HOOFDSTUK 1 Wat? Wie? Hoe? Waarom?
Handleiding
FOOD ROCK een duurzame maaltijd voor wereldsterren
Dit project werd gefinancierd door de Vlaamse Overheid, Departement Landbouw en Visserij en kwam tot stand met de steun van de Provincie West-Vlaanderen.
Een initiatief van: West-Vlaams Agrarisch Vormingsinstituut (WAVI vzw) In samenwerking met: Provinciaal Noord-Zuid Centrum Roeselare en Kleur Bekennen West-Vlaanderen
1
INHOUDSTAFEL
Wat vind je in deze handleiding? Hoofdstuk 1: Wat? Wie? Hoe? Waarom? ......................................................................................................
5
1.1 Situering .................................................................................................................................................
5
1.1.1 Partners .........................................................................................................................................
5
1.1.2 Aanpak .........................................................................................................................................
5
1.1.3 Korte omschrijving ..........................................................................................................................
6
1.1.4 Link met de eindtermen ....................................................................................................................
6
1.1.5 Link met Educatie voor Duurzame Ontwikkeling ..................................................................................
6
1.2 De wereldvoedselproblematiek ..................................................................................................................
6
Hoofdstuk 2: De workshop ..........................................................................................................................
8
2.1 Verhaal ...................................................................................................................................................
8
2.2 Doel .......................................................................................................................................................
8
2.3 Aantal spelers ..........................................................................................................................................
9
2.4 Duur .......................................................................................................................................................
9
2.5 Voorbereiding en begeleiding ...................................................................................................................
9
2.5.1 Voorbereiding ................................................................................................................................
9
2.5.2 Begeleiding ....................................................................................................................................
9
2.6 Lesschema ............................................................................................................................................... 10
BIJLAGEN Bijlage 1: Praktisch draaiboek .................................................................................................................... 12 1.1 Lokaal ..................................................................................................................................................... 12 1.2 Checklist ................................................................................................................................................. 13 1.3 Uitgebreid lesschema ............................................................................................................................... 14 Bijlage 2: Begeleidersfiches ........................................................................................................................ 16 2.1 Begeleidersfiche inleiding .......................................................................................................................... 17 2.2 Begeleidersfiche opdracht 1: Globalisering ................................................................................................. 21 2.3 Begeleidersfiche opdracht 2: Seizoensgebonden consumeren ........................................................................ 23 2.4 Begeleidersfiche opdracht 3: Ecologische impact en voedselkilometers ........................................................... 27 2.5 Begeleidersfiche opdracht 4: Eerlijke handel ............................................................................................... 31 2.6 Begeleidersfiche evaluatie ......................................................................................................................... 35 2.7 Kooksessie .............................................................................................................................................. 37 Bijlage 3: Extra’s ......................................................................................................................................... 40 3.1 Eindtermen .............................................................................................................................................. 40 3.2 Begrippenlijst .......................................................................................................................................... 42 3.3 Educatieve materialen .............................................................................................................................. 44
3
HOOFDSTUK 1 Wat? Wie? Hoe? Waarom?
Hoofdstuk 1 Wat? Wie? Hoe? Waarom?
1.1
Situering
‘FOOD rock, een duurzame maaltijd voor wereldsterren’ is een interactieve workshop voor de tweede graad beroepsonderwijs en technisch secundair onderwijs. Met deze workshop over de wereldvoedselproblematiek willen we jongeren op een interactieve, speelse maar toch ook intensieve manier laten kennismaken met de manier waarop voedsel in Vlaanderen en in de rest van de wereld wordt geproduceerd en geconsumeerd, en met de gevolgen van ons consumptiegedrag. Uiteindelijk wordt er samen gezocht naar de betekenis van duurzame productie en consumptie.
1.1.1 Partners Bij dit project zijn verschillende partners betrokken. WAVI vzw of het West-Vlaams Agrarisch Vormingsinstituut is een van de oudste provinciale vzw’s. Gestart als vormingsinstelling voor land- en tuinbouwers is WAVI sinds 2006 door de Vlaamse Overheid ook erkend als centrum voor landbouweducatie. WAVI staat nu ook in voor de uitvoering van het provinciale beleid en is initiatiefnemer en partner in tal van landbouweducatieve projecten, lokaal en grensoverschrijdend. Samenwerking met landbouwbedrijven is voor WAVI een belangrijke pijler en de vzw probeert kinderen, jongeren en het brede publiek vertrouwd te maken met het reilen en zeilen in de landbouw en op het platteland. Kleur Bekennen is een gemeenschappelijk programma van de federale minister van Ontwikkelingssamenwerking, de Belgische Technische Coöperatie, de Vlaamse provinciebesturen en de Vlaamse Gemeenschapscommissie. Kleur Bekennen wil mondiale vorming en actief wereldburgerschap in het onderwijs promoten, stimuleren en ondersteunen. Het Provinciaal Noord-Zuid Centrum te Roeselare voert het Noord-Zuidbeleid van de provincie West-Vlaanderen uit. Het PNZC stelt volgend doel voorop: het verstrekken van informatie, het bevorderen en ondersteunen van het educatief werk van organisaties, groepen en individuen die actief werken aan Noord-Zuidverhoudingen en duurzame ontwikkeling. Dit gebeurt door het verlenen van service, het stimuleren van overleg, coördinatie en samenwerking tussen de verschillende actoren en het nemen van aanvullende vormingsinitiatieven.
1.1.2 Aanpak De educatieve initiatieven van Landbouweducatie West-Vlaanderen/WAVI vzw richten zich vooral naar leerlingen uit het basisonderwijs. Jongeren uit het secundair onderwijs worden moeilijker bereikt en vergen een specifieke aanpak. Ook Kleur Bekennen weet uit ervaring dat het huidige aanbod van materialen over voeding in een mondiale context niet of weinig gericht is naar jongeren van het beroepsonderwijs en technisch secundair onderwijs. Dit kunnen leerkrachten in de tweede graad secundair onderwijs alleen maar bevestigen. Daarom willen we met dit project een aanbod uitwerken op maat van de leerlingen van die tweede graad beroepsonderwijs en technisch secundair onderwijs, zonder daarom de kansen voor andere onderwijsvormen en -graden links te laten liggen. Een workshop maken voor jongeren uit het beroepsonderwijs en het technisch secundair onderwijs is niet zo evident. Deze jongeren zijn veel meer dan scholieren uit het algemeen secundair onderwijs gewoon om met hun handen aan de slag te gaan. De methodieken moeten afwisselender en actiever zijn dan courant gebruikte methodieken, die een veeleer theoretische inslag hebben. Daarom werd van bij de start van het project een werkgroep samengesteld met de animatoren, enkele leerkrachten die ervaring hebben met de doelgroep, en experten met betrekking tot het thema.
5
FOOD ROCK Een duurzame maaltijd voor wereldsterren
1.1.3 Korte omschrijving De basis van het project is een workshop van maximum een halve schooldag. De workshop leidt tot een finale die bestaat in het bereiden van een eenvoudige maar duurzame maaltijd met zowel producten uit de Vlaamse landbouw als producten uit het Zuiden. Via verschillende opdrachten ontdekken de leerlingen waarop ze kunnen letten om duurzame en eerlijke ingrediënten te kiezen. De Noord- en Zuid-animator spelen in deze workshop een belangrijke rol. Hun inbreng realiseert een sterke kruisbestuiving van 2 werelden die sterk verschillen maar ook heel wat gelijkenissen vertonen als het gaat over de voedselproblematiek. De beide werelden krijgen hierdoor ook een eigen ‘gezicht’, wat de betrokkenheid bij de leerlingen verhoogt. De workshop wordt opgevat als een startmoment voor een meer langdurige en vakoverschrijdende aanpak van deze thematiek. Andere werkvormen en educatieve materialen vind je in bijlage 3 op pagina 44. Deze workshop werd projectmatig uitgewerkt en wordt gelanceerd tijdens de ‘Week van de smaak’ in 2009. Aan de hand van deze bundel kan je als leerkracht de workshop zelf begeleiden in je klas of school. Je kan de workshop ook laten begeleiden door onze ervaren animatoren. Neem hiervoor contact op met Landbouweducatie West-Vlaanderen (
[email protected] of T 050 40 71 69). www.kleurbekennen.be www.onthaalopdeboerderij.be
1.1.4 Link met de eindtermen In elke richting, elke afdeling van de tweede graad van het secundair onderwijs is deze themabundel bruikbaar om meerdere leerplandoelstellingen te bereiken. De doelstellingen van de workshop passen zowel binnen de huidige als de nieuwe vakoverschrijdende eindtermen. Maar ook vakgebonden eindtermen voor huishoudkunde, aardrijkskunde, mavo, PAV, … zijn van toepassing op deze workshop. De betrokken eindtermen vind je in detail terug in bijlage 3 op pagina 40.
1.1.5 Link met Educatie voor Duurzame Ontwikkeling Educatie voor Duurzame Ontwikkeling (EDO) zal vanaf 2010 deel uitmaken van bovengenoemde nieuwe vakoverschrijdende eindtermen (VOET-en). Duurzame ontwikkeling is een proces van maatschappelijke verandering dat de attitude, het gedrag en de praktijken van beleidsmakers, bedrijfsleven en consumenten wil veranderen. Heel wat oplossingen die op het eerste zicht interessant lijken, houden grote risico’s in voor de huidige en de toekomstige generaties. Een meer duurzame samenleving kan maar bereikt worden door een sociaal leerproces. Precies hierin vervullen Educatie voor Duurzame Ontwikkeling (EDO) en het formeel onderwijs hun rol. Heel wat hedendaagse maatschappelijke problemen zijn bijzonder complex en vergen een geïntegreerde benadering. Vaak bestaat er een nauwe verwevenheid tussen sociale, economische en ecologische aspecten. Een traditionele, reductionistische kijk op educatie (zoals die nu in het onderwijs tot uiting komt door de onderverdeling in vakken) volstaat niet langer. Duurzaamheidsvraagstukken moeten op een geïntegreerde wijze worden benaderd. Educatie voor Duurzame Ontwikkeling (EDO) vertrekt van dit principe. De wereldvoedselproblematiek heeft ook te maken met deze nauwe verwevenheid van sociale, economische en ecologische aspecten. Deze complexiteit komt tot uiting in de verschillende opdrachten en vooral in de verbondenheid tussen de verschillende opdrachten. http://www.lne.be/themas/natuur-en-milieueducatie/algemeen/edo/wat-is-edo
1.2 De wereldvoedselproblematiek De wereldvoedselproblematiek en haar relaties met de producent en consument in het Noorden en het Zuiden zijn het hoofdthema van dit project. Hieronder vind je meer informatie. Een verklarende begrippenlijst over dit thema vind je in bijlage 3 op pagina 42. 6
HOOFDSTUK 1 Wat? Wie? Hoe? Waarom?
Volgens artikel 25 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens heeft een- ieder recht op een levensstandaard die hoog genoeg is voor de gezondheid en het welzijn van zichzelf en zijn gezin, waaronder begrepen voeding, kleding, huisvesting en geneeskundige verzorging […]. Volgens de eerste millenniumdoelstelling (VN) moet het percentage mensen dat in extreme armoede leeft, gehalveerd worden tegen 2015. Dit geldt ook voor het aantal mensen dat honger lijdt. De Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO) meldt op 14 oktober 2009 dat het aantal hongerlijders wereldwijd tot het record van 1,02 miljard is opgelopen. Het aantal mensen dat honger lijdt, is het afgelopen jaar gestegen met meer dan 100 miljoen. Van de hongerlijders zijn ongeveer 70% zelf boeren. De grote meerderheid van wie honger lijdt, is dus zelf een voedselproducent. De wereld produceert dagelijks voldoende voedsel om 9 à 12 miljard mensen te voeden en toch sterven elke dag talloze mensen van de honger. De vraag is hoe dit alles mogelijk is. Er zijn verschillende oorzaken, zoals oneerlijke concurrentie, hoge voedselprijzen, economische crisis en dumping. Oplossingen zijn niet eenvoudig maar de aanknopingspunten zijn bekend. De lokale handel stimuleren is één voorbeeld. Wanneer boeren hun voedsel op de lokale (regionale, nationale) markt kunnen afzetten, vaart iedereen, zowel boer als consument, daar goed bij, zowel in het Noorden als in het Zuiden. Overbodige kilometers en tussenschakels worden beperkt. Een land is minder afhankelijk van andere, marktdominerende landen. De boer krijgt een eerlijke prijs voor zijn werk op voorwaarde dat het internationale handelsbeleid bescherming van de lokale markt onder specifieke voorwaarden toelaat. Bovenstaand voorbeeld maakt één ding heel duidelijk, namelijk dat de wereldvoedselproblematiek verschillende dimensies heeft: een sociale, een economische en een ecologische dimensie. Om deze moeilijke en vooral complexe thematiek tot bij de leefwereld van de jongeren te brengen, wordt er tijdens de workshop gewerkt rond verschillende subthema’s die allemaal met elkaar verweven zijn. Het is belangrijk dat deze thema’s niet afzonderlijk van elkaar worden gezien. Zo heeft opdracht 1 te maken met de economische dimensie, opdracht 2 met de ecologische en sociale dimensie, opdracht 3 zowel met de economische als de ecologische dimensie, en opdracht 4 met de sociale en economische dimensie. www.oxfam.be www.vredeseilanden.be www.wervel.be www.11.be www.fao.org
7
FOOD ROCK Een duurzame maaltijd voor wereldsterren
Hoofdstuk 2 De workshop
Dit hoofdstuk biedt tips voor leerkrachten die de workshop zelf willen begeleiden en dus geen beroep doen op de animatoren. Lees onderstaande informatie goed door. Alle nodige werkmaterialen (spelmateriaal, begeleidersfiches enz.) vind je achteraan in de bijlagen of in pdf op volgende websites: www.kleurbekennen.be www.onthaalopdeboerderij.be
2.1 Verhaal FOOD Rock, hét festival van het jaar, mag de ‘GlobalLocal–band’ verwelkomen op zijn terreinen. Maar de band heeft een vreemde ‘rider’. De leden eisen een maaltijd die voldoet aan de volgende criteria: 1) 2) 3) 4)
De De De De
ingrediënten komen van verschillende plaatsen in de wereld (zowel Noord-producten als Zuid-producten). ingrediënten zijn seizoensgebonden. voedselkilometers en de ecologische impact van de ingrediënten worden tot het minimum beperkt. producenten krijgen een eerlijke prijs voor hun producten.
Om deze maaltijd te bereiden heeft de organisator van het festival de hulp ingeroepen van twee experts, een landbouwster uit Vlaanderen en een landbouwster uit het Zuiden. Zij zijn nu de verantwoordelijken van het cateringteam, maar zij hebben natuurlijk nog medewerkers nodig die hen kunnen helpen met het kiezen van de juiste ingrediënten. Daarvoor moeten ze uiteraard eerst weten wat de bovenstaande criteria inhouden. Aan de hand van vier opdrachten in een doorschuifsysteem verzamelen de leerlingen (medewerkers van het cateringteam) kennis en ingrediënten om een (h)eerlijke maaltijd tevoorschijn te toveren. Om tot het cateringteam te behoren moeten ze natuurlijk backstage kunnen op het festival. Daarvoor moeten ze een badge invullen met hun eigen voedselpatroon. Ze vullen in wat ze de vorige dag zoal hebben gegeten en vanwaar die producten afkomstig zijn. Later zullen ze hun eigen voedselpatroon kunnen aanpassen in de richting van een duurzamer dagmenu. Uiteindelijk kunnen de verantwoordelijken en medewerkers van het cateringteam de juiste ingrediënten verzamelen om ze dan ter plaatse te verwerken tot een (h)eerlijke maaltijd.
2.2 Doel ’FOOD Rock. Een duurzame maaltijd voor wereldsterren’ is een interactieve workshop waar jongeren uit de tweede graad van het technisch en beroepssecundair onderwijs op een speelse manier kennis maken met de landbouw in het Noorden en het Zuiden. Ze maken via korte opdrachtjes kennis met thema’s als lokale handel, globalisering, voedselkilometers, seizoensgebonden consumeren … Het doel van de workshop is de leerlingen op een actieve, speelse en toch intense manier inzicht laten verwerven in de manier waarop voedsel geproduceerd en geconsumeerd wordt, hier en in het Zuiden. Daarnaast krijgen de leerlingen inzicht in de gevolgen van het hier heersende consumentengedrag en worden ze gestimuleerd om na te denken over hun eigen consumptiepatroon. In laatste instantie maken ze ook in de praktijk kennis met een (h)eerlijke maaltijd.
8
HOOFDSTUK 2 De workshop
2.3 Aantal spelers Een klas van minimum 16 en maximum 24 leerlingen is aangewezen. Opmerkingen: - De klas wordt in vier groepen verdeeld. Werkgroepjes van maximum 6 personen zijn het meest effectief. Bij grotere groepen is het aangeraden om de vier opdrachten dubbel te voorzien, zodat acht kleine groepjes aan de opdrachten werken. - Voorzie één begeleider per groepje.
2.4 Duur De begeleide workshop duurt ongeveer drie lesuren: - 2 lesuren voor de inleiding, het doorlopen van de opdrachten en de evaluatie; - 1 lesuur voor de kooksessie.
2.5 Voorbereiding en begeleiding Om de workshop goed te kunnen uitvoeren en het gemakkelijker te maken voor jou als begeleider werden verschillende begeleidersfiches voorzien in bijlage. De begeleider(s) die de volledige workshop begeleid(t)(en), moet(en) alle begeleidersfiches goed doornemen. Vervolgens worden de begeleidersfiches en het didactisch materiaal voor de vier opdrachten vooraf verdeeld onder de begeleiders die elk een van die opdrachten zullen begeleiden, opdat ook zij zich kunnen voorbereiden op de workshop.
2.5.1 Voorbereiding Een goede voorbereiding draagt bij tot het welslagen van de workshop. Het lokaal wordt klaargezet, de nodige fiches en kaartjes worden uitgeprint en klaargelegd, de nodige materialen voor de kooksessie worden voorzien, de helpende begeleiders worden op voorhand ingelicht en bereiden zich voor... Gebruik ‘Bijlage 1: praktisch draaiboek’ op pagina 12 als een handige leidraad. Onder andere de checklist op pagina 13 is een handig hulpmiddel om je beter voor te bereiden. > Ontleen het lespakket! Op een aantal locaties zijn de werkmaterialen kant-en-klaar beschikbaar. Naast deze leerkrachtenbundel bevat het pakket alle opdrachtenfiches en didactisch hulpmateriaal in stevig materiaal om de opdrachten uit te voeren. Adressen waar je zo’n pakket kan ontlenen, vind je op deze websites: www.kleurbekennen.be (zoek in ons aanbod/educatief materiaal) www.onthaalopdeboerderij.be (landbouweducatie/didactisch materiaal)
2.5.2 Begeleiding Het thema van deze workshop is complex en voor de meesten onbekend. Goede begeleiding en kadering zijn dus belangrijk. Voorzie 4 vaste begeleiders, 1 per opdracht - Bij grotere groepen: splits op en voorzie 8 begeleiders. Deze begeleiders kunnen leerkrachten zijn of vrijwilligers die affiniteit hebben met het thema. Zorg dat elke begeleider vooraf gebrieft is over de opzet van de workshop en zijn/haar opdracht kent. Bezorg hem/haar op voorhand de begeleidersfiche van zijn/haar spel (deze vind je in bijlage 2 vanaf pagina 17).
9
FOOD ROCK Een duurzame maaltijd voor wereldsterren
> Schakel onze externe animatoren in! De workshop werd in de pilootfase begeleid door een landbouwster uit het Noorden en een animator uit het Zuiden. Tijdens deze ontmoeting met mensen uit het werkveld, kwam de thematiek volop tot leven in de klas. Ook nu nog kunt u een beroep op hen doen. Neem hiervoor contact op met Landbouweducatie West-Vlaanderen (
[email protected] of T 050 40 71 69 ) > Vraag een financiële ondersteuning aan via Kleur Bekennen in het kader van een mondiaal project of een wereldburgertraject. De voorwaarden voor terugbetaling vind je op www.kleurbekennen.be (ondersteuning/financiële ondersteuning).
2.6 Lesschema Lesuur 1 & 2
Inleiding (20’)
• Klassikaal • Situering van de workshop: de cateringploeg zoekt medewerkers. • De medewerkers/lln. vullen hun badge in.
Opdrachten in doorschuifsysteem • Groepjes (max. 6lln/groep) (50’ – 4 x 15’) • Elke groep doorloopt 4 opdrachten. Per opdracht is er 1 begeleider. Evaluatie (30’)
Pauze
Lesuur 3
• Klassikaal De ingrediënten van het menu worden bepaald. De 4 criteria worden overlopen. • De badge wordt besproken en aangepast in tweede kolom. • Leerlingen nemen pauze • Begeleiders zetten het lokaal klaar voor de kooksessie.
Kooksessie
• Begeleiders geven elke leerling een deelopdracht. • De lln. zijn zo actief mogelijk. De begeleiders houden alles in het oog. Hygiëne is belangrijk.
Proeven & opruimen
• Klassikaal • Er wordt samen geproefd en ondertussen wordt met de lln. gepraat over het thema. • Alles wordt klassikaal opgeruimd.
Een uitgebreide versie van dit schema vind je in ‘bijlage 1: Praktische draaiboek’ op pagina 14. Je kan het schema bijhouden als leidraad tijdens de workshop. > Leuke variaties: - Breid de activiteit uit naar 4 lesuren en ga met de leerlingen de ingrediënten kopen in de dichtstbijzijnde Oxfam Wereldwinkel of hoevewinkel. In het vierde lesuur start de kooksessie. Het adres van de Oxfam Wereldwinkel en de hoevewinkel in de buurt van je school vind je op: www.oxfam.be en www.hoeveproducten.be of www.onthaalopdeboerderij.be (WestVlaamse hoeveproducten) - Spreid de workshop over 2 x 2 lesuren.
10
Bijlagen
BIJLAGEN Bijlage 1 Praktisch draaiboek 1.1
Lokaal
1.2
Checklist
1.3
Uitgebreid lesschema
12
Bijlage 2 Begeleidersfiches 2.1
Begeleidersfiche inleiding
2.2
Begeleidersfiche opdracht 1: Globalisering
2.3
Begeleidersfiche opdracht 2: Seizoensgebonden consumeren
2.4
Begeleidersfiche opdracht 3: Ecologische impact en voedselkilometers
2.5
Begeleidersfiche opdracht 4: Eerlijke handel
2.6
Begeleidersfiche evaluatie
2.7
Begeleidersfiche kooksessie
16
Bijlage 3 Extra’s 3.1
Eindtermen
3.2
Begrippenlijst
3.3
Educatieve materialen
40
FOOD ROCK Een duurzame maaltijd voor wereldsterren
Bijlage 1 Praktisch draaiboek 1.1
Lokaal
1.2
Checklist
1.3
Uitgebreid lesschema
Bijlage 1 Praktisch draaiboek
1.1 Lokaal • Een ruim lokaal volgens de groepsgrootte. Leerlingen kunnen vlot doorschuiven naar een andere tafel en de groepjes kunnen rustig werken. Eventueel een apart lokaal voor de kooksessie. • Basisvoorzieningen voor een kooksessie: elektriciteit (elektrische wok), een wasbak (groenten spoelen, afwassen) en vuilnisemmers. • 5 tafels met voldoende ruimte: 1 voor de animator/begeleiders, 1 per opdracht. Opmerking: bij grote groepen 4 extra tafels voorzien, zodat elke opdracht tegelijkertijd door twee groepjes kan worden uitgevoerd. • Een stoel voor elke leerling en begeleider. • Breng het rockfestival helemaal in de klas door festivalmuziek te spelen op gepaste momenten: tijdens het binnenkomen, tijdens de pauze, tijdens de kooksessie... • Mogelijkheid om affiches op te hangen.
12
BIJLAGE 1 Praktisch draaiboek
Bijlage 1
1.2 Checklist Wat
Documentcode
Aanwezig in het lespakket
Praktisch draaiboek
Lezen handleiding
OK?
•
Verdelen begeleidersfiches onder begeleiders
p. 16
•
Uitprinten festivalbadges (recto-verso! A4) Eventueel bevestigen festivalbadges aan necklaces
2.1 A-E
•
Uitprinten tafelaanduiding (A4)
2.1 G1-4
•
Affiche rider van de GlobalLocalband uitprinten op A2
2.1 F
•
Affiche Festivalwinkel uitprinten op A3
2.1 H1-2
•
Uitprinten leerlingenbundels in voldoende aantal (boekje A5)
n.v.t.
•
Uitprinten wereldkaart (A3, 1/groep of lamineren)
2.2 A
•
Uitprinten 12 kaartjes met foto’s en tekst opdracht 1 + versnijden (recto-verso A3)
2.2 B
•
Uitprinten seizoenenkaart (A3)
2.3 A
•
Uitprinten foto’s groenten en fruit + versnijden (A4)
2.3 B
•
Uitprinten groentenkalenders (A4)
2.3 C
•
Uitprinten voordelentabel (A3)
2.3 D1
•
Uitprinten voordelenkaartjes + versnijden (A3)
2.3 D2
•
Uitprinten productkaartjes + versnijden (A3 recto-verso)
2.4 A
•
Uitprinten 4 recepten (A4)
2.4 B
•
Uitprinten geld +versnijden (A4)
2.5 A
•
Uitprinten 4 foto’s producten en 4 prijsetiketten + versnijden en aan elkaar bevestigen (A4)
2.5 B
•
Uitprinten grafiek prijsaandeel aardappelen (A4)
2.5 C
•
Uitprinten 2 citaten + versnijden (A4) OF Downloaden videofiles van www.onthaalopdeboerderij.be of www.kleurbekennen.be
2.5 D
•
Uitprinten tabel eerlijke en gewone handel (A3)
2.5 E
•
Uitprinten kaartjes met labels en merken + versnijden (A4)
2.5 F
•
Uitprinten affiche ingrediënten en werkwijze (A2)
2.7 A
•
Herschikken lokaal
> Maak het je gemakkelijk: ontleen het lespakket! Adressen waar je zo’n pakket kan ontlenen, vind je op deze websites: www.kleurbekennen.be (zoek in ons aanbod/educatief materiaal) www.onthaalopdeboerderij.be (landbouweducatie/didactisch materiaal)
13
FOOD ROCK Een duurzame maaltijd voor wereldsterren
1.3 Uitgebreid lesschema Timing
Wat
To do
Materiaal / Voorzieningen
Pagina
Vooraf
Voorbereiding
- Lokaal herschikken - Extra begeleiders briefen - Alle materiaal verzamelen en klaarleggen
- Handleiding - Checklist
p 1-14
- Klassikaal - Situering van de workshop: de cateringverantwoordelijken zoeken medewerkers. - De medewerkers (leerlingen) vullen hun badge in.
- Leerlingenbundel en festivalbadge per leerling (vier kleuren) - Affiche met 4 criteria - begeleidersfiche ‘inleiding’ - keukenwekker
p 17-19
Opdrachten in doorschuifsysteem 4 x 15’ = 60’
- 4 groepjes (max. 6 per groepje) - 1 begeleider per opdracht - Doorschuifsysteem
- Didactisch materiaal en begeleidersfiche per opdracht - Bij grote groep 4 extra begeleiders + alle materiaal dubbel
p 21-33
Evaluatie
- Affiche met ingrediënten - Klassikaal - Opdrachten worden geëvalueerd adhv. het - Begeleidersfiche evaluatie kiezen van de ingrediënten. - De badge wordt aangepast.
p 35-36
Pauze 15’
- Klaarzetten lokaal
p 37-39
Lesuur 3 Kooksessie
- Verdelen van de taken - De leerlingen zijn zoveel mogelijk zelf aan het werk. - Aandacht voor veiligheid en hygiëne
Proeven en opruimen
- Klassikaal - Samen proeven, praten over hun ervaringen en bevindingen over landbouw hier en in het Zuiden
Lesuur 1 Inleiding en 2 20’
14
- Ingrediënten - Kookmateriaal - Begeleidersfiche ‘Kooksessie’.
BIJLAGE 1 Praktisch draaiboek
Bijlage 1 Praktisch draaiboek 15
FOOD ROCK Een duurzame maaltijd voor wereldsterren
Bijlage 2 Begeleidersfiches en didactisch materiaal 2.1 Begeleidersfiche inleiding 2.2 Begeleidersfiche opdracht 1: Globalisering 2.3 Begeleidersfiche opdracht 2: Seizoensgebonden consumeren 2.4 Begeleidersfiche opdracht 3: Ecologische impact en voedselkilometers 2.5 Begeleidersfiche opdracht 4: Eerlijke handel 2.6 Begeleidersfiche evaluatie 2.7 Begeleidersfiche kooksessie
16
BIJLAGE 2 Begeleidersfiches en didactisch materiaal • 2.1 Inleiding
Bijlage 2
Bijlage 2 Begeleidersfiches
Begeleidersfiches en didactiesch materiaal
2.1 Begeleidersfiche inleiding
Doelstellingen -
De De De De
leerlingen leerlingen leerlingen leerlingen
maken kennis met de opzet van de workshop en met de personages die de workshop begeleiden. vertellen hun ervaringen en ideeën over muziekfestivals. denken na over de mogelijke betekenis van de vier gestelde criteria. noteren hun eigen eetpatroon.
Materiaal Wat Festivalbadges
Document- Opmerking code 2.1 A-E
- 1 badge per leerling - Evenveel van elke kleur = groepsindeling - Per kleur zijn er 3 badges met symbolen die rollen verdelen in de groep: bril (lezer), potlood (schrijver) en horloge (houd de tijd in het oog). - Uitdelen aan de leerlingen bij het binnenkomen.
Affiche: criteria voor de wereldmaaltijd
2.1 F
- Uithangen, zichtbaar voor iedereen.
Affiche festivalwinkel: producten
2.1 H
- Uithangen, zichtbaar voor iedereen.
Leerlingenbundels
n.v.t.
- 1 bundel per leerling - Uitdelen aan de leerlingen bij de start van de eerste opdracht.
Radio en muziek
n.v.t.
- Brengt de groep direct in de festivalsfeer, eventueel herhalen tijdens kooksessie
Begeleiding De begeleider neemt de rol van verantwoordelijke catering van FOOD Rock op zich en daagt de leerlingen uit de catering te verzorgen. Stap 1 Instructie door begeleider: FOOD Rock, hét festival van het jaar, mag de ‘GlobalLocal–band’ verwelkomen op zijn terreinen. Maar de band heeft een wat lange ‘rider’: de bandleden eisen een wereldmaaltijd die beantwoordt aan verscheidene criteria: 1) De ingrediënten komen van verschillende plaatsen in de wereld (zowel Noord-producten als Zuid-producten). 2) De ingrediënten zijn seizoensgebonden. 3) De voedselkilometers en de ecologische impact van de ingrediënten worden tot het minimum beperkt. 4) De producenten krijgen een eerlijke prijs voor hun producten. Samen ontdekken we de betekenis van de criteria door vier opdrachten te doorlopen. Op het einde zullen we passende ingrediënten kunnen kiezen en bereiden we een lekkere maaltijd.
17
FOOD ROCK Een duurzame maaltijd voor wereldsterren
Stap 2 Instructie door begeleider: wie is er al eens op een festival geweest? Wie backstage? Om backstage op het festival te kunnen, moet elke medewerker een badge dragen. Vul daarop je naam in + je eigen ‘voedseldagboek’ van de vorige dag. Beklemtoon dat het erom gaat concreet te zijn, bv. niet enkel ‘boterhammen’ of ‘groenten’ opschrijven maar specifiek welk beleg en welke groenten. Ga na of de badges effectief ingevuld worden, maar ga niet in op wat de lln. noteren. Bij de bespreking achteraf komt dit alsnog aan bod. Deze badges bevatten informatie over de eigen eetgewoonten van de lln. en vormen de link tussen hun leefwereld en –gewoonten en het thema van de workshop. Stap 3 Instructie door begeleider: doorheen vier opdrachten ontdekken jullie de betekenis van de criteria. Via een doorschuifsysteem kunnen we alle opdrachten tot een goed einde brengen. Per opdracht hebben jullie 15 minuten de tijd. Wie het symbool van een horloge heeft, houdt de tijd in het oog. Op het einde van de opdrachten zullen we zelf de passende ingrediënten kunnen kiezen en de maaltijd bereiden.
Voorstel dialoog Deze dialoog werd geschreven voor onze animatoren en vertrekt dus vanuit hun verhaal. Pas die dus gerust aan. De twee hoofdbegeleiders richten zich tot de groep vanuit hun rol als ‘verantwoordelijke catering’. - Hoofdbegeleider A is een Vlaamse landbouw(st)er die het reilen en zeilen hier kent en dagdagelijks ervaart. - Hoofdbegeleider B is een landbouw(st)er uit het Zuiden. Hij/zij getuigt van het leven in het Zuiden. Met welke problemen worden voedselproducenten geconfronteerd? Wat zijn de eetgewoonten in het Zuiden? A+B: Uitdelen van de festivalbadges (kleuren door elkaar). Hier een festivalbadge, daarmee kan je straks backstage. Schrijf er je naam op, hang hem rond je nek en neem plaats rond de tafel die overeenkomt met de kleur op je badge. A: B: A: B:
Hoi! Wij zijn hier in naam van het FOOD Rock festival. De organisator heeft ons gevraagd hem te helpen en daarvoor moeten we straks backstage gaan! Ja en daarom zijn wij hier met twee. Ik ben … en kom van … . Ik woonde lange tijd in het Zuiden en kan jullie wel iets vertellen over het leven als boer daar en over de eetgewoonten. Ik ben … en kom van … Ik ken het leven als landbouw(st)er in Vlaanderen maar al te goed. Wie is er al eens op een festival geweest? Wie is al backstage kunnen gaan? Weten jullie hoe het eraan toegaat in een VIP-ruimte backstage?
A+B: spelen in op de antwoorden (hou het kort en hou de leerlingen in de hand).
18
A:
Weten jullie dan ook dat de groepen die komen optreden een rider opmaken?
B:
Ja? Nee? Een rider is een papier met enkele ‘eisen’ die de groepen stellen. Zo kan een groep bijvoorbeeld drinken, eten, een aantal ruimtes … vragen. Wij hebben van de organisator van het FOOD Rock festival gehoord dat de GlobalLocal-band komt optreden. Die GlobalLocal-band heeft een aantal eisen die de organisator nog nooit heeft gehoord.
A:
Ja, ik vond ze eerlijk gezegd ook wat vreemd, vooral die over het eten. Zo wil de groep na het optreden een maaltijd aangeboden krijgen die aan verschillende eisen voldoet: 1. De ingrediënten komen zowel uit het Noorden als uit het Zuiden. 2. Er zijn enkel seizoensgroenten in verwerkt. 3. Het voedsel waarmee de maaltijd bereid wordt, moet zo weinig mogelijk kilometers afgelegd hebben en een zo laag mogelijke ecologische impact hebben. 4. De producten zijn afkomstig van eerlijke handel.
B:
Maar we hebben wel een probleem, we weten niet precies wat alle criteria betekenen, daarom willen we dat jullie ons helpen. (Vraag hen wat zij denken van elk criterium. Luister naar hun reacties en kom er eventueel op het einde op terug)
A:
Ja, maar zouden we ze dan niet meevragen backstage? Dat is toch veel leuker?
B:
OK, maar dan moeten jullie eerst nog iets doen. Jullie hebben net allemaal een badge gekregen. Correct ingevulde badges geven toegang backstage en dan kunnen jullie ons helpen als ‘medewerkers catering’ van het FOOD Rock
BIJLAGE 2 Begeleidersfiches en didactisch materiaal • 2.1 Inleiding
Bijlage 2
festival. Op de achterkant van de badge vind je enkele kolommen. In de eerste kolom vul je in wat je gisteren zoal hebt gegeten. Zo schrijf je bijvoorbeeld bij ochtend: boterhammen met choco en niet gewoon boterhammen. A:
Vul die maar in voor jezelf, niemand anders zal die te zien krijgen.
Tip: geef hen even de tijd, maximum 2 minuten. Op sommige festivalbadges staan tekentjes. Als je een bril hebt, ben je lezer. Een potlood betekent dat je schrijver bent en een horloge betekent dat je de tijd in het oog houdt. Je krijgt die taken om de opdrachten die we straks oplossen, goed te laten verlopen.
A:
Aan elke opdracht mag je 15 minuten werken. De persoon met het klokje zal dus de tijd goed in het oog moeten houden, zodat je elke opdracht binnen de tijd afwerkt.
B:
Deze opdrachten zorgen dat we erachter komen wat die vier voorwaarden betekenen. Zo kunnen we straks ingrediënten kiezen om zelf een gerechtje klaar te maken.
A:
En, dan kunnen we het zelf ook eens proeven!
B:
We zouden er dan beter aan beginnen hé?
A:
Oké!
Begeleidersfiches en didactiesch materiaal
B:
19
FOOD ROCK Een duurzame maaltijd voor wereldsterren
20
BIJLAGE 2 Begeleidersfiches en didactisch materiaal • 2.2 Opdracht 1: Globalisering
Bijlage 2
2.2 Begeleidersfiche opdracht 1: Globalisering
Boodschap & doelstellingen van de opdracht “De ingrediënten komen van verschillende plaatsen in de wereld (zowel Noord-producten als Zuid-producten)”
Begeleidersfiches en didactiesch materiaal
De leerlingen maken via deze opdracht kennis met de betekenis van het begrip globalisering. Globalisering is alomtegenwoordig (globe = wereldbol) en betekent zoveel als ‘verspreid raken over de hele wereld’. Voedsel legt soms een heel lange weg af voor het op ons bord terechtkomt. De handel tussen alle landen in de wereld neemt toe, communicatie is sneller dan ooit en transport wordt steeds goedkoper en beter geïntegreerd. Maar globalisering brengt zowel voor- als nadelen met zich mee. Velen zeggen dat de wereld een dorp is geworden. Maar die globalisering zou volgens anders-globalisten de wereldwijde sociaal-economische en politieke ongelijkheid in de hand werken. • De leerlingen kunnen op een kaart de verschillende werelddelen benoemen. • De leerlingen kunnen een aantal voedingsmiddelen die de wereld rondreizen, opsommen. • De leerlingen kunnen verbanden aanwijzen tussen verschillende landen en de weg die een product aflegt, aanduiden op een kaart. • De leerlingen kunnen aan de hand van de opdracht en de kaart het begrip globalisering omschrijven.
Materiaal Documentcode
Wat Wereldkaart A3-formaat
2.2 A
12 kaartjes met foto’s en tekst
2.2 B
(Uitwisbare) stift
Opmerking Ofwel kopiëren per groepje, ofwel 1 exemplaar lamineren en met uitwisbare stift aanduiden en telkens afvegen. Op de kaartjes staan cases. De leerlingen tekenen ze uit op de kaart. Om afgelegde weg aan te duiden
Leerlingenbundel p.4
Begeleiding • • • • • •
Laat de leerlingen allemaal rond de grote wereldkaart plaatsnemen. Laat hen uit de 12 kleine kaartjes om beurt één kaartje kiezen en voorlezen. Laat de leerlingen overleggen en een pijl van het exportland naar de importlanden tekenen op de wereldkaart. Stop na 8 minuten en ga over naar de vragen in de leerlingenbundel. Probeer de discussie op gang te houden door vragen te stellen. Tip: maak gebruik van een wereldbol en afwasbare inkt opdat deze opdracht visueel nog sterker is.
Oplossingssleutel 1. Wat vind je van het resultaat? Alle antwoorden zijn mogelijk, maar laat de leerlingen hun keuze motiveren. 2. Op de wereldkaart staan nog niet alle pijlen, er zijn er nog véél meer. Hoe noemt men dit fenomeen, denk je? B. Globalisering (uitleg zie: ‘boodschap en doelstellingen van de opdracht’) 3. Dit fenomeen heeft ook gevolgen. Welke? (Duid aan wat volgens jou juist is.) B. Ik vrees voor de opwarming van de aarde door de uitlaatgassen van de boot die de suiker van Brazilië naar België brengt. Door het vervoeren van voedingsproducten over de hele wereld is er veel uitstoot van CO2. Een boot stoot het minst CO2 uit, een vrachtwagen al meer, en een vliegtuig zorgt voor enorm veel CO2-uitstoot. 21
FOOD ROCK Een duurzame maaltijd voor wereldsterren
C. Op die manier leren wij voedsel en culturen kennen van over de hele wereld. Dit is een positief gevolg van globalisering. Gevolgen zijn namelijk niet enkel negatief. D. Tomaten uit Spanje worden naar België overgebracht terwijl er hier ook tomaten geteeld worden. E. Door het overbrengen van tomaten uit Spanje naar België heeft mijn nonkel een job als vrachtwagenchauffeur. Dit is ook een positief gevolg, maar de CO2- uitstoot van de vrachtwagen is een negatief gevolg.
Slot • Leg alle materialen terug in hun beginpositie. • Zorg voor een lege kaart voor de volgende groep. www.ikwilniet.org www.globalsociety.be
22
BIJLAGE 2 Begeleidersfiches en didactisch materiaal • 2.3 Opdracht 2: Seizoensgebonden consumeren
Bijlage 2
2.3 Begeleidersfiche opdracht 2: Seizoensgebonden consumeren
Boodschap en doelstellingen van de opdracht
Begeleidersfiches en didactiesch materiaal
‘De ingrediënten zijn seizoensgebonden.’ In drie stappen maken de leerlingen kennis met de betekenis van ‘seizoensgebonden groenten en fruit’. Het hele jaar door kunnen wij alle soorten groenten en fruit kopen, al is het op dat moment niet het typische oogst- en dus koopseizoen van een bepaald product. Sommige producten zijn langere periode beschikbaar omdat ze lang geoogst worden en/of energiezuinig bewaard kunnen worden. Letten we op welke soorten we kopen, dan kiezen we voor de milieuvriendelijkste productiewijzen en steunen we vooral onze lokale producten/landbouwers. Alle landbouwers over de hele wereld varen goed bij lokale handel. • • • • •
De De De De De
leerlingen leerlingen leerlingen leerlingen leerlingen
denken na over typische oogstseizoenen van groenten en fruit. kunnen het passende seizoen van groenten en fruit opzoeken in de groentekalender. weten wat een ‘groentekalender’ is. herkennen de juiste betekenis van de voordelen van seizoensgebonden groenten en fruit. kennen enkele voordelen van ‘seizoensgebonden’ consumeren.
Materiaal Documentcode
Wat
Opmerking
Seizoenenkaart
2.3 A
- Ligt op tafel, zichtbaar voor iedereen
Foto’s van groenten/fruit
2.3 B
- Door elkaar geschud en omgekeerd op tafel leggen.
Groentekalenders
2.3 C
- Minimum 1 per 2 leerlingen - Pas bij stap 2 tonen
Voordelenkaart
2.3 D1
- Ligt op tafel vanaf stap 3, zichtbaar voor iedereen.
Strookjes met voordelen
2.3 D2
- Verdelen onder de leerlingen bij stap 3.
Leerlingenbundel vanaf p.6
Begeleiding Stap 1 (= zonder voorkennis nadenken over groenten/fruit en hun seizoen) (4’) o Leg de seizoenkaart (2.3 A) en de foto’s (2.3 B) op tafel. o Elke leerling neemt een foto en legt dit in het seizoen waarin het volgens hem/haar past. Doe dit tot alle foto’s op zijn of tot de 4 minuten voorbij zijn. Laat de lln. vertellen waarom ze een foto in een bepaald seizoen leggen. o De leerlingen vullen in de leerlingenbundel de kolom aan met enkele voorbeelden die ze gegeven hebben. Stap 2 (= kennismaking met groentekalender) (4’) o Een leerling leest de uitleg voor. Zorg dat iedereen de opdracht begrijpt. o Deel enkele groentekalenders uit. De leerlingen controleren en herschikken de kaartjes met deze informatie. Opmerking: de meeste soorten groente/fruit staan meermaals op de kalender. Hoe komt dat? Via de meerkeuzevraag zoeken de lln. samen een antwoord. o Controleer het resultaat en peil naar hun bedenkingen. Verwonderd of niet?
23
FOOD ROCK Een duurzame maaltijd voor wereldsterren
Stap 3 (=voordelen van seizoensgebonden consumeren) (4)’ o o o o o
Een ll. leest de opdracht. Zorg dat iedereen de opdracht begrijpt. Geef de tabel met voordelen en de strookjes met de uitleg over de voordelen. Geef elke leerling een strookje en laat hem het passende voordeel zoeken. Overloop en geef extra toelichting indien nodig. Trek ook de juiste pijlen in de leerlingenbundel.
Oplossingssleutel Stap 1 en 2 Lente (maart-mei)
Zomer (juni-augustus)
Herfst (september-november)
Winter (december-februari)
Asperges
Asperges
Broccoli
Knolselder
Knolselder
Broccoli
Courgette
Pompoen
Spinazie
Courgette
Knolselder
Wortelen
Wortelen
Paprika
Paprika
Uien
Uien
Pompoen
Pompoen
Mandarijnen
Aardbei
Prinsessenbonen
Prinsessenbonen
Ananas
Ananas
Spinazie
Spinazie
Kiwi
Rabarber
Tomaten
Tomaten
Wortelen
Wortelen
Uien
Uien
Aardbei
Mandarijnen
Framboos
Framboos
Rabarber
Kiwi
> Uitbreidingstip: Hierboven staan de meest geschikte seizoenen om de specifieke soorten groente en fruit te kopen. In het typische oogstseizoen staat het product in het vet. In dit seizoen geniet je het meest van de ‘seizoensvoordelen’, zoals rijk aan vitaminen, energievriendelijker geproduceerd en bewaard … Veel groenten en fruit staan in meer dan één seizoen. Hoe komt dat? A. Sommige groente- en fruitsoorten kunnen na de oogst nog gemakkelijk bewaard worden. Aardappelen, appelen en uien kunnen goedkoop en energiezuinig voor een langere tijd bewaard worden. Asperges, aardbeien en courgettes zijn slechts beperkt houdbaar of moeten verwerkt en bewaard worden met technieken die veel energie vragen (diepvriezen bijvoorbeeld). C. Sommige soorten groente en fruit kunnen tijdens een lange periode geoogst worden, andere slechts tijdens een heel korte periode. De oogst van prei wordt over verscheidene maanden gespreid. Bloemkolen en wortelen kunnen meerdere keren per jaar geplant en geoogst worden. Frambozen kunnen slechts tijdens een korte periode in de zomer geoogst worden.
24
BIJLAGE 2 Begeleidersfiches en didactisch materiaal • 2.3 Opdracht 2: Seizoensgebonden consumeren
Bijlage 2
Stap 3 Uitleg
Je spaart geld uit!
Veldsla wordt vooral in de winter geteeld. Het aanbod op de markt is dan groot. Een groot aanbod is goed voor onze portemonnee.
Je bespaart transportkilometers!
In de winter zijn enkel tomaten uit bijvoorbeeld Spanje te koop. Na een lange vrachtwagenrit komen ze hier in onze winkel terecht. Ben je tegen die lange en vervuilende ritten, wacht dan tot de zomer om Belgische tomaten van dichtbij te kopen.
Je bespaart energie!
De eerste Belgische aardbeien worden in verwarmde serres gekweekt. Wacht nog even op mooi weer en smul van aardbeien die in openlucht of onverwarmde serres geteeld werden. Geen stookkosten betekent geen CO²-uitstoot.
Je gaat voor gezonde voeding!
Toevallig of niet? Respecteren we de seizoenen van groenten en fruit, dan krijgen we vooral die vitaminen binnen die we net op dat moment nodig hebben. Spruitjes en knolselder bevatten bijvoorbeeld vooral die vitaminen die we in de winter nodig hebben. Seizoensgebonden groenten en fruit hebben bovendien een hogere voedingswaarde.
Je steunt de lokale economie!
Hoe korter de afstand tussen boer en consument, hoe groter het deel van de winkelprijs dat rechtstreeks naar de boer gaat. Een eerlijke prijs dus voor verse producten in het Noorden en in het Zuiden.
Begeleidersfiches en didactiesch materiaal
Voordelen
Slot • Leg alle materialen terug in hun beginpositie.
Extra informatie Seizoensgebonden groenten en fruit kopen betekent dat je rekening houdt met het typische groei- en oogstseizoen van die groenten en dat fruit. Sommige producten zijn via de klassieke en lokale productie een lange periode beschikbaar, anderen slechts heel kort. Dit hangt af van de klimaateisen en bewaarbaarheid van het product. Let je hierop, dan beperk je heel wat energieverslindende transportafstanden, extra bewaarmethoden en intensieve teeltwijzen, wat het milieu ten goede komt. - Transport: wens je groenten of fruit te kopen die momenteel niet in jouw regio geoogst kunnen worden, dan worden ze van elders ingevoerd. Dat vergt transport per boot, vliegtuig of vrachtwagen. Tomaten bv. groeien bij ons in de periode junioktober. Koop je ze in de winter, dan staat er op de verpakking wellicht Spanje of Senegal als land van oorsprong. - Bewaarmethoden: aardappelen, uien, appelen en peren kunnen gemakkelijk een langere periode bewaard worden. Andere producten (bv. bloemkool, prei en paprika) moeten vers geconsumeerd worden of direct verwerkt worden tot bijvoorbeeld diepvriesproducten of conserven. Deze verwerkings- en bewaarmethoden vragen heel wat energie met CO2-uitstoot als gevolg. - Teeltwijzen: serreteelt in glas met klimaatregeling is een typische teeltmethode die toelaat het oogstseizoen van een bepaald product te vergroten. In een serre kunnen de temperatuur en de vochtigheid beter geregeld worden. Zo is er vanaf maartapril Belgische kropsla te koop maar die vroege teelt vergt veel meer energie dan bij kropsla geteeld in juni. Rekening houden met de groente- en fruitkalender heeft ook voordelen voor onszelf. Meestal zijn de producten goedkoper in hun typische seizoen. Bovendien hebben ze meer smaak, bevatten ze de voedingstoffen die we vooral in dat seizoen nodig hebben en zijn ze verser dan producten die al heel wat kilometers aflegden. www.fermweb.be www.velt.be
www.groentenkalender.be www.verdraaidewereld.be 25
FOOD ROCK Een duurzame maaltijd voor wereldsterren
26
BIJLAGE 2 Begeleidersfiches en didactisch materiaal • 2.4 Opdracht 3: Ecologische impact en voedselkilometers
Bijlage 2
2.4
Begeleidersfiche opdracht 3: Ecologische impact en voedselkilometers
Boodschap en doelstellingen van de opdracht “De ecologische impact en voedselkilometers van de ingrediënten worden tot het minimum beperkt.”
Begeleidersfiches en didactiesch materiaal
De leerlingen maken via het HOGER/LAGER-spel kennis met het begrip ‘ecologische impact’ en het belang van voedselkilometers. Door de teeltwijze, verwerking, verpakking, het vervoer... stijgt de ecologische impact van een voedingsproduct. Deze lange keten van productie en transport heeft heel wat energie nodig, veroorzaakt heel veel afval enz. Dat alles zorgt voor een grotere CO2-uitstoot en dus voor de opwarming van de aarde. Door producten te kopen die lokaal of regionaal geteeld en geproduceerd zijn, bespaar je op CO2- uitstoot en zorg je er dus voor dat de aarde minder snel opwarmt. • De leerlingen kunnen uitleggen wat voedselkilometers zijn. • De leerlingen kunnen de voedselkilometers van een bepaald ingrediënt inschatten. • De leerlingen hebben zicht op de productieketen van een voedingsproduct en de ecologische impact van die cyclus.
Materiaal Wat 12 kleine productkaartjes
Documentcode
Opmerking
2.4 A
Deze worden gebruikt voor het HOGER/LAGER-spel en worden op tafel gelegd.
2.4 B
Dit recept wordt gebruikt indien er tijd over is.
Leerlingenbundel p.9 Recept op een A4
Begeleiding Stap 1 (= HOGER/LAGER-spel) - 6’ • Hou de tijd in het oog. • Speel het HOGER/LAGER-spel maximum 6 minuten of tot er geen kaartjes meer zijn. • Probeer de discussie tijdens het HOGER/LAGER-spel op gang te houden door vragen te stellen over hun keuze. Stap 2 (= wat speelt er mee in het berekenen van voedselkilometers en ecologische impact?) - 2’ • Laat de lln. de correcte antwoorden aanduiden op basis van stap 1. Stap 3 (= hoe minder voedselkilometers eten?) - 4’ • Help hen door vragen te stellen en de discussie op gang te houden. Zorg eventueel voor een illustratie. Stap 4 (= aanpassen van een recept tot een meer ecologisch verantwoord recept) - 2’ Geef hen het menu dat ze moeten aanpassen tot een meer ecologisch verantwoord menu. Help hen door per ingrediënt de vraag te stellen of dat wel ecologisch verantwoord is en te vragen wat anders kan.
27
FOOD ROCK Een duurzame maaltijd voor wereldsterren
Oplossingssleutel Stap 1 Kiwi – tomaat
Tomaat legt MINDER km af. Voedselkilometers: - Kiwi’s uit Nieuw-Zeeland leggen 18 722 km af = 4189 kg CO2 - Tomaten uit Spanje leggen 1 315 km af = 294 kg CO2
Verse tomaat – tomaat uit blik
Tomaat uit blik heeft MEER ecologische impact: Voedselkilometers en verwerking & verpakking: - Tomaten uit Spanje leggen 1 315 km af = 294 kg CO2 - Tomaat uit blik moet gewassen (water), gekookt (energie) en gepeld worden. Daarnaast moeten ook het blik en het papier gemaakt worden. Dit alles veroorzaakt meer uitstoot/vervuiling dan gewone verse tomaten.
Appel in de lente – appel in de herfst
Appel in de lente heeft MEER ecologische impact dan appel in de herfst. Voedselkilometers en teeltwijze: - Appels komen bij ons in België voor in de herfst en worden in koelcellen bewaard tot in de lente. - In de zomer komen onze appels van Zuid-Afrika en Chili.
Bundel wortelen – blik wortelen
Een blik wortelen heeft MEER ecologische impact dan de verse wortelen. Verwerking/verpakking: Zelfde verhaal als de tomaten. De wortelen worden gewassen, geschild, versneden, gekookt en ingeblikt. Al die machines verbruiken energie en zorgen dus ook voor een hoge CO2-uitstoot. Ook het maken van blik en papier vraagt energie en is milieubelastend.
Tomaat winter – tomaat zomer
Tomaat in de zomer heeft MINDER ecologische impact dan tomaat in de winter. Teeltwijze: - In de winter worden tomaten gekweekt in verwarmde serres omdat tomaten zonlicht en warmte nodig hebben. Maar het verwarmen van die serres vereist veel energie en is heel vervuilend. - Koop dus tomaten wanneer het seizoen er is.
Spinazie diepvries – spinazie vers
Verse spinazie heeft MINDER ecologische impact dan spinazie uit de diepvries. Verwerking/verpakking/bewaren: - Spinazie uit de diepvries moet gewassen en gekookt worden om ze vervolgens in te kunnen vriezen. Ook de productie van de verpakking vereist energie. Maar daar blijft het niet bij, de spinazie moet in de diepvries bewaard worden en ook die verbruikt veel energie.
Stap 2 Wat speelt er mee in het berekenen van voedselkilometers en ecologische impact? o de afstand die het product aflegt; o de landbouwmethode, met andere woorden, de manier van telen (duurzaam of in verwarmde serres); o de manier waarop het product vervoerd wordt (per boot is beter voor het milieu dan per vrachtwagen); o de kook- of bereidingswijze; o de verpakking van een product.
28
BIJLAGE 2 Begeleidersfiches en didactisch materiaal • 2.4 Opdracht 3: Ecologische impact en voedselkilometers
Bijlage 2
Stap 3 o Denk globaal, eet lokaal. Denk globaal, denk aan de wereld, aan de opwarming van de aarde en de CO2-uitstoot. Om ervoor te zorgen dat er minder CO2-uitstoot is, kan je het best voedsel kopen dat lokaal geproduceerd en geteeld is. Vandaar: denk globaal, eet lokaal.
Begeleidersfiches en didactiesch materiaal
Stap 4 Recept 1 - Kies de groenten in functie van het seizoen. Pas eventueel aan. Koop de groenten bij de boer. Couscous, olie, krenten, kruiden zijn verkrijgbaar in de wereldwinkel (fair trade). Recept 2 - Haal de yoghurt, room, noten en honing lokaal bij de boer. Breng een bezoekje aan de wereldwinkel en koop er de thee, vruchten,… Vervang de producten waarvoor je geen ecologisch alternatief hebt door andere producten (seizoensfruit).
Slot • Leg alle materialen terug in hun beginpositie.
Extra informatie Een voedselkilometer geeft de afstand weer die ons voedsel aflegt van het veld tot op ons bord. Ongeveer 30 % van wat over de weg wordt getransporteerd is voedsel en dat transport levert een belangrijke bijdrage tot de uitstoot van CO2 en dus tot de opwarming van de aarde. Maar hoe weet je hoeveel voedselkilometers in een voedingsproduct gekropen zijn? • Bij elk voedingsproduct in de winkelrekken moet het land van herkomst aangeduid staan, zodat je de oorsprong van een product kan nakijken. Hoe verder het oorsprongsland, hoe meer kilometers. • Of je kan ook gewoon naar hoevewinkels, boerenmarkten of voedselteams gaan om lokaal geproduceerde en seizoensgebonden producten te kopen. Met de energie die verbruikt wordt voor het transport, is echter niet alles gezegd. Daarnaast wordt er ook energie gebruikt om groenten, fruit of vlees te telen, kweken of produceren, bereiden …. www.fermweb.be
29
FOOD ROCK Een duurzame maaltijd voor wereldsterren
30
BIJLAGE 2 Begeleidersfiches en didactisch materiaal • 2.5 Opdracht 4: Eerlijke handel
Bijlage 2
2.5
Begeleidersfiche opdracht 4: Eerlijke handel
Boodschap en doelstellingen van de opdracht “ De producenten krijgen een eerlijke prijs voor hun producten.“
Begeleidersfiches en didactiesch materiaal
De leerlingen maken via verschillende vragen en berekeningen kennis met eerlijke handel. Via concrete voorbeelden beseffen ze dat de landbouwer vaak maar een heel klein deeltje krijgt van de prijs die wij in de winkel betalen. Niet alle producten die we in de winkel kopen, zijn afkomstig van eerlijke handel. • • • •
De De De De
leerlingen leerlingen leerlingen leerlingen
kunnen aan de hand van de opdracht uitleggen wat eerlijke handel is. begrijpen waarom eerlijke handel wordt gepromoot. weten welke producten en labels van eerlijke handel zijn en welke niet. kunnen productfiches en grafieken lezen.
Materiaal Wat
Documentcode
Opmerking
4 foto’s van producten en 4 prijsetiketten - een pakje Douwe Egbertskoffie - een tros Chiquita-bananen - 1 liter Campinamelk - 5 kg aardappelen
2.5 B1 2.5 B2
Hang de juiste prijsetiketten bij de producten of d foto’s van producten in een fictieve winkel.
Vals geld
2.5 A
Geef dat aan de leerlingen vooraleer ze naar de fictieve winkel gaan.
Rekentoestel
Geef dat aan de leerlingen vooraleer ze naar de fictieve winkel gaan.
1 grafiek van aardappelen (www.voedselprijzen.be)
2.5 C
Geef deze grafiek aan de leerlingen wanneer ze moeten berekenen hoeveel de boer werkelijk krijgt.
Getuigenissen op papier of de videofiles van op de sites
2.5 D
Wie geen laptop heeft, kan gebruik maken van de getuigenissen op papier.
Kaartjes met labels en merken
2.5 F
Geef die aan de leerlingen bij de laatste stap.
Kaart met onderdelen klassieke handel en eerlijke handel
2.5 E
Geef die eveneens aan de leerlingen bij de laatste stap.
Leerlingenbundel vanaf p.11
Begeleiding Stap 1 - 5’ • • • •
Laat de leerlingen fictief naar de winkel gaan en de producten van u kopen met het geld dat ze krijgen bij de start. Laat hen schatten hoeveel de landbouwer krijgt van het geld dat ze aan u hebben gegeven voor de producten die ze kochten. Laat hen berekenen wat de landbouwer werkelijk krijgt voor de 5 kg aardappelen. Geef hen daarvoor de grafiek. Laat hen raden waar het overige geld naartoe gaat. Help de discussie op gang te houden.
Stap 2 - 5’ • Laat hen een videofragmentje bekijken of geef hen de getuigenissen van de begeleiders uit het Noorden en uit het Zuiden. 31
FOOD ROCK Een duurzame maaltijd voor wereldsterren
Stap 3 - 4’ • Geef hen de verschillende kaartjes met merken en labels en laat hen die kaartjes onderverdelen in eerlijke en gewone handel. • Tip: houd de tijd in het oog!
Oplossingssleutel Stap 1 Boodschappenlijstje Betaald in de winkel Voor de landbouwer (jullie schatting) Voor de landbouwer (volgens grafiek) 5 kg aardappelen
€ 4,99
€
10%
1 tros bananen
€ 2,37
€
± 5%
1 pakje koffie
€ 2,34
€
± 3,5%
1 l melk
€ 0,90
€
± 30%
totaal
€ 10,60
€
Het aandeel dat de landbouwer ontvangt voor zijn producten (koffie, bananen, melk, aardappelen) is niet gemakkelijk te achterhalen. Dit heeft o.m. te maken met de vele tussenstappen zoals invoerrechten, transportkosten, verpakkingskosten, winstmarges, schommelende marktprijzen,… Het vermeld percentage is dus een momentopname en afhankelijk van vele factoren. Conclusie : hoe korter de weg van landbouwer naar consument hoe beter de prijs voor de landbouwer én de consument. Waar gaat volgens jullie het overige geld, dat niet naar de landbouwer gaat, dan naartoe? Wat zijn de tussenschakels? o Distributie: het vervoer van de boer naar de fabriek en vervolgens naar de winkel. o Verwerking: het wassen, schillen of versnijden en verpakken van de producten. Stap 3 Klassieke handel
Campinamelk Douwe Egbertskoffie Coca Cola Chiquita McDonald’s
Andere mogelijkheden Eerlijke handel
Duurzame landbouw
Oxfam Fairtradekoffie Okébananen MONDOh Max Havelaar
Aardappelen van de hoeve Melk van de hoeve
Slot • Leg alle materialen terug in hun beginpositie.
Extra informatie Eerlijke handel is een handelspartnerschap gebaseerd op dialoog, transparantie en respect, dat streeft naar meer gelijkheid in de internationale handel. Het draagt bij tot duurzame ontwikkeling door betere handelsvoorwaarden aan te bieden aan en de rechten te verzekeren van gemarginaliseerde producenten en arbeiders, vooral in het Zuiden. (FINE-definitie) De landbouwer is een belangrijke schakel in onze voedselvoorziening. Toch lopen de verpakkings- en transportbedrijven weg met het grootste deel van de opbrengsten. Dit is geen eerlijke handel. Daarom worden er al veel initiatieven genomen om de
32
BIJLAGE 2 Begeleidersfiches en didactisch materiaal • 2.5 Opdracht 4: Eerlijke handel
Bijlage 2
landbouwer een eerlijke prijs voor zijn product te geven. Denken we bijvoorbeeld aan Oxfam-Wereldwinkels of hoevewinkels. Onder een eerlijke prijs voor een product verstaan we: een prijs die de productiekosten voldoende dekt en een deftig inkomen geeft aan de landbouwer. Niet een prijs die de wereldmarkt bepaalt zonder rekening te houden met de werkelijke productiekosten.
Begeleidersfiches en didactiesch materiaal
Eerlijke handel betekent: - een menswaardig inkomen voor de producenten; - zoveel mogelijk rechtstreekse aankoop (dus weinig tussenpersonen die de prijs doen stijgen); - een transparante keten (traceerbaarheid en duidelijkheid over de producent en prijsopbouw); - kiezen voor empowerment van achtergestelde producenten (steun en advies geven aan georganiseerde producenten in de vorm van kredieten, vorming, productontwikkeling...); - structurele markttoegang (zorgen dat iedereen zijn producten kan kwijtraken op de wereldmarkt); - respect voor mens en milieu; - werken aan rechtvaardige handelsregels op lokaal, nationaal en mondiaal niveau1. www.oww.be www.voedselprijzen.be www.hoeveproducten.be
1
OXFAM WERELDWINKELS? Eerlijke handel? Internet, (11 juni 2009). http://www.oww.be/pageview.aspx?pv mid=4901
33
FOOD ROCK Een duurzame maaltijd voor wereldsterren
34
BIJLAGE 2 Begeleidersfiches en didactisch materiaal • 2.6 Begeleidersfiche evaluatie
Bijlage 2
2.6 Begeleidersfiche evaluatie - 30’ Doelstelling van het evaluatiemoment Na het oplossen van de verschillende opdrachten kunnen de leerlingen met hun opgedane kennis de juiste ingrediënten kiezen voor de wereldmaaltijd voor de GlobalLocal-band.
Begeleidersfiches en didactiesch materiaal
Materiaal Wat
Pagina
Opmerking
Affiche Rider
2.1 F
Hang deze voor iedereen zichtbaar op.
Affiche festivalwinkel
2.1 H
Hang deze voor iedereen zichtbaar op.
Groene en rode post-its of groene en rode magneten
Om aan te duiden welke ingrediënten niet worden gebruikt en welke wel.
Dikke stift Leerlingenbundel
Ter controle voor de leerlingen zelf
Festivalbadge en balpen
Als laatste stap moet iedere medewerker zijn festivalbadge aanpassen aan de hand van opgedane kennis.
Begeleiding Stap 1 (= ingrediënten maaltijd kiezen) De affiche met de eisen voor de wereldmaaltijd is het uitgangspunt voor de bespreking. De ‘verantwoordelijken catering’ kiezen samen met hun medewerkers welke ingrediënten gebruikt worden om de band tevreden te stellen aan de hand van de affiche met de verschillende voedingsproducten. Elke beslissing wordt in groep goed afgewogen en besproken. Meerdere correcte keuzes zijn mogelijk. • Neem de affiches erbij. • Peil naar verduidelijking van de criteria. Wat bedoelen ze met seizoensgebonden of met eerlijke handel? Laat het hen kort en in eigen woorden uitleggen en elkaar aanvullen. De animator vat ten slotte samen. • Pas dit nu concreet toe op de maaltijd. We hebben ingrediënten nodig voor de wok. Welke kiezen we nu uit? Vraag ook waarom ze deze kiezen. Stap 2 (= festivalbadge aanpassen) Vervolgens wordt hun festivalbadge bijgesteld naar een meer duurzaam consumptiepatroon om in het backstageteam catering te mogen blijven werken. Dit aspect verdient de nodige aandacht gezien het belangrijk is om leerlingen duidelijk te maken dat ook zij een rol spelen in meer duurzaam produceren en consumeren. • Spoor de leerlingen aan hun badge er terug bij te nemen en na te gaan of ze zelf rekening houden met de bedoelde criteria. • Vraag hen hoe ze bepaalde zaken kunnen veranderen. Laat een aantal leerlingen aan het woord. • Probeer hier aan de leerlingen de conclusie mee te geven dat eerlijker en milieuvriendelijker voedsel voor een stuk op wereldniveau gerealiseerd moet worden. Anderzijds bepaalt ook de consument (en dus ook jij!) wat hij koopt. Winkels passen hun aanbod aan onze vraag aan. Boeren produceren wat goed verkoopt. Als niemand nog tomaten en boontjes koopt in de winter, zullen ze niet meer in de winkel liggen. Zo sparen we heel wat voedselkilometers uit en geven we onze landbouwers de kans om in de zomer aardbeien en tomaten tegen een eerlijke prijs te verkopen … Stap 3 Pauze voor de leerlingen
35
FOOD ROCK Een duurzame maaltijd voor wereldsterren
Oplossingssleutel WINKEL
WAT
Argumenten
Graan
Rijst van Oxfam Fairtrade
Dit is een product uit het Zuiden. Kijk op de verpakking vanwaar de rijst precies komt. Voorkeur: fairtraderijst
Groenten & fruit
Groenten: uien, champignons, … Andere groenten per seizoen zie p. 2.3 C Kader met kruisjes Fruit: zeker 1 soort, bijvoorbeeld verse ananas van Max Havelaar of ananas uit blik van Oxfam Fairtrade.
Seizoenen: controleren met de groentekalender welke wel en welke niet.
Vlees
Kip van een hoeve of een plaatselijke slager (herkomst: België)
Voedselkilometers: energie sparen door producten van bij ons te kopen. Kies voor producten die rechtstreeks van de boer komen. Zo beperk je tussenschakels en krijgt de boer een eerlijkere prijs.
Diverse
Olijfolie van Oxfam Fairtrade Wijnazijn van Oxfam Fairtrade Rietsuiker van Oxfam
Voorkeur voor fairtradeproducten
Herkomst: fairtradeproducten (Zuid-producten) en hoeveproducten (Noord-producten) genieten de voorkeur.
Voorstel dialoog Dit voorstel is net als bij de vorige dialoog opgemaakt voor onze animatoren. Pas dit gerust aan de eigen situatie aan. A: Zo, de groepsopdrachten zitten erop. We weten allemaal ongeveer wat de vier criteria die de GlobalLocal-band heeft opgesomd, betekenen. Nu moeten we wel nog de ingrediënten voor onze maaltijd kiezen. Dit zullen we doen als ‘team catering’, want straks zullen we die maaltijd ook allemaal samen klaarmaken. B:
Ja, de vier criteria staan op de affiche achter mij. Daar kunnen we bij het kiezen op terugvallen. We hebben hier ook een winkelaffiche. We kiezen de ingrediënten die we gebruiken. We zullen een wokgerecht klaarmaken met kip, groenten en zoetzure saus. Is er al iemand die iets ziet dat er zeker in moet?
A+B: Speel in op wat de leerlingen aanduiden. Vraag telkens waarom hij/zij dat ingrediënt kiest? Op die manier wordt de inhoud herhaald. Maak ook duidelijk dat je niet met alle vier de criteria tegelijkertijd rekening kan houden. Bijvoorbeeld als je een ananas wil kopen en die het liefst uit blik koopt, kies dan voor eerlijke handel (Oxfam). Neem de seizoenskalender erbij, want niemand kent die helemaal vanbuiten. Animatoren/begeleiders moeten zelf goed weten wat wel en niet kan. Die informatie vind je in de oplossingensleutel. A:
Nu we dit allemaal weten, kunnen we ook onze eigen badge er terug bijnemen. Om het gerecht backstage klaar te maken, moeten we ook kunnen tonen dat we weten waar we mee bezig zijn. Daarom bekijkt iedereen nog eens wat hij/zij heeft genoteerd op de achterkant. Voldoet wat je gisteren hebt gegeten, aan de criteria? Kunnen bepaalde zaken veranderd worden? Hoe kan je zelf duurzamer eten?
A+B: Laat de lln. 2 minuutjes nadenken en invullen. B:
Wie heeft al iets uit de eerste kolom vervangen? Door welk duurzaam alternatief?
A+B: Speel in op wat ze zeggen (ja, goed…)
36
B:
Wij bepalen als consument wat er wereldwijd wordt geproduceerd, wij spelen daar dus een belangrijke rol in.
A:
Nu mogen jullie even pauzeren. Straks, na de pauze, maken we het wokgerecht klaar voor de GlobalLocal-band.
BIJLAGE 2 Begeleidersfiches en didactisch materiaal • 2.7 Kooksessie
Bijlage 2
2.7 Begeleidersfiche kooksessie
Doelstelling
Begeleidersfiches en didactiesch materiaal
• De leerlingen kunnen bij groepsopdrachten onder begeleiding - overleggen en actief deelnemen, - instructies uitvoeren, - reflecteren. • De leerlingen houden rekening met voorschriften omtrent hygiëne en veiligheid in de keuken.
Materiaal Wat
Pagina
Opmerking
Affiche ingrediënten en werkwijze
2.7 A
Hang deze voor iedereen zichtbaar op.
Ingrediënten
Afhankelijk van het seizoen. Details op deze fiche. Kies maximaal voor fairtrade- en hoeveproducten. Meer info over verkooppunten: www.ikbenverkocht.be en www.hoeveproducten.be
Per leerling een bord, vork, mes en glas Water Mesjes, snijplanken, 3 vergieten, dunschiller, 2 elektrische woktoestellen, spatel, lepel...
Voorzie een plankje en mes per leerling. Zo verveelt niemand zich en is het gerecht snel klaar.
Werkwijze - De animatoren zijn vliegensvlug naar de winkel geweest en kochten alle ingrediënten die (ongeveer) overeenstemmen met de keuzes van de leerlingen. - Maak alle medewerkers attent op de veiligheidsvoorschriften (bv. correct gebruik van messen, kookvuur...) en op de hygiënevoorschriften (bv. correct omgaan met voedingsproducten). - Zorg dat de leerlingen na de pauze vlot aan de kooksessie kunnen beginnen. Stel voor wat er klaargemaakt zal worden, en wat hiervoor moet gebeuren. Wijs elke taak toe aan één of meer ‘medewerkers catering’ en zorg dat ze aan de slag kunnen. - Er is 20 minuten tijd om alles te bereiden. Herinner hen hier regelmatig aan of gebruik een keukenwekker. - Als ‘verantwoordelijke catering’ coördineer je het geheel en zorg je voor de juiste volgorde en verhoudingen. - Laat hen rustig proeven van deze maaltijd. - Ruim en was alles gezamenlijk af. - De maaltijd kan een mooie kans zijn om tot een gesprek te komen en de voedselproblematiek in Noord en Zuid wat verder uit te diepen. De externe landbouwsters zullen tijdens het koken hun verhaal vertellen op een informele manier.
37
FOOD ROCK Een duurzame maaltijd voor wereldsterren
Voorstel dialoog Dit voorstel is net als bij de vorige dialoog gemaakt voor onze animatoren. Pas het dus gerust aan de eigen situatie aan. A:
We zijn vliegensvlug naar de winkel geweest om alle ingrediënten voor onze wok te kopen.
B:
Nu moeten we het gerecht voor de GlobalLocal-band nog klaarmaken hé. Vooraan hangt een affiche met daarop de nodige ingrediënten. De meeste daarvan staan klaar, sommige moeten nog afgewogen worden. Op de affiche staat ook wat allemaal gedaan moet worden. Kom naar voor, kies één van die taken en ga aan de slag.
A:
OK, ik zal de kookwekker aanzetten. Alle koks en dus ook wij van het cateringteam moeten binnen een bepaalde tijd iets lekkers kunnen voorschotelen. We zullen er 20 à 30 minuten aan werken.
B:
Start!
A+B: Zorg dat de leerlingen na de pauze vlot aan de kooksessie kunnen beginnen. Wijs elke taak toe aan één of meer ‘medewerkers catering’ en zorg dat ze aan de slag kunnen. Als ‘verantwoordelijke catering’ coördineer je het geheel en zorg je voor de juiste volgorde en verhoudingen.
Gerecht Kip met zoetzure saus en rijst in de wok (groenten afhankelijk van het seizoen). Andere gerechten zijn mogelijk alsook (vegetarische) variaties op dit gerecht. Wij bieden deze suggestie aan omdat de meeste leerlingen het gerecht lekker vinden, alle criteria erin verwerkt kunnen worden en er in alle seizoenen combinaties met groenten haalbaar zijn.
Benodigdheden voor 20 personen 750 kg kipfilet groenten (ca. 700 g, volgens seizoen) 2 kleine uien 350 g champignons 2 blikken ananas 12 EL ketchup
2 EL azijn 1,5 EL suiker 1 bouillonblokje 550 g rijst 2 x 2 EL olie peper en zout
Hulpmiddel voor keuze groenten per maand Producten uit de festivalwinkel
Jan
Feb
Maa
Apr
Mei
Jun
Jul
Aug
Sep
Okt
Nov
Dec
Uien
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
Wortelen
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
Ananas
x
x
x
x
x
Champignons
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
Spinazie broccoli paprika Bloemkool
x
x
Mango
x
x
x
x
Prei
x
x
x
x
Tomaten
x x
x
Courgette Snijbonen Chinese kool … 38
x
x
x
x
x
x x
BIJLAGE 2 Begeleidersfiches en didactisch materiaal • 2.7 Kooksessie
Bijlage 2
Recept Vooraf: • stappen overlopen en taken verdelen; • materiaal verdelen.
Begeleidersfiches en didactiesch materiaal
> Tips Suggesties voor vegetarisch gerecht: vleesvervanger of meer groenten Aandachtspunten rond veiligheid en hygiëne duidelijk verwoorden (handen wassen, mes correct gebruiken...). Verantwoordelijken moeten delegeren! Rijst: - Kook de rijst volgens de aanwijzingen op de verpakking (ongeveer 20 minuten) Groenten en fruit: - Pel de uien en snij ze in kleine stukjes. - Schil de wortelen en snij ze in kleine stukjes. - Snij de champignons in stukjes. - Open de ananasblikken, giet het sap af in een kan en snij de ananas in kleine stukjes. - Reinig de andere groenten en het andere fruit (+ verwijder de niet-eetbare delen) en snij alles in kleine stukjes. Vlees: - Kruid het vlees en snij het in stukjes. Wok groenten: - Verwarm de wok met twee eetlepels olie. - Doe eerst de uien in de wok. - Zodra de uien glazig (niet bruin!) zijn, voeg je de andere groenten toe. - Start met de hardste groenten. De zachtste groenten komen het laatst aan de beurt (bv. eerst wortelen, dan paprika, laatst champignons). Wok vlees en saus: - Verhit twee eetlepels olie in de wokpan. - Doe de kip in de wok als de olie heet is. Schep goed om, zodat alle kanten bruin kleuren en de kip niet aanbakt. - Meet de hoeveelheid azijn, ketchup en suiker af en zet die klaar bij de wok. - Als de kip bruin gekleurd is (ongeveer 3 minuten), voegen we de ingrediënten toe voor de saus (+ opsommen). - Kruiden met peper en zout. - Laat de saus inkoken door het mengsel op een zachter vuur te laten pruttelen. - Voeg het fruit toe en roer even om. - Voeg de groenten uit de andere wok hierbij en roer alles goed om. - Laat nog even doorkoken en proef of het gerecht genoeg gekruid is. - Eventueel kan je een bindmiddel aan de saus toevoegen. Tafels: - Overleg hoe de maaltijd snel en georganiseerd verdeeld wordt: wie doet wat? Bepaalde volgorde? - Bereid het lokaal voor om de maaltijd te proeven, zoals afgesproken. Opruimen: - Na het proeven moet er afgewassen worden en moet het lokaal in orde gezet worden.
39
FOOD ROCK Een duurzame maaltijd voor wereldsterren
Bijlage 3 Extra’s 3.1
Eindtermen
3.2
Begrippenlijst
3.3
Educatieve materialen
Bijlage 3 Extra’s
3.1
Eindtermen
Vakoverschrijdende eindtermen voor het secundair onderwijs De huidige VOET-en In elke richting, elke afdeling van het secundair onderwijs is deze themabundel bruikbaar om een aantal leerplandoelstellingen te bereiken. De doelstellingen passen binnen de huidige vakoverschrijdende eindtermen (VOET-en). Ter illustratie enkele VOET-en voor de 2de graad BSO en TSO.
Milieueducatie
Eindterm 2: De leerlingen zijn bereid tot een duurzaam gebruik van grondstoffen, goederen, energie en vervoermiddelen. Eindterm 3: De leerlingen kunnen informatie kritisch analyseren en samenvatten.
Leren leren
Eindterm 4: De leerlingen kunnen informatie zinvol inoefenen, memoriseren, herhalen en toepassen. Eindterm 5: De leerlingen kunnen probleemoplossingsstrategieën toepassen en de resultaten evalueren. Eindterm 6: De leerlingen herkennen vooroordelen en discriminerend optreden bij zichzelf, bij anderen en in de media.
Opvoeden tot burgerzin
Eindterm 11: De leerlingen kunnen meerderheids- en minderheidsstandpunten onderscheiden en benoemen. Eindterm 13: De leerlingen kunnen verschillende belangen op korte en langere termijn afwegen. Eindterm 14: De leerlingen spannen zich in om de belangstelling, de standpunten en de argumenten van anderen te respecteren.
40
BIJLAGE 3 Extraʼs • 3.1 Eindetermen
Bijlage 3 Extra’s
Sociale vaardigheden
Eindterm 12: De leerlingen passen belangrijke elementen van overleg en gezamenlijke probleemoplossing toe. Bijvoorbeeld: - zoeken en aanbrengen van argumenten voor en tegen; - voortbouwen op andermans inbreng; - gezamenlijk zoeken naar een probleemoplossingswijze en ze toepassen; - meewerken aan het proces van besluitvorming; - de wijze van samenwerking evalueren. Eindterm 13: De leerlingen zijn bereid om samen te denken, te argumenteren en te discussiëren om met anderen een situatie te verbeteren of een probleem op te lossen.
Gezondheidseducatie
Eindterm 2: De leerlingen hanteren de richtlijnen voor een gezonde voeding, voor de aankoop en bewaring van voedingsmiddelen en de hygiënische bereiding van maaltijden.
De nieuwe VOET-en (vanaf 1 september 2010) De workshop past nog explicieter binnen de nieuwe VOET-en voor het secundair onderwijs. Deze zijn niet gebonden aan een graad of onderwijsvorm en zijn geordend in een gemeenschappelijke stam en zeven contexten. Context 4: ‘omgeving en duurzame ontwikkeling’ is binnen dit project interessant. De belangrijkste VOET-en ter illustratie: De leerlingen herkennen in duurzaamheidsvraagstukken de verwevenheid tussen economische, sociale en ecologische aspecten, en herkennen de invloed van techniek en beleid. Context 4
De leerlingen zoeken naar mogelijkheden om zelf duurzaam gebruik te maken van ruimte, grondstoffen, goederen, energie en vervoermiddelen. De leerlingen zoeken naar duurzame oplossingen om de lokale en globale leefomgeving te beïnvloeden en te verbeteren.
www.ond.vlaanderen.be/dvo
Vakgebonden eindtermen voor de 2de graad BSO De workshop richt zich specifiek tot de 2de graad BSO en TSO. Hij past binnen alle BSO- en TSO-richtingen en lesdomeinen (o.a. huishoudkunde, aardrijkskunde, MAVO, PAV, voeding...) en vormt bij voorkeur de start van een groter lesproject. • PAV of MAVO en Nederlands Ter illustratie vindt u hieronder een selectie eindtermen van Maatschappelijke Vorming (MAVO) die in deze workshop worden nagestreefd. Ook de eindtermen van Project Algemene Vakken (PAV) stemmen hiermee overeen. Eindterm 1: De leerlingen kunnen informatief luisteren en lezen. Eindterm 2: De leerlingen kunnen luisteren in interactie met anderen. Eindterm 3: De leerlingen zijn mondeling assertief: ze kunnen informatie inwinnen, samenvatten en meedelen. Eindterm 5: De leerlingen kunnen hun eigen mening en gevoelens uiten. 41
FOOD ROCK Een duurzame maaltijd voor wereldsterren
Eindterm 6: De leerlingen hanteren gepaste taal en omgangsvormen. Eindterm 11: De leerlingen kunnen grootheden schatten, meten en berekenen in functionele situaties. Eindterm 14: De leerlingen kunnen een schematische voorstelling lezen en interpreteren. Eindterm 15: De leerlingen kunnen elektronische hulpmiddelen gebruiken om berekeningen uit te voeren. Eindterm 17: De leerlingen kunnen onder begeleiding relevante voor hen toegankelijke informatie in herkenbare concrete situaties vinden, selecteren en gebruiken. Eindterm 21: De leerlingen kunnen individuele opdrachten van beperkte omvang onder begeleiding organiseren, uitvoeren en evalueren. Eindterm 22: De leerlingen kunnen bij groepsopdrachten onder begeleiding - overleggen en actief deelnemen - instructies uitvoeren - reflecteren. Eindterm 23: De leerlingen kunnen omgaan met formele en informele afspraken, regels en procedures. Eindterm 25: De leerlingen kunnen hulp inroepen. Eindterm 30: De leerlingen kunnen onder begeleiding aspecten van het dagelijks leven van mensen in een andere tijd of op een andere plaats met hun eigen leven vergelijken. Eindterm 31: De leerlingen kunnen belangrijke wereldproblemen bondig omschrijven.
• Aardrijkskunde 3e graad TSO
Eindterm 29: De leerlingen zijn bereid om lokale problemen van milieu en samenleving in een globale context te plaatsen.
2e graad TSO
Eindterm 22: De leerlingen houden in hun handelen rekening met duurzame ontwikkeling in tijd en ruimte.
3.2 Begrippenlijst
42
Het Noorden
Het Noorden verwijst naar de ‘eerste wereld’ of de ‘westerse wereld’. De eerste wereld staat voor de landen van de geïndustrialiseerde en kapitalistische wereld: Noord-Amerika, West-Europa (Engeland, België, Frankrijk, Nederland …), Zuid-Europa, het westen van Midden-Europa (Duitsland, Oostenrijk, Zwitserland, Liechtenstein), Scandinavië, Griekenland, Turkije, Taiwan, Zuid-Korea, Japan, Australië, Nieuw-Zeeland, Israël en Zuid-Afrika.
Het Zuiden
Het Zuiden of de ‘derde wereld’ is synoniem voor alle ontwikkelingslanden. De meeste derdewereldlanden liggen in Afrika, Latijns-Amerika en Azië. De bevolking van landen in de derde wereld is over het algemeen zeer arm en de geboortecijfers zijn hoog.
BIJLAGE 3 Extraʼs • 3.2 Begrippenlijst
Export
Exporteren is het uitvoeren van producten naar andere landen.
Eerlijke handel
Eerlijke handel of ‘fair trade’ volgt sociale en ecologische regels bij internationale handel, in het bijzonder bij de export van arme landen naar het geïndustrialiseerde Westen. Een belangrijk onderdeel van eerlijke handel is het bieden van een eerlijke prijs voor een product. Deze prijs wordt niet bepaald door de verhoudingen op de internationale markt, maar staat in verhouding tot de productiekosten.
Lokale markt
Een markt is het geheel van verhandelingen van gevraagde en aangeboden producten en diensten waarbij een prijs ontstaat. Een lokale markt verwijst naar handel die gericht is op de buurt/eigen regio. Zo richten bakkers en hoeveproducenten zich op hun onmiddellijke omgeving/regio.
Wereldmarkt
De wereldmarkt verwijst naar handel en prijsvorming van gevraagde en aangeboden producten en/of diensten over de hele wereld.
Consument
Consumenten of verbruikers zijn personen die goederen en diensten consumeren die worden geproduceerd in de economie. Als jij iets koopt, ben je consument. Als je zelf iets maakt, ben je producent.
Producent
De producent is een persoon of organisatie die of een bedrijf dat producten of diensten levert (bv. een landbouwer die aardappelen teelt om te verkopen).
Ecologische voetafdruk
Dat is een hypothetisch getal, uitgedrukt in mondiale hectares, dat weergeeft hoeveel biologisch productieve grond- en wateroppervlakte een bepaalde bevolkingsgroep in dat jaar gebruikt om zijn consumptieniveau te kunnen handhaven en zijn afvalproductie te kunnen verwerken.
Voedselkilometers
Voedsel legt heel wat kilometers af voor het op ons bord terecht komt. Samen met de grondstoffen en brandstof die voor de productie, verwerking en verpakking gebruikt worden, heeft dit voedseltransport natuuruitputting en –vervuiling als gevolg. Meer info en voorbeelden vind je in de brochure ‘denk globaal, eet lokaal’ van www.wervel.be).
Voedselprijs
Dit is de prijs die je betaalt voor een product in de winkel. Die prijs wordt bepaald door de kosten voor de productie (het maken), het verwerken, het vervoeren … van het product. Het is dus de prijs van het veld tot in de winkel. De winkels kunnen prijzen doen stijgen, maar het is niet zeker of deze stijgingen effect hebben op het loon van de producent.
Tussenschakels
Voedsel legt een bepaalde weg af van producent (boer) tot consument (wij). Tijdens deze weg komt het voedsel voorbij een aantal ‘tussenschakels’, zoals verwerking, verpakking, transport en distributie. Ook voor deze tussenschakels is er een vergoeding en zij bepalen dus mee de voedselprijs.
Globalisering
Letterlijk betekent globalisering ‘verspreid raken over de hele wereld’. Globalisering verwijst naar een proces dat wordt gekenmerkt door: o de groei van telecommunicatie- en informatie- technologieën (als er iets gebeurt aan de andere kant van de wereld kunnen we het al na twee minuten te weten komen); o het wegvallen van nationale grenzen voor handel en investeringen (als je bijvoorbeeld voedsel vervoert, hoef je niet meer te stoppen aan de grens tussen Frankrijk en België of Oostenrijk en Italië...). Internationale samenwerking tussen bedrijven komt meer en meer voor. Er is een toenemende mobiliteit van mensen, hoewel de controle op de migratie groter is dan ooit, en de computer maakt het mogelijk om te chatten met mensen uit om het even welk land ter wereld. Maar globalisering betekent ook dat financiële problemen aan de andere kant van de wereld, bijvoorbeeld in Amerika, invloed hebben op onze financiële markt.
Extra’s
Importeren is het invoeren van goederen uit het buitenland. Men zal producten van andere landen invoeren in België omdat men die producten niet zelf kan telen of omdat men ze elders veel goedkoper kan produceren.
Bijlage 3
Import
43
FOOD ROCK Een duurzame maaltijd voor wereldsterren
3.3
Educatieve materialen
Materialen gratis te ontlenen in het Documentatiecentrum van Kleur Bekennen West-Vlaanderen • De melk van Burkina Faso Organisatie: 11.11.11 Jaar: 2007 Materiaalsoort: dvd (15 min.) Leeftijd: 14 tot 18 jaar Land/continent: Burkina Faso Samenvatting: Deze Burkinese productie vertelt waarom de lokale melkboeren niet opkunnen tegen ingevoerde melkpoeder. Een warm pleidooi om de melkproductie te beschermen en de EPA’s te stoppen. • Europa pluimt Afrika Organisatie: 11.11.11 Jaar: 2007 Materiaalsoort: dvd (30 min.), lesmap 43 p. Leeftijd: 14 tot 18 jaar Samenvatting: In dit lespakket komen we alles te weten over voedseldumping en de EPA’s. Aan de hand van een HOGER/LAGER-spel, een oefening met krantenartikels en de dvd wordt de realiteit van de Afrikaanse boer duidelijk. • Wereldvoedseldag Organisatie: COS Oost-Brabant Jaar: 2007 Materiaalsoort: dvd, handleiding, werkbladen Leeftijd: 14 tot 18 jaar Samenvatting: In dit pakket wordt het voedselvraagstuk van naderbij bekeken. Is er te weinig voedsel om iedereen op de aardbol te voeden of ligt het probleem elders? De dvd toont je allerlei filmpjes die jongeren maakten om dat thema op originele wijze in beeld te brengen. In de lessen worden de leerlingen vertrouwd gemaakt met de voedselvoetafdruk, de wereldmaaltijd en voedseldumping. Er wordt afgesloten met een debat waarin al de ingewonnen informatie in de strijd wordt gegooid. • Honger in overvloed Organisatie: 11.11.11 Jaar: 2006 Materiaalsoort: lesmap Leeftijd: 12 tot 18 jaar Land: Senegal Samenvatting: Deze lesmappen nemen ‘het hongerverhaal’ van boeren in het Zuiden onder de loep. We nemen een kijkje bij ajuinboeren in Senegal: hoe (over)leven ze, wat zijn de problemen en vooral wat zijn oplossingen? • Wereld aan tafel Organisatie: Centrum Informatieve Spelen i.s.m. Plattelandsklassen Jaar: 2006 Materiaalsoort: spel Leeftijd: 16 tot 18 jaar Samenvatting: Aan de hand van een rollenspel wordt een bordspel gespeeld. De klas wordt ingedeeld in drie groepen: de boeren uit het Zuiden, de boeren uit het Noorden en de wereldleiders. De boeren verbouwen landbouwproducten terwijl hun doen en 44
BIJLAGE 3 Extraʼs • 3.3 Educatieve materialen
Bijlage 3
laten voor een stuk bepaald wordt door de beslissingen die de wereldleiders nemen. Zo komen de jongeren al spelend te weten hoe het is om boer te zijn in verschillende delen van de wereld en met welke problemen elk van die boeren te maken krijgt.
Extra’s
• Tof van Commerce. Spelen met eerlijke handel Organisatie: Oxfam-Wereldwinkels Jaar: 2005 Materiaalsoort: spellenboek Leeftijd: 8 tot 18 jaar Samenvatting: Chocolade en bananen zijn lekker maar helaas is de smaak niet voor iedereen raak. Achter de flashy verpakkingen gaat vaak een vierkante wereld schuil: het lage loon voor de cacaoboer, de ongezonde werkomstandigheden van de bananenarbeider, de vervuiling van het rijstveld. Tof van Commerce is een boek vol spellen over chocolade, bananen en die oneerlijke wereld. Het boek biedt materiaal voor 15 kleine en grote groepsspelen over eerlijke handel (voor verschillende leeftijdscategorieën). • Eerlijkehandelsquiz Organisatie: Oxfam-Wereldswinkels Jaar: 2001 Materiaalsoort: spel Leeftijd: 16 tot 18+ Samenvatting: Het doel van de eerlijkehandelsquiz is dat de spelers meer te weten komen over eerlijke handel, Oxfam-Wereldwinkels en over de producten: thee, cacao, suiker en fruitsap. De quiz bestaat uit twee rondes. Tijdens elke ronde worden er een aantal vragen gesteld rond een bepaald thema. Ondertussen moet ook aan een doorlopende opdracht gewerkt worden. Op het einde van elke ronde worden de antwoorden op de doorlopende vragen ingezameld en wordt er een tussenstand gegeven (zonder de resultaten van de doorlopende opdrachten). Na de laatste tussenstand worden de resultaten van de doorlopende opdrachten bij de scores opgeteld en wordt de winnende groep bekendgemaakt. Je kan zonder probleem de quiz aanpassen aan jouw doelpubliek door de vragen uit te kiezen die voor hen geschikt zijn. • We Feed the World Auteur: Erwin Wagenhofer Jaar: 2005 Materiaalsoort: dvd (96 min.) Leeftijd: 14 tot 18 jaar Samenvatting: Terwijl er dagelijks een miljard mensen omkomen van de honger, wordt er wereldwijd genoeg eten geproduceerd om 12 miljard mensen te voeden. In We Feed the World laat regisseur Erwin Wagenhofer met veel oog voor detail zien wat de gevolgen zijn van de globalisering van de voedselindustrie. • Boerenkost Organisatie: Spoor ZeS Jaar: 2003 Materiaalsoort: spelbrochure Leeftijd: 12 tot 18+ Samenvatting: Deze brochure van Spoor ZeS stelt 2 spelen voor rond globalisering en landbouw. De brochure bevat de nodige kopieerbladen. In het spel ‘De stad lonkt’ kruipen jongeren in de huid van Chileense boeren. Als groep staan ze oog in oog met multinationals die hen een leven in de stad willen aansmeren. Zal het hen lukken? In het spel ‘Met je mond open’ moet je je koopgedrag te kennen geven aan de groep én bespreek je samen enkele hete hangijzers i.v.m. voedselconsumptie en de wereldhandel. 45
FOOD ROCK Een duurzame maaltijd voor wereldsterren
• Fair Food Organisatie: Fair Trade Jaar: 2000 Materiaalsoort: kookboek Leeftijd: 15 tot 18+ Samenvatting: Dit boekje van Fair Trade presenteert op een leuke manier een aantal gerechten uit de hele wereld. Uitgangspunt hierbij is dat er alleen eerlijke producten gebruikt worden, producten dus waarvoor de producenten een eerlijke prijs krijgen. Naast de eigenlijke recepten, bevat het boekje ook verhalen van producenten van over heel de wereld en verhalen over koken en liefde. • Scheve tafel Organisatie: Centrum Informatieve Spelen Jaar: 1995 Materiaalsoort: spel Leeftijd: 14 tot 18+ Samenvatting: De scheve tafel is een figuurlijke scheve tafel, die de oneerlijke voedselverhoudingen in de wereld uitdrukt. Op het ongelijke banket wordt het voedsel verdeeld volgens de verhoudingen zoals die zich in de wereld voordoen. Hierdoor zullen enkelen luxueus eten, een aantal zullen voldoende en gevarieerd eten, velen zullen voldoende maar te weinig gevarieerd eten en een groep zal geen eten ter beschikking hebben en een beroep moeten doen op voedselhulp. De klemtoon ligt op de beleving, het aan den lijve ondervinden hoe het is om arm of rijk te zijn. In de handleiding vind je uitleg over de organisatie van de activiteit, tips voor tijdens de activiteit en aanvullende activiteiten die je eventueel voor- of achteraf kan doen. • (h)eerlijk duurt het langst! Organisatie: Oxfam-Wereldwinkels Jaar: 2008 Materiaalsoort: spel Leeftijd: 15 tot 18+ Samenvatting: Het spel (h)eerlijk duurt het langst! is een discussiespel over bewuster omgaan met voeding. Tijdens het spel buigen de deelnemers zich over de criteria van duurzame voeding en bespreken ze in hoeverre die criteria wenselijk en realistisch zijn. Zo ontdekken de spelers hoe de eigen consumptiegewoontes kunnen bijdragen tot een duurzamere samenleving. Het spelbord is te vergelijken met het klassieke ganzenbord met daarop de afbeelding van een slang die in gekleurde vakjes is opgedeeld. Die kleuren verwijzen naar de thema’s: afvalarm, biologisch, vrij van genetisch gemanipuleerde organismen, eerlijk, vleesarm, seizoens-/streekgebonden en energiezuinig. Dit zijn de criteria die als leidraad dienen voor duurzame drank en voeding op school. De afwisseling van stellingen, facts & figures (inclusief doe-opdrachten) en kanskaarten zorgen gegarandeerd voor een levendige discussie in de groep.
Educatieve producten ter beschikking via www.plattelandsklassen.be • Plattelandsspel Organisatie: KVLV, i.s.m. Plattelandsklassen vzw Jaar: 2008 Materiaalsoort: spel Leeftijd: vanaf 2de graad secundair onderwijs
46
Samenvatting: Kennisspel op basis van een ganzenbord en het Trivial-Pursuitprincipe. Test je kennis over hedendaagse landbouw en het Vlaamse platteland. Het spel kan aangekocht worden via Plattelandsklassen vzw of aangevraagd worden als vormingssessie met een KVLVAgra begeleider.
BIJLAGE 3 Extraʼs • 3.3 Educatieve materialen
Bijlage 3
• Met de klas de boer op Organisatie: WAVI vzw i.s.m. Provincie West-Vlaanderen Jaar: sinds 2002 Materiaalsoort: excursie Leeftijd: secundair onderwijs
Extra’s
Samenvatting: Vraag onze boeren zelf wat ze ervan vinden! Via www.metdeklasdeboerop.be vind je heel wat adressen waar je terechtkan voor een klasbezoek. Veel van deze boerderijen hebben een eigen hoevewinkel.
Interessante websites www.kleurbekennen.be Bij ‘zoeken in ons aanbod’ vind je op thema tal van workshops en lesmaterialen die gratis te ontlenen zijn. Je vindt er informatie over financiële ondersteuning van mondiale projecten of wereldburgertrajecten. Via weblog kan je heel wat actieve websites bezoeken per thema. Per vakgebied worden lestips gegeven. www.onthaalopdeboerderij.be Een lijst met West-Vlaamse hoeveproducenten en bezoekboerderijen. Aansluitend kan je de boer opgaan om het Vlaamse verhaal van landbouw te ontdekken en te horen van de landbouw(st)er zelf. De dienst landbouweducatie stelt ook educatief materiaal ter beschikking. Via www.metdeklasdeboerop.be vind je meteen de bezoekboerderijen. www.spelinfo.be Deze website van het Centrum voor Informatieve Spelen bevat een overzicht van bestaande spelen rond Noord-Zuid en voedsel. Kijk op de website voor spelfiches en de beschikbaarheid van de spelen. www.voedselprijzen.be Een Vlaamse website die van een aantal voedingsproducten de winkelprijs vergelijkt met de aankoopprijs bij de boer. www.wervel.be Op deze website vind je informatie over alles wat te maken heeft met rechtvaardige, duurzame landbouw. www.watetenwemorgen.be Organisatie: Centrum voor Agrarische Geschiedenis (CAG) Jaar: 2007 Materiaalsoort: digitale themales Leeftijd: 3de graad secundair onderwijs Dit educatieproject wil jongeren uit de derde graad SO informeren over onze eetgewoonten en laten kennismaken met de landbouw- en voedingssector. De aandacht is gericht op de productie, verwerking en consumptie van levensmiddelen. Centraal staat de link met de ervaringswereld. In de themales rond Europa ligt de klemtoon op de invloed die Europa uitoefent op onze landbouw en voeding. Welke rol Europa speelt op je bord, in je winkelkarretje of achter de schermen? Je komt het hier te weten. www.weidepoort.be Deze Vlaamse portaalsite over landbouweducatie leidt je gemakkelijk en snel doorheen het volledige aanbod lesmateriaal en educatieve mogelijkheden rond land- en tuinbouw.
47
FOOD ROCK Een duurzame maaltijd voor wereldsterren
www.west-vlaanderen.be/fairtrade Fair Trade Provincie. We gaan ervoor! De Provincie West-Vlaanderen gaat de uitdaging aan om een ‘FairTradeProvincie’ te worden. Met deze campagne onderstreept het provinciebestuur het belang van eerlijke handel en heeft ze ook extra aandacht voor duurzame landbouw in de eigen provincie.
www.etenschappen.be Organisatie: Hogeschool Gent & Hogeschool West-Vlaanderen Jaar: 2008 Materiaalsoort: digitale themales Leeftijd: 3de graad secundair onderwijs Dit project, bedoeld voor jongeren van de derde graad SO en leerkrachten wetenschappen, volgt een aantal voedingsmiddelen van basisgrondstoffen naar eindproduct met belichting van de ingrediënten en chemische samenstelling, het productieproces, de nieuwe trends in de voedingstechnologie en nog veel meer. Voor elk van de voedingsmiddelen (kaas, wijn, brood, bier en chocolade) wordt het volgende aangeboden: - gebruiksklaar lesmateriaal: uitgebreide cursus, videofragmenten, interessante links, doe-kits, ideeën voor activiteiten in de klas enz. - workshops, bedrijfsbezoeken.
www.oxfam.be www.ond.vlaanderen.be/dvo www.lne.be/themas/natuur-en-milieueducatie/algemeen/edo/wat-is-edo www.vredeseilanden.be www.11.be www.ikwilniet.org www.globalsociety.be www.fermweb.be www.velt.be www.groentenkalender.be www.verdraaidewereld.be www.oww.be www.westvlaamsehoeveproducten.be www.hoeveproducten.be www.biometklasse.be www.linkeveld.be www.milieuzorgopschool.be www.weekvandesmaak.be www.goedevis.nl www.systainweb.org www.voetafdruk.be www.myfootprint.org www.ikbenverkocht.be www.meer-weten-over-eten.nl www.voedingscentrum.nl
48
BIJLAGE 3 Extraʼs • Notities
Bijlage 3
Notities
Extra’s 49
FOOD ROCK Een duurzame maaltijd voor wereldsterren
50
BIJLAGE 3 Extraʼs • Notities
Bijlage 3 Extra’s 51