijn dan de traditionele disks, zijn ze ook veel zuiniger. In tegenstelling tot hun mechanische voorlopers bevatten ze immers geen draaiende onderdelen. Als de prijzen de komende jaren flink naar beneden gaan, zullen ze niet alleen vanwege hun snelheid maar ook vanwege hun lage verbruik grootschalig worden ingezet. Niet voor niets vinden ze nu als eerste hun weg naar de notebook-markt. Grootste Engergieverspilling Op systeemniveau zien we wat waarschijnlijk de grootste energieverspilling in het geheel is. De gemiddelde belasting van een server ligt in de orde van grootte van 10 procent. Dat betekent dat het systeem de rest van de tijd alleen maar hitte staat te produceren. Virtualisatie en consolidatie
leveren daar, naast een heleboel andere voordelen, enorme energiebesparingen op. ‘Blade’-systemen voegen daar nog een extra verlaging aan toe. Voeding, koeling en netwerkaansluiting worden immers gedeeld door alle ‘blades’ in hetzelfde chassis. Tenslotte is er nog de koeling. Een vuistregel zegt dat de airconditioning nog eens de helft aan energie nodig heeft van het hele serverpark samen. Maar ook daar vinden op dit moment grote verschuivingen plaats. Voorheen wilde men de hitte vooral zo veel mogelijk verspreiden door het rekencentrum en die warme lucht met behulp van grote airco’s de ruimte uit blazen. Die aanpak blijkt in een ‘high density’-omgeving met ‘blades’ en 1U-systemen niet meer vol te houden. Moderne systemen richten daarom juist op het concentreren van de warmte. Op die manier kan gericht worden gekoeld, of de warmte met behulp van een waterkoeling en een warmtewisselaar zelfs direct naar buiten worden geleid. Virtualisatie Omdat de problemen over het hele datacenter verspreid blijken te zitten, pleit Hans van den Broek, cto bij HP’s Technology Solutions Group, voor een holistische aanpak. “75 tot 90 procent van het itbudget gaat op aan het in de lucht houden
De aanpak van HP begint net als die van andere leveranciers met een evaluatie (assessment). “Veel bedrijven lopen tegen de grenzen van hun koeling en stroomvoorziening aan,” vertelt Van den Broek. “Er kunnen geen systemen meer bij, of Nuon of Essent kan niet meer leveren.” In het eerste geval kan een thermische evaluatie nog soelaas bieden. Daarbij worden in een 2d- of 3d-model alle hotspots in kaart gebracht. “Het zou kunnen dat je bijvoorbeeld 20 procent meer servers kwijt kunt door ze te herschikken.” Lukt dat niet, dan kan nog voor een lokale oplossing worden gekozen. Hotspots worden dan opgeheven door een modulair koelsysteem in te zetten. Via een eigen waterkoeling kan deze een rek met maximaal 30 kWatt behappen. AIRCONDITIONING EERST ONDER LOEP Voor problemen met de capaciteit is de airconditioning de eerste kandidaat om onder de loep te nemen. “Zeker in de Verenigde Staten staat de airconditioning altijd op het maximum. Je kunt tonnen besparen door dat te gaan managen. Daarvoor moet
CONSOLIDATIE DATACENTERS HP heeft de afgelopen jaren zelf het voortouw genomen door de eigen datacenters
te consolideren op drie grote Amerikaanse locaties. “Toen HP en Compaq samengingen hebben we software ontwikkeld om onze infrastructuur in kaart te brengen,” vertelt Van den Broek. “We bleken toen zevenduizend applicaties en vijfentwintigduizend servers in driehonderd rekencentra te hebben draaien. De kosten daarvan bedroegen vier procent van een omzet van 80 miljard dollar.”
‘Bijna driekwart itbudget wordt besteed aan stroom en koeling’
“Twee jaar geleden hadden we nog 85 datacenters en 3500 applicaties. We hebben toen Randy Mott als cio binnengehaald. Het aantal applicaties is inmiddels teruggebracht naar 1500. We migreren nu alles naar die drie grote rekencentra. Alleen de locaties waarvan de gegevens om juridische redenen niet over de grens heen mogen, blijven bestaan.” “Volgend jaar is Mott klaar. Dan bedragen de kosten van onze it-infrastructuur nog maar 1,7 procent van de omzet van honderd miljard. Wij zijn ook een showcase voor onze eigen producten. We moeten zelf laten zien wat we prediken.” •
Hans van den Broek (cto HP): The name of the game is virtualisatie en consolidatie
Energie besparen en duurzaamheid
‘De gemiddelde belasting van een server ligt in de orde van grootte van 10 procent’
een organisatie wel eerst regelen dat stroom en koeling niet meer onder het budget van de facilitaire dienst vallen. Op die manier kun je je stroomrekening van 300.000 euro bijvoorbeeld halveren.” Daarnaast moet je je afvragen of je de temperatuur in het rekencentrum altijd tussen de veertien en de achttien graden wilt hebben. “We hanteren bijvoorbeeld een maximum van achttien graden, terwijl de systemen tot vijfentwintig graden worden gegarandeerd. Dan kun je er ook voor kiezen om de airconditioning op vierentwintig graden in te stellen.” Ook de opslagarchitectuur (information lifecycle management) biedt volgens Van den Broek mogelijkheden om te besparen. “Je hoeft niet alles realtime online beschikbaar te hebben. Zet alle gegevens die je niet direct nodig hebt op tape. Dat lijkt ouderwets, maar een tape unit verbruikt maar één procent van de stroom vergeleken met een harde schijf.” Je kunt de besparingen zelfs op de desktop zoeken. “Als je vijftigduizend pc’s in je bedrijf hebt staan, kun je alle beeldschermen vervangen door ‘flatscreens’. Door ook alle screensavers uit te schakelen, kun je nog een extra slag maken. Uit onderzoek onder gebruikers van mobiele apparaten blijkt dat 70 procent niets verandert aan de instellingen voor stroombeheer.” Hoewel er enorm veel mogelijkheden zijn om de energieconsumptie van het rekencentrum omlaag te brengen, benadrukt Van den Broek een brede benadering. “Het datacenter is het systeem. Wij bekijken het geheel, van de chips tot de ruimte zelf.” Zo kan het energieverbruik worden teruggedrongen door werklasten naar één systeem te verplaatsen als de servers ‘s nachts bijvoorbeeld niet of nauwelijks worden gebruikt. Maar de strategie kan ook zijn om verschillende werklasten juist over meerdere blade-systemen te verdelen om hotspots te voorkomen. Uiteindelijk zal alles met elkaar worden verbonden en automatisch door software worden beheerd. Het ultieme doel van Van den Broek is het ‘lights out’-datacenter, waar alleen nog mensen komen als er onderdelen vervangen moeten worden.
19 FOCUS OP
van het rekencentrum. Driekwart daarvan wordt besteed aan stroom en koeling.” “Wil je die kosten omlaag hebben, dan zul je eerst moeten investeren. Dat lukt namelijk alleen als je de basisinfrastructuur voor elkaar hebt. Dat betekent standaardiseren, simplificeren en modulariseren, en vervolgens weer integreren. ‘The name of the game’ is virtualisatie en consolidatie. Daar is iedereen nu mee bezig. De afgelopen jaren hadden systemen een gemiddelde bezetting van maar vijf procent. Virtualisatie wordt nu ingezet als een ‘efficiency-tool’. De volgende stap is het benutten van de flexibiliteit die dat oplevert.”
Onderzoek: energie nóg ondergeschoven kindje
‘Rol milieu bij investeringsbeslissingen zal groeien’ Hoewel veel it-managers verwachten dat milieuoverwegingen een belangrijke rol gaan spelen bij investeringsbeslissingen, is dat nog nauwelijks het geval. Tot voor kort stond energieconsumptie niet op de agenda van de cio. Geen wonder: bij 57 procent van de it-managers maakt energiegeEnergie besparen en duurzaamheid
bruik geen onderdeel uit van het budget. Slechts een kleine minderheid (14%) weet wat it hen werkelijk kost. En telewerken wordt ook slechts bij een minderheid van de Nederlandse organisaties echt gestimuleerd. Deze en andere feiten komen uit de online-enquête die IT-Executive in samenwerking met Marqit heeft gehouden.
FOCUS OP
20 Jan van der Lugt De boodschap mag ondertussen bekend worden verondersteld: duurzaam ondernemen staat volop in de belangstelling, en kan niet alleen zorgen voor een positief imago maar levert ook nog eens geld op. Uit een online enquête waaraan tweehonderd it-managers aan hebben deelgenomen blijkt dat niet minder dan 77 procent van hen verwacht dat de rol van milieuoverwegingen in de toekomst zal gaan toenemen bij het nemen van investeringsbeslissingen. Ongeveer eenderde van de ondervraagde bedrijven maakt in zijn jaarverslag al daadwerkelijk melding van maatschappelijk verantwoord ondernemen, terwijl bijna de helft zich heeft voorgenomen dat in de toekomst meer te gaan doen. Deze cijfers staan echter haaks op de huidige praktijk, zoals die blijkt uit de enquête. Dat begint al bij het it-budget. Bij 57 procent van de respondenten maakt het energiegebruik van it-apparatuur -van pc’s en printers tot datacenters- niet eens onderdeel uit van het budget waar zij verantwoordelijk voor zijn. Dit staat het inzichtelijk maken van it-gerelateerde energiekosten lelijk in de weg, laat staan dat dit voor de betrokken managers een stimulans is om actie te ondernemen.
Het is dan ook niet verwonderlijk dat 60 procent van de respondenten aangeeft geen idee te hebben wat de kosten zijn van de it-apparatuur die zij onderhouden. 20 procent weet dat slechts gedeeltelijk, 7 procent weet niet of die cijfers beschikbaar zijn –wat er in ieder geval op neerkomt dat ze die cijfers niet zelf hebben- en slechts 14 procent geeft aan wèl precies te weten wat it hen kost aan energiegebruik. DATACENTERS NOG NIET GROEN Hoewel it-managers dus aangaven te verwachten dat milieuoverwegingen een belangrijke rol gaan spelen in de MAAKT ENERGIEVERBRUIK VAN IT DEEL UIT VAN UW BUDGET?
toekomst, is dat bij lange na nog niet het geval. Bij de aanschaf van it-apparatuur spelen milieuoverwegingen slechts een beperkte rol. Bij de aanschaf van desktop-automatisering, printers, kopieerapparaten en servers spelen voor nog geen dertig procent van de respondenten de energiekosten ‘in beperkte mate’ mee in de investeringsoverwegingen. Bij de aankoop van servers let eenvijfde van de it-managers al wat meer op de energiekosten. Maar bij datacenters, waar veruit de meeste besparingen zijn te behalen, is het percentage dat daar in belangrijke tot zeer belangrijke mate rekening mee houdt, niet hoger dan zestien procent. Bij deze forse kostenpost wat betreft energiegebruik geeft bijna de helft van de it-managers aan dat energie een verwaarloosbare rol speelt bij de aanschafbeslissing. Toch is uit diverse onderzoeken, onder meer door de grote leveranciers zelf, gebleken dat de energiekosten van een datacenter de investering in hardware ondertussen overstijgen, en zorgt – vaak inefficiënte - koeling van die datacenters voor meer dan de helft van het stroomverbruik. Juist daar kunnen bedrijven forse besparingen realiseren. STIMULANS ONTBREEKT Telewerken is niet bepaald meer een nieuw fenomeen, en de meest recente
MAAKT MAATSCHAPPELIJK VERANTWOORD ONDERNEMEN (MVO) ONDERDEEL UIT VAN JAARVERSLAG?
ROL MILIEUOVERWEGINGEN BIJ IT
VERWACHTING DAT ROL MILIEUOVERWEGINGEN BIJ IT INVESTERINGEN TOENEEMT
centages zijn hier vergelijkbaar, waarbij eenderde van de respondenten aangeeft dat technologie hier slechts in beperkte mate voor wordt gebruikt. Een vergelijkbaar beeld levert de vraag op of organisaties de aanschaf van duurzame producten stimuleren. 11 procent van de ondernemingen stimuleert dit nog steeds niet, 10 procent in zeer beperkte mate, en 30 procent in beperkte mate. Bij 39 procent gebeurt dit in belangrijke tot zeer belangrijke mate. Deze beperkte focus op duurzaam ondernemen is gerelateerd aan de mate van bereidheid om extra te betalen voor duurzaamheid. Een meerderheid van de respondenten, 63 procent, is hiertoe op dit moment niet tot nauwelijks bereid. Slechts 22 procent van de it-managers denkt dat hun bedrijf bereid is meer geld uit te geven aan milieuvriendelijke producten. De besparing die de bedrijven van deze respondenten zouden kunnen behalen, is aanzienlijk. Meer dan een kwart van hen heeft een jaarlijks investeringsbudget voor it van meer dan een kwart miljoen euro. Het investeren van dergelijke bedragen in energie-efficiënte it kan een veelvoud opleveren van die bedragen. •
Energie besparen en duurzaamheid
63 procent van respondenten is nu niet tot nauwelijks bereid extra te betalen voor duurzaamheid
21 FOCUS OP
INTENTIE OM MEER AANDACHT AAN MVO IN JAARVERSLAG TE BESTEDEN
ontwikkelingen op ict-gebied hebben de mogelijkheden om hiermee aan de slag te gaan alleen maar breedte van netwerken is zo sterk toegenomen dat het vrijwel geen belemmering meer vormt om op afstand te werken. Toch geeft 11 procent van de respondenten aan dat hun organisatie telewerken niet stimuleert, 17 procent dat dit slechts in zeer beperkte mate gebeurt, en 33 procent in beperkte mate. Bij 15 procent gebeurt dit in belangrijke mate, en voor 19 procent in zeer belangrijke mate. Daaraan gekoppeld is de mate waarin organisaties gebruikmaken van informatietechnologie om het aantal zakelijke reiskilometers terug te dringen. De per-
ADVERTORIAL Sun Microsystems helpt ondernemingen te besparen op kosten en energie
Energie besparen en duurzaamheid
Rendabel duurzaam ondernemen
FOCUS OP
22
Suns ‘Black Box’ is een volledig uitgerust gevirtualiseerd datacenter in een standaard zeecontainer
Duurzaam ondernemen is een tweesnijdend zwaard. Niet alleen is het goed voor het milieu wanneer bedrijven maatregelen nemen om hun energiegebruik terug te dringen, milieuvriendelijk werken levert ook nog eens veel geld op. Sun Microsystems heeft een uitgebreid programma ontwikkeld om zowel intern als bij klanten duurzaam ondernemen echt rendabel te maken.
Energie-efficiënt werken is goed voor het milieu én voor de zaken. Met name datacenters, waar 24 uur per dag grote hoeveelheden energie worden gebruikt voor de machines aldaar, zijn een uitgelezen locatie om het energiegebruik in een organisatie terug te dringen. Op dit moment zijn over de hele wereld al ruim één miljard mensen online. De machines in het netwerk dat ze daarvoor nodig hebben, verbruiken 100 miljard kilowattuur per jaar, en levert ondernemingen een totale stroomrekening op van 7,2 miljard dollar. Die rekening loopt dagelijks verder op door de exponentiële groei van het gebruik van netwerken. Tussen 2000 en 2005 is het energiegebruik in datacenters meer dan verdubbeld. Op dit moment maakt stroomgebruik nog een kwart uit van het totale it-budget, maar er begint zich zelfs een situatie af te tekenen waarbij in de nabije toekomst energiegebruik in de it-infrastructuur meer gaat kosten dan de hardware zelf. Rekening houden met het milieu heeft dus automatisch het positieve neveneffect van lagere kosten.
‘Thin clients’ op werkplekken Sun Microsystems neemt deze uitdaging serieus, en heeft producten ontwikkeld die veel meer rekenkracht hebben dan eerdere genera-
ties, terwijl ze tegelijkertijd minder energie kosten bij de productie en in het gebruik. Dit geldt bijvoorbeeld voor de Sun Fire T1000- en de Sun Fire T2000-servers waarin gebruik wordt gemaakt van de zogenoemde CoolThreads-technologie. Ook de Sun Ray Virtual Display Client, het Project Blackbox-gevirtualiseerde datacenters, en de Sun Open Work Practice-diensten spelen een rol. ‘Black Box’ heeft wereldwijd al veel aandacht gekregen als innovatieve en flexibele manier om een datacenter op te zetten op vrijwel iedere plaats waar de stroomvoorziening en netwerkverbinding aanwezig zijn. De ‘Black Box’ is een volledig uitgerust en optimaal geconstrueerd gevirtualiseerd datacenter dat gebouwd is in een standaard zeecontainer. Dit betekent dat het overal waar aan de randvoorwaarden is voldaan, snel in gebruik kan worden genomen, bijvoorbeeld door bedrijven met acuut ruimtegebrek, militairen of internationale hulporganisaties. De ‘thin client’-technologie Sun Ray is ondertussen binnen Sun uitgerold bij ongeveer 40.000 werkplekken. Het resultaat hiervan is dat het aantal systeembeheerders dat nodig is om de plekken te onderhouden niet groter is dan tien, tegen de normale standaard van één per honderd werkplekken. Dit komt doordat alle werkplekken
Chief technology officer Hans Appel:“Datacenters pompen nu vooral warme lucht rond, en de oplossing ligt niet in nog méér koeling. In ons concept zijn de processors gekoeld, waardoor de warmteafgifte aanzienlijk minder wordt. Ook moet je slimmer omgaan met voedingsapparaten, die standaard zijn uitgerust op volledig of maximaal gebruik. Vaak geeft dat overbodig stroomverbruik.”
WAARDEVOLLE INZICHTEN Niet minder dan 41 procent van de it-executives noemt stroomvoorziening en koeling dan ook als een van de grootste problemen in hun datacenters. Het Eco Innovation-portfolio van Sun speelt in op dit reële probleem, en zorgt ervoor dat it-managers snel resultaten kunnen boeken. Bij Sun Microsystems, waar dit programma in praktijk is gebracht, waren de initiële resultaten spectaculair. Zo is in één datacenter bijvoorbeeld binnen drie maanden het aantal servers teruggebracht van 2.177 tot 1.240. Dit is niet ten koste gegaan van de rekenkracht, integendeel. Die is in dezelfde periode gegroeid met 456 procent. Tegelijkertijd is de mate van gebruik van de servers omhoog gegaan tot 85 procent, wat een enorme efficiëntieverbetering betekent. Ook bij de opslagvoorzieningen heeft Sun snel besparingen gerealiseerd, door 738 opslagapparaten terug te brengen tot 225, terwijl hier de capaciteit omhoog is gegaan met 244 procent. In het kader van deze maatregelen zijn in totaal vijfduizend servers, opslag- en netwerkapparaten afgeschreven. De energiekosten zijn
23 gedaald, met meer dan 60 procent, wat in de eerste negen maanden een besparing van 860.000 dollar heeft opgeleverd. Daarnaast heeft de energieleverancier in Silicon Valley dit initiatief beloond met een miljoen dollar aan kortingen. De uitvoering van dit project heeft Sun waardevolle inzichten opgeleverd in de manier waarop bedrijven snel en efficiënt duurzaam ondernemen kunnen oppakken. Op basis van deze ervaringen heeft Sun zogenoemde Eco Ready Kits ontwikkeld, waarmee ook andere bedrijven hun it-infrastructuur grondig onder de loep kunnen nemen. Een aspect van deze strategie is dat Sun juist investeert in opslag op tape, tegen de trend in. Tape is namelijk de meest energiezuinige oplossing voor opslag en databeheer. De hoeveelheid data die bedrijven en instellingen opslaan wordt steeds groter. Het is echter niet efficiënt om al die data op te slaan op schijven die voortdurend draaien en daarmee continu stroom gebruiken. Data die is opgeslagen op tape is wel beschikbaar, maar kost geen stroom. Ook virtualisatie is een belangrijke stap op weg naar duurzaam ondernemen. Het virtualisatieportfolio van Sun zorgt ervoor dat het systeemgebruik omhoog gaat van de in deze branche gebruikelijke 5-15 procent naar 80 procent. Ook de koelingskosten gaan daarmee omlaag, terwijl de prijs/prestatie-verhouding tot tien keer verbetert. De operationele kosten dalen aanzienlijk, wat investeren in energiebesparing, milieu en duurzaam ondernemen meer dan de moeite waard maakt. Met een aantal relatief eenvoudige maatregelen is al veel energie- èn financieel voordeel te behalen op it-gebruik. Sun Microsystems neemt door al deze ontwikkelingen als leverancier van netwerkoplossingen zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid, en heeft zich gecommitteerd aan het ontwerpen en leveren van milieuvriendelijke producten en diensten. •
Sun Microsystems • Saturnus 1 • 3824 ME Amersfoort T (033) 451 5000 W www.sun.nl
FOCUS OP
Met de ‘Eco Ready Kits’ kunnen ook andere bedrijven hun it-infrastructuur onder de loep nemen
Energie besparen en duurzaamheid
voorzien zijn van ‘thin clients’, met alleen een monitor, toetsenbord en muis, terwijl de functionaliteit is ondergebracht op Sun Rayservers. Op deze servers kunnen alle besturingssystemen en applicaties moeiteloos draaien, en er is maar een beperkt aantal datacenters voor nodig. Hiermee brengt Sun de visie ‘Het Netwerk is de computer’ zelf in praktijk. “Op dit moment zijn personal computers kleine straalkacheltjes. Ze zijn uitgerust om veel te kunnen, maar gebruiken meestal maar een fractie van de mogelijkheden,”aldus Martin te Dorsthorst, algemeen directeur van Sun Microsystems Nederland. “De visie van Sun is dat je alles op het netwerk kunt zetten, en dat de werkplek kan worden uitgerust met een scherm dat op dat netwerk is aangesloten.” Sun heeft zich ten doel gesteld om in 2012 een reductie van zijn CO2-uitstoot te realiseren van niet minder dan 20 procent ten opzichte van 2002. Deze commitment is onderdeel van het EPA (U.S. Environmental Protection Agency) Climate Leader- programma. Hiervoor is een heldere strategie ontwikkeld, het Eco Responsibility Initiative. Hierbij heeft Sun zich een aantal heldere doelen gesteld met betrekking tot het ontwikkelen van producten. Zo is het de bedoeling dat Sun al in 2008 een aantal nieuwe producten op de markt brengt die aan de ene kant 30 procent beter presteren, en aan de andere kant nog maar de helft aan warmte genereren vergeleken met de producten uit 2003.
ADVERTORIAL Evoswitch spaart milieu én portemonnee
Energie besparen en duurzaamheid
CO2-neutraal datacenter
FOCUS OP
24
Airco-installatie van Evoswitch.
Op een industrieterrein aan de rand van Haarlem staat, omgeven door een metershoog hek, het pand van Evoswitch, een CO2-neutraal datacenter, dat bovendien 20 procent minder stroom verbruikt dan een gewoon datacenter. Werken hier van die milieufreaks? “Nou, dat valt wel mee hoor, we doen het ook voor onze portemonnee.”
Laurens Rosenthal is Innovation Director bij Evoswitch. Eén van zijn grootste kopzorgen is hoe hij het toch al lage energieverbruik nog verder kan terugdringen. “Stroomtoevoer wordt in de komende jaren de beperkende factor in klassieke datacenters. De infrastructuur is niet berekend op het gebruik van nog meer stroom. Dit datacenter is vorig jaar in een bestaand pand gebouwd. We hebben voor onze stroomtoevoer de geplande capaciteit maal twee genomen om problemen voor te zijn.” Want hoewel Evoswitch zo’n 20 procent bespaart aan energie ten opzichte van klassieke datacenters, gaat er natuurlijk nog altijd heel veel stroom door heen. “Daarom maakt een procentje energiebesparing al direct een heel groot verschil,” weet Rosenthal.
Buitenluchtkoeling Die procentjes schrapen ze bij elkaar met een keur aan maatregelen. De grootste duit in het zakje doet de efficiënte koeling. Op het dak staan koelers die de koude buitenlucht benutten. Bij temperaturen onder de 14 graden – dat is het ‘s nachts vrijwel het hele jaar en overdag al snel een maand of zes – hoeft er helemaal niets
meer op andere wijzen te worden bijgekoeld. Is de temperatuur tussen de 14 en 21 graden, dan wordt er gemengd gekoeld. Boven de 21 graden slaat de airco in het pand aan. Rosenthal: “Het komt erop neer dat we per jaar gemiddeld in totaal zo’n twintig etmalen volledig moeten koelen.” In het datacenter wordt de koude lucht heel efficiënt ingezet. Evoswitch werkt met cold corridors, totaal afgedichte gangen waar de koeling vanuit de vloer wordt ingeblazen. De gang is aan het begin, het einde en aan de bovenkant afgesloten. Maar ook op de details is gelet, want de onbenutte kastruimte is afgedicht met platen. Dit om te voorkomen dat de koude lucht zo door de vrije ruimte naar achteren de warme gang in stroomt. “We hebben deze zogenaamde blind plates laten maken,” vertelt Rosenthal. ‘Cold corridor’ is overigens een relatief begrip, want waar je in veel datacenters met kippenvel op je armen rondloopt, is het in deze koele gang nog altijd een aangename 23 graden. “Geen enkele leverancier heeft in zijn specificaties staan dat de apparatuur in een ruimte moet staan waar het aanzienlijk kouder is. Toch houden de meeste datacenters dat aan. Nergens voor nodig,” stelt hij.
DELTACONVERSIE Als we verder het datacenter inlopen, flitsen overal lampen aan. “Sensoren,” legt Rosenthal uit. In de armaturen geen gewone tlbuizen of peertjes, maar hoogfrequente verlichting die zeer energiezuinig is.
‘Klanten zien dat een investering in energiezuiniger hardware zich snel terugverdient’ Een andere energiebeperkende maatregel is het reduceren van de energieverliezen in de infrastructuur. “Van iedere 10 ampère kun je er maar 8 of 9 gebruiken, de rest gaat verloren door schakelingen in het netwerk. Door de infrastructuur slim in te richten, kun je het percentage verlies behoorlijk beperken,” weet Rosenthal. Hij koos daarom voor ups’en (universal power supply) van APC die gebruikmaken van deltaconversie. “Stroom komt als A/C de ups binnen, wordt omgezet naar D/C – gelijkstroom – maar moet weer terug naar A/C. Daarbij treedt normaliter zo’n 8 procent verlies op. APC heeft dit gereduceerd tot 3 procent. De winst is dus 5 procent,” rekent Rosenthal voor. Ondanks al deze verschillende maatregelen, heeft Evoswitch op de helft van de gebruikte energie niet direct grip, dat is energie die klanten gebruiken met hun servers. Het datacenter maakt echter wel gebruik van een zeer effectief indirect stuurmiddel: klanten betalen naar energieverbruik. “Op iedere kast zit een metertje. We maken het stroomverbruik voor de klant inzichtelijk op onze portal. Dat kan tot op het niveau van een kwart kast. Ik moet zeggen dat hen dat wel stimuleert om energiezuinige servers aan te schaffen,” lacht Rosenthal. “Vroeger bestond 70 procent van de tco van een server uit aanschafkosten, de rest ging naar beheer energieverbruik. Nu is dat andersom, en klanten weten dat ook. Ze zien het op hun
rekening en weten dat een investering in energiezuiniger hardware zich snel terugverdient.” Evoswitch is daarom ook lid geworden van The Green Grid, een consortium van it-bedrijven en professionals die gezamenlijk zoeken naar manieren om het overall energieverbruik in datacenters terug te dringen. The Green Grid is opgericht door een aantal hardwarefabrikanten zoals Cisco, Dell en AMD, maar inmiddels kan iedereen met een belang bij energiezuinige datacenters lid worden. Naast energie-efficiënte technologieën werkt The Green Grid ook aan platformonafhankelijke standaarden en meetmethoden.
BOOMAANPLANT Waar Rosenthal nog mee in zijn maag zit, is de vele warmte die het bedrijf nu onbenut de koele buitenlucht in blaast. “We hebben helaas geen overdekt zwemparadijs of groot bejaardenthuis in de buurt die onze warmte zou kunnen hergebruiken. Deze locatie is op grond van andere criteria gekozen. Wel jammer maar het is op dit moment niet praktisch uitvoerbaar om de warmte door te verkopen aan een ander bedrijf.” Om CO2-neutraal te opereren, betrekt Evoswitch zijn energie van groene-stroomleverancier Delta. Het kleine beetje uitstoot dat ze produceren met hun leaseauto’s en dieselgenerator, compenseert het bedrijf door bomen aan te planten, een manier om dat kleine beetje bedrijfsvoering dat niet milieuvriendelijk is, af te kopen. “Het moet namelijk wel praktisch blijven. We hebben bijvoorbeeld gekeken naar biodiesel als brandstof voor de generatoren, maar het blijkt dat de biodiesel gaat vlokken als die te lang stilstaat in een tank,. Dat kan gevolgen hebben voor de motor. Die heel enkele keer dat we de generator nodig hebben, moeten we natuurlijk wel zeker weten dat ie start,” zegt Rosenthal. “We zijn en blijven in de eerste plaats een datacenter. In onze business draait het om betrouwbaarheid. Op het moment dat milieuvriendelijkheid die betrouwbaarheid niet in de weg staat, zullen we altijd kiezen voor het milieuvriendelijke alternatief. Energiezuinig opereren dient bij ons drie doelen: het milieu, onze portemonnee én die van onze klanten.” •
EvoSwitch • J.W. Lucasweg 35 • 2031 BE Haarlem T (020) 316 5170 W www.evoswitch.com
25 FOCUS OP
Laurens Rosenthal
Energie besparen en duurzaamheid
‘Stroomtoevoer wordt de komende jaren de beperkende factor in klassieke datacenters’
ADVERTORIAL Pecoma levert gratis energiescan aan grotere bedrijven
Met technologie iets teruggeven aan de wereld Ict-dienstverlener Pecoma Business Technology (Pecoma) zet technologie in bij klanten om ze te laten groeien. Maar het wordt steeds duidelijker dat ict niet alleen invloed heeft op het zakelijke verkeer, maar ook op het milieu. Het wereldwijde CO2-aandeel van de ict is 2 procent en daarmee bijna net zo groot als die van al het vliegverkeer in de wereld. Dat is een fors aandeel. Reden om technologie te betrekken bij duurzaam ondernemen. Pecoma heeft een energiescan ontwikkeld die
Energie besparen en duurzaamheid
zij gratis aanbiedt aan bedrijven die echt werk willen maken van maatschappelijk verantwoord ondernemen.
FOCUS OP
26
“De mens neemt van de aarde, en geeft eigenlijk niets terug. Daar kunnen we niet zomaar mee door blijven gaan,” aldus Esmé van der Harst, commercieel directeur en mede-eigenaar van Pecoma. “Naast het inzetten van technologie om de business van onze klanten te laten floreren, zetten we diezelfde technologie nu ook in om de wereld wat terug te geven.” Zij doelt hierbij op de Energie Optimalisatie Scan (EOS), die Pecoma gratis aanbiedt aan bedrijven die werk willen maken van maatschappelijk verantwoord ondernemen. “De normen en waarden binnen onze organisatie zijn gestoeld op de vraag hoe je daadwerkelijk iets samen kunt delen en geven. Het is nogal passief om alleen geld te doneren aan goede doelen. Je kunt ook zelf op een innovatieve manier meedenken om de wereld te verbeteren, vanuit de gedachte ‘verbeter de wereld, begin bij jezelf.” Bijkomend voordeel van deze strategie is dat Pecoma toegevoegde waarde kan leveren met ict. Op technologisch gebied is op een bepaald moment de grens van vernieuwend en innovatief inzetten van ict bereikt. “Je kunt als ict-leverancier echt waarde toevoegen als je je gaat richten op wat de klanten ook bezig houdt. Nu is dat maatschappelijk verantwoord ondernemen.” “Het is enerzijds een interne drive, maar ook iets dat bij veel organisaties leeft. Het milieuvraagstuk is zowel een bedreiging als een kans voor bedrijven. Als we doorgaan zoals we nu bezig zijn, dan zijn we over tien jaar allemaal uit business. Bovendien kun je er op wachten dat er regelgeving gaat komen van bovenaf. Dan kun je maar beter voorbereid zijn. Pecoma zet deze bedreigingen om in kansen, zodat je je ook nog eens kunt onderscheiden van je concurrentie en aantrekkelijk bent als werkgever.”
Bewustwording De aankondiging van de gratis energiescan voor bedrijven met meer dan vijfhonderd werkplekken is in de markt goed ontvangen, al is er nog wel wat uitleg nodig over de relatie tussen ict en milieu. Van der Harst: “We merkten na de lancering dat veel bedrijven met het milieu bezig zijn. De mensen willen actief iets doen. Iedereen weet dat we het milieu uitputten, daar hoeven we niet meer aan te werken.” “Maar bij de bewustwording dat ict daarin een belangrijke rol in kan spelen moet nog wel een belangrijke slag gemaakt worden. Ik denk dat heel veel mensen zich niet realiseren wat het aandeel van ict in energiegebruik is, dus in CO2-uitstoot. Het staat vlak na de vliegtuigbranche en nog vóór de staalindustrie. Onze
optimalisatiescan is een eerste stap naar bewustwording, want het geeft inzicht in je energiegebruik en aanbevelingen hoe je dit terug kunt brengen.” Energiebesparing op ict vereist wel een heel andere kijk op informatietechnologie, en met name het doel waar het voor wordt ingezet. “It is heel lang de ‘enabler’ geweest van groei, en het is dan ook vooral vanuit die visie ontstaan en gebruikt. Het ging er bedrijven om te kunnen groeien. Doordat die groei altijd voorop heeft gestaan, is in het verleden minder gekeken naar het effectief en efficiënt inrichten van bijvoorbeeld systemen.”
‘Met eenvoudige maatregelen en het terugdringen van energiegebruik is veel winst te behalen’ Ook nu nog zorgt die focus op groei ervoor dat bedrijven aarzelen over het nemen van milieumaatregelen, omdat ze denken dat dit hun groei in de weg zal staan. Van der Harst denkt echter dat het juist groei kan versterken: “Met het nemen van milieumaatregelen en het terugdringen van energiegebruik is juist veel winst te behalen. Die winst hadden we zelfs al eerder kunnen hebben, als we it met een andere invalshoek hadden ontwikkeld. Zo blijkt dat in rekencentra 75 procent van alle stroom alleen maar wordt gebruikt om te koelen. Van de 100 megawatt wordt maar 1 megawatt gebruikt voor de werkelijke it-capaciteit.” Zij trekt een vergelijking met de industriële revolutie: “Toen zijn bedrijven ook eerst alleen maar bezig geweest met groei. Pas later kwam het besef dat de bronnen door die groei dreigden op te raken, en werden er maatregelen genomen. Iets vergelijkbaars gebeurt nu met ict. Maar in dat proces moet nog veel gebeuren. Het staat op de agenda, maar niet iedereen realiseert zich dat het zo’n belangrijke rol speelt in duurzaam ondernemen.”
Verrassende aanbevelingen Door de Energie Optimalisatie Scan wordt snel duidelijk waar winst te behalen valt, en er blijkt ook uit dat die winst schuilt in eenvoudige zaken. De EOS is aan de ene kant een meetinstrument, maar
Energie besparen en duurzaamheid
Pc’s die uit staan met stekker in het stopcontact, lekken stroom
FOCUS OP
27
Esmé van der Harst
komt aan de andere kant met concrete aanbevelingen. Die kunnen verrassend zijn. Van de Harst: “We hebben de scan ook bij onszelf gedaan. We verwachtten niet dat daar veel schokkends uit zou komen, omdat we als ict-bedrijf dachten er al heel bewust mee bezig te zijn. Dat bleek dus heel anders te liggen. Wanneer we bijvoorbeeld een paar eenvoudige zaken doorvoeren, kunnen we dertig auto’s van de weg halen. En wanneer je pc’s uitzet met de stekker in het stopcontact, blijken ze gewoon stroom te lekken. Een werkplek die uitstaat, gebruikt zelfs meer energie dan een werkende laptop. Dat is de reden dat we binnenkort overstappen naar duurzamere werkplekken.” Duurzaam ondernemen is niet alleen een kwestie van technologie, maar ook van mensen en processen. “Neem een eenvoudig voorbeeld als het verkoopproces. Een verkoper belt een klant en maakt een afspraak, bevestigt niet en rijdt naar die klant toe. Die blijkt soms een dubbele afspraak te hebben gemaakt, waarop de verkoper weer terug moet. Je kunt dit voorkomen door in je proces op te nemen dat een afspraak altijd bevestigd moet worden. Zo zorg je ervoor dat er niet onnodig veel verkeer op de weg is.” “Een andere maatregel is dat we onder onze e-mailhandtekening de zin hebben staan ‘Denk drie keer na voor je deze mail print.’ Het is ongelooflijk wat er allemaal afgedrukt wordt. We zitten nu met een generatie die is opgegroeid met lezen op papier, dat gaat er niet meer zo makkelijk uit. Er zijn zoveel eenvoudige dingen te veranderen, van
koffiebekertjes tot verlichting en vervoer. Wanneer je daar niets mee doet, blijft duurzaam ondernemen een marketingterm.” De besparingen die met milieumaatregelen te halen zijn, zijn enorm. Bij Pecoma, met 150 werkplekken, is de besparing op energieverbruik 20.000 euro op jaarbasis. De scan wordt aangeboden aan ondernemingen met meer dan vijfhonderd werkplekken, daar is de besparing dus een veelvoud van dat bedrag. •
INZICHT EN CONTROLE
Pecoma Business Technology (Pecoma) helpt ambitieuze bedrijven groei te realiseren door de optimale inzet van mensen, processen en technologie. Vanuit de visie dat groei alleen kan ontstaan wanneer technologie ten dienste staat van de bedrijfsdoelstelling, introduceerde Pecoma in 2006 ‘Business Technology’. Dit is de volgende stap na it en ict. Pecoma heeft de ambitie technologie naar een nieuw kwaliteitsniveau te brengen en levert inzicht, vernieuwing en controle als eindproduct. Zij doet dit op het niveau van informatie, applicatie en platform. Pecoma is actief sinds 1984 en werkt met ruim 350 professionals vanuit haar vestigingen in Amsterdam en Groningen. www.pecoma.nl
Pecoma • H.J.E. Wenckebachweg 200 • 1096 AS Amsterdam T (020) 460 9609 W www.pecoma.nl
Computerindustrie levert tal van producten die energieverbruik drukken
De groene werkplek De energiezuinige werkplek staat hoog op de agenda. Bij overheden en grote bedrijven, die steeds vaker in aanbestedingen eisen dat de aan te schaffen it voldoet aan de strengste eisen op het gebied van energieverbruik. Bij onderzoeksbureau Gartner, die ‘groene it’ hoog zet in zijn lijstje it-trends Energie besparen en duurzaamheid
voor 2008. En bij de leveranciers van hardware en software die niet langer nieuwe producten ontwikkelen die slechts betere prestaties leveren, maar ook een stuk zuiniger met energie omgaan. Marieke Vos
FOCUS OP
28 ABN Amro-bank begon er in 2005 al mee: met de ‘Kill a Watt’-campagne spoorde het medewerkers aan om zuiniger met energie om te gaan. Het was een proef, op twee verdiepingen in het hoofdkantoor. Het duurde vijf weken, en in die tijd werd er een besparing van ongeveer twintig procent op de energiekosten gerealiseerd. Dat was het resultaat van allerlei redelijk eenvoudige maatregelen, zoals het gebruik van screensavers (de monitor ging na tien minuten niet gebruikt te zijn op zwart) en het uitzetten van de pc’s, printers en andere randapparatuur als medewerkers naar huis gingen. Energiebesparing op ict is in. De leveranciers van computers merken dat. “Onze klanten vragen ernaar, om twee redenen: ten eerste omdat energie op termijn steeds duurder wordt en het daarom gunstig is om energiezuinige werkplekken aan te schaffen. En ten tweede voelen overheden en bedrijven zich steeds meer verantwoordelijk voor hun omgeving,” zegt Kees Verton, manager Categories & Marketing bij de Personal Systems Group van HP. “We krijgen erg veel vraag van onze klanten naar groene werkplekken,” zegt ook Herbert Smals, brandmanager bij Dell en verantwoordelijk voor de clientsystemen zakelijke markt, “zeker overheden zie je nu in aan-
bestedingen expliciet vragen om energiezuinige systemen.” De kosten voor energie zijn inmiddels zo’n 10 procent van het gemiddelde it-budget, en Sun Microsystems heeft uitgerekend dat dit deze komende jaren hard zullen stijgen naar zelfs meer dan 50 procent, zo stelde het bedrijf vorig jaar in zijn publicatie ‘Business considerations in planning a datacentre’. Overigens bestaat hier een spanningsveld tussen de it- en de facilitaire afdeling. De energiekosten komen meestal op het budget van
de facilitaire afdeling, terwijl de it-afdeling gaat over de aanschaf van (energiezuiniger) apparatuur. “De it-afdelingen realiseren wel dat ze kostenbesparingen kunnen boeken, en er is bij hen dus zeker ook vraag naar energiezuiniger werkplekken. Belangrijk is dan om op ceo-niveau te gaan praten over deze investeringen, want daar overziet men alle kosten,” stelt Olivier van Noort, productmanager Windows client bij Microsoft. werkplek groener maken Nieuwe, energiezuiniger apparaten aanschaffen is een manier om het energieverbruik van de werkplek terug te dringen. Maar medewerkers en bedrijf kunnen nu al veel doen om de huidige werkplek ‘groener’ te maken. De leveranciers hebben diverse tips. Zo raadt men het gebruik van een screensaver aan, maar dan niet één die de vakantiefoto’s in een diashow afspeelt. “Die verbruikt namelijk redelijk veel energie,” zegt Smals van Dell. Het moet dus een screensaver zijn die de monitor op zwart zet als die, zeg, tien minuten niet wordt gebruikt. Monitors zijn overigens de grootste stroomvreters op de werkplek,
Screensaver moet monitor op zwart zetten, wannneer die tien minuten niet wordt gebruikt
CLIMATE SAVERS COMPUTING INITIATIVE
elektriciteit
zeker als dat nog crt-monitors zijn. Die vervangen door tft-schermen maakt de werkplek al een stuk groener. Eenvoudige maatregelen om de pc uit te zetten als men de werkplek voor langere tijd verlaat en alle randapparatuur aan te sluiten op een stekkerdoos met een uitknop (en die uit te zetten als men stopt met werken), zetten ook zoden aan de dijk. Verder bevat het besturingssysteem van de pc
tussen de toetsaanslagen door gebeurt er niets.” Het groener maken van de werkplek blijkt vooral een kwestie van beleid, zoals de ABN Amro al ondervond bij het bewust maken van zijn medewerkers, zodat zij hun computer afsloten als de werkdag voorbij was. Overigens kan de it-beheerafdeling dat ook doen; om negen uur ‘s avonds bijvoorbeeld alle computers en printers in het hele kantoor automatisch uitschakelen.
ENERGIEZUINIGERE APPARATEN De computerindustrie realiseert zich inmiddels dat het zinvol is om energiezuinigere apparaten te ontwikkelen. “Vroeger ging het alleen om prestatie, nu om prestatie én zuinigheid,” zegt Kristof Sehmke, woordvoerder van Intel Benelux. Vorig jaar lanceerde Intel de opvolger van de Pentium 4-processor, op basis van de Core-architectuur, geschikt voor >>
KEURMERKEN
Spanningsveld tussen de it- en de facilitaire afdeling
een aantal opties om het energieverbruik te verminderen. Zo kan men de slaapstand activeren, waarbij eerst de monitor, daarna de harde schijf en daarna de hele computer in slaapstand gaat. Smals komt met nog een andere oplossing: “It-beheerders kunnen in het Bios van de computer vastleggen dat de machine niet werkt naar maximale prestatie, maar naar maximale efficiëntie. Dat maakt een groot verschil. 90 procent van de tijd dat een computer aanstaat, wordt de computer namelijk niet echt gebruikt. Bijvoorbeeld bij het lezen van documenten of een website, want
Er zijn diverse keurmerken die aangeven of computers energiezuinig, milieuvriendelijk en/of mensvriendelijk zijn. Nederland kent geen eigen keurmerk, maar gebruikt diverse keurmerken uit verschillende landen. EnergyStar is het bekendst, deze zegt bovendien het meest over de energiezuinigheid van een computer. Het is een set richtlijnen van het Amerikaanse Environmental Protection Agency (EPA). EnergyStar ontstond in de jaren tachtig, in eerste instantie voor monitoren, later voor alle apparatuur. Herbert Smals, brandmanager bij Dell: “Op een gegeven moment voldeden alle apparaten aan deze eisen en werd het een leeg begrip. De EPA heeft in juli van dit jaar versie 4.0 van de richtlijnen uitgebracht en die stellen hoge eisen aan het energieverbruik van apparaten. Zo hoog, dat lang niet alle apparaten eraan voldoen.” In EnergyStar 4.0 zijn er drie klassen: A, voor apparatuur die minder dan 50W verbruikt, B voor apparatuur die onder de 65W blijft en C, voor een stroomverbruik van minder dan 90W. “Veel overheden en grote bedrijven vragen hier al naar,” zegt Smals. Echter lang niet alle apparaten voldoen aan deze normen: de gemiddelde pc verbruikt 250 watt, de energiezuinige modellen van HP bijvoorbeeld 135W. Ook Dell haalt deze normen (nog) niet en heeft ze vertaald in een eigen Smart Energy-label, waarin het zo energiezuinig mogelijke apparaten levert. Andere keurmerken zijn Geea (Group for Energy Efficiënt Appliances), een vrijwillig energiekwaliteitslabel voor zuinige elektrische apparaten, het it Ecolabel, dat de hele ecologische impact van computers (van productie tot recycling) meet, het Duitse eco-keurmerk Blaue Engel dat voornamelijk in Duitsland wordt gebruikt en TCO, een keurmerk uit Zweden voor energieverbruik en ergonomie van monitoren.
29 FOCUS OP
Nieuwe voedingen van computers besparen
Energie besparen en duurzaamheid
Deze zomer kondigden Intel en Google het Climate Savers Computing Initiative aan. In dit initiatief komen tientallen hard- en softwareleveranciers, energiebedrijven, consumentenorganisaties en overheden samen. Ze gaan zich, samen met het Wereld Natuur Fonds, inzetten om computers energiezuiniger te maken. Doel is om jaarlijks 5,5 miljard dollar aan energiekosten te besparen en daardoor 54 miljoen ton broeikasgassen minder uit te stoten. De computerleveranciers leggen zich met dit initiatief vast om computers te produceren die voldoen aan de strenge normen van de EPA (Environmental Protection Agency), vastgelegd in de Energy Star-richtlijnen (zie kader Keurmerken). Eén van die eisen is de toepassing van de 80 procent efficiënte voeding in computers. Op de website van het Initiative staan bovendien tips voor computergebruikers om hun werkplek energiezuiniger te maken. Volgens de website kunnen gebruikers hun totale stroomverbruik met wel zestig procent verminderen. http://www.climatesaverscomputing.org/tools/pwr_mgmt.html
Energie besparen en duurzaamheid
DESKTOPS ZUINIGER DANKZIJ WINDOWS VISTA Microsoft claimt dat computers met Windows Vista een stuk energiezuiniger zijn dan met oudere besturingssystemen, zoals Windows XP. Het heeft dit in een white paper op een rijtje gezet, inclusief berekeningen over de besparing: http://www. microsoft.com/whdc/system/pnppwr/powermgmt/VistaEnergyConserv.mspx Olivier van Noort, productmanager Windows-client bij Microsoft, zet de voordelen op een rij: “Met Windows Vista is centraal beheer mogelijk, wat betekent dat de beheerafdeling voor alle computers in het kantoor de slaapstand kan instellen. Dat kon eerder ook wel, met tools van andere leveranciers. Maar dat was ingewikkelder dan het nu met Windows Vista is.” Van Noort stelt ook dat Windows Vista energiezuiniger is ingesteld, wat betekent dat de slaapstand automatisch is geactiveerd en dat de hardware wordt aangestuurd op uitschakeling van componenten die niet worden gebruikt. Een probleem met die slaapstand is dat men het vaak niet gebruikt, omdat het enige tijd duurt voordat men weer met de computer kan werken nadat die ‘wakker’ is geworden. “Als je bij Windows XP je computer weer aanzette, dan leek het alsof je kon werken, maar toch duurde het even voordat het programma reageerde. Dat is in Windows Vista aangepast, het systeem komt sneller uit de slaapstand,” zegt Van Noort. Ook qua betrouwbaarheid is een en ander veranderd, zegt Van Noort. “Als de pc in de slaapstand ging, en daardoor de verbinding met de server werd verbroken, dan kon de gebruiker niet verder werken aan het document dat van de server kwam. Men moest het document opnieuw bij de server opvragen. Dat is niet meer zo, men kan ondanks het verbreken van de verbinding verder werken in het document.” Overigens kent Windows Vista de ietwat vreemd lijkende voorziening dat na het indrukken van de ‘uit-knop’ feitelijk de slaapstand wordt geactiveerd. “We hebben het de gebruiker makkelijk willen maken om die slaapstand te vinden,” zegt Van Noort. De computer uitzetten is echter nog steeds energiezuiniger dan het in slaapstand brengen van het apparaat, dus erg energiebewust lijkt deze voorziening niet. Gebruikers moeten nu zoeken naar de echte uit-knop, die verschijnt in een uitklapmenu naast de andere uit-, eigenlijk slaapstand-knop. Overigens zegt Van Noort dat de gebruiker of de beheerder deze instelling zelf kan aanpassen, zodat de computer toch uit gaat als men op de uitknop klikt.
FOCUS OP
30 zowel laptop, desktop als server. “Bij de introductie was de desktop-versie meteen tot 40 procent sneller dan zijn voorganger, maar ook veertig procent zuiniger,” aldus Sehmke. Dat vrijwel de hele computerindustrie energiezuinigheid hoog op de agenda heeft staan, blijkt uit het Climate Savers Computing Initiative. Hierin leggen hard- en softwarebedrijven zich vast op het ontwikkelen van zeer zuinige ict (zie kader). De nieuwste computers bevatten al de nodige innovaties die de apparaten energiezuiniger maken. Zo zegt HP al zijn desktop computers inmiddels te hebben voorzien van een zuiniger voeding. De voeding zet
de 220V-stroom uit het stopcontact om in stroom die de computer nodig heeft. In oudere modellen is het verlies van
Monitors zijn grootste stroomvreters op de werkplek
elektriciteit bij die omzetting 35 procent. “Met de nieuwe voeding is dat teruggebracht tot een verlies van 20 procent, we
noemen het daarom ‘80 procent efficient power supply’s. Daardoor hoeft de computer ook minder warmte af te voeren, want stroom genereert warmte. Het scheelt dus ook in de elektricititeit die de koeling van de computer nodig heeft,” zegt Verton. HP lanceerde in september een lijn desktopcomputers, de HP Compaq DC7800 USDT, waarin diverse energiezuinige componenten zijn verwerkt. “Daardoor verbruikt deze computer 135W, terwijl de meeste zo’n 250W verbruiken.” Verton verwacht verder veel van de toepassing van allerlei oplossingen met ‘remote clients’. “Wij hebben een ‘blade-pc’-oplossing, waarbij de bladepc in de serverruimte staat en men op
WEDSTRIJD GROENE WERKPLEK Ontwikkel een duurzame elektriciteitsvoorziening waarop een laptop een uur lang kan werken. Dat is de uitdaging van de wedstrijd die Intel in april van dit jaar in Europa uitschreef. Vijf universiteiten namen de uitdaging aan, in Nederland de TU Delft. Zij gaan met bewegingsenergie stroom opwekken voor de laptop, zei Kristof Sehmke, woordvoerder van Intel Benelux, op 15 oktober. “Ik ben er vanochtend nog geweest om te zien wat ze maken. Over twee weken is de evaluatie en in de tweede helft van november wordt bekendgemaakt wie heeft gewonnen. Dus veel mag ik er nog niet over zeggen. Wel dat de gebruiker van de laptop een trapbeweging zal moeten maken om een uur lang op de laptop te kunnen werken.” Alle deelnemers werden voorzien van dezelfde laptop, ontdaan van batterij en stekker. De winnaar krijgt tienduizend euro, vrij te besteden aan wetenschappelijk materiaal. Het is niet de bedoeling dat Intel de vinding in productie neemt, zegt Sehmke. “De wedstrijd is puur bedoeld als creatief, innovatief concept dat het grotere publiek bewust moet maken van het energievraagstuk van ict. Want dat vraagstuk is niet alleen van de computerleveranciers of energiebedrijven, maar van iedereen. Iedereen kan helpen om het energieverbruik terug te dringen.” De wedstrijd sluit dan ook aan bij het Climate Savers Computing Initiative, dat ook een brede coalitie is om het energieverbruik door ict terug te dringen.
GETRONICS PINKROCCADE KOELT MET BUITENLUCHT Op het dak van de datacenters van Getronics PinkRoccade in Apeldoorn en Amsterdam staat een grote koelinstallatie bestaande uit tien aluminium warmtewielen die zorgen voor de luchtcirculatie in de datacenters. De wielen voeren warme lucht af en koude buitenlucht aan. “Het principe van een warmtewiel is afkomstig uit de kantorentechnologie, waar deze luchtcirculatie juist vaak wordt gebruikt om te verwarmen in plaats van te koelen. Wij hebben het principe omgedraaid,” vertelt projectleider Henk Veldwijk. Ook de materiaalkeus is anders. De wielen van de koelinstallatie zijn van aluminium, omdat dit materiaal kou langer vasthoudt. Is de temperatuur buiten lager dan 20 graden, dan worden de datacenters volledig met buitenlucht gekoeld. Is het tussen de 20 en 30 graden, dan wordt de warme lucht eerst voorgekoeld aan de buitenlucht en vervolgens tot 20 graden gebracht met gewone koelinstallaties. Pas als het buiten warmer is dan 30 graden moeten de koelinstallaties op volle kracht draaien. “Als je alle tijd optelt dat het buiten warmer is dan 20 graden, kom je aan zeven weken,” weet Veldwijk. Getronics PinkRoccade bespaart per jaar in de twee datacenters circa 5 miljoen
de werkplek met ‘thin clients’ werkt. Zo’n blade-pc verbruikt 25W, de thin client 20W, samen dus 45W. Een stuk zuiniger dan een desktop-computer.” Ook Dell heeft een eigen label voor energiezuiniger producten: Energy Smart. Hierin zijn volgens Smals onder meer de software-instellingen zoals in het Bios al zuiniger ingesteld, zodat het apparaat ‘uit de doos’ al energiezuinig is. Ook zijn de desktops voorzien van de energiezuinigere voeding. “Klanten kunnen sinds mei van dit jaar kiezen voor deze Energy Smart-lijn. Het is wat duurder, maar zo’n tachtig procent kiest het.” INNOVATIES “We verwachten dat er grote stappen naar meer energiebesparing gezet gaan worden door de inzet van blade-pc’s,” zegt Verton. Verder wijst hij erop dat
processorfabrikanten Intel en AMD steeds snellere processors maken, waarbij tevens veel aandacht is voor de energie-efficiency van deze processors. “Er zullen ook meer energiezuinige producten op de markt komen, zoals harde schijven en geheugens. We zullen in de desktops en werkstations steeds vaker technologie gebruiken die van oorsprong is ontwikkeld voor mobiele apparaten. Daar staat, door de beperkte duur van de accu, energie-efficiëntie al langer in de aandacht.” Als laatste innovatie noemt Verton tft-schermen die gebruikmaken van led-technologie: “Nu bestaat de verlichting van deze schermen uit een tl-buisje, dat chemisch materiaal bevat. Begin volgend jaar verwachten we de eerste monitor die gebruikmaakt van led, een milieuvriendelijker en zuiniger alternatief.” Van Noort van Microsoft ziet als belang-
rijkste innovaties de zogenaamde hybride harde schijven, die zijn uitgerust met een flashgeheugen, zodat niet voor elke kleine schrijf- en leesactie de harde schijf hoeft te draaien. Deze acties worden eerst opgeslagen in dat flashgeheugen. Seagate en Samsung hebben dergelijke schijven al op de markt gebracht. Samsung heeft overigens bij Microsoft geklaagd dat deze technologie onvoldoende benut wordt, omdat Windows Vista het nog onvoldoende ondersteunt. Dat zou bij Service Pack 1 worden opgelost. Van Noort noemt tenslotte de (toekomstige) mogelijkheid om componenten in de pc uit te schakelen, als die tijdelijk niet worden gebruikt: “Er zijn inmiddels gradaties tussen aan of uit. Dan draait apparatuur die niet wordt gebruikt in een soort slaapstand, klaar om op te schakelen als het nodig is.” •
MEER ENERGIE BESPAREN Bouwen volgens de nieuwste inzichten kan heel veel opleveren, zo becijfert energieconsultant GTI Suez. “Eén van de nieuwste gebouwen die we opleverden heeft een CO2-reductie van 63 procent ten opzichte van conventionele gebouwen,” zegt Björn Kouwenhoven, business unit manager Energy Outsourcing. Het bedrijf vervangt onder meer verouderde cv-installaties door warmte-krachtkoppelingscentrales, biomassacentrales of warmtepompen met grondwateropslag. Dichter bij de werkplek is ook het nodige te besparen, zegt Kouwenhoven. Het bedrijf kan een scan uitvoeren van het energieverbruik, door sensoren in het pand te plaatsen en die aan te sluiten op software die de berekeningen uitvoert. “Veel kantoren kennen een dramatische verspilling van energie, bijvoorbeeld omdat de verwarmingsinstallatie ‘s nachts aan gaat. Daar kom je achter door zo’n scan uit te voeren,” zegt Kouwenhoven. Ook het verlichten en het verwarmen van ruimtes waar niemand is, dragen bij aan een verspilling van energie. GTI Suez ontwikkelde het ruimtemanagementsysteem, een instrument om gebouwen optimaal te gebruiken, en zo te bezuinigen op verwarming, verlichting en schoonmaken. Het instrument geeft (met sensoren in alle ruimtes) inzicht in de bezettingsgraad en met dat overzicht kan geld bespaard worden, bijvoorbeeld door ruimtes die nauwelijks worden gebruikt alleen die dagen te verwarmen dat ze worden gebruikt, en minder vaak te laten schoonmaken.
31 FOCUS OP
drie jaar terugverdiend.
Energie besparen en duurzaamheid
kWh, wat neerkomt op 500.000 euro. De investering in de warmtewielen wordt in
HP maakt printerpark groener
Dubbelzijdig heeft meer kanten Op printen kan behoorlijk worden bespaard. Vermindering van het aantal printers brengt het energieverbruik omlaag, dubbelzijdig printen kost minder papier en vervanging van oude systemen brengt het energieverbruik omlaag. Marktleider HP hanteert een ‘holistisch beleid’. Dat betekent dat Energie besparen en duurzaamheid
alle milieuaspecten worden meegenomen, van ontwerp, productie, verpakkingen en transport tot en met recycling. Frank Lenderink, environmental manager van HP Nederland, over deze aanpak.
Marieke Vos
FOCUS OP
32 Ooit werd voorspeld dat de automatisering elk kantoor papierloos zou maken. Want als elk document digitaal beschikbaar zou zijn, zou niemand meer willen printen. Toch? De werkelijkheid is anders, want er wordt nog steeds volop geprint. Misschien wel meer dan vroeger. Het papierloze kantoor blijft dus een utopie, maar het printen van al die stapels papier kan wél een stuk energiezuiniger. Bij HP weten ze daar, als grote leverancier van ‘printing’ het nodige vanaf. Ze spannen zich in om printergebruik en ‘imaging’ zo milieuvriendelijk mogelijk te maken, zeggen ze. Zo worden bijvoorbeeld gebruikte toners gerecycled tot schoenzolen en dakbedekking en in scanners wordt led-verlichting toegepast, waardoor het stroomverbruik naar beneden gaat. It-beheerders kunnen met software van HP vanaf afstand energiezuinige opties voor het hele printerpark instellen. HP heeft een holistische aanpak voor zijn ‘imaging & printing’-oplossingen, zegt Lenderink: “We nemen in ons beleid de hele levenscyclus van een printer mee. We houden rekening met alle milieuaspecten, van ontwerp tot en met recycling.” Daarbij spelen zowel de samenstelling en de aard van de hardware als de inzet van software een belangrijke rol, zegt hij.
bedrijven overgaan op ‘multifunctionals’, apparaten voor printen, scannen, faxen en kopiëren in één, noemt Lenderink belangrijk voor de energiebesparing. “Want dan staat er één machine aan, in plaats van vier.” Verder zegt hij dat de standaardinstelling om dubbelzijdig te printen bijdraagt aan de vermindering van het papierverbruik. “Dat speelt ook mee in de energiebesparing, want het produceren van papier kost uiteraard ook energie. Uit pilots op onze eigen kantoren bleek dat we met een standaardinstelling van duplex printen een besparing behaalden van 25 procent.”
Inzet software Sneller in slaapstand Met de inzet van software is ook het Printers moeten opwarmen voordat ze nodige te besparen op het verbruik van afdrukken kunnen maken. In de printer zit printers, zowel in energie als papier. namelijk een warmte-element dat ervoor Lenderink noemt als voorbeeld de zorgt dat de toner met het papier samenbeheersoftware Web Jetadmin, waarmee smelt. Omdat het enige tijd duurt voordat het hele printerpark beheerd kan worden. de printer is opgewarmd, laten veel bedrij- “Hiermee krijg je inzicht in het verbruik ven de machines altijd aan staan. Maar dat hoeft niet, want de printers kunnen ook standaard in slaapstand worden gezet. HP-laserprinters zijn bovendien uitgerust met ‘instant on fusion’, waardoor dat warmte-element in kortere tijd wordt opgewarmd, zodat de printer heel snel met printen begint. Daardoor kunnen printers sneller in de slaapstand terugkeren. “Deze technologie wordt al sinds 1993 in HP LaserJet printers toegepast en we hebben uitgerekend dat daarmee tussen 1993 en 2005 4,5 miljoen ton CO2 minder is uitgestoten. Dat is net zoveel als 870.000 auto’s een jaar lang niet laten Frank Lenderink (HP): “We hebben uitgerekend dat we onze appararijden,” stelt Lenderink. tuur dankzij ‘instant on fusion’ tussen 1993 en 2005 4,5 miljoen ton Ook het feit dat steeds meer CO2 minder heeft uitgestoten.”
Energie besparen en duurzaamheid FOCUS OP
33
Moderne printbeheersoftware biedt standaard tal van besparingsfuncties: dubbelzijdig printen en slaapstanden en -tijden voor alle printers.
van alle printers, waardoor te analyseren is of consolidatie van het printerpark zinvol is. Beheerders kunnen met deze software de automatische optie voor dubbelzijdig printen in alle printers activeren en slaapstanden instellen. En ze kunnen bijvoorbeeld instellen dat alle printers standaard na werktijd uitgaan.” Er zijn legio andere oplossingen, zegt Lenderink, bijvoorbeeld voor het automatisch digitaal archiveren van documenten zodat ze niet op papier bewaard hoeven te worden. En met de Pull Printing-technologie van HP blijven er aan het eind van de werkdag nooit meer stapels papier bij de printer achter die niemand ophaalt: “Bij deze toepassing hoort een pasje of pincode. Als je een opdracht tot afdrukken op iedere willekeurige printer in het gebouw hebt gegeven, moet bij de printer de printopdracht worden geactiveerd; dan pas wordt er geprint.”
Een recente ontwikkeling is HP Smart Web-printing, waarmee alleen dat deel van een website wordt geprint dat gewenst is. “Als je een webpagina print, dan krijg je vaak allerlei dingen die je niet nodig hebt: reclames, kolommen aan de zijkant van de pagina,enzovoort. Met deze
Software geeft inzicht in het verbruik van alle printers toepassing selecteer je eenvoudig alleen dat wat je nodig hebt en dat wordt, met behoud van de vormgeving, geprint.” Al deze oplossingen beogen het printen efficiënter en energiezuiniger te maken.
SCHOENZOLEN Wat kunnen bedrijven doen om hun bestaande printerpark zuiniger te maken? Ze kunnen papier besparen door zoveel mogelijk dubbelzijdig af te drukken, en ze kunnen de slaapstanden van de printers gebruiken. Ook is het zinvol om de printbehoefte eens goed onder de loep te nemen, want wellicht kan er efficiënter worden geprint, zegt Lenderink. Met de inzet van multifunctionals is ook het nodige te besparen. Tot slot vertelt Lenderink over het toner-recycling programma dat HP biedt: “In 1991 startten we met een systeem voor toner-recycling, dat we nu in vijftig landen uitvoeren. Bedrijven kunnen via een speciaal programma gebruikte, originele HP-toners gratis naar ons opsturen en wij zorgen voor verwerking. Ons beleid is dat niets naar de vuilstort gaat en 100 procent wordt hergebruikt. Tot brandstof, kleerhangers en dakbedekking.” •
Webhoster Strato op weg naar CO2-neutrale productie
Energie besparen en duurzaamheid
Natuurkracht drijft ict
FOCUS OP
34
Webhoster Strato haalt zijn stroom uit waterkrachtcentrale
Het van oorsprong Duitse Strato is een van de grootste webhosters van Europa. Het bedrijf beheert met 485 medewerkers 3,5 miljoen domeinen voor meer dan een miljoen klanten. Voor deze dienstverlening zijn 30.000 servers actief, die een flinke hoeveelheid stroom gebruiken. Om zowel geld te besparen als milieuvriendelijker te gaan werken stapte Strato over op stroom van een waterkrachtcentrale. Ook werden de datacenters efficiënter gemaakt. Per klant scheelt dat al snel 30 procent aan energieverbruik. Marco van der Hoeven Vanaf 1 januari 2008 wil webhoster Strato volledig CO2-neutraal werken. De eerste stappen zijn al gezet door een samenwerking met het Duitse concern NaturEnergie. Deze producent van energie is al bijna tien jaar actief met het winnen van duurzame stroom uit waterkrachtcentrales in de Rijn. Deze stroom is volledig klimaatneutraal; zodra de datacenters van Strato allemaal zijn aangesloten op de waterkrachtcentrales van NaturEnergie werken ook zij CO2-vrij. Overschakelen op natuurstroom is echter niet de enige milieumaatregel die de webhoster neemt. Het samenwerkingsverband met NaturEnergie is onderdeel van een bredere en veel eerder ingezette strategie om te besparen op de snel groeiende hoeveelheid energie die wordt gebruikt in de datacentra. Ceo Damien Schmidt geeft
toe dat de aanvankelijke overwegingen financieel waren, maar vindt de milieuaspecten een positief effect die ook nog eens een gunstige uitstraling hebben op de activiteiten van zijn bedrijf. De achtergrond van de milieumaatregelen is de voortdurende groei van het energieverbruik in de ict. Schmidt: “Zonder energie geen Web. Maar de hoeveelheid data op het internet verdubbelt iedere vier maanden. Dit betekent dat ook het stroomverbruik in datacenters navenant toeneemt, met alle bijbehorende kosten. Wij gebruiken zelf per jaar 30 GWh aan elektriciteit voor onze datacenters. De kosten van energie stijgen bovendien sneller dan die van het energiegebruik, terwijl ook ons klantenbestand voortdurend groeit. De kosten van energie zijn momenteel zelfs
hoger dan de kosten voor personeel en de afschrijving van hardware.” De eerste reacties op deze trend van ict-bedrijven met datacenters was om naar gebieden te trekken waar de stroomvoorziening sterk ontwikkeld is, zoals het warme Texas, en waar goedkope stroom kan worden betroken uit fossiele brandstoffen en atoomcentrales. Hierdoor is de CO2-uitstoot van de ict-industrie in de loop der jaren bijna net zo groot geworden als die van het vliegverkeer. Schmidt: “Het is belangrijk om hier iets aan te doen, zowel voor de balans van het bedrijf, de portemonnee van de klant als de balans van het klimaat. Wij hebben ervoor gekozen om de energierekening te verlagen in een groeiende business. Deze strategie heeft drie onderdelen: hardware, bouwen en software.” Belasting Met de juiste hardware kan veel geld worden bespaard. De verschillende hosting-diensten stellen andere eisen aan de belasting, en daarmee het stroomverbruik van de processors in de servers. De meeste hitte in de servers, die daardoor weer gekoeld moeten worden, komt van de processors die voortdurend berekeningen maken. Maar de manier waarop de processors moeten werken verschilt per klant, zodat met een slimme verdeling veel energievoordeel te behalen is.
Van gespecialiseerde servers, meestal voor grote bedrijven en instellingen, weet Strato niet waar deze voor gebruikt worden. De processors zijn dus niet op een vergelijkbare manier als bij de ’shared services’ te optimaliseren. Toch is er ook hier volop te besparen door gebruik te maken van de efficiëntste processors die vanwege het gebruik van de beste materialen een betere interne connectie hebben en daardoor minder stroom gebruiken. Strato maakt daarom nu gebruik van speciale Opteron-processors die zijn ontwikkeld in samenwerking met AMD. Deze hebben tot nu toe een besparing opgeleverd van 75 procent, vergeleken met de oude situatie. Verder worden alle hardwarecomponenten -processors, moederbord, harddisks en netwerkonderdelen- die de webhoster gebruikt beoordeeld en geselecteerd op energie-efficiëntie. CODE GESTRIPT Een tweede element waarmee Strato energiekosten bespaart is het toepassen van intelligente bouwtechnieken bij het opzetten van nieuwe datacenters, en het aanpassen van bestaande datacenters. Zo zorgen speciale warme en koude
SAMENWERKEN MET UNIVERSITEIT Belasting door onnodig dataverkeer kost stroom. Daarom heeft Strato in samenwerking met twee wetenschappelijke instellingen, de Humboldt Universiteit in Berlijn en het Max Planck-instituut, een eigen spamfilter ontwikkeld dat nog maar 10 procent van de systemen nodig heeft die oude spamfilters gebruikten. Dagelijks gaan er twee miljoen e-mails door de systemen; het merendeel bestaat uit spam. Het reduceren van deze datastroom levert ook direct besparingen op.
Om tot een forse afname van de energiekosten te komen, is fundamenteel wetenschappelijk onderzoek noodzakelijk. Ook daar houdt Strato zich mee bezig. Voor processorfabrikanten Sun en AMD is het bedrijf volwaardig ontwikkelpartner op het gebied van energiebesparende technologie. Dit heeft als bijkomend voordeel dat het bedrijf al energiezuinige processors gebruikte twee jaar voordat ze officieel op de markt kwamen.
Strato ontwikkelde een energiezuinig spamfilter Strato werkt niet alleen met de Technische Universiteit Berlijn samen voor het ontwikkelen van een spamfilter, maar ook voor het ontwerpen van een nieuwe, energiezuinige luchtkoeling voor servercentra. Die luchtkoeling is weer gebaseerd op de klimaattechniek die gebruikt gaat worden in de Airbus A380. Schmidt: “We zijn nu anderhalf jaar bezig met duurzaam ondernemen, en zien al duidelijke resultaten. Niet alleen met betrekking tot onze eigen besparingen, maar ook voor wat betreft het milieu. We zijn geen klein bedrijf maar een echte industrie, dus gaat het om forse reducties. Door over te stappen op natuurstroom zorgen wij voor 15.000 ton minder CO2-uitstoot per jaar. En omdat informatietechnologie niet bestaat zonder stroom, blijven we investeren in energiereductie.” •
Damien Schmidt (ceo Strato)
Energie besparen en duurzaamheid
Door middel van waternevel wordt de temperatuur rondom de buitenkant van de gebouwen verlaagd
gangen voor een gerichte toe- en afvoer van lucht rond de servers. Wanneer de buitentemperatuur lager ligt dan 8 graden Celsius, schakelt het systeem automatisch de compressoren van de koeling uit, wat leidt tot een jaarlijkse energiebesparing van 25 procent. Als het daarentegen warm is, zorgt hoogwaardige isolatie voor het voorkomen van transmissiewarmte door binnenvallend zonlicht. Ook maakt Strato bij extreme hitte gebruik van zogenoemde adiabatische koeling: door middel van waternevel wordt de temperatuur rondom de buitenkant van de gebouwen verlaagd om de koeling te optimaliseren, zonder dat daar buitengewoon veel extra stroom voor nodig is. Wanneer de temperatuur boven de 30 graden Celsius één graad stijgt, gaan de energiekosten voor de koeling gelijk met 10.000 euro omhoog. Door het sproeien van water is het mogelijk de temperatuur twee tot drie graden minder te laten stijgen. Het derde element in de reeks energiemaatregelen is het gebruik van de juiste, geoptimaliseerde software. Ook hiermee kan de werking van de systemen - met name van de processors - veel efficiënter worden, omdat er minder data hoeft te worden verwerkt. Veel software bevat een grote hoeveelheid code die niets doet, maar er wel aan bijdraagt dat de processor meer data moet verwerken en dus warmer wordt. Door de code kaler te maken, zodat alleen het functionele deel overblijft, is veel voordeel te behalen. Strato is inmiddels overgestapt van Sun Solaris 8 naar Sun Solaris 10. Dit heeft een energiebesparing opgeleverd van 30 procent. Ook een zelf ontwikkelde efficiënte ’mail transfer agent’ zorgt voor energiebesparing op het dataverkeer.
35 FOCUS OP
Zo worden de processors bij ‘shared webhosting’ ingezet voor vrij eenvoudig gebruik. In de regel vinden op die servers geen complexe 3d-berekeningen plaats, maar is het simpel in- en uitgaand verkeer. Daarom heeft Strato bij deze hostingdienst gekozen voor efficiënte processors die samen met Sun zijn ontwikkeld. Strato is nu bezig het hele Shared Webhostingplatform over te zetten op Sun Fire T2000systemen. Dit leidt tot een stroombesparing van 90 procent vergeleken met de eerder gebruikte systemen.
Eigen Huis bespaart met groen rekencentrum 20 procent energiekosten
Efficiënt koelen scheelt veel geld De exponentieel groeiende behoefte aan dataopslag- en rekencapaciteit, technologische ontwikkelingen zoals miniaturisering van hardware, en de komst van data-intensieve Energie besparen en duurzaamheid
oplossingen als VoIP hebben een neveneffect:
FOCUS OP
36
de behoefte aan energie, noodzakelijk voor exploitatie en koeling van datacenters, neemt evenredig toe. Er zijn echter grenzen aan die groei. Groene serverruimtes blijken daarom voor bedrijven en organisaties een gezond alternatief, dat ook nog eens besparingen op de energienota oplevert tot 20 procent, zo leert de casus van Vereniging Eigen Huis.
Paulus Eras Voortschrijdende technologische ontwikkelingen leiden ertoe dat de energiebehoefte van datacenters exponentieel stijgt. Was in datacenters het verbruik per vierkante meter in de jaren voor 2005 nog 250W, vanaf dat jaar neemt het verbruik toe van 400W per vierkante meter via 600W (2006), 800W (dit jaar) naar 1.200W volgend jaar. Getronics voorziet zelfs een verdubbeling daarvan in 2009. Bovendien kost het koelen van de hardware evenveel energie als de exploitatie ervan. Deze trend weerspiegelt zich in technologische ontwikkelingen als miniaturisering van hardware, ‘pizza’- en ‘bladeservers’ – elke generatie server is weer een slag kleiner dan de voorgaande, waardoor er meer in een chassis kunnen worden geplaatst . Vooral de toenemende behoefte aan dataopslag- en rekencapaciteit is de grote boosdoener, bijvoorbeeld door het toevoegen van een voip-oplossing aan het machinepark. In Amsterdam, de onbetwiste
hoofdstad in rekencentrumland, is de situatie zelfs zo dat er geen datacenter van enig formaat meer bij kan. Er moet dus wat gebeuren, willen bedrijven en organisaties de continuïteit van hun netwerk niet in de waagschaal stellen. De industrie heeft inmiddels nieuwe, energiezuiniger concepten ontwikkeld voor de inrichting van rekencentra. Vereniging Eigen Huis heeft voor zijn dataopslag gekozen voor een dergelijke duurzame oplossing, één op het snijvlak van ict en ‘facility management’. Scheiding koude en warme lucht Vereniging Eigen Huis heeft vooral groene uitgangspunten gebruikt bij het opnieuw inrichten van het rekencentrum. “In traditioneel gekoelde datacenters vindt een hoge mate van vermenging van koude en warme lucht plaats, waardoor de helft van het koelvermogen van de koelapparatuur verloren gaat in de ruimte zelf,” aldus
Richard Ottens, manager operations ICT van de Vereniging Eigen Huis. “Bovendien wordt in dergelijke rekencentra de koude lucht uit vloer geblazen. Daardoor ontvangen de onderste servers in een 19”-rack meer koeling dan de bovenste in hetzelfde rack, omdat de koude lucht door de onderste servers wordt weggezogen. Dat merken we in de levensduur: de onderste computers gaan twee maal zo lang mee als de bovenste, nog even afgezien van de verschillen in downtime.” Waarmee hij meteen de vinger op de zere plek legt: te weinig koelvermogen of zelfs het wegvallen van koeling is de achilleshiel in rekencentra; er kan schade ontstaan aan bijvoorbeeld printplaten, harde schijven en andere componenten. “Voorts was het een eis dat de computerruimte waar mogelijk redundant zou worden uitgevoerd.” Vereniging Eigen Huis heeft een ‘high-density’ ruimte met bladeservers van HewlettPackard, opgesteld in twee chassis, in gebruik; een h-d-omgeving bevat racks die een warmtelast hebben van 5 kW of meer per rack. Leverancier ICTroom heeft de ontwikkeling van het inrichtingsconcept voor zijn rekening genomen. “We hebben het traditionele klimaatbeheersingsysteem, dat temperatuur en luchtvochtigheid managet, overboord gegooid,” zegt Pieter van den Burg, accountmanager bij ICTroom. “In ons ontwerp maken we door middel van een scheidingswand een strikte scheiding tussen de gekoelde lucht van de airconditioningapparatuur en de warme retourlucht. Is dat namelijk niet het geval, dan krijgt de airconditioning een mix van verwarmde en gekoelde lucht aangeboden, waardoor het rendement van de airconditioner sterk verminderd. Deze scheiding en de afvoer van warme lucht voorkomt ‘hotspots’, opeenhopingen van warme lucht. Het probleem van uiteenlopende condities waarin onderste en bovenste servers hun werk moeten doen, hebben we dus onder-
Kosten groen datacenter binnen twee jaar terugverdiend
Van belang is bovendien de schaalbaarheid van de oplossing: de huidige specificaties mogen geen belemmering vormen voor toekomstige uitbreidingen. “Daarom is de stroomvoorziening schaalbaar ingezet. Redundant dus. Dat betekent dat Eigen Huis eenvoudig overeenkomstig de toegenomen stroombehoefte kan uitbreiden zonder problemen of extra milieubelasting,” schetst Pieter van den Burg. De koeling geschiedt via de verhoogde vloer, de airconditioner staat niet in de serverruimte waardoor (preventief) onderhoud van deze koelmachine plaatsvindt zonder dat monteurs de serverruimte hoeven te betreden, met als positief gevolg dat storingrisico wordt verminderd; ook het schaalbare ups-systeem staat buiten de ruimte.
Beeld Eigen Huis
STABIELE CONDITIES Constante klimaatcondities in de serverruimte zijn dus van levensbelang: een arbeidstemperatuur van tussen 20 en 26 graden, een luchtvochtigheid van 55 procent, weinig stof en het voorkomen van al te excessieve schommelingen. Het ICTroom-concept zorgt voor een stabiel klimaat met een separate bevochtiger. Een belangrijk aspect is monitoring, de basis van professioneel beheer van het datacenter. Pieter van den Burg: “We meten met sensoren de aan de voorzijde van de computers aangeboden koellucht en de temperatuur aan de achterkant, en voorts energie en luchtvochtigheid. De sensoren staan geschakeld op een monitoringsysteem,
‘We hebben het traditionele klimaatbeheersingsysteem overboord gegooid’
een vorm van geautomatiseerde meet- en regeltechniek. Bij het overschrijden van bepaalde waarden gaat de airconditioning-
apparatuur harder of zachter blazen. Het systeem volgt ook trends in de klimaatcondities. Monitoring is essentieel voor de beheerder. Blijken de condities gevaarlijke waarden te bereiken, bijvoorbeeld als het te warm wordt of zelfs in geval van brand, en is er kans op uitval, dan ontvangt de beheerder een sms’je op zijn mobiele telefoon. Hetzelfde geldt voor de stroomvoorziening en de koelunit.” De serverruimte is afgebakend, maar de modulair uitgevoerde stroomtoevoer is op te schalen. Ook de ligging van het rekencentrum, het glasoppervlak en de verlichting hebben invloed op de warmtelast en de capaciteit van de koelapparatuur. Ottens: “Aanvankelijk was de ruimte voorzien van een raamzijde. Die kant is volledig dichtgemaakt en geïsoleerd.” “Het ontwerpen en bouwen van een groen datacenter vergt meer tijd en meer inspanningen op technisch gebied dan bij traditionele rekencentra het geval is. Maar daarvoor krijgt de opdrachtgever wel een stabiele omgeving. De meerkosten zijn binnen twee jaar terugverdiend, waarbij verlenging van de levensduur van computers en verminderd risico van downtime niet zijn mee gecalculeerd,” weet Pieter van den Burg. Vereniging Eigen Huis heeft zo met het groen inrichten van zijn rekencentrum een totale besparing op zijn energiekosten van meer dan twintig procent gerealiseerd. •
37 FOCUS OP
SCHAKELEN BIJ 15 GRADEN De grootste besparing is gerealiseerd op het dak, waar de koeling van het water geschiedt in een cascadeschakeling van een droogkoeler - een hoge radiator met grote ventilatiekleppen en klepgeregelde schakeling die zorgt voor ‘free cooling’- en een condenskoeler, een warmtewisselaar. Hierbij vindt geen actieve koeling plaats. Deze oplossing gaat uit van het gegeven dat de buitentemperatuur in Nederland het grootste deel van het jaar 15 graden of minder is. De eerste besparing is dus te vinden in koelen tot 15 graden zonder condensor; het apparaat schakelt zichzelf uit als de buitentemperatuur die waarde bereikt. Volgens Ottens bereikt Eigen Huis met deze eenvoudige en goedkope oplossing 30 tot 50 procent van de totale energiebesparingen.
Energie besparen en duurzaamheid
vangen door het koudepad met genoemde scheidingswand volledig af te sluiten; een afgeleide van ons concept Cooling Alley.” Deze vondst leidt tot een efficiëntieverbetering van 35 tot 50 procent.
Bewust innoveren EN MINIMAA
L
20%
Bewust veilig
BESPAREN O P UW ENERGIE – KOSTEN?
Energie besparend
Ruimte besparend
IBM BladeCenter
Bewust groeien Tijd besparend
Uw onderneming groeit. Uw IT-omgeving IBM BladeCenter maakt 19% zuiniger moet meegroeien. U bent er de ondernemer bewust innoveren niet naar om altijd alles bij het oude te laten. dan HP Blades mogelijk. Het bespaart u U wilt met uw tijd mee. U wilt innoveren. energiekosten, ruimte, tijd IBM BladeCenter Maar dan wel bewust. Bewust van de groeimogelijkheden. en is vriendelijk voor het milieu én uw Bewust van het milieu. Bewust van de beperkingen die portemonnee. Meer weten over IBM BladeCenter? uw computerruimte kent. Bewust van de werklast van uw Kijk op bewustondernemen.biz. En laat ons meteen personeel. Bewust van wat de hedendaagse technologie uitrekenen hoeveel energie u kunt besparen. U zult voor u kan betekenen. versteld staan.
Deze partners kiezen bewust voor IBM BladeCenter
bewustondernemen.biz